TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een...

136
TWEESTROOMENLAND DOOR KEESVANBRUGGEN C .A .J.VANDISHOECKN.V . - BUSSUM

Transcript of TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een...

Page 1: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

TWEESTROOMENLANDDOOR

KEES VAN BRUGGEN

C. A. J. VAN DISHOECK N.V. - BUSSUM

Page 2: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 3: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 4: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 5: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 6: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 7: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

TWEESTROOMENLAND

Page 8: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Van Kees van Bruggen verscheenbij Van Dishoeck N.V . :

De verlaten man.De geschiedenis van het huffs .De droge koetjes.Plasland.

Page 9: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

TWEESTROOMENLANDDOOR

KEES VAN BRUGGEN

MCMXXXIIN.V. UITG. MIJ. C. A. J. VAN DISHOECK, - BUSSUM

Page 10: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 11: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Tweestroomenland i

I

HIJ

Weet je nog wel ?Wij beiden hadden - heet dat niet zoo?

„een leven achter ons" . Je aarzelde, je handin de mijne to leggen .

Welnu, zoo lieten wij de vraa dan evenblijven. 1k drong niet aan .

Zonder storm, zonder vervoering was ik totje gekomen, wij waren immers vrienden . 1kmeende, je zoudt misschien van mij jets willenaannemen om je verlies eenigermate to ver-goeden.

Je weigering was geen afwijzing. Je had desmart nog lief, je leefde, als vaak vrouwendoen, naar het verleden .

En zoo namen wij een gelaten afscheid : ikbegon mijn voorgenomen zomerreis, jij bleefaan zee, uitmijmeren over de golven .

De zee is een ontmoedigend element . Het

Page 12: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

heeft geen eigen beweging, hey volgt die vanden wind met onpersoonlijke hondentrouw .Menschen in leed en verlangen zien er hunleven in : vaak redelooze onstuimigheid, nood-gedwongen in niets uitvloeiend en verstild .

Zij meenen zich te sterken door worstelingmet de golven, maar zinken uitgeput op hetleege strand ; rustende na de roes, worden zijonverkwikt weer wakker .

Toen ik je brief ontving, wish ik wat ik zouhooren. Onder mijn voeten waxen de hardebergen, mijn oogen hadden den onbeneveldenuitkijk lief. Hey lage land des verledens laat iktelkens achter, ik zie niet om .

Naneurend over mijn vraag, zou je lang-zamerhand gewennen aan het alreeds in jeaarzeling begrepen anfwoord .

Ik wish het, en zoo was hey ook. Ik mochawel rekenen gewonnen spel te hebben .

Haasten echter deed ik mij niet . Mijn rug-zak en mijn spijkerschoenen hadden hun taak ;ik schreef je van romaansche dorpen, waar heyleven eenvoud had, natuur en stijl . Van dag-marsch dot dagmarsch werd de wereld grooter,ruimer, ik sliep als eenzame gash in kleine,kubistische alberghi op rifselende, versch ge-schudde maisstroomatrassen, na een avond-

2

Page 13: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

maal van polenta met tomaten en geitenkaas .Zonder hunkering hielden wij ons met elkan-

der bezig en werden elkaar onmisbaar .Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een

vermoeienden dag van zee en wind, baden enluieren, te overvloedig en te slecht gevoed,scholen de pensiongasten, zoodra zij hey k1eu-mig theevermaak op de verandah bij verdron-ken zon ontvlieden konden, in de tot conver-safiezaal ontxuimde eetkamer saam, daar werdgebridged en speelde een juffrouw Chopin . Inhey kil terrarium der serre conspireerden deheeren bij een geniepig roulette-gokje, hierging jij ook wel gemelijk vertroosfing zoeken,verloor of won en maakte je wijs dad de„emoEie" goed deed .

Emofie zonder inzet does simmer goed,maar zulke wijsheid seer te schrijven vermeedik in mijn brieven .

Met vreugd bemerkte ik, dad je mij mijnverrukkelijken tocht benijdde. Nimmer toevendop eendere plaats, de opene heerlijkheid tege-moet gaand met gemeten schreden, onbelem-merd door reisplannen en bestemmingen, jazelfs niet gebonden aan den tijd, kon ik mijvoorkomen als een wereldontdekker, boeg inde ruimte en zonder achterom.

3

Page 14: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Ik had ook vermeden min refs te bindenaan een vast station voor den terugkeer, wasde verleiding der touristenbiljet-ten uit den weggegaan. De posh, jouw brieven, reisde met mijmee. Ja, hey vooruitzicht, met jou hey levennieuw te vieren, wel ver van mij te lokken inoverhaa.sting, schonk mij de rustige geluk-zaligheid eens zwemmers, die eens en voorgoedhey land verlaten heeft .

So ms heb ik mij die beradenheid verweten.Wad wil je, vroeg ik, zijn in hey lob eenervrouw, die van een ontgoocheling genezing ver-wacht in nieuwe begoocheling? Jij? Ontbeertwad je julie vriendschap noemt, niet hey ver-rassend, roeswekkend element, als een wijn,dien men dagelijks drink, een brood dad mendagelijks eel? Wad hebben jullie elkaax, ont-nuchterden, aan te bieden?Doch peen, vaak doet hey onder woorden

brengen van gevoelens eerst klaar beseffen,waarin zij zich verheffen uit de sleur . Nog wishik hey : toen wij afscheid namen, bleef je handin de mijne rusten, even larger dan de secondevoor een handdruk : weerhonding, en tochmoedeloos maar laden gaan .

Adieu l Zul je schrijven?Indies de belofte loch eens bond? Aan ver-

4

Page 15: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

teedering, aan verdierbaring der gevoelens,leden wij beiden niet, wij niet-meer-twintig-jarigen - toch overleefde in ooze zielen, dadwisEen wij beiden in lien oogenblik, de deesemder illuzie .

In deze zekerheid stond mijn geluk vast -gezet. Ik wish het veilig voor de toekomst . Zookon ik van mijn tocht in onbekommerdheid ge-nieten, er hoog van roemen, in hey voorrechtjou te bezitten a1s luisterend, begrijpend kame-raad .

Benijdend ook ? Ik hoopoe 't. Wand ja, ietsvan een meerderheidsbesef bleef mij nietvreemd, wijl je immers, afwijzend mijn koenvoorstel, mede op reis te gaan, het mindergoede deel gekozen had, *e blijven kniezen ineen tochtig zeepension, bij afgestane gasten enafgemeten porgies zee en zon, triestig gesausdin newel en avondklamte .

Holland, Holland kan zoo verkillend zijn 1Met opgetogen stem roemde ik de jonge berg-

kerels, clie nog verstaan, hey leven niet a1s eentaak te zien, maar a1s een lush . Kloekmoediglanterfanten, luieren ze, plassen, wanneer dadmet de zon zoo uitkomt, zich zilverblinkend ineen koude beek,. lachen met vritEe tanden enonbekommerde oogen, slenteren gelaten -- • lush

5

Page 16: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

en hoogmoed --- de meisjes achterna, die metde wasch op hey hoofd, de lendenen on-beschermd, van de fontein naar benedenkomen.

Leven en sterven blijven daar ongescheiden .Neen, er is geen door ieder gemeden vaalt voorlijken, ver van de bebouwing, waax elkenochtend blauwgeschoren kraaien heenstappenachter een opgedirkte kar : - midden in heydorp txiumfeert de kerk, midden in de levenden,midden in de dooden. Wie binnen in absolutievrede vonden, brengt men naar buiten in denommuurden ruin, daar blivenjze samendringenom hey bedehuis en willen niet weg. Wie dannog leeft, schiet in 't voorbijgaan zijn gebedje,teekent zijn kruisje, leggy zijn bloempje veer,voorjaarsnarcisjes en violen, geplukt inweitjes, waar hey onzichtbaar wader zing .

Daar zijn de dooden nimmer zoo alleen a1sbij ons, ze blijven gezellig in den familielzring .Allen zijn ze er, de geslachten die leefden,leven, die nog komen zullen, de grooLjes en dekleinkinderen, de stichters van hey faniilie-erfen de verkwisters, die haveloos aan den wegzijn omgekomen. Aanwezig vieren zij allefeesten mee, bruiloft, communie, doop, en luis-teren naar de bronzen kiok, die waarschuwin-

6

Page 17: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

gen schudt hoog uit den bevenden toren, of ver-ma.ant, of jubelt, of troost .

Zekeren dag -r ik zap op de borstwering vanhey kerkpleintje, waar de kinderen speelden, -stelde de Postino mij je brief her hand .

-r Grazie . . . voor de vijf sou die ik hem gaf .Aan in hey brandend licht onzichEbare, ver-

zengde kabels schoten de zwarte takkebossenvan den berg. Twee mannen vingen ze in devaarE, schramaaiend ads schaatsenrijders overden wiLten weg, achter de houtvracht aan, dieonder de rods verdween .

Ik las je bekentenis :,,Was ik maar met je mee gegaanl"De brief bleef verloren in mijn hand, mgn

aandacht grog naar hey rappe spel der schie-tende ta.kkebossen.

De ruimte Lrok een grooten cirkel, hey plein-Lje was leeg en sail .Min bekeerde kameraad - miste ik jou?

Was ik spijtig dad ik je - nu - niet bij mijhad?

Of nog een beetje hoovaardig op min, daneindelijk erkend, gelijk ?

Voor ooze jaren is niet meer dad tuimelendgeluk, de eenige mogelijke vervulling, begoo-cheling, die reikt naar hemelsbrood .

7

Page 18: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

J e weet, hoezeer je bekentenis mij verblijdde,je weet ook, dat ik zonder toeven of haastenver er grog.

Had ik je moeten toeroepen van mijn berg :„kom toch l" ? Twintig uur sporen . . . . nieteens een heelen dag de trein . . . . wij zoudenelkander aan het tunnelstationnetje treffen . . . .tezamen vervolgden wij den zegetocht . . . .

Had ik ?Jij, die mij kept, je weet : mijn bezadigdheid

is niet verstandelijk . Zij overwoog niet : flumoet ik nalaten haar to roepen, zij moet tenerode de teleurstelling dragen, die zij zelf opzich geladen heeft. Geen meerderheidshoo-vaardij Meld mijn uitnoodiging terug, evenniinvaderlijk gestemd beraad .

Neen, was het niet eenvoudig zooals hetwas : jij daar gebleven en ik bier? Viel daaraanzonder opzet to veranderen, en sloot jijzelf, inje uiting van berouw, opzettelij kheid niet uit ?

Je zeide niet : „ik kom", ik las den briefnogeens over, je zei alleen : ,,was ik maar mee-gegaanl" Spijt om niet to keeren dingen . Welgroeide je naar mij toe, je was niet bij mij .

En het was dies avond, dat je aan de rou-lette had verloren, veel voor jouw doen, jeschreef in baloorigheid .

8

Page 19: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Misschien had je van mij vermaning ver-wacht, misschien hey teeken : „koml"

Heb ik, met noch hey een, noch hey ander, jeteleur gesteld ? Berekening was char nietachter, van menschen die hun leven aan reke-ningen leggen houd ik niet .

Verder gaande op mijn tocht, dien middag,had ik hey veilig gevoel : flu is zij van mij, nu iszij bij mij, volgt mij, wacht op mij. Zij is voormfij een veilig huffs . En een beetje ook wel dachaik vermanend aan je : klein kindje, dad stoutgeweest was met zoo hoog to spelen en mijniet goed in de oogen dorst te zien .

Na dezen brief, en hey antwoord, dad de vol-doening der misschien verwachte reactie jeonthield, na die teleurstelling mag ik misschienwel zeggen, zweeg je geruimen tijd, schoon ikje een reeks adressen had gegeven . Misschien,dacha ik, is ze flu loch ontgoocheld of boos .Misschien - de nazomer is verdrietig aan hetstrand, de zoute buien doen zelfs den Bataaf-schen mensch verstijven - zoekt zij naarafleiding in flirtation . Misschien ook weer inkaarten of roulette . Afwachtenl Komt hey dotrampen, dan hoor ik wel een S .O .S.

Neen, antwoord kreeg ik niet, al vroeg ikongeduldig bij de aangegeven posten .

9

Page 20: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Layer vernam ik van je ontmoeting, geheeltoevallig --- maar werkt hey coeval niet al tehulpvaardig op den geringsten vingerdruk ? --van je ontmoeting met hem, die je bestaan ge-Eeekend heeft en er zijn zegel op afgedrukt .

Aan deze, mogelijkheid had ik toen nietgedacht -

zou ik je anders te huip gekomen zijn ? . . . .welke pulp kan men den drenkeling bieden,

die verdrinken wil ? . . . .De wegen der zaligheid zoekt ieder voor

zichzelven. Ook de wegen des ondergangs -rals dad zoo moet .

Hadde ik geweten, waarschijnlijk zou ik lochde reddingslijn - na zooveel jaren mag ik dezwakheid wel erkennen - je hebben toege-worpen. Onze daden zijn maar bedelaarsachEer ons denken aan. Gelukkig is die pijn-lijke misgreep ons bespaard gebleven .

Verwondering, teleurstelling, ja ook ge-krenkte trots, hebben hey verdere van mijn reisloch wel verontrust. De zekerheid begaf mij .Had ik, vroeg ik mij af, niet meer vreugde kun .

toonen? Verlangen deed ik, dad je naarmij toesnellen zoudt, maar ik Meld angstvalligden mond gesloten .Waarom?

1 0

Page 21: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Herhaling van mijn voorstel behoefde, flu jijzoo duidelijk had gesproken, mijn eigenliefdeniet meer te kleineeren. Veeleer : had ik dit-maal jou misschien gekrenkt door mijn lauw-hartigheid?

Hon je nog duidelijker zijn ?Eigenlijk, meende ik sours inn spijt, had ik je

aarzeling moeten overwinnen met mijn zeker-heid .

Al zulke overwegingen verwierp ik danweer. Wand reeds bezat ik als een zeker pandde les der ervaring, sindsdien onwrikbaaxdernog bevestigd : dad menschen our te kunnensamengaan elkanders wezen pijnlijk dienen teontzien. Men dwingt Been lijnen parallel teloopen, Been stroomen zich te binden aa .n eenbed. En wie de handen der menschen samen-legE, zegenend en onder zegel, sprekend : „gijzult durende Lrouw betrachten tot den dood"

belaadt zich met een zwaarder vracht vanveranLwoordelijkheid dan iemand vermag tedragen.

Zoo is hey : men kan versfa.ndelijk bepaaldhebben wad wezen zal, wad moet, en evenwelvoor hey oogenblik anders wenschen .

De wrijving tusschen wensch en beslissingonfnam den glass aan hey verdere van mijn

1 1

Page 22: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

refs. Ik moest mij dwingen, niet te haasten,niet te doen wad ik mij zoo voorgenomen hadna te laden : een plan opmaken, een weg be ..

een dag vaststellen voor mijn thuisreis .Vooral niet wilde ik te vroeg komen : haastigoogsten bederft hey fruit .

Eindelijk vond ik dan je langen, langen brief,die ook in jou iets van die onrust blijkenlied.

Verlangen? --- och, wij tamme, ervarenmenschenl Een wijze, priesterlijke gli mlachsmaalt om omen mood : wij kennen dad, wijweten daar a11es van 1 Wij zien ook achter denspiegel, waarin wij onszelf bekijken . Hey net-schrift, hey onberispelijke, toonen wij dewereld, wij echter, wij kennen alle door-halingen, aarzelingen, zwakke plekken . Dadmaakt ons zoo allemaehtig wijs.

En zeker vermeed ik met lets van schaamteden drang naar jou, die er loch -r waarom heykhans ontkennen ? -• was, met den naam ver-langen te noemen . Zou ik je niet beleedigen metzoo'n woord ? Leek hey niet dubbel dwaas eningebeeld te meenen, dad iemand, een man, eenman nog wel als ik, bekwaam zou zijn deplooien glad te strijken, eenmaal door anderengevouwen in je hart? Plooien, die mij khans

1 2

Page 23: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

dierbaar moesten zijn -- zoo immers had ik jegevonden en bemired ?

Liefhebben is aanvaarden, niet vit-ten envijlen .

Verlangen, dad een Hellespont doorklieft,dus niet. Toch }utste onrush mijn verdere schre-den. En hoe verheugde hey mij, diezelfde onrust aan te treffen in je brief l Je deed mij wadje een „bekentenis" noemde, die ik als vriend,als biechtvader zelfs, hey recht gemist zouhebben uit te lokken. Meer mocha ik toen nietbegeeren .

Aanstonds, in de osteria naast de Posh,schreef ik terug. Nog zie in de verandah metde haxde houten stoelen. De waard bracht mijden wijn en poogde een praatje . Hij moet mijwel onvriendelijk hebben gevonden - diemenschen kennen Been schakeering in heyleven .

Eindelijk begreep hij loch, dad zijn gash alleenwou zijn; ik had mijn schrijfblok op de tafelvoor mij, de vulpen afgeschroefd . Verwonderdzag Mj mij als een goochelaar doen .

Layer, aan zijn nova, die hij was gaan halenin de cucina, begreep ik, dad hij analphabeetmoest zijn. Zijn „buon tempo adessol" be-spaarde hij mij bij 't heengeen niet.

1 3

Page 24: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Ik schreef met moeite. Hey preciese ant -woord, dad bij hey lezen van je brief gereed was,wilde niet op het papier . Mijn opzet was, vande dingen, die ons bewogen, rechtsixeeks niette gewagen : stemming zou alles zijn. Aanvanke-lijk bleven mijn zinnen slug en stroef, er kwameerst leven toen ik over mijzelf begon, over deomgeving, de zwarte druiven, aan latten bovenmijn hoofd, het meer, de wiL-te dobbelsteen-worp van hey dorp aan den overoever .

Wordy hey - vreesde ik .-• zoo niet te veel„literatuur" ? Maar gelukkig voelde ik in 'tvorderen je aanwezigheid, je hand lag overmijn schouder, je keek, hey hoofd aan mijnslaap, meelezend de bladen in, die ik telkenseven vasthield alvorens ze opzij te leggen .

~~Blad acliter blad schreef ik zoo vol, zelden

inniger doordrenkt van het geluk, dad onssamen wachtte. En och ja, wij zouden ookme~r dan vrienden zijn, en och ja, wij zoudentezamen herdenken, werken en bouwen .-r vanjouw nabijzijn verwachtte ik alles, eenvoudigwijl dad flu zoo moest .

