Toets Impact Hoofdstuk 1 Licht en kleur · Web viewDe eigenaar van een kaaswinkel midden in ... In...

11
Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel Minitoets blok 7 en 8, KB Minitoets Blok 7 en 8 Commercieel Deze toets hoort bij blok 7 en 8 van Commercieel. De toets is op KB-niveau. De toets bestaat uit 20 opdrachten. Per opdracht is aangegeven hoeveel punten je voor een goed antwoord krijgt. Je kunt in totaal 30 punten halen. Veel succes bij het maken van de toets! Vraag 1 [1 punt] Wat is salespromotion? A Een bijzondere activiteit die erop gericht is de verkoop van producten te bevorderen. B Een financiële ondersteuning van onder andere verenigingen met als doel de eigen naamsbekendheid te vergroten. C Het direct benaderen van mogelijke klanten, zodat de verkoop van producten bevorderd wordt. D Het onderhouden van contact met verschillende doelgroepen zonder dat er direct een verkoopwens is. Vraag 2 [1 punt] Wat wordt bedoeld met attentiewaarde? A De aandacht die een klant aan een winkelier geeft. B De aandacht die een klant aan een artikel of schap geeft. C De aandacht die een winkelier aan de winkelinrichting geeft. D De aandacht die een winkelier aan een klant geeft. Vraag 3 [1 punt] Je werkt in een drogisterij en je ziet dat iemand een flesje aftershave steelt. Wat doe je? A Je gaat samen met een collega naar hem toe en vraagt hem met jullie mee te gaan. B Je laat hem gaan en vertelt het op een later moment aan je leidinggevende. C Je rent naar hem toe en gebruikt geweld om het flesje af te pakken. D Je sluit de deur van de winkel zo snel mogelijk, zodat de dief niet kan ontsnappen. © ThiemeMeulenhoff bv 1

Transcript of Toets Impact Hoofdstuk 1 Licht en kleur · Web viewDe eigenaar van een kaaswinkel midden in ... In...

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

MinitoetsBlok 7 en 8 Commercieel

Deze toets hoort bij blok 7 en 8 van Commercieel. De toets is op KB-niveau.

De toets bestaat uit 20 opdrachten. Per opdracht is aangegeven hoeveel punten je voor een goed antwoord krijgt. Je kunt in totaal 30 punten halen.

Veel succes bij het maken van de toets!

Vraag 1 [1 punt]Wat is salespromotion?

A Een bijzondere activiteit die erop gericht is de verkoop van producten te bevorderen.B Een financiële ondersteuning van onder andere verenigingen met als doel de eigen naamsbekendheid te

vergroten.C Het direct benaderen van mogelijke klanten, zodat de verkoop van producten bevorderd wordt.D Het onderhouden van contact met verschillende doelgroepen zonder dat er direct een verkoopwens is.

Vraag 2 [1 punt]Wat wordt bedoeld met attentiewaarde?

A De aandacht die een klant aan een winkelier geeft. B De aandacht die een klant aan een artikel of schap geeft.C De aandacht die een winkelier aan de winkelinrichting geeft. D De aandacht die een winkelier aan een klant geeft.

Vraag 3 [1 punt]Je werkt in een drogisterij en je ziet dat iemand een flesje aftershave steelt. Wat doe je?

A Je gaat samen met een collega naar hem toe en vraagt hem met jullie mee te gaan. B Je laat hem gaan en vertelt het op een later moment aan je leidinggevende. C Je rent naar hem toe en gebruikt geweld om het flesje af te pakken. D Je sluit de deur van de winkel zo snel mogelijk, zodat de dief niet kan ontsnappen.

Vraag 4 [2 punten]Met welke aspecten wordt rekening gehouden bij een artikelpresentatie?Kruis de juiste antwoorden aan.

□ Artikelen □ Kleuren □ Merk □ Prijs □ Uitstraling□ Vormen © ThiemeMeulenhoff bv 1

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

Vraag 5 [2 punten]Hieronder staan drie etalages. Schrijf op de stippellijnen onder de afbeeldingen wat voor soort etalage het is.

1. ........................................... 2. ........................................... 3. ...........................................

Vraag 6 [1 punt]Lees de volgende omschrijving.

‘Artikelpresentatie die extra opvalt door de manier waarop de artikelen zijn neergezet.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

A BrandpuntB EtalageC EyecatcherD Schapopstelling

Vraag 7 [1 punt]Wat is een kopschap?

A Manier waarop de producten in een stelling staan.B Plattegrond van de winkel waarop alle schappen staan aangegeven.C Rek van hout of metaal waar producten op staan of in liggen.D Schap dat dwars op het begin of einde van twee stellingen staat.

Vraag 8 [1 punt]De eigenaar van een kaaswinkel midden in de stad heeft een mooie etalage ingericht. Hij merkt dat hierdoor meer klanten naar binnen komen. Aan welke P van de marketingmix heeft hij aandacht besteed?

Schrijf het juiste antwoord op de stippellijn.

……………………………………...........................................

© ThiemeMeulenhoff bv 2

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

Vraag 9 [1 punt]Mike werkt in een supermarkt. Hij moet schappen bijvullen. Hij heeft de opdracht gekregen om de schappen FIFO te vullen waarbij alle producten zover mogelijk naar voren moeten worden geschoven. Hoe wordt deze manier van bijvullen genoemd?

Schrijf het juiste antwoord op de stippellijn. Kies uit: blokken – etaleren – restaureren – spiegelen.

……………………………………...........................................

