Truckwerk #2 - 2014
description
Transcript of Truckwerk #2 - 2014
Ledenmagazine van BOVAG Truckdealers - jaargang 12 - nr 2 - 2014
truckwerk
‘Het wordt nooit meer zoals het is geweest’
Technische lerarenopleidingen luiden de noodklok - p6
Green Deal Groene Stadsdistributie onder de loep - p8
Johan Verhaegh werd noodgedwongen universeel truckbedrijf - p4
P3
BEDREVEN IN AUTOMOTIVE RISICO’S■ Gespecialiseerd in verzekeringen voor Truckdealer-
bedrijven, Carrosserie bedrijven, Transporteurs, Revisiebedrijven en Truckleasemaatschappijen
■ Eén loket voor uw totale pakket! Van schade- tot inkomensverzekeringen
■ Realiseren van kosten besparingen
■ Risico analyse met maatwerk
■ Ruime dekking op de polis
Voor het maken van een afspraak of voor meer informatie:Telefoon (0492) 56 17 17 www.dekavas.nl
0001 Dekavas bovag blad A5 adv_2.indd 1 15-02-13 14:54
BOVAG Truckwerk is een uitgave van BOVAG Truckdealers en verschijnt vier keer per jaar Uitgever BOVAG, Postbus 1100, 3980 DC Bunnik, www.bovag.nl Contact BOVAG Truckdealers: [email protected], 030 - 659 54 48, leden.bovag.nl Verantwoordelijk bij uitgever Aad Verkade Bladmanagement bij BOVAG Roy van Lieshout Realisatie Sabel Communicatie, Bilthoven, www.sabelcommunicatie.nl Redactie BOVAG, Rob de Boer, Annemieke van Ramshorst, Lisa Schonenberg Art-direction Michel Giezen Bladmanagement bij Sabel Communicatie Viona Nieuwenhuis Fotografie Marco Peters, Kris Rodenburg/Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Dreamstime, e.a. Drukwerk Drukwerkconsultancy
4-5 8- 10
6-7 11
Bedrijfsvoering Garage Verhaegh maakt
van de nood een deugd
Innovatie Green Deals maken
werk van emissievrije
stadsdistributie
Carrière Fontys biedt combinatie
van studie en werk
Kort nieuws BOVAG roept op om
ROC-truckopleidingen
samen te voegen
OPLEIDEN LOONTGoed opleiden en zorgdragen voor ons personeel: truckdealers binnen BOVAG hebben de goede
traditie deze twee zaken erg belangrijk te vinden. Toch is de tendens dat de aanname van
leerling-monteurs terugloopt. Een bewuste keuze die op de korte termijn misschien noodzakelijk
is, maar die op de lange termijn dubbel zo hard kan terugbijten. Want monteurs opleiden is niet
belangrijk voor nu. Over vier of vijf jaar moeten de aankomende technici er staan als volwaardig
vakman en elk moment dat we nu niet investeren halen we straks niet meer in.
BOVAG brengt – in samenwerking met OOMT en Innovam – momenteel in kaart hoe de
arbeidsmarkt voor technici er in de toekomst uitziet en waar we bij het opleiden rekening mee
moeten houden. Een ander vraagstuk is de verhouding tussen de uitstroom van ervaren
medewerkers en de instroom van ‘aanstormende talenten’. Heeft u dat voor de komende vier tot
vijf jaar in kaart gebracht? En daar bovenop de marktverwachting? Door ook een goed beeld te
krijgen van het opleidingslandschap kunnen wij u helpen de juiste keuze te maken. Eén ding
weten we wél al zeker: investeren in goed personeel moet bovenaan de agenda blijven staan.
Binnenkort hopen wij u de eerste resultaten uit het onderzoek te presenteren.
Om technici op te leiden zijn er uiteraard ook goede docenten nodig. Een uitdaging van een hele
andere orde waar wij in deze editie van Truckwerk bij stil staan. Want ook het animo om docent
in de techniek te worden loopt terug. En dat is uiteraard een groot probleem. De RTO Eindhoven
heeft samen met BOVAG en Fontys Hogeschool om tafel gezeten om dit probleem te bespreken.
