1

Schoolgids 2020 - 2021

2

INHOUDSOPGAVE

Een woord vooraf pag. 4

1 De Berg en Bosch School pag. 5 1.1 Organisatiestructuur 1.2 Missie en visie

1.3 Onderwijskundige doelen

2 Onderwijs en leerlingenzorg pag. 8 2.1 Start van het schooljaar 2.2 Leerlingvolgsysteem 2.3 Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) 2.4 Groeps- en leerlingenbesprekingen 2.5 Leerlijnen en Leerroutes 2.6 Leerlingrapport 2.7 Competentie vergrotend werken

2.8 Commissie van begeleiding (CvB) 2.9 Leerlingbegeleiding en speciale ondersteuning 2.9.1 orthopedagogische ondersteuning 2.9.2 interne begeleiding 2.9.3 logopedie 2.9.4 Kinderoefentherapie 2.10 Meidenclub

2.11 Switch en Achterwacht 2.12 Intervisie 2.13 CvB-medisch (multidisciplinair team) 2.14 Externe contacten 3 Aanmelding en toelating pag. 13

3.1 Passend onderwijs en de Samenwerkingsverbanden 3.2 Eerste stap richting het Speciaal Onderwijs 3.3 Geldige toelaatbaarheidsverklaring (TLV) 3.4 Aanmeldings- en plaatsingsprocedure op de Berg en Bosch School 3.5 Toelatingscriteria 3.6 Oriënteren op de Berg en Bosch School

4 Locaties pag. 15

4.1 Locaties in Bilthoven en Houten 4.2 Groepen 4.2.1 Combinatiegroep Onderwijszorgarrangement (oza) en kleuterklas 4.2.2 Overige groepen

5 De dagelijkse praktijk pag. 17 5.1 Schooltijden

5.2 Vakantierooster 2020-2021 / Jaarplanning 5.3 Verzuim- en ziekmelding 5.4 Uitval van lessen 5.5 Methodes 5.6 Burgerschap 5.7 Digitaal onderwijs 5.8 Huiswerk 5.9 Bewegingsonderwijs 5.10 Vervoer

5.11 Jeugdgezondheidszorg GGD Midden-Nederland 6 Ouders en school pag. 20

6.1 Ouderparticipatie 6.2 Oudercontacten

3

6.3 Contact via Parro, schrift of e-mail 6.4 Telefonisch en e-mailcontact 6.5 Nieuwsbrief 6.6 Medezeggenschapsraad 6.7 Ouderklankbordgroep 6.8 Oudercommissie 6.9 Leerlingenraad 6.10 Kwaliteitsonderzoek 6.11 Onderwijsontwikkelingen 6.12 Informatiebescherming en privacy-beleid (Wet AVG) 6.13 Schorsing en verwijdering 6.14 Klachtenregeling

7 Veiligheidsbeleid pag. 25 7.1 Sociale veiligheid 7.2 Veiligheidsprotocol 7.3 Meldcode en verwijsindex 7.4 Arbeidsomstandigheden

8 Financiën pag. 27 8.1 Ouderbijdrage 8.2 Verzekeringen 8.3 Sponsoring

9 Resultaten van het onderwijs pag. 28 9.1 Streefdoelen 2020-2021 9.2 Uitstroomgegevens

10 Contactgegevens pag. 30

4

Een woord vooraf

Deze schoolgids is een wegwijzer door de Berg en Bosch School met locaties in Bilthoven en Houten. De gids geeft informatie over allerlei zaken die voor leerlingen, ouders/verzorgers, teamleden en andere geïnteresseerden van belang zijn. We hopen dat deze informatie een goed inzicht geeft in onze missie en visie en in de manier waarop wij deze vertalen naar de twee pijlers waarop onze organisatie rust: het bieden van onderwijs en het aanleren van levensvaardigheden. De Berg en Bosch School (Speciaal Onderwijs) en het Berg en Bosch College (voortgezet speciaal onderwijs) vormen samen Berg en Bosch Onderwijs. Sinds de invoering van Passend Onderwijs zijn alle scholen verenigd in samenwerkingsverbanden. De Berg en Bosch School werkt intensief samen met zes samenwerkingsverbanden uit de verschillende omliggende regio’s. Achterin deze schoolgids staan de samenwerkingsverbanden met naam, regio en website vermeld. Als school voor Speciaal Onderwijs wil de Berg en Bosch School met haar jarenlange ervaring en expertise blijven waarmaken waar zij altijd al voor staat: een organisatie met professionele medewerkers die er voor zorgen dat leerlingen en ouders zich “thuis op school” voelen. Hoe, en binnen welke schoolmuren dan ook, organiseer en stimuleer dat alle kinderen “veilig en verantwoord samen leren leren”. Naast deze schoolgids, die de actuele situatie beschrijft, verschijnt er op de website ook jaarlijks een jaarplanner, met praktische en aanvullende informatie over het lopende schooljaar. Wanneer u uitgebreider informatie over onze school wilt lezen, dan verwijzen we u graag naar het Schoolplan 2018-2022. Dit ligt ter inzage bij het secretariaat. Elk samenwerkingsverband heeft een actueel ondersteuningsplan. De ondersteuningsmogelijkheden van onze school zijn bekend bij de samenwerkingsverbanden middels het door ons aangeleverde schoolondersteuningsprofiel van de school. We zien uit naar een goed schooljaar. Een jaar dat bestaat uit een plezierige samenwerking met u allen en met veilig en verantwoord onderwijs, waar we allemaal heel tevreden over zullen zijn. U kunt op ons rekenen. Met vriendelijke groet, Ted Wennekes, directeur Berg en Bosch School Houten Patrick Gerritsen, directeur Berg en Bosch School Bilthoven

5

1. De Berg en Bosch School

1.1 Organisatiestructuur De Berg en Bosch School behoort sinds 1 januari 2020 tot de stichting Gewoon Speciaal Onderwijs. Gewoon Speciaal Onderwijs is ontstaan uit een bestuurlijke fusie tussen Stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland (Berg en Bosch Onderwijs) en Stichting Gewoon Speciaal. De stichting heeft zeven scholen voor speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze scholen geven kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan leerlingen van 3-20 jaar met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Op elke school werkt een team van deskundige en gepassioneerde professionals. Dit team ondersteunt leerlingen om hun talenten te ontwikkelen en bereidt hen voor op een actieve en volwaardige deelname aan de samenleving. De stichting bestaat uit vier scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo), twee scholen voor speciaal onderwijs (so), een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) en een expertisecentrum. Speciaal basisonderwijs Het Anker, Wijk bij Duurstede De Kristal, Maarssen De Stuifheuvel, Zeist De Wissel, Houten Speciaal onderwijs Dr. C.P. van Leersumschool, locaties Zeist en Veenendaal Berg en Bosch School, locaties Bilthoven en Houten Voortgezet speciaal onderwijs Berg en Bosch College, locaties Bilthoven en Houten Expertisecentrum KANS in Onderwijs, Bilthoven KANS professionaliseren, adviseren en begeleiden Leerlingen verdienen de beste ondersteuning om hun talenten te kunnen ontwikkelen. Zij hebben hierbij verschillende ondersteuningsbehoeften. KANS in Onderwijs biedt hierbij de juiste handvatten voor de dagelijkse praktijk. Gewoon Speciaal Onderwijs heeft haar ervaren leerkrachten en schoolondersteuners bij elkaar gebracht in het expertisecentrum KANS in Onderwijs (KANS). KANS is gespecialiseerd in het begeleiden, onderzoeken en behandelen van kinderen met een ontwikkelingsstoornis en/of leer- of gedragsproblemen. Het centrum begeleidt, coacht en traint ook leraren, teams en ouders. Onze experts werken dagelijks met kinderen met een ondersteuningsbehoefte en werken samen met het reguliere basisonderwijs. KANS begeleidt alle ondersteuningsvragen op maat, flexibel, en met de juiste expertise: www.kans-inonderwijs.nl De Berg en Bosch School heeft twee locaties, een in Bilthoven aan de Prof. Bronkhorstlaan 22 en een in Houten aan de Handboog 4. Op de locatie in Houten is tot 01-01-2021 ook een groep van Auris gehuisvest. De school is bijzonder neutraal. Dat wil zeggen dat kinderen van alle gezindten welkom zijn. Het bevoegd gezag van Berg en Bosch Onderwijs wordt gevormd door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Per locatie wordt gewerkt met een directeur. Zij vormen de eerste lijn in het contact met leerlingen, medewerkers en ouders. Directeur in Bilthoven: Patrick Gerritsen Directeur in Houten: Ted Wennekes Bestuur en directie zijn bereikbaar via: info@bbonderwijs.nl en/of via telefoonnummer: 030 22 87 620.

6

1.2 Missie & Visie “Veilig en verantwoord samen leren leren” Onze missie is leerlingen te leren hoe zij zelfstandig kunnen functioneren in de samenleving. Dit is wat ons drijft, waarin we geloven en wat we willen waarmaken. De Berg en Bosch School is er met name voor leerlingen met een vorm van autisme die overwegend op een gemiddeld intelligentieniveau functioneren en daarbij zodanige onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, hebben dat zij in het regulier onderwijs niet op hun plek zijn. Ook leerlingen die een vergelijkbare onderwijsbehoefte hebben, maar vanuit een andere internaliserende problematiek, kunnen bij ons op hun plaats zijn. De kern van onze missie en visie is dat wij een school willen zijn waar evenwicht is tussen het behalen van kerndoelen en het ontwikkelen van levensvaardigheden. We willen dat leerlingen zich ‘thuis voelen op school’ en dat zij, binnen een sterk basisleerklimaat, ondersteund door specialisten in het onderwijs, het beste uit zichzelf halen. We houden rekening met de informatieverwerkingsproblematiek, de prikkelgevoeligheid en de communicatieve problemen die leerlingen kunnen hebben. We bieden een veilig leerklimaat en zijn voorspelbaar in tijd en ruimte. Op deze wijze ondersteunen we de leerlingen in hun ontwikkeling naar een optimale vorm van zelfstandigheid. Uitgangspunt voor de inrichting van ons onderwijs is het opbrengst- en handelingsgericht werken. We zetten ons planmatig in voor het verbeteren van de leerprestaties, het welbevinden en de vorderingen van de leerlingen. Dit gebeurt onder meer door het stellen van hoge en haalbare doelen op onderwijskundig en sociaal-emotioneel gebied en door het beschrijven van een deskundig en ambitieus ontwikkelingsperspectief voor elke leerling. De leerlingen worden systematisch gevolgd in hun vorderingen. Gericht werken aan hoge opbrengsten betekent in de eerste plaats goed onderwijs geven. Dat wil zeggen resultaatgericht onderwijs, gegeven door deskundige en gemotiveerde leraren, die hun onderwijs afstemmen op verschillen tussen leerlingen en die kunnen reflecteren op het effect van hun lessen. Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van de medewerkers staat centraal in het professionaliseringsbeleid van de school.

7

1.3 Onderwijskundige doelen Een speciale school als de Berg en Bosch School is er voor leerlingen die, om uiteenlopende redenen, onderwijs en ondersteuning nodig hebben, die onvoldoende kan worden georganiseerd in het regulier onderwijs. In de school mogen leerlingen een goed pedagogisch klimaat verwachten. Alle betrokkenen handelen vanuit de kernwaarden binnen de organisatie: veiligheid, respect en verantwoordelijkheid. Met deze waarden ‘op de gevel’ streeft de school samen met leerlingen en ouders naar maximale ontwikkeling van de leerlingen. De Berg en Bosch School wil:

1. Een veilige school zijn met een goed basisleerklimaat, waar leerlingen met specifieke ontwikkelings- en onderwijsbehoeften optimaal kunnen leren.

