Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle...

9
© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2 1 / 1 TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 3, LES 2 | GROEP 5-6 ACHTERGRONDINFORMATIE Uitleg Deze les is een vervolg op les 1. De kinderen oefenen met de zeven leesstrategieën. De nadruk ligt op de strategie waarmee ze in les 1 hebben geoefend: Wat weet ik al over het onderwerp? Het onderwerp sluit ook aan bij les 1: kleren voor honden. Benodigdheden de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken START 5 MIN Veel kinderen zijn gewend om deze les zelfstandig te maken. Geldt dat niet voor jouw kind? Dan kun je hem of haar op weg helpen met onderstaande tips. Niet bij alle vragen zijn tips opgenomen, alleen bij de vragen die mogelijk problemen geven. Bekijk de informatie bij Wat ga je doen? Neem samen Wat ga je doen? op pagina 1 door. Benadruk dat je kind tekst 1 pas bij stap 3, vraag 3b mag lezen en tekst 2 pas bij stap 4. Hij of zij maakt dus eerst de vragen 1 tot en met 3a. Teksten Verken samen kort de teksten op pagina 2 en 3: Een jasje voor je hond en De beste hondenschoenen koop je bij Doggy Shoe. Lees titels en kopjes en bekijk de foto’s. VRAGEN 25 30 MIN Vraag 1 Als je kind er niet uitkomt, doe vraag 1a dan hardop voor: ‘Een informatieve tekst lees je omdat je iets wilt weten of leren. Voorbeelden zijn een bericht in de krant, een schoolboek of een artikel in een tijdschrift. Ik wil weten welke tekst in deze les een informatieve tekst is. Ik kijk naar tekst 1. Ik zie een dikgedrukte inleiding en alinea’s met kopjes erboven. Dat zie je vaak bij informatieve teksten. Tekst 2 ziet er anders uit. Ik zie wel een inleiding, maar geen kopjes. Sommige woorden en zinnen vallen erg op. Dit lijkt mij geen informatieve tekst, maar een reclametekst.’ Je kind kan nu ook vraag 1b beantwoorden. Vraag 2 Tekst 1 begint en eindigt met een vetgedrukte alinea zonder kopje erboven. Dit zijn de inleiding en het slot. De alinea’s met kopjes vormen de kern. Vraag 3 en 4 Het gaat bij deze vragen om de voorkennis van je kind. Het is niet erg als hij of zij iets opschrijft dat niet klopt. Zeg daar ook niets van. Lees bij vraag 3b tekst 1 eventueel samen. Zijn er woorden die je kind lastig vindt? Leg die dan uit of zoek ze samen op in het woordenboek. Na tekst 1 te hebben gelezen, mag je kind het woordweb bij 3a aanpassen. Bij vraag 4 gaat het om de eigen leeservaring van je kind. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Vraag 5 en 6 Deze vragen gaan over verwijswoorden. Een verwijswoord verwijst naar iets wat al eerder genoemd is in de tekst, of naar iets wat nog komt. Voorbeelden zijn ik, je, hij, het, zijn, haar, jullie en je. Lees bij vraag 6 tekst 2 eventueel samen. Je wijst naar mensen die niet in de tekst worden genoemd: iedereen die de tekst leest. Vraag 7 Een WH-vraag is een vraag met Wat, Wie, Waar, Wanneer, Welke, Waarom of Hoe. Vaste WH-vragen zijn vragen die je altijd kunt stellen bij een bepaalde tekstsoort. Bij vraag 1 heeft je kind de tekstsoort van tekst 2 al achterhaald. Vraag 8 De oplossing herken je aan het woord idee. Vraag 11 Hier kun je denken aan magere honden en aan honden met een dunne vacht, zoals windhonden. Als je kind zich afvraagt waarom kleine hondjes het sneller koud hebben: ze hebben naar verhouding een groter oppervlak (dus meer afkoeling) én hun buik is dichter bij de (koude) grond.

