Social media voor non-profit: Socialistische Mutualiteiten (met praktische tips)
Tips en handigheidjes in de omgang met de media
-
Upload
ketchumpleon -
Category
Documents
-
view
1.365 -
download
0
description
Transcript of Tips en handigheidjes in de omgang met de media
1
2
TIPS EN HANDIGHEIDJES IN DE OMGANG MET DE MEDIA
1. Kernboodschappen
Feiten uitlegverantwoording
2 Selectie“Want”
1 Herkenning”Kijk”
3 Erkenning”Dus”
Belangemotie
Perspectiefoplossingconsensus
1
2
TIPS EN HANDIGHEIDJES IN DE OMGANG MET DE MEDIA
1. Kernboodschappen
Feiten uitlegverantwoording
2 Selectie“Want”
1 Herkenning”Kijk”
3 Erkenning”Dus”
Belangemotie
Perspectiefoplossingconsensus
4
3
een kernboodschapBestaat uit zinnen in spreektaal.
Beperken tot kern :
gemiddeld 7 zinnen;��
miniverhaal, opgebouwd rond één betekenis;��
doel: interpretatie vermijden – eenduidig;��
cirkel: een rond verhaal.��
Zes vuistregels1 Werk nooit zonder kernboodschap.
2 Denk van buiten naar binnen.
3 Zorg voor een heldere opbouw.
4 Wees chronologisch.
5 Gebruik cijfers en beeldspraak om die te verduidelijken.
6 Vermijd jargon.
2. de brug naar je Kernboodschapa. brugjes om uw punt naar voren te brengen
“Wat dit aspect betreft …”��
“Laat me een voorbeeld geven…” “Ik zal u een voorbeeld geven…”��
“Ons bedrijf heeft bijvoorbeeld altijd …”��
“Ik zal uitleggen hoe wij omgaan met…” ��
“Wij zijn hier goed op voorbereid, door …”��
“Waar wij goed in zijn…”��
“Om uw vraag te beantwoorden kunnen we het beste kijken naar onze manier van werken …”��
“In dit verband is het ook interessant om te weten hoe we …”��
“Ik zal hier dieper op in gaan…”��
“Het antwoord op uw vraag wordt duidelijk als je kijkt naar …”��
4
3
een kernboodschapBestaat uit zinnen in spreektaal.
Beperken tot kern :
gemiddeld 7 zinnen;��
miniverhaal, opgebouwd rond één betekenis;��
doel: interpretatie vermijden – eenduidig;��
cirkel: een rond verhaal.��
Zes vuistregels1 Werk nooit zonder kernboodschap.
