Uitgewerkt voorbeeld Veiligheidsanalyserapportage
Transcript of Uitgewerkt voorbeeld Veiligheidsanalyserapportage
Voorbeeld Veiligheidsanalyserapportage Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010
Ter toelichting: ● dit voorbeeld sluit aan op het ‘format veiligheidsrapportage’ behorend bij Kernbeleid 3.0 ● de gemeente Bovenkamp is een fictieve gemeente met tussen de 50.000 en 100.000 inwoners ● specifiek aan deze veiligheidsanalyse is dat er bij de cijfermatige gegevens gebruikt is gemaakt
van een lokale veiligheidsmonitor (dus niet de landelijke veiligheidsmonitor) en dat er uitsplitsing
naar (probleem)buurten heeft plaatsgevonden ● het veiligheidsplan dat op basis van deze veiligheidsanalyse is opgesteld, had betrekking op de
periode 2010 – 2013; de jaren waarop de cijfermatige gegevens betrekking hebben, zijn daardoor
2005 t/m 2009 in plaats van 2006 t/m 2010 (waarvan in het format sprake is) ● bij de ‘bron’ van de politiecijfers wordt verwezen naar de betreffende X-pol/BVH-code: de tool
‘VNG-BVH-model’ was in 2009 nog niet beschikbaar; maar de gebruikte X-pol/BVH-codes
corresponderen op veel plekken met de in het format genoemde VNG-BVH-model-nummering
Veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp
Bovenkamp, oktober 2009
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
1
Voorwoord
Dit rapport bevat de uitkomsten van de integrale veiligheidsanalyse die in de periode mei-september
2009 is uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe integrale veiligheidsbeleid 2010 –
2013 van de gemeente Bovenkamp. Op basis van deze uitgebreide inventarisatie zijn prioriteiten voor
de kadernota integrale veiligheid geselecteerd (zie het overzicht van prioriteiten achterin). Deze
prioriteiten en overige strategische veiligheidsthema’s worden verder uitgewerkt in de nota integraal
veiligheidsbeleid 2010-2013 en het bijbehorende uitvoeringsplan 2010.
De veiligheidsanalyse is uitgevoerd conform Kernbeleid Veiligheid, een landelijk veelgebruikte
methode voor lokaal integraal veiligheidsbeleid. In deze methode worden vijf veiligheidsvelden
onderscheiden: Veilige woon- en leefomgeving, Bedrijvigheid en veiligheid, Jeugd en veiligheid,
Fysieke veiligheid en Integriteit en veiligheid. Elk veiligheidsveld omvat enkele meer specifieke
veiligheidsthema’s (zie ook bijlage 1). In de analyse van deze veiligheidsvelden en –thema’s staan
telkens drie vragen centraal: (1) Welke aantastingen van de veiligheid doen zich voor? (2) Hoe ziet de
huidige aanpak van die problematiek eruit? (3) Welke versterkingen van de aanpak zijn mogelijk?
De opbouw van het rapport weerspiegelt de gevolgde aanpak: in de hoofdstukken 1 t/m 5 worden de
vijf veiligheidsvelden behandeld. De volgorde daarbij is telkens: behandeling huidige problematiek
(zowel cijfers als kwalitatieve observaties), behandeling huidige aanpak (in tabelvorm) en opsomming
aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen in de komende tijd.
Voor een goed begrip van dit rapport is nog het volgende van belang:
de mogelijke beleidsversterkingen die telkens genoemd worden, zijn niet de definitieve, via de
kadernota vast te stellen hoofdlijnen van beleid - het betreft een overzicht van mogelijke
beleidsversterkingen; NB: door in de veiligheidsanalyse ook de mogelijke beleidsversterkingen te
analyseren, komen veiligheidsthema’s beter ‘uit de verf’, ontstaat er een scherper zicht op de
veiligheidsproblematiek: niet zelden is een aanpak immers mede definiërend voor het probleem
waar die aanpak zich op richt;
bij de behandeling hierna van de veiligheidsproblematiek op de verschillende thema’s worden
cijfers gepresenteerd op zowel gemeentelijk als op buurt- of stadsdeelniveau; bij cijfers op
buurtniveau worden niet alle buurten behandeld, aangezien het document dan te omvangrijk zou
worden; in het onderzoek dat aan deze rapportage ten grondslag ligt, zijn wel alle 19 buurten
geanalyseerd; de belangrijkste uitkomsten voor alle buurten zijn beknopt weergegeven op pagina
15 t/m 18;
bij verschillende indicatoren worden zowel cijfers uit de politieregistratie (meldingen) als uit de
bewonersenquête/Bovenkampmonitor weergegeven (slachtofferschapgegevens); deze beide
bronnen vullen elkaar aan en corrigeren elkaar soms; wat betreft de politieregistratie kan
meldingsbereidheid immers een vertekenend effect geven.
Ten slotte: de informatie voor deze rapportage is verkregen via analyse van cijfers en documenten en
een reeks van interviews (zie ook bijlage 2). Concepten van het rapport zijn becommentarieerd door
de diverse gesprekspartners.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
2
Inhoudsopgave
Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
problematiek:
- thema 1.1: sociale kwaliteit p. 3
- thema 1.2: fysieke kwaliteit p. 7
- thema 1.3: objectieve veiligheid p. 9
- thema 1.4: subjectieve veiligheid p. 13
- thema 1.1 t/m 1.4: veiligheidsindex p. 15
aanpak:
- aspect ‘infrastructuur’ p. 19
- aspect ‘investeren in fysieke woonomgeving’ p. 24
- aspect ‘investeren in sociale kwaliteit’ p. 26
- aspect ‘betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid’ p. 31
- aspect ‘toezicht en handhaving’ (openbare ruimte/sociale veiligheid) p. 33
- aspect ‘aanpak specifieke criminaliteitsfenomenen’ p. 36
Tussenstand: mogelijke prioriteiten veilige woon- en leefomgeving p. 40
Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
- thema 2.1: winkelcentra p. 42
- thema 2.2: bedrijventerreinen p. 45
- thema 2.3: uitgaan/horeca p. 47
- thema 2.4: evenementen en toerisme p. 50
Tussenstand: mogelijke prioriteiten bedrijvigheid en veiligheid p. 53
Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
- thema 3.1: jeugdoverlast en –criminaliteit p. 54
- thema 3.2: alcohol en drugs p. 60
- thema 3.3: veilig in en om de school p. 62
Tussenstand: mogelijke prioriteiten jeugd en veiligheid p. 65
Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
- thema 4.1: verkeersveiligheid p. 66
- thema 4.2: brandveiligheid p. 69
- thema 4.3: externe veiligheid p. 72
- thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding p. 76
Tussenstand: mogelijke prioriteiten fysieke veiligheid p. 78
Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
- thema 5.1: radicalisering /terrorisme p. 79
- thema 5.2: georganiseerde criminaliteit p. 81
- thema 5.3: ambtelijke en bestuurlijke integriteit p. 85
Tussenstand: mogelijke prioriteiten integriteit en veiligheid p. 87
Overzicht: selectie prioriteiten p. 88
Bijlagen
Bijlage 1: overzicht veiligheidsvelden kernbeleid veiligheid p. 92
Bijlage 2: overzicht geconsulteerde actoren p. 93
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
3
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving thema 1.1: sociale kwaliteit
De sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt, dat wil
zeggen: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale
kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele
sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast,
burengerucht, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 1.1
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 20 19 12
Buurt 3 28 24 19 Buurt 5 20 19 14
Buurt 6 30 24 17
Buurt 10 17 23 16
Buurt 11 23 27 18
Buurt 12 28 26 10
meldingen burengerucht (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.4.1)
Buurt 17 23 20 9
Bovenkamp 9
Buurt 3 11 Buurt 5 17
Buurt 6 12
Buurt 10 10
Buurt 11 15
Buurt 12 8
perceptie overlast buren/omwonenden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor1
Buurt 17 7
Bovenkamp 5 6 7
Buurt 3 4 7 8 Buurt 5 2 4 6
Buurt 6 4 12 31
Buurt 10 9 6 5
Buurt 11 3 5 4
Buurt 12 28 28 29
meldingen overlast overspannen/gestoord persoon (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E33)
Buurt 17 4 3 2
Bovenkamp 8 10 9
Buurt 3 5 10 14 Buurt 5 6 10 11
Buurt 6 17 9 8
Buurt 10 8 14 15
Buurt 11 14 11 11
Buurt 12 46 27 29
meldingen drugsoverlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.1.1/E38)
Buurt 17 16 14 18
Bovenkamp 3 4 2
Buurt 3 19 34 12
Buurt 5 1 1 1
Buurt 6 1 1 2
Buurt 10 1 0 2
Buurt 11 2 0 1
Buurt 12 6 6 7
meldingen overlast zwervers (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E41)
Buurt 17 0 2 2
1 De Bovenkampmonitor wordt in oneven jaren gepubliceerd (2005, 2007, 2009); de meting heeft plaats aan het einde van het jaar ervoor (resp. 2004, 2006, 2008)
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
4
vervolg tabel 1.1
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 4 3 4
Buurt 3 4 3 8
Buurt 5 4 4 4
Buurt 6 3 3 3
Buurt 10 3 5 4
Buurt 11 6 4 2
Buurt 12 16 13 10
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
Buurt 17 5 3 4
Bovenkamp 14 10 10
Buurt 3 19 16 15 Buurt 5 14 14 15
Buurt 6 13 11 11
Buurt 10 22 9 10
Buurt 11 26 24 16
Buurt 12 41 15 9
perceptie overlast drugs (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 27 16 19
Bovenkamp 6
Buurt 3 9 Buurt 5 6
Buurt 6 9
Buurt 10 11
Buurt 11 5
Buurt 12 20
perceptie overlast alcohol/dronken mensen op straat (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 5
Bovenkamp
Buurt 3 2 1 Buurt 5 0 0
Buurt 6 0 0
Buurt 10 5 3
Buurt 11 4 5
Buurt 12 10 1
perceptie overlast straatprostitutie (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 3 1
Bovenkamp
Buurt 3 10 10
Buurt 5 3 9
Buurt 6 6 2
Buurt 10 10 6
Buurt 11 7 10
Buurt 12 11 7
perceptie overlast dealpanden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 7 5
Bovenkamp 21 22 20
Buurt 3 38 51 41
Buurt 5 16 17 16
Buurt 6 38 29 47
Buurt 10 21 17 12
Buurt 11 15 24 23
Buurt 12 41 43 45
totaal meldingen overlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode cat. 2.7.1)
Buurt 17 15 16 11
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
5
vervolg tabel 1.1
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 3,3 3,4 3,2
Buurt 3 3,7 3,5 3,4
Buurt 5 4,3 4,5 4,5
Buurt 6 4,6 4,3 4,0
Buurt 10 3,2 3,5 3,3
Buurt 11 4,2 4,5 4,7
Buurt 12 3,4 2,8 3,1
perceptie buurtoverlast totaal (indicatorscore)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 4,2 3,8 3,2
Bovenkamp 6,9 7,0 7,0
Buurt 3 6,4 6,6 6,4 Buurt 5 5,7 6,1 5,6
Buurt 6 6,1 6,4 6,6
Buurt 10 6,3 6,5 6,8
Buurt 11 6,2 5,8 5,6
Buurt 12 6,8 7,2 7,6
bewonersoordeel kwaliteit woonomgeving (rapportcijfer)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 6,1 7,0 7,3
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• sinds 2006 is het aantal geregistreerde incidenten van drugshandel licht gestegen; de grootste
stijging heeft zich voorgedaan in de buurt Buurt 3;
• de drugsoverlast in het centrum van Bovenkamp is in de loop der jaren afgenomen (operatie
Drugsaanpak); de verslaafden zijn er vrijwel uit het straatbeeld verdwenen;
• wel is er sprake van een beperkt verplaatsingseffect van drugsoverlast en –criminaliteit binnen het
werkgebied van politiebasiseenheid Bovenkamp Centrum/Zuid; het betreft verhoudingsgewijs
geringe overlast en problematiek; betreft m.n. Buurt 13 en Buurt 14;
• de drugsoverlast en –criminaliteit binnen het werkgebied van politiebasiseenheid Bovenkamp
Noord zijn relatief wat omvangrijker (met name in Buurt 3 en Buurt 5;
• de sociale kwaliteit staat anno 2009 het meeste onder druk in de aandachtsbuurten Buurt 3, Buurt
5 en Buurt 11; daarnaast zijn als prioritair aan te duiden: Buurt 6, Buurt 10, Buurt 12 en Buurt 17
(ook alle vier aandachtsbuurten van de gemeente);
• een indicatie voor de sociale problematiek in de aandachtsbuurten is het aantal uitzettingen door
corporaties: een van de Bovenkampse corporaties voert jaarlijks zo’n 60 a 70 uitzettingen uit –
een hoog gemiddelde; redenen zijn veelal overlast in combinatie met betalingsgedrag; in totaal telt
Bovenkamp zo’n 12.000 corporatiewoningen, plm. 35% van de totale woningvoorraad;
• bij de midtermmeting van het Grote stedenbeleid in 2007 bleek Bovenkamp op indicatoren als
‘sociale kwaliteit van de woonomgeving’ en ‘aandeel hoge inkomens’, ‘verloedering’, ‘verkoopprijs
eigen woning’ en ‘onveiligheidsgevoel’ matig te presteren;
• gesprekpartners wijzen op de impact van het vertrek van de kartonindustrie uit het gebied:
Bovenkamp is in snel tempo sociaal en economisch ‘ontluisterd’ geraakt; de impact kon groot zijn
door de relatief uniforme samenstelling van de beroepsbevolking;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
6
• gesprekspartners geven aan dat problematische groepen anno 2009 in een ‘overlevingsmodus’/-
fase zitten, en dat de uitdaging voor overheden er in hoofdzaak uit bestaat deze modus te
doorbreken en deze groepen te betrekken, te ‘activeren’; het gevaar daarbij is misschien wel
eerder een te veel aan zorg en aandacht (hospitaliseren) dan een tekort daaraan: de aanpak dient
gericht en gedoseerd te zijn, en vooral te prikkelen en te verleiden;
• de aanpak van de drugsoverlast en –criminaliteit was er mede op gericht Bovenkamp weer een
veilig centrum te bezorgen; dit is in belangrijke mate gelukt; in de komende tijd zal het erom gaan
deze uitkomsten te borgen, te institutionaliseren;
• in een aantal opzichten kan zonder meer gesproken worden van complicerende factoren voor de
aanpak van veiligheid en leefbaarheid van Bovenkamp; tegelijk is deze situatie een effectief
referentiepunt voor het traceren en ‘vieren’ van, communiceren over de successen (OOV zet dan
ook gericht in op communicatie over maatregelen en projecten).
Dwarsverbanden van dit onderwerp met andere veiligheidsthema’s/-velden:
thema 1.2: fysieke woonomgeving > verloedering
thema 1.3: objectieve veiligheid > criminaliteit, veelplegers
thema 1.4: subjectieve veiligheid > veiligheidsgevoel
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek > overlast, criminaliteit, drugs- en alcoholoverlast.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
7
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving thema 1.2: fysieke kwaliteit
De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft logischerwijze betrekking op fysieke kenmerken van de
woonomgeving, in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Meest algemeen
gaat het bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt
gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn dan onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van
achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere
tekenen van verloedering.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 1.2 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 6,9 7,0 7,0
Buurt 3 6,4 6,6 6,4
Buurt 5 5,7 6,1 5,6
Buurt 6 6,1 6,4 6,6
Buurt 10 6,3 6,5 6,8
Buurt 11 6,2 5,8 5,6
Buurt 12 6,8 7,2 7,6
algemene kwaliteit woonomgeving (rapportcijfer)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 6,1 7,0 7,3
Bovenkamp 5,0 5,1 5,0
Buurt 3 5,6 5,3 5,7
Buurt 5 6,4 6,8 6,4
Buurt 6 6,8 6,8 6,2
Buurt 10 5,1 5,5 5,5
Buurt 11 5,6 5,3 6,1
Buurt 12 4,9 4,5 4,1
verloedering (0 = komt niet voor; 10 = komt zeer vaak voor)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 5,4 5,6 4,8
Bovenkamp 20 23 21
Buurt 3 26 30 27
Buurt 5 18 18 18
Buurt 6 26 28 26
Buurt 10 28 31 23
Buurt 11 19 19 20
Buurt 12 44 55 59
meldingen vernieling (per 1.000 inwoners)
politie (categorie 2.2.1)
Buurt 17 25 21 19
Bovenkamp 18 16 11
Buurt 3 29 18 18
Buurt 5 23 22 27
Buurt 6 23 19 21
Buurt 10 19 17 16
Buurt 11 16 14 14
Buurt 12 13 12 9
slachtofferschap vernielingen (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 26 16 16
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
8
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• een belangrijker wordend fenomeen in verband met de kwaliteit van de woonomgeving betreft
leegstand als gevolg van ‘krimp’; dit geeft in bepaalde buurten (zoals Buurt 11 en Buurt 6) tekenen
van verloedering;
• de kwaliteit van de buurt wordt in 2009 het minst gunstig beoordeeld in de aandachtsbuurten
Buurt 3, Buurt 5 en Buurt 11 en daarnaast ook in de buurt Buurt 9; aangezien in deze laatste buurt
naast dit ongunstige kwaliteitsoordeel eigenlijk alleen slachtofferschap van criminaliteit hoog
scoort, lijkt er hier sprake te zijn van een verplaatsings- c.q. ‘overloop’-effect;
• verloedering doet zich volgens de bewoners het meeste voor in de aandachtsbuurten Buurt 3,
Buurt 5, Buurt 6, Buurt 10 en Buurt 11 en daarnaast ook in de buurten Buurt 4, Buurt 7 en Buurt
18; ten aanzien van Buurt 4 lijkt om dezelfde reden als hierboven genoemd ten aanzien van Buurt
9, sprake van een verplaatsingseffect;
• een van de prestatieafspraken met het Rijk betreft een geringere afwijking van het
slachtofferschap van vernieling in de aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps
gemiddelde; deze doelstelling is niet gehaald; vooral de buurten Buurt 5 en Buurt 6 doen het
beduidend minder goed dan Bovenkamp als geheel.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
thema 1.1: sociale kwaliteit;
thema 1.3: objectieve veiligheid;
thema 1.4: subjectieve veiligheid
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol;
thema 3.3: veilig in en om de school;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
9
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving thema 1.3: objectieve veiligheid
Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente. Soorten
criminaliteit die in elk geval bepalend zijn en uitgewerkt dienen te worden in de analyse, zijn woninginbraak,
voertuigcriminaliteit en geweldscriminaliteit (waaronder huiselijk geweld).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 1.3
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 251 269 255
Buurt 3 339 370 393
Buurt 5 201 198 192
Buurt 6 297 258 282
Buurt 10 370 420 306
Buurt 11 213 218 222
Buurt 12 871 1018 919
totaal aantal incidenten/meldingen (per 1.000 inwoners)
politie (alle incidentcodes)
Buurt 17 205 204 198
Bovenkamp 44 41 40
Buurt 3 48 43 44
Buurt 5 51 43 48
Buurt 6 48 46 43
Buurt 10 46 41 41
Buurt 11 46 47 45
Buurt 12 39 30 25
slachtofferschap totaal (indicatorscore)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 50 48 41
Bovenkamp 6 6 7
Buurt 3 8 8 10
Buurt 5 9 9 10
Buurt 6 8 7 9
Buurt 10 6 7 8
Buurt 11 5 6 11
Buurt 12 6 5 7
meldingen woninginbraak/ diefstal uit woning (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 1.1.1)
Buurt 17 5 9 9
Bovenkamp 9 7 8
Buurt 3 13 13 10 Buurt 5 13 13 18
Buurt 6 15 10 10
Buurt 10 10 6 7
Buurt 11 15 9 15
Buurt 12 6 4 4
slachtofferschap woninginbraak/poging (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 12 10 7
Bovenkamp 10 10 11
Buurt 3 9 11 13 Buurt 5 4 9 9
Buurt 6 7 8 8
Buurt 10 8 8 9
Buurt 11 10 8 8
Buurt 12 21 22 16
meldingen diefstal uit/vanaf motorvoertuigen (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 1.2.1)
Buurt 17 7 6 9
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
10
vervolg tabel 1.3
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 28 24
Buurt 3 31 29
Buurt 5 30 20
Buurt 6 29 24
Buurt 10 28 25
Buurt 11 28 30
Buurt 12 23 16
slachtofferschap autodelicten (% bewoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 32 30
Bovenkamp 9 6 10
Buurt 3 13 9 22
Buurt 5 6 5 7
Buurt 6 6 5 9
Buurt 10 11 7 14
Buurt 11 11 6 9
Buurt 12 40 26 42
meldingen diefstal fiets, bromfiets, snorfiets (per 1.000 inwoners)
politie (incident- code 1.2.3)
Buurt 17 4 2 5
Bovenkamp 4 3 4
Buurt 3 4 3 8
Buurt 5 4 4 4
Buurt 6 3 3 3
Buurt 10 3 5 4
Buurt 11 6 4 2
Buurt 12 16 13 10
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
Buurt 17 5 3 4
Bovenkamp 25 25 25
Buurt 3 37 38 39
Buurt 5 29 26 24
Buurt 6 36 27 25
Buurt 10 32 37 31
Buurt 11 27 26 27
Buurt 12 71 86 78
totaal meldingen geweld, lichamelijke integriteit (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode cat. 1.4 )
Buurt 17 26 21 22
Bovenkamp 6 6 6
Buurt 3 6 13 6
Buurt 5 5 6 9
Buurt 6 5 10 9
Buurt 10 10 7 6
Buurt 11 7 13 13
Buurt 12 9 4 4
totaal slachtofferschap geweld en bedreiging (% bewoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 9 8 7
Bovenkamp 34 37 39
Buurt 3 2 4 6 Buurt 5 5 3 4
Buurt 6 3 7 3
Buurt 10 0 5 3
Buurt 11 4 2 4
Buurt 12 5 3 2
meldingen openlijk geweld tegen personen
politie (incidentcode 1.4.3)
Buurt 17 1 1 1
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
11
vervolg tabel 1.3
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 6 5 5
Buurt 3 10 5 7
Buurt 5 9 5 6
Buurt 6 7 5 4
Buurt 10 6 8 7
Buurt 11 5 4 6
Buurt 12 15 19 17
meldingen bedreiging (per 1.000 inwoners)
politie (incident-code cat. 1.4.4)
Buurt 17 7 4 5
Bovenkamp 34 37 39 Stadsregio
Buurt 3 2 4 6
Buurt 5 5 3 4
Buurt 6 3 7 3
Buurt 10 0 5 3
Buurt 11 4 2 4
Buurt 12 5 3 2
meldingen moord/doodslag (incl. pogingen)
politie (incident-code cat. 1.4.2)
Buurt 17 1 1 1
meldingen moord/ doodslag (excl poging)
politie (incident-code cat. 1.4.2)
Bovenkamp 1 0 5
Bovenkamp 16 17 17
Buurt 3 23 29 28
Buurt 5 16 18 16
Buurt 6 25 19 19
Buurt 10 22 23 19
Buurt 11 20 18 18
Buurt 12 46 52 51
meldingen mishandeling (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode cat. 1.4.5)
Buurt 17 15 16 16
Bovenkamp 666 687
7,5 551 6,1
567 6,3
Buurt 3 94 12,4
Buurt 5 41 6,8
Buurt 6 54 9,4
Buurt 10 27 5,7
Buurt 11
45 6,3
Buurt 12 37 8,2
meldingen huiselijk geweld (zowel abs. als per 1.000 inwoners)
politie
Buurt 17 22 5,2
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• in de periode 2006 – 2008 is op Bovenkampse schaal sprake van een toename van het aantal (bij
de politie gemelde) incidenten van woninginbraak, diefstal uit/vanaf motorvoertuigen en diefstal
fiets/scooter); de stijging is telkens in vrijwel alle aandachtsbuurten aan de orde; een door
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
12
gesprekspartners geopperde verklaring hiervoor is het na verloop van tijd weer vrijkomen van
veelplegers;
• ook het aantal meldingen van drugshandel neemt toe in de periode 2006 – 2008, vooral in Buurt
3; in deze buurt neemt ook het aantal meldingen van drugsoverlast sterk toe in de periode 2006 –
2008 (zie paragraaf 1.1); in Buurt 17 neemt de perceptie van drugsoverlast (Bovenkampmonitor)
relatief sterk toe in 2009 ten opzichte van 2007; dit kan samenhangen met de komst van het
nieuwe Opvanghuis in deze buurt en het verzet dat daartegen bstond onder bewoners: mogelijk
dat bewoners daardoor extra alert zijn op drugsoverlast; in Buurt 3 en Buurt 11 ervaren bewoners
de meeste overlast van dealpanden;
• opvallend is de omvang van de geregistreerde criminaliteit in Buurt 3: het centrum kent weliswaar
meer incidenten per 1.000 inwoners maar Buurt 3 ‘scoort’ daarna (veel) hoger dan de andere
aandachtsbuurten; de genoemde stijging op vermogensdelicten is ook nadrukkelijk aan de orde in
Buurt 3; met name op de delicten diefstal uit/vanaf motorvoertuigen en diefstal fiets/scooter kent
Buurt 3 meer incidenten dan de andere buurten; daarnaast kent Buurt 3 consequent een hoog
aantal geweldsincidenten;
• Buurt 5 heeft wat betreft slachtofferschap vooral te maken met relatief veel woninginbraak (dit
blijkt zowel uit de politieregistratie als uit de Bovenkampmonitor);
• in Buurt 6 valt vooral de stijging van het aantal woninginbraken en van diefstal fiets/scooter op;
mogelijke oorzaak: in 2008/2009 is versneld gestart met uithuizing van de flats aan de Bootstraat;
drie van de vier flats worden in 2010/2011 gesloopt; hierdoor is sprake van leegstand (een flat
staat al helemaal leeg);
• Buurt 10 scoort op de meeste indicatoren relatief laag (dus gunstig), behalve op het totaal aantal
incidenten (dit kan duiden op een relatief hoge meldingsbereidheid) en op het aantal incidenten
van mishandeling;
• Buurt 11 heeft te maken met een forse stijging van het aantal woninginbraken en diefstal
fiets/scooter; het slachtofferschap van geweld en bedreiging is in 2009 veruit het hoogste in Buurt
11;
• Bovenkamp Centrum scoort op de meeste indicatoren het ongunstigst van alle buurten (te
verklaren vanuit de centrumfunctie in diverse opzichten) maar trekt vooral de aandacht door de
gunstige trend op de meeste indicatoren (met uitzondering van diefstal fiets/scooter);
• Ten aanzien van Buurt 17 valt de stijging van het aantal incidenten diefstal uit/vanaf
motorvoertuigen op; daarnaast stijgt zoals gezegd de perceptie van drugsoverlast in deze buurt in
2009 (mogelijk ten gevolge van de komst van het derde Opvanghuis in deze buurt); op de meeste
andere indicatoren doet Buurt 17 het wat beter dan andere aandachtsbuurten;
• Kwantitatieve prestatieafspraken met het Rijk in het kader van GSB III betreffen o.m.: een
geringere afwijking in 2009 van het slachtofferschap van woninginbraak en geweld in de
aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps gemiddelde dan in 2003; gemiddeld
genomen zijn deze doelstellingen dus gehaald; buurten die echter achterblijven wat betreft
woninginbraak zijn vooral Buurt 5 en Buurt 11; wat betreft geweld blijft vooral Buurt 11 achter.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
thema 1.1: sociale kwaliteit;
thema 1.2: fysieke kwaliteit;
thema 1.4: subjectieve veiligheid;
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
13
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving thema 1.4: subjectieve veiligheid
Hier gaat het om het ‘algemene veiligheidsgevoel’ van bewoners (hoe vaak voelt men zich onveilig, in hoeverre
mijdt men bepaalde plekken in de gemeente e.d.) en daarnaast eventueel om het veiligheidsgevoel van bewoners
op bepaalde plekken binnen de gemeente (station, winkelgebied, uitgaansgebied, e.d.).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 1.4 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 45 40 41
Buurt 3 45 52 54
Buurt 5 50 54 57
Buurt 6 56 51 52
Buurt 10 54 45 43
Buurt 11 55 52 56
Buurt 12 58 41 36
onveiligheidsgevoel
Bovenkampmonitor
Buurt 17 61 43 40
Bovenkamp 1,7 1,6 1,5
Buurt 3 2,2 2,4 2,1
Buurt 5 1,8 2,2 2,4
Buurt 6 2,3 2,6 1,9
Buurt 10 2,6 2,3 2,0
Buurt 11 2,1 2,4 2,9
Buurt 12 3,8 2,5 2,2
perceptie dreiging Bovenkampmonitor
Buurt 17 2,9 2,8 1,7
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• de positieve ontwikkeling ten aanzien van het onveiligheidsgevoel heeft zich na 2007 niet
doorgezet; in 2009 is sprake van een lichte stijging ten opzichte van 2007 van het
onveiligheidsgevoel; dit doet zich op buurtniveau voor in Buurt 3, Buurt 5, Buurt 6 en Buurt 11;
• de doelstelling zoals geformuleerd in de kadernota integrale veiligheid 2005 – 2009 (score plm.