Weed je nog ? weft je nog ? - toen ik daneindelijk mij binnen haastte, viel de slagboomdes oorlogs achter mij dicht. Grimmig slotende buren hun erven af, zoo leefden ook wij,

1Q

Page 25: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

buiten den twist, er midden in . Alle levens, hoeeenzelvig ook, kregen een tragische bloed..

met did zielig zoodje menschheid .De geschutsdonder zweeg niet meer ; menluisterde, de mond aandachtig, bij de paisibeleavondthee in hey langzaam ebbend licht, naardie onafgebroken sombere aanwezigheid .

Hoe leek het khans zelfzuchtig, aan eigenhard te denken 1 Alle vervulling grog voor onbe-stemden fijd te loor .

Voor de geringe beleggingen, die je bezat,zochf je mijn vriendenraad . Wij koekeloerdenover koersen en werkten mogelijkheden onderhey lainplicht uif. Allengs groeiden zoo onzebelangen samen, onmerkbaar werd een toe-komst voorbereid, waarin ons beider ver-mogens een zouden zijn .

Wij spraken hiervan echter niet, wad mijbeixeft was er een toeleg te vermijden hiervante spreken. Men moet niet roeren in wad rind .Schonk je mij niet reeds met je verfrouwen alwad ik kon wenschen ? Door onbezadigheidwilde ik je niet weer van mij vervreemden .

Toen zag ik iets verwonderlijks ontstaan,een vreemde, peinzende bloem, waarin je we-zen uitwies, verbloeide, schielijk kwijnde . Jeleefkracht scheen verbruikE, je vriendschap,

'5

Page 26: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

meende ik te ondervinden, verloor aan warmte .Ik was niet altijd meer, als vroeger, welkomaan je dear. Je ontving mij koel, sours shakenbitse woorden.

Je oude wonde, meende ik te verklaren,bloedde nog .

Geduldig zijnlMaax juist mijn geduld put-te hey jouwe uit,

je kon mijn gelijkmoedig gezelschap nauwelijksmeer verdragen . In je blik was een verwijt,waaxvan ik toen den zin niet raden kon, en ikverdubbelde mijn waakzaamheid.

Heb ik dan - ging ik na -- haar loch ge-lrenkt? Toch, door te trouwe vriendschap, mijopgedrongen ? Of voelt zij onder mijn oogen-schijnlijke rush hey kloppend ongeduld ?

In twijfel, bleef ik eenige dagen weg, mij methey offer van je bijzijn castigeerend . Ik was eenprofeet, die de luimen van zijn god niet kanverklaxen, hij zoekt de fouten in zijn eigen hard .

Een der belemmeringen meende ik te moetenvinden in de zwaxigheid der tijden. Leefden wijniet tusschen nacho en newel in middernachts-zon, in bang verbeiden van een nimmer dagendlicht? Menschen, bij honderdduizenden, vielen,zieltoogden, werden verminkt, ontluisterd,arm. De vloeken der bevelen knalden . Erger

16

Page 27: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

dan verscheurd vleesch is machtelooze gehoor-zaamheid. Vernedering, wanhoop velden fierekarakters.

Wij ook, die loch buiten dad alles bleven,hoe bitter leden wij door hey gepatser vanwins-schramaaiend tuigl Hey is niet erg eenslecht ontbijt te even, maar elken ochtend inhey vervalschte meel de menschonteerende ont-reddering te proeven does ons neerziL-Een in uit-zichtlooze ellende. Onrein vernedert .

Onze lamp walmde, onze kachel rookie, enniemand kon weg uit de benauwde kamer vanzijn land .

Jou trachL-te ik toegewijd verlichting te be-zorgen. Boeken, bloemen bracht ik, zeldzaamgeworden versnapering, waarvoor je met eenzieken glimlach dankte. Je dankbaarheid drongdoor een sail, mij onbekend verdriet. Vergeefsbeproefde ik mijn tekortkoming te vinden .

Zeker, did leven was zonder romantiek,zonder parade. Verduurzaamde, dubbel ge-keurde zachtmoedigheid, wijsheid . Winter-harde fleurigheid . O, wie zich uitrekken,geeuwen koni

Wij lazen, hoe Parijsche vrouwen haar he!-den bedolven onder sneeuw van bloemen. Alspaaschvee getooid, dreven zij hen in den dood .

Tweestroomenland 2

17

Page 28: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Ware ik een generaal met gouden kragen,een roode luitenant te paard geweest, zou ik jebeer hebben behaagd? Gevoelens hebben doenvlammen, die thans zieltogend smeulden onderasch ?

Of ook verlan$de ik zelf wel naar een daad,jets dwaas', onwijs', vermetels ? W'aarbij meneen gouden jas aantrekt of een seek op zed,desnoods een carnavalsneus ? Een rustig burgerwordt een held .

Moest ik mij aanmelden bij de ,,Burger .wacht" ?

Op een dag scheen je die stemmingen aan tevoelen. Je werd opeens zacht en begrijpend .

Je legde je hand op mijn arm, ik hoorde jezeggen :

Waarom, goeierd, heb je je vraag nietherhaald ?

Wij bleven ziLten naast elkander, hey werdavond.

i$

Page 29: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

II

ziJ

Weed je nog wel ?O, liefste, wad heb ik moeite met je gehad 1Ja, eigen schuld, ik hoor hey al, ik besef

het.Ms kostschoolmeisje had ik een vriendin,

die werd door een aanbidder lastig gevallen .Zij wilde niet hem, zij wilde wel zijn at-ten-ties. Zij wilde zijn rozen, zijn verzen, zijnscluldwachtloopen voor de dear.

Toen hij eindelijk waagde met zijn vraagte komen, zei ze

-- Wad verbeeld jij je wellBij ons alien grog zij rood om te bluffen .

Verbeeld je, Pim had formeel een aanzoek ge-daan. Wad kreeg de blaag in z'n hoofdl

Evenwel, de blaag lied niet af. Jonge havenkraaien tweemaal .

Rozen. Verzen. - Brieven .

9

Page 30: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Enzoovoort .Er kwam een verloving met receptie van .

Bruiloft, huweliksreis,

jbaby en de scheiding .Aan zulke aanhouders mocht ik, wat j ou

betreft, niet denken, - we!?Dus had ik, toen je vraag voorbij was, mijn

ongelijk en min verdriet aan eigen schuld towijten. Weifelzucht en gevoel (zegt men) vaneigenwaar e .

Ja, dat gevoel van eigenwaarde . . . .Misschien zag het er zoo hi; mij uit, dat

ik, onvoorbereid, niet reisvaardig was, vanhet verleden - om zoo to spreken - over togaan naar jou, als van een trein in den an~deren. Onbesluitvaardig, miste ik de aanslui-ting naar jou, die toch de voortzetting vande refs toen alreeds was .

Men is zichzelf in zulke dingen wat ver-plicht, en de ziel heeft zoo goed als het lichaamhaar traagheid.

Ook uit meewarigheid wilde ik niet ge-nomen worden. Alweder hoogmoedl Je waszoo zacht, zoo goed 1 Je nam min hand enzei

KindeljMisschien, op dat oogenblik, verdroeg ik

het niet best, „kindje" genoemd to worden .

20

Page 31: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Jullie mannen zijn, ook in je troost, zoo supe~near.

0 neen, hou je mond maar, ik weet het al .1k ga niet zeggen, dat je mij genaderd bentin overwinnaarshouding, in zekerheidsglans,dat je 't varkentje wel wasschen zoudt. Zulkeen stofzuiger ben je gelukkig niet.

Toch

had je - toen ik „neen" zeialthans geen „ja"had je nog weleens terug kunnen konien -niet .Om autogeen to lasschen, heb ik mij laten

vertellen, moeten beide einden schoon zijn .Jij, technicus, weet wat ik bedoel. En mis~schien had jij dit, in je onverhoedsche troost,vergeten .

Ook dienden wij, rijperen, het schouwspeleener vergissing to vermijden .Eener - nieuwe vergissing ? Dat zeg ik

niet. Je weet hoe veel dat andere voor mijbeteekend heeft. Nog beteekent, ja, waaromontkennen ? Het perkament verliest zijn oudekreuken niet.

Mijn hand ligt op je mond - je moet nuzwijgen. Mijn beurt. Ja, op het slagveld hebje mij gevonden, een jonge bloed, en die zichwat in 't hoofd had laten praten . Nog blinkt

2 1

Page 32: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

op zijn verbrijzelde helm de gouden pluim .Nu wordE hey langzaam donkey, langzaam

vloeit hey leven uit hem weg . Hij is niet meerbij machfe fielder te onderscheiden . Hij heeftgeen pijn, haast zou hij naar pijn verlangen,een felle, stekende pijn, als richtpool vanzijn wezen .

Maar ook die troost van fiefs positiefs ishem ontzegd, hij is leeg . De krijger, die hemkloofde, is scha .terend door gereden. Hij heeftmeer te doen. Hij, hij maait, hij oogst . En wie

flu toevallig zoo ixefE, die ligt daar, min-der dan niets, onmachtig zelfs te sterven .

Neen, ik beschik nieti over genoeg leugen,te zeggen, dad ik naar den dood verlangd hebin die dagen. We! .-- klinke 't vreemd - naarsEerven. We!, zoo her aa.rd geslagen als ikwas, verlamd, verbloed, ellendig, machteloos,naar de activiteit van hey doodgaan, in smart,benauwenis, wanhoop . De obsessie van migntoestand was, dad hij noch smart, aoch wan-hoop, noch benauwenis inhield, niets stelligs,waaxvan men zeggen kan : dad heb ik, dad is,hoe schamel ook, van mij . Ik was een Ieegte,een bestemmingloosheid. Wad moest ik verdermet mijn levenswrak?

Misschien steekt er in vrouwenliefde veel

2 2

Page 33: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

conventie . En wad men zoo gewichtiig „eeu-wigheidsaanvoeling" noemt, is hey veel andersdan een haaksprei voor dichtende ouwe tan-tes ? -- een blok, nog een blok, en alles bijeeneen bundel?Lach er maar om : de conventie legde mij

op, te ixeuren. Ik kan dad khans wel zeggen.Ik wish de iluzies van weleer voorbij, maarhad er niet mede afgedaan . Zie bier Been ver-loochening van wad eenmaal, wreed en diep,geweest is. Dad blijft : litteeken, moet .Hey Teed van een geheelde wood maakt

ouder. Dwaas die hey ontkent, hij wijst insmart verkregen loutering af .

Wij, liefste kameraad, gekomen in denmiddenloop des levens, hebben Been recht onste bekiagen over verloren onstuimigheid . Toch,zoo did alles waar zij, waarom, berusting aa.n.-vaardend, zullen wij ons sluiten voor nieuweervaring, die zich aanbiedt? Weigert eenakker na de dracht nieuw zaad ? Vrouwen,rondgaande met de open wonden eerier liefde,mannen die jammeren dad de eenige bun ont-ging, zijn eghibitionisten - de hemel weed dadmenige wreedheid ongedaa.n zou blijven, bodende offers zich niet zelven aan .

Je glimlacht over zooveel achteraffe wijs-

23

Page 34: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

heid ? Je hebt gelijk, maar wie onderscheidtaltoos to juister tijd ? Thans weet ik : zelfMeld ik de genezing, die in gang was, tegen,in weee verdierbaring van het leed . DaarMin, je krenkt mij niet met het to zeggen, wasik - en ben ik nog - een banale, conventio-neele vrouw .

Toen jij dan met je vraag kwam, was ikniet gereed .

Een vraag ? dat onverhoedsche voorstel.Neen, eigenlijk meer een daad, waarop

een daad moest volgen, geen antwoord inwoorden. De daad, die je van mij verlangde,was een kaartje nemen naar dezelfde plaats,waarheen je reisde, uitstappen aan hetzelfdeZwitsersche station, optrekken, naast je, in de-zelfde kloeke schrede op't zelfde stijgerende pad .

Had ik het maar gedaan, even onberadenals je vroegl lk was zoo weinig mijzelf, datik mij wendde om een houding tot een vriend .

,, at moet i doen ?" vroeg ik .„wel", sprak hij - je hebt den goeden

Albert niet gekend, hij is, nog voor jouw tijdgekomen was, naar Andermatt vertrokkenom to sterven „wel", sprak hij, „dat moetje uitmaken met jezeif. Niemand kept alleredenen, niemand kan raden ."

z4

Page 35: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

En met did anLwoord vermenigvuldigden deredenen zich honderdvoudig, ik raakEe dengel kwijt, was niet gereed - jij grog .

Onmiddellijk toen je weg was, viel een doekover de wereld . Ik wish dad ik had gefaald .Ik had hey avontuur, al ware 't onder voor-behoud van proefneming, moeten wagen .

Hoe eindeloos waxen de dagen in hey pen-sion aan zee 1 Met de verveelde gasten opeen fxage mailboot, waar ieder hengelt naarzoutwater$irt .

Dad snort van tijdverdrijf heeft mij nooitgoed gelegen, en maande mijn leeftijd nietook tot behoedzaamheid? Son ik mij ladenkiezen bij gebrek aan beter, of wijl de gelegen-heid zich voordeed, of zoo maar uit verveling ?Banale aanbidders naderden mij met hun ver-schoten romantiek . Ik was waarachtig mooi,interessant, ik was zelfs, zeide mij een, diezelf de halve eeuw reeds achter zich had,prachtig geconserveerd. Niets bleef mij be-spaard, ook tegen een huwelijksaanzoek hebik mij moeten weren.

Dat alles in badcostuum, bij 't zonnen, aanhey ontbijt, in hey verveeluur na de middag-tafel. Onder Chopin en ragtime, temidden vande koekjesreceptie der jarige hospita . Een

s5

Page 36: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

noon des huizes zwalkte, op weg naax zijnzolderslaaphok, in mijn gang . Zelfs de sehoen-goetser keek mij aanmoedigend na, en Pruim,de schillenboer, Meld niet zijn dronken avan-ces voor zich :- Jonge jonge, meid, wad zie je er weer

lekker nit vandaag 1 Om zoo in te happen!Laat ons lachen. Een debiele persoonlijk-

heid voelt er zich loch door opgemonterd : jawaarlijk, men telt nog mee 1 Did is hey vaor-recht van vrouwen boven mannen : wij kunnenop den thermometer der openbare aanhalig-heid aflezen, hoe ver wij zijn .

Dubbel jammer en ontmoedigend, wanneermen toevalligerwijs niet in de marks is metzijn tweedehands artikel . Ik zou nooit sEoelenuit de veiling kunnen hebben, waar iedereenop heeft gezeten en die door makelaarsduimenzijn gekeurd .

Dus was mijn baloorigheid niet enkel spijt .J ouw brieven roken naar berglucht en ruimte,ik zag je groove gestalte op steile paden, sterktxok je de moeite tegemoet .Een briefje - dacha ik - aan de bank . . . .

een reisbilj et . . . . en ik ben bij hem!J e handen reikten mij tegemoet - zou ik ?Doch peen. Ik was immers niet ldaar met

26

Page 37: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

de zee, de newel, de kilte, hey verleden . Ziekwilde ik niet bij je komen om txoost . Vankameraadschap had je gesproken -- kameradengaan op eigen beenen uit vrije voorkeur naastelkaar .

Zoo ver was ik immers niet . . . .Onvrede, landerigheid, dreven mij den speel-

hoek in. Er waxen daar vijf, zes vase kianten,baronesse Spoelberg, een oud, fijn dametjein verlepte zwarte kant, Meld de bank . Metkikkerig kille speelgoedhandjes, waaxaan eenmarquise flikkerde, manipuleerde zij hey ivorenharkje.

Men gokte er tamelijk grof. Een avondvbor den betaaldag was ik al mijn conta.ntenkwijt en moest met de eerste tram naar sta.dom nieuwe op te nemen. Bij hey verlaten vande speelkamer dongen twee gasten naar deeer, mij van dienst te mogen zijn . Lompdrongen zij door de dear, schandaliseerden heymuziekgezelschap in den aangrenzenden salon .

Mijn reputatie werd er niet beer van, ikhad eenige dagen werk de laddertjes in mijngevoel van eigenwaaxde weer op te halen .

Waarom schrijft hij ook niet rondweg :„Bom 1"Mijn wrevel lied ook jou niet onaange-

27

Page 38: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

vochten, sours dacha ik aan je met gekrenktetrots. Meestentijds gold mijn kritiek eigenzwakheid : ik wilde nieE hulpbehoevend naastje gaan. Het impulsieve meisje van weleer - •in ieder onzer leeft did sprookje - hadde al-lang den (rein genomen, en was, in welkentoesfand ook, tot je gesneld .

Nu was alles goed 1Maar in dat tafreel, mijn blond, dour hoofdje

aan je breede borst, kon ik mij niet goed meerdenken .

Mismoedig speelde ik dan maar weer, ver-loor, won, verloor, beet de lastige katers vanmij af, luisterde afwezig naar de eindeloozekansberekeningen der verfomfaaide barones,wier familievermogen, verLrouwde zij mij zon-der noodzaak doe, door een khans gelukkigoverleden echtgenoot te Monte-Carlo wasverdobbeld .

In ooze zee verdronk alle avonden weeraanhet tranend spiegelei der zon . Sleumig gingenwij naar binnen, sloten haastig de rinkelenderamen.

Des ochtends met de tweede posh - dadwaxen geluksdagenl - je brieven. De dagwas dan nog niet begonnen, die begon wan-neer hey fluisterend noodhulpje sluipend binnen

28

Page 39: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

kwam. Welds volgden dan ook lauwe theeen verdacht besmeerde crackers .

Je brieveniWonderlijkl nooit schreef je een woord

over mij . Hoe ik hey had, wad ik deed, hoe ikvoelde, wad mijn plannen waxen . Hey was ofiemand op de teenen liep om niet te storen .

Alleen in de manier waarop jij zelf, de han-den verwelkomend uitgestoken, als ware hetmeer-dan-levend tot mij kwam, - de berg-lucht die je ademde, de bloemen in hey weitje,de bron die uit de rotsen spoof, in je ver-trouwelijkheid en - vooral - je vase ver-Lrouwen, genoot ik, elken regel weer, je sterkegenegenheid. Je bracht mij bij menschen, die,arm en simpel, loch goden waxen in hunmaterieele vrijheid, hun enge traditie, de zui-vere naLuurlijkheid van hue levee .

