Uitvoeringsplannen 2008 compleet-definitief · 5 Uitvoeringsplan Oud Krispijn 2008 Hoofdstuk 1....

175
UITVOERINGSPLANNEN 2008 Oud Krispijn Nieuw Krispijn Crabbehof Wielwijk WEST Binnenstad Noordflank Reeland Staart CENTRUM Sterrenburg Dubbeldam Stadspolders OOST

Transcript of Uitvoeringsplannen 2008 compleet-definitief · 5 Uitvoeringsplan Oud Krispijn 2008 Hoofdstuk 1....

UITVOERINGSPLANNEN 2008

Oud Krispijn

Nieuw Krispijn

Crabbehof

Wielwijk

WEST

Binnenstad

Noordflank

Reeland

Staart

CENTRUM

Sterrenburg

Dubbeldam

Stadspolders

OOST

Uitvoeringsplan Gebied West / Oud Krispijn 2008

3

4

INHOUDSOPGAVE

Uitvoeringsplan Oud Krispijn 2008...................................................................................... 5

Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010....................................................................................... 5

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk....................................................................................... 6

2.1 Inleiding.................................................................................................................. 6

2.2 Terugblik 2007........................................................................................................ 7

2.3 Ambitie 2010........................................................................................................ 10

2.4 Ambitie 2008........................................................................................................ 11

2.5 Projecten, activiteiten en ontwikkelingen .................................................................. 12

2.6 Organisatie in Oud Krispijn ...................................................................................... 12

Hoofdstuk 3................................................................................................................... 13

Overzicht activiteiten 2008 en projectformulieren ............................................................ 13

2.7 Doelstellingen 2010, activiteiten 2008 ..................................................................... 14

Adressen Oud Krispijn .................................................................................................. 38

5

Uitvoeringsplan Oud Krispijn 2008

Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moeten zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. Wij willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore1 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. Wij richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema´s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren: 1. Wij werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. Wij zetten de herstructurering in Dordrecht West voort; 3. Wij hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 4. Wij vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken. Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

1 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

6

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk

2.1 Inleiding De wijk Oud Krispijn bestaat uit twee gedeelten: Oud Krispijn Noord en Oud Krispijn Zuid. De programma’s voor beide delen zijn in het uitvoeringsprogramma opgenomen. In Oud Krispijn Zuid vindt momenteel een ingrijpende herstructureringsoperatie plaats. Ten behoeve daarvan is een aparte organisatie opgericht waarin de gemeente Dordrecht en de drie betrokken corporaties zijn vertegenwoordigd: Oud Krispijn Vernieuwt. Het uitvoeringsprogramma voor Oud Krispijn is een integraal programma waarin voor het project Oud Krispijn Vernieuwt de doelstellingen en projecten van Krispijn Wonen en de gemeente Dordrecht zijn opgenomen. Het uitvoeringsprogramma is opgesteld door de projectmanager Oud Krispijn Vernieuwt in samenwerking met het Projectteam Oud Krispijn Vernieuwt. Deelnemers aan dit Projectteam zijn gemeente, Krispijn Wonen, DWO en Politie. Oud Krispijn Zuid Het Raamwerk 2013 is het beleidskader voor de herstructurering. Dit Raamwerk dient als basis voor het uitvoeringsprogramma 2008. Buurtprofielen In het Raamwerk zijn drie buurtprofielen onderscheiden: deelgebieden met een eigen typerende identiteit, sfeerbeeld, straatbeeld, architectuur en bewoners. Deze profielen zijn zoveel mogelijk uitgangspunt voor de aanpak van deze buurten:

1. Veelzijdig wonen in de Driehoek; een levendige, bedrijvige, diverse en multiculturele buurt. Tolerant, dynamisch, leven op straat en sociale cohesie als kernbegrippen.

2. Tuindorp; het westelijk deel van de Brouwersdijk: een ruime, open, veilige en groene buurt. “Intern gericht”, een gezinswijk met ouderen, scholen, voorzieningen en goede verbindingen. Rust en “nostalgie”.

3. Wonen en werken in het groen; gebied rondom de Patersweg: gebied met potenties en mogelijkheden. Toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden: luxe en divers, ruimtelijk met groen, koopwoningen en combinaties van wonen en werken. Gebied waar nog keuzes gemaakt moeten worden.

Oud Krispijn Noord Voor Oud Krispijn Noord en Zuid gelden dezelfde meerjaren doelstellingen (GSB, zie 2.3). Verschillende activiteiten die bijdragen aan deze doelstellingen gelden voor geheel Oud Krispijn en zullen niet als een apart project worden opgevoerd.

7

2.2 Terugblik 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 en de Wijkveiligheidsanalyse Oud Krispijn, teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Vervolgens worden de speerpunten uit het Jaarplan 2007 geëvalueerd. Monitor Leefbaarheid & Veiligheid In de Monitor Leefbaarheid&Veiligheid 2007 is te zien dat Oud Krispijn de stijgende lijn van 2005 doorzet. Was de leefbaarheidscore in 2005 6.3 (2003 5.8), in 2007 is de score gestegen naar 6.5. Dat lijkt niet veel maar wij zien wel een doorgaande stijging. De inzet levert langzaam maar zeker profijt op. De bewoners vinden dat hun buurt en de stad er de afgelopen periode echt op vooruit is gegaan Zij zijn ook positiever gaan denken over de veiligheid in de buurt. Het enige negatieve aspect in Oud Krispijn betreft de verkeersoverlast in de buurt. Hier staat tegenover dat de bewoners wel positiever zijn gaan denken over de verkeersveiligheid. Van de 30 kengetallen hebben zich er in Oud Krispijn 16 positief ontwikkeld en slechts 1 negatief (verkeersoverlast). Voor de aanpak van verkeersoverlast is het actieplan veilig verkeer ontwikkeld. De verwachting is dat de uitvoering hiervan in de toekomst een gunstige invloed zal hebben op de score in de volgende monitor Leefbaarheid & Veiligheid (2009). Wijkveiligheidsanalyse Oud Krispijn De top-3 van veiligheidsproblemen in Oud Krispijn bestaat uit: 1. Verkeersveiligheid (agressief verkeersgedrag, te hard rijden, aanrijdingen) 2. Overlast (overlast door groepen jongeren, overlast door omwonenden, geluidsoverlast) 3. Huiselijk geweld Voor de aanpak van de verkeersveiligheid is het actieplan veilig verkeer opgesteld. In het sociaal programma worden maatregelen genomen om overlast van jongeren tegen te gaan. Overlast door omwonenden en geluidsoverlast is aandachtspunt bij Krispijn Wonen. De politie heeft aandacht voor huiselijk geweld. Oud Krispijn Zuid/Oud Krispijn Vernieuwt Het Raamwerk 2013 kent verschillende programma’s: sociaal (inclusief wijkeconomie), fysiek, communicatie/participatie en organisatie/samenwerking. Het sociaal programma kent 8 zogenaamde aandachtsvelden: 1. Mobiliseren eigen kracht bewoners 2. Buurt in beweging 3. Voorzieningen 4. Veiligheid 5. Jong zijn in Oud Krispijn 6. Oud worden in Oud Krispijn 7. Zorg 8. Werk en economie In het fysieke programma zijn activiteiten opgenomen om de wijk fysiek te verbeteren. Het betreft het bouwen en renoveren van woningen, het verbeteren van de openbare ruimte en het aanleggen van pleinen en parkeervoorzieningen. Bij communicatie/participatie gaat het om communicatie over projecten, het betrekken van bewoners en aandacht voor de verbetering van het imago van de wijk. Samenwerking is de basis van succes. Daarom is er veel aandacht voor de organisatie en de samenwerking tussen alle betrokken partijen.

8

Voor 2007 zijn er binnen de genoemde programma’s speerpunten benoemd. Speerpunten zijn activiteiten/projecten die bijzondere aandacht vragen. Voor 2007 zijn de volgende speerpunten benoemd: • Leefbaarheidplan: Goed beheren doe je samen • Koloriet in gebruik • Aanpak de Driehoek • Aanpak particulier deel de Driehoek • Verkeersveiligheid Het resultaat van het werken aan deze speerpunten geeft het volgende beeld. Leefbaarheidplan: Goed beheren doe je samen Het Leefbaarheidplan is opgesteld. Het plan is tot stand gekomen in samenwerking met betrokken partijen als gemeente, Krispijn Wonen, DWO, Politie, Huurdersraad en OKBZ. Daarnaast zijn ruim 140 wijkbewoners geïnterviewd over het wonen en leven in de wijk. Het Leefbaarheidplan is een losbladig systeem geworden omdat dit plan niet als iets statisch wordt gezien, maar als een plan dat in de praktijk voortdurend wordt aangevuld dan wel naar omstandigheden wordt gewijzigd. Het plan is in uitvoering. Koloriet in gebruik De multifunctionele accommodatie Koloriet is dit jaar, met een aantal maanden vertraging, opgeleverd. Begin januari 2008 zullen de activiteiten starten. Om het gebouw als het ware aan te bieden aan de wijkbewoners is in november een open dag gehouden voor alle wijkbewoners. In het kader van een pilot Sociaal Huis is van VROM eenmalig een bedrag van € 50.000,-- ontvangen. Dit bedrag is bestemd om de “realisering van het Sociaal Huis te bevorderen”. Het bedrag is ingezet om de samenwerking tussen de deelnemende partijen in het gebouw te bevorderen en om een gebruikersplan te maken. Aanpak de Driehoek In de Driehoek is de planontwikkeling gestart. Voor deelgebied 8/11 zijn door Krispijn Wonen een tweetal architecten aangetrokken. Enkele bewoners zijn bij de architectenselectie betrokken geweest. Voor het eerste nieuwbouwcomplex van 27 appartementen en een dierenartspraktijk is het voorlopig ontwerp gereed. Volgens planning start in het eerste kwartaal van 2008 de bouw. De uiterlijke verbetering van de gestapelde woningen in deelgebied 10 is uitgevoerd. Aanpak particulier deel de Driehoek Het noordelijk deel van de Driehoek, begrensd door de Bosboom Toussaintstraat, Dr. Schaepmanstraat, Bilderdijkstraat en de Brouwersdijk, is particulier bezit. Een verbeteraanpak voor dit gebied is nodig om te voorkomen dat dit deel van de Driehoek kwalitatief achterblijft en de positieve effecten van het vernieuwen van het aangrenzend gebied weer deels teniet worden gedaan. Omdat een eerder pilotproject van particulier opdrachtgeverschap is mislukt, vanwege financiële redenen, is met de klankbordgroep uit de bewoners gesproken over een andere aanpak. De klankbordgroep was van mening dat iedere eigenaar zich zou moeten kunnen uitspreken over de toekomst van de buurt. De klankbordgroep heeft daarom verzocht een draagvlakonderzoek te laten uitvoeren onder de eigenaren, waarin sterk op de persoonlijke situatie van iedere eigenaar/bewoner wordt ingegaan. Indien iedere eigenaar/bewoner meer inzicht geeft en heeft in de individuele mogelijkheden zal een vervolgaanpak meer kans van slagen hebben. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zal een plan van aanpak voor het gebied worden opgesteld. Het draagvlakonderzoek loopt van november 2007 tot februari 2008. Het ministerie van VROM heeft voor dit project een subsidie toegekend. Dit project blijft een speerpunt voor 2008. Verkeersveiligheid In het kader van het bevorderen van de verkeersveiligheid in de wijk is een actieplan Veilig Verkeer opgesteld. De bedoeling van dit plan is de verkeersonveiligheid en de verkeersoverlast te doen verminderen. Uit de monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2007 blijkt ook weer dat aandacht hiervoor nodig is. Onderdelen van dit actieplan worden uitgevoerd dan wel voorbereid om in 2008 en later tot uitvoering te komen. Het actieplan heeft een looptijd tot januari 2010. Dit actieplan sluit aan bij de top 3 van de Wijkveiligheidsanalyse Oud Krispijn.

9

Naast deze speerpunten is er gewerkt aan de uitvoering van het fysieke en sociale programma en is er veel aandacht voor de communicatie/participatie. Vermeldenswaard is dat na een stagnatie van een half jaar vanwege het faillissement van de aannemer, de bouw van het complex Iris volop in uitvoering is. De oplevering van de eerste woningen is gepland in het eerste kwartaal van 2008 en vervolgens in september 2008 de laatste woningen. Het ontwerp voor het nieuwe Mauveplein is gereed. Bewoners konden via internet hun keuze uitbrengen over het ontwerp. Hiervan is bovenverwachting gebruik gemaakt. De vernieuwing van openbare ruimte in het gebied De Zonnebloem is dit jaar afgerond. Er is een begin gemaakt met een effectmeting van het sociale programma. Achtergrond hiervan is dat wij willen weten of de maatregelen die uitgevoerd worden ook het gewenste effect hebben. Het kan zijn dat voor onderdelen van het programma bijstelling gewenst is. Op het vlak van de wijkeconomie wordt door de winkelstraatmanager het werkplan 2007 uitgevoerd. De cursus voor ondernemers uit Oud Krispijn is, in samenwerking met de Kamer van Koophandel, in het najaar 2007 gestart. Er is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een actieplan Sport & Spel. Hierin wordt het onderzoek naar het functioneren van het sportcomplex Patersweg meegenomen. In 2007 is dit onderzoek nog als een apart project opgenomen. Bij nader inzien wordt dit onderzoek geïntegreerd in het te ontwikkelen actieplan Sport & Spel. Ook dit project wordt een speerpunt in 2008. Ook waard om te noemen is het project Energie op Maat. In het kader van de armoedebestrijding en de energiebesparing is dit project in Oud Krispijn Zuid als een pilot gestart. De bedoeling is dat dit project uitwaaiert over de andere wijken in Dordrecht en eventueel de regio. Stijgingsperspectief De VROM-raad adviseert (advies 054) om bij herstructurering de wens van bewoners om vooruit te komen als uitgangspunt te nemen, dit kan worden omschreven als “Sociale stijging”. Er is in 2007 aandacht geweest voor het sociale stijgingsperspectief. Sociale stijging wordt niet alleen als economische stijging opgevat. Het gaat ook om zelfontplooiing als om maatschappelijke zekerheid. Een beperkte verkenning heeft geleerd dat er binnen de aanpak in Oud Krispijn zuid die mogelijkheden van sociale stijging worden geboden. Wel is er extra inzet nodig op het gebied van vrije tijd. Hieraan zal aandacht worden besteed in 2008, door middel van het actieplan Sport & Spel. De belangrijkste routes naar sociale stijging zijn: - Onderwijs - Arbeidsmarkt - Wonen - Vrije tijd Oud Krispijn Noord Voor Oud Krispijn Noord zijn voor 2007 geen speerpunten benoemd. Er is gewerkt aan de aanleg van een geluidsscherm langs de A16. Een aantal activiteiten hebben een relatie met Oud Krispijn Zuid. Te denken valt aan veiligheid, Op straat overleg en winkelstraatmanagement. Er is aandacht voor de relatie met de ontwikkelingen Maasterras. De voortgang van dit project is een regelmatig onderwerp in de wijkoverleggen. Verder is het reguliere beheer uitgevoerd. Klachten met betrekking tot overlastgevende panden zijn naar de hiervoor aangestelde Stedelijke projectleider doorverwezen.

10

2.3 Ambitie 2010 Het project Oud Krispijn Vernieuwt In het Raamwerk 2013 zijn ambities geformuleerd. In 2013 kent Oud Krispijn Zuid:

- actieve en betrokken bewoners - een positief imago - een gemiddelde werkloosheid (zoals verder in Dordrecht) - een sociaal en fysiek veilige openbare ruimte - een accent op lagere inkomensgroepen, maar ook een woningaanbod om de

middengroepen in de wijk te behouden (wooncarrière) en meer ruimte voor andere (hogere) inkomensgroepen

- laagbouw, voldoende open ruimte en groen - nette straten en schone leefomgeving waarop de bewoners trots zijn - goede leerprestaties van de opgroeiende jeugd - een toereikend zorgaanbod voor ouderen - een betere bereikbaarheid en toegankelijkheid van de welzijnsvoorzieningen

De gedifferentieerde wijkopbouw moet uiteindelijk resulteren in een meer evenwichtige bevolkingssamenstelling in het werkgebied van Krispijn Wonen: 75% lage inkomens – 25% middelhoge tot hogere inkomens. In het uitvoeringsprogramma 2008 wordt uitgegaan van de GSB meerjarendoelstellingen. Er zijn er vijf geformuleerd:

1. Vergroten betrokkenheid en activering bewoners 2. Vergroten sociale en fysieke veiligheid 3. Verbeteren van de kwaliteit van het woningaanbod en het woonmilieu 4. Versterken sociale infrastructuur 5. Vermindering werkloosheid en verbetering economische bedrijvigheid

Op basis van deze meerjarendoelstellingen worden in het uitvoeringsprogramma SMART doelen geformuleerd. De haalbaarheid van deze doelen wordt gemeten met indicatoren die ontleend zijn aan kwantitatieve onderzoeken van het SGB en de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid die tweejaarlijks worden afgenomen. In paragraaf 2.5 zijn per meerjarendoelstelling de SMART doelstellingen per 1-1-2010 geformuleerd. Daarbij zijn ook de projecten en activiteiten voor 2008 genoemd die een bijdrage leveren aan de SMART doelstellingen. In hoofdstuk 3 worden deze activiteiten nader uitgewerkt in projectformulieren.

11

2.4 Ambitie 2008 Wat gaan we doen in 2008 in Oud Krispijn Zuid? Op basis van de in het Raamwerk 2013 genoemde programma’s wordt er in 2008 verder gewerkt aan de herstructurering van Oud Krispijn Zuid. De offerte 2008 van de DWO is de basis waarop er een verdere invulling wordt gegeven aan het sociale programma. De uitkomsten van de effectmeting van het sociale programma kan hierop van invloed zijn. We vinden het van groot belang binnen de hoeveelheid van activiteiten “de dingen te doen die er toe doen”. Met andere woorden om effectief te zijn. Op het moment van dit schrijven is nog niet bekend wat de uitkomst van de effectmeting is. Als gevolg van het verbeteren van het stijgingsperspectief op het terrein van vrije tijd zal er voor bewoners in 2008 een actieplan sport en spel worden opgesteld. In dit plan wordt aandacht besteed aan aanleg, inrichting en afstemming van het gebruik van openbare speelplekken in de wijk. Gezien de mogelijkheden die er zijn door de aanwezigheid van het sportterrein aan de Patersweg en de sportzaal in de Koloriet zal het plan veel aandacht besteden aan sportactiviteiten in de wijk voor diverse leeftijdscategorieën. De fysieke verbetering in de Driehoek wordt verder ingevuld. Het uitverhuisproces in de Driehoek vindt voortgang waarbij veel aandacht blijft uitgaan naar een goede begeleiding van deze huishoudens in nieuwe/andere wijken. Het zorgnetwerk wordt hierbij zonodig ingeschakeld. In de eerste helft van 2008 wordt de eerste paal geslagen voor het complex huurappartementen aan de E.D.Dekkerstraat. In samenwerking met architectenbureau Schippers wordt voor deelgebied 11.4 een plan ontwikkeld voor de bouw van ééngezinshuurwoningen en de renovatie van de Goeverneurswoningen. IRIS I en II worden dit jaar opgeleverd. Krispijn Wonen ontwikkelt toekomstscenario’s voor de flats aan de Brouwersdijk. Voor de verbetering van het particuliere deel van de Driehoek wordt na het draagvlakonderzoek onder bewoners, een plan van aanpak opgesteld. Veel aandacht gaat uit naar de uitvoering van het Leefbaarheidplan en het actieplan Veilig Verkeer. Project Patersweg. Voor het terrein hoek Patersweg/Krispijnseweg wordt door een projectontwikkelaar een woningbouwproject ontwikkeld. Deze locatie valt buiten de grenzen van Oud Krispijn Vernieuwt. De ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd en zonodig beïnvloed. Evenals in 2007 krijgt ook in 2008 wijkeconomie aandacht. Zo voert de winkelstraatmanager het werkplan 2008 uit. Een van de actiepunten uit dit werkplan betreft het verkrijgen van het Keurmerk Veilig Ondernemen. De ondernemers zullen ook nu weer worden ondersteund door de winkelstraatmanager. Er wordt gestreefd naar het organiseren van een multiculturele markt in de wijk. Nagegaan wordt of dit een jaarlijks terugkerend evenement kan worden. Ook voor 2008 is er een communicatiewerkplan opgesteld. In dit plan wordt de nadruk gelegd op inzet op participatie bij (met name) fysieke projecten, communicatie in het kader van beheer en de imagoverbetering. We streven naar verbetering van het imago van Oud Krispijn in de stad. In 2006 heeft het SGB een imago-onderzoek gehouden onder een panel van Dordtenaren. In 2008 zal zo’n onderzoek opnieuw plaatsvinden. Speerpunten 2008 1. Actieplan Sport & Spel 2. Verkeersveiligheid 3. Aanpak de Driehoek 4. Aanpak particulier deel de Driehoek 5. Imago

12

Wat gaan we doen in 2008 in Oud Krispijn Noord? Diverse projecten in Oud Krispijn Zuid zijn ook van toepassing op Oud Krispijn Noord. Er valt niet altijd een duidelijke geografische grens te trekken. De wijkeconomie/ het brancheringsonderzoek heeft betrekking op geheel Oud Krispijn. Dat geldt ook voor de inzet van de winkelstraatmanager. Ook projecten op het gebied van leefbaarheid (schouwronden, Op straat overleg, verkeersgedrag) zijn projecten die voor geheel Oud Krispijn gelden. Voor de aanpak van de overlastgevende panden wordt een stedelijk project gestart. Het Vierkant wordt hierin meegenomen. Het geluidsscherm langs de A16 wordt begin 2008 opgeleverd. De wijk Oud Krispijn grenst aan het plangebied van het project Maasterras. Ontwikkelingen met betrekking tot het Maasterras worden gevolgd. 2.5 Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de verschillende projecten en activiteiten die vallen binnen het herstructureringsgebied Oud Krispijn Zuid zijn er andere projecten (b.v. aanleg geluidscherm) die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het gebiedsteam zal de voortgang van deze projecten volgen. Indien nodig wordt overlegd met de betrokken projectmanager/leider.

2.6 Organisatie in Oud Krispijn Het gebiedsteam West, waarvan Oud Krispijn een onderdeel is, bestaat uit: • Henk Peters, stadsdeelmanager Stadsontwikkeling • Jos Engelen, gebiedsmanager Stadsbeheer • Vacature, gebiedsmanager Maatschappelijke Ontwikkeling Voor het gebied Oud Krispijn Zuid is het projectteam Oud Krispijn Vernieuwt verantwoordelijk voor de uitvoering van de integrale aanpak van de herstructurering. Het project Oud Krispijn Vernieuwt heeft een tweehoofdige leiding: • Ad Boets, directeur Krispijn Wonen • Bert Sekeris, gemeentelijk projectmanager

13

Hoofdstuk 3.

Overzicht activiteiten 2008 en projectformulieren Meerjarendoelen Opdrachtgever Opdracht-

nemer Uitvoering Sociaal programma Oud Krispijn

Bert Sekeris Cornée Snoek

Leefbaarheidplan Bert Sekeris Joany Kandhai Cultuur in de wijk Bert Sekeris Kasper Stolk Instellen van Buurtpanels Korpsleiding G.J. Tomassen Werkplan communicatie + Imago onderzoek

Projectleiding Peter v.d. Linden

1. Vergroten betrokkenheid en activering bewoners

BOS- Project 2. Vergroten sociale

en fysieke veiligheid

Verbetering Veiligheid Goeverneurstraat e.o.

Bert Sekeris Joany Kandhai

Project Samen in de Wijk (Opbouwwerk en Politie)

Uitvoeren actieplan Veilig Verkeer

Bert Sekeris Bert Sekeris

Planontwikkeling deelgebied 8.6 en 11

Ad Boets Ferdinand Jongeling

Initiëren en uitbouwen kopersvereniging Oud Krispijn

Ad Boets Manager woondiensten

Realisatie IRIS1 en IRIS2 en IRIS 3

Ad Boets Ferdinand Jongeling

Visie ontwikkeling galerij- en portieketageflats Brouwersdijk

Ad Boets Manager woondiensten Beleidsmedew. KW

Patersweg Part. Ontw. Henk Peters

Proj.leider SO

Planontwikkeling herinrichting Jacob Marisstraat

Bert Sekeris Arjan Visser

Herinrichting Mauveplein Bert Sekeris Pieter Bekkers Planontwikkeling Goeverneurplein

Bert Sekeris Pieter Bekkers

3.

Verbeteren van de kwaliteit van het woningaanbod en het woonmilieu

Plan van aanpak De Driehoek Noord

Bert Sekeris Bert Sekeris

4. Versterken Sociale Infrastructuur

Opstellen en uitvoeren Actieplan Sport & Spel

Bert Sekeris

Werkplan 2008 straatmanagement Oud Krispijn

Bert Sekeris Murat Ersoy

Actualisering branchering detailhandel Oud Krispijn

Bert Sekeris Wim vd Linden

Social Return on Investment (5% regeling)

College B&W Rob v.d. Sluijs

5. Verminderen werkloosheid en verbeteren van de economische bedrijvigheid

Organiseren van een Multiculturele Markt

Bert Sekeris Murat Ersoy

2.7 Doelstellingen 2010, activiteiten 2008 MEERJARENDOEL 1 DOELEN OKV 2010 ACTIVITEITEN OKV 2008

Per 1-1-2010 wordt het beeld dat buitenstaanders hebben van OKZ positiever. Score in 2010 een 5,5. In 2007 was dit 4,9

Per 1-1-2010 is het aantal bewoners dat zich verantwoordelijk voelt voor de buurt 65%. In 2007 62%.

Per 1-1-2010 is het aantal bewoners dat denkt dat de buurt vooruit zal gaan 60%. In 2007 54%.

Uitvoering sociaal programma en offerte DWO inclusief functioneren Koloriet

Uitvoering Leefbaarheidplan

Uitvoering werkplan communicatie + imago-onderzoek

Cultuur in de wijk

Opzetten van 3 buurtpanels

BOSproject

Vergroten betrokkenheid en activering bewoners

MEERJARENDOEL 2

DOELEN OKV 2010 ACTIVITEITEN OKV 2008

Vergroten sociale en fysieke veiligheid

Per 1-1-2010 is de score overlast afgenomen van 4,1 in 2007 naar een 3.8

Per 1-1-2010 is het aantal bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt afgenomen naar 30%.In 2007 was dit 32%.

Per 1-1-2010 is het rapportcijfer veiligheid gestegen naar een 6.2 In 2007 was dit een 5,9

Per 1-1-2010 moet de score voor de verkeersveiligheid gedaald zijn naar een 4,5. In 2007 was dit 4.7

Aanpak verbetering veiligheid Goeverneurstraat e.o.

Uitvoeren Actieplan veilig Verkeer

Uitvoeren Leefbaarheidplan

Project Samen in de Wijk (Politie + Opbouwwerk)

Per 1-1-2010 moet de score voor de verkeersoverlast gedaald zijn naar 3.5. In 2007 was het 3.9

MEERJARENDOEL 3

DOELEN OKV 2010

ACTIVITEITEN OKV 2008

Verbeteren van de kwaliteit van het woningaanbod en het woonmilieu

Per 1-1-2010 is de waardering voor de woonkwaliteit toegenomen naar een 7.0 In 2007 was dit 6.4

Per 1-1-2010 is het aandeel lage inkomens afgenomen van 90% in 2004 naar 85%

Per 1-1-2010 is de waardering voor de woonomgeving toegenomen naar 6.5. Was in 2007 6.2

Uitvoering woningbouw programma op schema in 2010

Visie ontwikkeling galerij- en portiekflats Brouwersdijk (204/302, 308/378 en 386/430)

Initiëren en uitbouwen kopersverenigingen Oud Krispijn

Planontwikkeling locatie Da Vinci Patersweg

Planontwikkeling Deelgebied 8.6 en 11

Realisatie IRIS 1 en IRIS 2 en IRIS 3

Planontwikkeling/uitvoering herinrichting Jacob Marisstraat

Herinrichting Mauveplein

Planontwikkeling Goeverneurplein

Plan van aanpak de Driehoek noordelijk deel

MEERJARENDOEL 4

DOELEN OKV 2010 ACTIVITEITEN OKV 2008

Versterken Sociale Infrastructuur

Per 1-1-2010 is de tevredenheid over voorzieningen voor jongeren toegenomen tot 28%. In 2007 24%.

Tevredenheid overspeelvoorzieningen: Toegenomen naar 45% in 2007: 43%.

Per 1-1-2010 is de waardering van het brede voorzieningenniveau toegenomen tot een 6,4. In 2007 was dit 6,0.

Per 1-1-2010 is de sociale samenhang toegenomen naar een 6. In 2007 was dit 5,8.

Onderzoek functioneren sportcomplex Patersweg. Opstellen en uitvoeren Actieplan Sport & Spel

Goed signalerings-netwerk voor jongeren (stedelijk).

Goed functionerend zorgnetwerk (stedelijk).

Uitvoering sociaal programma en offerte DWO

Organiseren van een Multi-culturele markt

MEERJARENDOEL 5

DOELEN OKV 2010 ACTIVITEITEN OKV 2008

Verminderen werkloosheid en verbeteren van de economische bedrijvigheid

Per 1-1-2010 is de werkloosheid met name onder jongeren (15t/m22 jr) gedaald. Per 1 jan.2007: 3.5%, 2006: 7.2%. Dordt 2007 2.2% (Bron: CWI/GBA)

Per 1-1-2010 is er een actieve ondernemers-vereniging met minimaal 50 leden die zelfstandig functioneert.

Per 1-1-2010 is het % bewoners dat tevreden is over winkels voor dagelijkse levensbehoeften in de buurt ten minste 80%. In 2007: 68% (in 2005 91%)

Uitvoeren werkplan 2007 straatmanage-ment Oud Krispijn

Actualiseren brancheringsplan

Social Return on Investment.

Organiseren van een Multi-culturele markt

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Sociaal Programma

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Corneé Snoek

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In het kader van de herstructurering van Oud Krispijn en vaststelling van het Raamwerk Oud Krispijn Vernieuwt is besloten extra in te zetten op de sociale component d.m.v. activiteiten. Probleemstelling Oud Krispijn is een herstructureringswijk met veel potenties en kansen. Hierbij wordt gestreefd naar actieve en betrokken bewoners die op een positieve manier met respect voor elkaar samen leven in de wijk. Verder is het streven gericht op een positief imago van de wijk, mede gebaseerd op de diversiteit van de wijk. Voor Oud Krispijn zijn een vijftal meerjaren doelen geformuleerd. Het Sociaal Programma levert daaraan een bijdrage. Doelstelling Vergroten van de betrokkenheid en activering van bewoners Verbeteren van de sociale en fysieke veiligheid Verbeteren van de sociale infrastructuur Vermindering van de werkloosheid en verbetering van de economische bedrijvigheid. Verbeteren van de kwaliteit van het woningaanbod en het woonmilieu Opdracht Uitvoering van het Sociaal Programma Begin- en einddatum project Het Sociaal Programma is een doorlopende uitvoering van activiteiten Beschikbaar budget Zie offerte DWO Sociaal Programma Oud Krispijn Vernieuwt

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Leefbaarheidplan OKV

Locatie Oud Krispijn Zuid

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Joany Kandhai-Mahboeb

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding • Leefbaarheid is als meerjarig speerpunt in het uitvoeringsprogramma van 2008 opgenomen. • De zorg van de Huurdersraad over de veiligheid en het beheer van de wijk • Stedelijke ambitie om in 2010 een leefbaarheidscore van 7.0 te halen Het Leefbaarheidplan is een gezamenlijke productie van Krispijn Wonen, de gemeente en bewoners Probleemstelling In Oud Krispijn wordt in diverse buurten veel geïnvesteerd in de herstructurering. De vraag (het probleem) is hoe houd je de buurten leefbaar voor- tijdens en na de sloop/renovatie Doelstelling • (Meer) bewoners en professionals gezamenlijk betrekken bij het uitvoeren van maatregelen

die de leefbaarheid bevorderen. Goed beheren doe je tenslotte samen • Extra genomen maatregelen regulier inbedden bij diverse organisaties, sectoren en bewoners

(voor wat hoort wat principe; bewoners voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen buurt en zetten zich daarvoor ook in)

• In 2010 een leefbaarheidscore van 6.4 in de monitor Leefbaarheid & Veiligheid Opdracht Regie voeren over het Leefbaarheidplan: • Zorgen dat de maatregelen uit het leefbaarheid uitgevoerd/regulier ingebed worden • Ervoor zorgdragen dat de regievoerders hun partners en bewoners stimuleren om de

genoemde doelstellingen per deelgebied realiseren Begin- en einddatum project 1 januari 2007 – 1 januari 2010 Beschikbaar budget € 140.000,-- begroot in 2008 voor de gemeente Dordrecht (moet nog goed gekeurd worden) De kosten voor Krispijn Wonen worden meegenomen in hun begroting van 2008

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Cultuur in de wijk

Locatie Stedelijk, pilot Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Hans Spigt Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Kasper Stolk

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De aanleiding is de uitvoering van het gemeentelijk Actieplan Cultuurbereik 2005 – 2008. Vooral in Spoor 3 van het AC is er ruimte en zijn er mogelijkheden voor het organiseren en faciliteren van (particuliere) culturele en/of cultuurhistorische wijkinitiatieven. Probleemstelling Nog te weinig jonge allochtone en laaggeschoolde wijkbewoners komen in contact met, of nemen deel aan culturele of cultuurhistorische activiteiten. Doelstelling Meer cultuurbereik & deelname van m.n. jongeren, allochtonen en laaggeschoolden in de wijk. Dit door middel van interactieve activiteiten i.s.m. wijkinstanties en culturele instellingen Opdracht Drie - vier deelprojecten van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 in Oud Krispijn met grote deelname van wijkbewoners De beoogde resultaten worden per deelproject vastgesteld Begin- en einddatum project De uitvoering van deze projecten zijn in 2007 en 2008 gepland Beschikbaar budget In het AC is een budget Spoor 3 beschikbaar dat op basis van cofinanciering kan worden ingezet. 1. “Tussen Kunst en Krispijn” – 2007: € 5.000,-- (€ 2.500 t.l.v. wijkbudget; 2.500 t.l.v. het

AC). In 2008 idem 2. “Muziek op locatie”, ToBe een stedelijk project ter bevordering van meer uitvoeringen van

amateur- en professionele muziekensembles, inclusief musici en muzikanten in de wijk. Financiering van de kosten van de uitvoeringen in de wijk; raming € 10.000,-- (stedelijk) t.l.v. AC en t.l.v. wijkbudget voor uitvoering in de wijk.

3. Krispijn kinderkoor, Meander t.l.v. AC.

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Burgerparticipatie

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Politie Zuid-Holland Zuid

Projectmanager Gert-Jan Tomassen

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Visiedocument “Waakzaam en Dienstbaar” Veiligheidsplan district Dordrecht-Zwijndrechtse Waard Probleemstelling Vertrouwen van de burger in de politie is achtergebleven Doelstelling Intensiveren politiecontacten Opdracht Het instellen en functioneren van Buurtpanels in 3 buurten in Oud Krispijn noord, zuid en de Driehoek. Begin- en einddatum project Geheel 2008 Beschikbaar budget Regulier budget

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Communicatie, participatie, imagoverbetering Oud Krispijn

Locatie Oud Krispijn (zuidelijke helft)

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Ad Boets, Bert Sekeris

Projectmanager Peter v.d. Linden

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Het Raamwerk 2013 gaat uit van een grote inspanning van het project Oud Krispijn Vernieuwt als het gaat om de communicatie (inclusief participatie en imagoverbetering). Het imago-onderzoek dat het project liet uitvoeren door het Sociaal Geografisch Bureau onderstreept de noodzaak van investeren in imagoverbetering. Probleemstelling Op welke wijze kunnen doelgroepen worden geïnformeerd? Wat is nodig om de participatie te verbeteren (omvang en kwaliteit)? Op welke manier kan het imago van de wijk worden verbeterd? Op welke manier ondersteunt het Communicatieteam projectleiding Oud Krispijn Vernieuwt, managers en projectleiders (deelprojecten), zodat zij hun verantwoordelijkheden voor de communicatie optimaal kunnen invullen. Doelstelling • Alle interne doelgroepen en externe doelgroepen (zeker de belangrijkste: huidige en potentiële

nieuwe bewoners en ondernemers) zijn goed op de hoogte van de voortgang van alle ontwikkelingen en vernieuwing in Oud Krispijn. Zij voelen zich optimaal betrokken en staan open voor plannen in het kader van Oud Krispijn Vernieuwt (Raamwerk 2013).

• De medewerkers van de deelnemende organisaties en een relevante afspiegeling van bewoners en ondernemers nemen actief deel aan de uitwerking van de plannen.

• Het algemene imago van de wijk ontwikkelt zich positief en draagt bij aan de resultaten van de uitvoering van het Raamwerk 2013, inclusief de verkoop van woningen. Het imago sluit optimaal aan bij de identiteit van de wijk na afloop van het project Oud Krispijn Vernieuwt.

Opdracht Formuleren en uitvoeren van een werkplan communicatie voor Oud Krispijn Vernieuwt, inclusief de uitgave van eigen media (web, wijknieuwsbrieven, digitale nieuwsbrief, muurkrant, beheer wijkinformatiecentrum) zie voor totaaloverzicht dit werkplan. Begin- en einddatum project 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. Beschikbaar budget € 55.000,-- uit overallbudget OKV en bijdragen uit diverse projecten

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Verbetering veiligheid Goeverneurstraat e.o.

Locatie Krispijnse Driehoek

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Joany Kandhai-Mahboeb

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De Goeverneurstraat is al jaren een “probleemgebied” met betrekking tot de handhaving van de openbare orde rondom de voetbalkooi (vernieling / vervuiling). Probleemstelling Leefbaarheid staat onder druk. Gevolgen voor verhuurbaarheid van de woningen. Doelstelling Verbeteren leefklimaat en terugdringen overlast op straat met name rondom de voetbalkooi. Opdracht Verminderen klachten over overlast op straat, gereguleerd gebruik van de voetbalkooi. Reguliere buiten – spelen activiteiten van de DWO. Herstel vertrouwen bewoners. Begin- en einddatum project Woningen rondom de voetbalkooi worden gesloopt in 2008 t.b.v. aanleg nieuw plein Beschikbaar budget Reguliere middelen betrokken organisaties

Projectnr./-naam Actieplan Veilig Verkeer

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Ferdinand v.d. Oever Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Bert Sekeris a.i.

