Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je...

134
Thema’s Maatschappijleer voor VMBO KGT Werkboek 2018-2019 ANTWOORDENBOEK VOOR LEERLINGEN

Transcript of Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je...

Page 1: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Thema’s Maatschappijleer voor VMBO

KGT

Werkboek 2018-2019

ANTWOORDENBOEK VOOR LEERLINGEN

Page 2: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Inleiding Dit is het antwoordenboek voor leerlingen behorende bij het werkboek Thema’s Maatschappijleer voor VMBO 2018 – 2019 KGT-niveau. Dit antwoordenboek heeft de volgende uitgangspunten:

• Het is bedoeld om in de klas uit te delen, zodat leerlingen zelf hun antwoorden kunnen nakijken. • De antwoorden zijn -in vergelijking met de Docentenhandleiding I- ontdaan van alle opmerkingen,

uitleg, toelichtingen en illustraties. Het is zo gemaakt dat de leerling zo snel mogelijk kan zien of zijn antwoord juist is.

• Vragen en opdrachten waarin wordt gevraagd naar een mening van de leerling, of waarin leerlingen iets moeten beschrijven uit hun eigen situatie, krijgen als standaardantwoord ‘Eigen uitwerking leerling’.

• Er is naar gestreefd de antwoorden per hoofdstuk op één A4-tje te laten passen.

Deze uitgave is uitdrukkelijk alleen bedoeld voor intern gebruik op uw school.

Page 3: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? H1 De samenleving 1. a. Eigen uitwerking leerling.

b. Eigen uitwerking leerling. c. Je leert hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. Je leert hoe belangrijke

beslissingen worden genomen. Voor sommige beroepen en studies is maatschappijleer een belangrijk vak, bijvoorbeeld bij de politie, de zorg of de media.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. - Als ik mijn rijbewijs wil halen, heb ik hulp nodig van mijn ouders (betalen de lessen) en de

rijinstructeur (geeft les). - Als ik op vakantie ga, ben ik afhankelijk van mijn ouders (betalen deels de reis), de piloten

van het vliegtuig, het hotelpersoneel dat mijn kamer schoonhoudt, de kok van het hotel, enzovoort.

- Om met mijn mobiel te kunnen whatsappen, ben ik afhankelijk van de internetprovider, de maker van de app, de router die voor wifi zorgt, de energiemaatschappij die voor het opladen van de batterij zorgt, enzovoort.

4. Eigen uitwerking leerling. 5. Voorbeelduitwerking:

- Een samenleving kan NIET bestaan zonder gedragsregels, want dan wordt het al snel een chaos.

- Een samenleving kan WEL bestaan zonder gedragsregels, want mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid en weten wat goed en fout is.

6 A t/m E Eigen uitwerking leerling. 7 Eigen uitwerking leerling.

Page 4: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? H2 Hoe maken we keuzes? 1. Een waarde is een principe dat iemand belangrijk vindt.

Een norm is een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen. 2. Voorbeeldantwoord:

Waarde van Tom: gezondheid. Tom gebruikt zelf daarom geen wiet. Norm van Tom: niet klikken. Tom weet dat er wordt gedeald, maar hij vertelt dit niet verder.

3. Eigen uitwerking leerling. 4. Voorbeeldantwoorden:

- Als fietser heb ik belang bij veel ruime fietspaden met goede verlichting. - Als vakkenvuller heb ik belang bij een leuke werksfeer en een goed loon. - Als scholier heb ik belang bij weinig lesuitval of: bij docenten die orde kunnen houden.

5. Eigen uitwerking leerling. 6. a. Een machtsmiddel is een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.

b. Eigen uitwerking leerling.

* 7. Eigen uitwerking leerling. * 8. Eigen uitwerking leerling. 9 Eigen uitwerking leerling.

10 a. Ineke en Sjors vinden scheldwoorden met ziektes grof en kwetsend en daarom

onfatsoenlijk. b. Eigen uitwerking leerling.

11

ANWB f. Automobilisten Vakbond FNV e. Werknemers Amnesty International b. Politieke gevangenen Consumentenbond c. Mensen die iets kopen Stichting Wakker Dier d. Vee LAKS a. Scholieren

12 A De waarden gezondheid en verantwoordelijkheid.

B Bol.com wil geld verdienen (patronen verkopen), maar vindt ook gezondheid en verantwoordelijkheid belangrijk (geen patronen verkopen).

C Voorbeeldantwoord: Omdat het een normaal ding is dat door sommigen misbruikt wordt. 13 Eigen uitwerking leerling. 14 Situatie 1.: kennis en vaardigheden / overtuigingskracht / aanzien of status Situatie 2.: functie en beroep / aanzien of status Situatie 3.: aantal Situatie 4.: functie en beroep / kennis en vaardigheden Situatie 5.: functie (= ouder) Situatie 6.: functie Situatie 7.: geweld / functie en beroep 15 Eigen uitwerking leerling.

Page 5: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem:

- Veel mensen hebben er last van: jongeren, ouderen, gehandicapten, vrouwen, allochtonen, enzovoort.

- Er zijn verschillende meningen over: mensen verschillen van mening over hoe streng je tegen discriminatie moet optreden. Mensen die discrimineren vinden zelf vaak niet dat ze discrimineren.

- De media hebben veel aandacht voor mensen die gediscrimineerd worden: bijvoorbeeld jonge allochtonen die geen baan kunnen vinden of jongeren die door hun seksuele geaardheid geweigerd worden voor een stageplaats.

- De politiek bemoeit zich ermee: de overheid heeft een wet gemaakt die discriminatie verbiedt en de politie treedt op tegen mensen die discrimineren. Ook organiseert de overheid voorlichtingscampagnes.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. Voor een goede mening heb je nodig: dat je van een zaak de feiten kent, dat je de zaak van

verschillende kanten bekijkt en dat je bij je mening goede argumenten hebt. 4. Een goede mening is gebaseerd op feiten, bij een vooroordeel oordeel je zonder dat je de

feiten kent. 5. a. De bron gaat over de temperatuurstijging op aarde.

b. Een voorbeeld van een feit in de tekst is: - De CO2 in de atmosfeer neemt sterk toe. - Daalt de CO2 niet, dan stijgt de temperatuur meer dan 2 graden.

c. Een voorbeeld van een mening in de tekst is: Door de stijging van de temperatuur ontstaan klimaatrampen.

6. a. Afrikaanse hardlopers zijn sneller dan Europese. Vooroordeel. Afrikanen winnen niet altijd in de

atletiek. b. Vrouwen kunnen niet leidinggeven. Vooroordeel. Er zijn genoeg vrouwen die wel goed

leidinggeven. c. In Nederland mag je niet voor eigen rechter spelen. Feit. In de wet staat dat alleen de

overheid mag straffen.

d. Dikke mensen zijn gezellig. Vooroordeel. Er zijn genoeg dikke mensen die niet vrolijk of gezellig

zijn. e. Elke dag verse groente is gezonder dan elke dag patat. Feit. In verse groente zit veel

meer voedingswaarde dan in patat. f. DJ Hardwell is de beste dj, want hij draaide vorig jaar de meest shows. Mening. Iemand de

beste noemen is een mening. Anderen vinden misschien Afrojack veel beter.

7 a. Argumenten vóór een vakantie met het vliegtuig:

- Naar veel verre landen (Curaçao) kun je niet met de auto. - Met het vliegtuig ben je ergens meestal sneller dan met de auto. - Met een oude auto op vakantie gaan is ook slecht voor het milieu.

Eigen uitwerking leerling. b. Argumenten tegen een vakantie met het vliegtuig:

- Vliegen is veel slechter voor het milieu dan reizen met de auto of trein.

Page 6: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

- Uitlaatgassen van vliegtuigen dragen bij aan de luchtvervuiling en de opwarming van de aarde.

Eigen uitwerking leerling. c. De waarde: avontuur. d. De waarde: geven om het milieu. e. Eigen uitwerking leerling. 8 A Het is een maatschappelijk probleem, want:

- veel mensen hebben er last van (iedereen op straat ziet kapotte spullen, het geeft een gevoel van onveiligheid);

- er zijn verschillende meningen over de oplossing (de een zegt harder straffen, de ander zegt goed gedrag belonen);

- er is aandacht in de media (het staat in de krant); - de politiek bemoeit zich ermee (de wethouder en de VVD).

B Normaal word je gestraft als je iets doet wat niet mag. Nu word je beloond als je ‘normaal’ doet, namelijk het niet plegen van vandalisme.

9 A Feiten in de tekst zijn:

- Jean-Pierre raakte verslaafd aan onlinegamen toen hij 14 jaar was. - Hij speelde gemiddeld 7 uur per dag. - Zijn record is 49 uur non-stop gamen. - Hij maakte veel ruzie met z’n ouders, had weinig vrienden en trok zich thuis terug. - Ongeveer 14.000 Nederlandse jongeren zijn gameverslaafd. - Hij stopte toen hij ongeveer 20 jaar was.

B Een mening in de tekst is: De overheid moet meer doen om jongeren voor gameverslaving te waarschuwen.

C Eigen uitwerking leerling.

Page 7: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? Uitgaansgeweld 10 A Uitgaansgeweld is een maatschappelijk probleem:

- Veel mensen hebben er last van: onder anderen uitgaande jongeren, café-eigenaren, omwonenden, politie, de gemeente. Jaarlijks zijn er duizenden geregistreerde incidenten.