gemiddelde van G27) wordt zodoende (waarschijnlijk) niet bereikt;
• het meest onveilig voelen zich de inwoners van Buurt 5 en Buurt 11;
• een van de prestatieafspraken met het Rijk in het kader van GSB III had betrekking op de een
maximale (ongunstige) afwijking van de aandachtsbuurten ten opzichte van het Bovenkamps
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
14
gemiddelde wat betreft veiligheidsgevoel; deze doelstelling is gemiddeld genomen gehaald; vooral
de buurten Buurt 3, Buurt 5 en Buurt 11 blijven echter achter.
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
thema 1.1: sociale kwaliteit;
thema 1.2: fysieke kwaliteit;
thema 1.3: objectieve veiligheid;
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd & alcohol.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
15
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.1 t/m 1.4: veiligheidsindex
In de ‘veiligheidsindex’ op de volgende pagina zijn de scores van de 19 buurten van Bovenkamp op
zeven kernindicatoren weergegeven, te weten:
1. algemene kwaliteit van de buurt;
2. drugoverlast en daaraan gerelateerde verschijnselen;
3. geweldpleging;
4. criminaliteit;
5. jeugdoverlast;
6. criminaliteit/slachtofferschap totaal;
7. subjectieve veiligheid.
Een grijze markering duidt op een relatief ongunstige score van betreffende buurt op betreffende
indicator, vergeleken met scores van andere buurten en Bovenkamp als geheel én in vergelijking met
scores in het verleden; een zwarte markering duidt op een relatief zeer ongunstige score van
betreffende buurt op betreffende indicator.
De onderliggende gegevens zijn in voorgaande paragrafen gepresenteerd (met uitzondering van de
gegevens met betrekking tot jeugd; zie daarvoor hoofdstuk 3 van deze rapportage); de gegevens zijn
afkomstig uit de politieregistratie en de Bovenkampmonitor.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
1
Perc
eptie a
lge
me
ne k
walit
eit w
oon
om
gevin
g
Bure
ng
eru
cht
(re
latie
pro
ble
me
n)
In
cid
ente
n o
verl
ast
Perc
eptie b
uu
rtoverl
ast
Perc
eptie v
erlo
ed
erin
g
Incid
en
ten
overl
ast
gesto
ord
pe
rso
on
Incid
en
ten
overl
ast
dru
gs
Incid
en
ten
dru
gsha
nd
el
Perc
eptie d
rugsoverl
ast
Perc
eptie o
verl
ast
str
aatp
rostitu
tie
Perc
eptie o
verl
ast
de
alp
and
en
07
Incid
en
ten
overl
ast z
werv
er
Perc
eptie o
p s
tra
at la
stig g
evalle
n w
ord
en
Perc
eptie d
ronke
n m
en
sen
Perc
eptie d
reig
ing
Incid
en
ten
bezit v
uu
rwa
pen
s
Incid
en
ten
bezit o
ve
rige
wa
pe
ns
Incid
en
ten
openlij
k g
ew
eld
(pers
oon)
Incid
en
ten
mis
ha
nd
elin
g
Incid
en
ten
lic
ham
elij
ke inte
grite
it
Sla
chto
ffers
cha
p g
ew
eld
Incid
en
ten
moo
rd,
do
odsla
g
Incid
en
ten
die
fsta
l uit/inb
raak in
wo
nin
g
Sla
chto
ffers
cha
p w
onin
gin
bra
ak
Incid
en
ten
die
fsta
l uit/v
anaf
mo
torv
oert
uig
en
Sla
chto
ffers
cha
p a
uto
delic
ten
Incid
en
ten
die
fsta
l va
n b
rom
-, s
nor-
, fiets
en
Perc
eptie o
verl
ast jo
nge
ren
Incid
en
ten
overl
ast je
ug
d
Fre
quen
tie inze
t p
olit
ie ivm
pro
ject
ove
rlast je
ugd
Sla
chto
ffers
cha
p v
ern
ielin
g
Incid
en
ten
va
nd
alis
me/b
ald
adig
heid
Incid
en
ten
ve
rnie
ling
cq.
za
akb
esch
adig
ing
Sla
chto
ffers
cha
p t
ota
al
Incid
en
ten
alle
resultaatg
ebie
den
Onveili
gh
eid
sgevoel
bu
urt
algemene kwaliteit van de buurt
drugsoverlast en daaraan gerelateerde verschijnselen
geweldpleging criminaliteit jeugdoverlast crim. totaal
subj. veiligheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
17
Nadere analyse van de indicaties zoals weergegeven in de index, in combinatie met informatie uit
documentenstudie en interviews, leidt tot de volgende indeling van de 19 Bovenkampse buurten wat
betreft mate van prioriteit uit oogpunt van veiligheid en leefbaarheid.
categorisering buurten buurt
belangrijkste aantastingen van
veiligheid en leefbaarheid top-prioriteit
prioritair aandachts-gebieden
2?
1 ‘Buurt 1’ > drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
●
2 ‘Buurt 2’ -
3 ‘Buurt 3’
> sociale problematiek/geweldpleging > drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
●
4 ‘Buurt 4’ > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap ●
5 ‘Buurt 5’
> sociale problematiek/geweldpleging > drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
●
6 ‘Buurt 6’ > sociale problematiek/geweldpleging > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
●
7 ‘Buurt 7’ -
8 ‘Buurt 8’ -
9 ‘Buurt 9’ -
10 ‘Buurt 10’ > geweldpleging > relatief hoge meldingsbereidheid
●
11 ‘Buurt 11’
> sociale problematiek/geweldpleging > drugsoverlast > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap > jeugdoverlast
●
12 ‘Buurt 12’ > drugsoverlast > geweldpleging > vermogenscriminaliteit
●
13 ‘Buurt 13’ > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap ●
14 ‘Buurt 14’ > vermogenscriminaliteit/slachtofferschap ●
15 ‘Buurt 15’ -
16 ‘Buurt 16’ -
17 ‘Buurt 17’ > drugsoverlast ●
18 ‘Buurt 18’
19 ‘Buurt 19’
Geconstateerd kan worden dat de huidige verscherpte aandacht van de gemeente en partners op
Buurt 5 en Buurt 11 aansluit op de feitelijke leefbaarheids- en veiligheidssituatie in deze buurten.
2 Met ‘aandachtsgebieden’ wordt bedoeld: buurten waar in principe weinig ‘interne’ sociale en
veiligheidsproblematiek lijkt te zijn is maar zich wel specifieke vormen van slachtofferschap en drugsoverlast voordoen; in deze buurten zou in theorie sprake kunnen zijn van verplaatsingseffect vanuit naastgelegen buurten; daderanalyse kan dit aan het licht brengen.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
18
Ook de voortzetting van de aanpak c.q. borging van hetgeen bereikt is in Buurt 6 en Bovenkamp
Centrum sluit aan op de resultaten van de veiligheidsindex: sprake is van een positieve tendens in
deze buurten – uitdaging is die te borgen, te ‘institutionaliseren’.
Ten aanzien van Buurt 10 en Buurt 17 voert de gemeente een minder intensieve aanpak dan in Buurt
5 en Buurt 6; dit sluit aan op de resultaten van de veiligheidsindex.
Verscherping van de aanpak lijkt wenselijk voor Buurt 3: deze buurt doet het in veel opzichten minder
goed dan andere aandachtsbuurten, en dat gedurende een langere periode. De buurt is hier
gerangschikt onder ‘topprioriteit’.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
19
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘infrastructuur’
‘Infrastructuur’ dat wil zeggen het beleidsmatige, planmatige en
organisatorische kader voor de aanpak van wijkveiligheid, de communicatie met
bewoners en andere partijen daarover en de intake van meldingen, klachten e.d.
Het gaat hier dus bijvoorbeeld om integrale wijkveiligheidsplannen, buurt- en
wijkplatforms en melddesks voor bewoners.
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige ‘infrastructuur’ zijn:
accent dwars-verbanden andere veiligheids-velden
wat opvalt
Beleidskader: Meerjarig Bestuurlijk
Programma 2007 – 2010/Integrale
Veiligheidsnota 2005 – 2009/Begroting
Programma Leefomgeving 2009/
Afdelingsplan OOV 2009
Zwaartepunten binnen het veiligheidsveld
‘veilige woon- en leefomgeving’ zijn:
■ Borgen van gebiedsgerichte en
persoonsgerichte aanpak van overlast en
onveiligheid (Drugsaanpak in Centrum en
buurten, Veiligheidshuis, Interventieteam)
■ Richtinggeving toezicht en handhaving
■ Inzet in aandachtsbuurten, borgen reeds
behaalde resultaten in aandachtsbuurten
(centrum, Buurt 6)
> veld 2, 3, 4
en 5
■ De meeste doelstellingen en
beleidslijnen zijn geformuleerd in
termen van ‘terugdringen’ en
‘aanpakken’ – overwegend repressief;
ten tijde van formuleren van deze
kaders (Veiligheidshuis, borging
Drugsaanpak) was dit opportuun;
mogelijk is er nu echter een onbalans
tussen algemene preventie enerzijds en
persoonsgerichte en gebiedsgerichte
aanpak anderzijds; de omvang van
drugscriminaliteit en –overlast zijn
verminderd en huidige, meer algemene
veiligheidsproblemen vragen om een
generieke preventieve benadering
■ 3 van de 5 kwantitatieve
doelstellingen uit het Integrale
Veiligheidsbeleid 2005 – 2009 zijn niet
gehaald (het betreft de geformuleerde
streefwaarden met betrekking
drugscriminaliteit en – overlast,
verkeersveiligheid en veiligheidsgevoel)
GSB III-afspraken met het Rijk
■ In 2007 zijn de prestatieafspraken
geactualiseerd; het betreft onder meer
kwantitatieve doelstellingen ten aanzien
van enkele soorten delicten en de
subjectieve veiligheid
> veld 3 en 5 ■ Gemiddeld genomen voor de 7
aandachtsbuurten zijn enkele
belangrijke doelstellingen bereikt
(slachtofferschap woninginbraak,
geweld, veiligheidsgevoel); het beeld
per aandachtsbuurt wisselt: enkele
buurten vertonen een (veel) grotere dan
beoogde (negatieve) afwijking van het
Bovenkamps gemiddelde
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
20
Veiligheidshuis district Bovenkamp
■ Voert regie op de uitvoering van de
persoonsgerichte aanpak van veelplegers,
probleemjongeren en huiselijk geweld
■ Past daarbij mede de Operatie
Drugsaanpak-methodiek toe;
Veiligheidshuis vormt mede borging van
Operatie Drugsaanpak; element zorg is
echter verzwaard in Veiligheidshuis
■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder
geborgd, als onderdeel van de
organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 3 en 5 ■ Voert o.m. regie PGA jeugdoverlast;
momenteel wordt informatiepositie rond
jongeren aangescherpt via
gestructureerde informatie-uitwisseling
tussen jongerenwerkers en wijkagenten
■ Kracht Veiligheidshuis is borging
effectiviteit van de PGA/inzet
interventie-instrumenten door gedurige
coördinatie en procesbewaking van
inzet van diverse betrokken uitvoerende
partijen
Interventieteam van de gemeente
■ Het Interventieteam richtte zich in eerste
instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit
(gebruikers-/dealpanden); nu is focus
verbreed: ook overlast/sociale
problematiek
(‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.)
