Titel van presentatie - NVGP · •Schema model centraal en daar waar nodig de focus op modi....
Transcript of Titel van presentatie - NVGP · •Schema model centraal en daar waar nodig de focus op modi....
4-7-2015
1
Modi in Groepen
Ontwikkeling en toepassing
van schema therapie in deeltijd
en klinische setting.
Breukelen, 10 juni 2015
door Eelco Muste
Wat kunt u verwachten?
• Jeffrey Young en schema’s
• Relatie schema’s met basisbehoeften
• Modi
• Groep Schema Therapie
• Vormgeving modusmodel in een deeltijd programma
• Illustratie aan de hand van een casus
• Specifieke techniek: Imaginatie met Rescripting (IR)
Voorbeeld IR in een groep
Halsteren
Europe
Netherlands
Schema
Therapy
1998 - now
Vanaf 1990; ontwikkeling Schema Therapie
Jeffrey Young
Amerika, New York
Grondlegger schematherapie
1997 training Viersprong
4
APA, San Francisco 2013
2003: De ‘bijbel’ van Schema Therapie
1993: Leven in je leven, 11
schema’s
2003: 18 schema’s
Schemavragenlijst: 16
Schema; definitie
• Een breed, in alle levensgebieden doordringend patroon
• Bestaat uit herinneringen, emoties, cognities en lichaams-sensaties
• Heeft betrekking op de persoon zelf èn zijn relaties tot anderen
• Is ontwikkeld in de jeugd
• Heeft zich verder ontwikkeld door het latere leven heen
• Is nu dysfunctioneel
4-7-2015
2
Oorsprong van schema’s
Temperament
Interactie tussen kind en ouderfiguren:
Tekort in emotionele basisbehoeften
Sociale bekrachtiging
Schema’s
Life events
Schema’s
Informatieverwerking
Geheugen
Aandacht
Interpretatie
Emotionele basisbehoeftes
1. Veiligheid
2. Verbondenheid
3. Autonomie
4. Realistische grenzen
5. Zelfexpressie
6. Spontaniteit en spel
Basisbehoeften en schema’s
Veiligheid
– 1. Verlating/instabiliteit (de boel valt uit elkaar)
– 2. Wantrouwen/misbruik (ze nemen me te pakken)
Verbondenheid
– 3. Emotioneel tekort (ik word nooit echt gezien)
– 4. Minderwaardigheid/schaamte (ik schiet tekort in wie ik ben)
– 5. Sociaal isolement/vervreemding (ik ben anders)
Autonomie; competentie en identiteitsgevoel
– 6. Afhankelijkheid/incompetentie (ik kan het niet alleen)
– 7. Kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar (mij overkomt iets)
– 8. Verstrengeling/onderontwikkeld zelf (zonder jou geen bestaan)
– 9. Mislukking (ik kan het niet)
Basisbehoeften en schema’s
Realistische grenzen
– 10. Op je rechten staan (geef me wat ik wil)
– 11. Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline (nu eerst ik)
Zelfexpressie; de vrijheid om uitdrukking te geven aan behoeften en
emoties
– 12. Onderwerping (ik moet naar je luisteren)
– 13. Zelfopoffering (ik doe mijn best voor jou)
Spontaniteit en spel
– 14. Emotionele geremdheid (voelen, waar is dat goed voor?)
– 15. Extreem hoge eisen (ik doe het perfect, het moet beter)
Schema’s differentiëren in basisbehoeften en kerncognities
Behoefte Attitude
Limited reparenting
4-7-2015
3
ATTITUDES EN DOMEINEN
Veiligheid en
verbinding
Autonomie;
competentie
en identiteits
gevoel
Realistische
grenzen
Zelfexpressie;
de vrijheid om
uitdrukking te
geven aan
behoeften en
emoties
Spontaniteit
en spel
betrouwbaar
stabiel
voorspelbaar
KOM MAAR!
stimuleren,
steunen,
gently pushing
DOE MAAR!
grenzen stellend,
empathisch
confronteren
WACHT, KIJK!
stimuleren van
de eigenheid
EN JIJ?
uitnodigen,
welkom heten,
complimenten
GOED ZO!