- Er zijn veel verschillende meningen over de oorzaak en oplossing: stappers, politie, horeca, omwonenden en de gemeente hebben allemaal eigen belangen en ideeën hoe je uitgaansgeweld kunt verminderen.

- De media besteden er veel aandacht aan; lees een plaatselijke krant en je ziet dat er in steden elk weekend arrestaties worden verricht en slachtoffers naar het ziekenhuis worden gebracht.

- De overheid bemoeit zich ermee: de overheid maakt regels over sluitingstijden, alcoholgebruik en zet politie in.

B Het kenmerk: veel mensen hebben er last van. 11 Voorbeelduitwerking:

A ● De uitgaande jongeren. Waarden: plezier hebben, andere jongeren ontmoeten. Belangen: een gezellige avond hebben met vrienden/vriendinnen en redelijke prijzen voor entree en consumpties.

● De horecaondernemers. Waarden: geld verdienen, gezellige sfeer in de zaak, goede reputatie. Belangen: veel bezoekers en geen rottigheid en vechtpartijen.

● De politie. Waarden: orde en rust bewaren. Belangen: narigheid voorkomen door preventief optreden, zelf niet gewond raken.

● De burgemeester. Waarden: veiligheid en leuke stad met aantrekkelijke evenementen. Belangen: vechtpartijen schaden het aanzien van de stad.

● Buurtbewoners. Waarden: rust, geen vernielingen. Belangen: geen overlast door schreeuwende en wildplassende uitgaanders.

● Slachtoffers. Waarden: veiligheid, overal naartoe kunnen gaan. Belangen: niet steeds hoeven nadenken of je wel of niet ergens kan lopen laat op de avond.

B De horeca en de politie hebben een tegengesteld belang, want de horeca wil veel drankjes verkopen en de politie wil geen dronken mensen op straat. De horeca en de politie hebben een gemeenschappelijk belang, want zij willen beiden geen overlast en vechtpartijtjes.

12 A Voorbeeldantwoord:

De grens ligt bij het ontstaan van problemen. Als gezelligheid plaatsmaakt voor bedreigen en geweld, dan wordt de grens overschreden.

B Het gemeenschappelijke belang van Merel en de politie is veiligheid. C Voordeel van preventief fouilleren: er worden bij bezoekers wapens gevonden.

Nadeel van preventief fouilleren: mensen die zich netjes gedragen voelen zich als crimineel behandeld.

13 Eigen uitwerking leerling.

Page 8: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Maatschappijleer gaat over de manier waarop mensen met elkaar samenleven. Met je sociale omgeving bedoelen we mensen die je regelmatig ziet. Omdat iedereen afhankelijk van elkaar is, zijn er afspraken/regels nodig over hoe we met elkaar samenleven. Er zijn twee soorten regels: gedragsregels en wetsregels. Hoofdstuk 2 - Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven. - Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.

Je hebt geschreven regels en ongeschreven regels. - Een belang is het voordeel dat je ergens van hebt. - Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden. Als belangen met elkaar botsen, noem je dit een belangentegenstelling. Je beroep, aanzien, overtuigingskracht zijn voorbeelden van machtsmiddelen. Hoofdstuk 3 Je noemt een probleem een maatschappelijk probleem, als: - er veel mensen mee te maken hebben; - mensen er verschillende meningen over hebben; - het probleem veel aandacht krijgt in de media; - de politiek zich met het probleem bemoeit. Bij maatschappijleer krijg je vaak te maken met een dilemma, dat is een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben. Bij het probleem van de files op snelwegen is dat bijvoorbeeld of je de belangen van de automobilisten voorrang geeft of de milieugroepen. Voor een goede mening moet je: - de feiten kennen; - geen vooroordelen gebruiken; - de zaak van verschillende kanten bekijken; - argumenten gebruiken.

Page 9: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Wat is maatschappijleer? BEGRIPPENLIJST Een waarde is een principe dat je belangrijk vindt in het leven. Een norm is een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen. Een belang is een voordeel dat je ergens van hebt. In een belangentegenstelling botst het belang van de een met het belang van de ander. Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden. Een machtsmiddel is een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Een maatschappelijk probleem heeft vier kenmerken 1. Veel mensen hebben ermee te maken. 2. Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing. 3. Het probleem krijgt veel aandacht in de media. 4. De politiek bemoeit zich met het probleem. Een dilemma is een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben. Een feit is iets wat echt gebeurd is en wat je dus kunt bewijzen. Een vooroordeel is een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent. Een argument is iets waarmee je kunt uitleggen waarom jouw mening goed is.

Page 10: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren H1 Hoe word je wie je bent? 1. a. Voorbeelduitwerking:

Kenmerken Nederlandse cultuur: Schaatsen als er natuurijs is; Het homohuwelijk; Vrij je mening mogen geven.

b. Voorbeelduitwerking: Marokkaanse cultuur: De ramadan; Niet met schoenen in huis lopen; Jongens mogen vaak meer dan meisjes. Surinaamse cultuur: Witte kleding bij begrafenissen; Jongeren moeten gehoorzamen; Houden van dansen en muziek.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. Voorbeeldantwoorden:

Ouders, leraar, klasgenoten, vriend(inn)en, sportmaatjes, buren, trainer, pastoor/dominee/imam.

4. Eigen uitwerking leerling. 5. Voorbeeldantwoorden:

- Je vertelt je nieuwe buurmeisje wat voor gewoonten jullie in de buurt hebben. - Je zegt tegen je kleine broertje dat hij moet uitkijken als hij de straat oversteekt.

* 6. Voorbeeldantwoorden:

Aangeboren is: verlegen zijn, snel kwaad worden, technisch inzicht. Aangeleerd is: met rechts schrijven, je beheersen, iemand aankijken als je met hem of haar praat.

7. Voorbeeldantwoord:

Ze kan een stottertherapie gaan volgen waardoor ze beter leert ademhalen. De begrippen die hierbij passen: socialisatie, aangeleerd gedrag, nurture-aanhangers (je kunt dingen afleren).

* 8. Voorbeeldantwoorden:

- Dat Max Verstappen een succesvolle autocoureur is komt vooral door zijn AANGEBOREN eigenschappen, want zijn moeder en vooral zijn vader hadden ook veel racetalent.

- Dat Max Verstappen een succesvolle autocoureur is komt vooral door zijn AANGELEERDE eigenschappen, want als klein jongetje racete hij al met karts en zijn vader kon hem heel veel leren door zijn eigen race-ervaringen.

9 Eigen uitwerking leerling.

* 10

Een timmerman slaat op zijn duim en schreeuwt het uit van de pijn. 1 Een naaister begint luid te vloeken als ze de naald in haar vinger steekt. 2 Een meisje is verliefd op een ander meisje. 1 Een meisje treedt samen met haar moeder op tijdens een zangwedstrijd. 1 + 2 Susan is wereldkampioen schaken (lees de intro in je lesboek). 1 + 2 Een voetballer krijgt vaak een rode kaart vanwege zijn ruwe spel. 2 Een zoon wil net als zijn vader boer worden. 2

* 11 A Ronnie Flex gebruikt waarden (gezondheid, openheid) en normen (niet blowen, hulp vragen) om aan te geven dat veel wiet roken fout is en hulp vragen oké.

Page 11: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

B ‘Ongeveer 11.000 mensen worden jaarlijks behandeld voor hun wietverslaving.’ Of ‘Daardoor wordt het bespreekbaar en durven mensen hulp te zoeken’. In deze zinnen gaat het om het afleren van iets.

Page 12: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren H2 Een leven lang leren 1. a. Socialisatie gebeurt door informatie/aanwijzingen, imitatie, ervaringen en experimenteren.

b. - Je ouders willen dat je om 22.00 uur thuis bent. Aanwijzingen - De gymleraar laat zien hoe je moet dribbelen. Imitatie - Dean blowt nooit meer nadat hij er ziek van werd. Ervaringen

2. Voorbeeldantwoorden:

Positieve sanctie: snoepje geven als hij stopt met vervelend doen. Negatieve sanctie: speelgoed afpakken.

3. De hufterboete is een voorbeeld van een negatieve sanctie. Door het opleggen van een hoge

boete wil de wethouder het gedrag van mensen beïnvloeden. 4. Als er sprake is van internalisatie, dan is socialisatie GELUKT, want dan gedraag jij je

automatisch zoals de groep van je verwacht. 5. Voorbeeldantwoord:

Zijn moeder merkte dat Ali B. zich fout gedroeg omdat hij alleen maar zat te blowen en te gokken. Ali’s moeder greep in met een negatieve sanctie: ze stuurde hem naar Marokko. Daar had hij niet de verleidingen van coffeeshops en speelhallen.

6. Eigen uitwerking leerling. 7 Als een huisarts zijn eigen problemen aan jou vertelt, -- is er roldoorbrekend gedrag.

Het beeld dat je van iemand hebt, -- zegt iets over je eigen waarden en normen. Als je je gedraagt zoals het hoort, -- dan is er sprake van rolgedrag. Door roldoorbrekend gedrag, -- kunnen vaste gedragspatronen losser worden gemaakt. Als je in je vrije tijd jezelf kunt zijn, -- is dat prettig omdat je even niet aan je rol hoeft te denken.

