There are plenty more fish in the sea

49
1 Zowel op ecologisch gebied als op sociaal-economisch vlak is de visserijsector er slecht aan toe. Voor lange tijd werden visserijen gezien als onbegrensd, als onuitputtelijk. Op de Great International Fisheries Exhibition in 1883 in Londen verklaarde Thomas Huxley dat de visserijen onuitputtelijk zijn en dat niets wat we doen een significante invloed heeft op het aantal vissen. Deze uitspraak was gebaseerd op zijn waarneming dat vissen vaak enorme hoeveelheden eitjes produceren. En inderdaad, Huxley kon onmogelijk voorzien dat de toen gebruikte vismethoden ooit een risico zouden vormen voor het voortbestaan van de visbestanden. Vandaag, een goede eeuw later, gaan visbestanden wereldwijd drastisch achteruit, en is er – als we aan het huidige tempo doorgaan met vissen – ook geen beterschap in zicht (Pauly et al. 2002). Experts beweren dat, als de huidige trends zich voortzetten, er geen vis meer zal zijn tegen 2050 (Pauly et al. 2003). De problemen zijn echter niet enkel ecologisch van aard; ook de sociaal- economische problemen die voortvloeien uit een slecht visserijbeleid zijn niet te overzien. In veel West-Afrikaanse landen bijvoorbeeld, heeft overbevissing door buitenlandse vloten geleid tot een dusdanige afname van de visbestanden dat de lokale vissers niet genoeg meer vangen om rond te komen (o.a. Lafranière 2008, Alder and Sumaila 2004). Als we doorgaan zoals we bezig zijn, zullen volgende generaties niet meer kunnen genieten van een lekker stuk vis, zal een groot deel van de wereldbevolking haar belangrijkste bron van proteïnen zien verdwijnen, en zullen enorm veel mensen hun inkomen verliezen.Een langetermijnvisie en een sterke overheidscontrole op regionaal, nationaal en internationaal niveau zijn vereist om onze visbestanden van een volledige ondergang te redden. Dit wil echter niet zeggen dat we binnen de huidige context geen actie kunnen ondernemen. Het aantal initiatieven dat ernaar streeft het ecologisch bewustzijn van de consument te vergroten is de laatste jaren flink toegenomen, en heel wat successen werden geboekt. De redenering achter dergelijke initatieven is dat als de consument ervan overtuigd kan worden om enkel nog duurzame vis te eten, de markt zich automatisch zal moeten aanpassen (Jacquet and Pauly 2006). Op een gelijkaardige manier kan de Universiteit Gent van haar verdelers eisen dat de vis die ze aankoopt van duurzame bronnen komt. Arne Kinds VOORWOORD

description

Opdracht typografie

Transcript of There are plenty more fish in the sea

Page 1: There are plenty more fish in the sea

1

Zowel op ecologisch gebied als op sociaal-economisch vlak is de visserijsector er slecht aan toe. Voor lange tijd werden visserijen gezien als onbegrensd, als onuitputtelijk. Op de Great International Fisheries Exhibition in 1883 in Londen verklaarde Thomas Huxley dat de visserijen onuitputtelijk zijn en dat niets wat we doen een significante invloed heeft op het aantal vissen. Deze uitspraak was gebaseerd op zijn waarneming dat vissen vaak enorme hoeveelheden eitjes produceren. En inderdaad, Huxley kon onmogelijk voorzien dat de toen gebruikte vismethoden ooit een risico zouden vormen voor het voortbestaan van de visbestanden. Vandaag, een goede eeuw later, gaan visbestanden wereldwijd drastisch achteruit, en is er – als we aan het huidige tempo doorgaan met vissen – ook geen beterschap in zicht (Pauly et al. 2002). Experts beweren dat, als de huidige trends zich voortzetten, er geen vis meer zal zijn tegen 2050 (Pauly et al. 2003). De problemen zijn echter niet enkel ecologisch van aard; ook de sociaal-economische problemen die voortvloeien uit een slecht visserijbeleid zijn niet te overzien. In veel West-Afrikaanse landen bijvoorbeeld, heeft overbevissing door buitenlandse vloten geleid tot een dusdanige afname van de visbestanden dat de lokale vissers niet genoeg meer vangen om rond te komen (o.a. Lafranière 2008, Alder and Sumaila 2004).

Als we doorgaan zoals we bezig zijn, zullen volgende generaties niet meer kunnen genieten van een lekker stuk vis, zal een groot deel van de wereldbevolking haar belangrijkste bron van proteïnen zien verdwijnen, en zullen enorm veel mensen hun inkomen verliezen.Een langetermijnvisie en een sterke overheidscontrole op regionaal, nationaal en internationaal niveau zijn vereist om onze visbestanden van een volledige ondergang te redden. Dit wil echter niet zeggen dat we binnen de huidige context geen actie kunnen ondernemen. Het aantal initiatieven dat ernaar streeft het ecologisch bewustzijn van de consument te vergroten is de laatste jaren flink toegenomen, en heel wat successen werden geboekt. De redenering achter dergelijke initatieven is dat als de consument ervan overtuigd kan worden om enkel nog duurzame vis te eten, de markt zich automatisch zal moeten aanpassen ( Jacquet and Pauly 2006). Op een gelijkaardige manier kan de Universiteit Gent van haar verdelers eisen dat de vis die ze aankoopt van duurzame bronnen komt.

Arne Kinds

V O O R W O O R D

Page 2: There are plenty more fish in the sea

2

Hallo, ik ben Jonas Hulsens. Ik werk als campaigner bij Greenpeace. De voorbije drie jaar heb ik me toegelegd op de campagne voor duurzame landbouw. Ik ontdekte hoe in Zuid-Amerika duizenden hectaren ge-netisch gemanipuleerde soja worden geteeld om de Europese veestapel te voeden, hoe ko-stbare bossen moeten wijken voor sojavelden en de armste boeren worden verdrongen door de oprukkende soja-industrie.

Het verhaal van de Afrikaanse vissers die momenteel op uitnodiging van Greenpeace op bezoek zijn in Europa, vertoont opvallende gelijkenissen met de sojaproblematiek. Kleine, artisanale vissers uit Senegal, Mauretanië en Kaapverdië stellen met lede ogen vast hoe grote Europese vissersboten hun wateren plunderen en de mariene eco-systemen vernietigen. “Op één dag haalt zo’n schip even veel vis boven als wij in een maand”, vertelde Ameth Wade uit Senegal me. Als gevolg van de activiteit van buitenlandse schepen zien de vissers hun vangsten en inko-mens krimpen. Ze moeten steeds ver-der en langer op zee te gaan, met ho-gere kosten en risico’s tot gevolg. Of

ze tellen grof geld neer om als migrant hun geluk elders te beproeven.Terwijl de EU de poort voor deze West-Afrikaanse migranten gesloten houdt, overspoelt de West-Afrikaanse vis onze markten. 60 procent van alle in het wild gevangen vis op de Eu-ropese markt wordt geïmporteerd, waarbij een aanzienlijk deel uit Afrika komt. En Europa ondersteunt deze praktijken met belastinggeld.

