UITVOERINGSPROGRAMMA LEA TILBURGEen gezamenlijk programma van kinderopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.

TILBURG BRENGT JE VERDER

2

UITVOERINGSPROGRAMMA LEA TILBURGEen gezamenlijk programma van kinderopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

KinderopvangorganisatiesDe Korveltuin B.V., Kinderdagverblijf De Grote Uil, Kinderdagverblijf De Kleine Boom, Kinderdagverblijf Floortje Nachtegaal, Kinderdagverblijf Kiek, Kinderopvang De Teddybeer, Kinderopvang Unikids 2.0 B.V., Kinderdagverblijf Okiedokie, Kinderopvanggroep Tilburg B.V., Kinderopvangorganisatie De Kleine Wereld B.V., Minies Kinderopvang Tilburg B.V., Nulvier Tilburg B.V., Peuterspeelzalen Tilburg B.V., The Nanny’s V.O.F., Tjil! V.O.F., Stichting Buitenschoolse opvang Linda & Evy, Stichting Kindercentrum Wondertje, Stichting Kinderopvang Humanitas regio Midden Brabant, Stichting Peuterspeelkamer Windekind, Stichting Tangent.

Primair Onderwijs Stichting Biezonderwijs, Stichting Islamitisch Primair Onderwijs, Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg, Stichting Katholiek Onderwijs Tilburg Zuid Oost, Stichting Mytylschool Tilburg, Stichting Opmaat, Stichting Tangent, Stichting Vrije School Tilburg, Stichting Xpect Primair.

Voortgezet Onderwijs en Middelbaar BeroepsonderwijsStichting Biezonderwijs, Stichting Helicon Opleidingen, Stichting Katholiek Ondernemersonderwijs/ Scholengemeenschap De Rooi Pannen, Stichting Mytylschool Tilburg, Stichting Onderwijsgroep Tilburg, Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Tilburg,Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.

Hoger onderwijsAvans Hogescholen, Fontys Hogescholen

Gemeente Tilburg

Maart 2016

3

INLEIDING 4Leeswijzer 4 Verbinding LEA Tilburg 4

1. TILBURG BRENGT KINDEREN VERDER 5 1.1. Gezamenlijke ambitie 5 1.2. Doelstellingen 5 1.3. Programma- en actielijnen 5 1.4. Ruimte voor innovatie 5

2. KINDEROPVANG EN PRIMAIR ONDERWIJS 6 2.1. Programmalijn: Talentontwikkeling en doorgaande leerlijnen via integrale locatieplannen 6 2.1.1 Integrale locatieplannen 6 2.1.1.1. Contextrijk leren via programmalijnen 8 2.1.1.2. Doorgaande leerlijnen 8 2.1.1.3. Professionele organisaties 10 2.1.1.4. Partnerschap met ouders 11 2.1.1.5. Pedagogische kwaliteit en sociale veiligheid 12 2.1.2. Internationalisering 12 2.1.3 Onderwijshuisvesting 13 2.2. Programmalijn: Aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp 13 2.2.1. Passend onderwijs en jeugdhulp 13

3. VOORTGEZET ONDERWIJS EN MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS 15 3.1. Programmalijn: Talentontwikkeling en internationalisering 15 3.1.1. Brede vorming en talentontwikkeling 15 3.1.2. Internationalisering 15 3.1.3. Overgang PO-VO en VO-MBO 16 3.1.4. Sociale veiligheid 16 3.1.5. Onderwijshuisvesting 17 3.2. Programmalijn: Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt 17 3.2.1. Aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt 17 3.2.2. Vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie 18 3.3. Programmalijn: Aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp 19

4. STURING, MONITORING EN SAMENWERKING 20 4.1. Sturing en organisatie 20 4.2. Monitoring 21 4.3. Samenwerking en communicatie 21

5. FINANCIËN 22 5.1. Financiën 22

BIJLAGE 1. FINANCIËN UITVOERINGSPROGRAMMA LEA TILBURG 25

3.3.1. Aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp 19

4

INLEIDINGVoor u ligt het uitvoeringsprogramma Lokale Educatieve Agenda (LEA) Tilburg. Het uitvoeringsprogramma is een directe vertaling van de LEA Tilburg die in juni 2015 is vastgesteld. De LEA is de gezamenlijke agenda van de besturen van kinderopvangorganisaties, schoolbesturen primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in Tilburg en de gemeente Tilburg. In de LEA zijn de ambities voor opvang en onderwijs in Tilburg voor de periode van 2015- 2018 vastgelegd. In dit uitvoeringsprogramma beschrijven we onze gezamenlijke afspraken over concrete resultaten, de benodigde inspanningen van de partners en de randvoorwaarden op het gebied van sturing, organisatie, monitoring en financiën.

LEESWIJZERHet uitvoeringsprogramma bestaat uit de volgende onderdelen. In hoofdstuk 1 beschrijven we de contouren van het uitvoeringsprogramma: onze gezamenlijke ambitie, de doelen die we nastreven en de programma- en actielijnen. Hoofdstuk 2 gaat in op de inspanningen die we binnen het KO en PO per actielijn gaan plegen en wie waar verantwoordelijk voor is. Wanneer meerdere organisaties zijn genoemd als verantwoordelijken is de eerstgenoemde trekker of initiatiefnemer. Ditzelfde geldt voor het VO-MBO dat in hoofdstuk 3 verder is uitgewerkt. In hoofdstuk 4 maken we inzichtelijk wat er nodig is aan sturing en organisatie om het uitvoeringsprogramma succesvol ten uitvoer te brengen. De manier waarop het uitvoeringsprogramma wordt gefinancierd komt terug in hoofdstuk 5.

VERBINDING LEA TILBURGIn dit uitvoeringsprogramma sluiten we zoveel mogelijk aan bij de opzet van de eerder gemaakte LEA. Zo beschrijven we de aanpak en inzet vanuit KO-PO en VO-MBO vanwege de eigen dynamiek en voor de duidelijkheid apart. Voortschrijdend inzicht op basis van gevoerde gesprekken heeft er echter toe geleid dat we de twee programmalijnen Talentontwikkeling en internationalisering en Doorgaande leerlijnen – integrale locatieplannen voor het KO-PO hebben samengevoegd tot één programmalijn: Talentontwikkeling en doorgaande leerlijnen via integrale locatieplannen. Voor het VO-MBO volstaat nog steeds: Talentontwikkeling en internationalisering. Daarnaast zijn de inspanningen in het kader van het HBO uitgewerkt in een apart uitvoeringsprogramma.

1

5

TILBURG BRENGT KINDEREN VERDERGEZAMENLIJKE AMBITIEIn de LEA zijn de wetswijzigingen, regelingen, trends en maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op onderwijs en begeleiding aan kinderen en jongeren reeds uitgebreid geschetst. Internationalisering en individualisering van de samenleving en flexibilisering van de arbeidsmarkt maken dat er andere eisen worden gesteld aan burgers. Binnen onze sterk veranderende maatschappij en arbeidsmarkt werken kinderopvang, onderwijs en gemeente in het kader van de LEA daarom samen aan de onderstaande ambitie.

In Tilburg werken we aan talentontwikkeling van alle kinderen en jongeren, zodat ze opgroeien tot burgers die er bij horen en meedoen in de maatschappij waarin zij leven. Goed onderwijs vormt de sleutel tot ontplooiing, duurzaam werk en sociaal welzijn. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen die bij het kind en de jongere betrokken is om alert in te spelen op veranderende omstandigheden. In Tilburg zorgen we ervoor dat opvang en onderwijs en de segmenten van onderwijs op elkaar aansluiten en dat doorlopende leer- en ontwikkellijnen concreet vorm worden gegeven. In betekenisvolle verbinding leren we van elkaar en benutten we onze diversiteit aan kennis en expertise. Bron: LEA Tilburg.

DOELSTELLINGEN Bovengenoemde ambitie hebben we voor dit uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt naar onderstaande doelstellingen.

In 2018:- maakt 90% van alle door de GGD geïndiceerde doelgroepkinderen gebruik van een VVE voorziening;- werken alle locaties KO-PO vanuit een integraal locatieplan planmatig aan brede talentontwikkeling van kinderen; - blijven de voortijdig schoolverlaters (VSV) percentages onder de normen die het Ministerie van OC&W daarvoor stelt.

PROGRAMMA- EN ACTIELIJNENWe realiseren onze ambities via drie programmalijnen. De eerste twee programmalijnen omvatten zowel thema’s voor KO-PO als voor VO-MBO. De derde programmalijn is specifiek voor het VO -MBO.1. Talentontwikkeling en doorgaande leerlijnen via integrale locatieplannen (PO-VO) Talentontwikkeling en internationalisering (VO-MBO)2. Aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp 3. Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt

In dit uitvoeringsprogramma zijn de programmalijnen verder uitgewerkt naar concrete actielijnen. Langs deze actielijnen gaan we onze resultaten behalen.

RUIMTE VOOR INNOVATIEIn de komende jaren stimuleren we binnen onze samenwerking en middels onze inspanningen een innovatieve manier van werken, waarbij ruimte is om uit te proberen en te leren. Dit komt in elk geval terug binnen de Ontwikkelacademie. Daarnaast creëren we binnen KO-PO en VO-MBO ruimte voor experimenten die bijdragen aan de ontwikkeling van talenten van kinderen en jongeren. Het gaat in elk geval om (onderwijs)concepten waarin kinderen en jongeren met verschillende talenten van elkaar leren, zich aan elkaar optrekken en zich verantwoordelijk voelen voor elkaar. De concepten worden bij voorkeur vanuit de praktijk ontwikkeld en komen aantoonbaar ten goede aan kinderen en jongeren. Opbrengsten worden met elkaar gedeeld en werkzame principes zichtbaar gemaakt.

