Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de sportprestaties te...
Transcript of Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de sportprestaties te...
Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de
sportprestaties te verbeteren
Progressiviteit en overload
Principe van verminderde meeropbrengst
Principe van de supercompensatie
Principe van omkeerbaarheid
Principe van specificiteit
Progressiviteit en overload
Belasting progressief opdrijven : Max 10% per week
Frequentie -> Duur -> Intensiteit
Evenwicht
• Frequentie
• Duur
• Intensiteit
Fysieke toestand
Tijd
Principe van verminderde meeropbrengst
De fysieke toestand of conditie zal niet lineair blijven stijgen.Een beginnend sporter maakt op korte tijd veel progressie.Maar naar gelang de conditie verbetert, wordt het moeilijker nog te verbeteren
Fysieke toestand
Tijd
Begin Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4
Principe van de supercompensatie
Fase 1 : daling fysieke toestand door inspanningFase 2 : herstelFase 3 : supercompensatieFase 4 : verdwijning trainingseffect
Fysieke toestand
Tijd
Correcte timing
Trainingsprikkels volgen elkaar op, net op het moment van de supercompensatie
=> positieve resultante
Fysieke toestand
Tijd
Timing is te laat
Er is te veel tijd tussen de trainingResultaat van de supercompensatie is verdwenen
=> Geen winst
Fysieke toestand
Tijd
Timing is te vroeg
Trainingen volgen elkaar te snel opOnvoldoende recuperatie
=> Negatieve resultante => overtraining !
Herstel
* Persoonlijke eigenschappen van de atleet
* Getraindheid
* Aard van de training
* Voeding* Kwaliteit van de slaap/rust
* Leeftijd
Herstel
Type training Hersteltijd
extensieve duurtraining 18 uren
LSD training 72 uren
intensieve duurtraining 48 uren
tempo duurtraining 48 uren
intensieve intervaltraining
72 uren
krachttraining 60 uren Invloed sporten op elkaar => Weinig
Correcte timing
* Zéér moeilijk te bepalen
* Ochtendpols is een indicator
* Trial & error
Principe van omkeerbaarheid
* Stoppen of sterk afbouwen van trainingen, zorgt voor een verlies van de opgebouwde fysieke eigenschappen
* Het verlies van de fysieke eigenschappen gaat véél sneller dan het opbouwen ervan
Verandering na 3 weken niet trainen
Hartslag volume : VO2max :Vetverbranding :Bloedlactaat : Vermoeidheid (min) :Capliarisatie :
-10%-8%-52%+88%-10%-7%
Principe van specificiteit
Cross-training is goed voor algemene conditie(overgang en voorbereidingsperiode)
MAAR
Een zwemmer moet zwemmenEen wielrenner moet fietsenEen loper moet lopenEen triatleet traint ze alle 3 !!!
Egalisatie
* Een goede tri- of duatleet is goed in alle disciplines
* Wegwerken zwakste schakel
* Werk vooral aan belemmerende factoren
* Zoek de easy-win schakel
Variatie
Steeds de zelfde prikkel => trainingseffect
Zorg dat je lichaam de prikkel niet “gewoon” wordt
Zorg voor variatie in
DuurIntensiteitParcours
ATP
Belangrijkste spier-brandstof = ATP (Adenosine Tri Fosfaat)
Zéér beperkt aanwezig (2 a 3 sec)
ATP -> ADP + P + energie(ADP = Adenosine Di Fosfaat)
Het CP systeem
CP = Creatine Fosfaat
ADP + CP -> ATP + C + energie
Héél veel energie
Zeer beperkt beschikbaar (6 a 10 sec)
Beperkt trainbaar
Explosieve startDemarrageInzetten eindsprint
Geen O2 , geen lactaat
Het Lactaat systeem
Veel energie
Beperkt beschikbaar (30 a 40 sec)
Redelijk trainbaar
KH + ADP = ATP + melkzuur
melkzuur + ADP + O2 = ATP + CO2 + H2O
Geen zuurstof => Anaëroob
ZwemstartBeklimmingLange eindsprint
Het Aëroob systeem
KH/Vet + O2 = ATP + CO2 + H2O
Beperkte energie
Onberperkte voorraad
Goed trainbaar
Zuurstof nodig => Aëroob
Zeer lang vol te houden
Geen schadelijke afvalstoffen
Aëroob uithoudingsvermogen
Anaëroob uithoudingsvermogen
Snelheid
Kracht
Lenigheid
Coördinatie
Het aëroob uithoudingsvermogen
het vermogen om een bepaalde inspanning zo lang mogelijk vol te houden, gebruik makendvan het zuurstof-systeem
VO2max
(l/min/kg)
: maximale hoeveelheid zuurstof gedurende 1 minuut opgenomen bij maximale inspanning
Hart, longen, bloedvaten
Koolhydraten en vetten
Niet alleen hoge VO2max, maar ook % VO2max
Anaërobe drempel of omslagpols
Het anaëroob uithoudingsvermogen= weerstand
Mogelijkheid om gedurende korte periode veel vermogen te produceren door gebruikt maken vanHet lactaat systeem
Boven omslagpunt of anaërobe drempel
Zuurstofschuld
Opstapeling lactaat
Verzuring en uitputting glycogeen
“in het rood gaan”
Zéér belastend (spierschade !!)