Behandelmodel 1998 – 2011/2012
• Sinds1998 integreerde De Viersprong schema therapie in:
– Een klinische setting (en sinds 2005 in deeltijd)
– Groepen
– Multidisciplinaire setting (psychotherapie, vaktherapie,
sociotherapie en milieutherapie)
• Therapeutisch milieu is vormgegeven rond basis behoeften:
– Een veilige omgeving waarbinnen patiënten zich kunnen
verbinden en waar, binnen realistische grenzen, ruimte is voor
autonomie, expressie van behoeften en gevoelens,
spontaniteit en spel.
• Schema model centraal en daar waar nodig de focus op modi.
Doelgroep DSM-IV
As I Comorbiditeit zoals angststoornissen,
stemmingsstoornissen, eetstoornissen, verslaving (in
remissie), problemen in zelfwaardering, etc.
AS II cluster C, ernstig
cluster B, mid level
As III Een varieteit van symptomen, vaak somatopsychisch
en psychosomatisch
AS IV
Problemen binnen het gezin, relaties, werk, studie,
financiële problemen, etc.
As V GAF rond 50 (45-55)
Population: DSM IV Axis II and DSM V
DSM IV\V B level 1 B level 2 B level 3 B level 4
C level 1
C level 1-2
C level 3-4
DSM V = Level of Functioning; Self and Interpersonal range 0 - 4
Transactional Analysis (TA)
Intensive Short-Term Dynamic Psychotherapy (ISTDP)
(Day-)Hospital Schema Therapy (UST)
Outpatient Group Schema Therapy
Mentalization Based Treatment (MBT)
Model beschreven in:
Handboeken voor therapeuten en patiënten
Eelco Muste, Anoek Weertman, Anne-Marie Claassen (red): 2009
De ontwikkeling van modi;
de ‘bijbel’ van Schema Therapie (2003)
1997 nog 4 modi
2003 10 modi en nog eens
4 specifiek voor BPS en NPS
4-7-2015
4
Correlatie tussen
modi en
persoonlijkheids-
stoornissen
2008
Interesse in modi Excessieve groei modi
Arntz & Jacob
(2011) benoemen
25 modi.
Van Genderen et al
(2011) voegen nog
toe:
Schuldinducerende
Ouder
Modi
Schema’s zijn Traits
Modi zijn States
– Modus: (overheersende) gevoelstoestand in het hier en nu
• daaronder verwijzend naar schema’s
22
Schemamodi-model
Schemamodi ontwikkeld voor patiënten met ernstigere
persoonlijkheidsproblematiek (Young, Klosko & Weishaar, 2003).
Schemamodus: emotionele toestand of deel van het zelf dat tijdelijk
iemands gedachten, gevoel en gedrag domineert, combinatie van
schema’s en onaangepaste copingresponsen (Young, Klosko &
Weishaar, 2003).
Schema’s vormen de vaak meer onbewuste kijk op zichzelf,
anderen en de wereld, modi wisselen per situatie en beïnvloeden
gedachten, gevoel en gedrag.
23
Schemamodi-model
Bij ernstigere persoonlijkheidsproblemen: schema-modi voor een groot deel losstaand van elkaar, kunnen snel wisselen.
In behandeling van ernstige persoonlijkheidsproblematiek ligt de
focus meer op de modi (wel bewust van onderliggende schema’s).
Modi vormen dan de sleutel tot behandeling; de therapeut laat
interventies aansluiten bij de modus van de patiënt.
Relatie tussen schema’s en modi
Basisbehoeften
tekort
Schema’s
Kwetsbare kind
Modi
Schema’s worden ‘geactiveerd’ (je blauwe plek wordt geraakt). Dit is niet
gelijk zichtbaar (ook vaak ‘niet bewust’), maar leidt tot een
gemoedstoestand, een modus.
4-7-2015
5
Modi en schema’s
Kwetsbare/verlaten/misbruikte/eenzame kind, herbergt:
• Pijn uit het verleden
• Oplossingen om met pijn om te gaan
Kortom: hier ontstaan de vroege patronen, destijds als
‘oplossing’ maar zo lang bestaand en zichzelf bevestigend
dat ze destructief van aard zijn geworden;
Primaire schema’s
Secundaire schema’s zien we ook terug bij andere modi.