Afrika voedt Europa

Via visserijovereenkomsten koopt ze voor de Europese vloot als het ware toegangskaartjes tot de buitenlandse wateren. Momenteel heeft de EU zestien van zulke overeenkomsten lopen, waarvan zeven met West-Afri-kaanse landen. Voor veel West-Afri-kaanse regeringen is dat een welkome inkomstenbron. In ruil moeten ze werk maken van een beter beheer van de visbestanden. Maar volgens de arti-sanale vissers uit West-Afrika is daar weinig van te merken. “Sinds begin jaren negentig nemen onze vangsten drastisch af ”, zei Mamadou Diop Thioune, een van de vissers die België bezocht. “Afrika voedt Europa, maar wijzelf hebben straks niets meer te eten.” Waarom laat de EU haar indus-triële vissersboten de wateren van ontwikkelingslanden leegroven en geeft ze hen zelfs een duwtje in de rug? Omdat de Europese wateren niet

Page 3: There are plenty more fish in the sea

3

langer in de groeiende vraag naar vis en schaaldieren kunnen voorzien. Door jarenlange overbevissing is bijna 90 procent van de visbestanden er slecht aan toe. Maar in plaats van de vlootcapaciteit af te bouwen, export-eert de EU haar overbevissing, naar andere werelddelen.

Zoals velen wil ik graag weten of het eten wel op een eerlijke manier op mijn bord belandt, met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk en liefst niet te duur. Welnu, door het huidige Europees Visserijbeleid betal-en we maar liefst drie keer: eerst in de vorm van subsidies aan de visserij, dan voor het herstel van de ecologische schade en tot slot voor de vis aan de kassa van jouw vishandel of super-markt. Dat is geen goed bestuur, maar verspilling.

Visbestanden moeten zich herstel len

Tussen nu en 2013 wordt hetEuropese Visserijbeleid hertekend en hebben we de kans om werk te maken van een duurzamere visserij. Wetenschappers waarschuwen dat het vijf voor twaalf is. Het ecologische aspect is zodanig verwaarloosd, dat ook de economis-che en sociale duurzaamheid van de visserij in het gedrang komen, zoals het verhaal van de Afrikaanse vissers aantoont. De visserij kan haar tweede

adem vinden, op voorwaarde dat de visbestanden zich kunnen herstellen. Daarvoo moet de EU de capaciteit van haar vloot drastisch inperken, en zijn beter beheer van de visbestanden en duurzame vangstmethodes nodig, zowel in de eigen wateren als daar-buiten.Greenpeace wil dat België zich als kustland met een kleine vloot (die voor alle duidelijkheid niet actief is in de wateren van ontwikkelingslanden) tijdens de komende onderhandelingen opwerpt als voorvechter van een duurzame visserij. Het bezoek van de Afrikaanse vissers aan België was een eerste gelegenheid om onze politici met de neus op de feiten te drukken. We ontmoetten Vlaams minister-pres-ident Kris Peeters en een handvol Vlaamse volksvertegenwoordigers en zakten af naar Oostende voor een lunch met Belgische vissers.

Peeters beloofde het probleem aan te kaarten bij de besprekingen over de hervorming van het Europese Visseri-jbeleid in het najaar van 2011. We zul-len hem aan zijn woord houden.

www.greenpeace.org

Page 4: There are plenty more fish in the sea

4

Al eeuwenlang vangen mensen vis om zelf op te eten of te verkopen. Tot enkele decen-nia geleden was daar niet zoveel mis mee. De visserij is echter de laatste tijd steeds grootschaliger geworden, waardoor in toen-emende mate vispopulaties onder druk zijn komen te staan en bedreigd worden met uit-sterven. Of een visserij duurzaam is hangt onder andere af van het vistuig dat wordt gebruikt:

* Zwaar en ruw vistuig dat over de bodem sleept, doet vaak meer schade en vraagt een groter schip, dan licht vistuig. Wanneer het vistuig over de bodem sleept, wordt het leven op, en vaak ook in, die zeebodem flink aangetast.

* Het net kan meer of minder selec-tief zijn voor de doelsoort die de visser wil vangen. Als het net niet selectief is worden veel te veel kleine vissen mee-gevangen. Deze worden dan weer overboord gegooid. Ook komen er andere dieren in de netten, denk aan zeezoogdieren, albatrossen, schildpad-den en haaien.

* Wanneer het tuig groot en zwaar is, en de boot ook, en wanneer de visser ver uit de kust gaat is veel meer brand-stof nodig om een kilo vis te vangen.Er zijn vijf belangrijke groepen vis-

serijmethoden: trawlen, purse seining, kieuwnetten, lijnenvisserij en ander passief vistuig. Er zijn talloze variaties op deze vijf groepen.

BODEMTRAWLING

Bij bodemtrawling sleept een schip netten over de bodem. Bodemtrawls worden veel gebruikt voor de vangst van witvis die op of in de bodem leeft, zoals kabeljauw, wijting en schelvis, en platvis zoals schol. Bodemsoorten leven vaak in gemengde groepen, zo-dat naast de doelsoort ook andere soorten in de netten terechtkomen.

Deze vorm van visserij heet soms ook: gemengde visserij. De bodemtrawls kunnen de bodem en het bodemleven beschadigen. Het tuig is niet selectief en de brandstofkosten zijn hoog. De impact van deze vistechniek hangt sterk af van de manier van toepassen. Zo is de hoeveelheid bijvangst afhan-kelijk van de maaswijdte, maar ook van gebied en seizoen. De sleepnetten zijn op verschillende manieren open te houden en onder te verdelen in de volgende groepen:

- Boomkor- Garnalenkor

HOE WORDT VIS

Page 5: There are plenty more fish in the sea

5

- Sumwing, pulskor, pulswing, hy-drorig- Bordenvisserij, outrigvisserij- Twinrig

BOOMKOR

De boomkor wordt gebruikt voor de vangst van platvis. Het net wordt opengehouden door een stalen buis, de boom. Een kotter sleept twee van deze boomkorren over de zeebodem. Zware wekkerkettingen zorgen ervoor dat de platvis opschrikt uit het zand en het net in zwemt.

+ effectieve manier om platvis te vangen- veel bijvangst- aanzienlijke bodemimpact- hoog brandstofverbruik

GARNALENKOR

Voor garnalenvangst in de kustwateren en op het wad wordt een lichte vorm van de boomkor ingezet. Hierbij rol-len geen kettingen, maar touwen met ronde klossen over de bodem om de garnalen op te schrikken (rollenpees). De vissers gebruiken meestal een zee-flap om bijvangst te verminderen.