2. Doelgericht aandacht besteden aan de cognitieve ontwikkeling, gebaseerd op de kerndoelen. 3. Doelgericht werken aan de zogenaamde leerstofgebied overstijgende vaardigheden als:

- leren leren, - leren taken uitvoeren, - leren functioneren in sociale situaties, - ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief, - zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Op deze wijze werken school, leerling en ouders gezamenlijk aan optimale en zo zelfstandig mogelijke voorbereiding op vervolgonderwijs. De school bewaakt de kwaliteit en de resultaten van onderwijs, denkt en werkt in opbrengsten en evalueert deze zaken jaarlijks met elkaar.

8

2. Onderwijs en leerlingenzorg 2.1 Start van het schooljaar De eerste week van het schooljaar begint voor alle leerlingen met een startgesprek tussen het klassenteam, de ouders en de leerling. Het klassenteam, bestaande uit de leerkracht en de onderwijsassistent, hoort hier graag de 'gouden tips' die ouders kunnen geven over de omgang met hun kind. Ook de leerlingen mogen aangegeven wat ze moeilijk vinden, waar ze goed in zijn en wat ze graag nog willen leren. Leerlingen die voor het eerst naar de Berg en Bosch School komen, stromen fasegewijs in. Dat betekent dat zij in de startfase niet allemaal vanaf dag één en soms ook niet direct hele dagen naar school gaan. Er wordt vanzelfsprekend naar gestreefd leerlingen zo snel mogelijk volledig naar school te laten gaan.

2.2 Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem zorgt ervoor dat medewerkers de vorderingen van de leerlingen op de voet kunnen volgen. Het is belangrijk om te zien welke resultaten zijn bereikt. Twee keer per jaar worden er Cito-toetsen afgenomen voor technisch lezen, spelling en rekenen en eenmaal per jaar voor begrijpend lezen. De toetsresultaten worden in kaart gebracht. Deze gegevens worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem Parnassys. Er wordt gewerkt met een Sociale Competentie Observatie Lijst voor Speciaal Onderwijs (SCOL SO) om de sociale competenties van leerlingen in kaart te brengen. De analyse van de gegevens vindt plaats op leerling-, groeps- en schoolniveau. Na iedere volgende afname worden de scores met de vorige afname vergeleken en de vorderingen geanalyseerd. Bij de leerlingen in de eindgroepen speelt het toewerken naar het vervolgonderwijs nadrukkelijk mee. In de eerste oudergesprekken in oktober, wordt het uitstroomperspectief met de ouders besproken. In overleg wordt een advies gevormd over de meest geschikte vorm van vervolgonderwijs. Dit kan een school voor regulier voortgezet onderwijs zijn of een vorm van voortgezet speciaal onderwijs, zoals het Berg en Bosch College. De schoolverlaters nemen jaarlijks deel aan een door het Ministerie van OCW goedgekeurde eindtoets. Het schooladvies, opgesteld door de leerkracht en leden van de Commissie van Begeleiding, is leidend bij de plaatsing van leerlingen, dit is wettelijk vastgelegd. Als een leerling de eindtoets echter beter maakt dan de school gezien het schooladvies verwachtte, dan kan het schooladvies opnieuw worden besproken. Deze heroverweging kan leiden tot een wijziging, maar er kan ook beslist worden dat het schooladvies niet wordt aangepast. 2.3 Ontwikkelingsperspectiefplan De school stelt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op, waarin ze de ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn beschrijft. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van de leerling aan het einde van de schoolloopbaan (het uitstroomperspectief) en naar de (tussen) doelen die jaarlijks moeten worden behaald om dat perspectief waar te maken. Het OPP bestaat uit een algemeen deel en een handelings- en evaluatiedeel. In het OPP staan onder andere de beschermende en belemmerende factoren beschreven die voor een leerling gelden in zijn/haar ontwikkeling. Ook worden scores meegenomen uit diverse toetsen, o.a. de resultaten van de Cito-toetsen. In de eerste weken van het schooljaar ontvangen ouders het OPP voor het betreffende schooljaar. Aan het einde van het schooljaar krijgen de ouders de evaluatie van het OPP. Daarnaast ontvangen ze halverwege het schooljaar een evaluatie van het handelings- en evaluatiedeel. Het OPP wordt met ouders besproken. Ouders tekenen het OPP ter kennisname en het handelingsdeel voor akkoord. Op school worden het OPP bewaard in het leerlingendossier. 2.4 Groeps- en leerlingenbesprekingen De ontwikkeling van de leerlingen wordt drie keer per jaar besproken tijdens een groepsbespreking. Tijdens dit overleg bespreken de orthopedagoog en de intern begeleider samen met het klassenteam de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op didactisch als op pedagogisch gebied. De basis voor een groepsbespreking zijn het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), het werkplan en de evaluaties daarvan. In deze besprekingen wordt beoordeeld in hoeverre beoogde doelen zijn bereikt, of de gekozen aanpak werkt

9

en welke nieuwe doelen kunnen worden bepaald. Vanuit de groepsbespreking kunnen er vragen over individuele leerlingen blijven liggen, die besproken worden in een leerlingenbespreking. De leerlingenbesprekingen zijn twee maal per jaar. Daarbij zijn, behalve het eigen klassenteam, medewerkers van andere groepen uitgenodigd om zo meer van elkaars expertise gebruik te kunnen maken. De groepsbesprekingen worden in het jaarprogramma van de school opgenomen. 2.5 Leerlijnen en leerroutes De Berg en Bosch School werkt met leerlijnen en leerroutes. Leerlijnen vormen de ruggengraat van het onderwijs. Ze zijn onmisbaar bij het realiseren van doelgerichte onderwijsopbrengsten. Een leerlijn is een denkbeeldige lijn waarlangs een leerling alle stappen zet die nodig zijn om de einddoelen van het basisonderwijs te behalen. De school maakt gebruik van de leerlijnen sociaal/emotioneel, technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen/wiskunde, De leerlijnen zijn opgesteld door het SLO (stichting leerplanontwikkeling). De leerlijn sociaal/emotioneel is op de Berg en Bosch School erg belangrijk. Deze geeft veel inzicht in het functioneren van een leerling, maar ook van de groep. De weg die elke leerling aflegt noemen we een leerroute. Er zijn drie leerroutes ingericht: vmbo basisberoepsgerichte leerweg/ kaderberoepsgerichte leerweg (bl/kl), vmbo theoretische leerweg (tl) en havo/vwo. Op grond van hun mogelijkheden en behaalde leerresultaten worden leerlingen in een passende route geplaatst. Van die route kan worden afgeweken als daar een goede reden voor is. De leerroute wordt per vakgebied bepaald. De ‘stappen‘ die een leerling zet worden gepland en gevolgd via digitale leerlijnen in het leerlingvolgsysteem Parnassys. Vooral het plannen van het onderwijsaanbod is belangrijk. De leerlijn sociaal/emotioneel is niet opgenomen in een leerroute. Leerlingen functioneren op sociaal/emotioneel gebied onafhankelijk van hun mogelijkheden op het gebied van taal en rekenen. Leerlingen halen allemaal op hun eigen manier hun eigen einddoel (uitstroombestemming). De leerroutes geven ouders en leerkrachten, inzicht in welk onderwijsaanbod het beste past bij de ontwikkeling van een leerling. Alle leerlingen volgen zo lang als mogelijk het volledige onderwijsaanbod. Maar uiteindelijk kan worden besloten hiervan af te wijken. Een leerling die het groepsaanbod bij een bepaald vak met moeite kan volgen hoeft niet alle stappen te zetten. Hij/zij krijgt dan die leerstof aangeboden die het beste aansluit bij het voortgezet onderwijs. 2.6 Leerlingrapport Leerlingen krijgen twee keer per jaar, in december en juli, een digitaal samengesteld rapport. In dit rapport worden de resultaten van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en wereldoriëntatie gegeven. Daarnaast krijgen de leerlingen feedback op hun sociaal/ emotionele ontwikkeling. 2.7 Competentie vergrotend werken Op de Berg en Bosch School hanteren we de methodiek van Competentievergrotend werken. Om op school goed te kunnen functioneren, moet een leerling over veel vaardigheden beschikken. Welke vaardigheden heeft hij/zij nodig om optimaal te kunnen leren? We spreken van competentie wanneer een leerling over voldoende vaardigheden beschikt om de taken die van hem/haar gevraagd worden, op adequate wijze uit te voeren. Competentievergrotend werken vraagt om een andere kijk op het gedrag van leerlingen. De focus is gericht op het vertalen van gedrag in vaardigheden. Wat lukt al wel, waar heeft de leerling (nog) moeite mee? We willen dat al onze leerlingen op school succeservaringen opdoen en zich competent voelen. Door positieve feedback op de gestelde doelen te geven, krijgt de leerling meer zicht op wat hij of zij al kan, worden de vaardigheden van leerling versterkt dan wel vergroot en de kwetsbaarheid vermindert. Dit vraagt om getrainde en competente leerkrachten die over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om de competenties van de leerling positief te beïnvloeden. Medewerkers worden hierin jaarlijks geschoold. 2.8 Commissie van begeleiding (CvB) Het uitgangspunt voor de taakstelling van de Commissie van Begeleiding wordt gevormd door artikel 40b van de WEC. De CvB van de Berg en Bosch School bestaat uit de directie, vier gedragsdeskundigen, twee jeugdartsen en twee intern begeleiders. Indien nodig en gewenst laat de commissie zich adviseren door deskundigen van binnen of buiten de school. De CvB heeft een belangrijke taak bij: 1. het verrichten van handelingsgerichte diagnostiek;