■ Werkt in het kader van de aanpak van
drugscriminaliteit onder meer samen met
het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2,
beide van de politie
> veld 5 ■ Het Interventieteam opereert nu nog
min of meer als aparte ‘unit’; de
organisatorische inbedding van het
Interventieteam was niet optimaal;
verandert door inbedding in het bureau
Toezicht en Handhaving BWM van de
afdeling OOV
Bureau Handhaving
■ Bovenkamp kent een volwassen, goed
geoutilleerd Bureau Handhaving met
BOA’s, toezichthouders en toezichthouders
vanuit het Leerbedrijf
■ Bureau Handhaving heeft de beschikking
over een meldkamer incl. beeldschermen
voor het ‘uitkijken’ van camerabeelden
(zo’n 75 beveiligingscamera’s); de
meldkamer is permanent bemenst
■ De toezichthouders worden zowel in de
openbare ruimte (in de buurten, vanuit de
buurtteams) als voor gebouwenbewaking
en andere projecten ingezet; het bureau
voert ook handhavingsacties uit in
buurgemeenten
■ De inzet geschiedt in afstemming met
o.m. de buurtteams en het Veiligheidshuis
■ Voor toezicht in woonbuurten is een
mobiel aanlooppunt beschikbaar
■ Naast het Bureau Handhaving zal ook
het milieu- en bouwtoezicht onderdeel
> veld 2, 3, 4
en 5
■ Bureau Handhaving opereert
probleem- en oplossingsgericht en
onderscheidt zich door bedrijfsmatige
focus; dit leidt tot een goede effectiviteit
en is bevorderlijk voor de
expertiseontwikkeling van het
personeel; wel bestaat het risico dat
inzet voor stedelijke projecten e.d. ten
koste gaat van inzet in de buurten
onder regie van de buurtteams;
alertheid op de balans dienaangaande
is nodig en dient te worden
vastgehouden
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
21
gaan uitmaken van OOV
Gebiedsgerichte aanpak onveiligheid en
overlast in de aandachtsbuurten
■ Buurt 12: voortzetting Drugsaanpak
Bovenkamp, focus op drugsoverlast en
veiligheid rond het ‘stappen’ (KVU)
■ Buurt 6: 2008: opstart GGA; 2009-2014:
voortzetting, inzet op borging van hetgeen
bereikt is; onderdelen zijn
buurtbemiddeling, …, … PM
■ Buurt 5: focus op veiligheid, leefbaarheid
indien daarvoor ruimte ontstaat; accenten
zijn: aanpak overlastgevende panden
vanuit het Interventieteam, aanpak
veelplegers, hard kernjongeren en huiselijk
geweld vanuit het Veiligheidshuis, toezicht
en handhaving;
■ Buurt 11: uitgewerkt in Plan van Aanpak,
uitvoering vanaf 2009; meerjarige aanpak
(2008 – 2011); speerpunten huiselijk
geweld en jeugdoverlast; aandachtlocatie
is Kanarie-plein (jeugdoverlast);
onderdelen aanpak zijn: extra toezicht en
handhaving jeugdoverlast; aanpak
overlastgevende jeugd vanuit
Veiligheidshuis (samen met Stichting
Pegasus, bureau Handhaving, partners in
het JPO); investering en aanpak en
aanbod rond gevallen van huiselijk geweld
■ Buurt 10: … (PM)
■ Buurt 3: 2009: voortzetting huidige
veiligheidsaanpak; onderdelen zijn: aanpak
aandachtslocatie is Bloemstraat
(overlastgevende panden en bestuurlijke
aanpak van georganiseerde criminaliteit);
toezicht openbare ruimte (zie ook
Masterplan Buurt 3)
> veld 3, 4 en
5
■ De inzet op de aandachtsbuurten is
probleemgericht en legt wat betreft de
problematiek dan ook de juiste
accenten (zie ook de Veiligheidsindex
hiervoor); wat nog ontbreekt echter is
een effectieve onderliggende
‘infrastructuur’ voor de permanente
inzet op/bewaking van leefbaarheid en
veiligheid in de buurten; hierdoor kan
eigenlijk geen ‘gas teruggenomen
worden’; borging is problematisch
■ Aanpak per buurt verschilt nu in
diverse opzichten; dit is echter niet per
se nodig: de meeste buurtproblematiek
beweegt zich binnen een vaste
bandbreedte en kan vanuit een
eenduidige en solide buurtcoördinatie
effectief voorkomen dan wel aangepakt
worden; voor ‘plusbuurten’ kan dan een
meer geïntensiveerde aanpak worden
gevolgd (‘kop op de basis’)
■ Met name in de niet-
aandachtsbuurten zijn de publieke
actoren, verzameld in de buurtteams,
nu onvoldoende zichtbaar en
bereikbaar aanwezig op basis van
continuïteit en met het oog op
participatie van bewoners (‘inspiratie’ en
‘activeren’ en zodoende het aanwezige
sociale vermogen van bewoners
benutten)
Communicatiefunctie OOV
■ Doel: vergroten veiligheidsgevoel en
vertrouwen in de overheid van de
Bovenkampenaren (herwinnen
vertrouwen); door ‘te zeggen wat we doen
en te doen wat we zeggen’
■ Dit geschiedt op buurtniveau (Buurt 6,
Buurt 5), via media-aandacht voor
■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
22
projecten, nieuwsbrieven/websites,
publicaties
Buurtteams
■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben
een zgn. buurtteam: een interdisciplinair
afstemmings- en samenwerkingsverband
met als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’;
partners zijn gemeente/gemeentelijke
diensten, politie, instellingen, corporaties,
bewoners/buurtstichtingen
■ In de 7 aandachtsbuurten wordt gewerkt
volgens een 13 wekencyclus
■ Voorzitter van het buurtteam is de
stadsdeelvoorzitter van de afdeling Beheer
en Onderhoud
■ Buurtcontactambtenaren organiseren
primair de ‘bewonersstem’, zijn
aanspreekpunt daarvoor; daarnaast
pakken zij buurtproblemen op die het
buurtniveau overstijgen of die anderszins
een specifieke aanpak vergen die vanuit
het buurtteam niet gerealiseerd kan
worden (de zgn. ‘hotspot-benadering’)
> veld 3, 4 en
5
■ De ‘beelden’ van partijen blijken soms
moeilijk met elkaar te combineren
(synergie ‘sociaal’ en ‘fysiek’); te
denken valt aan verzwaring van het
profiel van de trekker van de
buurtteams tot een
‘leefbaarheidsregisseur’/ stadsmarinier;
■ Sprake is nu van een lage
vergaderfrequentie van de buurtteams
in niet-aandachtsbuurten: dit duidt
andermaal op ‘probleemgerichtheid’;
probleemgerichtheid is echter niet de
essentie van buurtaanpak; essentie is
continuïteit, alertheid, zichtbaarheid en
bereikbaarheid
■ Wat betreft de prioriteit en
betrokkenheid bij de
uitvoeringspartners: door (stedelijke)
afspraken in een ander verband kan de
inzet in buurten vanuit/cf. afspraken met
de buurtteams soms onder druk komen
te staan
■ Uniforme planformats en -cylus
ontbreken momenteel; tot enkele jaren
geleden was er wel een uniforme
systematiek
Bovenkampmonitor
■ Tweejaarlijkse meting op gemeente- en
buurtniveau van sociale en fysieke
kenmerken; onder meer reeks van
veiligheids- en leefbaarheidsindicatoren;
gebaseerd op bewonersenquête en
gegevens uit o.m. de politieregistratie
■ Gegevens worden nu hoofdzakelijk
op buurtclusterniveau gerapporteerd
(de 19 ‘buurten’); in het kader van
veiligheid en leefbaarheid is
subbuurtniveau soms echter wenselijk
(bijvoorbeeld in het geval van Buurt 6),
aangezien de problemen zich in een
specifiek gebiedje afspelen
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke versterkingen van de infrastructuur:
• Doorontwikkeling van de infrastructuur op buurtniveau: uniforme basis in elke buurt; aangevuld
met eventuele ‘plus-aanpak’ in probleemaccumulatiegebieden; vast palet van betrokken partijen;
formats voor wijkactieplan en planning en control; verheldering van de rol van de
buurtcontactambtenaar; borging status en slagkracht van de buurtteams in de beleidsvoering;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
23
• Verzwaring van het preventieve aspect in de aanpak van het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’,
om te beginnen via ‘kleine’ maar solide en betrouwbare aanwezigheid in alle buurten (ook indien
er geen belangrijke veiligheids- en leefbaarheidsproblemen zijn);
• Zodoende de juiste ‘sfeer’ creëren, speelruimte als het ware, waarbinnen bewoners zich geroepen
voelen ‘uit eigen beweging’ te participeren; dus: niet hameren op wat men niet mag of juist moet -
maar ‘verleiden’ en ‘prikkelen’, ruimte organiseren, verantwoordelijkheid geven (activeren;
benutting van het sociaal vermogen); dit veronderstelt inderdaad om te beginnen een rustige,
solide aanwezigheid in de buurten, zichtbaar en bereikbaar voor de bewoners;
• Essentiële principes:
o continuïteit en betrouwbaarheid
o zichtbaarheid en bereikbaarheid
o kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (verleiden, prikkelen)
o klein, compact maar solide
• Nagaan welk profiel de trekker van de buurtteams zou moeten hebben; van belang is een trekker
die goed in staat is de sociale en fysieke aspecten en ‘beelden’ van partijen met elkaar te
verbinden;
• Reflectie op rol/positionering van het Veiligheidshuis en het Interventieteam binnen de
buurtleefbaarheidsbenadering; voor de hand ligt het dat de interventie-instrumenten mede
beschikbaar zijn voor buurtteams en op hun verzoek kunnen worden ingezet door
Veiligheidshuis/Interventieteam (vooral in zogenaamde ‘plus-buurten’); naast deze ‘buurtfunctie’
hebben Veiligheidshuis en Interventieteam een stedelijke focus, bewaken en ontwikkelen zij de
scherpte van de interventie-instrumenten; regie over de beleidsvoering rond veiligheidsitems ligt
bij ‘beleidsdeel’ van OOV;
• Nuancering van verslaglegging in Bovenkampmonitor voor buurten c.q. buurtclusters waarvoor dat
nodig is: zo is het ten aanzien van aandachtsbuurt Buurt 6 bijvoorbeeld wenselijk over gegevens
op dit subbuurtniveau (naast het buurtclusterniveau) te kunnen beschikken
• Verdere borging van Drugsaanpak als interventiemethodiek, in het bijzonder geschikt voor
drugsproblematiek; markering en afbakening van Drugsaanpak komen zowel de borging van deze
methodiek zelf als de ‘beleidsruimte’ voor algemenere preventieve maatregelen en methodieken
rond items die daarom vragen, ten goede;
• Reflectie op rol/positionering van Bureau Handhaving in buurtleefbaarheidsbenadering; toezicht in
openbare ruimte vormt een vast en onmisbaar ingrediënt van de aanpak, zowel in ‘niet prioritaire’
als ‘plusbuurten’; vanwege de onvermijdelijke schaarste kan overwogen worden met een
productenboek te werken; daarin staat het aanbod van het bureau zorgvuldig omschreven,
inclusief randvoorwaarden, beperkingen en keuzes; aan de hand van een productenboek kunnen
interne klanten hun wensen articuleren en daarover controleerbare afspraken maken;
• Nagaan of de huidige inzet op Buurt 3 in evenwicht is met de aard en omvang van de
problematiek in die buurt; de veiligheidsindex (zie hiervoor) liet zien dat deze buurt de huidige
prioritaire status zeker verdient; mogelijk dat de aanpak in deze buurt geïntensiveerd dient te
worden.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
24
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘investeren in fysieke
woonomgeving’
‘Investeren in fysieke kwaliteit’ dat wil zeggen inrichting, beheer
en onderhoud van de openbare ruimte, specifiek (1) de aanpak van verloedering
zoals zwerfvuil, graffiti en vernielingen en (2) de verbetering van fysieke elementen
in de wijk zoals groen, speeltuinen, kwaliteit van verlichting e.d.
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak/onderhoud van de fysieke woonomgeving zijn:
accent dwars-
verbanden andere veiligheids-velden
wat opvalt
Beleidskader fysieke kwaliteit
■ Beleidsvisie IBOR (2004)
■ Afvalinzamelplan 2004 – 2010
■ Groenbeleidsplan 2005 - 2015
■ Nota handhaving bouw- en ruimtelijke
regelgeving (2008)
■ Kadernota programmatisch handhaven (2007)
> veld 4 ■
Projectgroep Dienstverlening Fysieke
Leefomgeving
■ ‘Trekt’ de implementatie van de
omgevingsvergunning (WABO)
> veld 4 ■
Scholenproject Bovenkamp Schoon
■ OOV verzorgt mede de lessen aan scholieren
over milieu en zwerfafval; bewustmaking belang
ervan en eigen rol
> veld 3 ■
Gebiedsgerichte aanpak aandachtsbuurten
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
> veld 3 en 5 ■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Sloop in Buurt 11
■ Woningcorporatie Woongenot sloopt in de
komende tijd 700 woningen in Buurt 11; het
gebied dient aantrekkelijker te worden gemaakt
voor bestaande en nieuwe groepen bewoners;
ook vermindert de leegstand (die optreedt als
gevolg van krimp)
> veld 4 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
25
Invoering bestuurlijke boete
■ …
> veld 4 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Verloedering van de woonomgeving wordt vooral door bewoners van de aandachtsbuurten
gesignaleerd; dit betreft buurten waarin juist relatief veel geïnvesteerd wordt, ook in de fysieke
woonomgeving; ook is in deze buurten sprake van relatief veel slachtofferschap van vernieling (in
de politieregistratie overigens vooral in Buurt 6); natuurlijk is ook in deze buurten altijd winst te
behalen wat betreft de fysieke woonomgeving – al was het maar in het licht van groeiende
leegstand e.d. – maar niet uit te sluiten is dat bewoners zich passiever opstellen dan noodzakelijk
is; een passieve houding beïnvloedt de perceptie van de buurtkwaliteit in negatieve zin (men
oefent dan immers zelf geen invloed uit op die kwaliteit); zo beschouwd is het van belang
bewoners actiever te betrekken bij verbetering/beheer van de fysieke woonomgeving; (NB:
participatie is hiervoor ook al genoemd als een doorslaggevende kwaliteit van de
buurtleefbaarheidsaanpak)
• Niet uit te sluiten valt dat het overwegend probleemgerichte karakter van de huidige buurtaanpak
negatief uitwerkt op de mate van participatie van bewoners; participatie vereist immers een
gezamenlijke probleemdefinitie, een onderkend belang – en bij voorkeur geen directieve
benadering vanwege een door de ‘directeur’ gedefinieerd probleem; van belang is dus het actief
bevragen/consulteren van bewoners; de aanpak in Buurt 6 heeft ook in dat opzicht effect
gesorteerd: het slachtofferschap ligt er lager dan je op basis van de meldcijfers zou verwachten
(hoge meldingsbereidheid?), en de bereidheid onder bewoners om zelf actief in de leefbaarheid te
investeren, is er blijkens de Bovenkampmonitor relatief hoog;
• In de buurtteams is nu regelmatig sprake van moeilijk met elkaar te verenigen
beelden/perspectieven van de professionals; ook in de conceptuele kwaliteit van de aanpak ligt
dus een verbetermogelijkheid: wenselijk is borging van de wisselwerking tussen fysieke en sociale
kenmerken van de buurt en de beelden dienaangaande van de betrokken actoren;
• De gemeente beschikt over een hoogwaardige informatiepositie als gevolg van onder meer de
meldkamer van Bureau Handhaving; dit is potentieel bevorderlijk voor de effectiviteit (en
betrouwbaarheid) van de aanpak van de fysieke woonomgeving; verkend zou kunnen worden
waar nog te benutten kansen liggen als het gaan om de verzilvering van voorhanden
beleidsinformatie.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
26
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘investeren in sociale kwaliteit’
‘Investeren in sociale kwaliteit‘ dat wil zeggen de inzet op de
kwaliteit van sociale netwerken in wijken en buurten en daarnaast meer specifiek
de inzet op woonoverlast (problematische huishoudens), overlast van dak- en
thuislozen, van alcohol en drugs en van prostitutie
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak met betrekking tot sociale kwaliteit zijn:
accent dwarsver-banden andere veiligheids-velden
wat opvalt
Gebiedsgerichte aanpak onveiligheid en
overlast in de aandachtsbuurten
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
> veld 3, 4 en
5
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Buurtteams
■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben
een zgn. buurtteam: een interdisciplinair
afstemmings- en samenwerkingsverband met
als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’;
partners zijn gemeente/gemeentelijke
diensten, politie, instellingen, corporaties,
bewoners/buurtstichtingen
■ Zie ook hiervoor, bij ‘Infrastructuur’
> veld 3, 4 en
5
■ Zie hiervoor bij ‘Infrastructuur’
Stedelijk Manifest Bovenkamp
■ Beleidsplan maatschappelijke opvang 2008
– 2014
■ Kerndoel: voorkomen en verhelpen dak- en
thuisloosheid door het bieden van huisvesting,
dagbesteding, inkomen en zorg
> veld 5 ■ moet nog gerealiseerd worden;
w.s. zal er middels de methode
PGA-VH gewerkt gaan worden, dus
zelfde systematiek met
procesmanagers multiproblem en
w.s. ook vanuit het VH.
Opvangvoorzieningen
daklozen/verslaafden
■ Dag- en nachtopvang De Schoener; 55
plekken; wordt beveiligd door het Bureau
Handhaving
■ 3 Opvanghuizen: totaal ook plm. 55 plekken
■ plus: Pension Mijn Uitzicht, zorgboerderij De
Lusthof, voorzieningen Rembrandt Zorggroep
op diverse locaties
> veld 5 ■ Doorstroming in de
maatschappelijke opvang betreft
een van de prestatieafspraken
i.h.k.v. GSB III
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
27
Handhavingsbeleid drugs en overige
(woon)overlast (2009)
■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b
Opiumwet: naast horeca kunnen nu ook
woningen van waaruit gedeald wordt, gesloten
worden door de burgemeester
■ In 2009 zijn 8 sluitingsprocedures op grond
van artikel 13b gevoerd, waarvan 6 binnen de
basiseenheid Bovenkamp-Noord
> veld 5 ■
Veiligheidshuis district Bovenkamp
■ Voert regie op de uitvoering van de
persoonsgerichte aanpak van veelplegers,
probleemjongeren en huiselijk geweld
■ Past daarbij mede Drugsaanpakmethodiek
toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van
Drugsaanpak; element zorg is echter
verzwaard in Veiligheidshuis
■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder
geborgd, als onderdeel van de
organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 3 en 5 ■ Voert o.m. regie PGA
jeugdoverlast; momenteel wordt
informatiepositie rond jongeren
aangescherpt via gestructureerde
informatie-uitwisseling tussen
jongerenwerkers en wijkagenten
■ Kracht Veiligheidshuis is borging
effectiviteit van de PGA/inzet
interventie-instrumenten door
gedurige coördinatie en
procesbewaking van inzet van
diverse betrokken uitvoerende
partijen
Interventieteam van de gemeente
■ Het Interventieteam richtte zich in eerste
instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit
(gebruikers-/dealpanden); nu is focus
verbreed: ook overlast/sociale problematiek
(‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.)
■ Werkt in het kader van de aanpak van
drugscriminaliteit onder meer samen met het
Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide van
de politie
> veld 5 ■ Het Interventieteam opereert nu
nog min of meer als aparte ‘unit’; de
organisatorische inbedding van het
Interventieteam was niet optimaal;
verandert door inbedding in het
bureau Toezicht en Handhaving
BWM van de afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie
■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens
bikers) die zich expliciet op drugsoverlast
richten; werkt samen met Interventieteam,
Bureau Handhaving, DNO, de Opvanghuizen
en VH van de gemeente
■ Focus ligt op Buurt 12
> veld 5 ■
Cameratoezicht
■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75
bewakingscamera’s; de camera’s zijn
geïnstalleerd in het centrum, bij dag- en
nachtopvang De Schoener en in de
stadsdelen 1 en 2
■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008):
> veld 2, 3 en
5
■ Camera’s effectief voor
veiligheidsgevoel en aanpak
overlast verslaafden tijdens en na
Drugsaanpak; nu de drugsoverlast
vrijwel is verholpen hebben de
camera’s in het centrum vooral
betekenis i.v.m. veilig uitgaan en bij
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
28
toegenomen veiligheidsgevoel
geen afname slachtofferschap
criminaliteit, geweld en verbale agressie
wel daling in bij politie gemelde incidenten
afname overlast drugsverslaafden
in uitgaansgebied dragen camera’s bij
aan vroegsignalering van geweld
■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener
(2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
afname slachtofferschap criminaliteit,
geweld en verbale agressie
geen daling in bij politie gemelde
incidenten/misdrijven (met name
geweldpleging); betreft echter camera-
effect:er wordt meer gesignaleerd;
afname overlast drugsverslaafden
■ Evaluatie cameratoezicht in de stadsdelen 1
en 2 (2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
criminaliteit niet significant gedaald
afname overlast drugsverslaafden
evenementen
Corporaties: uitzettingen en selectie aan
de poort
■ Corporatie Woongenot rapporteert zo’n 60
uitzettingen per jaar
■ Criteria bij de toelating van nieuwe huurders
bij deze corporatie zijn:
inkomen
woonverleden (overlast?
betalingsgedrag?)
financiële huishouding/schulden (daartoe
wordt informatie ingewonnen bij NIBUD)
> veld 5 ■
Invoering Bestuurlijke boete
■ …
> veld 4 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Reflectie op de rol van interventie-instrumenten (Veiligheidshuis, Interventieteam, Drugsteam 1)
bij aanpak ‘sociale kwaliteit’; mogelijke denklijn is (zie ook hiervoor bij ‘Infrastructuur’): een goed
functionerende buurtleefbaarheidsaanpak kenmerkt zich door een uniforme ‘basis’ in alle buurten,
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
29
aangevuld met inzet interventie-instrumenten waar nodig; dergelijke maatwerkinzet in de buurten
vereist effectieve coördinatie; het buurtteam zou daarin de centrale schakel moeten zijn -
knooppunt waar integraal geoordeeld en doorvertaald wordt; versterking van deze coördinatie is
onderdeel van de doorontwikkeling van de buurtleefbaarheidsaanpak;
• Voor daadwerkelijke vergroting van bewonersparticipatie, voor effectieve activering van bewoners
onder de Bovenkampse omstandigheden (zie ook hiervoor bij thema 1.1: sociale kwaliteit), is
allround buurtregie, met kennis van de wisselwerking tussen sociale en fysieke aspecten, van
groot belang; deze observatie sluit aan bij hiervoor genoemde verbetermogelijkheden van de
buurtleefbaarheidsaanpak: kennis van sociale blokkades, zorgbehoefte en (toch!) aanwezig
sociaal vermogen bij bewoners (‘van overlevingsmodus naar participatie’) dient gecombineerd te
kunnen worden met observaties ten aanzien van feitelijke aantastingen van veiligheid en de
passende aanpak daarvan; dergelijke buurtregie vraagt om stevige leefbaarheidsregisseurs;
• Belangrijke aspecten daarbij zijn voorspelbaarheid en eenduidigheid, ook wat betreft de
communicatie en samenwerking met de veiligheidspartners (politie, zorginstellingen,
welzijnsorganisaties, woningcorporaties): voor hen mag over de identiteit en statuur van de
buurtregisseur geen twijfel bestaan;
• Voor de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit blijft de Drugsaanpakmethodiek van belang;
de inzet van interventie-instrumenten ligt bij Veiligheidshuis (PGA veelplegers en/of notoire
overlastveroorzakers) en Interventieteam (daderkant/criminele organisaties, BIBOB); regie over de
beleidsvoering ligt bij ‘beleidsdeel’ OOV; ‘doorgaan met elan’, onder meer door de integraliteit van
de aanpak te blijven bewaken en waar nodig en mogelijk te versterken;
• Wenselijk is duidelijke afbakening van de methodiek Drugsaanpak; dit is zowel voor de borging en
doorontwikkeling van de methodiek zelf van belang als voor de ‘beleidsruimte’ voor algemenere
preventieve maatregelen en methodieken (zie ook hiervoor bij ‘Infrastructuur’)
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
30
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘betrekken bewoners bij veiligheid & leefbaarheid’
‘Betrekken bewoners bij veiligheid en leefbaarheid’, via
bijvoorbeeld wijk- en buurtpanels, buurtschouwen, gezamenlijke
onderhoudsprojecten, SMS-alert, Burgernet
Accenten huidige aanpak
Accenten in de aanpak met betrekking tot bewonersparticipatie zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Buurtstichtingen
■ Streven is om in alle 19 buurten een wijk-
/buurtraad/platform op te richten
> veld 3, 4 en 5 ■ De continuïteit en de kwaliteit
van buurtstichtingen laten
momenteel nog te wensen over;
niet elke buurt beschikt over een
wijk-/buurtraad/platform.
