Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband,...

20
Uitgave Vrienden van de Van der Laan Stichting nummer 1 • maart 2003 • 8,75 T hematismos

Transcript of Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband,...

Page 1: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

U i t g a v e V r i e n d e n v a n d e V a n d e r L a a n S t i c h t i n g

ColofonThematismos verschijnt tweemaal per jaar en is een uitgave van de Vriendenkring van de Van der Laan Stichting.

Vriendenkring van de Van der Laan StichtingRuud van Putten - voorzitterJuliet Oldenburger - secretarisRonald Merlin - penningmeesterGerhard Brüggemann - ambassadeurElly Honig - vormgeverBabs Rentjes - secretaris Van der Laan Stichting.

RedactieJuliet Oldenburger - eindredactieNico Nelissen - bestuurslid Van der Laan StichtingAdres: Redactie VVLS, Aalsmeerder Veerhuis, Sloterkade 21, 1058 HE Amsterdam.E-mail: [email protected] verantwoordelijkheid van gesigneerde stukken berust geheel bij de auteur. Overname of verveelvoudiging van teksten en illustraties of delen daarvan is slechts toegestaan met bronvermelding en voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

VormgevingStudio 1 te Amsterdam

DrukDrukkerij Tijl Uilenspiegel te Alkmaar

AdvertentiesElly Honig, telefoon (020) 468 16 97. U kunt een advertentie plaatsen voor € 60,- excl. BTW per keer. De grootte van de advertentie is 78 x 41 mm. De advertentie moet op de voor druk geschikte wijze worden aangeleverd. Voor opmaak wordt € 49,50 in rekening gebracht.

ContributieVanaf € 17,50 per jaar steunt u het doel van de Van der Laan Stichting, ontvangt u Thematismos en wordt op de hoogte gehouden van de activiteiten rond het gedachtegoed van monnik-architect Hans van der Laan.Studenten tot 25 jaar betalen € 12,50, bureaus en bedrijven minimaal € 100,-.U wordt vriend van de Van der Laan Stichting door uw bijdrage te storten op bankrekening 84.45.53.123 t.n.v. Vrienden van de Van der Laan Stichting te Waalre. Opzegging van het abonnement dient schriftelijk plaats te vinden, uiterlijk drie weken voor het einde van het kalenderjaar.

Van der Laan StichtingDe Van der Laan Stichting stelt zich ten doel het inzicht in de grondslagen van de architectuur te bevorderen en te ontwikkelen, uitgaande van het gedachtegoed van de monnik-architect Hans van der Laan, zoals dat tot uitdrukking komt in zijn werk en zijn publicaties.

n u m m e r 1 • m a a r t 2 0 0 3 • € 8 , 7 5

T h e m a t i s m o s

Illus

tratie

: Han

dsch

rift

Dom

Han

s va

n de

r La

an

Page 2: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

4

S t u d i o 1E l l y H o n i g

Laplacestraat 46 hs

1098 HX Amsterdam

Telefoon

020 468 16 97

E-mail

[email protected]

Fax

020 468 16 99

Mobiel

06 51 03 60 41

Mobiel

06 51 03 60 41

Gra�sche vormgeving bNOI s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k

v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

Van der Laan Stichting

De Van der Laan Stichting is een voortzetting van de ‘Stichting Het Menselijk Verblijf’ en de ‘Mgr van Heukelomstichting’ die van 1946 tot 1973 de cursus Kerkelijke Architectuur in het Kruithuis in Den Bosch verzorgde.

Doelstellingen van de stichting

De stichting stelt zich ten doel het bevorderen en ontwikkelen van inzicht in de algemene grondslagen van de architectuur met als uitgangspunt het gedachtegoed van Dom Hans van der Laan door:• het organiseren van lessen, lezingen, cursussen, bijeenkomsten en leer- gangen;• het vestigen van een centrum ter archivering en bestudering van het gedachtegoed van Hans van der Laan;• het coördineren van activiteiten van derden;• samenwerking met instellingen, die een gelijk of gelijksoortig doel nastreven;• voorlichting met betrekking tot de activiteiten van de stichting.

Vriendenkring

Heeft u belangstelling voor het gedachtegoed van Dom Hans van der Laan, maak dit dan kenbaar aan ons, samen met uw naam- en adresgegevens. Ons postadres is: Postbus 156, 6500 AD Nijmegen.Of stuur een e-mail naar: [email protected] u de stichting steunen, wordt dan Vriend van de Van der Laan Stichting. U wordt dan van alle activiteiten op de hoogte gehouden en krijgt het blad Thematismos tweemaal per jaar toegestuurd. In de colofon op de achterkant van dit blad staat hoe u vriend kunt worden.

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

18

I

InhoudIn den beginne ... 4

Lectori salutem 5Dom A. Lenglet

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw 7Hans Karels

Rationele en poëtische maatstaven 8Dick Pouderoyen

Cursus Van der Laan voor gevorderden 10

Van der Laan-studiedag in Delft 11Leo Tummers

Twee kerken van Jan de Jong met 14 sloop bedreigd Hilde de Haan

Excursie naar Dordrecht en Waasmunster 15

De l iefde bouwt een woning 16Juliet Oldenburger

Foto

graf

ie: F

rans

de

la C

ousi

ne

geordend zijn, die Van der Laan en Terruwe aan Thomas van Aquino ont-leenden.Toch zien we hier ook een verschil: Anna Terruwe spreekt over gevoel, Van der Laan over zintuiglijke waarneming. Hoewel pater Van der Laan het woord ‘gevoel’ in zijn theorie om onduidelijkheden te voorkomen niet snel zou gebruiken, is dit onderscheid m.i. gelegen in de verschillende vertaling van het Latijnse woord ‘sensus’, dat zowel waarneming, zintuig als gevoel kan betekenen.Tenslotte zijn er volgens Thomas van Aquino twee manieren om tot een beperkte, maar ware kennis van Gods wezen te komen: de ‘via negationis’ 5, de weg der ontkenning, en de ‘similitudo dissimilis’, de niet-gelijkende gelijkenis. Volgens deze laatste vergelijking tussen God en schepping, kan men wel naar God verwijzen, maar zijn wezen nooit kennen. Ook deze aspecten herkennen wij in het werk van Van der Laan; het is in die zin dat Van der Laan zegt dat de omgang van de mens met de dingen die hij maakt, een beeld geeft van de Schepper en schepping.

In Het Vormenspel der Liturgie maakt Van der Laan een indeling in de wereld van de natuur, de wereld van de maatschappij en de wereld van de liturgie: de wereld die het verstand te boven gaat. Harmonie met de natuur en communicatie met medemensen zijn twee aspecten van de ‘maatschappij’ die elkaar aanvullen.Malschaert: “In Het Vormenspel wordt de onderlinge verhouding tussen verschillende soorten ‘vormen’ van de maatschappij (functionele, expressieve en monumentale) gebruikt om de relatie tussen natuur, samenleving en liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht in een samenhangend leven, dat zich op zijn beurt weerspiegelt in de liefde en de dingen die men maakt.” Beide zienswijzen van Anna Terruwe en pater Van der Laan vullen elkaar aan. Zij beschrijft eigenlijk een terrein, dat hij in Het Vormenspel der Liturgie wel aanstipt, maar niet verder uitwerkt.

J u l i e t O l d e n b u r g e r

5 De ‘via negationis’ werd eerder omstreeks 500 na Christus beschreven door de anonieme schrijver, die later Dionysius de Areopagiet genoemd werd, zie verder: Het Vormenspel, p. 97.

Page 3: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

18

I

InhoudIn den beginne ... 4

Lectori salutem 5Dom A. Lenglet

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw 7Hans Karels

Rationele en poëtische maatstaven 8Dick Pouderoyen

Cursus Van der Laan voor gevorderden 10

Van der Laan-studiedag in Delft 11Leo Tummers

Twee kerken van Jan de Jong met 14 sloop bedreigd Hilde de Haan

Excursie naar Dordrecht en Waasmunster 15

De l iefde bouwt een woning 16Juliet Oldenburger

Foto

graf

ie: F

rans

de

la C

ousi

ne

geordend zijn, die Van der Laan en Terruwe aan Thomas van Aquino ont-leenden.Toch zien we hier ook een verschil: Anna Terruwe spreekt over gevoel, Van der Laan over zintuiglijke waarneming. Hoewel pater Van der Laan het woord ‘gevoel’ in zijn theorie om onduidelijkheden te voorkomen niet snel zou gebruiken, is dit onderscheid m.i. gelegen in de verschillende vertaling van het Latijnse woord ‘sensus’, dat zowel waarneming, zintuig als gevoel kan betekenen.Tenslotte zijn er volgens Thomas van Aquino twee manieren om tot een beperkte, maar ware kennis van Gods wezen te komen: de ‘via negationis’ 5, de weg der ontkenning, en de ‘similitudo dissimilis’, de niet-gelijkende gelijkenis. Volgens deze laatste vergelijking tussen God en schepping, kan men wel naar God verwijzen, maar zijn wezen nooit kennen. Ook deze aspecten herkennen wij in het werk van Van der Laan; het is in die zin dat Van der Laan zegt dat de omgang van de mens met de dingen die hij maakt, een beeld geeft van de Schepper en schepping.

In Het Vormenspel der Liturgie maakt Van der Laan een indeling in de wereld van de natuur, de wereld van de maatschappij en de wereld van de liturgie: de wereld die het verstand te boven gaat. Harmonie met de natuur en communicatie met medemensen zijn twee aspecten van de ‘maatschappij’ die elkaar aanvullen.Malschaert: “In Het Vormenspel wordt de onderlinge verhouding tussen verschillende soorten ‘vormen’ van de maatschappij (functionele, expressieve en monumentale) gebruikt om de relatie tussen natuur, samenleving en liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht in een samenhangend leven, dat zich op zijn beurt weerspiegelt in de liefde en de dingen die men maakt.” Beide zienswijzen van Anna Terruwe en pater Van der Laan vullen elkaar aan. Zij beschrijft eigenlijk een terrein, dat hij in Het Vormenspel der Liturgie wel aanstipt, maar niet verder uitwerkt.

J u l i e t O l d e n b u r g e r

5 De ‘via negationis’ werd eerder omstreeks 500 na Christus beschreven door de anonieme schrijver, die later Dionysius de Areopagiet genoemd werd, zie verder: Het Vormenspel, p. 97.

Page 4: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

4 5

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

T

VVoor u l igt het eerste nummer van Thematismos, de nieuwsbrief van de Vriendenkring van de Van der Laan Stichting. Via deze uitgave wil len wij u op de hoogte houden van wat er zich afspeelt rond het werk van Dom Hans van der Laan, met als doel om zijn erfgoed levend te houden. Het blad zal twee keer per jaar verschijnen en is enerzijds bedoeld om bekendheid te geven aan de activiteiten van de Van der Laan Stichting en biedt anderzijds plaats aan kleine artikelen en boekbesprekingen die met het gedachtegoed van pater Hans van der Laan samenhangen.

Thematismos komt van het Griekse woord , dat zowel plaatsen of schikken als maken betekent. Bij Van der Laan heeft de term betrekking op de compositie, de samenstell ing, van driedimensionale vormen. In zijn op-vatting was maken een kwestie van zorgvuldig samenstellen en schikken. Zoals een schilder bij het opstellen van een klassiek sti l leven eindeloos kan variëren in het gebruik van slechts een staande, een zittende en een liggende vorm, zo heeft Van der Laan composities van verschil lende blokken, staven en platen onderzocht, telkens van een zelfde volume en geordend in groepen van drie. De betrekking tussen maten van een zelfde vorm noemde Van der Laan eurythmie, de betrekking tussen vormen die in elkaars nabijheid staan, thematismos.Het begrip komt voor het eerst voor in zijn verhandeling ‘Een architectuur op basis van het ruimteli jk gegeven van de natuur’ uit 1989 en kan beschouwd worden als het laatste onderdeel van zijn architectuurtheorie. Omdat hij met dit begrip zijn theorie voltooide, leek Thematismos ons toepasseli jk als titel voor het blad, waarvan wij hopen dat het een uitgangspunt zal zijn voor die-genen die op het erfgoed van Van der Laan wil len voortbouwen.

Redact ie

In den beginne...

T

D

17

de ander te zijn, ontwikkelt het zich tot een activiteit, maar deze activiteit blijft in principe aan de liefde ondergeschikt. Anna Terruwe heeft het verloop van geraakt worden en beantwoorden van de liefde confirmatie of ‘bevestiging’ genoemd. Onder ‘bevestigd worden’ verstaat zij dat wij van iemand authentieke waardering ontvangen, onder ‘bevestigen’ dat wij op onze beurt deze liefde beantwoorden en waardering schenken aan wie ons heeft bevestigd. Pas als men is liefgehad, kan men ook anderen liefde schenken en hen aldus helpen hun eigenwaarde te ontdekken. Dit proces van bevestigen en bevestigd worden vormt een kringloop die mensen in toenemende mate aan elkaar bindt. Volgens Terruwe wordt de zin en betekenis van ons psychisch bestaan zowel onthuld als verwerkelijkt door deze band.

Theo Malschaert ziet in deze kringloop een vergelijking met de architectuur-theorie van pater Van der Laan. Van nature is de mens aangewezen op voedsel, kleding en een huis. Omdat hij deze dingen naar eigen inzicht uit natuurlijke grondstoffen moet samen-stellen, zou je kunnen zeggen dat hij door het gemis hieraan wordt bewogen om zelf in actie te komen en dat wat ontbreekt tot stand te brengen. Van der Laan wijst er echter op dat wij ons moeten hoeden voor louter functionele gebruiksvoorwerpen. Het verstand, dat aan het feitelijke maken ten grondslag ligt, moet volgens hem aan de vorm van een object kunnen aflezen waartoe het dient. “Het verstand van zijn kant kan niet bestaan zonder de zintuiglijke informatie.” Het is dus van belang in de vorm van een voorwerp de functie tot uitdrukking te laten komen. “De gedachten krijgen gestalte, de stoffelijke dingen krijgen betekenis.” Door “het uiterlijk aspect der dingen te cultiveren ter wille van de verstandelijke expressie” ontstaat een cirkelgang tussen maker en maaksels, het ‘vitale beginsel van de architectuur’ waar Van der Laan naar zocht.