Welke bijdrage kan het bedrijfsleven doen om het aantal docenten op peil te houden?
Voor nu een fijne en zonnige zomer toegewenst!
01 EURO VI werkgroep
01 Ondernemerscafé Nieuwkoop
03 Bezoek ROC Nijmegen
07 Vrachtautobergingen
25 Regulier overleg DAF
Dealervereniging
25 Regulier overleg
DAF Dealervereniging
2 Go4Trucks
9 RTO Oost-Brabant
9 Vergadering Hoofdbestuur
(besloten)
15 Merkoverleg onderwijs
17 Bestuursvergadering
Truckdealers
25 RTO West-Brabant
JULI AUGUSTUS SEPTEMBER
Agenda van BOVAG Truckdealers
inho
udvo
orw
oord
advertentie
Henk RotmanVoorzitter BOVAG Truckdealers
P4 P5
carr
ière
GARAGE VERHAEGH MAAKT VAN DE NOOD EEN DEUGD
RENAULT TRUCKDEALER WERD UNIVERSEEL TOPTRUCKBEDRIJF
Eind 2012 ontvangen de Nederlandse dealers van Renault Trucks
een brief van de importeur. Hierin wordt het dealercontract van de
betrokken bedrijven per 1 januari 2015 opgezegd. Voor moeder-
bedrijf Volvo Group is dit de eerste aanzet om de dealernetwerken
van Renault Trucks en Volvo Trucks samen te voegen. Een stap die
volgens de importeur noodzakelijk is geworden door de econo-
mische crisis en de almaar toenemende concurrentie van tran-
sportbedrijven uit Oost-Europa. Daarbij heeft Renault Trucks in
Nederland een relatief klein marktaandeel, wat volgens moederbe-
drijf Volvo voor veel dealers onvoldoende is om zelfstandig van te
blijven bestaan.
Teveel werkplaatsenDe opzegging van het dealercontract valt in december 2012 ook
bij Garage Verhaegh op de mat. Het bedrijf – met vestigingen in
Deurne en Veghel – is op dat moment precies tien jaar dealer van
Renault Trucks. Hoewel directeur Johan Verhaegh ook ziet dat de
truckbranche moeilijke tijden doormaakt, komt de mededeling
van de importeur vrij onverwacht: “Kort daarvoor hadden we nog
een gezamenlijke meeting in Brasschaat, waar we informatie
kregen over een nieuwe merkstrategie die Renault Trucks opnieuw
op de kaart moest zetten. Op die bijeenkomst werd ook gesteld dat
alle dealers daarvoor nodig waren. Markttechnisch gezien begrijp
ik het echter wel, het is al veel langer duidelijk dat er in Nederland
teveel werkplaatsen voor trucks zijn. Ook bij de andere truckmer-
ken hebben veel dealers het zwaar. De laatste tijd zie ik wel dat de
markt langzaam aantrekt, maar het wordt nooit meer zoals het is
geweest.”
Klanten zijn geblevenJohan Verhaegh neemt na de onheilstijding van Renault Trucks
Nederland geen halve maatregelen. Al snel is hij met de importeur in
onderhandeling om het contract op korte termijn te beëindigen.
Voor de Brabantse ondernemer is het duidelijk dat hij met zijn
bedrijf maar het beste van de nood een deugd kan maken.
“Laat duidelijk zijn dat het niet mijn keuze was om te stoppen als
merkdealer, maar ik denk dat het goed is om de pijn zo kort moge-
lijk te laten duren. Maar de situatie is natuurlijk voor elk dealer-
bedrijf anders”, stelt Verhaegh. Nadat de borden met het Renault-
logo van de gevel zijn verdwenen, gaat zijn bedrijf als universeel
truckbedrijf verder onder de vlag van het TopTruck netwerk.
Bovendien wordt de vestiging in Veghel in mei 2013 overgenomen
door Iveco Schouten. “Voor de vestiging in Deurne heb ik nog
gesprekken gevoerd met de Nebim Groep, die in dit rayon al actief
zijn voor Volvo Trucks. Daar zijn we echter niet uitgekomen.