Buurtteams
■ Alle 19 buurten van Bovenkamp hebben
een zgn. buurtteam: een interdisciplinair
afstemmings- en samenwerkingsverband
met als doelstelling ‘schoon, heel en veilig’;
partners zijn gemeente/gemeentelijke
diensten, politie, instellingen, corporaties,
bewoners/buurtstichtingen
■ Zie ook hiervoor, bij ‘Infrastructuur’
> veld 3, 4 en 5 ■ Uniforme planformats en -cylus
ontbreken momenteel; tot enkele
jaren geleden was er wel een
uniforme systematiek
■ Zie ook hiervoor, bij
‘Infrastructuur’
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• zoals al aangegeven is participatie van bewoners cruciaal voor de borging van de veiligheid en
leefbaarheid in de Bovenkampse buurten: de bewoners zelf zijn de meest invloedrijke actor;
wenselijk is reflectie op effectieve benaderingswijzen; de aanpak kan mogelijk versterkt worden
door bewoners zelf richting te laten geven aan de wijze van participatie: niet opleggen, instrueren
maar daadwerkelijk betrekken en mederegisseur maken;
• voorwaarde daarvoor is een ‘rustige sfeer’: een zichtbare en bereikbare, stabiele
buurtinfrastructuur waarop de bewoner kan vertrouwen en die het speelveld uitzet; een dergelijke
buurtinfrastructuur is vooral preventief, in zekere zin ‘aanbodgericht’ van karakter, in plaats van
probleemgericht en daardoor per definitie tijdelijk (zie ook hiervoor en hierna);
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
31
• te overwegen instrumenten zijn het beschikbaar stellen van buurtbudgetten, werven van buurt- of
straatcoaches, experimenten met toezicht door bewoners in de openbare ruimte; NB: deze
instrumenten kunnen pas effectief zijn indien de onderliggende infrastructuur is gerealiseerd (dus
eerst ‘de eigen zaakjes regelen’);
• voor de reflectie op/ontwikkeling van effectieve benaderingswijzen dient gebruik gemaakt te
worden van de binnen OOV voorhanden communicatie-expertise en –ervaring; ook de kennis en
ervaring opgedaan met de aanpak in Buurt 6 zijn natuurlijk relevant en dienen benut te worden;
• zie ook de hiervoor reeds gemaakte opmerkingen t.a.v. bewonersactivering en –participatie;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
32
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘toezicht en handhaving’
(openbare ruimte/sociale veiligheid)
‘Toezicht en handhaving’. Hierbij gaat het primair om toezicht en
handhaving in woongebied en gericht op woonoverlast, jeugdoverlast en kleine
overtredingen zoals verkeerd parkeren en het verkeerd aanbieden van huisvuil (APV en
Wet Mulder)
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak met betrekking tot toezicht en handhaving zijn:
accent dwars-
verbanden andere veiligheids-velden
wat opvalt
Projectgroep Dienstverlening Fysieke
Leefomgeving
■ ‘Trekt’ de implementatie van de
omgevingsvergunning (WABO)
> veld 4 ■
Invoering Bestuurlijke boete
■ …
> veld 4 ■
Bureau Handhaving
■ Bovenkamp kent een volwassen, goed
geoutilleerd Bureau Handhaving met BOA’s,
toezichthouders en toezichthouders vanuit het
Leerbedrijf
■ Bureau Handhaving heeft de beschikking over
een meldkamer incl. beeldschermen voor het
‘uitkijken’ van camerabeelden (zo’n 75
beveiligingscamera’s); de meldkamer is permanent
bemenst
■ De toezichthouders worden zowel in de openbare
ruimte (in de buurten, vanuit de buurtteams) als
voor gebouwenbewaking en andere projecten
ingezet; het bureau voert ook handhavingsacties uit
in buurgemeenten
■ De inzet geschiedt in afstemming met o.m. de
buurtteams en het Veiligheidshuis
■ Voor toezicht in woonbuurten is een mobiel
aanlooppunt beschikbaar
> veld 2, 3, 4
en 5
■ Bureau Handhaving
opereert in hoge mate
probleem- en
oplossingsgericht en
onderscheidt zich door
bedrijfsmatige focus; dit leidt
tot een goede effectiviteit en
is bevorderlijk voor de
expertiseontwikkeling van het
personeel; wel bestaat het
risico dat inzet voor stedelijke
projecten e.d. ten koste gaat
van inzet in de buurten onder
regie van de buurtteams;
alertheid op de balans
dienaangaande is nodig en
dient te worden
vastgehouden
Cameratoezicht
■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75
bewakingscamera’s; de camera’s zijn geïnstalleerd
> veld 2, 3 en 5 ■ Camera’s effectief voor
veiligheidsgevoel en aanpak
overlast verslaafden tijdens
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
33
in het centrum, bij dag- en nachtopvang De
Schoener en in de stadsdelen 1 en 2
■ De inzet van dit instrument stamt uit de tijd van
Operatie Drugsaanpak
■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
geen afname slachtofferschap criminaliteit,
geweld en verbale agressie
wel daling in bij politie gemelde incidenten
afname overlast drugsverslaafden
niet of nauwelijks afname jongerenoverlast
Conclusie: camera’s niet effectief voor
preventie van verbale agressie (komt het
meeste voor) en van geweldpleging in
uitgaansgebied (waar veelal alcohol/drugs in
het spel is); in uitgaansgebied dragen camera’s
dus vooral bij aan signalering van fysiek
geweld
■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener (2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
afname slachtofferschap criminaliteit, geweld
en verbale agressie
geen daling in bij politie gemelde
incidenten/misdrijven (met name
geweldpleging); betreft echter camera-effect:er
wordt meer gesignaleerd;
afname overlast drugsverslaafden
■ Evaluatie cameratoezicht stadsdelen 1 en 2
(2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
criminaliteit niet significant gedaald
afname overlast drugsverslaafden
niet of nauwelijks afname jongerenoverlast
en na Drugsaanpak; nu de
drugsoverlast vrijwel is
verholpen hebben de
camera’s in het centrum
vooral betekenis i.v.m. het
veilig stappen
Ondersteuning buurgemeenten
■ Handhavingsacties van het Bureau Handhaving
in omliggende dorpen; dit geschiedt vanuit de rol
van Bovenkamp als centrum van de regio
■
Wijkagenten/gebiedsgebonden politiezorg
■ De twee politiebasiseenheden binnen de
gemeente beschikken in totaal over 21
wijkagenten; hierdoor zijn een goede
informatiepositie en wisselwerking met de 19
buurten/buurtbewoners mogelijk
> veld 3, 4 en 5 ■
Bikepatrol van de politie
■ …
> veld 2, 3 en 5 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
34
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen rond dit aspect:
• Bovenkamp beschikt over een volwassen en goed geoutilleerd Bureau Handhaving; volwaardige
benutting daarvan is natuurlijk meer dan wenselijk; in het licht van de hier beschreven
verbetermogelijkheden wat betreft de buurtleefbaarheidsaanpak past reflectie op de positionering
en werkwijze van het Bureau Handhaving; aandachtspunten daarbij zijn de relatie tot de stedelijke
diensten en de buurtteams, i.h.b. de wijze waarop afspraken met deze interne klanten het beste
gemaakt en bewaakt kunnen worden; de borging van de toezichtstaak in stedelijke en
buurtplannen; de prioritering van typen toezichtstaken en –projecten; de wenselijke
uitvoeringswijze van overeengekomen toezichtstaken (gemotoriseerd, ‘anoniem’ of ‘kennen en
gekend worden’, gebiedsgericht versus projecten en taakgericht, etc.);
• Te overwegen valt voor het komen tot afspraken met de interne klanten gebruik te maken van een
zgn. productenboek; in een productenboek staat het aanbod van het bureau zorgvuldig
omschreven, inclusief randvoorwaarden, beperkingen en keuzes; aan de hand van een
productenboek kunnen de interne klanten hun wensen articuleren en daarover controleerbare
afspraken maken;
• De camera’s in het centrum hebben nu nog vooral betekenis voor vroegsignalering van geweld
rond het uitgaan/’veilig stappen’; tegen die achtergrond is reflectie wenselijk op de benodigde
intensiteit van de gebruikmaking/inschakeling van de camera’s (bijv. alleen op avond-
/uitgaansuren en bij evenementen?)
• Bovenkamp beschikt naast de toezichthouders en bewakingscamera’s ook nog over 21
wijkagenten – een niet te onderschatten toezichtspotentieel; voor een optimale benutting
van/synergie tussen deze instrumenten is zicht op de wisselwerking nodig; te overwegen valt een
daarop gerichte analyse uit te voeren; op basis van de uitkomsten daarvan kunnen stappen gezet
worden in de verdere optimalisering van de toepassingsvorm en –omvang van de respectievelijke
instrumenten (zoals bijvoorbeeld de procedures/protocollen rond de bewakingscamera’s);
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
35
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving aanpak - aspect ‘aanpak specifieke
criminaliteitsfenomenen’
‘Aanpak van specifieke criminaliteitsfenomenen’ ofwel de specifieke en gerichte inzet op afzonderlijke
criminaliteitsproblemen, in aanvulling op integrale wijkaanpak. Deze aanpak van bepaalde vormen van
criminaliteit heeft vaak op het niveau van de gemeente plaats en betreft dan een min of meer ‘vaste’, op zichzelf
staande aanpak , al dan niet projectmatig van aard. Voorbeelden zijn een stedelijke aanpak van woninginbraak of
van huiselijk geweld.
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak van specifieke criminaliteitsfenomenen zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Veiligheidshuis district Bovenkamp
■ Voert regie op de uitvoering van de
persoonsgerichte aanpak van veelplegers,
probleemjongeren en huiselijk geweld
■ Past daarbij mede de Operatie
Drugsaanpakmethodiek toe; Veiligheidshuis
vormt mede borging van Operatie
Drugsaanpak; element zorg is echter
verzwaard in Veiligheidshuis
■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder
geborgd, als onderdeel van de
organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 3n en 5 ■ Voert o.m. regie PGA
jeugdoverlast; momenteel wordt
informatiepositie rond jongeren
aangescherpt via gestructureerde
informatie-uitwisseling tussen
jongerenwerkers en wijkagenten
■ Kracht Veiligheidshuis is
borging effectiviteit van de
PGA/inzet interventie-
instrumenten door gedurige
coördinatie en procesbewaking
van inzet van diverse betrokken
uitvoerende partijen
Interventieteam van de gemeente
■ Het Interventieteam richtte zich in eerste
instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit
(gebruikers-/dealpanden); nu is focus
verbreed: ook overlast/sociale problematiek
(‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.)
■ Werkt in het kader van de aanpak van
drugscriminaliteit onder meer samen met
het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide
van de politie
> veld 5 ■ Het Interventieteam opereert nu
nog min of meer als aparte ‘unit’;
de organisatorische inbedding
van het Interventieteam was niet
optimaal; verandert door
inbedding in het bureau Toezicht
en Handhaving BWM van de
afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie
■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens
bikers) die zich expliciet op drugsoverlast
richten; werkt samen met Interventieteam,
Bureau Handhaving, DNO, OPVANG-
huizen en VH van de gemeente
> veld 5 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
36
■ Focus ligt op Buurt 12
Cameratoezicht
■ Bovenkamp beschikt in totaal over zo’n 75
bewakingscamera’s; de camera’s zijn
geïnstalleerd in het centrum, bij dag- en
nachtopvang De Schoner en in de
stadsdelen 1 en 2
■ Evaluatie cameratoezicht centrum (2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
geen afname slachtofferschap
criminaliteit, geweld en verbale
agressie
wel daling in bij politie gemelde
incidenten
afname overlast drugsverslaafden
in uitgaansgebied dragen camera’s bij
aan vroegsignalering van geweld
■ Evaluatie cameratoezicht De Schoener
(2008):
toegenomen veiligheidsgevoel
afname slachtofferschap criminaliteit,
geweld en verbale agressie
geen daling in bij politie gemelde
incidenten/misdrijven (met name
geweldpleging); betreft echter camera-
effect:er wordt meer gesignaleerd;
afname overlast drugsverslaafden
■ Evaluatie cameratoezicht stadsdelen 1 en
2:
toegenomen veiligheidsgevoel
criminaliteit niet significant gedaald
afname overlast drugsverslaafden
> veld 2, 3 en 5 ■ Camera’s effectief voor
veiligheidsgevoel en aanpak
overlast verslaafden tijdens en na
Drugsaanpak; nu de
drugsoverlast vrijwel is verholpen
hebben de camera’s in het
centrum vooral betekenis i.v.m.
het veilig stappen
Softdrugsbeleid (2002/2004)
■ Er worden twee coffeeshops gedoogd;
zijn verspreid over de stad
> veld 3 en 5 ■
Softdrugsbeleid artikel 13b Opiumwet
■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b
van de opiumwet: naast horeca kunnen nu
ook woningen van waaruit gedeald worden
formeel op grond van de Opiumwet
gesloten worden door de burgemeester (is
in 2009 al plm. 10 maal toegepast, met
name in BUURT 10/BUURT 11)
> veld 5 ■
Politiekeurmerk Veilig Wonen
■ Is in 2008 overgegaan van politie naar
gemeente; borging in gemeente nu
suboptimaal
> veld 5 ■ Aantal woninginbraken is
toegenomen in periode 2006 –
2008; verdere borging PKVW lijkt
wenselijk
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
37
Aanpak huiselijk geweld
Beleidskader:
■ Nota Aanpak Huiselijk geweld 2007/2010
■ Convenant aanpak huiselijk geweld
(2004)
■ Convenant Meldcode Huiselijk geweld en
kindermishandeling (2009)
Maatregelen/interventies:
■ Steunpunt Huiselijk Geweld
■ Aanpak vanuit Veiligheidshuis
* dader hulpverlening
■ vrouwenopvang incl. doorstroomhuizen
■ Implementatie Tijdelijk huisverbod; sinds
1-1-2009 9 maal opgelegd en 6 maal
verlengd;
■ Extra inzet op voorkoming recidive
huiselijk geweld
■ Alarmsysteem ‘Aware’; persoonlijk
alarmsysteem voor vrouwen die
bijvoorbeeld gestalkt worden; wordt
waarschijnlijk nog in 2009 uitgerold
■ Ten aanzien van het tijdelijk
huisverbod: de verwerking van
het Risicotaxatieformulier door de
politie kost relatief veel tijd;
hierdoor lijken soms ’kansen
gemist te worden’ door afzien van
de procedure door tijdnood;
daarnaast zijn er verbeterpunten
in de logistieke ‘sfeer’ (zoals
beheer en overdracht
huissleutels e.d.)
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek (zie hiervoor) en de huidige inzet kan het volgende
worden geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Borging van buurtteam nieuwe stijl als schakelpunt tussen het preventieve repertoire enerzijds en
het repressieve en interventierepertoire anderzijds; de beschreven verbetermogelijkheden wat
betreft de buurtleefbaarheidsaanpak (i.h.b. de versterking van de buurtinfrastructuur) adresseren
voornamelijk preventieve kwaliteiten, echter mede als basis voor effectieve repressie (door de
verbeterde informatiepositie en borging van de integraliteit op buurtniveau): de beoogde
buurtinfrastructuur vormt het schakelpunt met het repressieve en interventierepertoire, zoals
gevoerd door onder meer het Veiligheidshuis, het Interventieteam en het Drugsteam 1 van de
politie; het buurtteam kan instrumenten ‘invliegen’ zodra nodig;
• Productenboek voor interventie-instrumenten Veiligheidshuis en Interventieteam; te overwegen
valt niet alleen voor Bureau Handhaving een productenboek te ontwikkelen (waar buurtteams
gebruik van kunnen maken) maar ook voor andere instrumenten die door de bureaus binnen OOV
instrumenten toegepast worden (PGA Veiligheidshuis, Interventieteaminterventies, jeugdoverlast-
interventies, etc.); daarmee wordt het productgerichte, instrumentele karakter versterkt;
• Nagaan of interventie-instrumenten die het Veiligheidshuis en Interventieteam voeren, een
voldoende scherp en passend profiel hebben wat betreft doelgroepen, functie, criteria en wijze
van regie over de inzet; te beantwoorden vragen daarbij zijn:
a. Voor welke (aspecten van) veiligheidsproblemen is het instrument bedoeld?
b. Voor welke (aspecten van) veiligheidsproblemen wordt het feitelijk gebruikt?
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
38
c. Hoe verhouden a en b zich tot elkaar?
d. Welke andere instrumenten zijn er voor betreffende veiligheidsproblemen?
e. Welke wisselwerking/synergie/overlap met deze instrumenten is er?
f. Wat volgt hieruit voor de passende (optimale) focus voor het instrument? Welke
randvoorwaarden zijn nodig?
• ‘Doorgaan met elan!’: voor de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit blijft de
Drugsaanpakmethodiek van belang; de inzet van de interventie-instrumenten ligt bij
Veiligheidshuis (PGA veelplegers) en Interventieteam (daderkant/criminele organisaties, BIBOB);
regie over de beleidsvoering ligt bij ‘beleidsdeel’ OOV; ‘doorgaan met elan’, onder meer door de
integraliteit van de aanpak te blijven bewaken en waar nodig en mogelijk te versterken;
• Daderanalyse van in de criminaliteitscijfers zichtbare verschuivingen tussen en accenten binnen
buurten; zodoende eventuele verplaatsingseffecten op het spoor komen; de uitkomsten benutten
voor aanscherping preventie en repressie;
• PKVW: verkennen op welke wijze de borging van het Politiekeurmerk Veilig Wonen verder
geborgd kan worden in de gemeentelijke organisatie, zowel voor bestaande als voor nieuwe
situaties; eventueel consultatie van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV),
landelijk kenniscentrum voor veiligheidsinstrumenten van ministeries en VNG, in dat kader;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
39
Tussenstand: mogelijke prioriteiten veilige woon- en leefomgeving
Mogelijke beleidsprioriteiten voor de op te stellen kadernota op basis van de beschrijving hiervoor van
problematiek en huidige aanpak binnen het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’, zijn:
Veilige en leefbare buurten
Essentie van dit item is de realisatie van een uniforme, robuuste werkwijze/systematiek voor
‘decentrale’ uitvoeringscoördinatie rond veiligheid en leefbaarheid. Het schaalniveau daarbij is de
buurt. Wenselijk is een gecontroleerde doorontwikkeling van de huidige infrastructuur, in het bijzonder
wat betreft de inbedding en werkwijze van de buurtteams, de planning en controlcyclus
(wijkactieplannen), de inbedding en borging in beleid van de stedelijke diensten, de borging van
bijdragen van gemeentelijke diensten binnen de buurtteams, de benutting van voorhanden interventie-
instrumenten e.d., het profiel en de statuur van de trekkers van de buurtteams, de inzet op
bewonersparticipatie.
Belangrijke uitgangspunten voor de beoogde buurtinfrastructuur zijn:
• continuïteit en betrouwbaarheid
• uniformiteit wat betreft de basiskenmerken en -aanwezigheid
• zichtbaarheid en bereikbaarheid voor bewoners
• focus op preventie, repressie waar nodig (‘plus-aanpak’)
• kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (bewoners verleiden, prikkelen)
• klein, compact maar solide
Een buurtinfrastructuur die daaraan beantwoordt, geeft bewoners vertrouwen, biedt speelruimte voor
bewoners om participatie een eigen invulling te geven, heeft een preventieve werking op criminaliteit
en overlast (kennen en gekend worden, minder ‘gelegenheid’) en is in staat tot vroegsignalering van
ernstiger problematiek.
Ook schept een dergelijke infrastructuur de voorwaarden voor borging van de resultaten van verrichte
interventies: de basis staat er dan immers, de tijdelijke intensivering kan afgezwakt worden en
neerdalen in/meegenomen worden in de ‘gewone’ buurtleefbaarheidsaanpak.
Die basisaanpak is uniform in alle buurten, ook in buurten waar weinig ‘aan de hand’ lijkt te zijn:
essentie is immers niet probleemgerichtheid/interventie maar zichtbare en bereikbare aanwezigheid,
vertrouwen scheppen, een speelveld gestalte geven dat bewoners tot meespelen verleidt/prikkelt.
Naast/via: het bewaken en beheren van de buurtkwaliteit, vroegsignalering, schakelpunt zijn met het
repressieve repertoire.
Voor buurten waar ernstiger problematiek speelt, kan een ‘plus-aanpak’ worden gevolgd. Dat betreft
dan een ‘kop’ op de basis, die onveranderd blijft.
De beoogde buurtaanpak is interdisciplinair van aard: sociale en fysieke kenmerken en instrumenten
vallen erbinnen. Gegeven de bijzondere omstandigheden in Bovenkamp stelt dit behoorlijke eisen aan
de trekkers van de buurtteams. Het profiel en de statuur daarvan vormen belangrijke
aandachtspunten.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
40
Belangrijk aandachtspunt betreft de bejegeningswijze van bewoners: participatie is cruciaal voor het
succes, op korte maar zeker op de langere termijn. Uitdaging is de juiste ‘sfeer’, speelruimte te
creëren, waarbinnen bewoners zich geroepen voelen ‘uit eigen beweging’ te participeren. Verleiden
en prikkelen dus. Dit veronderstelt om te beginnen de beoogde rustige, solide aanwezigheid in de
buurten, zichtbaar en bereikbaar voor de bewoners.
Ten slotte is slimme planning van de acties/overleggen van de buurteams nodig: veel professionals
participeren immers in meerdere buurtteams aangezien ze stadsdeelbreed werken; deze planning kan
dan ook het beste geregisseerd worden op het niveau van de stadsdelen.
Belangrijke dwarsverbanden zijn er met:
• veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid/Veilig opgroeien
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
41
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid thema 2.1: winkelcentra
In winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om
winkeldiefstal en zakkenrollerij maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in
voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de gebouwen. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere
tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 2.1 feitelijke waarde
indicator bron gemeente, winkelgebieden en stadsdelen 2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 302 258 384
Buurt 12 208 174 285
Woonboulevard A 6 7 8
Stadsdeel 1 35 30 34
Stadsdeel 2 14 10 27
Stadsdeel 3 242 205 319
meldingen winkeldiefstal
politie (incidentcode 2.5.2)
Stadsdeel 4 11 13 4
Bovenkamp 18 33 35
Buurt 12 1 11 15 Woonboulevard A 0 2 3
Stadsdeel 1 10 5 9
Stadsdeel 2 2 2 0
Stadsdeel 3 3 24 20
meldingen inbraak winkel
politie (incidentcode 2.5.1/A22)
Stadsdeel 4 3 2 6
Buurt 12 38 53 58 meldingen vandalisme/ baldadigheid
politie (incidentcode 2.2.1/C50)
Woonboulevard A 0 2 0
Buurt 12 24 31 43 meldingen overlast jeugd
politie (incidentcode 2.7.1/E35)
Woonboulevard A 1 3 4
Buurt 12 27 29 31 meldingen overlast zwervers
politie (incidentcode 2.7.1/E41)
Woonboulevard A 1 1 0
Buurt 12 208 122 132 meldingen drugsoverlast
politie (incidentcode 2.1.1/E38)
Woonboulevard A
1 5 3
Buurt 12 128 126 131 meldingen overlast overspannen/gestoord persoon
politie (incidentcode 2.7.1/E33)
Woonboulevard A 1 3 3
Bovenkamp perceptie onderhoud winkelgebied (% respondenten dat een positief oordeel geeft)
Bovenkampmonitor Stadsregio
Bovenkamp onveiligheidsgevoel in winkelgebied (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
Bovenkampmonitor
Stadsregio
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
42
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Sprake is van een sterke toename van het aantal winkeldiefstallen; deze stijging doet zich
hoofdzakelijk (en vanzelfsprekend) voor in Buurt 12; in het centrumgebied is ook sprake van een
relatief sterke toename van het aantal inbraken in winkels in de periode 2006 – 2008;
• Ook het aantal incidenten drugs- en jeugdoverlast, baldadigheid e.d. toeneemt in het
centrumgebied;
• In meerdere opzichten is dus sprake van een verslechtering van de veiligheidssituatie in het
centrumgebied
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving;
de andere thema’s binnen veiligheidsveld 2
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd en alcohol;
thema 4.2: brandveiligheid.
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Centrummanagement
■ Deelnemers: wethouder,
centrummanager, ondernemers, sinds kort
ook de politie; gaat zich wellicht met het
KVO Centrumgebied/Binnenstad
bezighouden
■ OOV participeert in de werkgroepen
ROV/IBV
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
KVO-W winkelcentra en woonboulevard
■ Het traject winkelcentraa heeft in de
eerste ‘ster’ geresulteerd
■ Partners in de trajecten zijn gemeente,
politie, brandweer, ondernemers, HBD
■ In de winkelcentra heeft toezicht plaats
door particuliere toezichthouders
> veld 3 en 4 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
43
Voornemen KVO-W voor centrum
■ Centrummmanagement en partners
overwegen een KVO-W voor het hele
centrumgebied; in 2009 vindt nadere
exploratie plaats; gemeente en politie
participeren hierin
> veld 1, 3 en 4 ■
Particuliere beveiliging in winkelgebied
centrum
■ Enkele winkeliers in het centrumgebied
huren gezamenlijk particulier beveiliging in;
deze houden primair toezicht in betreffende
winkelpanden en daarnaast in openbare
ruimte tussen deze panden (‘ogen en oren’
en heterdaad)
> veld 1, 3 en 4 ■
Bureau Handhaving
■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en
leefomgeving/Toezicht en handhaving
> veld 1, 3, 4 en 5 ■ Zie hiervoor bij Veilige woon-
en leefomgeving/Toezicht en
handhaving
Integrale Centrumvisie (2008)
■ Vormt kader voor economische en
culturele impulsen in centrumgebied
> veld 1, 3, 4 en 5 ■ Actualisering?