Snelheid
De mogelijkheid om een beweging zo snel mogelijk uit te voeren
Bepaald door type spiervezels (genetisch bepaald en beperkt trainbaar)
Bepaald door anaëroob alactatisch vermogen (CP)
In tri- en duathlon :
Souplesse
Hoge trapfrequentie (Lance Armstrong)
Kracht
De eigenschap om een zo groot mogelijke Belasting te overwinnen
Bepaald door type spiervezels (genetisch bepaald en beperkt trainbaar)
In tri-en duathlon :
Krachtuithouding(bergop fietsen, tegenwind, hoog tempo)
Lenigheid
Eigenschap om een beweging met een zo groot mogelijke amplitude uit te voeren
Stretching
In tri- en duathlon :
Soepel blijvenBlessures voorkomenRugklachten voorkomen
Coördinatie
Samenwerking tussen zenuwen en spieren
Vooral bij het zwemmen.
Ook de pedalleer en looptechniek
=> Techniek oefeningen, drills
Trainingsvormen
LSD en extensieve duurtraining
Dé belangrijkste trainingvorm voor duursporters !
Minstens 80% van alle trainingen
Trainen van longen, hart, bloedvaten
Stimuleren vetverbranding
Mentale training
=> De fundering
Trainingsvormen
Snelheid
Zorg voor goede opwarming
Vooral in basis voorbereiding
Zéér korte prikkels (10 a 15 sec)
Sprintjes
Souplesse training
Intensiteit maximaal
Trainingsvormen
Kracht
Zorg voor goede opwarming
Vooral in basis voorbereiding
Eerst algemene kracht (fitness-zaal), daarna specifiek
Zwemmen : met paddles en vliezen zwemmen
Fietsen : groot verzet en bergop fietsen
Geleidelijk opbouwen
Zware belasting => zorg voor voldoende herstel
Lopen : Finse piste en heuvelloop
Geen maximaal kracht, wel snelkracht
Trainingsvormen
Lenigheid
Stretching
Zorg voor een goede opwarming
Statisch of héél licht verend
Nooit na maximaal inspanningen !
Trainingsvormen
UC uithoudingscapaciteit
WC weerstandscapaciteit
UV uithoudingsvermogen
WV weerstandsvermogen
Intensiteit : extensief + intensief Intensiteit : wedstrijdtempo (omslag)
Intensiteit : submaximaal Intensiteit : maximaal
Doel : verhogen VO2max Doel : benutten van de VO2max
Doel : verhogen lactaatproductie Doel : verdragen lactaat in inspanning
Fracties : lang Fracties : kort -> lang
Fracties : kort Fracties : zeer kort
Rust : kort Rust : lang -> kort
Rust : gelijk of langer dan fractie Rust : kort
Vb : lopen800-1600-2400-1600-800Rust 200 dribbelen
Vb : fietsen4x30” – 3x1’ – 2x2’ – 1x5’Rust 1’ losfietsen
Vb : zwemmen4x (2x25m vertrek 45”, 1x50m vertrek 1’20”)
Vb : zwemmen3x50m R10” + 3x100m R15” + 3x200m R20”
Basis opbouw Speciefieke voorbereiding
Labotest < - > Veldtest
VO2max test
Lactaat meting
Conconi test
Om testen te kunnen vergelijken :zelfde condities !!