O o r s p r o n g i n d e i d e e ë n v a n T h o m a s v a n A q u i n o De kringloop die Theo Malschaert in het werk van Anna Terruwe en Van der Laan opmerkte, hebben beide auteurs vermoedelijk ontleend aan Thomas van Aquino (1225 – 1274). Aan Aristoteles ontleende Thomas op zijn beurt dat de waarneembare natuur is samengesteld uit vorm (essentie) en stof (materie). De vorm is in zijn visie de actuele of vormgevende factor, de materie het potentieel of de vormkrijgende factor. De spanning tussen vorm en stof is de kern van de beweging der dingen; wat stof is kan later vorm zijn en vice versa. Deze verhouding tussen vorm en stof zien wij bijvoorbeeld terug in de verhouding tussen de mens en de dingen die hij maakt.Eveneens aan Aristoteles ontleend en impliciet gevolg van het bovenstaande is de theorie dat het denken op gang gebracht wordt doordat de menselijke geest (actueel) uit zintuiglijke waarnemingen (potentieel) abstraheert wat wezenlijk is. Nihi l in intel lectu, s i non pr imus in sensu est . Niets bestaat voor het verstand, als het niet eerst is waargenomen. Het is niet zozeer de indeling in lichaam, zintuigen en verstand, maar de wijze waarop deze tot elkaar

Page 5: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T

I

Z

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

16

De liefde bouwt een woningGesprek met Theo Malschaert

Op 19 augustus 1991 overleed in zi jn abdij de monnik-architect pater Hans van der Laan. Het is een fascinerend gegeven dat het leven van een monnik zoveel activiteit ook buiten zi jn kloostermuren kan ontketenen. Heeft het iets te maken met de befaamde uitspraak van Archimedes: “Geef mij een hefboom buiten de wereld en ik zal de wereld in beweging brengen”?

Als voorzitter van de Van der Laan Stichting mag ik het openingswoord tot u richten. De Van der Laan Stichting is de vrij recente opvolgster van de Stichting Het Menselijk Verblijf, die jarenlang het gedachtegoed van pater Hans van der Laan heeft behartigd. De Stichting Het Menselijk Verblijf was sinds 1980 de opvolgster van de Mgr. van Heukelom-Stichting, op haar beurt in 1948 opgericht, terwille van de organisatie van de Cursus Kerkelijke Architectuur in het Kruithuis te Den Bosch. De cursus werd gegeven door de nog jonge pater Hans van der Laan, in samenwerking met zijn broer Nico, architect zoals hij. Aan die twee decennia intense denk- en leeractiviteit in het Kruithuis herinnert nog steeds de benaming ‘Bossche School’.De naam ‘Van der Laan Stichting’ is geen pseudoniem voor de abdij Sint Benedictusberg te Vaals, ook al is de voorzitter van de eerste momenteel dezelfde persoon als de abt van de tweede. De benedictijner abdij van Vaals is een gemeenschap van monniken, waarvan pater van der Laan deel heeft uit-gemaakt. Hij heeft het materiële leefkader van de gemeenschap diepgaand vormgegeven en beïnvloed. Maar het doel van de gemeenschap reikt verder dan de instandhouding van het door pater van de Laan tot stand gebrachte kader. De abdij is geen ‘Hans van der Laan museum’ en mag dat ook niet worden. Wij zijn een gemeenschap van hardwerkende, biddende en liturgie vierende mensen. De spanning tussen het een en het ander, tussen de leer en het leven, wordt vooral door onszelf gevoeld. Zij moet ook door onszelf worden uitgehouden.

Maar een tweede probleem gaat ook de buitenwereld van de abdij aan. Het spreekt vanzelf dat de abdij pater Van der Laans erfgoed met alle zorg wil beheren en toegankelijk houden, maar dat zij daarnaast eveneens de wezen-lijke eigenschappen van het monnikenleven, stilte, eenzaamheid, terugge-trokkenheid, wil garanderen. Zo ontstaat een spanning tussen de besloten-heid van het monnikenleven enerzijds en de steeds grotere toeloop van be-langstellende buitenstaanders anderzijds. Hun aandacht gaat niet alleen uit naar de gebouwen: de crypte, de kerk, de nieuwe bibliotheek, maar ook naar het omvangrijke archiefmateriaal dat bij ons berust. Al deze mensen willen

5

Lectori salutemDom A. Lenglet, voorzitter Van der Laan StichtingZoals een boom zi jn zaad heeft waar hi j onfei lbaar ui t opgroei t , zo

zochten wi j naar een vi taal beginsel van de archi tectuur.1

Toen Theo Malschaert twee jaar geleden in Maastricht een lezing2 hield over de overeenkomsten tussen het werk van pater Van der Laan en dat van de arts Anna Terruwe, overviel mij een gevoel van herkenning: hetzelfde was mij namelijk opgevallen naar aanleiding van een publicatie over kunstonderwijs van A. Gerritse, die zijn theorie op de ideeën van Anna Terruwe baseerde. Dom Van der Laan zocht naar de grondslag van de architectonische vorm, Anna Terruwe naar het grondbeginsel van onderlinge communicatie. Hij spreekt over de harmonie tussen mens en natuur die tot stand gebracht wordt door kunst, zij over de harmonie tussen mensen onderling die ontstaat door de liefde.

Theo Malschaert raakte gefascineerd in het werk van Van der Laan door de manier waarop hij naar de dingen keek. Hij kwam voor het eerst in contact met zijn werk door een expositie, die in 1985 gehouden werd n.a.v. het verschijnen van Het Vormenspel der Liturgie3 en is overtuigd geraakt van de waarde van zijn architectuurtheorie, doordat “ermee werken dezelfde vreugde geeft als het contact met iemand die je lief is”. Met Anna Terruwe kwam hij in aanraking door Kees den Biesen, die hem aanspoorde haar werk te lezen.Malschaert: “In De Liefde bouwt een Woning4 beschrijft zij onderlinge menselijke relaties als een soort ontwerpproces. Beide leren we al doende: door het bouwen van huizen leren we hoe we moeten bouwen, en door het onderhouden van menselijke relaties, leren we wat liefde is.”

In haar verscheidene publicaties vertelt Anna Terruwe dat ieder mens door anderen liefdevol ‘bevestigd’ moet zijn om een volwaardig en vervullend bestaan te kunnen leiden. Liefde is de grondslag van het psychische innerlijke leven, het is een gevoelsaandoening, die zich ook uiterlijk manifesteert. De liefde toont zich in tederheid, in de wijze waarop men iemand aanziet, in de klank van de stem of in de houding en gebaren van het lichaam. “Wie teder is, neemt niets voor zichzelf, hij is met zijn gevoel geheel op de ander gericht en met de ander gelukkig; hij wil niets bereiken, maar alleen zijn in liefde.” Men wordt door een ander bewogen en kan eenvoudig in dit gevoel berusten. Wanneer men de liefde beantwoordt door toenadering te zoeken en goed voor 1 H. van der Laan, Lezing aan de T.H. Eindhoven, d.d. 4 november 1976, niet gepubli- ceerd.2 Theo Malschaert, “The House and the Human” in Living and Correspondences, 2001.3 H. van der Laan, Het Vormenspel der Liturgie, Leiden 1985.4 Dr. A.A.A. Terruwe, De Liefde bouwt een Woning, 1974.

Page 6: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

als het ware in onze ‘huiskamers’ komen rondkijken en grasduinen in de kostbare ‘familieherinneringen’ die ons archief herbergt. Hoe moet een gezin omgaan met al die belangstellenden, die soms onvermijdelijk als indringers worden gevoeld? Terwijl wij toch heel goed beseffen dat deze rijkdom niet alleen ons toebehoort, maar ook toegankelijk moet worden gemaakt voor architecten en architectuurstudenten en voor anderen die dit archief zouden willen raadplegen.

Nu het woord archief gevallen is, betreden we daarmee het domein van een derde probleem. Hoe kunnen wij dit archiefmateriaal, tekeningen, modellen, oefenmateriaal, zo goed mogelijk intact houden? Waar vinden wij de des-kundigheid die daarvoor nodig is? Welke fondsen kunnen voor de financiering worden aangeboord? Experts verzekeren ons dat wij niet langer moeten wachten met een zorgvuldige conservering van met name de tekeningen. Maar de exhaustieve archivering en conservering van het materiaal is een taak die de mogelijkheden van onze gemeenschap overtreft.

Juist toen deze verschillende probleemgebieden zich helderder begonnen af te tekenen, ontstond ook een samenvloeiing van verschillende activiteiten-stromen. Enerzijds was er de abdijgemeenschap met haar vragen, anderzijds de Stichting Het Menselijk Verblijf, d.w.z. enkele energieke leden van de stichting, die haar na een jarenlange slaap weer wakker hebben gekust. Vanuit het samengaan van beide is de Van der Laan Stichting geboren. Hier zijn nieuwe initiatieven bedacht en ontwikkeld om het archiefmateriaal van pater Van der Laan dat in de abdij Sint Benedictusberg te Vaals berust, op professionele basis te ordenen, te conserveren, te dupliceren en het in zijn gedupliceerde vorm voor alle belangstellenden open te stellen.Wanneer deze plannen gerealiseerd kunnen worden, zal dit het behoud en de ontsluiting van het archiefmateriaal begunstigen. Het gedachtegoed van pater Van der Laan zal gemakkelijker bestudeerd en verbreid kunnen worden. De rust van de abdijgemeenschap zal voor een belangrijk deel beter beveiligd zijn.

Het werk van pater Van der Laan reikt van de kleinste maat die de lijn bepaalt, tot de grootste maat van de grenzeloze natuurlijke ruimte. De monnik zou de monnik niet zijn als hij dat relatief begrensde domein van het totale menselijke leven niet had gelezen en verstaan. Ook daar leidt het kleinste naar het grootste en wordt het grootste toegankelijk in het kleinste: ‘ima summis’ luidt het motto van pater Van der Laans kleine summa Het vormenspel der Liturgie. De eenvoud van het hier en nu kan voor de wijze mens het ontmoetingspunt worden van tot dan toe onbekende werelden. Die ervaring zou ik u allen dan ook graag willen toewensen.

Illustratie: Elly Honig

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

76 15

Excursie Dordrecht & Waasmunster (B)Stichting De Hoop en Abdij RoosenbergZaterdag 29 maart

DE HOOP

10.30 – 11.30 uur: Stichting De Hoop te Dordrecht – architect Theo Malschaert. Therapeutisch centrum voor allerlei verslaafden, bestaande uit woningen, therapieruimten, werkplaatsen, een drukkerij etc.Het adres van Stichting De Hoop is Provinciale weg 70 te Dordrecht. Het ligt op het terrein Haaswijk van het voormalige klooster.

14.00 – 16.30 uur: Abdij Roosenberg te Waasmunster – architect Dom Hans van der LaanOude Heerweg-Heide 3, B 9250 Waasmunster in België.

Aan deze excursie per eigen vervoer kunnen maximaal 30 personen deelnemen. Onderweg is een korte koffiestop. Er zijn verder geen kosten aan de excursie verbonden.

Opgave via e-mail: [email protected], onder vermelding van naam en telefoonnummer: Of telefonisch: 020 - 620 83 02.

Routebeschrijving naar Stichting De HoopVanuit Rotterdam en Gorinchem (A15)Afslag Papendrecht/Dordrecht/Oud Alblas • Bij verkeerslichten richting Dordrecht (N3), rechtsaf vanuit Rotterdam en linksaf vanuit Gorinchem • Afslag Werkendam, onderaan bij stoplichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechts afslaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Vanuit Breda (A16)Afslag Randweg Dordrecht • Rechts voorsorteren • Weg volgen richting Papendrecht (N3) • Afslag Werkendam, onderaan bij verkeerslichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechtsaf slaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Openbaar vervoerVanaf station Dordrecht lijn 4 richting Stadspolders • Bij halte Recklinhausenweg uitstappen Stukje teruglopen en linksaf de Provinciale weg inslaan • Weg blijven volgen tot buiten de bebouwde kom • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop • De wandeling duurt ongeveer 10 minuten • Stadsvervoer 078 - 622 26 22

Page 7: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

als het ware in onze ‘huiskamers’ komen rondkijken en grasduinen in de kostbare ‘familieherinneringen’ die ons archief herbergt. Hoe moet een gezin omgaan met al die belangstellenden, die soms onvermijdelijk als indringers worden gevoeld? Terwijl wij toch heel goed beseffen dat deze rijkdom niet alleen ons toebehoort, maar ook toegankelijk moet worden gemaakt voor architecten en architectuurstudenten en voor anderen die dit archief zouden willen raadplegen.

Nu het woord archief gevallen is, betreden we daarmee het domein van een derde probleem. Hoe kunnen wij dit archiefmateriaal, tekeningen, modellen, oefenmateriaal, zo goed mogelijk intact houden? Waar vinden wij de des-kundigheid die daarvoor nodig is? Welke fondsen kunnen voor de financiering worden aangeboord? Experts verzekeren ons dat wij niet langer moeten wachten met een zorgvuldige conservering van met name de tekeningen. Maar de exhaustieve archivering en conservering van het materiaal is een taak die de mogelijkheden van onze gemeenschap overtreft.

Juist toen deze verschillende probleemgebieden zich helderder begonnen af te tekenen, ontstond ook een samenvloeiing van verschillende activiteiten-stromen. Enerzijds was er de abdijgemeenschap met haar vragen, anderzijds de Stichting Het Menselijk Verblijf, d.w.z. enkele energieke leden van de stichting, die haar na een jarenlange slaap weer wakker hebben gekust. Vanuit het samengaan van beide is de Van der Laan Stichting geboren. Hier zijn nieuwe initiatieven bedacht en ontwikkeld om het archiefmateriaal van pater Van der Laan dat in de abdij Sint Benedictusberg te Vaals berust, op professionele basis te ordenen, te conserveren, te dupliceren en het in zijn gedupliceerde vorm voor alle belangstellenden open te stellen.Wanneer deze plannen gerealiseerd kunnen worden, zal dit het behoud en de ontsluiting van het archiefmateriaal begunstigen. Het gedachtegoed van pater Van der Laan zal gemakkelijker bestudeerd en verbreid kunnen worden. De rust van de abdijgemeenschap zal voor een belangrijk deel beter beveiligd zijn.

Het werk van pater Van der Laan reikt van de kleinste maat die de lijn bepaalt, tot de grootste maat van de grenzeloze natuurlijke ruimte. De monnik zou de monnik niet zijn als hij dat relatief begrensde domein van het totale menselijke leven niet had gelezen en verstaan. Ook daar leidt het kleinste naar het grootste en wordt het grootste toegankelijk in het kleinste: ‘ima summis’ luidt het motto van pater Van der Laans kleine summa Het vormenspel der Liturgie. De eenvoud van het hier en nu kan voor de wijze mens het ontmoetingspunt worden van tot dan toe onbekende werelden. Die ervaring zou ik u allen dan ook graag willen toewensen.