2 Denk van buiten naar binnen.
3 Zorg voor een heldere opbouw.
4 Wees chronologisch.
5 Gebruik cijfers en beeldspraak om die te verduidelijken.
6 Vermijd jargon.
2. de brug naar je Kernboodschapa. brugjes om uw punt naar voren te brengen
“Wat dit aspect betreft …”��
“Laat me een voorbeeld geven…” “Ik zal u een voorbeeld geven…”��
“Ons bedrijf heeft bijvoorbeeld altijd …”��
“Ik zal uitleggen hoe wij omgaan met…” ��
“Wij zijn hier goed op voorbereid, door …”��
“Waar wij goed in zijn…”��
“Om uw vraag te beantwoorden kunnen we het beste kijken naar onze manier van werken …”��
“In dit verband is het ook interessant om te weten hoe we …”��
“Ik zal hier dieper op in gaan…”��
“Het antwoord op uw vraag wordt duidelijk als je kijkt naar …”��
6
5
2. de brug naar je Kernboodschapb. afleiding: begin over een nieuw onderwerp
“Uw vraag doet me denken aan …”��
“Dat doet me denken aan …”��
“In dit verband wil / zal ik iets zeggen over …”��
“Dat brengt me op een andere vraag…” “Een interessante vraag is ook …”��
“Ik zal u iets anders vertellen …”��
“Dit brengt me op …”��
“In dit verband …”��
c. een eindje mee gaan …
“Normaal gesproken…, in normale omstandigheden…, echter, in dit geval…”��
“Dit geldt alleen in normale omstandigheden, in dit geval echter …”��
“Dat lijkt zo te zijn, maar toch denken wij dat …”��
“Ja, dat is voorgekomen … echter, zoals u zult begrijpen kan ik daar nu niet op in gaan.”��
2. de brug naar je Kernboodschapd. geen toeZeggingen doen (alternatieven voor “geen commentaar”)
“Het spijt me, maar omdat wij een beursgenoteerde onderneming zijn kan ik daar niet op in gaan.”��
“Deze transactie is nog niet afgerond. Daarom kan ik er nu niets over zeggen.”��
“Dat is vertrouwelijke informatie, dus daar kan ik helaas niets over zeggen.”��
“We kunnen niet ingaan op de bijzonderheden. U krijgt alle informatie zodra er een besluit is genomen.”��
“Zoals u zult begrijpen kunnen we niet ingaan op geruchten en speculaties.”��
e. het onderwerp van een andere Kant beKijKen
“Van de andere kant bekeken …”��
“Het is goed om eerst een stapje terug te doen…” “Wat ik eerst moet uitleggen…”��
“In een ander verband …”��
“Je kunt er ook op een andere manier naar kijken…”��
“In het licht van de recente gebeurtenissen, moeten we hier opnieuw naar kijken …”��
“Er is nog een aspect dat we niet over het hoofd mogen zien …”��
6
5
2. de brug naar je Kernboodschapb. afleiding: begin over een nieuw onderwerp
“Uw vraag doet me denken aan …”��
“Dat doet me denken aan …”��
“In dit verband wil / zal ik iets zeggen over …”��
“Dat brengt me op een andere vraag…” “Een interessante vraag is ook …”��
“Ik zal u iets anders vertellen …”��
“Dit brengt me op …”��
“In dit verband …”��
c. een eindje mee gaan …
“Normaal gesproken…, in normale omstandigheden…, echter, in dit geval…”��
“Dit geldt alleen in normale omstandigheden, in dit geval echter …”��
“Dat lijkt zo te zijn, maar toch denken wij dat …”��
“Ja, dat is voorgekomen … echter, zoals u zult begrijpen kan ik daar nu niet op in gaan.”��
2. de brug naar je Kernboodschapd. geen toeZeggingen doen (alternatieven voor “geen commentaar”)
“Het spijt me, maar omdat wij een beursgenoteerde onderneming zijn kan ik daar niet op in gaan.”��
“Deze transactie is nog niet afgerond. Daarom kan ik er nu niets over zeggen.”��
“Dat is vertrouwelijke informatie, dus daar kan ik helaas niets over zeggen.”��
“We kunnen niet ingaan op de bijzonderheden. U krijgt alle informatie zodra er een besluit is genomen.”��
“Zoals u zult begrijpen kunnen we niet ingaan op geruchten en speculaties.”��
e. het onderwerp van een andere Kant beKijKen
“Van de andere kant bekeken …”��
“Het is goed om eerst een stapje terug te doen…” “Wat ik eerst moet uitleggen…”��
“In een ander verband …”��
“Je kunt er ook op een andere manier naar kijken…”��
“In het licht van de recente gebeurtenissen, moeten we hier opnieuw naar kijken …”��
“Er is nog een aspect dat we niet over het hoofd mogen zien …”��
8
7
3. omgaan met vragen over concurrenten
1 Blijf bij de feiten.
2 Vermijd kwaadspreken.
3 Leg overeenkomsten op een neutrale manier uit.
4 Benadruk waarin jouw organisatie zich onderscheidt.
5 Zorg ervoor dat je een beter contact bent voor de journalist dan je concurrent.
4. do’s en don’tsdo’s:
1 Bereid u gedegen voor.
2 Blijf zo dicht mogelijk bij uw eigen boodschappen.
3 Vertel niet meer dan nodig is.
4 Luister en kijk aandachtig.
5 Let op uw lichaamstaal.
6 Maak vooraf duidelijke afspraken over de spelregels.
7 Zeg als je het niet weet; verwijs dan door of kom z.s.m. op de vraag terug als je de juiste informatie wel hebt.
8 Lieg nooit. Zoek bij twijfel de feiten uit en kom later terug bij de journalist.
8
7
3. omgaan met vragen over concurrenten
1 Blijf bij de feiten.
2 Vermijd kwaadspreken.
3 Leg overeenkomsten op een neutrale manier uit.
4 Benadruk waarin jouw organisatie zich onderscheidt.
5 Zorg ervoor dat je een beter contact bent voor de journalist dan je concurrent.
4. do’s en don’tsdo’s:
1 Bereid u gedegen voor.
2 Blijf zo dicht mogelijk bij uw eigen boodschappen.
3 Vertel niet meer dan nodig is.
4 Luister en kijk aandachtig.
5 Let op uw lichaamstaal.
6 Maak vooraf duidelijke afspraken over de spelregels.
7 Zeg als je het niet weet; verwijs dan door of kom z.s.m. op de vraag terug als je de juiste informatie wel hebt.
8 Lieg nooit. Zoek bij twijfel de feiten uit en kom later terug bij de journalist.
10
9
4. do’s en don’tsdon’ts:
1 Raak niet in paniek: blijf rustig, beleefd en word nooit agressief.
2 Wees niet bang om stiltes te laten vallen.
3 Draai niet om een vraag heen.
4 Maak geen grapjes.
5 Zeg nooit: “geen commentaar” – het is een zwaktebod en maakt de journalist alleen maar nieuwsgieriger.
6 Verlies nooit uw geduld.
7 Ga er nooit vanuit dat het interview voorbij is zo lang de journalist nog niet weg is
(off-the-record bestaat niet).
8 U bent het visitekaartje van uw bedrijf; spreek dus nooit in de eerste persoon
– zeg niet “ik” maar “wij” of “ons bedrijf”.
5. de checKlist voor een goed interview
JIJ
Jij bepaalt zelf
wat je wilt zeggen.
1 2 3 4 5
Jij bepaalt zelf
wanneer je dat
wilt zeggen.
Jij bepaalt tegen
wie je het zegt.
Jij hebt wat
te zeggen.
Wie niets te
zeggen heeft, houdt
zijn / haar mond.
WANNEER WIE WAT NIETS
10
9
4. do’s en don’tsdon’ts:
1 Raak niet in paniek: blijf rustig, beleefd en word nooit agressief.
2 Wees niet bang om stiltes te laten vallen.
3 Draai niet om een vraag heen.
4 Maak geen grapjes.
5 Zeg nooit: “geen commentaar” – het is een zwaktebod en maakt de journalist alleen maar nieuwsgieriger.
6 Verlies nooit uw geduld.
7 Ga er nooit vanuit dat het interview voorbij is zo lang de journalist nog niet weg is
(off-the-record bestaat niet).
8 U bent het visitekaartje van uw bedrijf; spreek dus nooit in de eerste persoon
– zeg niet “ik” maar “wij” of “ons bedrijf”.
5. de checKlist voor een goed interview
JIJ
Jij bepaalt zelf
wat je wilt zeggen.
1 2 3 4 5
Jij bepaalt zelf
wanneer je dat
wilt zeggen.
Jij bepaalt tegen
wie je het zegt.
Jij hebt wat
te zeggen.
Wie niets te
zeggen heeft, houdt
zijn / haar mond.
WANNEER WIE WAT NIETS
Amsterdamseweg 206
1182 HL Amstelveen
T 020 - 487 40 00
F 020 - 669 72 65
www.pleon.nl
www.pleonacademy.nl
Amsterdamseweg 206
1182 HL Amstelveen
T 020 - 487 40 00
F 020 - 669 72 65
www.pleon.nl
www.pleonacademy.nl