26
Modi: indeling
Modi zijn toegevoegd aan het model om recht te doen aan de
verschillende toestanden waarin een patiënt kan verkeren:
• De gezonde volwassene
• De kind modi (kwetsbare kind, boze kind, vrije kind)
• De beschermende modi of copingmodi (de afstandelijke beschermer)
• De geïnternaliseerde oudermodi (de bestraffende ouder)
6 modi
27
Kind modi
• Kwetsbaar kind
– Eenzaam
– Verlaten
– Misbruikt
– Vernederd
– Afhankelijk
• Boos/Razend/Koppig kind
• Impulsief/Ongedisciplineerd kind
28
Ouder modi
• Bestraffende ouder
• Veeleisende ouder
• Schuldinducerende ouder
29
Coping-modi
• Vermijdende modi ( = vluchten)
– Onthechte beschermer
– Onthechte zelfsusser
– Vermijdende beschermer
– Boze beschermer
Coping-modi
• Overgave modus ( = verstarren)
– Willoze inschikkelijke
4-7-2015
6
Coping-modi
Overcompenserende modi ( = vechten)
–Zelfverheerlijker
–Aandacht en erkenningzoeker
–Overcontroleerder
• Perfectionistische overcontroleerder
• Wantrouwende overcontroleerder
–Pest en aanvalmodus
–Bedriegende manipulator
–Roofdier
Schemamodi-model
32
•Gezonde volwassene •Blije/Vrije kind
Joan Farrell en Ida Shaw:
Group Schema Therapy
Joan
Ida
Ontwikkelingen: Farrell and Shaw, GST
Joan Farrell en Ida Shaw ontwikkelden een
groeps model voor bordeline patiënten
(Indianapolis).
RCT (2009): zeer goede effect sizes.
RCT over ambulante behandeling, maar
ontwikkeld in een klinische setting.
Handboek voor therapeuten en
werkformulieren voor patiënten (2012, 2014).
Innovatie Unit Schema Therapie Halsteren
Integratie modi en schemas
Doelen voor innovatie:
• Verkorting klinische behandelduur en meer deeltijd behandeling
• Sterker focus
• Meer accent op de modi
• Sterker protocol, standaardisatie
• Betere overdracht doorheen het therapieproces
• Aansluiten bij internationale ontwikkelingen
Innovatie:
Integratie modi en schemas
Group Schema Therapy, Farrel & Shaw
AND
(Day)Hospital Schema Therapy, Muste et al.
• Focus op modi
• Integratie van schema’s en schema werk in modus model
• Cycli van modes per week (cyclus duurt 8 of 9 weken)
• Multidisciplinair team: samenwerking disciplines binnen sessies
• Combineren van Werkboek KST en formulieren F&S
Group Schema Therapy, Farrell & Shaw
EN
(Dag)Klinische Schema Therapie, Muste et al.
4-7-2015
7
Schema’s en Modi: conceptualisatie
ouder
modi
boos
Kindmodi kwetsbaar
Coping modi: •Vermijding
•Overgave
•Compensatie
Gezonde
volwassene
Vrije kind
Schema’s
Schema’s
S
c
h
e
m
a’
s
Schema’s en Modi: conceptualisatie
ouder
modi
boos
Kindmodi kwetsbaar
Coping modi: Onthechtte
zelfsusser
Willoze
inschikkelijke
Clown
Gezonde
volwassene
Vrije kind
Schema’s - Extreem hoge
eisen
- Mislukken/falen
Schema’s Emotioneel tekort
Verlating/Instabiliteit
Minderwaardigheid/
schaamte Schema’s - Zelfopoffering
- Extreem hoge
eisen
Groep Schema Therapie
Co therapie:
• Individuele focus op een individuele patiënt
is gelimiteerd en het thema wordt verbreed
naar de gehele groep.
• We ‘weven’ de gemeenschappelijke
ervaringen van anderen in individueel werk
en betrekken daar de groep bij.
• Een therapeut let altijd op de behoeften van
de groep en behoudt connectie met de
groepsleden.