Transcript of Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle...

Page 1: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 2 ❮ 1 / 1 ❯

TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 3, LES 2 | GROEP 5-6

achtergrondinformatie

Uitleg

Deze les is een vervolg op les 1. De kinderen oefenen met de zeven leesstrategieën. De nadruk ligt op de strategie waarmee ze in les 1 hebben geoefend: Wat weet ik al over het onderwerp? Het onderwerp sluit ook aan bij les 1: kleren voor honden.

Benodigdheden

• de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk• de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken

start 5 MIN

Veel kinderen zijn gewend om deze les zelfstandig te maken. Geldt dat niet voor jouw kind? Dan kun je hem of haar op weg helpen met onderstaande tips. Niet bij alle vragen zijn tips opgenomen, alleen bij de vragen die mogelijk problemen geven.

Bekijk de informatie bij Wat ga je doen? Neem samen Wat ga je doen? op pagina 1 door. Benadruk dat je kind tekst 1 pas bij stap 3, vraag 3b mag lezen en tekst 2 pas bij stap 4. Hij of zij maakt dus eerst de vragen 1 tot en met 3a.

TekstenVerken samen kort de teksten op pagina 2 en 3: Een jasje voor je hond en De beste hondenschoenen koop je bij Doggy Shoe. Lees titels en kopjes en bekijk de foto’s.

vragen 25 – 30 MIN

Vraag 1Als je kind er niet uitkomt, doe vraag 1a dan hardop voor: ‘Een informatieve tekst lees je omdat je iets wilt weten of leren. Voorbeelden zijn een bericht in de krant, een schoolboek of een artikel in een tijdschrift. Ik wil weten welke tekst in deze les een informatieve tekst is. Ik kijk naar tekst 1. Ik zie een dikgedrukte inleiding en alinea’s met kopjes erboven. Dat zie je vaak bij informatieve teksten. Tekst 2 ziet er anders uit. Ik zie wel een inleiding, maar geen kopjes. Sommige woorden en zinnen vallen erg op. Dit lijkt mij geen informatieve tekst, maar een reclametekst.’ Je kind kan nu ook vraag 1b beantwoorden.

Vraag 2Tekst 1 begint en eindigt met een vetgedrukte alinea zonder kopje erboven. Dit zijn de inleiding en het slot. De alinea’s met kopjes vormen de kern.

Vraag 3 en 4Het gaat bij deze vragen om de voorkennis van je kind. Het is niet erg als hij of zij iets opschrijft dat niet klopt. Zeg daar ook niets van. Lees bij vraag 3b tekst 1 eventueel samen. Zijn er woorden die je kind lastig vindt? Leg die dan uit of zoek ze samen op in het woordenboek. Na tekst 1 te hebben gelezen, mag je kind het woordweb bij 3a aanpassen. Bij vraag 4 gaat het om de eigen leeservaring van je kind. Er zijn geen goede of foute antwoorden.

Vraag 5 en 6Deze vragen gaan over verwijswoorden. Een verwijswoord verwijst naar iets wat al eerder genoemd is in de tekst, of naar iets wat nog komt. Voorbeelden zijn ik, je, hij, het, zijn, haar, jullie en je. Lees bij vraag 6 tekst 2 eventueel samen. Je wijst naar mensen die niet in de tekst worden genoemd: iedereen die de tekst leest.

Vraag 7Een WH-vraag is een vraag met Wat, Wie, Waar, Wanneer, Welke, Waarom of Hoe. Vaste WH-vragen zijn vragen die je altijd kunt stellen bij een bepaalde tekstsoort. Bij vraag 1 heeft je kind de tekstsoort van tekst 2 al achterhaald.

Vraag 8De oplossing herken je aan het woord idee.

Vraag 11Hier kun je denken aan magere honden en aan honden met een dunne vacht, zoals windhonden. Als je kind zich afvraagt waarom kleine hondjes het sneller koud hebben: ze hebben naar verhouding een groter oppervlak (dus meer afkoeling) én hun buik is dichter bij de (koude) grond.