11.1

1.2

1.3

1.4

6

KINDEROPVANG EN PRIMAIR ONDERWIJS PROGRAMMALIJN: TALENTONTWIKKELING EN DOORGAANDE LEERLIJNEN VIA INTEGRALE LOCATIEPLANNENIn Tilburg helpen we kinderen hun potentieel te ontwikkelen. We dagen kinderen uit zich in de breedte én optimaal te on tplooien. We werken daarom naast de kernvakken als taal en rekenen aan vaardigheden als samenwerken, problemen oplossen en kritisch denkvermogen. We vinden sociale, communicatieve, ICT- en creatieve vaardigheden van belang. We werken hier zowel binnen de voorschoolse voorzieningen, het reguliere lesprogramma als in de buitenschoolse opvang en activiteiten aan. Talent gaat niet alleen over kunnen, maar ook over willen en doorzetten. Kinderen worden op hun talent en hun ambitie en leergierigheid aangesproken. Zij leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces – wat wil ik leren en waarom - en met anderen samen te werken. Hiertoe bieden we kinderen per locatie een doelgericht, samenhangend en uitdagend programma.

Integrale locatieplannenEen belangrijk instrument om tot een doelgericht, op maat gemaakt programma te komen, is het integraal locatieplan. Onderstaand geven we onder 2.1.1. een toelichting op de opzet, het werken met de integrale locatieplannen en de financiering van deze plannen. Vervolgens werken we de belangrijkste onderwerpen van de integrale locatieplannen (onder 2.1.1.1 t/m 2.1.1.5) nader uit: contextrijk leren, doorgaande leerlijnen, professionele organisaties, partnerschap met ouders en pedagogisch kwaliteit en sociale veiligheid. De verbinding tussen zorg en onderwijs – ook onderdeel van het integrale locatieplan – komt terug onder de programmalijn: Aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp (2.2.).

Alle onderwijslocaties maken samen met de kinderopvangorganisaties waar zij mee samenwerken aan de hand van een gezamenlijk afgesproken methodiek een integraal locatieplan. Een analyse van gegevens van de wijk, van de locatie, de ouders en de kinderen wordt betrokken in de afweging waar de focus van de locatie op komt te liggen. Deze analyse wordt verbonden met het schoolplan, de plannen vanuit de kinderopvang en de inhoudelijke uitgangspunten en mogelijkheden van het gemeentelijk beleid. Daarnaast legt het plan de verbinding met zorg en omvat het plan afspraken met samenwerkingspartners vanuit de Tilburgse toegang op het gebied van zorg, welzijn, jeugdhulp, werk en inkomen. Er is nadrukkelijk ruimte voor innovatie. De locaties hebben de verantwoordelijkheid om inhoudelijke doelen te stellen, deze te vertalen naar activiteiten en een begroting en te monitoren op bereikte resultaten. We streven hierbij twee doelen na:1. Talentontwikkeling voor alle kinderen2. Doorgaande leerlijnen van 0 – 13 jaar

Locaties verkennen door middel van de methodiek of en welke inspanningen zij leveren op de volgende thema’s uit de LEA:

22.1

2.1.1

7

Financiering integrale locatieplannenLocaties KO en PO formuleren een integraal locatieplan met een focus van 2 tot 4 jaar. Jaarlijks stellen zij een activiteitenplan en een begroting op. De begroting maakt inzichtelijk welke onderdelen met eigen middelen worden gefinancierd en voor welke onderdelen aanspraak wordt gedaan op het gemeentelijke budget. Het gemeentelijke budget kan worden ingezet voor plannen die aantoonbaar bijdragen aan het realiseren van talentontwikkeling voor alle kinderen en doorgaande leerlijnen. Het integraal locatieplan dient te voldoen aan onderstaande (kwaliteits)criteria. Het integraal locatie plan:- is ontwikkeld via de methodiek integrale locatieplannen;- beschrijft de inzet van betrokken partijen op organisatorisch, personeels- en financieel gebied; - bevat een analyse van de omgeving, ouders en kinderen;- beschrijft inspanningen op de actielijnen van de LEA, concrete resultaten en hoe deze resultaten worden gemeten;- bevat een (activiteiten)programma voortvloeiend uit de analyse;- maakt duidelijk op welke manier de uitvoering is geborgd via cyclus kwaliteitszorg locatie;- beschrijft op welke manier ouders en kinderen worden betrokken;- bevat een begroting waaruit duidelijk wordt wie wat betaalt (wat is reguliere inzet/ eigen middelen en waarvoor wordt extra subsidie aangevraagd).

Besturen KO en PO dienen één integrale aanvraag in voor het gehele beschikbare budget vanuit de gemeente Tilburg. De integrale locatieplannen vormen de inhoudelijke onderbouwing voor deze integrale aanvraag. Besturen KO en PO stellen vervolgens gezamenlijk vast hoe het gemeentelijk budget wordt verdeeld over de locaties. Stedelijk programmamanagement voor het realiseren van IKC, Wetenschap & Techniek en Natuur- en Milieu educatie maken onderdeel uit van de integrale aanvraag van schoolbesturen en kinderopvang. Zie hoofdstuk 5 (tabel 3) voor een nadere uitwerking van de financiën.

Resultaten 2018Alle locaties KO-PO hebben een integraal locatieplan geformuleerd

Inspanningen 2015 – 2016 Wie verantwoordelijkMethodiek locatieplannen gereed T-PrimairWijkinformatie beschikbaar op de website www.palet013.nl T-PrimairImplementatie methodiek integrale locatieplannen Locatie directeuren KO en POMonitoren implementatie methodiek integrale locatieplannen T-Primair Besturen KOOpstellen van één integrale aanvraag voor gemeentelijke budget. T-PrimairKeuzes zijn onderbouwd op basis van analyses en ambities gericht op Besturen KOtalentontwikkeling en doorgaande leerlijnen Inspanningen 2016 - 2017 Wie verantwoordelijkDelen van kennis over brede talentontwikkeling en voorbeelden van innovatieve aanpak met professionals via de website www.palet013.nl T-PrimairMonitoren van resultaten en het bijstellen van de aanpak integrale T-Primairlocatieplannen Besturen KO

Contextrijk leren via doorlopende programmalijnen

Professionalisering pedagogisch medewerkers, leerkrachten en leidinggevenden

Educatief partnerschap met ouders Positief pedagogisch klimaat

Onderwijs en zorg

Samenwerken en organisatievorm

- 0 – 6 jarigen- Taal en rekenen- Wetenschap en techniek- Gezondheid en welbevinden - Natuur- en milieueducatie- Zelfredzaamheid (financiële educatie, schoolloopbaan- begeleiding, mediawijsheid)- Cultuur - Wat is er aan professionalisering nodig om deze ambities waar te maken? - Wat is er aan kennis en onderzoek nodig om deze ambities waar te maken? - Welk niveau wordt nagestreefd? - Veilige school- Signaleren en handelen conform meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM)- Optimale onderwijszorgarrangementen- De Tilburgse Toegang verbonden aan onderwijs - De wijze waarop onderwijs en kinderopvang samen willen werken (brede school, kindcentrum, IKC)

8

Contextrijk leren via programmalijnenDe maatschappij verandert snel, werknemers moeten flexibel, zelfstandig en reflectief zijn. Kennis en vaardigheden kunnen opdoen en toepassen is net zo belangrijk als kennis hebben. De schoolse context alleen is te beperkt. De komende jaren zetten we daarom in op contextrijk leren: leren in een betekenisvolle context die aansluit bij de voorkennis van kinderen, met een variatie aan leermiddelen en inspelend op verschillende leerstrategieën. We ontwikkelen doorgaande programmalijnen op het gebied van taal, rekenen, wetenschap en techniek, gezondheid en welbevinden (bewegen, voeding, sociaal-emotionele ontwikkeling), natuur- en milieu educatie, zelfredzaamheid (financiële educatie, schoolloopbaanbegeleiding, mediawijsheid) en cultuur voor kinderen en jongeren van 0 tot 13 jaar. De programmalijnen bevatten duidelijke doelen, leerlijnen en een heldere ondersteuningsstructuur. In principe worden de programmalijnen op de locaties KO-PO ontwikkeld en uitgevoerd. Jaarlijks wordt echter op basis van de behoefte van KO en PO gekeken of er stedelijk programmamanagement nodig is om de programmalijnen te realiseren. Dit wordt dan voor de duur van een jaar in een projectvorm georganiseerd. De onderwerpen wetenschap en techniek worden onder regie van het initiatief Wetenschap en Techniek Tilburg1 in een meerjarenprogramma uitgewerkt voor onderwijs, bedrijven en kennisinstituten.

Doorgaande leerlijnenWe ontwikkelen doorgaande leerlijnen gedurende de dag van een kind (tussen binnenschools- en buitenschools leren) en in zijn of haar schoolloopbaan (van peuterspeelzaal of kinderopvang via basisschool naar vervolgonderwijs). Professionals weten van alle kinderen waar talenten en ontwikkelpunten liggen. Zo bevorderen we een soepele overgang en behalen we optimaal rendement uit de dag- en schoolloopbaan van een kind.

2.1.1.1

2.1.1.2

1 Initiatiefnemers: Wetenschapsknooppunt Brabant, Platform Promotie Techniek, gemeente Tilburg, Fontys HKE, Plein 013, T-Primair.