10

2. de aanzet maken voor het onderwijsperspectiefplan, de uitvoering en het monitoren ervan; 3. de begeleiding en evaluatie van de onderwijsleerprocessen, de planbesprekingen en de georganiseerde extra zorg aan de leerlingen; 4. de evaluatie van het systeem van leerlingenzorg en de opbrengsten van het onderwijsleerproces op schoolniveau; 5. de uitstroom van leerlingen; 6. de inhoudelijke vormgeving van studiedagen voor het schoolteam. De jeugdarts is lid van de CvB. Hij/zij nodigt alle nieuwe leerlingen na plaatsing op de Berg en Bosch School uit voor een periodiek onderzoek. Mocht een dergelijk onderzoek slechts kort voor plaatsing door de jeugdarts van de school van herkomst zijn uitgevoerd, dan worden de gegevens hiervan overgenomen. Deze gegevens worden verwerkt in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Wanneer een leerling een medisch dossier heeft, ziet de jeugdarts het dossier voorafgaand aan plaatsing en wordt de leerling in de CvB-medisch besproken. De jeugdarts geeft ondersteuning op de medische en/of psychosociale ontwikkeling van de leerlingen. De jeugdarts is betrokken bij die dossiers waarbij zijn/haar specifieke deskundigheid voor leerlingen, school en ouders gewenst is. Vanuit deze noodzakelijkheid heeft de jeugdarts toegang tot de leerlingdossiers. De jeugdarts speelt een belangrijke rol bij onderwijstijdonderschrijding. Wanneer de school voor een leerling, na interventies, aangepaste handelingsplannen en herhaald overleg met ouders, een beroep doet op gedeeltelijke of gehele vrijstelling van onderwijs, geeft de jeugdarts een advies over de belastbaarheid van de leerling. Een verklaring hiervan wordt door de jeugdarts ondertekend en opgenomen in het OPP. 2.9 Leerlingbegeleiding en speciale ondersteuning Binnen de klassen zijn de leerkrachten verantwoordelijk voor het aanbod en de organisatie van het onderwijs. Het streven is om in alle groepen, naast de leerkracht, fulltime of parttime een onderwijsassistent aanwezig te laten zijn. Hij/zij verricht onderwijsondersteunende werkzaamheden op de verschillende didactische gebieden en helpt leerlingen individueel en in groepjes bij hun leerontwikkeling. Naast de leerkracht heeft de onderwijsassistent een belangrijke rol bij het ontwikkelen en vergroten van de levensvaardigheden van de leerlingen. Zij leren de leerlingen middels de methodiek ‘Teken je gesprek’ zelfstandig tot oplossingen te komen bij sociaal-emotionele problemen. In de groepen wordt uitgegaan van een zogeheten basisleerklimaat. Van groot belang is het uitgangspunt dat alle leerlingen van de Berg en Bosch School zich ontwikkelen binnen de context van de klas en profiteren van het basisleerklimaat. Dit betreft o.a. voorspelbaarheid in tijd, ruimte, activiteiten en de omgang met elkaar. Om dit zo goed mogelijk te realiseren, werken de klassenteams nauw samen met andere disciplines binnen de school. Verbonden aan de beide afdelingen zijn enkele orthopedagogen en een intern begeleider. Een logopedist en een Cesartherapeut werken vanuit een externe instantie binnen de school. De orthopedagogen en de intern begeleider hebben als belangrijkste taak het begeleiden van de klassenteams en ondersteunen, aansluitend bij de behoeften van de leerlingen, in de groepen. Dit betekent dat deze medewerkers regelmatig in de groepen zijn en met het klassenteam kritisch kijken naar de gemeenschappelijke uitgangspunten en de centrale vraag: ‘Bieden wij de leerlingen op school voldoende wat zij nodig hebben?’ Wanneer blijkt dat het basisleerklimaat een leerling gedurende een periode onvoldoende gelegenheid tot leren biedt, zal in overleg worden bekeken welke extra maatregelen (tijdelijk) nodig zijn. De ouders van de leerling worden vanzelfsprekend bij dit proces betrokken. 2.9.1 Orthopedagogische ondersteuning De orthopedagogen zijn eerste aanspreekpunt als het gaat om pedagogische hulpvragen van medewerkers of ouders. Zij adviseren en coachen het team met betrekking tot begeleiding van werkhoudings- en gedragsproblemen en zijn verantwoordelijk voor de begeleiding die is gericht op het basisleerklimaat. De orthopedagogen hebben een belangrijke rol in de Commissie van Begeleiding (zie 3.5). Zij zijn medeverantwoordelijk voor het opstellen van de ontwikkelingsperspectiefplannen (OPP) van de leerlingen. De orthopedagogen volgen de ontwikkeling van de leerling en zorgen, samen met de leerkracht, voor verslaglegging van de gegevens en het schrijven van de evaluaties van het OPP en het groepsplan. Deze gegevens komen in het dossier van de leerling. De orthopedagogen dragen zorg voor de scholing van medewerkersen in Competentievergrotend werken, Switch en Geef me de 5. Tevens onderhouden de orthopedagogen contacten met de Bureaus Jeugdzorg, Buurtteams en instellingen

11

voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Deze contacten zijn gericht op een goede afstemming van behandeling, de thuissituatie en de school. 2.9.2 Interne begeleiding De intern begeleiders hebben een centrale rol bij de organisatie van de onderwijsondersteuning op school. Zij zijn gericht op de groepen als geheel en de didactische hulpvragen. Ze begeleiden leerkrachten en onderwijsassistenten in de klas. Ze bewaken de leerlingenzorg en coördineren de aanvraag, uitvoering en evaluatie van speciale hulp aan de leerlingen. Tevens zorgen de intern begeleiders voor de begeleiding bij het invoeren van nieuwe didactische en/of pedagogische methodieken. De intern begeleiders volgen samen met de leerkrachten de didactische ontwikkeling van de leerling en zij zijn samen verantwoordelijk voor de vastlegging van de leerresultaten en verantwoording daarvan in het OPP. De intern begeleiders dragen zorg voor de scholing van medewerkers in de werkwijze Expliciete Directe Instructie en gedigitaliseerd onderwijs via Chromebooks. Ook het jaarlijks terugkerende proces van verwijzing van de schoolverlaters naar de juiste vorm van vervolgonderwijs is een taak van de intern begeleiders. De intern begeleiders hebben hiermee een belangrijke rol in de Commissie van Begeleiding (zie 3.5). 2.9.3 Logopedie Op beide locaties is een logopediste werkzaam vanuit een eigen praktijk. Zij behandelt en begeleidt op het gebied van spraak, taal en communicatie. Deze behandeling vindt plaats met een verwijzing van de huisarts of jeugdarts. De kosten van deze logopedische ondersteuning worden gedeclareerd bij de ziektekostenverzekeraar. 2.9.4 Kinderoefentherapie Zowel in Bilthoven als in Houten werkt een (externe) kinderoefentherapeut. Zij behandelt leerlingen die problemen ervaren in het dagelijks leven als gevolg van een motorische achterstand. Deze problemen kunnen zowel op school als thuis naar voren komen. Te denken valt aan problemen in de fijne motoriek (b.v. knutselen, veters strikken en schrijven) of grove motoriek (b.v. gymmen en fietsen). Leerlingen met een motorische achterstand gaan moeilijke activiteiten vaak uit de weg of laten hierbij veel frustratie zien. Een leerling kan in overleg met de ouders worden aangemeld door de leerkracht, de intern begeleider of de orthopedagoog. Door middel van een motorische screening wordt bekeken of de problemen van motorische aard zijn. Indien er een indicatie is voor kinderoefentherapie kan de leerling individueel worden begeleid in de therapieruimte of in de groep. Als ouders vragen hebben over de motoriek van hun kind, kunnen ze ook contact opnemen met de kinderoefentherapie. Voor meer informatie zie: www.kindenmotoriek.nl In Houten wordt ook gewerkt met Kind en Fysio vanwege hun aanbod van sensorische integratietherapie. 2.10 Meidenclub De verhouding jongens-meisjes is op school niet gelijk verdeeld. Deze wisselt, maar gemiddeld is zo’n 10% meisjes en 90% jongens. Om tegemoet te komen in de behoefte aan ‘meidencontact’, is er op beide locaties een moment in de week waarop de meisjes elkaar kunnen ontmoeten en van elkaar kunnen leren: de meidenclub! Onder deskundige leiding worden in een veilige en ontspannen sfeer onderwerpen besproken op het gebied van levensvaardigheden. Daarna volgt een passende, aansprekende activiteit die uitnodigt tot het in praktijk brengen van het besproken onderwerp. Ouder(s)/verzorger(s) krijgen een aantal keer per jaar een ‘meiden-nieuwsbrief’ toegestuurd, zodat zij betrokken kunnen zijn bij wat hun dochter leert en meemaakt. 2.11 Switch en Achterwacht Het uitgangspunt van de Berg en Bosch School is dat alle leerlingen erbij horen en het onderwijs in de klassen plaatsvindt. Er kunnen momenten zijn waarop een leerling niet kan functioneren in de klas. Dit kan komen door teveel onrust in de leerling zelf, of worden veroorzaakt door de omgeving. Dan wordt de methode Switch ingezet. Bij een Switch gaat de leerling tijdelijk naar de groene stoel in de klas of in de maatjesklas. De weg naar de Switch heeft vaste stappen en bewoordingen die door iedereen op dezelfde manier wordt gebruikt. Als nadenken en herstellen op de groene stoel niet lukt, wordt een beroep gedaan op de achterwacht en wordt, in samenwerking met de achterwacht, een oplossing gevonden.

12

2.12 Intervisie Het aanbieden van speciaal onderwijs vraagt om een voortdurende kritische houding naar de eigen aanpak. Wanneer zich gecompliceerde situaties met leerlingen voordoen, wordt er binnen het team een intervisie georganiseerd. Tijdens de intervisiebijeenkomst wordt onderzocht of er met elkaar goed gehandeld is. Er wordt gereflecteerd op de eigen aanpak. Alle medewerkers van school moeten in de gelegenheid zijn om collega's ondersteuning of advies te vragen. Ook wordt van iedereen verwacht dat een gekozen aanpak nader met elkaar kan worden doorgesproken en waar nodig, wordt bijgesteld. Dit is een belangrijk kwaliteitsprincipe binnen de schoolorganisatie.

2.13 CvB-medisch Indien in overleg met de ouders, tijdens de groeps- of leerlingbespreking of bij een intervisie geen oplossingen kunnen worden gevonden om problemen van een leerling hanteerbaar te maken, wordt deze leerling besproken in het multidisciplinaire team, de CvB-medisch. In dit overleg zijn de orthopedagogen, de jeugdarts, de directeur en indien nodig en mogelijk ook het klassenteam vertegenwoordigd. Met elkaar wordt gesproken over extra maatregelen of aanvullende vormen van diagnostiek of hulpverlening. Wanneer een leerling in de CvB-medisch wordt besproken, dan horen ouders dat vooraf. Uiteraard worden de resultaten van het overleg ook met ouders besproken. 2.14 Externe contacten We streven ernaar om zoveel als mogelijk samen te werken met instanties voor jeugdzorg en andere instanties die bij de behandeling van onze leerlingen betrokken zijn. Indien nodig zijn er contacten om te komen tot een goede afstemming tussen behandeling, de thuissituatie en school. Soms hebben ouders begeleiding bij instanties zoals Altrecht of het UMC en krijgen we een verzoek om op school een leerling te mogen observeren. Wij staan daar positief tegenover en verzoeken ouders, indien nodig, om afspraken hierover te laten maken met onze orthopedagoog. De orthopedagoog onderhoudt de contacten met externen

Beide scholen werken samen met verschillende mbo-organisaties en hogescholen. Wij vinden het belangrijk om stagiaires een opleidingsplek te bieden. Stagiaires werken altijd onder verantwoording van de leerkracht.

13

3. Traject van aanmelding en toelating

3.1 Passend onderwijs en de samenwerkingsverbanden

Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs gaat ervan uit dat zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volgen. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen gelukkig nog steeds naar het speciaal onderwijs. De wet op passend onderwijs geeft scholen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen de verantwoordelijkheid hebben om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. De Berg en Bosch School werkt vanwege haar regionale functie nauw samen met verschillende samenwerkingsverbanden. Vanwege de verschillen tussen de regio’s en om verwarring te voorkomen, verwijst de Berg en Bosch School ouders door naar het betrokken samenwerkingsverband.De namen en emailadressen van deze samenwerkingsverbanden vindt u achterin deze schoolgids. De samenwerkingsverbanden zijn gerangschikt op postcodes. Ouders die goed op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen, kunnen terecht op de websites: www.passendonderwijs.nl en www.poraad.nl

3.2 Eerste stap richting het speciaal onderwijs Wanneer blijkt dat een leerling onvoldoende profiteert van het onderwijsaanbod op zijn/haar school is de school verplicht om eerst te kijken of het kind extra ondersteuning in de klas of binnen de eigen school kan krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel van de school vormt hiervoor het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passend onderwijs bieden, dan wordt in een overleg tussen ouders en deskundigen uit het samenwerkingsverband besproken welke aanvullende ontwikkelings- en ondersteuningsmogelijkheden er nodig zijn. Bekeken wordt of deze geboden kunnen worden op een andere school voor regulier onderwijs, een sbo-school of speciaal onderwijs, omdat de leerling daar het beste perspectief zal hebben.