Illustratie: Elly Honig

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

76 15

Excursie Dordrecht & Waasmunster (B)Stichting De Hoop en Abdij RoosenbergZaterdag 29 maart

DE HOOP

10.30 – 11.30 uur: Stichting De Hoop te Dordrecht – architect Theo Malschaert. Therapeutisch centrum voor allerlei verslaafden, bestaande uit woningen, therapieruimten, werkplaatsen, een drukkerij etc.Het adres van Stichting De Hoop is Provinciale weg 70 te Dordrecht. Het ligt op het terrein Haaswijk van het voormalige klooster.

14.00 – 16.30 uur: Abdij Roosenberg te Waasmunster – architect Dom Hans van der LaanOude Heerweg-Heide 3, B 9250 Waasmunster in België.

Aan deze excursie per eigen vervoer kunnen maximaal 30 personen deelnemen. Onderweg is een korte koffiestop. Er zijn verder geen kosten aan de excursie verbonden.

Opgave via e-mail: [email protected], onder vermelding van naam en telefoonnummer: Of telefonisch: 020 - 620 83 02.

Routebeschrijving naar Stichting De HoopVanuit Rotterdam en Gorinchem (A15)Afslag Papendrecht/Dordrecht/Oud Alblas • Bij verkeerslichten richting Dordrecht (N3), rechtsaf vanuit Rotterdam en linksaf vanuit Gorinchem • Afslag Werkendam, onderaan bij stoplichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechts afslaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Vanuit Breda (A16)Afslag Randweg Dordrecht • Rechts voorsorteren • Weg volgen richting Papendrecht (N3) • Afslag Werkendam, onderaan bij verkeerslichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechtsaf slaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Openbaar vervoerVanaf station Dordrecht lijn 4 richting Stadspolders • Bij halte Recklinhausenweg uitstappen Stukje teruglopen en linksaf de Provinciale weg inslaan • Weg blijven volgen tot buiten de bebouwde kom • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop • De wandeling duurt ongeveer 10 minuten • Stadsvervoer 078 - 622 26 22

wee kerken van Jan de Jong dreigen op korte termijn te worden afgebroken: de Sint Benedictuskerk te Rijswijk, Zuid-Holland (1958) en de Willibrordkerk te Almelo (1968). Jan de Jong gaf hierin uitdrukking aan de architectuurtheorie van Dom Hans van der Laan die in de periode van deze ontwerpen nog volop in ontwikkeling was.Bij beide kerken overweegt de eigenaar (respectievelijk Bisdom Rotterdam en het kerkbestuur van Almelo-Zuid) de kerken te verkopen ten behoeve van nieuw-bouw, bij beide kerken is er echter ook al tegenbeweging ontstaan van mensen die de kerken willen behouden vanwege hun bijzondere architectuur. Zowel in Rijswijk als in Almelo is een binnenkort te nemen gemeentelijke beslissing over het al dan niet verlenen van een sloopvergunning doorslaggevend.

et ontwerp voor de Sint Benedictuskerk in Rijswijk omvat een architec- tonisch ensemble, gegroepeerd rond een vierkante binnenhof met galerij rondom: behalve de kerk zelf een sacristie, een kleine gebedsruimte, een parochiezaal en enkele dienstvertrekken. In het kerkinterieur plaatste Jan de Jong in de ongedeelde ruimte zelfstandige architectonische elementen zoals de ‘open kamer’ (ciborium) rond het altaar, kapellen en biechtstoelen. De ruimte heeft hierdoor het karakter van een plein omgeven door perifere gebouwen, een karakter dat nog wordt versterkt door kleinere elementen zoals lampen, een wijwaterbak, een grindvloer en een plafond met verlichting (sterrenhemel). Al deze elementen dienden er, volgens De Jong, toe de ruimte voor mensen bevattelijk te maken.

e Willibrorduskerk in Almelo heeft als meest opvallende kenmerken een buitenportaal en open klokkentoren op het gebouw. De gevels hebben een grote mate van horizontaliteit vanwege de ‘liggende’ vensters. Ook in Almelo grenst de kerk aan een rechthoekige binnenhof met een open galerij rond-om. Bijzonder van de Willibrorduskerk is vooral dat zich hierin een wandschil-dering bevindt van Théodore Strawinsky (1907-1989) die door Dom Hans van der Laan in 1968 contact werd gebracht met Jan de Jong. Strawinsky was diep onder de indruk van de soberheid van de kerk en legde in het fries dat hij aanbracht (24 voorstellingen met een totale lengte van 72 m) de nadruk op een ritme dat aansluit bij de architectuur.

Nadere inlichtingen over reddingsacties voor beide kerken:Sint Benedictuskerk: Alexander de Ridder, 010-4650484, [email protected] Willibrorduskerk: Stadsherstel Almelo, dhr K. Witsenburg, 0546-871487 Fotografie: Hans Holtkamp en Alexander de RidderBovenste foto: Kerk te Almelo. Onderste twee foto‘s: Kerk te Rijswijk.

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

14

Twee kerken van Jan de Jong met sloop bedreigd Hilde de Haan

H

D

TIn 2002 verscheen de uitgave Kloosters en religieus leven over de historie en de toekomst van het kloosterleven. Een bijdrage hieraan is geleverd door de architect Hans van der Laan, die daarmee het werk van zijn heeroom Dom van der Laan en zijn opvolgers belicht.

In een essay onder bovenstaande titel wil Hans van der Laan aantonen dat (...) “de monachale samen-levingsvorm, zowel in de middeleeuwen als in de 20e eeuw zo’n vruchtbaar milieu heeft gevormd voor de ontwikkeling van een nieuwe architecto-nische beeldvorming”.Ten bewijze hiervan legt hij verband tussen de bouwstijl die Bernardus van Clairvaux ontwikkelde in de 12e eeuw en de 20e-eeuwse architectuur-theorie van Dom van der Laan. Zowel Bernardus als Dom van der Laan waren navolgers van Benedictus en hun beider bouwstijl hoort zowel bij de sobere, contemplatieve leefstijl van hun kloos-terordes als bij de tijd waarin zij leefden. Ondanks de uiterlijke verschillen zijn ze in de kern dus goed vergelijkbaar.

Hans van der Laan schetst de geschiedenis van beide bouwstijlen en concludeert dat we bij Bernardus van Clairvaux (...) “kunnen spreken van een hechte formule voor [Cisterciënzer] klooster-architectuur die eeuwenlang heeft standgehouden en bij Dom Hans van der Laan van een toenemende invloed op het denken over architectuur, waarvan de grenzen nog steeds niet ten volle zichtbaar zijn.”De schrijver maakt met zijn bureau deel uit van de architectuurrichting die wel wordt aangeduid als de ‘Bossche School’. Hij duidt zijn groep zelf aan als “het verschijnsel de Bossche school” en verhaalt dat hun bouwstijl is voortgekomen uit de Cursus Ker-kelijke Architectuur van Dom van der Laan, welke cursus na de tweede wereldoorlog een antwoord vormde op de grote behoefte aan nieuwe katholieke kerken, vooral gerealiseerd in de bisdommen ’s-Hertogenbosch, Breda en Roermond. Hij geeft

een overzicht van de publicaties van Dom van der Laan, die tezamen met zijn uitgevoerde werken de verwerkelijking vormen van diens zoektocht naar het werkelijke wezen van de architectuur met als doel “de vormgeving van het menselijk verblijf”.

Het doorwerken van de architectuurtheorie van Dom van der Laan in de ontwerpen van zijn na-volgers komt uitvoerig aan de orde, maar de lezer mist daar de illustraties van. De, overigens fraaie en verhelderende foto’s en plattegronden van het artikel, blijven beperkt tot de werken van Dom van der Laan zelf (en van diens middeleeuwse voor-gangers ).

Fotografie: Elly HonigUitgave Adr. Heinen Uitgevers, ’s-HertogenboschISBN 90-7070-649-0, e 28,50

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw, laboratoria voor fundamenteel Hans Karels architectuuronderzoek

Cisterciënzer klooster, Fontenay7

Page 8: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

Aan het einde van het hoofdstuk ‘Matenstelsels’ van zijn boek De Architectonische Ruimte haalt Hans van der Laan Aristoteles aan (p.101). In het tiende boek der Metaphysica schrijft deze: “… bij de lijnen gebruikt men de voet als iets ondeelbaars. Overal immers zoekt men als maatstaf iets dat één is en ondeelbaar… Waar het nu onmogelijk geacht wordt iets toe te voegen of af te nemen, daar is de maatstaf nauwkeurig; en daarom is die van het getal het nauwkeurigst: zijn eenheid stelt men immers als algeheel ondeelbaar. In alle andere gevallen bootst men deze soort eenheid na; bij een mijl immers… en steeds bij iets groters blijft het feit dat iets wordt toegevoegd of afgenomen meer verborgen dan bij iets kleiners; zodat allen datgene tot maatstaf maken, waarbij voor het eerst niets kan worden toegevoegd of afgenomen zonder dat men het ziet…; men meent de kwantiteit dan te kennen, wanneer men haar kent door deze maatstaf.”

Van der Laan ziet daarin een bevestiging van de conclusies van dat hoofdstuk: “Het is duide-lijk dat Aristoteles voor het meten van de continue kwantiteit drie kwantums ter sprake brengt: het te meten kwantum, het kwantum dat als eenheid moet optreden en het kleine kwantum dat al dan niet opvalt als het wordt toegevoegd of afgenomen en dat dient om de eenheid vast te stellen”.Bij iedere grootte past een ideale eenheid groot genoeg om hem nog juist met de te meten grootte te kunnen vergelijken, maar klein genoeg om die voor ondeelbare eenheid te kunnen laten doorgaan.

C. Pouderoyen legt in het meinummer 1947 van het Katholiek Bouwblad Aristoteles’ tekst als

volgt uit: “Het spreekt vanzelf dat die toevoe-ging of aftrekking iets constants moet zijn, anders kan er niet van vergelijking sprake zijn. Nemen we als voorbeeld wijn. Een scheutje wijn heeft ten aanzien van het glas wat te betekenen maar niet t.a.v. de fles. Daarom is het glas de aangewezen maatstaf voor de fles, want we merken de kleinste toevoeging of aftrekking aan het glas op. Die kleinste toevoeging of aftrek-king is dan een scheutje wijn, want dat is de kleinste net niet meer hanteerbare hoeveelheid wijn voor mensen die met wijn omgaan. Het is de hoeveelheid die min of meer noodzakelijk vermorst wordt.”

Zijn artikel gaat over een ander onderwerp, maar ook hij concludeert tot drie hoeveelheden: die van de fles, die van het glas en die van de morshoeveelheid. Ik breid zijn voorbeeld nu uit: naast de meest gebruikelijke wijnfles 0,7 liter, zo’n vijf glazen, is er bijvoorbeeld ook de mand-fles van één tot anderhalve liter. In flessen is een zekere variatie mogelijk afhankelijk van de streek van herkomst en de hanteerbaarheid bij het vervoer, maar steeds blijft het glas de een-heid waarmee de flessen worden gemeten.Daarnaast bestaat er een geheel ander onder-scheid. Bij de borrel bijvoorbeeld gaat het om een kleiner glaasje. Een kostbaarder drank genereert kennelijk een kleiner glas, want ook de morshoeveelheid zal kleiner zijn. Een bier-glas is wat groter, want ook de morshoeveel-heid zal groter zijn. De glazen zijn afhankelijk van de drank waarover het gaat, de flessen kunnen variëren om allerlei redenen, maar het glas zal de maatstaf moeten blijven. Het hele meetproces blijft zo gebonden aan de concrete realiteit waarover het gaat.

8

Rationele en poëtische maatstavenKanttekeningen bij het citaat van Aristoteles in De Architectonische Ruimte vanDom Hans van der Laan Dick Pouderoyen, architect te Nijmegen

13

Maar hoe is het ontwerp en wat kan dat ons leren? Interessant omdat lang voor de ontdekking van het Plastische Getal, Van der Laan al in 1926 er een analyse van maakte, ter markering van zijn afscheid van Delft. Van der Laans morfotheek werd gedemonstreerd en uitgelegd evenals de maten-reeks binnen een orde van grootte welke is gebaseerd op de grondverhouding van het Plastische Getal. Zonder met cijfers te werken werd dit matenstelsel uit de doeken gedaan, door het aangeven van de veelvouden in gekleurde indelingen van de vlakken die horen bij de verschillende maatrelaties.De weergave van Stonehenge, het voorbeeld waarmee Van der Laan het boek De Architectonische Ruimte besluit, maakte het belang van de ruimtelijke analyse op een verbluffende manier duidelijk.Tenslotte varieerde Pouderoyen op het bekende kerkcomplex in Vaals, om aan te tonen hoe hier met maten en vormen is gewerkt. De in Vaals gebruikte verhoudingen werden vergeleken die van het Parthenon en Stonehenge.

Met workshops en een discussie werd de studiedag afgerond. Gezien de internationale respons op het werk van Van der Laan en de Bossche School, en de perspectieven zoals die door Leen van Duin werden verwoord op een research studio over Urban Architecture is het te hopen dat deze studiedag op verschillende manieren nog een vervolg zal vinden binnen de faculteit Bouwkunde.

Fotografie: Michiel Pouderoyen (studiedag) Frans de la Cousine (abdij te Vaals)

Bij

de fo

to‘s

: Int

erie

ur a

bdij

te V

aals

Page 9: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

12

nog sterk gebonden was aan de Delftse School, tot er ook in de stijl van de Bossche School-architecten een eigen geluid kwam met een grensverleggende vormgeving, zowel in de grote lijnen als in de detaillering van gebouwen. Na het eerste succes groeide er weerstand tegen de steeds sterkere positie van de Bossche School. Tegelijk vonden er in de theorie van de Bossche School nieuwe ontwikkelingen plaats die de kijk op stedenbouw en architectuur in deze kring sterk beïnvloed hebben. Vooruitkijkend naar een verdere toekomst zal er nauwelijks sprake zijn van een herhaling van de omstandigheden die de eerdere fasen van de Bossche School zijn specifieke kenmerken hebben gegeven. Juist het fundamentele en universele karakter van de ontwikkelde inzichten en wetmatigheden van de dispositie en ordonnantie geeft uitzicht op een totaal onvoorzienbare nieuwe vormgeving.