Resultaten 2018Alle locaties KO-PO hebben één of meerdere programmalijnen ontwikkeld en geïmplementeerd

Inspanningen 2015 – 2016 Wie verantwoordelijkOntwikkelen programmalijnen 0 – 13 jaar: taal, rekenen, wetenschap Locatie directeuren KO en POen techniek, gezondheid en welbevinden (bewegen, voeding, sociaal-emotionele ontwikkeling), natuur- en milieu educatie, zelfredzaamheid (financiële educatie, schoolloopbaanbegeleiding, mediawijsheid) encultuur Inspanningen 2016 - 2017 Wie verantwoordelijkImplementatie programmalijnen 0 – 13 jaar: taal, rekenen, wetenschap Locatie directeuren KO en POen techniek, gezondheid en welbevinden (bewegen, voeding, sociaal-emotioneel), natuur- en milieu educatie, zelfredzaamheid (financiële educatie, schoolloopbaanbegeleiding, mediawijsheid) en cultuurImplementatie meerjarenprogramma Wetenschap en Techniek Wetenschap en Techniek i.s.m. besturen PO, VO, MBO

9

0 - 6 jarigen We zetten stevig in op de groep 0 – 6 jarigen. Ten eerste moet de toegankelijkheid en het bereik van voorschoolse voorzieningen in een aantal wijken verbeterd. We willen zo veel mogelijk peuters die dat nodig hebben een plek geven op een voorschoolse voorziening. Daarnaast werken we aan de kwaliteitsverbetering van de doorgaande lijn van 0 - 6 jarigen. Voor deze groep en hun ouders werken we concrete interventies uit die ertoe bijdragen dat kinderen met een zo sterk mogelijke basis instromen in het primair onderwijs. Hiertoe gebruiken we onder andere de opbrengsten vanuit Klemtoon op Taal die we stadsbreed borgen.

Daarnaast sluiten we aan bij de landelijke ontwikkelingen als het gaat om harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen. Gemeente, kinderopvang en peuterspeelzalen gaan hierover in overleg met als doel de kwaliteit van alle voorschoolse voorzieningen gelijk te trekken. Daarbij willen we ook bereiken dat er een mix komt van kinderen die naar de kinderopvang gaan en peuters die naar de peutergroep gaan. Uit onderzoek blijkt dat gemengde groepen effectiever bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen.

Vanuit de gedachte dat door (preventieve) inzet op de leeftijdsgroep 0-4 jaar op langere termijn winst te behalen valt, zoeken we naar een sterkere verbinding tussen KO en PO en partners op het gebied van zorg en ondersteuning. De betere samenhang moet leiden tot het versterken van de basis in gezinnen enerzijds (via o.a. opvoedondersteuning) en vroegtijdige inzet van ambulante, gespecialiseerde zorg binnen voorschoolse voorzieningen anderzijds. Verder willen KO en PO de 0 - 4 jarigen die geen gebruik maken van kinderopvang of peuterspeelzalen beter in beeld krijgen. Voor beide punten leggen we de verbinding met de stedelijke aanpak ‘Afstemming Passend Onderwijs, Kinderopvang en Toegang 12-‘.

Integraal Kind CentrumWerken aan een ononderbroken ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 – 13 jaar kan vorm krijgen via een Integraal Kind Centrum (IKC). Wanneer een IKC niet de beste organisatievorm is om tot optimale, brede talentontwikkeling te komen, is er ruimte voor diversiteit aan verschijningsvormen. Minimale variant is de samenwerking tussen kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties en primair onderwijs aan de hand van een doorgaande ontwikkel- en leerlijn. De keuze voor een meest passende vorm vloeit voor uit (de analyse van) het integrale locatieplan. In het locatieplan wordt in elk geval een uitspraak gedaan over de manier waarop onderwijs en kinderopvang samen willen werken.Daarnaast onderzoeken we de haalbaarheid van het realiseren van een kindcentrum in de vorm van 52 weken onderwijs waarbij onderwijs, opvang en ontwikkeling hand in hand gaan. Het kindcentrum heeft als doel om aan te sluiten op individuele behoeften, talenten en mogelijkheden van elk kind van 0 tot 13 jaar.

Overgang PO-VO Leerlingen in de gemeente Tilburg ervaren een warme, persoonlijke overgang van het PO naar het VO en volgen onderwijs op de plek waar hun talent het beste tot bloei kan komen. We willen uitval en afstroom in het VO voorkomen. Schoolloopbaanbegeleiding loopt als een rode draad door het curriculum. Leerlingen krijgen een goed beeld waar hun talenten en mogelijkheden liggen en kunnen daar samen met hun ouders afgewogen keuzes in maken. Zo wordt gewerkt aan het sterker binden van leerlingen aan school en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Binnen het overleg POVO013 stemmen PO en VO het proces van overgang met elkaar af met als ambitie: alle leerlingen een passende onderwijsplek voor de zomervakantie.

Resultaten 2018Er is een geharmoniseerd stelsel van voorschoolse voorzieningen Er is een verbinding tussen KO en PO en partners op het gebied van zorg en ondersteuningSchoolloopbaanbegeleiding maakt onderdeel uit van het curriculum van elke PO school

Inspanningen 2015 – 2016 Wie verantwoordelijkOntwikkelen aanpak toeleiding peuters naar VVE voorziening Gemeente Tilburg i.s.m. GGDWerken aan kwaliteitsverbetering lijn 0 – 6 jarigen Onder regie Klemtoon op Taal(zie plan van aanpak Klemtoon op Taal 2016) Delen opbrengsten Klemtoon op Taal (zie plan van aanpak Klemtoon Onder regie Klemtoon op Taalop Taal 2016) Implementatie overdrachtsdocument voor warme overdracht Plein 013In beeld brengen doelgroep 0 - 4 jarigen die niet naar kinderopvang Gemeente Tilburg i.s.m. GGDof peuterspeelzaal gaan Ontwikkelen visie op schoolloopbaanbegeleiding (april 2016 gereed) T-Primair

10

Professionele organisatiesKwalitatief hoogwaardig aanbod begint met pedagogisch medewerkers in de voorschool, elke leerkracht op het basisonderwijs en docent in het VO en MBO. Zij maken het verschil in de interactie met kinderen en jongeren. In de komende periode zetten we verschillende instrumenten in om de kwaliteit van professionals te behouden en te vergroten. Daarbij gaan we zowel uit van informeel leren (geïntegreerd in het werk, leren van praktijkervaringen) als formeel leren (via trainingen en opleidingen).

OntwikkelacademieProfessionals in Tilburg ontwikkelen zich blijvend op hun pedagogische en didactische vakbekwaamheid. Voor professionals in KO en PO hebben wij daarom de Ontwikkelacademie ontwikkeld. Dit is een online platform waar professionals sector- en bestuur overstijgend met en van elkaar leren. Professionals kunnen hun leervragen stellen en zo professionele leergemeenschappen (PLG’s) vormen. Besturen bieden hier hun scholingsaanbod aan dat is afgestemd op de inhoudelijke thema’s van de LEA. Om de verbinding met de opleidingen te versterken kunnen PABO studenten gezamenlijk met leerkrachten scholing volgen en op die manier samen leren en zich ontwikkelen. Binnen de Ontwikkelacademie ligt het accent de komende jaren op de ontwikkeling van vaardigheden die nodig zijn om de brede talentontwikkeling bij kinderen te ondersteunen. Op welke manier leren kinderen, hoe benut je kwaliteiten in een groep, hoe zorg je voor eigenaarschap? Hoe stimuleer je vaardigheden als samenwerken, probleem oplossen, ICT-vaardigheden en creatieve vaardigheden en het combineren van kritisch denkvermogen met communicatieve, sociale en culturele vaardigheden? Vanuit Klemtoon op Taal ligt de focus op het vergroten van de kwaliteit van professionals werkzaam met kinderen van 2 – 6 jaar. Daarnaast is het gezien de ontwikkeling van integrale locatieplannen, VVE clusters en IKC’s belangrijk dat professionals beschikken over kennis en vaardigheden om - in samenspraak en samenhang met collega’s en de omgeving - vorm te geven aan doorgaande leerlijnen. Ten slotte is er binnen de Ontwikkelacademie aandacht voor proces- en projectmanagement. Professionals werken steeds meer op projectmatige basis met elkaar samen. Dit vraagt om competenties waarvoor in de opleidingen beperkt aandacht is en waarvoor bijscholing wenselijk is.

We streven ernaar dat leidinggevenden in Tilburg leiderschap tonen en een omgeving creëren waarin kinderen en jongeren worden uitgedaagd om het beste in zichzelf naar boven te halen. Kern van het (onderwijskundig) leiderschap bestaat uit continue aandacht voor de kwaliteit van programma’s, resultaten op kindniveau en het inspireren en op koers houden van professionals. Sturing op data maakt hier onderdeel van uit. Binnen de Ontwikkelacademie is het aanbod op het gebied van project- en procesmanagement voor leidinggevenden gericht op de samenwerking tussen school en buurt. Daarnaast onderzoeken we of er een gezamenlijke kweekvijver voor leidinggevenden mogelijk is.

OpleidingsscholenPartners in de gemeente Tilburg investeren gezamenlijk in de ontwikkeling van professionals: zij faciliteren hun medewerkers en bieden hun voldoende ontwikkel-, professionaliserings- en opleidingsmogelijkheden. Zij benutten daarvoor de kennis van de aanwezige scholen, universiteiten en bedrijven. Dit krijgt in elk geval vorm in opleidingsscholen: leergemeenschappen van studenten en leerkrachten op een school waar ontwikkeling en onderzoek de rode draad vormt. Binnen de lijn van de opleidingsscholen ontwikkelen we een profiel voor de professional van de toekomst. Om een betere aansluiting op de arbeidsmarkt te realiseren, worden de wensen van werkgevers in onderwijs en opvang vertaald naar het curriculum van MBO, HBO en universitaire opleidingen.

