Tokio Hirano: judo is beweging -...
Click here to load reader
Transcript of Tokio Hirano: judo is beweging -...
Tokio Hirano: judo is beweging Judo heeft een enorme weg afgelegd en een grote evolutie gekend sinds het meer
dan 125 jaar geleden werd ontwikkeld. Dit werd mogelijk gemaakt door de inspanningen van velen - zowel leraars als leerlingen. Is er trouwens een
fundamenteel verschil tussen beide? Eerst zelf leren en daarna de geleerde kennis verfijnen, uitbreiden en doorgeven terwijl je ondertussen voortdurend blijft bijleren –is dat is niet de essentie van het judo als manier of weg om in het leven te staan?
Een belangrijke historische schakel in het Belgische judo en iemand die vele studenten voor hun hele judocarrière heeft ‘bezield’, is Tokio Hirano.
België, begin jaren vijftig.
Het Europese judo staat nog in zijn kinderschoenen. Buiten Mikonosuke Kawaishi en Shozo Awazu in Frankrijk, en Yukio Tani en Gunji Koizumi in Engeland zijn er geen
Japanse judoleraars om onderricht te geven in authentiek judo . De Kodokan stuurt één van haar zonen uit: zesde dan Ichiro Abe vestigt zich voor vijftien jaar in België. Hij wordt in 1954 technisch directeur van de Belgische Federale Judo en
Jiujitsu Vereniging (FJJV). Kort na hem arriveert een andere Japanse zesde dan in België: Tokio Hirano. Hij wordt technisch directeur van die andere federatie,
deBelgische Amateur Judo Associatie (BELAJA). Als beide federaties in 1959 samensmelten tot de Belgische Judo Bond (BJB) wordt Hirano verantwoordelijk voor de ‘kompetiteurs’, als adjunct van technisch directeur Abe.
Mister Tai-otoshi Hirano wordt geboren in 1922, in de Japanse provincie Hyogo. In 1941 gaat hij als vierde dan trainen aan de Takushoku-universiteit in Tokyo, bij Wushijima, die
bekend staat om zijn zware ‘hel’training - jigoku kego. Na een hele reeks overwinningen met ippon in de Kohaku shiai wordt hij op zijn negentiende vijfde
dan. Hirano’s aanvallende, stoutmoedige en dynamische stijl die nog het krijgshaftige jujutsu in zich draagt en goed past bij zijnvrolijke vrijbuiterskarakter,
zal later een mooi complement vormen met de eerder statige en elegante stijl van Abe. Sinds 1952 verblijft Hirano in Europa waar hij in Duitsland, Nederland en België een
grote invloed uitoefent, met als bekendste poulain wellicht Wim Ruska, meervoudig wereld- en olympisch kampioen. Hirano woont ook een tijd in Antwerpen en maakt
daar met zijn fabelachtige judotechniek en navenant charisma grote indruk op iedereen met wie hij de tatami opgaat. Nu, meer dan vijftig jaar later, blinken de ogen van veel oudere judoka’s nog altijd als het over Hirano gaat. Waar ook ‘den
Tok’ (zoals de Antwerpenaars hem noemen) komt, werkt hij de lokale zwarte gordels op rij af in een geïmproviseerde shiai alsof het een simpele demonstratie
betreft. Alle toenmalige kampioenen, zwaargewichten inbegrepen, worden door hem in de kortste keren met ippon gesmeten (zelf weegt hij net geen tachtig kilo), meestal met zijn voorkeurtechniek, Tai-otoshi – een prestatie die wij nu, in 2009,
amper nog kunnen geloven. Hirano keert in 1966 terug naar Japan en sterft daar in 1993 aan leverkanker. Hij is
dan achtste dan - een haast ‘bescheiden’ graad voor iemand die zo’n belangrijke en cruciale rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het Europese judo.