Wat mij betreft heeft het zeker voordelen om nu als universeel ver-
der te gaan. Voor de verkoop zijn we niet langer aan één merk
gebonden, zodat we waar nodig kunnen uitwijken naar andere mer-
ken als die beter aansluiten bij de wensen van een klant. Ons bedrijf
heeft jaren ervaring om klanten goed te ondersteunen bij de aan-
koop van een nieuwe bedrijfswagen. We blijven ook actief als
Renault Trucks Specialist, al heeft dat verder geen officiële status.
Binnen ons bedrijf zijn de kennis en kunde ook daarvoor volledig
aanwezig. Gelukkig zijn onze bestaande klanten ook allemaal geble-
ven. Om die in de werkplaats goed te kunnen bedienen, hebben we
met de Nebim Groep goede afspraken gemaakt die we wederzijds
netjes nakomen. Ik geloof sterk in onderlinge samenwerking.”
Tekst Rob de Boer Foto Marco PetersDe vorig jaar ingezette herstructurering van het Nederlandse dealernetwerk van
Renault Trucks is in volle gang. Het in Deurne gevestigde Garage Verhaegh reageerde snel op de brief van de importeur, waarin het dealercontract per 1 januari 2015 werd opgezegd. Directeur Johan Verhaegh besloot de tweede vestiging in Veghel af te stoten, en zich als universeel truckbedrijf aan te sluiten bij het TopTruck netwerk.
Thuis in andere merkenEind vorig jaar trad Garage Verhaegh toe tot de organisatie van
TopTruck, een Europees netwerk dat inmiddels uit ruim 1.000
universele truckbedrijven bestaat. Daarmee is de continuïteit voor
Johan Verhaegh en zijn medewerkers gewaarborgd. “De service
die we onze klanten willen bieden, is binnen de formule van
TopTruck uitstekend geregeld. Heeft een klant onderweg panne,
dan bellen we een collega in de regio om het probleem op te lossen.
Voor buitenlandse pechgevallen kunnen we een beroep doen
op de diensten van Heisterkamp”, vervolgt Johan Verhaegh.
“Verder zijn we binnen ons bedrijf van oudsher al thuis in andere
merken. We werken met een team van goede monteurs, en
TopTruck biedt prima opleidingen om onze kennis op peil te houden.
Ook hebben we nu profijt van de verhuurtak die we twee jaar geleden
hebben opgezet. Daar halen we toch wat extra omzet uit. Het is nu
nog wat te rustig in onze werkplaats en daarom is het te vroeg om te
stellen dat we van de nood een deugd hebben gemaakt. Maar we zijn
op de goede weg met de stappen die we hebben gezet.”
Directeur Johan Verhaegh
blijft positief
P6 P7
Nederland heeft meer technisch personeel nodig om aan de groei-
ende vraag te kunnen voldoen. Daarvoor is de afgelopen periode
al een groot aantal initiatieven ontplooid, waaronder de onderte-
kening van het Techniekpact door onder andere onderwijsinstel-
lingen, het bedrijfsleven en het Rijk. De vijf instituten voor
technische opleidingen van Fontys werken al vijf à zes jaar samen
om de instroom van studenten te vergroten. Gerard Lenssen, direc-
teur van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en
Techniek: “Sindsdien is het aantal techniekstudenten met 50 tot 60
procent gestegen. Daar ben ik uiteraard best trots op.” Fontys
onderhoudt onder meer intensief contact met zestien middelbare
scholen in de regio om het profiel Natuur en Techniek nadrukke-
lijker te profileren. “We geven voorlichting en workshops op scho-
len en begeleiden profielwerkstukken. Daarnaast werken we
samen met het bedrijfsleven om scholieren een beter beeld te geven
van de beroepspraktijk.”
Alle opties open houdenMeer studenten betekent echter ook dat er meer docenten nodig
zijn. Maar het afgelopen schooljaar begonnen slechts 24 studenten
aan de opleiding Leraar Technisch Beroepsonderwijs van Fontys.
Studenten die deze opleiding afronden, kunnen voor de klas staan
of in het bedrijfsleven aan de slag. De hogeschool ziet het aantal
aanmeldingen al zo’n tien jaar teruglopen. Hoe komt dat? Lens-
sen: “We hebben de indruk dat mbo-studenten het leraarschap niet
aantrekkelijk vinden. Ze zien zichzelf niet veertig jaar voor de klas
staan en voeren het vak liever uit in de praktijk. En havisten kun-
nen zich vaak weinig voorstellen bij lesgeven in bijvoorbeeld elek-
trotechniek, omdat ze daar helemaal geen ervaring mee hebben.”