„Gij die niet werkt, gij zulE niet" . . . . o,recht op luiheid 1

In hey tweegevecht onzer brieven moest ikmet mijn poover wereldje hey onderspit weldelven. Vaak zocht ik diversie in grapjes,die ik zelf niet aardig vond, pleegde humorop kosten mijner !otgenooten in hey pension,bespotte hue fouten, die evengoed de mijnewaxen.

29

Page 40: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Wad had ik ook te stellen tegenover jouwverrukkelijk bezit?

Ik was zoo naijverig van je weelde - neenniet van je parmantig zelfl Laat mij dad woord .Nooit heb ik mannen kunnen uitstaan, die ineen houding van „ik heb ze in mijn zak" ons,kleine vrouwLjes, zoo genadig naderen. Na-Luurlijk, liefste, was dad jouw houding niet,maar ik had hey immers kunnen denken 1Een kleine, verslagen vrouw en zoo'n branivan 'n manl Ik had je natuurlijke zelfver-zekerdheid --- ja jal .-- kunnen zien als trotsen, in een spiegeltjesspel mijn eigen klein-moedigheid verdraaiend, zou ik jou, in jeongenaakbaxe manne-heerlijkheid, de schuldgegeven hebben van mijn zieligen toestand .

Zeg niet : „dad ware dwaas geweest" -a11e vrouwen doen zoo .

Gelukkig --laat ons lachen -bleef jij, onverheven, onbeschimpt, aan mijn

lob onschuldig, --en voor die meening verwachtik nu een pluim .Alleen was ik jeukend afgunstig op je heer.

roman. Ik had wel kunnen grienen ommijn domheid, je aanbod, mee te reizen, a£te slaan .

30

Page 41: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Een persoonlijk element kwam daarnoglateruit je brieven bij . De aanleiding ben jij zelfallang vergeten, trouwens ze besloeg niet meerdan een voorbijgaand woord. Maar mij frofhey a1s een speerpunt, hey haakte, hey brandde .

Ja, natuurlijkeen vrouwDaar zip je, je raadt hey, en je weef niet

wiehoe zou je ook?Bedenk eens goed . . . . je sprak van een

meisje . . . . voor enkele wren je reiskame-raad --

je reiskameraadlcoeval - een beek, die koelt je voeten

even -- en gaat weer verder -maar ik, ik heb mijn camera gericht, ik heb

er een kiekje van.Bij hey verlaten van een kleine landsche

herberg, daar txof je een landgenoote, zij bleeker den nacho to hebben doorgebracht . Ik ziehaar als een groove, blonde vrouw, zwemsterof skikampioene, gerstblond, en zij had nogniet ontbeten.

A1 zoo pratend ging je, den rugzak reedsomgegespt, bij haar veer zitten aan de tafel,die juist was afgeruimd . Hey diensterfje kwam

3'

Page 42: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

met eieren, melk en brood, je dronk nog koffiein haar gezelschap.

Ik zag hey of ik je had betrapthey roode blokjeslinnen van hey dekservet .-aardewerk, blauw gepenseeld, zooals je

voor mij hebt meegenomenhey brood aan grijze plakken, kaas, ~ borer

hadden ze in die acme streek niet eens --rusfiek takkenhekwerk om een terras van

tegelsboven jullie hoofdenhaar hoofd, jouw hoofdeen vogel in zijn houten kooi ---buiten - de vluchtende wijdte der bergen -

ik ken die ruimte, flu ik met jou meegereisdheb, zoo goedl

En precies nog weed ik hoe ik, al lezend,versta.rde, tuurde op hey papier, en nadatik hey had neergelegd, in de wage lucht .Ook ik - de zoozeer verlangde posh tege-

moet geloopen - zap aan de ontbijttafel,waarop hey schriel Hollandsch ontbijt derslechte tijden was uitgelegd : Van Berkel-plakjes, een schoteltje bessenjam, gespotenbotertjes, beschuit en brood ---

tot in de gesloten serre-kamer bibberde denaLte zee .

3z

Page 43: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Wanneer ik moet zeggen, hoe ik voeldebestoleni

Ditmaal niet door mijzelf, en niet voor eenverrukkelijke zomerreis. Bestolen voor jou,-- die blonde vrouw was de dievegge!Nogeens .-, laden wij er samen khans om

lachen .-r toen was hey zoo . Ik zag haar grooveblonde hoofd, hey leek nog grooter door deijlte die erachter aureoolde .

Was zij verder mooi ? geestig ? gezellig ? eenpreL-tige wandelkameraad ? ik wish hey niet .Wad ik wish was zeer stellig : hij bewondertdad volle rijke blond, hey does hem zinne-lijk aan .

Van da~ruit groeide mijn azijnige, zoorevrouwenjalouzie .

En eigenlijk, wad je vertelde was zoo wei-nigl Oprecht zoo als hey was. Je had beleefdop haax gewacht en omdaE jullie wegen samengingen, wandelde je eenige uren met haar mee .Zij Eoefde niet, toen haar zijweg kwam, nochMeld je haar hand in de jouwe vast. Heyvormelijk afscheid van een wellevend man eneen vrouw, die haar eigen reisplan heeft .

Wad viel daaraan voor mij te laken ? Uitwelke reden ? Met welk recht?

Jalouzie maakt haar recht, haar reden zelf .

Tweestroomenland 3

33

Page 44: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Ik stampvoette het natte, afgeebde strandlangs, een uur ver, waar in de klamme ellendede meeuwen schreeuwden.

Tegelijk had ik kunnen jubelen :Ik heb hem l ik hood van hem l -

zou ik anders immers naijverig zijn ?Sinds dien dag heb ik, in tegenstrijdig ju-

belen en wrokken, gesmacht naar je terugkeer,om je aanwezigheid geschreeuwd .

Oorlog ging komen .J e schreef nog eenige brieven, daarover

geen woord. Wist je ginder van die dreigingnets? Je las geen kranten, je sprak geen men-schen, bisbilles, die keizers en volken bezighouden, gingen je niet aan. Legers werdenuitgerold, grensboomen sloegen nijdig dicht . InKeulen, vertelden zoo joist gekomen nazomer-lijke gasten, hadden vier ruiterbeelden op deRijnbrug de strenge wacht betrokken . Tele-grammen bliksemden, gejongleerde messen . Ja- neen -. Men hoopte de dreigende eruptienog to keeren .

Wie keeren? . . . . Keeren

erupties ?Ik poperde. Mocht ik je semen?

Kom spoedig terug 1J an-kijk-in . de-lucht, onnoozelerd, je zoo in

staat zijn, je eindelijk aan to melden voor de

34

Page 45: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

gesloten poort. Als verdacht vreemdeling zou-den ze je ophouden, vastzetten, en ik

ikik kon je immers niet meer missenl

Wat gebeurt er toch ? vroeg ik mijn on~hebbelijken aanbidder een taaien, niet of towijzen ellendeling, een advokaat - doet erook niet foe -- Wat gebeurt er ? vroeg ik hem, in angst,

met reizigers uit een onzijdig land, die zichverlaten op de rein?

Hij grinnikte - eindelijk kwam zijn kans.- Die gaan, handers en voeten gesmeed in

ketens, naar de gevangenis . Zoo blijven ze totde oorlog uit is. Betreft het een bepaald geval ?

Heeft er dat mee to makers? snauwdeik hem af.

Het heeft misschien veel to makers metmijn lust, u van dienst to zijn .

Ms het zoover is, zal ik u waarschuwen .Ik keerde mij om, lief den vlegel staan .Ik was zoo onrustig, dat ik mijn koffer

pakte, betaalde, ook voor de dagen die ik nogfegoed had, overhaast vertrok .

Toen jij kwam, eindelijk, een geredde, stoodik

klein meisje -hunkerend aan den grooten trein .

35

Page 46: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

36

III

HIJ

Nu mocha hey leven loch we! Lieriger zijngeweestl Zoo graag had ik je vroolijkheidgegund .

Maar tijd en plaats kiezen wij niet zelf, eris Been redding voor te laat gezaaide bloemen .

De zon, die wij zouden zijn gaan zoeken,over slagveld aan slagveld brandde ze . ZonderuiEloop zaten wij gevangen in hey overbevolktterrarium deter vaderlandsche veenderij .

Bezwaaxlijk vonden wij een wooing - weedje nog je woede om hey schandalig „sleutel-geld" ?

Met valsche, sluiperige oogjes, een zeelt,een moddervisch in zijn txoebelkille lancaster-kamer, noemde de makelaar de onbeschaamdehuur. Hi; wachLte nief eens ons antwoord, zijndikke, padachLige handen begonnen meteenhey contractformulier in te vullen .

Wij keken achterdochEig doe. Er moest van

Page 47: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

allerlei geschrevens bi,jdad anders niet tot debepalingen en usances hoorde .De huurder was „gehouden" tot hey onder-

houd - goed, goedlSchichtig zag je mij aan . Ik glimlachte .Waterleidingen, riolen, afvoerpijpen, gas,

lichtinstallaties, alles voor rekening van denhuurder - goed, goed l

Wat konden wij eraan doeniToen alles klaar was, ik dad geteekend,

stond de onaangename N ederla :ider op .- Ik krijg, behalve zes maanden huur

voorui~, vijfhonderd golden van u .Je schoot mij voorbij--- Waarvoor ?De vend wreef met z'n droge handen a1s

een krekel .Ik doe zaken met Mijnheer. - Hey is

gewoonte. Verplichten kan ik u tot niets .„Sleutelgeld ?" vroeg ik, eigenlijk meer

om te weten .Wij mogen het zoo niet noemen, dad

verbiedt de wed. Ik heb u de wooing ver-huurd zonder conditie .Hi; keek op zijn horloge .-r Er zit-ten nog veel menschen in de wacht-

kamer.

37

Page 48: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Je wilde opstiziven, een onvoorzichtigheid,die ilc schielijk voorkwam .- Neemt u genoegen met een cheque?De makelaa.r lachte geruststellend .

Ik heb naar u geinformeerd, anders zapu niet bier.

Zwijgend frutselden wij de zaak verder af.Buiten barstte je dadelijk uit, ik lreeg vol

stoom. Je zoudt did, je zoudt dad . Veel lieverdan je of te laden zet-ten, behielp je je metde ongezellige kamers, die wiq hadden . Ermoesten loch ook fatsoenlijke huiseigenarenen verhuurkantoren zijn .

Zeker, meende ik, maar 't is flu ge-beurd.

Een man, die meerderheidsvertoon wil mij-den, moet zulke buien maar sukkelig verdragen .Van alle gelijk dad hinders, is drift hey ergsteniet .

Toen wij den volgenden dag ons dare boven-huis nogeens gingen zien, met den behanger,die de maven nam, was je opgetogen, en zelfseen beetje fier op mij. Heroencultuur is on-berekenbaax .

Met kalmen riemslag voeren wij door deeb. Concerten, semen, boeken, semen, warenooze troost. Wij herlazen een en ander, zoo

38

Page 49: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

kwamen de levens, die reeds waren beleefd,nogeens in bezinning tot elkander. Sommigedingen had jij vroeger niet zoo gezien, je aan­vaardde wat van mijn wijsheid; ik van mijnzijde leerde door jon te puzzelen in de kruis­woordenraadsels van het vrouwenleven -­een man vindt daar voor zijn verwonderingaltoos wat.

Op mijn zuidelijke reizen bleef je afgunstig.Er was zoo veel wat ik zonder jon had ge­zien1 Je vroeg mij gretig ervan te vertellen,maar was geen gedwee-aanhankelijke Desde­mona. Je zwol van spijt, je deed onredelijkals een kind, dat om de jaren die hij v66rheeft hoven hem, zijn vader henijdt en haat.

Ervaring is een moeilijk elegant te dragenlast; ik zal weI evenmin als iemand geheelontkomen aan betweterij.

Ook mijn kalme aanvaarden van den drukder tijden verdroeg je slecht. Het leven kromponder het monsterlijk aandringen der mate­r'ieele moeiten, Jij had daar voor de huis­houding meer mede te maken dan ik, ik meendeuit je klachten te begrijpen, dat minder hetmissen van best te ontberen dingen je dreefin woede en wanhoop, dan het hesef der rede­looze onmogelijkheid om aan je levensgewoon..

39

Page 50: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

den vast to houden . Wanneer het je geluktwas, jets verbodens te beinachtigen, borer ofvleesch, een schaarsch geworden paxfum, hadje dagen van bijna matelooze Lriumf.

Hadden de gebeurtenissen niet ons levenin de bankschroef gezet, waxen wij vrij ge-bleven om te gaan, waarschij nlijk zou onsop de reis de vreugd vergund geweest zijneener „tweede jeugd" . We1ke man verliestde illuzie, de held te zijn, die een jonge, aan-gebeden vrouw den weg opens in de groovewereld 1 Welke vrouw geeft niet haar eigen-zinnigheid willig prijs, om zich daarheen toladen geleiden 1 Sracht en aanhankelijkheid,voorgaan en volgen, did schema minders nietin geldigheid.

Ons sloeg de oorlog de beste vruchten vanden boom, ons bleef geen ander recept danwijs te worden .

Wijs worden is een vervelend experiment .Maar jij, jij wees bij voorbaat alle gelatenheidaf, uitdagend weerstond je de gFijze drom dernare ervaringen van elken dag .

Jong is ze nogl bewonderde ik, en heerlijklWij zagen in dien tijd weinig menschen .

Ik bracht mijn vrienden niet bij mijn jongevrouw, jij niet je vriendinnen bij je ouden,

40

Page 51: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

wijzen man. Leeftijdsverschil werkt zoo buitenons bewus±zijn om. Toch, zochten wij geengezelschap, wij sloten ons niet af. Onze dearbleef open .

Met de mogelijkheid, dad je weldra naastje gemaal anderen omgang zoudt begeeren,had ik wel gerekend. Wie elkander middenin het levee treffen, kunnen van elkaarniet verlangen, dad zij zich ontdoen zullenvan een aanhang, die eenmaal noodig en na-tuurlijk is geweest. Gepaarde zelfzuchtldinkt „zelfbeslote nheid" niet vriendelijker?.-- is alleen mogelijk als van der jeugd ge-kweekte plant. Een dubbele spar, wiens stain-men van den wortel parallel gaan .

Op hey oogenblik --- zoo dacha ik -- zijnwij alleen, wij hebben aan hey nieuwe vanelkaar genoeg. Straks komen de vriendiunen .Zelfs kon ik, meer vermaakt dan geergerd ofongerust, denken ook aan de vrienden, die naaanvankelijke aarzeling zich niet onthoudenzouden, kameraden van weleer, mijn eigenbekenden, die ik gaarne mijn jonge vrouw herbewondering toonen zou, nieuwe aanloop ook,mogelijk van vrienden uit jouw eigen kring .

Ik stelde mij daarbij uiteraard ons-ver-wante menschen voor, in een verscheidenheid

4 1

Page 52: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zoo groot en bond, waarin ooze uiteenloopendewezens zouden spreken, loch naar een ge-meenzaam principe apgegroeid als plantenvan een bodem en klimaat .

Goed zou hey zijn, prettige, sympathiekemenschen om ons keen te hebbenl

De nadering van iemand, die zoozeer buitendeze voorstelling vie!, was daarom wel te-leurstellend voor mij en moeilijk te verwerken .

Neen, omen huisvriend had ik niet gezienals een rumoerig vliegerofficier, zoo van on-beraden leuzen, die wij geleerd hadden wadkalmer te bekijken, een dower, een lefmensch- o zeker 1 -r een man „van dezen tijd",van de toekomst zelfs, wezen met twee vleu-gels, die naar de ruimte schoten, maar danloch enkel in materieelen zin, --- immers inander opzicht tamelijk krap afgemeten en be-grensd, --- zoodat althans mij de gemeenschapniet zoo aanstonds gemakkelijk viel .

En wad ik daar zag, ineens, bevreemdend,tusschen julie, moest ik hey voetstoots „liefde"noemen ?

Dichters gaan tolvrij door . Zij presenteerenden held, de heldin, en de heldin is schoon ende held is dapper, of zoo maar, och, ze zijnverliefd op elkaar . . . . Tristan - Isolde . . . .

42

Page 53: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

hey wonder! .-• en niemand die in z'n zalig-heid gelooft, waagt twijfel .

Waarom, toen hey zoo viel, stelde ik eenandere eisch ? Waarom wilde ik did van ouds-her onverklaarde begrijpen?

T'eleurstelling, kleinzieligheid terzij gelaten,misschien wel allereerst wijl wad ik daar zaggroeien de plank der liefde, in mijn oogen,niet kon zijn .

Liefde aanvaardt men als hartstocht,schoon-heid, aanbidding, verblinding, vervoering . InBeen deter schijngestalEen, meende ik, ver-scheen de bleeke maan die daar verrees . Eenwage newel, een schielijk verschoten meteoor,meer niet .

Wel, hij was in zijn soorE een aardige, v1oL -tekerel. Hey uniform stond hem goed, en hijhad oogen, die om beurten fiikkerden endroomden, of in zijn wezen werelden ver-gleden. Misschien deden ze dad ook wel .Ik begreep best, dad zijn gepraat je boeide :ii luchLvaart was nog zooveel nieuwe roman-tiek, wie er zich aan waagden waxen kruis-ridders, poolvaarders, helden .

Hij steeg omhoog - daar openden zichNoord- en Zuiderzee, de slagvelden vanVlaanderen en Frankrijk!

43

Page 54: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Hij was een verwoed pro-alliantieman, eneigenlijk een germanenvreter . Ook in dit op-zicht werd hij mij niet sympathiek. De m' 'tairis, waar Mj zich ook vertoont, mijn vriendniet .

Heftig waren sours onze debatten . Hijtrachtte mij uit to leggen, waarom de bescha-ving van Duitsche overheersching alles toduchten, van Fransche alles to wachten had .Dat kon ik ook in de kranten lezen .Het begrip zelf „beschaving" sneden wij

maar niet aan. Hij kwam met dikke namen,waartegenover ik even dikke stelde, wij voch-ten als kinderen of sloten verkrampt de lippen,our geen onnutte krenkingen to uiten .

En jij, jij was bet met hem eens 1 Jij eensmet hem l

- Hoe kon ik, vroeg je, vereerder van betLatijnsche, die brute eedenbrekers de over-winning gunnen l

Ik keek je eens aan, je meende wat je zei .1k berustte.

1k grog ervoor zitten our uit to leggen,waarom bet niet zoo was, zelfs niet zoo leek .Geen uiting van mij kon je aanhalen ten be-wijze. Wat julie bestreden --- zie bier, daarvoegde ik zelf julie in een woord to zaam -

44

Page 55: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

wad julie besfreden was een caricatuur mijnermeening, door jullie zelf opgezet. Zoo had jetegen den vagelverschrikker gemakkelijk spel .