Leo Tummers, begon zijn bijdrage met een weergave van Van der Laans verklaring van de Arabische cijfers, zoals hij die eens opschetste in een spreekkamergesprek in de vijftiger jaren. Dat leverde de nodige hilariteit op, omdat het tegelijk zo vertrouwd is, en toch niemand in de zaal Van der Laans verklaring van de cijfersymbolen ooit eerder gezien had. Na deze inleiding werd op verschillende plaatsen in Van der Laans oeuvre aangewezen hoe hij zijn allereerste aanpak van een analyse of ontwerp benaderde. Op die manier werden uiteenlopende zaken als zijn analyse van een Grieks vrouwengewaad in verband gebracht met zijn analyses van klassieke bouwwerken en de ruimtelijke opbouw van de Romeinse basilica.Een vergelijkbare kerngedachte heeft een rol gespeeld bij Van der Laans analyse van de essenties van de stedenbouw. In ‘de dispositie van de stad’, worden architectuur en stedelijke buitenruimte tegenover elkaar worden gesteld, vanuit het grote binoom van 'binnen en buiten'. De kiem van de stedelijke ruimten is dan 'het eerste buiten', dat ontsnapt aan de greep van de architectuur en zijn voltooiing vindt in het hele samenstel van straten en pleinen in de stad. De hele stad ligt van nature in het 'echte buiten', waarvan het ‘eerste buiten’ als een afgezonderd deel kan worden gezien. Een enorme doorbraak in zijn denken, dat na lange jaren van uitwerking van grondverhouding en matenstelsel, zich ging richten op de grote natuurlijke context van het menselijk verblijf, op de natuur-cultuur tegenstelling, het binnen-buiten fenomeen en het ruimtelijk stedelijk kader van de architectuur.Tenslotte werden van Berlage en Van der Laan de laatste stappen in het ontwerpproces naast elkaar gezet. Aan die finishing touch van geniale ontwerpers die tot het uiterste gingen in het versoberen danken we architectonische hoogtepunten als de beurstoren in Amsterdam en het atrium met trap in Vaals

Dick Pouderoyen toonde in de middagzitting een prikkelende reeks van analyse-schetsen van belangrijke voorbeelden van architectuur uit uiteenlopende tijdperken. Als eerste voorbeeld de Domtoren van Utrecht. Zo centraal in ons land, nog steeds zo dominant aanwezig in het Utrechtse. Zo klassiek in zijn eenvoud.

9

ordening die er door de ontwerper aan gegeven is, laten zien.

Het citaat van Aristoteles nu handelt over het gewone meten met één maatstaf, zoals we dat in het dagelijks leven kennen, maar hij merkt op, dat die eenheden verband dienen te blijven houden met de waarneming; immers “waaraan niets kan worden toegevoegd of afgedaan zonder dat men het zíet” geeft dat aan. Van der Laan sluit zijn hoofdstuk over matenstelsels af met de constatering in het verlengde van

Afb. 1 een matenstelsel volgens het plastische getal

Aristoteles’ tekst, dat bij iedere grootte een ideale maatstaf past. Maar is er eenmaal een maatstaf gekozen, dan is er onmiddellijk sprake van een klein kwantum waarvoor deze maatstaf juist gevoelig begint te worden en een grootste maat waarmee deze nog net vergeleken kan worden. Iedere grootte bevindt zich dus midden in een heel gebied, waar het een vaste relatie mee onderhoudt.De afbeelding van zo’n reeks die Van der Laan erbij zet, laat dan ook een serie maten zien in de vorm van stroken met een vaste breedte: het wordt immers pas een stelsel door van één bepaalde eenheid uit te gaan. (afb.1) Dan die-nen zich aanstonds een klein kwantum en een grootste maat aan. Omgekeerd zal het stelsel-karakter van het plastische getal verdwijnen als de bij iedere grootte passende eenheid een evenwaardige plaats zou krijgen. Zie ter ver-gelijking een tweede afbeelding waarbij ook de

Om nu afspraken te maken over hoeveelheden drank, is het ook ondoenlijk om voor ieder soort drank of iedere soort vloeistof een andere maatstaf aan te houden. Er vindt een zekere standaardisatie plaats, maar die blijft toch ver-band houden met het type vloeistof. Nog steeds meet men bijvoorbeeld ruwe olie per vat, een veel grotere maat dan de litermaat voor dran-ken.Die soort standaardeenheden zijn echter niet meer van nature gegeven maar afgesproken. Juist daarom moet het gevoel voor de grootte ervan worden aangeleerd en bij verandering merken we goed dat we er aan vast zitten. Het rekenen in euro’s is nog lang niet ingeburgerd en dat zal ook nog wel even duren, want de getalswaarden in guldens zeggen gewoon meer. Maar er doet zich nog een verschijnsel voor: die getalswaarden zijn ook zelf gestructureerd en bij het meten met kleinere eenheden krijgt het stelsel van die getallen de waarde van een stelsel van eenheden. Zo spreken we bijvoor-beeld van zoveel ton. We bedoelen zoveel maal duizend gulden (excuus). Ons getallenstelsel is het ultieme voorbeeld van het uniform maken van eenheden, maar het staat geheel los van de materie waarover het gaat en kan dan wel weer voor allerlei soorten maatstaven gebruikt worden. Het wijzigen van de onderliggende eenheid is dan echter extra verraderlijk.

Op de basisschool leerden we allen zo snel mogelijk abstractie te maken van de ‘natuur-lijke’ afkomst van eenheden, maar om het plastische getal goed te begrijpen, is het nood-zakelijk die relatie juist wél te leggen en ons de verschillende soorten eenheden te realiseren.Het plastische getal gaat immers over onze kennis van de grootte van de dingen-om-ons-heen, en bij het toepassen ervan dienen die eenheden met de realiteit verband te houden. Niet de afgesproken meter van Napoleon, waar-mee (bijvoorbeeld) het bouwwerk wordt uit-gezet, verleent er de helderheid aan, maar de concrete werkelijkheid van muren en ruimtes die na dat meetproces overblijven, moeten de

Page 10: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

10 11

strookbreedte mee-varieert (afb.2).

Afb. 2 iedere grootte zijn eigen maatstaf

En tenslotte een derde afbeelding van het aftellen van één maatstaf. (afb.3)

Afb. 3 meten met één maatstaf

Voor een vruchtbare toepassing van het plastische getal in de realiteit is het minstens zo belangrijk de juiste elementen als eenheid te laten optreden, als de kennis van ‘de verhoudingen’. Om zo te zeggen ‘poëtische’ eenheden, die het contact van onze zintuigen met de waargenomen dingen in stand houden, of anders gezegd aan de dingen een eigen zeggingskracht verlenen.

Wordt vervolgd!

Bij voldoende belangstelling wil Dick Pouderoyen in het najaar een cursus (voor gevorderden) organiseren, waarbij verschillende sprekers aan het woord zullen komen.

De onderwerpen zullen zijn:• Het Plastische Getal voor gevorderden• Van der Laan en St. Benedictus• Granpré Molière en Van der Laan• Muziek en Architectuur• Van der Laan en de filosofie

Geïnteresseerden kunnen zich schriftelijk aanmelden op het volgende adres: D. PouderoyenPostbus 1566500 AD Nijmegeno.v.v. cursus Van der Laan.

Of via email: [email protected]

Cursus Van der Laan voor gevorderden Nu in de landen om ons heen, Engeland, Schotland, België, Duitsland en

Italië van der Laans oeuvre steeds meer bekendheid heeft gekregen, kan Delft moeilijk achterblijven in het onder de aandacht brengen van deze be-langrijke denker en architect.Als aankomend student in Delft in 1923 was Van der Laan al verder dan zijn medestudenten, hij had toen al een jaar op het architectenbureau van zijn vader in Leiden gewerkt. In Delft kon het toenmalige onderwijs in de eerste jaren van de opleiding hem niet echt bevredigen. Na amper twee jaar had hij het in Delft wel gezien en vertrok naar het klooster. Na zijn opleiding daar werd hij al spoedig vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de liturgie betrok-ken bij allerlei vormgevingsvraagstukken waarmee hij als telg van een architectenfamilie van jongs af vertrouwd was. Maar nu begint er voor hem een contemplatieve ontdekkingsreis waarbij de meest fundamentele vragen van de vormgeving en de architectuur worden meegenomen. Zijn ontdekking van het plastische getal speelt een sleutelrol in de vele originele analyses die Van der Laan uitvoerde en beschreef. Een bescheiden expositie in de Blokkenhal, een display in de vitrine van de faculteitsbibliotheek, maar vooral de studiedag, die de Van der Laan Stichting in samenwerking met de Delftse bouwkunde-studentenvereniging ‘Stylos’ op 11 juni j.l. aan de faculteit Bouwkunde van de T.U. in Delft organiseerde, was voor menigeen een eerste introductie van zijn gedachte-goed.

‘Ken uw klassieken’ is het motto dat slaat op het handboek Honderd jaar Architectuur in Nederland, 1901-2000 van Barbieri en Van Duin uit 1999. Dit motto leek opnieuw tot leven te komen bij de inleiding tot het symposium door Leen van Duin. Na het situeren van Van der Laan in de vele verschillende stromingen van de twintigste eeuw, ziet Van Duin perspectieven om de bestudering van Van der Laan aan de basis te leggen van een te vormen research studio Urban Architecture op de faculteit, die zich bezig houdt met de Nederlandse stad, op een vergelijkbare manier als dat gedaan werd voor de Europese stad door ontwerpers-auteurs als Rossi, Grassi en de Luxemburgers Rob en Leon Krier.

Hans van der Laan, naamgenoot en neef, schetste de verschillende stadia en fasen van ontwikkeling van de Bossche School. Hoe na de start het idioom

Van der Laan-studiedag in DelftLeo Tummers, docent bouwkunde TU Delft

Bij de foto‘s: Expositie tijdens de studiedagin de Blokkenhal van de T.U. Delft

Page 11: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

10 11

strookbreedte mee-varieert (afb.2).

Afb. 2 iedere grootte zijn eigen maatstaf

En tenslotte een derde afbeelding van het aftellen van één maatstaf. (afb.3)

Afb. 3 meten met één maatstaf

Voor een vruchtbare toepassing van het plastische getal in de realiteit is het minstens zo belangrijk de juiste elementen als eenheid te laten optreden, als de kennis van ‘de verhoudingen’. Om zo te zeggen ‘poëtische’ eenheden, die het contact van onze zintuigen met de waargenomen dingen in stand houden, of anders gezegd aan de dingen een eigen zeggingskracht verlenen.

Wordt vervolgd!

Bij voldoende belangstelling wil Dick Pouderoyen in het najaar een cursus (voor gevorderden) organiseren, waarbij verschillende sprekers aan het woord zullen komen.

De onderwerpen zullen zijn:• Het Plastische Getal voor gevorderden• Van der Laan en St. Benedictus• Granpré Molière en Van der Laan• Muziek en Architectuur• Van der Laan en de filosofie

Geïnteresseerden kunnen zich schriftelijk aanmelden op het volgende adres: D. PouderoyenPostbus 1566500 AD Nijmegeno.v.v. cursus Van der Laan.

Of via email: [email protected]

Cursus Van der Laan voor gevorderden Nu in de landen om ons heen, Engeland, Schotland, België, Duitsland en

Italië van der Laans oeuvre steeds meer bekendheid heeft gekregen, kan Delft moeilijk achterblijven in het onder de aandacht brengen van deze be-langrijke denker en architect.Als aankomend student in Delft in 1923 was Van der Laan al verder dan zijn medestudenten, hij had toen al een jaar op het architectenbureau van zijn vader in Leiden gewerkt. In Delft kon het toenmalige onderwijs in de eerste jaren van de opleiding hem niet echt bevredigen. Na amper twee jaar had hij het in Delft wel gezien en vertrok naar het klooster. Na zijn opleiding daar werd hij al spoedig vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de liturgie betrok-ken bij allerlei vormgevingsvraagstukken waarmee hij als telg van een architectenfamilie van jongs af vertrouwd was. Maar nu begint er voor hem een contemplatieve ontdekkingsreis waarbij de meest fundamentele vragen van de vormgeving en de architectuur worden meegenomen. Zijn ontdekking van het plastische getal speelt een sleutelrol in de vele originele analyses die Van der Laan uitvoerde en beschreef. Een bescheiden expositie in de Blokkenhal, een display in de vitrine van de faculteitsbibliotheek, maar vooral de studiedag, die de Van der Laan Stichting in samenwerking met de Delftse bouwkunde-studentenvereniging ‘Stylos’ op 11 juni j.l. aan de faculteit Bouwkunde van de T.U. in Delft organiseerde, was voor menigeen een eerste introductie van zijn gedachte-goed.

‘Ken uw klassieken’ is het motto dat slaat op het handboek Honderd jaar Architectuur in Nederland, 1901-2000 van Barbieri en Van Duin uit 1999. Dit motto leek opnieuw tot leven te komen bij de inleiding tot het symposium door Leen van Duin. Na het situeren van Van der Laan in de vele verschillende stromingen van de twintigste eeuw, ziet Van Duin perspectieven om de bestudering van Van der Laan aan de basis te leggen van een te vormen research studio Urban Architecture op de faculteit, die zich bezig houdt met de Nederlandse stad, op een vergelijkbare manier als dat gedaan werd voor de Europese stad door ontwerpers-auteurs als Rossi, Grassi en de Luxemburgers Rob en Leon Krier.

Hans van der Laan, naamgenoot en neef, schetste de verschillende stadia en fasen van ontwikkeling van de Bossche School. Hoe na de start het idioom

Van der Laan-studiedag in DelftLeo Tummers, docent bouwkunde TU Delft

Bij de foto‘s: Expositie tijdens de studiedagin de Blokkenhal van de T.U. Delft

Page 12: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

Aan het einde van het hoofdstuk ‘Matenstelsels’ van zijn boek De Architectonische Ruimte haalt Hans van der Laan Aristoteles aan (p.101). In het tiende boek der Metaphysica schrijft deze: “… bij de lijnen gebruikt men de voet als iets ondeelbaars. Overal immers zoekt men als maatstaf iets dat één is en ondeelbaar… Waar het nu onmogelijk geacht wordt iets toe te voegen of af te nemen, daar is de maatstaf nauwkeurig; en daarom is die van het getal het nauwkeurigst: zijn eenheid stelt men immers als algeheel ondeelbaar. In alle andere gevallen bootst men deze soort eenheid na; bij een mijl immers… en steeds bij iets groters blijft het feit dat iets wordt toegevoegd of afgenomen meer verborgen dan bij iets kleiners; zodat allen datgene tot maatstaf maken, waarbij voor het eerst niets kan worden toegevoegd of afgenomen zonder dat men het ziet…; men meent de kwantiteit dan te kennen, wanneer men haar kent door deze maatstaf.”