De combinatie tussen studeren en werken is volgens Lenssen een
goede oplossing voor dit probleem. Het maakt de stap om een
lerarenopleiding te volgen een stuk minder groot, omdat je alle
opties openhoudt. Studenten kunnen halverwege altijd nog beslui-
ten om toch de praktijk in te gaan. “Doordat we een brug slaan
tussen het onderwijs en het bedrijfsleven, kunnen studenten tijdens
hun studie hun vakkennis op peil houden. Zo blijven ze op de
hoogte van de laatste ontwikkelingen op hun vakgebied. Havisten
kunnen op deze manier juist méér praktijkkennis opdoen.”
Convenant met 2.200 bedrijven in Zuid-NederlandOm studenten een combinatie van werken en studeren te kunnen
bieden, sloot Fontys vorig jaar een convenant met vertegenwoor-
digers van 2.200 bedrijven in Zuid-Nederland. Dit zijn bedrijven
in de sectoren bouw, metaal en automotive. De hogeschool zat
onder meer aan tafel met RTO Eindhoven, waarin alle plaatselijke
truckdealers zijn vertegenwoordigd. Ook BOVAG Werkgevers-
zaken en BOVAG Truckdealers zaten bij dit gesprek aan tafel.
“We bespraken ideeën om het praktijkdeel van de opleiding in te
vullen. Wat kan een truckdealer een student van onze opleiding
bieden? Het gaat nadrukkelijk om meer dan ‘kennismaken’, we
willen dat onze studenten echt werkervaring opdoen.” Lenssen zat
onlangs ook met staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap aan tafel om de plannen te bespreken. “De
overheid heeft toegezegd onze afspraken te steunen, bijvoorbeeld
als het nodig is om wet- en regelgeving aan te passen. En het tekort
aan leraren blijft een speerpunt op de beleidsagenda. Dat sterkt
ons om hiermee door te gaan.”
Fontys bedacht nog enkele oplossingen om meer animo te krijgen
voor de lerarenopleiding. Zo kunnen studenten van andere techni-
sche opleidingen in hun derde jaar een minor volgen waarin ze de
grondbeginselen van het vak leren. Lenssen: “Spreekt ze dat aan?
Dan kunnen ze na hun studie in een tijdsbestek van een halfjaar
het diploma behalen. ”Daarnaast kunnen ICT-studenten aan de
hogeschool na het eerste jaar van hun opleiding de lerarenoplei-
ding erbij volgen. Na vier jaar hebben ze dan twee diploma’s
behaald. “Een kwestie van slim schakelen tussen de twee studies.”
Als deze pilot een succes is, zet Fontys dit traject ook met andere
opleidingen op.
Samen inspelen op regionale vraagDe opleiding Leraar Technisch Beroepsonderwijs startte dit
schooljaar al met de 50/50-constructie. Vanaf het tweede jaar gaan
de studenten bij een bedrijf in de regio aan de slag. “Het afgelopen
jaar hebben we veel aandacht gegeven aan de werving van nieuwe
studenten. We verwachten in september dan ook een substantiële
groei van het aantal aanmeldingen. ”Fontys biedt als enige in
Nederland de opleiding in voltijd aan, bij andere hogescholen is dit
alleen in deeltijd mogelijk. Volgens Lenssen is het van groot belang
dat de voltijdopleiding van Fontys blijft bestaan. “De maakindus-
trie rond Brainport in de regio Eindhoven behoort tot de beste ter
wereld. Er is hier twee keer zo veel economische groei als in de rest
van Nederland. Daarvoor hebben we technische mensen op alle
niveaus nodig. Samen met het bedrijfsleven zorgen we nu dat we in
de toekomst aan de behoeften van onze regio blijven voldoen.”