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Monitor Leefbaarheid & Veiligheid en wijkverkeersplan Krispijn. Probleemstelling In de monitor leefbaarheid en veiligheid komt verkeersonveiligheid nadrukkelijk naar voren. Doelstelling Verlagen score op verkeersveiligheid Opdracht Bevorderen verbetering verkeersgedrag. Beïnvloeding van kennis, houding en gedrag Participatie scholen in de wijk Begin- en einddatum project Acties 2008 - 2010 Beschikbaar budget Reguliere middelen + beperkt subsidie

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Planontwikkeling deelgebied 8.6 en 11

Locatie Oud Krispijn / de Driehoek

Opdrachtgever Ad Boets

Projectmanager Ferdinand Jongeling

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Onderdeel van het Raamwerk 2013. De programmering en de stedenbouwkundige verkaveling zijn ten opzichte van het Raamwerk gewijzigd. Probleemstelling Doelstelling Plan maken ten behoeve van de realisatie van een nieuwe buurt, onderdeel van deelgebied 8/11 in de Driehoek in Oud Krispijn. Opdracht Realiseren van een nieuwe buurt , conform het beeldkwaliteitplan van Atelier PRO (divers wonen) en het stedenbouwkundig plan van SO van oktober 2006. Begin- en einddatum project Planontwikkeling 8.6: tot april 2008 Planontwikkeling 11: geheel 2008 Beschikbaar budget Krispijn Wonen, begroting 2008

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Initiëren en uitbouwen Kopersverenigingen Oud Krispijn

Locatie Zonnebloem, IRIS, Deelgebied 10

Opdrachtgever Ad Boets

Projectmanager Norbert Broers

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Het vestigen van nieuwe bewoners in de koopwoningen Probleemstelling Een gebrek aan samenhang tussen de woningeigenaren kan samenwerking op het terrein van het beheer frustreren Doelstelling De nieuwe eigenaren deelgenoot maken van de (beeld)kwaliteitseisen en wensen, zodat de opleverkwaliteit voor langere tijd behouden blijft Opdracht Relatie met Kopersvereniging vormgeven/versterken Begin- en einddatum project Geheel 2008 Beschikbaar budget Reguliere middelen Krispijn Wonen

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Realisatie IRIS I en 2 en 3

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Ad Boets

Projectmanager Ferdinand Jongeling

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Onderdeel van het Raamwerk 2013 Probleemstelling Doelstelling Realiseren van een evenwichtige bevolkingsopbouw in de wijk Opdracht Realiseren van 17 huur- en 80 koop ééngezinswoningen Begin- en einddatum project Oplevering woningen 3e en 4e kwartaal 2008 Beschikbaar budget Krispijn Wonen / Pandenbank

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam (Visie)ontwikkeling galerij- en portiek etageflats aan de Brouwersdijk (204/302, 308/378, 386/430)

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Ad Boets

Projectmanager Norbert Broers

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De leefbaarheid binnen het complex loopt snel achteruit. Er wordt getwijfeld aan de in het Raamwerk 2013 voorgestelde ingrepen Probleemstelling De galerijwoningen worden veelal verhuurd aan jongeren (ouderen willen hier blijkbaar niet wonen). De portiekwoningen worden voornamelijk bewoond door ouderen Doelstelling Goede leefbare complexen met een gewenste instroom van nieuwe bewoners Opdracht Uitvoering geven aan plannen op basis van de ontwikkelde visie Begin- en einddatum project Geheel 2008 Beschikbaar budget Krispijn Wonen

Projectnr./-naam Patersweg / hoek Krispijnseweg

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Particuliere projectontwikkelaar

Projectmanager Contactpersoon: Henk Peters

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Schoolgebouw is aangekocht door een projectontwikkelaar Probleemstelling Doelstelling Herontwikkeling schoollocatie ten behoeve van woningbouw Opdracht Plan ontwikkelen voor woningbouw Ontwikkelaar in overleg met Stadsontwikkeling Art.19 WRO procedure is noodzakelijk Begin- en einddatum project Planning nog niet opgesteld Beschikbaar budget Particulier initiatief

Projectnr./-naam Herinrichting Jacob Marisstraat

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Arjan Visser

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Uitvoering herinrichting conform Raamwerk 2013 Oplevering diverse nieuwbouwprojecten rond de straat Probleemstelling Slechte inrichting openbare ruimte Vanwege nieuwbouw Koloriet, onveilige routes naar dit gebouw Doelstelling Herinrichting waarin: - doorgaand verkeer zoveel mogelijk wordt verminderd - veiligheid spelende kinderen wordt bevorderd - doorgaande boomstructuur wordt aangelegd/versterkt - dubbelzijdig parkeren voor aanwonenden wordt gerealiseerd - kwalitatief goede inrichting wordt gerealiseerd - oversteekvoorzieningen naar nieuw scholencomplex optimaliseren Opdracht Planontwikkeling en voorbereiding herinrichting Jacob Marisstraat Begin- en einddatum project Geheel 2008 Beschikbaar budget Budget opgenomen in de Grondbank (gemeente)

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Herinrichting Mauveplein

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Pieter Bekkers

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Na verhuizing school wordt schoolgebouw gesloopt. Op de vrijkomende locatie wordt een nieuw plein aangelegd. Conform Raamwerk 2013 Probleemstelling Er is te weinig openbare ruimte in de wijk waar met name kinderen kunnen spelen Doelstelling Maken van een plein voor de Mauvebuurt, vooral gericht op kinderen en ouderen. Niet geschikt voor sport, zoals voetbal Opdracht Maken ontwerp, voorbereiding van de uitvoering en realiseren nieuw plein Begin- en einddatum project Oplevering 3e kwartaal 2008 Beschikbaar budget Budget opgenomen in de Grondbank

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Planontwikkeling Goeverneurplein

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Pieter Bekkers

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Conform Raamwerk 2013 Probleemstelling Er is te weinig openbare ruimte in de wijk ten behoeve van spelen, groen en parkeren Doelstelling Maken van een plein voor de Driehoek met een verscheidenheid aan functies: - spelen voor kinderen en jongeren - sporten zoals voetbal mogelijk maken - parkeren Opdracht Plan ontwikkelen en uitvoeringsgereed maken. Bewoners en partners in de wijk intensief bij plan voorbereiding betrekken Begin- en einddatum project Plan uitvoeringsgereed 4e kwartaal 2008 Beschikbaar budget Budget opgenomen in de Grondbank

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Plan van aanpak de Driehoek noord

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Nader te bepalen

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Doelstelling Raamwerk 2013. Opdracht Stuurgroep Dordrecht West Probleemstelling Kwaliteit van de woningen en woonomgeving is laag. Leefklimaat in de buurt gaat achteruit. Groot contrast met aangrenzend gebied Doelstelling Verbetering van het gebied dmv particuliere woningbezit en diverse winkelpanden Opdracht Op basis van een draagvlakonderzoek een plan van aanpak maken Begin- en einddatum project Eind januari 2008 draagvlakonderzoek gereed. 3e kwartaal 2008 plan van aanpak gereed Beschikbaar budget Subsidie van VROM Beperkt budget binnen de Grondbank

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Actieplan Sport & Spel

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Bert Sekeris

Projectmanager Nader te bepalen

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Het Sportcomplex Patersweg is te weinig een wijksportvoorziening Probleemstelling Hoe kan het Sportcomplex Patersweg intensiever worden benut door wijkbewoners? Betere afstemming activiteiten spelen (DWO) en sporten (Bureau Sportstimulering) Doelstelling - Intensief gebruik van het Sportcomplex Patersweg als wijksportvoorziening - Sportzaal in de Koloriet ook benutten voor wijksport - Goede afstemming spelen en sporten op de openbare speelplekken Opdracht - Op basis van een behoefteonderzoek, opstellen van een actieplan Sport & Spel met daarin

voorstellen voor activiteiten op het Sportcomplex Patersweg - Afstemming activiteiten DWO/Bureau Sportstimulering (kalender) - Concrete sportactiviteiten organiseren voor en door wijkbewoners Begin- en einddatum project Actieplan gereed 2e kwartaal 2008 Beschikbaar budget Reguliere middelen

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Werkplan 2008 Winkelstraatmanager

Locatie Oud Krispijn

Opdrachtgever Bert Sekeris

Projectmanager Murat Ersoy

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In Oud Krispijn vindt herstructurering plaats. Naast het verbeteren van woningen en woonomgeving staat het versterken van de wijkeconomie op de agenda. Probleemstelling De kwaliteit van een deel van het winkelbestand / ondernemerschap laat te wensen over. De ondernemers zijn niet georganiseerd. Doelstelling Versterken organisatiegraad ondernemers in Oud Krispijn, ondernemerschap een kwaliteitsimpuls geven. Organiseren van activiteiten. Opdracht Uitvoering werkplan 2008 in overleg met bestuur Ondernemersvereniging Oud Krispijn en de werkgroep Economie en Werk Begin- en einddatum project Gehele jaar Beschikbaar budget Dekking uit Sociaal Programma OKV

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Social Return on Investment

Locatie Hellingen 20 / ingang Spuiboulevard 298 / werkboulevard / Sociale dienst Drechtsteden

Opdrachtgever College B&W

Projectmanager Rob van der Sluijs

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De relatief hoge werkloosheid in Dordrecht in vergelijking met gemeenten van gelijke grootte Probleemstelling Doelstelling Bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal werkloze werkzoekenden en jongeren. Hiervoor wordt bij uitbestedingen van werken en diensten van de gemeente, in de bestekken en exploitatieovereenkomsten, de eis opgenomen om 5% van de aanneemsom om te zetten in baanopeningen voor de doelgroep. Opdracht Dat bij alle uitbestedingen Social Return wordt opgenomen in de bestekken en overeenkomsten. De gerealiseerde baanopeningen worden voor 75% vervuld met werkloze werkzoekenden en jongeren. Social Return mag niet leiden tot prijsopdrijving. Begin- en einddatum project Doorlopend Beschikbaar budget De kosten van het bureau worden gefinancierd vanuit het werkdeel Wet Werk en Bijstand. Loonkosten van werklozen worden betaald door de opdrachtnemers.

38

Adressen Oud Krispijn ORGANISATIE NAAM FUNCTIE ADRES POSTCODE TELEFOON Gemeente Dordrecht Oud Krispijn Vernieuwt Bert Sekeris projectmanager Oud Krispijn Vernieuwt Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 51 Oud Krispijn Vernieuwt Sonja Blaauw managementasste. Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 88 Oud Krispijn Vernieuwt Peter van der Linden communicatiemede-

werker Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 55 Oud Krispijn Vernieuwt Murat Ersoy winkelstraatmanager Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 88 Stadsontwikkeling Arjan Visser projectleider

openbare ruimte Postbus 8 3300 AA 639 64 28 Projectmanagement Pieter Bekkers projectleider Postbus 8 3300 AA 639 68 52 fysieke projecten Sector Sport en Recreatie André Veth chef Sportstimulering J. Marisstraat 128 3314 TL 639 80 31 Natuur- en Milieucentrum Weizigt Van Baerleplantsoen 30 A 3314 BH 614 19 00 Stadsbeheer Dinco Vos rayonopzichter Kerkeplaat 3 3313 LC 639 58 96 Gebiedsteam wijkgericht werken Dordrecht-West Vacature gebiedsmanager postbus 8 3300 AA 639 89 89 Elly Lagendijk managementass. Postbus 8 3300 AA 639 89 89 Stadsbeheer Jos Engelen gebiedsmanager postbus 8 3300 AA 639 58 47 Stadsontwikkeling Henk Peters stadsdeelmanager postbus 8 3300 AA 639 66 78 Krispijn Wonen Krispijn Wonen Ad Boets directeur Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 70 Krispijn Wonen Norbert Broers man. woondiensten Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 70 Krispijn Wonen Ferdinand Jongeling manager projecten Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 70 Krispijn Wonen Esther van Beelen beleidsmedewerker Brouwersdijk 211 3314 GL 633 67 70

39

OVERIGE INSTELLINGEN EN ORGANISATIES Politie Post Krispijn Gert-Jan Tomassen clusterchef P.A. de Genestetstraat 60 3314 SW 0900-8844 BST Buurt Service Team Bertus Hazenbosch directeur De Bisschopstraat 5 3314 VA 614 58 10 Dordtse Welzijns Organisatie DWO Oud Krispijn Cornée Snoek clustermanager G. Schalckensingel 28 3311 SJ 633 44 44 DWO/ Ouderenwerk Vicky Marchena adviseur P.A. de Genestetstraat 13 3314 SV 631 39 81 Pa Tur H.F. Tollensstraat 29 3314 SE 613 57 57 De Luifel Marisplein 1 3314 CJ 613 21 03 Wijkkrant De Stem van OK redactie Marisplein 1 3314 CJ 613 21 03 Team Binnen Spelen Buiten Spelen Ina de Jong Marisplein 1 3314 CJ 631 29 23 Moedergroep De Olifanten Jitske Verschoor Brouwersdijk 4 3314 GR 613 44 51 Overigen Wijkwinkel Krispijn Bosb. Toussaintstraat 67 3314 EB 613 13 59 Sportclub Movado Patrick Eichhorn Zuidendijk 205 3314 CV Dordtse Adviesraad Gehandicaptenbeleid Tonny van Zijp beleidsmedewerker Singel 331 3311 HE 631 44 44 Arrondissementsparket Drieska Roks coördinator Burg. de Raadtsingel 93C 3311 JG 888 22 22 Ondernemersvereniging Krispijn Frans van Rompaey voorzitter Roemer Visscherstraat 12 3314 ZE 641 79 66 Stichting Opmaat Brouwersdijk 2 3314 GR 648 03 33 GGD Zuid Holland-Zuid Gerda Noordhoek coörd. Zorgnetwerk Postbus 166 3300 AD 632 18 32 Woonactief Noordendijk 148 3311 RR 613 76 11 De Buitenwacht B. Toussaintstraat 67 3314 GB 613 13 59

40

POLITIEK Raadsleden geven zich per jaar op voor een wijkoverleg: VVD Arthur Beem Burg. de Raadtsingel 85 3311 JG VSP Dhr. H.J. Tazelaar Wega 84 3328 PJ VSP Dhr. H.J. Romijnsen Almstein 21 3328 MP Beter voor Dordt Piet Sleeking A. van Bleijenburgstraat 48 3311 LB Groen Links Yvonne van den Berg Geldelozepad 124 3311 WG PvdA Gulten Yanik Schuilenburg 61 3328 CK PvdA Cemaynur Safranti Rijksstraatweg 93 D 3316 EE D66 Kors Hofman Pr. Irenestraat 11 3314 NM Christen Unie/SGP Bert Staat Eastonstraat 52 3318 RA CDA Dhr. S. Tasgin Zuilenburg 22 3328 VA CDA Dhr. J.C.C. Bruggeman p/a Voorstraat 367 3311 CT Stadspartij Eco-Dordt Marloes Schellekens Matthijs Marisstraat 1 3314 TN

41

Uitvoeringsplan West, Nieuw Krispijn 2008

42

43

Uitvoeringsplan Nieuw Krispijn 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0 behalen. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore2 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele andere mensen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie; 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

2 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

44

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is opgesteld door de projectmanager Wielwijk in samenwerking met het gebiedsteam West. Hiervoor is gebruik gemaakt van het wijkjaarprogramma 2006, de visie en het uitvoeringsprogramma Wielwijk sterk en weerbaar en de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. Voor 2007 is er voor de wijken Wielwijk, Nieuw Krispijn en Crabbehof geen uitvoeringsprogramma gemaakt. Dit vanwege het maken van herstructureringsvisies voor deze wijken. Voor Wielwijk is gelijk met de visie, een sociaal- economisch uitvoeringsprogramma gemaakt voor de jaren 2007/2010. Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn wordt er op dit moment gewerkt aan een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma. 2.1.Terugblik 2007: Visies ontwikkelen Wielwijk en Crabbehof maken, samen met de wijken Oud Krispijn en Nieuw Krispijn, onderdeel uit van Dordrecht West. In heel Dordrecht West staat de leefbaarheid onder druk door een concentratie van lage inkomens gecombineerd met hoge werkloosheid, lage scholing, een lage sociale cohesie, criminaliteit en onveiligheid. Om het tij te keren is op 21 oktober 2004 door de corporaties en de gemeente Dordrecht het document “Dordrecht West op Stoom” ondertekend. Een belangrijke doelstelling hierin is het tegengaan de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lage inkomens en de verbetering van de leefbaarheid in Dordrecht West. Om de problemen in Dordrecht West structureel aan te pakken, is het nodig de kwaliteit van de woningvoorraad te verbeteren en te zorgen voor een divers aanbod aan woonmilieus. Tegelijkertijd dient een aanpak te worden ontwikkeld om de leefbaarheid te verbeteren en de kansen voor mensen uit de wijken te vergroten. De herstructurering moet naast fysieke ingrepen ook een sociale springplank bieden aan de huidige bewoners om hun situatie te verbeteren. In Oud Krispijn is rond 2000 gestart met de uitvoering van een omvangrijk fysiek en sociaal vernieuwingplan, een aanpak waarvan de resultaten duidelijk merkbaar zijn. Nu zijn de overige wijken in Dordrecht-West aan de beurt, waarbij dezelfde aanpak wordt gevolgd. Voor de wijken Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn is het afgelopen jaar gewerkt aan toekomstvisies. Deze visies vormen de basis voor de aanpak in de wijken. De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk.

2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. De kernstrategieën fysiek en sociaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beide hebben een functie in het aantrekken of vasthouden van sociaal actieve burgers in de wijk; burgers die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid in de wijk. Een leefbare wijk, met vooral ook aandacht voor het imago ervan, is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk woonmilieu en daarmee voor het realiseren van de fysieke kernstrategie.

45

Visieontwikkeling en bewonersbetrokkenheid Zoals eerder aangegeven is, zijn er het afgelopen jaar voor de wijken Nieuw Krispijn, Crabbehof en Wielwijk visies ontwikkeld die een beeld schetsen van de toekomst van de wijken tot ca. 2025. Hieraan zijn vervolgens uitvoeringsplannen voor de periode tot 2015 gekoppeld. De opdracht was om aan de hand van een gedegen analyse te komen tot integrale toekomstvisies en uitvoeringsprogramma’s, die de nadruk leggen op zowel de fysieke als de sociaal-economische ontwikkeling van de beide wijken. Belangrijk was daarbij dat de plannen kunnen rekenen op een breed draagvlak. De visies zijn dan ook ontwikkeld in breed samengestelde projectgroepen. Met behulp van workshops, themabesprekingen, creatieve sessies en inloopbijeenkomsten is voortdurend de dialoog aangegaan met (vertegenwoordigers van) bewoners, gemeente, betrokken corporaties en relevante maatschappelijke organisaties. Hierdoor zijn plannen ontstaan waar zowel bewoners als gemeente, corporaties en maatschappelijke instellingen met enthousiasme aan willen gaan werken. De visies voor alle drie de wijken zijn in juli 2007 vastgesteld door de gemeenteraad (unaniem) en de directies van de betrokken corporaties (Woonbron, Progrez en Interstede). Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn worden op dit moment aan de hand van de visies sociaal-economische uitvoeringsprogramma’s opgesteld, voor Wielwijk is dit gelijk met de visie gebeurd. Terugblik Nieuw Krispijn aan de hand van het wijkjaarprogramma 2006

Visie Het ontwikkelen van de visies en het uitvoeringsprogramma voor de herstructurering is in het wijkjaarprogramma 2006 benoemd als belangrijkste doelstelling/activiteit voor Nieuw Krispijn. Dit doel is behaald: de visie is vastgesteld in de zomer van 2007, vervolgens wordt gewerkt aan het opstellen van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma. Dit programma is in concept klaar, maar moet nog worden aangevuld met concrete doelstellingen en vervolgens worden vastgesteld in de stuurgroep Dordt-west en in het college en de gemeenteraad. Monitor leefbaarheid en veiligheid. Net als de andere wijken in Dordt-west scoort Nieuw Krispijn lager dan het stedelijk gemiddelde op een groot aantal items uit de monitor. Ten opzichte van 2005 is de situatie wel verbeterd. Monitor L&V 2007 : “Zeven van de elf wijken hebben te maken met meer positieve ontwikkelingen dan negatieve ontwikkelingen. Dit zijn de wijken: Noordflank, Oud-Krispijn, Nieuw-Krispijn, Staart, Wielwijk, Sterrenburg en Dubbeldam.” In het wijkjaarprogramma 2006 is als doel gesteld om de scores van 2005 niet verder te laten verslechteren. Dit lijkt niet ambitieus, maar is een hele opgave voor een wijk waarvan is besloten dat er geherstructureerd moet worden. De doelstelling uit 2006 zijn hiermee gehaald. Uit de monitor L&V 2007: “Over de rol van de gemeente in de buurt kunnen we het volgende zeggen. Drie op de tien Dordtenaren vinden dat de gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken. Daarnaast vindt ruim een kwart van de Dordtenaren dat de gemeente voldoende aandacht heeft voor de problemen in de buurt. Beide oordelen zijn iets positiever dan twee jaar geleden. Op wijkniveau zien we dat de gemeentelijke inspanningen om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken beter dan gemiddeld beoordeeld worden in Oud-Krispijn (38%), de Binnenstad (37%) en de Staart (37%) en dat dit oordeel zich het sterkst verbeterd heeft ten opzichte van 2005 in Nieuw-Krispijn. De aandacht voor problemen in de buurt waarderen de bewoners van Oud-Krispijn en Sterrenburg (beide 32%) het hoogst en de bewoners van de Noordflank (19%) en Nieuw-Krispijn (22%) het laagst.” Wellicht kunnen we hieruit concluderen dat bewoners tevreden zijn over hoe het afgelopen jaar bewoners betrokken zijn bij het opstellen van de visie voor Nieuw Krispijn. Als het echter gaat over de tevredenheid over het oplossen van buurtproblemen valt er nog wel een slag te maken in de wijk. Het blijven betrekken van bewoners, ook bij de uitvoering van het herstructureringsprogramma lijkt geboden.

46

2.2. Ambitie Nieuw Krispijn 2007 en 2010 De ambitie voor Nieuw Krispijn in 2006 was het niet verder laten dalen van de scores uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Met name gaat het dan om de leefbaarheidscore en de score sociale samenhang. In 2007 zijn deze scores gelijk gebleven of licht verbeterd. Voor de komende jaren wordt echter een ambitieuzer doel geformuleerd, namelijk het op het Dordtse gemiddelde krijgen van de genoemde scores in 2020. Dit is dan ook een van de redenen voor het inzetten op een herstructureringsprogramma en een sociaal-economisch programma. In het visiedocument “Woontypologie Nieuw Krispijn” zijn de doelstellingen en bijbehorende ontwikkelingsrichtingen verder uitgewerkt. In het sociaal-economisch programma voor Nieuw Krispijn wordt stapsgewijs toegewerkt naar een plek op het Dordts gemiddelde, op die punten waarin Nieuw Krispijn op dit moment negatief afwijkt. Om in 2010 in Nieuw Krispijn een leefbaarheidscore van 6.5 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Deze doelen proberen we in Nieuw Krispijn te realiseren door de uitvoering van het sociaal-economisch programma. In dit programma zijn naast bovengenoemde doelen echter nog een groot aantal andere doelen opgenomen waarmee we de positie van de huidige en toekomstige bewoners ten opzichte van de gemiddelde Dordtenaar willen verbeteren. Een belangrijk punt is hierbij ook de uitvoering van het fysieke herstructureringsprogramma. Hierin is op korte termijn de nieuwbouw voorzien van Thureborgh met een servicezone voor ouderen en woningen aan de Nassauweg. Ook wordt een nieuw speelveld voor de jeugd ingericht. Belangrijk is het om de komende jaren de negatieve gevolgen van de fysieke herstructurering tot een minimum te beperken. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. De focus ligt zoals al gezegd op de uitvoering van het fysiek en sociale herstructureringsprogramma. Door hierop in te zetten verwachten wij de missie in 2006 geformuleerde missie voor Nieuw Krispijn ´gevarieerd en prettig wonen op loopafstand van de binnenstad” te realiseren. Bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma zijn de cijfers van de monitor 2007 als ijkpunt gebruikt. In 2008 wordt in Nieuw Krispijn, als onderdeel van de uitvoering van de wijkvisie, gewerkt worden aan de hieronder genoemde projecten.

Sociaal economisch programma Nieuw Krispijn In dit programma wordt via 7 speerpunten de leef en woon situatie van huidige en toekomstige inwoners van Nieuw Krispijn verbeterd. 1. Activering en bevordering van de sociale samenhang.

• Het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners bij de herstructurering • Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer in de wijk

Geconstateerd is dat de sociale binding tussen bewoners afneemt en dat jongere mensen minder behoefte hebben aan sociaal contact. Er bestaat een wij – zij verhouding door verschillen in achtergrond, verschillen tussen huurders en kopers en leeftijdsverschillen. De klachten over de buurt betreffen de nieuwkomers die niet integreren en problemen geven in de vorm van overlast. Leefstijlen tussen oudere en nieuwe bewoners botsen, contacten verharden en spreken elkaar minder aan. Binnen Dordrecht West heeft Nieuw Krispijn het hoogste percentage bewoners dat minder maatschappelijk meedoet. Het is daarom van belang dat er activiteiten worden ontplooid

47

die de onderlinge samenhang, medeverantwoordelijkheid voor de woonomgeving en de participatie bevorderen. 2. Welzijn en Zorg

• Problemen van huishoudens opsporen en hen in staat stellen deze op te lossen • Ondersteuning aan ouders en kinderen m.b.t. opvoedingsproblematiek

Nieuw Krispijn kent een bovengemiddeld aantal inwoners met een lage opleiding, een laag inkomen en een lagere economische positie. De problemen die dit met zich mee brengt blijven veelal binnenshuis. Vaak kennen mensen de wegen niet om hun materiële problemen op te lossen. Naast problemen in de materiële sfeer, spelen ook opvoedproblemen een rol. Bekeken moet worden of het project “achter de voordeur” dat eerder dit jaar als pilot in Wielwijk is gestart ook in Nieuw Krispijn gestart kan worden. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in de woonwensen van bewoners, het opsporen en oplossen van problemen van huishoudens, het bevorderen van de onderlinge betrokkenheid en het benutten van kansen en talenten van mensen. Belangrijk hierbij is dat de organisaties waarnaar wordt doorverwezen over voldoende capaciteit beschikken. In het najaar van 2007 zal de pilot in Wielwijk worden geëvalueerd. Alvorens het project naar andere wijken c.q. Nieuw Krispijn uit te breiden, zal deze uitbreiding plaatsvinden afhankelijk van de conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie. Met betrekking tot de opvoedproblematiek wordt aangesloten bij de landelijke ontwikkeling van de vorming van centra voor jeugd en gezin. Het betreft een laagdrempelige voorziening die naast een inloopfunctie voor ouders en jongeren ook een thuisbasis is van waaruit outreachend gewerkt wordt aan opvoedingsondersteuning en gezinscoaching. 3. Werk en economie

• Het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt en het toeleiden van werkloze inwoners van Nieuw Krispijn naar werk

• Afname van schulden van jongeren • Een passend winkel aanbod

De werkloosheid onder de bewoners van Nieuw Krispijn is anderhalf keer zo hoog als het stedelijk gemiddelde. Vooral in de leeftijdsgroep 25 tot 40 jaar is de werkloosheid hoog (circa 12% van de 25 tot 40 jarigen is werkeloos. Bron: website SGB: CWI Zuid-West Nederland 2006). Het verlagen van de werkloosheid is een belangrijk middel om de achterstandspositie van de mensen zonder werk te verkleinen. Met een één op één benadering moeten mensen weer aan de slag komen. De ervaringen opgedaan door de werkmakelaar in Wielwijk zijn hierin een voorbeeld. De werkmakelaar richt zich daarbij op jongeren die op zoek zijn naar vakantiewerk of een bijbaan en helpt mensen die op zoek zijn naar werk als dagbesteding. De bedoeling is een werkmakelaar aan te trekken voor Nieuw Krispijn die tevens Oud Krispijn als werkgebied heeft. Het behoud van winkels en een op de wijk afgestemd winkel aanbod is van groot belang voor de wijk. Gestart zal worden met een brancheringonderzoek waaruit moet blijken hoe het winkelaanbod op een renderende manier afgestemd kan worden op de behoeften en wensen van de bewoners. 4. Jeugd

• Vergroten van de ontwikkelingskansen van jeugd en jongeren • Versterken van de voorzieningenstructuur

Nieuw Krispijn beschikt naast het wijkcentrum en een recent ingerichte speelstraat in de omgeving van de Otto / Helenastraat en een enkele andere kleine speelgelegenheid tussen de woningen, over een gering voorzieningenniveau voor de jeugd binnen de wijk zelf. Aan de rand van de wijk grenzen een aantal voorzieningen zoals de kinderboerderij, het Weizigtpark en de speelvoorziening “Seven Oaks”.

48

Het gevolg van de beperkte voorzieningen binnen de wijk is dat dit vaak overlast met zich meebrengt en territoriumgedrag van de oudere jeugd. Op dit terrein zal het nodige moeten veranderen. Onderdeel is het inbrengen van meer ruimte, met name in het oostelijk deel van de wijk. Naast het voorzieningenniveau moet er geïnvesteerd worden in de opvang en de gezondheid van kinderen. Met betrekking tot de oudere jeugd is het van belang zicht te krijgen op het voortijdig schoolverlaten en het voorkomen daarvan. Gelet op de geringere sportdeelname van jongeren in Nieuw Krispijn moeten jongeren gestimuleerd worden tot actieve sportbeoefening. Verwacht wordt dat dit ook kan leiden tot een mindering van de overlast. 5. Schoon, heel en veilig

• Verhogen van het beheerniveau en de veiligheid van de wijk waardoor de leefbaarheid toeneemt

Tijdens sloop -en nieuwbouwwerkzaamheden zullen extra maatregelen genomen moeten worden. Het gaat hier om zowel het verwijderen van zwerf –en sloopafval als om het voorkomen van overlastgevend gedrag veroorzaakt door jongeren. Gelet op de ervaringen hiermee in Oud Krispijn zullen tijdens sloop en bouwwerkzaamheden extra activiteiten worden georganiseerd. Op de kortere termijn geldt dit voor onderdelen van de buurten 304 (Bloemenbuurt) en de Mauritsweg (sloop politiebureau). De aanwezigheid van rommel en vuilnis op straat en het slechte onderhoud van tuinen behoren tot de grotere ergernissen van de bewoners. Behalve met betrekking tot de leefbaarheid en de sociale samenhang in de buurt scoort ook de veiligheid negatief ten opzichte van het gemiddelde in de stad. Met name de aanwezigheid van hangjongeren wordt als bedreigend ervaren. Ten behoeve van de overlast veroorzaakt door jongeren is continuering van de Beke-aanpak wenselijk. Tevens zal een buurtpreventieproject worden gestart. 6. Woonservicezone

• Het terugdringen van sociaal isolement • Vergroting van het voorzieningenniveau

In het actieprogramma “wonen, zorg en welzijn voor ouderen en gehandicapten in Dordrecht” is afgesproken dat in Nieuw Krispijn rond de locatie van het politiebureau aan de Nassauweg een woonservicezone wordt gerealiseerd. De zone zal in samenwerking met de gemeente, het Spectrum en Progrez, de nieuwe eigenaar van het politiebureau en eigenaar van de aanleunwoningen bij Thureborgh, worden gebouwd. Progrez, het Spectrum en de samenwerkende thuisorganisatie Internos zijn bezig met de transformatie van het Thurepark. Woonbron heeft plannen om naast de locatie van het politiebureau aan de Nassauweg, eveneens woningen en voorzieningen voor o.a. ouderen te realiseren. Afstemming over deze planontwikkelingen van beide corporaties en het Spectrum verdient verdere onderlinge afstemming met alle betrokken partijen. Door deze ontwikkeling ontstaat de mogelijkheid om een scala van “haal –en brengdiensten” voor ouderen te realiseren. Naast functies als gezondheidszorg en andere voorzieningen voor ouderen zullen tevens de mogelijkheden worden bekeken om te voorzien in een aantal andere maatschappelijke functies zoals een wijkcentrum en kinderopvangvoorzieningen. Ook de gewenste bouw van een gymnastiekvoorziening t.b.v. de Weizigtschool en de Julianaschool zal hierbij worden betrokken. Fysiek programma Nieuwbouw Thureborgh + Nieuwbouw op de locatie van het Politiebureau (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Progrez is als ontwikkelaar voor Het Spectrum gestart met planontwikkeling voor nieuwbouw van Thureborgh. De opzet van het plan is vanwege de loskoppeling van zorg en wonen geheel anders

49

dan in de huidige situatie. Het plan wordt in samenhang met het plan voor nieuwbouw op de locatie van het politiebureau ontwikkeld. Het politiebureau is aangekocht en wordt ontwikkeld door Progrez. De locatie is aangewezen als de kern van de woon-zorgzone in Nieuw-Krispijn. In de plint zullen allerlei voorzieningen ten behoeve van de wijk worden ondergebracht. Nieuwbouw locatie Woonbron aan de oostzijde van de Nassauweg (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Woonbron ontwikkelt aan de oostzijde van de Nassauweg op de locatie tussen de Nassauweg en de JW Frisostraat een plan voor 4 stadsvilla’s met ca. 100 appartementen. Uitwerking stedenbouwkundige visie Nassauweg (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Als vervolg op de “wijktypologie Nieuw Krispijn” heeft het bureau Stedenbouw en Verkeer van SO opdracht gekregen de hierin gepresenteerde visie op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de Nassauweg, in samenhang met de hierboven genoemde projecten, nader uit te werken. Bewoners en belanghebbenden zullen in opeenvolgende stadia bij de opeenvolgende stadia van de nadere uitwerking worden betrokken. In 2008 zal de nadere uitwerking worden afgerond.

Inrichting speelplek bij de Hans Petrischool (Gemeentelijk projectleider Jos Engelen / SB) Naast de Hans Petrischool wordt een nog braak liggend terrein ingericht als voetbalplek voor de (oudere) jeugd. De inrichting van deze speelplek is een van de maatregelen die worden genomen om meer ruimte en activiteiten voor de jeugd te creëren in de wijk en de overlast door jongeren te beperken. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Deze zijn: Herinrichting omgeving tunnel Laan der VN (Gemeentelijk projectleider Cees van Oortmerssen / PM) Na de openstelling van de tunnel in het najaar van 2007 volgt de herinrichting van de directe omgeving. Groen en waterpartijen zullen worden aangelegd. Ook loopt nog een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden voor vestiging van tennisvereniging DLTC aan de kop van de nieuwe weg. DLTC is nu gevestigd in het Leerpark en moet worden verplaatst. Sloop 20 woningen aan de oostzijde van de Violenstraat (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Woonbron beëindigd de verhuring van 20 woningen aan de oostzijde van de Violenstraat omdat ze woon- en bouwtechnisch zijn verouderd. De uitverhuizing van bewoners is in 2007 gestart. Na volledige ontruiming zal de grond + de bebouwing worden overgedragen aan SO. Vervolgens zal de gemeente de opstallen slopen. Vanwege het zeer nabijgelegen spoor zullen er geen nieuwe woningen worden gebouwd. Het vrijgekomen terrein zal in overleg met de omwonenden worden ingericht. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. De projectmanager Wielwijk en het gebiedsteam west zullen de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen,

50

verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5 Organisatie in West Het gebiedsteam West bestaat uit: • Henk Peters (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Jos Engelen (gebiedsmanager Stadsbeheer) • vacature (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Voor alle wijken in Dordrecht-west is de huidige en toekomstige herstructurering aan de orde. De gebiedsmanager is opdrachtgever van alle projecten die in relatie tot de visies voor de herstructurering en daaruit voortvloeiende sociaal-economische en fysieke programma’s (voor zover deze verantwoordelijkheid niet bij de corporaties ligt). Voor de herstructurering bestaat een bijzonder verantwoordingskader, de Stuurgroep Dordt-West, waarin corporaties en gemeente samenwerken. Per wijk wordt een uitvoeringsorganisatie ingericht, passend bij de opgave. Voor Nieuw Krispijn moet dit nog ontwikkeld worden.

Samen aan de slag In 2006/2007 is in Dordt-west (mn. Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn) hard gewerkt de visies voor de herstructurering en vervolgens de uitvoeringsprogramma’s. Zowel de visies als de uitvoeringsprogramma’s zijn gemaakt in een productie tussen corporaties, gemeente en bewoners. Ook de verschillende organisaties in de wijken hebben hieraan een belangrijke steen bijgedragen. Ook in de uitvoering van de plannen voor de fysieke en sociale herstructurering van de wijk zal de samenwerking tussen de diverse partijen (gemeente, corporaties, bewoners en (wijk) organisaties belangrijk onderdeel van de werkwijze worden en blijven. Wijkontwikkeling is ten slotte een zaak van alle partijen in de wijk!