8 *A Elizabeth is een nurture-aanhanger. Zij denkt dat Sujit zich als mens gaat gedragen

wanneer hij ook zo behandeld wordt.

B Sujit leert nu vooral door imitatie, informatie en aanwijzingen. 9 Eigen uitwerking leerling. 10 A Eigen uitwerking leerling.

B Eigen uitwerking leerling. C Eigen uitwerking leerling. D In een dorp zijn mensen meer betrokken met elkaar.

In een dorp wonen minder mensen dan in de stad. Zij kennen elkaar vaker van naam of gezicht. In een stad is dat veel minder het geval.

Page 13: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren H3 Wat is normaal? 1. Om een burn-out te voorkomen, probeert Maaike meer te genieten van het leven. Zij heeft

door haar eigen ervaringen gemerkt dat ze het veel te druk had met haar hobby’s, vrienden en schoolambities.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. Bij groepsdruk heb je het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep.

Dus als het dragen van merkkleding een norm van de groep is, moet je die norm overnemen, anders lig je eruit.

4. De normen en waarden van mijn opa of oma zijn soms anders dan die van mij, omdat we nu in

een andere tijd opgroeien.

* 5. Eigen uitwerking leerling. 6. Eigen uitwerking leerling. 7 A Eigen uitwerking leerling.

B Eigen uitwerking leerling. 8 A Voorbeeldantwoorden: Waarde = eerlijkheid, norm = geen doping / niet valsspelen.

Waarde = fitheid / gezondheid, norm = geen alcohol en drugs / vroeg naar bed. B De zinnen: ‘En als ik in de ring sta wil ik gewoon winnen en gaat het er hard aan toe. Maar

daarna wens ik iedereen het allerbeste.’ Verhoeven geeft aan tijdens de wedstrijd ander gedrag te laten zien dan ná de wedstrijd.

9 A Marloes zegt dat een dag zonder mobiel haar rust gaf.

Eigen uitwerking leerling. B Je kan dan geconcentreerd werken, maar je mist wel berichtjes (groepsdruk).

10 Eigen uitwerking leerling. 11 Voorbeeldantwoorden:

Socialisatie: media beïnvloeden je gedrag en ideeën. Mensen zijn bang dat de grappen die in Voetbal Inside gemaakt worden, overgenomen worden door anderen. Abnormaal: de mannen van Voetbal Inside begrijpen transgenders niet en noemen ze daarom gek en niet normaal. Tolerantie: de mannen van Voetbal Inside zijn niet tolerant: ze accepteren niet dat sommige mensen zich anders gedragen. Groepsnormen: in de voetbalwereld, en dus ook bij Voetbal Inside, is minder ruimte voor mannen die afwijken van het heteroseksuele stereotype. Pesten: Voetbal Inside sluit de groep transgenders buiten door ze belachelijk te maken. Generatieconflict: Voetbal Inside bestaat uit oudere mannen. Zij hebben niet door wat er allemaal is veranderd in de maatschappij. Jongeren staan veel meer open voor transgenders.

Page 14: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren Pesten 12 Pesten is WEL een maatschappelijk probleem, want:

- veel mensen hebben ermee te maken: de pestende en gepeste jongeren (10 procent van alle jongeren), ouders en leerkrachten.

- er wordt verschillend gedacht over mogelijke oorzaken en oplossingen: voorlichting aan leerlingen die pesten of juist strenge sancties opleggen?

- de media besteden er geregeld aandacht aan: vooral als er schokkende filmpjes van pesten door leerlingen op internet gezet worden. De verontwaardiging is dan groot.

- de overheid neemt maatregelen: de overheid heeft scholen verplicht om een antipestprotocol op te stellen en na te leven. In zo’n protocol staat vermeld hoe de school pestgedrag signaleert en aanpakt.

13 A Het zinsdeel: ‘maar krijg op social media ook veel kritiek, dislikes en scheldkanonnades.’

B Eigen uitwerking leerling. 14 Eigen uitwerking leerling.

Page 15: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren H4 Bij welke groep hoor je? 1. Overeenkomst: bij imitatie en identificatie zijn enkele kenmerken van de ander gelijk aan die

van jou. Verschil: bij imitatie doet de ander bepaalde kenmerken van jou na, bij identificatie zie je juist bij de ander bepaalde kenmerken van jezelf terug.

2. Voorbeeldantwoorden:

- Als al je vrienden een baseballpetje gaan dragen, dan koop je er zelf ook een, maar het liefst eentje die net iets anders is (leuker, unieker, grappiger).

- Als al je vriendinnen een bepaald schoenenmerk dragen, wil je zelf het nieuwste model daarvan.

3. a. Bij Amy spelen smaak en interesses een belangrijke rol.

b. Bij Robin gaat het ook om smaak en interesses. 4. De eerste jongerenculturen ontstonden in de jaren 60 omdat:

• de welvaart steeg; • jongeren meer vrije tijd kregen; • jongeren zich gingen afzetten tegen bestaande normen en waarden.

5. a. Ze zijn nu ongeveer 70 jaar.

b. Voorbeeldantwoorden: De waarden vrijheid, onafhankelijkheid en jezelf zijn.

* 6. a. Voorbeeldantwoorden:

Koningsdag, dodenherdenking, nationale rouw, Elfstedentocht. b. Eigen uitwerking leerling.

7. Eigen uitwerking leerling. 8 A Eigen uitwerking leerling.

B Eigen uitwerking in de klas. 9 Eigen uitwerking leerling.

10 Er is een groep die de figuur van Zwarte Piet wil afschaffen en een groep die niets wil

veranderen. Zij staan scherp tegenover elkaar.

Page 16: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren De invloed van popmuziek 11 Eigen uitwerking leerling. 12 A Boef zegt dat het een groepsnorm is voor rappers om het woord ‘kech’ te gebruiken.

B Voorbeeldantwoorden: Ja, er is een generatieconflict als vooral ouderen zijn taalgebruik afkeuren en jongeren het wel oké vinden. Nee, er is geen generatieconflict, maar een verschil in groepsnormen

13 Eigen uitwerking leerling.

Page 17: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren H5 Wie heb je nodig? 1. Met de gevoelsbindingen: kinderen zijn emotioneel verbonden met het gezin waarin ze

opgroeien. 2. Eigen uitwerking leerling. 3. a. De economische binding: Stella krijgt voor haar levensonderhoud spullen van de

voedselbank. b. De economische binding: mensen uit heel veel landen maken samen een iPhone.

4. Voorbeeldantwoord:

- De overheid zorgt voor subsidies voor jongerencentra en de aanleg van hangplekken. - De overheid zorgt voor de studiefinanciering. - De overheid stelt eisen aan mijn bijbaantje: wit werken en premies afdragen. - De overheid zorgt voor mijn veiligheid: brandweer, politie, GGD. - De overheid zorgt voor mijn gezondheid door een verplichte zorgverzekering.

5. Voorbeeldantwoord:

Bij sociale cohesie voelen mensen zich met elkaar verbonden.

* 6. Voorbeeldantwoord: In een land zonder sociale cohesie leven mensen ieder voor zich. Als zij minder het gevoel hebben bij elkaar te horen, zullen ze niet snel anderen helpen of rekening met elkaar houden.

7 Economisch, want Netflix zorgt voor films, series en documentaires en kijkers betalen

daarvoor. Kennis, bijvoorbeeld bij documentaires, maar ook de kennis van Engels en andere talen.

8 Voorbeeldantwoorden: 1. Kennis en informatie -- kennisbindingen -- internetsites, je leraar, de trainer van je sportclub

2. Eten, drinken, kleding en onderdak -- economische bindingen -- bakker, supermarkt, baas, woningbouwvereniging, aannemer

3. Vriendschap, liefde en warmte -- gevoelsbindingen -- partner, vrienden, familie, huisdier 4. Bescherming -- politieke bindingen -- overheid, politie, ziekenhuis, brandweer

9 A,B, C Eigen uitwerking leerling.

Page 18: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren Samenvatting Hoofdstuk 1 Je karakter bestaat uit een combinatie van aangeboren eigenschappen, zoals muzikaal talent, en aangeleerde eigenschappen, zoals je muzieksmaak. Het aanleren van normen, waarden en gewoonten van de groep waar je toe behoort, noem je socialisatie. Als een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft, noemen we dit een cultuur. Socialisatie vindt plaats: in het gezin, op school door vrienden, in verenigingen, op je werk, door je geloof, door de media en door de overheid. Telkens als je in een nieuwe groep komt, krijg je te maken met socialisatie. Je moet dan weer nieuwe normen en waarden leren. Hoofdstuk 2 Iets leren doe je op vier manieren, namelijk door: - informatie en aanwijzingen; - door imitatie van anderen; - door de dingen die je in je leven meemaakt, ofwel je ervaringen; - door zelf te experimenteren. Sociale controle door anderen speelt een belangrijke rol bij het aanleren van de gewoonten van de groep. Hierbij maken we vaak gebruik van sancties, dat zijn manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout hebt gedaan. Een voorbeeld van een positieve sanctie is een complimentje van een leraar. Strafwerk is een voorbeeld van een negatieve sanctie. Als je bepaald gedrag vanzelfsprekend doet, noem je dat internalisatie. In het socialisatieproces ontwikkel je een eigen identiteit. Hoofdstuk 3 De periode tussen je kindertijd en volwassenheid noem je de puberteit. Niet iedereen heeft dezelfde normen en waarden. Je noemt gedrag abnormaal als je het gedrag van die persoon niet meer begrijpt. Als iemand geen rekening houdt met anderen, noem je dit asociaal gedrag. Als je elk afwijkend gedrag niet meteen afkeurt maar juist probeert te begrijpen, heb je een tolerante houding. Bij tolerantie toon je namelijk respect voor andere normen en waarden. Als je ergens bij wilt horen, moet je je vaak gedragen naar de groepsnormen. Soms is er sprake van groepsdruk en heb je het gevoel dat je je móet aanpassen omdat je er anders niet bij hoort. Soms worden jongeren uitgesloten van een groep. Dan is er vaak sprake van pestgedrag. Als dit gebeurt via internet en sociale media noemen we het cyberpesten. Als de waarden en normen van jongeren met die van ouders en ouderen botsen, noem je dat een generatieconflict.