WE SLAAN DE BRUG TUSSEN ONDERWIJS EN BEDRIJFSLEVEN
inno
vatie
Technische lerarenopleidingen in Nederland luiden de noodklok. Steeds minder studenten melden zich voor deze opleiding aan, terwijl er juist een groot tekort is aan technisch personeel. Fontys Hogescholen in Eindhoven bedacht samen met bedrijven in de regio een 50/50-constructie: studenten combineren de opleiding met een baan, bijvoorbeeld bij een truckdealer in de regio.
FONTYS BIEDT STUDENTEN TECHNISCHE LERARENOPLEIDING COMBINATIE VAN STUDIE EN WERK
Tekst Annemieke van Ramshorst
Foto Dreamstime
P8 P9
Eind augustus presenteerde de Sociaal Economische Raad (SER)
het Energieakkoord voor duurzame groei. Met dit akkoord zet
Nederland een eerste stap naar een energievoorziening die vanaf
2050 volledig klimaatneutraal moet zijn. Dat betekent dat er de
komende jaren forse investeringen zullen plaatsvinden in energie-
besparing en hernieuwbare vormen van energieopwekking. Dat is
goed voor het milieu, maar levert naar verwachting ook 15.000
banen op. Dat het akkoord breed wordt gedragen, blijkt uit het feit
dat het mede werd ondertekend door werkgeversorganisaties,
vakbonden, energiemaatschappijen, natuur- en milieuorganisaties
en brancheverenigingen voor de industrie, en de energiesector.
Namens de mobiliteitsbranche ondertekenden ook BOVAG, EVO
en RAI Vereniging het akkoord.
Fantastische ambitieEen van de onderwerpen waar de overheid zich met de Green
Deals op richt, is mobiliteit. Bedoeling van de Green Deals is om
de uitstoot van CO2 en andere schadelijke emissies stapsgewijs
terug te dringen, met als streven volledig emissievrije mobiliteit
vanaf 2050. Een van de initiatieven om deze doelstelling te berei-
ken, is de Green Deal Zero Emissies Stadsdistributie. Hiermee zou
stadsdistributie al vanaf 2030 grotendeels CO2-vrij moeten zijn.
Utrecht is een van de eerste grote steden die van plan is deze
Green Deal te ondertekenen. Deze stap sluit ook aan bij initiatie-
ven die het gemeentebestuur eerder nam op dit gebied. Vorig jaar
werd bekend dat Utrecht vanaf 1 januari 2015 als eerste Neder-
landse gemeente een milieuzone instelt voor zowel bestelvoertui-
gen als personenauto’s die nog beschikken over een Euro2
dieselmotor of ouder. In de afgelopen jaren ontving Utrecht lande-
lijke en Europese Awards voor de aanpak van stedelijke distribu-
tie. Lot van Hooijdonk, die als wethouder onderwerpen als
verkeer en mobiliteit, duurzaamheid en milieu in haar portefeuille
heeft, vertelt: “Dat laat zien dat we in Utrecht een grote waarde
hechten aan zaken als gezonde lucht en ruimte voor fietsers en
voetgangers. Emissievrije stadsdistributie is een belangrijke eerste
stap om de leefbaarheid in de stad te verbeteren. Ik vind dat een
fantastische ambitie. Ik merk ook dat alle partijen in Utrecht
graag willen meewerken aan een schone, gezonde en leefbare bin-
nenstad. Wel leeft soms het idee dat uitvoering van gemeenschap-
pelijke projecten vraagt om aanpassing van de bedrijfsvoering, of
een financiële investering waar men tegen op ziet. Dit blijkt in de
praktijk best mee te vallen, zeker als we gezamenlijk kijken naar
de mogelijkheden.”
Tekst Rob de Boer
Foto Kris Roderburg/Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
inno
vatie
GREEN DEALS MAKEN WERK VAN EMISSIEVRIJE STADSDISTRIBUTIE
Om de leefbaarheid in binnensteden te verbeteren, wil de Nederlandse overheid dat winkels en horecagelegenheden in binnensteden vanaf 2050 emissievrij worden bevoorraad. Daartoe tekenen Nederlandse gemeenten binnenkort de Green Deal Zero Emissies Stadsdistributie. Wat is een Green Deal en wat heeft het ondertekenen van een Green Deal voor gevolgen voor transportbedrijven?