51

In 2009 is de leefbaarheidscore van nieuw krispijn een 6.5 (2007 = 6.4)

Verbeteren (sociale) veiligheid

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

Rapportcijfer oordeel over de buurt stijgt van 7.0 (2007) naar

7.2 in 2009

Het rapportcijfer veiligheid in de buurt stijgt van 6.6 in 2007 naar 6.7 in 2009

Het aandeel van de bevolking dat zich actief inzet voor de buurt stijgt van 15%

in 2007 naar 16 % in 2009

De score sociale samenhang stijgt van 5.7 in 2007 naar 5.8 in 2009

Rapportcijfer woonomgeving stijgt van 6.6 in 2007 naar 6,7 in 2009

Rapportcijfer leefbaarheid stijgt van 6,4 in 2007 naar 6,5 in 2009

Uitvoering van het herstructureringsprogramma Nieuw Krispijn (zowel sociaal-economisch als fysiek)

Beter samenleven

52

Projectnr./-naam Herstructuring Nieuw Krispijn

Locatie West

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Gebiedsmanager Dordrecht-West

Projectmanager Kees Tienhooven en Henk Peters

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In Dordrecht West op Stoom is afgesproken om voor de herstructurering van Nieuw Krispijn een visie en een uitvoeringsprogramma op te stellen. Deze visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” is in juli 2007 vastgesteld door de Raad en betrokken corporaties. Probleemstelling De leefbaarheid in Dordrecht-West staat onder druk. Daarbij is er sprake van een eenzijdige en verouderde woningvoorraad. Doelstelling De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West; 2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk. 2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen:

Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. Opdracht Uitvoering geven aan de visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” Opstellen en uitvoeren van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma t/m 2010. Begin- en einddatum project Doorlopend project tot ca 2025. Beschikbaar budget Zie de visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” en het (concept) sociaal-economisch programma Nieuw Krispijn

53

Uitvoeringsplan West, Crabbehof/Zuidhoven 2008

54

55

Uitvoeringsplan Crabbehof/Zuidhoven 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore3 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie; 3. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 4. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

3 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

56

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is opgesteld door de projectmanager Wielwijk in samenwerking met het gebiedsteam West. Hiervoor is gebruik gemaakt van het wijkjaarprogramma 2006, de visie “Kansen voor Crabbehof” en de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. Voor 2007 is er voor de wijken Wielwijk, Nieuw Krispijn en Crabbehof/ Zuidhoven geen uitvoeringsprogramma gemaakt. Dit vanwege het maken van herstructureringsvisies voor deze wijken. Voor Wielwijk is gelijk met de visie, een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma gemaakt voor de jaren 2007/2010. Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn wordt er op dit moment gewerkt aan een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma. 2.1.Terugblik 2007: Visies ontwikkelen Wielwijk en Crabbehof/Zuidhoven maken, samen met de wijken Oud Krispijn en Nieuw Krispijn, onderdeel uit van Dordrecht West. In heel Dordrecht West staat de leefbaarheid onder druk door een concentratie van lage inkomens gecombineerd met hoge werkloosheid, lage scholing, een lage sociale cohesie, criminaliteit en onveiligheid. Om het tij te keren is op 21 oktober 2004 door de corporaties en de gemeente Dordrecht het document “Dordrecht West op Stoom” ondertekend. Een belangrijke doelstelling hierin is het tegengaan de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lage inkomens en de verbetering van de leefbaarheid in Dordrecht West. Om de problemen in Dordrecht West structureel aan te pakken, is het nodig de kwaliteit van de woningvoorraad te verbeteren en te zorgen voor een divers aanbod aan woonmilieus. Tegelijkertijd dient een aanpak te worden ontwikkeld om de leefbaarheid te verbeteren en de kansen voor mensen uit de wijken te vergroten. De herstructurering moet naast fysieke ingrepen ook een sociale springplank bieden aan de huidige bewoners om hun situatie te verbeteren. In Oud Krispijn is rond 2000 gestart met de uitvoering van een omvangrijk fysiek en sociaal vernieuwingplan, een aanpak waarvan de resultaten duidelijk merkbaar zijn. Nu zijn de overige wijken in Dordrecht-West aan de beurt, waarbij dezelfde aanpak wordt gevolgd. Voor de wijken Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn is het afgelopen jaar gewerkt aan toekomstvisies. Deze visies vormen de basis voor de aanpak in de wijken. De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk. 2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: • Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig

s zijn; • Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; • Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. De kernstrategieën fysiek en sociaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beide hebben een functie in het aantrekken of vasthouden van sociaal actieve burgers in de wijk; burgers die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid in de wijk. Een leefbare wijk, met vooral

57

ook aandacht voor het imago ervan, is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk woonmilieu en daarmee voor het realiseren van de fysieke kernstrategie. Visieontwikkeling en bewonersbetrokkenheid Zoals eerder aangegeven is, zijn er het afgelopen jaar voor de wijken Nieuw Krispijn, Crabbehof en Wielwijk visies ontwikkeld die een beeld schetsen van de toekomst van de wijken tot ca. 2025. Hieraan worden vervolgens uitvoeringsplannen voor de periode tot 2015 gekoppeld. De opdracht was om aan de hand van een gedegen analyse te komen tot integrale toekomstvisies en uitvoeringsprogramma’s, die de nadruk leggen op zowel de fysieke als de sociaal-economische ontwikkeling van de beide wijken. Belangrijk was daarbij dat de plannen kunnen rekenen op een breed draagvlak. De visies zijn dan ook ontwikkeld in breed samengestelde projectgroepen. Met behulp van workshops, themabesprekingen, creatieve sessies en inloopbijeenkomsten is voortdurend de dialoog aangegaan met (vertegenwoordigers van) bewoners, gemeente, betrokken corporaties en relevante maatschappelijke organisaties. Hierdoor zijn plannen ontstaan waar zowel bewoners als gemeente, corporaties en maatschappelijke instellingen met enthousiasme aan willen gaan werken. De visies voor alle drie de wijken zijn in juli 2007 vastgesteld door de gemeenteraad (unaniem) en de directies van de betrokken corporaties (Woonbron, Progrez en Interstede). Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn worden op dit moment aan de hand van de visies sociaal-economische uitvoeringsprogramma’s opgesteld, voor Wielwijk is dit gelijk met de visie gebeurd. Terugblik Crabbehof/Zuidhoven aan de hand van het wijkjaarprogramma 2006 Algemeen De aangrenzende wijken Crabbehof en Zuidhoven, met hun typisch naoorlogse structuur en bouwstijl, kenmerken zich ook door hun groene woonomgeving. In andere opzichten echter zijn het twee aparte gebieden. Het grotere Crabbehof heeft veel inwoners met lage inkomens in sociale huurwoningen. In het kleine Zuidhoven wonen vooral mensen met hogere inkomens in duurdere koopwoningen. Geen wonder dat bewoners ook zelf vinden dat ze in aparte wijken wonen. In de woningvoorraad en in het openbaar gebied van Crabbehof worden in de komende vijftien jaar grote stedenbouwkundige ingrepen uitgevoerd. Daardoor gaat er veel veranderen. Uit de analyses blijkt bovendien dat ook de huidige toestand in Crabbehof op meerdere terreinen om een intensieve aanpak vraagt. Daarom gaat dit (evenals het vorige) uitvoeringsprogramma vooral over Crabbehof. De Monitor L&V Uit de monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2007 blijkt dat de bewoners van Crabbehof /Zuidhoven op veel punten niet tevreden zijn over hun wijk. Uit eerdere gegevens op buurtniveau (voor 2007 nog niet beschikbaar), weten we dat dit met name geldt voor Crabbehof: de bewoners van Zuidhoven zijn over het algemeen juist zeer tevreden. Dit betekent dat de gemiddelde cijfers een licht vertekend beeld geven van de werkelijkheid: veel te negatief voor Zuidhoven, licht te positief voor Crabbehof. Ten opzichte van 2005 scoort Crabbehof/Zuidhoven in 2007 op een groot aantal items lager, op een aantal punten zelfs het laagste van de stad. In het wijkjaarprogramma 2006 is als doel gesteld om de scores uit de monitor leefbaarheid en veiligheid op het niveau van 2005 te houden. Hiervoor waren geen extra middelen beschikbaar (itt bv 2004 met het programma Onze buurt aan zet). Dit lijkt niet ambitieus, maar is een hele opgave in een wijk die aangewezen is als (toekomstige) herstructureringswijk. Crabbehof heeft al jaren te maken met de negatieve gevolgen van eenzijdige goedkoop woningbezit (relatief slechte woonkwaliteit, grote verhuisgeneigdheid, relatief veel bewoners met een uitkering of zeer laag inkomen etc.etc.). Conclusie naar aanleiding de laatste monitor kan zijn dat de reguliere inspanningen op het terrein van leefbaarheid, sociale cohesie en veiligheid onvoldoende zijn gebleken om de situatie het niveau van 2005 te houden en of te verbeteren. Het is dan ook niet voor niets dat in 2005 is besloten om voor Crabbehof een toekomstvisie op te stellen en deze vervolgens uit te werken in een sociaal-economisch programma. Hierin wordt een groot scala extra maatregelen voorgesteld, bovenop de huidige inspanningen, om het tij te keren

58

Visieontwikkeling Het ontwikkelen van een visie voor de herstructurering van Crabbehof is in het wijkjaarprogramma 2006 benoemd als belangrijkste doelstelling/activiteit voor Crabbehof/Zuidhoven. Dit doel is behaald: de visie is vastgesteld in de zomer van 2007. in deze visie is afgesproken dat er voorlopig geen grootschalige fysieke ingrepen zullen plaatsvinden in Crabbehof. Fysieke herstructurering is aan de orde na 2015. Mede daarom is het van belang de komende jaren extra te investeren in leefbaarheid, intensief beheer en sociale samenhang. Hiervoor wordt vanaf jan. 2007 gewerkt aan het ontwikkelen van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma. Dit moet eind 2007 gereed zijn. Daarna, dus in 2008, zal de uitvoering van het sociaal-economisch programma, ter hand worden genomen. Doel van dit programma is om de leefsituatie van huidige en toekomstige bewoners van Crabbehof te verbeteren. Het sociaal-economisch programma voor Crabbehof moet nog worden vastgesteld in College en Raad en door de stuurgroep Dordt-west. Wielwijk en Crabbehof zijn in 2007 aangewezen als prachtwijken, dit betekent dat er vanuit rijk en Corporaties extra middelen beschikbaar zijn om tot uitvoering van het sociaal-economisch programma over te gaan. 2.2. Ambitie Crabbehof/Zuidhoven 2007 en 2010 De ambitie voor Crabbehof/Zuidhoven in 2006 was het niet verder laten dalen van de scores uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Dit is, zonder inzet van extra maatregelen, niet gelukt. Voor de komende jaren is echter een ambitieuzer doel geformuleerd, namelijk het op het Dordtse gemiddelde krijgen van de genoemde scores in 2025. Dit is dan ook een van de redenen voor het inzetten op een herstructureringsprogramma (na 2015) en een sociaal-economisch programma. In het visiedocument “Kansen voor Crabbehof” zijn deze doelstellingen en bijbehorende ontwikkelingsrichting verder uitgewerkt. In het sociaal-economisch programma voor Crabbehof/Zuidhoven wordt stapsgewijs toegewerkt naar een plek op het Dordts gemiddelde in 2025, op die punten waarin Crabbehof/Zuidhoven op dit moment negatief afwijkt. De eerste jaren (tot 2015) zijn de inspanningen op het fysieke vlak zeer beperkt, en moeten de resultaten vooral gehaald worden via het sociaal-economische programma. Ervaringen uit Oud Krispijn en Wielwijk leren echter dat een snelle en flinke verbetering van de scores uit de monitor juist gehaald worden met een goede combinatie van zowel fysiek als sociaal investeren. De ambities voor Crabbehof tot 2015 (dus tot aan fysieke herstructurering) kunnen hierdoor dus ook niet zeer hoog worden gesteld. Zie hiervoor het sociaal-economisch programma. Om in 2010 in Crabbehof/Zuidhoven een leefbaarheidscore van 6.1 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Deze doelen proberen we in Crabbehof/Zuidhoven te realiseren door de uitvoering van het sociaal-economisch programma. In dit programma zijn naast bovengenoemde doelen echter nog een groot aantal andere doelen opgenomen waarmee we de positie van de huidige en toekomstige bewoners ten opzichte van de gemiddelde Dordtenaar willen verbeteren. Bij het opstellen van de visie voor Crabbehof is uitgegaan van een start van de herstructurering vanaf 2015. Belangrijke reden hiervoor is dat het qua herhuisvesting niet mogelijk is om in alle wijken van Dordrecht-West tegelijkertijd te herstructureren. Omdat de woningen in Crabbehof relatief goed zijn (vergeleken met de herstructureringswijken Oud Krispijn en Wielwijk), is besloten hier pas na 2015 forse fysieke ingrepen te gaan plegen. De inzet tot 2015 is daarom vooral sociaal. De resultaten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid van 2007 geven echter aanleiding om dit uitgangspunt te herzien. Overwogen wordt om toch te starten met een beperkte herstructurering en beperkte ingrepen in de openbare ruimte ( beiden op belangrijke zichtlocaties). Hiermee kan

59

de negatieve spiraal die waarin de wijk zich bevindt, en ook het gebrek aan vertrouwen in de toekomst van de wijk door de bewoners wordt gekeerd. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. De focus ligt zoals al gezegd op de uitvoering van het sociaal-economisch programma. Bij het opstellen van de visie en het uitvoeringsprogramma zijn de cijfers van de monitor 2007 als ijkpunt gebruikt. In 2008 wordt in Crabbehof/Zuidhoven, als onderdeel van de uitvoering van de wijkvisie, gewerkt worden aan de hieronder genoemde projecten.

1. Sociaal economisch programma Crabbehof In dit programma wordt via 7 speerpunten de leef en woon situatie van huidige en toekomstige inwoners van Crabbehof verbeterd. De sociale cohesie en onderlinge betrokkenheid versterken (zoeken naar de overeenkomsten/raakvlakken) en de tolerantie vergroten tussen de verschillende groepen. Betrokkenheid van de bewoners bij de wijk. Het organiseren van ontmoeting in de buitenruimte. Dit voor elke groep op een voor hen aansprekende manier, bijvoorbeeld sport, kunst of cultuur te doen.

Output:

• Project kennen en gekend worden in heel Crabbehof door alle corporaties • Buurt-wijk en straatfeesten • Activiteiten voor verschillende groepen • Activiteiten waarbij cultuur centraal staat (kunstprojecten) • Sportactiviteiten • Project wijk voor wijk

Outcome indicatoren:

• De indicatorscore ‘sociale samenhang in de buurt’ stijgt van een 4,7 in 2007 naar een 4,8 in 2010 en een 4,9 in 2011;

• Het rapportcijfer ‘mensen in de buurt’ stijgt van een 6,2 in 2007 naar een 6,4 in 2010 en een 6,5 in 2011;

• Het rapportcijfer ‘sfeer in de buurt’ stijgt van een 6 in 2007 naar een 6,2 in 2010 en een 6,3 in 2011;

• Het percentage ‘gehechtheid aan de buurt’ stijgt van 53% in 2007 naar 58% in 2010 en 60% in 2011;

• Het percentage ‘medeverantwoordelijkheid’ stijgt van 66% in 2007 naar 68% in 2010 en 70% in 2011;

• Het percentage ‘actieve inzet’ stijgt van 11% in 2007 naar 13% in 2010 en 14% in 2011.

2. Leefbaarheid Omdat er in de komende jaren in Crabbehof een hoge verhuisgeneigdheid zal zijn, ligt verloedering op de loer. Dit vergt meer inspanning van de diverse spelers in de wijk. Er zal duidelijkheid moeten zijn over de leefregels die we hanteren. Samen met de bewoners, zowel individueel als groepsgewijs zullen deze leefregels moeten worden opgesteld.

Output: 1. Huisregels opstellen per complex of individu 2. Straat en pleinafspraken maken 3. Buurtbijeenkomsten over samenleven en gedrag 4. Buurtbemiddeling

60

5. Convenant veiligheid, aanpak panden in samenwerking GBA, sociale dienst, politie, woningcorporaties.

Outcome indicatoren:

• De indicatorscore ‘sociale samenhang in de buurt’ stijgt van een 4,7 in 2007 naar een 4,8 in 2010 en een 4,9 in 2011;

• Het percentage ‘actieve inzet’ stijgt van 11% in 2007 naar 13% in 2010 en 14% in 2011; • De indicatorscore ‘verloedering in de buurt’ daalt van een 5,5 in 2007 naar een 5,2 in 2010 en

een 5 in 2011; • De leefbaarheidscore stijgt van een 6 in 2007 naar een 6,1 in 2010 en een 6,2 in 2011; • Het rapportcijfer ‘leefbaarheid in de buurt’ stijgt van een 6,2 in 2007 naar een 6,4 in 2010 en

een 6,5 in 2011.

2. Schoon, heel, veilig en aantrekkelijk Om prettig in een wijk te wonen is het van belang om je veilig te voelen. Crabbehof heeft niet het imago van een veilige wijk voor al zijn bewoners. We zullen dan ook voor de verschillende groepen bewoners aandacht moeten hebben en zowel de oudere als jongere bewoner moeten benaderen. De inrichting past niet meer bij de huidige bewoners. Ook in de woningen zullen aanpassingen moeten komen. Op het beheer van de buitenruimte zal extra worden ingezet. We zullen hiertoe een breed scala aan activiteiten organiseren, om dit te bereiken. Output: 1. Schoon - Activiteiten om de wijkcontainers goed te gebruiken - Activiteiten om zwerfvuil tegen te gaan - Schouwrondes - Handhaving schoonhouden portieken - aanpassingen woningen en woonomgeving, kleur en fleur, bewoners initiatieven, kunstprojecten. - Beheerplan springplankwijk - Extra toezicht tuinonderhoud 2. Heel - Bevorderen gebruik wijklijn - Schouwrondes - Kwaliteit toevoegen, energiebesparende maatregelen 3. Veilig - Activiteiten en maatregelen om de verkeersveiligheid te verbeteren - Waar nodig verbeteren van de verlichting - Uitvoeren projecten inbraakpreventie - Aanpak overlastgevend gedrag - cursus veilig voelen voor ouderen - veilig winkelcentrum - Buurtpreventie - ondersteunen VVE’s Outcome indicatoren: • De indicatorscore ‘oordeel over de buurt’ stijgt van een 5,9 in 2007 naar een 6,1 in 2010 en

een 6,2 in 2011; • Het rapportcijfer ‘leefbaarheid in de buurt’ stijgt van een 6,2 in 2007 naar een 6,4 in 2010 en

een 6,5 in 2011; • Het rapportcijfer ‘veiligheid in de buurt’ stijgt van een 5,9 in 2007 naar een 6,1 in 2010 en een

6,2 in 2011.

61

3. Individuele problematiek De woon- en leefomstandigheden van kwetsbare bewonersgroepen in de wijk moeten verbeterd worden. Specifiek aandachtspunt is daarbij het zo vroeg mogelijk signaleren van de armoede problematiek en het bestrijden van de gevolgen daarvan. Ook op het gebied van gezondheid is extra aandacht nodig. Om een bijdrage te kunnen leveren aan je eigen woonomgeving moet je eerst je eigen “stoepje” schoon kunnen houden met andere woorden, eerst zullen we de problemen van alle dag inzichtelijk moeten maken en hierbij ondersteuning bieden. We zullen dit doen gaan doen projecten in te zetten die dit mogelijk maken, zoals achter de voordeur en de werkmakelaar. Wij zullen er zorg voor moeten dragen dat bewoners met Multi-problems op adequate wijze worden geholpen.

Output:

• Project “signalen bij elkaar brengen” • Breed cursusaanbod oa. Budgettrainingen, taalvaardigheid, leren solliciteren,

empowerment en weerbaarheid • Laagdrempelig spreekuur /steunpunt voor dienstverlening • Project kansen voor bewoners, waar initiatieven van bewoners actief worden

ondersteund • Project 1 loket • Maatwerk bij woonruimte verdeling. De mutatiegraad in deze wijk is erg hoger dan in de

andere wijken. • Start Project Achter de Voordeur

Outcome: • Armoede: Sociale Staat, website SGB: Het aandeel inwoners uit Crabbehof/Zuidhoven dat

aangeeft vaak geldzorgen te hebben was in 2005 25%, dit tegenover 18% in Dordrecht als geheel. In 2010 geeft 23 % van de inwoners van Crabbehof/Zuidhoven aan vaak geldzorgen te hebben.

• Gezondheid: Sociale Staat, website SGB: Het aandeel inwoners uit Crabbehof/Zuidhoven dat de eigen gezondheid matig/slecht vindt was in 2005 26%, dit tegenover 15% in Dordrecht als geheel. In 2010 geeft 23% van de inwoners van Crabbehof/Zuidhoven aan de eigen gezondheid matig/slecht te vinden.

• Afname multi problemgezinnen 5. Imago Tijdens de bijeenkomsten bleek dat het beeld wat de stad en de bewoners hebben over Crabbehof niet onverdeeld positief is. Dit gaan we aanpakken door de nog meer bewoners te betrekken bij de plannen en te zorgen dat de activiteiten die plaatsvinden in beeld en bekend zijn bij de bewoners.

Output:

• Zichtbaar maken van alle activiteiten in de wijk d.m.v. nieuwsbrieven en folders • Goed afgestemd pr beleid (corporaties gemeente en DWO) t.a.v. positieve pers • Website met actuele informatie over de wijk • Borden, posters etc aan doorgaande routes in de betreffende buurt over buurt en

wijkverbetering.

Outcome:

• Het percentage ‘de buurt zal vooruit gaan’ stijgt van 11% in 2007 naar 12% in 2010 en 13% in 2011

• Het percentage ‘actieve inzet’ stijgt van 11% in 2007 naar 13% in 2010 en 14% in 2011 • De leefbaarheidsscore stijgt van een 6 in 2007 naar een 6,1 in 2010 en een 6,2 in 2011.

62

6. Jeugd en jongeren

Deze in Crabbehof grote groep verdient extra aandacht. Niet allen de groep die in de foyers woont maar alle jongeren tot 23 jaar. Belangrijk is dat we de ontwikkelingskansen van de jeugd en jongeren vergroten. We doen dit door o.a. het terug dringen van de jeugdwerkloosheid en het versterken van voorzieningenstructuur . Ook zetten we in op gezondheid en sport. Het is van doorslaggevend belang om jeugd en jongeren te betrekken bij de organisatie van de op te zetten activiteiten.

Output: Voortzetting van het ‘BOS-project’ i.s.m. de scholen en GGD Doe ff gezond, een integrale aanpak met sport, spel en gezonde voeding Uitbreiding recreatieve activiteiten voor jeugd en jongeren, in samen werking met o.a.

kunst en cultuur makelaar, jongerenwerk, sportclubs etc. Ouderen betrekken bij problemen jongeren, coachen Ouderen en jongeren samenbrengen, opvang voor kinderen en tienermoeders in de

Klockelaer

Outcome:

• Tevredenheid voorzieningen, het percentage ‘jongeren die vinden dat er niet genoeg te doen is in de buurt’ daalt van 59% in 2003 naar 55% in 2010Het ‘aandeel jongeren met een bijbaan’ stijgt van 33% in 2003 naar 37% in 2010 .

• Het ‘aandeel jongeren dat zich vaak of af en toe verveelt’ daalt van 59% in 2003 naar 50% in 2010

• Het aandeel niet werkende werkzoekende jongeren onder de 23 jaar uit Crabbehof/Zuidhoven daalt van10,4 % in 2007 naar 8% in 2010;

6. Werk

In Crabbehof is de werkloosheid, vooral onder jongeren hoog. De aanwezig van de Foyer biedt niet alleen kansen voor de jongeren maar ook voor de andere jonge starters die in Crabbehof willen wonen. Ook voor de huidige bewoners zoals bijv. de allochtone vrouwen zal extra aandacht nodig zijn.

Output: • Ontwikkelen van bedrijvigheid in de diverse plinten • Het opzetten van leerwerkplaatsen • Inzetten werkmakelaar • Opzetten van een vrouwenwerkplaats

Outcome indicatoren:

• Het ‘aandeel jongeren met een bijbaan’ stijgt van 33% in 2003 naar 40% in2010; • Het ‘werkloosheidsaandeel, inwoners 15-64 jaar’ daalt van 11,6% in 2006 naar 6,5% in 2010; • Het ‘uitkeringsaandeel, inwoners 15 jaar of ouder’ daalt van 7,7% in 2006 naar 5% in 2010. Fysieke maatregelen

• Herinrichting Colijnstraat-noord + groengebied (Gemeentelijk projectleider Lydia Schrijvers / SO) In opdracht van SO is in goed overleg met de omwonenden en Woonbron een plan gemaakt voor herinrichting van de straat. De bestaande woonerfinrichting wordt vervangen door een straat met aan één zijde een breed trottoir en parkeervakken. De straat wordt doodlopend voor autoverkeer en er worden, in relatie met de Foyer, speel- en ontmoetingsplaatsen voor jong en oud gerealiseerd. De uitvoering start in 2008. Ook de oplevering zal in 2008 plaats vinden.

• Sloop en Nieuwbouw “Vijverhof”

63

(Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) In opdracht van de Stichting Crabbehoff wordt een plan gemaakt voor sloop en nieuwbouw van de Vijverhof. Het plan zal in 2008 verder worden uitgewerkt. De start van de werkzaamheden staat in 2009 gepland.

• Stedenbouwkundige studie spoorzone en westrand (Gemeentelijk projectleider Henk Peters/ SO) Als vervolg op de wijkvisie “Kansen voor Crabbehof” heeft het bureau Stedenbouw en Verkeer van SO opdracht gekregen een nadere studie te verrichten naar de ontwikkelingsmogelijkheden voor de Spoorzone met als functie recreatief gebruik en de Westrand als mogelijke herontwikkelingslocatie op termijn voor woningbouw voor midden en hogere inkomens. Bewoners en belanghebbenden zullen in opeenvolgende stadia bij de studies worden betrokken. In 2008 zullen de studies worden afgerond. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Deze zijn: Herinrichting omgeving tunnel Laan der VN (Gemeentelijk projectleider Cees van Oortmerssen / PM) Na de openstelling van de tunnel in het najaar van 2007 volgt de herinrichting van de directe omgeving. Groen en waterpartijen zullen worden aangelegd. Herontwikkeling Pabo-locatie / “Park Zuidhof” (Gemeentelijk projectleider Willem van Leeuwen / SO) Project met drie appartement gebouwen ontwikkeld door een marktpartij. Verkoop van de appartementen uit het eerste gebouw is gestart. Beroep tegen de bouwvergunning is door B&W ongegrond verklaard. Nieuwbouw “Buitenhof” (Gemeentelijk projectleider Ad van Tilburg / PM) Het woningbouwproject wordt in 2008 opgeleverd. De woonwagenlocatie, 17 woonwagenstandplaatsen, wordt in 2008 ingericht. De 10 woonwagenwoningen worden in 2008 opgeleverd. Nieuwbouw “Smitshoek” vm. Ufkesterrein (Gemeentelijk projectleider Willem van Leeuwen / SO) De verkoop van dit woningbouwproject met 65 ééngezinswoningen is in 2007 gestart. Start van de bouw staat voor 2008 gepland. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. De projectmanager Wielwijk en het gebiedsteam west zullen de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen.

64

2.5 Organisatie in West Het gebiedsteam West bestaat uit: • Henk Peters (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Jos Engelen (gebiedsmanager Stadsbeheer) • vacature (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Voor alle wijken in Dordrecht-west is de huidige en toekomstige herstructurering aan de orde. De gebiedsmanager is opdrachtgever van alle projecten die in relatie tot de visies voor de herstructurering en daaruit voortvloeiende sociaal-economische en fysieke programma’s (voor zover deze verantwoordelijkheid niet bij de corporaties ligt). Voor de herstructurering bestaat een bijzonder verantwoordingskader, de Stuurgroep Dordt-west, waarin corporaties en gemeente samenwerken. Per wijk wordt een uitvoeringsorganisatie ingericht, passend bij de opgave. Voor Crabbehof moet dit nog ontwikkeld worden.

Samen aan de slag In 2006/2007 is in Dordt-west (mn. Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn) hard gewerkt de visies voor de herstructurering en vervolgens de uitvoeringsprogramma’s. Zowel de visies als de uitvoeringsprogramma’s zijn gemaakt in een productie tussen corporaties, gemeente en bewoners. Ook de verschillende organisaties in de wijken hebben hieraan een belangrijke steen bijgedragen. Ook in de uitvoering van de plannen voor de fysieke en sociale herstructurering van de wijk zal de samenwerking tussen de diverse partijen (gemeente, corporaties, bewoners en (wijk) organisaties belangrijk onderdeel van de werkwijze worden en blijven. Wijkontwikkeling is ten slotte een zaak van alle partijen in de wijk!

65

In 2010 is de leefbaarheidscore van Crabbehof een 6,1 (2007 = 6.0)

Verbeteren (sociale) veiligheid

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

Rapportcijfer oordeel over de buurt stijgt van 5,9 (2007) naar

6,1 in 2009

Het rapportcijfer veiligheid in de buurt stijgt van 5,9 in 2007 naar 6,1 in 2009

Het aandeel van de bevolking dat zich actief inzet voor de buurt stijgt van 11%

in 2007 naar 13 % in 2009

De score sociale samenhang stijgt van 4,7 in 2007 naar 4,8 in 2009

Rapportcijfer woonomgeving stijgt van 6,1 in 2007 naar 6,2 in 2009

Indicator score leefbaarheid stijgt van 6,2 in 2007 naar 6,4 in 2009

Uitvoering van het sociaal-economisch programma Crabbehof

Beter samenleven

66

Projectnr./-naam Herstructuring Crabbehof

Locatie West

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Gebiedsmanager Dordrecht-West

Projectmanager

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In Dordrecht West op Stoom is afgesproken om voor de herstructurering van Crabbehof een visie en een uitvoeringsprogramma op te stellen. Deze visie “Kansen voor Crabbehof” is in juli 2007 vastgesteld door de Raad en betrokken corporaties. Probleemstelling De leefbaarheid in Dordrecht-West staat onder druk. Daarbij is er sprake van een eenzijdige en verouderde woningvoorraad. Doelstelling De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk. 2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: • Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; • zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; • Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. Opdracht Uitvoering geven aan de visie “Kansen voor Crabbehof” Opstellen en uitvoeren van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma t/m 2010 Begin- en einddatum project Doorlopend project tot ca 2025. Beschikbaar budget Zie de visie “Kansen voor Crabbehof” en het (concept) sociaal-economisch programma Crabbehof

67

Uitvoeringsplan West, Wielwijk 2008

68

69

Uitvoeringsplan Wielwijk 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore4 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

4 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

70

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is opgesteld door de projectmanager Wielwijk in samenwerking met het gebiedsteam West. Hiervoor is gebruik gemaakt van het wijkjaarprogramma 2006, de visie en het uitvoeringsprogramma Wielwijk sterk en weerbaar en de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. Voor 2007 is er voor de wijken Wielwijk, Nieuw Krispijn en Crabbehof geen uitvoeringsprogramma gemaakt. Dit vanwege het maken van herstructureringsvisies voor deze wijken. Voor Wielwijk is gelijk met de visie, een sociaal- economisch uitvoeringsprogramma gemaakt voor de jaren 2007/2010. Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn wordt er op dit moment gewerkt aan een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma. 2.1.Terugblik 2007: Visies ontwikkelen Wielwijk en Crabbehof maken, samen met de wijken Oud Krispijn en Nieuw Krispijn, onderdeel uit van Dordrecht West. In heel Dordrecht West staat de leefbaarheid onder druk door een concentratie van lage inkomens gecombineerd met hoge werkloosheid, lage scholing, een lage sociale cohesie, criminaliteit en onveiligheid. Om het tij te keren is op 21 oktober 2004 door de corporaties en de gemeente Dordrecht het document “Dordrecht West op Stoom” ondertekend. Een belangrijke doelstelling hierin is het tegengaan de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lage inkomens en de verbetering van de leefbaarheid in Dordrecht West. Om de problemen in Dordrecht West structureel aan te pakken, is het nodig de kwaliteit van de woningvoorraad te verbeteren en te zorgen voor een divers aanbod aan woonmilieus. Tegelijkertijd dient een aanpak te worden ontwikkeld om de leefbaarheid te verbeteren en de kansen voor mensen uit de wijken te vergroten. De herstructurering moet naast fysieke ingrepen ook een sociale springplank bieden aan de huidige bewoners om hun situatie te verbeteren. In Oud Krispijn is rond 2000 gestart met de uitvoering van een omvangrijk fysiek en sociaal vernieuwingplan, een aanpak waarvan de resultaten duidelijk merkbaar zijn. Nu zijn de overige wijken in Dordrecht-West aan de beurt, waarbij dezelfde aanpak wordt gevolgd. Voor de wijken Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn is het afgelopen jaar gewerkt aan toekomstvisies. Deze visies vormen de basis voor de aanpak in de wijken. De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West; 2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk. 2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen:

Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. De kernstrategieën fysiek en sociaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beide hebben een functie in het aantrekken of vasthouden van sociaal actieve burgers in de wijk; burgers die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid in de wijk. Een leefbare wijk, met vooral ook aandacht voor het imago ervan, is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk woonmilieu en daarmee voor het realiseren van de fysieke kernstrategie.

71

Visieontwikkeling en bewonersbetrokkenheid Zoals eerder aangegeven is, zijn er het afgelopen jaar voor de wijken Nieuw Krispijn, Crabbehof en Wielwijk visies ontwikkeld die een beeld schetsen van de toekomst van de wijken tot ca. 2025. Hieraan zijn vervolgens uitvoeringsplannen voor de periode tot 2015 gekoppeld. De opdracht was om aan de hand van een gedegen analyse te komen tot integrale toekomstvisies en uitvoeringsprogramma’s, die de nadruk leggen op zowel de fysieke als de sociaal-economische ontwikkeling van de beide wijken. Belangrijk was daarbij dat de plannen kunnen rekenen op een breed draagvlak. De visies zijn dan ook ontwikkeld in breed samengestelde projectgroepen. Met behulp van workshops, themabesprekingen, creatieve sessies en inloopbijeenkomsten is voortdurend de dialoog aangegaan met (vertegenwoordigers van) bewoners, gemeente, betrokken corporaties en relevante maatschappelijke organisaties. Hierdoor zijn plannen ontstaan waar zowel bewoners als gemeente, corporaties en maatschappelijke instellingen met enthousiasme aan willen gaan werken. De visies voor alle drie de wijken zijn in juli 2007 vastgesteld door de gemeenteraad (unaniem) en de directies van de betrokken corporaties (Woonbron, Progrez en Interstede). Voor Crabbehof en Nieuw Krispijn worden op dit moment aan de hand van de visies sociaal-economische uitvoeringsprogramma’s opgesteld, voor Wielwijk is dit gelijk met de visie gebeurd. Terugblik Wielwijk aan de hand van het wijkjaarprogramma 2006 Het ontwikkelen van de visies en het uitvoeringsprogramma voor de herstructurering is in het wijkjaarprogramma 2006 benoemd als belangrijkste doelstelling/activiteit voor Wielwijk. Dit doel is behaald: de visie is vastgesteld in de zomer van 2007, het sociaal-economisch programma al in januari 2007. In 2005 was de score van Wielwijk op een groot aantal items uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid het laagste van heel Dordrecht. In de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 is te zien dat Wielwijk op veel items gelijk of iets hoger scoort dan in 2005. Op dit moment komt – van alle Dordtse wijken - Crabbehof het slechtst naar voren uit de meting. In het wijkjaarprogramma 2006 is als doel gesteld om de scores van 2005 niet verder te laten verslechteren. Dit lijkt niet ambitieus, maar is een hele opgave in een wijk waarin het complete hart (het Admiraalsplein met zijn winkelcentrum, plein, buurthuis en andere voorzieningen) op de schop is. En niet alleen het hart wordt vernieuwd, ook in de Zeehavenbuurt wordt hard gewerkt aan de nieuwbouw van woningen en woonomgeving. Dergelijke projecten hebben aan de ene kant een positief effect op de wijk, maar zorgen ook voor veel onrust, verhuisbewegingen, overlast etc. in buurt en wijk. De resultaten van het sociaal-economische programma en de visie voor de herstructurering zijn in de cijfers van 2007 niet terug te vinden, deze zijn ook pas in 2007 goedgekeurd en van start gegaan. Op een punt scoort Wielwijk echter opvallend goed: het oordeel over de eigen buurt. Samen met Oud Krispijn scoort Wielwijk het beste van de stad, 29% van de inwoners vindt dat hun buurt vooruit is gegaan (gem.voor Dordrecht 13%). Wijkveiligheidsanalyse Wielwijk De top-3 van veiligheidsproblemen in Wielwijk bestaat uit : 1: Overlast (overlast door groepen jongeren, overlast door omwonenden, geluidsoverlast) 2: Jongerenoverlast 3: Huiselijk geweld In het sociaal programma Wielwijk worden (onder het speerpunt “schoon, heel en veilig” en onder het speerpunt “Gewoon jong in wielwijk” maatregelen genomen om met name de overlast genoemd onder punt 1 en 2 te verminderen.

72

2.2. Ambitie Wielwijk 2007 en 2010 De ambitie voor Wielwijk in 2006 was het niet verder laten dalen van de scores uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid. Met name gaat het dan om de leefbaarheidscore en de score sociale samenhang. In 2007 zijn deze scores gelijk gebleven of licht verbeterd. Voor de komende jaren is echter een veel ambitieuzer doel geformuleerd, namelijk het op het Dordtse gemiddelde krijgen van de genoemde scores in 2015. Dit is dan ook een van de redenen voor het inzetten op een ambitieus herstructureringsprogramma en een sociaal-economisch programma. In het visiedocument “Wielwijk Sterk en Weerbaar” zijn deze doelstellingen en bijbehorende ontwikkelingsrichting verder uitgewerkt. In het sociaal-economisch programma voor Wielwijk wordt stapsgewijs toegewerkt naar een plek op het Dordts gemiddelde, op die punten waarin Wielwijk op dit moment negatief afwijkt. Om in 2010 in Wielwijk een leefbaarheidscore van 6.3 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Deze doelen proberen we in Wielwijk te realiseren door de uitvoering van het sociaal-economisch programma. In dit programma zijn naast bovengenoemde doelen echter nog een groot aantal andere doelen opgenomen waarmee we de positie van de huidige en toekomstige bewoners ten opzichte van de gemiddelde Dordtenaar gaan verbeteren. Een zeer belangrijk punt is ook de uitvoering van het fysieke herstructureringsprogramma. Hierin is de nieuwbouw voorzien van scholen, een wijkcentrum, sportvoorzieningen, wegen, speelplekken en een groot aantal woningen. Komende jaren zal dit voor overlast, veel verhuisbewegingen, ongemak en overlast zorgen. Taak is om de negatieve gevolgen van de fysieke herstructurering tot een minimum te beperken. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. De focus ligt zoals al gezegd op de uitvoering van het fysiek en sociale herstructureringsprogramma. Door hierop in te zetten verwachten wij de missie in 2006 geformuleerde missie ´Wielwijk naar het midden en op orde’ te realiseren. Bij het opstellen van de visie en het uitvoeringsprogramma zijn de cijfers van de monitor 2005 als ijkpunt gebruikt, het programma is opgesteld in 2006. In 2008 wordt in Wielwijk, als onderdeel van de uitvoering van de wijkvisie, gewerkt worden aan de hieronder genoemde projecten.

Sociaal economisch programma Wielwijk (projectmanager Wielwijk : Jacqueline Gommans) In dit programma wordt via 7 speerpunten de leef en woon situatie van huidige en toekomstige Wielwijkers verbeterd.

De 7 speerpunten zijn:

1. Wielwijk betrokken en positief in beeld

Het bevorderen van de betrokkenheid van bewoners bij de herstructurering Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer in de wijk (buren die elkaarkennen en spreken) Het bevorderen van het beeld van Wielwijk als aangename wijk om te wonen Bij het visieontwikkelingsproces is veel aandacht besteed aan het betrekken en informeren van bewoners. Dit wordt de komende jaren voortgezet, omdat alleen door de betrokkenheid van de verschillende partijen aanpak succes gegarandeerd is. De communicatie over de planvorming en de uitvoering hiervan levert een positieve bijdrage aan het imago van Wielwijk.

73

Output: • Een goed functionerende klankbordgroep Wielwijk • Een nader af te spreken aantal werkgroepen bij de fysieke ingrepen • Een uitgevoerd jaarplan met participatie-activiteiten • Communicatieplan met uitvoering activiteiten website, nieuwsbrief, inloop/bewonersavonden,

infolijn • Uitvoering imago-onderzoek Wielwijk Outcome/indicatoren: • Rapportcijfer ‘Algemeen oordeel over de buurt’ van 6,2 in 2005 naar 6,4 in 2009* • ‘Aandeel van de bevolking dat zich het afgelopen jaar actief heeft ingezet om de eigen buurt

te verbeteren’ van 18% in 2005 naar 20% in 2009 • Rapportcijfer ‘Sfeer in de buurt’ van 6,5 in 2005 naar 6,7 in 2009. • Het percentage bewoners dat denkt dat het volgend jaar beter gaat is toegenomen van 31 %

in 2005 naar 40% in 2009. • Het percentage bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de buurt is gestegen van

63% in 2005 naar 74 % in 2009.