Hirano in 1952 op een seriewedstrijd te Parijs. Een typische pose, met het
zwaartepunt een meter onder dat van Uke (bron: Antoon Geels, Judo: het ne waza van “Opa
Schutte”, 1979).
Tsunami Hirano’s indrukwekkende en doeltreffende judotechniek heeft niet enkel te maken met onwezenlijk harde training en een groot aangeboren judogevoel maar ook met
enkele goed doordachte principes rond het centrale idee van kuzushi – hoe brengen we Uke optimaal uit evenwicht?
De klassieke richtingen van onevenwicht (de windroos: voor, achter, links, rechts en de richtingen daartussen) situeren zich in een horizontaal vlak parallel aan de mat. Hirano voegt aan deze twee dimensies een derde toe - de verticale - met als
richtingen opwaarts en neerwaarts. Als we de horizontale beweging van een lichaam combineren met een verticale,
ontstaat er een driedimensionale beweging die we uit de natuur en de fysica kennen: de golf. Hirano’s judo bestaat uit golven. Hij lokt die golven uit door als een taaie, lenige katgrote dynamische sprongen in de lucht te maken, door het
eigen zwaartepunt constant te verleggen met tai-sabaki en door met zijn kumikata zodanig zwaar op Uke te wegen dat die wel moet reageren, nl. door zich kort op te
richten om dat verloren evenwicht te herstellen. Tori accentueert dan Uke’s golfvormige reactie en creëert zo een formidabele kuzushi. Deze op Uke’s reactie gebaseerde kuzushi bepaalt bij Hirano de tsukuri - hoe Tori precies moet indraaien.
Tsukuri volgt uit kuzushi - niet omgekeerd! Hirano’s judo is dan ook op beweging gebaseerd, niet op statische kracht: judois
beweging – niet voor niets de titel van de film die in 1966 over hem wordt gedraaid op de 12e internationale judo zomerschool te Papendal.
Hirano combineert twee wetenschappelijke principes: de fysica leert ons dat een krachtige impuls ontstaat als massa met snelheid beweegt, de psychologie leert ons
dat reflexmatige reacties spontaan en instinctief zijn en maar moeilijk kunnen
worden onderdrukt. Hirano illustreert zijn kinetisch principe van de golfvormige beweging in de kata die
hij zelf ontwikkelde:
Nanami-no-Kata1 ‘Kata’ is binnen de Japanse cultuur een manier of systeem om via een
gedetailleerde voorgeschreven reeks van bewegingen een traditie of stijl in pure en zuivere vorm voor het nageslacht te bewaren. Het betekent dus zoiets als: vorm,
grammatica, theorie. Vele Japanse kunsten hebben hun kata: kabuki-theater, de theeceremonie, ook krijgkunsten zoals iaido, karate en judo. In judo wordt kata gebruikt als didactisch
complement aan randoritraining, als demonstratievorm en als examenvereiste voor danpromoties.