• Steeds gericht op behoeften
• Therapeuten zijn dirigent
• De sessie in met een ‘plan’
• Experiëntiële onderdelen vast
onderdeel in de groep
• Er wordt met formulieren gewerkt,
huiswerk en groepsoefeningen.
• Therapeuten tas; altijd iets bij de
hand
Groep Schema Therapie
Therapeutische werking groep BPS schema’s
• Sociale cohesie (erbij horen)
• Corrigerende recapitulatie van het primaire gezin
• Altruïsme
• Hoop geven
• Universaliteit
• Informatie geven
• Ontwikkeling omgangstechnieken
• Interpersoonlijk leren
• Observationeel leren
• Existentiële factoren
• Katharsis
• Verlating
• Wantrouwen /misbruik
• Zelfbestraffing
• Extreem hoge eisen
• Onvolkomenheid/schaamte
• Emotionele verwaarlozing
• Isolement/vervreemding
• Onderontwikkeld zelf
• Emotionele geremdheid
41
Yalom, De theorie en praktijk van groepstherapie
Het activeren van de therapeutische werking
van de groep.
Groepswerk moet even belangrijk zijn als individuele
therapie.
Dit doen we door:
• Individuele tijd per patiënt te beperken en waardevol te gebruiken
voor de groep als geheel
• De nadruk te laten verschuiven tussen individuele ervaringen en
modi die gedeeld worden in de groep
• De gedeelde ervaringen van anderen te “verweven” met het
individuele werk & de groep zoveel en vaak mogelijk te betrekken
• Altijd één therapeut verantwoordelijk te houden voor de groep en het
contact te bewaken.
• Handouts, huiswerk & groepsoefeningen
42
4-7-2015
8
De groep versterkt ST onderdelen
1. Limited Reparenting
• Meer analogie met het gezin om ervaringswerk te versterken
• Ervaringen met lotgenoten voelen ‘echter’.
• ‘Uitgebreide familie’ vergroot het effect van reparenting
2. Modus verandering
• De ervaring van bij een ‘gezin’ horen gunstige invloed bij KK
• Observatief leren zeer effectief om VO te overwinnen
• Breder podium voor ervaringsgerichte therapie
• Rollenspellen met ‘meer publiek’ hebben meer impact
43
3. Autonomie • ‘Adolescent’ modus
• De groep vormt een ‘brug’ naar het leven na therapie
Groep genereert belangrijke corrigerende
emotionele ervaringen
• Groep kan zorgen voor essentiële genezende ervaring van ‘erbij
horen’
• Impliciete jeugdherinneringen worden opgeroepen door het deel
uitmaken van een groep/’gezin’
• Verschillende schema’s en modi worden geactiveerd en
getriggered
• Er is veel ruimte om ervaring op te doen met ‘erbij horen’, plezier
maken, lachen, gek doen
• Lotgenoten zorgen voor een veilige, prettige basis om aan de
‘spannende’ oudermodus te werken
• Er is ruimte voor intense emotionele ervaringen–o.a. door
imaginatie, rescripting, de groep als veilige deken, kwetsbare kind
brieven
44
Welk model of welke groepstherapie is
GST?
• Interpersoonlijk of procesgroep
• Persoonsgerichte groep
• Psychoeducatie, skills,
stoornis specifieke groep
Een nieuw geïntegreerd model
45
Therapeut
1
Interactie procesgroep
High emotions and conflict are desired outcomes
Persoonsgerichte groep
PROTAGONIST
Psychoeducatieve of stoornis-specifieke groepen
SCHEMATHERAPIEGROEP
GST INTEGREERT
ASPECTEN VAN ANDERE
MODELLEN
Psychoanalytische
groepen
Ontmoeting (Rogers)
Interpersoonlijk (Yalom)
Gestalt (Perls)
Psychodrama
(Moreno)
Probleemoplossende
therapie (D‘Zurilla)
CGT (Beck)
Beschreven groepstherapie
voor specifieke stoornissen:
Depressie, Paniekstoornis,
Sociale fobie, etc. Farrell & Shaw
‘VEILIGE ‘BUBBLE’ Therapeut
2
MET
THERAPEUTEN ALS
DIRIGENTEN
46
Sipos & Schweiger
Limited reparenting in de groep
Wordt bij voorkeur aangeboden door twee
therapeuten om de emotionele relaties te kunnen
onderhouden die essentieel zijn voor schema-
groepstherapie
Ze kunnen zich elk op een specifiek
groepsaspect richten:
De een neemt het therapeutische werk op zich
terwijl de ander zich richt op de relaties, de
behoeftes van de groep als geheel en het in
beweging brengen van de groep
48
4-7-2015
9
Veel voordelen van twee ‘ouders’.