Ik merkte wel : niet de meeningen van diesvliegheld waxen hey, die je wonnen . Hij washey zelf. En met bevreemding zap ik hem aante kijken, terwijl jij thee schonk en vrouwelijkvleide, dad je een scheuLje melk voor hem be-waard had, wad er loch aan hem zijn konvoor aantrekkelijks, behalve zijn jeugd - diedeed ik gelden --- en zijn uniform.

Gevaarlijk oordeelde ik dien omgang niet .Zelfs niet toen hij zoo noodig jou hey vlieg-macluen moest laden kijken, en jij zoo noodighet vliegmachien moest zien . Zijn ongemeendeuitnoodiging, dad ik jullie zou vergezellen, liedik gaan. Ik zag den angst in je oogen, dad ikaannemen zoul Zelfs toen jij je lied opwindenvoor een plan, met hem mee op te stijgen„boven de woken," zooals je in verrukkingzei .-r stond ik niet in den weg . Waxen jullieniet reeds samen in de wolken ?

Hij zou er zijn commandant over spreken,beloofde hij .

Twee dagen daarna, toen hij weer aanliep,was did nog niet gebeurd . Je lipje verborg deteleurstelling niet, maar hey was loch fees,

45

Page 56: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

er stood een auto voor om julie naar Soester-berg to rijden.

Mij, den echtgenoot, verzocht hij, met eenbuiging vieux style, mijn toestemming om jemee to nemen .

De uitnoodiging werd ditmaal niet herhaald .Ik vond het eerlijk, eerlijk stood ik toe .

Misschien was apes in de woordkeuze nog wathoekerig, de waarheden, welke wij eenigs~zips heroisch aanvaardden, waren ook nog zookrakend nieuw.- Toestemming ? ik ken mij niet het recht

toe, toestemming to weigeren of to geven .Jij beet op de lip

had je toch andersgewild ?

Ja, je had gewild, dat ik grof worden zouen weigeren. Je had een spannend tafreelgewild tusschen twee manners - „les deuxhommes" van een faiseur de comedies . Je hadwipers kiezen tusschen „arrant" en „mari"en, alle argumenten aangehoord, den sterkstevolgen .

Mijn moeilijk verkregen bezadigdheid, mijngepolijste wijsheid stelde je teleur . Je snakteernaar to gaan, maar wilde het doers in op~stand, tegen mijn weigering in. Ten overstaanvan den luitenant, die naast zijn zeemen hand .

46

Page 57: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

schoen wachtte, begeerde je je vrijheid totoonen, dat je de vrouw niet was om je tolaten temmen door een echtgenoot 1

Ontken maar niet, zoo zag het er ongeveeruit. Door niet to weigeren, bedierf ik zonderopzet trouwens - het halve genoegen van jeuitgang. Je wilde den gestolen zuren appel,niet den gekweekte naast het vruchtenmesj a opje bord.

Misschien . . . . had ik dat alles toen zoovoor elkaar gehad . . . . maar inzicht komt eerstlater. Trouwens, mijn aanleg neigt niet totcomediespel .

Zoo reed dan de vliegerluitenant met mijngade toeterend weg . 1k grog erbij zitten omhet to overdenken .Aanvankelijk ondervond ik vooral bescha-

ming. Beschaming voor jou . Zoo jammerlijkgoedkoop leek dit avontuur, geen attribuutontbrak voor een Hollywood-film . Het uni-form, de auto, de vliegmachine . De mogelijkeliefdereis en plein air. En ik, de echtgenoot,rampzalig in gekleede jas, to wijs om zelfsde vuisten to ballen . Meer-dan-levensgrooteverlatenheid, verbijstering, wanhoop.

Maar nu kon er ook iets tusschen komen,het was zelfs allerwaarschijnlijkst . Banden-

'47

Page 58: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

peck - de commandant, die zelf verliefd werden zijn toestemming niet gaf. Plotseling brakook bier de oorlog ui~, de minnaar moest on-nuddellijk op verkenning uit, met hey alreedspoperend vliegeskader . Wellicht viel hij weldood, ja zeker, om een eind te waken deed hijdat. Close-up met een laatsten, purperbleekenkus .

Vol deemoed en tranen viel de vrouw aande voeten van haar melancholiek vergevendenechtgenoot, die nog geen tijd gehad had, zichvan zijn gekleede jas te ontdoen .

Zoo iets ging in mij om met al wad daarinis aan ironie en goedkoop effect . Onze ont-roeringsinventaris is zoo pooverl Hoe moeilijkmaakt men zich van overlevering los, con-ventie slijtend voor verdriet . Zulk een filmis uit hey gemiddelde hard gegrepen - hey hardis een banaliteit .

Deze banale swam werd zelf weer eenvernedering. Had ik niets beers dan did waxen-huis-verdriet? Ik begon iets Ce beseffen vande ontmunting der gangbare zedelijke waarden,de moeilijkheid voor ons, overgangsmenschen,in waardige houding de oude gemoedscon-flicten Ce doorstaan .

De ervaring, die mij txof, was immers dood-

48

Page 59: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

gewoon. Het hart kept geen andere . Daar ismet geweld en bloedvergieten op gereageerd,daar is om gevochten, geschedelkloofd en ge-hartdoorboord, daar is in hoofschen, mon-dainen vorm, en ook literair, om geduelleerd .In wanhoop hebben bedrogenen neergezeten,intuitief grijpend naar den verdwenen degen,het zijdgeweer des eenmaal ridderlijken mans .Wat moest een ontwapend Louis Philippard ?Hij werd „belachelijk" - waarom ? Tooneel-schrijvers zetten partijen breed aan het praten,carrouselrijden om de spil der waarheideen oplossing was er niet .Ook in symbolische algemeenheden heeft

men het probleem benaderd . Moraalcritiek,de preek . Mulier triumfatrix I is ooit eenman bespottelijker, dan hinkend achter decriteria eener verouderde, wormstekige „eer" ?Ten aanzien van die vermolmde mummie

eischen, handhaven de vrouwen haar rechtop „levee". Levee - uitleven dekken dieeischen elkaar ? En ik, indien ook mijn beurtwas gekomen, naneef van George Dardin, metwelk recht kon ik een jonge vrouw den eischopleggen, dat zij haar eenmaal in den kiemverdrukt naturel den laten nabloei zou ont~zeggen ?

Tweestroomenland 449

Page 60: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Recht - recht van den echtgenoot?zelfs hey wetboek waagt zich aan geen om-

schrijvingwaar steun te vinden voor een houding, die

aan spot --- en vooral zelfbespotting - ont-komt?

In eersten aanleg bleek ik hey spel te win-nen. Je kwam weinig opgewekt thuis. Ergenswas een teleurstelling in den uitstap geweest,waarnaar ik mij wel wacht-te navraag to doen .Ook dad nam je mij dan veer kwalijk, ik merktehey wel. Ik moest tegelijk delicaat en ruw,bescheiden en nieuwsgierig zijn . Het verhaal,waaraan je bezig was, mocha mij niet onver-schillig laden . Je blik, opziende van de lectuur,zocht deelneming . Maar hoe had ik van mijnbelangstelling blijk kunnen geven zonder mis-noegen uit te lokken en - fe toonen ?

Dien avond spraken wij langs elkander beenals lieden, die elk op bun eigen wandelingzijn uit geweest. Jouw wereld raakte niet aande mijne .Over hoofdpijn kiagend, grog je vroeg naar

bed, terwijl ik na bleef mijmeren bij mijn on-omgeslagen bladzij .

Misschien, dacha ik, is hey alreeds weernit. Wad zoekt de jongen anders als ver-

50

Page 61: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

sixooiing ? Heeft de benzine.adelaar zijnschuchfere proof ontsteld door al te gretigenaa.nval R Schrik -r aspirine ~ en hey is voorbij .

--• Ben je nog wakker ? vroeg ik, op deslaapkamer komend .

Milde belangstelling toonen. Geen toege-vendheid, die lrenkt, geen onverschilligheid,die vervreemdt.

In je kussen lag je te snikken .Mijn handen gleden txoostend om je acme

hoofd . Ik zei geen woorden .Toen brak je in een hartstochtelijke smart,

die ik moeilijk duiden kon. Teleurstelling ?berouw? besef van schuld ?

Nog vroeg ik niet, ik bleef je koesterenmet mijn handen. Did is, meende ik, een smartom samen te dragen. Ook al ken ik de oorzaakniet, ja wellicht is zij krenkend voor een man :men binds geen twee levens uit gemakzucht .Een onzer zou een been kunnen breken, inva-lide worden : dad ware een ramp voor beiden .En wad is zulk een verliefdheid, die plotse-ling, noodlot-tig, va1t, wad is ze anders ?

Mijn zachte vergeving scheen je wanhoopto vermeerderen. In gesmoorde gieren begroefje je gezicht, je vuisten krampten .

Zeg hey mij, lief 1 vleide ik, zeg hey mij 1

5s

Page 62: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

J e rukte rechtop in je bed . Een smart, on~mogelijk to verduren, zocht naar woorden .- 0, 't is afschuwelijk ! - afschuwelijk !1k wachtte .1k durfde niet gissen wat zoo afschuwelijk

kon zijn. 1k greep je beide polsen vast enwachtte .- Moet je flu niet vragen wat er is ge-

beurd ? - Moet je 't niet weten ?Deze drift om to vertellen stelde mij gerust .

Met een soon meerderheidsbesef sprak ik :Als er jets to weten valt, lief, als er

jets is wat ik weten moet, zal je het mij welzeggen .

Verwezen staarde je mij aan . Je zocht.Toen sprak je langzaam, je in angst verstevenoogen op mij gericht- Het is niet dat wat je meent .- 1k meende nets, lief1k hoedde mij voor teveel. Je zoudt zelf,

wanneer het moest - hoe anders kon ik jemijn bijstand geven ?- Het is niet wat je meent - zei je nog

eens. En het was stil. 1k drukte je k!oppendepolsen .

J e fluisterdeet is erger!

5 2

Page 63: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Erger? Wat kon erger zijn ? Gold dit, hetonuitgesprokene, niet als het ergste ? Hetavontuur met den luitenant? Het feest? Be .staat er in deze dingen erg, minder erg, dingendie men verdraagt, en die men niet meer ver~draagt ?

Al wat in het leven gebeurt, is werkelijk,is waar, moet worden verdragen, kan wordenverdragen. Wat niet meer verdragen wordt,is daardoor reeds ondenkbaar .Maar flu die eene mogelijkheid, indien

wij elkander goed begrepen, was ontkend,wat verstond jij onder het nog ergere ?

Snikkende viel je aan mijn borst, ik kon jeniet doen bedaren . Je had een bekentenis, zoobitter, zoo wreed, dat woorden geen zin meervonden, zij weigerden zich verstaanbaar tolaten samensnoeren .

Je bekentenis was, dat je had geweigerd .Maar dat je van hem hield, naar hem ver-

langde .1k heb mijn belofte van dien nacht gestand

gedaan. Meer dan je vrij laten kon ik niet .De luitenant kwam niet spoedig terug, hij

wachtte den a$oop van de crisis. 1k wistvan jtillie brieven over en weer, ik las ze medeop je gelaat .

53

Page 64: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Als een zieke in zijn eigen smartwereld,leefde je mast mij en of mijn stifle, geduldigebijziin je troost gaf, moist ik niet .

Het semen leven, in zulke dagen, is eenmoei "ke kunst.

Eindelijk, een middag, vertoonde de vliege-nier zich weer. Zijn gedrag mij ten opzichtehad jets kunstmatigs, ilc benijdde hem zijn toestand niet .

Een uitgang voorgevend, lief ik julie in densalon alleen .

Aan tafel, dien middag, werd de verhoudingjets minder gedwongen . Hadden jullie beken.

klaring gebracht ? Eerder den ver~legen, gedwongen tegenover mij, scheen deluitenant thans overmoedig, bij het vrijpostige,vond ik, af. Jets overwi nnends in zijn wezenhinderde mij . In de thans vanzelfsprekendeintimiteit met jou, mijn vrouw, scheen hijdezen wettigen beer gemaal daarbij jets vaneen to verwaarloozen factor to vinden . Zelfswas er jets ironisch in zijn doen .

Even driftte bet in mij op :Ik ben de chauffeur niet, die julie near

een danshuis rijdtlOngezegde woorden oefenen toch bun kracht .

Op dat oogenblik zag hij mij aan en zweeg .

54

Page 65: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Mogelijk viel hem te binnen wad je hem overmijn houding moet hebben verteld, jij die nietliege, niet misverstaat, niet vervalscht .

Terwiji de huishoudster de ta .fel afruimenkwam, zwegen wij alle drie, daarna, bij dekoffie, was de dwang geweken .

Om jouwentwil heb ik zijn miq niet altijdsympathiek gezelschap vier maanden Lang ver-dragen. Een echtelijke woni.ng is niet de plaats,waar een echtgenoot zijn door de wed aan hemverbonden gade kooit. Wie zij tot haar leveerekent, behooren er welkom te zijn .

Uitgangen naar concert en tooneelvertoo-ning heb ik geen hindernis in den weg gelegd .Vaak heeft men mij in hey openbaar met jiilliesamen gezien, vaak vertoonde ik mij zonderterughouding met jou alleen. Nimmer echtermet hem. Hij bezat weinig hoedanigheden,die ik kon waardeeren .

Mijn zorg was vooral te weten, of je flugelukkig was in de vervulling van je wenschen,althans de mogelijkheid daartoe. Je oogen,je Karen glansden. Wrevelig zag ik er dad sLu1cmilita.ir op aan. Hij oorzaak van dien luister?

Menigmaal ook trof ik je in tranen -- geluken tranen zijn de teekenen der liefde. Je leefdenaast mij sours meer als een huisdier dan als

5 5

Page 66: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

vrouw, een flier flat ik observeerde en ik vroeg- Ben je nu gelukkig ?Het antwoord was alleen een streel over

mijn haren, daar waar, aan de slapen, de eerstegrijze schimmel komt .

Toch zei je nog jets :Mijn domme kleine jongeni zei je, en

die moederlijke meerderheid heb je gehouden .Of je meer dingen wist flan ik .

Onder al wat gebeurde of niet gebeurde,is ons samenleven onbeslagen gebleven . Opeen flag vloog de luitenant weg als een kapel,die, bij Coeval gevangen, na veel gefladdereindelijk het venster open vindt .

In schaamte bleef je achter, niet in verdrietHad je flit levers langer zoo voort willen zet-ten ? of krenkte het je, flat niet jij het eindebewerkte ?

Ook hierover kreeg ik geen zekerheid, ikondervroeg je nooit . De ziekte - last ik hetzoo maar molten noemen, was eindelijk door-staan.

Thans was het tijd geweest voor een refsvan jou en mij l Een jubelende overwinnings-reisl

Wanders van bloed en kruitdamp hieldenhet land gesloten. Het levers schoof zwaar,

56

Page 67: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

het bleef telkens hokken en stommelde moede-loos weer verder . Ook voor het allereerstnoodige moest gewacht, gevochten worden .De menschen geleken een menigte in paniek ;in hey gedrang puilden hun slechEe eigenschap-pen wanstalEig naar buifen .

In deze baaierd gistte een nieuwe moraal .Houd wad je hebt, neem wad je kung krijgenlSoldatenvrouwen, hoorde men, namen het inde oorlogslanden met den man, die thuis kwam,niet zoo nauw. Verlofsdelirium, hysterischevermenging van helden en hetaeren . Overcommunistische vrouwengemeenschap in Rus-land zouden wij layer vernemen .

\Vij waxen door dit alles niet al te zeerontdaan. Eerder van de vormen, waarin denieuwe zeden zich vertoonden, dan van huninhoud. Hielpen zij ook niet ons, door oozeeigen moeilijkheden been te komen ?

Hoe streng zou ik als ouderwetsch echtge-noot hebben geoordeeld over je onbezonnen-heid, die „misstap" heette? Met advokatenstraffe vonnissen besproken.

Niet zonder hoogmoed gedroegen wij onsmild .

Wad is zij nog jongi bewonderde ik, dadzij zich vinden laat voor een zoo goedkoop

57

Page 68: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

avontuur. Een vleiend woord, een vliegers­pakje.

Maar, ho, oudeheerl vergeet de jaren met.Mannen met dikke jassen kunnen weI onaan­trekkelijk zijn1 Mannen die weten. Mannenvan wijsheid en bezadigdheid, die nooit eensv66r, die altijd achter de dingen zijn.

Zoo, een beetje knabbelend aan mijzelven,ja laat ik het maar zeggen: ironiseerend mijntekorten, ontnam ik mij tot vergeven zelfs denmoed. Ja, ook de zoete voldoeningen ervan.Jij, overspelige vrouw, hleef van de zedepreekverschoond, ik had je niets te bieden als lank­moedigheid.

Dankbaar vond ik je daarvoor met. In jehesef van schuld, had je wellicht kastijdingbeter verdragen. Want was je de hekoringmet gevolgd, 66k wijl ze een zondige he..koring was 7 Thuis komend van je schunnigavontuur, hunkerde je niet naar het welver..diend pak sIaag 1

Soms keek je mij met hondenoogen aan.Den meester, En je lokte:

---' Ik ben wat laat.Je wilde het zeggen:~ Vraag je niet waar ik gezeten heb 1N ogeens, uitdagend:

58

Page 69: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

..-- Met wien 1

..-- Paul komt bier weinig tegenwoordig,merkte ik gelaten Ope Waarom?

Op je lippen versteef het verbaasde woord:W 1"-.-II" aarom .

--' Kom, laten wij gaan eten.Aan het verlate, nagewarmde maal, zaten

wij zwijgend. Jij met je schuld en je wrok. ikmet mijn vergeving en lankmoedigheid.

Tot je het servet op tafel smeet en op jekamer uit ging snikken.

Kindje, wat is dat alles lang voorbij 1 Enheh je eindelijk weI hegrepen, dat ik, v66ralles, van een fout verschoond wou blijven:van superioriteit? In woorden, zeker, maarook in gedachten?

Den begrijpende handdruk, de liefkozing opje arme, vertohde hoofd, waar je naar smacht­te, ik wilde ze je besparen.