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Verkenning of een KVO-W voor het gehele centrumgebied haalbaar is; de nu gerealiseerde of in
ontwikkeling zijnde KVO’s zouden anders enclaves van veiligheid kunnen worden; een
grootschaliger aanpak biedt meer synergiemogelijkheden; omvattender aanpak lijkt ook nodig
gezien toename enkele soorten delicten in centrumgebied (o.m. overlast en winkeldiefstal)
• Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor
Bovenkamp: de veiligheidseffecten van de diverse voorzieningen in het centrumgebied lopen in
elkaar over ; een integrale benadering biedt mogelijk extra ‘schaalvoordeel’;
• Verkennen welke toezichtsmodaliteiten nu operationeel zijn in het Centrum (publiek en privaat
toezicht, camera’s), welke wisselwerking daartussen is en welke synergie-/efficiencywinst er te
behalen valt door deze wisselwerking op onderdelen bij te sturen;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
44
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid thema 2.2: bedrijventerreinen
Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal en vernieling
aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en tevens
brandveiligheid (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden
opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 2.2
feitelijke waarde
indicator bron gemeente, winkel/bedrijven-gebieden en stadsdelen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 630 662 464
Buurt 12 85 133 69
Bedrijventerrein A 56 34 16
Woonboulevard A 34 19 17
Bedrijventerrein B 19 41 21
Stadsdeel 1 217 145 118
Stadsdeel 2 85 77 45
Stadsdeel 3 281 377 258
meldingen inbraken/diefstal uit bedrijven en instellingen
politie (incidentcode cat. 2.5.1 totaal)
Stadsdeel 4 47 63 43
Bovenkamp 433 423 275
Buurt 12 69 110 46
Bedrijventerrein A 56 34 16
Woonboulevard A 33 13 10
Bedrijventerrein B 19 41 21
Stadsdeel 1 171 87 75
Stadsdeel 2 65 57 36
Stadsdeel 3 166 226 131
meldingen inbraak/diefstal uit bedrijven en kantoren
politie (incidentcode 2.5.1/A23, A32, B32)
Stadsdeel 4 31 53 33
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Afname bedrijfsinbraken op bedrijventerreinen
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving;
de andere thema’s binnen veiligheidsveld 2
thema 4.1: verkeersveiligheid;
thema 4.2: brandveiligheid;
thema 4.3: externe veiligheid;
thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
45
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Cameratoezicht bedrijventerrein
Bovenkamp Noord
> veld 1 en 5 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Verkennen wenselijkheid en draagvlaak voor KVO-Bedrijventerreinen; eventueel consultatie van
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), landelijk kenniscentrum voor
veiligheidsinstrumenten van ministeries en VNG, in dat kader;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
46
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid thema 2.3: uitgaan/horeca
Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: de sfeer in de gemeente verbetert er
immers door. Maar er kunnen zich ook specifieke veiligheidsproblemen juist rond uitgaansvoorzieningen
voordoen, zoals geweldpleging, overlast en vernielingen (eventueel vernielingen rond de zgn. (s)looproutes).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 2.3 feitelijke waarde
indicator bron gemeente, centrum en stadsdelen/-Stadsregio
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 56 48 20
Buurt 12 19 18 7
Stadsdeel 1 16 10 2
Stadsdeel 2 4 6 7
Stadsdeel 3 27 28 11
meldingen geluidsoverlast horeca
politie (incidentcode 2.2.2)
Stadsdeel 4 9 4 0
Bovenkamp 66 49 58
Buurt 12 13 20 21
Stadsdeel 1 11 8 12
Stadsdeel 2 10 6 9
Stadsdeel 3 36 30 31
meldingen openlijk geweld tegen personen
politie (incidentcode 1.4.3)
Stadsdeel 4 9 5 6
Bovenkamp
Buurt 12
perceptie overlast van bezoekers horeca (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Bovenkamp
Buurt 12
onveiligheidsgevoel in uitgaansgebied (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Conclusie problematiek
Op basis van bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Uitgaansoverlast en –geweld zijn wat betreft aard en omvang redelijk stabiel in Buurt
12/Bovenkamp Centrum; wel toename van het aantal gevallen van openlijk geweld; stijging echter
met name in Stadsdeel 1;
• Cameratoezicht heeft nauwelijks preventief effect op geweldsincidenten waarin alcohol en/of
druggebruik in het spel is maar stelt politie en partners wel in staat tot vroegsignalering;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
47
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving;
thema 2.1: winkelcentra;
thema 2..2: bedrijventerreinen;
thema 2.4: evenementen en toerisme;
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd, alcohol en drugs;
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Horecaconvenant/actielijst (2007)
■ Partners zijn gemeente, politie, KHN,
stichting Uitgaansplein en
bewonersorganisaties; convenant en
actielijst zijn gebaseerd op de eerder
uitgevoerde quickscan (2003); beoogd
wordt herhaling van de quickscan in 2009
■ Actielijst wordt als statisch ervaren; zou
een echte ‘afwerklijst‘ moeten worden
Portiers: hebben in het algemeen redelijk tot
goed zicht op wat er zich afspeelt op straat
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
Portiersoverleg
■ Heeft goed gefunctioneerd, tot 2007
■ Daarna min of meer ‘verdampt’ door
gebrek aan borging
■
Project Openbare orde Politie
■ Naar aanleiding van incident januari 2008:
bejegeningsafspraken t.a.v. incidenten in
uitgaansgebied
■ Door bewakingscamera’s zicht op alle
incidenten; politie reageerde tot op dat
moment tamelijk direct, met onderbenutting
soms van alternatieven
■ Nu eerst analyse van incident door
supervisor en OO-brigadier
■ Gaandeweg ontwikkeling van
benutting van camerabeelden;
nu: sophisticated benutting;
camera’s waren niet (uitsluitend)
voor uitgaansgeweld bedoeld
maar vervullen nu belangrijke rol
in dat kader
Bureau Handhaving
■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en
leefomgeving/Toezicht en handhaving
> veld 1, 3, 4 en 5 ■ Toezichthouders niet
operationeel na 21.30 uur
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
48
Centrummanagement
■ Deelnemers: wethouder,
centrummanager, ondernemers, sinds kort
ook de politie; gaat zich wellicht met het
KVO Centrumgebied/Binnenstad
bezighouden
■ OOV participeert in de werkgroepen
ROV/IBV
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
Overdracht vergunningverlening naar
afdeling Publiekszaken
■ Per medio 2009 voert afdeling
Publiekszaken de vergunningverlening uit
■ OOV adviseert over vergunningen/BIBOB
(backoffice)
■
Cameratoezicht
■ Is effectief voorn vroegsignalering van
uitgaansgeweld/-incidenten
■ Niet effectief voor voorkoming van geweld
waar alcohol/druggebruik in het spel is
> veld 1, 3 en 5 ■ Gaandeweg ontwikkeling van
benutting van camerabeelden;
nu: sophisticated benutting;
camera’s waren niet (uitsluitend)
voor uitgaansgeweld bedoeld
maar vervullen nu belangrijke riol
in dat kader
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Doorontwikkeling van systematiek KVU/Horecaconvenant plus checklist: is nu tamelijk statisch, en
lijkt weinig statuur te hebben; dit komt innovatie van maatregelen en de regie op nakoming van
afspraken niet ten goede;
• Herinvoering portiersoverleg
• Verkennen of, en zo ja: hoe de procedures rond het cameratoezicht nader toegesneden kunnen
worden op toepassing op uitgaansavonden: de meerwaarde in het kader van ‘veilig stappen’-
stappen is nu evident;
• Nagaan welke toezichtsmodaliteiten (incl. cameratoezicht) er momenteel in gebruik zijn, welke
nog niet en welke innovaties (inzet nieuwe toezichtsvormen, verbetering wisselwerking) er
mogelijk zijn vanuit de perspectieven:
borging veiligheid
efficiency
reële taakverdeling publiek/privaat
• Verkennen of een ‘integraal centrumkeurmerk’ (KVO-Binnenstad) wenselijk en haalbaar is voor
Bovenkamp: de veiligheidseffecten van de diverse voorzieningen in het centrumgebied lopen in
elkaar over ; een integrale benadering biedt mogelijk extra ‘schaalvoordeel’;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
49
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid thema 2.4: evenementen en toerisme
Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator
voorwaarden voor de veiligheid te realiseren, en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te
handhaven. De risico’s betreffen met name geweldpleging, overlast, vernieling en brandgevaar.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 2.4 feitelijke waarde
indicator bron gemeente, centrum en stadsdelen/-Stadsregio
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 2 9 4
Buurt 12 1 2 2
Stadsdeel 1 1 4 0
Stadsdeel 2 0 1 0
Stadsdeel 3 1 4 4
meldingen geluidsoverlast evenementen
politie (incidentcode 2.6.3/E324)
Stadsdeel 4 0 0 0
Bovenkamp Buurt 12
perceptie overlast evenementen (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Bovenkamp Buurt 12
onveiligheidsgevoel bij evenementen in de eigen gemeente (% respondenten dat zich er soms of vaak onveilig voelt)
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Het aantal incidenten rond evenementen is beperkt en vertoont geen significante ontwikkeling;
• Verbetering is mogelijk wat betreft proactie en preparatie: de vormgeving van de procedures is
soms niet in overstemming met geformuleerde kwaliteitscriteria (bijvoorbeeld wat betreft
doorlooptijden/tijdigheid); ook worden voorhanden instrumenten voor de borging en toetsing van
het veiligheidsaspect (zoals het Veiligheidsboek Evenementen) niet optimaal benut;
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
50
thema 2.1: winkelcentra;
thema 2.2: bedrijventerreinen;
thema 2.3: uitgaan/horeca
thema 3.1/3.2: jeugdproblematiek en jeugd en alcohol;
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Beleidskader
■ Horeca- en evenementenstructuurvisie
(2003)
■ Nota evenementenbeleid Bovenkamp
(2008)
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
Veiligheidsboek Evenementen
■ Bevat richtlijnen voor
vergunningvoorwaarden en preparatie voor
veiligheid rond evenementen
■ Beperkte benutting
Bureau Handhaving
■ Inzet toezichthouders voor de veiligheid
rond evenementen
■ Zie hiervoor bij Veilige woon- en
leefomgeving/Toezicht en handhaving
> veld 1, 3, 4 en 5 ■ Zie hiervoor bij Veilige woon-
en leefomgeving/Toezicht en
handhaving
Integrale handhaving
■ Controles van horeca/nachthoreca en
evenementen vinden integraal plaats, met
deelname van (milieu)politie, brandweer en
Bureau Toezicht en handhaving BWM
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
Stichting Bovenkamp City Promotions
■ …
> veld 1, 3, 4 en 5 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
51
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Verdere borging van de veiligheid rond evenementen via blijvende alertheid daarop in de
beleidsvoering, intensivering van de benutting van voorhanden instrumenten in dit kader (zoals
het Veiligheidsboek Evenementen) en intensivering van de afstemming tussen
evenementenbureau en afdeling OOV;
• Consequente handhaving van algemene regels ten aanzien van vergunningen e.d. (zoals tijdige
vergunningaanvraag);
• Consequente handhaving vergunningvoorwaarden ten aanzien van afzonderlijke evenementen;
• Oriëntatie op de effectiviteit van en mogelijke verbeterpunten in de regionale afstemming rond
grootschalige evenementen, onder meer vanuit het perspectief van beschikbaarheid van de
operationele diensten (regionale evenementenkalender?);
• Nagaan of de lusten en lasten (zowel preventief als repressief) van de evenementen voor diverse
partijen (organisator en de gemeente) met elkaar in balans zijn;
• Nagaan welke accenten in het leisureprofiel van de gemeente mogelijk versterkt kunnen worden
of geherdefinieerd dienen in het bredere perspectief van: borging van Drugsaanpak in de buurten:
essentieel voor duurzame veiligheid en leefbaarheid van Bovenkamp is zoals gezegd participatie
van de bewoners; de positieve impulsen van evenementen hebben in de optimale situatie ook
effect op bewonersparticipatie; nagegaan zou kunnen worden of de evenementenagenda nader
toegesneden kan worden op participatie-effecten (evenementen die meer aansluiten op
bewonersvoorkeuren? agenda mede (of meer) ‘intern-gericht’ laten zijn?).
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
52
Tussenstand: mogelijke prioriteiten bedrijvigheid en veiligheid
Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘bedrijvigheid en
veiligheid’, kan gedacht worden aan de volgende prioriteiten:
Veilig winkelen, uitgaan en toerisme
Bovenkamp kent een rijk aanbod van winkel- en horecavoorzieningen. Ook vinden er jaarlijks heel wat
evenementen plaats. Deze voorzieningen brengen de stad profijt - maar houden ook veiligheidsrisico’s
in. Die kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in overlast en geweld rond uitgaan en evenementen,
brandveiligheid van horeca- en winkelpanden, slachtofferschap van bijvoorbeeld diefstal en beroving
en van vernielingen. Door de concentratie van de voorzieningen in het centrum van Bovenkamp lopen
deze veiligheidseffecten tenminste deels in elkaar over. Om deze reden zou een ‘integraal’ KVO-
Binnenstad kunnen worden overwogen. Hiermee zijn elders goede ervaringen opgedaan. Een
dergelijke integrale benadering biedt voor langere termijn een basis voor synergie van de
inspanningen voor de veiligheid rond de diverse voorzieningen, ook wat betreft de evenwichtige input
daarvoor van publieke en private partijen. Gezien het belang dat de gemeente hecht aan het
leisureprofiel, valt er veel te zeggen voor een dergelijk integraal kader. In elk geval is het van belang
de samenwerking tussen publieke en private partijen over de veiligheid rond de afzonderlijke
voorzieningen, van passende impulsen te blijven voorzien. Dit kan wat betreft het winkelgebied een
KVO-W voor de hele binnenstad betekenen, wat betreft het uitgaan onder meer een dynamischer
alternatief voor het huidige convenant en de actielijst; voor de veiligheid rond evenementen betere
benutting van voorhanden veiligheidsinstrumenten. Uit oogpunt van borging van de veiligheid en
leefbaarheid voor geheel Bovenkampis verkenning van de mogelijkheden voor dusdanige
aanscherping van de evenementenagenda dat die mede een optimaal participatie-effect van
bewoners heeft (borging Drugsaanpak in de buurten), wenselijk.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
53
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid thema 3.1: jeugdoverlast en -criminaliteit
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de overlast van groepen jongeren. De groepen jongeren veroorzaken
geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en
andere vormen van kleine criminaliteit plegen. Soms plegen ze ook zwaardere vormen van criminaliteit – het
betreft dan zogenaamde ‘criminele jeugdgroepen’.
Anderzijds gaat het ook om de individuele probleemjongeren. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met
meerdere antecedenten – eventueel zgn. ‘veelplegers’ – die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting
hebben verloren. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 3.1 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 11 11 11
Stadsregio
Buurt 3 13 9 20
Buurt 5 11 12 9
Buurt 6 29 14 14
Buurt 10 9 8 6
Buurt 11 10 17 17
Buurt 12 5 7 9
meldingen overlast jeugd (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.7.1/E35)
Buurt 17 10 7 8
aantal aanvaardbare jeugdgroepen
politie Bovenkamp 1 1 0
aantal hinderlijke jeugdgroepen
politie Bovenkamp 15 16 15
aantal overlastgevende jeugdgroepen
politie Bovenkamp 2 4 3
aantal criminele jeugdgroepen
politie Bovenkamp 0 1 1
incidenten jeugdige verdachten 0-18 jaar
politie Bovenkamp 493 536
incidenten jeugdige verdachten 18-25 jaar
politie Bovenkamp 1.376 1.454
Bovenkamp 631 584 1045
Stadsregio
Buurt 3 85 72 211 Buurt 5 10 22 49
Buurt 6 89 112 218
Buurt 10 47 29 36
Buurt 11 23 55 111
Buurt 12 7 2 9
meldingen ‘project overlast jeugd’
politie (incidentcode 3.9.2/R104)
Buurt 17 4 3 29
Bovenkamp 20 23 21
Stadsregio
Buurt 3 26 30 27
Buurt 5 18 18 18
Buurt 6 26 28 26
Buurt 10 28 31 23
Buurt 11 19 19 20
meldingen vernieling/ zaakbeschadiging
politie (incidentcode 2.2.1)
Buurt 12 44 55 59
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
54
Buurt 17 25 21 19
Bovenkamp 173 216 157 verwijzingen HALT
Bureau Halt
Stadsregio
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
55
vervolg tabel 3.1 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 23 18 17
Stadsregio
Buurt 3 27 24 11 Buurt 5 30 20 31
Buurt 6 38 30 21
Buurt 10 16 21 15
Buurt 11 36 23 37
Buurt 12 21 14 15
perceptie overlast groepen jongeren (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 36 23 16
Bovenkamp 18 16 11 Stadsregio
Buurt 3 29 18 18
Buurt 5 23 22 27
Buurt 6 23 19 21
Buurt 10 19 17 16
Buurt 11 16 14 14
Buurt 12 13 12 9
slachtofferschap vernielingen (% bewoners dat slachtoffer is geweest)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 26 16 16
Bovenkamp 24 24 22 onveiligheidsgevoel overdag
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Bovenkamp 45 45 42 onveiligheidsgevoel ‘s avonds
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Bovenkamp 35 31 31 slachtofferschap criminaliteit
Bovenkampmonitor
Stadsregio
Bovenkamp 31 28 26 daderschap criminaliteit
Bovenkampmonitor Stadsregio
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• De door bewoners ervaren overlast van jongeren/jongerengroepen daalde in de periode 2005-
2007 vrij sterk (percentage bewoners dat vaak overlast ervaart daalde van 23 naar 18); in 2009 is
sprake van een kleine daling (van 18% naar 17%) ten opzichte van 2007;het aantal bij de politie
gemelde incidenten van overlast blijft gelijk in de periode 2006 – 2008;
• De ‘ervaren’ overlast van jongeren steeg in 2009 met name in de buurten Buurt 5 en Buurt 11;
deze buurten kennen in 2009 de hoogste ervaren overlast; een sterke daling deed zich voor in
Buurt 6, Buurt 3 en Buurt 17;
• Het aantal meldingen van vernieling is afgenomen in dezelfde periode; ook het slachtofferschap
van vernieling (enquêtegegevens) daalde sterk in 2009;
• Deze patronen lijken erop te wijzen dat intensieve gebiedsgerichte aanpak zoals (onder meer)
gevolgd in Buurt 6, vruchten afwerpt als het gaat om overlast van groepen jongeren; in buurten
waar intensieve gebiedsgerichte aanpak voor 2009 en daarna op stapel staat (Buurt 11, Buurt 5),
zien we de grootste stijging optreden;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
56
• Aan de andere kant neemt het aantal incidenten met minderjarige verdachten toe in de periode
2006-2007; ook stijgt het aantal ‘overlastgevende’ jeugdgroepen in die periode en was er in 2007
en 2008 sprake van een ‘criminele’ jeugdgroep (in de inventarisatie van april 2009 komt deze niet
meer voor); dit betreft resp. categorie 3 en 4 binnen de categorisering van Beke (2000); NB:
categorie 3-groepen - de ‘overlastgevende’ – plegen stelselmatig vernielingen en andere vormen
van criminaliteit, kennen een interne hiërarchie en hebben beperkte binding met de omgeving; het
betreft veelal gemakkelijk beïnvloedbare jongeren die experimenteren met drugs en alcohol en tot
de ‘vroegtijdige schoolverlaters’ behoren; op basis van de cijfers lijkt te kunnen worden gesteld dat
de groep ‘echte’ risicojongeren klein is maar langzaam wat is gegroeid, terwijl het verschijnsel
‘gewone hangjeugd’ stabiel wat betreft omvang is of zelfs kleiner wordt;
Dwarsverbanden met andere thema’s/veiligheidsvelden:
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
veiligheidsveld 3/thema 3.2: Alcohol en drugs/thema 3.3: Veilig in en om de school
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid/5.2: georganiseerde criminaliteit
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwars-
verbanden andere veiligheids-velden
wat opvalt
Jeugdpreventie Overleg (JPO)
■ Stedelijk coördinatieoverleg voor
vroegsignalering en vroeginterventie
problematische jongeren; aanzien van
overlastgevende jongeren
■ Is onderdeel van de jeugdaanpak binnen het
Veiligheidshuis
■ Vergadert 1x in 6 weken
■ JPO-coordinator brengt ook groepen in beeld
en risicovolle migratie tussen groepen
> veld 1 ■
Veiligheidshuis district Bovenkamp
■ Voert regie op de uitvoering van de
persoonsgerichte aanpak van veelplegers,
probleemjongeren en huiselijk geweld
■ Past daarbij mede Drugsaanpakmethodiek
toe; Veiligheidshuis vormt mede borging van
Drugsaanpak; element zorg is echter verzwaard
in Veiligheidshuis
■ In 2009 wordt het Veiligheidshuis verder
geborgd, als onderdeel van de
organisatieontwikkeling van afdeling OOV
> veld 1 en 5 ■ Voert o.m. regie PGA
jeugdoverlast; momenteel wordt
informatiepositie rond jongeren
aangescherpt via gestructureerde
informatie-uitwisseling tussen
jongerenwerkers en wijkagenten
■ Kracht Veiligheidshuis is
borging effectiviteit van de
PGA/inzet interventie-
instrumenten door gedurige
coördinatie en procesbewaking
van inzet van diverse betrokken
uitvoerende partijen
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
57
Inventarisatie problematiek en aanpak
jeugdoverlast
■ Eerste helft 2009: brede inventarisatie vanuit
OOV
> veld 1 ■ Opvallende uitkomst is te kort
aan beleidsvisie en regievoering
t.a.v. jeugdoverlast; wel veel
bereidheid om samen te werken;
sturing dient versterkt
OOV-Beleidskader (Jaarplan OOV)
■ Een van de centrale doelstellingen:
regievoering aanpak jeugdoverlast
> veld 1 ■ Deze regievoering op
jeugdoverlast is nog niet ingebed
in bredere visie op jeugd
(kadernota integraal jeugdbeleid);
dit kan de effectiviteit van de
aanpak verminderen, aangezien
aanpak overlast tal van
dwarsverbanden heeft met
algemeen preventief
jongerenwerk (dat wel door
welzijn wordt uitgevoerd) – inzet
op jeugd lijkt in ‘spagaat’ terecht
te zijn gekomen
Jeugdagenten/jeugdteam
■ De politiebasiseenheden binnen de gemeente
beschikken over speciale jeugdagenten; deze
zijn aanspreekpunt en samenwerkingspartner
voor gemeente en andere partijen op het item
jeugd
> veld 1 ■
Visienota preventief jongerenwerk Stichting
Pegasus (2008)
■ Bevat visie Welzijn op het preventieve
jongerenwerk; betrof trendbreuk: tot dat
moment: vooral gericht op ‘randgroepjongeren’
(kleine accommodaties/straathoekwerk etc.);
jeugdoverlast tot dat moment wel onder regie
van Welzijn; vanaf 2008: doelgroep is alle 0-23-
jarigen; kerngroep is nog wel de 10 tot 18-
jarigen;
■ Deze verbreding van de focus gaat wel ten
koste van de ‘randgroepjongeren’; op verzoek
van de bestuurlijk portefeuillehouder heeft
Stichting Pegasus haar koers destijds verlegd:
Stichting Pegasus dient sterke partner in de
keten te zijn, geen regisseur meer;
■ Drie accenten in het jongerenwerk:
1. accommodatiegebonden aanbod
2. ambulant jongerenwerk
3. individuele coaching
> veld 1 ■ Nieuwe focus op gehele jeugd
en activiteitenaanbod past bij
overdracht dossier ‘overlast’ naar
OOV
■ Voor hang- en honkgedrag is
geen ruimte meer gereserveerd
JOP-overleg (tot begin 2008)
■ Is destijds afgeschaft, gelijktijdig met
overdracht dossier ‘overlast’ naar OOV
> veld 1 ■ JOP-overleg wordt nu node
gemist door diverse partijen;
betreft eerste zeef, globale
uitwisseling van info over
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
58
overlastgevende
jongeren/groepen (nog geen
‘namen en rugnummers’)
Traject verbetering informatiepositie
jeugdoverlast (vanaf april 2009)
■ Werkafspraak tussen Stichting Pegasus,
Veiligheidshuis en politie om via tweewekelijks
overleg wijkagent/jongerenwerker op
buurtniveau informatie uit te wisselen over
overlastgevende jeugd; voorzitter van het JPO
screent wekelijks op relevante gevallen en
brengt die op de agenda van het JPO
■ Draagvlak voor deze werkwijze bij
jongerenwerk/Stichting Pegasus was in eerste
instantie beperkt; wordt nu wel gedragen
> veld 1 ■ Criteria voor wel of niet
gegevens uitwisselen/vastleggen
zijn nog niet uitgekristalliseerd
Buurtnetwerken
■ Afstemmingsmethodiek op buurtniveau
gericht op kinderen tot 12 jaar
> veld 1 ■
Kadernota integraal jeugdbeleid
■ Wordt nu gerealiseerd
■
Meldpunt Bureau Handhaving
■
Zorgadviesteams VO
■
Centrum voor Jeugd en Gezin
> veld 1 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Ontwikkeling beleidsvisie en methodiek ten aanzien van aanpak jeugdoverlast; op basis daarvan
versterking regievoering;
• Koppeling regievoering jeugdoverlast aan integrale regie (beleidsvoering) ten aanzien van jeugd:
de regie op de jeugdoverlast ligt bij OOV, de integrale beleidsvoering bij Welzijn; door het (nog)
ontbreken van een omvattende visie ontbreekt zicht op de synergie van preventieve maatregelen
aan de ene kant en interventies door OOV/Veiligheidshuis aan de andere kant; aangezien bij de
aanpak van/zorg voor probleemjeugd integraliteit essentieel is, is koppeling van de perspectieven
en maatregelen vanuit de diverse schakels alleszins wenselijk; daartoe is een gedegen integraal
jeugdbeleid, met daarin dus ook aandacht voor jeugd en veiligheidsonderwerpen, onmisbaar;
• Reflectie op het begrip ‘integraliteit’: integraliteit heeft in dit verband meerdere betekenissen,
zoals: integrale aanpak jeugdgroepen (repressief optreden in combinatie met een passend
preventief aanbod), integrale trajecten voor individuele probleemjongeren, integrale aandacht voor
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
59
de ontwikkelstadia van jeugd en jeugdgroepen; wat betreft deze laatste invalshoek: jeugd
veroorzaakt al snel overlast, is hangjeugd, leidt tot onveiligheidsgevoel en meldingen bij de politie;
in het algemeen is dit weinig zorgwekkend; zorgwekkend wordt het vanaf de Beke 3-categorie:
stelselmatige overlast en criminaliteit, eigen organisatie, beperkt beïnvloedbaar door omgeving;
kunst is te voorkomen dat groepen in dit derde of zelfs het vierde (criminele stadium)
terechtkomen; dit vereist dus structurele aandacht voor de type 1 en 2 groepen;
• Reflectie op passende bejegening van type 1 en 2-groepen (‘aanvaardbare’ en ‘hinderlijke’): deze
groepen zijn (nog) niet crimineel maar willen zich best manifesteren; ze zoeken ook contact met
hun omgeving; cruciale vraag: hoe deze groepen zodanig te volgen en ermee te communiceren
dat gemeente en partners de vinger aan de pols kunnen houden én de groepen zich niet naar
stadium 3 doorontwikkelen? In veel gemeenten bestaan hiervoor varianten op het JOP-overleg;
ook Bovenkamp kende dit, tot een kleine 2 jaar geleden; gesprekspartners geven aan er veel voor
te voelen dit weer in te stellen; een mogelijkheid zou zijn dit op buurtniveau te doen, als ‘gewoon
onderdeel’ van (enkele actoren binnen) het buurtteam; mogelijk dat de recentelijk ingestelde
tweewekelijkse afstemming tussen ambulant jongerenwerker en wijkagenten hiervoor een
geschikt podium vormt; te overwegen valt de ‘integrale buurtvisie’ daar voortaan in
vertegenwoordigd te laten zijn door deelname van de buurtcontactambtenaar; (een vraag die
daarbij dan ook speelt, luidt: hoe informatie-intensief dient een dergelijk overleg te zijn,
bijvoorbeeld uit oogpunt van het risico van criminaliseren van jeugd en het behoud van vertrouwen
bij betreffende groepen?)