+ effectieve manier om garnalen te vangen+ kleinere bodemimpact, maar niet verwaarloosbaar- veel bijvangst

S U M W I N G , P U L S K O R , PULSWING, HYDRORIG

In Nederland vinden experimenten plaats met lichtere varianten van de boomkor, om het brandstofverbruik en de bodemberoering te vermind-eren. De sumwing heeft een vleugel-vormige boom waardoor het brand-stofverbruik lager is. De pulskor schrikt vissen op met elektrische schokjes in plaats van met wekkerkettingen.De pulswing combineert de beide tech-nieken. De pulsmethode verkeert in de experimentele fase, er bestaat nog geen goed zich op de neveneffecten van elektrische schokjes. De techniek i s d a a r o m n o g n i e t o f f i c i e e l goedgekeurd. De hydrorig creëert wa-terwervelingen om vissen op te schrik-ken.

+ brandstofbesparende vorm van trawlvisserij+ betere selectiviteit (minder bijvangst)+ kleinere bodemimpact

GEVANGEN?VIS

Page 6: There are plenty more fish in the sea

6

BORDENVISSERIJ, OUT-RIGVISSERIJ

In de bordenvisserij worden de netten horizontaal opengetrokken met stalen platen aan de zijkant van de netten (scheerborden). Aan de bovenkant houden plastic ballen het net open. Aan de onderzijde hangen gewichten die het net bij de bodem houden.De outrigmethode maakt gebruik van ‘outrignetten’, een lichter sleepnet waarbij twee visborden het net oph-ouden in plaats van de traditionele boom.

+ effectieve vangstmethode voor demersale witvis- middelhoog brandstofverbruik- aanzienlijke bodemimpact door scheerborden

TWINRIG

Twinrig is een variant waarbij één schip twee netten naast elkaar voorttrekt. De scheerborden bevinden zich alleen aan de buitenzijde van de netten. In de Noordzee wordt met twinrig gevist op Noordse kreeftjes, kabeljauw, wijting en schelvis en in de zomer ook op schol, schar en mul.

+ brandstofbesparende vorm van trawlvisserij+ minder bodemimpact- veel bijvangst bij visserij op kleine kreeftjes (fijne mazen)

PELAGISCHE TRAWL

Pelagische trawl maakt gebruik van trech-tervormige netten die door de waterkolom worden getrokken. Scheepsborden houden het net open of het net wordt tussen twee

Page 7: There are plenty more fish in the sea

7

schepen gespannen (spanvisserij). Deze techniek maakt de vangst van hele sc-holen makreel of haring mogelijk. Over het algemeen is de bijvangst klein. Een uitzondering is de spanvis-serij op zeebaars in Het Kanaal, die berucht is vanwege de bijvangst van dolfijnen.

+ relatief laag brandstofverbruik+ geen bodemimpact+ in het algemeen weinig bi-jvangst

LONGLINE

Longlining is visserij met lange lijnen (40-100km) waar vele korte lijnen met vishaken en aas aan vastzitten. Op de oceaan wordt met deze techniek ge-vist op zwaardvis, tonijn en haai, vaak

met beschermde soorten als bijvangst. In tropische wateren belanden haaien en zeeschildpadden als bijvangst aan de lijnen, op het zuidelijk halfrond is de bijvangst van albatrossen een prob-leem. In gematigde gebieden is de bi-jvangst minder groot. Vroeger werd er met de beug, een variant van de longline, gevist in de Noordzee. De methode is verdrongen door de trawl.

+ kleine bodemimpact+ relatief laag brandstofverbruik- bi jvangst van beschermde soorten zoals haaien, zeeschild-padden, albatrossen- schade door losgeraakte lijnen (ghostfishing)

Page 8: There are plenty more fish in the sea

8

HANDLIJNEN

Vissen met handlijnen brengt lage ko-sten en weinig milieubezwaren met zich mee. Handlijnmethoden zijn kleinschaliger en selectiever dan longlinevisserij. De eventuele bi-jvangst gaat meestal levend overboord. Veel sportvissers beoefenen deze vorm van visserij.

Variaties zijn jiggen en trolling. Jiggen maakt gebruik van lijnen met kunstaas die op en neer bewegen om een prooi-dier na te bootsen. Machinaal bedi-ende jigs worden gebruikt om pijlink-tvis en zeekat te vangen. Bij trolling worden lijnen met aas of kunstaas langzaam door het water getrokken.

+ selectiever en kleinschaliger dan longline visserij+ geen bodemimpact+ bijvangst vaak levend over-boord+ aag brandstofverbruik+ weinig kosten- relatief arbeidsintensief

KIEUWNETTEN

Staand want is een verticaal net dat op de bodem staat of aan boeien in de waterkolom hangt. Passerende vissen raken met hun kieuwen verstrikt in de netten. Met staand wand wordt gevist op kabeljauw, andere rondvis en tong. Bij toepassing op kleine schaal is de impact op het zeemilieu klein. Het is een selectieve methode; kleine vissen zwemmen door de mazen van het net. Staand want vormt wel een gevaar voor bruinvissen en dolfijnen.

Een warrelnet bestaat uit meerdere net-ten van verschillende maaswijdten achtereen.

+ vrijwel geen bodemschade+ selectief- sommige vormen geven gevaar voor bruinvissen en dolfijnen- schade door losgeraakte netten (ghostfishing)

Drijfnetten hangen rechtop in het wa-ter, met boeien aan de bovenkant en gewichten aan de onderkant. Ze zit-ten niet vast aan de bodem, maar dri-jven mee op de zeestroming. De soms kilometers lange netten dragen de bij-naam ‘muren des doods’ omdat allerlei vissen en ander zeeleven (dolfijnen,

Page 9: There are plenty more fish in the sea

9

schildpadden, vogels en walvissen) erin verstrikt raken. In Europa zijn drijfnetten verboden.

+ geen bodemschade- veel bijvangst, ook van bedreigde soorten- schade door losgeraakte netten (ghostfishing)

FUIKEN

Kreeft, krab, paling, kabeljauw en inktvis worden ook wel gevangen door ze in fuiken te lokken. Vallen en korven zijn vaak kooien van bijvoor-beeld kippengaas. Het is verplicht aan de voorkant een grootmazig net te bevestigen, om te voorkomen dat zee-honden en watervogels in de kooi zwemmen. Jonge vis ontsnapt via de mazen van de fuik of kooi.

+ vrijwel geen bodemschade+ zeer selectief+ laag brandstofverbruik- arbeidsintensief

DYNAMIET

Door het gebruik van dynamiet of cyanide komen vissen dood of ver-doofd bovendrijven. Dit wordt toegepast bij koraalriffen, om schade aan het koraal te voorkomen. Deze vormen van visserij is illegaal, maar wordt nog steeds toegepast.

