Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren,...

14
Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020: subsidieregelingen en -plafonds Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 hebben vastgesteld (besluit d.d. 24 mei 2016, nr. A.17, zaaknummer 631219 en besluit d.d. 4 juli 2016, zaaknummer 638614). Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid treedt na bekendmaking in het Provinciaal Blad in werking en werkt terug tot en met 7 juli 2016. In hoofdstuk 2 van het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid zijn subsidieregelingen en -plafonds opgenomen. Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 luidt als volgt: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 - 2020 Een woord vooraf Bij het aantreden van het nieuwe College van Gedeputeerde Staten in 2015 hebben we leefbaarheid benoemd als een van de centrale thema’s. Het is het eerste inhoudelijke onderwerp dat we in ons akkoord hebben benoemd, na de bestuursstijl die we als College willen hanteren. Een breed onderwerp, zoveel is duidelijk – met dwarsverbanden naar wonen, gaswinning, energie, duurzaamheid, zorg, sociale agenda en cultuur en sport. Op al deze terreinen zijn investeringen nodig om onze provincie aantrekkelijk te houden en hier goed te kunnen leven, wonen en werken. In het Collegeakkoord hebben we aangegeven dat de provincie hier een actieve rol in wil spelen en dat we hier zowel bestaand als nieuw beleid voor willen inzetten. Met het voorliggende Uitvoeringspro- gramma komen we die belofte na en vullen deze meer gedetailleerd in. We hebben de afgelopen jaren al de nodige programma’s en instrumenten ontwikkeld en daar gaan we ook in deze periode volop mee door. Tegelijkertijd zien we dat de druk op de leefbaarheid toeneemt. Door de gevolgen van de gaswin- ning en de bevolkingsdaling en allerlei andere ontwikkelingen die daardoor in gang worden gezet: van het verdwijnen van voorzieningen tot en met de vereenzaming van ouderen in onze dorpen. Daarom heeft dit College besloten 47 miljoen euro te investeren in leefbaarheid, bovenop het bestaande beleid. Kijkend naar wat er al gebeurt in de provincie – ook door onze partners zoals de gemeenten – hebben we dit Uitvoeringsprogramma gemaakt. We investeren met subsidies in gebieden, gebouwen en bewo- nersinitiatieven, omdat wij menen dat hier momenteel grote behoefte aan bestaat. Dat geldt ook voor de fondsen die we gaan inzetten: het accommodatiefonds voor (sport)voorzieningen en dorpshuizen en het maatschappelijk investeringsfonds. Met dit ‘aanjaaggeld’ kunnen goede initiatieven verder ge- bracht worden. Wij hebben deze programmaopzet gemaakt, maar de verdere invulling vindt nadrukkelijk plaats met de mensen in onze provincie. Met de gemeenten, onze inwoners en ondernemers, iedereen die in zijn of haar werk met leefbaarheid bezig is. Wat een gebied leefbaar maakt, bepalen wij namelijk niet vanuit het provinciehuis. Ons idee van leefbaarheid is dat mensen zelf aangeven wat zij belangrijk vinden. Dat proberen wij als provincie te ondersteunen, samen met onze gemeenten, in vol vertrouwen. Laten we het zó organiseren dat mensen zelf hun leefomgeving en hun toekomst kunnen vormgeven! Namens het College van Gedeputeerde Staten van Groningen, Eelco Eikenaar, gedeputeerde Leefbaarheid Hoofdstuk 1 Inleiding: het waarom, wat en hoe 1.1 Het programma: waarom als provincie investeren in leefbaarheid? Groningen is een mooie provincie. Landschap en historie hebben de Groningers gevormd: nuchtere aanpakkers, met een mentaliteit van ‘doe maar gewoon’. Sociaal, warm en betrokken. Trots op de provincie en bereid zich daar voor in te zetten. Met als motto: ‘Kop d’r veur’. De Groninger dorpen zijn kleine, hechte gemeenschappen, waar bewoners zich inzetten voor elkaar en voor een actief dorpsleven. Met elkaar willen wij dit bijzondere gebied leefbaar houden, voor de mensen van nu en later. Leefbaarheid is een begrip waar veel onder valt, maar uiteindelijk betekent het dat we hier goed kunnen leven, nu en later. Wat dat ‘goed’ precies is, dat bepalen onze inwoners zelf. Velen leveren hier nu al een bijdrage aan, klein of wat groter – en alles telt mee. We zien elke dag om ons heen hoe Groningers bezig zijn met de kwaliteit van leven in hun eigen lokale omgeving. Daar komen allerlei goede initiatieven en projecten uit voort. Van inwoners, gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers en anderen. Bij elkaar opgeteld, vormt al deze energie de basis voor een samenleving waarin we naar elkaar omkijken en iedereen erbij hoort. Ook de provincie Groningen levert hier een bijdrage aan, vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid. Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland. Ook met ons sociaal beleid en de Groningse krimpaanpak proberen we de inwoners in dit gebied vooruit te helpen (zie 1.7). Het College van Gedeputeerde Staten heeft bij haar aantreden in 2015 leefbaarheid als een van de be- langrijkste doelstellingen geformuleerd. Het is één van de rode draden in het collegeakkoord ‘Vol Ver- Nr. 4020 PROVINCIAAL BLAD 12 juli 2016 Officiële uitgave van provincie Groningen. Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 2016 1

Transcript of Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren,...

Page 1: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020:

subsidieregelingen en -plafonds

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid

Provincie Groningen 2016-2020 hebben vastgesteld (besluit d.d. 24 mei 2016, nr. A.17, zaaknummer

631219 en besluit d.d. 4 juli 2016, zaaknummer 638614).

Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid treedt na bekendmaking in het Provinciaal Blad in werking

en werkt terug tot en met 7 juli 2016. In hoofdstuk 2 van het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid zijn

subsidieregelingen en -plafonds opgenomen.

Het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016-2020 luidt als volgt:

Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 - 2020

Een woord vooraf

Bij het aantreden van het nieuwe College van Gedeputeerde Staten in 2015 hebben we leefbaarheid

benoemd als een van de centrale thema’s. Het is het eerste inhoudelijke onderwerp dat we in ons akkoord

hebben benoemd, na de bestuursstijl die we als College willen hanteren. Een breed onderwerp, zoveel

is duidelijk – met dwarsverbanden naar wonen, gaswinning, energie, duurzaamheid, zorg, sociale

agenda en cultuur en sport. Op al deze terreinen zijn investeringen nodig om onze provincie aantrekkelijk

te houden en hier goed te kunnen leven, wonen en werken.

In het Collegeakkoord hebben we aangegeven dat de provincie hier een actieve rol in wil spelen en dat

we hier zowel bestaand als nieuw beleid voor willen inzetten. Met het voorliggende Uitvoeringspro-

gramma komen we die belofte na en vullen deze meer gedetailleerd in. We hebben de afgelopen jaren

al de nodige programma’s en instrumenten ontwikkeld en daar gaan we ook in deze periode volop mee

door. Tegelijkertijd zien we dat de druk op de leefbaarheid toeneemt. Door de gevolgen van de gaswin-

ning en de bevolkingsdaling en allerlei andere ontwikkelingen die daardoor in gang worden gezet: van

het verdwijnen van voorzieningen tot en met de vereenzaming van ouderen in onze dorpen. Daarom

heeft dit College besloten 47 miljoen euro te investeren in leefbaarheid, bovenop het bestaande beleid.

Kijkend naar wat er al gebeurt in de provincie – ook door onze partners zoals de gemeenten – hebben

we dit Uitvoeringsprogramma gemaakt. We investeren met subsidies in gebieden, gebouwen en bewo-

nersinitiatieven, omdat wij menen dat hier momenteel grote behoefte aan bestaat. Dat geldt ook voor

de fondsen die we gaan inzetten: het accommodatiefonds voor (sport)voorzieningen en dorpshuizen

en het maatschappelijk investeringsfonds. Met dit ‘aanjaaggeld’ kunnen goede initiatieven verder ge-

bracht worden.