• Elkaar kunnen steunen bij het grenzen stellen
• Signalen gebruiken om elkaar te sturen, om hulp te vragen
• Misverstanden tussen therapeut-patiënt op kunnen lossen
• Andere woorden in kunnen brengen bij miscommunicatie of
onbegrip
• Gezonde interactie kunnen laten zien, inclusief
meningsverschillen
• De mogelijkheid om iemand zo nodig tijdelijk uit de groep te
halen (bv. Pest & aanvalmodus)
• Elkaar kunnen wijzen op elkaars schema en modus (soms
tijdens de sessie)
• Er samen over kunnen praten in het kader van gezonde zelfzorg
voor therapeuten
49
GST reparenting stijl
• Wees zelfverzekerd terwijl je tegelijk ‘menselijk bent’ (incl.
fouten, misverstanden)
• Als er sturing nodig is zeg je niet: ‘Wil je…’, maar: ‘Nu gaan
we…bv een oefening doen’
• Wees proactief als er een te lange stilte valt
• Geef vorm aan de rol van de patiënt – bv. participatie
• Zorg dat je de groep meekrijgt
• Maak gebruik van de kracht van de groep
• Je hoeft niet alle problemen op te lossen – leg ook eens iets
aan de groep voor
• Speel in op de behoefte van de groep – eerst direct, (laat zien
hoe), daarna enkel bijsturen, uiteindelijk een stap achteruit
zetten
Vraag jezelf af wat een goede ouder zou doen?
50
In groepsschematherapie verandert de
Limited Reparenting rol van de therapeut geleidelijk,
net als in het echte leven – voor de Kwetsbare
kindmodus – voor de jongvolwassen KK modus &
voor de Gezonde volwassen modus.
51
Limited reparenting komt tot de kern van
onvervulde behoeften in de kindertijd
Door behoeften te vervullen kan het kwetsbare kind
zich laten zien en het experiëntiële werk beginnen
GULDEN LEIDRAAD:
‘WAT ZOU EEN GOEDE OUDER DOEN?’
Patiënten moeten hun geïnternaliseerde goede
ouder ontwikkelen om uiteindelijk een sterke
gezonde volwassene modus op te kunnen
bouwen.
KOM BINNEN MET EEN DOEL–
maar wees bereid je plan aan te passen
• Huiswerk zorgt voor een eerste gezamenlijke focus &
voorspelbaarheid, kan ingenomen worden of besproken
• Houdt altijd rekening met de aanwezige modi
• Wees bereid en alert om inhoudelijk werk of cognitieve
taken opzij te leggen om ‘een experiëntiëel moment te
beleven’, dat leidt meestal tot effectievere resultaten
• Plannen geven de therapeut houvast en dienen als
back-up – voorkom lange stiltes bij PS
• Leg deze benadering uit aan de patiënten. Vraag om
medewerking en voorkom misverstanden
53
TIMING GROEPSSESSIES
• START- IMAGINATIE VEILIGE PLEK
• WERKBLOK 1
• PLEZIER/VEILIGHEID
• WERKBLOK 2
• AFSLUITING – SUMMARY
• EINDE MET IMAGINATIE VEILIGE PLEK
54
4-7-2015
10
TOOL KIT VOOR DE THERAPEUT
• Handdoek
• Ballonnen
• Fleece deken, shawl
• Kleine steentjes
• Knuffelbeest
• Stiften
• Stof
• etcetera
55
World’s first ISST certificate for day
treatment program for Schema Therapy
Unit Schema Therapie (Halsteren): 2012/13
Verwijzing Unit Schema Therapie
Verfijnde diagnostiek
Ambulant
Individueel Groep
Deeltijd, 3DT, 9 m Klinisch, 6 m
Voorbereidingsfase (ind/groep)
Deeltijd, 2 DT, 6 m
(max 9)
NB: Viersprong Amsterdam ambulante GST
Modi cyclus 3-daagse deeltijd
Week Focus Extra