+ zeer effectief- zeer destructief- giftig- illegaal

www.goedevis.nl

Page 10: There are plenty more fish in the sea

10

Oceanië

Europa

Amerika

Afrika

Azië

Binnenlandse visvangst per continent in 2008 op een totaal van 10,2 miljoen ton

Visvangsten in de Noordzee per ton (2007)

0

100

200

300

400

500

600

De voornaamste situeren zich in ver afgelegen gebieden

Sterk gespecialiseerde, verouderde vloot

Beperkte ruimtelijkemogelijkheden voor de

aquacultuur

Hoge loonkosten

De Belgische visserijsector

verspreide visgronden

intensief en gevorderd onderzoek op het gebied vanvisserij-technieken, aquacultuur, vlootdynamica en de ontwikkeling van milieu- en energievriendelijkere visserijmethoden

24,5 %

0,2 %

Page 11: There are plenty more fish in the sea

11

Oceanië

Europa

Amerika

Afrika

Azië

Binnenlandse visvangst per continent in 2008 op een totaal van 10,2 miljoen ton

Visvangsten in de Noordzee per ton (2007)

0

100

200

300

400

500

600

De voornaamste situeren zich in ver afgelegen gebieden

Sterk gespecialiseerde, verouderde vloot

Beperkte ruimtelijkemogelijkheden voor de

aquacultuur

Hoge loonkosten

De Belgische visserijsector

verspreide visgronden

intensief en gevorderd onderzoek op het gebied vanvisserij-technieken, aquacultuur, vlootdynamica en de ontwikkeling van milieu- en energievriendelijkere visserijmethoden

24,5 %

0,2 %

Page 12: There are plenty more fish in the sea

12

G R E N A D I E R

C o r y p h a e n o i d e s r u p e s t r i s

Deze onopvallende wigvormige vis is slechts zeer zelden in zijn natuurlijke leefgebied te zien, aangezien hij zich meestal op 180-2200 m diepte ophoudt en de bodem of langs de kolossale verticale kloven van de continentale helling naar voedsel zoekt. Zijn krachtige muil maakt het hem het snuffelen in spleten en op de zeebodem makkelijker, waar hij vooral ongewervelde dieren vangt. Om bij het weinige licht in het diepe water toch te kunnen zien, hebben zich bij deze soort zeer grote ogen ontwikkeld. De rug-en staartvin zijn bijna tot een lange, ratachtige staart versmolten. Deze ongewone vinvorm zorgt er echter voor dat de vis zelfs in de smalste ruimte goed kan manoeuvreren. De grenadiersvis met zijn ronde neus vormt in sleepnetten meestal bijvangst. De grootste exemplaren worden tot 1 m lang en 10-20 kg zwaar. Slechts de helft van de vis wordt benut, meestal als ingredien van vis- en mosselsoepen. De filet is van middelmatige kwaliteit; de smaak van het vlees wordt veel beter als er de karakteristieke kruiden van de mediterrane keuken aan worden toegevoegd.

12

Page 13: There are plenty more fish in the sea

13

Page 14: There are plenty more fish in the sea

14

Page 15: There are plenty more fish in the sea

15

R O D E Z E E B R A S E M

P a g e l l u s b o g a r a v e o

De rode zeebrasem leeft in diepe wateren tot een diepte van 700 meter en plant zich langzaam voort. Hij wordt ook dorade genoemd, net als een aantal andere zeebrasems. De soort is voornamelijk te vinden in getijdestromen, zachtstromend water en rotsachtige wateren. Het dieet van de vis bestaat hoofdzakelijk uit dierlijk voedsel. Diepzeesoorten zijn erg gevoelig voor visserij, in één seizoen kan een subpopulatie leeggevist worden zonder kans op herstel. Stevig vlees, matig vetgehalte. De soort heeft zeer grote ogen . De rug is donker roodachtig en de rest van het lichaam grijs roodachtig tot onderaan meer zilverkleurig . Nog een belangrijk kenmerk is de duidelijke donkere vlek achter de kop aan het begin van de zijlijn. De grootste lengte is ongeveer 70cm. Gemiddelde lengte circa 30cm. Maximum gewicht 4kg

Page 16: There are plenty more fish in the sea

16

P A L I N G

A n g u i l l a a n g u i l l a

De familie van de alen of palingen bestaat uit 22 soorten. Palingen hebben een lang, glibberig lichaam gelijkend op dat van een slang. Het is ook een katadrome vis: de jongen groeien op in zoet water en zoeken vervolgens de zee op om te paaien en er te sterven. Palingen komen voor in gematigde, tropische en subtropische wateren overal ter wereld. Ze hebben een vaste paaigrond afhankelijk van de soort. De laatste jaren is het aantal palingen zo drastisch afgenomen, niet alleen door overbevissing maar ook door vervuiling, dat het nu een bedreigde diersoort is. Sommige soorten worden intensief gekweekt in Noord-Europa en Azië om zo de wilde visgronden te beschermen, maar dat heeft tot nu toe weinig effect gehad op de vispopulatie. Palingen hebben vast en smakelijk vlees en een olieachtige textuur. De paling (aal) staat op de lijst van bedreigde diersoorten (CITES en IUCN). Het aantal glasalen dat de rivieren in trekt is nog maar 1% van begin jaren 80. De paling heeft ook last van dijken en dammen, ziektes en watervervuiling, maar de visserij doet de visstand geen goed en moet volgens onafhankelijk onderzoek binnen 4 jaar afbouwen.

Page 17: There are plenty more fish in the sea

17

Page 18: There are plenty more fish in the sea

18

K A B E L J A U W

G a d u s M o r h u a

De kabeljauw in de Noordzee is zwaar overbevist. Door forse vangstreducties is het bestand geleidelijk aan het herstellen, maar 93% van alle kabeljauw wordt gevangen voordat hij kan voortplanten. Door klimaatverandering stijgt de watertemperatuur in de Noordzee en is er minder voedsel; dit bemoeilijkt herstel. Kabeljauw wordt zowel met lijnen als netten gevist in de koude wateren van de Atlantische, Grote en Arctische Oceaan en is de belangrijkste consumptievis op het noordelijke halfrond. De familie kabeljauwen of Gadiae is te herkennen aan drie karakteristieke rugvinnen. Populaire leden van deze soort worden gevist volgens quota en minimale grootte. Duurzaamheidsproblemen zijn reden tot bezorgdheid, dus het kweken van kabeljauw begint zich sinds kort te ontwikkelen als een industrie. De visvangst op de kabeljauw is een eeuwenoude traditie. Er zijn al vroeg strenge vangstbeperkende maatregelen genomen. Zo werden in 1753 bepaalde vistuigen verboden en is de visvangst sinds 1875 wettelijk gereguleerd. Vandaag steunt men op de aanbevelingen van de visserijbiologen om de quota en andere beperkingen te bepalen zodat de visstand op peil gehouden kan worden.