Zou elke vergeving, hoe zacht, hoe be­grijpend ook, niet een vernedering zijn ge­weest 1

N een, ik vermocht je met te helpen, ze1fmoest je de klaring van je gevoel volbrengen.

.-J W at is zij jong1 W at is zij mooi en he­geerlijk in het telkens bewegen van haar trots,

59

Page 70: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

haar verlangen, haar schaamte, haar verdriet lVerrukt volgde ik de baring van je schuld,

als de zwangerschap eener madonna . Zag hij,die man, dat ook ? Dan kon ik mij zijn be-koord-zijn best begripen .j

Wat ik minder begrijpen kon, was jouwvervuld zijn juist van hem, Ik vond het, bijalle jeugd en brani, beneden peil. Zoo zijnwij mannen immers : wanneer wij ons schik-ken in „bedrogen worden", stellen wij eischenaan het suj et, dat ons bedriegt .

Hierin zijn wij onredelijk en lachwekkend,want zal ooit een sujet ons waardig genoegvoorkomen ? Was de edelman tevreden, diezijn jonge gemalinne moest afstaan aan denkoning zelf ?

Alles tezamen stond het er dus zoo voor -en last ons glimlachend de dwaasheid ervanherdenken - dat ik in 't algemeen wel meendetoe to zijn aan je avontuur en mijn echtge-nootelijk lot, maar het bijzondere geval konmij, om honderd redenen, niet behagen .

Zoo gaat dat, vermoed ik, met alle bij-zondere gevallen .

Mag ik nog even pluizen, dan komt mijvoor, dat je opbloei in die -• „dwaling" lastons zeggen - je nieuwe bekoring gaf voor

60

Page 71: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

mij . Gelukkig waken wij onze gevoelens nietzelf - hoe vervelend, technisch, van menschenzouden ze zijn! Zoo als ze ontstaan in onbe-kenden oorsprong daarentegen, hoe rijzen zevreemd, betooverend voor ons verbaasd beset!

Geluk of ramp, verwachting, hoop, ver-slagenheid - o, laat ons bidden dat wij levendblijven!De „nieuwe moraal" vond ons niet onont-

vankelijk, zij hielp ons de beproeving doorto komen . Aan tafel vonden onze gesprekken,onze blikken, elkander verheugd terug .

Vergeven en vergeten ? - op den gemeen-zamen verderen weg ging je met warme oogennaast mij . Grooter van liefde omdat ik jeliefde vrije baan gelaten had .

Page 72: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

62

IV

zrJ

Eindelijk, dan eindelijk - IuchtlDe slagboomen weken .Liefste 1 flu grog hey komen .Hey sprookje van jou en mij .Alles was nachtmerrie van den naren fijd

geweest : de hebzucht, hey walgelijke even, deslagveldbenauwenis, geldzorg, alles -- en ookdad.

Mijn roemruchte vlieger, mijn Ikaros, mingouden officier, waar was hij? Een mannetjevan bordpapier, dad langs een vliegertouw om-hoog gaat. Daar blinks hey nog . . . . daar ishey weg. Verdronken in de waterwolken .

Hij lied mij niet eens de disilluzie der illuzie .Geen spijt, wrok, afkeer, haat . Ik wrong nietde wanhopige harden, ik peinsde niet ver-loren in mijn bed .

Negatie van een leegte.

Page 73: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Alleen waf schaamte bleef droesemen in heyleeggedronken glas . Maar dan --• of iemandmet bloemen in een ziekenkamer kwamZuster, gauw 1 gauw 1 een vaas . Bloemenmoeten wader, lucht en licht . Zon door deramen 1

In wilden drang, mij te vernederen, had ikjou aan de voeten willen vallen . Je hondje zijn,je kleine hulpelooze kind .

Schuldbesef? - niet veeleer een stralendoverwonnen zijn ? Wat was jij rustig, groot,gelijk geblevenl Nu nam je mij bij de hand,de eerste wandeling naar buiten .

Jij echter, bedachtzaam, wees nog af.- Zie eens 1Ik zag hey dringend vee, dad door de hek-

ken spron$. Winstmakerskudden, valutahor-den, reizigers zonder manieren, lolden hey perknit met hun vele geld . „Steinreiche Hollander".-- en die dad wel wilden weten .

Stevig Meld je vermanende hand mij vast.Afbuien laden! Straks komen wij veilig

naar buiten.Hoe kon ik kahn zijn -- ik gisL-te 1Eindelijk lied je mij los . Hey macho . Door

de vernielingszone reden wij Frankrijk in, dadals een lazzarone praalde met zijn rampen .

63

Page 74: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Parijs was nog niet van de koortsen ge-kalmeerd, ik wilde het ongeschonden Zuidenin, naar de streken van je wandeltochten . lkwilde je verrukkingen mee genieten, wordenuitgelaten in de wereld, aan het snoertje vanjouw zweep .

Sinterklaas - de kinderen gaan heerlijktafels kijken 1

En ja, zoo zag het er voor mij uit . Alleswas nieuw, blinkend, gevernist, voor het eerstgemaakt. Gepoetste blauwe hemel, bergkustin stereoscoop. Aquarium met rotsjes MonteCarlo .

Een poezegreep in het lot : een raise

au lheet is dat.Meer had ik gewild - ik zag jouw gezicht

misprijzen. Het poenig gezelschap beviel jeniet, en ik dorst niet meer to vragen .

Arm kind] e, dat jouw dom, bedorven kind] ehad willen zijn! Jouw gouden onverstandje .En in mijn gesloten oogen zag ik mijn vlieger-officier - hij, hij kon vliegen en storten 1

Je zei : dit waren de landen van je her-innering niet meer. Andere gasten, anderemanieren. Ook de menschen, die er woonden,bleken veranderd . Waar waren de onbekom-merde zuiderlingen ,wien het gemakkelijk leven

64

Page 75: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

veroorlooft Brands seigneurs te zijn ? Zij logenniet minder, maar hadden bij 't villen van denvreemdeling de schaamte afgelegd . En wad heyergste was, die lieten hey zich, vermaakt voorhun duiten, losbandig en lollend doen .r Valuta-casfigatiel smaalde je .Naar de meren van Italie : hey werd een

vlucht .her kwam de beproeving .Had je wel ooit beseft, wad vreugde-

kind ik was? Bedelaresje, ontgoocheld enverlaten, nam je mij mee naar je groove huffs,als in hey sprookje lied je mij in de keukeneven geven, schoone kleeren, een warm bedom in te slapen .

Toen ik ontwaakte, stond de zon reeds hoog,aan den hemel nog we!. De kamer was frischen vroolijk, op hey kleine tafelLje „prijkten"bloemen in een blanke vaas . Ja, ze prijktenen alles wad mij omringde was zoo nieuw, zoozuiver, zoo goed geregeld, de kamers welbe-steld, de gangen blinkend van marmerwit .

Hier wordy hey verhaaltje wrang. Wandhey bedelmeisje, opgekwikt en als een dochterdes huizes bediend, verlangt haar vrijheid, haarongebondenheid terug. Zij stikt . Niet wijzergeworden door bittere ervaring, misdraagt zij

Tweestroomenland 5

65

Page 76: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zich met een - o laat ik het maar zoo noe-menl - met een bediende nog wel .

Wat does de wijze, welmeenende pleeg-vader ? Hij neemt haar mede op reis . . . .

Neen, zoo is hey niet, bier gaat bet sprookjescheef. Jij was mij meer dan een weldoener,je was mijn god . En de aanbidder heeft zondenbedreven jegens zijn god, en de zondaar heeftberouw, maar de god luistert niet, de god buigtzich niet neer om te vergeven, de god blijft god .

Zoo moet de aanbidder en zonde en ver-geving beleven in de eenzelvigheid van zijneigen ziel .

O, zeker zal hij voortaan deugdzaam blijvenen zonder zonde. De heilige sleutel der gelofteverzekert de schat der goede voornemens. Enzietl aanstonds wordy de wereld licht . Poortengaan open, beklemming schuift weg . De goededaad vindt, naar de leer, haar belooning inzichzelve.

In onze kleine albergo op hey hooge rots .terras -r waE waren wij gelukkig? Rondomwas ruimte tot aan gindsche bergen, die ookweer open schoven om de ruimte door te laEen .Tusschen de bergen, overal was de hemel .

Beneden, over de ballustrade, lag saamge-loopen bet meer.

66

Page 77: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Men moest om bet meer to zien er opzette-lijk naar kijken, maar altijd was bet er, koelteen nevel stegen eruit omhoog, bet deed zichaan z'n koelte voelen. De snipperkleine buurt-boot deed „toctoc l" Dan fangs den muur derborstelige rotsen, zag men in speelgoedmaatde wine aanlegsteiger, bet scheepje „toctoc l ",de kleine zwarte menschjes . Er was een fac..

met de koffers, een dikke beer en eendame, er was een vat, dat werd van boordgerold, en iemand die den weg vroeg, en dekaptein met zijn wine pet . Het bootje speedals een blikschaar in bet meer .

Ook was er bet dorp, dat moest men vandichtbij bekijken . Het bond zich niet vanzelf,men moest bet optellen, huffs voor huffs, biernog een, daar nog een achter de rots, en daptot de slotsom komen : ja! dit is een dorp .Vooral was er de albergo met z'n twee ter-rassen, een hoog, een laag, daar leefden wij,aten, lazen, keken uit . Er was een poort naarbuiten, een „portone", omdat hij zoo grootwas, daar steeg een straatje naar bet pleintjeen de kerk. De kerk stond als je goed zagmidden op bet pleintje, een bouwplaatkerkjeop zijn kartonnen grond, Maar achter de kerkheette bet pleintje kerkhof, juist zooals jij

67

Page 78: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

hey eenmaal had beschreven, de grafjes stondenof lagen er naast elkaar, door kinderen ver-geten dominosteenen, waarLusschen bloemenen kralen kransen groeiden. Boven de dunneijzeren doorgang, die Been poor had - menliep daar zoo maar binnen -- ping een lamen-tabele Christus aan zijn kruis . Men moesthi; hey doorgaan even ophouden en in deknieen zinken ; wie hier thuis was, teekendezich ook. Voor ons hoefde dad niet, wijwaren maar hezoekers .

Omtrent de kerk en hey kerkhof was welalLijd wad te doen, een begrafenis of een mis,of de kleine processie van den priester, dieuitging met hey sacrement. Ineens was ermarks op hey pleintje, kollende visschen engeruite doeken, de nonnetjes kwamen in eenganzengangetje hey klooster uit, men slaakteeen klasje cathechisanten, vreemdelingen, ge-rugzakt, speelden met wijzende stokken rare-kiek. Vooral de manke klokkenluider had rushnoch duur. Wanneer hij Been lush had zwaaren laid te benge!en, lied hij losse enkele ldepesjvallen, men wacht-te op de volgende, die sourskwam, sours niet, dan stond de !ucht evensail a1s een libel op haar vlerken .

Men leefde a1s op een schip, de glazen

68

Page 79: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

slaan, er gebeurt zeker jets, maar men weedniet wad.

Een stapel tzinen tuimelde van den berg,kartonnen huisjes er middenin geprikt, diealles vasthielden, dad hey niet vallen zou .Muren, langs de paadjes opgemetseld, sloten2ich in korsten om de erfjes en wijngaardjeskeen, men kon daar altijd nog verder naarboven, een hoekje om waar niemand meer was,dan toch nog een schuurtje, een huh in eenMusje boomen, een plekje bergweide en eengeitenstal. Onder het gras, onzichtbaar, Ljilp-ten de beken, waar men nat-te voeten kreegdaar was er een. Ik leerde ze ook herkennenaan den groei der bloemen .

Om dad alles stond een groove cirkel ui±-geschreven, als zwaaide er een onzichtbareplaneet, die men sours kon hooren zwijgen .Maar des avonds schoven de gordijnen saam,dan werd a11es vlakbij grijpbaar . Alleen desterren bleven ver .

In deze kloosterlijke rush begaf mij ineensde kracht our voort te gaan . Ik wilde, recon-valescente, blijven toeven, bekomen van eennamelooze schuld. Hey voelde aan a1s eenbekoelde koorts, men ligt ervan, met zachtgesloten oogen, te genieten .

69

Page 80: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Maar jij, tippelaar, had de ongeduur in't bloed. Je moest je geweld aandoen, op dezegelukzalige plaats to blijven . Je kon niet luizijn, lectuur hield je niet vast, onrustig kraaktej e in je langen rieten stoel .

In je aandoenlijke poging, je op to offeren,to blijven om mijnentwil, vond ik je een schat .Enkele keeren, om jou, lief ik mij overhalentot een klim den berg op, maar schoon ik ge-noot van de beweging, bet uitzicht, bet avon-tuur, van de geitensprongen bet klippepad ofomlaag, het bleef kunstmatige pret, die tegenden draad grog . Ik bleef verlangen naar mijnterras, de rust, de zon .

Vond jij nu, wenschte ik, maar een kame-raad om mee to wandelen . Ik bleef bier rustigop je zitten wachten. Ja, dat zou heerlijk zijnl- Ik kan ook alleen gaan, zei je, een beetje

teleurgesteld .- Alleen gaan is niet hetzelfde .J e gaf geen antwoord, maar ineens zag ik

je met die andere vrouw, die kameraad vanenkele uren gaan, jaren geleden, en had be-rouw van wat ik had gezegd .

Dienzelfden middag was bet, dat ik overbet muurtj a de diepte lag in to turen naar betprentje benee .

70

Page 81: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

- Kijk daar een prachtig mensch den bergop komen! riep ik je toe .

Tezamen, jij naast mij over den steenen wal,bespiedden wij het snelie klimmen der spor-tieve jonge vrouw . Slank en taai was ze,haar spierig lichaam, onder den zwaren zak,bewoog zich in fijn evenwichtsinstinct .- Ze is jongi bewonderde je .

Niet zoo jong als jij denkt, dong ik af.Om de dertig schat ik haar wel. Maar zeheeft lijn en lenigheid, het is een plezier naarhaar to zien .- Ja - zei je, richtte je op, zoo bleef je

naar het decor der bergen zien .Even later stapte de vreemde de steenen

terraspoort binnen. Zij legde haar krakendenrugzak af, ontspande haar leden, groette inde haar klaarblijkelijk vreemde taai

uon giornolSera! verbeterde jij een beetje weterig,

want het was namiddag .Zij ging naar binnen, praten met den Oste .Eerst na tafel, plotseling, zagen wij haar

weer. Zij kwam op ons af .Landgenooten 1 zei ze, ons een guile,

ferme hand toestekend .Op je weinig toeschietelijke manier noodigde

71

Page 82: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

je haar aan ooze tafel . De zwaxte chiantistond er flog, wij vroegen een glas, besteldenkoffie.

.-, Ik zou u eerder voor een Zweedschegehouden hebbenl toonde ik belangs±elling .

U ziet scherp. Mijn moeder was eenZweedsche. Van haar heb ik wad houdinggekregen, meer dan een ingetogen Holland-sche past.

Jij, je was stil dien avond, je lied de spraak-zaamheid aan ons. Wel merkte ik, dad heygezelschap je niet onwelgevallig was, je bezitmiddelen om hey tegendeel ondubbelzinnig tedoen blijken. Ook wij, vrouwen, bevielen el-kander. Wij gisten, in heE raadselspel dernieuwe kennismaking, elk anders leeffijd : zijried niet te oud, ik niet te jong .- Je hebt gewonnen, Paul . Mevrouw Ver-

loop is niet boven de dertig ..- • Mevrouw . . . . ? vroeg je in verwonderde

afwezigheid. Enkele zakelijkheden van hey ge-sprek waxen je ontgaan. Even was hey pijnlijk,ik moest je inlichten over deze vreemde, alleenreizende gasf . Haar man, consulair ambtenaar,was sinds eenige jaren in hey buitenland opge-houden. Een oorlogsscheiding, die weldra op-geheven worden zou .

72

Page 83: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Vroeg gingen wij naar bed ..-r Zij is wel aardig, keurde ik . Heb je

gezien met welke oogen zij je aankeek ?Je had hef niet opgemerkt. Neen wezenlijk,

je had het niet opgemerkt .--- Ik hoop niet te storen, wanneer ik

eenige dagen blijf, zei Olga den volgendenochtend .

Ik zag je opmerkzaam luisteren naar denvollen kiank van haar stem.

--• Wij zullen hey pretfig vinden, beslisteje voor ons beiden . Trouwens, wij zijn bierin een hotel, iedereen is vrij er gebruik van tewaken zoo lang hij wil .

.-• Niet beleefd, Paul!Zij lachte ..-- Theoretisch is dat natuurlijk zoo. In de

pracfijk vale daar wel wad op of te dingen .Ik zou niet met een reiskudde bier blijven .Of met iemand, die mij lastig viel. Of metjongelui op de huwelijksreis .- Wel, schertste ik wee, waar houdt u

ons dan voor ?- Laat u niet op de sang rijden door

mijn onhebbelijke vrouw. ledereen kan zien . . .--- Wat - tart-te ik - kan iedereen zien ?Wij lachten alle Brie. Maar weder nnerkte

73

Page 84: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

ik op, hoe Olga met gesperde oogen naax jekeek .Gastheerlijk nam je de honneurs waar van

de plaats. Met bengelende beenen luierdenwij op hey bankmuurtje van hey kerkplein, wijklauterden naar boven, picnicten in hey weiLjebij den geitenstal .

Je speurde toen een pad, dad nog hoogergrog ; ik verkoos te rusten ; om hey spel niette breken, lied ik jullie beiden gaan .

De tocht duurde lang. Ik viel in de zonin slaap .Ontwakend, zag ik de schaduw over de

bergen vallen ; weldra werd hey ku .lGehinderd grog ik zien op hey nieuwe pad,

daar kwamen jullie juist onverhoeds om denhoek.

J e was vroolijk als een jongen .Krijgen we Been standjes ? daagde je

uit. Zulke ontdekkingsreisjes in de Bergenvallen altijd tegen. Je weed, wanneer je gaat,nooit wanneer je terug bend. Had hey snellergekund - Olga?

Haar gelaat straalde .Ik was wijs. Zoo wijs als jij mij geleerd

hebt te zijn.Wij repten ons naar beneden om waxme

thee te drinken .

74

Page 85: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Jij had je wandelkameraad gevondenwad kon ik aan te merken hebben? Ging mijkhans overkomen wad ik zelf jou had aan-gedaan ? En hoe hoofsch had jij je gedragen- cavalier de quadrille - mocha ik dan, bijde tegen-visite, de mindere zijn ?