2.1.1.3

Inspanningen 2015 – 2016 Wie verantwoordelijkImplementeren aanpak toeleiding peuters naar VVE voorziening Gemeente Tilburg i.s.m. GGDVerbinding KO-PO met partners op het gebied van zorg en onder- Gemeente Tilburg steuning via stedelijke aanpak ‘Afstemming Passend Onderwijs, T-PrimairKinderopvang en Toegang 12-.’ Besturen KO i.s.m. GGDOntwikkelen interventies 0 – 6 jarigen Onder regie Klemtoon op TaalImplementeren opbrengsten Klemtoon op Taal (zie plan van aanpak Onder regie Klemtoon op TaalKlemtoon op Taal 2016) Vormgeven en uitvoeren harmonisatie kinderopvang en peuter- Gemeente Tilburgspeelzaalwerk KO en peuterspeelzalenOnderzoeken haalbaarheid kindcentrum 52 weken per jaar KO en PO via locatieplannenDoorontwikkelen pilots IKC Onder regie projectleider IKCInspanningen 2017 - 2018 Wie verantwoordelijkImplementatie interventies 0 – 6 jarigen Onder regie Klemtoon op TaalImplementatie schoolloopbegeleiding op PO en VO scholen Locatie directeuren PO en VO

11

2.1.1.4

InnovatieTen slotte ontwikkelen we in samenwerking met de vluchtelingenscholen een minor voor 3e jaars PABO studenten waarin zij leren om onderwijs te geven aan vluchtelingenkinderen en nieuwkomers. Van februari tot juli 2016 draait een pilot, die – wanneer succesvol gebleken - verder wordt ontwikkeld tot een structurele minor.

Partnerschap met ouders Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Uit onderzoek blijkt dat betrokkenheid van ouders bij de school of opvang van hun kind, een positief effect heeft op de ontwikkeling van het kind. Voor het kind is het belangrijk dat er een verbinding is tussen de ouders en pedagogisch medewerkers en leerkrachten. We zien ouders dan ook als partner. Partnerschap is te beschrijven als wederzijdse betrokkenheid gericht op het creëren van optimale omstandigheden voor het ontwikkelen en leren van kinderen, thuis en op school of op de opvang. Vanuit het gezamenlijke belang willen we ouders actief betrekken bij de ontwikkeling en het leer- en onderwijsproces van hun kind en hen ondersteunen in hun opvoedingstaken. Hoewel de rollen en taken verschillend zijn, is gelijkwaardigheid de basis voor de afstemming en samenwerking tussen de verschillende betrokkenen. We verdiepen ons in ouders om zo een beeld te krijgen van wat zij nodig hebben om hun kind het beste te ondersteunen. Elke organisatie ontwikkelt een visie op partnerschap met ouders en brengt de tevredenheid van ouders mede in kaart via een tevredenheidsonderzoek.

Het vormgeven van partnerschap met ouders is een kernkwaliteit binnen het profiel van elke professional. Partnerschap met ouders doet ook een beroep op de specifieke gespreks-en omgangsvormen van professionals: hoe communiceer je met ouders? Hoe open sta je voor ouders, wanneer kunnen ze bij je terecht? We zetten – waar nodig – in op deskundigheidsbevordering van professionals. Binnen KO en peuterspeelzaalwerk (PSZ) sluiten we daarbij ook aan bij het VVE-ouderbeleid en de verbeterpunten op locatieniveau zoals die naar voren zijn gekomen in de VVE-monitors.

Resultaat 2018(Toekomstige) professionals in KO en PO werken via formeel en informeel leren continue aan hun pedagogische- en didactische bekwaamheid

Resultaat 2018Ouders, KO en PO zijn partners in de ontwikkeling van kinderen

Inspanningen 2015 – 2016Ontwikkelen profiel professional van de toekomst

Uitbreiding aantal opleidingsscholen naar 20 einde schooljaar

Uitvoeren pilot minor PABO vluchtelingenkinderen en nieuwkomersInspanningen 2016 – 2017Ontwikkelen scholingsprogramma en inspiratiessessies voor Tilburgse professionals (onderwijs en opvang) binnen Ontwikkelacademie, minimaal gericht op faciliteren van brede talentontwikkeling, integraal werken en proces- en projectmatig werkenOntwikkelen gemeentelijk aanbod trainees

Agenderen profiel professional van de toekomstUitbreiding aantal opleidingsscholen naar 50 in 2020

Uitrollen pilot minor PABO vluchtelingenkinderen en nieuwkomers tot structurele minor

Inspanningen 2015 – 2016Uitvoeren van een tevredenheidsonderzoek onder ouders (eens per 2 jaar) op locatie niveau Ontwikkelen visie op partnerschap met ouders op locatie niveauInspanningen 2017 – 2018Uitvoeren van een tevredenheidsonderzoek onder ouders (eens per 2 jaar) op locatie niveauImplementeren visie op partnerschap met ouders op locatieniveau

Wie verantwoordelijkT-Primair i.s.m. MBO en HBO TilburgT-Primair i.s.m. HBO TilburgFontys HKEWie verantwoordelijkT-Primairi.s.m. KO, HBO Tilburg, universiteit en bedrijven

T-PrimairFontys HKET-PrimairT-Primair i.s.m. HBO TilburgFontys HKE

Wie verantwoordelijkLocatie directeuren KO en PO

Locatie directeuren KO en POWie verantwoordelijkLocatie directeuren KO en PO

Locatie directeuren KO en PO

12

Pedagogische kwaliteit en sociale veiligheidWe willen de sociale veiligheid voor kinderen in de groepen én in en rondom de school waarborgen. We zien dit als voorwaarde om tot leren en ontwikkelen te komen. Daartoe werken we per locatie vanuit een pedagogische visie aan een positief pedagogisch klimaat, waarin duidelijk is hoe we met elkaar om gaan, waarin kinderen zich gezien en gehoord voelen en er geen ruimte is voor pesten. Alle locaties PO en KO ontwikkelen een gezamenlijke pedagogische visie als onderdeel van hun integraal locatieplan en zetten in op preventieve activiteiten. Verder onderzoeken we of PO kan aansluiten bij het Convenant Veilige School dat al door VO, MBO en de gemeente Tilburg is ondertekend.

Signaleren en handelen Organisaties voor kinderopvang en onderwijs vallen al onder de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM) en hebben daarmee een verantwoordelijkheid als het gaat om signaleren en handelen. Elke locatie beschikt minimaal over een meldcode die aan de eisen van de wet voldoet. Daarnaast stimuleren organisaties – waar nodig - bij hun medewerkers kennis over en gebruik van de Meldcode, bijvoorbeeld door voorlichting, scholing of training. Binnen Tilburg is afgesproken dat de implementatie en naleving van de Meldcode via Plein013 verloopt.

InternationaliseringKinderen in Tilburg groeien op in een globaliserende wereld. Wij willen hen zo goed mogelijk voorbereiden op een steeds internationaler wordende samenleving en arbeidsmarkt. Op basis van een inventarisatie van huidige initiatieven op het gebied van internationalisering bepalen we de nog ontbrekende aspecten en de focus van onze inzet. Verder realiseren we binnen Tilburg Engelstalig onderwijs op een internationale basisschool voor kinderen van expats en andere geïnteresseerden. Tenslotte gaat er met de komst van asielzoekers specifiek aandacht uit naar opvang en integratie van deze groep. Volgens een eigen Tilburgse lijn wordt (een koersdocument voor) een meerjaren beleidsprogramma ontwikkeld over opvang en integratie van asielzoekers, AMV’ers, uitgeprocedeerden en statushouders. Dit koersdocument voorziet in een set van integrale maatregelen die deze opvang en integratie in de stad zo probleemloos mogelijk laat verlopen. Er is hierbij aandacht voor onderwijs, participatie, werk en huisvesting.

2.1.1.5

2.1.2

Resultaat 2018De pedagogische kwaliteit van de leef- en ontwikkel domeinen van kinderen (gezin – school - wijk) is verbeterd en meer in samenhang

Inspanningen 2015 – 2016Uitspraak over aansluiting PO bij Convenant Veilige School

Inventariseren van behoeften professionals i.h.k.v. Veilige School en Meldcode HGKM Inspanningen 2016 – 2017Ontwikkelen gezamenlijke pedagogische visie locaties KO en POImplementeren preventieve activiteitenDelen van informatie uit onderzoek op locatieniveau

Aanbieden scholing i.h.k.v. Veilige School en Meldcode op basis van inventarisatie

Inspanningen 2015 – 2016Inventariseren bestaande initiatieven internationalisering binnen onderwijs

Onderzoeken mogelijkheden tweetalig onderwijs en kinderopvangOpleveren koersdocument voor opvang en integratie van asielzoekers, AMV-ers, uitgeprocedeerde en statushouders.Inspanningen 2016 – 2017Inzet op basis van uitkomsten onderzoek mogelijkheden tweetalig onderwijs en kinderopvangImplementeren koersdocument voor opvang en integratie van asielzoekers, AMV-ers, uitgeprocedeerde en statushouders.

Wie verantwoordelijkT-Primair Gemeente TilburgVia regiegroep Veilige SchoolT-PrimairVia OntwikkelacademieWie verantwoordelijkLocatie directeuren KO en POLocatie directeuren KO en POGemeente TilburgGGD, IMW, De Twern, politieT-PrimairVia Ontwikkelacademie

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg T-PrimairBesturen VO en MBOGemeente TilburgGemeente Tilburg

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg

Gemeente Tilburg

13

Onderwijshuisvesting In Tilburg werken we toe naar toekomstbestendige voorzieningen ten behoeve van ontwikkeling en onderwijs aan kinderen. Gemeente, KO en PO ontwikkelen hierop een gezamenlijke inhoudelijke visie, het zogenaamde ‘Masterplan voor kernvoorzieningen in de buurten en wijken van de stad’. Er wordt ook een link gelegd naar de IKC ontwikkeling, dit brengt ten slotte ook een huisvestingsvraagstuk met zich mee. Inhoud is daarbij leidend, fysiek is volgend. Eventuele doordecentralisatie is geen doel op zich maar de vraag of dit wel of niet gebeurt in Tilburg maakt onderdeel uit van een bredere, inhoudelijke afweging in het traject Masterplan. T-Primair initieert een onderzoek naar daling van het aantal leerlingen en de gevolgen hiervan voor voorzieningen gericht op kinderen. Dit wordt uitgevoerd in het 2e kwartaal van 2016 en moet resulteren in een plan van aanpak voor de komende jaren.