Page 19: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 4 Omgaan met anderen heeft veel met identificatie te maken. Met identificatie bedoelen we dat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander. Je kunt je ook identificeren met een hele groep, zoals je sportclub. Een groepsgevoel kan om verschillende redenen ontstaan. Bijvoorbeeld: - de plaats waar je woont of vandaan komt; - je geloof; - belangen of problemen; - je interesse, zoals muziek, kleding. Vanaf de jaren zestig ontstonden er jongerenculturen. Dat zijn groepjes jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoonten. Voorbeelden van jongerenculturen zijn hippies, punkers, hiphoppers en gamers.

* In elke groep waarin mensen zich sterk met elkaar verbonden voelen is er sprake van een wij-gevoel. Dat gevoel wordt sterker als er ook een duidelijke zij-groep is. Een voorbeeld hiervan is: bij voetbal is er een duidelijke tegenstander. Soms levert het onderscheid tussen wij en zij maatschappelijke problemen op. We spreken dan van polarisatie, mensen en bevolkingsgroepen staan tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen. Hoofdstuk 5 Mensen zijn afhankelijk van elkaar, en hebben bindingen met elkaar, zoals gevoelsbindingen, economische bindingen, politieke bindingen en kennisbindingen. Als mensen zich met elkaar verbonden voelen, noemen we dit sociale cohesie.

Page 20: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Jongeren Begrippenlijst Je spreekt van een cultuur wanneer mensen in een bepaalde groep of samenleving alle normen, waarden en gewoonten met elkaar delen. Bij socialisatie leer je bewust of onbewust waarden, normen en gewoonten aan die bij jouw groep of samenleving horen.

* Nature-aanhangers denken dat bepaalde kenmerken aangeboren zijn.

* Nurture-aanhangers denken dat je de belangrijkste dingen aanleert of afleert. Sociale controle is dat mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt. Sancties zijn manieren waarop iemand laat merken of jij iets goed of fout gedaan hebt. Bij internalisatie zijn aangeleerde normen en waarden vanzelfsprekend gedrag geworden. Je identiteit is de persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen.

* Rolgedrag is gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.

* Roldoorbrekend gedrag is gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht. Tolerantie is dat je accepteert dat sommige mensen andere waarden en normen hebben dan jij. Abnormaal of asociaal is geen rekening houden met anderen. Groepsdruk is het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep. Er is sprake van een generatieconflict als een meningsverschil wordt veroorzaakt door leeftijd. Identificatie betekent dat je bepaalde kenmerken van jezelf herkent bij de ander. Groepsidentificatie betekent dat je je verbonden voelt met een groep mensen omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.

* Het wij-gevoel is wanneer mensen zich sterk met elkaar verbonden voelen.

* Een zij-groep is de groep die je tegenover je voelt staan.

* Polarisatie betekent dat mensen en bevolkingsgroepen scherp tegenover elkaar staan doordat tegenstellingen de nadruk krijgen. Bij economische bindingen ben je afhankelijk van je baas die je loon betaalt, maar ook van de mensen die de producten maken die jij gebruikt. Bij kennisbindingen heb je te maken met alle mensen die jou iets leren. Bij gevoelsbindingen deel je gevoelens met geliefden, vrienden en familie. Zonder steun van deze mensen voelen wij ons ongelukkig. Bij politieke bindingen gaat het over de afhankelijkheid van de overheid. Sociale cohesie betekent dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen.

Page 21: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H1 Wat is politiek? 1. Eigen uitwerking leerling. 2. Eigen uitwerking leerling. 3. Voorbeelduitwerking:

Een ambtenaar is iemand die werkt voor de overheid. Voorbeelden zijn: een administratief medewerker op het gemeentehuis, een econoom op een ministerie, een politieagent, een ICT’er bij de Belastingdienst, een leraar.

4. a. Eigen uitwerking leerling. b. Eigen uitwerking leerling. 5. De minister van Economische Zaken moet kiezen tussen wel of geen gaswinning uit

Groningen. Beide keuzes hebben voor- en nadelen. Wel gas winnen betekent onveiligheid voor burgers, maar veel inkomsten voor Nederland. Geen gas winnen betekent veiligheid voor burgers, maar geen inkomsten voor Nederland. Dan moeten de belastingen omhoog of er moet bezuinigd worden.

6 Aboutaleb is: -- een burgemeester -- hij de stad Rotterdam bestuurt. Willem-Alexander is: -- iemand van de regering -- hij zijn handtekening zet onder alle wetten.

Steenhuizen is: -- een journalist -- in het NOS Journaal politiek nieuws aan bod komt. Wilders is: -- een Tweede Kamerlid -- hij leider is van de PVV.

7 A Voorbeeldantwoorden:

Alleen in het belang van Groningen, want voor de Groningers neemt de veiligheid toe, maar Nederland als geheel loopt miljarden mis. Het is een zaak van algemeen belang, want het gaat heel veel mensen aan. Het is een zaak van algemeen belang, want je kan een hele provincie niet in de steek laten.

B Door het stoppen met de gaswinning gaan de inkomsten van de overheid omlaag.

Page 22: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek Waaraan besteden we het belastinggeld? 10 A,B,C,D,E Eigen uitwerking leerling. Voorbeelduitwerking:

A Ik ga bezuinigen op: 1. Hulp aan arme landen (of B) 100 miljoen minder 2. Meer autowegen (of H) 500 miljoen minder 3. Hogere uitkeringen (of D) 1 miljard minder

Ik geef extra geld aan: 1. Betere scholen (of A) 100 miljoen meer 2. Uitbreiding openbaar vervoer (of J) 500 miljoen meer 3. Betere ziekenhuizen (of I) 1 miljard meer

B Voorbeeldantwoord:

Ik bezuinig op meer autowegen (of H), omdat er dan geen natuur verloren gaat. Bovendien leiden meer auto’s tot meer luchtvervuiling.

* C Voorbeeldantwoord: Automobilisten zullen het niet eens zijn met deze bezuiniging, want die krijgen te maken met meer files.

D Voorbeeldantwoord: Ik geef extra geld aan betere ziekenhuizen (of I), omdat gezondheid het allerbelangrijkste is. Mensen die ziek zijn hebben daarom recht op de beste verzorging.

* E Voorbeeldantwoord: Artsen en verpleegkundigen zullen heel blij zijn met het extra geld, want zij kunnen hun werk beter doen. En natuurlijk zieke mensen, want zij krijgen een betere behandeling.

Page 23: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H2 Op wie ga jij stemmen? 1. ACTIEF / PASSIEF kiesrecht betekent het recht om je verkiesbaar te stellen.

ACTIEF / PASSIEF kiesrecht betekent dat je het recht hebt om te mogen stemmen. 2. a. Als je gekozen wordt voor het Nationaal Jeugddebat, lijkt dat op ACTIEF / PASSIEF

KIESRECHT, omdat je je verkiesbaar stelt. b. Eigen uitwerking leerling.

3. a. Voorbeeldantwoord:

Een lijsttrekker legt de standpunten van zijn/haar partij uit en probeert het vertrouwen van de kiezers te winnen.

* b. Er is nooit één partij die alle stemmen krijgt. Na de verkiezingen moeten de regeringspartijen samenwerken. Dat lukt alleen als de politici van die partijen wat toegeven op hun beloftes.

4. LINKSE / RECHTSE partijen willen een actieve overheid, omdat zij vinden dat de overheid

moet opkomen voor de zwakkeren in de samenleving. 5. Een RECHTSE partij zoals de PVV wil hogere straffen, strenge gevangenissen en taakstraffen

afschaffen. Een LINKSE partij zoals de PVDA hecht meer waarde aan het voorkomen van misdaad en het helpen van ex-gevangenen zodat ze niet nog eens de fout in gaan.

* 6. a. Een compromis is een afspraak waarbij alle partijen een beetje toegeven.

b. Eigen uitwerking leerling. 7 De juiste volgorde: 2 -- 5 -- 3 -- 1 -- 4 -- 6 8 A De VVD.

B GroenLinks (+10 zetels), D66 (+7 zetels) en het CDA (+6 zetels). C De partij die het meest verloor was de PvdA. D De regering wordt gevormd door ---. E Zij hebben samen --- vertegenwoordigers in de Tweede Kamer. Dit is --- meerderheid,

want samen hebben ze --- zetels. F De regering die wij nu hebben is vooral ---. Eigen uitwerking leerling.