Page 2: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

Alle leesstrategieën

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)• de tekst samenvatten (stap 7)

Wat ga je doen?

Een paar dagen geleden las je over honden. Deze les heeft daar ook mee te maken.Bekijk eerst de teksten. Maak stap 1 t/m 3. Lees dan de teksten helemaal en maak stap 4 t/m 7.

Weet je het nog?

Lezen doe je in zeven stappen. De vorige les heb je meer geleerd over stap 3: Wat weet ik al over het onderwerp?

Tip! Vind je het moeilijk om te bedenken wat je al over een onderwerp weet?

Bekijk het filmpje dan nog eens op de computer.

Maak de vragen

voor het lezen

StAp 1 Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel bepalen)1 Bekijk de twee teksten op bladzijde 2 en 3.a Welke van deze teksten is een informatieve tekst? Kruis aan.

alleen tekst 1 allebei alleen tekst 2 geen van beide

b Welk leesdoel past het best bij tekst 2? Kruis aan.

Ik heb zin om te lezen. Ik wil iets kopen. Ik wil iets maken of doen. Ik wil iets weten of leren.

StAp 2 Waar gaat de tekst over? (Voorspellen)2 Lees van tekst 1 de titel, de kopjes en de eerste zin van elke alinea.

De tekst bestaat uit drie delen. Welke regels horen erbij? Vul in.

Inleiding: regel tot en met

Kern: regel tot en met

Slot: regel tot en met

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 1 / 4 ❯

Page 3: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

1

5

10

15

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

StAp 3 Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Weet je het nog? Wat weet ik al over het onderwerp?

Na het lezen van een tekst stel je jezelf drie vragen:• Wist ik alles al?• Wat heb ik geleerd?• Wat wil ik graag nog meer weten?

Soms heb je na het lezen van een tekst niet veel geleerd. Omdat detekst te moeilijk of te makkelijk was. Je weet nu wat je dan moet doen.

3 Wat weet jij al over kleren voor honden?a Maak een woordweb. Je mag extra lijnen tekenen.

kleren voor honden

b Lees tekst 1 helemaal. Wat weet je nu nog meer? Schrijf dat erbij in het woordweb bij vraag 3a. Gebruik een andere kleur.

4 Wat vond je van tekst 1? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Ik begreep tekst 1 wel / niet helemaal.Ik vond tekst 1 wel / niet leuk om te lezen.Ik heb wel / geen nieuwe dingen geleerd.

1 een jasje voor je hond

Je ziet het goed. Deze hond heeft een regenjas en laarsjes aan. Grappig toch! Maar vindt de hond het zelf ook zo leuk? En heeft hij die kleren wel nodig?

De hond als mensVeel mensen zien hun hond als een deel van het gezin. Sommige mensen gaan daar erg ver in. Ze behandelen hun hond als een mens. Ze geven een feestje als hij jarig is. Hij mag aan tafel eten en in hun bed slapen. Hij krijgt een regenjas aan als het regent. Een warme trui en een muts als het koud is. En een mooi pak met een stropdas als het feest is. Ze trekken hem net zulke kleren aan als ze zelf dragen.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 2 / 4 ❯

Page 4: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

BeschermingSoms zijn kleren voor honden wel nuttig. Kleine hondjes krijgen het snel koud in de winter. Dan is het een goed idee om ze een truitje aan te trekken. Als er zout gestrooid is, kan dat prikken. Laarsjes beschermen dan de poten van de hond. Ook als de hond een wond heeft, zijn kleren handig. Dan kan hij namelijk niet aan de wond krabben.

SchadelijkDierenartsen zeggen: kleed je hond alleen aan als het echt nodig is. Honden vinden het meestal vervelend om te worden aangekleed. Kleren kunnen zelfs schadelijk zijn. De hond kan het te warm krijgen. Ook kunnen ze schuren op de huid. Dat kan huidproblemen geven.