DOOR DE GRACHTEN VAN DE UTRECHTSE BINNENSTAD VAART SINDS ENKELE JAREN EEN ELEKTRISCHE BIERBOOT
P10
KORT NIEUWS
Zoeken naar kansenNet als in diverse andere Nederlandse steden zijn er op dit
moment in Utrecht al meerdere initiatieven die laten zien dat
emissievrije stadsdistributie kansrijk is. Voorbeelden daarvan
zijn een elektrische bierboot, de afvalboot en de cargohopper. Er
zijn zelfs Utrechtse bierbrouwers die per fiets bezorgen. “Een
ander goed voorbeeld is het winkelcentrum Vleuterweide, waar
een gezamenlijk afleverpunt voor alle winkels is ingericht.
Bestelauto’s hoeven daardoor niet meer het winkelgebied in”,
vervolgt Van Hooijdonk. “Als gemeente stimuleren we schone
stadsdistributie door leveranciers vrijstelling te geven van de
venstertijden, en ze op busbanen toe te laten. De komende jaren
willen we in samenwerking met alle betrokken partijen nog
meer vervoerders en verladers over de streep trekken om mee te
doen. Ons streven is in elk geval dat al het bestelverkeer in het
centrum vanaf 2020 uitstootvrij is. De komende maanden gaan
we zoeken naar kansen en mogelijkheden die onderdeel kunnen
worden van deze Green Deal. Dat doen we met alle betrokken
partijen, dus niet alleen met vervoerders en verladers, maar ook
met horeca, winkeliers en bewoners. Zo houden we onze oude
binnenstad voor iedereen leefbaar en aantrekkelijk. Als gemeente
vinden we het belangrijk dat alle betrokken partijen begrip heb-
ben voor elkaars belangen, en ook zelf bereid zijn een extra stap
te zetten om te komen tot een schone bevoorrading van horeca
en winkels. In de uitvoering gaan we als gemeente projecten en
initiatieven zo veel mogelijk ondersteunen. Ik hoop van harte
dat ons commitment het bedrijfsleven het vertrouwen geeft om
in zero emission te investeren.”
Niet alleen stadsdistributieStadsdistributie, maar ook zwaar transport zijn voor Utrecht
speerpunten om de mobiliteit in de binnenstad te verduurzamen.
Tegelijkertijd beseft het stadsbestuur dat er binnen de gemeente-
grenzen nog andere voertuigen rondrijden. “Inderdaad, ook
andere verkeersvormen als personenvervoer, stadsbussen, taxi’s en
brommers zullen de komende jaren een bijdrage moeten leveren.
Daarbij kijken we bijvoorbeeld naar thema’s als energiebesparing,
veiligheid en groen”, aldus Lot van Hooijdonk. “Maar ook stads-
distributie, waar al enkele goede initiatieven zijn, moeten we ver-
der ontwikkelen, want het gebruik van het centrum zal de komende
jaren veranderen. Winkelen wordt minder belangrijk en in plaats
daarvan zullen mensen het gebied meer gaan gebruiken als ont-
moetingsplaats voor werk en ontspanning. Ook daarom zullen we
met alle partijen moeten samenwerken aan een betere kwaliteit
van de leefomgeving. Die samenwerking is overigens niet vrijblij-
vend; er moet wel een resultaat neergezet worden.”
EVO: realistische doelenEen van de partijen die al vroeg betrokken was bij het Green
Deals-programma, is EVO, branchevereniging voor het beroeps-
goederenvervoer. EVO leverde ook een belangrijke inhoudelijke
bijdrage aan de Green Deal Zero Emissies Stadsdistributie, ook
om de belangen van de EVO-leden te behartigen. Rink Jan Slo-
tema beleidsadviseur van EVO: “In een eerder stadium hebben we
namens EVO met succes tegengas gegeven aan gemeentes die mili-
euzones wilden instellen. Er rijden in Nederland 900.000 bestelau-
to’s, en voor veel bedrijven zouden milieuzones een groot probleem
kunnen opleveren. Mede daarom hebben we samen met TLN en
NNV het convenant ‘Stimulering schone vrachtauto’s en milieuzo-
nering’ opgesteld. Het zou ideaal zijn als steden een uniform beleid
voor milieuzones gaan hanteren, zodat overal dezelfde ontheffin-
gen gelden. Dat is belangrijk voor een breed draagvlak onder de
leden. Voor de Green Deals geldt dat we duurzame initiatieven van
harte toejuichen, maar de doelen moeten wel haalbaar en betaal-
baar zijn. Het kan niet zo zijn dat bedrijven die nu in Euro 6 inves-
teren, al heel snel niet meer de stad in mogen. Wij vinden dat
partijen die hun nek uitsteken, daar bepaalde privileges voor zou-
den moeten krijgen. Op die manier kunnen bedrijven hun investe-
ringen in duurdere techniek terugverdienen door een hogere
inzetbaarheid.”