Naast de officiele kata van het Kodokan judo (Nage-no-kata, Katame-no-kata, Ju-no-kata, Kime-no-kata, Kodokan goshinjutsu etc) bestaan er ook een aantal kata die niet tot het curriculum van de Kodokan behoren. Kyuzo Mifune, tiende dan en
gewaardeerd Kodokan sensei, zag zijn Nage-waza Ura-no-katanooit geofficialiseerd. Het is dus niet verwonderlijk dat de kata van grootmeesters die minder nauw met
de Kodokan verbonden waren (Kawaishi, Hirano), dus zéker niet erkend worden.Dat maakt deze kata echter niet minder interessant! Nanami-no-kata (letterlijk: de kata van de zeven golven) illustreert het
basisprincipe van Hirano’s judo: de golf. Water is bij uitstek de belichaming van het principe ju – het zachte, plooibare meegeven - in het begrip judo. Water is een
van de sterkste krachten in de natuur, precies omdat het geen actieve weerstand biedt. Zo wordt wel eens gezegd dat Tori en Uke in Ju-no-kata moeten zijn als water: water volgt spontaan en zonder nadenken de container waarin het gegoten
wordt. Ga in deze beeldspraak een stap verder, maak water actief en je komt uit bij golven, golven die soms een enorme destructieve kracht kunnen ontwikkelen, denk
maar aan de tsunami. Hirano laat in zijn kata zien hoe zijn worpen golfbeweging volgen. Daarnaast geeft hij inzicht in de manier waarop hij zijn eigen judo is blijven ontwikkelen door
antwoorden te zoeken op steeds nieuwe reacties van zijn tegenstrevers. Hij heeft in zijn jonge jaren een voorliefde voor O-soto-gari. Omdat sommige
tegenstrevers hiertegen een verdediging opbouwen ontwikkelt hij een schakeltechiek, O-soto-otoshi. Hierdoor krijgt hij twee opties: hij kan schakelen
naar een tweede techniek als de eerste techniek mislukt maar hij kan ook een reactie uitlokken speciaal om een tweede techniek mogelijk te maken. Nieuwe reacties op zijn tweede worp dwingen hem een derde techniek te zoeken, etc. Het
eindresultaat is een uitgebreid en rijk complex van schakels (en overnames) want het aantal acties-reacties-acties stijgt exponentieel.
Hirano demonstreert hier perfekt hoe elk zwak punt in de verdediging van Uke kan worden uitgebuit - een mooie illustratie van Sei-ryoku zenyo, maximum resultaat met minimum inspanning.
Hirano’s kata bestaat uit twee reeksen van elk zeven technieken. In de eerste reeks
- Omote (betekenis: voorkant of zichtbare zijde) - toont Hirano zeven technieken die telkens worden aangepast aan de verdediging van uke. In de tweede reeks - Ura (betekenis: achterkant of verborgen zijde) - toont hij tegenworpen op de eerste
1 Hirano liet ons geen definitieve versie na van zijn kata zodat er verschillende interpretaties in omloop zijn. Zelfs de
benaming is onduidelijk: alternatieve benamingen zijn Hirano-(no-)kata en Nanatsu-no-kata (kata van zeven technieken).
reeks worpen. Uke laat telkens zien dat hij uit Tori’s vorige worp wijzer is geworden
en een nieuwe verdediging klaar heeft. Tori speelt op zijn beurt met een aangepaste techniek telkens in op de nieuwe verdediging van Uke.
Gebaseerd op schaarse en vaak tegenstrijdige informatie lijst ik de technieken van
Hirano’s Nanami-no-kata hieronder op. Misschien is er in uw club wel iemand die Hirano nog in actie heeft gezien. Wie meer informatie over Hirano en zijn mysterieuze kata heeft mag mij zeker contacteren via de redactie van Judo
Contact!
Eddy Van Gasse
(met dank aanPiet Van Hool en Jean Van Gasse
van AJS Yawarakai, en aan de ongrijpbare ‘CK’)
principe acties OMOTE URA
1 O-nami
grote golf
Tori en Uke in
shizenhontai
O-soto-gari Uki-otoshi
2 Yoko-shibuki
zijwaarts klotsen
Uke zet
rechtervoet achterwaarts
O-soto-otoshi Yoko-wakare
3 Tsuki-age opwaartse slag
Uke strekt rechterarm
Harai-goshi Utsuri-goshi
4 Oi-nami inhalende golf,
branding
Uke strekt ook linkerarm
O-uchi-gari O-uchi-gari-gaeshi
5 Tatsu-maki windhoos
Uke zet ook linkervoet
achterwaarts
Seoi-nage Hiki-otoshi
6 Nami-no-hana
bloemengolf
Uke buigt
voorover
Uchi-mata Sukashi-nage
(Uchi-mata sukashi)
7 Usu-maki draaikolk
Uke grijpt met beide handen
Tori’s band
Tai-otoshi Yoko-guruma