Een aangeklede hond ziet er grappig uit. Maar bedenk wel: je hond vindt niet hetzelfde leuk als jij. Kleed dus niet zomaar voor de lol je hond aan. Daar doe je hem geen plezier mee.

2 De beste hondenschoenen koop je bij Doggy Shoe

Is het buiten koud en nat? Of ga je wandelen in de bergen? Bescherm dan de pootjes van je trouwe viervoeter. Doggy Shoe heeft voor iedere hond de passende schoen! Bekijk deze mooie aanbieding.

Warme, waterdichte schoenen. Geschikt voor in de stad, maar ook voor stevige wandelingen in de bergen. Van soepel, zacht leer. Met anti-slipzool. Nu van € 34,95 voor € 29,95! (per set van 4 schoenen) Ga snel naar www.doggyshoe.nl. Prijs geldt t/m 24 mei. Op = op!

Maak de andere vragen

tIJDenS het lezen

StAp 4 Wat doe ik als ik het niet meer snap? (Herstellen)5 Lees in tekst 1: Ook kunnen ... de huid. (regel 28)a Welk verwijswoord zie je in deze zin? Markeer het in de tekst.

b Waar wijst dit verwijswoord naar? Kruis aan.

dierenartsen honden huidproblemen kleren

6 Lees tekst 2 helemaal. In regel 1, 3 en 4 zie je het verwijswoord je.Wie bedoelt de schrijver met dit verwijswoord? Markeer het goede antwoord.

Hij bedoelt hiermee iedereen die de tekst leest / iemand die hij kent.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 3 / 4 ❯

20

25

30

1

5

10

Page 5: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

StAp 5 Welke vragen zie ik? (Vragen stellen)7 Welke twee vaste WH-vragen kun je stellen bij tekst 2?a Kruis twee antwoorden aan.

Hoe loopt het af? Wat heb ik nodig?Waar kan ik het kopen? Wat kost het?

b Wat zijn de antwoorden op de WH-vragen die je bij vraag 7a hebtaangekruist? Schrijf op.

StAp 6 Welk plaatje past bij de tekst? (Visualiseren)8 Lees in tekst 1 de alinea Bescherming nog een keer. Tijn maakt een

schema bij deze alinea. Dit schema is nog niet helemaal af.

Kleine hondjes krijgen het snel koud in de 1 winter.

Wat moet hij op plaats 1 zetten? Kruis aan.

niet aan de wond krabben ze laarsjes aantrekkenze een truitje aantrekken zout strooien

nA het lezen

StAp 7 Hoe vat ik samen? (Samenvatten)9 Stel, je maakt een samenvatting van tekst 1. Welke zinnen hieronder

horen erin? Eén zin is al voorgedaan. Markeer nog drie zinnen.

Veel mensen zien hun hond als een deel van het gezin.Hij mag aan tafel eten en in hun bed slapen.Ze trekken hem net zulke kleren aan als ze zelf dragen.Soms zijn kleren voor honden wel nuttig.Als er zout gestrooid is, kan dat prikken.Laarsjes beschermen dan de poten van de hond.Dierenartsen zeggen: kleed je hond alleen aan als het echt nodig is.De hond kan het te warm krijgen.Een aangeklede hond ziet er grappig uit.

Kijk terug

10 Kijk naar je antwoorden op vraag 1 en 2. Verbeter ze zo nodig.

tijd over?

11 Kleine hondjes krijgen het snel koud. Welke honden zullen het ook snel koud krijgen, denk je? Leg je antwoord uit.

Tip! Je eigen hond kun je beter niet aankleden. Maar op internet kun je wel

honden aankleden. Ga naar www.elkspel.nl. Zoek op ‘hondensalon’.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 4 / 4 ❯

Page 6: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

Alle leesstrategieën

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)• de tekst samenvatten (stap 7)

Wat ga je doen?