3.3 Geldige toelaatbaarheidsverklaring (tlv) Wanneer een leerling een plaats in het speciaal onderwijs (so) nodig heeft, moet het samenwerkingsverband daarvoor een Toelaatbaarheidsverklaring (tlv) afgeven. Een tlv is een besluit van het samenwerkingsverband dat aangeeft dat een leerling kan worden toegelaten tot het speciaal onderwijs. De wet verplicht dat deskundigen adviseren over de toelaatbaarheid tot het speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband bepaalt voor welke duur de tlv wordt afgegeven. Indien een overstap wordt gemaakt naar een ander type so-school of wanneer een leerling van de School naar het College gaat, dan moet een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.

3.4 Aanmeldings- en plaatsingsprocedure op de Berg en Bosch School Indien de toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd is kan de plaatsingsprocedure van start gaan nadat van ouders de volgende gegevens zijn ontvangen: - aanmeldingsformulier voor de Berg en Bosch School; - een kopie van de toelaatbaarheidsverklaring; - een geëvalueerd ontwikkelingsperspectiefplan en/of groeidocument; - recente didactische gegevens; - (psychiatrische) diagnose; - psychologisch onderzoek; - het advies van een onafhankelijk deskundige; - verslagen van de hulpverlening aan het kind / het gezin; - BSN (Burger Service Nummer).

Bij het opvragen, verwerken en opslaan van leerlinggegevens houden we ons aan de regelgeving zoals vastgesteld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). (zie 6.10). De CvB is verantwoordelijk voor het vaststellen van de toelaatbaarheid van nieuwe leerlingen. Zij bepaalt of een leerling past binnen het ondersteuningsprofiel van de school. Indien er naar het oordeel van de commissie onvoldoende gegevens zijn, zal in overleg met ouders en de school van herkomst worden gevraagd om aanvullende gegevens of, zo nodig, om nader of actueler onderzoek.

14

Wanneer een leerling tot de Berg en Bosch School is toegelaten, wordt vastgesteld in welk leerjaar, in welke groep en op welke locatie de leerling het best geplaatst kan worden. In principe is thuisnabij hierbij het eerste criterium. Dit is afhankelijk van factoren als woonplaats, leeftijd, didactisch niveau, sociaal- emotioneel niveau van de leerling en de samenstelling en de grootte van de groepen. 3.5 Toelatingscriteria Het bevoegd gezag van de school (het schoolbestuur) is uiteindelijk verantwoordelijk voor de plaatsing van leerlingen. Het uitgangspunt voor toelating op de Berg en Bosch School is de mogelijkheid om voor een leerling een verantwoord en uitvoerbaar ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op te stellen. Oftewel: ‘Wat zijn de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van een leerling en kan de Berg en Bosch School dit bieden?’ Als een leerling niet toegelaten kan worden, wordt dit gemeld bij ouders en het samenwerkingsverband, zodat van daaruit, samen met ouders, gezocht kan worden naar de meest geschikte school voor hun kind.

Voorwaarden voor plaatsing op de Berg en Bosch School zijn: De school: kan een passend onderwijsaanbod bieden De leerling: kan in een groep van maximaal 15 leerlingen (leren) functioneren De leerling: functioneert tenminste op laag gemiddeld intelligentieniveau (TIQ > 80). 3.6 Oriënteren op de Berg en Bosch School Om ouders de gelegenheid te geven zich tijdig te oriënteren op de Berg en Bosch School, worden er een aantal keren per schooljaar zowel in Bilthoven als in Houten voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. De data van de bijeenkomsten/ kennismakingsmomenten zijn te vinden op de website (bij praktische informatie) of op te vragen bij het secretariaat. Bij het secretariaat kunnen ouders zich opgeven voor een bijeenkomst. Tijdens zo'n bijeenkomst krijgen ouders informatie over de school, de pedagogische aanpak en het specifieke onderwijsaanbod. Ook kunnen zij het gebouw en de omgeving bekijken, de sfeer proeven en vragen stellen.

15

4. De locaties 4.1 Locaties De afdeling speciaal onderwijs bestaat uit vijftien groepen op twee locaties. In Bilthoven zijn zeven groepen en in Houten zijn er acht, waarvan de kleutergroep ook voor kinderen van Youké-dagbehandeling. 4.2 Groepen De Berg en Bosch School richt zich binnen haar onderwijs op het behalen van de kerndoelen basisonderwijs tot minimaal groep 6 en maximaal groep 8 niveau. Als deze doelen niet haalbaar blijken, wordt dit tijdig met de ouders besproken. Behalve aan het geven van onderwijs, wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van levensvaardigheden van de leerlingen. Hieronder wordt verstaan de ontwikkeling en versterking van hun communicatieve en sociale vaardigheden en het bevorderen van zelfstandigheid en spel. De groepssamenstelling is niet gebaseerd op het klassikale jaarsysteem van de basisschool. Bij plaatsing op de Berg en Bosch School wordt allereerst gekeken naar de locatie die het best aansluit bij de woonplaats van een leerling. Indien daar plaats is, wordt er bij de indeling in de groepen gekeken naar de leeftijd, maar vooral ook naar het didactische niveau (hoe ver is de leerling met de leerstof), de ontwikkelingsleeftijd en de vaardigheden op sociaal-emotioneel gebied. Ook speelt de samenstelling van de groep mee.

De groepen in Bilthoven hebben namen van bomen, de groepen in Houten hebben namen van vogels: Bilthoven: Appel Kastanje Populier Wilg Esdoorn Beuk Plataan Houten: Meeuw Lijster Wulp Grutto Leeuwerik Kievit Snip Zwaluw Een groep is in principe een groep voor één schooljaar. Een volgend schooljaar kan o.a. door instroom van nieuwe leerlingen de groepssamenstelling zodanig veranderen, dat groepen niet als geheel bij elkaar blijven. Het team realiseert zich dat dit voor sommige leerlingen een probleem kan vormen. Leerlingen gaan wel op hun eigen niveau verder met de leerstof. Combinatiegroep Onderwijszorgarrangement (oza) en kleuterklas Afhankelijk van het niveau en de leeftijd van de jongste leerlingen die worden aangemeld, wordt er gestart met een kleuterklas op een of op beide locaties. Dit schooljaar is er een gecombineerde kleuterklas / oza in Houten, de Meeuw. In deze groep zitten reguliere leerlingen van de Berg en Bosch School en leerlingen die met een zorgindicatie door Youké dagbehandeling zijn geplaatst. In de oza werken onderwijs en jeugdzorg samen in een integraal programma voor jonge kinderen met speciale onderwijs-zorgbehoeften. Onderwijs en dagbehandeling bieden gezamenlijk op dezelfde kinderen afgestemde activiteiten aan, waarbij de ondersteuning zich richt op de totale ontwikkeling van het kind. Het onderwijs is daarbij leidend. In de klas werken een leerkracht en jeugdzorgwerkers, thuis worden ouders van de Youké-leerlingen begeleid door een gezinsbegeleider. Leerlingen met een zorgindicatie, worden voor maximaal een jaar in de oza worden geplaatst. Daarna worden zij doorverwezen naar een passende vorm van onderwijs. Dit kan zowel een plaatsing op een reguliere school als een verwijzing naar een vorm van speciaal onderwijs zijn. In de Meeuw wordt gewerkt met de methode Kleuterplein. Dit is een lesmethode waarmee kleuters de wereld om zich heen ontdekken en ervaren. Naast voorbereidend rekenen en voorbereidende geletterdheid wordt in de kleuterklas ook gewerkt aan de motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. De leerlingen van de Meeuw spelen buiten op een eigen, afgeschermde speelplaats. In de kleuterklas zijn de kleuters om de week op woensdag vrij. Overige groepen In de overige groepen wordt gewerkt op het niveau van groep drie tot en met acht van de basisschool. De groepsgrootte is veertien leerlingen. Alleen bij hoge uitzondering is een groep groter. Bij de keuze van de leerstof en de wijze van lesgeven wordt waar mogelijk aangesloten bij de individuele mogelijkheden en

16

onderwijsbehoeften van de leerling. Veel leerlingen die op de Berg en Bosch School komen, hebben negatieve ervaringen op andere scholen opgedaan. Centraal in het werken staan daarom aanmoediging, versterking van het zelfvertrouwen, stimuleren van de werkhouding, zelfstandigheid en het bevorderen van de concentratie. Dagelijks staan vakken als lezen, schrijven, taal, rekenen, wereldoriëntatie, etc. op het programma. Daarbij wordt lesgegeven volgens algemeen gebruikte methodes. In de groepen wordt gewerkt volgens het EDI-model (expliciete directe instructie). Dit model stimuleert leerlingen om actief mee te doen met de lessen. Het zorgt voor succeservaringen en betere leerprestaties. Ook wordt er bij sommige vakken groepsoverstijgend gewerkt, waarbij leerlingen enkele keren per week naar een andere groep gaan om les te krijgen, afgestemd op hun eigen niveau.

17

5. De dagelijkse praktijk

5.1 Schooltijden

maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.30 uur - 14.30 uur woensdag: 08.30 uur - 13.00 uur

5.2 Vakantierooster 2020-2021 / Jaarplanning

Herfstvakantie 17-10-2020 - 25-10-2020

Kerstvakantie 19-12-2020 - 03-01-2021

Voorjaarsvakantie 20-02-2021 - 28-02-2021

Goede vrijdag/ Paasweekend

02-04-2021 - 05-04-2021

April/meivakantie 24-04-2021 - 09-05-2021

Hemelvaartweekend 13-05-2021 - 16-05-2021

Tweede Pinksterdag 24-05-2021

Zomervakantie 17-07-2021 - 29-08-2021

Op 4 december 2020, 18 december 2020 en op 16 juli 2021 is de school om 12.30 uur uit. Bij de start van het schooljaar is een kalender met een overzicht van de studiedagen en de belangrijkste activiteiten te vinden op de website. Deze worden zorgvuldig gepland, maar toch kunnen er onverwachte situaties zijn, waardoor er wijzigingen ontstaan. Via de nieuwsbrieven worden ouders hierover geïnformeerd. Op de kalender worden de data vermeld van: ● de afgifte van rapporten en Ontwikkelingsperspectiefplannen (OPP’s); ● studiedagen, ● ouderavonden en informatieavonden; ● voorlichtingsbijeenkomsten met betrekking tot schoolkeuzes; ● vrije dagen; ● groepsbesprekingen; ● zaken als sport- en speldagen en schoolreisjes worden ook vermeld in de nieuwsbrieven.