9 Uitspraak 1 -- Links Uitspraak 2 -- Rechts Uitspraak 3 -- Links Uitspraak 4 -- Links Uitspraak 5 -- Rechts Uitspraak 6 -- Links

Uitspraak 1 is LINKS omdat de overheid dan opkomt voor mensen in arme landen. Uitspraak 2 is RECHTS omdat rechts vindt dat de overheid zich niet te veel moet bemoeien met inkomens van mensen.

10 Eigen uitwerking leerling.

Page 24: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 RECHTS, want uit zijn uitspraken blijkt dat hij voorstander is van een kleine en passieve overheid.

12 1. FvD (k) 2. PvdD (i) 3. CDA (e) 4. SP (z) 5. PVV (e) 6. D66 (n) 7. CDA (i) 8. SGP (s) 9. GroenLinks (l) 10. VVD (e) 11. ChristenUnie (u) 12. VVD (k) 13. DENK (!)

De spreuk is: kiezen is leuk! 13 Eigen uitwerking leerling.

Page 25: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H3 Stromingen in de politiek

* 1. - Liberalisme. -Sociaal-democratie. -Christen-democratie.

* 2. Voorbeeldantwoord: Economische vrijheid: bedrijven mogen maken en verkopen wat zij willen. Het belangrijkste doel daarbij is: winst maken. Persoonlijke vrijheid: vrouwen mogen zelf bepalen of ze voor een abortus kiezen. Belangrijk daarbij is dat er zo min mogelijk regels zijn die deze keuze in de weg staan.

* 3. Arme mensen kunnen zich buitengesloten voelen waardoor onrust in de samenleving kan

ontstaan. Of: Daardoor lijkt het alsof alleen rijke mensen belangrijk zijn en arme mensen het zelf maar moeten uitzoeken.

* 4. Klaver heeft het over solidariteit met mensen die het wat minder hebben en over gelijke

kansen. Dat zijn uitgangspunten van de sociaal-democratische partijen.

* 5. a. De partij vindt dat mensen eerst voor elkaar moeten zorgen. De overheid moet alleen ingrijpen als er geen andere manier is.

b. Voorbeelden van normen zijn: je inzetten als mantelzorger, vrijwilligerswerk doen in buurthuizen, activiteiten voor ouderen verzorgen, enzovoort.

* 6. Het CDA en GroenLinks willen beide dat we zorgvuldig met de aarde omgaan.

* 7. De PVV en de VVD zijn LIBERALE partijen, daarom hebben ze beide het woord vrijheid in

hun naam.

* 8. De christen-democratie is tegen euthanasie. Christen-democraten vinden dat mensen niet mogen beslissen over leven en dood. Dat is een taak van God. Het liberalisme is vóór euthanasie. Liberalen zijn voor persoonlijke vrijheid. Dus ook de vrijheid om over je eigen lichaam/leven/dood te beslissen.

* 9

Sociaal-democratie Christen-democratie Liberalisme 1. actieve overheid 1. CDA 1. vrijheid 2. PvdA 2. zorgen voor elkaar 2. rechts 3. gelijkwaardigheid 3. ChristenUnie 3. D66 4. GroenLinks 4. naastenliefde 4. passieve overheid 5. links 5. SGP 5. zelf beslissen over je leven 6. SP 6. politieke midden 6. VVD

* 10 A Omdat Asscher tegen belastingverlaging voor bedrijven is en het geld liever besteedt aan onderwijs. B Dijkhoff hoort bij de liberale stroming, omdat hij voor economische vrijheid is. C Voorbeeldantwoorden: AFSCHAFFEN, want: deze maatregel is alléén goed voor buitenlandse bedrijven en

daarmee investeer je niet in Nederland. NIET AFSCHAFFEN, want het is goed voor buitenlandse bedrijven en die besluiten dan

sneller om naar Nederland te komen (en dat zorgt voor meer werkgelegenheid). * 11 1. C; 2. L; 3. S; 4. L; 5. C; 6. L

* 12 Eigen uitwerking leerling.

* 13 Eigen uitwerking leerling.

Page 26: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H4 De parlementaire democratie 1. De verkiezingen zijn vrij betekent dat je zelf beslist op wie je stemt.

De verkiezingen zijn geheim betekent dat niemand weet op wie je gestemd hebt. 2. Voorbeeldantwoord:

Iemand wordt betaald om op een bepaalde partij te stemmen en moet daarvan als bewijs een ‘stemfie’ maken: dan zijn de verkiezingen niet vrij.

3. Omdat het parlement de meeste macht heeft en het volk de leden van het parlement kiest.

* 4. Voorbeeldantwoord: Nederland is een rechtsstaat omdat het een grondwet heeft die de burgers grondrechten garandeert.

* 5. Door de grondwet zijn burgers beschermd tegen te veel macht van de overheid.

6. a. De machtenscheiding heet de trias politica.

b. Het doel van de trias politica is dat de macht gespreid wordt en dus niet bij één groep of één persoon terechtkomt.

* 7. Het bericht geeft aan dat Nederland een rechtsstaat is: burgers mogen protesteren en

proberen de politiek te beïnvloeden. Of: Het bericht geeft aan dat er sprake is van een trias politica: de minister van Onderwijs voert het beleid uit, maar de Tweede Kamer beslist over veranderingen van dat beleid.

8. Eigen uitwerking leerling. 9 A Eigen uitwerking leerling.

B Voorbeeldantwoorden: - Ik vind dat 16- en 17-jarigen WEL stemrecht moeten krijgen, omdat zij dan kunnen

meebeslissen over hun eigen belangen. - Ik vind dat 16- en 17-jarigen NIET stemrecht moeten krijgen, omdat veel jongeren

weinig interesse in de politiek hebben. Ze weten er ook weinig van. 10 De vier zinnen zijn allemaal juist. 11 Je kunt de politiek beïnvloeden door:

handtekeningen te verzamelen; media-aandacht te zoeken; te lobbyen bij politici; lid te worden van een politieke partij;je spreekrecht tijdens een vergadering van politici te gebruiken; lid te worden van een actiegroep; een burgerinitiatief te starten; een politieke partij op te richten.

12 A Ja, want veel mensen maken zich er druk om (honderden meldingen), er zijn verschillende

meningen over de oplossing (bijvoeren of niet), er is media-aandacht en de politiek bemoeit zich ermee.

B Eigen uitwerking leerling.

13 A-B Eigen uitwerking leerling. C De middelen:

- Media-aandacht zoeken. Aanhouding op Facebook zetten, interview met RTV Midden, het Kamerdebat volgen.

- Bellen of e-mailen met politici. Mailtje naar de wethouder en afspraak met hem, Kamerleden bellen en twitteren.

D De informatiefunctie (wat gebeurt er in de stad: rellen en avondklok) en de controle- of waakhondfunctie (het werk van politici volgen en controleren).

E-F Eigen uitwerking leerling.

Page 27: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H5 Wie bestuurt Nederland? 1. Juiste zinnen: De koning zit wel in de regering, maar niet in het kabinet. 2. a. De MINISTER-PRESIDENT want hij is de leider van het kabinet.

b. De KONING want hij heeft maar weinig taken en hij mag zich niet bemoeien met politieke kwesties.

3. Eigen uitwerking leerling. 4. Voorbeeldantwoorden:

- De minister van Justitie en Veiligheid. Hij gaat over het inzetten van de politie. - De minister van Defensie. Die kan het leger inzetten om de terroristen uit te schakelen. - De minister van Binnenlandse Zaken. Hij is de baas van de Algemene Inlichtingen- en

Veiligheidsdienst (AIVD) die terroristen in de gaten houdt. - De minister-president. Hij geeft leiding aan het kabinet.

5 a. D66, GroenLinks en de SP.

b. Ministers worden bij hun werk ondersteund door staatssecretarissen en ambtenaren. 6. Voorbeeldantwoord:

In een regeerakkoord staat welke plannen de regering heeft voor de komende jaren. 7. Overeenkomst: in beide staan de plannen van de regering voor het volgende jaar.

Verschil: de troonrede is een opsomming van verschillende maatregelen en plannen, de miljoenennota is een financieel overzicht met vooral cijfers.

8. a. De taak: een handtekening zetten onder alle wetten.

* b. Het is eigenlijk ondemocratisch dat we een koning als staatshoofd hebben, omdat de bevolking niet kan kiezen wie de koning(in) wordt.

9 A De totale inkomsten in 2018 zijn: 285 miljard euro

De totale uitgaven in 2018 zijn: 277 miljard euro Conclusie: de Nederlandse regering geeft in 2018 MINDER geld uit dan ze binnenkrijgt. Nederland heeft dus een BEGROTINGSOVERSCHORT.

B Voorbeeldantwoorden: - Directe belastingen: loon- en inkomstenbelasting (bijbaantje). - Indirecte belastingen: btw (alle consumentenartikelen) en accijnzen. - Premie volksverzekeringen: worden ingehouden op het loon, bijvoorbeeld AOW

(bijbaantje). C De overheid kan de uitgaven verlagen door te bezuinigen of de belastingen verhogen zodat er

meer inkomsten komen. 10 Voorbeelden van een goed antwoord:

Nee, want de koning heeft vrijwel geen macht. Nee, want de koning mag zich niet bemoeien met politieke kwesties. Nee, want de vraag of ze een uitkering krijgen wordt beslist door het kabinet en de Tweede Kamer, niet door de koning.