2. Wielwijk kansrijk

Het vergroten van de sociale samenhang en daarmee de leefbaarheid van de wijk. We worden hierbij geïnspireerd door de uit Amerika afkomstige Asset-Based Community Development (ABCD) methode. Voor deze aanpak wordt een ‘kansenmakelaar’ aangesteld die bewoners ondersteund om kansen op te pakken (kansenhulp). Er is een budget beschikbaar om projecten uit te financieren en er komt een ‘Kansenwinkel’ in de wijk als motor voor innovatieve ideeën en als ontmoetings- en informatiepunt. Door de betrokkenheid en de actieve inzet van de bewoners te verhogen wordt een vitale, leefbare buurt verkregen. Output: • 2007: minimaal 4 bewonersinitiatieven • 2008: minimaal 5 bewonersinitiatieven • 2009: minimaal 7 bewonersinitiatieven Outcome: • ‘Score sociale samenhang’ van 5,3 in 2005 naar 5,5 in 2009* • ‘Aandeel van de bevolking dat zich het afgelopen jaar actief heeft ingezet om de eigen buurt

te verbeteren’ van 18% in 2005 naar 20% in 2009

3. Achter de voordeur in Wielwijk

Inzicht krijgen in de woonwensen van de bewoners, dit in het kader van de fysieke herstructureringsplannen van Wielwijk. Problemen van huishoudens opsporen en tegelijkertijd oplossen. De onderlinge betrokkenheid van bewoners in de wijk bevorderen. Het benutten van talenten en capaciteiten van bewoners. Bij dit project worden per buurt alle bewoners geïnterviewd. De aanpak is hierbij niet alleen gericht op hulpverlening maar er zal ook ingespeeld worden op de talenten van de bewoners. De ABCD-methode geeft de handvatten hiervoor. Middels een voorzieningencheck zal beoordeeld worden of er wellicht geen gebruik wordt gemaakt van voorzieningen waar men wel recht op heeft (denk aan huur- en zorgtoeslagen, bijzondere bijstand, kwijtschelding lokale belastingen). De huisbezoeker kan bewoners bij eenvoudige vragen of problemen zelf helpen. Bij meervoudige problematiek wordt een casemanager ingeschakeld om de problemen op te lossen. De uitkomst kan ook zijn dat de “ kansenmakelaar” of de “werkmakelaar” ingeschakeld wordt. Er zullen 250 huishoudens per jaar worden uitgenodigd om mee te doen. Output pilot 2007 : • 250 huishoudens zullen zijn bezocht en problemen opgelost of er wordt gewerkt aan de

oplossing. • bij 75 % van de bezochte huishoudens is de voorzieningencheck uitgevoerd

74

• evaluatie pilot en evt. bijgestelde uitvoering t/m 2009 Outcome: • ‘Score sociale samenhang’ van 5,3 in 2005 naar 5,5 in 2009* • ‘Aandeel van de bevolking dat zich het afgelopen jaar actief heeft ingezet om de eigen buurt

te verbeteren’ van 18% in 2005 naar 20% in 2009 • Afname van het aantal “probleemgezinnen”

4. Gewoon jong in Wielwijk

Vergroten van de ontwikkelingskansen van de jeugd en jongeren Terugdringen van de jeugdwerkloosheid Versterken van de voorzieningenstructuur De jeugd heeft de toekomst, maar voor de Wielwijkse jeugd mag die wel wat rooskleuriger worden; gezonder, sportiever, met een schooldiploma en kans op werk. De jeugd van 0-23 jaar heeft extra aandacht nodig! Daarbij zal het gaan om aandacht voor de kleine groep jongeren die overlast veroorzaakt, maar ook om de brede groep kinderen en jongeren die dat niet doen, maar die het toch niet gemakkelijk hebben. Output • Activiteiten programma voor de jeugd 0-12 jaar. • BOS-project • (Voortzetting) Buiten spelen Binnen spelen • Platform voor jongeren • Activiteiten programma jongeren 13-23 jaar • Werkmakelaar voor jongeren • Klusdienst/sleutelgarage • Sloopbedrijf Tweedehands bouwmarkt. i.s.m. ROC Outcome: • Tevredenheid voorzieningen, ‘Jongeren die vinden dat er niet genoeg te doen is in de buurt’

van 58% in 2003 naar 50% in 2009. • ‘Aandeel jongeren met een bijbaan’ van 22% in 2003 naar 34% in 2009. • ‘Aandeel jongeren dat zich vaak of af en toe verveelt’ van 66% in 2003 naar 55% in 2009 • Werkloosheid onder jongeren is gedaald. • Aantal jongeren zonder startkwalificatie is gedaald.

5. Wielwijk werkt!

Bewoners van Wielwijk toeleiden naar werk. Twee “werkmakelaars Wielwijk” gaan bemiddelen tussen de werkzoekenden in Wielwijk en de bedrijven in de regio en gaan samen met bijvoorbeeld het Da Vinci College leerwerkprojecten opzetten. Eén werkmakelaar richt zich daarbij specifiek op jongeren die op zoek zijn naar vakantiewerk of een bijbaan. De andere werkmakelaar helpt mensen die op zoek zijn naar werk als dagbesteding. Tevens zullen twee kleine bedrijven door bewoners worden opgezet, een klusdienst/sleutelgarage en een sloopbedrijf. Behalve dat dit mensen toe leidt naar werk, draagt het ontplooien van economische activiteiten ook bij aan de levendigheid in de wijk. Output: • Middels werkmakelaar 1 (werk als dagbesteding) zijn 45 mensen aan het werk geholpen. • Middels werkmakelaar 2 (voor jongeren, vakantiewerk/bijbaan) zijn 120 jongeren aan het

werk geholpen. • Een klusdienst/sleutelgarage • Een sloopbedrijf Outcome: • ‘Aandeel jongeren met een bijbaan’ van 22% in 2003 naar 34% in 2009. • ‘Werkloosheidsaandeel, inwoners 15-64 jaar ’ van 17,7% in 2005 naar 10% in 2009.

75

• ‘Uitkeringsaandeel, inwoners 15-64 jaar’ van 13,7% in 2005 naar 10% in 2009. • Werkloosheid onder jongeren is gedaald.

6. Kunst, cultuur en sport als dragers voor ontmoeting

Het bevorderen van integratie van de diverse bewonersgroepen in de wijk. Het bevorderen van deelname van bewoners van Wielwijk op het gebied van kunst, cultuur ensport. Met incidentele financiering loopt op dit moment al een aantal fantastische initiatieven in de wijk. Bewoners maken theatervoorstellingen over gebeurtenissen uit het dagelijkse leven in de wijk binnen het project Wielwijk toneelwijk. In leegstaande winkelruimtes zijn diverse kunstenaarsinitiatieven te vinden. Ook op sportgebied zijn de eerste stappen gezet. Op dit gebied zal echter veel meer worden geïnvesteerd en wel op zo’n manier dat het de basis legt voor (interculturele) ontmoeting. Ten eerste komen er op verschillende plaatsen in de wijk ontmoetingsplekken met een bijzondere uitstraling. Op deze plekken worden banken, afdakjes of andere elementen geplaatst die ontmoetingen stimuleren. Ten tweede gaan er activiteiten plaatsvinden door en voor bewoners op het gebied van kunst en cultuur. Een voorbeeld is het maken van een toneelvoorstelling door bewoners van Wielwijk onder professionele begeleiding. De voorstelling kan vervolgens worden voorgedragen aan alle bewoners van Wielwijk. Op deze wijze vindt er op twee niveau’s integratie van bewoners plaats. Allereerst bij de toneelspelers onderling, ten tweede bij de opvoering van de voorstelling. Tenslotte komen er sportactiviteiten specifiek voor jongeren en voor ouderen. Output: • 50-bankenplan • Activiteiten op het gebied van kunst en cultuur • Activiteiten op het gebied van kunst en cultuur voor jeugd en jongeren Sportactiviteiten voor

ouderen • Sportactiviteiten voor jeugd en jongeren • Kunstroute door de wijk Outcome: • ‘Score sociale samenhang’ van 5,5 in 2005 naar 6.0 in 2009 • ‘Aandeel van de bevolking dat zich het afgelopen jaar actief heeft ingezet om de eigen buurt

te verbeteren’ van 18% in 2005 naar 20% in 2009

7. Schoon, heel en veilig!

Verhogen van het beheerniveau van de wijk waardoor het leefbaarheid van de wijk toeneemt. Het groene karakter van de leefomgeving wordt gekoesterd, maar de anonieme inrichting leidt ertoe dat bewoners het niet meer ervaren als een eigen en bruikbare plek. Juist voor een wijk die al jaren verbouwd is en ook de komende jaren flink op de schop gaat, is aandacht voor de leefbaarheid van cruciaal belang. In Wielwijk moeten we zorgen dat de wijk schoon, heel en veilig is. In deze opsomming staat veilig niet voor niets onderstreept; juist dit aspect wordt door bewoners heel belangrijk gevonden. Er zal een groot scala aan extra activiteiten worden uitgevoerd om dit te bereiken. Output: 1. Schoon - Activiteiten in wijkcontainers goed te gebruiken - Activiteiten om zwerfvuil tegen te gaan - Schouwrondes - Handhaving schoonhouden portieken 2. Heel - Bevorderen gebruik wijklijn

76

- Schouwrondes - Kwaliteit toevoegen 3. Veilig - Activiteiten en maatregelen om de verkeersveiligheid te verbeteren - waar nodig verbeteren van de verlichting - Uitvoeren projecten inbraakpreventie - Activiteiten om de slooplocaties zo goed mogelijk te beheren - Aanpak overlastgevend gedrag Outcome: • Rapportcijfer oordeel over de buurt stijgt van 6.2 in 2005 naar 6.4 in 2009* • Rapportcijfer leefbaarheid stijgt van 6.5 in 2005 naar 6.8 in 2009* • Leefbaarheidscore stijgt van 6.1 in 2005 naar 6.3 in 2009* • Rapportcijfer woonomgeving 6.3 in 2005 naar 6.5 in 2009* • Rapportcijfer veiligheid in de buurt stijgt van 6.1 in 2005 naar 6.3 in 2009* • Indicatorscore leefbaarheid stijgt van 6,5 in 2005 naar 6,8 in 2009 Een uitgebreide omschrijving van het sociale programma is te vinden via de website www.wielwijk.nl. Hier is ook het visiedocument Wielwijk sterk en weerbaar, met een opsomming van de fysieke maatregelen te vinden. Fysiek programma herstructurering: Nieuwbouw van der Kloosterstraat (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Woonbron is opdrachtgever voor de herontwikkeling van de locatie van der Kloosterstraat zuidzijde. Hier staat nu een blok met 40 portieketagewoningen. Dit zal worden gesloopt en plaats maken voor een project met 56 appartementen. De planvorming voor dit project zal in 2008 worden afgerond. De sloop zal naar verwachting in 2008 starten. Nieuwbouw van Callenburghstraat (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Voor het braakliggende terrein aan de Van Callenburghstraat wordt een plan ontwikkeld voor een 20-tal eengezinswoningen. De planvorming hiervoor zal in 2008 worden afgerond. Locatie van Kinsbergenstraat-zuid (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) De planvorming voor dit project zal door Woonbron in 2008 worden gestart. Volgens het woningbouwprogramma in de wijkvisie zullen hier 12 eengezinswoningen en 88 portiek- etagewoningen worden gesloopt en 44 eengezinswoningen en 12 appartementen worden teruggebouwd. Uitbreiding opleidingscentrum voor de bouw (Gemeentelijk projectleider Henk Peters / SO) Het bestaande opleidingscentrum voor de bouw aan de zuidzijde van Wielwijk heeft plannen voor uitbreiding. Dit past goed binnen de visie op de wijk. In 2008 zal de planvorming worden afgerond. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het gebiedsteam zal de voortgang van deze projecten en de eventuele effecten op de wijk volgen. Indien nodig zullen we overleggen met de betrokken projectmanager/leider.

77

Deze zijn: Herstructurering Admiraalsplein (Gemeentelijk projectleider Ad van Tilburg / PM) Woonbron is opdrachtgever voor de herontwikkeling van het Admiraalsplein. Dit project kent een aantal deelprojecten waar in 2008 aan wordt gewerkt.

Trompflat / buurthuis / gymzaal / hoed In het eerste kwartaal van 2008 zal voor dit project de eerste paal worden geslagen. Scholen / kinderopvang In opdracht van MO zullen twee nieuwe scholen en een voorziening voor kinderopvang worden gebouwd. De planvorming hiervoor zal in 2008 worden afgerond. Woningbouw zuid-oostzijde De planvorming hiervoor zal ook in 2008 worden afgerond. “De Schepen” De planvorming voor dit project zal op basis van een nieuw vast te stellen programma in 2008 starten.

Herstructurering Zeehavenbuurt (gemeentelijk projectleider Marla Beringer/PM In 2007 is de eerste paal geslagen voor de 3e en laatste fase van de vernieuwing van de Zeehavenbuurt, aansluitend op de woningen, zal de woonomgeving opnieuw worden ingericht. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. De projectmanager Wielwijk en het gebiedsteam west zullen de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5 Organisatie in West Het gebiedsteam West bestaat uit: • Henk Peters (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Jos Engelen (gebiedsmanager Stadsbeheer) • vacature (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Er is één zeer groot, integraal en bijzonder toekomstbepalend project in Wielwijk waarvan de gebiedsmanager MO opdrachtgever is: de herstructurering van Wielwijk, zowel sociaal-economisch als fysiek. De uitvoering van dit project en de opstelling en uitvoering van het uitvoeringsplan is gedelegeerd naar de projectmanager Wielwijk (Jacqueline Gommans). Deze rapporteert regelmatig over de voortgang aan de gebiedsmanager en de het gebiedsteam West. Voor de uitvoering van het herstructureringsprogramma Wielwijk is een organisatie en verantwoordingsstructuur vastgesteld welke is omschreven in het visie document “Wielwijk sterk en weerbaar”.

Samen aan de slag In 2006/2007 is in Dordt-west (mn. Wielwijk, Crabbehof en Nieuw Krispijn) hard gewerkt de visies voor de herstructurering en vervolgens de uitvoeringsprogramma’s. Zowel de visies als de uitvoeringsprogramma’s zijn gemaakt in een productie tussen corporaties, gemeente en

78

bewoners. Ook de verschillende organisaties in de wijken hebben hieraan een belangrijke steen bijgedragen. Ook in de uitvoering van de plannen voor de fysieke en sociale herstructurering van de wijk zal de samenwerking tussen de diverse partijen (gemeente, corporaties, bewoners en (wijk) organisaties belangrijk onderdeel van de werkwijze worden en blijven. Wijkontwikkeling is ten slotte een zaak van alle partijen in de wijk!

79

In 2009 is de leefbaarheidscore van Wielwijk een 6,3 (2005 = 6.1)

Verbeteren (sociale) veiligheid

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

Rapportcijfer oordeel over de buurt stijgt van 6.2 (2005) naar

6.4 in 2009

Het rapportcijfer veiligheid in de buurt stijgt van 6,3 in 2005 naar 6.5 in 2009

Het aandeel van de bevolking dat zich actief inzet voor de buurt stijgt van 18%

in 2005 naar 20 % in 2009

De score sociale samenhang stijgt van 5,3 in 2005 naar 5,5 in 2009

Rapportcijfer woonomgeving stijgt van 6,5 in 2005 naar 6,8 in 2009

Indicator score leefbaarheid stijgt van 6,5 in 2005 naar 6,8 in 2009

Beter samenleven

Uitvoering sociaal economisch en fysiek programma Wielwijk

OPDRACHTFORMULIER CRABBEHOF

Projectnr./-naam Herstructuring Crabbehof

Locatie West

Opdrachtgever Bestuurlijk: wethouder Kamsteeg Ambtelijk: Gebiedsmanager Dordrecht-West

Projectmanager Jori de SaintAulaire

Datum 1 januari 2007

Inleiding/aanleiding In Dordrecht West op Stoom is afgesproken om voor de herstructurering van Crabbehof een visie en een uitvoeringsprogramma op te stellen. Deze visie “Kansen voor Crabbehof” is in juli 2007 vastgesteld door de Raad en betrokken corporaties. Probleemstelling De leefbaarheid in Dordrecht-West staat onder druk. Daarbij is er sprake van een eenzijdige en verouderde woningvoorraad. Doelstelling De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

3. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

4. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

3. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk.

4. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. Opdracht Uitvoering geven aan de visie “Kansen voor Crabbehof” Opstellen en uitvoeren van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma t/m 2010 Begin- en einddatum project Doorlopend project tot ca 2025. Beschikbaar budget Zie de visie “Kansen voor Crabbehof” en het (concept) sociaal-economisch programma Crabbehof

81

OPDRACHTFORMULIER NIEUW KRISPIJN

Projectnr./-naam Herstructuring Nieuw Krispijn

Locatie West

Opdrachtgever Bestuurlijk: wethouder Kamsteeg Ambtelijk: Gebiedsmanager Dordrecht-West

Projectmanager Kees Tienhooven

Datum 1 juni 2007

Inleiding/aanleiding In Dordrecht West op Stoom is afgesproken om voor de herstructurering van Nieuw Krispijn een visie en een uitvoeringsprogramma op te stellen. Deze visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” is in juli 2007 vastgesteld door de Raad en betrokken corporaties. Probleemstelling De leefbaarheid in Dordrecht-West staat onder druk. Daarbij is er sprake van een eenzijdige en verouderde woningvoorraad. Doelstelling De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

1. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

2. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

1. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk.

2. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. Opdracht Uitvoering geven aan de visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” Opstellen en uitvoeren van een sociaal-economisch uitvoeringsprogramma t/m 2010. Begin- en einddatum project Doorlopend project tot ca 2025. Beschikbaar budget Zie de visie “Woontypologie Nieuw Krispijn” en het (concept) sociaal-economisch programma Nieuw Krispijn

82

OPDRACHTFORMULIER WIELWIJK

Projectnr./-naam Herstructuring Wielwijk

Locatie West

Opdrachtgever Bestuurlijk: wethouder Kamsteeg Ambtelijk: Gebiedsmanager Dordrecht-West

Projectmanager Jacqueline Gommans

Datum 1 januari 2007

Inleiding/aanleiding In Dordrecht West op Stoom is afgesproken om voor de herstructurering van Wielwijk een visie en een uitvoeringsprogramma op te stellen. Deze visie “Wielwijk sterk en Weerbaar” is in juli 2007 vastgesteld door de Raad en Woonbron. Probleemstelling De leefbaarheid in Dordrecht-West staat onder druk. Daarbij is er sprake van een eenzijdige en verouderde woningvoorraad. Doelstelling De centrale doelstellingen op Dordrecht-West niveau zijn:

3. Tegengaan van de selectieve uitstroom van hogere inkomens en instroom van lagere inkomens in de wijken van Dordrecht-West;

4. Zorgen dat in elke wijk de leefbaarheid op peil is en er sprake is van een schone, hele en veilige woonsituatie met bijbehorend voorzieningenniveau.

Om die doelstellingen te bereiken worden de volgende kernstrategieën gevolgd:

3. Kernstrategie fysiek: Vergroten van de mogelijkheden voor huidige bewoners om een wooncarrière te maken binnen de wijk en voor nieuwe, meer (sociaal) kapitaalkrachtige doelgroepen om een woning binnen de wijk te vinden door vergroting van de kwaliteit van het aanbod van woningen en woonmilieus in de wijk.

4. Kernstrategie sociaal: Zorgen voor leefbare wijken via de volgende maatregelen: Inzetten van wijkbeheer om te zorgen dat de wijken schoon, heel en veilig zijn; Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen; Investeren in de zelfredzaamheid van mensen door bevorderen van scholing,

werkgelegenheid en participatie. Opdracht Uitvoering geven aan de visie “Wielwijk sterk en weerbaar” Begin- en einddatum project Doorlopend project tot ca 2025. Beschikbaar budget Zie uitvoeringsprogramma “Wielwijk sterk en weerbaar” en het sociaal-economisch programma Wielwijk kijk op www.wielwijk.nl

83

Uitvoeringsplan Centrum, wijk Binnenstad 2008

84

85

Uitvoeringsplan Binnenstad 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0 behalen. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore5 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken;

2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. We werken aan wijkeconomie; 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke

organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

5 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

86

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal per wijk gaan bestaan uit een wijkstrategie en een meerjaren wijkprogramma. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor de Binnenstad te bereiken. Het uitvoeringsplan Binnenstad 2008 is het sturingsinstrument voor het Gebiedsteam Centrum en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang zijn de signalen van bewoners en professionals in de wijk. Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.1.Terugblik op 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om objectief te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het Gebiedsteam gegeven. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Binnenstad nader bekeken Gekeken naar de uitkomsten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 heeft het gebied Centrum over het algemeen een gemiddelde score op de indicatoren ten opzichte van het gemiddelde in Dordrecht. Iets minder bewoners dan in 2005 voelen zich wel eens onveilig en zij ervaren minder vermogensdelicten. Het aandeel bewoners dat gehecht is aan de stad, is afgenomen. Ook ervaren zij meer verloedering in de buurt dan twee jaar terug. In de Binnenstad zien we een aantal positieve ontwikkelingen op het terrein van veiligheid. Minder mensen voelen zich wel eens onveilig, elders in de stad èn in hun eigen buurt. En zij ervaren minder vermogensdelicten in de buurt. Minder bewoners dan in 2005 vinden dat de stad is vooruitgegaan en ervaren in de buurt meer verloedering, overlast en dreiging. • Het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt is gedaald naar 29%

(Dordrecht 27%); • De indicatorscore vermogensdelicten in de buurt heeft zich t.o.v. 2005 positief ontwikkeld

naar een 4,1 (Dordrecht 3,7, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore verloedering in de buurt heeft zich t.o.v. 2005 negatief ontwikkeld naar een

5,9 (Dordrecht 5,2, hoe lager hoe beter); • Het percentage bewoners die vinden dat de stad vooruit gegaan is, is gedaald naar 44%

(Dordrecht, 39%); • De indicatorscore overlast in de buurt heeft zich t.o.v. 2005 negatief ontwikkeld naar een 3,5

(Dordrecht 3,1, hoe lager hoe beter); • De ervaring van dreiging in de buurt heeft zich negatief ontwikkeld naar een indicatorscore

van 2,6 (Dordrecht 4,0, hoe lager hoe beter). Doelstellingen Binnenstad 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007. • Indicatorscore verkeersoverlast en –veiligheid is in 2007 gedaald naar 4,3 (2005=4,5) resp.

4,3 (2005=4,4) De verkeersoverlast in de buurt bleef in 2007 helaas gelijk aan die van 2005: 4,5. De binnenstad scoort hiermee zeer ongunstig t.o.v. het stedelijk gemiddelde van 3,6. Aan het bereiken van deze doelstelling zal meer aandacht moeten worden besteed. Wellicht helpen hierbij de maatregelen die uit de evaluatie van het verkeersplan Binnenstad komen. De verkeersveiligheid in de buurt nam wel toe van 4,4 in 2005 naar 4,2 in 2007. Deze doelstelling is tussentijds gehaald. Dat moeten we wel zo zien te houden: ook hiervoor

87

besteden we aandacht aan de mogelijkheden die bovengenoemde evaluatie biedt. (In beide gevallen wordt de indicatorscore gebruikt: hoe hoger, hoe slechter).

• Het rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (6,7) In 2007 bleef dit rapportcijfer constant. Tussentijds is deze doelstelling behaald. Reden om daaraan samen met de teamchef Politie Centrum aandacht te blijven geven.

• Tevredenheid met groen- en grijsvoorzieningen is in 2007 gestegen van 43% naar 46% en resp. gelijk gebleven t.o.v. 2005 (60%) De tevredenheid over de groenvoorzieningen daalde helaas naar 39%. Dit cijfer is gedaald in plaats van gestegen zoals wij wensten. Wij bespreken met Stadsbeheer de oorzaak en hoe de doelstelling alsnog kan worden behaald. De tevredenheid over de grijsvoorzieningen bleef op 60%. Wij bespreken met Stadsbeheer hoe dit cijfer kan worden verbeterd.

• Helaas steeg de ervaren verloedering tot 5,9. Om dit cijfer in 2010 te verbeteren bespreken we met stadsbeheer en politie de mogelijkheden van een goede aanpak.

• Sociale samenhang is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (6,1) De sociale samenhang daalde iets van 6,1 naar 6,0. Mogelijke verbetering van dit cijfer bespreken we met de wooncorporaties en de DWO.

• Overlastgevend gedrag van cliënten zorginstellingen is in 2007 afgenomen. De ervaren drugsoverlast daalde van 20 in 2005 naar 15 in 2007. (Indicator: aandeel van de bevolking dat zegt dat drugsoverlast vaak in de buurt voorkomt) Alhoewel de doelstelling gehaald lijkt te zijn is voortzetting van het project aanpak overlastgevend gedrag gewenst. De samenwerking met en tussen de instellingen kan beter en blijft voorlopig een punt van aandacht. Drugsoverlast daalde in de Top 5 van de derde naar de vijfde plaats. Een verbetering dus. Temeer daar vaak werd verondersteld dat meer druk op het Kasperspadgebied in de aanpak van overlast zou leiden tot een waterbedeffect elders in de stad. Vooral in de Binnenstad kwamen deze geluiden voor.

Wijkveiligheidsanalyse De afdeling Openbare Orde en Veiligheid heeft op basis van onderzoeken en gegevens van de politie een uitgebreide wijkveiligheidsanalyse gemaakt. Hierop is vervolgens een top twee of top drie van veiligheidsproblemen geformuleerd. De top drie van veiligheidsproblemen in de Binnenstad zijn; 1. Vernielingen 2. Mishandeling/geweld 3. Winkeldiefstal De afdeling Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1: Maatregelen tegen vernielingen, ABRI-campagne 2: Maatregelen tegen mishandelingen en bedreigingen 3: Impuls Veiligheid Kernwinkelgebied 2.2. Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van Binnenstad is in 2007 7,0. In 2010 willen we dit cijfer 7,0 consolideren. Om in 2010 in de Binnenstad een leefbaarheidscore van 7,0 vast te houden richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

De aandacht zal zich vooral richten op: Versterking van de ingezette projecten van wijkbeheer centrum.

88

Spoor de oorzaken van het niet behalen van sommige doelstellingen op en richt je op het alsnog behalen ervan. Het Gebiedsteam Centrum ging in 2007 in vernieuwde samenstelling van start. Zij is vol goede moed om samen met de maatschappelijke partners de voorliggende taken ter hand te nemen. Wij vertrouwen erop dat al veel in de achter ons liggende periode aan samenwerking tot stand is gebracht. Ons gaat het er nu om die samenwerking te verbeteren en meer resultaat gericht te zijn. Het Gebied Managementteam Centrum wil zichzelf, haar projectmanagers èn haar partners de ruimte geven om zich te richten op de aanpak van een aantal hardnekkige problemen in het Binnenstad:

1. Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen 2. Integrale aanpak jongeren 3. Aanpak overlastgevende panden

Met deze projecten denken wij onze ambities waar te kunnen maken. Daarnaast richten wij ons op initiatieven van bewoners en wensen deze graag te bevorderen. Met en tussen de verschillende organisaties kan de samenwerking beter. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de Binnenstad De gebiedsmanager centrum van MO is opdrachtgever voor bovengenoemde projecten. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebied Managementteam Centrum actief volgt. Waar nodig overlegt het Gebiedsteam Centrum met betrokken opdrachtgever of projectmanager. Stadswerven, Woonservicezone, Oostpoort, Merwedehavens. De contacten zijn nu onvoldoende en dienen verbeterd te worden. Binnenkort spreken wij hierover met de leden van de regiegroep.

Verbeter de Maatschappelijke Opvang. Er is intensief contact met de strategisch beleidsmedewerker die zich richt op de verbetering van de Maatschappelijke Opvang over de voortgang van het project: “Pak overlastgevend gedrag van daklozen en GGZ-cliënten aan. Verbeter hun leefkwaliteit”. Bevorder sociale integratie. Als rode draad in de drie integrale projecten in Lijnbaan, Verzetsbuurt en Noorderkwartier: bevorderen van de sociale integratie door concrete acties. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin. Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan het Gebiedsteam Centrum opdrachtgever is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het Gebiedsteam Centrum zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het Gebiedsteam Centrum is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5. Organisatie in Centrum Leden van het Gebiedsteam Centrum zijn:

- Eva Roggeveen (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling)

89

- Adriaan van Tilborg (gebiedsmanager Stadsbeheer) - Jan Wind (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling)

Het Gebiedsteam Centrum overlegt twee wekelijks. Om de beurt operationele zaken en strategische kwesties. Projectmanagers schuiven aan wanneer nodig. De gebiedsmanager MO is opdrachtgever voor de volgende integrale projecten in het Binnenstad:

1. Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen 2. Integrale aanpak jongeren 3. Aanpak overlastgevende panden

Managers van o.a. politie, corporaties en welzijnsorganisatie leveren input voor de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën. Het Gebied Managementteam Centrum organiseert regelmatig netwerkbijeenkomsten voor professionals. Voor de operationele medewerkers organiseren we tweemaal per jaar een frontlijnlunch. Voor de functionarissen op tactisch en strategisch niveau organiseren we tweemaal per jaar een gebiedsconferentie. We onderhouden zo het bestaande netwerk, brengen partners met elkaar in contact en beiden perspectieven voor strategische gebiedsontwikkeling. Het wijkbeheeroverleg blijft voorlopig bestaan. Het Gebied Managementteam Centrum organiseert aanvullend themagerichte bijeenkomsten per wijk en gebied. Hiertoe wordt breed en publiekelijk uitgenodigd. 2.7 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. In het Gebiedsteam worden minimaal vier keer per jaar besteding en stand van financiële zaken besproken. In overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners-)initiatieven onder de aandacht gebracht.

90

In 2010 is de leefbaarheidsscore van de Binnenstad een 7.0 (2005

= 6.9)

Meer (sociale) veiligheid

Schonere en helere

openbare

Beter samenleven

Rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (6,7)

Tevredenheid groen- en grijsvoorzieningen is in 2007 gestegen van 43% naar 46% resp. gelijk gebleven t.o.v.

Indicatorscore verkeersoverlast en –veiligheid is in 2007 gedaald naar 4,3 (2005 = 4,5) resp. 4,3 (2005 = 4,4)

Ervaren verloedering is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (5,1)

Sociale samenhang is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (6,1)

Overlastgevend gedrag van cliënten zorginstellingen is in 2007 afgenomen

- Tussen de pollers parkeerbeleidsplan

- Maatregelen n.a.v. evaluatie wijkverkeersplan

- Achterom/Bagijnhof- Stationsgebied –

deelproject 1 - Verkeersplan Schil

-Afstemmingsoverleggen horeca / Bibelot

- Stedelijke campagnes

- Kunst in de Ruitenstraat - Hofkwartier - Operationeel overleg

stationsgebieden - Project Lombardgebied

(vwb. Herinrichting openbare ruimte)

- Rolluiken- Serviceverbetering

processen Stadsbeheer

- Kennen en Gekend worden

- Integratie - Activiteiten DWO

- Aanpak overlast cliënten zorginstellingen

- Maatschappelijke opvang

91

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Binnenstad 1. Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen

Locatie Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Kees Tienhooven

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Meldingen die binnenkomen bij het Gebiedsteam Centrum, de politie en zorginstellingen, die betrekking hebben op overlastgevend gedrag veroorzaakt door cliënten van zorginstellingen. Probleemstelling In het centrumgebied zijn drie zorginstellingen gevestigd: De Grote Rivieren, het Leger des Heils en Bouman GGZ. Met Dordrecht als centrumgemeente hebben deze instellingen een regionale functie. Een aantal van de cliënten van deze instellingen veroorzaken in meer of mindere mate overlast in de omgeving van de Noordflank (vooral Kasperspadgebied en Dubbeldamseweg Noord e.o.) en in de binnenstad. Het is een groep die, een voor de hulpverlening vaak onzichtbaar, marginaal bestaan leidt of juist zichtbaar is vanwege het veroorzaken van overlast. De overlast zorgt voor onveiligheid in de directe woon– en leefomgeving, zowel in/rondom instellingen als in de openbare ruimte. De groep heeft een outreachende hulpverlening nodig gezien de overwegend meervoudige, complexe, ernstige en langdurige (psychische en/of verslavings) problematiek, maar de groep stelt hiervoor zelf geen hulpvraag. De reguliere zorg heeft vaak geen adequaat hulpaanbod. Het gevolg van de ontoereikende zorg is het ontstaan van een vicieuze cirkel waarin de gezondheidstoestand van de groep steeds slechter wordt en de overlast in de openbare ruimte niet afneemt. De afgelopen jaren hebben de inspanningen van en de samenwerking tussen de diverse partijen geleid tot een integrale aanpak. Deze aanpak is echter niet toereikend gebleken. Doelstelling De doelstelling van de aanpak overlastgevers luidt als volgt:

• Het terugdringen van de overlastproblematiek, rehabilitatie van de overlastgever en een betere zorg voor de overlastgever.

• het dichten van gaten in de hulpverlening en zorg voor overlastgevers, tussen gemeente/justitie en tussen justitie/zorg.

• Versterken van de ketensamenwerking die uitgaat van een taakverbondenheid en inspanningsverplichting van gemeenten, justitie en zorg met betrekking tot de overlastgevers.

Opdracht Om de doelstelling te bereiken zal het huidige overlastteam haar werkwijze veranderen, de gemeentelijke projectleider heeft hierbij de regierol:

• Voor elke overlastgever/cliënt is een integraal behandel/begeleidingsplan opgesteld • Het plan leidt tot structurele zorg voor de betrokken persoon en zijn omgeving • De betrokken partners dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de aanpak van

overlastgevers en laten dit zien door opgesteld beleid binnen hun organisaties en naar buiten

Er zijn goede afspraken gemaakt over de financiering met betrekking tot het functioneren van de nieuwe werkwijze Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

92

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Binnenstad 2. Integrale aanpak jongerenoverlast

Locatie Gebied Centrum, buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt.

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De vele meldingen die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen die betrekking hebben op overlast van jongeren. Ook het signaleringsnetwerk Jeugd Noordflank/Binnenstad is een belangrijk platform waarin probleemjongeren (-jeugd) en groepen worden besproken. De meeste meldingen en signalen komen uit de volgende buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad en de Bleijenhoek voor wat betreft de Noordflank, uit de Staart de Verzetsbuurt en het Noorderkwartier en de Vogelbuurt uit het Reeland. Deze 3 wijken zijn tevens pilotgebied voor het project Veilig Opgroeien (CtC). Probleemstelling Signalen betreffen vooral het rondhangen van jongeren wat leidt tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers, van lawaai tot vernielingen, intimidatie, gokken, alcohol- en drugsgebruik. Vanuit het wijkMT+ wordt door goede samenwerking en afstemming gewerkt aan een aanpak om de overlast van jongeren tegen te gaan c.q. te laten afnemen. Een en ander moet verder worden ontwikkeld c.q. uitgewerkt omdat we van mening zijn dat de verantwoordelijkheid voor de jongeren juist ook binnen het gezin en de school ligt. Daarnaast hebben zij ook een eigen verantwoordelijkheid en inbreng. Doelstelling Beperken overlast van jongeren.

• Het percentage overlast van jongeren is in 2008 ten opzichte van 2005 afgenomen met 4 % (van 24% naar 20%).In 2008 is door toepassing van de integrale aanpak, de ervaren overlast van jongeren in de buurten Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt met 10 % afgenomen.