VO2max test
Bijna enkel labotest (tegenwoordig ook veldtest)
Zeer nauwkeurig
Duur
VO2max mannen
LeeftijdZeer
slecht SlechtRedelij
kGemiddel
d GoedZeer goed
Uitstekend
20-24 < 32 32-37 38-43 44-5051-56 57-62 > 62
25-29 < 31 31-35 36-42 43-4849-53 54-59 > 59
30-34 < 29 29-34 35-40 41-4546-51 52-56 > 56
35-39 < 28 28-32 33-38 39-4344-48 49-54 > 54
40-44 < 26 26-31 32-35 36-4142-46 47-51 > 51
45-49 < 25 25-29 30-34 35-3940-43 44-48 > 48
50-54 < 24 24-27 28-32 33-3637-41 42-46 > 47
55-59 < 22 22-26 27-30 31-3435-39 40-43 > 43
60 > < 21 21-24 25-28 29-3233-36 37-40 > 41
VO2max vrouwen
LeeftijdZeer
slecht SlechtRedelij
kGemiddel
d GoedZeer goed
Uitstekend
20-24 < 27 27-31 32-36 37-4142-46 47-51 > 51
25-29 < 26 26-30 31-35 36-4041-44 45-49 > 49
30-34 < 25 25-29 30-33 34-3738-42 43-46 > 46
35-39 < 24 24-27 28-31 32-3536-40 41-44 > 44
40-44 < 22 22-25 26-29 30-3334-37 38-41 > 41
45-49 < 21 21-23 24-21 28-3132-35 36-38 > 38
50-54 < 19 19-22 23-25 26-2930-32 33-36 > 36
55-59 < 18 18-20 21-23 24-2728-30 31-33 > 33
60 > < 16 16-18 19-21 22-2425-27 28-30 > 30
Melkzuur (Lactaat)
Zowel labotest als veldtest
Nauwkeurig beeld
Bloedstaal nodig
Duur
Lactaat - curve
Conconi test
Zowel labotest als veldtest
Onnauwkeurig, maar beter dan niks
Enkel hartslagmeter nodig
Makkelijk te doen
Makkelijk te interpreteren
De Conconi test
De relatie hartslag/melkzuur
Formule van Karvonen
HFtrain = HFrust + (HFmax – HFrust) * intensiteit%
HFtrain = hartslag bij trainingHFrust = ochtendpolsHFmax = maximale hartslag
Fietsen:55-60% : recuperatie training60-65% : LSD training (Long Slow Distance)65-70% : extensieve uithouding70-80% : uithouding capaciteit80-90% : uithoudingsvermogen90-95% : weerstand
Lopen:65-65% : recuperatie training65-70% : LSD training (Long Slow Distance)70-75% : extensieve uithouding75-85% : uithouding capaciteit85-90% : uithoudingsvermogen90-95% : weerstand
Planning
Doel
De doelstelling moet
* Haalbaar zijn
* Voldoende uitdagend zijn
* Aanpasbaar zijn
* Meetbaar zijn
Definieer doelen op korte en lange termijn
4 niveaus
Meerjaren planning
Macro-cyclus (jaarplanning)
Meso-cyclus (4-12 weken)
Micro-cyclus (1-3 weken)
Jaarplanning
Voorbereidingsperiode
Specifieke voorbereiding
Wedstrijd periode
Recuperatie/overgang
Basis leggen : aërobe uithouding (rustig opbouwen)Snelheid trainenAlgemene kracht trainingCross training
Intensiteit neemt toe (weerstand, vermogen)
Koppel trainingen
Testwedstrijden
Specifieke kracht
Wedstrijd is zeer intensief => nadruk op recuperatie/onderhoudIndien veel tijd tussen => nog een specifieke voorbereiding
Batterijen opladenGeen schema !!Niet vastroesten
Overgang
Voorbereiding
Basis 1
3-4 weken
Basis 2
3-4 weken
Basis 3
3-4 weken
9-12 weken
1-6 weken
3-4 weken
Piek
1-3 weken
Taper
Specifiek 2
3-4 weken
Specifiek 1
3-4 weken
6-8 weken
1-2 weken