PROGRAMMALIJN: AANSLUITING PASSEND ONDERWIJS EN JEUGDHULP

Passend onderwijs en jeugdhulpElk kind in Tilburg verdient een passende onderwijsplek. Een onderwijsplek die uitgaat van de mogelijkheden en rekening houdt met de beperkingen van het kind. Kinderen gaan - als het kan - naar het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving.

Integrale aanpak zorgWe willen kinderen en ouders die extra zorg en ondersteuning nodig hebben deze op een laagdrempelige manier, dichtbij en zo preventief mogelijk aanbieden. School fungeert hierbij als belangrijke vind- en werkplaats. Dat betekent dat vaste en deskundige medewerkers van de Tilburgse Toegang (die op wijkniveau werkzaam zijn) verbonden zijn aan de interne zorgstructuur op scholen en opvang. KO en PO nemen daarnaast in hun integrale locatieplannen de samenwerking met het wijkteam op waarbij er afspraken zijn gemaakt over signaleren,

2.1.3

2.2

2.2.1

Inspanningen 2015 – 2016Ontwikkelen ‘Masterplan voor kernvoorzieningen in de buurten en wijken van de stad’

Initiëren van onderzoek naar daling van het aantal leerlingen en de gevolgen voor voorzieningen voor kinderen. Resultaat is een plan van aanpak. Inspanningen 2016 – 2017Implementeren ‘Masterplan voor kernvoorzieningen in de buurten en wijken van de stad’

Uitvoeren plan van aanpak

Wie verantwoordelijkGemeente TilburgT-PrimairBesturen KOT-PrimairBesturen KO

Wie verantwoordelijkGemeente TilburgT-PrimairBesturen KOT-Primair

14

doorverwijzen en een integrale aanpak van zorg. Ook hier leggen we de verbinding met de stedelijke aanpak ‘Afstemming Passend Onderwijs, Kinderopvang en Toegang 12-.’

Resultaat 2018De Tilburgse Toegang is ondersteunend aan de zorg- en ondersteuningsbehoefte op locaties KO - PO

Inspanningen 2015 – 2016Benoemen van knelpunten binnen de implementatie stedelijke aanpak ‘Afstemming Passend Onderwijs, Kinderopvang en Toegang 12-‘

Opnemen afspraken tussen onderwijs en Tilburgse Toegang in het integrale locatieplanInspanningen 2016 – 2017Afspraken maken over vroegsignalering en begeleiding

Aanwijzen van een aanspreekpunt vanuit de toegang per school/ KDV/KCAfstemmen rol en uren SMW op schoolgrootte en (wijk) problematiek

Inventariseren en kennismaken samenwerkingspartners op wijkniveau Optimaliseren van implementatie stedelijke aanpak Afstemming ‘Passend Onderwijs, Kinderopvang en Toegang 12-‘op basis van knelpuntenanalyse

Wie verantwoordelijkT-Primair Partners in de Toegang JeugdzorgaanbiedersGemeente Tilburg Via IB-netwerken en Plein 013Directeuren KO en PO

Wie verantwoordelijkTilburgse Toegangvoorschoolse voorzieningen en POTilburgse ToegangGemeente Tilburg i.s.m.T-Primair Partners binnen het locatieplanT-Primair Partners in de Toegang JeugdzorgaanbiedersGemeente Tilburg Via IB-netwerken en Plein 013

15

VOORTGEZET ONDERWIJS EN MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJSPROGRAMMALIJN: TALENTONTWIKKELING EN INTERNATIONALISERING

Brede vorming en talentontwikkelingDe LEA partners hebben de ambitie om het talent van elke leerling uit elke geleding van het onderwijs te ontplooien. Het voortgezet onderwijs (VO)2 en middelbaar beroeps onderwijs (MBO) kennen reeds een brede infrastructuur om talenten van leerlingen op verschillende domeinen tot ontwikkeling te laten komen. Zo zijn er succesvolle voorbeelden op het gebied van tweetalig onderwijs, excellentieprogramma’s, de focus op beta/ techniek of kunst en cultuur. Daarbij zijn er onderwijsconcepten waarbij de leerlingen ontdekkend leren en zelf de regie nemen in hun leerproces. Deze initiatieven houden we vast. Vanuit deze basis verkennen we of en hoe schooloverstijgende initiatieven een plek kunnen krijgen, waar de verbinding gemaakt kan worden met de onderwijsomgeving en het bedrijfsleven en waar er nog ruimte ligt voor nieuwe initiatieven. Voor het domein cultuur vullen we deze verkenning aan met de verworvenheden van Cultuureducatie met kwaliteit Tilburg (CMKT) waarin talentontwikkeling, doorgaande leerlijnen, professionalisering en verbinding naar de vrije tijd belangrijk zijn. Dit is al in volle gang binnen het VO en de Mytylschool Tilburg.

Daarnaast benoemen we de groepen binnen het onderwijs waar we talenten nog meer kunnen benutten en beter kunnen ontwikkelen. Een eerste verkenning wijst op meer aandacht voor kinderen in het (V)MBO. Zij zijn als toekomstige werknemers een belangrijke doelgroep voor de speerpunt sectoren in onze arbeidsmarktregio.

InternationaliseringBinnen het VO en MBO besteden we op verschillende manieren al aandacht aan internationalisering.We stimuleren de uitbreiding hiervan met als doel jongeren in staat te stellen om competenties te verwerven die bruikbaar zijn in hun professionele leven. Op basis van een inventarisatie van huidige initiatieven op het gebied van internationalisering bepalen we de nog ontbrekende aspecten en de focus van onze inzet. Verder onderzoeken we de mogelijkheid om stadsbreed een internationale uitwisseling te laten plaatsvinden voor leerlingen uit het VO, MBO, HBO en WO.

33.1

3.1.1

3.1.2

2 Wanneer we in dit uitvoeringsprogramma spreken over VO doelen we naast VMBO, HAVO en VWO uiteraard ook op praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).

Inspanningen 2015 – 2016Inventariseren huidige initiatieven talentontwikkeling binnen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOVerkennen in hoeverre Cultuureducatie met kwaliteit Tilburg (CMKT) een uitgerold kan worden naar het VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO.Benoemen doelgroepen waar talent meer benut en gestimuleerd kan wordenAfspreken kaders financiering activiteiten en projecten talentontwikkeling Inspanningen 2016 – 2017Start talenttrajecten

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOWie verantwoordelijkGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO

16

3.1.3

3.1.4

Overgang PO-VO en VO-MBOKinderen en jongeren in de gemeente Tilburg ervaren een warme, persoonlijke overgang van het PO naar het VO en van het VO naar het MBO. Zij volgen onderwijs op de voor hen meest passende onderwijsplek. We willen uitval en afstroom in het VO voorkomen. Om leerlingen een gefundeerde keuze te laten maken voor vervolgonderwijs loopt loopbaan oriëntatie als een rode draad door het curriculum van het PO en VO. Binnen het overleg POVO013 stemmen PO en VO het proces van overgang met elkaar af. De ambitie op korte termijn is een soepele overgang en een passende onderwijsplek voor elke leerling vóór de zomervakantie. Op langere termijn is dit een duurzame plek in het VO die past bij de wensen en mogelijkheden van de leerling. De indicator die we bij deze ambitie hanteren is de op- en afstroom in de leerlingenstroom van het PO naar het VO.

De overgang VO naar MBO verdient minstens zoveel aandacht als de overgang van PO naar VO. Een aantal jongeren komt niet op het MBO aan als VO scholen en leerplicht deze jongeren niet aansporen om zich in te schrijven. Bovendien vallen veel jongeren al snel na de start van het schooljaar alsnog uit. De focus op de overgang VO-MBO neemt een belangrijke plek in de nieuwe Regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie. Scholen worden in deze aanpak verplicht om elkaar tijdig te informeren over jongeren die de overstap gaan maken, moeten loopbaanoriëntatie op maat aanbieden en maken afspraken over welke ondersteuning ze bieden bij de overstap. Gemeente en schoolbesturen werken dit binnen het kader van de Regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie nader uit (zie verder 3.2.2.). Voor de doelgroep die vanuit de Entree opleiding niet doorstroomt naar het MBO wordt een sluitende aanpak ontwikkeld. In deze aanpak staat de aansluiting op de arbeidsmarkt via een individueel, op maat gemaakt plan centraal (pilot Entreeopleiding).

Sociale veiligheidBinnen het VO en MBO is in 2014 het Convenant Veilige School getekend met de gemeente Tilburg, politie en openbaar ministerie. Het convenant is bedoeld om scholen houvast te bieden in hun aanpak van grensoverschrijdend en/of strafbaar gedrag. Daarbij moet een verstevigd netwerk van scholen en politie - naast inzet van curatieve interventies - toewerken naar preventieve maatregelen ter voorkoming van ongewenst gedrag. De intensievere samenwerking heeft al geleid tot een signaleringsnetwerk van gemeente, politie, scholen en het jongerenwerk rondom radicalisering en polarisatie. Dit netwerk biedt de mogelijkheid om met deskundigen af te kunnen stemmen en waar nodig signalen over te brengen naar de gemeente of politie. We werken de samenwerking in de komende jaren verder uit. Dit krijgt in elk geval vorm door een vast contactpersoon van de politie voor elke school. Daarnaast onderzoeken we of ook de PO scholen kunnen aansluiten bij de aanpak Convenant Veilige School.