Ik vond de gevallen niet gelijk -peen, in niets geleken ze elkaar .--welbeschouwdmaar ik had mijn oogen .--- Ga jullie nogeens mee den berg op?

't Is zoo verrukkelijk boven! (de angst inOlga's oogen dad ik meegaan zou) .

Ik blijf hier lekker ziLten met mijn boek .- Beweging zal je goed doen, hield jij aan .

En jij, je meende hey. Je zocht Been eenzaam-heid met haar en mijn hard was gerust .

Neen, peen, ik blijf veel liever rustigthuis .

--- Een tippelLje van een uur . . . . twee . . . .- Dad ken ik. Een berg is Been polder..-- Nee, goddank .Vijf lange urea duurde hey, dien eersten

keer, voor jullie weer de poor door kwamen .Toch, mijn ongeduld braveerend in de zelf-zucht van je prey, wilde je nog een pluim heb-ben voor je zelfbeheersching . Er was een

7 5

Page 86: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zijweggetje, een verleidelijk geitenpad . . . .-- Zoo heelemaal om den berg - je om-

vaamde met een armzwaai --• veer naar leerterug.

En afgronden 1Olga lachte, een hooge, schelle lack. Zoo

werd zij mij antipathiek .Toen wij eens alleen waxen in die dagen -

dat leek wel nooit meer te gebeuren - vroegik, ongerust :

- Heb je dan niet opgemerkt hoe ze naarje kijkt?

--- Een oudeheer als ik ? Ik wou je wijzerhebben, meisje.

Toch is de oudeheer erdoor gevleid .Je werd eerlijk boos, nogeens zag ik je

goede trouw. Je had, zelf onbevangen, nietsopgemerkt van dad begeertespel .

Ik echter, die van je terughoudendheid debekoring kende, was naiet gerust. Ik deed mijnbest niet prikkelbaar te zijn, spanning in deverhoudingen te mijden . Wel enkele malengrog ik met julie mee, sours bleef ik beerfhuis, zorgend natuurlijke redenen te hebbenvoor mijn voorkeur .

Aan haar begeerte viel niet te twijfelen, zijverlangde met jou alleen te zijn . Die angst

76

Page 87: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

in haar gesperde blikken wanneer ik aarzelde,die verrukking, wanneer ik mij terugtrok 1Haar oogen juichten.

In de overmaat van haar geluk viel zij mijherhaaldelijk om den hats . Zij Meld van mij

- Ja, ja, kind] e ! - weerde ik, mij 1os-makend, af.

Ik kon het niet aan, ik had een moedermoeten zijn .

Ook in die verrukking was zij eerlijk, ikmocht het niet betwijfelen . Zij was mij dankbaar voor het afstaan van mijn man, zij Meldvan mij om jou was ik niet je vrouw, jegeliefde ?

Wat moist jij, groot kind, van vrouwenlEen avond keerden jullie in zware stem-

ming thuis .Er was gesproken .Ik zag het aan haar gespannen, strak ge-

zicht : je had haar bekentenis afgewezen, neen,met je milde wijsheid haar den uitweg ge-toond

Weet je dat flu wel zeker, kind?Maar zij, o zeker moist ze het 1 Zij had de

wereld uit willen springen van dwaze ver-rukking : Hij 1 - Hij 1

Hij 1En Mj was jij, mijn man!

77

Page 88: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Toen ben ik, op mijn beam, ook wijs ,ge-worden .

Als je het wilt, Paul

als het je ietszegt -

Misschien had ik toch gehoopt op een anderereactie .- Jets zegt ? - ik ben nog geen oud man .

De hartstocht van dit verrukkelijke jonge kind lEen geschenk, een ongedacht, rijk geschenk .

Neem het dan aan •- -rik keek in je oogen -Een man, die zijn zekerheid mist, redt zich

in drift -- 1k wil geen geschenken 1 viel je uit .

Niet van jou, niet van haar . 1k ben niet jonggenoeg om gelijk op to deelen, ik ben niet oudgenoeg om to denken : aannemen l meegeno-men 1 Voor de avond valt. Ook zijn wij nietvrij . . . .

Wij, Paul?Schampere ontwijking .- 1k meen : zij . Wat weten wij van haar

man? hun verhouding ?Dus, - bedenk je goed, als je dat wel

wist, zou jemijn oogen stonden niet zooals ik gewild

had, sterk. Ze smeekten .

78

Page 89: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

En jij, je ontweek .Hoe kan ik dat weten ? 1k leg mij niet

vast. Zoo min als ik jou heb vast gelegd .Meteen begrijpend hoe wreed je was, begon

je zwaar toe to lichten . 1k moest niet aan ruil-handel denken. Wanneer je het antwoord opmijn vraag voorbehield, was het om naar goed .vinden, naar stemming misschien, to kunnenhandelen.

Menschen als wij leefden in nuances, zonderbeginselen, die immers verstijving zijn. Be .ginselen noemde je gymnastiekwerktuigen : jekunt er aldoor dezelfde oefeningen aan doers,die goed zijn en nuttig, maar een levend menschwil vrij zijn bewegingen bepalen .

En nog ruimer breidde je de gedachte uit,die je scheen to obsedeeren : men mocht totgeen prijs de veelzijdigheid verliezen, het rechtopen to staan voor alle opvattingen, daden,mogelijkheden, kansen . Dit eerst was levee .Menschen als wij houden ons niet aan

trouw voor een man of een vrouw : het zouzijn, alsof wij onze bewondering beperkten toteen enkele schoonheid, een enkel genot, eenenkele kunst - begreep ik ?

Glimlachend herinnerde ik aan een argu-ment, ook van jou :

79

Page 90: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Kunstenaars moesten eenzijdig zijn, ver~beten in hun gelijk, blind voor al het anderedan hun roeping .

0, wees je, geringschattend, af. Wijzijn geen kunstenaars, geen scheppers . Wijzijn genieters, dilettanten als je wilt. Jij nochik hebben ons aan een god verzworen. ZelfsRomeo, de groote minnaar, toen hij Julia aan-schouwde . . . .

Romeo, in dit verband, werkte Loch humo .ristisch . Wij vonden elkander in een be-grijpenden glimlach, die ons het verdere vandien avond niet weer verliet .

Hetwerd een heerlijk samenzijn envan Olgaspraken wij niet meer .

Hoezeer ik mijn best deed ervan verlostto raken, de jalouzie verliet mij niet . Zijmaakte mij humeurig, grillig, moeilijk . Olgazag als zwijgende derde toe, gereed mij vanalle ongelijk to betichten. Sours sprak ze vanheengaan, hunkerend naar een woord, dat jijniet sprak . Je zag mij aan en ik zeide het maarvoor you- Blijf Loch, Olga 1 Wij hebben het zoo

immers goe .Zulke offers kostten mij alle kracht, ik

moest vluchten our mijn tranen niet to toonen .

80

Page 91: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Egoisten als verliefden zijn, gingen juliemet je omgang voort, praatten, wandelden,gaven op den tijd geen achy. En weder moestik denken aan een woord van jou :

Recht van klagen begins bij de ver-waarloozing .

Had ik, ik zelf ook zoo gehandeld ?Ik tracht-te mij terug te denken in dien tijd,

ik voelde mijn schuld, mijn onrechtvaardig-heid, maar kon hey niet brengen tot een openerkenning. Alles, zoo bleef ik vergoelijken,was toen - anders. Zelfs kwam hey mij voor,alsof jij, al stonden onze gevallen gelijk, min-der hey recht zou hebben je uit te leven danik -- jij was immers een man, beheerschter,wijzer - ouder.Ouder ook - hoe dorst ik 1-r Olga!Samen stonden jullie aan de borstwering tegen

hetlicht, jij grooter, verhelderd door een weerge-keerde jeugd, zij klein, in bewondering geslagen .

Over hey meer blonk de sneeuwen berg.Beiden zweeg je, ik wish van julie ver-

langen, daarheen te gaan . Den hQogsten fop,hey gevaar, twee dagen - weg I

--r Ga jij mee ? vroeg je, met een pogingje stem meer klank te geven .

81Tweestroomenland 6

Page 92: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

- 1k ga niet mee. 1k reis naar huffs terug .Dan gaan wij geen van alien, besliste hij .

Olgamet krampende handers, het gelaat in het

li cht -haatte ik .Zij trachtte je to trekken, vocht .Jij was gaan zitten, peinzend, op den rieten

fauteuil. Je riep.-r Olga!Wat wilde je haar zeggen ?Een pons nog bleef ze daar staan, ant .

woord a niet .Hoe vinnig haatte ik haarWat moest ze ?Zonder mij aan to zien vond zij het poortje .Op het voetbankje zat ik bij je, mijn wang

op je knie .- Het is beneden mijzelf - ik kon niet

anders .Dat heb ik begrepen.

Je hand zocht verstrooid min hoofd .Olga kwam terug met gepakten rugzak . Ze

was om to bewonderen mooi. Groot, rechtop,als toen ze kwam .

Zij naderde met stevig uitgestoken handers.-r Dank voor alles . - Jou ook .

82

Page 93: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Ik haatte haar nog dieper om hear trotsom haar pracht -rom al wad, in haar grootheid, mij ver-

nederde .--r Dag - Olgal-r Blijf ziLfen 1Jij was opgestaan om haar geleide to geven .

83

Page 94: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

8 4

V

HIJ

Vrouw, mijn goede kameraad, bij hey her-denken laat ons tegemoetkomend zijnl

Mild vloeit op omen levensstroom hey stillelicht, daar varen veel wit-te zeilen.

Na de verfrroebeling is hey wader fielder .Genezen zieken, keerden wij langzaam naar

ons huffs terug. Er lag een brief voor jou, eenbrief voor mij . Glimlachend herkenden wij heyschrift der adressen .

Zonder haast hebben wij toen ons gved af-gelegd, ons van de reis verfrischt . De kachel-warmte snorde gezellig door de kamer, a1seen goes die haar kussen zocht . Wij beidenmaakten hey ons gemakkelijk in ooze ver-trouwde stoelen, elk met zijn lectuur .

Toen je hem had uifgelezen, reikte je mij jebrief, je hand onLznoet-Ee daarbij de mijne, dieje een vel voorhield .

Page 95: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Je luitenant was kort, mijn Olga langervan s~of: zij had zooveel te zeggen, hij zooweinig 1,

En na hey lezen hebben wij ooze brievenniet verbrand, hevig gedaan noch plechtig,Been beloften gegeven, geen eeden gezworen .

Twee dagen layer wish ik van jou, dad jegeantwoord had ; ik ook had mijn antwoordreeds op de bus - je keno mijn gewoonte,brieven zelf naar de posh to brengen, dan zijnze van mij af.

Bezorgd dad wij in zouden slapen, verrastede huisheer ons met een emotie. Contract ensleutelgeld den spijt, verhoogde hij de reedsschandalige huur, -- niet goed dan weg. Dewet-ten schenen dat zoo doe te laten .Wel, wij hadden de wetten niet gemaakt,

hey huurconLract niet, en hey huffs, in dezesaaie middenstandsbuurt, was niet gebouwdvoor ons. De brandbrief bespaarde ons eenmoeilijk besluit, te gaan verhuizen .

De wereld is er niet gemakkelijker op ge-worden. In vroeger jaren hadden de men-schen, leek hey zoo, hun plaats . Mijn waderhad zijn plaats in ambt, sand en gezin, nietsaan hem was ios of toevallig . Hij leefde in denliberalen tiijd der zachtjes uitgebrande idealen,

85

Page 96: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

de sintels glommen nog weldadig en er wasasch om kastanjes in te poffen.Naar vlammen kijken is een genot, dad sti-

muleerE en lui maakt tegelijk . Ze tooverenbeelden, laaiend en lekker, maar die weer aan,-stonds sunken en vergaan .

Achter de vlammen komt hey rusfig koeste-rende vuur, de vulkachel des levens .

Zonder opstand, maar ook zonder verlangendesk ik daaraan Eerug . Onze breede deftigewooing met koperen schellen, een dienstbodeom ze te poetsen voor den Zondag, een werk-ster voor de Zaterdagsche beurt met de glazen-spuit .

De hjd lag voor anker.In die dagen was een huisheer, die de huur

opzei, een ondenkbaarheid. Trouwens, menwas zelf eigenaar van z'n huffs. Men had erzijn zaken, teelde kinderen, grog dood. Deluiken van hey huffs guigen dicht, de luiken vanhey huffs gingen weer open .

Thans hebben de hujzen geen luiken meer.Zij zijn ook niet van ons, men kan ze verlatenals een txein die stilsta.at . Vaarwel, huffs 1s4raat1 shad 1 vaderland 2

En misschien hadden wig toen hey park derwereld afgezocht naar een welgelegen villa in

86

Page 97: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zon en zee, ware dear niet een onverwachtegash gekomea.

Welk een lesiEigenlijk, - heb jij je daarvan rekenschap

gegeven ? --- gingen wij axgeloos den weg derzelfvoldoening op. Wad hadden wij immers alniet bereiktl Zonder merkbare averij had onshuwelijksvaartuig - hey beeld is wad verou-derd, maar niet ongezellig : een gondel, nietveeleer een fier fregat? -- orkanen doorge .

die niet veel schepen zonder molest zou-den zijn doorgekomen. Wij mochten dad zooa1 schemerend bedenken .

Weliswaar dankten ook wij hey een enander aan den tijd, die woelde en woedde enBeen stilstand duldde . Machten, fortuinen,werelden gingen overstag . Een religieus reveiltrachL-te vergeefs den vloed der tuchteloosheidte keeren .

Wel waagde Been koen moralist nieuwbrood voor de ziel te zaaien, hey was vooralonkruid wad opwies in de opengescheurde, metbloed bemeste landen. Toch, voor zooverre ookwij ons pioniers konden warren, moesten wigerkennen : in een gezapigen theestovent-ijd zou-den wij daartoe bezwaarli)k gekomen zijn .

Wad evenwel hiervan vast mocha sta.an, did

87

Page 98: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zeker : keken wij in den spiegel, dan zagen wijwereldontdekkers, niet minder . Gevorderd injaren als wij loch reeds waxen, hadden wij nietgeschroomd de vensters wijd te openen voor defrissche tocht .

Ja, ja, zoo waxen wij, een beetje hoogmoedig,wind je? Ms jarigen, die te eigener eer de vlaguitsteken en niemand van de buren vlagt ermee ? Toch, jarig waxen wij, en 't werd althanseen geslaagd huiselijk fees . Wij hadden, zooals wij daar zaten, ieEs voor elkaar gebokst, of,om hey nogeens anders te zeggen, onze echowas beproefd, zeewaardig en zelfs modern be-vonden. Een beetje uitdagend, meer dan bidooze jaren passend scheen, keken wij uit naarde buiige zuidwesters aan den horizon .

Een nieuwe omgeving dus voor den nieuwenmensch I

Daar stierf geheel ongedacht mijn zusterAgaath, wij kregen in huffs hey Nichtje .

Hey zoo stoutmoedig opgerezen woning-vraagstuk viel hiermee binnen den engen wormdes vaderlands terug. Eigenlijk had ons huffs,zoo als hey was, best mee gekund, confectieimmers voor gemiddelde behoeften. Maar fluer eenmaal opgezegd was, lieten wij ons nietmeer koejonneeren door een huisbaas, verte-

88

Page 99: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

genwoordigd door een onheschoften makelaar.Het zoeken werd dus naar ongeveer juist

zoo'n woning, met toch iets meer eigen plaatsvoor het nichtje, als het kon, Want, meer uitzorg voor het behoud van het reliek onzereigen dierbare vrijheid, dan om de prille huis­genoote ter wille te zijn, bestemden wij een af­gezonderd gelegen, goed bewoonbare ruimte,kamer met werkhokje, voor de plotselingegast.

Thereesje, gymcandidaat voor de zesde klas-ti · t teen.'se, zeven en jaar, -- "swee seven een,

mocht je in herinnering brengen --- noopte onstot blijven in het eigen land, en in stad, Spoor­studente zijn, was sjouwerig voor zoo'n meisje.Bovendien, meenden wij voorzichtig, zou hetaanvankelijk goed zijn het kind in haar eigenkringetje te Iaten, de onze mocht wellicht nietdadelijk passen, Wij hoopten ouderlijk en wijs,het eenmaal zoover te brengen, dat dit piep­jonge ding zou begrijpen -- "aanvoelen" noem­den wij dat meer in de zielesfeer -- wat wij inzooveel moeilijke ondervinding hadden be­reikt, en dat zij daarvan voor haar eigen levenhaat zou vinden.

De weldra invallende paaschvacantie hoodgeschikte gelegenheid, het kind in een reisje

89

Page 100: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

wad afleiding te bezorgen van hey verdriet omhaar moeders ploEselingen dood. Lente in Pa-ris,jzonder fuiven en nachtbrakerij, enkel heyzilveren licht op de grijze huizen, de prillevroolijkheid der parken, de gezelligheid vanbuurtjes en marktjes. Wad didactiek in Ver-sailles en Fontainebleau, een foire, een Zon-dags-uitje naar Robinson met zijn malle pasto-rale genoegens, .-- hey wend een welgeslaagdereis .

Bi) ooze terugkomst was de nieuwe wooinga1 ha.ast op orde. Thereesje, door de hoeklig-ging van hey huis, had haar kamer van de oozegescheiden door de gang, een waschkabinetjeerbij, alles was keurig als in een hotel . Zij zet-teer een divan om te slapen, maakte een „hoek",bad smack voor lappen, schemerlampjes, bloe .

Wij, pleegouders, zagen met verrukking doe- wad had zoo'n meisje meer mogelijkhedendan wijzelf in „omen" Lijdl

In - omen tijdl - de herkenning Meld eenberustende erkenning in .

En ja, wij voelden ons zoo'n beefje ouders,grootouders haast. Daar hoorden aansprake-lijkheden bij, waaxaan wij moesten wennen,zwaarwichtige gesprekken wijdden wij daar-

9 0

Page 101: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

aan. Zoo'n onervaren meisje te behoeden, teleiden langs hey goede pad 1 Jij kocht, meen ikzelfs, paedagogische en zielkundige boeken .Dad goede pad - ja ja - hoe zag dad er

tegenwoordig uit? Waar leidde hey been ?Meisjes van heden, meenden wij te wefen, ge-noten veel vrijheid, vrijheden zelfs -J maarhoever kon men daarmede gaan ? Wij tracht-ten vrijheid en bandeloosheid to onderscheiden,de woorden bleven woorden, definities mis-lukten, vergeefs zochfen wij naar compassesvoor ooze stuurmanskunst .