Opdracht Opdracht: het opstellen van een projectplan. Aandachtspunten voor dit plan zijn: - Ouders betrekken bij de aanpak. - Nog meer inhoud geven aan het uitwisselen van informatie over en het volgen van jongeren. - Structurele inzet van jongerenwerk bij het inventariseren van groepen jongeren en het organiseren van activiteiten. - Het opzetten van een vrijwilligerskader door het jongerenwerk. - Meer inzet op het verbeteren van de tolerantie tussen jong en oud. - Budget vrijmaken voor benodigde fysieke maatregelen. Het aantal overlastmeldingen bij bovengenoemde partijen is verminderd t.o.v. 2006. In 2008 zijn er vanuit het signaleringsnetwerk 5 aandachtsjongeren in een traject terecht gekomen. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget Verzetsbuurt beschikbaar bedrag voor herinrichting bekend bij SO Communicatie over de Proefstraat is 32.000 euro beschikbaar gesteld per 2007

93

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Binnenstad 3. Aanpak overlastgevende panden

Locatie Gebied Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In diverse buurten in Dordrecht, in het bijzonder in het Reeland en in Oud Krispijn speelt al jaren een aantal hardnekkige problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Diverse straten in de stad kenmerken zich door leegstand, overlast kamerverhuurbedrijven en verpaupering. Een nieuwe ontwikkeling daarbij is de toestroom van tijdelijke buitenlandse werknemers naar ons land (en dus ook naar onze stad) en de consequenties daarvan voor de woningmarkt. De gemeente moet blijven investeren om te woon-, werk, en leefomgeving ter plaatse te verbeteren teneinde negatieve ontwikkelingen te voorkomen. Bewoners, ondernemers en organisaties vragen de gemeente ook dringend naar passende maatregelen om overlast te beteugelen. Bij besluit van 28 juni 2005 heeft het college van Burgemeester en Wethouders ingestemd met de in het evaluatierapport illegale (over)bewoning aangereikte aanbevelingen en de procesregie opgedragen aan de afdeling OOV. Naar aanleiding van een nieuwe evaluatie in maart 2007 heeft het college ingestemd met een aantal verbetervoorstellen. Samengevat gaat om een verbeterde samenwerking tussen betrokken partijen, registratie en het door SO te ontwikkelen aanvullend beleid om onder andere de toename van kamerverhuurpanden in goede banen te leiden. Dit projectplan geeft de aanzet voor een meer integrale benadering van de aanpak rondom overlastgevende panden waarbij de rol van OOV als procesregisseur en de door haar geformuleerde werkbeschrijving leidend is en is te beschouwen als een werkdocument voor de projectmanager van de afdeling WGW Probleemstelling Bewoners vinden een prettige woon- en leefomgeving zeer belangrijk. Woonoverlast past daar niet in. Toch komen geluidsoverlast, drugsoverlast, stankoverlast e.d. regelmatig voor. Momenteel zijn in Dordrecht circa 40 overlastgevende panden en daarnaast circa 15 (zorgwekkende) kamerverhuurpanden. Dit laatste aantal is groeiende. De mate waarin iemand overlast ondervindt kan sterk uiteen lopen. Buren kunnen zich aan kleine dingen ergeren omdat sprake is van een lage tolerantiegrens en (wederzijds) onbegrip, maar het kan ook zijn dat een bewoner of gezin door bijvoorbeeld psychische problemen en verslaving continue voor ernstige onrust zorgt. De aanpak van overlast, waaronder woonoverlast, heeft prioriteit in de gemeente Dordrecht. De gemeente, politie, het openbaar ministerie, de woningcorporaties en zorg- en welzijnsinstellingen gaan nog meer dan voorheen samenwerken bij de aanpak van overlast. Doelstelling Het project heeft tot doel de (extreme) overlast in de woonomgeving op grond van een integrale benadering gezamenlijk aan te pakken om zodoende een leefbare en veilige omgeving te creëren, wat bijdraagt aan het realiseren van een leefbaarheidscore van 7.0 in 2010 per gebied. Opdracht Kom tot een affectieve, afdoende en snelle aanpak van komende overlast in panden van particuliere verhuurders in het Centrum. Onder snel wordt verstaan: binnen 3 tot 6 maanden is de overlast gestopt. Wanneer de partners er op wijkniveau niet in slagen de overlast te stoppen wordt het project opgeschaald naar stedelijk niveau. Tevens is in 2007 een plan van aanpak ontwikkeld voor de hele stad dat voor het einde van het

94

najaar 2008 operationeel is. Voorstel is de opdracht als volgt te (her) formuleren: Voorkom een verdergaande verpaupering en verloedering en verminder de overlast die veroorzaakt wordt door de bewoners en eigenaren van een aantal probleempanden om voor omwonenden, ondernemers en bezoekers een prettig woon- en leefklimaat te creëren met als uiteindelijk doel het verhogen van de leefbaarheidsscore van de wijken naar 7,0 in 2010. Dit dient op korte termijn te worden aangepakt door een aantal gerichte acties, zoals handhavingcontroles van kamerverhuurpanden, of politieacties gericht op bestrijding van geluidsoverlast en het gebruik van- en handel in kamerverhuurpanden e.d. Op de lange termijn dient dit te worden aangepakt door een meer preventieve aanpak waarbij gedacht kan worden aan op preventie gerichte pandencontroles. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

95

Uitvoeringsplan Centrum, wijk Noordflank 2008

96

97

Uitvoeringsplan Noordflank 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming van de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore6 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken;

2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie; 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

6 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

98

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal per wijk gaan bestaan uit een wijkstrategie en een meerjaren wijkprogramma. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Noordflank te bereiken. Het uitvoeringsplan Noordflank 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Centrum en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang zijn de signalen van bewoners en professionals in de wijk. Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.1.Terugblik op 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om objectief te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven. Gekeken naar de uitkomsten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 heeft het gebied Centrum over het algemeen een gemiddelde score op de indicatoren ten opzichte van het gemiddelde in Dordrecht. Iets minder bewoners dan in 2005 voelen zich wel eens onveilig en zij ervaren minder vermogensdelicten. Het aandeel bewoners dat gehecht is aan de stad, is afgenomen. Ook ervaren zij meer verloedering in de buurt dan twee jaar terug. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor de Noordflank nader bekeken In de Noordflank zijn meer positieve dan negatieve ontwikkelingen. Meer bewoners dan in 2005 zijn gehecht aan de stad en aan hun buurt. Men is meer tevreden over de woning en de voorzieningen in de buurt. Er wordt meer sociale samenhang in de buurt ervaren en bewoners hebben meer waardering voor hun buurt en buurtgenoten. Men is meer tevreden over de leefbaarheid in de buurt. De bewoners ervaren minder vermogensdelicten in de buurt, voelen zich minder vaak onveilig en ervaren meer veiligheid in de buurt. • Het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt is gedaald naar 34%

(Dordrecht 27%); • De indicatorscore vermogensdelicten in de buurt heeft zich t.o.v. 2005 positief ontwikkeld

naar een 3,9 (Dordrecht 3,7, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore verloedering in de buurt heeft is gelijk gebleven aan de score in 2005,

namelijk 5,2 (Dordrecht 5,2, hoe lager hoe beter); • Het percentage bewoners dat gehecht is aan buurt is verbeterd naar 71% (Dordrecht 64%); • Het rapportcijfer woning is verbeterd naar een 7,8 (Dordrecht 7,7); • Het rapportcijfer voorzieningen in de buurt is verbeterd naar een 6,1 (Dordrecht 6,8); • De indicator sociale samenhang in de buurt is verbeterd naar een 5,9 (Dordrecht 6,0); • Het rapportcijfer leefbaarheid in de buurt is verbeterd naar een 6,6 (Dordrecht 7,0). Doelstellingen Noordflank 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007? Verkeersoverlast in de buurt steeg in 2007 helaas van 4,6 naar 5,0. De verkeersveiligheid bleef gelijk aan 2005: 5,0. Daarmee komt het beoogde doel minder in zicht dan gewenst. Ons doel is om in 2010 voor verkeersoverlast een 4,6 te scoren, terwijl we met verkeersveiligheid een 4,8 willen bereiken. Intensief overleg met OOV/Politie en SO is nu aan de orde om betere cijfers te genereren.

99

Rapportcijfer veiligheid in de buurt is gestegen van 6,1 in 2005 naar 6,3 in 2010 De bereikte tussentijdse stijging naar 6,5 is opmerkelijk positief. We gaan door met de intensieve samenwerking met politie en maatschappelijke partners in de projecten aanpak overlastgevend gedrag en aanpak overlastgevende panden. Ook het project Lijnbaan zetten we onverkort voort. Juist omdat de bewoners van de Lijnbaan op meerdere fronten positievere cijfers gaven dan in 2005. Zo waarderen zij de leefbaarheid in hun buurt met een 6,0 terwijl dat in 2005 nog 5,9 was. Tevredenheid groen- en grijsvoorzieningen is in 2010 toegenomen met 10% (van 50% naar 55%) resp. 1% (van 54% naar 55%) In 2007 scoren we een lichte stijging op de waardering voor de groenvoorziening naar 52%. Voor de grijsvoorziening (onderhoud van wegen en fietspaden) stijgen we in 2007 van 54% naar 56%. We zijn dus op de goede weg maar intensief overleg met Stadsbeheer moet de laatste winstcijfers binnen ons bereik brengen. Ervaren verloedering is in 2010 gelijk gebleven aan 2005 (%,1) 5,2 is het cijfer in 2007 in 2005 was het 5,4. Tot nu toe lijken we op de goede weg te zijn. Toch is ook hiervoor extra aandacht nodig van politie, stadsbeheer en de DWO om deze opgang te versterken. Sociale samenhang is gestegen van 5,6 in 2005 naar 5,7 in 2010 Nu al staat de meter op 5,9. Blijkbaar werkt het project in de Lijnbaan. Daar steeg de sociale samenhang van 4,2 in 2005 naar 5,5 in 2007. Aantal overlastmeldingen jongeren is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006 Deze cijfers worden eind 2007 met de politie geanalyseerd. Een sluitend jaaroverzicht was tijdens het ter perse gaan van dit gebiedsplan niet ter beschikking. Eind 2007 volgt ook een evaluatie van de in het Lijnbaangebied toegepaste Beke-methode. Wel konden we meten dat in de Lijnbaan minder mensen aangaven bang te zijn voor groepen jongeren in de buurt dan in 2005. Weliswaar toen 89 en nu 83, maar toch een daling. Overlastgevend gedrag van cliënten zorginstellingen is in 2010 afgenomen t.o.v. 2006 Over de gehele Noordflank genomen fluctueren de cijfers enigszins tussen 2005 en 2007. Het aantal mensen echter dat aangeeft vaak hinder te hebben van vormen van drugsoverlast in de buurt Kasperspad gaf de volgende waarderingen: In 2007 minder hinder ten opzichte van 2005 van: • Verkeer- en/of parkeeroverlast bij coffeeshops • Samenscholing van verslaafden op straat, plein of park • Vechtpartij (-en) tussen drugshandelaren (dealers) of verslaafden • Vervuiling van straat, plein of park door verslaafden In 2007 evenveel hinder als in 2005 van: • Samenscholing van mensen rondom coffeeshops • Gebruik van messen of vuurwapens door handelaren of verslaafden Helaas steeg in 2007 de ervaren hinder ten opzichte van 2005 van: • Ruziemakende en schreeuwende verslaafden op straat • Heen- en weergeloop van verslaafden in de (uw) straat • Vervuiling van portieken en/ of bergingen Onverminderd en gerichter doorzetten met het project aanpak overlastgevend gedrag is van groot belang.

100

Wijkveiligheidsanalyse Uit de wijkveiligheidsanalyses blijkt dat de top-2 van veiligheidsproblemen in de Noordflank bestaat uit: 1: Onveiligheidsgevoelens algemeen 2: Verkeersveiligheid (agressief verkeersgedrag, te hard rijden, aanrijdingen) De afdeling Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1: Extra toezicht (politie en gemeente) 2: Campagnes; inzet van het regionaal verkeershandhavingsteam 2.2. Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van Noordflank is in 2007 6,6. In 2010 willen we 6,5 scoren. Om in 2010 in Noordflank een leefbaarheidscore van tenminste 6,5 te behouden richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte Begin 2007 startte het Gebiedteam Centrum in een nieuwe samenstelling. In onze samenwerking met de maatschappelijke partners kozen we duidelijk voor minder vaste overlegvormen en voor meer resultaatgerichte acties. Wij zijn verheugd met de verbeterde score voor de Noordflank in 2007. Op onderdelen zullen we echter beter moeten presteren. Zijn de cijfers voor bijvoorbeeld het Kasperspad ongunstig, voor de Lijnbaan zijn veel positieve ontwikkelingen op te merken. Op onderdelen scoort het gebied Merwestein Noord slecht, waarom precies is nog onduidelijk. Dit laatste gegeven verdient nader onderzoek.

De aandacht zal zich richten op: Versterk de ingezette projecten van wijkbeheer centrum. Spoor de oorzaken van het niet behalen van de doelstellingen op en richt je op het behalen ervan. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk De gebiedsmanager centrum van MO is opdrachtgever voor bovengenoemde projecten. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebiedsteam Centrum actief volgt. Waar nodig overlegt het Gebiedsteam Centrum met betrokken opdrachtgever of projectmanager. Stadswerven, Woonservicezone, Oostpoort, Merwedehavens. De contacten zijn nu onvoldoende en dienen verbeterd te worden. Binnenkort spreken wij hierover met de leden van de regiegroep. Verbeter de Maatschappelijke Opvang. Er is intensief contact met de strategisch beleidsmedewerker die zich richt op verbetering van de Maatschappelijke Opvang over de voortgang van het project: “Pak overlastgevend gedrag van daklozen en GGZ-cliënten aan. Verbeter hun leefkwaliteit”. Bevorder sociale integratie. Als rode draad in de drie integrale projecten in Lijnbaan, Verzetsbuurt en Noorderkwartier loopt: het bevorderen van de sociale integratie door concrete acties. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebiedsteam Centrum actief volgt. Waar nodig overlegt het met betrokken opdrachtgever of projectmanager.

101

2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk Noordflank. En zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5 Organisatie in Noordflank Leden van het Gebiedsteam Centrum zijn:

- Eva Roggeveen (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) - Adriaan van Tilborg (gebiedsmanager Stadsbeheer) - Jan Wind (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling)

Het Gebiedsteam Centrum overlegt twee wekelijks. Om de beurt operationele zaken en strategische kwesties. Projectmanagers schuiven aan wanneer nodig. De gebiedsmanager MO is opdrachtgever voor de volgende integrale projecten in het Noordflank: • Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen. • Project Lijnbaan • Integrale aanpak jongeren • Aanpak overlastgevende panden. Managers van o.a. politie, corporaties en welzijnsorganisatie leveren input voor de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën. Het Gebiedsteam Centrum organiseert regelmatig netwerkbijeenkomsten voor professionals. Voor de operationele medewerkers organiseren we tweemaal per jaar een frontlijnlunch. Voor de functionarissen op tactisch en strategisch niveau organiseren we tweemaal per jaar een gebiedsconferentie. We onderhouden zo het bestaande netwerk, brengen partners met elkaar in contact en bieden perspectieven voor strategische gebiedsontwikkeling. Het wijkbeheeroverleg blijft voorlopig bestaan. Het Gebiedsteam Centrum organiseert aanvullend themagerichte bijeenkomsten per wijk en gebied. Hiertoe wordt breed en publiekelijk uitgenodigd. 2.6 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht.

102

In 2010 is de leefbaarheidscore van de Noordflank een 6.5 (2005 = 6.3)

Meer (sociale) veiligheid

Schoner(e) en heler(e) openbare

ruimte

Beter samenleven

Rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2007 gestegen van 6,1 in 2005 naar 6,3

Tevredenheid groen- en grijsvoorzieningen is in 2007 toegenomen met 10% (van 50% naar 55%), resp. 1% (van 54% naar 55%)

Indicatorscore verkeersoverlast en –veiligheid is in 2007 gedaald naar 4,6 (2005 = 4,8) resp. 4,8 (2005 = 5,0)

Ervaren verloedering is in 2007 gelijk gebleven aan 2005 (5,1)

Sociale samenhang is in 2007 gestegen van 5,6 in 2005 naar 5,7

Aantal overlastmeldingen jongeren is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006

Overlastgevend gedrag van cliënten zorginstellingen is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006

- Parkeer-beleidsplan - Verkeersplan Schil

- Buurtpreventie- Stedelijke campagnes

veiligheid - Toezicht in de wijken

- Molen de Kraker- Serviceverbetering

processen Stadsbeheer

- Ondergrondse containers

- Kennen en Gekend worden

- Lijnbaan - Integratie - SIS - Activiteiten DWO

- Integrale aanpak jongeren

- Aanpak overlast cliënten zorginstellingen

- Maatschappelijke opvang

103

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Noordflank 1. Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen

Locatie Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: Aaike Kamsteeg Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Kees Tienhooven

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Meldingen die binnenkomen bij het gebiedsteam Centrum, de politie en zorginstellingen, die betrekking hebben op overlastgevend gedrag veroorzaakt door cliënten van zorginstellingen. Probleemstelling In het centrumgebied zijn drie zorginstellingen gevestigd: De Grote Rivieren, het Leger des Heils en Bouman GGZ. Met Dordrecht als centrumgemeente hebben deze instellingen een regionale functie. Een aantal van de cliënten van deze instellingen veroorzaken in meer of mindere mate overlast in de omgeving van de Noordflank (vooral Kasperspadgebied en Dubbeldamseweg Noord e.o.) en in de binnenstad. Het is een groep die, een voor de hulpverlening vaak onzichtbaar, marginaal bestaan leidt of juist zichtbaar is vanwege het veroorzaken van overlast. De overlast zorgt voor onveiligheid in de directe woon– en leefomgeving, zowel in/rondom instellingen als in de openbare ruimte. De groep heeft een outreachende hulpverlening nodig gezien de overwegend meervoudige, complexe, ernstige en langdurige (psychische en/of verslavings) problematiek, maar de groep stelt hiervoor zelf geen hulpvraag. De reguliere zorg heeft vaak geen adequaat hulpaanbod. Het gevolg van de ontoereikende zorg is het ontstaan van een vicieuze cirkel waarin de gezondheidstoestand van de groep steeds slechter wordt en de overlast in de openbare ruimte niet afneemt. De afgelopen jaren hebben de inspanningen van en de samenwerking tussen de diverse partijen geleid tot een integrale aanpak. Deze aanpak is echter niet toereikend gebleken. Doelstelling De doelstelling van de aanpak overlastgevers luidt als volgt:

• Het terugdringen van de overlastproblematiek, rehabilitatie van de overlastgever en een betere zorg voor de overlastgever.

• het dichten van gaten in de hulpverlening en zorg voor overlastgevers, tussen gemeente/justitie en tussen justitie/zorg.

• Versterken van de ketensamenwerking die uitgaat van een taakverbondenheid en inspanningsverplichting van gemeenten, justitie en zorg met betrekking tot de overlastgevers.

Opdracht Om de doelstelling te bereiken zal het huidige overlastteam haar werkwijze veranderen, de gemeentelijke projectleider heeft hierbij de regierol:

• Voor elke overlastgever/cliënt is een integraal behandel/begeleidingsplan opgesteld • Het plan leidt tot structurele zorg voor de betrokken persoon en zijn omgeving • De betrokken partners dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de aanpak van

overlastgevers en laten dit zien door opgesteld beleid binnen hun organisaties en naar buiten

Er zijn goede afspraken gemaakt over de financiering met betrekking tot het functioneren van de nieuwe werkwijze Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

104

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Noordflank 2: Project Lijnbaan

Locatie Lijnbaan

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Ria de Wit

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De buurtcijfers Leefbaarheid en waarnemingen van politie en wooncorporatie lieten in 2006 een negatief beeld van de buurt zien. Daarom is gestart met het project Lijnbaan. Doel: het opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak om de leefbaarheid en veiligheid in de Lijnbaan te verbeteren/vergroten, waardoor bewoners meer tevreden zijn over hun buurt en de veiligheid en het veiligheidsgevoel van bewoners zal toenemen. Probleemstelling Professionals en bewoners maken zich al enige tijd zorgen over het Lijnbaangebied. Signalen uit de buurt, de ervaring van de diverse partners en de fysieke uitstraling van het gebied geven daartoe aanleiding. Liet de Monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2005 nog zien dat de Noordflank zich ten opzichte van 2003 en de andere wijken van Dordrecht negatief ontwikkelt. Er is in 2006 en 2007 een goede aanpak ontwikkeld die werkt. In 2007 lijkt een lichte kentering ingetreden. Er is geen reden tot tevredenheid. Uit buurtcijfers blijkt dat de Lijnbaan nog steeds beter scoort op de thema’s: verloedering, overlast, veiligheid en sociale samenhang. De buurt kent echter een zwakke infrastructuur (hoog aandeel uitkeringen en werkloosheid) en heeft daarbij ook te kampen met een sterke verloedering van de woningen en het buitengebied. De criminaliteit stijgt en bewoners voelen zich onveilig in hun eigen woonomgeving. In het kader van de voorbereidingen op het jaarprogramma 2006, is gestart met een projectgroep Lijnbaan, waarin diverse partners (Progrez, DWO, De Grote Rivieren, politie en gemeente Dordrecht) samenwerken en een aanpak ontwikkelen. Om de leefbaarheid in de buurt te verbeteren en te waarborgen zijn de nodige investeringen noodzakelijk op de volgende vijf punten: 1 Overlast 2 Criminaliteit / onveiligheid 3 Vervuiling / verloedering 4 Sociaal zwakke infrastructuur 5 Aanzien van de wijk (met betrekking tot technische zaken). In 2008 is met succes ontwikkeld: een bewonerspanel en vrijwilligerskader voor het organiseren van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, jeugd (een en ander in relatie tot Integrale aanpak Jeugd/Veilig Opgroeien), start Onze Burenproject in de buurtwoning, leefomgeving Molen de Kraker is succesvol aangepakt, Lijnbaan Schoon, uitstraling en inrichting openbare ruimte, Gaudi-bank Houthavenplein, mogelijkheden buurtpreventie zijn onderzocht. Doelstelling

• In 2010 is de leefbaarheidscore van de Lijnbaan gestegen van een 5,7 naar een 5,9. Nota Bene: Ook al werd in 2007 een 6,3 gescoord: er moet nog veel gebeuren om dit cijfer vast te houden en terugval te voorkomen

• Indicatorscore sociale samenhang is in 2010 gestegen naar een 4,5. Dit cijfer staat in 2007 al op een 5,5. Een duidelijke aanwijzing dat de projectaanpak werkt en intensieve doorzetting behoeft.

• Indicatorscore verloedering is in 2010 gedaald (hoe lager hoe beter) van een 5,6 naar een 5,4. Helaas waardeerden de Lijnbaanbewoners dit met een 6,3. Nog veel te doen dus.

105

• Tevredenheid groenvoorzieningen is in 2010 gelijk gebleven aan 2006 (33%). In de Lijnbaan scoorden we in 2007 helaas 30%, een afname dus. In het najaar van 2007 werd de vervuiling in en rond Molen de Kraker aangepakt en van nieuw groen voorzien. Hiermee is de groenvoorziening in dat deel van de buurt verbeterd.

• Het aantal overlastmeldingen (diversen en specifiek jongeren) is in 2010 afgenomen met 25% ten opzichte van 2005. Dit cijfer kunnen we pas einde 2007 samen met de politie nagaan.

Opdracht Bij de volgende monitor Leefbaarheid & Veiligheid (2010) hebben de indicatorscores van de Lijnbaan zich positief ontwikkeld en is de leefbaarheid en veiligheid duidelijk verbeterd. Door middel van het extra investeren in de fysieke uitstraling van de buurt en de noodzakelijke technische ingrepen, is er een leefbare en aantrekkelijke buurt gecreëerd. Er is een afname van huurachterstanden, sociale klachten, overlast, vernielingen en criminaliteit. Jongeren van de Lijnbaan voelen zich ook thuis in de buurt. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uren: projectmanager 240 uur op jaarbasis. Overige kosten: communicatiemiddelen en –uren

106

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Noordflank 3. Integrale aanpak jongerenoverlast

Locatie Gebied Centrum, buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt.

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De vele meldingen die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen die betrekking hebben op overlast van jongeren. Ook het signaleringsnetwerk Jeugd Noordflank/Binnenstad is een belangrijk platform waarin probleemjongeren (-jeugd) en groepen worden besproken. De meeste meldingen en signalen komen uit de volgende buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matenas’pad en de Bleijenhoek voor wat betreft de Noordflank, uit de Staart de Verzetsbuurt en het Noorderkwartier en de Vogelbuurt uit het Reeland. Deze 3 wijken zijn tevens pilotgebied voor het project Veilig Opgroeien (CtC). Probleemstelling Signalen betreffen vooral het rondhangen van jongeren wat leidt tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers, van lawaai tot vernielingen, intimidatie, gokken, alcohol- en drugsgebruik. Vanuit het wijkMT+ wordt door goede samenwerking en afstemming gewerkt aan een aanpak om de overlast van jongeren tegen te gaan c.q. te laten afnemen. Een en ander moet verder worden ontwikkeld c.q. uitgewerkt omdat we van mening zijn dat de verantwoordelijkheid voor de jongeren juist ook binnen het gezin en de school ligt. Daarnaast hebben zij ook een eigen verantwoordelijkheid en inbreng. Doelstelling Beperken overlast van jongeren.

• Het percentage overlast van jongeren is in 2008 ten opzichte van 2005 afgenomen met 4% (van 24% naar 20%).In 2008 is door toepassing van de integrale aanpak, de ervaren overlast van jongeren in de buurten Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt met 10 % afgenomen.

Opdracht Opdracht: het opstellen van een projectplan. Aandachtspunten voor dit plan zijn: - Ouders betrekken bij de aanpak. - Nog meer inhoud geven aan het uitwisselen van informatie over en het volgen van jongeren. - Structurele inzet van jongerenwerk bij het inventariseren van groepen jongeren en het organiseren van activiteiten. - Het opzetten van een vrijwilligerskader door het jongerenwerk. - Meer inzet op het verbeteren van de tolerantie tussen jong en oud. - Budget vrijmaken voor benodigde fysieke maatregelen. Het aantal overlastmeldingen bij bovengenoemde partijen is verminderd t.o.v. 2006. In 2008 zijn er vanuit het signaleringsnetwerk 5 aandachtsjongeren in een traject terecht gekomen. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget + beschikbaar budget voor herinrichting Verzetsbuurt

107

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Noordflank 4 Aanpak overlastgevende panden

Locatie Gebied Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In diverse buurten in Dordrecht, in het bijzonder in het Reeland en in Oud Krispijn speelt al jaren een aantal hardnekkige problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Diverse straten in de stad kenmerken zich door leegstand, overlast kamerverhuurbedrijven en verpaupering. Een nieuwe ontwikkeling daarbij is de toestroom van tijdelijke buitenlandse werknemers naar ons land (en dus ook naar onze stad) en de consequenties daarvan voor de woningmarkt. De gemeente moet blijven investeren om de woon-, werk-, en leefomgeving ter plaatse te verbeteren ten einde negatieve ontwikkelingen te voorkomen. Bewoners, ondernemers en organisaties vragen de gemeente ook dringend naar passende maatregelen om overlast te beteugelen. Bij besluit van 28 juni 2005 heeft het college van Burgemeester en Wethouders ingestemd met de in het evaluatierapport illegale (over)bewoning aangereikte aanbevelingen en de procesregie op gedragen aan de afdeling OOV. Naar aanleiding van een nieuwe evaluatie in maart 2007 heeft het college ingestemd met een aantal verbetervoorstellen. Samengevat gaat om een verbeterde samenwerking tussen betrokken partijen, registratie en het door SO te ontwikkelen aanvullend beleid om onder andere de toename van kamerverhuurpanden in goede banen te leiden. Dit projectplan geeft de aanzet voor een meer integrale benadering van de aanpak rondom overlastgevende panden waarbij de rol van OOV als procesregisseur en de door haar geformuleerde werkbeschrijving leidend is en is te beschouwen als een werkdocument voor de projectmanager van de afdeling WGW Probleemstelling Bewoners vinden een prettige woon- en leefomgeving zeer belangrijk. Woonoverlast past daar niet in. Toch komt geluidsoverlast, drugsoverlast, stankoverlast e.d. regelmatig voor. Momenteel zijn in Dordrecht circa 40 overlastgevende panden en daarnaast circa 15 (zorgwekkende) kamerverhuurpanden. Dit laatste aantal is groeiende. De mate waarin iemand overlast ondervindt kan sterk uiteen lopen. Buren kunnen zich aan kleine dingen ergeren omdat sprake is van een lage tolerantiegrens en (wederzijds) onbegrip, maar het kan ook zijn dat een bewoner of gezin door bijvoorbeeld psychische problemen en verslaving continue voor ernstige onrust zorgt. De aanpak van overlast, waaronder woonoverlast, heeft prioriteit in de gemeente Dordrecht. De gemeente, politie, het openbaar ministerie, de woningcorporaties en zorg- en welzijnsinstellingen gaan nog meer dan voorheen samenwerken bij de aanpak van overlast. Doelstelling Het project heeft tot doel de (extreme) overlast in de woonomgeving op grond van een integrale benadering gezamenlijk aan te pakken om zodoende een leefbare en veilige omgeving te creëren. Wat bijdraagt aan het realiseren van een leefbaarheidsscore van 7.0 in 2010 per gebied. Opdracht Kom tot een affectieve, afdoende en snelle aanpak van komende overlast in panden van particuliere verhuurders in het Centrum. Onder snel wordt verstaan: binnen 3 tot 6 maanden is de overlast gestopt. Wanneer de partners er op wijkniveau niet in slagen de overlast te stoppen wordt het project opgeschaald naar stedelijk niveau.

108

Tevens is in 2007 een plan van aanpak ontwikkeld voor de hele stad dat voor het einde van het najaar 2008 operationeel is. Voorstel is de opdracht als volgt te (her) formuleren: Voorkom een verdergaande verpaupering en verloedering en verminder de overlast die veroorzaakt wordt door de bewoners en eigenaren van een aantal probleempanden om voor omwonende, ondernemers en bezoekers een prettig woon- en leefklimaat te creëren met als uiteindelijk doel het verhogen van de leefbaarheidsscore van de wijken naar 7,0 in 2010. Dit dient op korte termijn te worden aangepakt door een aantal gerichte acties, zoals handhavingcontroles van kamerverhuurpanden, of politieacties gericht op bestrijding van geluidsoverlast en gebruik- en handel in e.d. Op de lange termijn dient dit te worden aangepakt door een meer preventieve aanpak waarbij gedacht kan worden aan op preventie gerichte pandencontroles. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

109

Uitvoeringsplan Centrum, wijk het Reeland 2008

110

111

Uitvoeringsplan Reeland 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moeten zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore7 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele andere mensen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1.we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2.we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3.we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 4.We werken aan wijkeconomie; 5.we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

7 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

112

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal per wijk gaan bestaan uit een wijkstrategie en een meerjaren wijkprogramma. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Reewijk te bereiken. Het uitvoeringsplan Reewijk 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Centrum en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang zijn de signalen van bewoners en professionals in de wijk. Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.1.Terugblik op 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om objectief te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven.

De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Reeland nader bekeken Gekeken naar de uitkomsten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 heeft het gebied Centrum over het algemeen een gemiddelde score op de indicatoren ten opzichte van het gemiddelde in Dordrecht. Iets minder bewoners dan in 2005 voelen zich wel eens onveilig en zij ervaren minder vermogensdelicten. Het aandeel bewoners dat gehecht is aan de stad, is afgenomen. Ook ervaren zij meer verloedering in de buurt dan twee jaar terug.

De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor het Reeland nader bekeken In het Reeland verwachten minder mensen dat de buurt achteruit zal gaan en voelen minder mensen zich wel eens onveilig. De bewoners ervaren ten opzichte van 2005 meer overlast in de buurt en meer mensen vinden dat hun buurt is achteruit gegaan. Men is minder gehecht aan de buurt, voelt zich minder verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt en zet zich er ook minder voor in. • Het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt is gedaald naar 26%

(Dordrecht 27%); • De indicatorscore vermogensdelicten in de buurt is gelijk gebleven t.o.v. 2005, namelijk 3,9

(Dordrecht 3,7, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore verloedering in de buurt is gelijk gebleven t.o.v. 2005, namelijk 5,1

(Dordrecht 5,2, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore overlast in de buurt heeft zich in negatieve zin ontwikkeld naar een 3,2

(Dordrecht 3,1, hoe lager hoe beter); • Het percentage bewoners dat vindt dat de buurt achteruit gegaan is, is gestegen naar 30%

(Dordrecht 20%); • Het percentage bewoners dat verwacht dat de buurt achteruit zal gaan is gedaald naar 22%

(Dordrecht 19%); • Het percentage bewoners dat zich gehecht voelt aan de buurt is gedaald naar 69% (Dordrecht

64%); • Het percentage bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de buurt is gedaald naar

65% (Dordrecht 74%); • Het percentage actieve inzet is gedaald naar 15% (Dordrecht 16%). Doelstellingen Reeland 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007. Ontevredenheid over vervuiling door verkeerd aanbieden van huisvuil in Indische- en Transvaalbuurt van 22% in 2005 naar 13% (gemiddeld Reeland nu) in 2010. Die ontevredenheid

113

is in 2007 gedaald naar 9%. Het onderwerp blijft een punt van aandacht. Vooral omdat de beoogde ondergrondse containerisatie later dan gepland zal worden gerealiseerd. Overlastmeldingen panden bij politie van 4 in 2006 naar 1 in 2010 Is in 2007 blijven steken op 3. De reden wordt nagegaan bij de samenwerkingspartners. Zo nodig wordt het project bijgesteld. Overlastmeldingen zorgnetwerk daalt in 2010 ten opzichte van 2005. De stand van zaken per 2007 wordt einde 2007 gecheckt bij de partners. Algemeen buurtoordeel Land van Valk blijft 8,1 in 2010 gelijk aan 8,1 als in 2005 Is in 2007 teruggegaan naar 7,9. Het oordeel over de leefbaarheid bleef gelijk: 7,1. Deze meting is van belang om de invloed van de bouw en vestiging van scholen op het Leerpark in te kunnen schatten. Bewoners denken dat de Vogelbuurt vooruit zal gaan van 10% in 2005 naar 20% in 2010. In 2007 wordt al 27 % gescoord. Deze doelstelling lijkt in 2007 al gehaald. Aantal bewoners dat denkt dat de Vogelbuurt achteruit zal gaan van 38% in 2005 naar 30% in 2010. In 2007 wordt al 31 % gescoord. Deze doelstelling lijkt in 2007 al bijna gehaald. Wijkveiligheidsanalyse Uit de wijkveiligheidsanalyses blijkt dat de top-3 van veiligheidsproblemen in de Reeland bestaat uit: 1: Verkeersveiligheid (agressief verkeersgedrag, te hard rijden, aanrijdingen) 2: Slachtofferschap van criminaliteit (het geheel van ondervraagde delicten uit de Monitor L&V) 3: Mishandeling De afdeling Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1: Campagnes; inzet Regionaal Verkeershandhavingsteam 2: Extra toezicht (politie en gemeente) 3: Maatregelen tegen mishandelingen en bedreigingen 2.2. Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van het Reeland is in 2007 6,9. In 2010 willen we 7,0 scoren. Om in 2010 in het Reeland een leefbaarheidscore van 7,0 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

De aandacht zal zich richten op: Versterk de ingezette projecten van wijkbeheer centrum. Spoor de oorzaken van het niet behalen van doelstellingen op en richt je op het behalen ervan. Het Gebiedsteam Centrum maakt zich zorgen dat de samenwerking tussen DWO, Woonbron en de Grote Rivieren en politie de afgelopen tijd is verminderd. Zij faciliteert deze samenwerking de komende maanden met ondersteuning vanuit de WMO. Ook volgt het Gebiedsteam Centrum met aandacht het onderzoek van Woonbron naar de toekomst van de Vogelbuurt. Voor de aanpak van het beheer van het Leerpark heeft de gebiedsmanager opdracht van de programmadirecteur gekregen een proces- en parkmanager aan te stellen. Stadsbeheer zorgt in 2008 voor de ondergrondse containerisatie in de Indische- en Transvaalbuurt. Waar nodig biedt het

114

Gebiedsteam Centrum de helpende hand. Dit biedt het Gebiedsteam Centrum de ruimte om zich te richten op de aanpak van een aantal hardnekkige problemen in het Reeland: • Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen • Integrale aanpak jongeren. • Aanpak overlastgevende panden • Ontwikkel met gemeentelijke sectoren, politie, bewoners en scholen een schoon, heel en

veilig Leerpark Met deze projecten denken wij onze ambities waar te kunnen maken. Daarnaast richten wij ons op initiatieven van bewoners en willen deze graag bevorderen. Met en tussen de verschillende organisaties kan de samenwerking beter. Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in het Reeland De gebiedsmanager centrum van MO is opdrachtgever voor bovengenoemde projecten. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebiedsteam Centrum actief volgt. Waar nodig overlegt het Gebiedsteam Centrum met betrokken opdrachtgever of projectmanager. Stadswerven en Woonservicezones.. De contacten zijn nu onvoldoende en dienen verbeterd te worden. Binnenkort spreken wij hierover met de leden van de regiegroep. Verbeter de Maatschappelijke Opvang. Er is intensief contact met de strategisch beleidsmedewerker die zich richt op verbetering van de Maatschappelijke Opvang over de voortgang van het project: “Pak overlastgevend gedrag van daklozen en GGZ-cliënten aan. Verbeter hun leefkwaliteit”.

Leerpark Het Leerpark ontwikkelt zich razendsnel. De gebiedsmanager centrum MO stelde medio 2007 een proces- parkmanager aan om op verzoek van de programmadirecteur het beheer van het Leerpark in de toekomst te regelen. Wij beogen hiermee de leefbaarheidscore van het Land van Valk in 2005 op 8,1 te kunnen handhaven in 2010. Leefbaarheid Vogelbuurt in 2008 Woonbron pakte in 2007 in samenwerking met DWO en de Grote Rivieren een reeks van activiteiten op rond het thema leefbaarheid. Het oprichten huurdercommissies, bijzondere activiteiten rond opfleuren, onderhoud tuinen, 10-jarig bestaan bewonerscomité, dialoogbijeenkomsten, aanpak huurachterstanden, inzichtelijk maken van leefstijlen. Het Gebiedsteam Centrum volgde deze activiteiten met belangstelling. Het opgebouwde netwerk heeft ondersteuning nodig. De gebiedsmanager zorgde voor extra ondersteuning gedurende de laatste maanden van 2007. Toekomst Vogelbuurt Woonbron onderzoekt in 2007 samen met bewoners en relevante partners de toekomst van de Vogelbuurt. Het Gebiedsteam Centrum volgt deze activiteiten met aandacht en participeert waar nodig. Verder legt het Gebiedsteam Centrum de nodige en gevraagde verbanden binnen de gemeentelijke organisatie. In 2008 ligt er een voorlopige visie op de toekomst. Een relevant vervolg zal dan gezamenlijk worden vormgegeven. Ondergrondse containerisatie Indische- en Transvaalbuurt Oorspronkelijk was de gedachte: In 2007 introduceert Stadsbeheer ondergrondse containers in de Indische- en Transvaalbuurt. Daarbij hoort bijzondere aandacht besteed te worden aan bestaande problemen rondom capaciteit, bezit en gebruik minicontainers, bedrijfsafval,

115

afvaltoerisme, gedrag, handhaving, voorlichting en communicatie. Door tegenslag tijdens het project is de startdatum uitgesteld naar 2008. Verhuizing Da Vinci College uit oude HTS Einde oktober 2007 is het Da Vinci college vestiging Oranjelaan verhuisd naar het Leerpark. Stadsontwikkeling volgt de plannen van betrokken eigenaar op de voet. Het Gebiedsteam Centrum eveneens en zal mogelijkheden tot woningbouw stimuleren. Waar mogelijk in overeenstemming met de wens van bewoners om meer levensloopbestendige woningen in het gebied te krijgen. Dit laatste is gedeeltelijk gelukt. Intussen heeft de eigenaar AM-wonen een overeenkomst met de gemeente over de toekomstige woonbestemming gesloten. Omwonenden worden in het najaar van 2007 hierover geïnformeerd. Mogelijk start het sloop- en bouwproces medio 2008. Funderingen In september 2005 werd voorgesteld om de toenmalige wijkmanagers te betrekken bij grotere maatschappelijke problemen die in sommige blokken het funderingsherstel konden frustreren. Tot op heden werd geen beroep gedaan op de wijkmanager Reeland voor deze kwestie. Wanneer zich in 2008 een situatie aandient handelt de gebiedsmanager Centrum naar bevind van zaken. Integraal Huisvesting Plan Voor de verschillende onderwijsaccommodaties is een Integraal Huisvesting Plan gemaakt. In het Reeland is vooral de toekomst van de locaties Reeweg-Oost, Noordhoveschool locatie Oranje Vrijstaatplein en Noordhoveschool locatie Bankastraat van belang. Hierover houdt het Gebiedsteam Centrum contact met betrokkenen. Tijdige afstemming van plannen is van belang voor de verdere ontwikkeling van onderwijs en huisvesting. Jagers- en Windhondenpolder: Plan Tij Dit project wordt in 2008 verder uitgevoerd. Vooralsnog is nader contact met de uitvoerders van ondergeschikt belang. Wel volgt over 2008 intensiever contact betreffende de plannen voor een fietsverbinding via de achterzijde van het PlanTij via het aan het Wantijpark gelegen dijkje richting Baden Powelweg. Wantijpark Met de vereniging bewoners Wantijpark zijn afspraken gemaakt om de huidige kwaliteit van het park te behouden en het verboden fietsen verder tegen te gaan. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebiedsteam Centrumactief volgt. Waar nodig overlegt het met betrokken opdrachtgever of projectmanager. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan het Gebiedsteam Centrum opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het Gebiedsteam Centrum zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het Gebiedsteam Centrum is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5. Organisatie in Centrum Leden van het Gebiedsteam Centrum zijn:

- Eva Roggeveen (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) - Adriaan van Tilborg (gebiedsmanager Stadsbeheer) - Jan Wind (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling)

116

Het Gebiedsteam Centrum overlegt twee wekelijks. Om de beurt worden operationele zaken en strategische kwesties besproken en projectmanagers schuiven aan wanneer nodig. De gebiedsmanager MO is opdrachtgever voor de volgende integrale projecten in het Reeland: • Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen • Integrale aanpak jongeren • Aanpak overlastgevende panden • Ontwikkel met gemeentelijke sectoren, politie, bewoners en scholen een schoon, heel en

veilig Leerpark De projectmanagers van deze projecten geven aan welke partners en overlegvormen nodig zijn voor de uitvoering. Managers van o.a. politie, corporaties en welzijnsorganisatie leveren input voor de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën. Het Gebiedsteam Centrum organiseert regelmatig netwerkbijeenkomsten voor professionals. Voor de operationele medewerkers organiseren we tweemaal per jaar een frontlijnlunch. Voor de functionarissen op tactisch en strategisch niveau organiseren we tweemaal per jaar een gebiedsconferentie. We onderhouden zo het bestaande netwerk, brengen partners met elkaar in contact en beiden perspectieven voor strategische gebiedsontwikkeling. Het Gebiedsteam Centrum zal in 2008 regelmatig netwerkbijeenkomsten voor professionals regelen. Hiermee onderhouden we het bestaande netwerk en brengen we partners met elkaar in contact. Het wijkbeheeroverleg blijft voorlopig bestaan. Het Gebiedsteam Centrum organiseert aanvullend themagerichte bijeenkomsten per wijk en gebied. Hiertoe wordt breed en publiekelijk uitgenodigd. 2.6 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht. .