Wij hebben deze programmaopzet gemaakt, maar de verdere invulling vindt nadrukkelijk plaats met

de mensen in onze provincie. Met de gemeenten, onze inwoners en ondernemers, iedereen die in zijn

of haar werk met leefbaarheid bezig is. Wat een gebied leefbaar maakt, bepalen wij namelijk niet vanuit

het provinciehuis. Ons idee van leefbaarheid is dat mensen zelf aangeven wat zij belangrijk vinden. Dat

proberen wij als provincie te ondersteunen, samen met onze gemeenten, in vol vertrouwen. Laten we

het zó organiseren dat mensen zelf hun leefomgeving en hun toekomst kunnen vormgeven!

Namens het College van Gedeputeerde Staten van Groningen,

Eelco Eikenaar, gedeputeerde Leefbaarheid

Hoofdstuk 1 Inleiding: het waarom, wat en hoe

1.1 Het programma: waarom als provincie investeren in leefbaarheid?Groningen is een mooie provincie. Landschap en historie hebben de Groningers gevormd: nuchtere

aanpakkers, met een mentaliteit van ‘doe maar gewoon’. Sociaal, warm en betrokken. Trots op de

provincie en bereid zich daar voor in te zetten. Met als motto: ‘Kop d’r veur’. De Groninger dorpen zijn

kleine, hechte gemeenschappen, waar bewoners zich inzetten voor elkaar en voor een actief dorpsleven.

Met elkaar willen wij dit bijzondere gebied leefbaar houden, voor de mensen van nu en later. Leefbaarheid

is een begrip waar veel onder valt, maar uiteindelijk betekent het dat we hier goed kunnen leven, nu

en later. Wat dat ‘goed’ precies is, dat bepalen onze inwoners zelf. Velen leveren hier nu al een bijdrage

aan, klein of wat groter – en alles telt mee. We zien elke dag om ons heen hoe Groningers bezig zijn

met de kwaliteit van leven in hun eigen lokale omgeving. Daar komen allerlei goede initiatieven en

projecten uit voort. Van inwoners, gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers en anderen.

Bij elkaar opgeteld, vormt al deze energie de basis voor een samenleving waarin we naar elkaar omkijken

en iedereen erbij hoort.

Ook de provincie Groningen levert hier een bijdrage aan, vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid.

Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid

op het platteland. Ook met ons sociaal beleid en de Groningse krimpaanpak proberen we de inwoners

in dit gebied vooruit te helpen (zie 1.7).

Het College van Gedeputeerde Staten heeft bij haar aantreden in 2015 leefbaarheid als een van de be-

langrijkste doelstellingen geformuleerd. Het is één van de rode draden in het collegeakkoord ‘Vol Ver-

Nr. 4020

PROVINCIAAL BLAD 12 juli

2016

Officiële uitgave van provincie Groningen.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20161

Page 2: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

trouwen’. Er gebeurde al het nodige, maar we gaan nu echt een versnelling hoger. Het gebied en de

mensen die daar wonen vragen daarom. Zij zien de laatste jaren ontwikkelingen op zich afkomen die

hen zorgen baren. Met elkaar komen we daarom in actie. Gemeenten en anderen doen uiteraard al heel

veel op dit gebied, maar ook de provincie kan en wil meer doen. Samen staan we sterker.

De provincie zet de komende jaren een bedrag van 47 miljoen euro in wat een steun in de rug kan be-

tekenen voor initiatieven in onze provincie. Het bedrag is verdeeld over subsidies (22 miljoen euro) en

fondsen/'aanjaaggeld' (25 miljoen euro).

We kunnen hiermee een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid in het besef dat we hiermee

niet alle problemen in de provincie oplossen. Deze middelen worden voor de héle provincie ingezet

(niet alleen voor krimp- en bevingsgebieden). Wat daarbij komt kijken en hoe de provincie daarbij te

werk wil gaan wordt in dit eerste hoofdstuk van het Uitvoeringsprogramma nader toegelicht.

1.2 De opzet voor het programma: de basis voor de komende tijdDe basis voor het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid is gelegd in het voorstel van het College van

Gedeputeerde Staten, dat eind 2015 is aangeboden aan Provinciale Staten. Hierin staat ons doel om-

schreven: we zetten ons in voor een vitale provincie waarin mensen zelf de mogelijkheid hebben om

te kiezen voor wat zij belangrijk vinden in hun directe woon-, werk- en leefomgeving. De provincie on-

dersteunt hierbij initiatieven waarbij mensen het heft in eigen hand nemen om tot verbetering van de

leefomgeving te komen.

Het is duidelijk dat we in Groningen met ontwikkelingen te maken hebben die mensen dagelijks en in-

grijpend raken, waaronder bevolkingsdaling en aardbevingen. De gevolgen zijn divers: voorzieningen

die verdwijnen, met een veranderende mobiliteitsbehoefte, zorgstructuren die veranderen, sociale

verbanden die kraken. We proberen de gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Dat doen Groningers

met elkaar: samen investeren in wat we waardevol vinden om te behouden of om verder te ontwikkelen.

Begin februari 2016 hebben Provinciale Staten van Groningen hun steun gegeven aan het Leefbaar-

heidsprogramma. Het is daarmee een programma van ons allemaal geworden, waar iedereen de ko-

mende tijd verder aan kan bijdragen. Rond de zomer van 2016 gaat het programma van start!

1.3 De invulling van het programma: met onze inwoners samenHet voorstel van het College van GS voor het Leefbaarheidsprogramma was nadrukkelijk bedoeld als

voorzet. Aan de hand van de gesprekken die wij in het gebied hebben gevoerd hebben we de plannen

verder uitgewerkt. Daarmee hebben we op hoofdlijnen keuzes gemaakt waar het beleid van de provincie

zich in de uitvoering op richt. Het programma is echter zeker ook een kader waarbinnen nadere keuzes

gemaakt worden. Zoals gezegd, wat een straat, buurt of dorp leefbaar maakt vullen onze inwoners zelf

in – dat kun je als provincie niet ‘van bovenaf’ bepalen. Daarom hebben we onze inwoners gevraagd

aan te geven wat dat zij belangrijk vinden voor de leefbaarheid. (Meldweek voor de Leefbaarheid 2-8

april 2016.). Statenleden zaten aan de telefoon om alles te noteren. De gesprekken leverden waardevolle

inzichten op in de problemen die mensen ervaren, maar ook in wat daaraan gedaan kan worden – door

henzelf en door anderen. Op 6 april is ook een werkconferentie belegd voor onze gemeenten en mensen

die vanuit hun werk met leefbaarheid bezig zijn. Ook zij hebben aangegeven wat er belangrijk is bij de

verdere uitwerking van het programma. Al deze opmerkingen zijn verwerkt in de manier waarop het

geld uit het programma zo goed mogelijk wordt ingezet. Daarbij heeft de provincie ook haar eigen

kennis en opvattingen rondom leefbaarheid ingebracht, passend bij haar rol van ‘verbinder’ en ‘aanjager’.

De uitkomst van deze gecombineerde aanpak wordt in het vervolg van deze notitie verder verduidelijkt.

1.4 De opbouw van het programma: subsidies en fondsenHet Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid maakt gebruik van twee instrumenten: subsidies en fondsen.

Het belangrijkste verschil: subsidies zijn bijdragen van de provincie die niet hoeven te worden terugbe-

taald. Bij de fondsen is dat wel het geval. Het zijn in feite leningen met gunstige voorwaarden die initi-

atiefnemers in staat stellen hun projecten van de grond te krijgen. Het geld betalen zij in vijf tot vijftien

jaar terug. Daarmee wordt het fonds opnieuw gevuld en kunnen andere initiatieven weer ondersteund

worden. Het gaat dus echt om ‘aanjaag-geld’, bedoeld om zaken in beweging te brengen.

Hieronder wordt aangegeven hoe de subsidies en de fondsen de komende tijd worden ingezet.

1.5 De subsidies: drie onderdelenVoor de komende vier jaar zetten wij 22 miljoen euro in voor de leefbaarheid, bovenop reeds bestaande

programma’s (zie 1.7). De subsidies kunnen de héle provincie ten goede komen – met een nadruk op

die plaatsen waar de bevolkingsdaling en/of de problematiek het grootst is. De middelen worden ingezet

om initiatieven vanuit de samenleving te ondersteunen. Wat lokaal speelt en energie heeft (en geeft),

dat is leidend.