Jaarplanning
0
5
10
15
20
25
Vol
Int
Jaarplanning
Voorb
Basis1
Basis2
Basis3
Spec1
Spec2
Taper
Wedstrijd
Taper
Spec1
Spec2
Wedstrijd
Overg
ang
Overg
ang
Handleiding
Bepaal je doelen
A – wedstrijden : de belangrijkste van je seizoen
B – wedstrijden : belangrijke wedstrijden
C – wedstrijden : ervaring opdoen, doorgedreven trainingen
Heel je schema wordt hier naar opgebouwdKies voor 2 a 3 wedstrijden of pieken
Er wordt wel enkele dagen gerust voor deze wedstrijdenmaar geen echte tapering
Voor C wedstrijden gaan we geen rust inplannen.
Handleiding
Bepaal je training objectieven
Bepaal je zwakke punten
Kies de juiste trainingen om deze te verbeteren
Zorg voor meetbare objectieven
Bepaal een datum voor een test
Handleiding
Bepaal je jaarlijkse trainingstijd
Race afstand
IronmanHalve IronmanOlympische afstandSprint
Gesuggereerde trainingstijd
600 – 1200 uur500 – 700 uur400 – 600 uur300 – 500 uur
Zie tabel voor wekelijkse trainingtijd
Wekelijkse trainingsuren
Handleiding
1. Vul je A-wedstrijden in
2. Tel 2 weken terug voor tapering
3. Tel 2 keer 3-4 weken terug voor specifieke opbouw
4. Tel 3 keer 3-4 weken terug voor basis opbouw
5. Tel 4 weken terug voor voorbereiding
6. Tel een 6-tal weken als overgang
7. Plan na een A-wedstrijd minstens 1 week overgang (Ironman zeker 2 weken)
8. Tel voor ander A wedstrijden volgens het zelfde principe terug, zo ver je kan.
Bepalen van de periodes
9. Vervolledig het schema met je B en C wedstrijden
Handleiding
1. Vul de kolom “Uren” in volgens de tabel “wekelijkse trainingsuren”
2. Krachttraining : zet een X gedurende 8-10 weken, beginnend bij Basis 1
3. Zet een X bij test (Z-F-L) de eerste week van de voorbereiding
4. Zet een X bij test (Z-F-L) elke rustweek van de Basis, tenzij een wedstrijd
6. Zet een X bij Uithouding in alle fases, behalve Wedstrijd en Overgang
7. Zet een X bij Kracht-Zwemmen bij alle Basis en Specifieke fases
8. Zet UC in de Basis 2/3 voor de niet-rust weken
9. Zet UV in de Specifieke niet-rust weken
Invullen van de trainingen
5. Zet een X bij Snelheid in alle fases behalve Overgang
10. Zet een WC in Basis 3, en de Specifiek 1, één sport per week.
11. Plan een WV in de crash week (1e week van de taper)
DIT ZIJN RICHTLIJNEN !!!Pas dit aan naar eigen mogelijkheden
Weekschema
Doe minstens 2 a 3 trainingen van elke sport
Zorg voor afwisseling (geen zware trainingen op opeenvolgende dagen)
Probeer de disciplines te spreiden (bvb niet alle fiets trainingen in het weekend)
Zeker in rust weken: plan eens een rustdag in !!
Pieken naar een wedstrijd
2 dagen voor de wedstrijd = rustdag
1 dag voor de wedstrijd : een heel korte training van elke discipline
De dag zelf : probeer goed op te warmen en een cooldown
1 dag na de wedstrijd : zwemmen of losfietsen (actieve recuperatie)
2 dagen na de wedstrijd = rustdag