117

De leefbaarheidscore in het Reeland is in 2010 7,0.In 2005 was dat 6,9

Schonere openbareruimte

Beter

Ontevredenheid over vervuiling door

verkeerd aanbieden van huisvuil in Indische- en

Transvaalbuurt van 22% in 2005 naar 13% (gemiddelde

Reeland nu) in 2010

Bewoners denken dat de Vogelbuurt vooruit zal gaan van 10% in 2005 naar 20% in

2010

Aantal bewoners dat denkt dat de

Vogelbuurt achteruit zal gaan van 38% in 2005 naar 30% in

2010

Overlastmeldingen panden bij politie van 4 in 2006 naar 1 in 2010

Overlastmeldingen zorgnetwerk daalt in 2010 ten

opzichte van 2005

Algemeen buurtoordeel Land van Valk blijft 8,1 in 2010 gelijk aan 8,1 als in 2005

• Pak overlastgevende panden aan • Pak overlastgevend gedrag daklozen en GGZ-cliënten aan • Verbeter de Maatschappelijke Opvang • Borg kwaliteit leefbaarheid Leerpark

• Inzet Gebiedsteam Centrum bij visievorming toekomst Vogelbuurt

• Integrale aanpak jongeren

Meer sociale

• Voer ondergrondse containerisatie Indische en Transvaalbuurt in

• Onderzoek de capaciteit en het gedrag rond wijkcontainers, verbeter waar mogelijk

118

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Reeland 1. Aanpak overlastgevend gedrag cliënten zorginstellingen

Locatie Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: wethouder Kamsteeg Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Kees Tienhooven

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Meldingen die binnenkomen bij het gebiedsteam Centrum, de politie en zorginstellingen, die betrekking hebben op overlastgevend gedrag veroorzaakt door cliënten van zorginstellingen. Probleemstelling In het centrumgebied zijn drie zorginstellingen gevestigd: De Grote Rivieren, het Leger des Heils en Bouman GGZ. Met Dordrecht als centrumgemeente hebben deze instellingen een regionale functie. Een aantal van de cliënten van deze instellingen veroorzaken in meer of mindere mate overlast in de omgeving van de Noordflank (vooral Kasperspadgebied en Dubbeldamseweg Noord e.o.) en in de binnenstad. Het is een groep die, een voor de hulpverlening vaak onzichtbaar, marginaal bestaan leidt of juist zichtbaar is vanwege het veroorzaken van overlast. De overlast zorgt voor onveiligheid in de directe woon– en leefomgeving, zowel in/rondom instellingen als in de openbare ruimte. De groep heeft een outreachende hulpverlening nodig gezien de overwegend meervoudige, complexe, ernstige en langdurige (psychische en/of verslavings) problematiek, maar de groep stelt hiervoor zelf geen hulpvraag. De reguliere zorg heeft vaak geen adequaat hulpaanbod. Het gevolg van de ontoereikende zorg is het ontstaan van een vicieuze cirkel waarin de gezondheidstoestand van de groep steeds slechter wordt en de overlast in de openbare ruimte niet afneemt. De afgelopen jaren hebben de inspanningen van en de samenwerking tussen de diverse partijen geleid tot een integrale aanpak. Deze aanpak is echter niet toereikend gebleken. Doelstelling De doelstelling van de aanpak overlastgevers luidt als volgt:

• Het terugdringen van de overlastproblematiek, rehabilitatie van de overlastgever en een betere zorg voor de overlastgever.

• het dichten van gaten in de hulpverlening en zorg voor overlastgevers, tussen gemeente/justitie en tussen justitie/zorg.

• Versterken van de ketensamenwerking die uitgaat van een taakverbondenheid en inspanningsverplichting van gemeenten, justitie en zorg met betrekking tot de overlastgevers.

Opdracht Om de doelstelling te bereiken zal het huidige overlastteam haar werkwijze veranderen, de gemeentelijke projectleider heeft hierbij de regierol:

• Voor elke overlastgever/cliënt is een integraal behandel/begeleidingsplan opgesteld • Het plan leidt tot structurele zorg voor de betrokken persoon en zijn omgeving • De betrokken partners dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de aanpak van

overlastgevers en laten dit zien door opgesteld beleid binnen hun organisaties en naar buiten

Er zijn goede afspraken gemaakt over de financiering met betrekking tot het functioneren van de nieuwe werkwijze Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

119

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Reeland 2. Integrale aanpak jongerenoverlast

Locatie Gebied Centrum, buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt.

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De vele meldingen die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen die betrekking hebben op overlast van jongeren. Ook het signaleringsnetwerk Jeugd Noordflank/Binnenstad is een belangrijk platform waarin probleemjongeren (-jeugd) en groepen worden besproken. De meeste meldingen en signalen komen uit de volgende buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad en de Bleijenhoek voor wat betreft de Noordflank, uit de Staart de Verzetsbuurt en het Noorderkwartier en de Vogelbuurt uit het Reeland. Deze 3 wijken zijn tevens pilotgebied voor het project Veilig Opgroeien (CtC). Probleemstelling Signalen betreffen vooral het rondhangen van jongeren wat leidt tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers, van lawaai tot vernielingen, intimidatie, gokken, alcohol- en drugsgebruik. Vanuit het wijkMT+ wordt door goede samenwerking en afstemming gewerkt aan een aanpak om de overlast van jongeren tegen te gaan c.q. te laten afnemen. Een en ander moet verder worden ontwikkeld c.q. uitgewerkt omdat we van mening zijn dat de verantwoordelijkheid voor de jongeren juist ook binnen het gezin en de school ligt. Daarnaast hebben zij ook een eigen verantwoordelijkheid en inbreng. Doelstelling Beperken overlast van jongeren.

• Het percentage overlast van jongeren is in 2008 ten opzichte van 2005 afgenomen met 4 % (van 24% naar 20%).In 2008 is door toepassing van de integrale aanpak, de ervaren overlast van jongeren in de buurten Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt met 10 % afgenomen.

Opdracht Opdracht: het opstellen van een projectplan. Aandachtspunten voor dit plan zijn: - Ouders betrekken bij de aanpak. - Nog meer inhoud geven aan het uitwisselen van informatie over en het volgen van jongeren. - Structurele inzet van jongerenwerk bij het inventariseren van groepen jongeren en het organiseren van activiteiten. - Het opzetten van een vrijwilligerskader door het jongerenwerk. - Meer inzet op het verbeteren van de tolerantie tussen jong en oud. - Budget vrijmaken voor benodigde fysieke maatregelen. Het aantal overlastmeldingen bij bovengenoemde partijen is verminderd t.o.v. 2006. In 2008 zijn er vanuit het signaleringsnetwerk 5 aandachtsjongeren in een traject terecht gekomen. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

120

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Reeland 3 Aanpak overlastgevende panden

Locatie Gebied Centrum

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In diverse buurten in Dordrecht, in het bijzonder in het Reeland en in Oud Krispijn speelt al jaren een aantal hardnekkige problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Diverse straten in de stad kenmerken zich door leegstand, overlast kamerverhuurbedrijven en verpaupering. Een nieuwe ontwikkeling daarbij is de toestroom van tijdelijke buitenlandse werknemers naar ons land (en dus ook naar onze stad) en de consequenties daarvan voor de woningmarkt. De gemeente moet blijven investeren om de woon-, werk, en leefomgeving ter plaatse te verbeteren ten einde negatieve ontwikkelingen te voorkomen. Bewoners, ondernemers en organisaties vragen de gemeente ook dringend naar passende maatregelen om overlast te beteugelen. Bij besluit van 28 juni 2005 heeft het college van Burgemeester en Wethouders ingestemd met de in het evaluatierapport illegale (over)bewoning aangereikte aanbevelingen en de procesregie op gedragen aan de afdeling OOV. Naar aanleiding van een nieuwe evaluatie in maart 2007 heeft het college ingestemd met een aantal verbetervoorstellen. Samengevat gaat het om een verbeterde samenwerking tussen betrokken partijen, registratie en door het SO te ontwikkelen aanvullend beleid om onder andere de toename van kamerverhuurpanden in goede banen te leiden. Dit projectplan geeft de aanzet voor een meer integrale benadering van de aanpak rondom overlastgevende panden waarbij de rol van OOV als procesregisseur en de door haar geformuleerde werkbeschrijving leidend is en is te beschouwen als een werkdocument voor de projectmanager van de afdeling WGW Probleemstelling Bewoners vinden een prettige woon- en leefomgeving zeer belangrijk. Woonoverlast past daar niet in. Toch komt geluidsoverlast, drugsoverlast, stankoverlast e.d. regelmatig voor. Momenteel zijn in Dordrecht circa 40 overlastgevende panden en daarnaast circa 15 (zorgwekkende) kamerverhuurpanden. Dit laatste aantal is groeiende. De mate waarin iemand overlast ondervindt kan sterk uiteen lopen. Buren kunnen zich aan kleine dingen ergeren omdat sprake is van een lage tolerantiegrens en (wederzijds) onbegrip, maar het kan ook zijn dat een bewoner of gezin door bijvoorbeeld psychische problemen en verslaving continue voor ernstige onrust zorgt. De aanpak van overlast, waaronder woonoverlast, heeft prioriteit in de gemeente Dordrecht. De gemeente, politie, het openbaar ministerie, de woningcorporaties en zorg- en welzijnsinstellingen gaan nog meer dan voorheen samenwerken bij de aanpak van overlast. Doelstelling Het project heeft tot doel de (extreme) overlast in de woonomgeving op grond van een integrale benadering gezamenlijk aan te pakken om zodoende een leefbare en veilige omgeving te creëren. Wat bijdraagt aan het realiseren van een leefbaarheidsscore van 7.0 in 2010 per gebied. Opdracht Kom tot een affectieve, afdoende en snelle aanpak van komende overlast in panden van particuliere verhuurders in het Centrum. Onder snel wordt verstaan: binnen 3 tot 6 maanden is de overlast gestopt. Wanneer de partners er op wijkniveau niet in slagen de overlast te stoppen wordt het project opgeschaald naar stedelijk niveau. Tevens is in 2007 een plan van aanpak ontwikkeld voor de gehele stad die voor het einde van

121

het najaar 2008 operationeel moet zijn. Voorstel is de opdracht als volgt te (her) formuleren: Voorkom een verdergaande verpaupering en verloedering en verminder de overlast die veroorzaakt wordt door de bewoners en eigenaren van een aantal probleempanden om voor omwonende, ondernemers en bezoekers een prettig woon- en leefklimaat te creëren met als uiteindelijk doel het verhogen van de leefbaarheidsscore van de wijken naar 7,0 in 2010. Dit dient op korte termijn te worden aangepakt door een aantal gerichte acties, zoals handhavingcontroles van kamerverhuurpanden, of politieacties gericht op bestrijding van geluidsoverlast en gebruik- en handel in e.d. Op de lange termijn dient dit te worden aangepakt door een meer preventieve aanpak waarbij gedacht kan worden aan op preventie gerichte pandencontroles. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

122

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Reeland 4. Ontwikkel met gemeentelijke sectoren, politie, bewoners en scholen een schoon, heel en veilig Leerpark

Locatie Centrum, Reeland, Leerpark

Opdrachtgever Bestuurlijk: Dion van Steensel Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Ria de Wit

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Voorjaar 2007: De programmadirecteur Leerpark verzoekt de gebiedsmanager Centrum om een proces in werking te zetten waarbij gemeentelijke diensten, scholen, bewoners, politie zodanig samenwerken dat zo spoedig als mogelijk een schoon, heel en veilig Leerpark is ontwikkeld. Probleemstelling Partijen in het gebied kunnen beter samenwerken op relevante terreinen. Op het gebied van onderhoud en beheer van gemeenschappelijk gebruik en de openbare ruimte kan veel gewonnen worden. Huidige intentionele afspraken kunnen/moeten worden omgezet naar heldere SMART-afspraken en –overeenkomsten. Er is behoefte aan parkmanagement. Doelstelling Per 1 augustus 2009 is de leefbaarheidscore voor de buurt “Land van Valk” gelijk aan die van 2007: Rapportcijfer 7,1. Per 1 augustus 2009 is de veiligheidsbeleving van de gezamenlijke scholen op het Leerpark gelijk aan die van 2006: Rapportcijfer 8,3 Per 1 augustus 2009 is het beheer van het Leerpark zodanig op orde dat het proces beëindigd kan worden en omgezet kan worden in een reguliere taak voor één of meerdere partijen die zich daartoe verplicht hebben zoals gemeentelijke sectoren, scholen, politie, afdeling toezicht en aannemer. Opdracht Procesmanager De procesmanager laat een schoon, heel en veilig Leerpark realiseren en handhaven door relevante partners die samenwerken in een nieuw te ontwikkelen vorm van gebiedsbeheer: “Parkmanagement”. De procesmanager zorgt dat relevante gemeentelijke sectoren en afdelingen integraal samenwerken met scholen, bedrijven en politie om bovengenoemd doel te bereiken. De procesmanager verkent samen met partijen de mogelijkheden en de grenzen van verkennende-, functionele- en ondernemingsgewijze samenwerking om genoemd doel te bereiken. De procesmanager vertaalt overeengekomen beleid in meetbare kwaliteitseisen, uitvoeringsovereenkomsten en heldere werkprocessen. Overeenkomsten worden afgestemd met het corporatiebestuur. Daartoe stemt de procesmanager regelmatig af met de projectleider Leerpark, de directeur Leerpark en aangewezen bestuurders. De procesmanager draagt zorg voor voldoende bewonersparticipatie. De procesmanager draagt zorg voor de afhandeling van al hetgeen tijdens de buurtschouw wordt waargenomen en brengt periodiek verslag uit.

Beleidsgroep De beleidsgroep heeft tot taak het bovengenoemde programma te realiseren. De procesmanager ondersteunt en faciliteert de beleidsgroep Leerpark en haar voorzitter. De voorzitter wordt geselecteerd uit de beleidsgroep. De procesmanager ondersteunt de beleidsgroep waarin vertegenwoordigers op tactisch niveau van gemeente, scholen, politie en aannemer verkennend, functioneel of ondernemingsgewijs samenwerken, al naar gelang het gemeenschappelijk belang.

123

Parkmanager Hij of zij vervult ook de rol van parkmanager. Deze parkmanager stuurt vanuit de beleidsgroep de “Beheergroep Leerpark” aan. De beheergroep geeft uitvoering aan de taken die in de beleidsgroep zijn afgesproken. In de beheergroep nemen operationeel verantwoordelijken deel namens elke partij. In de beheergroep worden werkprocessen afgesproken, uitgevoerd en nabesproken. De beheergroep zorgt per kwartaal voor een buurtschouw en biedt de rapportage daarover aan de beleidsgroep en de bewoners. Opdrachtgever De procesmanager/parkmanager legt verantwoording af aan de opdrachtgever: de gebiedsmanager van de afdeling wijkgericht werken van de sector MO. De opdrachtgever zorgt voor afstemming binnen het gebiedsteam Centrum waarin de sectoren Maatschappelijke Ontwikkeling, Stadsontwikkeling en Stadsbeheer zijn vertegenwoordigd. Voor het realiseren van opdracht aan de procesmanager legt de opdrachtgever verantwoording af aan de aangewezen bestuurder/(programma)directeur van het Leerpark. Begin- en einddatum project Begin: 1 augustus 2007 Eind: 31 juli 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

124

Uitvoeringsplan Centrum, wijk Staart 2008

125

126

Uitvoeringsplan Staart 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0 behalen. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore8 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1.we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2.we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3.we werken aan wijkeconomie 4.we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5.we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

8 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

127

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal per wijk gaan bestaan uit een wijkstrategie en een meerjaren wijkprogramma. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Reewijk te bereiken. Het uitvoeringsplan Reewijk 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Centrum en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang zijn de signalen van bewoners en professionals in de wijk. Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.1.Terugblik op 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om objectief te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Staart nader bekeken Gekeken naar de uitkomsten van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 heeft het gebied Centrum over het algemeen een gemiddelde score op de indicatoren ten opzichte van het gemiddelde in Dordrecht. Iets minder bewoners dan in 2005 voelen zich wel eens onveilig en zij ervaren minder vermogensdelicten. Het aandeel bewoners dat gehecht is aan de stad, is afgenomen. Ook ervaren zij meer verloedering in de buurt dan twee jaar terug. In de Staart zien we ten opzichte van 2005 veel positieve ontwikkelingen. Meer bewoners vinden dat hun buurt vooruit is gegaan en hebben ook vertrouwen in de ontwikkeling van zowel hun eigen buurt als die van de stad. Ook voelen meer bewoners zich gehecht aan de stad. De bewoners vinden, dat het aantal vermogensdelicten in de buurt is afgenomen en ze zijn meer tevreden over de veiligheid in de buurt, de sfeer en de mensen in de buurt. Meer bewoners voelen zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt. Meer bewoners vinden dat de stad achteruit is gegaan, dat er meer overlast in de buurt is. Ook voelen meer mensen zich wel eens onveilig in hun buurt. • Het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt is gelijk gebleven t.o.v.

2005, namelijk 25% (Dordrecht 27%); • De indicatorscore vermogensdelicten in de buurt heeft zich t.o.v. 2005 positief ontwikkeld

naar een 3,4 (Dordrecht 3,7, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore verloedering in de buurt is gelijk gebleven t.o.v. 2005, namelijk 4,9

(Dordrecht 5,2, hoe lager hoe beter); • De indicatorscore overlast in de buurt is gedaald naar een 3,5 (Dordrecht 3,1, hoe lager hoe

beter); • Het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt is gestegen naar een 6,7 (Dordrecht 6,9); • Het rapportcijfer voor de sfeer in de buurt is gestegen naar een 6,7 (Dordrecht 6,9); • Het rapportcijfer voor de mensen in de buurt is gestegen naar een 6,8 (Dordrecht 7,0); • Het percentage bewoners dat vind dat hun buurt vooruit gegaan is, is gestegen naar 20%

(Dordrecht 13%); • Het percentage bewoners dat denkt dat hun buurt vooruit zal gaan is ook gestegen, en wel

naar 19% (Dordrecht 14%); • Het percentage bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt is gestegen naar 73%

(Dordrecht 74%).

128

Doelstellingen Staart 2007 In 2005 werkten er 3908 personen op de Staart. In 2010 is dat 4500. In 2010 is het percentage werkende allochtonen gelijk aan het Dordtse gemiddelde. De tevredenheid over de winkels voor de dagelijkse boodschappen is in 2010 70 %. In 2005 was dit 62 %. Door het ontbreken van inzet vanuit het programma wijkeconomie is deze doelstelling geschrapt. Overlastmeldingen bij politie daalt van X in 2005 naar Y in 2010. Maatschappelijke participatie is in 2010 gelijk aan het Dordtse gemiddelde. Aan het einde van 2007 kan samen met de politie worden bezien of er tussentijdse progressie op is getreden. Het percentage mensen dat op een prettige manier met elkaar omgaat, stijgt van 49% in 2005 naar 55 % in 2010. In 2007 steeg dit percentage al naar 60%. We zetten door met de projecten om dit cijfer te consolideren. De verkeersveiligheid op de Staart bleef gelijk volgens de monitor: 3,5 in 2005 en 2007. (hoe lager hoe beter). We zetten door met de projecten om dit cijfer te verbeteren naar een 3,0 in 2010. Rapportcijfer woonomgeving Noorderkwartier van 5,7 in 2005 naar 7,0 in 2010. Idem Overig Staart West blijft 6,6 als in 2005. Gelukkig steeg dit cijfer naar een 7,0 in 2007, mogelijk hielp hierbij dat de plannen voor het verwijderen van het grit met de bewoners gecommuniceerd werden. Het cijfer voor de woonomgeving in het Noorderkwartier steeg naar een 5,9 in 2007. Een mogelijke verklaring voor deze geringe stijging is dat de proefstraat er nu wel ligt, maar dat bewoners wachten met een hogere waardering tot de daadwerkelijke herinrichting van de andere straten van het Noorderkwartier gerealiseerd is. Maatschappelijke participatie is in 2010 gelijk aan het Dordtse gemiddelde. Over de Maatschappelijke participatie: De medeverantwoordelijkheid kwam in 2007 uit op 73 (was in 2005: 64) op de Staart terwijl het Dordts gemiddelde uitkomt op een 74. Goed op weg dus. Voor de categorie actieve inzet scoort de Staart in 2007 14, terwijl het stedelijk gemiddelde uitkomt op 16. Dit laatste kan nog een tandje beter. Wijkveiligheidsanalyse De top-3 van veiligheidsproblemen in de Staart bestaat uit: 1: Overlast (overlast van groepen jongeren, overlast door omwonenden, geluidsoverlast) 2: Jongerenoverlast 3: Drugsgerelateerde overlast De afdeling Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1: Buurtbemiddeling; Hotspot aanpak politie 2: Methode Beke; Inzet jongerenwerk; Alcohol- en drugspreventie 3: Aanpak veelplegers en aanpak overlastgevers 2.2. Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van Staart is in 2007 6,4. In 2010 willen we 6,5 scoren. Om in 2010 in de Staart een leefbaarheidscore van 6,5 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

De aandacht zal zich richten op: Versterk de ingezette projecten van wijkbeheer centrum. Spoor de oorzaken van het niet behalen van de doelstellingen op en richt je op het behalen ervan.

129

Het Gebiedsteam Centrum maakt zich zorgen dat de samenwerking met de DWO de afgelopen tijd is verminderd. Ook volgt het Gebiedsteam Centrum met aandacht de ontwikkelingen rondom de Merwedehavens, de Stadswerven en de Oostpoort. Dit biedt het Gebiedsteam Centrum ruimte om zich te richten op de aanpak van een aantal hardnekkige problemen in het Staart: 1. Verbeter de leefbaarheid van het Noorderkwartier inclusief het uitvoeren van de inrichting

van de openbare ruimte middels het experiment Proefstraat 2. Verbeter de leefbaarheid van de Verzetsbuurt inclusief het voorzien van Plein ’40-’45, het

van der Giessenplein en parkeervakken van nieuwe bestrating 3. Integrale aanpak jongeren Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. 2.3. Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de Staart De gebiedsmanager centrum van MO is opdrachtgever voor bovengenoemde projecten. Andere sectoren of partners sturen projecten aan die het Gebieds Team Centrum actief volgt. Waar nodig overlegt het Gebiedsteam Centrum met betrokken opdrachtgever of projectmanager. Stadswerven, Woonservicezone, Oostpoort, Merwedehavens. De contacten zijn nu onvoldoende en dienen verbeterd te worden. Binnenkort spreken wij hierover met de leden van de regiegroep. Stimuleer meer bewoners tot deelname aan organisaties, culturele voorzieningen en sport: BOS project en kunstproject In de tweede helft van 2007 startte het BOS-project op de Staart. Dit project kan veel bijdragen aan de aanpak van de problematiek van jongeren op de Staart, sport stimuleren en een gezonde leefstijl helpen ontwikkelen. Het met het CBK ingezette kunstproject kan helpen de bewoners van de Staart meer gebruik te laten maken van culturele voorzieningen. Het Gebiedsteam Centrum volgt deze ontwikkelingen met belangstelling.

Verbeter de Maatschappelijke Opvang Het stedelijke project: ”Verbeter de Maatschappelijke Opvang” kan in combinatie met het gebied project: “Pak overlastgevend gedrag van daklozen en GGZ-cliënten aan. Verbeter hun leefkwaliteit” waar nodig en mogelijk op de Staart worden toegepast.

Verbeter de uitvoering van School in de Samenleving en voer het programma jeugd uit Beide sectorale projecten worden door het Gebiedsteam Centrum gevolgd. Waar nodig en mogelijk worden verbindingen gelegd met het project ”Aanpak Jongeren”. Bevorder sociale integratie. Als rode draad in de drie integrale projecten: bevorder door concrete acties de sociale integratie.

Ontwikkel en introduceer buurtbemiddeling Stedelijk is dit project ingevoerd. Het is een succesvol project. Voer meer snelheidscontroles uit in woongebieden Op het Wijk Beheer Overleg klaagden veel bewoners over het te snel rijden op de Staart West door automobilisten in woonstraten. De buurtagent onderneemt actie voor onaangekondigde snelheidsmetingen en heldere communicatie over de resultaten hiervan naar de bewoners. Het Gebiedsteam Centrum laat zich hierover regelmatig informeren. Bij de herinrichting van het Noorderkwartier wordt hieraan bijzondere aandacht besteedt.

Handhaaf eenrichtingsverkeer in woongebieden Op het Wijk Beheer Overleg klaagden veel bewoners over het tegen de rijrichting inrijden door automobilisten in woonstraten. De buurtagent onderneemt actie voor onaangekondigde

130

waarnemingen en heldere communicatie over de resultaten hiervan naar de bewoners. Het Gebiedsteam Centrum laat zich hierover regelmatig informeren. 2.4. Beheer en ontwikkeling in algemene zin. Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan het Gebiedsteam Centrum opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het Gebiedsteam Centrum zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het Gebiedsteam Centrum is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.5. Organisatie in Centrum Leden van het Gebiedsteam Centrum zijn:

- Eva Roggeveen (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) - Adriaan van Tilborg (gebiedsmanager Stadsbeheer) - Jan Wind (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling)

Het Gebiedsteam Centrum overlegt in het eerste half jaar van 2007 twee wekelijks. Om de beurt operationele zaken en strategische kwesties. Projectmanagers schuiven aan wanneer nodig. De gebiedsmanager MO is opdrachtgever voor de volgende integrale projecten in het Staart:

1. Verbeter de leefbaarheid van het Noorderkwartier inclusief het uitvoeren van de inrichting van de openbare ruimte middels het experiment Proefstraat.

2. Verbeter de leefbaarheid van de Verzetsbuurt inclusief het voorzien van Plein ’40-’45, het van der Giessenplein en parkeervakken van nieuwe bestrating

3. Integrale aanpak jongeren De projectmanagers van deze projecten geven begin 2007 aan welke partners en overlegvormen nodig zijn voor de uitvoering. Managers van o.a. politie, corporaties en welzijnsorganisatie leveren input voor de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën. Het Gebiedsteam Centrum organiseert in regelmaat netwerkbijeenkomsten voor professionals. Voor de operationele medewerkers organiseren we tweemaal per jaar een frontlijnlunch. Voor de functionarissen op tactisch en strategisch niveau organiseren we tweemaal per jaar een gebiedsconferentie. We onderhouden zo het bestaande netwerk, brengen partners met elkaar in contact en beiden perspectieven voor strategische gebiedsontwikkeling. Het Gebiedsteam Centrum organiseert in 2008 regelmatig netwerkbijeenkomsten voor professionals. Hiermee onderhouden we het bestaande netwerk en brengen we partners met elkaar in contact. Het wijkbeheeroverleg blijft voorlopig bestaan. Het Gebiedsteam Centrum organiseert aanvullend themagerichte bijeenkomsten per wijk en gebied. Hiertoe wordt breed en publiekelijk uitgenodigd. 2.6 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen.

131

In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht.

132

De leefbaarheidscore op de Staart is in 2010 6,5.In 2005 was dat 6,4Schoner

openbareruimte

Beter

Rapportcijfer woonomgeving Noorderkwartier van 5,7 in 2005 naar 7,0 in 2010. Idem Overig Staart West blijft 6,6 als in 2005. Maatschappelijke participatie is in 2010 gelijk aan het Dordtse gemiddelde

Overlastmeldingen bij politie daalt van X in 2005 naar Y in 2010. Maatschappelijke participatie is in 2010 gelijk aan het Dordtse gemiddelde

Percentage mensen dat op een prettige manier met elkaar omgaat, stijgt van 49% in 2005 naar 55 %in 2010. 20% Staartbewoners scoren voor de verkeersveiligheid 3,5 in 2005, in 2010 is dat 3,0. (hoe lager hoe beter.)

• Ontwikkel en introduceer buurtbemiddeling

• Voer meer snelheidscontroles uit in woongebieden

• Handhaaf eenrichtingsverkeer in woongebieden

• Verbeter leefbaarheid Noorderkwartier • Verbeter leefbaarheid Verzetsbuurt en

voorzie Plein ’40-’45, vd Giessenplein en de parkeervakken van nieuw bestratingmateriaal

• Stimuleer meer bewoners tot deelname aan organisaties, culturele voorzieningen en sport: BOS project en kunstproject.

• Verbeter de Maatschappelijke Opvang

• Verbeter de uitvoering van School in de Samenleving

• Voer het programma jeugd uit • Bevorder sociale integratie

Meer sociale

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Staart 1. Verbeter de leefbaarheid van het Noorderkwartier inclusief het uitvoeren van de inrichting van de openbare ruimte middels het experiment Proefstraat.

Locatie Centrum, Staart, Noorderkwartier

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Ria de Wit

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In september 2005 werden de meeste woningen van het Noorderkwartier gerenoveerd opgeleverd. Dit proces ging vergezeld met een intensief sociaal programma, vormgegeven door de DWO in samenwerking met politie en Woonbron. Woonbron hanteert hiertoe een Plus-Programma. Tegelijkertijd werden ongeveer 115 woningen verkocht als Maatschappelijk Gebonden Eigendom. Een bewonersplatform is actief in de participatie. Aan het einde van 2005 werd een begin gemaakt met het experiment Proefstraat. In plaats van de gehele omgeving direct in te richten proberen buurtbewoners en professionals de gewenste inrichting eerst een jaar lang uit in één straat. Een tweede experiment op het gebied van communicatie en participatie begeleidt dit proces. Hier wordt gewerkt met burgerschap leef- en communicatiestijlen. Woonbron wil met kopers en huurders een vereniging van wijkeigenaren ontwikkelen. Probleemstelling Het project is klaar wanneer meer dan vijftig mensen actief en met waarneembaar resultaat meedoen met het zoeken naar oplossingen voor duurzame leefbaarheid op alle genoemde terreinen. Doelstelling De leefbaarheid in het Noorderkwartier verbetert het komende jaar. De leefbaarheid, bewonersparticipatie en de herinrichting van de openbare ruimte liften de buurt op. De doelstelling is bereikt wanneer:

• In 2010 het rapportcijfer voor de woonomgeving in het Noorderkwartier door de bewoners wordt gewaardeerd met een 7,0 in plaats van 5,7 in 2005.

• In 2010 de maatschappelijke participatie op de Staart gelijk is aan het Dordtse gemiddelde.

Opdracht De woonomgeving is zodanig verbeterd dat het in uiteindelijk resultaat rekening is gehouden met de verschillende en uiteenlopende bewonerswensen.

Er is intensieve communicatie en participatie toegepast volgens het concept van de aanpak van de Proefstraat in het Noorderkwartier.

Die communicatieve lessen passen we ook toe op de problemen rond de leefbaarheid en de sociale samenhang.

Het resultaat is gewenst wanneer voldaan is aan de volgende eisen:

- Meer dan vijftig mensen doen mee - Er is volop rekening gehouden met diversiteit, verschillende burgerschap- en leef- en

communicatiestijlen, zowel in de communicatie als in de participatie - Uiteenlopende en zelfs verschillende meningen van bewoners en bedrijven worden expliciet

gemaakt - De samenwerking tussen de partners politie, DWO en Woonbron is optimaal verlopen - Het project is binnen 24 maanden voltooid In het project is nadrukkelijk de ontwikkeling van een duurzaam beheerplan voor de buurt opgenomen

134

Met elk deelnemende professionele partner bekijken we samen aan het einde van het project de resultaten en spreken samen af wie welk deel van het beheerplan voor zijn/haar rekening neemt. Er is in 2008 bekend of bewoners een vereniging van wijkeigenaren wensen. Het Plusprogramma van Woonbron is succesvol uitgevoerd. Begin- en einddatum project Begin in november 2006 Einde in december 2008 Beschikbaar budget Uren: 400 uur projectmanagement MO 200 uur communicatie 60 uur projectmanagement SO 60 uur projectcoördinatie SB xx uren politie xx uren DWO xx uren Woonbron xx uren BOS Overige kosten: Herinrichting Openbare ruimte € X = het definitieve budget voor de herinrichting is nog niet bekend. De laatste raming is van 2 jaar geleden. Daarnaast kunnen door “last minute aanpassingen” in de plannen (IJsselstraat bijv.) de kosten hoger/lager uitvallen. Actie:SO. Communicatie en participatie: € 15.000 Plusprogramma Woonbron

135

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Staart 2. Verbeter de leefbaarheid van de Verzetsbuurt inclusief het voorzien van Plein ’40-’45, vd Giessenplein en parkeervakken van nieuwe bestrating.

Locatie Centrum, Staart, Verzetsbuurt

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Ria de Wit

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In 2005 gaven verschillende bewoners van de Verzetsbuurt aan meer dan voorheen ontevreden te zijn over de leefbaarheid in de buurt, de slechte onderlinge samenhang en het uitblijven van een oplossing voor schade van de spattende steentjes op Plein 40-45, vd Giessenplein en de bijbehorende parkeervakken. Hierna genoemd: “Plein ’40-’45 e.o.” In het wijkbeheeroverleg van september 2005 zijn deze signalen opgepikt en doorvertaald naar de verschillende organisaties. De politiek nam de “steentjesaffaire” voor haar rekening terwijl de DWO en Woonbron zich opmaakten om met de bewoners een plan voor de aanpak van de leefbaarheid te maken. Dat plan wordt nu verder ontwikkeld en het is te voorzien dat dit medio 2007 uitgevoerd kan worden. Probleemstelling Het project is klaar wanneer meer mensen dan nu actief meedoen met het zoeken naar oplossingen voor de problemen in de Verzetsbuurt. Er is meer sociale samenhang, er wordt minder naar elkaar gewezen en de steentjesaffaire is eindelijk opgelost of er is zicht op een zeer nabije oplossing, uiterlijk in 2008. De politie heeft samen met bewoners oplossingen bedacht voor verschillende problemen op het gebied van sociale veiligheid. Doelstelling De leefbaarheid in de Verzetsbuurt verbetert het komende jaar. Het leefbaarheid, bewonersparticipatie en de opknapbeurt van Plein ‘40 – ‘45 e.o. liften de buurt op. De doelstelling is bereikt wanneer: In 2010 het rapportcijfer voor de woonomgeving in “Overig Staart-West” door de bewoners wordt gewaardeerd met een 7,2; gelijk aan de score van 2005.

In 2010 de maatschappelijke participatie op de Staart gelijk is aan het Dordtse gemiddelde. Opdracht Het Plein ‘40 – ’45 e.o. is integraal aangepakt en zodanig verbetert dat in het uiteindelijke resultaat rekening is gehouden met de verschillende en uiteenlopende bewonerswensen eisen.

Er is intensieve communicatie en participatie toegepast volgens het concept van de aanpak van de Proefstraat in het Noorderkwartier.

Die communicatieve lessen passen we ook toe op de problemen rond de leefbaarheid en de sociale samenhang.

Het resultaat is gewenst wanneer voldaan is aan de volgende eisen:

1. Meer dan twaalf mensen doen mee; 2. Er is volop rekening gehouden met diversiteit, verschillende burgerschap- en leef- en

communicatiestijlen, zowel in de communicatie als in de participatie; 3. Uiteenlopende en zelfs verschillende meningen van bewoners worden expliciet gemaakt; 4. De samenwerking tussen de partners politie, DWO en Woonbron is optimaal verlopen 5. Het project is binnen 18 maanden voltooid; 6. In het project is nadrukkelijk de ontwikkeling van een beheerplan voor de buurt

opgenomen; 7. Met elke deelnemende professionele partner bekijken we samen aan het einde van het

136

project de resultaten en spreken samen af wie welk deel van het beheerplan voor zijn/haar rekening neemt.

Begin- en einddatum project Begin: november 2006 Eind: December 2008 Beschikbaar budget Uren: 400 uur projectmanagement MO 200 uur communicatie 60 uur projectmanagement SO 60 uur projectcoördinatie SB xx uren BOS project xx uren DWO xx uren Woonbron xx uren Politie Overige kosten: Bestrating Plein ’40 – ’45 € 415.000,00 Communicatie en participatie: € 10.000 Vergaderkosten en onkosten projectteam € 2.000 Campagnebudget + beschikbaar bedrag voor herinrichting budget van S.O.

137

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Staart 3. Integrale aanpak jongeren

Locatie Gebied Centrum, buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt.

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Jan Wind

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding De vele meldingen die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen die betrekking hebben op overlast van jongeren. Ook het signaleringsnetwerk Jeugd Noordflank/Binnenstad is een belangrijk platform waarin probleemjongeren (-jeugd) en groepen worden besproken. De meeste meldingen en signalen komen uit de volgende buurten: Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad en de Bleijenhoek voor wat betreft de Noordflank, uit de Staart de Verzetsbuurt en het Noorderkwartier en de Vogelbuurt uit het Reeland. Deze 3 wijken zijn tevens pilotgebied voor het project Veilig Opgroeien (CtC). Probleemstelling Signalen betreffen vooral het rondhangen van jongeren wat leidt tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers, van lawaai tot vernielingen, intimidatie, gokken, alcohol- en drugsgebruik. Vanuit het wijkMT+ wordt door goede samenwerking en afstemming gewerkt aan een aanpak om de overlast van jongeren tegen te gaan c.q. te laten afnemen. Een en ander moet verder worden ontwikkeld c.q. uitgewerkt omdat we van mening zijn dat de verantwoordelijkheid voor de jongeren juist ook binnen het gezin en de school ligt. Daarnaast hebben zij ook een eigen verantwoordelijkheid en inbreng. Doelstelling Beperken overlast van jongeren.

• Het percentage overlast van jongeren is in 2008 ten opzichte van 2005 afgenomen met 4 % (van 24% naar 20%).In 2008 is door toepassing van de integrale aanpak, de ervaren overlast van jongeren in de buurten Lijnbaan, Kasperspad, Matena’spad, Bleijenhoek, Verzetsbuurt, Noorderkwartier en Vogelbuurt met 10 % afgenomen.