De subsidies zijn over drie onderdelen verdeeld: de gebiedsgerichte aanpak, de locatiegerichte aanpak

en de bewonersinitiatieven. De provincie heeft juist deze onderdelen gekozen omdat uit gesprekken

met onze gemeenten en inwoners is gebleken dat hier de meeste zorg over bestaat. Tegelijkertijd zit

hier ook veel energie op; mensen willen zich graag voor een concreet project inzetten. Zij willen trots

kunnen zijn op hun dorp of buurt.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20162

Page 3: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

De bebouwde omgeving in onze provincie krijgt veel aandacht: vitalisering van dorpscentra, leegstaande

gebouwen, verkrottende woningen. Door deze ‘fysieke’ omgeving te verbeteren en te verduurzamen

gaan onze inwoners er ook sociaal en economisch op vooruit. Daar komt weer de brede invulling van

het begrip ‘leefbaar’ om de hoek kijken. We wonen, werken en verblijven nu eenmaal liever in een

omgeving die er verzorgd en aantrekkelijk bij staat dan in een buurt die achteruit gaat.

Op al deze drie terreinen wil de provincie verbetering mogelijk maken:

- Onderdeel 1: de gebiedsaanpak.

Soms is het nodig in een kern of dorp om een groter gebied in zijn geheel aan te pakken. Denk

bijvoorbeeld aan een centrumgebied dat wordt aangepakt. Hier zijn vaak al meerdere partijen bij

betrokken: eigenaren, ondernemers, woningcorporaties, gemeenten, bewoners. Met hen samen

wil de provincie een aantal projecten selecteren die de komende tijd verder gebracht moeten

worden. Hiervoor is in totaal 14 miljoen euro beschikbaar.

- Onderdeel 2: de locatiegerichte aanpak.

Ook gebouwen kunnen invloed hebben op de leefbaarheid, zeker wanneer ze leeg staan en ver-

kommeren. Binnen dit onderdeel onderscheiden we twee invalshoeken:

2a: voorzieningen op peil

Een bundeling van functies (‘alles onder één dak’) kan een impuls betekenen voor buurten en

dorpen. Binnen dit programma wordt 3 miljoen euro ingezet om gebouwen

(waaronder bijvoorbeeld cultureel erfgoed, beeldbepalende gebouwen) een nieuw leven te geven,

afgestemd op de wensen van de inwoners op het gebied van onderwijs, zorg, sport en andere

voorzieningen.

2b: transitiefonds particuliere woningvoorraad

Daarnaast is 2 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van de particuliere woningvoorraad:

koopwoningen die verbeterd dan wel gesloopt moeten worden. Hier is de afgelopen tijd al de

nodige ervaring mee opgedaan (zie www.groningsgereedschap.nl): plannen, experimenten en

methodieken zijn succesvol uitgevoerd. Het is nu tijd om op nog meer plekken het proces op gang

te brengen.

- Onderdeel 3: de bewonersinitiatieven.

Onze inwoners hebben zelf allerlei ideeën om hun omgeving leefbaar te maken en te houden.

Mensen kunnen met de steun van de provincie in de rug zelf het heft in handen nemen. Voor de

ondersteuning van deze initiatieven is 2 miljoen euro beschikbaar.

De drie onderdelen worden in het vervolg van dit Uitvoeringsprogramma nader uitgewerkt.

1.6 De fondsen: het aanjaag-geldVoor een aantal specifieke onderwerpen heeft de provincie ook extra geld beschikbaar in de vorm van

leningen (in totaal 25 miljoen euro). Deze leningen moeten worden terugbetaald, maar hebben wel

aantrekkelijke voorwaarden. Daardoor fungeren ze als ‘aanjaag-geld’. Initiatieven die bijvoorbeeld via

een bank geen lening kunnen krijgen, kunnen dat bij deze fondsen wel:

- het accommodatiefonds, met een omvang van 10 miljoen euro. Bestemd voor verbetering van

sportvoorzieningen en dorpshuizen;

- het maatschappelijk investeringsfonds, 15 miljoen euro groot. Dit ondersteunt lokale initiatieven

op het gebied van duurzame energie en zorg.

Deze fondsen worden nader uitwerkt en gaan in het najaar van start.

1.7 Raakvlakken met provinciale beleidsterreinenDe manier waarop het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid is ontwikkeld, heeft ook veel te maken met

wat anderen doen en wat de provincie nu al doet op dit gebied. Het Uitvoeringsprogramma is aanvullend

en richt zich op een aantal terreinen die tot nu toe niet of minder specifiek aan de orde kwamen of waar

zich nieuwe problemen voordoen. Daarom is het ook goed om te weten wat er allemaal al gebeurt in

de provincie, zowel binnen de opgave leefbaarheid als binnen andere beleidsvelden:

- Sociaal beleid. Hierin investeert de provincie bij benadering 2 miljoen euro tussen 2016 en 2019.

Aandachtsgebieden zijn zorg, asielzoekers en armoede. Ook al heeft de provincie niet veel wette-

lijke taken meer op sociaal gebied, ook hier willen we een bijdrage leveren. Dit in samenwerking

met en in aanvulling op het vele dat gemeenten al doen op dit terrein. In Groningen kijken we

naar elkaar om.

- Krimpbeleid. De bevolking in Groningen neemt af in omvang en verandert van samenstelling

(minder jongeren, meer ouderen). Dat heeft gevolgen op allerlei terreinen. De provincie voert hier

al sinds 2010 actief beleid op. Via de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden wordt tussen 2010 en

2020 30 miljoen euro geïnvesteerd in projecten op het gebied van wonen, onderwijs, zorg, soci-

aaleconomische vitaliteit, kwetsbare groepen en voorzieningen. Daarnaast is specifiek geld be-

schikbaar voor SW-bedrijven in Oost-Groningen (waaronder rijksmiddelen) en voor Delfzijl/Win-

schoten/De Marne (werk, energie en leefbaarheid, 30 miljoen euro – vooral voor ingrepen in ge-

bouwen).

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20163

Page 4: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

- Aardbevingen. Voor de negatieve consequenties van de gaswinning en de aardbevingen is door

de Dialoogtafel/Nationaal Coördinator Groningen een apart programma opgesteld voor de aard-

bevingsgebieden (Meerjarenprogramma NCG ‘Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen’).

Het Loket Leefbaarheid voor burgerinitiatieven is daarin een van de drie onderdelen, naast her-

structurering en vijf regionale programma’s.

- LEADER. Dit is een Europees subsidieprogramma, bedoeld om economie en leefbaarheid op het

platteland te versterken. Tussen 2014 en 2020 zet de EU hier in Groningen 3,5 miljoen euro voor

in. Provincie en gemeenten dragen beide dat bedrag ook bij. Besloten is om alle middelen te in-

vesteren in Oost-Groningen, omdat de problematiek hier groot is.

- Energietransitie. Dit college heeft een hoge ambitie voor het versnellen van de energietransitie.

Een ambitie die past bij de energieregio, bij de noodzaak voor de transitie en de kansen die wij

voor Groningen hierin zien. Concreet een vertaling op de korte en lange termijn van onze duurzame

energievoorziening. Daarnaast verbinden wij ons aan de nationale doelstelling van 1,5% energie-

besparing per jaar. De provincie streeft een aanvullende doelstelling na, die inhoudt dat wij inzetten

op energieneutraliteit in 2035 voor zaken waar wij direct invloed op hebben. Vanuit ons Uitvoe-

ringsprogramma kan daar, waar mogelijk, een bijdrage aan geleverd worden.

- Cultuur, sport en toerisme. Juist voor de vulling van de gebouwen die vanuit leefbaarheid worden

herbestemd/(ver)bouwd zijn cultuur, sport en toerisme van belang.

Wanneer het erfgoed beschadigd raakt, of erger nog, verdwijnt, zal dit een grote weerslag hebben

op de leefbaarheid in het gebied, dus ook op het landschap en de ruimtelijke kwaliteit. Behoud,

herstel en, indien noodzakelijk, herbestemming van het Groninger erfgoed is dan ook noodzakelijk

om de leefbaarheid, de ruimtelijke en sociale structuren van de provincie Groningen te behouden

en te versterken.

Binnen ons Uitvoeringsprogramma kan een combinatie gemaakt worden met enerzijds het nieuwe

cultuurbudget (vanaf 2017) en anderzijds onderdeel 2a locatiegerichte aanpak ten behoeve van

aard- en nagelvaste investeringen in cultuurpanden.