Page 28: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11

Page 29: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek Cartoons 12 Voorbeelduitwerking:

A De tekening gaat over minister-president Rutte die samen met andere partijen (afgebeeld op de knotsen) aan een nieuwe regeringsperiode begint.

B De tekenaar wil zeggen dat het een bijna onmogelijke taak is. Of: dat het een instabiele regering is. Of: dat het balanceren op een dun draadje is. Of: dat de kans op (het) vallen (van het kabinet) groot is. Of: dat Rutte alle regeringspartijen tevreden moet houden en dat dat bijna onmogelijk is.

C Ik vind dat de tekenaar gelijk heeft. Het is heel moeilijk om een regering te vormen met vier verschillende partijen, dus de kans op vallen is groot.

13 Voorbeelduitwerking:

A De tekening gaat over: de zorg in verpleeghuizen. De bewoners zijn ongelukkig. Op een rooster staat dat ze maar eens per week verzorgd worden. Uit het nieuwsbericht op de tv blijkt dat de overheid bezuinigt op de zorg.

B De tekenaar wil zeggen dat: de bezuinigingen in de zorg te ver gaan. Hij overdrijft om zijn punt te maken.

C Ik vind: dat de tekenaar ongelijk heeft. Het is niet zo dat mensen maar eens in de week kunnen tandenpoetsen. Om de zorg betaalbaar te houden moet er bezuinigd worden.

14 Eigen uitwerking leerling. 15 Eigen uitwerking leerling.

Page 30: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H6 Het parlement 1. Eigen uitwerking leerling. 2. Kamerleden worden door de bevolking gekozen om namens hen beslissingen te nemen. 3. Drie verschillen zijn:

- De Eerste Kamer heeft 75 leden, de Tweede Kamer 150 leden. - De leden van de Eerste Kamer zijn indirect gekozen, de leden van de Tweede Kamer

direct door de bevolking. - De Tweede Kamer heeft wel het recht van amendement, de Eerste Kamer niet.

4. Juiste zinnen: Ministers maken de meeste wetsvoorstellen; Kamerleden stemmen over wetsvoorstellen; De Eerste en Tweede Kamer samen heten het parlement; Kamerleden zijn nooit tegelijk minister.

* 5. De regeringscoalitie bestaat uit ---. De leiders van deze partijen zijn ---.

* 6. Een regeringspartij wordt een oppositiepartij als ze na de verkiezingen niet langer deel

uitmaakt van de regeringscoalitie.

* 7. 1. Stemrecht. 2. Recht van amendement. 3. Recht van initiatief.

* 8. Dit is een voorbeeld van het VRAGENRECHT, omdat het Kamerlid een vraag stelt aan de minister.

9 Eigen uitwerking leerling. 10 1. Tweede Kamerlid 2. Koning; Minister 3. Minister 4. Koning; Minister 5. Minister; Tweede Kamerlid 6. Minister 7. Tweede Kamerlid 8. Koning 9. Minister; Tweede Kamerlid 10. Minister; Tweede Kamerlid 11 Juiste volgorde: b; f; d; a; g; c; e 12 Voorbeeldantwoorden:

Ministers hoort er niet bij, omdat die niet tot het parlement behoren, de andere drie wel. Of: Ministers hoort er niet bij, omdat die niet direct of indirect worden gekozen, de andere drie wel.

13 A (Mede)wetgeving en controleren van de ministers.

B Voorbeeldantwoorden: Argument voor controlerende taak: Kamerleden hebben veel rechten om de regering te controleren. Ministers kunnen eigenlijk maar weinig doen als het parlement het niet goed vindt. Argument voor wetgevende taak: Alle wetsvoorstellen moeten door zowel de Eerste als de Tweede Kamer worden

goedgekeurd. Er

Page 31: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

kan dus niets gebeuren zonder dat de Kamerleden het hebben goedgekeurd. Dat geeft hen veel macht.

C Dan zou namelijk de minister zijn eigen werk moeten controleren en dat is niet democratisch.

* 14

Coalitie h. Alle regeringspartijen samen. Debat c. Is vaak een gevolg van een interpellatieverzoek. Regering f. Debatteert met de Tweede Kamer over wetsvoorstellen. Tweede Kamer

d. Heeft het recht van amendement.

Parlement a. De gekozen landelijke volksvertegenwoordigers. Troonrede e. Overzicht van de plannen van de regering voor het volgende jaar. Wetsvoorstel b. Plan om een maatschappelijk probleem op te lossen. Oppositie g. De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten.

15 A Het vragenrecht en het motierecht.

B SP, want hij komt op voor de ‘gewone’ fans omdat hij wil dat de overheid iets doet aan het doorverkopen van kaartjes voor een veel hogere prijs.

C Eigen uitwerking leerling.

* 16 A 1. stemrecht; 2. recht van amendement; 3. vragenrecht; 4. recht van initiatief; 5. recht van interpellatie; 6. motierecht

B Voorbeeldantwoord: 6. Een Kamerlid dient een motie in waarin ze de regering vraagt te bekijken of een

aantal wegen in aanmerking komt voor investeringen van het Rijk. 17

Page 32: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen
Page 33: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek H7 Gemeente en provincie 1. Nederland heeft 12 provincies en 390 gemeenten.

Eigen uitwerking leerling. 2. Voorbeeldantwoorden:

Rijbewijs aanvragen; Verklaring omtrent het gedrag (VOG) aanvragen; Paspoort/identiteitskaart

regelen; Verhuizing doorgeven; Huwelijk aanvragen; Aanvragen van een (ver)bouwvergunning.

3. Wie wordt gekozen: de gemeenteraad 4. a. Met de Tweede Kamer.

b. Met de minister-president. 5. Eigen uitwerking leerling.

* 6. Gedeputeerde Staten kun je vergelijken met het kabinet.

Provinciale Staten kun je vergelijken met de Tweede Kamer. De commissaris van de koning kun je vergelijken met de minister-president.

* 7. a. Voorbeeldantwoorden:

- Het plannen van gebieden voor wonen, industrie en recreatie. - Aanleg en onderhoud van wegen tussen steden en dorpen.

b. Omdat het goedkoper is en de gemeente dichter bij de inwoners staat dan het Rijk. 8 Foto 1: Friesland; Foto 2: Zeeland; Foto 3: Noord-Brabant; Foto 4: Drenthe 9 A t/m F: Eigen uitwerking leerling. 10 A Het controleren van het college van B en W en het stemmen over belangrijke besluiten.

B Voorbeeldantwoorden: Argumenten voor: - Lokale partijen weten het best wat er in een gemeente moet gebeuren. - Een lokale partij kan zich helemaal concentreren op de eigen gemeente en hoeft zich minder

met landelijke kwesties bezig te houden. Argument tegen: - Een lokale partij is klein en kan zich niet goed organiseren, dat kan een landelijke partij veel

beter.

Page 34: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11

* 12

13 a. Zij hebben een controlerende taak.

GEMEENTERAADSLEDEN / EERSTE KAMER b. Zij voeren beleid uit.

AMBTENAREN / COMMISSARIS VAN DE KONING / MINISTERS c. Zij worden direct gekozen door de bevolking.

GEMEENTERAADSLEDEN d. Zij kiezen de leden van de Eerste Kamer.

LEDEN VAN DE PROVINCIALE STATEN

Page 35: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek Samenvatting Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Politici nemen de besluiten over alle dingen die van algemeen belang zijn, zoals het onderwijs en de aanleg van snelwegen. Al deze maatregelen en taken kosten geld. De overheid krijgt dat geld van burgers en bedrijven die belasting betalen. De overheid kan ook minder geld uitgeven, dat noemen we bezuinigen. In Nederland kiezen wij de politici. Je noemt dit indirecte democratie. Bij directe democratie, zoals bij een referendum, neemt de bevolking de besluiten. Hoofdstuk 2 In ons land mag iedere Nederlander ouder dan 18 jaar stemmen bij de verkiezingen. Je noemt dit actief kiesrecht. Als je wilt dat mensen op jou stemmen, maak je gebruik van het passieve kiesrecht. Politieke partijen kun je onderverdelen in: • linkse politieke partijen, zoals de PvdA en de SP (of GroenLinks).

Zij willen dat de overheid actief optreedt om de positie van de zwakkeren te verbeteren. • middenpartijen, zoals het CDA en de ChristenUnie (of D66). Zij willen dat mensen goed voor elkaar

zorgen. Alleen als het echt nodig is, helpt de overheid een handje. • rechtse partijen, zoals de VVD, de SGP en de PVV willen dat de overheid ervoor zorgt dat mensen in

vrijheid kunnen doen wat ze willen. * In Nederland heeft nog nooit een partij de meerderheid van de stemmen gehaald. Daarom zitten

er in de regering meer partijen. Hoofdstuk 3

* In ons land zijn drie politieke stromingen: • liberalen, zoals die van de VVD vinden vrijheid belangrijk, zodat burgers en bedrijven kunnen

doen wat ze willen. • sociaal-democraten zoals van de PvdA, GroenLinks en de SP, benadrukken

gelijkwaardigheid. • christen-democraten, zoals het CDA de SGP, en de ChristenUnie, vinden naastenliefde een

belangrijke waarde. 50Plus, de PVV en de PvdD passen niet goed bij een bepaalde politieke stroming.