• Benutting van de dwarsverbanden met bredere buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hiervoor in
hoofdstuk 1): een goed functionerende buurtinfrastructuur heeft mede een preventief potentieel,
zeker voor type 1- en 2-groepen; dit effect lijkt zich in Buurt 6 te hebben voorgedaan, en zou in
Buurt 5 en Buurt 11 ook kunnen gaan optreden; een mogelijkheid is, zoals al aangeduid, dat JOP-
overleg (in welke vorm ook) regulier onderdeel vormt van de eveneens reguliere buurtteaminzet
op het item jeugd;
• Reflectie op de relatie van de aanpak door OOV/Veiligheidshuis van type 3 en 4-groepen
(‘overlastgevende’ en ‘criminele’) met de bredere aanpak/beleidsvoering rond jeugd en specifiek
de bejegening van type 1- en 2-groepen; dit is echter een vanzelfsprekend aandachtspunt in de
huidige integrale beleidsontwikkeling rond jeugd;
• Alertheid op centraal stellen van de maatschappelijke behoefte bij ontwikkeling van beleid,
organisatie, werkwijze: dit sluit aan op bovengenoemde aandachtspunten (i.h.b.: welke aanpak
vergen de type 1- en 2- resp. type 3- en 4-groepen) maar is toch van belang om separaat als
aandachtspunt te noemen; vanuit een scherp beeld van de maatschappelijke behoefte kan
achtereenvolgens worden bepaald welk type inzet/instrumenten nodig is, welke partijen die het
beste kunnen leveren, hoe de regievoering het beste geborgd kan worden en welke
randvoorwaarden daarvoor nodig zijn;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
60
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid thema 3.2: alcohol en drugs
Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn onder meer de zgn. zuipketen (soms ook caravans), hinderlijk
gebruik van alcohol in de openbare ruimte en dito gebruik van drugs (dit laatste leidt soms tot een zgn.
blowverbod, te regelen via de APV).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 3.2
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
alcoholgebruik Bovenkampmonitor Bovenkamp 54 49 44
(soft)drugsgebruik
Bovenkampmonitor Bovenkamp 12 13
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Toezicht op verkoop alcohol aan
minderjarigen
■ Door wijziging DHW is gemeente per
2011verantwoordelijk voor toezicht (en dus
niet meer de VWA)
> veld 1 en 2 ■
KVU/Convenant Veilig Stappen
■ Heeft onder meer betrekking op
schenkregels voor de horeca
> veld 2 ■
Softdrugsbeleid/gedoogbeleid
■ Er worden twee coffeeshops gedoogd
> veld 1 en 5 ■
Integrale Veiligheidsarrangementen
BO/VO
■ Zie hierna bij Veilig in en om de school
> veld 1 en 4 ■
Jeugdgezondheidsbeleid/
Jeugdgezondheidszorg
> veld 1 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
61
Op basis van de accenten in problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Inbedding van de aanpak in integraal jeugdbeleid en meer specifiek de aanpak van jeugdoverlast,
jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin; in vervolg daarop: bewaken en
eventueel verbeteren van de borging van de aanpak in de gemeentelijke organisatie
• Reflectie op de dwarsverbanden met de aanpak/beleidsvoering rond Veilig Stappen
(KVU/Horecaconvenant); aandachtspunten daarbij zijn onder meer de naleving door ondernemers
van gemaakte afspraken over schenkgedrag, voorlichting over alcohol en druggebruik
• Reflectie op de dwarsverbanden met de voortzetting van de Drugsaanpakmethodiek in verband
met de aanpak van drugscriminaliteit en -overlast, in combinatie met de dwarsverbanden met de
bredere buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hoofdstuk 1); gesprekspartners constateren
‘verjonging’ van drugsrunners; een robuuste buurtinfrastructuur kan ook in dit verband een
belangrijke preventieve maar ook signalerende meerwaarde hebben (en als schakelpunt voor
repressieve en persoonsgerichte interventies functioneren);
• Nagaan in welke opzichten intensivering van de voorlichting over alcohol en druggebruik op
instellingen BO en VO wenselijk is, eventueel als onderdeel van de verdere uitrol van
schoolveiligheidsplannen
• Evaluatie Softdrugsbeleid
• Algemeen geldt dat beleidsfocus voor dit item in de Bovenkampse situatie opportuun is: een
relatief grote groep bewoners geldt als sociaal kwetsbaar, en van alcohol- en druggerelateerde
problematiek is bekend dat er een oorzakelijk verband met ‘gebruiken’ binnen het gezin kan zijn;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
62
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid thema 3.3: veilig in en om de school
Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid – thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school.
Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor
omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 3.3 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en stadsdelen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp
Stadsdeel 1 Stadsdeel 2
Stadsdeel 3
incidenten op scholen
incidentregistratie-systeem
Stadsdeel 4
slachtofferschap criminaliteit
Bovenkampmonitor Bovenkamp 35 31 31
(soft)drugsgebruik
Bovenkampmonitor Bovenkamp 12 13
alcoholgebruik Bovenkampmonitor Bovenkamp 54 49 44
gokken
Bovenkampmonitor Bovenkamp 7 8 5
sociale ondersteuning Bovenkampmonitor Bovenkamp 8,5 8,5 8,6
welbevinden thuissituatie
Bovenkampmonitor Bovenkamp 77%
wordt zelf regelmatig gepest
Bovenkampmonitor Bovenkamp 3% 5%
pest zelf regelmatig
Bovenkampmonitor Bovenkamp 4% 4%
spijbelen Bovenkampmonitor Bovenkamp 7% 7%
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Handboek Veilig in en om de school
(2007)
■ Is stramien voor de afzonderlijke integrale
veiligheidsarrangementen; gesubsidieerd
met GSB-middelen
> veld 1, 4 en 5 ■
Integrale Veiligheidsarrangementen
■ Doelstelling MBP 2007: 8 integrale
> veld 1, 4 en 5 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
63
veiligheidsarrangementen in 2009
■ Aspecten: sociale weerbaarheid,
verkeersveiligheid, pesten/cyberpesten,
voorkoming overlast, alcohol en drugs,
loverboys
■ Voor BO en VO
■ Medio 2009 zijn 5 arrangementen met 14
scholen vastgesteld
Modelconvenant plus checklist Veilige
basisschool 2009
■ Opgesteld door Provincie;
convenantpartners zijn gemeente, school,
politie en bureau Halt
> veld 1, 4 en 5 ■
Convenant Veiligheid op school krijgt
voorrang voor VWO en MBO
> veld 1, 4 en 5 ■
Incidentregistratiesysteem
■ Politie registreert naar aanleiding van
meldingen van scholen; halfjaarlijkse
rapportage
■ Gemeente beschikt zelf niet
over de informatie
■ Geen periodiek overleg over
incidentregistratie/Veilig in en om
de school-aanpak met politie en
instellingen
Schooladoptie politie
> veld 1, 4 en 5 ■
Marietje Kessels-projecten
> veld 1 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Borging van de voortzetting/uitrol van veiligheidsarrangementen BO en VO, eventueel in
afgeslankte vorm zoals geschematiseerd in het convenant Veilige Basisschool 2009; argumenten
in dit verband zijn:
o Onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen een knooppunt in
signalering en zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende
kinderen; dit heeft natuurlijk te maken met het intensieve contact dat deze instellingen met
jongeren hebben, maar ook met een op onderdelen afnemende invulling van signalerings-
en zorgtaken door andere actoren, al dan niet door onmacht of overmacht; de complexe
taken waar docenten zich als gevolg hiervan in de praktijk gesteld zien, zullen niet in
intensiteit gaan afnemen; om deze reden past de gemeente voortzetting van de
instrumentering en ondersteuning van deze instellingen, opdat die kunnen blijven
beantwoorden aan deze maatschappelijke vraag;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
64
o Vanuit dezelfde observatie is er nog een andere reden voor voortzetting: die dient een
significant veiligheidsbelang: instrumentering van de instellingen als sociaal knooppunt
‘betaalt zich meervoudig uit’;
o Bovenkamp kent een sociaal kwetsbare bevolking (zie ook hiervoor); de urgentie van
instrumentering neemt daardoor toe;
o Er is momenteel nog geen integrale regie op de jeugd (zie ook paragraaf 3.1): er bestaat
daardoor geen zicht op synergie van de veilige school-aanpak met flankerende initiatieven
en maatregelen, voorzover die er zijn; beëindiging van het traject – waarvan de
meerwaarde op zichzelf te beargumenteren is zoals hierboven – heeft daardoor potentieel
ook andere dan de reeds genoemde ongewenste gevolgen; gecontroleerde afbouw is
mogelijk indien de integrale regie op de jeugd op orde is;
• Als onderdeel van de aanscherping van de integrale regie/formulering van integraal jeugdbeleid:
inbedding van de aanpak in integraal jeugdbeleid en meer specifiek de aanpak van jeugdoverlast,
aanpak alcohol en drugs en jeugdgezondheidszorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin en berde
schoolinitiatieven;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
65
Tussenstand: mogelijke prioriteiten jeugd en veiligheid
Op basis van de problematiek en huidige aanpak binnen het veld ‘jeugd en veiligheid’, kan gedacht
worden aan de volgende prioriteiten:
Veilig opgroeien
De veiligheidsaspecten rond jeugd (overlast, individuele probleemjongeren, alcohol en drugs en veilig
in en om de school) worden nu versnipperd, vanuit verschillende onderdelen van de gemeentelijke
organisatie aangevat. De aanpak als geheel sorteert op diverse onderdelen goede effecten. Op
andere onderdelen minder, of is dit onbekend. Node gemist wordt een sturende, ordenende integrale
visie op jeugd die de inspanningen door verschillende afdelingen in perspectief plaatst, zowel tot
elkaar als tot de maatschappelijke behoefte en te implementeren nieuwe instrumenten zoals het
Centrum voor Jeugd en Gezin. Juist een complex terrein als jeugd vraagt om een dergelijke
ordenende visie: jeugd heeft baat bij proactie, preventie en interventie – maar het rendement van die
verschillende schakels van de keten is pas optimaal bij een overstijgende visie.
In die visie en de te voeren aanpak behoort aandacht te zijn voor de dwarsverbanden met de
buurtleefbaarheidsaanpak (zie hoofdstuk 1), die immers mede belangrijke preventieve effecten heeft.
Ook is aandacht voor de dwarsverbanden met de inzet op drugscriminaliteit en –overlast door
OOV/Veiligheidshuis van belang, vanwege de risico’s die de Bovenkampse jeugd in dit opzicht loopt.
Daarnaast is verheldering – als onderdeel van de visievorming - van de wenselijke aanpak en
regievoering daarover van respectievelijk ‘reguliere overlast’ (type 1 en 2 Beke) en ‘zorgwekkende
overlast/criminele jeugd’ (type 3 en 4 Beke) wenselijk.
De inzet op ‘Veilig in en om de school’ vormt het sluitstuk van de aanpak op dit veiligheidsveld:
onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen knooppunten in signalering en
zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen. Duurzame
ondersteuning van die complexe functie betaalt zich meervoudig uit in termen van veiligheid. Dit item
is een noodzakelijk onderdeel van de te formuleren visie.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
66
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid thema 4.1: verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor
specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt
beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen
worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 4.1
feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
verkeersongevallen dodelijke afloop
politie
Bovenkamp 1 2 2
verkeersongevallen letsel
politie
Bovenkamp 130 105 117
verkeersongevallen materiële schade
politie
Bovenkamp 934 1103 753
meldingen parkeerproblemen/ verkeersstremming parkeerproblematiek
politie (incidentcode 2.3.1)
Bovenkamp 360 519 415
meldingen rijden onder invloed van alcohol
politie (incidentcode 3.5.2/D21)
Bovenkamp 369 414 293
perceptie overlast te hard rijdende auto’s (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor Bovenkamp
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Doelstelling kadernota IVB 2005 – 2009: verdere afname van aantal verkeersslachtoffers; deze
doelstelling is niet gehaald: het aantal ongevallen met letselschade is in de periode 2006 – 2008
met plm. 10% afgenomen; De daling in het aantal ongevallen met enkel materiële schade is voor
een belangrijk deel afgenomen door een steeds mindere registratiegraad van dit type ongevallen
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
67
Accenten huidige aanpak
accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Beleidskader
■ Verkeersveiligheidsplan (2001)
■ Mobiliteitsprogramma 2009 – 2010 incl.
Netwerkanalyse
■ Kadernota integrale veiligheid 2005 –
2009: verkeersveiligheid vormt hierin een
van de prioriteiten; ingezet is op
vermindering ongevallen, agressief
verkeersgedrag en geluidsoverlast verkeer
■ Regionaal Verkeers- en Vervoersplan
2008 (RVVP): Bovenkamp werkt met RVVP
en heeft geen Gemeentelijke VVP;
accenten in het RVVP zijn:
verhoging/consolidatie verkeersveiligheid
voor doelgroepen (senioren, scholieren),
bewustwording verkeersdeelnemers,
rijvaardigheid verkeersdeelnemers; een en
ander onder meer door structurele
inbedding in basis- en voortgezet onderwijs
■ In 2010 zal een nieuw
Verkeersveiligheidsplan worden
gerealiseerd
> veld 1, 2 en 3 ■
Inzet vanuit programma ruimtelijke
ontwikkeling/Mobiliteit
■ Ontwikkelen en uitvoeren van
maatregelen voor verkeersveiligheid op
basis van Mobiliteitsprogramma en het
RVVP; voor woongebied worden
maatregelen ontwikkeld vanuit concept
‘Duurzaam veilig’
> veld 1 en 3 ■
Accenten politie-inzet
■ Verkeersveiligheid is een van de
prioriteiten van het politiedistrict
Bovenkamp; doel is verhoging van zowel
subjectieve als objectieve verkeersveiligheid
en vermindering van agressief
verkeersgedrag en verkeersoverlast
■ Aanpak: vasthouden huidige intensiteit
toezicht en handhaving; focus op locaties
die uit analyse meest onveilig blijken of als
> veld 1, 2 en 3 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
68
zodanig worden ervaren
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Actualiseren verkeersveiligheidsplan; hierin de diverse acties die m.n. vanuit RVVP en
Mobiliteitsprogramma ten aanzien van verkeersveiligheid worden ondernomen, bundelen;
coherente visie op verkeersveiligheid in Verkeersveiligheidsplan opnemen;
• Bij ontwikkeling visie en maatregelen samenhang met aanpak rond de
buurtleefbaarheidsaanpak (zie ook hoofdstuk 1 van deze rapportage) bewaken;
• Bewaken en waar nodig versterken van informatiepositie ten aanzien van hotspots van
verkeersonveiligheid (zowel subjectief als objectief); gestructureerd uitwisselen van deze
informatie met de politie;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
69
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid thema 4.2: brandveiligheid
Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van
bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere
bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de
brandweer toe op preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op
de bestrijding (repressie) van branden.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 4.2
feitelijke waarde3
indicator bron gemeente en
buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
meldingen kleine brand
brandweer Bovenkamp 448 479 475 493
brandmeldingen totaal
brandweer Bovenkamp 464 489 489 519
hulpverleningen totaal
brandweer Bovenkamp 148 63 74 68
% verstrekte gebruiksvergunningen
brandweer Bovenkamp 100% 100% 100% 100%
% controles conform Prevap
brandweer Bovenkamp 84% 110% 97% 74% 67%
NB:
Accenten problematiek/huidige aanpak
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
M.b.t. proactie/preventie:
• risicovolle objecten zijn geïnventariseerd;
• verlening van gebruiksvergunningen is op orde (100% minus vergunningen in procedure):
Bovenkamp kent al geruime tijd geen achterstanden in verleende gebruiksvergunningen of
momenteel afhandeling gebruiksmeldingen; de hierboven vermelde percentages controles
conform PREVAP behoeven een kleine toelichting: deze percentages zijn afgeleid van het
oorspronkelijke preventieactiviteitenplan conform de handleiding; in 2007 is deze systematiek
voor de deelnemende gemeenten van Stadsregio gewijzigd met een aanvulling voor wat
betreft naleefgedrag: objecten waar gebruiksvoorschriften goed blijken te worden nageleefd
worden minder frequent gecontroleerd; dit levert bij goed naleefgedrag een vermindering van
de controledruk op en bij slecht naleefgedrag een toename; geschat wordt dat van gemiddeld
een controle per gebruiksvergunning/melding per jaar dit kan stijgen naar gemiddeld een