Ook bewonersinitiatieven kunnen zowel uit onderdeel 3 bewonersinitiatieven vanuit het Leefbaar-

heidsprogramma als uit het Cultuurprogramma worden ondersteund.

Ook sportverenigingen (en dus vrijwilligers) en –gebouwen hebben een functie als het gaat om

de leefbaarheid in een dorp. In onderdeel 2a locatiegerichte aanpak gaat het dan ook over het

combineren van voorzieningen, waaronder sportvoorzieningen. Hier zit bovendien ook een link

naar het accommodatiefonds.

Ook toerisme draagt bij aan de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in het landelijk gebied.

Wij zien hier goede mogelijkheden binnen onderdeel 3 bewonersinitiatieven.

- Mobiliteit en bereikbaarheid. Het provinciaal beleid richt zich op vlot, veilig en duurzaam verplaat-

sen van mensen en goederen van de ene naar de andere plek. Een goede bereikbaarheid van

steden en dorpen is van belang voor de leefbaarheid en verdere ontwikkeling van onze provincie.

Uit de Meldweek is ons ook gebleken dat dit thema onder de inwoners erg leeft. Waar mogelijk

kan een slimme koppeling met het Uitvoeringsprogramma gemaakt worden.

- Economie en werkgelegenheid. Deze opgave verlangt een sector overstijgende benadering en is

alleen succesvol als proactief de samenwerking met de partners in het gebied wordt gezocht en

tot stand komt. Hierin zit een raakvlak met leefbaarheid en in het Uitvoeringsprogramma maken

we waar mogelijk slimme koppelingen.

Kortom: het motto van de provincie is en blijft: afstemming en samenwerking daar waar programma’s

elkaar raken, versterken en aanvullen.

1.8 De aanpak: hoe nu verder?De 47 miljoen euro die de provincie Groningen ter beschikking stelt in de komende jaren moet zorgvuldig

verdeeld worden. Met zo min mogelijk regels, criteria en drempels – maar ook wel zo dat voor iedereen

duidelijk is waarom bepaalde projecten wel geld krijgen en andere niet (of minder).

Voor de selectie van de projecten heeft de provincie Groningen criteria opgesteld, die eveneens in het

vervolg aan bod komen. Aanvragen die binnenkomen voor subsidies en/of leningen worden daaraan

getoetst. Daarnaast werkt de provincie met haar Algemene subsidieverordening, die ook voor het Uit-

voeringsprogramma Leefbaarheid van toepassing is. Het team van het Uitvoeringsprogramma staat

aanvragers graag te woord en helpt bij het zo goed mogelijk indienen van hun verzoek.

1.9 de opbouw van het UitvoeringsprogrammaDit Uitvoeringsprogramma bestaat uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk twee behandelen we de verschil-

lende regelingen. Daarbij wordt onder meer aangegeven voor wie de regelingen bedoeld zijn en welke

criteria hiervoor gelden. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 beschreven hoe de resultaten van het pro-

gramma worden bijgehouden (monitoring en evaluatie). We sluiten af met enkele opmerkingen over

de communicatie (hoofdstuk 4).

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20164

Page 5: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

Hoofdstuk 2 De onderdelen van het programma

In dit hoofdstuk beschrijven we de onderdelen van het programma, die hierna zijn vertaald in een

aantal regelingen: de subsidieregeling voor de gebieds- en locatiegerichte aanpak, het transitiefonds

voor de particuliere woningvoorraad en de subsidieregeling voor bewonersinitiatieven. In totaal is

hiervoor 22 miljoen euro beschikbaar, waarbinnen ook 1 miljoen aan uitvoeringskosten is opgenomen.

In dit programma is een aantal, reeds gecommitteerde, projecten ondergebracht dat vanuit onder an-

dere het programma ISV wordt uitgevoerd. Deze projecten vallen programmatisch onder de gebieds-

gerichte en locatiegerichte aanpak.

Onderdeel 1 Gebiedsgerichte aanpakDoel van de regeling

Voor de leefbaarheid is het van groot belang dat mensen elkaar ontmoeten, dat zij samen dingen kunnen

doen. Niet alleen de activiteiten zelf, maar ook de plekken waar deze plaatsvinden zijn essentieel.

Leegstaande, verpauperde panden en een slecht ingerichte openbare ruimte hebben een sterk negatieve

invloed op de leefbaarheid. We zien een terugloop van voorzieningen en stimuleren dan ook een clus-

tering van dat wat blijft in robuuste centra. Het gaat daarbij steeds om grote opgaven, met een aanmer-

kelijk publiek belang. De leefbaarheid wordt hier verbeterd door een ingreep te doen in een complex

van gebouwen, zoals het herinrichten, slopen, (duurzaam) verbouwen, samenvoegen of (duurzaam)

nieuwbouwen van een centrumgebied. Met de gebiedsaanpak willen wij deze opgaven ondersteunen.

Verwacht resultaat

De gebiedsaanpak van centraal in dorpen en wijken gelegen locaties met een slechte ruimtelijke kwaliteit

moet een bijdrage leveren aan het realiseren van toekomstbestendige (dorps)kernen en wijken.

Beschikbaar bedrag en looptijd

Voorlopig is € 14 miljoen beschikbaar voor 2016 tot en met 31 december 2019.

Na een jaar gaan we herijken, op basis van de aanvragen en bestedingen in de gebiedsgerichte aanpak

en de locatiegerichte aanpak.

Maximale bijdrage

Een initiatief kan bestaan uit meerdere projecten binnen één programma. De maximale bijdrage per

programma bedraagt 40 % van de totale kosten, tot maximaal € 3 miljoen. Initiatieven van kleinere fi-

nanciële omvang zijn niet minder kansrijk dan grotere initiatieven.

Het deel van de projectkosten dat niet door de provincie wordt bekostigd, dient door tenminste twee

andere partijen te worden gefinancierd.

Subsidieplafond

Er zijn twee momenten waarop aanvragen kunnen worden ingediend: eenmaal voor 1 oktober 2016 en

eenmaal voor 1 oktober 2017.

Daarbij wordt het eerste jaar, vanaf 7 juli 2016 tot en met 31 december 2016, gewerkt met een subsidie-

plafond van € 8 miljoen.

Wie mag aanvragen?

Uitgangspunt is dat subsidieaanvragen door gemeenten worden ingediend. Daarbij wordt er vanuit

gegaan dat zij zoveel mogelijk andere partijen bij het betreffende project betrekken (zie ook Subsidie-

plafond en maximale bijdrage). Er zijn echter ook situaties denkbaar dat een andere partij beter de

aanvrager kan zijn. Dat is toegestaan, maar onder voorwaarde dat de gemeente nauw bij het project

betrokken is.

Beoordeling

Criteria

Projecten/programma's moeten aan de volgende criteria voldoen:

1. Het project/programma is toekomst en/of regiobestendig.

Het project/programma houdt rekening met de opgaven die het gevolg zijn van de veranderende

samenstelling van de bevolking in een bepaald gebied (toekomstgericht).

2. Het project/programma wordt gedragen door de regionale partners en de betrokken partijen. Bij

voorkeur wordt gewerkt aan een door de regionale partners ondertekende regionale opgave (re-

giobestendig).

3. Het project/programma betreft de uitvoering, het aanpakken van een opgave of gebied in een

dorp of wijk, waarmee ook op lange termijn een sterke bijdrage wordt geleverd aan de leefbaarheid.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20165

Page 6: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

4. Het project/programma komt voort uit of wordt onderbouwd met een integrale leefbaarheids- en

ontwikkelingsvisie.

5. Het project/programma is gericht op duurzame gebiedsontwikkeling.

6. Er zijn naast de provincie tenminste twee andere partijen die meefinancieren.

7. De financiering van het project is na verlening van de subsidie sluitend of is dit op korte termijn.

Ranking

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

1. De mate waarin sprake is van (dreiging van) een ernstige situatie van leegstand en/of verpaupering

van een gebied, met een negatieve doorwerking op het betreffende dorp/de betreffende wijk/stad.

2. De mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor het leefbaarheidsprobleem.

3. De mate waarin de aanpak betrekking heeft op de transformatie van bestaand bebouwd ge-

bied/openbare ruimte door een gebiedsontwikkeling. Hierbij wordt ook gelet op de mate waarin

sprake is van maatregelen op het gebied van energiebesparing/opwekking van schone energie,

gebruik van duurzame bouwmaterialen, hergebruik van materiaal van de te slopen gebouwen en

hergebruik van cultureel erfgoed.