18

Page 19: There are plenty more fish in the sea

19

Page 20: There are plenty more fish in the sea

20

Page 21: There are plenty more fish in the sea

21

B L A U W V I N T O N I J N

T h u n n u s t h y n n u s

De grote vraag naar deze vis heeft geleid tot ernstige overbevissing van de soorten en hoewel sommige bestanden wereldwijd goed worden beheerd, worden vele dat niet. Kies een tonijn afkomstig van een duurzaam bron, gevangen met een hengel. Deze vissen, die gemakkelijk te herkennen zijn aan hun kogelvormige lijf dat taps toeloopt naar een spitse snuit en diepgevorkte staart, kunnen snel zwemmen: snelheden van 70 km per uur zijn gemeten. Hoewel ze uit gematigde en koude wateren komen, zijn vele soorten in staat zich aan te passen aan tropische en subtropische wateren. Een hoog myoglobine-niveau geeft het vlees een roze tot dieproze kleur, waardoor het de bijnaam de ‘roos van de zee’ heeft. Ondanks de diepe kleur heeft het vlees een subtiele smaak en gefileerd zijn er geen botten. Tonijn wordt vaak vergeleken met runderbiefstuk vanwege textuur en smaak. Twee soorten blauwvintonijn zijn ernstig bedreigd. De zuidelijke blauwvintonijn (Thunnus maccoyii) wordt gevangen in de gematigde en koude zeeën van de Atlantische, Indische en Stille Oceaan, maar migreert naar tropische zeeën tijden de paaitijd. Deze vissen zijn bijzonder gewild in Japan, waar ze een extreem hoge prijs kunnen halen. De noordelijke blauwvintonijn (of grote blauwvintonijn) is inheems in de westelijke en oostelijke Atlantische Oceaan, de Middelandse Zee en de Zwarte Zee, en wordt ook commercieel geteeld voor de Japanse kust. Deze soort is populair voor de sushihandel.

Page 22: There are plenty more fish in the sea

22

AT L A N T I S C H E H E I L B O T

H i p p o g l o s u s h i p p o g l o s s u s

Heilbotten groeien langzaam en zijn pas laat geslachtsrijp. De heilbot is een bijzonder grote platvis, die meer dan twee meter lang kan worden. Hij leeft in koude zeeen. Anders dan de meeste andere platvissen, zoals schol, tarbot en bot, zwemmen ze regelmatig los van de bodem rond op zoek naar prooi. Het is de grootste platvissoort die rond zwemt, maar helaas zijn de exemplaren die je kan kopen veel kleiner. De Atlantische heilbot staat op de rode lijst van het IUCN als ´bedreigd´. De Groenlandse heilbot (Flétan noir) is niet overbevist, maar de visserijdruk is hoger dan gewenst. Heilbot wordt hedendaags veel gekweekt en met groot succes. Grote kwekerijen zijn te vinden in het hoge noorden van Europa. Het zijn vooral de Noren die deze vis grootschalig op de markt zetten. De gekweekte Heilbot is makkelijk te onderscheiden van haar wilde broertje en zusje. De witte onderhuid van de kweek Heilbot heeft groene vlekken.

Page 23: There are plenty more fish in the sea

23

Page 24: There are plenty more fish in the sea

24

Page 25: There are plenty more fish in the sea

25

Page 26: There are plenty more fish in the sea

26

Page 27: There are plenty more fish in the sea

27

H A A I

S e l a c h i m o r p h a

Eeuwenlang zijn haaien bevist vanwege hun vlees, huiden, levertraan, vinnen en tanden. Tegenwoordig zijn de meeste haaienvisserijen gestimuleerd door de toenemende vraag naar haaienvlees en vinnen. Spanje vangt en exporteert veel haai naar China voor de haaienvinnen. De vraag neemt in China toe, omdat steeds meer Chinezen zich financieel haaienvinnensoep kunnen permitteren.Een kom haaienvinnensoep kan tot 100 dollar kosten en één haaienvin is meer dan 1.300 dollar waard. Jaarlijks worden ongeveer 10 miljoen kilo haaienvinnen naar Hongkong geëxporteerd. Liefst 87 landen behoren tot de leveranciers. Ieder jaar worden volgens Greenpeace tot 73 miljoen haaien gedood. Daar komt nog eens bij dat haaien kwetsbaar zijn voor overbevissing, aangezien haaien pas op late leeftijd volwassen zijn en weinig jongen voortbrengen. Overal ter wereld worden haaien met uitsterven bedreigd. Meerdere haaiensoorten maakten zo aanspraak om op de lijst van beschermde diersoorten te komen. Maar slechts één haaiensoort kwam effectief op die lijst terecht. De haringhaai wordt hard getroffen door overbevissing in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.

Page 28: There are plenty more fish in the sea

28

R O G

B a t o i d e a

De roggen van het Nederlands Continentaal Plat (vleet, blonde rog, stekelrog, kleinoogrog, gevlekte rog, grootoogrog en sterrog) zijn in de periode 1945-2005 gemiddeld zeer sterk achteruitgegaan. Alle afzonderlijke soorten vertonen een geleidelijke achteruitgang met uitzondering van de sterrog. Roggen vormen een bijvangst van de visserij op bodemvissoorten. Er wordt door de Nederlandse vissersvloot niet gericht op gevist. Roggen zijn kraakbeenvissen. Op de sterrog na zijn alle soorten roggen uit de Noordzee gevoelig voor overbevissing; ze zijn pas na 6 tot 8 jaar geslachtsrijp en leggen maar 7 tot 8 eieren per jaar. In de handel vind je vaak de tropische pijlstaartrog. De roggen zijn een grote familie van ongeveer 200 soorten kraakbeenvissen die in alle oceanen voorkomen. De pijlstaartrog (ernstig bedreigd) en de stekelrog (kwetsbaar) staan op de nationale Rode Lijst van vissen. De vleet (critcally endangered), de stekelrog (near threatened), de grootoogrog (near threatened) en de kleinoogroog (near threatened) staan op de rode lijst van de IUCN.

28

Page 29: There are plenty more fish in the sea

29

Page 30: There are plenty more fish in the sea

30

Page 31: There are plenty more fish in the sea

31

S N A P P E R

L u t j a n i d a e

Deze groep heeft meer dan 100 ledenwaarvan sommige bekend staan als ‘jobfish’. Hij zwemt in de meeste tropische wateren over de hele wereld en vele zijn heel belangrijk voor de vishandel. Van sommige soorten is overbevissing bekend, maar de kweek is in ontwikkeling om deze belangrijke vissen te ondersteunen. Ze variëren in grootte, van een geelstaart van 25 cm tot de grote rode snapper die vooral op de markt gebracht wordt rond 46 cm. Kleinere leden van de groep, waaronder de geelstaart- en de geelgestreepte snappers, kunnen gestroomlijnd zijn, maar de grotere leden, vooral de malabar, cubera, bourgeois en echte rode snappers hebben een zijdelings samengedrukt lichaam. Zoals veel vissen van deze soort, hebben ze een royale laag dikke schubben en vinnen met scherpe stekels. De vis moet worden bijgesneden, ontschubd, en schoongemaakt voor het bereiden. Het vlees is meestal een beetje gebroken wit en lichter tot wit na bereiding.