Inspanningen 2015 – 2016Inventariseren bestaande initiatieven internationalisering binnen onderwijsOnderzoeken mogelijkheden stadsbrede internationale uitwisseling

Inspanningen 2016 - 2017Bepalen focus en inzet op internationalisering op basis van inventarisatieInspanningen 2017- 2018Inzet op internationalisering op basis van inventarisatie

Inspanningen 2015 – 2016In kaart brengen en inhoudelijk en cijfermatig volgen van leerlingstromen van PO naar VO en de op- en afstroom van leerlingenRealiseren van een meerjarenvisie op schoolloopbegeleiding PO-VO op basis van een kwalitatieve en kwantitatieve analyse en gericht op verbetering van de aansluiting PO-VO

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOGemeente Tilburg Besturen VO, MBO, HBO, WO

Gemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO

Gemeente Tilburg met besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO

Wie verantwoordelijkBesturen SO, PO, VSO, VO Via POVO013Besturen PO en VOVia POVO013

17

OnderwijshuisvestingDe fysieke basis voor goed onderwijs wordt gevormd door gebouwen die passen bij leerlingaantallen, doorgaande leerlijnen en de functies die het onderwijs biedt. In Tilburg werken we dan ook toe naar toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Landelijk speelt de discussie wie verantwoordelijk is voor investeringen in schoolgebouwen. In Tilburg start de gemeente in overleg met schoolbesturen een verkenning gericht op doordecentralisatie van dit onderwerp. Indien er voldoende draagvlak is, wordt er een afsprakenkader ontwikkeld waarin minimaal de kwaliteitseisen, hoogte van budgetten en het afdekken van financiële risico’s zijn opgenomen.

PROGRAMMALIJN: AANSLUITING ONDERWIJS - ARBEIDSMARKT

Aansluiting onderwijs – arbeidsmarktDe aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt staat in het middelpunt van de belangstelling. Dit vanuit het besef dat in een dynamische economie de toekomstige beroepsbevolking voorbereid moet zijn op de steeds veranderende behoeften van werkgevers. Daarbij moet er binnen de arbeidsmarkt ook ruimte zijn voor jongeren in een kwetsbare positie. Onderwijs en arbeidsmarkt staan binnen Tilburg (via de stuurgroep Economie, Arbeidsmarkt en Onderwijs van Midpoint) al met elkaar in verbinding.

3.1.5

3.2

3.2.1.

Inspanningen 2015 – 2016Implementeren afspraken en verstevigen samenwerking Convenant Veilige School: iedere school een vast contactpersoon van de politieOrganiseren thema bijeenkomsten (o.a. drugs- en ouderbetrokkenheid)

Inspanningen 2016 – 2017Monitoren van ontwikkelingen op het gebied van veiligheid, evaluatie van het handelingsprotocol en inrichting van themabijeenkomsten

Inspanningen 2015 – 2016Verkennen mogelijkheden doordecentralisatie onderwijshuisvesting

Inspanningen 2016 – 2017Uitwerken afsprakenkader doordecentralisatie onderhuisvesting

Wie verantwoordelijkBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO; Politie; Gemeente TilburgBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO; Politie; Gemeente Tilburg Via regiegroep Veilige SchoolWie verantwoordelijkBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO; Politie; Gemeente Tilburg

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg met ondersteuning besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOWie verantwoordelijkGemeente Tilburg met ondersteuning besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO

18

3.2.2

De komende jaren breiden we deze samenwerking (via Midpoint) verder uit. Scholen ontwikkelen arbeidsmarktgerichte initiatieven gericht op speerpunten binnen Midpoint. Midpoint draagt netwerken en oplossingen aan voor concrete opdrachten die het onderwijs heeft om jongeren te blijven scholen voor een professioneel leven. Scholen voor het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en de Entreeopleiding zijn hierin ook partner.

Om nog beter in kaart te krijgen waar de kansen liggen op het gebied van aansluiting arbeidsmarkt – onderwijs is een verkenning nodig. De verkenning is in eerste instantie gericht op het verkrijgen van voldoende (oriëntatie)stages en leer/werkplekken voor alle geledingen van het onderwijs. Vanuit het Participatiebeleid van de gemeente Tilburg bestaat reeds een proactieve, sluitende aanpak van school naar werk voor jongeren vanuit VSO en praktijkonderwijs. Hierbij wordt tijdens het laatste schooljaar met behulp van arbeidsdeskundigen en accountmanagers werk toegewerkt naar een (al dan niet gesubsidieerde) plek op de arbeidsmarkt of een ander vervolg.

We zoeken de verbinding met andere programma’s die ook werken aan het thema aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt: de Jeugdwerkloosheidsvrije zone, het programma Hoger Onderwijs en de Stimuleringsagenda Economie & Arbeidsmarkt. Het leerwerkloket, het (nog te ontwikkelen) Jongerenloket Nieuwe Stijl en de human capital tafels van de speerpuntensectoren leveren een bijdrage aan de inhoudelijke verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie is een specifiek onderdeel van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Dit is ondergebracht onder een aparte actielijn (zie 3.2.2. Vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie).

Vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie De voortijdig schoolverlaten (VSV) cijfers voor de regio Midden Brabant zijn in 2013-2014 op een gelijk niveau gebleven terwijl landelijk de trend dalende bleef. De bestrijding van VSV blijft daarmee actueel en loopt via twee hoofdlijnen: de gemeente Tilburg versterkt de leerplicht en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC), gemeente en scholen ontwikkelen samen een maatregelenprogramma dat knelpunten in de huidige situatie oplost. Op basis van deze regionale knelpuntenanalyse stellen de gemeente en een daartoe aan te wijzen schoolbestuur (contactschool) een school overstijgend maatregelenprogramma samen dat aansluit bij de behoeften van de doelgroep. Samenwerking met Werk en Inkomen en het nog te ontwikkelen Jongerenloket Nieuwe Stijl is hierbij van groot belang. Verder blijven we onze aandacht richten op leerlingen die vanuit het VO naar het MBO gaan en maken afspraken over het melden en monitoren van verzuim en uitval waardoor er zicht blijft op trends. Het Ministerie van OC&W bereidt een normensystematiek voor gericht op voortijdig schoolverlaters en jongeren in een kwetsbare positie. Deze systematiek bepaalt hoe we ons succes meten.

De Regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie is het vervolg op het Convenant Voortijdig Schoolverlaten. Anders dan het convenant is de nieuwe aanpak ook gericht op jongeren van het praktijkonderwijs, het VSO en jongeren die een Entreeopleiding volgen. Het gaat hier dus ook om kinderen en jongeren die naar verwachting geen startkwalificatie halen maar wel een duurzame plaats moeten innemen op de arbeidsmarkt. Daarmee zijn de belangrijkste kenmerken van de regionale aanpak kwetsbare jongeren:- De uitbreiding van de doelgroep naar leerlingen uit het VSO, het praktijkonderwijs en de Entreeopleiding;- De uitbreiding van taken van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC);- Het vormen van een sluitend regionaal vangnet met het bedrijfsleven (in samenwerking met Werkhart/ Werk en Inkomen) in het kader van sluitende aanpak en Jeugdwerkloosheidsvrije zone.

Inspanningen 2015 – 2016Inventariseren van structuur rondom onderwijs en bedrijfsleven gericht op aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt

Verkennen en ontsluiten van netwerk van stages en arbeidsplaatsen (met specifieke aandacht voor leerlingen Biezonderwijs en Mytylschool)

Inspanningen 2016 – 2017Verknoping van arbeidsmarktgerichte initiatieven van het onderwijs en onderwijsgerichte initiatieven van het bedrijfsleven

Verbinding LEA en andere programma’s op gebied aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt

Wie verantwoordelijkGemeente TilburgBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO; Midpoint; Gemeente Tilburg Werkhartaccountmanagers onderwijsen werk en inkomenWie verantwoordelijkGemeente Tilburg, ROBO’sBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO; MidpointGemeente Tilburg

19

3.3

3.3.1.

Inspanningen 2015 – 2016Uitvoeren regionale analyse als basis voor het maatregelenprogramma regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie

Opstellen programma van maatregelen regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie

Evalueren van de pilot Entree opleiding gericht op het ontwikkelen van een proactieve sluitende aanpak van school naar werk

Inspanningen 2016 – 2017Start programma’s regionale vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie. Gemeente Tilburg: initiator en organisator regionaal overleg ‘sluitend vangnet’ jongeren in een kwetsbare positie, opstellen agenda, aanspreken partijen op gemaakte afspraken. Besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO: op orde hebben en houden van het primaire proces tegen schooluitval, verzuimaanpak (registratie, melden, beleid en begeleiding), samen (in ieder geval) afspraken maken over: overstap VO, VSO, MBO, warme overdracht, overbelaste jongerenVersterken verknoping van aanpak kwetsbare jongeren in het onderwijs met dienstverlening van Werk en Inkomen

Inspanningen 2015 – 2016Creëren helderheid en maken afspraken over verantwoordelijkheden tussen onderwijs, samenwerkingsverband, Toegang en jeugdhulp.