4. De mate waarin meerdere partijen samenwerken in het project/programma.

5. De mate waarin (meerdere) partijen het project/programma voorzien van cofinanciering.

Alleen de hoogst scorende project/programma's komen in aanmerking voor subsidie.

Wanneer past een aanvraag niet

Subsidies zullen worden geweigerd als:

• De aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde criteria.

• De aanvraag betrekking heeft op vergoeding van exploitatie- en kapitaalslasten.

• De aanvraag betrekking heeft op regulier onderhoud van accommodaties.

• De aanvraag betrekking heeft op een project dat reeds in uitvoering is genomen.

• Het subsidieplafond is bereikt.

• De aanvraag niet in overeenstemming is met Europese staatssteunregels omdat:

a. de subsidie, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een steunmaatregel vormt in de zin

van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

b. ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend

op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en

onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Besluitvorming

De aanvragen worden door een provinciale ambtelijke commissie beoordeeld. Deze adviescommissie

wordt zo breed mogelijk samengesteld. Op basis van de adviezen van deze commissie neemt het Col-

lege van Gedeputeerde Staten haar besluiten.

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is gesteld

op www.provinciegroningen.nl. Voorafgaande aan indiening is overleg met de provincie wenselijk.

Onderdeel 2 Locatiegerichte aanpak2a Voorzieningen op peil

Doel van de regeling

Het doel van de locatiegerichte aanpak is om op integrale wijze een bijdrage te leveren aan het in stand

houden en verbeteren van het voorzieningenniveau in onze provincie. Daar waar voorzieningen ontbre-

ken, dreigen te verschralen of te verdwijnen willen wij initiatieven ondersteunen die meerdere voorzie-

ningen en functies (onder één dak) weten te combineren. Ook een enkelvoudige invulling van een pand

is mogelijk als die de sociale structuur van het dorp kan versterken.

De provincie Groningen heeft te maken met bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing. Minder in-

woners, minder jongeren en veel meer ouderen is een ontwikkeling die negatieve gevolgen heeft voor

het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in onze provincie. Zonder ingrijpen nemen de mogelijkheden

om te participeren in de samenleving af. Wij investeren daarom in de vitaliteit en leefbaarheid in

buurten, wijken, dorpen en kernen in onze provincie. Met de locatiegerichte aanpak willen we belang-

rijke voorzieningen in de krimpgebieden en daarbuiten versterken en behouden. Voorzieningen en

functies combineren of het faciliteren van samenwerkingsverbanden (onder één dak) - waar mogelijk

en wenselijk - is voor ons hierbij het uitgangspunt.

Door functies onder te brengen in één gebouw wordt efficiënt gebruik gemaakt van (schaarse) ruimte

en middelen. In combinatie met duurzaam bouwen, waarin geïnvesteerd wordt in energiebesparing

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20166

Page 7: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

en lokale duurzame opwekking (zoals bijvoorbeeld postcoderoosprojecten ), kan dit een reden zijn dat

voorzieningen in stand blijven, of dat er zelfs nieuwe voorzieningen bijkomen. Bovendien zien wij hier

goede mogelijkheden voor duurzaam hergebruik van ons cultureel erfgoed. Dit kan zowel gaan om

monumenten als beeldbepalende panden. Waar deze combinaties gemaakt kunnen worden past dat

goed in ons beleid en een integrale aanpak van de verschillende vraagstukken. Tevens vinden wij het

van belang dat er niet alleen gekeken wordt naar het fysieke gebouw, maar ook naar een zo breed

mogelijk gebruik ervan.

Met de locatiegerichte aanpak leveren wij tevens een bijdrage aan de vitaliteit in buurten en wijken.

Het waarborgen van ontmoeting, gezelligheid en sociale cohesie is voor jong en oud in de provincie

Groningen een belangrijk punt voor de toekomst. Door te schuiven met functies en voorzieningen en

de panden te behouden die volgens de inwoners waardevol zijn, wordt niet alleen de ruimtelijke kwaliteit

gewaarborgd, maar wordt tevens een toekomstbestendige situatie gecreëerd. Denk aan het combineren

van voorzieningen zoals wonen, welzijn, zorg, cultuur, recreatie, onderwijs en sport.

Ook commerciële functies zoals 'zakelijke dienstverlening' kleine MKB/bedrijvigheid en Retail tellen

mee voor de toekenning van een financiële bijdrage, mits deze functie een aantoonbare (financiële)

bijdrage levert aan de instandhouding van de publieke functies van de voorziening waarvan het onderdeel

uitmaakt.

Verwacht resultaat

De locatiegerichte aanpak draagt bij aan de leefbaarheid in buurten, wijken, dorpen en kernen door de

verschraling van het voorzieningenniveau op te vangen en de ruimtelijke kwaliteit en de sociale cohesie

te bevorderen. Dit wordt gestimuleerd door de bundeling van voorzieningen met verschillende functies

en de duurzame herbestemming van maatschappelijk en cultureel erfgoed.

Beschikbaar bedrag en looptijd

Voorlopig is € 3 miljoen beschikbaar voor de periode 2016 tot en met 31 december 2019.

Na een jaar gaan we herijken op basis van de aanvragen en bestedingen in de gebiedsgerichte aanpak

en de locatiegerichte aanpak.

Maximale bijdrage

De hoogte van een eenmalige subsidie voor een project dat betrekking heeft op een bouwkundige in-

vestering c.q. voorziening bedraagt maximaal 40 %van de investering, tot een maximum van € 500.000

per project.

Subsidieplafond

Er zijn zes momenten waarop aanvragen kunnen worden ingediend, steeds voor 1 oktober en 1 april.

Per ronde is € 500.000 beschikbaar. De eerste ronde sluit op 1 oktober 2016.

Wie mag aanvragen?

Rechtspersonen zonder winstoogmerk, zoals stichtingen, verenigingen en coöperaties kunnen een

aanvraag indienen. Verder kunnen ook gemeenten een subsidieaanvraag indienen.

Beoordeling

Criteria

Projecten moeten aan de volgende criteria voldoen:

1. Het project is toekomst- en/of regiobestendig. Het project houdt rekening met de opgaven die het

gevolg zijn van de veranderende samenstelling van de bevolking in een bepaald gebied (toekomst-

gericht).

2. Er moet aantoonbaar draagvlak zijn vanuit de bevolking.

3. Het project heeft een aantoonbaar verdienmodel.

4. Het project draagt op langere termijn bij aan de leefbaarheid in de buurt, wijk, dorp of kern

waarin het wordt gerealiseerd.

5. Voordat met de uitvoering van het project begonnen wordt dient er voor een kalenderjaar een

samenwerkingsovereenkomst of convenant tussen de gebruikersgroepen te zijn gesloten over

het beheer, de planning van activiteiten en het gebruik van ruimtes.

6. De financiering van het project is na verlening van de subsidie sluitend of is dit op korte termijn.

Ranking

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

1. De mate waarin sprake is van (dreiging van) een ernstige situatie van leegstand en/of verpaupering

van een gebied, met een negatieve doorwerking op het betreffende dorp/de betreffende wijk/stad.

2. De mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor het leefbaarheidsprobleem.

3. De mate waarin het project bijdraagt aan een toekomstbestendig voorzieningenniveau. Hierbij

wordt ook gelet op de mate waarin sprake is van maatregelen op het gebied van energiebesparing

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20167

Page 8: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

en -opwekking, duurzame materialen, hergebruik van materialen van de te slopen gebouwen en

hergebruik van cultureel erfgoed.

4. De mate waarin meerdere partijen samenwerken in het project.

5. De mate waarin (meerdere) partijen het project/programma voorzien van cofinanciering.

Wanneer past een aanvraag niet:

Subsidies zullen worden geweigerd als:

• De aanvraag niet voldoet aan bovengenoemde criteria.

• De aanvraag betrekking heeft op vergoeding van exploitatie- en kapitaalslasten.

• De aanvraag betrekking heeft op regulier onderhoud van accommodaties.

• De aanvraag betrekking heeft op een project dat reeds in uitvoering is genomen.

• Het subsidieplafond is bereikt.