Page 32: There are plenty more fish in the sea

32

Z W A A R D V I S

X i p h i a s g l a d i u s

De zwaardvis groeit tot een maximum van ongeveer 4,5 m lang en is te vinden in de Atlantische, de Stille en de Indische Oceaan en in de Middelandse Zee. Het is een belangrijke commerciële vis, die jaarlijks veel wordt gevangen in de Stille Oceaan, waar ze nu zorgvuldig wordt beheerd. Voor de Noord-Atlantische Oceaan gelden regels om jonge vis te beschermen. De kleur van zwaardvisvlees varieert, afhankelijk van zijn dieet en leefomgeving: de vlezige smakende steaks variëren van wit tot een roze-achtige tint. Op de meeste plekken in de wereld wordt zwaardvis op een erg onduurzame manier gevangen. Maar, er zijn uitzonderingen: in de VS (en Hawaii) en Canada wordt zwaardvis goed beheerd. Als je dan ook nog vist met de selectieve handlijn of harpoen, dan heb je een duurzame zwaardvis! Helaas wordt de meeste vis toch met andere vangsttechnieken gevangen.

Page 33: There are plenty more fish in the sea

33

Page 34: There are plenty more fish in the sea

34

L E N G

M o l v a m o l v a

Leng en blauwe leng zijn roofvissen die zwemmen in de diepzee. De vissen planten zich maar traag voort en zijn daardoor gevoelig voor overbevissing. Hoogst waarschijnlijk wordt de leng zwaar overbevist. De leng is zeer wijd verspreid. Je treft hem aan in de noordelijke Atlantische Oceaan van IJsland, Groenland, Canada en Noorwegen, maar ook in de Noordzee en zelfs tot aan Gibraltar. Uit de Europese wateren worden per jaar een 4 duizend ton aangevoerd. Onze vissers brengen zowat 80 ton aan wal. De leng komt veel voor in wateren met een rotsige bodem, waar hij andere vissen en grote kreeftachtigen eet. Hoewel hij normaal gesproken een diepzee vis is, kan hij ook in ondiepere gebieden leven mits er rotsen zijn. Hij plant zich voort in het voorjaar en een vrouwtje kan wel 60 miljoen eitjes leggen.

Page 35: There are plenty more fish in the sea

35

Page 36: There are plenty more fish in the sea

36

Page 37: There are plenty more fish in the sea

37

V I C T O R I A B A A R S

L a t e s n i l o t i c u s

De Victoriabaars is oorspronkelijk een Nijlbewoner, en is ook bekend als Nijlbaars. Wie de film ‘Darwin’s Nightmare’ heeft gezien, zal misschien geen nijlbaars meer willen eten. De film gaat over de sociaal-economische gevolgen van de globalisering van de handel in nijlbaars. Voor de VISwijzer worden vissoorten beoordeeld op de gevolgen voor natuur en milieu. Op basis daarvan komt de Victoriabaars in het licht rood. De vis is in de jaren ’60 uitgezet in het Victoriameer. Hij komt er dus niet van nature voor. Die introductie was een ecologische ramp, de schade aan de oorspronkelijk aanwezige dieren en planten was enorm. Maar nu is de vis er eenmaal en de schade is gedaan. In het Victoriameer is de vis nu overbevist, het beheer is niet effectief. Een goed alternatief is victoriabaars met het Naturland label. Hij komt wijd verspreid in alle Afrikaanse meren en rivieren voor. Dus naast de Nijl (vandaar de Engelse naam) ook in de Volta en de Congostroom en bovendien in de vele brakwatergebieden. De Nijlbaars kan tot een respectabele lengte uitgroeien: bijna 2 meter lang bij een gewicht van ongeveer 200 kg. Gemiddeld weegt hij 40 kg, wordt geslachtsrijp vanaf 50 cm lengte en paait in het voorjaar.

37

Page 38: There are plenty more fish in the sea

38

G R I E T

S c o p h t h a l m u s r h o m b u s

Griet is familie van de tarbot. Griet is voor vissers interessante bijvangst; hij levert goed geld op. Het bestand staat behoorlijk onder druk. Koop in elk geval geen te kleine exemplaren (kleiner dan 40 cm) die zich nog niet hebben kunnen voortplanten. Hij komt voor in het oosten van de Atlantische Oceaan, van IJsland tot Marokko, in de hele Zwarte Zee en ook de Middelandse Zee. Griet werd vroeger erg ondergewaardeerd, maar is nu van aanzienelijk belang voor de visserij. Hij smaakt even fijn en zoet als tarbot, maar is vlokkeriger. De griet komt voor op zand- en grindbanken en rond wrakken. Er zijn heden niet genoeg gegevens voorhanden om de griet populatie te evalueren. Onze vloot vist ongeveer 500 ton per jaar. In de Noordzee mogen ze maar een beperkte hoeveelheid vissen, in het Kanaal staat er geen limiet op. De griet voedt zich met vis en garnaaltjes.Griet kan uitzonderlijk tot bijna 75 cm groot worden, goed voor 8 kg lichaamsgewicht. In de handel is hij meestal wel iets kleiner van gestalte. Bij een lengte vanaf 35 cm wordt hij volwassen. Het paaien gebeurt op 10 tot 20 m diepte, in het voorjaar tussen maart en augustus.

Page 39: There are plenty more fish in the sea

39

Page 40: There are plenty more fish in the sea

40

VISCON

SUMPTIE

Sinds 1950 eet elke wereldburger twee keer zo veel vis en andere schaal- en schelpdieren per jaar. De verwachting is dat vis ook in de toekomst een hele belangrijke rol zal blijven spelen. Vroeger was vis een seizoensproduct. De vis kwam langs, de vissers vingen hem en verkochten hem aan de kust. Dit is al lang niet meer zo. De handel in vis is wereldwijd.

Vis is een mondiale markt. Maar liefst 40% van de wereldwijde productie wordt internationaal verhandeld (in ge ldwaarde) . Voor v lees i s d i t bijvoorbeeld ‘maar’ 10%. Tropische garnalen spannen de kroon; zi j vertegenwoordigen maar liefst 20% van de totale waarde van internationaal verhandelde visproducten. Veel visproducten gaan vanuit tropische landen naar de rijke landen zoals de VS en Japan en Europese landen.