Afspraken maken over wijze van toeleiding van leerlingen naar jeugdhulp en de rol en taak van toegangsmedewerkers op school. Ontwikkelen afsprakenkader over voorkomen en oplossen van problematiek rondom thuiszitters aan de hand van een analyse. Dit kader biedt in elk geval bindende afspraken over het signaleren en melden van thuiszittende jongeren

Ontwikkelen platform waarbij iedere partij zich inspant om zoveel mogelijk thuiszittende leerlingen een duurzame plek in het onderwijs te bieden

Wie verantwoordelijkGemeente Tilburg en contactschool namens de besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO Gemeente Tilburg en contactschool namens de besturen VO, VSO praktijkonderwijs en MBO Gemeente Tilburg en besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO in samenwerking met Werk en Inkomen en RMCWie verantwoordelijkGemeente Tilburg en besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO Werkhart

Gemeente Tilburg en besturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBO

Wie verantwoordelijkGemeente TilburgBesturen VO en MBOSamenwerkingsverband Portvolio Gemeente TilburgBesturen VOGemeente TilburgBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en MBOSamenwerkingsverband Portvolio via de Taskforce ThuiszittenGemeente TilburgBesturen VO, VSO, praktijkonderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs.Samenwerkingsverband Portvolio via de Taskforce Thuiszitters

Naast deze aanpak is de regio gestart met een onderzoekgericht op verbetering van de dienstverlening aan jongeren in de meest kwetsbare posities. Naar aanleiding van het verdwijnen van de WAJONG hebben de gemeente en schoolbesturen in 2015 de pro-actieve sluitende aanpak van onderwijs naar arbeidsmarkt ingevoerd. Met de inzet van arbeidsdeskundigen, de invoering van een individueel ontwikkelplan en aansluiting op Werkhart is de infrastructuur geïmplementeerd. Ook jongeren uit hogere segmenten of andere segmenten uit het onderwijs die toch in een kwetsbare positie zitten (hoogbegaafden, jongeren met sociaal emotionele problemen) ondersteunen we waar mogelijk (zie ook 3.3.1. passend onderwijs en jeugdhulp).

PROGRAMMALIJN: AANSLUITING PASSEND ONDERWIJS EN JEUGDHULP

Passend onderwijs en jeugdhulpElke leerling in Tilburg verdient een passende onderwijsplek met – indien nodig – aanvullende hulp of ondersteuning. Het moet dan ook duidelijk zijn wanneer de school, het samenwerkingsverband of jeugdhulp aan zet is, m.a.w. wanneer onderwijs ondersteuning levert of verantwoordelijk is voor het toelaten van leerlingen met een zorgbehoefte en wanneer het samenwerkingsverband en/ of jeugdhulp moeten handelen. Partners maken niet alleen afspraken met elkaar over hoe zij de zorg op elkaar laten aansluiten maar ook over waar ieders verantwoordelijkheid ligt.

Gemeente en onderwijs maken afspraken met elkaar over wanneer en hoe de toegang tot jeugdhulp vorm krijgt. Daarnaast ontwikkelen zij een afsprakenkader over de inzet om thuiszitten te voorkomen, over signaleren en melden van thuiszittende leerlingen en het bieden van onderwijs aan deze groep. Het aantal jongeren dat niet op school zit3 maken we inzichtelijk en vormt de indicator in hoeverre we succesvol zijn in onze aanpak.

3 Wanneer we in dit uitvoeringsprogramma spreken over VO doelen we naast VMBO, HAVO en VWO uiteraard ook op praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO).

20

STURING, MONITORING EN SAMENWERKINGSchoolbesturen, onderwijsinstellingen, kinderopvangorganisaties en de gemeente Tilburg zijn gezamenlijk eigenaar van de LEA Tilburg. Zij zetten capaciteit, tijd en geld in. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het bereiken van de geformuleerde doelstellingen. In dit hoofdstuk gaan we in op de sturing, organisatie en monitoring van de LEA Tilburg.

STURING EN ORGANISATIESturing binnen de LEA is gericht op het bereiken van de gezamenlijk gestelde doelen. We sturen op verschillende manieren en via verschillende instrumenten: het uitvoeringsprogramma LEA Tilburg, de begroting en de organisatie.

Het uitvoeringsprogramma LEA Tilburg geldt voor de periode 2015- 2018 en is opgebouwd uit 3 programmalijnen. Binnen de programmalijnen lopen verschillende actielijnen. Deze zijn in dit uitvoeringsprogramma vertaald naar actielijnen, concrete inspanningen en resultaten. De uitvoering van de actielijnen gebeurt zoveel mogelijk binnen de betrokken organisaties en waar nodig binnen een projectstructuur. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie en Klemtoon op Taal (VVE). De projectleiders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het projectplan en de resultaten binnen (een deel van) hun actielijn. IKC is als project is ondergebracht bij T-Primair. De verantwoordelijkheid ligt bij de directie van T-Primair, de uitvoering gebeurd in gezamenlijkheid met kinderopvang en onderwijs. In onderstaand overzicht maken we inzichtelijk wie bij de sturing op de LEA betrokken zijn en wie welke rol, verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft. We maken hierbij een onderscheid naar KO-PO en VO-MBO. Kern van de sturing vormen de regiegroep LEA Tilburg (KO-PO) en het bestuurlijk overleg (VO-MBO). Zij monitoren gezamenlijk op de voortgang van het geheel aan programmalijnen, bewaken de kwaliteit en zijn besluitvormend. Zij bevragen de betrokken organisaties en projectleiders over het in praktijk brengen van gemaakte afspraken in het uitvoeringsprogramma en het behalen van resultaten. De werkgroep LEA bestaande uit professionals uit KO en PO monitort de voortgang vanuit ervaringen uit de praktijk en levert input aan de regiegroep. Ditzelfde geldt voor de regietafel VO/MBO.

PO en VO ontmoeten elkaar 1 x per 6 weken in POVO-013. Vanuit PO is de directeur T-Primair de link met de re-giegroep LEA, vanuit VO is dit een vertegenwoordiger vanuit het onderwijs café. Tijdens het aanmeldproces in de periode voor de zomer is ook leerplicht betrokken. Voor het succesvol ten uitvoer brengen van de actielijnen van de LEA Tilburg zijn verschillende overlegstructuren ontwikkeld en werkgroepen actief.

Tabel 1. Sturing uitvoeringsprogramma LEA Tilburg KO-PO en VO-MBO

KO - POTYPE OVERLEGBestuurlijk overleg

LEA KO-PORegiegroep LEA Tilburg KO-PO

Werkgroep LEA KO-PO

VO - MBOTYPE OVERLEGBestuurlijk overleg LEA VO-MBO

Regietafel LEA VO-MBO

DEELNEMERSWethouderAfvaardiging besturenKO en POAfvaardiging besturen KO met mandaat van stedelijk overleg kinderopvangdirecteur T-Primairambtenaar gemeente Tilburg, overstijgend op alle dossiersAfvaardiging directies KO en PO (van elke stichting 1)

DEELNEMERSAfvaardiging besturen VO en MBO

Afvaardiging directies VO en MBO

INHOUD

Monitoren gezamenlijk de kwaliteit en voortgang van het geheel vanprogrammalijnen op basis van indicatoren via betrokken organisaties. Voorbereiden bestuurlijk overleg. Besluitvormend.Dragen mede zorg voor uitvoering LEA, monitoren voortgang, evaluatie vanuit de praktijk. Opiniërend.

INHOUDMonitoren gezamenlijk de kwaliteit en voortgang van het geheel van programmalijnen op basis van indicatoren via betrokken organisaties. Besluitvormend.Monitoren voortgang, evaluatie vanuit de praktijk. Opiniërend.

FREQUENTIE3 keer per jaar

2 keer per jaar

4 keer per jaar

FREQUENTIE4 keer per jaar

6 keer per jaar

4

4.1

21

4.2

4.3

MONITORING Monitoren is het systematisch in kaart brengen van ontwikkelingen, prestaties en resultaten. We monitoren het uitvoeringsprogramma LEA Tilburg via een aantal indicatoren. Zo krijgen we antwoord op de vraag of de inzet werkt, op welke manier de kwaliteit van de aanpak kan worden verbeterd of waar nodig kan worden bijgestuurd. We starten in schooljaar 2016/ 2017 met een nulmeting op de indicatoren. We maken daarbij gebruik van input uit de VVE monitor, de stadsmonitor en de integrale locatieplannen van KO en PO. De LEA wordt gemonitord op basis van de volgende indicatoren:- Percentage locaties met een integraal locatieplan;- Percentage doelgroep kinderen dat een VVE programma volgt;- Normpercentage voortijdig schoolverlaters (VSV).

SAMENWERKING EN COMMUNICATIEOm de ambities uit deze LEA succesvol ten uitvoer te brengen werken onderwijs, opvang en gemeente intensief samen. De opgave is complex en maakt dat wij op een andere manier invulling moeten geven aan ons partnerschap. We onderscheiden drie niveaus waarop deze verandering gestalte moet krijgen. 1. Het primaire niveau van de uitvoering waarin professionals centraal staan. We vinden het belangrijk om meer

ruimte te creëren voor uitwisseling tussen professionals onderling en hun ontwikkeling vanuit de praktijk. We zetten zowel in op het vergroten van kennis als het aanleren van vaardigheden. Deze inzet is opgenomen in de actielijn Professionele organisaties (zie 2.1.1.3.)

2. Het secundaire niveau van de organisatie. Hierbij gaat het om de kaders en randvoorwaarden waar binnen de uitvoering plaatsvindt: het faciliteren van de uitvoering en goed opdrachtgeverschap. Een goede balans tussen voorschrijven van gewenste inzet en ruimte laten voor de praktijk is gewenst. Dit geven we onder andere vorm via de integrale locatieplannen (zie 2.1.1.)

3. Het tertiaire niveau van de bestuurders. Hier staat de positie van de instellingen en de rol- en taakverdeling tussen samenwerkende partners centraal. Dit laten we terugkomen in de manier waarop de sturing op de LEA is vormgegeven (zie 4.1. Sturing en organisatie).