• De aanvraag is niet in overeenstemming met Europese staatssteunregels omdat:

a. de subsidie, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een steunmaatregel vormt in de zin

van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke

markt.

b. ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat volgend

op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrechtmatig en

onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Besluitvorming

De aanvragen worden door een provinciale ambtelijke commissie beoordeeld. Deze adviescommissie

wordt zo breed mogelijk samengesteld. Op basis van de adviezen van deze commissie neemt het Col-

lege van Gedeputeerde Staten haar besluiten.

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is gesteld

op www.provinciegroningen.nl. Voorafgaande aan indiening is overleg met de provincie wenselijk.

2b Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad

Doel van de regeling

Doel van de regeling is het bevorderen van een duurzame en toekomstbestendige woningvoorraad.

Door de uitgevoerde ingrepen in de particuliere woningvoorraad worden problemen van leegstand en

verpaupering opgelost en wordt waarde toegevoegd aan een gebied. Het kan naast woningen gaan

om winkel- en bedrijfspanden (in lintbebouwing); het gaat dan om panden waarin de woon-, winkel-

of bedrijfsfunctie gecombineerd is en maatschappelijk vastgoed en/of panden met een cultuurhistorische

betekenis.

De regeling bestaat uit twee kamers:

1. Subsidieregeling voor cofinanciering van sloop/onttrekking van woningen.

2. Revolverend fonds voor verstrekking van leningen voor woningverbetering.

Beschikbaar bedrag en looptijd

In totaal is van 7 juli 2016 tot en met 31 december 2019 vanuit het leefbaarheidsprogramma voor het

transitiefonds € 2 miljoen euro beschikbaar, waarbij voorlopig wordt uitgegaan van een bedrag van €

1 miljoen voor het subsidiedeel en € 980.000 euro voor het verstrekken van leningen. Per subsidieaan-

vraag (kamer 1) is maximaal € 100.000 beschikbaar. Per lening (kamer 2) is een maximaal bedrag van

€ 25.000 beschikbaar. Het minimale leningsbedrag is € 2.500. De bijdrage van de provincie wordt gezien

als de start van het fonds. Er vindt gedurende de looptijd overleg plaats over aanvullende financiering

van andere partners en verbreding van het fonds.

Na één jaar wordt geëvalueerd.

Subsidieplafond

Aanvragen voor het subsidiedeel kunnen tweemaal per jaar worden ingediend: voor 1 april en voor 1

oktober (tot uitputting van de beschikbare middelen van € 1 miljoen euro).

Aanvragen voor het revolverende fonds kunnen doorlopend worden ingediend en beoordeeld (tot uit-

putting van de beschikbare middelen van € 980.000 euro).

Deelname gemeenten

Gemeenten worden door de provincie uitgenodigd deel te nemen aan de regeling en geven aan voor

welk bedrag en welke periode zij met cofinanciering bijdragen aan de regeling.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20168

Page 9: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

Alle gemeenten van de provincie kunnen gebruik maken van het leer- en kennisprogramma Particuliere

Woningvoorraad van de provincie Groningen.

Algemene criteria

Om gebruik te kunnen maken van de subsidieregeling (kamer 1) en/of het revolverende fonds particu-

liere woningverbetering (kamer 2) gelden de volgende criteria:

• het project past binnen de woonvisie van de gemeente en (indien aanwezig) het regionale Woon-

en Leefbaarheidsplan;

• de eigena(a)r(en) is/zijn betrokken bij het projectplan en ondersteunt/en de aanvraag;

• de financiële toets van de eigena(a)r(en) toont de noodzaak tot ingrijpen van buitenaf;

• de staat van het pand maakt duidelijk dat verbeteren of sloop nodig is; indien van toepassing

worden meerdere sprongen in het energielabel gemaakt;

• aanschrijven en handhavingsbeleid werkt en is hier toegepast (er is minimaal afgewogen in

hoeverre aanschrijven en handhaven effectief is);

• een subsidieaanvraag of investeringsvoorstel geeft inzicht in het project, de financiële dekking

van ingrepen en het ontbrekende budget en geeft aan welk deel met subsidie en/of welk deel met

een lening gedekt kan worden;

• er wordt gebruik gemaakt van reeds ontwikkelde instrumenten voor de aanpak van de particuliere

woningvoorraad (onder andere beschreven in het Gronings Gereedschap[1]

);

• om voor subsidie (kamer 1: maximaal € 100.000) of een lening (kamer 2: minimaal € 2.500 en

maximaal € 25.000) in aanmerking te komen is deelname van de betreffende gemeente aan de

regeling en 50% cofinanciering van de gemeente vereist; deze cofinanciering kan ook door de

gemeente vanuit andere bronnen worden bijeengebracht;

• gemeenten kunnen aanvullende voorwaarden stellen aan de bij de aanvraag betrokken partijen;

• de aanvraag is in overeenstemming/niet in strijd met Europese staatssteunregels

a. de subsidie vormt, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, geen steunmaatregel in de

zin van artikel 107, eerste lid, van het VWEU, die onverenigbaar is met de gemeenschappe-

lijke markt.

b. Ten aanzien van de subsidieaanvrager bestaat geen uitstaand bevel tot terugvordering

volgend op een eerdere beschikking van de Europese Commissie, waarin de steun onrecht-

matig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

Om strijd met staatssteunregelgeving te voorkomen, kunnen de in het Uitvoeringsprogramma Leefbaar-

heid genoemde bedragen en percentages worden aangepast.

Kamer 1: Subsidieregeling sloop en woningonttrekking particuliere woningvoorraad

Aanvragers: gemeente of bewonersorganisatie in de vorm van een rechtspersoon, zoals een stich-

ting/vereniging, die één of meerdere woningen wil slopen of op andere wijze aan de voorraad wil ont-

trekken.

Rankingcriteria subsidieregeling

Bij over-inschrijving gelden de volgende wegingscriteria:

• de mate waarin sprake is van (dreiging van) een ernstige situatie van leegstand en/of verpaupering

van een gebied, met een negatieve doorwerking op het betreffende dorp/de betreffende wijk/stad;

• de mate waarin de aanpak een oplossing biedt voor de achteruitgang van leefbaarheid.

Werkwijze besluitvorming

1. De aanvraag wordt ingediend bij het College van Gedeputeerde Staten en bevat een kostenraming

op basis van offertes van een of meerdere aannemers en/of sloopbedrijven of op basis van de

standaardsystematiek kostenramingen.

2. Een adviesteam toetst alle aanvragen aan de hand van de criteria van deze regeling en brengt

advies uit aan het beslisteam. Het adviesteam bestaat uit drie deskundigen (aandachtsgebieden

financiën, woningmarkt, krimp) en een voorzitter zonder stemrecht.

Het adviesteam en aanvragers kunnen de hulp inroepen van de Coalitie Particuliere Woningvoor-

raad [2]

. Het adviesteam kan bewonersorganisaties ondersteuning bieden of adviseren bij een

afwijzing van een project- of startaanvraag.

3. Een beslisteam, waarin de gedeputeerde leefbaarheid zitting heeft en alle aan de regeling bijdra-

gende leden (kunnen) zijn vertegenwoordigd, besluit op basis van de adviezen of de aanvragen

voor honorering/weigering worden voorgedragen aan Gedeputeerde Staten.

4. Gedeputeerde Staten geven de beschikking (of weigering) af voor de provinciale bijdrage aan de

gemeente/aanvrager onder voorwaarde van (gemeentelijke) cofinanciering. Op een provinciale

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 20169

Page 10: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

subsidiebeschikking is de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 van toepassing

evenals de Beleidsregel Rijkssubsidiekader.

5. De subsidieontvanger dient de inhoudelijke en financiële verantwoording) over de uitgevoerde

werkzaamheden in bij Gedeputeerde Staten, overeenkomstig de gestelde voorwaarden in de be-

schikking (op basis van de geldende Kaderverordening subsidies en de Beleidsregel Rijkssubsi-

diekader). Na materiële controle door de provincie betaalt de provincie de subsidie uit. Indien de

uitgevoerde werkzaamheden geheel of gedeeltelijk afwijken van het ingediende plan kan dit

aanleiding zijn om de hoogte van de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk te herzien.

Kamer 2: Revolverend fonds particuliere woningverbetering: voor verbetering, verduurzaming en le-

vensloopbestendig maken van particuliere woningen en voor financiële hulpmiddelen zoals restschuld

en maatwerkoplossingen (voor schrijnende gevallen).