In de keuze voor de vakantieperiodes valt de Berg en Bosch School in de regio Midden-Nederland. Het komt daardoor voor dat leerlingen op een ander moment vakantie hebben dan hun broers of zussen. De school begrijpt dat dit ongemak kan opleveren maar kan daar helaas geen rekening mee houden. Verzoeken om extra verlofdagen hiervoor kan de school niet goedkeuren. 5.3 Verzuim en ziekmelding Als een leerling ziek of afwezig is, moet dit vóór 8.30 uur worden doorgeven aan het secretariaat, bij voorkeur via de mail: ziekmelden@bbonderwijs.nl ouders wordt verzocht daarbij de naam, groep en locatie waar hun kind les krijgt te vermelden. Telefonisch ziekmelden en beter melden kan ook via: 030-2287620. In principe wordt geen verlof verleend tijdens de schooldagen. In bijzondere gevallen kan de directeur extra verlofdagen toestaan voor ten hoogste tien schooldagen. Vervroegd vertrekken vlak voor een vakantie of een lang weekend, is geen reden om verlof te verlenen. Een verzoek om extra verlofdagen moeten ouders schriftelijk bij de directeur indienen; een formulier hiervoor is te downloaden via de website. Ongeoorloofd verzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente. 5.4 Uitval van lessen Uitval van lessen is heel vervelend. Toch is het niet altijd te voorkomen. Er wordt al het mogelijke gedaan om bij afwezigheid van een medewerker tot een goede, vervangende regeling te komen. Daarbij zal altijd eerst worden gezocht naar vervanging in de eigen groep. Wanneer dit niet mogelijk is, hebben de leerlingen een vaste groep waar zij heen gaan bij ziekte van de leerkracht. De leerlingen krijgen werk van het eigen leerjaar mee. Toch komt het voor dat de omstandigheden zo zijn, dat een klas vrij krijgt. Of een halve klas, waarbij de

18

onderwijsassistent de andere helft onderwijs geeft. Niet alle leerlingen kunnen zomaar verdeeld worden over andere groepen. Voor sommige leerlingen zorgt dit voor teveel onrust. Ouders worden, waar mogelijk, van tevoren geïnformeerd als er een lesdag uitvalt. Uiteraard wordt geprobeerd vrije uren of dagen zoveel mogelijk te vermijden. 5.5 Methodes De volgende methodes worden gebruikt: Lezen: Lijn drie, Station Zuid Taal: Taal op maat, Spelling op maat Rekenen: Reken Zeker Schrijven: Klinkers Aardrijkskunde: Blink Geschiedenis: Blink Natuur en techniek: Buitendienst Verkeer: De verkeerseducatielijn van Veilig Verkeer Nederland Handvaardigheid: Uit de kunst Kleuterplein: een complete kleutermethode voor groep 1 en 2 Engels: Groove me (groep 5 t/m 8) Sociaal-emotionele ontwikkeling: Kinderen en hun sociale talenten Kinderen en hun sociale talenten Op de Berg en Bosch School wordt gewerkt met de methode Kinderen en hun sociale talenten, een verantwoord aanbod van lessen op het gebied van sociale- en communicatieve vaardigheden. Kinderen en hun sociale talenten is een complete methode met materiaal voor acht groepen. De lessen hebben een praktische werkvorm en zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. De lessen zijn verdeeld over acht gedragscategorieën; van samen spelen en werken, omgaan met ruzie, tot opkomen voor jezelf. 5.6 Burgerschap Scholen hebben de ruimte om zelf invulling te geven aan actief burgerschap en sociale integratie. Burgerschapsonderwijs impliceert volgens de visie van de Berg en Bosch School dat je als leerling en medewerker weet wie je bent, wat je kwaliteiten en talenten zijn en waar je ondersteuning bij nodig hebt. Leerlingen en medewerkers zijn op school dagelijks bezig met de persoonsontwikkeling vanuit de eigen ervaring, gaan daarover met elkaar in gesprek en maken daarover afspraken met elkaar. Burgerschap is geen expliciet vak in het programma, het is geïntegreerd in het lesprogramma, waarin wordt gewerkt aan didactische en leergebied-overstijgende doelen. Het is zichtbaar in de manier waarop medewerkers en leerlingen met elkaar omgaan en in de aandacht voor de wereld buiten de school. Burgerschap krijgt aandacht op de volgende wijze en momenten: ● tijdens het CV-werken, waarin gewerkt wordt aan het vergroten van sociale competenties door het

opstellen van groepsdoelen en persoonlijke, individuele leerdoelen; ● tijdens het werken met de methode: ‘Kinderen en hun sociale talenten’; ● tijdens de lessen in Nieuwsbegrip (leeslessen aan de hand van de actualiteiten); ● tijdens het buitenspelen met behulp van het buitenspeelplan; ● door het werken met de Sociale Competentie Observatie Lijst voor het Speciaal Onderwijs; ● in veel klassen worden nieuwsitems van het Jeugdjournaal besproken;

● via projecten bv rondom duurzaamheid; ● deelname aan goede doelen acties zoals Wandelen voor Water; ● in themalessen rond terugkerende activiteiten, b.v.: verkiezingen, dodenherdenking en Bevrijdingsdag,

Prinsjesdag, Sinterklaas, Ramadan en het Suikerfeest; 5.7 Digitaal onderwijs Met ingang van dit schooljaar wordt er op de Berg en Bosch Scholen vanaf groep 3 door alle leerlingen gewerkt met Chromebooks. Zij werken in een afgeschermd portaal (Cool van Cloudwise). Via dit online platform kunnen de leerlingen online programma’s openen om in te werken. Op dit moment proberen we diverse software uit. Vanaf januari 2021 werken beide scholen met eenzelfde protocol voor het gebruik en de inzet van digitale middelen.

19

5.8 Huiswerk Huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces dat in de klas is gestart. Het maken van huiswerk levert een bijdrage aan het vergroten van zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid bij de leerlingen (Leren leren). Het is van belang dat ouders hierin een actieve rol spelen. Door belangstelling te tonen en kinderen te helpen en te stimuleren om het huiswerk goed te maken wordt het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen vergroot. Daarnaast is het voor ouders fijn om te weten waar hun kind op school mee bezig is. We houden op de Berg en Bosch School rekening met de reistijd van de leerlingen, we vinden het belangrijk dat er voldoende vrije tijd overblijft. Het huiswerk betreft het verder inslijpen van de leerstof, het is een extra oefenmoment, bijv. lezen of het inoefenen van de tafels. Voorts betreft het oefenen van behandelde oefenstof, bijv. als voorbereiding op een toets, alsook het toepassen van kennis en/of vaardigheden, bijv. het voorbereiden van een boekenbeurt of een spreekbeurt. Het thuis afmaken van schoolwerk gebeurt in overleg met ouders.

Enkele tips hierbij zijn: ● bespreek samen wat er af moet, maak een planning; ● kies een vast moment op de dag en zorg voor een prikkelarme werkplek; ● blijf uit de strijd, maak een compliment wanneer uw kind huiswerk wil maken; ● wanneer uw kind niet tot huiswerk maken komt, bespreek dan samen met de leerkracht wat hiervan de

oorzaak kan zijn; ● wanneer uw kind hulp nodig heeft, vraag dan de leerkracht hoe het bieden van hulp wordt aangepakt in de

klas om ervoor te zorgen dat er op dezelfde manier wordt uitgelegd; ● informeer de leerkracht wanneer u merkt dat het huiswerk te moeilijk is.

5.9 Bewegingsonderwijs Het vak lichamelijke opvoeding (gym) wordt twee keer per week gegeven door vakleerkrachten. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze elke les schone gymkleding en gymschoenen bij zich hebben. Belangrijk doel van de gymlessen is dat leerlingen leren sporten en plezier hebben in bewegen. De gymlessen worden in Bilthoven gegeven in de gymzaal bij de school en in Houten in Sporthal de Kruisboog. 5.10 Vervoer De gemeente waarin een leerling woont, bepaalt, na advies van de CvB, hoe het vervoer dient plaats te vinden. Als de afstand naar school niet te groot is en de omstandigheden dit toelaten, kan een leerling met de fiets of het openbaar vervoer komen. De meeste leerlingen zijn echter aangewezen op vervoer per taxi. Het vervoer is een zaak van ouders en de gemeente waarin hun kind woont. De gemeente betaalt het vervoer en is daarvoor verantwoordelijk. Elke gemeente heeft een ambtenaar die belast is met het regelen en het organiseren van dit vervoer. In eerste instantie moeten ouders zich met aanvragen en opmerkingen tot deze ambtenaar wenden. De school werkt, waar mogelijk, mee om het vervoer zo goed mogelijk te laten verlopen en schrijft een zogenaamde 'taxiverklaring', waarmee ouders naar de gemeente kunnen gaan. De directeuren vervullen een bemiddelende rol bij klachten. Als een leerling door omstandigheden niet naar school kan, moeten ouders dit zelf regelen met het taxibedrijf van hun kind. Dit geldt ook voor afwijkende schooltijden bij studiedagen, excursies e.d. 5.11 Jeugdgezondheidszorg GGD Midden-Nederland Elk kind maakt een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD begeleidt, samen met de leerkrachten, dit proces van gezondheid, groei en ontwikkeling. In de periode dat een leerling op de Berg en Bosch School zit, wordt hij/zij met zijn/haar ouders om de twee à drie jaar schriftelijk uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) voor een onderzoek. De arts bekijkt dan onder andere de groei, het gehoor en het gezichtsvermogen. Verder worden zaken als eten, slapen en contact met vriendjes of vriendinnetjes met ouders en leerling besproken. Als ouders zelf vragen hebben over de gezondheid of de ontwikkeling van hun kind, kunnen zij contact opnemen met de jeugdarts. Het adres van de GGD Regio Utrecht is: De Dreef 5 - Postbus 51 3700 AB Zeist 030-6086000 email: www.ggdru.nl

20

6. Ouders en school 6.1 Ouderparticipatie Om goed onderwijs te kunnen geven is het absoluut noodzakelijk dat de communicatie met ouders goed verloopt. Juist vanwege de doelgroep willen medewerkers verwarring tussen de thuis- en schoolsituatie voorkomen. Ouders worden gezien als partners; zij zijn betrokken bij de school en de kwaliteit van het onderwijs. In het onderwijs worden ook de effecten op het leren, die door factoren buiten school worden veroorzaakt, betrokken. Ervaringen rond leerlingen worden uitgewisseld en ingezet ter verbetering van de ontwikkeling van het kind.

6.2 Oudercontacten Ouders willen, wanneer hun kind op de Berg en Bosch School zit, uiteraard goed geïnformeerd blijven. In de eerste schoolweek vinden er individuele kennismakingsgesprekken plaats tussen leerlingen, ouders en het klassenteam, de zogeheten startgesprekken. Dit zijn kennismakingsgesprekken waarin ouders het klassenteam informatie kunnen geven over hun kind. In dit gesprek worden ook de verwachtingen van ouders en leerling besproken. Tijdens de eerste algemene ouderavond in het begin van het schooljaar krijgen ouders informatie over de methodes, de werkwijze in de klas en over de specifieke gebeurtenissen die horen bij het komende leerjaar. Naar aanleiding van de ontwikkelingsperspectiefplannen en de rapporten zijn er drie momenten in het schooljaar oudergesprekken. Bij de start van het schooljaar ontvangen ouders een jaarplanning, waarin de verschillende ouderavonden zijn opgenomen. We verwachten dat ouders minimaal twee keer per jaar op een contactmoment over hun kind aanwezig zijn. 6.3 Contact via Parro, schrift of e-mail Er is regelmatig contact tussen ouders/verzorgers en school. Het klassenteam informeert de ouders/verzorgers over de schooldag van de leerling. Zo zijn ouders op de hoogte hoe het op school met hun kind gaat. Ouders kunnen op hun beurt het klassenteam van ontwikkelingen thuis op de hoogte houden, wat zeer wenselijk is voor een goede afstemming tussen school en thuis. Voor een heldere communicatie met ouders wordt de app Parro gebruikt. Het gebruik van deze app is veilig: het is een gesloten omgeving waar enkel het klassenteam en de ouders toegang toe hebben. Privacygevoelige informatie blijft tussen ouders en school. Met Parro kunnen tekstberichten en foto’s worden gestuurd naar afzonderlijke ouders of groepen ouders tegelijk. Parro werkt zowel op de mobiele telefoon als op de vaste computer. Nieuwe ouders worden via een link uitgenodigd voor Parro. Vanzelfsprekend bestaat ook nog de mogelijkheid voor ouders en het klassenteam om actuele en/of praktische zaken met elkaar te bespreken door middel van een contactschrift of per e-mail.