Was dad alles voorzeker niet gemakkelijk,boeiend, belangwekkend was hey wel. Wiggingen ons te bores aan verha .ndelingen overnieuwere opvaLtingen, waaxaan wij zelf aller-eerst meenden doe te zijn. Wij immers modernemenschen, en die zich zooveel veroorloven kon-den, wad vroeger onherstelbaxe rampen zouhebben teweeg gebracht.

Neen, zeker, in ons zou Thereesje geesouderwetsche voogden vinden, in staat haareen huwelijk binnen te leiden als een varkenhey abattoir. Ja, zelfs indien - zulke mogelijk-heden stelden wij als hypothesen -r indien een„ongeluk" gebeuren mocha, hoe anders, hoebegrijpend zouden wij daartegenover staanl

9 1

Page 102: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Zelfs Hebbel kwam eraan to pas, „MariaMagdalena," dad monument van burgerlijk-heroIsch misverstand. De wader uit hey melo-drama, de wader met de traditioneele vader-vloek, bestond hij nog ? Waagde hij zich voorzijn evennaasten buitenshuis, roemend : „}uerben ik? zofi ben ikl" ?

Neen, zulke uiterste dwaasheid had The-reesje in geen geval van ons te duchten - lochhoopten wij wel, voor de beproeving te wordenbespaard.

Als reuzenvarens rezen de problemen omons op, Been gras, geen boomers, voorwereldlijk,gedrochtelijk.

Gelijk dad dan zoo gaatWat zou jij doers wanneer je gesteld werd

Lusschen moeder en kind? --r Wanneer je dehonderdduizend trok ? - Wanneer je nogmaar Brie dagen had te levers?

Verstandige leiding zou, verfxouwden wij,ons zulke pathetische alternatieven besparen .Ook : een gezond, frisch kind als Thereesjewas, vond vanzelf den goeden weg. Dad had-den we, geloof ik, nog van Goethe .

Zeker, sportief, frisch, jong en vroolijk wasze, een levenslustig kind. Ouderlijk verfeederdzagen wij haar gaan, in dun zomerflanel, hey

92

Page 103: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

tennisracket zwaaiend boven hey hoofd . Gra-cieus was ze a1s een modeplaaLje, jong alshonig.

- Ben je niet wad laat, Thereesje?Controle moest tot elken prijs vermeden.

Toch, hadden wij uitgevonden, een huisgezinvereischte zekere orde, hey uur van de middag-tafel stond op half zeven vast . Thereesje konevenals ieder zorgen op tijd te zijn .

.-- Even opdoffen 1 zei ze alleen. Wij hoor .haar in de gang alweer zingen .

.-- Voorzichtigl maande ik. Geen teugelsladen voelen .

Jij verwent hey kind .-1k?- Ja, jij gecharmeerde Pa .Thereesje, voor zij zich aan ta.fel zee,

sprong op mijn knie, kuste mijn beide wangen..--- Paaxdje rijdenlEn ik reed, protesteerend, paardje ..-- Pas op l de soep .Thereesje zap rechtop .- Jij kan er best tegen, Klaarte .j- Heb je

wad gezien ?Klaartejbloosde. Jij verdacht haar, op haar

vijfendertigste, van verbeeldingen te mijwaart .Jij eerde mij door iedereen van verbeeldingen

93

Page 104: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

to verdenken . Misschien had daar je lectuurook schuld aan .

Onder hey even begon Thereesje zelf te ver-tellen. Ze was open als een roos .

Hey kwam vmdat ze zich met Frans verlaa.thad, ze was met hem blijven $irten in de tent .

Frans '1 . . . .Een moeder vraagt dan naar zulke dingen .

Frans Veldhuis . Hij is wat aardig. Demeeste jongens daar kan je niet mee praten .

.-, Breng je dien Frans eens mee, als hij zoogezellig praten kan ?

Geen geheimen, geen terughouding. Allesontvangen, was onze paedagogiek .- Als 't zoo eens uitkomt, zeker, zei The-

reesje. Frans is aardig. Morgen wind ik mis-schien Peer aardig, of Tam. Je zou loch ze-ker niet willen, dad ik alle jongens, die ik aar-dig wind, meebracht naar huffs?

Zij nam een groove onbehoorlijke hap, toenkon ze in langen tijd niets zeggen .

Bij de thee - Thereesje zap in haar kamertjeaan haar Grieksch - praatten wij gewichtigna.

.- Toen ik zoo'n kind was . . . . Wij haddenhey gevoel - hey was ons ingeprent -- dad wijverkeerd en zondig deden een jongen aardig Ii

94

Page 105: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

vinden . Tenzij Mj een toekomst en ernstigebedoeling had. Over ons gevoel en die bedoe-ling nam moeder ons de biecht af, ze haalde dewaarheid uit je als een draad uit de stopmand .Niet altijd gaf die waarheid gemakkelijk mee .

Intusschen was wader op kondschap uit.Van den uitslag hing af, of de omgang verderkon worden toegelaten, dan wel met een ver-maning werd verbroken .

Mijn eerste liefde verkeerde in dit geval .Het mocha niet. Hij heette Erik, ik vond dateen mooie naam, misschien was ik op den naamhey meest verliefd. Ook op hey niet-molten .

Wij gingen dus heimelijk door .Op een dag, dad wij voor een wandeling

hadden afgesproken, kwam hij zeggen : ook bijhem mocha hey niet. Zijn wader had inlichtingengekregen : hey mocha niet .

Inlichtingen - over mij ? - wad kon dad zijn ?Ik was natuurlijk razend op diem wader,

maar ik was ook razend op Erik, die zoo'npruim van 'n wader had . Zelfs leek hij voordiens redenen wad te voelen .

Hij deed hoog en geheimzinnig, wij moestenelkaar maar niet te veel meer zien .

Toen hij dad gezegd had, gaf ik hem geeshand, liep beleedigd been .

96

Page 106: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Hij kwam achterop ..-r Toe . . . . luister au . . . . ik meende het

natuurlijk niet zoo .Ik dacha aan mijn oude Noorsche helden,

die ook Erik heetten .- Ben jij een ridderlOm deze verhalen lachten wij gezamen . Toen

reeds beleefde de romantiek slechte dagen .Stemmen in de gangeen dear - •- glaaxLje, was daar bezoek voor de jonge

juffrouw?Ik weed er niet van, zei Klaartejbids.

Zij schikte rumoerig hey tafelzilver in delade van hey buffed .

.-- Mij gaat hey niet aan .Heer des huizes, vermaande ik--r Wanneer je wad gevraagd word, Klaar-

Lje, kan je behoorlijk antwoord geven . - Hebje iemand binnen gelaten voor juifrouw The .'reesje ?- Nee. Ze heeft zelf open gedaan . Zeker

stond ze aan hey raam a1 op hem te wachten.-r Goed, Klaarte.jWij besloten, dad jij naar binnen gaan zou

met twee kopjes thee . Hey werd een welvoor-bereide ezpeditie.

96

Page 107: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

- Geen onvoorzichtigheid 1 waarschuwdeik flog .

Waren wij misschien Loch zoo „modern"niet als wij wenschten ? Het conflict tusschenjong en oud schijnt onvermijdelijk, al gaan wijouderen flog zoo begrijpend, naar wij meenen,mee.- Verschil in tempo? mijmerde ik, toeluis-

terend met genegen hoofd naar wat achter dedeuren gebeurde .

De alleraardigste jongen, die binnen kwamom bij ons thee to drinkers dat vond Therees-je gezelliger -was niet Franc en ook niet Tom,het was Reinier. Hij had een groote zesde-klasser beloofd haar to helpers met het werk .Qok was hij lid van de tennisclub, speelde meein het orkest, zij waren kameraden van haastalle dagen, Thereesje en hij,

Thereesje - wat 'n schat 1 Thans flu zij methaar man in Rusland zit, hij bouwt fabriekenom de wereld gezond to makers, - de slechtewereld gaat met huid en haar daarin, ze komter gelouterd uit - than denken wij glimla-chend aan haar zondetj es terug. Glimlachenden toegevend - ja toegevend ook . Wij immersbegrijpen zoo veel .

Vrienden kwamen er onophoudelijk bij The-

Tweestroomenland 797

Page 108: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

reesje. Zij dronken er thee, ook wel op haareigen kamer, zij boomden vaak verontrustendlast. Wij luisterden met aandachtige hoofdennaar de spaarzame geruchten, wij werden oudvan geduld .- Waarom gaat het kind toch niet met

meisjes om ? vroeg jij .- Och . . . . zei ik, en dat was een nieuwe

waarheid .Maar jij Meld aan, je dorst het haar to

vragen- Waarom Thereesje, ga je toch niet met

meisjes om ? Meisjes van jouw lee "d .- Doe ik toch I - Tante (ze zei Tante) vied

je mijn sweater niet 'n snoes ?Zeker, Thereesje, maar . . . .He, achterlijkerds dat julie toch bent I

Julie oude menschen zijn allemaal hetzelfde .1k had gedacht julie geavanceerd to vinden .

Pats I een knauw in onze ijdelheid . Was ikdan een oudheertje, dat met zijn strammebeentjes het patertje meedansen moet ? En jij,van een balmoeder had je toch niemendal .- Bovendien, smaalde Thereesje, is het

niet eens waar. Jullie kept Frieda, en Greet, enMuffs, en Toetie, en Pim. Allemaal zijn ze her-aan

ihuffs geweest, ook met de jongens .

98

Page 109: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Wij zwegen om het to beraden, toen moes-ten wij voor onszelf erkennen : zij had gelijk .Maar dad zeiden wij haar niet, en was dad fluwel heelemaal zuiver spel ?

Thereesje's negentiende verjaardag was eenknalfuif. Juist studentje geworden, haar baski-sche muts over den oor, als een jachthond,braniede zij achter de bar -r wand er was eenbar .De cavaliers waxen meerendeels oudere

studenten ---- derdejaars, doctorandi . Men grogvisite waken bij de buren beneden om nacht-permissie, wand er werd gedansE .

Om 'n uur of elf kwamen wij natuurlijk evenkijken, seigneur en chatelaine. De welkomst-rede van den regisseur parlant lied van oozewaardigheid weinig over.

In den laten nacht bestelden de gasten nogeen rijjool, de hemel weed waarheen .„De hemel weed waarheen" - hey zijn

iouw ongeruste woorden .Wat hebben wij zelf veel moeten missen 1

verzuchtte ik .Je keek mij aan, maar vond het foci niet

goed.„Welll" -- zei de Brig.Heeff ooze pleegdochter flu minder met haar

99

Page 110: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Caret het geluk gevonden ? Delftenaar, eer-roover, communist, schavuit1 Van goede fa-milie is hij ook al, een stam van proffers eningenieurs, en zijn vader heeft er niet eensgrijze area van .

Herinner je zijn ironisch beleefdheidsbezoek,toen hij voor zijn zoon de hand van onze pleeg-dochter vragen kwam . Jij vond het gewichtigin ie moederrol .

Maar de oude heer had er niet eens zijn ja-cquetj a voor aangetrokken, hij diende zich zoo-maar in zijn colbertje aan. Onbeschaamd vrij-moedig hield liij zich aan de feiten : de jongeluizelf, zoo drukte hij zich uit, hadden de voor-bereidende stappen reeds genomen . En wat dejongen wijzen . . . .

Waarom ging jij de kamer uit ? Terugko-mend, vond je ons in een, mannenconversatieover de gevaren uit het Oosten of zooiets . Hijvatte die gevaren wijsgeerig op, zooals hij deinvasie der jeugd wij sgeerig opvatte . 1 ederz'n beurt .

En ja, nu Mevrouw erbij was, de jongenging naar de Jennessej, ergens daar in de boom .Voor een ingenieur het beloofde land . Therees-j e, wij moesten maar niet schrikken, ging na-tuurlijk dadelijk mee .

1 00

Page 111: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Zoo is Thereesjes zoon in Siberie geboren -zijn wij nu knabmoderne lui of niet ?

Eerlikjerkend, is er in het beloop al deterdingen voor ons iets wat beschaamt. Waarblijft onze fierheid over het 'zoo duur bereikte?Ons beetje roem van lokale vooruitgangs-ampioenen .Maar daar is een Olympisch spel, de inter

nationals keien komen, zij rennen met verbluf~fends vanzelfsprekendheid onze records om-ver. Onnoozele generatie, die zich verbeeldt,dat de nieuwe zal beginners waar zij ophield 1

Hurtsal daar gaat~ie . Wie boven de twintignog leeft, most lijden dat de nieuwe lichtinghem op de hielen trapt. Vooruitgang is continu,hij heeft geen tijd een menschenleeftijd of towachten. Het eenige, wat wij kunnen redden,is onze guar .

Achter ons sthoolrijderesje aan, waxen wijdus niet meer dan August de Domme .

Vrouw, mijn lieve kameraad, last ons tevreede cactusjes onzer genegenheid bezien . In onzewarms huiskamer staat burs kasej- zijn zeniet zeldzaam ? hebben ze geen vreemde vor-men ? Haast onmerkbaar groeien ze, zij vergersgeduld en jaren . Geen gewas, dat speller wast,heeft zoo duurzame aanwezigheid.

1 01

Page 112: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Bergen van verrukking hebben wij niet be .onze bronnen vloeiden verre van

elkaar. Eerst in den middenloop zijn onze tweestroomen bijeen gevloeid in hetzelfde breededal, waar plaafs was voor hen beide . Somsnaderden zij begeerend tot elkaar, sours wekenze, elders keen gestuwd of aangetrokken,loch hoorde men onafgebroken hun beidermelodie.

Elk van zijn kant nam zijstroomen op, devloed werd voller, darteler, een stem zongjubelend boven de andere uit .

Ook sours was hey andersom . Onze wezensverrijkten zich elk op zijn eigen wijze .

Dezelfde zon blinks op beide wateren, zie-daar de gemeenzaamheid van ons geluk .

Luister, luister naar mijn $uisterende ge-dachten.

Mijn hand is in jouw hand, mijn hoofd ligtaan jouw hoofd .

Ik ben een kind, gekoesterd in je tegenwoor-digheid. Ik ben de tweede stem van jouw lied .

Schenk mij de thee en reik mij de krantenaan - de avond is warm en gezellig our onsbeen. Er is Been coeval meer, Been verrassing,Been verontrusting. De post kan geen brievenbrengen, die ik jou niet lang our te lezen, ik

1 02

Page 113: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

licht de kin aaadachtig, wanneer jij glimlachtin je hoek .

Soms, a1s een bat, yang ik een onuitgespro-ken gedachte. Wij peinzen in de lamp, oozeoogen worden koesterend tegelijkertijd .

Is het zoG goed ? -- spreek : is hey z66 goed ?

1 o3

Page 114: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

1 04

VI .

ziJ

Man, liefste, mijn Aangebedene1Luister naar mijn bekentenis - doet het

woord je schrikken ? - neen, houd zoo rustigmijn beide handen vast .

DoktertjelAlles is nu voorbij, wij zijn weer in ons eigen

huffs terug. Zie, de avonden lengen reeds, lastons de lamp nog even onontstoken laten, wil jewel ?

Zit je goed, mijn kleine, kleine jongen?Alweder veertien dagen is het geleden van

Moeder, morgen veertien dagen . Uit Maartjestelegram begreep ik dade "k : dat is het eind .Misschien, al haastte ik mij, zou ik haar al--reeds gestorven vin en .

En toch nog twintig dagen zaten wij roach-tend bij het sterf bed 1

Aangekomen met den laatsten kouden trein,

Page 115: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

in de auto over, zoo hey huffs in, werd ik nietszichtbaars van de shad gewaar . Toch onder-vond ik de lage burgerhuizen, de lijkwaden-stemming der bestorvenheid .

Maartje, in tranen, ving mij in de vestibuleop. DeDokter was zoo vriendelijk geweest nogte wachten .

Boven in de gang kwam ik de ziekenzustertegen.- Hoe is het, Zuster ?--- Balm .Onze oude dokter Zaayer zat bij hey bed.

Om mij te verwelkomen stond hij op : tweeharden zoo uiEgestoken . De kleine man, diemij heeft zien geboren worden, is onveranderd .Ik had aan hem niet gedacht, maar hoe be-vreemdend zou hey aijn geweest, had daar eenandere, jongere dokter hij Moeder gezeten.

Onze blikken herkenden .Moeder lag sail te sterven. V,Tat schuim

zwoltusschende geslotenlippen, datDokterweg-veegde met een propje waLten. Door de dunneoogleden voer nu en dan een rimpeling .

Bevr~emd keek ik doe, wij bleven larger tijdzoo zwijgen. Toen vond ik mijn hooding in heywegsfrijken van de grijze lok, die over hetklamine wit-Ee voorhoofd lag.

i o5

Page 116: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

- Ze is zonder bewustzijn, sprakdeDoktermet een ongedempte stem, die mij opkijkendeed. -- Voor dezen nacho zie ik geen dadelijkgevaar.

Hij trok de schouders op--- AfwachtenlDe brume Zuster kwam binnen, terwijl ik

den Dokter uitliet in de gang. Hi3 vond Beenreden een woord van troost te spreken . DeZuster wish bescheid, verandering was on-waarschijnlijk, hij kwam den volgenden och-tend nogeens zien .

Moest ik mij schamen, dad ik zoo zakelijkaan did langdurig ziekbed stond ? De Dokter,de Zuster en ik, zorgden gelijkelijk toegewijdvoor alles. Alleen de goede oude Maartje hadtranen ; sours zag zij mij afwachtend aan . Ikhad, verweet zij mij, geen hard .

--r Een beetje geduld hebben met de oudevrouw, hey was ook zoo'n slag voor haarl -met zulke woorden kalmeerde ik hey opvlie-gend hitje in de keuken -r ik, de dochter .

De eerste dagen kwam ik uit het huffs nietweg. Alles, was er vertrouwd en vervreemd .De kamers, de meubelen waren a1s menschen,die men vroeger heeft gekend, te goed gekend,men begrijpt niet meer, hoe men ze ooit a1s

io6

Page 117: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

gelijken heeft bejegend. En zij zelf begrijpenook niet hoe a11es is veranderd en voorbij ge-gaan, zij dringen zich op, doen gemeenzaam,herinneren aan oude, vergeten dingen .