Aanvragers: eigenaren koopwoningen (al dan niet georganiseerd in een vereniging/stichting).

Werkwijze besluitvorming

1. De eigenaar die zijn woning wil aanpassen/verbeteren met behulp van een SVn-lening vergewist

zich van de instemming en cofinanciering van de (aan de regeling deelnemende) gemeente.

2. Daarop dient de eigenaar een compleet SVn-aanvraagformulier in bij het College van Gedeputeerde

Staten op basis van een kostenraming voorzien van offertes van een aannemer en/of installateur

of andere uitvoerder.

3. Een adviesteam toetst de aanvraag aan de hand van de criteria van deze regeling (voor particuliere

woningverbetering) en brengt advies uit aan het beslisteam. Het adviesteam bestaat uit drie

deskundigen (aandachtsgebieden financiën, woningmarkt, krimp) en een voorzitter zonder

stemrecht. Het adviesteam en aanvragers kunnen de hulp inroepen van de Coalitie Particuliere

Woningvoorraad.

4. Een beslisteam, waarin de gedeputeerde leefbaarheid zitting heeft en alle aan de regeling bijdra-

gende leden (kunnen) zijn vertegenwoordigd, neemt een besluit over het advies over de aanvraag

en draagt vervolgens een advies voor aan Gedeputeerde Staten.

5. Gedeputeerde Staten geven een beschikking af inzake toewijzing (of afwijzing) van de lening,

onder voorwaarde van cofinanciering van de gemeente en onder voorwaarde dat een leningover-

eenkomst met SVn wordt gesloten. SVn ontvangt een kopie van de beschikking. De financiële

toets wordt gedaan door SVn. Als de toets leidt tot een positieve kredietbeoordeling, brengt SVn

een offerte uit. SVn verstrekt op basis van deze offerte een consumptieve of hypothecaire lening,

waarvan de kosten worden verdeeld tussen de rekeningen van de provincie en de desbetreffende

gemeenten.

6. Na acceptatie van de offerte door de aanvrager wordt de lening gestort in een bouwdepot. SVn

verstrekt en beheert een toegewezen lening.

7. Voorwaarden SVn Op stimuleringsleningen zijn de algemeen geldende bepalingen van SVn voor

geldleningen van toepassing: "Algemene bepalingen voor geldleningen", de "Productspecificaties

(Gemeentelijke) Stimuleringslening", "Procedures Stimuleringslening", "Uitvoeringsregels (Ge-

meentelijke) Stimuleringslening", "Productspecificaties Bouwkrediet" en "Toelichting op een Sti-

muleringsregeling", zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende

SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen provincie Gro-

ningen en SVn dan wel door SVn worden uitgereikt aan de aanvrager voor het sluiten van de

overeenkomst van geldlening.

8. Kenmerken stimuleringslening

• Het bedrag van de lening is in overeenstemming met het bedrag dat door de provincie en

gemeente is geaccordeerd.

• De hoofdsom van de stimuleringslening bedraagt niet minder dan € 2.500 en niet meer dan

€ 25.000 (inclusief BTW).

• De looptijd van de stimuleringslening bedraagt (maximaal) 15 jaar.

• Het rentepercentage wordt door SVn vastgesteld op het moment van het sluiten van de

leenovereenkomst.

• De rente staat gedurende de gehele looptijd vast.

• De lening moet worden afgelost in overeenstemming met de betreffende productspecificaties.

• Van de lening wordt een overeenkomst opgemaakt.

9. Bouwkrediet

Een stimuleringslening komt via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen,

op basis van de toegekende werkelijke kosten.

10. De provincie zal na gereed melding van de werkzaamheden controleren of de werkzaamheden

conform het ingediende plan zijn uitgevoerd. Indien de uitgevoerde werkzaamheden geheel of

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 201610

Page 11: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

gedeeltelijk afwijken van het ingediende plan kan dit aanleiding zijn om de hoogte van de toege-

kende lening geheel of gedeeltelijk te herzien.

11. Na gereed melding van de werkzaamheden en de laatste betaling uit de bouwdepot, wordt het

bouwkrediet in opdracht van de provincie beëindigd. De provincie stelt SVn hiervan in kennis.

Het revolverende fonds is inzetbaar aanvullend op reeds beschikbare producten en andere bestaande

regelingen voor woningverbetering, waaronder bijvoorbeeld het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF),

zodat tegelijkertijd ook het duurzaamheidsaspect mee wordt genomen (zie www.energiebespaarle-

ning.nl).

Ingangsdatum

De regeling Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad (onderdeel 1. Subsidieregeling particuliere

woningvoorraad en onderdeel 2. Revolverend fonds particuliere woningverbetering) gaat met ingang

van 7 juli 2016 van start.

Einddatum

De einddatum van de regeling Transitiefonds Particuliere Woningvoorraad is voorlopig gesteld op 31

december 2019.

[1] Provincie Groningen, Gronings Gereedschap, Experimentenjaar 2014. Particuliere Woningvoorraad

in Groningse krimpregio's.www.groningsgereedschap.nl

[2] Coalitie Particuliere Woningvoorraad in opbouw: NVM, Bouwend Nederland Noord, Rabobanken,

Groningse woningcorporaties, BNG, Kadaster, SVn, ministeries van BZK en I&M, stuurgroepen RWLP's,

provincie.

Onderdeel 3 BewonersinitiatievenDoel van de regeling

Stimuleren en ondersteunen van kleinschalige initiatieven die de woon- en leefomgeving beter, mooier

en leuker maken.

Met de regeling stimuleren en ondersteunen wij kleinschalige, lokale initiatieven op het gebied van

leefbaarheid in de breedste zin. We zijn van mening dat initiatieven die vanuit de inwoners zelf komen,

bijdragen aan de levendigheid en daarmee aan de leefbaarheid van de dorpen en wijken.

Verwacht resultaat

Met de kleinschalige initiatieven die de woon- en leefomgeving beter, mooier en leuker maken leveren

we een positieve bijdrage aan de leefbaarheid in de provincie Groningen .

Beschikbaar bedrag en looptijd

In totaal is € 2 miljoen beschikbaar voor de periode 7 juli 2016 tot en met 31 december 2019.

Maximale bijdrage

De maximale bijdrage is € 10.000 per project. Aanvragen kunnen het gehele jaar door worden ingediend.

Maandelijks worden de aanvragen beoordeeld. Op de website (www.provinciegroningen.nl) wordt een

overzicht van uiterste inleverdata gepubliceerd.

Subsidieplafond

Jaarlijks wordt een subsidieplafond gehanteerd:

€ 250.000 7 juli tot en met 31 december 2016

€ 583.333* 1 januari tot en met 31 december 2017

€ 583.333* 1 januari tot en met 31 december 2018

€ 583.333* 1 januari tot en met 31 december 2019

* De hoogte van de plafonds in 2017 t/m 2019 hangt af van de bestedingen in het voorgaande jaar.

Eventuele onbenutte middelen worden overgeboekt naar het krediet van het daaropvolgende jaar, waar

het plafond dan logischerwijs hoger wordt.

Wie mag aanvragen?

De regeling is bedoeld voor (groepen) inwoners van de provincie Groningen. Dit hoeft niet persé een

rechtspersoon te zijn (in de zin van een stichting of vereniging) als maar duidelijk is dat het initiatief

een redelijk aantoonbaar draagvlak heeft onder de inwoners van het dorp/de wijk.

Gemeenten kunnen géén beroep doen op de regeling, evenmin als organisaties met een winstoogmerk.

Beoordeling

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 201611

Page 12: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

1. Het project levert een positieve bijdrage aan de leefbaarheid. Uit het voorstel moet blijken dat het

project een duurzaam karakter heeft: wat is het effect op de lange termijn bijvoorbeeld voor

energiebesparing/opwekking danwel voor het versterken van sociale verbanden/structuren in

dorpen/wijken.

2. Er is een redelijk aantoonbaar draagvlak onder bewoners/belanghebbenden.

3. Het project draagt bij aan versterking van de samenwerking tussen verschillende organisaties in

het dorp en/of met buurdorpen.

4. Projecten mogen niet in strijd zijn met (lokale) ruimtelijke plannen (bv woonvisie, bestemmingsplan)

en vergunningen (omgevingsverordeningen).