Vraag 10 [1 punt]Tineke werkt in een schoenenwinkel. Een klant komt bij haar aan de kassa en wil één paar schoenen afrekenen. Tineke vertelt hem dat op een tweede paar schoenen 50% korting wordt gegeven. De klant zoekt vervolgens een tweede paar schoenen uit en koopt deze ook.

Welke verkooptechniek heeft Tineke toegepast?

A BijverkoopB Cross-sellingC Plaatsvervangende verkoopD Up-selling

Vraag 11 [3 punten]Een verkoopgesprek bestaat uit vijf onderdelen. Welke inhoud van het verkoopgesprek hoort bij welk onderdeel?Trek een lijn van het onderdeel naar de inhoud van het verkoopgesprek.

Kennismaken Je laat artikelen zien en vertelt iets over die artikelen.

Openen Je maakt contact met elke klant die de winkel binnenkomt.

Informeren Je onderzoekt wat het koopmotief van de klant is en vertaalt het naar een koopwens.

Overtuigen Je rekent af, pakt het artikel in en neemt op een goede manier afscheid.

Afsluiten Wanneer een klant twijfelt, noem je koopredenen.

© ThiemeMeulenhoff bv 3

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

Vraag 12 [2 punten]Geef de juiste omschrijvingen aan van de verschillende soorten bonnen.Zet kruisjes op de juiste plekken in het schema.

Fout-bon

Nulbon Retour-bon

Z-bon

Een bon die de kassa uitdraait bij opening van de geldla zonder dat er een afrekening was.Een bon die de klant krijgt wanneer hij een artikel inruilt en geld terug ontvangt.Een bon waarop wordt genoteerd voor welk bedrag ten onrechte op de kassa is aangeslagen. Een totaalbon die op de kassa wordt uitgedraaid om de omzet aan het eind van de dag te weten.

Vraag 13 [2 punten]Bekijk de tabel.

Klant koopt voor Klant betaalt Welk bedrag bijvragen?

€21,50 €50,00 €1,50

€10,65 €20,00……………………….

€26,75 €50,00……………………….

In alle gevallen moet je aan de klant kleingeld bijvragen om te voorkomen dat je veel wisselgeld uit de kassa moet halen. Vul de kolom ‘Welk bedrag bijvragen’ in. De eerste transactie is als voorbeeld gegeven.

Vraag 14 [1 punt]Een klant wil een product kopen dat niet op voorraad is. De winkelier bestelt het product en vraagt aan de klant om wel alvast te betalen. De klant krijgt vervolgens een bon mee.Hoe heet deze bon?

A EmballagebonB KortingsbonC RetourbonD Tegoedbon

© ThiemeMeulenhoff bv 4

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

Vraag 15 [3 punten]Aan het eind van de dag zitten er in de kassa veel muntgeld en biljetten. De munten en biljetten zijn al voor je bij elkaar gelegd:

8 munten van 5 cent 14 biljetten van 5 euro12 munten van 10 cent 18 biljetten van 10 euro15 munten van 20 cent 21 biljetten van 20 euro9 munten van 50 cent 8 biljetten van 50 euro14 munten van 1 euro 3 biljetten van 100 euro20 munten van 2 euro 4 cadeaubonnen van 50 euro

Daarnaast is er deze dag voor € 1.132,65 gepind. Er is voor €500 afgeroomd. Er is een foutbon aangeslagen voor € 8,45. ’s Ochtends zat er € 185 wisselgeld in de kassa.

Vul de gegevens van de kasstaat in de tabel hieronder in. Enkele bedragen zijn al gegeven.

Geldlade +/- Dagrapport +/-Contant geld €Cadeaubonnen € +Bedrag in kassa €Wisselgeld € 185 -Omzet in kassa € Dagomzet op dagrapport €Gepind bedrag € 1.132,65 + Bedrag retour en foutbonnen € 8,45 -Afgeroomd € 500 +Dagomzet € Werkelijke dagomzet €

Vraag 16 [2 punten]Welke reclamefunctie hoort bij welk voorbeeld? Zet kruisjes op de juiste plekken in het schema.

Introductie-aanbieding

Reclame waarin een bedrijf laat zien dat het aan het milieu denkt.

Uitverkoop Zegelactie

Imago versterken

Meer producten verkopenMerkentrouw bevorderenNieuwe klanten werven

© ThiemeMeulenhoff bv 5

Mixed Economie en ondernemen, Profielmodule Commercieel

Minitoets blok 7 en 8, KB

Vraag 17 [1 punt]Welk soort imago hebben winkels die zich aan de onderkant van de markt positioneren?

A KwaliteitsimagoB PrijsimagoC MerkimagoD Negatief imago

Vraag 18 [1 punt]Een klant komt steeds terug naar een bepaalde winkel, omdat de producten die de winkel verkoopt goed aansluiten op zijn behoeften. Hoe wordt dit soort klantenbinding genoemd?

A Financiële bindingB Plaatselijke bindingC Sociale bindingD Structurele binding

Vraag 19 [1 punt]Lees de volgende omschrijving.

‘Onderzoeken door middel van bewust kijken wat er in een bepaalde situatie gebeurt.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

A CommunicerenB EnquêterenC InterviewenD Observeren

Vraag 20 [2 punten]Om welk soort kosten gaat het in de voorbeelden?Kies uit: variabele kosten – vaste kosten

Schrijf de juiste antwoorden op de stippellijn.

1. Inpakmateriaal

………………………………………………………………

2. Salaris van het personeel

………………………………………………………………

3. Huur van een winkelpand

………………………………………………………………

© ThiemeMeulenhoff bv 6