Van der Laan ziet daarin een bevestiging van de conclusies van dat hoofdstuk: “Het is duide-lijk dat Aristoteles voor het meten van de continue kwantiteit drie kwantums ter sprake brengt: het te meten kwantum, het kwantum dat als eenheid moet optreden en het kleine kwantum dat al dan niet opvalt als het wordt toegevoegd of afgenomen en dat dient om de eenheid vast te stellen”.Bij iedere grootte past een ideale eenheid groot genoeg om hem nog juist met de te meten grootte te kunnen vergelijken, maar klein genoeg om die voor ondeelbare eenheid te kunnen laten doorgaan.

C. Pouderoyen legt in het meinummer 1947 van het Katholiek Bouwblad Aristoteles’ tekst als

volgt uit: “Het spreekt vanzelf dat die toevoe-ging of aftrekking iets constants moet zijn, anders kan er niet van vergelijking sprake zijn. Nemen we als voorbeeld wijn. Een scheutje wijn heeft ten aanzien van het glas wat te betekenen maar niet t.a.v. de fles. Daarom is het glas de aangewezen maatstaf voor de fles, want we merken de kleinste toevoeging of aftrekking aan het glas op. Die kleinste toevoeging of aftrek-king is dan een scheutje wijn, want dat is de kleinste net niet meer hanteerbare hoeveelheid wijn voor mensen die met wijn omgaan. Het is de hoeveelheid die min of meer noodzakelijk vermorst wordt.”

Zijn artikel gaat over een ander onderwerp, maar ook hij concludeert tot drie hoeveelheden: die van de fles, die van het glas en die van de morshoeveelheid. Ik breid zijn voorbeeld nu uit: naast de meest gebruikelijke wijnfles 0,7 liter, zo’n vijf glazen, is er bijvoorbeeld ook de mand-fles van één tot anderhalve liter. In flessen is een zekere variatie mogelijk afhankelijk van de streek van herkomst en de hanteerbaarheid bij het vervoer, maar steeds blijft het glas de een-heid waarmee de flessen worden gemeten.Daarnaast bestaat er een geheel ander onder-scheid. Bij de borrel bijvoorbeeld gaat het om een kleiner glaasje. Een kostbaarder drank genereert kennelijk een kleiner glas, want ook de morshoeveelheid zal kleiner zijn. Een bier-glas is wat groter, want ook de morshoeveel-heid zal groter zijn. De glazen zijn afhankelijk van de drank waarover het gaat, de flessen kunnen variëren om allerlei redenen, maar het glas zal de maatstaf moeten blijven. Het hele meetproces blijft zo gebonden aan de concrete realiteit waarover het gaat.

8

Rationele en poëtische maatstavenKanttekeningen bij het citaat van Aristoteles in De Architectonische Ruimte vanDom Hans van der Laan Dick Pouderoyen, architect te Nijmegen

13

Maar hoe is het ontwerp en wat kan dat ons leren? Interessant omdat lang voor de ontdekking van het Plastische Getal, Van der Laan al in 1926 er een analyse van maakte, ter markering van zijn afscheid van Delft. Van der Laans morfotheek werd gedemonstreerd en uitgelegd evenals de maten-reeks binnen een orde van grootte welke is gebaseerd op de grondverhouding van het Plastische Getal. Zonder met cijfers te werken werd dit matenstelsel uit de doeken gedaan, door het aangeven van de veelvouden in gekleurde indelingen van de vlakken die horen bij de verschillende maatrelaties.De weergave van Stonehenge, het voorbeeld waarmee Van der Laan het boek De Architectonische Ruimte besluit, maakte het belang van de ruimtelijke analyse op een verbluffende manier duidelijk.Tenslotte varieerde Pouderoyen op het bekende kerkcomplex in Vaals, om aan te tonen hoe hier met maten en vormen is gewerkt. De in Vaals gebruikte verhoudingen werden vergeleken die van het Parthenon en Stonehenge.

Met workshops en een discussie werd de studiedag afgerond. Gezien de internationale respons op het werk van Van der Laan en de Bossche School, en de perspectieven zoals die door Leen van Duin werden verwoord op een research studio over Urban Architecture is het te hopen dat deze studiedag op verschillende manieren nog een vervolg zal vinden binnen de faculteit Bouwkunde.

Fotografie: Michiel Pouderoyen (studiedag) Frans de la Cousine (abdij te Vaals)

Bij d

e fo

to‘s

: Int

erie

ur a

bdij

te V

aals

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

12

nog sterk gebonden was aan de Delftse School, tot er ook in de stijl van de Bossche School-architecten een eigen geluid kwam met een grensverleggende vormgeving, zowel in de grote lijnen als in de detaillering van gebouwen. Na het eerste succes groeide er weerstand tegen de steeds sterkere positie van de Bossche School. Tegelijk vonden er in de theorie van de Bossche School nieuwe ontwikkelingen plaats die de kijk op stedenbouw en architectuur in deze kring sterk beïnvloed hebben. Vooruitkijkend naar een verdere toekomst zal er nauwelijks sprake zijn van een herhaling van de omstandigheden die de eerdere fasen van de Bossche School zijn specifieke kenmerken hebben gegeven. Juist het fundamentele en universele karakter van de ontwikkelde inzichten en wetmatigheden van de dispositie en ordonnantie geeft uitzicht op een totaal onvoorzienbare nieuwe vormgeving.

Leo Tummers, begon zijn bijdrage met een weergave van Van der Laans verklaring van de Arabische cijfers, zoals hij die eens opschetste in een spreekkamergesprek in de vijftiger jaren. Dat leverde de nodige hilariteit op, omdat het tegelijk zo vertrouwd is, en toch niemand in de zaal Van der Laans verklaring van de cijfersymbolen ooit eerder gezien had. Na deze inleiding werd op verschillende plaatsen in Van der Laans oeuvre aangewezen hoe hij zijn allereerste aanpak van een analyse of ontwerp benaderde. Op die manier werden uiteenlopende zaken als zijn analyse van een Grieks vrouwengewaad in verband gebracht met zijn analyses van klassieke bouwwerken en de ruimtelijke opbouw van de Romeinse basilica.Een vergelijkbare kerngedachte heeft een rol gespeeld bij Van der Laans analyse van de essenties van de stedenbouw. In ‘de dispositie van de stad’, worden architectuur en stedelijke buitenruimte tegenover elkaar worden gesteld, vanuit het grote binoom van 'binnen en buiten'. De kiem van de stedelijke ruimten is dan 'het eerste buiten', dat ontsnapt aan de greep van de architectuur en zijn voltooiing vindt in het hele samenstel van straten en pleinen in de stad. De hele stad ligt van nature in het 'echte buiten', waarvan het ‘eerste buiten’ als een afgezonderd deel kan worden gezien. Een enorme doorbraak in zijn denken, dat na lange jaren van uitwerking van grondverhouding en matenstelsel, zich ging richten op de grote natuurlijke context van het menselijk verblijf, op de natuur-cultuur tegenstelling, het binnen-buiten fenomeen en het ruimtelijk stedelijk kader van de architectuur.Tenslotte werden van Berlage en Van der Laan de laatste stappen in het ontwerpproces naast elkaar gezet. Aan die finishing touch van geniale ontwerpers die tot het uiterste gingen in het versoberen danken we architectonische hoogtepunten als de beurstoren in Amsterdam en het atrium met trap in Vaals

Dick Pouderoyen toonde in de middagzitting een prikkelende reeks van analyse-schetsen van belangrijke voorbeelden van architectuur uit uiteenlopende tijdperken. Als eerste voorbeeld de Domtoren van Utrecht. Zo centraal in ons land, nog steeds zo dominant aanwezig in het Utrechtse. Zo klassiek in zijn eenvoud.

9

ordening die er door de ontwerper aan gegeven is, laten zien.

Het citaat van Aristoteles nu handelt over het gewone meten met één maatstaf, zoals we dat in het dagelijks leven kennen, maar hij merkt op, dat die eenheden verband dienen te blijven houden met de waarneming; immers “waaraan niets kan worden toegevoegd of afgedaan zonder dat men het zíet” geeft dat aan. Van der Laan sluit zijn hoofdstuk over matenstelsels af met de constatering in het verlengde van

Afb. 1 een matenstelsel volgens het plastische getal

Aristoteles’ tekst, dat bij iedere grootte een ideale maatstaf past. Maar is er eenmaal een maatstaf gekozen, dan is er onmiddellijk sprake van een klein kwantum waarvoor deze maatstaf juist gevoelig begint te worden en een grootste maat waarmee deze nog net vergeleken kan worden. Iedere grootte bevindt zich dus midden in een heel gebied, waar het een vaste relatie mee onderhoudt.De afbeelding van zo’n reeks die Van der Laan erbij zet, laat dan ook een serie maten zien in de vorm van stroken met een vaste breedte: het wordt immers pas een stelsel door van één bepaalde eenheid uit te gaan. (afb.1) Dan die-nen zich aanstonds een klein kwantum en een grootste maat aan. Omgekeerd zal het stelsel-karakter van het plastische getal verdwijnen als de bij iedere grootte passende eenheid een evenwaardige plaats zou krijgen. Zie ter ver-gelijking een tweede afbeelding waarbij ook de

Om nu afspraken te maken over hoeveelheden drank, is het ook ondoenlijk om voor ieder soort drank of iedere soort vloeistof een andere maatstaf aan te houden. Er vindt een zekere standaardisatie plaats, maar die blijft toch ver-band houden met het type vloeistof. Nog steeds meet men bijvoorbeeld ruwe olie per vat, een veel grotere maat dan de litermaat voor dran-ken.Die soort standaardeenheden zijn echter niet meer van nature gegeven maar afgesproken. Juist daarom moet het gevoel voor de grootte ervan worden aangeleerd en bij verandering merken we goed dat we er aan vast zitten. Het rekenen in euro’s is nog lang niet ingeburgerd en dat zal ook nog wel even duren, want de getalswaarden in guldens zeggen gewoon meer. Maar er doet zich nog een verschijnsel voor: die getalswaarden zijn ook zelf gestructureerd en bij het meten met kleinere eenheden krijgt het stelsel van die getallen de waarde van een stelsel van eenheden. Zo spreken we bijvoor-beeld van zoveel ton. We bedoelen zoveel maal duizend gulden (excuus). Ons getallenstelsel is het ultieme voorbeeld van het uniform maken van eenheden, maar het staat geheel los van de materie waarover het gaat en kan dan wel weer voor allerlei soorten maatstaven gebruikt worden. Het wijzigen van de onderliggende eenheid is dan echter extra verraderlijk.

Op de basisschool leerden we allen zo snel mogelijk abstractie te maken van de ‘natuur-lijke’ afkomst van eenheden, maar om het plastische getal goed te begrijpen, is het nood-zakelijk die relatie juist wél te leggen en ons de verschillende soorten eenheden te realiseren.Het plastische getal gaat immers over onze kennis van de grootte van de dingen-om-ons-heen, en bij het toepassen ervan dienen die eenheden met de realiteit verband te houden. Niet de afgesproken meter van Napoleon, waar-mee (bijvoorbeeld) het bouwwerk wordt uit-gezet, verleent er de helderheid aan, maar de concrete werkelijkheid van muren en ruimtes die na dat meetproces overblijven, moeten de

Page 13: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

Aan het einde van het hoofdstuk ‘Matenstelsels’ van zijn boek De Architectonische Ruimte haalt Hans van der Laan Aristoteles aan (p.101). In het tiende boek der Metaphysica schrijft deze: “… bij de lijnen gebruikt men de voet als iets ondeelbaars. Overal immers zoekt men als maatstaf iets dat één is en ondeelbaar… Waar het nu onmogelijk geacht wordt iets toe te voegen of af te nemen, daar is de maatstaf nauwkeurig; en daarom is die van het getal het nauwkeurigst: zijn eenheid stelt men immers als algeheel ondeelbaar. In alle andere gevallen bootst men deze soort eenheid na; bij een mijl immers… en steeds bij iets groters blijft het feit dat iets wordt toegevoegd of afgenomen meer verborgen dan bij iets kleiners; zodat allen datgene tot maatstaf maken, waarbij voor het eerst niets kan worden toegevoegd of afgenomen zonder dat men het ziet…; men meent de kwantiteit dan te kennen, wanneer men haar kent door deze maatstaf.”

Van der Laan ziet daarin een bevestiging van de conclusies van dat hoofdstuk: “Het is duide-lijk dat Aristoteles voor het meten van de continue kwantiteit drie kwantums ter sprake brengt: het te meten kwantum, het kwantum dat als eenheid moet optreden en het kleine kwantum dat al dan niet opvalt als het wordt toegevoegd of afgenomen en dat dient om de eenheid vast te stellen”.Bij iedere grootte past een ideale eenheid groot genoeg om hem nog juist met de te meten grootte te kunnen vergelijken, maar klein genoeg om die voor ondeelbare eenheid te kunnen laten doorgaan.

C. Pouderoyen legt in het meinummer 1947 van het Katholiek Bouwblad Aristoteles’ tekst als

volgt uit: “Het spreekt vanzelf dat die toevoe-ging of aftrekking iets constants moet zijn, anders kan er niet van vergelijking sprake zijn. Nemen we als voorbeeld wijn. Een scheutje wijn heeft ten aanzien van het glas wat te betekenen maar niet t.a.v. de fles. Daarom is het glas de aangewezen maatstaf voor de fles, want we merken de kleinste toevoeging of aftrekking aan het glas op. Die kleinste toevoeging of aftrek-king is dan een scheutje wijn, want dat is de kleinste net niet meer hanteerbare hoeveelheid wijn voor mensen die met wijn omgaan. Het is de hoeveelheid die min of meer noodzakelijk vermorst wordt.”