Het internationale transport van vis, met name vers - vliegtuig - en diepgevroren - per schip - zal alleen maar verder toenemen. Een vis reist de halve wereld over. Soms alleen voor de verwerking en daarna weer terug. Blauwe wijting uit de Atlantische

Oceaan wordt door Nederlandse trawlers gevangen, wordt gefileerd in China om vervolgens in Europa verkocht te worden. Markten lijken alleen maar verder te globaliseren. D e z e s t ro m e n z i j n d i ffu u s e n veranderen steeds weer.

Page 41: There are plenty more fish in the sea

41

De groeiende visconsumptie toont de nood aan voor een

duurzaam management van de visbestanden

- FAO

Page 42: There are plenty more fish in the sea

42

VISHOE WORDTHangcultuur

Schelpdierzaad kan zich hechten aan touwen of kousen die aan drijvende constructies in het water hangen.De Nederlandse schelpdiercultuur verkri-jgt schelpdierzaad door wilde schelp-dierbanken te bevissen. Dat kan een negatief effect kan hebben op het lev-en in zee. Een duurzamere manier om aan zaad te komen zijn mosselzaad-invanginstallaties op zee en kwekeri-jen voor schelpdierbroed op het land.

+ hogere opbrengst per kg zaad dan bij bodemkweek+ geen bodemberoering- arbeidsintensiever oogstsysteem dan bij bodemkweek- lokale ophoping van schelpdieren-mest op de bodem

Bodemkweek

Het schelpdierzaad wordt opgevist van wilde mosselzaadbanken. De kweker laat het zaad vervolgens vallen op ondiepe banken in zee, meestal in baaien of an-dere beschutte plaatsen. De zee zorgt voor een natuurlijk voedselaanbod, waardoor het zaad opgroeit tot con-sumptieniveau. De schelpdieren worden opgevist met speciaal aangepaste boten.

+ minder arbeidsintensief dan hangcultuur- bodemberoering

Bouchots - palen

Langs de Atlantische kust van Frank-rijk worden schelpdieren gekweekt op “bouchots” (palen). Rond de paal zijn touwen of zakken met schelpdierzaad gewikkeld. Een net voorkomt dat de schelpdieren van de paal vallen. De oogst vindt plaats door de schelpen handmatig of mechanisch van de paal te schrapen.

+ hogere opbrengst per kg zaad dan bij bodemkweek+ geen bodemberoering- arbeidsintensiever oogstsysteem dan bij bodemkweek

Zakken

Schelpdierzaad gaat in zakken, rekken of kooien die op tafels liggen. De tafels staan in getijdengebieden, zodat de zee voedsel aanvoert. In Nederland is deze techniek niet in gebruik.

Page 43: There are plenty more fish in the sea

43

GEKWEEKT?VIS+ geen bodemberoering- arbeidsintensiever oogstsysteem dan bij bodemkweek

Recirculatiesystemen

Een recirculatiesysteem heeft een in-gebouwd zuiveringssysteem om afval-stoffen af te breken. Na zuivering stroomt het schone water terug naar de vis (recirculatie). Vissen kunnen niet ontsnappen en ziektes kunnen zich vrijwel niet verspreiden naar wil-de vispopulaties. Het gebruik van ge-neesmiddelen en chemicaliën is tot nul terug te brengen. Nederland heeft de afgelopen jaren veel kennis opgebou-wd over recirculatiesystemen.

+ milieuvriendelijk systeem door zuivering en hergebruik afvalwater+ volledige beheersing van het productieproces- relatief duur

Kooien; zee, rivier en meer

Kooien kunnen rond of vierkant zijn en in zee, meer of rivier staan. Ze zijn verankerd aan de bodem en staan op plaatsen die beschut zijn tegen storm en hoge golven. Doordat de kooien in

open verbinding met het omringende water staan, kunnen ziektes en parasi-eten eenvoudig overspringen naar wilde soortgenoten en omgekeerd. Chemicaliën, medicijnen en meststof-fen komen direct in het omringende water. Gekweekte vissen ontsnappen vaak, omdat de netten gemakkelijk beschadigen. De meeste zalm wordt gekweekt in dit type kweeksysteem.

+ relatief goedkope productiemeth-ode- snellere verspreiding ziekten- afvalstoffen komen direct in het omliggende water- grote kans op ontsnapping van vissen

Vijverteelt, extensief

Extensieve vijverteelt is het kweken van vis in vijvers zonder extra voer toe te voegen. De productie blijft hi-erdoor op een natuurlijke niveau. De productiviteit van de algen en zoö-plankton wordt eventueel gestimu-leerd door dierlijke mest of huishoud-elijk afval toe te voegen. Extensieve vijverteelt heeft nauwelijks negatieve effecten op de omgeving als de uitge-zette vis van nature ook in de omgev-

Page 44: There are plenty more fish in the sea

44

ing voorkomt en de aanleg van de vi-jvers niet ten koste is gegaan van natuurgebieden.

+ lage investeringskosten+ weinig effect op omgeving, tenzij natuurgebieden zijn opgeofferd voor de aanleg- lage opbrengst

Vijverteelt, intensief

Bij intensieve kweek in vijvers vindt extra beluchting plaats en worden de vissen bijgevoerd. De visproductie in de vijver is daardoor hoger dan de natuurlijke productie. Beluchting ge-beurt vaak door zogenaamde ‘paddle wheels’. De vijvers zijn gesloten syste-men, maar het water uit de bassins wordt geloosd in kanalen, rivieren of de zee. Het ongezuiverd lozen van afvalwater heeft een negatieve impact op de natuurlijke omgeving. Soms verdwijnen hoge ecologische waarden, bijvoorbeeld als waardevolle natuurli-jke begroeiing (bijvoorbeeld man-groven) moet wijken voor de aanleg van de vijvers.

De kweektechnieken binnen de vi-jverteelt zijn zo verschillend dat het niet mogelijk is om de effecten van dit

systeem samen te vatten in plussen en minnen.

Doorstroomsysteem

Bij dit systeem stroomt het water (vaak rivierwater) van een hoger gele-gen punt naar het bedrijf. Via de bassins met de vissen, stroomt het door naar de afvoer. Als het water niet gezuiverd wordt voor de lozing, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de natuurlijke omgeving. Zo kunnen te veel meststoffen in het water terecht-komen en bestaat er risico op verspre-iding ziekten en ontsnappingen van vissen. De negatieve gevolgen zijn te beperken met afvalwaterzuivering.

+ goedkope watertoevoer+ betere beheersing van de negatieve effect op omgeving mogelijk dan bij kweek in kooien- hoog waterverbruik- lozing van afvalwater op opperv-laktewater- kans op verspreiding van ziektes

www.goedevis.nl

Page 45: There are plenty more fish in the sea

45

De regionale organisaties die moeten toezien op het beheer van visbestanden op volle zee doen hun werk niet goed. Twee derde van deze bestanden zijn overbevist of zo goed als verdwenen, zegt de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) in een rapport over toestand van de visserij en de aquacultuur in de wereld. Een kwart van de door de FAO opgevolgde visbestanden is “overbevist”, “zo goed als uitgeput” of “herstellende”.