5. De initiatiefnemers steken zelf de handen uit de mouwen om het project te realiseren: deze zelf-

werkzaamheid is zichtbaar in het voorstel.

Let op:

• Er wordt géén bijdrage verleend in de exploitatie, voor afbetaling van schulden en regulier onder-

houd.

• Structurele personele kosten komen niet in aanmerking voor subsidie. Eénmalige en kortdurende

kosten noodzakelijk voor het project zijn bespreekbaar, mits dit bijdraagt aan de sociale vitaliteit

in een dorp/wijk.

• Grote restauraties aan gebouwen vallen buiten deze regeling. Kleine projecten, waarbij sprake is

van groot draagvlak en veel zelfwerkzaamheid, zijn bespreekbaar.

• Evenementen kunnen een maximale bijdrage krijgen van 25% van de totale begroting en krijgen

éénmalig een bijdrage.

• De uitvoering van een project kan meerdere jaren betreffen, maximale bijdrage is € 10.000.

• De maximale bijdrage voor materialen is 50%. Na een half jaar wordt bekeken of het vergoeden

van materialen wenselijk blijft.

Besluitvorming

Het advies vanuit de regio's is de basis voor besluitvorming.

De aanvragen worden ingediend bij de provincie. De aanvragen worden ter advisering en afstemming

voorgelegd aan bestaande expertgroepen/structuren in de verschillende gebieden:

- Oost-Groningen: LEADER Actiegroep Oost-Groningen.

- Westerkwartier: Coöperatie Westerkwartier.

- Aardbevingsgebied negen gemeenten: Loket Leefbaarheid.

- Gebieden zonder bestaande expertgroep/structuur: provinciale ambtelijke commissie.

Iedere adviesgroep maakt gebruik van dezelfde criteria (zie boven).

Hoe en waar aanvragen?

Aanvragen worden bij voorkeur digitaal ingediend, met een aanvraagformulier dat beschikbaar is gesteld

op www.provinciegroningen.nl. Fysiek, dus per post indienen blijft ook een mogelijkheid.

3 Monitoring en evaluatie

3.1 InleidingHet opstellen van een programma met extra investeringen in de leefbaarheid is één, het boeken van

resultaten is twee, het bijhouden daarvan is drie. In dit hoofdstuk gaan we kort op dat laatste aspect

in. Met de ‘monitoring’ en tussentijdse evaluatie kunnen we zien hoe het programma werkt en of de

doelstellingen worden gehaald. Mocht dat nodig zijn, dan kan er tijdens de looptijd van het programma

nog (jaarlijks) worden bijgestuurd. Uiteraard dient de monitoring en evaluatie ook om Provinciale Staten

van de voortgang van het Uitvoeringsprogramma op de hoogte te houden.

3.2 AanpakDe monitoring gaat inzicht bieden in de mate van leefbaarheid in Groningen. De gegevens in de monitor

zullen helder maken welke leefbaarheidsvraagstukken spelen in de provincie Groningen. Waar mogelijk

worden ook gegevens op het niveau van wijken of dorpen gepresenteerd. Ieder jaar worden zoveel

mogelijk gegevens geactualiseerd. Op die manier is het mogelijk om ontwikkelingen in de leefbaarheid

te volgen in de tijd.

Leefbaarheid is een breed begrip en valt uiteen in vele facetten. We kiezen er daarom voor om niet één

totaalscore voor leefbaarheid vast te stellen, maar de volgende onderwerpen aan bod te laten komen:

• Ontwikkeling van de bevolking en prognoses.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 201612

Page 13: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

• Lokale binding.

• Wonen en woonomgeving.

• Bereikbaarheid van voorzieningen.

• Veiligheid en veiligheidsbeleving.

• Werk en inkomen.

• Leefbaarheid in relatie tot de aardbevingen en gaswinningproblematiek.

Deze (cijfermatige) gegevens vormen gezamenlijk de veronderstelde leefbaarheid. Daarnaast brengen

we ook de ervaren leefbaarheid in beeld. Het gaat dan om hoe de inwoners van de provincie Groningen

zelf de leefbaarheid in hun dorp, buurt of gemeente ervaren.

We gaan een expertgroep instellen die gaat onderzoeken hoe de effecten van het leefbaarheidsprogram-

ma het beste gemeten kunnen worden. Wat we in elk geval jaarlijks zullen gaan meten is:

• De graad van leegstand.

• Het aantal toekomstbestendige gebouwen.

• Aantallen ontplooide projecten per onderdeel.

• De ervaren waardering van de leefbaarheid.

Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de meetinstrumenten en indicatoren die reeds ontwikkeld zijn voor

de leefbaarheidsmonitor van de provincie Drenthe.

De monitoring en evaluatie maken dus standaard deel uit van ons Uitvoerings- programma. Hoe verloopt

het programma, wie worden ermee bereikt, worden de doelstellingen gerealiseerd? Om daar jaarlijks

iets zinvols over te kunnen zeggen, worden de eisen die monitoring en evaluatie stellen vanaf het begin

meegenomen. Ze worden verwerkt in de vormgeving van het programma, zodat tijdens de uitvoering

adequaat gemeten kan worden. De provincie Groningen werkt daarbij met ‘indicatoren’, waar een be-

paalde waarde aan wordt gehangen. Soms worden deze indicatoren van buitenaf aangereikt, zoals

bijvoorbeeld bij de Europese LEADER-programma’s gebeurt. Dan schrijft de subsidieverstrekker voor

wat er gemeten moet worden. In andere gevallen, wanneer de provincie bijvoorbeeld zelf programma’s

ontwikkelt, kunnen wij zelf bepalen hoe de effecten in beeld worden gebracht.

De uitkomsten van de monitoring en evaluatie worden in eerste instantie ‘intern’ door de provincie

gebruikt, voor de aansturing van het programma. Ze worden echter ook extern bekend gemaakt, om

aan onze partners te laten zien hoe het programma verloopt.Zoals in juni 2015 aan Provinciale Staten

is toegezegd wordt de Leefbaarheidsmonitor voor onze provincie uitgevoerd en worden de resultaten

hiervan via de provinciale website ontsloten.

4 Communicatie

4.1 InleidingIn de aanloop naar de start van het programma (zomer 2016) is een communicatieplan opgesteld, met

daarin een uitwerking naar specifieke doelgroepen, middelen en acties. Dit plan is in te zien op de

website van de provincie.

4.2 DoelstellingenIn het communicatieplan wordt beschreven hoe :

- het programma (en de mogelijkheden ervan) zo goed mogelijk bekend wordt gemaakt bij moge-

lijke belanghebbenden;

- initiatiefnemers zorgvuldig begeleid en geïnformeerd worden over alle aspecten van een subsi-

dieaanvraag;

- de resultaten van het programma bij een breed publiek bekendgemaakt worden.

Door vanaf de start van het programma hier veel ruchtbaarheid aan te geven en successen te delen

gaat het echt leven, binnen de provincie en wellicht zelfs ook daarbuiten. We laten ermee zien hoe

leefbaarheid door de bewoners zelf wordt ingevuld, op zijn Gronings en passend bij de manier waarop

de provincie Groningen haar rol ziet in de samenleving (en deze concreet invulling geeft).

4.3 DoelgroepenNaast de doelgroepen binnen de provincie zelf (GS, PS, medewerkers) is de communicatie vooral ook

extern gericht. Belangrijke doelgroepen zijn:

- (potentiële) initiatiefnemers;

- gemeenten, lokale maatschappelijke organisaties;

- bewoners;

- pers.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 201613

Page 14: Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen 2016 ... · Dat doen we al de nodige jaren, zoals met het LEADER-programma voor de economie en leefbaarheid op het platteland.

4.4 Middelen en mediaDe provincie beschikt over eigen media die goed kunnen worden ingezet om ‘reclame’ voor het pro-

gramma te maken. Denk aan de provinciale website en andere sociale media. Op de website is in ieder

geval snel en gemakkelijk alle informatie te vinden voor initiatiefnemers die overwegen een aanvraag

voor subsidie en/of lening in te dienen.

Daarnaast kan overwogen specifieke programma-middelen in te zetten, zoals (digitale) nieuwsbrieven

en dergelijke.

Provinciaal blad 2016 nr. 4020 12 juli 201614