Opdracht Opdracht: het opstellen van een projectplan. Aandachtspunten voor dit plan zijn: - Ouders betrekken bij de aanpak. - Nog meer inhoud geven aan het uitwisselen van informatie over en het volgen van jongeren. - Structurele inzet van jongerenwerk bij het inventariseren van groepen jongeren en het organiseren van activiteiten. - Het opzetten van een vrijwilligerskader door het jongerenwerk. - Meer inzet op het verbeteren van de tolerantie tussen jong en oud. - Budget vrijmaken voor benodigde fysieke maatregelen. Het aantal overlastmeldingen bij bovengenoemde partijen is verminderd t.o.v. 2006. In 2008 zijn er vanuit het signaleringsnetwerk 5 aandachtsjongeren in een traject terecht gekomen. Begin- en einddatum project Heel 2008 Beschikbaar budget Uit campagnebudget

138

Uitvoeringsplan Oost, wijk Sterrenburg 2008

139

140

Uitvoeringsplan Sterrenburg 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dat betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore9 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele andere mensen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie; 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

9 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

141

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 2.1 Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal gaan bestaan uit een wijkstrategie en meerjaren wijkprogramma’s. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Sterrenburg te bereiken. Het uitvoeringsplan Sterrenburg 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Oost en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang de signalen van bewoners en professionals in de wijk . Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.2 Terugblik 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 en gegevens van de politie. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Sterrenburg nader bekeken

• Het rapportcijfer leefbaarheid in de buurt is verbeterd van 7,0 (2005) naar 7,1 dit jaar. De ambitie voor Sterrenburg is vasthouden aan leefbaarheidscore van 7,0 in 2010.

• De indicator verloedering is toegenomen (hoe hoger hoe slechter) van 5,1 in 2005 naar 5,5 dit jaar. Het Dordts gemiddelde is 5,2. In het UP is als doelstelling opgenomen een 4,8 te bereiken in 2009. Geen positieve ontwikkeling. De toegenomen verloedering lijkt vooral veroorzaakt te worden door negatieve ontwikkeling op de onderdelen ‘hondenpoep op straat’ en ‘vernieling bushokjes’.

• Het rapportcijfer voor veiligheid is verbeterd van 6,9 naar 7,2 (Dordts gemiddelde 6,9). Het percentage dat zich wel eens onveilig voelt is gedaald van 32% naar 24% (gemiddelde 27%). De indicator verkeersveiligheid (hoe hoger hoe slechter) is positief ontwikkeld van 3,8 (in 2005) naar 3,5. (Dordts gemiddelde: 4,0)

De buurten in Sterrenburg met elkaar vergeleken De wijk Sterrenburg bestaat uit de buurten Sterrenburg I, II en III.

In 2007 is voor het eerst een onderscheid gemaakt in het westelijk en oostelijk deel van Sterrenburg I. Aanleiding is de extra aandacht voor Sterrenburg I Oost, de verschillen in bevolkingsamenstelling, woningtypen en de fysieke inrichting van Sterrenburg I Oost en West.

• Sterrenburg I Oost scoort in meer of mindere mate negatiever dan Sterrenburg I West. In vergelijking met heel Sterrenburg scoort Sterrenburg I Oost minder op: oordeel over de buurt, woonkwaliteit, overlast in de buurt, sociale samenhang, gehechtheid aan de buurt. De sociale aanpak voor dit gebied richt zich op deze aspecten. In vergelijking tot de gehele wijk scoort deze buurt beduidend beter op het onderdeel verkeersoverlast.

• Sterrenburg I West: opvallend is dat men hier veel verkeersoverlast ervaart 4,6 t.o.v. 3,3 heel Sterrenburg (Dordrecht: 3,6).

• Sterrenburg II scoort in het algemeen beter of soms gelijk aan totaal Sterrenburg. • Sterrenburg III scoort beduidend slechter op voorzieningen in de buurt, vermogensdelicten

en op verloedering. De indicatorscore verloedering is 6,3 (Sterrenburg: 5,5, Dordrecht: 5,2). Het project Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden, richt zich o.a. op terugdringen verloedering.

Doelstellingen Sterrenburg 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007. • De verkeersoverlast is in 2009 afgenomen (3,0) t.o.v. 2005 (3,1)

Deze doelstelling is nog niet bereikt. De indicatorscore is gestegen naar 3,3

142

Het vermoeden bestaat dat onder andere veroorzaakt wordt door de gedeeltelijke afsluiting rotonde Copernicusweg / Kometenlaan. Zodra de Laan der Verenigde Naties weer is opgesteld wordt de afsluiting ongedaan gemaakt. Daarnaast veroorzaakt de parkeerdruk ook veel overlast. Het project Parkeren Oostelijke Stadsdelen is nu (september) in uitvoering. De effecten daarvan zijn nog niet zichtbaar. Desalniettemin zal de parkeerdruk in met name Sterrenburg III een probleem blijven.

• Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2007 minder dan in 2006 (445) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van politiegegevens. Door een andere registratie op dit onderdeel is de totaalscore 2006 aangepast. Hierdoor is ook het streefcijfer dat vorig jaar is opgenomen (445 meldingen) aangepast. De doelstelling is minder aangiften volume criminaliteit. Kijkend naar de huidige registratie blijkt dat eind 2006 624 keer aangiften is gedaan. Tot en met september 2007 zijn 354 aangiften geregistreerd. Waarschijnlijk wordt deze doelstelling gehaald.

• Het rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2009 gelijk aan 2005 (7,2) In het uitvoeringsplan 2007 is per abuis een verkeerde score opgenomen. Het rapportcijfer is dit jaar gestegen van 6,9 naar 7,2 en wordt met name verklaard worden door een positieve ontwikkeling op dreiging en vermogensdelicten in de buurt. Ook is een lichte verbetering te zien op het onderdeel overlast. Als we dit vast kunnen houden wordt de doelstelling in 2009 gehaald.

• Het aantal jeugd overlastmeldingen is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006 (230) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van politieaantallen. Het aantal meldingen tot en met september is 211. De kans is groot dat deze doelstelling niet gehaald wordt. De monitor leefbaarheid en veiligheid laat zien dat de indicatorscore overlast in de buurt licht is gedaald van 2,8 (in 2005) naar 3,0.

• De verloedering is in 2009 afgenomen (indicatorscore 4,8) t.o.v. 2005 (indicatorscore 5,1) De indicatorscore is gestegen naar 5,5. Als we deze ontwikkeling niet weten te keren wordt in 2009 de doelstelling niet gehaald. De uitvoering van het plan van aanpak voor Sterrenburg I Oost en die van Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden vanaf november 2007 zullen zeker een positief effect hebben op deze score.

• In 2009 is 25% van de bewoners tevreden over voorzieningen voor jongeren (doelstelling (nog) niet gehaald). De tevredenheid is licht gedaald van 21% in 2005 naar 19% dit jaar. Ook op stedelijk niveau is deze ontwikkeling te zien. Medio 2007 is een analyse gemaakt naar de tevredenheid van voorzieningen voor jongeren. Belangrijkste conclusie is dat jongeren meer tevreden zijn over de voorzieningen dan volwassenen (jongerenmonitor versus monitor leefbaarheid en veiligheid). Jongeren missen wel een ontmoetingsplek. Aanbevelingen volgend op de analyse zoals een betere communicatie over activiteiten en extra aandacht voor participatie van jongeren worden in het project ‘integrale aanpak jeugd overlast’ meegenomen.

De afdeling Openbare Orde en Veiligheid heeft op basis van onderzoeken en gegevens van de politie een uitgebreide wijkveiligheidsanalyse gemaakt. Waaruit vervolgens een top twee of top drie van veiligheidsproblemen is geformuleerd. De top drie van veiligheidsproblemen in Sterrenburg zijn: 1. Vernieling van telefooncellen en bushokjes 2. Huiselijk geweld 3. Fietsdiefstal Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1. Maatregelen tegen vernielingen; ABRI-campagne 2. Preventie en hulpverlening 3. Campagnes; Graveeracties; Acties tegen heling Op basis van het bovenstaande concludeert het gebiedsteam dat wij vasthouden aan de 2006 benoemde doelstellingen (zie pagina 12) en speerpunten te weten: • Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden (Impuls op de terreinen sociaal, fysiek en veilig

om de achteruitgang van de buurt te stoppen). • Sociale aanpak Sterrenburg I Oost (richt zich op versterken sociale samenhang)

143

• Integrale aanpak jeugdoverlast 2.3 Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van Sterrenburg was in 2005 een 7,0. Voor Sterrenburg hebben wij de ambitie dit cijfer in 2010 te behouden. In 2007 is de leefbaarheidscore licht gestegen naar 7,1. Aangezien het hier gaat om een meerjaren ambitie houden wij vast aan het behalen van een 7,0 in 2010. Wij zijn van mening dat we hiermee een stevige ambitie neerzetten. Ter illustratie een vergelijking met topsport. Voor een topsporter is het moeilijk en hard werken om een toppositie vast te houden. Sterrenburg is geen aandachtsgebied en zal vooral door inzet van reguliere middelen deze ambitie waar moeten maken. Wij krijgen steeds vaker signalen dat de bevolkingssamenstelling snel veranderd. Ook de herstructurering in West heeft daar invloed op. Steeds meer stadsvernieuwingskandidaten worden gehuisvest in met name in Sterrenburg I Oost. Sterrenburg ‘scoort’ redelijk goed met een 7,0. Wij denken door

• integrale aanpak jeugdoverlast • sociale aanpak Sterrenburg I Oost • Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden

het mogelijk is de leefbaarheidscore van 2005 vast te houden. Van belang is daarbij wel dat het beheer van de openbare ruimte op het huidige niveau blijft. Om in 2010 in Sterrenburg een leefbaarheidscore van 7,0 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Op pagina 12 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. De focus ligt op jeugd en sociale en fysieke aanpak Sterrenburg I en III. Cijfers over overlast van groepen hangjongeren, verloedering, vervuiling en zwerfvuil beïnvloeden de leefbaarheidscore negatief. Door op deze onderwerpen extra in te zetten verwachten wij de huidige leefbaarheidscore vast te houden en ervoor te zorgen dat Sterrenburg een prettige wijk is en blijft om te wonen. 2.4 Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waar de gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het gebiedsteam zal de voortgang van deze projecten en de eventuele effecten op de wijk volgen. Indien nodig zullen we overleggen met de betrokken projectmanager/leider. Parkeren Oostelijke Stadsdelen (projectleider: Arjan Visser / SO) Na een periode van inspraak en voorbereiding is in 2007 gestart met de aanleg van ca. 470 parkeerplaatsen in Stadspolders en Sterrenburg (een groot deel hiervan omvat het legaliseren van bestaande illegale parkeerplaatsen). In 2008 zullen deze werkzaamheden afgerond worden. Winkelcentrum Sterrenburg (projectleider: Wendy Meulenkamp / SO) De gemeente, eigenaar Corio en ontwikkelaar HDP onderzoeken samen de haalbaarheid van opwaardering/uitbreiding van Winkelcentrum Sterrenburg, gecombineerd met een woontoren op het aangrenzende perceel (Planetenlaan 2). Indien en nadat het plan haalbaar wordt geacht (hierover is in 2007 een collegestandpunt te verwachten) worden de plannen verder uitgewerkt.

144

Gezondheidspark en sportboulevard (projectleider Pieter Bekkers / SO) De gemeente Dordrecht, het Albert Schweitzer Ziekenhuis en Multi Vastgoed werken samen aan de ontwikkeling van het knooppunt voor zorg en sport in de Drechtsteden. De aanleg van de infrastructuur is in volle gang. Uitbreiding van het ziekenhuis en de bouw van de Sportboulevard is in 2007 gestart. Het gehele project, dat ook woningen, een politiebureau en uitrukposten voor brandweer en GGD bevat, is rond 2014 afgerond. Appartementengebouw Stierstraat Na een vrijstellingsprocedure is vergunning verleend voor een gebouw met acht zorgwoningen op de begane grond en 17 woningen daarboven aan de Stierstraat. Het appartementengebouw zal in 2007 worden gerealiseerd. De bouw van het complex is gestart. Buurtpreventie Het team buurtpreventie in Sterrenburg III zal ook in 2008 actief vrijwilligers werven. Inmiddels bestaat het gebied uit heel Sterrenburg III, Oost. Samen de buurt mooier maken (Stadsbeheer) Binnen de sector Stadsbeheer is in 2007 een project gestart waarbij de gemeente samen met bewoners trachten samen de buurt, straat waar de burgers wonen mooi te maken. De sector Stadsbeheer faciliteert de nodige zaken, te denken valt aan het ter beschikking stellen van materiaal tot het omvormen van plantvakken etc. Het doel is dat de bewoners daarbij de nodige werkzaamheden zelf gaan uitvoeren, waarbij een belangrijk bijkomend doel het vergroten van de sociale samenhang is. In 2008 zal het project over de wijken verbreed worden. Speelplek Atmosfeerstraat In het voorjaar van 2007 is samen met Progrez een participatietraject gestart om draagvlak bij bewoners te creëren voor het creëren van een speelplekken voor kinderen en jongeren. Tevredenheid over politie verbeteren (Kees Oud Ammerveld, politie) Een van de methoden om de tevredenheid te verbeteren is de vorming van buurtpanels. De buurtagenten van Dordrecht Oost hebben buurtpanels gevormd in hun buurten. Daarbij zijn vijf tot elf buurbewoners benaderd met de vraag: Wat verwacht u van de (wijk) politie in uw wijk. De buurtagenten maken vervolgens in- en extern afspraken die teruggekoppeld worden naar deze buurtbewoners. Verkeersveiligheid rond scholen en beïnvloeden verkeersgedrag Voor de beïnvloeding van het verkeersgedrag op buurt en wijkniveau zijn geen structurele financiële middelen beschikbaar. In 2008 zal daarom de problematiek nader omschreven worden om de prioriteit van het onderwerp te verhelderen en binnen de begroting ruimte te maken voor initiatieven. Daarnaast zullen inventieve en goedkope burgerinitiatieven worden ondersteund, want met weinig middelen is toch veel te bereiken. Remmerstein (opdrachtgever: Johan Heijboer / SB) Op de Remmerstein dienen de verhoogde voetgangersniveaus aangepakt te worden. Bedoeling is om de tegels op de niveau’s te vervangen. Leeuwstaat (opdrachtgever: Johan Heijboer / SB) In 2007 zijn er in de Leeuwstaat en omgeving inspraakavonden geweest over de reconstructie van de Leeuwstaat, Antareshof en Polluxhof. Na aanbesteding in 2007 zal het werk worden uitgevoerd en in 2008 zijn verdere beslag krijgen. De werkzaamheden houden in het vervangen van het riool en gelijktijdig afkoppelen. Het herbestraten van de bestrating en waar nodig het openbaar groen aanpassen. Rioolgemalen (opdrachtgever: Johan Heijboer / SB) De rioolgemalen op de Edingtonweg en bij vv Wieldrecht aan de Wittenstein dienen elektronisch en mechanisch vervangen te worden.

145

Tweelingenstraat (opdrachtgever: Johan Heijboer / SB) Op een aantal plaatsen is het riool aan het verzakken en is gescheurd, deze dient vervangen te worden. Tevens moeten er oplossingen gevonden worden om te hoge grondwaterstand te voorkomen. In het project worden de grote zilveresdoorns vervangen door andere bomen omdat deze in de toekomst problemen kunnen gaan geven aan de bestrating en of riool. Verlichting (opdrachtgever: Johan Heijboer / SB) In de volgende straten worden in 2008 armaturen vervangen. Reden om dit te doen is de onderhoudstoestand van de armaturen. Tevens worden de armaturen zo geplaatst dat zij voldoen aan de NPR richtlijn. De straten: Slangenburg, Essenburg, Zwaluwenburg, Schuilenburg, Ockenburg, Arentsburg, Mildenburg, Satellietstraat, Atmossfeerstraat, Stratosfeerstraat, Meteoorstraat, Heelalstraat en Regenboogstraat. In totaal gaat het om ca. 555 armaturen. Lunenburgplein (projectleider: Lydia Schrijvers / SO) In het voorjaar van 2007 zou het kunstwerk op het Lunenburgplein geplaatst worden. Maar de brand bij Super de Boer maakt het noodzakelijk het plein in te zetten voor een noodvestiging van de supermarkt. De handhaving van een supermarktvestiging in deze omgeving, vormt een belangrijk onderdeel van het voorzieningenniveau voor de bewoners van Sterrenburg III. De plaatsing van het kunstwerk moet helaas uitgesteld worden. Smitsweg (projectleider: Arno de Lat / PM) Het in 2007 vastgestelde masterplan voor de bouw van 650 woningen zal in 2008 opgevolgd worden door een bestemmingsplan. Ten behoeve van de voorbelasting zal eind 2007 een artikel 19 procedure gestart worden. Als de voortgang volgens planning verloopt, wordt medio 2009 gestart met de woningbouw. De ontsluiting van deze nieuwe buurt zal plaatsvinden naar de Copernicusweg. De exacte aansluiting op de Copernicusweg moet nog nader uitgewerkt worden. In 2008 moet ook de financiële dekking gevonden worden voor de aanleg van ongeveer 80 parkeerplekken om de parkeerdruk door bezoekers van sportvereniging Wieldrecht op te lossen. Opteiland (opdrachtgever: Progrez) Woningstichting Progrez gaat aan de Leeuwstraat/Zuidendijk in de Dordtse wijk Sterrenburg huisvesting realiseren voor de seniorenwoongroep Opteiland. Het gaat om een toren met acht woonlagen met drie appartementen per woonlaag + zes (koop)penthouses op de bestaande bouw. De appartementen zijn ruim, met drie kamers, zowel huur als koop en met of zonder zorg. Ook een aantal bestaande appartementen behoort straks ook tot de woongroepwoningen. Mensen in de woongroep wonen zelfstandig, maar kijken wat meer naar elkaar om. In het gebouw zal een ontmoetingsruimte gerealiseerd worden, waar op vrijwillige basis van alles met elkaar ondernomen kan worden. Leegkomende woningen worden via de woongroep aan nieuwe kandidaten toegewezen. Dit gebeurt op basis van toelatingscriteria en een eventuele wachtlijst.

De woongroep Opteiland is in 1999 van start gegaan en is lid van de Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen. Zorg en aandacht voor elkaar staan hoog in het vaandel bij de woongroep. 'Opteiland' stimuleert een actieve wijze van leven en gemeenschapszin en wil minder afhankelijk zijn van zorginstellingen.

Het project heeft te maken met een artikel 19 procedure met bezwaren. Er is nog geen bouwvergunning. Hierdoor is de startdatum nog niet bekend. Progrez gaat er nu vanuit dat de eerste paal begin 2008 zal worden geslagen, zodat eind 2008 de woningen opgeleverd kunnen worden. Aangenaam wonen beleid (Interstede) Met dit beleid richt Interstede zich op het naleven van huis en tuin regels door hun huurders en op het versterken van de sociale samenhang. Om dit te bereiken is in 2007 een fulltime wijkbeheerder voor Sterrenburg aangesteld en is het project Kennen en Gekend gestart.

146

Project Jong en Oud (Drechtster en Spectrum) Een samenwerkingsverband tussen RMPI school de Drechtster en stichting Spectrum, onderdeel het Theehuis. Het project richt zich op samenbrengen jong en oud waarbij leerlingen van de Drechtster ouderen gaan helpen door het uitvoeren van (eenvoudige) klussen. Kan Wél (Interstede, Progrez, gemeente) Een gezamenlijk project van Interstede, Progrez en wijkgericht werken. Een buurtcoach gaat actief op zoek naar nieuwe ideeën van bewoners die bijdragen aan het verbeteren van de sociale samenhang. Bewoners worden bij de uitvoering van het idee ondersteund door de buurtcoach en krijgen per idee maximaal 2.500,-- . Het project loopt tot en met september 2008. 2.5 Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waar gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk Sterrenburg zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.6 Organisatie in Oost Het gebiedsteam Oost bestaat uit: • Victor Rouppe van der Voort (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Johan Heijboer (gebiedsmanager Stadsbeheer) • Els van Leeuwen (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Het gebiedsteam heeft twee wekelijks een afstemmingsoverleg, waarbij de projectmanagers als daar aanleiding toe is worden uitgenodigd. Er zijn drie integrale projecten in Sterrenburg waarvan de gebiedsmanager MO of gebiedsmanager SBH opdrachtgever is:

1. Integrale aanpak jeugdoverlast 2. Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden 3. Sociale aanpak Sterrenburg I

De projectmanagers van deze projecten hebben regulier afstemmingsoverleg met de vaste partners uit de wijk. Voor het opstellen van de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën is input nodig van de managers van o.a. politie, corporaties en welzijnsorganisatie. Begin 2008 zal met deze partners worden afgestemd hoe dit vorm te geven. Om als gebiedsteam op de hoogte te blijven over wat er speelt in de wijk zal naast overleg met de projectmanagers vier keer per jaar een netwerkbijeenkomst voor professionals georganiseerd worden. Een belangrijk nevendoel is het huidige netwerk van professionals in stand te houden, dan wel de partners met elkaar in contact te brengen. In 2007 is met bewoners het gesproken over een eventuele nieuwe opzet van het wijkbeheeroverleg. Er is gekozen voor een nieuwe opzet, waarbij meer tijd wordt besteed aan thema´s die door de leden van het wijkbeheeroverleg worden ingediend. Tijdens de vergadering minder tijd besteden aan knelpunten op straatniveau en meer bekend geven aan het bestaan van het wijkbeheeroverleg.

147

2.7 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. Jaarlijkse structurele budgetten op stadsniveau: Sector SB:

• Sociale veiligheid openbare ruimte 5.175,-- Sector PD/OOV

• Wijkveiligheid initiatieven 100.000,-- Jaarlijkse structurele budgetten op gebiedsniveau (gebied Oost) Sector MO

• Campagnebudget 94.985,-- • Straatfeesten 8.350,-- • Winterfeesten 5.000,-- • Activiteiten t.b.v. sociale samenhang 6.665,-- • Representatie en bewonersactiviteiten 7.026,--

Sector SBH • Kleine aanpassingen in Oost 42.900,-- • Buurtbeheer 25.900,--

In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht.

148

In 2010 is de leefbaarheidscore van Sterrenburg een 7,0 (2007 = 7,1)

Verbeteren (sociale) veiligheid

Sociale aanpak Sterrenburg I Oost

Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

De verkeersoverlast is afgenomen in 2009 (3,0) t.o.v.

2005 (3,1)

Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2008 minder dan

in 2007

Het rapportcijfer sociale veiligheid in de buurt is in 2009 gelijk aan

2005 (7,2)

Het aantal jeugd overlastmeldingen

is in 2008 afgenomen t.o.v.

2007

De verloedering is in 2009

afgenomen (indicatorscore

4,8) t.o.v. 2005 (indicatorscore

5,1)

De sociale samenhang is in

2009 gelijk gebleven t.o.v.

2007 (indicatorscore

6,2)

Integrale aanpak jeugd

Project vernielingen Buurtpreventie Tevredenheid over

politie verbeteren

Verkeersveiligheid rond scholen

Beïnvloeden verkeersgedrag

Monitoren effecten parkeren / verkeer ontwikkeling Gezondheidspark en ondertunneling Laan der Verenigde Naties

Beter samenleven

In 2009 is 25% van de bewoners

tevreden over voorzieningen voor jongeren

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Integrale aanpak jeugdoverlast

Locatie Oost, Sterrenburg

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager Angelique Meijers

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Aanleiding is de hoeveelheid overlastmeldingen over jongeren die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen. De wijk Sterrenburg heeft bijna 22.000 inwoners. Van deze inwoners is ruim 14% tussen de 12 en 22 jaar, ruim 3100 jongeren. Ongeveer 5% van deze jongeren hangt graag en regelmatig in groepjes op straat en leidt soms tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers. Van lawaai tot vernielingen, intimidatie, alcohol en drugsgebruik. Het wijkMT heeft de Beke methode doorontwikkeld deze draagt bij aan een meer gestructureerde aanpak om overlast van jongeren tegen te gaan. Belangrijk onderdeel van deze aanpak is inzicht krijgen in de mate van overlast en op welke plekken, welke groepen jongeren overlast veroorzaken. In Sterrenburg komen overlastmeldingen verspreid over de wijk voor. Toch zijn er een aantal plekken te noemen waar overlast steeds weer terug keert. Dat zijn: o.a. omgeving Halleyweg, Slangenburg en de Jagerweg Deze aanpak blijkt in Sterrenburg en Stadspolders te werken. Het aantal overlastmeldingen is daar flink afgenomen. Desalniettemin kan de methode verder doorontwikkeld worden zodat er nog meer resultaat behaald kan worden. Probleemstelling De wijk Sterrenburg ruim 3100 jongeren. Ongeveer 5% van deze jongeren hangt graag en regelmatig in groepjes op straat en dat leidt soms tot overlast bij omwonenden, zoals lawaai, vernielingen, intimidatie, alcohol en drugsgebruik. Doelstelling De doelstelling is beperken overlast jeugd in Sterrenburg en in het bijzonder omgeving Halleyweg, Slangenburg en de Jagerweg. Het aantal overlastmeldingen bij de politie, wijklijn, corporaties is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006 (230). Het percentage overlast van jongeren is in 2007 minder dan in 2005 (16%). Opdracht Uitvoering geven aan projectplan Begin- en einddatum project Doorlopend project voor het gehele jaar 2008. Beschikbaar budget Uren: 450 uur projectmanager (voor heel Oost) Budget: uit reguliere middelen van SBH, MO, OOV en SO

150

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Sociale aanpak Sterrenburg I

Locatie Oost, Sterrenburg I, Oost

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager Joany Kandhai

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding In Sterrenburg I Oost staan veel sociale huurwoningen en flats. De afgelopen jaren is de bevolkingssamenstelling sterk veranderd en deze tendens zet zich voort. Vanuit de corporaties, politie en DWO komen steeds meer signalen over vervuiling in en om het huis, weinig tolerantie en weinig sociale samenhang, burenoverlast, veel spanningen enz. Om deze negatieve tendens te keren zal een sociaal programma opgesteld moeten worden. Probleemstelling De sociale samenhang in dit gebied is erg laag, waardoor spanningen tussen bewoners ontstaan. Met als gevolg; burenoverlast, vervuiling in en om woningen, spanningen. Doelstelling Het rapportcijfer verloedering in de buurt is in 2007 een 4,5. Opdracht Samen met de partners uit de wijk zorgdragen voor uitvoering van het actieplan. Projectmanager zorgt voor afstemmingsoverleg met partners, bewaakt daadkrachtig de voortgang van de acties uit het actieplan, is samen met partner alert op nieuwe signalen en geeft deze zoveel als mogelijk is een plek in de uitvoering. Begin- en einddatum project Doorlopend project voor het gehele jaar 2008. Beschikbaar budget Uren: 8 à 10 uur per week = 400 uur projectmanager Budget: uit reguliere middelen van SBH, MO, OOV en SO

151

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Sterrenburg III, een buurt om mooi te houden

Locatie Oost, Sterrenburg III

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Johan Heijboer

Projectmanager Arianne de Ruijter en/of Pieter Voragen

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Vanuit Sterrenburg III komen veel signalen over verloedering. Ook uit de monitor leefbaarheid en veiligheid blijkt dat de buurt slecht ‘scoort’. Signalen gaan o.a. over • inrichting openbare ruimte • zwerfvuil en vuil rond wijkcontainers • samenleven, verandering bevolkingssamenstelling • overlast Probleemstelling Bewoners ervaren veel verloedering zoals, inrichting openbare ruimte, zwerfvuil, overlast e.d. Dit blijkt ook uit de cijfers van de monitor leefbaarheid en veiligheid: De indicatorscore verloedering in Sterrenburg III was in 2005 van 4,9 naar 5,3 toegenomen en is bij de monitor van 2007 nog meer verslechterd 5,6 Doelstelling De verloedering is in 2009 afgenomen en heeft weer het niveau van 2005 indicatorscore 5,1 bereikt. Opdracht Opstellen integraal plan van aanpak in samenwerking met partners om de verloedering in Sterrenburg III een halt toe te roepen. Begin- en einddatum project Het plan van aanpak wat in 2007 is geschreven wordt in 2008 ten uitvoer gebracht. Na 2008 zal dit project doorlopen om de verloedering verder terug te dringen. (naar score van 2003: 4,9) Beschikbaar budget Uren: 100 uur projectmanager De acties voortkomend uit het plan van aanpak worden gefinancierd uit of reguliere middelen of extra aan te vragen kredieten.

152

Uitvoeringsplan Oost, wijk Dubbeldam 2008

153

154

Uitvoeringsplan Dubbeldam 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moeten zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming van de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0 behalen. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore10 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1. we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2. we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3.We werken aan wijkeconomie; 4. we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke 5. organisaties en burgers;

we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken. Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

10 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

155

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 2.1. Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal gaan bestaan uit een wijkstrategie en meerjaren wijkprogramma’s. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Dubbeldam te bereiken. Het uitvoeringsplan Dubbeldam 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Oost en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang de signalen van bewoners en professionals in de wijk. Het conceptuitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.2 Terugblik 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 en gegevens van de politie. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Dubbeldam nader bekeken • Het rapportcijfer leefbaarheid in de buurt is een 7,5 en is ten opzichte van 2005 gestegen.

De ambitie voor Dubbeldam is vasthouden aan leefbaarheidscore van 7,5 in 2010. • De indicator verkeersoverlast (hoe hoger hoe slechter) is verbeterd van 2,8 naar 2,5 (Dordts

gemiddelde 4,0). • De indicator sociale samenhang (hoe lager hoe slechter) ligt beduidend hoger dan het Dordts

gemiddelde (6,0), maar we zien wel een negatieve ontwikkeling van 7,2 in 2005 naar 6,6 nu. • Het percentage medeverantwoordelijkheid is iets afgenomen van 83% naar 77%

De twee voorgaande onderdelen zijn van belang vanwege het project ‘Samenleven in Dubbeldam’ dat nog moet starten.

• De indicator overlast in de buurt is licht verbeterd van 2,2 naar 2,0. Dit is opvallend, omdat het aantal overlastmeldingen in Dubbeldam is toegenomen.

Doelstellingen Dubbeldam 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007. • De verkeersoverlast is in 2009 op het niveau van 2005 (2,5)

Voor het behalen van deze doelstelling zitten we op de goede weg. De indicatorscore is in 2007 gestegen naar 2,0.

• Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2007 minder dan in 2006 (152) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van politiegegevens. Door een andere registratie op dit onderdeel is de totaalscore 2006 aangepast. Hierdoor is ook het streefcijfer dat vorig jaar is opgenomen (152 meldingen) aangepast. De doelstelling is minder aangiften volume criminaliteit. Kijkend naar de huidige registratie blijkt dat eind 2006 254 keer aangifte is gedaan. Tot en met september 2007 zijn 156 aangiften geregistreerd. Waarschijnlijk wordt deze doelstelling gehaald.

• Het rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2009 gelijk aan 2005 (7,5) Het rapportcijfer is dit jaar licht gestegen naar 7,7 en wordt met name verklaard door een positieve ontwikkeling op dreiging en vermogensdelicten in de buurt. Ook is een lichte verbetering te zien op het onderdeel overlast. Voor deze doelstelling zitten we op de goede weg.

• Het aantal jeugd overlastmeldingen is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006 (99) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van politieaantallen. Het is nog niet zeker of deze doelstelling wordt gehaald. Het aantal meldingen tot en met september is 69. De monitor leefbaarheid en veiligheid laat tevens zien dat de indicatorscore overlast in de buurt licht is gedaald van 2,2 (in 2005) naar 2,0.

• De gehechtheid aan de buurt is in 2007 minimaal gelijk aan die van 2005 (82%)

156

De score is licht gedaald naar 81%. Met het project Samenleven in Dubbeldam willen we onder andere dit onderdeel een nieuwe impuls geven.

• In 2009 is 20% van de bewoners tevreden over voorzieningen voor jongeren De tevredenheid is licht gedaald van 14% in 2005 naar 11% dit jaar. Ook op stedelijk niveau is deze ontwikkeling te zien. Medio 2007 is een analyse gemaakt naar de tevredenheid van voorzieningen voor jongeren. Belangrijkste conclusie is dat jongeren meer tevreden zijn over de voorzieningen dan volwassenen (jongerenmonitor versus monitor leefbaarheid en veiligheid). Jongeren missen wel een ontmoetingsplek. Aanbevelingen volgend op de analyse zoals een betere communicatie over activiteiten en extra aandacht voor participatie van jongeren worden in het project ‘integrale aanpak jeugd overlast’ meegenomen.

De afdeling Openbare Orde en Veiligheid heeft op basis van onderzoeken en gegevens van de politie een uitgebreide wijkveiligheidsanalyse gemaakt. Hierop is vervolgens een top twee of top drie van veiligheidsproblemen geformuleerd. De top twee van veiligheidsproblemen in Dubbeldam zijn; 1. Diefstal uit/vanaf auto 2. Jongeren die lichte delicten plegen (vernielingen; winkeldiefstal; zwartrijden; graffiti;

diefstal op school, van fiets, uit automaat; mensen lastig vallen) (N.B.: gebaseerd op gegevens van 2003)

Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1. Targetteam politie; Campagne “Niets erin, niets eruit” 2. Methode Beke; Inzet jongerenwerk Op basis van het bovenstaande concludeert het gebiedsteam dat wij vasthouden aan de 2006 benoemde doelstellingen (zie pagina 10) en speerpunten te weten: • Samenleven in Dubbeldam • Integrale aanpak jeugdoverlast 2.3 Ambitie 2007 en 2010 De ambitie voor Dubbeldam in 2007 was vasthouden aan de leefbaarheidscore van 7,5 uit 2005. In 2007 is deze score gelijk gebleven. Wij zijn van mening dat we hiermee een stevige ambitie neerzetten. Ter illustratie een vergelijking met topsport. Voor een topsporter is het moeilijk en hard werken om een toppositie vast te houden. Dubbeldam is geen aandachtsgebied en zal vooral door inzet van reguliere middelen deze ambitie moeten waar maken. Wij krijgen steeds vaker signalen dat ook in Dubbeldam de bevolkingssamenstelling verandert. Ook de herstructurering in West heeft hierop invloed. Steeds meer stadsvernieuwingskandidaten worden gehuisvest in huurwoningen van Progrez. Dubbeldam ‘scoort’ goed met een 7,5. Wij denken door de

• integrale aanpak jeugdoverlast • samenleven in Dubbeldam (heeft tot doel: vasthouden dorpse sfeer, door en met

bewoners) het mogelijk is de leefbaarheidscore van 2005 vast te houden. Van belang is daarbij wel dat het beheer van de openbare ruimte op het huidige niveau blijft. Om in 2010 in Dubbeldam een leefbaarheidscore van 7.5 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Op pagina 9 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen.

157

De focus ligt op jeugd en behouden dorpse karakter van Dubbeldam. Cijfers over overlast van groepen hangjongeren, sociale samenhang en voorzieningen in de buurt beïnvloeden de leefbaarheidscore. Door op deze onderwerpen extra in te zetten verwachten wij de huidige leefbaarheidscore vast te houden en ervoor te zorgen ook in de toekomst de missie ´Dubbeldam: de topwijk van Dordrecht, houden zo!´ gestand kan houden. 2.4 Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan de gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever is, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het gebiedsteam zal de voortgang van deze projecten en de eventuele effecten op de wijk volgen. Indien nodig zullen we overleggen met de betrokken projectmanager/leider. Haalbaarheidsonderzoek ontwikkeling Damplein (projectleider: Wendy Meulenkamp / SO) De gemeente en een ontwikkelaar onderzoeken samen de haalbaarheid van de ontwikkeling van het Damplein. Naast aanpassingen in de openbare ruimte richten de ideeën zich vooral op het toevoegen van winkel- en woonbebouwing aan de zuidzijde van het Damplein. Op het moment dat eigenaren en gemeente de plannen haalbaar achten, zal hierover worden gecommuniceerd met bewoners en andere betrokkenen. In 2007 is het nog gelukt een haalbaar plan aan het college voor te leggen. Nadere bezinning is noodzakelijk. Wellicht kan het plan in 2008 worden vrijgegeven voor communicatie met betrokkenen. Gezondheidspark en sportboulevard (projectleider: Pieter Bekkers / PM) De gemeente, het Albert Schweitzer Ziekenhuis en Multi Vastgoed werken samen aan de ontwikkeling van hét knooppunt voor zorg en sport in de Drechtsteden. Aanleg van de infrastructuur is bijna afgerond. Uitbreiding van het ziekenhuis en de bouw van de Sportboulevard zijn in 2007 gestart. Het gehele project, dat ook woningen, een politiebureau en uitrukposten voor brandweer en GGD bevat, is rond 2014 afgerond. Tevredenheid over politie verbeteren (Kees Oud Ammerveld, politie) Een van de methoden om de tevredenheid te verbeteren is de vorming van buurtpanels. De buurtagenten van Dordrecht Oost hebben buurtpanels gevormd in hun buurten. Daarbij zijn vijf tot elf buurbewoners benaderd met de vraag: Wat verwacht u van de (wijk) politie in uw wijk. De buurtagenten maken vervolgens in- en extern afspraken die teruggekoppeld worden naar deze buurtbewoners. Samen de buurt mooier maken (Stadsbeheer) Binnen de sector Stadsbeheer is in 2007 een project gestart waarbij de gemeente samen met bewoners trachten samen de buurt, straat waarin de burgers wonen mooi te maken. De sector Stadsbeheer faciliteert de nodige zaken, te denken valt aan het ter beschikking stellen van materiaal tot het omvormen van plantvakken etc. Het doel is dat de bewoners daarbij de nodige werkzaamheden zelf gaan uitvoeren, waarbij een belangrijk bijkomend doel het vergroten van de sociale samenhang is. In 2008 zal het project over de wijken verbreed worden. Stadsbeheer is trekker van het project. Verkeersveiligheid rond scholen en beïnvloeden verkeersgedrag Voor de beïnvloeding van het verkeersgedrag op buurt- en wijkniveau zijn geen structurele financiële middelen beschikbaar. In 2008 zal daarom de problematiek nader omschreven worden om de prioriteit van het onderwerp te verhelderen en binnen de begroting ruimte te maken voor initiatieven. Daarnaast zullen inventieve en goedkope burgerinitiatieven worden ondersteund, want met weinig middelen is toch veel te bereiken. Verkeersmaatregelen Dubbeldam De in de loop der jaren ontstane wegenstructuur van het voormalige dorp, heeft de afgelopen jaren tot veel verkeersdiscussies om tot een wijkverkeersplan te komen geleid. Uiteindelijk heeft

158

het college in 2001 het wijkverkeersplan vastgesteld. Na uitvoering van diverse onderdelen van het wijkverkeersplan, zijn na reacties en een evaluatie, een aantal aanpassingen uitgevoerd. Dit betrof met name drempels en voorrangsmaatregelen. Voor de uitvoering van maatregelen op Burgemeester Jaslaan (deel Dordwijklaan-Achterweg), Eikenlaan en Gravensingel (deel Dubbelsteijnlaan-west en Kastanjelaan) moet een uitspraak van de rechter op ingestelde beroepen nog blijken of de door de gemeente voorgestane herinrichting in 2008 kan starten. Inmiddels is in 2007 het aanbrengen van maatregelen op gebiedsontsluitingswegen van het wijkverkeersplan, te weten asmarkeringen (inhaalverboden) en rode fietsstroken, uitgevoerd. De Hoven (projectleider: Gerda van Oost/ PMB) Het plan voor de ontwikkeling van een woongebied met circa 400 voornamelijk duurdere woningen bijna geheel gerealiseerd. In 2008 zal in de nieuwe wijk verder gewerkt worden aan de afronding. Zuidpolder (projectleider Gerda van Oost/PM) Onderzoek naar mogelijkheden woningbouw in Zuidpolder. In 2007 heeft college ingestemd met startnotitie. In 2008 wordt programma van eisen opgesteld en een voorlopig stedelijk ontwerp. In het communicatieplan is beschreven hoe diverse doelgroepen worden betrokken bij het project. Belthure park De start van de bouw is afhankelijk van verkrijging van gronden door de ontwikkelaar. Appartementengebouw Catharina Kraffthof In 2007 is gestart met de realisering van een woongebouw met 34 appartementen, een parkeergarage en een zorgsteunpunt aan het Catharina Kraffthof (in de hoek van de Groene Kruislaan en de Koningstraat). Haaswijkweg (projectleider Arjan Visser/ SO) De werkzaamheden aan de Haaswijkweg worden eind 2007 aanbesteed. In 2008 zal de uitvoering volgen. De herbestrating zal uitgevoerd worden in asfalt. Baron van Boetzelaerlaan (opdrachtgever: Johan Heijboer – SB) Vervolg en afronding van vervangen riolering en herinrichting straten. Project Esdoornlaan en Meidoornlaan (opdrachtgever: Johan Heijboer – SB) Afronding van vervangen riolering en bestrating. Damstraat (opdrachtgever: Progrez) Progrez bouwt 24 senioren-huurwoningen in Dubbeldamse Damstraat. Deze woningen, die op de plaats komen van de eind 2005 gesloopte duplexwoningen, zijn ontworpen door architectenbureau Molenaar en Van Winden. Met de bouw van de huurwoningen hoopt Progrez de doorstroming in Dubbeldam een impuls te geven. De bouwvergunning is afhankelijk van een artikel 19 procedure. De bouwvergunning is nog niet verleend. Volgens de huidige planning start de bouw in 2008. 2.5 Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waarvan de gebiedsmanager MO opdrachtgever is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk Dubbeldam. Het gebiedsteam zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen.