3 De aantallen meldingen brand en hulpverlening zijn ontleend aan de jaarverslagen van brandweer Stadsregio-Limburg.
De meldingen kleine brand zijn afgeleid van het totaal minus de aantallen middel en (zeer) grote brand. De sterke daling van het aantal hulpverleningen tussen 2005 en 2006 heeft te maken met een andere wijze van registreren waarbij individuele hulpverleningen naar aanleiding van bijvoorbeeld een stormnacht niet meer afzonderlijk worden geteld.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
70
controle per 1,5 jaar; het % controles conform PREVAP drukt hier dus het aantal controles ten
opzichte van het totaal gebruiksvergunning-/meldingplichtige objecten uit;
• naast de ‘gewone’ controles vindt op projectmatige basis controle plaats (zoals de
Carnavalscontroles);
• verwerking van meldingen: deze worden nu nog door de brandweer verwerkt; de
gemeentelijke rol in dezen dient nog gestalte te krijgen; de gemoeide administratieve
werkzaamheden gaan overigens ten koste van de beschikbare capaciteit voor feitelijke
controle;
• controles van horeca/nachthoreca en evenementen vinden integraal plaats, met deelname
van (milieu)politie, brandweer en Bureau Toezicht en handhaving BWM van de afdeling OOV;
deze integrale teams controleren maandelijks enkele horecabedrijven;
• integrale controles met andere toezichthouders (of uitgevoerd door andere toezichthouders)
hebben als mogelijk nadeel dat de informatiepositie van de brandweer met betrekking tot het
inwendige van gebouwen verslechtert; dit kan in bepaalde gevallen de effectiviteit van de
repressie bij incidenten/calamiteiten verminderen; in Bovenkamp is dit niet aan de orde
doordat preventisten onderdeel uitmaken van integrale teams en er binnen de brandweer
informatieoverdracht plaatsvindt tussen de preventie en repressie;
• de brandweer heeft beperkt capaciteit voor voorlichting; de voorlichtingswerkzaamheden
worden uitgevoerd conform het jaarlijks opgesteld voorlichtingsplan en richt zich op het
vergroten van risicobewustzijn van doelgroepen; met name in Keurmerk Veilig Ondernemen-
trajecten is het mogelijk met op de betrokkenen gerichte voorlichting het risicobewustzijn te
verhogen; dit uit zich met name in een grotere bereidheid tot treffen van voorzieningen of
doorvoeren van maatregelen;
• de brandweer wordt in het algemeen tijdig en voldoende betrokken bij ruimtelijke planvorming
en milieuprocedures; hierdoor kan de brandweer in principe gestalte geven aan proactieve
taak;
M.b.t. preparatie/repressie:
• de brandweer kent voor de gemeente Bovenkamp 150 aanvalsplannen, 4 multidisciplinaire
coördinatieplannen (regionaal model voor LPG-tankstations) en drie rampbestrijdingsplannen
(tevens LPG stations);
• dekkingsgraad repressie in dag- en nachtsituatie is meer dan 90%; komt mede door
beschikbare beroepsformatie voor dag- en 24-uursdienst;
• door landelijk gewijzigd beleid van waterleidingmaatschappijen is er sprake van een overgang
van ‘vermaasd’- naar een eindnet; dit is goed voor de waterkwaliteit maar slecht voor de
beschikbare capaciteit van bluswater; vooral in deze regio en de gemeente Bovenkamp omdat
er nauwelijks open water (alternatieven) beschikbaar zijn; de gemeente heeft inmiddels een
goed beeld van de knelpunten (norm NVBR richtlijn) en is gestart met een Traject Verbetering
Bluswatervoorziening (met afdelingen OOV en SPO);
• veel inzet is gemoeid met automatische brandmeldingen (van de 1250 uitrukken zo’n 625); het
gaat daarbij echter slechts in plm. 5% van de meldingen daadwerkelijk om brand;
• zo’n 2 maal per jaar is er sprake van ‘grote brand’;
• bij ‘buitenbranden’ gaat het relatief vaak om brandstichting/vandalisme;
• door de demografische krimp en daardoor toenemende leegstand verandert het risicoprofiel
voor de brandweer; in leegstaande panden is het risico van brand groter; brandweer is
hierover in bespreking met gemeenten, corporaties; opties zijn herbestemming en sloop;
• overigens leidt de ‘krimp’ ook tot minder budget voor de brandweer – terwijl er nu reeds op
onderdelen sprake is van financieel of capaciteitstekort (daarin speelt ook de afschaffing van
het FLO een rol); druk op de beroepsformatie neemt als geheel toe; extra druk geeft de
afnemende animo voor vrijwillige brandweer, mede door de regionalisering; aannemen
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
71
personeel voor een hoofdtaak is niet meer haalbaar (combi van taken); andere
oplossingsrichtingen: meer werken met parttimers en meer inzetten op bewustzijn en kennis
bij doelgroepen;
• opleiden en oefenen: wordt uitgevoerd conform jaarlijks vastgesteld jaarplan; voor het jaarplan
geldt als uitgangspunt de landelijke Leidraad Oefenen;
• evaluatie van incidenten: vanaf middelgrote incidenten wordt een evaluatie gemaakt, zowel
van de effectiviteit van de repressieve inzet als de invloed van preventieve en preparatieve
maatregelen; de evaluatie van preventie en preparatie wordt zonodig samen met politie en/of
verzekeraar uitgevoerd; voor beide soorten evaluaties zijn een format en routing vastgesteld;
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke aandachtspunten/beleidsversterkingen:
• Nader analyseren welke uitdagingen toenemende leegstand impliceert en welke
oplossingsrichtingen er zijn, mede in combinatie met de dilemma’s/uitdagingen die zich op de
andere veiligheidsvelden voordoen (mogelijke herbestemming lege panden is bijvoorbeeld
beschikbaar stellen voor participatiedoeleinden - veiligheidsveld 1/Veilige en leefbare
buurten), kleinschalige evenementen, alternatieve werkplaatsen/ateliers, e.d., vanuit oogmerk
van belang van sociale betrokkenheid/activering); NB: demografische krimp leidt tot perioden
van leegstand van woningen, scholen en bedrijven; leegstand betekent een verhoogd risico
voor brand; voor woningen zijn inmiddels ‘versnelde’ sloopprogramma’s, bedrijventerreinen
zijn en worden opgeknapt; scholen zijn nog wat minder in beeld;
• Nader analyseren welke uitdagingen de afnemende bereidheid voor vrijwillige brandweer in
combinatie met afnemend brandweerbudget door krimp: ‘interactie’ is daarbij een belangrijk
concept, zowel intern (personeel dat zowel preventieve als repressieve taken heeft) als extern
(meer met parttimers werken, meer investeren in voorlichting);
• Met voorrang de procedurele gevolgen van de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit
borgen in de gemeentelijke organisatie (zodat de brandweer geen meerwerk heeft aan
betreffende procedures).
• Borging van solide betrokkenheid van de brandweer bij borging van de veiligheid van
evenementen (zowel in de vergunningfase als in de uitvoeringsfase).
• Nader analyseren wat de gevolgen zijn van de toename van kleinschalige zorgverlening aan
individuele zorgbehoevenden: enerzijds is het een goede ontwikkeling dat zorg op kleine
schaal wordt aangeboden, anderzijds zie je een toename van minder en niet zelfredzame
personen in ‘gewone’ woningen; deze kunnen zich bij brand niet zelf redden met als gevolg
een grotere kans op slachtoffers; er wordt ook nog veel voor de doelgroep ouderen gebouwd
zonder rekening te houden dat met een periode van 10 – 20 jaar deze groep voor een groot
deel ook uit minder of niet zelfredzame personen bestaat.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
72
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid thema 4.3: externe veiligheid
Bij dit thema staan de risico’s van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of
bewerkt in inrichtingen en vervoerd via weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn het zgn.
‘groepsrisico’ (GR) en het ‘plaatsgebonden risico’ (PR). In beide gevallen gaat het om de zgn. ‘naarbuiten
gerichte’ (ofwel externe) veiligheidsrisico’s van de gevaarlijke stoffen.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 4.3
feitelijke waarde
indicator bron subcategorieën
2005 2006 2007 2008 2009
% objecten waarvan risico’s inzichtelijk zijn gemaakt
gemeente PM PM PM PM
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3
% gecontroleerde inrichtingen cf. de categorie-indeling
gemeente
Categorie 4
aantal opgelegde bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen
gemeente
aantal overtredingen
gemeente
% bewoners dat bekend is met risico’s gevaarlijke stoffen
Bovenkampmonitor
Accenten huidige aanpak
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
• Beleid:
o Voor de Beleidsvisie Externe Veiligheid cf. BEVI (over de omgang met de referentiewaarde
voor het groepsrisico en compenserende maatregelen bij veranderend groepsrisico) is in 2008
een provinciale blauwdruk beschikbaar gekomen; deze wordt momenteel op onderdelen
aangepast/gedetailleerd voor de Bovenkampse situatie en zal naar verwachting in het tweede
kwartaal van 2010 in besluitvorming gaan; de afdeling Stadsplanning is trekker;
• Risico-inventarisatie en –analyse:
o De cf. het Registratiebesluit 2007 verplichte inventarisatie van risicovolle situaties heeft
plaatsgevonden; binnen de gemeentegrens zijn aanwezig 18 BEVI-inrichtingen; voor 1
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
73
inrichting is vergunningverlening voor uitbreiding gaande; hierdoor zal een nieuwe BRZO-
inrichting ontstaan;
o Ingevolge de Wrzo en het Besluit en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI/REVI)
zijn nadere risicoanalyse (QRA) en doorvertaling in RO-maatregelen in bepaalde gevallen
verplicht; deze stap is nog niet voor alle betreffende gevallen gezet in Bovenkamp;
o Voor het stationsgebied heeft wel uitvoerige risicoanalyse plaatsgevonden i.v.m. met de
herinrichting van dit gebied; complicerende factoren voor de GR-contour van deze locatie zijn:
toegenomen vervoer over het spoor van gevaarlijke stoffen (van Sittard-Geleen naar
Duitsland) en aanscherping rekenprogramma RBM2; hierdoor komen kantoren in het
herinrichtingsgebied voor 100% binnen de GR-contouren te liggen; analyse van de te volgen
aanpak heeft plaats;
• Vergunningverlening
o De milieuvergunningen van de LPG-tankstations moeten procedureel nog worden aangepast;
overige vergunningen externe veiligheid zijn op orde en actueel;
• Toezicht en handhaving:
o Het Bureau Toezicht en Handhaving BWM, dat de handhaving van EV-bedrijven
programmeert en coördineert, maakt sinds 1 juli 2009 onderdeel uit de afdeling OOV;
o Voor de programmering van de handhaving werkt de gemeente met de bedrijfsindeling die
begin jaren ‘90 is vastgesteld (vier categorieën milieubedrijven); jaarlijks worden de
werkzaamheden beschreven in zgn. ‘jaarschijven’ van het Milieuprogramma Toezicht en
Handhaving Bedrijven; naast de indeling in vier categorieën bedrijven is daarbij de zgn.
‘priolijst’ van verhoogd risicobedrijven van belang; er zijn in totaal zo’n 80 ‘priobedrijven’ in
Bovenkamp, waaronder vuurwerkbedrijven, RRGS-bedrijven (Risicoregister Gevaarlijke
Stoffen) en overige bedrijven; deze bedrijven krijgen extra aandacht, via jaarlijkse (extra)
deelcontroles en/of projectmatige controles; vuurwerkbedrijven worden 3x per jaar voor
deelcontroles bezocht, RRGS-bedrijven 1x per jaar, net als de overige priobedrijven binnen
categorie 3; priobedrijven binnen categorie 1 en 2 worden projectmatig gecontroleerd;
o Onder de horecabedrijven bevinden zich ook ‘priobedrijven’; de controles van
horeca/nachthoreca vinden integraal plaats, met deelname van (milieu)politie, brandweer en
Bureau Toezicht en handhaving BWM van de afdeling OOV; deze integrale teams controleren
maandelijks enkele horecabedrijven;
o Bij de controle en handhaving van BRZO-bedrijven waarvoor de gemeente het bevoegd
bezag is, werkt de gemeente samen met de provincie
• Saneringen:
o Alle urgente saneringen zijn uitgevoerd, niet-urgente saneringen (2010) zijn in uitvoering;
• Doorvertaling EV in RO:
o Vindt nu nog niet structureel plaats; beoogd wordt een vaste EV-paragraaf bij nieuwe
ruimtelijke plannen; daarnaast zal een plan van aanpak worden opgesteld voor het actueel
houden van bestemmingsplannen voor wat betreft de EV-risico’s;
• Vervoer gevaarlijke stoffen:
o De ontwikkelingen inzake het Basisnet worden gevolgd door betrokken afdelingen;
o Wat betreft routering: de Rijksoverheid wil een aantal snelwegen aanwijzen waarover het
vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk moet plaatsvinden;
• Risicocommunicatie:
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
74
o Risicocommunicatie met bewoners is in ontwikkeling; er wordt gecommuniceerd via onder
meer de risicokaart en een speciale site: ‘www.Bovenkampveilig.nl’; de binnen OOV
aanwezige communicatie-expertise wordt ingezet voor de risicocommunicatie;
• Organisatie/coördinatie en afstemming:
o Er is regelmatig afstemming over EV tussen de disciplines milieu/EV, RO en voorbereiding op
rampenbestrijding/brandweer maar dit zou intensiever kunnen en beter geborgd kunnen
worden; hierdoor kan in processen en procedures vanaf het eerste begin adequaat rekening
worden gehouden met externe veiligheidsrisico’s; vertraging, evt. financiële schade en/of
aanzienlijke veiligheidsrisico’s in een later stadium kunnen daardoor worden voorkomen;
o De integratie van Bureau Toezicht en Handhaving BWM in OOV (per 1 juli 2009) is uit
oogpunt van borging van de integraliteit een goede stap, aangezien ook de gemeentelijke
coördinatie rampenbestrijding bij OOV is ondergebracht;
o Relevante afdelingen voor de integrale benadering van EV zijn nu: Stadsplanning (beleid t.a.v.
milieu/EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en OOV (controle en handhaving
EV en coördinatie rampenbestrijding);
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in problematiek en huidige inzet kan het volgende worden geconstateerd
wat betreft mogelijke (nieuwe) beleidsaccenten en -versterkingen:
• Beleid:
o Conform BEVI: formuleren vaststellen van de Beleidsvisie Externe Veiligheid en op die manier
beleidsmatig borgen van de relatie tussen milieu, ruimtelijke ordening en voorbereiding op
rampenbestrijding;
o Doorvertaling van deze beleidsvisie in beleidsplan en in procedures en in andere
organisatorische voorwaarden;
o Verkennen of de balans tussen veiligheidsbelang (risico’s gevaarlijke stoffen) en economisch
belang (bedrijvigheid, werkgelegenheid) voldoende bewaakt wordt in beleid en uitvoering;
nagaan welke nieuwe accenten wellicht moeten worden gezet;
• Risico-inventarisatie en –analyse:
o Uitvoering QRA’s van inrichtingen/risico’s ten aanzien waarvan dat wettelijk verplicht is maar
momenteel nog niet gerealiseerd;
• Vergunningverlening:
o Vergunningen LPG-tankstations op orde brengen
• Toezicht en handhaving:
o Bewaken dat de inbedding van het Bureau Toezicht en Handhaving BWM binnen de afdeling
OOV niet tot operationele onduidelijkheid leidt voor de programmering en uitvoering (cf. de
prioriteitstelling op basis van de risicoanalyse) van toezicht en handhaving van EV-bedrijven;
• Doorvertaling EV in RO:
o Consequente doorvertaling risico’s in ruimtelijke plannen; opnemen vaste EV-paragraaf in
nieuw beleid en opstellen Plan van Aanpak voor het actueel houden van bestemmingsplannen
wat betreft EV-risico’s;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
75
• Vervoer gevaarlijke stoffen:
o Ontwikkelingen binnen het Basisnet blijven volgen en doorvertalen in gemeentelijk beleid
o Bijzondere aandacht voor de ‘EV-factor’ bij de ontwikkeling van het stationsgebied;
• Risicocommunicatie:
o Verdere structurering/versterking van de risicocommunicatie met bewoners; oriëntatie op
effectieve instrumenten daarvoor;
• Organisatie/coördinatie en afstemming:
o Verdere borging van de beleidsmatige en operationele afstemming over EV tussen de
disciplines RO, milieu/externe veiligheid en rampenbestrijding ofwel de afdelingen
Stadsplanning (beleid t.a.v. EV en RO), Publiekszaken (vergunningverlening EV) en OOV
(controle en handhaving EV en coördinatie rampenbestrijding); beleidsmatige afstemming
tussen genoemde disciplines/afdelingen is in elk geval aan de orde vanwege het formuleren
van de beleidsvisie externe veiligheid (zie hierboven); hierin heeft de afdeling Stadsplanning
het voortouw; dit traject zou mede als vehikel voor verdere borging van de afstemming (ook in
de ‘beheers’-/uitvoeringsfase dus) kunnen worden gebruikt;
o Borging EV-expertise binnen RO; hierdoor kan voorkomen worden dat in de ontwerpfase op
RO-gebied externe veiligheidsrisico’s veronachtzaamd worden, met mogelijke dilemma’s/
financiële schade in een later stadium;
o Borging van de uitwisseling van risicodata tussen EV-partners; opnemen van deze
uitwisseling en benutting data in werkprocessen/procesbeschrijvingen van de gemeentelijke
organisatie.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
76
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding
Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal – die vinden zelden plaats, maar gemeente en
veiligheidspartners dienen zich toch terdege te prepareren op de eventuele ramp. De gemeente is daarbij
verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 4.4 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
getoetst, goedgekeurd en actueel rampenplan
gemeente Bovenkamp Ja ja ja
ja ja
% deelprocessen waarvan planvorming actueel is
gemeente Bovenkamp 100%
% deelprocessen dat beoefend wordt
gemeente Bovenkamp 5 5 5
aantal bestuurlijke rampenoefeningen
gemeente Bovenkamp 1
Accenten huidige aanpak
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
M.b.t. rampenorganisatie:
• Bovenkamp heeft de beschikking over een omvangrijke rampenorganisatie van zo’n 150
medewerkers. Er is een groot verloop van medewerkers. Investeren in kwaliteit is hierdoor lastig.
• Rol in de rampenbestrijdingsorganisatie is nu niet opgenomen in de functieomschrijving van
medewerkers; er vindt geen sturing vanuit het management op plaats;
M.b.t. planvorming:
• Het gemeentelijk rampenplan voldoet aan de vereisten; plan en deelplannen zijn actueel;
verantwoordelijk voor de actualiteit van de deelplannen zijn de procesverantwoordelijken;
• Bovenkamp beschikt over twee rampenbestrijdingsplannen (RBP) en 5 multidisciplinaire
coördinatieplannen (MCP), allen voor LPG-tankstations. Komende jaar is actualisatie
noodzakelijk.
M.b.t. opleiding en oefening van GBT, GMT, procesmedewerkers:
• Bovenkamp kent 13 deelprocessen; gemiddeld worden zo’n vijf processen per jaar beoefend;
• Bovenkamp is zelf verantwoordelijk voor het opleiden- trainen en oefenen (OTO) van de
rampenorganisatie. Een regionale werkgroep OTO bestaande uit 4 AOV’ers (waaronder
Bovenkamp) heeft een monodisciplinair opleidingsprogramma opgesteld. Voor alle gemeentelijke
onderdelen binnen de rampenorganisatie kunnen gemeenten OTO-producten inkopen.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
77
• Lokaal is nog geen OTO-plan opgesteld;
• In 2006 en 2007 zijn de leden van het GBT wel opgeleid, in 2008 niet; wel oefening dat jaar met
GBT. De regionale brandweer is verantwoordelijk voor het houden van multidisciplinaire
oefeningen. Door een gebrek aan capaciteit worden te weinig oefeningen aangeboden.
• Voor de AOV’ers is een hard piket ingesteld (5 plaatsvervangers);
• De AOV-pool wordt ook ingezet in een buurgemeente. De AOV’er van deze buurgemeente is
toegevoegd aan de AOV-pool Bovenkamp.
• Opleiding sleutelfunctionarissen: alle sleutelfunctionarissen dienen de basiscursus
rampenbestrijding (OCR) te hebben gevolgd. In 2008: 14, in 2009: 8. De coördinator
rampenbestrijding houdt zelf in de gaten welke nieuwe medewerkers mogelijk een opleiding
behoeven;
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in problematiek/aanpak kan het volgende worden geconstateerd wat betreft
mogelijke extra inspanningen/beleidsversterkingen:
• Borging van managementaandacht voor de rol van werknemers in de
rampenbestrijdingsorganisatie; dit kan via integratie van die taak in het functieprofiel en
behandeling ervan in functioneringsgesprekken; eventueel: kapitalisering van de met opleiden en
oefenen gemoeide tijd;
• Nagaan of het huidig profiel van de procesverantwoordelijken voldoende effectief is, op welken
punten versterking mogelijk is; dit kan gelegen zijn in instelling piket, brede
procesverantwoordelijkheid, namelijk ook voor tijdig opleiden procesdeelnemers, opvoering
frequentie GMT-oefeningen;
• Opstellen en vaststellen van een lokaal OTO-plan;
• Verdere borging van de afstemming tussen disciplines EV, RO en preparatie, bijvoorbeeld door
intensivering periodiek overleg (zie ook hiervoor bij thema 4.3);
• Met het oog op de Wet Veiligheidsregio’s (per 1-1-2010) investeren in een professionele regionale
gemeentelijke rampenorganisatie, bijvoorbeeld door het inrichten van pools voor de diverse
gemeentelijke processen (van kwantiteit naar kwaliteit); samenwerking tussen gemeenten (op
regionaal of districtelijk niveau) zal nodig zijn om als gemeentelijke kolom aan de wettelijk
vastgestelde kwaliteitsnormen en basisvereisten te kunnen voldoen; Bovenkamp kan hierbij als
centrumgemeente een voortrekkersrol vervullen (eerder is dit bijvoorbeeld geschied bij de
realisatie van het gezamenlijk AOV-piket met een buurgemeente).
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
78
Tussenstand: mogelijke prioriteiten fysieke veiligheid
Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘fysieke veiligheid’,
zijn geen items aan het licht getreden die als mogelijke prioriteit voor het meerjarige integrale
veiligheidsbeleid dienen te worden opgevoerd.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
79
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid thema 5.1: radicalisering/terrorisme
Bij dit thema gaat het om ideologische groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd,
dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. Sprake kan zijn van dreigend geweld.
Deze groepen vergroten de polarisatie in de samenleving, zetten het sociaal weefsel onder druk. Stromingen die
op die manier kunnen radicaliseren, zijn bijvoorbeeld: rechts-extremisme, islamradicalisme,
dierenrechtenradicalisme, links-extremisme.
Cijfers/problematiek
• In bepaalde buurten van Bovenkamp staan de leefbaarheid en veiligheid onder druk; dit kan
gevolgen hebben voor de tolerantie tussen bevolkingsgroepen; beschikbare gegevens wijzen hier
overigens niet op;
• In theorie is radicalistische activiteit (voorbereiding terrorisme) ook in Bovenkamp mogelijk (zgn.
‘cellen’); deze activiteit is slecht zichtbaar; ook zijn in theorie dwarsverbanden mogelijk tussen
vormen van georganiseerde criminaliteit en radicalisme/voorbereiding terrorisme; beschikbare
gegevens wijzen hier niet op;
• Er zijn in de afgelopen jaren een aantal kleine zaken geweest (betrof voornamelijk radicalisering)
• met het vorige afdelingshoofd OOV had ik de
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Beleidskader/-keuze
■ Radicalisering en marginalisering worden
voorlopig niet opgepakt
■ Werkafspraak is dat eventuele signalen
van radicalisering/polarisatie die door of via
de gemeente binnen komen, bij het
Veiligheidshuis worden gedeponeerd en
vervolgens doorgegeven aan politie
(regionale inlichtingendienst) en/of AIVD; dit
is enkele malen in de praktijk zo toegepast
■ Medewerkers Stichting Pegasus
informeren eveneens Veiligheidshuis bij
signalen
> veld 1 en 3 ■
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
80
Aandachtpunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Borging van de alertheid op dit onderwerp door het consequent te laten terugkeren in de jaarlijkse
uitvoeringsplannen Integrale Veiligheid en in andere relevante nota’s/plannen van bijvoorbeeld
jeugd en welzijn, afdeling Publiekszaken (vergunningverlening), Buurtgericht werken;
• Formeel beleggen van dit onderwerp bij iemand binnen OOV/Veiligheidshuis
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
81
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid thema 5.2: georganiseerde criminaliteit
Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in binnensteden/op
gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en
beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en
bovenwereld en vaak ook van ‘witwassen’. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel,
vastgoedfraude en mensenhandel.