Zijn artikel gaat over een ander onderwerp, maar ook hij concludeert tot drie hoeveelheden: die van de fles, die van het glas en die van de morshoeveelheid. Ik breid zijn voorbeeld nu uit: naast de meest gebruikelijke wijnfles 0,7 liter, zo’n vijf glazen, is er bijvoorbeeld ook de mand-fles van één tot anderhalve liter. In flessen is een zekere variatie mogelijk afhankelijk van de streek van herkomst en de hanteerbaarheid bij het vervoer, maar steeds blijft het glas de een-heid waarmee de flessen worden gemeten.Daarnaast bestaat er een geheel ander onder-scheid. Bij de borrel bijvoorbeeld gaat het om een kleiner glaasje. Een kostbaarder drank genereert kennelijk een kleiner glas, want ook de morshoeveelheid zal kleiner zijn. Een bier-glas is wat groter, want ook de morshoeveel-heid zal groter zijn. De glazen zijn afhankelijk van de drank waarover het gaat, de flessen kunnen variëren om allerlei redenen, maar het glas zal de maatstaf moeten blijven. Het hele meetproces blijft zo gebonden aan de concrete realiteit waarover het gaat.

8

Rationele en poëtische maatstavenKanttekeningen bij het citaat van Aristoteles in De Architectonische Ruimte vanDom Hans van der Laan Dick Pouderoyen, architect te Nijmegen

13

Maar hoe is het ontwerp en wat kan dat ons leren? Interessant omdat lang voor de ontdekking van het Plastische Getal, Van der Laan al in 1926 er een analyse van maakte, ter markering van zijn afscheid van Delft. Van der Laans morfotheek werd gedemonstreerd en uitgelegd evenals de maten-reeks binnen een orde van grootte welke is gebaseerd op de grondverhouding van het Plastische Getal. Zonder met cijfers te werken werd dit matenstelsel uit de doeken gedaan, door het aangeven van de veelvouden in gekleurde indelingen van de vlakken die horen bij de verschillende maatrelaties.De weergave van Stonehenge, het voorbeeld waarmee Van der Laan het boek De Architectonische Ruimte besluit, maakte het belang van de ruimtelijke analyse op een verbluffende manier duidelijk.Tenslotte varieerde Pouderoyen op het bekende kerkcomplex in Vaals, om aan te tonen hoe hier met maten en vormen is gewerkt. De in Vaals gebruikte verhoudingen werden vergeleken die van het Parthenon en Stonehenge.

Met workshops en een discussie werd de studiedag afgerond. Gezien de internationale respons op het werk van Van der Laan en de Bossche School, en de perspectieven zoals die door Leen van Duin werden verwoord op een research studio over Urban Architecture is het te hopen dat deze studiedag op verschillende manieren nog een vervolg zal vinden binnen de faculteit Bouwkunde.

Fotografie: Michiel Pouderoyen (studiedag) Frans de la Cousine (abdij te Vaals)

Bij d

e fo

to‘s

: Int

erie

ur a

bdij

te V

aals

Page 14: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

wee kerken van Jan de Jong dreigen op korte termijn te worden afgebroken: de Sint Benedictuskerk te Rijswijk, Zuid-Holland (1958) en de Willibrordkerk te Almelo (1968). Jan de Jong gaf hierin uitdrukking aan de architectuurtheorie van Dom Hans van der Laan die in de periode van deze ontwerpen nog volop in ontwikkeling was.Bij beide kerken overweegt de eigenaar (respectievelijk Bisdom Rotterdam en het kerkbestuur van Almelo-Zuid) de kerken te verkopen ten behoeve van nieuw-bouw, bij beide kerken is er echter ook al tegenbeweging ontstaan van mensen die de kerken willen behouden vanwege hun bijzondere architectuur. Zowel in Rijswijk als in Almelo is een binnenkort te nemen gemeentelijke beslissing over het al dan niet verlenen van een sloopvergunning doorslaggevend.

et ontwerp voor de Sint Benedictuskerk in Rijswijk omvat een architec- tonisch ensemble, gegroepeerd rond een vierkante binnenhof met galerij rondom: behalve de kerk zelf een sacristie, een kleine gebedsruimte, een parochiezaal en enkele dienstvertrekken. In het kerkinterieur plaatste Jan de Jong in de ongedeelde ruimte zelfstandige architectonische elementen zoals de ‘open kamer’ (ciborium) rond het altaar, kapellen en biechtstoelen. De ruimte heeft hierdoor het karakter van een plein omgeven door perifere gebouwen, een karakter dat nog wordt versterkt door kleinere elementen zoals lampen, een wijwaterbak, een grindvloer en een plafond met verlichting (sterrenhemel). Al deze elementen dienden er, volgens De Jong, toe de ruimte voor mensen bevattelijk te maken.

e Willibrorduskerk in Almelo heeft als meest opvallende kenmerken een buitenportaal en open klokkentoren op het gebouw. De gevels hebben een grote mate van horizontaliteit vanwege de ‘liggende’ vensters. Ook in Almelo grenst de kerk aan een rechthoekige binnenhof met een open galerij rond-om. Bijzonder van de Willibrorduskerk is vooral dat zich hierin een wandschil-dering bevindt van Théodore Strawinsky (1907-1989) die door Dom Hans van der Laan in 1968 contact werd gebracht met Jan de Jong. Strawinsky was diep onder de indruk van de soberheid van de kerk en legde in het fries dat hij aanbracht (24 voorstellingen met een totale lengte van 72 m) de nadruk op een ritme dat aansluit bij de architectuur.

Nadere inlichtingen over reddingsacties voor beide kerken:Sint Benedictuskerk: Alexander de Ridder, 010-4650484, [email protected] Willibrorduskerk: Stadsherstel Almelo, dhr K. Witsenburg, 0546-871487 Fotografie: Hans Holtkamp en Alexander de RidderBovenste foto: Kerk te Almelo. Onderste twee foto‘s: Kerk te Rijswijk.

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

14

Twee kerken van Jan de Jong met sloop bedreigd Hilde de Haan

H

D

TIn 2002 verscheen de uitgave Kloosters en religieus leven over de historie en de toekomst van het kloosterleven. Een bijdrage hieraan is geleverd door de architect Hans van der Laan, die daarmee het werk van zijn heeroom Dom van der Laan en zijn opvolgers belicht.

In een essay onder bovenstaande titel wil Hans van der Laan aantonen dat (...) “de monachale samen-levingsvorm, zowel in de middeleeuwen als in de 20e eeuw zo’n vruchtbaar milieu heeft gevormd voor de ontwikkeling van een nieuwe architecto-nische beeldvorming”.Ten bewijze hiervan legt hij verband tussen de bouwstijl die Bernardus van Clairvaux ontwikkelde in de 12e eeuw en de 20e-eeuwse architectuur-theorie van Dom van der Laan. Zowel Bernardus als Dom van der Laan waren navolgers van Benedictus en hun beider bouwstijl hoort zowel bij de sobere, contemplatieve leefstijl van hun kloos-terordes als bij de tijd waarin zij leefden. Ondanks de uiterlijke verschillen zijn ze in de kern dus goed vergelijkbaar.

Hans van der Laan schetst de geschiedenis van beide bouwstijlen en concludeert dat we bij Bernardus van Clairvaux (...) “kunnen spreken van een hechte formule voor [Cisterciënzer] klooster-architectuur die eeuwenlang heeft standgehouden en bij Dom Hans van der Laan van een toenemende invloed op het denken over architectuur, waarvan de grenzen nog steeds niet ten volle zichtbaar zijn.”De schrijver maakt met zijn bureau deel uit van de architectuurrichting die wel wordt aangeduid als de ‘Bossche School’. Hij duidt zijn groep zelf aan als “het verschijnsel de Bossche school” en verhaalt dat hun bouwstijl is voortgekomen uit de Cursus Ker-kelijke Architectuur van Dom van der Laan, welke cursus na de tweede wereldoorlog een antwoord vormde op de grote behoefte aan nieuwe katholieke kerken, vooral gerealiseerd in de bisdommen ’s-Hertogenbosch, Breda en Roermond. Hij geeft

een overzicht van de publicaties van Dom van der Laan, die tezamen met zijn uitgevoerde werken de verwerkelijking vormen van diens zoektocht naar het werkelijke wezen van de architectuur met als doel “de vormgeving van het menselijk verblijf”.

Het doorwerken van de architectuurtheorie van Dom van der Laan in de ontwerpen van zijn na-volgers komt uitvoerig aan de orde, maar de lezer mist daar de illustraties van. De, overigens fraaie en verhelderende foto’s en plattegronden van het artikel, blijven beperkt tot de werken van Dom van der Laan zelf (en van diens middeleeuwse voor-gangers ).

Fotografie: Elly HonigUitgave Adr. Heinen Uitgevers, ’s-HertogenboschISBN 90-7070-649-0, e 28,50

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw, laboratoria voor fundamenteel Hans Karels architectuuronderzoek

Cisterciënzer klooster, Fontenay7

Page 15: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

wee kerken van Jan de Jong dreigen op korte termijn te worden afgebroken: de Sint Benedictuskerk te Rijswijk, Zuid-Holland (1958) en de Willibrordkerk te Almelo (1968). Jan de Jong gaf hierin uitdrukking aan de architectuurtheorie van Dom Hans van der Laan die in de periode van deze ontwerpen nog volop in ontwikkeling was.Bij beide kerken overweegt de eigenaar (respectievelijk Bisdom Rotterdam en het kerkbestuur van Almelo-Zuid) de kerken te verkopen ten behoeve van nieuw-bouw, bij beide kerken is er echter ook al tegenbeweging ontstaan van mensen die de kerken willen behouden vanwege hun bijzondere architectuur. Zowel in Rijswijk als in Almelo is een binnenkort te nemen gemeentelijke beslissing over het al dan niet verlenen van een sloopvergunning doorslaggevend.

et ontwerp voor de Sint Benedictuskerk in Rijswijk omvat een architec- tonisch ensemble, gegroepeerd rond een vierkante binnenhof met galerij rondom: behalve de kerk zelf een sacristie, een kleine gebedsruimte, een parochiezaal en enkele dienstvertrekken. In het kerkinterieur plaatste Jan de Jong in de ongedeelde ruimte zelfstandige architectonische elementen zoals de ‘open kamer’ (ciborium) rond het altaar, kapellen en biechtstoelen. De ruimte heeft hierdoor het karakter van een plein omgeven door perifere gebouwen, een karakter dat nog wordt versterkt door kleinere elementen zoals lampen, een wijwaterbak, een grindvloer en een plafond met verlichting (sterrenhemel). Al deze elementen dienden er, volgens De Jong, toe de ruimte voor mensen bevattelijk te maken.

e Willibrorduskerk in Almelo heeft als meest opvallende kenmerken een buitenportaal en open klokkentoren op het gebouw. De gevels hebben een grote mate van horizontaliteit vanwege de ‘liggende’ vensters. Ook in Almelo grenst de kerk aan een rechthoekige binnenhof met een open galerij rond-om. Bijzonder van de Willibrorduskerk is vooral dat zich hierin een wandschil-dering bevindt van Théodore Strawinsky (1907-1989) die door Dom Hans van der Laan in 1968 contact werd gebracht met Jan de Jong. Strawinsky was diep onder de indruk van de soberheid van de kerk en legde in het fries dat hij aanbracht (24 voorstellingen met een totale lengte van 72 m) de nadruk op een ritme dat aansluit bij de architectuur.

Nadere inlichtingen over reddingsacties voor beide kerken:Sint Benedictuskerk: Alexander de Ridder, 010-4650484, [email protected] Willibrorduskerk: Stadsherstel Almelo, dhr K. Witsenburg, 0546-871487 Fotografie: Hans Holtkamp en Alexander de RidderBovenste foto: Kerk te Almelo. Onderste twee foto‘s: Kerk te Rijswijk.

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

14

Twee kerken van Jan de Jong met sloop bedreigd Hilde de Haan

H

D

TIn 2002 verscheen de uitgave Kloosters en religieus leven over de historie en de toekomst van het kloosterleven. Een bijdrage hieraan is geleverd door de architect Hans van der Laan, die daarmee het werk van zijn heeroom Dom van der Laan en zijn opvolgers belicht.

In een essay onder bovenstaande titel wil Hans van der Laan aantonen dat (...) “de monachale samen-levingsvorm, zowel in de middeleeuwen als in de 20e eeuw zo’n vruchtbaar milieu heeft gevormd voor de ontwikkeling van een nieuwe architecto-nische beeldvorming”.Ten bewijze hiervan legt hij verband tussen de bouwstijl die Bernardus van Clairvaux ontwikkelde in de 12e eeuw en de 20e-eeuwse architectuur-theorie van Dom van der Laan. Zowel Bernardus als Dom van der Laan waren navolgers van Benedictus en hun beider bouwstijl hoort zowel bij de sobere, contemplatieve leefstijl van hun kloos-terordes als bij de tijd waarin zij leefden. Ondanks de uiterlijke verschillen zijn ze in de kern dus goed vergelijkbaar.

Hans van der Laan schetst de geschiedenis van beide bouwstijlen en concludeert dat we bij Bernardus van Clairvaux (...) “kunnen spreken van een hechte formule voor [Cisterciënzer] klooster-architectuur die eeuwenlang heeft standgehouden en bij Dom Hans van der Laan van een toenemende invloed op het denken over architectuur, waarvan de grenzen nog steeds niet ten volle zichtbaar zijn.”De schrijver maakt met zijn bureau deel uit van de architectuurrichting die wel wordt aangeduid als de ‘Bossche School’. Hij duidt zijn groep zelf aan als “het verschijnsel de Bossche school” en verhaalt dat hun bouwstijl is voortgekomen uit de Cursus Ker-kelijke Architectuur van Dom van der Laan, welke cursus na de tweede wereldoorlog een antwoord vormde op de grote behoefte aan nieuwe katholieke kerken, vooral gerealiseerd in de bisdommen ’s-Hertogenbosch, Breda en Roermond. Hij geeft

een overzicht van de publicaties van Dom van der Laan, die tezamen met zijn uitgevoerde werken de verwerkelijking vormen van diens zoektocht naar het werkelijke wezen van de architectuur met als doel “de vormgeving van het menselijk verblijf”.

Het doorwerken van de architectuurtheorie van Dom van der Laan in de ontwerpen van zijn na-volgers komt uitvoerig aan de orde, maar de lezer mist daar de illustraties van. De, overigens fraaie en verhelderende foto’s en plattegronden van het artikel, blijven beperkt tot de werken van Dom van der Laan zelf (en van diens middeleeuwse voor-gangers ).