159

2.6 Organisatie in Oost Het gebiedsteam Oost bestaat uit: • Victor Rouppe van der Voort (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Johan Heijboer (gebiedsmanager Stadsbeheer) • Els van Leeuwen (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Het gebiedsteam heeft twee wekelijks een afstemmingsoverleg, waarbij de projectmanagers als daartoe aanleiding is, worden uitgenodigd. Er zijn drie integrale projecten in Dubbeldam waarvan de gebiedsmanager MO opdrachtgever is:

1. Integrale aanpak jeugdoverlast 2. Samenleven in Dubbeldam

De projectmanagers van deze projecten hebben regulier afstemmingsoverleg met de vast partners in de wijk. Voor het opstellen van de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën is input nodig van de managers van o.a. politie, corporaties en de welzijnsorganisatie. Begin 2008 zal met deze partners worden afgestemd hoe dit vorm te geven. Om als gebiedsteam op de hoogte te blijven van wat er speelt in de wijk zal naast overleg met de projectmanagers vier keer per jaar een netwerkbijeenkomst voor professionals georganiseerd worden. Een belangrijk nevendoel is het huidige netwerk van professionals in stand te houden, dan wel de partners met elkaar in contact te brengen. In 2007 is met bewoners gesproken over een eventuele nieuwe opzet van het wijkbeheeroverleg. Er is gekozen voor een nieuwe opzet, waarbij meer tijd wordt besteed aan thema´s die door de leden van het wijkbeheeroverleg worden ingediend. Tijdens de vergadering wordt minder tijd besteed aan knelpunten op straatniveau. Er wordt ook meer bekendheid gegeven aan het bestaan van het wijkbeheeroverleg. 2.7 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. Jaarlijkse incidentele budgetten op stadsniveau: Sector PD/OOV

• Wijkveiligheid initiatieven 100.000,-- Jaarlijkse structurele budgetten op gebiedsniveau (gebied Oost) Sector SB:

• Sociale veiligheid openbare ruimte 5.175,-- Sector MO

• Campagnebudget 106.875,-- • Straatfeesten 8.438,-- • Winterfeesten 5.053,-- • Activiteiten t.b.v. sociale samenhang 6.735,-- • Representatie en bewonersactiviteiten 6.903,--

Sector SBH • Kleine aanpassingen in Oost 42.900,--

160

• Buurtbeheer 25.900,-- In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht.

161

In 2010 is de leefbaarheidscore van Dubbeldam een 7,5 (2007 = 7,5)

Verbeteren (sociale) veiligheid

Samenleven in Dubbeldam Sociaal kapitaal

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

De verkeersoverlast

is in 2009 op het niveau van

2005 (indicatorscore

2,8)

Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2008 minder dan

in 2007 .

Het rapportcijfer sociale veiligheid in de buurt is in 2009 gelijk aan

2005 (7,5)

Het aantal jeugd overlastmeldingen

is in 2008 afgenomen t.o.v.

2007

De gehechtheid aan de buurt is in 2009 minimaal

gelijk aan die van 2005 (82%)

In 2009 is 20% van de bewoners

tevreden over voorzieningen voor jongeren

Integrale aanpak jeugd

Project vernielingen Tevredenheid over

politie verbeteren

Beter samenleven

Beïnvloeden verkeersgedrag

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Integrale aanpak jongerenoverlast

Locatie Oost, Dubbeldam

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager Angelique Meijer

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Aanleiding is de toename van overlastmeldingen over jongeren die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen. Het aantal overlastmeldingen in Dubbeldam is sinds jaar en dag lager dan die van de andere wijken in Oost. Aangezien het aantal meldingen in Dubbeldam de laatste jaren is toegenomen en in de andere wijken is afgenomen vindt het wijkMT het wel noodzakelijk dit als speerpunt op te nemen. Het wijkMT heeft een methode (methode Beke) ontwikkeld, die bijdraagt aan een meer gestructureerde aanpak om overlast van jongeren tegen te gaan. Belangrijk onderdeel van deze aanpak is inzicht krijgen in de mate van overlast en op welke plekken, welke groepen jongeren overlast veroorzaken. De meest bekende plekken waar overlast regelmatig terugkeert zijn o.a.: Damplein, Gravensingel en de parken. Deze aanpak blijkt in Sterrenburg en Stadspolders te werken. Het aantal overlastmeldingen is daar flink afgenomen. Desalniettemin kan de methode verder doorontwikkeld worden zodat er nog meer resultaat behaald kan worden. Probleemstelling Het aantal overlastmeldingen over groepen hangjongeren in Dubbeldam is altijd veel minder geweest dan in andere wijken in de stad. Toch neemt dit aantal de laatste jaren toe (in andere wijken neemt het aantal meldingen af). Doelstelling De doelstelling is beperken overlast jeugd In Dubbeldam en in het bijzonder op het Damplein, omgeving Gravensingel en in de parken. Het aantal overlastmeldingen bij de politie, wijklijn, corporaties is in 2008 afgenomen t.o.v. 2007. Het percentage overlast van jongeren is in 2009 minder dan in 2005 (11%). Opdracht Uitvoering geven aan projectplan Begin- en einddatum project Doorlopend project voor het gehele jaar 2008. Beschikbaar budget Uren: 450 uur projectmanager (voor heel Oost) Budget: uit reguliere middelen van SBH, MO, OOV en SO

163

OPDRACHTFORMULIER

Projectnr./-naam Samenleven in Dubbeldam

Locatie Oost, Dubbeldam

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager Jan van de Weerd

Datum November 2007

Inleiding/aanleiding Dubbeldammers vinden het heel belangrijk dat het dorpse karakter van de wijk behouden blijft. En hiermee wordt niet alleen de fysieke uitstraling van de wijk bedoeld. Het dorpse karakter wordt ook bepaald door de sfeer in de wijk, elkaar kennen, groeten, praatje maken. Voor het behouden van het fysieke karakter van de wijk zijn een aantal instrumenten beschikbaar zoals, beeldkwaliteitsplan, monumentenbeleid en het bestemmingsplan. De vraag is hoe behouden we de dorpse sfeer in de wijk en/ of hoe kunnen wij deze versterken? Daarnaast zijn Dubbeldammers erg somber over de toekomst van hun wijk. Tevens krijgt het gebiedsteam steeds meer signalen van professionals in de wijk over botsende leefstijlen, waarbij (in-)tolerantie een belangrijke rol speelt. Dat Dubbeldam een rijk verenigingsleven heeft is al lang bekend. Na inventarisatie met bewoners blijkt dat er wel 50 verenigingen met een zeer divers aanbod in de wijk zijn. Wat is nodig om samen met bewoners, verenigingen, ondernemers enz. de sfeer in Dubbeldam te behouden, dan wel te versterken. En wat kan ertoe bijdragen dat inwoners van Dubbeldam trots zijn op hun wijk en minder somber zijn over de toekomst. Probleemstelling Dubbeldammers zijn erg somber over de toekomst van de wijk en zijn bang dat het dorpse karakter en de sfeer minder wordt. Zij vinden het dorpse karakter zeer waardevol en koesteren die. Doelstelling De gehechtheid aan de buurt is in 2009 minimaal gelijk aan die van 2005 (82% Het percentage dat vindt dat de buurt is achteruit gegaan ligt in 2009 op het Dordts gemiddelde Het percentage dat vindt dat de buurt achteruit zal gaan ligt in 2009 op het Dordts gemiddelde Opdracht Opdracht: opstellen plan van aanpak Een plan van aanpak op basis van onderzoek naar wat het verenigingsleven en de bewoners kunnen betekenen om het dorpse karakter te behouden. Begin- en einddatum project Geheel 2008 Beschikbaar budget Uren: 100 uur projectmanager Budget: uit reguliere middelen van SBH, MO, OOV en SO

164

Uitvoeringsplan Oost, wijk Stadspolders 2008

165

166

Uitvoeringsplan Stadspolders 2008 Hoofdstuk 1. Ambitie 2006-2010 Om Dordrecht verder te ontwikkelen naar een complete stad is het essentieel dat mensen in een prettige leefomgeving wonen en die ook als zodanig beleven. Wij willen dan ook een leefbare en veilige directe leefomgeving voor alle inwoners van Dordrecht. Dit betekent dat het beheer en onderhoud van groen, straten en wat dies meer zij op een goed niveau moet zijn. De directe leefomgeving is echter meer dan alleen het uiterlijk van de straat of van het groen. Het gaat ook om de mate waarin men zich thuis en welkom voelt in zijn eigen straat of wijk. Een verzorgde en veilige leefomgeving draagt tevens bij aan een prettige woonomgeving en uiteraard de beeldvorming over de stad. We willen in 2010 een gemiddelde leefbaarheidscore van 7,0 behalen. Per wijk gaan we deze leefbaarheidscore11 differentiëren op basis van de omstandigheden van die wijk, maar het streven is om in 2010 in alle wijken tenminste een 6,4 te behalen. De gemeente kan en doet het niet alleen. Frontlijnwerkers zoals projectmanagers van diverse organisaties, opbouwwerkers, buurtagenten, opzichters, stadswachten, jongerenwerkers en nog vele anderen zijn het front van de publieke dienstverlening in de wijken en buurten. Zij hebben een gezamenlijke signaleringsfunctie in de wijken en buurten. Daarnaast willen we de mensen zelf invloed geven op de inrichting van hun directe omgeving. We richten ons in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke organisaties op de volgende thema’s voor leefbare en veilige wijken in de komende jaren:

1.we werken aan samenleven waaronder het bevorderen van de integratie en het verbeteren van de sociale veiligheid in de wijken; 2.we zetten de herstructurering in Dordrecht-West voort; 3. we werken aan wijkeconomie 4.we hebben aandacht voor de veranderende rol tussen gemeente, maatschappelijke organisaties en burgers; 5. we vernieuwen de burgerparticipatie en communicatie met burgers in de wijken.

Deze thema’s krijgen ook hun vertaling in de projecten/activiteiten in hoofdstuk 3.

11 De leefbaarheidscore bestaat uit de volgende indicatoren: woning, woonomgeving, veiligheid in de buurt, voorzieningen in de buurt en sociale samenhang.

167

Hoofdstuk 2. Ambitie van de wijk 2.1 Inleiding Dit uitvoeringsplan is een onderdeel van het planinstrumentarium Wijkgericht werken. Het planinstrumentarium zal gaan bestaan uit een wijkstrategie en meerjaren wijkprogramma’s. In het uitvoeringsplan worden maatregelen opgenomen om de gestelde doelen voor Stadspolders te bereiken. Het uitvoeringsplan Stadspolders 2008 is het sturingsinstrument voor het gebiedsteam Oost en is door het team opgesteld. Voor het opstellen hebben wij gebruik gemaakt van de wijkschets 2005, het uitvoeringsplan 2007, de monitor leefbaarheid en veiligheid 2007 en van groot belang de signalen van bewoners en professionals in de wijk . Het concept uitvoeringsplan is besproken met bewoners en professionals. 2.2 Terugblik 2007 In deze paragraaf wordt aan de hand van de doelstellingen teruggekeken op het afgelopen jaar en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2007 en gegevens van de politie. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid is een instrument om te kunnen meten of de doelstellingen zijn behaald. Tevens is per doelstelling het standpunt van het gebiedsteam gegeven. De monitor Leefbaarheid en Veiligheid voor Stadspolders nader bekeken • Het rapportcijfer leefbaarheid in de buurt is iets verbeterd van 7,1 (2005) naar 7,2 dit jaar.

De ambitie voor Stadspolders is vasthouden aan leefbaarheidscore van 7,1 in 2010. • De indicator verloedering is fors toegenomen (hoe hoger hoe slechter) van 4,7 in 2005 naar

5,5 dit jaar. Het Dordts gemiddelde is 5,2. De toegenomen verloedering lijkt vooral veroorzaakt te worden door negatieve ontwikkeling op de onderdelen ‘hondenpoep op straat’, ‘vernieling bushokjes’, bekladding van muren en/of gebouwen en rommel op straat. In het UP is als doelstelling opgenomen een 4,5 te bereiken in 2009. Geen positieve ontwikkeling. Opvallend is wel dat de waardering over de woonomgeving gelijk is gebleven.

• De indicator verkeersoverlast (hoe hoger hoe slechter) is verslechterd van 2,8 naar 3,5 (gemiddelde 4,0). In het UP is als doelstelling opgenomen een 2,5 te bereiken in 2009. Gelet op het aantal klachten over de ontsluiting van de wijk en hard rijden op de woonerven kan dit vermoedelijk de (een) oorzaak zijn. (NB: Er loopt momenteel een onderzoek naar de belasting van de Provincialeweg als ontsluitingsweg)

• De indicator verkeersveiligheid (hoe hoger, hoe slechter) is fors verslechterd van 3,2 naar 4,4. Opvallend is dat na de positieve resultaten op dit punt van de vorige monitor, het gebiedsteam ervoor gekozen heeft de doelstelling verkeersveiligheid niet meer op te nemen in het UP voor Stadspolders. Dit zullen wij moeten herzien. Een mogelijke oorzaak kennen we nog niet, maar is misschien net als bij het vorige punt op slechte ontsluiting, hard rijden en rotonde Groene Zoom.

De buurten in Stadspolders met elkaar vergeleken • De buurt Stadspolder scoort op bijna alle aspecten slechter dan de hele wijk Stadspolders.

Uitschieters: Verloedering, overlast in de buurt, verkeersoverlast, vermogensdelicten en dreiging. Stadspolder, een buurt om mooi te houden moet de achteruitgang van de buurt een halt toeroepen. Positief opvallend is dat meer bewoners vinden dat hun buurt erop vooruit is gegaan.

• Vissershoek scoort op alle onderdelen beter dan de hele wijk Stadspolders. • Opvallend voor Oudelandshoek is de negatieve ontwikkeling op de onderdelen verloedering

(4,4 in 2005 t.o.v. 5,4 in 2007) en verkeersveiligheid (2,9 in 2005 t.o.v. 5,2 in 2007). Een verklaring voor de toegenomen ervaren verloedering heeft het gebiedsteam niet en wordt ook niet herkend. De leden van het wijkbeheeroverleg Stadspolders begrijpt ook niet waarom inwoners van de buurt Oudelandshoek meer verloedering ervaren. De negatieve ontwikkeling op verkeersveiligheid kan veroorzaakt worden door de ontsluiting van de wijk en ervaren verkeersonveiligheid van de rotonde Groene Zoom.

168

Doelstellingen Stadspolders 2007 Hoe verhoudt het voorgaande zich met de doelstellingen uit 2007. • De verkeersoverlast is in 2009 afgenomen (2,5) t.o.v. 2005 (2,8)

Deze doelstelling is nog niet bereikt. De indicatorscore is gestegen naar 3,5 Naast bovengenoemde oorzaken veroorzaakt de parkeerdruk ook veel overlast. Het project Parkeren Oostelijke Stadsdelen is nu (september) in uitvoering. De effecten daarvan zijn nog niet zichtbaar. Desalniettemin zal de parkeerdruk in met name de buurt Stadspolder een knelpunt blijven.

• Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2007 minder dan in 2006 (350) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van politiegegevens. Het is nog niet bekend of deze doelstelling gehaald wordt. Het aantal meldingen tot en met september is 299.

• Het rapportcijfer veiligheid in de buurt is in 2009 gelijk aan 2005 (7,2) Het rapportcijfer is dit jaar licht gestegen naar 7,3 en wordt met name verklaard door een positieve ontwikkeling op dreiging en vermogensdelicten in de buurt. Ook is een lichte verbetering te zien op het onderdeel overlast. Als we dit vast kunnen houden wordt de doelstelling in 2009 gehaald.

• Het aantal jeugd overlastmeldingen is in 2007 afgenomen t.o.v. 2006 (330) Deze doelstelling wordt gemeten aan de hand van het aantal meldingen bij de politie met betrekking tot overlast jeugd. Het aantal meldingen tot en met september is 258. De kans is aanwezig dat deze doelstelling niet wordt gehaald. De monitor leefbaarheid en veiligheid laat zien dat de indicatorscore overlast in de buurt licht is gedaald van 2,8 (in 2005) naar 3,0.

• De verloedering is in 2009 afgenomen (indicatorscore 4,5) t.o.v. 2005 (indicatorscore 4,7) De indicatorscore is gestegen naar 5,5. Als we deze ontwikkeling niet weten te keren wordt in 2009 de doelstelling niet gehaald. De uitvoering van het plan van aanpak voor ‘Stadspolder, een buurt om mooi te houden’ welke in november 2007 start zal zeker een positief effect hebben op deze score.

• In 2009 is 25% van de bewoners tevreden over voorzieningen voor jongeren De tevredenheid is licht gedaald van 23% in 2005 naar 21% dit jaar. Ook op stedelijk niveau is deze ontwikkeling te zien. Medio 2007 is een analyse gemaakt naar de tevredenheid van voorzieningen voor jongeren. Belangrijkste conclusie is dat jongeren meer tevreden zijn over de voorzieningen dan volwassenen (jongerenmonitor versus monitor leefbaarheid en veiligheid). Jongeren missen wel een ontmoetingsplek. Aanbevelingen volgend op de analyse zoals een betere communicatie over activiteiten en extra aandacht voor participatie van jongeren worden in het project ‘integrale aanpak jeugd overlast’ meegenomen.

169

De afdeling Openbare Orde en Veiligheid heeft op basis van onderzoeken en gegevens van de politie een uitgebreide wijkveiligheidsanalyse gemaakt. Waaruit vervolgens een top twee of top drie van veiligheidsproblemen is geformuleerd. De top drie van veiligheidsproblemen in Stadspolders zijn 1. Vernieling van telefooncellen en bushokjes 2. Jongerenoverlast 3. Verkeersveiligheid (agressief verkeersgedrag, te hard rijden, aanrijdingen) Openbare Orde en Veiligheid adviseert hierop de volgende aanpak: 1. Maatregelen tegen vernielingen; ABRI-campagne 2. Methode Beke; Inzet jongerenwerk; Alcohol- en drugspreventie 3. Campagnes; Inzet Regionaal Verkeershandhavingsteam Op basis van het bovenstaande concludeert het gebiedsteam dat wij vasthouden aan de 2006 benoemde doelstellingen (zie pagina 11) en speerpunten te weten: • Stadspolder, een buurt om mooi te houden • Integrale aanpak jeugdoverlast 2.3 Ambitie 2007 en 2010 De leefbaarheidscore van Stadspolders was in 2005 een 7,1. Voor Stadspolders hebben wij de ambitie dit cijfer in 2010 te behouden. In 2007 is de leefbaarheidscore licht gestegen naar 7,2. Aangezien het hier gaat om een meerjaren ambitie houden wij vast aan het behalen van een 7,1 in 2010. Wij zijn van mening dat we hiermee een stevige ambitie neerzetten. Ter illustratie een vergelijking met topsport. Voor een topsporter is het moeilijk en hard werken om een toppositie vast te houden. Stadspolders is geen aandachtsgebied en zal vooral door inzet van reguliere middelen deze ambitie waar moeten maken. Wij krijgen steeds vaker signalen dat de bevolkingssamenstelling snel veranderd. Ook de herstructurering in West heeft daar invloed op. Steeds meer stadsvernieuwingskandidaten worden gehuisvest in met name de buurt Stadspolder. Stadspolders ‘scoort’ redelijk goed met een 7,1. Wij denken door

• integrale aanpak jeugdoverlast • ‘Stadspolder, een buurt om mooi te houden’ (Impuls op de terreinen sociaal, fysiek en

veilig om de achteruitgang van de buurt te stoppen). het mogelijk is de leefbaarheidscore van 2005 vast te houden. Van belang is daarbij wel dat het beheer van de openbare ruimte op het huidige niveau blijft. Om in 2010 in Stadspolders een leefbaarheidscore van 7,1 te bereiken richten wij ons op de volgende doelen:

• Verbeteren (sociale) veiligheid • Beter samen leven • Schone(r) en hele(r) openbare ruimte

Op pagina 11 zijn de smartdoelen, projecten en activiteiten opgenomen. De focus ligt op jeugd en de uitvoering van het plan van aanpak ‘Stadspolder, een buurt om mooi te houden’. Cijfers van overlast van groepen hangjongeren, verloedering, vervuiling en zwerfvuil beïnvloeden de leefbaarheidscore negatief. Door op deze onderwerpen extra in te zetten verwachten wij de huidige leefbaarheidscore vast te houden en ervoor te zorgen dat Stadspolders een prettige wijk is en blijft om te wonen. 2.4 Projecten, activiteiten en ontwikkelingen met gevolgen voor leefbaarheid en veiligheid in de wijk Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waar de gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Het gebiedsteam zal de voortgang

170

van deze projecten en de eventuele effecten op de wijk volgen. Indien nodig zullen we overleggen met de betrokken projectmanager/leider. Parkeren Oostelijke Stadsdelen (projectleider: Arjan Visser / SO) Na een periode van inspraak en voorbereiding is in 2007 gestart met de aanleg van ca. 470 parkeerplaatsen in Stadspolders en Sterrenburg (een groot deel hiervan omvat het legaliseren van bestaande illegale parkeerplaatsen). Bestemmingsplan Stadspolders (projectleider: Rob Koppelaar / SO) In 2007 is de procedure starten ten behoeve van een actueel bestemmingsplan voor heel Stadspolders (Oudelandshoek, Vissershoek en Stadspolder). In dit bestemmingsplan worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden in dit gebied juridisch vastgelegd. Tevredenheid over politie verbeteren (Kees Oud Ammerveld, politie) Een van de methoden om de tevredenheid te verbeteren is dmv de vorming van buurtpanels. De buurtagenten van Dordrecht Oost hebben buurtpanels gevormd in hun buurten. Daarbij zijn vijf tot elf buurbewoners benaderd met de vraag: Wat verwacht u van de (wijk) politie in uw wijk. De buurtagenten maken vervolgens in- en extern afspraken die teruggekoppeld worden naar deze buurtbewoners. Samen de buurt mooier maken (Stadsbeheer) Binnen de sector Stadsbeheer is in 2007 een project gestart waarbij de gemeente samen met bewoners trachten samen de buurt, straat waar de burgers wonen mooi te maken. De sector Stadsbeheer faciliteert de nodige zaken, te denken valt aan het ter beschikking stellen van materiaal tot het omvormen van plantvakken etc. Het doel is dat de bewoners daarbij de nodige werkzaamheden zelf gaan uitvoeren, waarbij een belangrijk bijkomend doel het vergroten van de sociale samenhang is. In 2008 zal het project over de wijken verbreed worden. Cruyff Court (opdrachtgever: Johan Heijboer, SBH) In 2006 is het plan opgevat om voor de jeugd een zogenaamd Cruijff Court aan te leggen. Een kunstgrasveld waar het hele jaar op gespeeld kan worden en waar de nodige activiteiten georganiseerd kunnen worden. De inspraakronde met de bewoners is in juni 2007 gehouden en door het Ingenieursbureau Drechtsteden is een ontwerp gemaakt. In het najaar 2007 zijn de vergunningen aangevraagd met als doel het werk in 2007 aan te besteden. Voor 2008 worden in overleg met sportstimulering en andere partners de nodige evenementen georganiseerd. Dit is een gezamenlijk project van MO en SBH. Balsa (opdrachtgever: Johan Heijboer, SBH) In 2006 zijn er bij het wijkteam de nodige vragen binnengekomen over overlast van jeugd op het speelveld op de Balsa. Diverse vragenrondes met bewoners zijn er geweest wat uiteindelijk geleid heeft tot een nieuw plan voor de Balsa, met als doel de overlast te verminderen. Voor 2008 zijn er uiteindelijk financiën gevonden om het werk daadwerkelijk op te gaan pakken, een en ander in overleg met de bewoners uit gaan voeren. Stadsbeheer is opdrachtgever. Verkeersveiligheid rond scholen en beïnvloeden verkeersgedrag Voor de beïnvloeding van het verkeersgedrag op buurt en wijkniveau zijn geen structurele financiële middelen beschikbaar. In 2008 zal daarom de problematiek nader omschreven worden om de prioriteit van het onderwerp te verhelderen en binnen de begroting ruimte te maken voor initiatieven. Daarnaast zullen inventieve en goedkope burgerinitiatieven worden ondersteund, want met weinig middelen is toch veel te bereiken. In het streven naar verbetering van de verkeersveiligheid zal in 2008 worden gestart met het toevoegen van fietsstroken en as-markeringen op (delen) van de Groene Zoom, Hastingsweg, Chico Mendesring en Stadspolderring (de gebiedsontsluitingswegen uit het wijkverkeersplan).

171

Maaskant-erf (projectleider: Wendy Meulenkamp/ SO) De bouw van kleinschalig appartementengebouw aan het Maaskant-erf (noordzijde parkeerterrein Bieshof) is in 2007 gestart. Het gebouw bestaande uit 17 appartementen met op de begane grond een dienstverlenende functie zal in 2008 opgeleverd worden. Klein Wantij Voor het braakliggende terrein aan de Makore (voorheen de Biezenlanden) is een bouwplan ontwikkeld voor 40 woningen. De Hoven (projectleider: Gerda van Oost/ PMB) Het plan voor de ontwikkeling van een woongebied met circa 400 voornamelijk duurdere woningen bijna geheel gerealiseerd. In 2008 zal in de nieuwe wijk verder gewerkt worden aan de afronding. Uitbreiding fietsenstalling NS (opdrachtgever: Johan Heijboer, SBH) Als aanvulling op de verdubbeling van het spoor wordt naast het station Stadspolders de fietsenstalling vergroot. De voorbereiding is gestart in 2007 en de werkzaamheden zullen haar afronding in 2008 hebben. Stadsbeheer is volgend op de ontwikkelingen. Rioolgemaal Stadspolder (opdrachtgever: Johan Heijboer, SBH) Het riool gemaal Stadspolder wordt in 2008 gelijktijdig met de herbestratingwerkzaamheden op het Suze Groenwegerf aangepakt. Het riool is technisch afgeschreven en dient om in de buurt Stadspolder droge voeten te houden gerenoveerd te worden. Stadsbeheer is opdrachtgever. Aangenaam wonen beleid (Interstede) Met dit beleid richt Interstede zich op het naleven van huis en tuin regels door hun huurders en op het versterken van de sociale samenhang. Om dit te bereiken is in 2007 een fulltime wijkbeheerder voor Stadspolders aangesteld en wordt in de loop van 2008 het project Kennen en Gekend worden gestart. 2.5 Beheer en ontwikkeling in algemene zin Naast de in de vorige paragraaf genoemde projecten waar gebiedsmanager MO of een ander lid van het gebiedsteam opdrachtgever van is, zijn er ook andere (reguliere) projecten, activiteiten en maatregelen die gevolgen hebben voor de leefbaarheid en veiligheid in de wijk Stadspolders. En zal de voortgang van deze projecten en activiteiten en de eventuele effecten op de wijk volgen en waar nodig actie ondernemen. Al deze activiteiten kunnen worden geschaard onder de noemer: ‘Beheer en ontwikkeling in algemene zin’. De rol van het gebiedsteam is: signaleren, signalen uitzetten en onder de aandacht brengen, verbinden van partijen en verantwoordelijke organisaties actie te laten ondernemen voor het oplossen van problemen of het benutten van bepaalde kansen. 2.6 Organisatie in Oost Het gebiedsteam Oost bestaat uit: • Victor Rouppe van der Voort (stadsdeelmanager Stadsontwikkeling) • Johan Heijboer (gebiedsmanager Stadsbeheer) • Els van Leeuwen (gebiedsmanager Maatschappelijk Ontwikkeling) Het gebiedsteam heeft twee wekelijks een afstemmingsoverleg, waarbij de projectmanagers als daar aanleiding toe is worden uitgenodigd. Er zijn twee integrale projecten in Stadspolders waarvan de gebiedsmanager MO opdrachtgever is:

1. Integrale aanpak jeugdoverlast 2. Stadspolder, een buurt om mooi te houden

De projectmanagers van deze projecten hebben regulier afstemmingsoverleg met de vaste partners in de wijk.

172

Voor het opstellen van de meerjarige wijkprogramma’s en wijkstrategieën is input nodig van de managers van o.a. politie, corporaties en de welzijnsorganisatie. Begin 2008 zal met deze partners worden afgestemd hoe dit vorm te geven. Om als gebiedsteam op de hoogte te blijven over wat er speelt in de wijk zal naast overleg met de projectmanagers vier keer per jaar een netwerkbijeenkomst voor professionals georganiseerd worden. Een belangrijk nevendoel is het huidige netwerk van professionals in stand te houden, dan wel de partners met elkaar in contact te brengen. In 2007 is met bewoners gesproken over een eventuele nieuwe opzet van het wijkbeheeroverleg. Er is gekozen voor een nieuwe opzet, waarbij meer tijd wordt besteed aan thema´s die door de leden van het wijkbeheeroverleg worden ingediend. Tijdens de vergadering wordt minder tijd besteed aan knelpunten op straatniveau. Er wordt ook meer bekendheid gegeven aan het bestaan van het wijkbeheeroverleg. 2.7 Financiën De sectoren MO, SO, SB en PD/OOV hebben flexibele budgetten die worden ingezet in de wijken. Deze middelen kunnen we zien als een soort ‘aanjaagbudget’ om zaken in gang te zetten, ontwikkelingen te stimuleren / aan te jagen, als smeerolie tussen betrokken maatschappelijke organisaties en/of gemeente, voor communicatie, om initiatieven van bewoners te faciliteren of om urgente zaken direct te regelen. Jaarlijkse structurele budgetten op stadsniveau: Sector SB:

• Sociale veiligheid openbare ruimte 5.175,-- Sector PD/OOV

• Wijkveiligheid initiatieven 100.000,-- Jaarlijkse structurele budgetten op gebiedsniveau (gebied Oost) Sector MO

• Campagnebudget 94.985,-- • Straatfeesten 8.350,-- • Winterfeesten 5.000,-- • Activiteiten t.b.v. sociale samenhang 6.665,-- • Representatie en bewonersactiviteiten 7.026,--

Sector SBH • Kleine aanpassingen in Oost 42.900,-- • Buurtbeheer 25.900,--

In het gebiedsteam wordt minimaal vier keer per jaar besteding en stand van zaken financiën besproken. In de overleggen met bewoners en maatschappelijke organisaties wordt regelmatig de mogelijkheid voor het indienen van (bewoners) initiatieven onder de aandacht gebracht.

173

In 2010 is de leefbaarheidscore van Stadspolders een 7,1 (2007 = 7,2)

Verbeteren (sociale) veiligheid

• Stadspolder, een buurt om mooi te houden

Schone(r) en hele(r) openbare

ruimte

De verkeersoverlast

is in 2009 afgenomen (2,5) t.o.v. 2005 (3,0)

De verkeersveiligheid

is in 2009 afgenomen (4,0) t.o.v. 2007 (4,4)

Het aantal jeugd overlastmeldinge

n is in 2008 afgenomen t.o.v.

2007

Het aantal aangiften volume criminaliteit is in 2008 minder dan

in 2007

. De verloedering is in 2009 afgenomen

(indicatorscore 5,5) t.o.v. 2007 (indicatorscore

4,7)

In 2009 is 25% van de bewoners

tevreden over voorzieningen voor jongeren

• Integrale aanpak jeugd

• Verkeersveiligheid rond scholen

• snelheidscontroles

• Beïnvloeden verkeersgedrag

• Evaluatie parkeren oostelijke stadsdelen

Beter samenleven

174

Projectnr./-naam Integrale aanpak jongerenoverlast

Locatie Oost, Stadspolders

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager/-leider Angelique Meijers

Datum November 2007

Aanleiding Aanleiding is de hoeveelheid overlastmeldingen over jongeren die bij politie, wijklijn, corporaties en wijkbeheer binnenkomen. De wijk Stadspolders heeft bijna 21.000 inwoners. Van deze inwoners is 19% tussen de 12 en 22 jaar, 3100 jongeren. Ongeveer 5% van deze jongeren hangt graag en regelmatig in groepjes op straat en leidt soms tot overlast bij omwonenden. De mate van overlast is divers. Van lawaai tot vernielingen, intimidatie, alcohol en drugsgebruik. Het wijkMT heeft de methode Beke doorontwikkeld, deze aanpak draagt bij aan een meer gestructureerde aanpak om overlast van jongeren tegen te gaan. Belangrijk onderdeel van deze aanpak is inzicht krijgen in de mate van overlast en op welke plekken, welke groepen jongeren overlast veroorzaken. In Stadspolders komen overlastmeldingen verspreid over de wijk voor. De meest bekende plekken zijn o.a.: Balsa, Dudokplein, Mina Kruseman-erf, ’t Vissertje en diverse plekken in de buurt Stadspolder. Deze aanpak blijkt in Sterrenburg en Stadspolders te werken. Het aantal overlastmeldingen is daar flink afgenomen. Desalniettemin kan de methode verder doorontwikkeld worden zodat er nog meer resultaat behaald kan worden. Probleemstelling De wijk Stadspolders heeft bijna 3100 jongeren. Ongeveer 5% van deze jongeren hangt graag en regelmatig in groepjes op straat en dat leidt soms tot overlast bij omwonenden, zoals lawaai, vernielingen, intimidatie, alcohol en drugsgebruik. Doelstelling De doelstelling is het beperken van de overlast van de jeugd in Stadspolders. Het aantal overlastmeldingen bij de politie, wijklijn, corporaties is in 2008 afgenomen t.o.v. 2007 (330). Het percentage overlast van jongeren is in 2008 minder dan in 2005 (16%). Opdracht Uitvoering geven aan projectplan Begin en einddatum project Doorlopend project voor het gehele jaar 2008. Beschikbaar budget Uren: 450 uur projectmanager (voor heel Oost) Budget: uit reguliere middelen van SBH, MO, OOV en SO

175

Projectnr./-naam Stadspolder, een buurt om mooi te houden

Locatie Oost, Stadspolders, buurt Stadspolder

Opdrachtgever Bestuurlijk: Jan Lagendijk Ambtelijk: Els van Leeuwen

Projectmanager/-leider Ria de Wit

Datum November 2007

Aanleiding In 2005 heeft het wijkMT n.a.v. vele signalen uit de wijk en gegevens uit de monitor Leefbaarheid & Veiligheid 2005 een plan van aanpak opgesteld om de achteruitgang van de buurt Stadspolder terug te dringen. In dat zelfde jaar is, bij wijze van proef, in een deel van de buurt gestart met de uitvoering van het plan van aanpak. De aanpak bestond uit fysieke, sociale en veiligheidsmaatregelen door gemeente, corporaties, politie en DWO. In mei 2006 is het project afgerond. Nadien heeft het SGB een evaluatie uitgevoerd, conclusie: Het project is voldoende bekend bij bewoners, hoewel de bekendheid met de diverse maatregelen tegenvalt. De helft van de bewoners vindt dat de buurt erop vooruit is gegaan, de betrokkenheid of actieve inzet van bewoners is nauwelijks vergroot. Meer dan de helft van de bewoners vindt het zinvol als het project toegepast wordt op de rest van de buurt Stadspolder. In 2005 is afgesproken dat na afronding van het eerste deel een plan van aanpak opgesteld zou worden voor de aanpak van de rest van de buurt Stadspolder. Kansen voor het project zijn: zijn beschikbare middelen vanuit Stadsbeheer voor de herinrichting van Joke Smit-erf in 2007 en in 2008 van Suze Groeneweg-erf. Probleemstelling In een groot deel van de buurt Stadspolder wordt door bewoners achteruitgang ervaren. Bestrating is verzakt, de samenstelling van de inwoners verandert sterk, de sociale samenhang is laag, relatief veel overlast en de woonomgeving oogt grauw en verloedert. Woningcorporatie Progrez heeft op een aantal plekken steeds meer moeite met het verhuren van hun woningen (leegstand neemt toe). Belangrijkste reden voor afwijzing zijn de woning en de woonomgeving. Progrez onderneemt inmiddels actie. Doelstelling Minder verloedering, indicatiescore verloedering is in 2007 4,5 (4,9 in 2005) De indicatorscore sociale samenhang van de buurt Stadspolder is in 2007 een 6,2 (6,0 in 2005) Opdracht Samen met de partners uit de wijk zorgdragen voor daadkrachtige uitvoering van het actieplan. Projectmanager zorgt voor afstemmingsoverleg met partners, bewaakt de voortgang van de acties uit het actieplan, is samen met partners alert op nieuwe signalen en geeft deze zoveel als mogelijk is een plek in de uitvoering. Begin en einddatum van het project Geheel 2008 Beschikbaar budget Uren: 8 à 10 uur per week = 400 uur projectmanager Naast reguliere middelen van SO, MO, OOV, SBH, 20.000,-- euro