1 Coping modi Opname/ontslag
2 Coping modi
3 Ouder modi
4 Ouder modi Opname/ontslag
5 Gezonde volwassene
6 Boze/impulsieve kind
7 Kwetsbare kind Opname/ontslag
8 Kwetsbare kind
9 Gezonde volwassene Evaluatie
Indeling programma in sessies Therapievorm Disciplines Frequentie per week
Dagopening ST 2x
Dagafsluiting ST 2x
Weekopening ST & PT 1x
Modus bewustwording PT & ST 1x
Experiëntiële technieken VT 1x
Cognitieve
verandertechnieken
ST & PT 1x
Groep schematherapie PT 1x
Vrije kind/Gezonde
volwassene
VT & ST 1x
Modi in interactie VT & PT 1x
Weeksluiting ST en 1 x per 2 weken ST &
PT
1x
Huiswerkblok 2x
PSO Alle Eens per 9 weken
Generieke doelen
ouder
modi
boos
Kindmodi kwetsbaar
Coping modi: •Vermijding
•Overgave
•Compensatie
Vrije
kind
Gezonde
volwassene
Schema’s
Schema’s
S
c
h
e
m
a’
s
assertiviteit
T
4-7-2015
11
Behandeling, generieke doelen
• Copingmodi doorbreken en mee stoppen
• Bestraffende en veeleisende ouder modus signaleren,
tegenspreken en verbannen
• Uiten van boosheid over tekortkomingen in jeugd
• Contact met de kwetsbare kind modus en diens behoeften
• Versterken van de Gezonde volwassene, zodat die de behoeften
van het kwetsbaar kind serieus kan gaan nemen
Casus Julia
Voorbeeld Imaginatie met Rescripting
Imaginatie met rescripting
1. Zorg voor ontspanning, eventueel imaginatie veilige plek
2. Imagineer recente stressvolle gebeurtenis, focus op gevoel
3. Gevoelsbrug naar vroegere nare ervaring, uit kindertijd
4. Exploreer situatie en focus op gevoel en behoefte
5. Introduceer jezelf in het beeld en maak het veilig
6. Richt je op de behoeften van het kind (basisbehoeften)
Optie: terug naar actuele situatie
64
Imaginatie met rescripting
De helper; de inzet van de Gezonde volwassene
Zwakke gezonde volwassene
1. Therapeut
2. Ander
3. Cliënt
Sterke gezonde volwassene
65
GST: Stappen in Rescripting
• Inleven als groep met de herinnering van een
groepslid: groepslid verbeeldt oude situatie en de
groep volgt dit.
• Terug in het hier en nu. Leden van de groep worden
uitgenodigd om een nieuw script te maken.
• Patiënt verbindt zich met Kwetsbare kant en leden van
de groep, waaronder de therapeuten, zorgen voor de
behoeften in een nieuw script.
4-7-2015
12
Fragment 1
• Terug naar de scène
• Eerst Veiligheid
Fragment 2
• Basisbehoefte
• Reparenting Kwetsbare Kind
Fragment 3
• Basisbehoefte op een gezonde manier vervult
IR in GST
• Groep heeft grote impact en zeer sterke ‘reparenting
kracht’.
• Alle groepsleden ervaren de reparenting, Every group
member feels the reparenting, plaatsvervangend leren
is vaak belangrijk in (het begin van) de behandeling
van cluster C.
• IR in GST maakt een krachtige verbinding tussen
Gezonde volwassen kant en Kwetsbare Kind kant: Het
combineert de input van de GV van de patiënt met de
GV van de groep in een sterke reparenting ervaring.
Contact
Bedankt voor uw aandacht
Eelco Muste - De Viersprong
Clinical psychologist – psychotherapist
Team manager Cure and Innovation Unit Schema Therapy
Trainer and supervisor (group)schema therapy (ISST)
Supervisor group psychotherapy
+ 31 164 632200