Elektrisch vervoer niet heiligZoals bekend is Euro 6 de norm die vanaf eind vorig jaar geldt voor
alle nieuwe, zware trucks. Nederlandse transportbedrijven liepen al
enige tijd op deze wettelijke verplichting vooruit, getuige het feit
dat er tot nu toe al zo’n 6.500 Euro 6 trucks werden aangeschaft.
“Daaruit blijkt wel dat de Nederlandse transportsector zijn verant-
woordelijkheid neemt ten aanzien van het milieu”, vindt Slotema.
“Met Euro 6 wordt al een enorme milieuwinst gehaald, met name
als het gaat om het verbeteren van de luchtkwaliteit. Voor ons zijn
elektrische transportmiddelen dan ook niet heilig, ook zaken als
biogas, LNG en hybride technieken mogen meer aandacht krijgen.
Er zijn veel ontwikkelingen gaande, maar veel technieken zijn nog
lang niet uitontwikkeld. Daarbij moeten we voor de transportsec-
tor rekening houden met economische ontwikkelingen, en ook de
vraag welke brandstoffen er in de toekomst beschikbaar zijn moe-
ten we meenemen om te kunnen beoordelen in hoeverre emissie-
vrije stadsdistributie haalbaar is. Maar dat neemt niet weg dat het
voor de samenleving enorm belangrijk is om over dit soort initiatie-
ven na te denken. Alleen daarom is het al goed dat overheid,
bedrijfsleven en zelfs de brandstoffabrikanten met de Green Deals
de handen ineen slaan.”
Wat is een Green Deal?De Green Deal helpt bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden om duurzame plannen uit te voeren op het gebied van energie,
klimaat, water, grondstoffen, mobiliteit, biobased economy, bouw en voedsel. De overheid wil dat verduurzaming rendabeler wordt. De Green Deal
is geen subsidie, maar een samenwerkingsverband om belemmeringen rond projecten weg te nemen. Sinds de start in 2011 zijn circa 160 Green
Deals afgesloten.
Meer informatie: www.green-deals.nl.
‘Er zijn 29 ROC’s die truckonderwijs aanbieden’, vertelt Hylke
Warners, senior beleidsmedewerker Onderwijs bij BOVAG.
‘Maar veel van deze opleidingen zijn zo klein – soms slechts 20
leerlingen in alle leerjaren – dat de kwaliteit onder druk komt te
staan. Er is geen ruimte om te investeren in bijvoorbeeld goed
lesmateriaal. Denk aan een bedrijfsauto of een brug waar je een
truck op kwijt kunt. Dat is een onwenselijke situatie.’
Advies aan raden van bestuur‘Tijdens een bijeenkomst op 28 maart met alle ROC’s die truck-
onderwijs aanbieden, bespraken we dit probleem, aldus Warners.
‘De aanwezige docenten en opleidingsmanagers vinden het
belangrijk om opleidingen op minder locaties aan te bieden en zo
kwalitatief beter onderwijs te verzorgen. De colleges van bestuur
gaan echter over het opleidingsportfolio, daarom hebben we hen
een brief gestuurd met deze aanbeveling.’
Schaalvergroting urgent‘De colleges van bestuur reageren vooralsnog positief op het
voorstel en praten hier graag over mee’, zegt Warners. ‘Ze zien de
urgentie van de dialoog over schaalvergroting in. Als we niks
doen, houden de kleine opleidingen vanzelf op te bestaan en wel-
licht vallen er dan grote gaten in sommige regio’s.’