Hoofdstuk 4 Aan verkiezingen mag iedereen vanaf 18 jaar meedoen. Het zijn vrije en geheime verkiezingen omdat je zelf mag kiezen op wie je stemt en je stem geheim blijft. Om alles goed te laten verlopen in een democratie, zijn de rechten van mensen opgeschreven in de grondwet. Hierin staan ook de rechten en plichten van de overheid. Een voorbeeld is de verdeling van de macht in drie delen, de trias politica. Daarom noem je Nederland een rechtsstaat. Politici moeten weten wat de burgers belangrijk vinden. Pas dan kan de democratie echt goed werken. Er zijn allerlei manieren om de politiek te beïnvloeden, zoals handtekeningen verzamelen, media-aandacht zoeken, demonstreren, lid worden van een actiegroep, enzovoort.

Page 36: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Nederland wordt bestuurd door de regering, die bestaat uit de koning en de ministers. Ons staatshoofd heeft weinig macht maar zet wel een handtekening onder nieuwe wetten. De ministers hebben meer macht. Zij hebben twee taken: wetten voorbereiden en wetten uitvoeren. Samen met de staatssecretarissen vormen de ministers het kabinet. Als het kabinet begint met regeren maakt het haar plannen bekend in het regeerakkoord. De plannen voor het volgende jaar staan in de troonrede, die de koning voorleest, en in de miljoenennota, die de minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt. Hoofdstuk 6 De Tweede Kamer (150 leden) vormt samen met de Eerste Kamer (75 leden) het parlement. Hun taken zijn: stemmen over wetsvoorstellen en het controleren van de ministers.

* Om hun controlerende taak uit te oefenen hebben de Kamerleden onder andere het vragenrecht, het recht van interpellatie en het motierecht. Om hun wetgevende taak uit te oefenen hebben Kamerleden het stemrecht, het recht van amendement en het recht van initiatief. Politieke partijen die samen de regering vormen noem je de coalitie. Partijen die het niet eens zijn met het beleid van de regering, noem je de oppositie. Hoofdstuk 7 De gemeente wordt bestuurd door de gemeenteraad, die stemt over belangrijke besluiten en het college van B en W controleert. De burgemeester, die wordt benoemd door de regering, en de wethouders, een soort ministers, voeren deze besluiten uit en regelen de dagelijkse zaken.

* In de provincie nemen de Provinciale Staten de belangrijke besluiten. Ook kiezen zij de leden van de Eerste Kamer. De commissaris van de koning vormt samen met de Gedeputeerde Staten het dagelijks bestuur.

Page 37: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Politiek Begrippenlijst Politiek is het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden. Ambtenaren zijn personen die werken voor de overheid. De overheid bestaat uit alle politici en ambtenaren samen. Algemeen belang wil zeggen dat bepaalde dingen voor heel veel mensen belangrijk zijn. Belastinggeld wordt gebruikt voor salarissen van ambtenaren, maar ook zaken als de zorg en de bouw van scholen en huizen. Bezuinigingen zijn er wanneer de overheid ergens minder geld aan uitgeeft. Een directe democratie is een land, waar het volk invloed heeft op politieke besluiten. Een indirecte democratie is een land, waar volksvertegenwoordigers namens ons beslissingen nemen. Een referendum is een volksstemming over een belangrijk onderwerp. Actief kiesrecht is het recht om te mogen stemmen. Passief kiesrecht is het recht om je verkiesbaar te stellen. Een lijsttrekker is de belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd. Politiek links wil dat de overheid het verschil tussen arm en rijk verkleint. Politiek rechts wil dat de overheid zich zo min mogelijk met de burgers bemoeit. Het politieke midden wil dat de overheid alleen helpt als het echt niet anders kan.

* Een compromis is een afspraak waarbij alle partijen een beetje toegeven.

* Een politieke stroming is een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

* Het liberalisme wil vrijheid om te leven zoals jij wilt.

* De sociaal-democratie wil gelijkwaardigheid. Als mensen solidair zijn met elkaar, kan geld, macht en kennis eerlijk worden verdeeld.

* De christen-democratie wil naastenliefde en samenwerking weer belangrijk maken. Als mensen goed voor elkaar zorgen gaat het beter met ons land. Een vrije verkiezing betekent dat je mag stemmen op wie je wilt. Een geheime verkiezing betekent dat niemand weet op wie je hebt gestemd. We noemen Nederland een parlementaire democratie omdat het parlement de hoogste macht heeft. Mensenrechten zijn hetzelfde als grondrechten.

Page 38: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

De trias politica is de scheiding der machten. De regering bestaat uit het dagelijks bestuur van ons land. In het regeerakkoord staan zaken die de regering de komende jaren wil bereiken. In het kabinet zitten de ministers en staatssecretarissen. De troonrede is het plan van de regering voor het komende jaar. De miljoenennota is een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die de regering voor dat jaar verwacht. Het parlement bestaat uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.

* Stemrecht is dat Kamerleden wetsvoorstellen kunnen goedkeuren of afkeuren.

* Het recht van amendement is dat Kamerleden delen van wetsvoorstellen kunnen veranderen.

* Het recht van initiatief is dat Kamerleden zelf wetsvoorstellen mogen maken en die aan de Kamer mogen voorleggen.

* Vragenrecht betekent dat Kamerleden mondeling of per brief vragen mogen stellen aan ministers of staatssecretarissen en zij die vraag moeten beantwoorden.

* Het motierecht is het recht van de Kamer om een uitspraak (motie) te doen waarin zij haar mening over iets geeft of een minister vraagt iets te doen.

* Het recht van interpellatie is dat Kamerleden een minister ter verantwoording mogen roepen.

* Enquêterecht is dat Kamerleden een groot onderzoek mogen uitvoeren als ze denken dat de regering grote fouten heeft gemaakt in een bepaalde kwestie.

* Een coalitie is de partijen die samen de regering vormen.

* De oppositie zijn de partijen die niet in de regering zitten. B en W betekent (het college van) burgemeester en wethouders. De gemeenteraad heeft twee taken: • stemmen over belangrijke besluiten. • het controleren van het college van B en W.

* Het provinciebestuur bestaat uit: de commissaris van de koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten.

Page 39: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H1 Leven tussen verschillende culturen 1. a. Een cultuur is: de verzamelnaam voor alle normen, waarden en gewoonten die mensen

in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen. b. Voorbeelduitwerking:

Normen: rekening houden met anderen, niet vloeken, op tijd voor het avondeten thuis zijn. Waarden: eerlijkheid, gezondheid, sportiviteit. Gewoonten: groot feest tijdens de jaarlijkse kermis, op zaterdagavond naar een festival, alle jongeren hebben een vakantiebaantje bij een boer.

2. De dominante cultuur is de cultuur van de grootste groep mensen in een land. Een

subcultuur is die van een kleine groep mensen. 3. Eigen uitwerking leerling.

* 4. Een dominante cultuur subcultuur is een cultuur van een kleine groep mensen die op alle bepaalde gebieden overeenkomt met de normen en waarden van de subcultuur dominante cultuur.

5. Dit voorbeeld laat zien dat cultuur kan verschillen per TIJD, want nu zijn er voorzieningen

zoals kinderopvang die het mogelijk maken dat vrouwen met kinderen kunnen (blijven) werken.

6. a. Omdat in Nederland mensen met verschillende culturen en leefstijlen samenleven.

b. Voorbeeldantwoord: Ja, want al eeuwenlang komen er mensen met andere culturen en leefstijlen uit andere landen naar Nederland om hier te gaan wonen.

7 Bouwvakkers

Kenmerken: bedrijfskleding, houden van een biertje, praten vaak over voetbal en vrouwen. Schaatsers Kenmerken: houden van natuurijs en kou, zijn sportief, houden van uitdagingen. Polen in Nederland Kenmerken: werken in de (huizen)bouw, werken in de tuinbouw, lusten wel een biertje, werken hard, gaan naar hun eigen Poolse supermarkt, houden hun eigen gewoonten. Fans Kenmerken: houden van muziek, hebben alles over voor hun idool, staan en liggen uren in de rij voor een goede plek voor het podium.

8 1. D; 2. S; 3. S; 4. D; 5. D; 6. S; 7. S; 8. D 9 A Geld verdienen (verkoop van tabak) of de gezondheid van klanten (stoppen met verkoop

van tabak). Of: stoppen met verkoop terwijl andere winkels ermee doorgaan. B Dit is een voorbeeld van cultuurverschillen in tijd, want de trend in Nederland gaat richting rookvrij; dus

iets wat vroeger normaal was is dat nu steeds minder. 10

Werelddeel of land Werelddeel of land Judo Japan. Schnitzel Oostenrijk. Rapmuziek Verenigde Staten, via de Afro-

Amerikanen. Een broodje shoarma

Midden-Oosten.

Halloween Ierland en Groot-Brittannië, pas later in de Verenigde Staten.

Tropisch carnaval Brazilië.

Wijn bij de maaltijd

Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië. Reggaemuziek Jamaica / Caribisch gebied.

Page 40: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Starbucks koffie Verenigde Staten (opgericht in 1971). De tango (dans) Argentinië.