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 5.2 feitelijke waarde
indicator bron gemeente en buurten daarbinnen
2005 2006 2007 2008 2009
Bovenkamp 4 3 4
Stadsregio
Buurt 3 4 3 8
Buurt 5 4 4 4
Buurt 6 3 3 3
Buurt 10 3 5 4
Buurt 11 6 4 2
Buurt 12 16 13 10
meldingen drugshandel (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 3.1.1)
Buurt 17 5 3 4
Bovenkamp 8 10 9
Stadsregio
Buurt 3 5 10 14
Buurt 5 6 10 11
Buurt 6 17 9 8
Buurt 10 8 14 15
Buurt 11 14 11 11
Buurt 12 46 27 29
meldingen drugsoverlast (per 1.000 inwoners)
politie (incidentcode 2.1.1/E38)
Buurt 17 16 14 18
Bovenkamp Stadsregio
Buurt 3 10 10 Buurt 5 3 9
Buurt 6 6 2
Buurt 10 10 6
Buurt 11 7 10
Buurt 12 11 7
perceptie overlast dealpanden (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 7 5
Bovenkamp 14 10 10
Stadsregio
Buurt 3 19 16 15
Buurt 5 14 14 15
Buurt 6 13 11 11
Buurt 10 22 9 10
Buurt 11 26 24 16
Buurt 12 41 15 9
perceptie overlast drugs (% respondenten dat aangeeft dat deze overlast vaak voorkomt)
Bovenkampmonitor
Buurt 17 27 16 19
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
82
Conclusie problematiek
Op basis van de bovenstaande cijfers, bestudeerde documenten en gevoerde interviews kan het
volgende worden geconcludeerd:
Drugscriminaliteit is nog steeds een relevant veiligheidsprobleem in Bovenkamp; dit heeft te maken
met een aantal specifieke kenmerken van de gemeente;
Accenten die de aandacht trekken zijn nu:
verslavingsproblematiek van prostituees
de ‘verjonging’ van drugsrunners
tekenen van verplaatsing van drugscriminaliteit en – overlast naar buurten waar minder
intensief toezicht is;
toename incidenten in de laatste jaren van vermogencriminaliteit
Verweving onderwereld/bovenwereld: deze is op basis van beschikbare gegevens niet goed te
bepalen; branches waarin in het algemeen verwevingen aan de orde zouden kunnen, betreffen de
gebruikelijke BIBOB-accenten horeca, seksinrichtingen, speelautomaten; gezien het robuuste
uitgaans- en toerismeprofiel van Bovenkamp kunnen deze ongewenste verschijnselen ook in
Bovenkamp aan de orde zijn; NB: overigens is het, bezien vanuit het gemeentelijk veiligheidsbeleid,
niet per se nodig een scherp beeld van de aanwezige georganiseerde criminaliteit te hebben: essentie
van het bestuurlijk repertoire is beheersing van risico’s via kritische beschikkingsprocedures (cf.
BIBOB), in combinatie met borging van de ambtelijke en bestuurlijke integriteit (zie ook paragraaf 5.3).
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
BIBOB-beleidslijn
■ Beleidslijn is vastgesteld; in 2008 zijn 24
BIBOB-procedures uitgevoerd, waarbij 2
aanvragen zijn geweigerd na een advies
van het Landelijk Bureau BIBOB, 2
vergunningen zijn onder voorwaarden
verleend na een advies van het LBB, 3
aanvragen zijn buiten behandeling gelaten
> veld 1 en 2 ■ BIBOB-onderzoek (‘lichte toets’)
niet altijd uitgevoerd bij
vergunningaanvraag binnen
BIBOB-branche; slechts indien er
aanwijzingen zijn
■ Vergunningverlening gaat over
naar nieuwe afdeling
Publiekszaken; motto
‘klantgerichtheid’ van deze
afdeling kan in theorie op
gespannen voet staan met belang
van kritische
beschikkingsprocedures
■ Politie wordt niet betrokken
bij/ingelicht over procesvoering
rond BIBOB
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
83
Project Bestuurlijke aanpak
georganiseerde criminaliteit
■ Uitgevoerd door het Interventieteam, in
samenwerking met politie, OM, RIEC en
andere partners
> veld 1, 2 en 3 ■
Handhavingsbeleid drugs en overige
(woon)overlast (2009)
■ Beleidsregels bij het nieuwe artikel 13b
Opiumwet: naast horeca kunnen nu ook
woningen van waaruit gedeald wordt,
gesloten worden door de burgemeester
■ In 2009 zijn 8 sluitingsprocedures op
grond van artikel 13b gevoerd, waarvan 6
binnen de basiseenheid Bovenkamp-Noord
> veld 1 ■
Interventieteam van de gemeente
■ Het Interventieteam richtte zich in eerste
instantie hoofdzakelijk op drugscriminaliteit
(gebruikers-/dealpanden); nu is focus
verbreed: ook overlast/sociale problematiek
(‘probleemhuishoudens’/vervuiling e.d.)
■ Werkt in het kader van de aanpak van
drugscriminaliteit onder meer samen met
het Drugsteam 1 en het Drugsteam 2, beide
van de politie
■ In Bovenkamp-Noord werkte het
Interventieteam voorheen samen met de het
OPD-team van de Marechaussee
> veld 1 ■ Het Interventieteam opereert nu
nog min of meer als aparte ‘unit’;
de organisatorische inbedding
van het Interventieteam was niet
optimaal; verandert door
inbedding in het bureau Toezicht
en Handhaving BWM van de
afdeling OOV
‘Drugsteam 1 en 2’ van de politie
■ Betreft teams van 5 politiemensen (tevens
bikers) die zich expliciet op drugsoverlast
richten; werkt samen met Interventieteam,
Bureau Handhaving, DNO, OPVANG-
huizen en VH van de gemeente
■ Focus ligt op Buurt 12
> veld 1 ■ …
Regionaal Informatie- en
Expertisecentrum (RIEC)
■ Ondersteunt bij ‘huiswerk’ in het kader
van BIBOB (open bronnenonderzoek plus
check bij andere gemeenten) en bij
vormgeving integrale bestuurlijke aanpak
door een gemeente
■ Geeft daarnaast impulsen voor regionale
borging bestuurlijke aanpak, onder meer
door analyse ‘beleidslijnen BIBOB’ plus
ontwikkeling criteria voor toepassing BIBOB
(ook tegen achtergrond van opgave
> veld 1 en 2 ■ -
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
84
vermindering lastendruk)
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in de problematiek en de huidige inzet kan het volgende worden
geconstateerd wat betreft mogelijke beleidsversterkingen:
• Blijven inzetten op de aanpak van drugscriminaliteit; bewaken en waar nodig en mogelijk
versterken van de integraliteit van de aanpak; aandachtspunt daarbij is synergie van interventies
aan ‘slachtofferzijde’ (door Veiligheidshuis/Drugsaanpak: aanpak van en zorg voor veelplegers,
notoire overlastgevende verslaafden) en aan ‘daderzijde’ ofwel jegens de criminele groepen -
actoren aan daderzijde zijn met name Interventieteam, de afdeling Publiekszaken (voert de
BIBOB-procedure uit sinds medio 2009), Drugsteam 1 en het RIEC; integraliteit van de aanpak
aan ‘slachtofferzijde’ en ‘daderzijde’ is in het bijzonder nodig vanwege accenten in de
problematiek zoals verslaafde prostituees en jeugdige drugsrunners;
• Verheldering inzetbaarheid van interventies van Veiligheidshuis en Interventieteam als
instrumenten binnen bredere (buurt)aanpak; de interventies dienen ook binnen de regie van de
buurtteams te kunnen worden uitgevoerd; een mogelijkheid is een productenboek te ontwikkelen,
equivalent aan de dito mogelijkheid voor het Bureau Handhaving;
• Alertheid op/borging van doorwerking BIBOB-adviezen in de nieuwe situatie waarin
horecavergunningen verstrekt worden door de afdeling Publiekszaken; die is vanuit haar
kernfunctie klantgericht, focust op kwaliteit van dienstverlening; in theorie kan er spanning bestaan
tussen klantvriendelijkheid en veiligheidsbelang; NB: dit is niet het geval indien klantgerichtheid
betekent: de klant spoedig helderheid over de procedure verschaffen; ook is de nieuwe situatie
mogelijk bevorderlijk voor de eenduidigheid/standaardisering van procedures rond BIBOB-toets;
• Explicitering van de criteria voor toepassing van de (lichte) BIBOB-toets; dit kan ook uniformering
betreffen, ofwel: altijd de BIBOB-toets bij vergunningverlening/revisies binnen de brnaches zoasl
benoemd in de BIBOB-beleidslijn;
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
85
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid thema 5.3: ambtelijke en bestuurlijke
integriteit
Naast ‘externe integriteit’ (thema 5.1 en 5.2) is er de ‘interne integriteit’ ofwel de ambtelijke en bestuurlijke
integriteit. Schending daarvan kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling en daaruit voortvloeiend strafbaar
handelen maar ook van ‘niet-intentionele’ verrommeling van procedures. In dit laatste geval ontstaat de
integriteitschending min of meer ‘per ongeluk’. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar
brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor
onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte kunnen krijgen (geen BIBOB-
procedure toegepast) en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale
gemeenschap vanuit kan gaan (‘slecht voorbeeld doet slecht volgen’).
Cijfers
Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn:
tabel 5.3 feitelijke waarde
indicator bron gemeente
2005 2006 2007 2008 2009
aantal gerapporteerde en in procedure genomen ambtelijke integriteitschendingen
gemeente Bovenkamp
1 4 0
aantal gerapporteerde en in procedure genomen bestuurlijke integriteitschendingen
gemeente Bovenkamp
0 0 0
Conclusies problematiek
• In 2007 was sprake van een relatief groot aantal in procedure genomen ambtelijke
integriteitschendingen
• Door gesprekspartners wordt gewezen op het belang van dit onderwerp: de aandacht ervoor in
2008 (zie hierna) werd als terecht en nodig ervaren
• Niet is vast te stellen dat het item integriteit c.q. schending van integriteit in Bovenkamp een
grotere rol speelt dan in andere, wat betreft omvang en economisch profiel vergelijkbare
Nederlandse steden
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
86
Accenten huidige aanpak
Accenten in de huidige aanpak rond dit thema zijn:
Accent dwarsverbanden
andere veiligheidsvelden
wat opvalt
Traject borging integriteit
In 2008 heeft een intensief en omvattend
intern traject voor de borging van de
ambtelijke integriteit plaatsgevonden;
onderdelen daarvan waren:
■ Actualiseren en vaststellen ambtelijke
gedragscode
■ Formuleren en vaststellen
klachtenprocedure ongewenste
omgangsvormen
■ Idem klokkenluidersregeling
■ Aanwijzing vertrouwenspersonen
■ Wijziging aanbestedingsprocedure
(analyse integriteit aannemer)
> veld 2 en 4 ■
Aandachtspunten/mogelijke beleidsversterkingen
Op basis van de accenten in problematiek en huidige aanpak kan het volgende worden geconstateerd
ten aanzien van mogelijke aandachtspunten/beleidsversterkingen:
• Bewaken balans tussen bewustzijn van het belang van integriteit versus vanzelfsprekendheid
integer handelen; dit kan onder meer via borging van item integriteit in ‘gewone’ procedures en
processen zoals werkoverleg, functionerings- en beoordelingsgesprekken, e.d.;
• Deze alertheid en borging zijn in het bijzonder van belang bij organisatieonderdelen die belast zijn
met rechtstreekse dienstverlening aan ondernemers en bewoners (in het kader van bijvoorbeeld
vergunningverlening, aanbestedingen, subsidies, toezicht en handhaving)
• Nagaan of, en zo ja: op welke wijze/in welke vorm een gestandaardiseerde analyse van
‘nevenfuncties versus integriteit’ van taakveldambtenaren dient te worden ingevoerd
• Nagaan of het onderdeel bestuurlijke integriteit voldoende gestalte heeft gekregen in het traject in
2008; inventariseren welke accenten/aanvullende voorzieningen dienaangaande eventueel nog
nodig zijn
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
87
Tussenstand: mogelijke prioriteiten integriteit en veiligheid
Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘fysieke veiligheid’,
zijn geen items aan het licht getreden die als mogelijke prioriteit voor het meerjarige integrale
veiligheidsbeleid dienen te worden opgevoerd.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
88
Overzicht
Selectie prioriteiten
Op basis van de hiervoor weergegeven inventarisatie zijn de volgende drie prioriteiten voor het
integraal veiligheidsbeleid van de gemeente Bovenkamp geselecteerd:
Deze beleidsprioriteiten worden in hoofdstuk 3: ‘Prioriteiten’ van de kadernota verder uitgewerkt;
andere belangrijke veiligheidsthema’s worden in hoofdstuk 4 van de kadernota behandeld (zie ook de
opzet van kadernota en uitvoeringsplan in bijlage 1 en 2 van dit rapport).
1. Veilige en leefbare buurten
Essentie van dit item is de realisatie van een uniforme, robuuste werkwijze/systematiek voor
‘decentrale’ uitvoeringscoördinatie rond veiligheid en leefbaarheid. Het schaalniveau daarbij is de
buurt. Wenselijk is een gecontroleerde doorontwikkeling van de huidige infrastructuur, in het bijzonder
wat betreft de inbedding en werkwijze van de buurtteams, de planning en controlcyclus
(wijkactieplannen), de inbedding en borging in beleid van de stedelijke diensten, de borging van
bijdragen van gemeentelijke diensten binnen de buurtteams, het profiel en de statuur van de trekkers
van de buurtteams, de inzet op bewonersparticipatie, e.d..
Belangrijke uitgangspunten voor de beoogde buurtinfrastructuur zijn:
• continuïteit en betrouwbaarheid
• uniformiteit wat betreft de basiskenmerken en -aanwezigheid
• zichtbaarheid en bereikbaarheid voor bewoners
• focus op preventie, repressie waar nodig (‘plus-aanpak’)
• kansen scheppend in plaats van ‘maatregelen opleggend’ (bewoners verleiden, prikkelen)
• klein, compact maar solide
Een buurtinfrastructuur die daaraan beantwoordt geeft bewoners vertrouwen, biedt speelruimte voor
bewoners om participatie een eigen invulling te geven, heeft een preventieve werking op criminaliteit
en overlast (kennen en gekend worden, minder ‘gelegenheid’) en is in staat tot vroegsignalering van
ernstiger problematiek.
Ook schept een dergelijke infrastructuur de voorwaarden voor borging van de resultaten van
interventies zoals Operatie Drugsaanpak: de basis staat er dan immers, de tijdelijke intensivering kan
afgezwakt worden en neerdalen in/meegenomen worden in de ‘gewone’ buurtleefbaarheidsaanpak.
Die basisaanpak is uniform in alle buurten, ook in buurten waar weinig ‘aan de hand’ lijkt te zijn:
essentie is immers niet probleemgerichtheid/interventie maar zichtbare en bereikbare aanwezigheid
en daarmee vertrouwen scheppen, het speelveld gestalte geven dat bewoners tot meespelen verleidt.
Concrete acties van de buurtteams zijn: het bewaken en beheren van buurtkwaliteit, vroegsignalering,
schakelpunt vormen met het repressieve repertoire. Voor buurten waar ernstiger problematiek speelt,
kan een ‘plus-aanpak’ worden gevolgd. Dat betreft dan een ‘kop’ op de basis, die zelf onveranderd
blijft.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
89
NB: Voor de organisatie van participatie is alertheid op bijzondere combinaties met de mogelijkheden
en dilemma’s van andere veiligheidsdisciplines, wenselijk: juist bijzondere combinaties bieden de
benodigde nieuwe perspectieven ten aanzien van participatie en leiden tegelijk tot meerwaarde op
meerdere ‘fronten’. Interessant zijn bijvoorbeeld de participatieve mogelijkheden die het verschijnsel
‘leegstand’ wellicht biedt (denk aan alternatieve werkplaatsen, kleinschalige bewonersevenementen,
e.d.); het betreft een fenomeen dat nu vooral een stijgend risicoprofiel betekent voor de brandweer.
2. Veilig opgroeien
De veiligheidsaspecten rond jeugd (overlast, individuele probleemjongeren, alcohol en drugs en veilig
in en om de school) worden nu versnipperd, vanuit verschillende onderdelen van de gemeentelijke
organisatie aangevat. De aanpak als geheel sorteert op diverse onderdelen goede effecten. Op
andere onderdelen minder, of is dit onbekend. Node gemist wordt een sturende, ordenende integrale
visie op jeugd die de inspanningen door verschillende afdelingen in perspectief plaatst, zowel tot
elkaar als tot de maatschappelijke behoefte en te implementeren nieuwe instrumenten zoals het
Centrum voor Jeugd en Gezin. Juist een complex terrein als jeugd vraagt om een dergelijke
ordenende visie: jeugd heeft baat bij proactie, preventie en interventie – maar het rendement van die
verschillende schakels van de keten is pas optimaal bij een overstijgende visie.
In die visie en de te voeren aanpak behoort aandacht te zijn voor de dwarsverbanden met de
buurtleefbaarheidsaanpak (zie hoofdstuk 1), die immers mede belangrijke preventieve effecten heeft.
Ook is aandacht voor de dwarsverbanden met de inzet op drugscriminaliteit door OOV/Veiligheidshuis
van belang, vanwege de risico’s die de Bovenkampse jeugd in dit opzicht loopt.
Daarnaast is verheldering – als onderdeel van de visievorming - van de wenselijke aanpak en
regievoering daarover van respectievelijk ‘reguliere overlast’ (type 1 en 2 Beke) en ‘zorgwekkende
overlast/criminele jeugd’ (type 3 en 4 Beke) wenselijk.
De inzet op ‘Veilig in en om de school’ vormt het sluitstuk van de aanpak op dit veiligheidsveld:
onderwijsinstellingen, in het bijzonder instellingen in het VO, vormen knooppunten in signalering en
zorgverlening op sociale, medische en veiligheidsaspecten bij opgroeiende kinderen. Duurzame
ondersteuning van die complexe functie betaalt zich meervoudig uit in termen van veiligheid. Dit item
is een noodzakelijk onderdeel van de te formuleren visie.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
90
3. Veilig winkelen, uitgaan en toerisme
Bovenkamp kent een rijk aanbod van winkel- en horecavoorzieningen. Ook vinden er jaarlijks heel wat
evenementen plaats. Deze voorzieningen brengen de stad profijt - maar houden ook veiligheidsrisico’s
in. Die kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in overlast en geweld rond uitgaan en evenementen,
brandveiligheid van horeca- en winkelpanden, slachtofferschap van bijvoorbeeld diefstal en beroving
en van vernielingen. Door de concentratie van de voorzieningen in het centrum van Bovenkamp lopen
deze veiligheidseffecten tenminste deels in elkaar over. Om deze reden zou een ‘integraal’ KVO-
Binnenstad kunnen worden overwogen. Hiermee zijn elders goede ervaringen opgedaan. Een
dergelijke integrale benadering biedt voor langere termijn een basis voor synergie van de
inspanningen voor de veiligheid rond de diverse voorzieningen, ook wat betreft de evenwichtige input
daarvoor van publieke en private partijen. Gezien het belang dat de gemeente hecht aan het
leisureprofiel, valt er veel te zeggen voor een dergelijk integraal kader. In elk geval is het van belang
de samenwerking tussen publieke en private partijen over de veiligheid rond de afzonderlijke
voorzieningen, van passende impulsen te blijven voorzien. Dit kan wat betreft het winkelgebied een
KVO-W voor de hele binnenstad betekenen, wat betreft het uitgaan onder meer een dynamischer
alternatief voor het huidige convenant en de actielijst; voor de veiligheid rond evenementen betere
benutting van voorhanden veiligheidsinstrumenten. Uit oogpunt van borging van de veiligheid en
leefbaarheid voor geheel Bovenkamp is verkenning van de mogelijkheden voor dusdanige
aanscherping van de evenementenagenda dat die mede een optimaal participatie-effect van
bewoners heeft (borging Drugsaanpak in de buurten), wenselijk.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
91
Bijlage 1: veiligheidsvelden Kernbeleid Veiligheid
1. veilige woon- en leefomgeving; dit betreft de sociale en fysieke kwaliteit en de subjectieve en
objectieve veiligheid van de buurt, wijk, alledaagse woon- en leefomgeving; veiligheidsthema’s
binnen dit veld zijn: overlast van en tussen bewoners, vernieling en verloedering, bedreiging en
geweld, huiselijk geweld, woninginbraak en andere veelvoorkomende criminaliteit, overlast van
alcohol en drugs;
2. bedrijvigheid en veiligheid; dit veld heeft betrekking op de veiligheid in winkelcentra,
bedrijventerreinen, bij het ‘stappen’ en in de horeca, bij evenementen en in recreatiegebied;
accenten zijn bijvoorbeeld horecaconvenanten, Keurmerk Veilig Ondernemen (winkelcentra en
bedrijventerreinen) en de kwaliteit van vergunningverlening bij evenementen;
3. jeugd en veiligheid; dit veld heeft betrekking op de jeugd als slachtoffer en als dader; als
algemene noemer kan worden gehanteerd: ‘zorg voor problematische jeugd’; accenten zijn
jeugdgroepen, harde kernproblematiek, alcohol en drugs en ‘veilig in en om de school’;
4. fysieke veiligheid; dit betreft de onderwerpen verkeersveiligheid, externe veiligheid (proactie,
preventie en preparatie met betrekking tot gevaarlijke stoffen), brandweerzorg (zowel preventie
als repressie) en voorbereiding op rampenbestrijding (de ‘gemeentelijke processen’);
5. integriteit en veiligheid; hierbinnen vallen verschijnselen die ‘haaks’ staan op voor veiligheid
en leefbaarheid fundamentele afspraken en regels in onze samenleving; het gaat om
bedreigende vormen van radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit en de
bestuurlijke preventie daarvan (BIBOB), ambtelijke integriteit en bestuurlijke integriteit.
BMC veiligheidsanalyse gemeente Bovenkamp 2009
92
Bijlage 2: Overzicht geconsulteerde actoren
INTERN
…
…
…
…
…
EXTERN
…
…
…
…
…