Een paar dagen geleden las je over honden. Deze les heeft daar ook mee te maken.Bekijk eerst de teksten. Maak stap 1 t/m 3. Lees dan de teksten helemaal en maak stap 4 t/m 7.

Weet je het nog?

Lezen doe je in zeven stappen. De vorige les heb je meer geleerd over stap 3: Wat weet ik al over het onderwerp?

Tip! Vind je het moeilijk om te bedenken wat je al over een onderwerp weet?

Bekijk het filmpje dan nog eens op de computer.

Maak de vragen

voor het lezen

StAp 1 Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel bepalen)1 Bekijk de twee teksten op bladzijde 2 en 3.a Welke van deze teksten is een informatieve tekst? Kruis aan.

■ alleen tekst 1 allebei alleen tekst 2 geen van beide

b Welk leesdoel past het best bij tekst 2? Kruis aan.

Ik heb zin om te lezen.■ Ik wil iets kopen.

Ik wil iets maken of doen. Ik wil iets weten of leren.

StAp 2 Waar gaat de tekst over? (Voorspellen)2 Lees van tekst 1 de titel, de kopjes en de eerste zin van elke alinea.

De tekst bestaat uit drie delen. Welke regels horen erbij? Vul in.

Inleiding: regel 3 tot en met 6 Kern: regel 8 tot en met 28 Slot: regel 30 tot en met 32

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 1 / 4 ❯

Page 7: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

1

5

10

15

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

StAp 3 Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Weet je het nog? Wat weet ik al over het onderwerp?

Na het lezen van een tekst stel je jezelf drie vragen:• Wist ik alles al?• Wat heb ik geleerd?• Wat wil ik graag nog meer weten?

Soms heb je na het lezen van een tekst niet veel geleerd. Omdat detekst te moeilijk of te makkelijk was. Je weet nu wat je dan moet doen.

3 Wat weet jij al over kleren voor honden?a Maak een woordweb. Je mag extra lijnen tekenen.

kleren voor honden

b Lees tekst 1 helemaal. Wat weet je nu nog meer? Schrijf dat erbij in het woordweb bij vraag 3a. Gebruik een andere kleur.

4 Wat vond je van tekst 1? Markeer de antwoorden die bij jou passen.

Ik begreep tekst 1 wel / niet helemaal.Ik vond tekst 1 wel / niet leuk om te lezen.Ik heb wel / geen nieuwe dingen geleerd.

1 een jasje voor je hond

Je ziet het goed. Deze hond heeft een regenjas en laarsjes aan. Grappig toch! Maar vindt de hond het zelf ook zo leuk? En heeft hij die kleren wel nodig?

De hond als mensVeel mensen zien hun hond als een deel van het gezin. Sommige mensen gaan daar erg ver in. Ze behandelen hun hond als een mens. Ze geven een feestje als hij jarig is. Hij mag aan tafel eten en in hun bed slapen. Hij krijgt een regenjas aan als het regent. Een warme trui en een muts als het koud is. En een mooi pak met een stropdas als het feest is. Ze trekken hem net zulke kleren aan als ze zelf dragen.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 2 / 4 ❯

Page 8: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

vraag 5a

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

BeschermingSoms zijn kleren voor honden wel nuttig. Kleine hondjes krijgen het snel koud in de winter. Dan is het een goed idee om ze een truitje aan te trekken. Als er zout gestrooid is, kan dat prikken. Laarsjes beschermen dan de poten van de hond. Ook als de hond een wond heeft, zijn kleren handig. Dan kan hij namelijk niet aan de wond krabben.

SchadelijkDierenartsen zeggen: kleed je hond alleen aan als het echt nodig is. Honden vinden het meestal vervelend om te worden aangekleed. Kleren kunnen zelfs schadelijk zijn. De hond kan het te warm krijgen. Ook kunnen ze schuren op de huid. Dat kan huidproblemen geven.