Fotografie: Elly HonigUitgave Adr. Heinen Uitgevers, ’s-HertogenboschISBN 90-7070-649-0, e 28,50

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw, laboratoria voor fundamenteel Hans Karels architectuuronderzoek

Cisterciënzer klooster, Fontenay7

als het ware in onze ‘huiskamers’ komen rondkijken en grasduinen in de kostbare ‘familieherinneringen’ die ons archief herbergt. Hoe moet een gezin omgaan met al die belangstellenden, die soms onvermijdelijk als indringers worden gevoeld? Terwijl wij toch heel goed beseffen dat deze rijkdom niet alleen ons toebehoort, maar ook toegankelijk moet worden gemaakt voor architecten en architectuurstudenten en voor anderen die dit archief zouden willen raadplegen.

Nu het woord archief gevallen is, betreden we daarmee het domein van een derde probleem. Hoe kunnen wij dit archiefmateriaal, tekeningen, modellen, oefenmateriaal, zo goed mogelijk intact houden? Waar vinden wij de des-kundigheid die daarvoor nodig is? Welke fondsen kunnen voor de financiering worden aangeboord? Experts verzekeren ons dat wij niet langer moeten wachten met een zorgvuldige conservering van met name de tekeningen. Maar de exhaustieve archivering en conservering van het materiaal is een taak die de mogelijkheden van onze gemeenschap overtreft.

Juist toen deze verschillende probleemgebieden zich helderder begonnen af te tekenen, ontstond ook een samenvloeiing van verschillende activiteiten-stromen. Enerzijds was er de abdijgemeenschap met haar vragen, anderzijds de Stichting Het Menselijk Verblijf, d.w.z. enkele energieke leden van de stichting, die haar na een jarenlange slaap weer wakker hebben gekust. Vanuit het samengaan van beide is de Van der Laan Stichting geboren. Hier zijn nieuwe initiatieven bedacht en ontwikkeld om het archiefmateriaal van pater Van der Laan dat in de abdij Sint Benedictusberg te Vaals berust, op professionele basis te ordenen, te conserveren, te dupliceren en het in zijn gedupliceerde vorm voor alle belangstellenden open te stellen.Wanneer deze plannen gerealiseerd kunnen worden, zal dit het behoud en de ontsluiting van het archiefmateriaal begunstigen. Het gedachtegoed van pater Van der Laan zal gemakkelijker bestudeerd en verbreid kunnen worden. De rust van de abdijgemeenschap zal voor een belangrijk deel beter beveiligd zijn.

Het werk van pater Van der Laan reikt van de kleinste maat die de lijn bepaalt, tot de grootste maat van de grenzeloze natuurlijke ruimte. De monnik zou de monnik niet zijn als hij dat relatief begrensde domein van het totale menselijke leven niet had gelezen en verstaan. Ook daar leidt het kleinste naar het grootste en wordt het grootste toegankelijk in het kleinste: ‘ima summis’ luidt het motto van pater Van der Laans kleine summa Het vormenspel der Liturgie. De eenvoud van het hier en nu kan voor de wijze mens het ontmoetingspunt worden van tot dan toe onbekende werelden. Die ervaring zou ik u allen dan ook graag willen toewensen.

Illustratie: Elly Honig

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

76 15

Excursie Dordrecht & Waasmunster (B)Stichting De Hoop en Abdij RoosenbergZaterdag 29 maart

DE HOOP

10.30 – 11.30 uur: Stichting De Hoop te Dordrecht – architect Theo Malschaert. Therapeutisch centrum voor allerlei verslaafden, bestaande uit woningen, therapieruimten, werkplaatsen, een drukkerij etc.Het adres van Stichting De Hoop is Provinciale weg 70 te Dordrecht. Het ligt op het terrein Haaswijk van het voormalige klooster.

14.00 – 16.30 uur: Abdij Roosenberg te Waasmunster – architect Dom Hans van der LaanOude Heerweg-Heide 3, B 9250 Waasmunster in België.

Aan deze excursie per eigen vervoer kunnen maximaal 30 personen deelnemen. Onderweg is een korte koffiestop. Er zijn verder geen kosten aan de excursie verbonden.

Opgave via e-mail: [email protected], onder vermelding van naam en telefoonnummer: Of telefonisch: 020 - 620 83 02.

Routebeschrijving naar Stichting De HoopVanuit Rotterdam en Gorinchem (A15)Afslag Papendrecht/Dordrecht/Oud Alblas • Bij verkeerslichten richting Dordrecht (N3), rechtsaf vanuit Rotterdam en linksaf vanuit Gorinchem • Afslag Werkendam, onderaan bij stoplichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechts afslaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Vanuit Breda (A16)Afslag Randweg Dordrecht • Rechts voorsorteren • Weg volgen richting Papendrecht (N3) • Afslag Werkendam, onderaan bij verkeerslichten rechtsaf en Provinciale weg volgen • In linkerbocht rechtsaf slaan (richting Werkendam) • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop

Openbaar vervoerVanaf station Dordrecht lijn 4 richting Stadspolders • Bij halte Recklinhausenweg uitstappen Stukje teruglopen en linksaf de Provinciale weg inslaan • Weg blijven volgen tot buiten de bebouwde kom • Aan uw linkerhand ligt Dorp De Hoop • De wandeling duurt ongeveer 10 minuten • Stadsvervoer 078 - 622 26 22

Page 16: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

4 5

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

T

VVoor u l igt het eerste nummer van Thematismos, de nieuwsbrief van de Vriendenkring van de Van der Laan Stichting. Via deze uitgave wil len wij u op de hoogte houden van wat er zich afspeelt rond het werk van Dom Hans van der Laan, met als doel om zijn erfgoed levend te houden. Het blad zal twee keer per jaar verschijnen en is enerzijds bedoeld om bekendheid te geven aan de activiteiten van de Van der Laan Stichting en biedt anderzijds plaats aan kleine artikelen en boekbesprekingen die met het gedachtegoed van pater Hans van der Laan samenhangen.

Thematismos komt van het Griekse woord , dat zowel plaatsen of schikken als maken betekent. Bij Van der Laan heeft de term betrekking op de compositie, de samenstell ing, van driedimensionale vormen. In zijn op-vatting was maken een kwestie van zorgvuldig samenstellen en schikken. Zoals een schilder bij het opstellen van een klassiek sti l leven eindeloos kan variëren in het gebruik van slechts een staande, een zittende en een liggende vorm, zo heeft Van der Laan composities van verschil lende blokken, staven en platen onderzocht, telkens van een zelfde volume en geordend in groepen van drie. De betrekking tussen maten van een zelfde vorm noemde Van der Laan eurythmie, de betrekking tussen vormen die in elkaars nabijheid staan, thematismos.Het begrip komt voor het eerst voor in zijn verhandeling ‘Een architectuur op basis van het ruimteli jk gegeven van de natuur’ uit 1989 en kan beschouwd worden als het laatste onderdeel van zijn architectuurtheorie. Omdat hij met dit begrip zijn theorie voltooide, leek Thematismos ons toepasseli jk als titel voor het blad, waarvan wij hopen dat het een uitgangspunt zal zijn voor die-genen die op het erfgoed van Van der Laan wil len voortbouwen.

Redact ie

In den beginne...

T

D

17

de ander te zijn, ontwikkelt het zich tot een activiteit, maar deze activiteit blijft in principe aan de liefde ondergeschikt. Anna Terruwe heeft het verloop van geraakt worden en beantwoorden van de liefde confirmatie of ‘bevestiging’ genoemd. Onder ‘bevestigd worden’ verstaat zij dat wij van iemand authentieke waardering ontvangen, onder ‘bevestigen’ dat wij op onze beurt deze liefde beantwoorden en waardering schenken aan wie ons heeft bevestigd. Pas als men is liefgehad, kan men ook anderen liefde schenken en hen aldus helpen hun eigenwaarde te ontdekken. Dit proces van bevestigen en bevestigd worden vormt een kringloop die mensen in toenemende mate aan elkaar bindt. Volgens Terruwe wordt de zin en betekenis van ons psychisch bestaan zowel onthuld als verwerkelijkt door deze band.

Theo Malschaert ziet in deze kringloop een vergelijking met de architectuur-theorie van pater Van der Laan. Van nature is de mens aangewezen op voedsel, kleding en een huis. Omdat hij deze dingen naar eigen inzicht uit natuurlijke grondstoffen moet samen-stellen, zou je kunnen zeggen dat hij door het gemis hieraan wordt bewogen om zelf in actie te komen en dat wat ontbreekt tot stand te brengen. Van der Laan wijst er echter op dat wij ons moeten hoeden voor louter functionele gebruiksvoorwerpen. Het verstand, dat aan het feitelijke maken ten grondslag ligt, moet volgens hem aan de vorm van een object kunnen aflezen waartoe het dient. “Het verstand van zijn kant kan niet bestaan zonder de zintuiglijke informatie.” Het is dus van belang in de vorm van een voorwerp de functie tot uitdrukking te laten komen. “De gedachten krijgen gestalte, de stoffelijke dingen krijgen betekenis.” Door “het uiterlijk aspect der dingen te cultiveren ter wille van de verstandelijke expressie” ontstaat een cirkelgang tussen maker en maaksels, het ‘vitale beginsel van de architectuur’ waar Van der Laan naar zocht.

O o r s p r o n g i n d e i d e e ë n v a n T h o m a s v a n A q u i n o De kringloop die Theo Malschaert in het werk van Anna Terruwe en Van der Laan opmerkte, hebben beide auteurs vermoedelijk ontleend aan Thomas van Aquino (1225 – 1274). Aan Aristoteles ontleende Thomas op zijn beurt dat de waarneembare natuur is samengesteld uit vorm (essentie) en stof (materie). De vorm is in zijn visie de actuele of vormgevende factor, de materie het potentieel of de vormkrijgende factor. De spanning tussen vorm en stof is de kern van de beweging der dingen; wat stof is kan later vorm zijn en vice versa. Deze verhouding tussen vorm en stof zien wij bijvoorbeeld terug in de verhouding tussen de mens en de dingen die hij maakt.Eveneens aan Aristoteles ontleend en impliciet gevolg van het bovenstaande is de theorie dat het denken op gang gebracht wordt doordat de menselijke geest (actueel) uit zintuiglijke waarnemingen (potentieel) abstraheert wat wezenlijk is. Nihi l in intel lectu, s i non pr imus in sensu est . Niets bestaat voor het verstand, als het niet eerst is waargenomen. Het is niet zozeer de indeling in lichaam, zintuigen en verstand, maar de wijze waarop deze tot elkaar

T

I

Z

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

16

De liefde bouwt een woningGesprek met Theo Malschaert

Op 19 augustus 1991 overleed in zi jn abdij de monnik-architect pater Hans van der Laan. Het is een fascinerend gegeven dat het leven van een monnik zoveel activiteit ook buiten zi jn kloostermuren kan ontketenen. Heeft het iets te maken met de befaamde uitspraak van Archimedes: “Geef mij een hefboom buiten de wereld en ik zal de wereld in beweging brengen”?

Als voorzitter van de Van der Laan Stichting mag ik het openingswoord tot u richten. De Van der Laan Stichting is de vrij recente opvolgster van de Stichting Het Menselijk Verblijf, die jarenlang het gedachtegoed van pater Hans van der Laan heeft behartigd. De Stichting Het Menselijk Verblijf was sinds 1980 de opvolgster van de Mgr. van Heukelom-Stichting, op haar beurt in 1948 opgericht, terwille van de organisatie van de Cursus Kerkelijke Architectuur in het Kruithuis te Den Bosch. De cursus werd gegeven door de nog jonge pater Hans van der Laan, in samenwerking met zijn broer Nico, architect zoals hij. Aan die twee decennia intense denk- en leeractiviteit in het Kruithuis herinnert nog steeds de benaming ‘Bossche School’.De naam ‘Van der Laan Stichting’ is geen pseudoniem voor de abdij Sint Benedictusberg te Vaals, ook al is de voorzitter van de eerste momenteel dezelfde persoon als de abt van de tweede. De benedictijner abdij van Vaals is een gemeenschap van monniken, waarvan pater van der Laan deel heeft uit-gemaakt. Hij heeft het materiële leefkader van de gemeenschap diepgaand vormgegeven en beïnvloed. Maar het doel van de gemeenschap reikt verder dan de instandhouding van het door pater van de Laan tot stand gebrachte kader. De abdij is geen ‘Hans van der Laan museum’ en mag dat ook niet worden. Wij zijn een gemeenschap van hardwerkende, biddende en liturgie vierende mensen. De spanning tussen het een en het ander, tussen de leer en het leven, wordt vooral door onszelf gevoeld. Zij moet ook door onszelf worden uitgehouden.

Maar een tweede probleem gaat ook de buitenwereld van de abdij aan. Het spreekt vanzelf dat de abdij pater Van der Laans erfgoed met alle zorg wil beheren en toegankelijk houden, maar dat zij daarnaast eveneens de wezen-lijke eigenschappen van het monnikenleven, stilte, eenzaamheid, terugge-trokkenheid, wil garanderen. Zo ontstaat een spanning tussen de besloten-heid van het monnikenleven enerzijds en de steeds grotere toeloop van be-langstellende buitenstaanders anderzijds. Hun aandacht gaat niet alleen uit naar de gebouwen: de crypte, de kerk, de nieuwe bibliotheek, maar ook naar het omvangrijke archiefmateriaal dat bij ons berust. Al deze mensen willen

5

Lectori salutemDom A. Lenglet, voorzitter Van der Laan StichtingZoals een boom zi jn zaad heeft waar hi j onfei lbaar ui t opgroei t , zo

zochten wi j naar een vi taal beginsel van de archi tectuur.1

Toen Theo Malschaert twee jaar geleden in Maastricht een lezing2 hield over de overeenkomsten tussen het werk van pater Van der Laan en dat van de arts Anna Terruwe, overviel mij een gevoel van herkenning: hetzelfde was mij namelijk opgevallen naar aanleiding van een publicatie over kunstonderwijs van A. Gerritse, die zijn theorie op de ideeën van Anna Terruwe baseerde. Dom Van der Laan zocht naar de grondslag van de architectonische vorm, Anna Terruwe naar het grondbeginsel van onderlinge communicatie. Hij spreekt over de harmonie tussen mens en natuur die tot stand gebracht wordt door kunst, zij over de harmonie tussen mensen onderling die ontstaat door de liefde.

Theo Malschaert raakte gefascineerd in het werk van Van der Laan door de manier waarop hij naar de dingen keek. Hij kwam voor het eerst in contact met zijn werk door een expositie, die in 1985 gehouden werd n.a.v. het verschijnen van Het Vormenspel der Liturgie3 en is overtuigd geraakt van de waarde van zijn architectuurtheorie, doordat “ermee werken dezelfde vreugde geeft als het contact met iemand die je lief is”. Met Anna Terruwe kwam hij in aanraking door Kees den Biesen, die hem aanspoorde haar werk te lezen.Malschaert: “In De Liefde bouwt een Woning4 beschrijft zij onderlinge menselijke relaties als een soort ontwerpproces. Beide leren we al doende: door het bouwen van huizen leren we hoe we moeten bouwen, en door het onderhouden van menselijke relaties, leren we wat liefde is.”