6.4 Telefonisch en e-mailcontact Berg en Bosch Onderwijs is telefonisch bereikbaar tussen 7.30 en 10.00 uur en tussen 14.00 en 16.00 uur. Op woensdag naast deze tijden ook tussen 12.30 en 13.15 uur. Via de mail kunnen contact/ belverzoeken worden aangevraagd (info@bbonderwijs.nl). Er wordt dan teruggebeld of gemaild, zo mogelijk dezelfde dag. De locatie in Houten is niet rechtstreeks bereikbaar. Ook de contacten met de medewerkers daar verlopen via de centrale in Bilthoven.

Tussen 7.30 en 16.00 uur is het algemene noodnummer 030-7539408 beschikbaar. Indien met spoed één van de locaties bereikt moet worden, dan kan gebeld worden met de conciërges. Conciërge Houten: 030-6361187- conciërge Bilthoven: 06-21407970. Het noodnummer en de conciërges mogen alleen in geval van calamiteiten gebeld worden (b.v. bij direct gevaar, medicatie vergeten of een acute ernstige gebeurtenis in de familie). Voor vragen aan medewerkers verzoeken wij eenieder om via het e-mailadres van de betreffende medewerker of via info@bbonderwijs.nl contact op te nemen. De e-mailadressen van de medewerkers zijn: voorletter+achternaam@bbonderwijs.nl

21

6.5 Nieuwsbrief Gemiddeld eens per maand ontvangen ouders een nieuwsbrief. Daarin kunnen zij lezen over diverse activiteiten en wetenswaardigheden van de Berg en Bosch School. Via deze nieuwsbrief blijven zij op de hoogte van allerlei onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen. De nieuwsbrieven worden digitaal verstuurd. Aan het begin van het schooljaar of bij wijziging, wordt aan ouders gevraagd hun emailadres aan het secretariaat door te geven. 6.6 Medezeggenschapsraad Berg en Bosch Onderwijs heeft een Medezeggenschapsraad (MR). De MR bestaat uit vertegenwoordigers van de ouders, vertegenwoordigers van het personeel PMR (zowel van de School als het College) en leerlingen van het College. Wanneer er vacatures zijn binnen de MR, zullen afhankelijk van het aantal kandidaten verkiezingen bij de desbetreffende achterban worden gehouden. De MR vergadert gemiddeld eens in de 6 weken. MR-vergaderingen zijn openbaar, tenzij anders vermeld. Wij stellen het wel op prijs dat u zich een week voor de vergadering meldt via mr@bbonderwijs.nl De vergaderingen vinden plaats afwisselend op locatie Bilthoven of Houten. Op de website staan de vergaderdata en de locaties vermeld. Wat doet de MR?

De MR is direct betrokken bij het beleid van de school en kan middels advies en instemmingsrecht daar een bepalende factor in zijn. De MR kan door middel van haar initiatiefrecht ook voorstellen doen om onderwerpen voor de agenda aan te dragen. Ouders, personeelsleden en leerlingen c.q.-achterban kunnen middels de geëigende kanalen, een beroep doen op de MR. De MR heeft overleg met de directies van de afdelingen van de School en het College. Een afvaardiging van de MR zit ook in de GMR, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad waar alle MR-geledingen van de scholen van de Stichting Gewoon Speciaal Onderwijs in vertegenwoordigd zijn. Zij vergaderen meerdere keren per jaar en bespreken vooral schooloverstijgende onderwerpen op bestuurlijk niveau. Heeft u een vraag, mail dan naar: mr@bbonderwijs.nl 6.7 Ouderklankbordgroep De klankbordgroep (KBG) bestaat uit een kleine groep ouders van beide locaties die, op uitnodiging van de school, een aantal keer per jaar met de directie in gesprek gaat. Deze groep dient als ‘klankbord’ voor de school rondom actuele thema’s, nieuw beleid, of zaken die met de communicatie tussen school en ouders te maken hebben. De directie draagt aan waar ze de leden over wil horen. De KBG kan op haar beurt advies geven over zaken die de samenwerking tussen school, ouders en leerlingen positief kunnen beïnvloeden. De gesprekken hebben een oriënterend, ideeënvormend en/of evaluerend karakter. Het overleg heeft geen formele status. De klankbordgroep functioneert naast de Medezeggenschapsraad (MR). Er is geen directe verbinding tussen MR en KBG. Waar de MR vooral een wettelijke toetsende functie heeft, bekleedt de KBG een informele en adviserende functie. Een belangrijke voorwaarde tot lidmaatschap is dat men in staat is om vanuit het algemeen belang naar de ontwikkelingen op school te kijken en dat men daarbij de persoonlijke situatie kan overstijgen. Helderheid over de rolverdeling bij de leden van KBG blijft een punt van aandacht: ouders zijn vooral ouders met hun visie, idealen, ideeën etc. de directie is en blijft verantwoordelijk voor de beleidskeuzes en voor de organisatie van de school. 6.8 Oudercommissie Eén van de manieren om ouders te betrekken bij school is het inschakelen van ouderhulp. Dankzij de hulp van ouders zijn veel extra activiteiten mogelijk die anders niet kunnen worden georganiseerd. Jaarlijks zijn vele ouders betrokken bij het ondersteunen van de sportdag, de Koningsspelen, de musical, kerst e.d. In Houten is een oudercommissie actief. De leden van de oudercommissie ondersteunen het team bij praktische zaken en schakelen waar nodig extra hulp in. De oudercommissie werkt nauw samen met de klassenteams. 6.9 Leerlingenraad Op beide locaties is een gekozen leerlingenraad actief die de overige leerlingen vertegenwoordigt. De raad bestaat uit leerlingen vanaf groep 6. Onder begeleiding van een van de medewerkers wordt vergaderd over tal van onderwerpen zoals de aanschaf van buitenspeelmateriaal, de invulling van het

22

buitenspeelplan en lessen. Tevens doet de leerlingenraad voorstellen voor de invulling van het schoolreisje en excursies. In de lesgroepen wordt al hetgeen besproken is teruggekoppeld aan de leerlingen. 6.10 Kwaliteitsonderzoek De Berg en Bosch School streeft voortdurend naar verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In het kader van deze kwaliteitszorg spelen teamleden, maar ook de ouders een belangrijke rol. Cyclisch wordt door middel van een genormeerd instrument van Beekveld & Terpstra, de kwaliteitsvragenlijst, een uitgebreide enquête uitgevoerd waarin medewerkers en ook ouders gevraagd kan worden een oordeel te geven over het onderwijs en daarmee samenhangende zaken. Tevens wordt jaarlijks de veiligheidsbeleving van leerlingen gemeten. De uitkomsten van deze onderzoeken worden besproken met de directie, personeel en de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad. Gezamenlijk wordt bepaald met welke verbeterpunten de school aan de slag gaat. De verbeterpunten zijn opgenomen in de jaarlijkse ontwikkelagenda, die een belangrijk onderdeel is van het kwaliteitszorgsysteem van de school. 6.11 Onderwijsontwikkelingen De beiden scholen werken met een gezamenlijke ontwikkelagenda. Via een jaarlijks terugkerend proces en tijdspad worden de ontwikkelpunten door leerkrachten, onderwijsassistenten, interne begeleiding, orthopedagogen en de directie vastgesteld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de verschillende verantwoordingsdocumenten (strategisch beleidsplan, schoolplan, schoolondersteuningsplan en het onderzoekskader van de inspectie). Bij de keuze voor de ontwikkelpunten in de agenda wordt ook gebruik gemaakt van:

● Resultaten Cito/analyse leeropbrengsten, ● Resultaten kwaliteitsonderzoeken ● Evaluatie en opbrengsten studiedagen ● Evaluatie van de ontwikkelagenda/ projecten

Voor het vaststellen van de ontwikkelagenda vindt een selectieproces plaats op basis van: 1. Verplichting 2. Visie/ Missie 3. Urgentie 4. Haalbaarheid

De ontwikkelagenda, met alle ontwikkelingen die het schooljaar centraal staan, wordt bij de start van het schooljaar gepresenteerd. Achter elk van deze ontwikkelingen zit een kwaliteitskaart en een projectgroep. De kwaliteitskaart beschrijft de doelen, opbrengsten en een planning met verschillende acties die in de tijd zijn weggezet. De projectgroep bestaat uit een verantwoordelijke uit de CvB (Commissie van Begeleiding) en collega’s van beiden locaties. De kwaliteitskaarten uit de ontwikkelagenda staan centraal tijdens maandelijkse bijeenkomsten van de CvB. Het overzicht van de verschillende projecten uit de ontwikkelagenda geeft inzicht in het tijdspad, de vorderingen van de verschillende projecten. Ontwikkelingen schooljaar 2019-2020

● Vanuit onze gezamenlijke visie op onderwijs, is door beiden teams een visie ontwikkeld met betrekking tot de inzet van digitale middelen. Er zijn Chromebooks aangeschaft voor alle leerlingen.

● Er is een aanbod ontwikkeld voor bijzonder begaafde Berg en Bosch leerlingen dat aansluit op

hun ontplooiingsbehoefte. Er is een pilot gestart met een peergroep bestaande uit ontwikkelingsgelijken uit diverse groepen.

● De leerkrachten voelen zich competent om goed tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte op

leesgebied. Ze kunnen dit organiseren in tijd, instructie en organisatie. Dit wordt ondersteund door een lees- en spelling protocol waarin afspraken genoteerd staan.

● Er is een nieuw format van het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) waarin de doelen op

didactisch en pedagogisch gebied beschreven zijn. Dit geeft inhoud en richting aan ons onderwijs.

23

Hierin wordt beschreven wat er wordt gedaan om de gestelde doelen te bereiken en wordt er eveneens geëvalueerd. Vervolgens wordt het onderwijs weer hierop afgestemd.

● Edi (expliciete directe instructie model) is de vaste didactische structuur voor alle vakgebieden, bij

elke les. De leerkrachten zijn zich bewust dat het leren planmatig en doelbewust wordt

aangeboden. Volgens een vaste structuur met duidelijke afspraken.

Voor de nieuwe medewerkers staat een Edi-training gepland.

● Ouders en externen nemen kennis van het onderwijs en ondersteuningsaanbod van de Berg en

Bosch Scholen. Zij ervaren de scholen als plek waar zij welkom zijn, ervaringen en kennis opdoen en delen. Ouders en derden worden periodiek uitgenodigd voor informatiebijeenkomsten. Elk kwartaal vindt er een bijeenkomst van de ouderklankbordgroep plaats.