Dat aandeel blijft al sinds tien tot vijftien jaar stabiel. De toestand is veel dramatischer voor de visbestanden op volle zee, die voor een deel of geheel buiten de economische exploitatiezone van de kustlanden liggen. Twee derde van de bestanden in de open oceaan zijn overbevist of zo goed als uitgeput. Het gaat daarbij om soorten als de blauwvintonijn, de kabeljauw, de heek en de heilbot.

“Hoewel deze visbestanden maar een klein deel uitmaken van de totale visvangst, zijn ze een belangrijke indicator van de toestand van het ecosysteem van de oceanen”, zegt Ichiro Nomura, de assistent directeur-generaal van het visserijdepartement van de FAO.

Walvissen waren een tijdlang de meest bedreigde diersoort. Na een verbod van twintig jaar op commerciële vangst lijken de meeste walvissen nu terug te keren. Maar er zijn uitzonderingen, zoals de grijze walvis, die wellicht niet zullen overleven omdat hun aantallen veel te laag zijn. Veel vissoorten kunnen zich nog herstellen, wanneer de oceanen beter worden beschermd. Uit onderzoek in beschermde gebieden blijkt dat het herstel van de biodiversiteit tot een verviervoudiging van de productiviteit leidt bij de visvangst. Slechts één procent van de oceanen is echter beschermd.

Bodemvisserij

Daarnaast is er nog de destructieve bodemvisserij, waarbij vissers loodzware netten over de zeebodem slepen. Die netten wrikken alles los wat ze op hun 100

OVERBEVISSING8 maart 2007

Page 46: There are plenty more fish in the sea

46

meter brede pad tegenkomen, met inbegrip van unieke diersoorten. De Verenigde Naties zijn er eind 2006 niet in geslaagd om een verbod op bodemvisserij in te stellen.Onderzoekers van de Universiteit van British Columbia in Canada hebben berekend dat bodemvissers jaarlijks 116 miljoen euro subsidies krijgen. Japan, Zuid-Korea, Spanje, Australië en Rusland reiken de meeste subsidies uit. Zonder die subsidies zouden de bodemvissers volgens onderzoeker Rashid Sumaila miljoenenverliezen lijden.

“De bodemvissers krijgen subsidies om iets vreselijks te doen wat ze uit zichzelf nooit zouden doen, gewoonweg omdat het niet rendabel is”, zegt Elliott Norse, de voorzitter van het wetenschappelijke instituut “Marine Conservation Biology Institute”. “Het is een voorbeeld van iets wat erge gevolgen heeft ten gevolgde van bepaalde overheidsbeslissingen. Overheden moeten er iets aan doen, en wel snel”.

Totale opbrengst stagneert

De jongste cijfers over de opbrengsten van visvangst en aquacultuur bevestigen een trend die al een tijdje bezig is. De totale opbrengst uit de vangst van wilde vissoorten stagneert tussen de 90 en 95 miljoen ton. Volgens de FAO zit de sector daarmee tegen het plafond: in 2030 zou de vangst van in het wild levende soorten nog altijd 93 miljoen ton opleveren. Een internationaal team van wetenschappers kwam onlangs in het tijdschrift Science door extrapolatie tot de conclusie dat de oceanen tegen 2050 zouden zijn leeggevist.

De opbrengst uit aquacultuur gaat echter gestaag naar omhoog, van 35.5 miljoen ton in 2000 tot 47,8 miljoen ton in 2005. China produceert op zijn eentje bijna 70 procent van die hoeveelheid. De sector groeide er tussen 2000 en 2004 met 5 procent. De snelste groeier is de aquacultuur in ontwikkelingslanden (+11 procent in dezelfde periode), die zich vooral toelegt op garnalen en plantenetende vissoorten.

Page 47: There are plenty more fish in the sea

47

16,6 kilogram vis per aardbewoner

Visvangst en aquacultuur samen leverden in 2005 141,6 miljoen ton vis op, waarvan 106 miljoen ton bestemd was voor menselijke consumptie. Per aardbewoner komt dat neer op 16,6 kilo vis per jaar, een historisch record. De groei in de aquacultuur zal volgens de FAO volstaan om ook in de toekomst aan de vraag van de groeiende wereldbevolking te voldoen. 2,6 miljard mensen halen minstens een vijfde van hun dierlijke proteïnen uit vis.

Ook de internationale vishandel scheert historische toppen. Met een globale exportwaarde van 55 miljard euro in 2004 is de sector met 23 procent gegroeid tegenover 2000 (+ 17,3 procent wanneer je rekening houdt met de inflatie). De toename is erg uitgesproken in ontwikkelingslanden, waar de netto exportwaarde voor visserijproducten al twintig jaar stijgt, van 3,5 miljard euro in 1984 tot 15,7 miljard euro in 2004.

Plunderingen

Het VN-akkoord over de Visbestanden van 1995 bepaalt dat de visbestanden van de open oceaan moeten worden beheerd door regionale beheersorganisaties voor visserij (Regional Fisheries Management Organisations, RFMO’s), met vertegenwoordigers van landen die aan een bepaalde vangst deelnemen. Momenteel bestaan er 39 RFMO’s, die ervoor moeten zorgen dat de visbestanden van de open zee niet worden geplunderd door elkaar beconcurrerende vissersvloten uit verschillende landen.

Zo’n RFMO kan alleen goed werken als de deelnemende landen er zeker van zijn dat ze evenveel inkomsten zullen binnenhalen als wanneer ze er op hun eentje op uit trekken. Dat is nu meestal niet het geval. De RFMO’s hebben doorgaans veel leden en de samenstelling van het lidmaatschap verandert voortdurend. Dat bemoeilijk de uitwisseling van informatie en wederzijdse controle. De verleiding is dan ook erg groot om niet mee te doen aan het gemeenschappelijk visbeheer en te profiteren van de inspanningen van de anderen.

Page 48: There are plenty more fish in the sea

48

Om daar iets aan te doen, moeten er strengere internationale maatregelen komen om dergelijke ongereguleerde vangsten in gebieden waarover afspraken zijn gemaakt te bestraffen, zo stelt het FAO-rapport. De VN-organisatie heeft daartoe een Internationaal Actieplan tegen Illegale, Ondergereguleerde en Ongereguleerde Visvangst opgesteld dat moet worden vertaald in nationale actieplannen.

www.mo.be/artikel/overbevissing

Page 49: There are plenty more fish in the sea

49

Vormgeving en Illustraties:Louise Lateur

LettertypesMuseoBembo Book MT ProBeachman Script

DocentDanny Dobbelaere

© KASK 2012