In haar verscheidene publicaties vertelt Anna Terruwe dat ieder mens door anderen liefdevol ‘bevestigd’ moet zijn om een volwaardig en vervullend bestaan te kunnen leiden. Liefde is de grondslag van het psychische innerlijke leven, het is een gevoelsaandoening, die zich ook uiterlijk manifesteert. De liefde toont zich in tederheid, in de wijze waarop men iemand aanziet, in de klank van de stem of in de houding en gebaren van het lichaam. “Wie teder is, neemt niets voor zichzelf, hij is met zijn gevoel geheel op de ander gericht en met de ander gelukkig; hij wil niets bereiken, maar alleen zijn in liefde.” Men wordt door een ander bewogen en kan eenvoudig in dit gevoel berusten. Wanneer men de liefde beantwoordt door toenadering te zoeken en goed voor 1 H. van der Laan, Lezing aan de T.H. Eindhoven, d.d. 4 november 1976, niet gepubli- ceerd.2 Theo Malschaert, “The House and the Human” in Living and Correspondences, 2001.3 H. van der Laan, Het Vormenspel der Liturgie, Leiden 1985.4 Dr. A.A.A. Terruwe, De Liefde bouwt een Woning, 1974.

Page 17: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

4 5

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

T

VVoor u l igt het eerste nummer van Thematismos, de nieuwsbrief van de Vriendenkring van de Van der Laan Stichting. Via deze uitgave wil len wij u op de hoogte houden van wat er zich afspeelt rond het werk van Dom Hans van der Laan, met als doel om zijn erfgoed levend te houden. Het blad zal twee keer per jaar verschijnen en is enerzijds bedoeld om bekendheid te geven aan de activiteiten van de Van der Laan Stichting en biedt anderzijds plaats aan kleine artikelen en boekbesprekingen die met het gedachtegoed van pater Hans van der Laan samenhangen.

Thematismos komt van het Griekse woord , dat zowel plaatsen of schikken als maken betekent. Bij Van der Laan heeft de term betrekking op de compositie, de samenstell ing, van driedimensionale vormen. In zijn op-vatting was maken een kwestie van zorgvuldig samenstellen en schikken. Zoals een schilder bij het opstellen van een klassiek sti l leven eindeloos kan variëren in het gebruik van slechts een staande, een zittende en een liggende vorm, zo heeft Van der Laan composities van verschil lende blokken, staven en platen onderzocht, telkens van een zelfde volume en geordend in groepen van drie. De betrekking tussen maten van een zelfde vorm noemde Van der Laan eurythmie, de betrekking tussen vormen die in elkaars nabijheid staan, thematismos.Het begrip komt voor het eerst voor in zijn verhandeling ‘Een architectuur op basis van het ruimteli jk gegeven van de natuur’ uit 1989 en kan beschouwd worden als het laatste onderdeel van zijn architectuurtheorie. Omdat hij met dit begrip zijn theorie voltooide, leek Thematismos ons toepasseli jk als titel voor het blad, waarvan wij hopen dat het een uitgangspunt zal zijn voor die-genen die op het erfgoed van Van der Laan wil len voortbouwen.

Redact ie

In den beginne...

T

D

17

de ander te zijn, ontwikkelt het zich tot een activiteit, maar deze activiteit blijft in principe aan de liefde ondergeschikt. Anna Terruwe heeft het verloop van geraakt worden en beantwoorden van de liefde confirmatie of ‘bevestiging’ genoemd. Onder ‘bevestigd worden’ verstaat zij dat wij van iemand authentieke waardering ontvangen, onder ‘bevestigen’ dat wij op onze beurt deze liefde beantwoorden en waardering schenken aan wie ons heeft bevestigd. Pas als men is liefgehad, kan men ook anderen liefde schenken en hen aldus helpen hun eigenwaarde te ontdekken. Dit proces van bevestigen en bevestigd worden vormt een kringloop die mensen in toenemende mate aan elkaar bindt. Volgens Terruwe wordt de zin en betekenis van ons psychisch bestaan zowel onthuld als verwerkelijkt door deze band.

Theo Malschaert ziet in deze kringloop een vergelijking met de architectuur-theorie van pater Van der Laan. Van nature is de mens aangewezen op voedsel, kleding en een huis. Omdat hij deze dingen naar eigen inzicht uit natuurlijke grondstoffen moet samen-stellen, zou je kunnen zeggen dat hij door het gemis hieraan wordt bewogen om zelf in actie te komen en dat wat ontbreekt tot stand te brengen. Van der Laan wijst er echter op dat wij ons moeten hoeden voor louter functionele gebruiksvoorwerpen. Het verstand, dat aan het feitelijke maken ten grondslag ligt, moet volgens hem aan de vorm van een object kunnen aflezen waartoe het dient. “Het verstand van zijn kant kan niet bestaan zonder de zintuiglijke informatie.” Het is dus van belang in de vorm van een voorwerp de functie tot uitdrukking te laten komen. “De gedachten krijgen gestalte, de stoffelijke dingen krijgen betekenis.” Door “het uiterlijk aspect der dingen te cultiveren ter wille van de verstandelijke expressie” ontstaat een cirkelgang tussen maker en maaksels, het ‘vitale beginsel van de architectuur’ waar Van der Laan naar zocht.

O o r s p r o n g i n d e i d e e ë n v a n T h o m a s v a n A q u i n o De kringloop die Theo Malschaert in het werk van Anna Terruwe en Van der Laan opmerkte, hebben beide auteurs vermoedelijk ontleend aan Thomas van Aquino (1225 – 1274). Aan Aristoteles ontleende Thomas op zijn beurt dat de waarneembare natuur is samengesteld uit vorm (essentie) en stof (materie). De vorm is in zijn visie de actuele of vormgevende factor, de materie het potentieel of de vormkrijgende factor. De spanning tussen vorm en stof is de kern van de beweging der dingen; wat stof is kan later vorm zijn en vice versa. Deze verhouding tussen vorm en stof zien wij bijvoorbeeld terug in de verhouding tussen de mens en de dingen die hij maakt.Eveneens aan Aristoteles ontleend en impliciet gevolg van het bovenstaande is de theorie dat het denken op gang gebracht wordt doordat de menselijke geest (actueel) uit zintuiglijke waarnemingen (potentieel) abstraheert wat wezenlijk is. Nihi l in intel lectu, s i non pr imus in sensu est . Niets bestaat voor het verstand, als het niet eerst is waargenomen. Het is niet zozeer de indeling in lichaam, zintuigen en verstand, maar de wijze waarop deze tot elkaar

Page 18: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

T h e m a t i s m o s m a a r t 2 0 0 3

18

I

InhoudIn den beginne ... 4

Lectori salutem 5Dom A. Lenglet

Kloosters in de 12e en de 20e eeuw 7Hans Karels

Rationele en poëtische maatstaven 8Dick Pouderoyen

Cursus Van der Laan voor gevorderden 10

Van der Laan-studiedag in Delft 11Leo Tummers

Twee kerken van Jan de Jong met 14 sloop bedreigd Hilde de Haan

Excursie naar Dordrecht en Waasmunster 15

De l iefde bouwt een woning 16Juliet Oldenburger

Foto

graf

ie: F

rans

de

la C

ousi

ne

geordend zijn, die Van der Laan en Terruwe aan Thomas van Aquino ont-leenden.Toch zien we hier ook een verschil: Anna Terruwe spreekt over gevoel, Van der Laan over zintuiglijke waarneming. Hoewel pater Van der Laan het woord ‘gevoel’ in zijn theorie om onduidelijkheden te voorkomen niet snel zou gebruiken, is dit onderscheid m.i. gelegen in de verschillende vertaling van het Latijnse woord ‘sensus’, dat zowel waarneming, zintuig als gevoel kan betekenen.Tenslotte zijn er volgens Thomas van Aquino twee manieren om tot een beperkte, maar ware kennis van Gods wezen te komen: de ‘via negationis’ 5, de weg der ontkenning, en de ‘similitudo dissimilis’, de niet-gelijkende gelijkenis. Volgens deze laatste vergelijking tussen God en schepping, kan men wel naar God verwijzen, maar zijn wezen nooit kennen. Ook deze aspecten herkennen wij in het werk van Van der Laan; het is in die zin dat Van der Laan zegt dat de omgang van de mens met de dingen die hij maakt, een beeld geeft van de Schepper en schepping.

In Het Vormenspel der Liturgie maakt Van der Laan een indeling in de wereld van de natuur, de wereld van de maatschappij en de wereld van de liturgie: de wereld die het verstand te boven gaat. Harmonie met de natuur en communicatie met medemensen zijn twee aspecten van de ‘maatschappij’ die elkaar aanvullen.Malschaert: “In Het Vormenspel wordt de onderlinge verhouding tussen verschillende soorten ‘vormen’ van de maatschappij (functionele, expressieve en monumentale) gebruikt om de relatie tussen natuur, samenleving en liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht in een samenhangend leven, dat zich op zijn beurt weerspiegelt in de liefde en de dingen die men maakt.” Beide zienswijzen van Anna Terruwe en pater Van der Laan vullen elkaar aan. Zij beschrijft eigenlijk een terrein, dat hij in Het Vormenspel der Liturgie wel aanstipt, maar niet verder uitwerkt.

J u l i e t O l d e n b u r g e r

5 De ‘via negationis’ werd eerder omstreeks 500 na Christus beschreven door de anonieme schrijver, die later Dionysius de Areopagiet genoemd werd, zie verder: Het Vormenspel, p. 97.

Page 19: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

4

S t u d i o 1E l l y H o n i g

Laplacestraat 46 hs

1098 HX Amsterdam

Telefoon

020 468 16 97

E-mail

[email protected]

Fax

020 468 16 99

Mobiel

06 51 03 60 41

Mobiel

06 51 03 60 41

Gra�sche vormgeving bNOI s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k

v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

I s d i t m i s s c h i e n e e n p l e k v o o r u w a d v e r t e n t i e ?

Van der Laan Stichting

De Van der Laan Stichting is een voortzetting van de ‘Stichting Het Menselijk Verblijf’ en de ‘Mgr van Heukelomstichting’ die van 1946 tot 1973 de cursus Kerkelijke Architectuur in het Kruithuis in Den Bosch verzorgde.

Doelstellingen van de stichting

De stichting stelt zich ten doel het bevorderen en ontwikkelen van inzicht in de algemene grondslagen van de architectuur met als uitgangspunt het gedachtegoed van Dom Hans van der Laan door:• het organiseren van lessen, lezingen, cursussen, bijeenkomsten en leer- gangen;• het vestigen van een centrum ter archivering en bestudering van het gedachtegoed van Hans van der Laan;• het coördineren van activiteiten van derden;• samenwerking met instellingen, die een gelijk of gelijksoortig doel nastreven;• voorlichting met betrekking tot de activiteiten van de stichting.

Vriendenkring

Heeft u belangstelling voor het gedachtegoed van Dom Hans van der Laan, maak dit dan kenbaar aan ons, samen met uw naam- en adresgegevens. Ons postadres is: Postbus 156, 6500 AD Nijmegen.Of stuur een e-mail naar: [email protected] u de stichting steunen, wordt dan Vriend van de Van der Laan Stichting. U wordt dan van alle activiteiten op de hoogte gehouden en krijgt het blad Thematismos tweemaal per jaar toegestuurd. In de colofon op de achterkant van dit blad staat hoe u vriend kunt worden.

Page 20: Thematismos - Van der Laan Stichting · liturgie duidelijk te maken. Dit grote analoge verband, waarbij je in het klein weerspiegeld ziet wat er in het groot gebeurt, geeft inzicht

U i t g a v e V r i e n d e n v a n d e V a n d e r L a a n S t i c h t i n g

ColofonThematismos verschijnt tweemaal per jaar en is een uitgave van de Vriendenkring van de Van der Laan Stichting.

Vriendenkring van de Van der Laan StichtingRuud van Putten - voorzitterJuliet Oldenburger - secretarisRonald Merlin - penningmeesterGerhard Brüggemann - ambassadeurElly Honig - vormgeverBabs Rentjes - secretaris Van der Laan Stichting.

RedactieJuliet Oldenburger - eindredactieNico Nelissen - bestuurslid Van der Laan StichtingAdres: Redactie VVLS, Aalsmeerder Veerhuis, Sloterkade 21, 1058 HE Amsterdam.E-mail: [email protected] verantwoordelijkheid van gesigneerde stukken berust geheel bij de auteur. Overname of verveelvoudiging van teksten en illustraties of delen daarvan is slechts toegestaan met bronvermelding en voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

VormgevingStudio 1 te Amsterdam

DrukDrukkerij Tijl Uilenspiegel te Alkmaar

AdvertentiesElly Honig, telefoon (020) 468 16 97. U kunt een advertentie plaatsen voor € 60,- excl. BTW per keer. De grootte van de advertentie is 78 x 41 mm. De advertentie moet op de voor druk geschikte wijze worden aangeleverd. Voor opmaak wordt € 49,50 in rekening gebracht.

ContributieVanaf € 17,50 per jaar steunt u het doel van de Van der Laan Stichting, ontvangt u Thematismos en wordt op de hoogte gehouden van de activiteiten rond het gedachtegoed van monnik-architect Hans van der Laan.Studenten tot 25 jaar betalen € 12,50, bureaus en bedrijven minimaal € 100,-.U wordt vriend van de Van der Laan Stichting door uw bijdrage te storten op bankrekening 84.45.53.123 t.n.v. Vrienden van de Van der Laan Stichting te Waalre. Opzegging van het abonnement dient schriftelijk plaats te vinden, uiterlijk drie weken voor het einde van het kalenderjaar.

Van der Laan StichtingDe Van der Laan Stichting stelt zich ten doel het inzicht in de grondslagen van de architectuur te bevorderen en te ontwikkelen, uitgaande van het gedachtegoed van de monnik-architect Hans van der Laan, zoals dat tot uitdrukking komt in zijn werk en zijn publicaties.

n u m m e r 1 • m a a r t 2 0 0 3 • € 8 , 7 5

T h e m a t i s m o s

Illus

tratie

: Han

dsch

rift

Dom

Han

s va

n de

r La

an