Een aangeklede hond ziet er grappig uit. Maar bedenk wel: je hond vindt niet hetzelfde leuk als jij. Kleed dus niet zomaar voor de lol je hond aan. Daar doe je hem geen plezier mee.

2 De beste hondenschoenen koop je bij Doggy Shoe

Is het buiten koud en nat? Of ga je wandelen in de bergen? Bescherm dan de pootjes van je trouwe viervoeter. Doggy Shoe heeft voor iedere hond de passende schoen! Bekijk deze mooie aanbieding.

Warme, waterdichte schoenen. Geschikt voor in de stad, maar ook voor stevige wandelingen in de bergen. Van soepel, zacht leer. Met anti-slipzool. Nu van € 34,95 voor € 29,95! (per set van 4 schoenen) Ga snel naar www.doggyshoe.nl. Prijs geldt t/m 24 mei. Op = op!

Maak de andere vragen

tIJDenS het lezen

StAp 4 Wat doe ik als ik het niet meer snap? (Herstellen)5 Lees in tekst 1: Ook kunnen ... de huid. (regel 28)a Welk verwijswoord zie je in deze zin? Markeer het in de tekst.

b Waar wijst dit verwijswoord naar? Kruis aan.

dierenartsen honden huidproblemen

■ kleren

6 Lees tekst 2 helemaal. In regel 1, 3 en 4 zie je het verwijswoord je.Wie bedoelt de schrijver met dit verwijswoord? Markeer het goede antwoord.

Hij bedoelt hiermee iedereen die de tekst leest / iemand die hij kent.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 3 / 4 ❯

20

25

30

1

5

10

Page 9: Uitleg Benodigdheden · 2021. 2. 11. · 2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je gaat lezen

2020 | blok 4, wEEk 3, lEs 2 | Groep 5-6

StAp 5 Welke vragen zie ik? (Vragen stellen)7 Welke twee vaste WH-vragen kun je stellen bij tekst 2?a Kruis twee antwoorden aan.

Hoe loopt het af? Wat heb ik nodig?■ Waar kan ik het kopen? ■ Wat kost het?

b Wat zijn de antwoorden op de WH-vragen die je bij vraag 7a hebtaangekruist? Schrijf op.

op www.doggyshoe.nl € 29,95

StAp 6 Welk plaatje past bij de tekst? (Visualiseren)8 Lees in tekst 1 de alinea Bescherming nog een keer. Tijn maakt een

schema bij deze alinea. Dit schema is nog niet helemaal af.

Kleine hondjes krijgen het snel koud in de 1 winter.

Wat moet hij op plaats 1 zetten? Kruis aan.

niet aan de wond krabben ze laarsjes aantrekken■ ze een truitje aantrekken zout strooien

nA het lezen

StAp 7 Hoe vat ik samen? (Samenvatten)9 Stel, je maakt een samenvatting van tekst 1. Welke zinnen hieronder

horen erin? Eén zin is al voorgedaan. Markeer nog drie zinnen.

Veel mensen zien hun hond als een deel van het gezin.Hij mag aan tafel eten en in hun bed slapen.Ze trekken hem net zulke kleren aan als ze zelf dragen.Soms zijn kleren voor honden wel nuttig.Als er zout gestrooid is, kan dat prikken.Laarsjes beschermen dan de poten van de hond.Dierenartsen zeggen: kleed je hond alleen aan als het echt nodig is.De hond kan het te warm krijgen.Een aangeklede hond ziet er grappig uit.

Kijk terug

10 Kijk naar je antwoorden op vraag 1 en 2. Verbeter ze zo nodig.

tijd over?

11 Kleine hondjes krijgen het snel koud. Welke honden zullen het ook snel koud krijgen, denk je? Leg je antwoord uit.

Tip! Je eigen hond kun je beter niet aankleden. Maar op internet kun je wel

honden aankleden. Ga naar www.elkspel.nl. Zoek op ‘hondensalon’.

© MAlMbERG | lEEslINk, NIvEAu 2 ❮ 4 / 4 ❯