6.12 Informatiebescherming en privacybeleid (Wet AVG) Op de Berg en Bosch School gaan wij zorgvuldig om met de privacy van onze leerlingen. Dit is vastgelegd in het privacyreglement van onze school. Hierin staat beschreven hoe we op school omgaan met leerlingengegevens, en wat de rechten zijn van ouders en leerlingen. De gegevens die over leerlingen gaan, noemen we persoonsgegevens. Wij maken alleen gebruik van persoonsgegevens als dat nodig is voor het leren en begeleiden van onze leerlingen, en voor de organisatie die daarvoor nodig is. De leerlingengegevens worden opgeslagen in ons digitale administratie- en leerlingvolgsysteem Parnassys. Dit programma is beveiligd en toegang tot de gegevens is beperkt tot medewerkers van onze school. Tijdens de lessen maken wij gebruik van een aantal digitale leermaterialen. Hiervoor is een beperkte set met persoonsgegevens nodig om bijvoorbeeld een leerling te kunnen identificeren als die inlogt. Wij hebben met de leveranciers van deze leermaterialen duidelijke afspraken gemaakt over de gegevens die ze van ons krijgen. De leverancier mag de leerlingengegevens alleen gebruiken als wij daar toestemming voor geven, zodat misbruik van die informatie door de leverancier wordt voorkomen. Jaarlijks vragen we ouders om toestemming voor het gebruik van beeldmateriaal. Ouders mogen hun toestemming altijd weer intrekken. Zonder toestemming wordt er geen beeldmateriaal van een leerling gebruikt. Het verlenen en intrekken van toestemming voor het gebruik van beeldmateriaal kan via de Parro-app. In geval van uitwisseling van leerlingengegevens met andere scholen of instanties wordt vooraf toestemming gevraagd aan de ouders, tenzij die uitwisseling verplicht is op grond van de wet. Zo mag de Onderwijsinspectie leerlingengegevens inzien om toezicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs. Ouders hebben het recht om de gegevens van en over hun kind(eren) in te zien. Als de gegevens niet kloppen, moet de informatie gecorrigeerd worden. Als de gegevens die zijn opgeslagen niet meer relevant zijn voor de school, mogen ouders vragen die specifieke gegevens te laten verwijderen. Voor vragen of het uitoefenen van hun rechten, kunnen ouders contact opnemen met de leerkracht van hun kind of met de locatiedirecteur. Het privacyreglement is terug te vinden op de website van de school. 6.13 Schorsing en verwijdering Schorsing en verwijdering van een leerling zijn zware maatregelen. Zij worden alleen toegepast bij uitzonderlijk probleemgedrag. In de beoordeling of een schorsing noodzakelijk is, zijn de veiligheid voor de leerling zelf, voor de medeleerlingen en de medewerkers belangrijke aspecten. Bij ernstige fysieke en/of verbale agressie van een leerling, wordt contact opgenomen met de ouders. De leerling krijgt een time-out, wat wil zeggen dat hij/ zij een dag thuis blijft om tot rust te komen. Ook medeleerlingen en/of het personeel krijgen dan de kans het incident te verwerken. Deze procedure kan één keer herhaald worden. Bij blijvend ernstige agressie-incidenten worden ouders opnieuw uitgenodigd op school en wordt overgegaan tot een schorsing van maximaal een week. De leerling krijgt werk mee voor thuis. De Onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar worden hierover geïnformeerd. Wanneer de agressie blijft bestaan, kan worden overgegaan tot verwijdering van school. Gelukkig zijn deze maatregelen zelden nodig. Het protocol schorsing en verwijdering, wat is opgenomen in het veiligheidsplan, ligt ter inzage bij het secretariaat en staat op de website van onze school.

24

6.14 Klachtenregeling Een goed, veilig klimaat en goede contacten onderling zijn voor alle belanghebbenden in de school een voorwaarde voor goed functioneren. Toch zijn er situaties denkbaar waarin een klacht kan ontstaan. Als ouders of een leerling een klacht hebben op het gebied van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, of over het onderwijs of de begeleiding op school, dan wordt deze in eerste instantie besproken met de leerkracht en/of mentor. Als blijkt dat het niet mogelijk is de klacht eenvoudig op te lossen, dan kan contact opgenomen worden met de interne vertrouwenspersoon en/of de directie. Indien ook dat contact in de ogen van de klager(s) niet leidt tot een oplossing, kan de klacht worden ingediend bij het bestuur en eventueel bij een externe vertrouwenspersoon. In overleg wordt de klacht behandeld en wordt naar een oplossing gezocht. Wanneer de behandeling van de klacht door een externe vertrouwenspersoon en het bestuur ook niet afdoende tot een oplossing leidt, dan kan de klacht worden ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Deze neemt de klacht in behandeling volgens het klachtenreglement (zie voor procedure en reglement: www.onderwijsgeschillen.nl ) De klachtencommissie geeft in een uitspraak aan of de klacht gegrond is en zal, als dat het geval is, het bevoegd gezag van de school adviseren met betrekking tot de te nemen maatregelen. De contactgegevens van de landelijke klachtencommissie en het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur, evenals de contactgegevens van de interne- en externe vertrouwenspersonen, staan achterin deze schoolgids. De klachtenregeling van Berg en Bosch Onderwijs is te vinden op de website: www.bbonderwijs.nl

25

7. Veiligheidsbeleid

7.1 Sociale veiligheid Een veilig leerklimaat voor de leerlingen en een veilig werkklimaat voor het personeel zijn belangrijke voorwaarden om optimaal te kunnen functioneren en voor de leerlingen om zich te kunnen ontwikkelen. Betrokkenheid van ouders is hierbij van groot belang. De school is eerstverantwoordelijke voor het creëren van een veilig schoolklimaat, maar dit kan niet zonder de medewerking van leerlingen en ouders. Het schoolveiligheidsbeleid van de Berg en Bosch School is niet beperkt tot incidentenbeleid. Het wordt planmatig ontwikkeld en uitgevoerd, waarmee het team alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen of in de directe omgeving van de school zoveel mogelijk wil voorkomen. Bij incidenten worden maatregelen getroffen om verdere escalatie te voorkomen. Protocollen en procedures betreffende veiligheid zijn terug te vinden op de website van de school. Het onderdeel sociale veiligheid krijgt regelmatig aandacht, o.a. tijdens het teamoverleg en in de arbocommissie. De veiligheidscoördinator van de school Amanda Wiercx, heeft taak het sociale veiligheidsbeleid actueel en ‘levend’ te houden. Ze is te bereiken via e-mail: awiercx@bbonderwijs.nl Medewerkers worden jaarlijks getraind in agressie- en conflicthantering, waarbij de nadruk ligt op het voorkómen van incidenten, essentieel voor een effectief veiligheidsbeleid. 7.2 Veiligheidsprotocol De Berg en Bosch School heeft een Veiligheidsprotocol. Dit protocol is opgesteld vanuit de visie dat een veilige school voor iedereen belangrijk is, zowel voor de leerlingen als voor de medewerkers. Veiligheid begint bij de kernwaarden van de school. Vanuit de kernwaarden worden regels en afspraken gemaakt over hoe we met elkaar omgaan op school. Een aantal van deze afspraken zijn vanuit wettelijke kaders opgelegd, een aantal afspraken wordt opgehangen aan de eigen kernwaarden. De Berg en Bosch School heeft 3 kernwaarden opgesteld: 1. Zorg goed voor jezelf 2. Zorg goed voor de ander 3. Zorg goed voor de spullen

Deze kernwaarden zijn verwerkt in het logo (de ladder) van de Berg en Bosch School en hangen duidelijk zichtbaar in de school. De kernwaarden vormen de basis voor een goed pedagogisch klimaat, waarbij leerlingen, teamleden en ouders zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de sfeer en veiligheid in de school. Het veiligheidsprotocol is de handleiding voor medewerkers om vanuit de kernwaarden te kunnen handelen wanneer zij te maken krijgen met onveilige situaties, grensoverschrijdend gedrag, incidenten en agressie en daarmee een veilige leeromgeving te creëren voor leerlingen en medewerkers.Het veiligheidsprotocol is op de vragen bij de directeuren. 7.3 Meldcode en verwijsindex Op de Berg en Bosch school werken wij met de verwijsindex. Het doel van de verwijsindex is om professionals die betrokken zijn bij een gezin met elkaar in contact te brengen om de best passende begeleiding en ondersteuning te bieden. Alle kinderen die op onze school onderwijs volgen worden in de digitale verwijsindex gezet. Hier worden alleen algemene persoonsgegevens in opgeslagen. Inhoudelijke informatie over een kind wordt niet in de verwijsindex vermeld. Alleen met toestemming van ouders/verzorgers wordt er inhoudelijke informatie over een kind uitgewisseld tussen betrokken professionals. De meldcode is te vinden op de website van de school. Voor meer informatie zie de website: www.verwijsindexmiddennederland.nl. 7.4 Arbeidsomstandigheden Iedere onderneming, dus ook iedere school, is volgens de wet verplicht beleid te voeren dat is gericht op het verbeteren en in stand houden van zaken die te maken hebben met veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting. Om hier zicht op te krijgen dienen tal van situaties gecontroleerd en beschreven te worden. Hiertoe wordt iedere drie tot vier jaar een Risico Inventarisatie en Evaluatie uitgevoerd door de beleidsmedewerker arbeidsomstandigheden. N.a.v. dit onderzoek wordt jaarlijks het arbojaarplan opgesteld. Oplossen van knelpunten en borging van procedures wordt bewaakt door de

26

arbocommissies van beide locaties van de Berg en Bosch School. Het gaat dan bv. om veiligheid van werkruimtes en lokalen, periodieke controle van elektrische apparatuur, goed meubilair, brandveiligheid, goede verlichting, een ontruimingsplan, EHBO, maar bijvoorbeeld ook om het aanstellen van veiligheidscoördinatoren en het vastleggen van de klachtenprocedure. De Berg en Bosch School is zich bewust van het belang van het voeren van goed beleid rond de arbeidsomstandigheden en stelt zich hierin actief op. Zo zijn er op iedere locatie medewerkers tot Bedrijfshulpverlener opgeleid, een opleiding die tot doel heeft mensen de kennis en vaardigheden bij te brengen hoe te handelen in geval van een calamiteit, zoals een brand. Jaarlijks wordt er op beide locaties een ontruimingsoefening gehouden. Doel van dit alles is een situatie en sfeer te ontwikkelen waarin zowel de leerling als het personeel zich veilig en prettig voelt. En mocht er onverhoopt iets misgaan, dan is in ieder geval duidelijk hoe er gehandeld moet worden.

27

8.1 Financiën

8.1 Ouderbijdrage Elk jaar wordt vanuit de directie aan de ouders/verzorgers van leerlingen van Berg en Bosch Onderwijs een financiële bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is vrijwillig, ouders zijn niet verplicht deze te betalen.

De school vraagt deze ouderbijdrage, die op €70.- per leerling is vastgesteld, omdat het ministerie voor bepaalde zaken en activiteiten niet voldoende of geen geld beschikbaar stelt, terwijl de school haar leerlingen toch graag extra activiteiten en voorzieningen blijft aanbieden omdat ze belangrijk zijn voor het onderwijs. Het betreft zaken als sint- en kerstactiviteiten, koningsdag, sportdagen, kunst en cultuur e.d. In Houten worden van de ouderbijdrage ook nog de schooltuinen en voor enkele groepen les in de techniekfabriek betaald. De hoogte en de bestemmingen van de vrijwillige ouderbijdrage worden jaarlijks afgesproken met de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Het (onverhoopt) niet betalen van de vrijwillige bijdrage heeft geen gevolgen voor de toegankelijkheid van de onderwijsactiviteiten op de school voor de leerlingen.