Met ROC’s in overleg over toekomstWarners: ‘Samen met de ROC’s gaan we nu in overleg hoe een
spreiding over Nederland eruit moet zien en waar een goede
opleiding moet voldoen. Vervolgens moeten we conclusies trek-
ken die voor sommige ROC’s pijnlijk kunnen zijn, omdat ze min
of meer gedwongen worden hun opleiding te staken. Of de colle-
ges van bestuur dan nog allemaal zo positief zijn, valt nog te
bezien. Maar dat deze beweging noodzakelijk is, dat staat voor
iedereen vast.’
BOVAG ROEPT OP OM ROC-TRUCKOPLEIDINGEN SAMEN TE VOEGEN
BOVAG stuurde 6 mei een brief naar de raden van bestuur van alle ROC’s. Hierin stond de oproep om het aantal opleidingen dat Bedrijfsautotechniek geeft te verminderen. Volgens BOVAG zorgen grotere opleidingen met meer leerlingen voor een betere onderwijskwaliteit. Bovendien is het voor het bedrijfsleven aantrekkelijker mee te investeren in het onderwijs.
P11
inno
vatie
Tekst Tekst Lisa Schonenberg
Illustratie Michel van den Boogaard
Shell RimulaENERGISED PROTECTION
Bij de evaluatie van de operationele kosten van uw wagenpark moet u de impact van uw oliekeuze niet uitvlakken. Shell Rimula zorgt voor verlaagde onderhoudskosten en verminderde stilstand van uw bussen. De unieke ‘Energised Protection’-formule beschermt de motor en verlengt de motorlevensduur. Neem contact op met ons (Tel :0900 202 2760 (1ct/min) ) om te ontdekken hoe Shell Lubricants oplossingen kan ontwikkelen om uw uitdagingen het hoofd te bieden.
IMPROVE YOUR EFFICIENCYWITH SHELL RIMULA.
DE DEKAVAS KWESTIE
De kwestie: Aan de hand van de wet mogen brandverzekeraars de uitbetaalde schadebedragen verhalen op de eventuele
schadeveroorzaker. Tot 1 januari jongstleden was deze verhaalsmogelijkheid op de zakelijke markt beperkt tot een maximum van
€ 500.000,- bij onzorgvuldig handelen. Per 1 januari jongstleden heeft het Verbond van Verzekeraars bepaald dat deze BBr voor de
zakelijke markt is afgeschaft. Als gevolg van deze afschaffing kunnen brandverzekeraars die lid zijn van het Verbond van Verzekeraars
de volledige schade (dus niet meer beperkt tot € 500.000,-) verhalen op bedrijven die de brand hebben veroorzaakt! In geval van
bedrijfsmatige huurders en leasenemers blijft de BBr van kracht.
De vraag: IS UW VERZEKERD BEDRAG TOEREIKEND BIJ HET VEROORZAKEN VAN BRAND?
Antwoord: Doordat de beperking uit de BBr voor de zakelijke markt is weggevallen en de hoogte van schadeclaims toeneemt, is het
voor een bedrijf van levensbelang om toereikend verzekerd te zijn op de bedoelde aansprakelijkheidsverzekering. Uit veel situaties kan
helaas brand ontstaan en ieder bedrijf kan hiermee te maken krijgen. Bijvoorbeeld: bij het verrichten van laswerkzaamheden aan een
chassis van een truck op locatie ontstaat er brand waarbij zowel de truck als het pand van de betreffende relatie brandschade oplopen.
Kijk daarom nogmaals goed naar het verzekerd bedrag op uw aansprakelijkheidspolis. Is dit werkelijk voldoende, ook na het wegvallen de
beperking uit de BBr? Een eventueel verhalende partij zal niet schromen om de boven het verzekerde bedrag uitkomende schade
rechtstreeks op uw bedrijf te verhalen. Met alle gevolgen van dien! Mocht u twijfels hebben over de
hoogte van het verzekerde bedrag dan kunt u te allen tijde contact opnemen met een van de
accountmanagers van Dekavas. Zij helpen u graag verder!
BENT U VOLDOENDE VERZEKERD BIJ VEROORZAKEN BRAND?
advertentie