Communicatie Voor het slagen van de uitvoering van de LEA is het van belang dat alle stakeholders goed geïnformeerd en betrokken zijn en er draagvlak is voor de inhoudelijke thema’s. We willen degemeente Tilburg en de raad, besturen van de betrokken organisaties, professionals en oudersverbonden aan de betrokken organisaties, informeren over inhoud en voortgang van de LEA. We vinden het belangrijk dat betrokkenen onze uitvoering mede volgen en daarmee een rol hebben inde bewaking van de kwaliteit. Het is in dit kader van belang dat mensen in de verschillendeoverlegorganen een goede terugkoppeling geven binnen de eigen organisatie. Verder vieren we onzesuccessen en delen onze best practices.

Om de inhoudelijke thema’s van de LEA onder de aandacht te brengen van betrokken professionalsorganiseren we vanuit de Ontwikkelacademie verschillende inspiratiesessies. Daarnaast organiserenwe jaarlijks LEA bijeenkomsten voor professionals waarin ruimte is voor het delen vanopgedane kennis en ervaringen, best practices worden getoond en de voortgang van de LEA wordtbesproken. Online komt er op www.palet013.nl een plek waar initiatieven van KO en PO zichtbaarzijn. Met ouders gaan we doorlopend in dialoog over de thema’s en voortgang van de LEA. We doendit zo laagdrempelig mogelijk en gebruiken hiervoor de bestaande kanalen op de locaties van KO enPO: de MR-en en OR-en.

22

FINANCIËNIn dit hoofdstuk maken we inzichtelijk op welke manier wij de inspanningen in het uitvoeringsprogramma LEA Tilburg financieel ondersteunen.

FINANCIËNOm onze ambities te realiseren hebben we verschillende budgetten tot onze beschikking. Om te beginnen ontvangen schoolbesturen rechtstreek middelen van het Rijk voor het primaire proces. Deze budgetten zijn buiten onze financiële overzichten gehouden. Daarnaast investeren besturen KO, PO, VO en MBO vanuit eigen middelen zelf in de verschillende actie- en programmalijnen van de LEA Tilburg. Dit gebeurt onder andere bij talentontwikkeling, de Ontwikkelacademie en opleidingsscholen. De middelen voor het lokale onderwijsbeleid vanuit de gemeente zijn hier een aanvulling op. De gemeente Tilburg vormt de huidige, verschillende bekostigingsvormen om tot een meer uniforme en eenvoudigere systematiek. De beschikbare middelen vanuit de gemeente Tilburg bestaan uit:

- Rijksbijdragen voor onderwijsbeleid van de gemeente Tilburg voor onderwijsachterstandenbeleid, volwasseneducatie en regionale inzet RMC/ VSV;- Middelen uit het Gemeentefonds voor VSV, jeugd en versterking peuterspeelwerk;- Gemeentelijke middelen voor voormalige Brede School Tilburg (BST), schoolloopbaan begeleiding, doorgaande leerlingen bewegen en gezondheid, financiële zelfredzaamheid, cultuureducatie en overgang PO-VO.- Gemeentelijke impuls middelen voor het onderwijs (in het coalitieakkoord is aangegeven: structureel 1 miljoen euro extra en 1 miljoen euro als incidentele impuls voor het lokale onderwijsbeleid). De bijbehorende bedragen zijn in bijlage 1 verder uitgewerkt.

In tabel 1 geven we inzicht in de vrij besteedbare, gemeentelijke budgetten. We verdelen deze gemeentelijke middelen in tabel 2 tot en met 5 vervolgens verder naar onderwijssoort (KO-PO en VO-MBO) en naar programma- en actielijnen.

5

5.1

Naam budget

Incidenteel gemeentebudget

Structureel gemeentebudgetOvergang bo-voSubsidies brede schoolSchoolloopbaanbegeleiding

Totaal structureel

Incidenteel/structureel

Incidenteel

StructureelStructureel

Bedrag totaal

473.172

820.00014.791

851.384415.600

2.101.775

KO/PO

373.172

330.0007.396

851.384310.000

1.498.780

VO/MBO

100.000

490.0007.396

0 105.600

602.996

Tabel 1. Verdeling vrij besteedbare budgetten

23

Budget

Incidenteel gemeentebudget

Structureel gemeentebudgetOvergang PO-VO Subsidies brede school Schoolloopbaanbegeleiding Totaal structureel

Budget

Incidenteel gemeentebudget

Structureel gemeentebudgetOvergang PO-VO Schoolloopbaanbegeleiding Totaal structureel

KO-PO 2016

Programmalijn: Talentontwikkeling en doorgaande leerlijnen via integrale locatieplannenIntegrale locatieplannenOntwikkelen, implementeren en monitoren methodiek integrale locatieplannen Integrale locatieplannen locaties KO-POContextrijk leren via programmalijnen Ontwikkelen en implementeren programmalijnen op stedelijk niveau Professionele organisatiesOntwikkelacademieOpleidingsscholen

Totaal

KO-PO 2016

Programmalijn: Talentontwikkeling en doorgaande leerlijnen via integrale locatieplannenKlemtoon op TaalTaalonderwijs impulswijkenSchakelklassenVVEOverige OAB

Totaal

*Exclusief het incidentele gemeentebudget

*Exclusief het incidentele gemeentebudget

*Dit zijn de budgetten zoals opgenomen in de gemeentebegroting 2016. In de praktijk zullen de budgetten in 2016 jaar hoger uitvallen vanwege resterende budgetten uit voorgaande oab jaren. Het is niet duidelijk welke budgetten de gemeente Tilburg in 2017 e.v. ontvangt.

2016

373.172

330.0007.396

851.384310.000

1.498.780*

2016

100.000

490.0007.396

105.600602.996*

2017

rest

330.0007.396

851.384310.000

1.498.780

2017

rest

490.0007.396

105.600602.996

2018

rest

330.0007.396

851.384310.000

1.498.780

2018

rest

490.0007.396

105.600602.996

Bedrag

Lump sum budget

Lump sum budget

Budget KO-POBudget KO-PO

1.871.952

Bedrag

2.387.766*568.736*385.438*

3.803.427*76.857*

7.222.2248*

Tabel 2. Verdeling vrij besteedbare budgetten per onderwijssoort en per jaar:

Tabel 3. Onderverdeling subsidies naar programmalijnen KO-PO 2016

Tabel 4. Onderverdeling middelen vanuit het onderwijsachterstandenbeleid 2016

2.1 KO-PO

2.2 VO-MBO

24

VO-MBO 2016

Programmalijn: talentontwikkeling en internationaliseringBrede vorming en talentontwikkeling Verkenning verworvenheden Cultuureducatie met kwaliteit Tilburg (CMKT) in uitrol naar VO en MBO en school overstijgende initiatieven talentontwikkelingBrede vorming en talentontwikkeling Start talenttrajecten Overgang PO-VO Werkgroep PO-VO: voor facilitering van de werkgroep en voor een kwalitatieve en kwantitatieve analyse met aanbevelingen ter verbetering van de aansluiting PO-VO. Overgang PO-VO SchoolloopbaanbegeleidingProgrammalijn: Aansluiting onderwijs – arbeidsmarktVSV en jongeren in een kwetsbare positie Verknoping van vervolgaanpak VSV en jongeren in een kwetsbare positie in het onderwijs met de dienstverlening van Werk en Inkomen

Totaal

Bedrag

40.000

100.000

57.396

105.600

400.0004

702.996

Tabel 5. Onderverdeling subsidies programmalijnen naar programmalijnen VO-MBO 2016

4 De financiële inzet is afhankelijk van het in te richten maatregelenprogramma en de inzet van Rijksmiddelen die daarbij horen. Dit bedrag kan al naar gelang de hoogte en inzet van deze Rijksmiddelen wijzigen.

25

BIJLAGE 1. FINANCIËN BIJ UITVOERINGSPROGRAMMA

5 Dit budget is inclusief € 340.000,- voor het ondersteuningsteam van de sportverenigingen.

Herkomst middelen

Rijksmiddelen (specifieke uitkeringen)Gemeentelijke middelen: impuls onderwijs structureel Gemeentelijke middelen: impuls onderwijs incidenteelGemeentelijke middelen: overigTotaal

Rijksmiddelen

OnderwijsachterstandenRMCVolwasseneneducatieTotaal

Gemeentelijke middelen: overig

Overgang PO-VOSubsidies brede schoolCombinatiefunctionarissenSchoolloopbaanbegeleidingPeuterspeelzaalwerkFinanciële zelfredzaamheidCISTCultuureducatie met kwaliteitTotaal

2016

9.170.307820.000

787.027

3.674.76314.452.097

2016

7.222.224743.605

1.204.4789.170.307

2016

14.791851.384

1.084.5205

415.600990.105

7.637244.226

66.5003.674.763

2017

6.782.541820.000

rest

3.608.26311.210.804

2017

4.834.458*743.605

1.204.4786.782.541

2017

14.791851.384

1.084.520415.600990.105

7.637244.226

03.608.263

2018

6.782.541820.000

rest

3.608.26311.210.804

2018

4.834.458743.605

1.204.4786.782.541

2018

14.791851.384

1.084.520415.600990.105

7.637244.226

03.608.263

Tabel 1. Beschikbare middelen: Rijks-, gemeentelijke-, structurele en incidentele impulsmiddelen vanuit de LEA, stand per 1-1-2016

Tabel 2. Uitwerking rijksmiddelen (specifieke uitkeringen)

Tabel 3. Uitwerking gemeentelijke middelen: overig

In onderstaande tabellen zijn de bovenstaande middelen verder uitgewerkt naar hun bestemming.

*indicatie voor 2017 e.v.

26

16-1

57-S

OC