De kosten voor het schoolreisje zitten niet bij dit bedrag inbegrepen. Een verzoek tot betaling hiervoor krijgen ouders, afhankelijk van de te maken kosten, van de directeur. 8.2 Verzekeringen Het schoolbestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is van kracht bij alle activiteiten die in schoolverband plaatsvinden. De verzekering geldt vanaf een uur voor het begin van de school tot een uur na schooltijd. Dit is echter geen aansprakelijkheidsverzekering. Ouders blijven wettelijk aansprakelijk voor schade die door hun kind aan andere leerlingen of aan de school wordt toegebracht. De school gaat er daarom vanuit dat ouders en leerlingen een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (AVP) hebben. Wanneer een leerling een mobiele telefoon, laptop, of tablet meeneemt naar school, is dit op eigen verantwoordelijkheid. Schade aan eigen materialen valt niet onder de aansprakelijkheid van school.

8.3 Sponsoring Berg en Bosch Onderwijs kiest ervoor om zich te houden aan het Convenant Sponsoring dat gesloten is tussen o.m. de overheid, besturenorganisaties en ouderorganisaties. Uitgangspunt daarbij is dat sponsoring op geen enkele wijze de inhoud van het onderwijs mag beïnvloeden, noch de school in een afhankelijke positie mag plaatsen. Voor meer specifieke informatie wordt verwezen naar de tekst van het Convenant. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd (schenkingen vallen hier dus niet onder). Bij sponsoring kan gedacht worden aan: ● lesmaterialen/leermiddelen

● adverteren

● periodieke uitgaven

● activiteiten

● gebouw, inrichting, exploitatie

● apparatuur ● cateringactiviteiten

Het bevoegd gezag is te allen tijde verantwoordelijk voor hetgeen binnen het verband van de schoolorganisatie met betrekking tot sponsoring plaatsvindt. Afspraken tussen de school en sponsor worden op schrift gesteld in een overeenkomst, waarin de wederzijdse afspraken worden vastgelegd. De Medezeggenschapsraad (MR) heeft instemmingsrecht met betrekking tot sponsoring. Dit houdt in, dat de MR moet instemmen met sponsoring als daaruit voor de school verplichtingen voortvloeien, waarmee leerlingen worden geconfronteerd.

28

9. Resultaten van het onderwijs

We proberen iedere leerling op het gebied van de leerstof het maximaal haalbare te laten bereiken. Op het gebied van de persoonlijkheidsontwikkeling streven we ernaar het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van de leerling zoveel mogelijk te bevorderen. Dit doen we door de leerling structuur te bieden, de leerstof gedoseerd aan te bieden en de leerling zoveel mogelijk individueel te benaderen. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid zijn niet zo gemakkelijk meetbaar, maar in de loop van hun verblijf op onze school zien we bij veel leerlingen vooruitgang op dit gebied. Indien mogelijk zal terugplaatsing naar het regulier onderwijs altijd onderzocht en gestimuleerd worden. Het is onze ambitie om 15 % van onze leerlingen te laten uitstromen naar regulier onderwijs. Hiermee haalt de Berg en Bosch School de door de Onderwijsinspectie gestelde norm. Jaarlijks wordt gevolgd of de uitstroomadviezen goed zijn geweest, of de oud-leerlingen nog het type onderwijs volgen dat de Berg en Bosch School heeft geadviseerd. Als er sprake is van een verandering van onderwijstype bij een leerling, wordt onderzocht wat de oorzaak hiervan is. De resultaten van dit onderzoek worden geëvalueerd en meegenomen in de Ontwikkelagenda van de school. 9.1 Streefdoelen 2020-2021 Naast het op orde hebben van onze basiskwaliteit hebben we voor de beide scholen ambities en streefdoelen geformuleerd die voortkomen uit onze missie. Deze streefdoelen worden jaarlijks opgesteld en geëvalueerd. Het leerpotentieel is de maximale prestatie die een leerling onder ideale omstandigheden kan leveren. Onder ‘ideale omstandigheden’ wordt verstaan een leeromgeving die de belemmerende invloed vanuit de problematiek van de leerlingen vermindert en het kind-eigen gedrag versterkt. De mate waarin deze ideale omstandigheden kunnen worden gecreëerd en de intellectuele, emotionele en sociale leerbaarheid leiden tot het benutte leervermogen. De combinatie van de problematiek en de cognitieve capaciteiten kan een verlagende uitwerking hebben op het leerpotentieel van onze leerlingen. De evaluatie van de leerresultaten van de voorgaande schooljaren en de gegevens van de huidige leerlingenpopulatie leiden tot onze streefdoelen.

● 70 % stroomt uit naar VMBO Theoretische leerweg of hoger ● 15% van de leerlingen stroomt uiteindelijk uit richting regulier (voortgezet) onderwijs. ● 80% van de leerlingen behaalt resultaten op een niveau passend bij hun leerroute en

uitstroomniveau. Hierbij wordt kritisch gekeken naar de leergebieden begrijpend lezen en rekenen.

De individuele leerroute en uitstroomverwachtingen worden opgenomen en bijgesteld in het Ontwikkelingsperspectiefplan van de leerlingen. Referentieniveaus zorgen dat het voorgezet onderwijs goed aansluit op het basisonderwijs. Deze niveaus bepalen welke stof een leerling moet beheersen in de verschillende fases van zijn schoolloopbaan. Het grootste verschil met de kerndoelen (doelen die aangeven welke leerstof elke school minimaal moet behandelen) is dat de kerndoelen een aanbodverplichting hebben en referentieniveaus een opbrengstverplichting. Elke school moest dus aanbieden wat er in de kerndoelen staat, maar de opbrengst verplichting van de referentieniveaus gaat iets verder: de school moet de stof niet alleen aanbieden, de kinderen moeten de stof ook gaan beheersen. Het basisniveau 1F is het niveau dat leerlingen aan het einde van de basisschool minimaal zouden moeten beheersen. Maar het gewenste niveau ligt hoger. De overheid heeft de wens dat het grootste deel van de leerlingen aan het eind van de basisschool een hoger niveau behaalt, het streefniveau 1S.

Uitgaande van leerlingen met beperkende aspecten vanuit een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) of problematiek met vergelijkbare onderwijs- en ondersteuningsbehoeften (o.a. ee vertraagde Informatieverwerking) en een minimaal IQ >80, wordt de volgende verdeling aangehouden:

● 75% van de leerlingen voldoet aan 1F met uitstroom richting VMBO basis/kader ● 50% van deze leerlingen voldoet aan 1S met uitstroom naar VMBO TL of hoger.

29

9.2 Overzicht van het uitstroomniveau van de leerlingen en de tussentijdse uitstroom:

Uitstroom naar 2017-2018 2018-2019 2019-2020 VSO praktijkonderwijs

2 1 2

Praktijkonderwijs

1

Berg en Bosch College basisberoepsgerichte leerweg

5 2 3

Berg en Bosch College basis/kaderberoepsgerichte leerweg

4 7

Berg en Bosch College kaderberoepsgerichte leerweg

6 4 6

Berg en Bosch College kaderberoepsgericht /tl

2 3 1

Berg en Bosch College theoretische leerweg

4 9 15

Berg en Bosch College tl/havo

4 4 3

Berg en Bosch College havo

2 6 3

Berg en Bosch College havo/vwo

4 3 1

Berg en Bosch College vwo

2 1

Extern vso vwo

2 1

Extern vso vmbo

2

Regulier vmbo

- 2 5

Regulier havo/vwo

2 2 1 (tl/havo)

Totale einduitstroom 33 43 51

Tussentijdse uitstroom schooljaar 2019-2020 Dit betreft de leerlingen die gedurende het schooljaar of aan het eind van een schooljaar uitstromen.

Uitstroomrichting Aantal leerlingen

Regulier basisonderwijs 3

Andere Cluster 4 school 4

Behandeling 2

Speciaal basisonderwijs (sbo) 1

Verhuisd, uitstroom onbekend 1

Totaal 11

30

10. Contactgegevens

Directies Berg en Bosch Onderwijs Dhr. T. Wennekes, directeur School Houten Dhr. P. Gerritsen, directeur School Bilthoven Mevr. B. van de Kant en mevr. E von Piekartz, directeuren College Houten Dhr. N. Rosenbaum, mevr. J. Kisteman en mevr. M. van Ingen-Schenau, schoolleiding College Bilthoven Raad van Bestuur Dhr. R. Damwijk Dhr. F. Meeuwes Raad van Toezicht Dhr. R.J. van Veen (voorzitter) Mevr. M.H. van den Berg (vicevoorzitter) Dhr. L.A. Bras Dhr. F.J. Eijsink Dhr. H.J. Kwant Dhr. J.A.P.M. Maas Mevr. E.G.A. Poortvliet Dhr. A. Verkerk Mevr. A.C. Vermeulen Interne vertrouwenspersoon Mevr. R. Söhne rsohne@bbonderwijs.nl Externe vertrouwenspersonen De externe vertrouwenspersonen van Gewoon Speciaal Onderwijs (werkzaam vanuit de CED-groep) zijn: Dhr. J. Meijboom, j.meijboom@cedgroep.nl tel. 010-4071599 Mevr. E. Rietveld, e.rietveld@cedgroep.nl tel. 06-12434493 Landelijke Klachtencommissie Klachtencommissie Onderwijs (LKC) Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191, 3508 AD Utrecht T: 030 - 280 95 90 E-mail: info@onderwijsgeschillen.nl www.onderwijsgeschillen.nl Vertrouwensinspecteurs Inspectie van het Onderwijs Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen ook gemeld worden bij de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs. De vertrouwensinspecteurs zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.00 - 17.00 uur) bereikbaar op het telefoonnummer: 0900 111 3 111 (lokaal tarief). Voor vragen aan de Inspectie van het Onderwijs kunt u terecht op de website: www.onderwijsinspectie.nl Informatie Rijksoverheid Telefonisch kunt u uw vraag stellen aan Informatie Rijksoverheid via 1400 (bereikbaar op werkdagen tussen 8.00 en 20.00 uur). Klankbordgroep Namen bekend bij het secretariaat van de school.

Medezeggenschapsraad medezeggenschap@bbonderwijs.nl

31

Oudercommissie Houten oudercommissie@bbonderwijs.nl Samenwerkingsverbanden waarmee de Berg en Bosch School het meest samenwerkt 1. SWV 2601: Utrecht PO voor Utrecht stad (www.swvutrechtpo.nl) 2. SWV 2602: De Eem voor o.a. Amersfoort, Baarn Bunschoten (www.swvdeeem.nl) 3. SWV 2603: PO Zuidoost Utrecht ZOUT voor o.a. De Bilt, Bunnik, Zeist (www.swvzout.nl) 4. SWV 2604: Stichting Passenderwijs voor o.a. Woerden, Oudewater en Ronde Venen (www.passenderwijs.nl) 5. SWV 2605: Profi Pendi voor o.a. Houten, Nieuwegein, IJsselstein, Vianen (www.profipendi.nl) 6. SWV 2709: Unita voor o.a. Het Gooi en Hilversum (www.swvunita.nl)