Men moet zich ontdoen van hun overlastals van een naL-te jas, spijtig, met zichzelf onte-vreden, maar in de zekerheid, dad did lochnoodzakelijk zoo moet .

Vooral de stemming in de ziekenkamer wasvijandig. Daar stond hey groove mahoniehou-ten ledekant, waar ook Vader had geslapen,de commode, de kast, de stoelen met bruinmoquette : hey stel van een meubelveiling.Weed je, toen wij ons inrichtten en be1ang-stelling voor die dingen moesten hebben, om-dat hey nieuwe goed haast onbetaalbaar was,hoe vaak wij om zulke garnituren hebben ge-lachen? En nu juist zulk een uit den Lijd ge-groeid meubilair, waar Been hod op komt, ende makelaars houden hey in vredesnaam maarop, juist zulk een hedenloos en historieloosslaapapparaat stond in moeders kamer, enMoeder lag daar in hey breede, van degelijk-heid onfrissche bed, en Moeder ging daarsterven .

Eerbied voor hey verleden - in dezen zoooverjachten tijd ?

1 07

Page 118: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Door voorgevoelens gewaarschuwd, weedik de stad .- Je moest eens uifloopenl ried MaaxLje .

De lucht in. Je wordy melig .Ik antwoordde niet, en radend wad in mij

gebeurde, smeet zij er snibbig bovenop :- Wij zullen wel voor haar zorgen .-- Ik ben goed zoo, Maartje, wees ik af .Na drie dagen opende Moeder de oogen .

Haar lippen prevelden .Ik boog mij over haar om te luisteren. Her-

kende ze mij ?--r Wader wil ze. Drinkenl ried hey eerst

Maartje .Wij bevochtigden haar lippen met wader en

citxoen. Haar blik leek te verhelderen . Opeensverstarde hij op mij en Bleed weer weg .

Heeft ze je herkend ?--• Ik weet niet, Maartje .- Vraag haar.- Zieke menschen moeten wij met rush

laden, MaarLje .Maartje bromde . Woorden, pathetische

herkenningen, tafreelen, zouden haar dierbaarzijn geweest. In al die jaren had ze mij eenslechEe dochter gevonden .

--- Weken kan hey nog zoo duren, meende

1 08

Page 119: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Dokter. Je moet er eens uit. gom ons bezoe-ken, mijn oudje zal hey heel gezellig vinden .

Ik ontweek. In de lange, lustelooze waak-uren had ik van hey venster in de straat gezien .Een leege mat van keien lag er uitgerold,menhad, om breedte voor heE verkeer te winners, deiepen aan weerszijden langs de voeEpaden ge-rooid. Misschien ook waren ze van landziekig-heid gestorven.

Nu stonden daar de kale, ongelijke huizeneen voor een nog eigengerechtigder dan vroe-ger. Daar was hey gouden bord van Clever,den kassier, de blinde horrengevel van Smits,den houthandelaar, daar was hey breede huffsvan Mr. Paats, advokaat en procureur .

Eon nieuw sigarenwinkelLje blonk op denhoek, veranderingen overigens merkte ik niet op .

Op straat - wad moest ik op straat?De boomers op de bolwerken staan al

groen. Hey voorjaax is vroeg . - Toy spoediglDokter nam met zijn Jiartelijke handers af-

scheid. De mijne waxen ijskoud . De opgeroe-pen visie der beboomde bolwerkplantsoenendeed hey bloed a1s koelwater door mijn lichaamslaan.

Voor hey eerst, liefste man, ga ik daarvanvertellen.

log

Page 120: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Neen, laat dad troostend, begrijpend ge-baar - wad kan jij weten, jij, zoo'n kind?Deze jeugdliefde --- laat ik dad maar zoo noe-men - hebben wij telkens met een pacer woor-den afgedaan .

Je wish wel .Zelfs wish je : dat sta.k diep in mijn bloed,

dad had er den aard zelf van veranderd, datging er nooit meer uiE.

Misschien had je zulke dingen wel gelezen,er is een mooie romantiek, die daarvan ver-telt. Eeuwige liefde, eeuwige trouw .

En wijs kon je glimlachen - ja, dat begreepje well

Op die bolwerken heb ik ernaar gegrepen,erin geloofd 1 O, hoe zeer heb ik hey geloofd 1

Zeventien was ik en had lange blonde Karen,Ik was Thereesje, zooals ze bij ons kwam .V.Tijze Thereesje, wegvvijze engell In ooze

shad, in onze dagen, mochten Been meisjes metjongens „loopen" . Wij hadden de dansles, eenavondpartijLje, Eoevallige ont-nnoeting met devrienden van een broer . Wij werden als stain-boekvee bewaakt.

Vader, een deftig man, wethouder, op zijnstandsfatsoen gesteld, was steile opvatfingentoegedaan. Hij sprak van een „passende par-

1 1 0

Page 121: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

tij" wanneer hey over die dingen grog. Moederluisterde daarnaar als naax een evan~elie .

Het sclujnt mogelijk, jonge menschen aanzulke manieren te gewennen, zooals men kip-pen aan eieren leggen gewent . Eeuwenlang isdad zoo gegaan. In de voorstelling mijnerouders was die teelt ook geslaagd : zij waxenzelf zoo aan elkander gebonden, coeval en dewensch van twee families . Zoo, meenden ze,zou hey ook met hun kinderen gaan .

Ik geef nnij niet uit voor een txotsche, zelf-standige persoonlijkheid . Was hey zoo uitge-komen, ik zou mij hebben gevoegd. Toen kwamhey eenvoudig anders .

Liefste, doet deze belijdenis Been pijn ? Jewijze, foegevende glimlach 1 Je weet hey al-weer. Dad kleine onnoozele meisje, opgeblazenals een veertje --r daar gaat het veertjel

Onder de boomen wacht een schoone jongeman. „Er, derHerrlichstevonallenl"Devogelszingen, de tulpen ontknoppen .

Z6b is hey immers - je prentje ?Zoo grog hey mijn vriendinnen, zij slopen

naar haar heimlijke afspraakjes in hey park .Zij logen, zij dansten den dans der zevensluiers voor den spiegel . Zij namen listig watkortzichtigheid haar ontzegde : fiirtgymna-

Page 122: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

stiek, voor het ernstig ballet des huwelijks .Mij was die jonge vreugde niet vergund .

Mijn stralende verwachting, hij was r ..•+ eengetrouwde man.

„Een getrouwde maul" hoe vaak hoorde ikhet schamper, honend uitgesproken . Getrouwdman iets als een bedorven man. Gemistemogelijkheid, verboden weg - de schande .Mijn kansen waren door de ontmoeting meteen getrouwden man verkeken .

Wat raakte mij dat alles 1 1k vroeg nietnaar beloften, mogelijkheden, toekomst. 0,hoe ik van hem Meld 1 Hoe ik de urea telde,dat hij er niet was, de minuten, dat wij samenkonden zijnl 1k zwalkte fangs zijn huffs, ikschooide om een bilk. 1k tartte het Coeval enhad het mij in een diep ravijn gelokt, uitdagendzou ik het zijn tegemoet gegaan .

De kleine stad werd achterdochtig, ver-zamelde feiten, sprak haar schandvonnis uit .De faster fluisterde. Mijn schijnheilige vrien..dinners keerden zich om, wann,eer zij mij zagen .Haar werd verboden met mij om to gaanzich „met mij of to gevean," heette dat .

De jongens werden overmoedxg, vrijpostig,brutaal. Zij meenden met mij, die met een ge-trouwden man liep, konden zij alles wagers.

1 1 2

Page 123: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Een was er, een kleine, hulpelooze aanbidder,hij zweeg, als hij mij zag. Hij balde zijn vuistenen liep door . Misschien droomde hij ervan,heroIsch mij van den Booze te verlossen .

Over zoo groove schande sprak men mijnouders niet. Men zwijgE van een doode, angstighey verdriet te wekken . Zelfs vreesde men dewisten van mijn wader --- zijn dochter met eengetrouwden man l - hij zou den lasteraar heyhoofd hebben ingeslagen . Zoo wilde hey zijnromantiek .

Zoo minde ik jaren achtereen onderdelijkwader verholen samenkomsten . Of ik hem lief-had 1 Ik ademde niet zonder hem .

Kort na de eindelijke onthulling van mijnschande stierf mijn wader. Men zeide : van ver-driet. Hij had de schande op zijn wijze willenbeteren : „die man" - zoo drukte hij zich uit- „moest scheiden en mij Lrouwen." Dad washij aan mijn eer verplicht .

Had ik nog broers gehad, was mijn wader eenjong, krachtig man geweest, duel en doodsiagzou ervan zijn gekomen. Vendetta, valscheezaltatie. Onze ontwapende burgerij zou, alsze kon, nog grijpen naar zulke ridderlijkemiddelen .

Mijn acme wader kon enkel sunken, weg-

113

Tweestroomenland 8

Page 124: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

krimpen, sterven van schaamte . Hij nam ont-slag uit zijn openbare ambt en overleed .De stad - de kleine stad had zij mij ver~

geven ? De lasterende huizen, zwegen zij ? Dekinderen op de straat, hadden zij verleerd mijnnaam met afschuw to noemen ? Mijn goed ge-huwde vriendinnen, die in auto's gingen winke •len en teaMen, moeders van huwbare dochters,zouden zij mij herkennen, kennen, toelaten inhaar gemeenschap ? De uitnoodiging van denouden dokter, dat ik bij zijn vrouw een kopjethee zou komen drinkers, - had hij haar welgemeend, niet in zijn goeiigheid zich vergist ?Zijn geheugen was verzwakt - dat van deoude doktersdame ook ? De stad - zij had inal die jaren zoo veel ondervonden was zijthan wel mijn schuld teboven ?

Afwijzend stood het vreemde huffs om mijbeen, een van de huizen dier afwijzende,vreemde stad . Daar was, op den hoek, de klei-ne blinkende sigarenwinkel, die wist van nets .Overigens wisten alle huizen alles . Men wacht~to maar op mijn uitgang, zooals men den boefuit de boevenwagen wacht, om mij to bejam-meren, to honen .

Bemoedigend sluit je lieve hand zich ommijn pols. Ja, je bent met mij, naast mij . 1k

1 1 4

Page 125: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zal, wad ik ook biecht, je niet verliezen.Ware did alles geweesE, uitdagend was ik

de shad in gegaan, den lack van overmoed opde lippen, in stralende zekerheid van Lriumf.Neen, t-wijfel niet, zekerheid is a1s een stalengordel om mij keen.

Toch heb ik nog een bekentenis te fluisteren --ik doe een beroep op je hard .--dan -dan weed jij alles .Ik ging niet op de straat, ik daagde de shad

niet uit. Laf sloop ik mij op in de benauwdemooning. Buiten brak de lente open, de aarderook. De planfsoenen waxen vol bloemen underde bloesemsneeuw der linden .

Hij leefde nog bier - hij 1Och neen, did was een dwaze, ontnuchte-

rende gedachte. Ik wish, na zooveel jaren washij een bezonken man, dik, robust geworden,ook een beetje aanzienlijk. Dad met dad meisjevan hoe-heerze-ook was vergeten, men hadmij meenen plezier te doen met verhalen overandere avonturen, die hij zich had veroorloofd .Pikant, zooiets te vertellen : men plaatst eenmijn, onfsteekt, wacht hey effect .- O ja? - zei ik onaangedaan .En wezenlijk, ik behoefde niet te veinzen.

1 1 5

Page 126: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Een doode liefde bestelt men Eer aarde als eendoode mensch. Maar evenmin a1s een geliefdedoode, is zij bij de kerkhofpoort vergeten .her,iwaax ze eenmaal woonde, leefde ze

in alaanwezigheid voort . Zelfs in hey huffsmijner moeder, waar ik alle smaad om haarhad moeten lijden, zelfs in de boomenloos ge-worden straat, waar alle huizen nog glurendstonden opgesteld. Zij leefde in hey vizioen derlenteparken. Zij leefde in MaarEjes verwijten-de oogen : hard was ik, meende ze, ongevoelig,onward en schuldig .

Neen niet zij vergat, wad ik Vader aandeed .Menigmaal had zij moeite, beleefd te blijven,wanneer zij - wij aten samen, de Zuster,Maartje en ik - hey even op de tafel plantfe,brommend, daE ze liever in de keuken at, dadkwam gemakkelijker uit .

Doe me hey genoegen, Maartje . . . .dan voegde zij zich weer, de ziel kende in de

zwakheden van haax eigen hart geen weg .Moeder, verlamd, verloren, had eenige hel-

dere dagen . Zij zag, zij herkende mij .Hey eerst vroeg ze naar jou .Jij zaligmaker, jij verlosserl Nooit heb je

beseft wat reddingswerk je verricht-te, doorwaarlijk hey aanbod, mij tie ixouwen gestand te

ii6

Page 127: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

doen. Mij, de verlorene . Hey werd vernomenals een legende, te ver om waar te zijn .

Eerst, om genoegen te nemen met iemand alsik, moest je zelf niet veel bizondersjzijn. Zooiemand stelt matige eischen, omdat hij zelf aanmatige eischen voldoet .

Toen heeft oom Guus, die moeders zakendeed, inlichtingen verzameld, zakelijke bank-informatie, geheime bizonderhedenjover je ge-drag, je levee. Vreemd keek hij mij aan, toenik glimlachend daarnaar vroeg .- Wel, oom, is hey in orde ?-- Hi; moet hey weten 1 zei oom Guus alleen .Julie zaten, mannen, over de papieren, ver-

toonde je samen in de straat. Een voorstel omje in de societeit te introduceeren, sloeg je af,en dad begreep oom Guus, opgelucht, ook wel .Hi; had gedaan, wad hij kon, naax beide kantenwas hij verantwoord .

Moeder, heE ivorig, schril doodsprofiel uithey kussen, vroeg angs4.ig- Hoe is 't met je man?Zij kon zich zoo moeilijk voorstellen, dad

ales goed grog, zij wilde zekerheid vobr haardood.

.- Morgen komt hiji kon ik geruststellenHier?

1 1 7

Page 128: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

zij wees met haar verstramde vingersHier?

Toen scbeen ze gerust .Nog steeds niet, nog steeds niet, in jaren

niet, nooit, hebben ze verstaan, vergevenMeer vreugde gaf het haar, jou dan mij to zien .Je zat aan haar bed met je goeie handen, je zei

Moeder -Zonder bezorgdheid ditmaal, met warmte in

haar stem, vroeg ze- Heb jullie 't goed ?- Hoe zou het anders, moeder l

Zeg jalJal

Jij was de groote zoon, de welgekomene .Feestelijk dischte Maartje de tafel op, zij grogflu werkelijk in de keuken eten, gaf de onte~vreden verpleegster op de ziekenkamer haardeel .

Smakelijk eten lJij, verrast keek je op .- Dank je well Insgelijks, Maartje .Tezamen met jou waagde ik mij eindelijk

buiten. Jij verjoeg de spoken . Zelfs onder delinden van het boiwerk hebben wij gewandeld,-r begreep je waarom ik je arm hartstochtelijkdrukte?

1 1 8

Page 129: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

Jij goeierd I hoe dankbaar, hoe om niet tozeggen dankbaar ben ik jou l

Luister met al je lieve aandacht en geduld.Door je mijn stem? Zij kan de woorden haastniet hoorbaar makes, zij spreekt bekentenissendie niet voor ooren zijn .

Ja, zoo, je vingers als een sterkende pols-band om mijn arm

flu ga ik het je in een kus bekennen -o, misversta mij niet i -dat ik je, van mijn eerste onderwerping- deemoedig op mijn knieen -o, dieper kniel ik voor je, mijn man, mijn

aangebedeneldat ik nooit anders dan ontrouw ben geM

weest 1

Nu is hey er .- • flu is het van mij of -nog zijn je handen om mijn polsen, nog zie ik,

in je glimlach, de zekerheidJ e weed khans - en je versta.atwetend versa je -en eindelijk is hey van mij af, ik ben geboren .Weer staat de lente aan hey raam, de lichte

wolken fronsenwand alle blijde dingen zijn vol ernstde aarde opens zich, zware geuren

1 1 9

Page 130: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

dringen bronstig naar buitenzij - zij wacht --Daar komt een man, hij strooit hey zaad --zao is de vrouw,en haar geboorte gebeurt in dien eenen

stond, en van die eene stonde is haar zielboordevol

boordevol .A1 hey verdere is herhaling.

ZiedaarNu heb ik je alles, alles gezegd,ik heb de twijfel van je genomen,maar ook de zekerheid,je glimlachende, zelfzekere zekerheidWaarom rijs je op?Mijn vriend 1 mijn Man lja, je ha.nden,je harden liggen verkoelend om mijn hoofd-je goede, vergevende, zegenende handenlDonker is de kamer - laat hey nu zoo zijn .

In hey bleeke licht der vensters spoken nog deplanten - jou, jou kan ik niet meer zien .Zoo dicht ben je bij me, dad ik je niet kanzien. Ik adem in je waxme aanwezigheid, jekindje .Voor het geheel nacho wordy en wij de lamp

1 2 0

Page 131: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,

ontsteken, wil ik je van mijn verdere ervaringvertellen .

Moeder stierf, jij regelde alles met oomGuus. De taken, de nalatenschap, de begrafe-nis, hey huffs .

Of ik misschien ook wenschen had? - neen,zoo was alles goed .

Op de begraafplaats was jij mijn eenige ver-want. Wij stonden alleen en wachtten, demannen met de hoeden, de vrouwen met dezakdoeken .

Men keek naar mij, of ik zou schreien ---en hoeIk besefte : zij hadden niet vergeten, zij zoch-

ten nog alLijd voorwendsels voor hun wrok .De dragers hadden de touwenlosgevierd, on-

der haax bloemen stond Moederin Vaders graf .Toen kwam jij, uit naam van alien, darken

met dad enkele zachtmoedige woordmijn Gidsl - mijn Beschermerl

Thans last ors de lamp ontsteken en de gor-dijnen sluiten. Hoe licht, hoe vroolijk is orshuffs 1 Zie, alle dingen komen in onze besloten-heid zich voegen . Van ors 1 van ors 1

Hoe voel ik mij geborgen in je veiligheid 1her komt de wereld alleen als gast naar binnen .

1 2 1

Page 132: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 133: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 134: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 135: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,
Page 136: TWEESTROOMENLANDder bezig en werden elkaar onmisbaar. Jij had Been pit-Eige avonden als ik. Na een ... de geslachten die leefden, leven, die nog komen zullen, de grooLjes en de kleinkinderen,