Page 41: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 1. Het staatshoofd wordt gekozen. Amerika 2. Alcohol is er taboe. Marokko 3. Schaatsen is de nationale sport. Nederland 4, De doodstraf bestaat er niet. Nederland 5. Het land is een pluriforme samenleving. Nederland, Amerika 6. Drugs zijn er streng verboden. Marokko 7. Softdrugs worden gedoogd. Nederland, Amerika 8. De politieagent van de wereld. Amerika 9. De islam is het grootste geloof. Marokko

10. De ramadan en het Suikerfeest zijn belangrijke gebeurtenissen.

Marokko

12 Eigen uitwerking leerling.

Page 42: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H2 Hoe kijk je tegen anderen aan? 1. Voorbeelduitwerking:

De Mol wil de beeldvorming over mensen met het syndroom van Down beïnvloeden. Hij laat zien dat ze niet eng of raar zijn, maar eerlijk en spontaan.

2. Bij het opplakken van een etiket gebruik je een gemakkelijk of opvallend kenmerk van iemand

en daarop baseer je je beeld van die persoon zonder hem of haar echt te kennen. 3. Voorbeelduitwerking:

Vooroordeel: een meisje dat op voetbal zit is een lesbienne. Stereotype: meisjes kunnen niet voetballen. Discriminatie: het vrouwenvoetbal krijgt in de media veel minder aandacht dan het mannenvoetbal. Tolerantie: ik ga niet kijken, maar vind het prima dat vrouwen willen voetballen. Respect: laat die meiden lekker voetballen! Ze hebben er plezier in en het niveau stijgt met de dag.

4. Voorbeeldantwoord:

Het is goed als leerlingen informatie krijgen over iets waar ze weinig vanaf weten. Zonder die kennis gebruiken ze vooral stereotypen. De kennis draagt bij aan een betere beeldvorming over homoseksuelen en hopelijk leidt dat tot meer tolerantie en minder discriminatie.

5. Voorbeelden van argumenten:

- WEL grappen maken, want humor is niet serieus en dus heel iets anders dan discriminatie.

- GEEN grappen maken, want je kwetst mensen door hun normen en waarden belachelijk te maken.

6. Voorbeelduitwerking:

Tolerantie is belangrijk omdat je alleen met mensen kunt samenleven als je er geen problemen mee hebt dat ze andere normen en waarden hebben. Wanneer mensen elkaar met respect behandelen, voelen zij zich meer bij de samenleving betrokken.

7 1. S; 2. F, 3. V; 4. F; 5. V; 6. S; 7. S; 8. V 8 A Het vooroordeel dat uiterlijk veel zegt over iemands talent.

Het stereotype dat mensen met een afwijking niet succesvol kunnen zijn. B Negatief: de media kunnen je beeldvorming steeds bevestigen. Dan ga je jouw beeld als de

werkelijkheid zien. Positief: de media kunnen je ogen openen door te laten zien dat je beeldvorming niet klopt.

9

Werkgevers die oudere mensen niet laten solliciteren,

discrimineren op leeftijd.

Het beeld dat je van iemand hebt, zegt iets over je eigen normen en waarden. Je bent respectvol, als je een ander in zijn waarde laat. Tolerant zijn betekent dat je geen problemen hebt met mensen die anders zijn dan jij. Als je oordeelt zonder de feiten te kennen, heb je vooroordelen. Voorbeelden van stereotypen zijn dat blondjes dom zijn en Nederlanders gierig.

10 A Een voorbeeld van discriminatie op grond van geslacht is discriminatie van vrouwen (seksisme).

B Je kunt aangifte doen bij de politie. Je kunt een klacht indienen bij een antidiscriminatiebureau.

* C Voorbeelduitwerking:

Page 43: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Andere gevolgen van discriminatie kunnen zijn: je mag een discotheek niet in, je wordt in elkaar geslagen, je krijgt een lager salaris, je wordt gepest, je wordt vaak aangehouden door de politie.

Page 44: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 A Voorbeelden van een goed antwoord: - Een ideaalbeeld pakt in het echt niet altijd positief uit. - Het vooroordeel dat mensen met een perfect uiterlijk een perfect leven leiden klopt

niet. - Sociale media leggen de nadruk op uiterlijke schoonheid. - Het geluk van een ander is niet altijd jouw geluk.

B Voorbeeldantwoorden: MEER, omdat je alleen maar foto’s en korte tekstjes ziet waar je dan een oordeel op

baseert. MINDER, omdat er juist posts en accounts bestaan die vooroordelen willen doorbreken, zoals die van Petrus.

12 1. Ja, want de biljartbond kan de wedstrijden ook op zaterdag organiseren. 2. Nee, want voor het werk als fotomodel is het belangrijk dat je er goed uitziet. 13 A Voorbeelduitwerking:

Yes-R zegt dat iedereen een eigen kijk mag hebben op het leven. Hij respecteert de normen en waarden van anderen.

B Maar ik geloof dat iedereen een eigen kijk mag hebben op het leven.

Page 45: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H3 Migratie naar Nederland 1. - Ze komen hier om te werken.

- Ze komen uit een Nederlandse kolonie en zien in Nederland meer toekomst. - Er is oorlog in hun eigen land. - Ze komen hier voor gezinshereniging of gezinsvorming.

2. a. Om in Nederland te werken.

b. Gezinshereniging. 3. Iemand die in een nieuw land gaat wonen (immigrant), verlaat zijn oude land (emigrant). 4. a. Voorbeelduitwerking:

- Je kent er nog niemand; Je kent de omgeving niet; Je weet niet welke gewoonten, gebruiken en feesten er zijn; Je kunt heimwee naar je oude woonplaats krijgen.

b. Vooroordelen in het verhaal: - De vrouw denkt meteen dat Joyce uit het azc komt; Joyce denkt dat alle Syriërs

moslim zijn. c. Eigen uitwerking leerling.

* 5. a. Een asielzoeker is iemand die in een land wil worden toegelaten als vluchteling.

b. Als de asielzoeker kan bewijzen dat hij in zijn eigen land ernstig gevaar loopt. * 6. Mensen van buiten de Europese Unie kunnen alleen in Nederland komen werken als ze een beroep

hebben waar in Nederland speciaal vraag naar is. 7. Iemand is illegaal als hij of zij geen toestemming heeft om in een land te wonen en te werken. 8 A Het percentage mensen met een migratie-achtergrond uit Europa is 18,6%.

B Turken en Marokkanen. C Voorbeelden:

Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen. 9 1. werk; 2. veiligheid; 3. gezinsvorming; 4. werk; 5. veiligheid; 6. gezinshereniging;

7. werk / gezinsvorming; 8. werk

Page 46: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Asiel in Nederland 10 A Eigen uitwerking leerling.

B De meeste asielzoekers hebben een lange en zware tocht gemaakt voordat ze Nederland bereikten. In die zes dagen kunnen ze tot rust komen.

C De IND wil de verhalen van de asielzoekers controleren op waarheid. Iemand die liegt over zijn identiteit of situatie wordt niet toegelaten.

D De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). * E Voorbeeldantwoorden:

Dalila laat haar paspoort zien zodat duidelijk is dat ze uit Uganda komt. Ze laat berichten op websites zien waaruit blijkt dat lesbiennes aangevallen worden. Ze laat berichtjes op haar mobiel zien waaruit blijkt dat ze wordt uitgescholden en bedreigd. Ze laat foto’s op haar mobiel zien van haar vriendin.

11 Het gaat om de lastige keuze of je afgewezen asielzoekers moet helpen of niet. Help je ze wel, dan

kunnen ze in Nederland blijven ondanks het feit dat ze afgewezen zijn. Help je ze niet, dan zwerven ze over straat en zorgen ze (misschien) voor overlast.

12 Niet goedgekeurd: Raymond; Johann; Sayid Uitleg: Raymond komt uit een land van buiten de EU en aan bakkers is in Nederland geen gebrek. Uitleg: discriminatie is niet voldoende als reden. Johann moet in zijn land echt gevaar lopen.

Uitleg: Sayid komt uit een land van buiten de EU. Uitleg: voor de IND is oorlog in het land van Naima reden voor asiel.

Page 47: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Weg met het woord ‘allochtoon’ 13. A Het woord ‘allochtoon’ wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iemand niet Nederlands is, dat hij

anders is, dat hij tot een andere groep behoort. * B Door het woord ‘allochtoon’ ontstaat een wij- en zij-groep binnen Nederlanders. Door het

woord niet meer te gebruiken valt het onderscheid tussen beide groepen weg. 14 A Volgens Raymann is het probleem dat, welk woord je ook gebruikt, er steeds een tweedeling wordt gemaakt. B De oplossing is om geen verschillende woorden te gebruiken, maar iedereen Nederlander

te noemen. 15 Eigen uitwerking leerling.

Page 48: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H4 Spanningen rond migratie 1. Dat groepen elkaar niet meer begrijpen waardoor vooroordelen en stereotypen ontstaan. 2. Inwoners met een Nederlandse achtergrond hebben het gevoel dat ze hun oude manier van

leven verliezen, want nieuwkomers brengen nieuwe gewoonten en ideeën mee. Inwoners met een migratie-achtergrond hebben het gevoel dat ze eigen gewoonten en ideeën moeten opgeven omdat ze zich moeten aanpassen aan hun nieuwe land.

3. a. Voorbeelduitwerking:

Antillianen zijn crimineel; Een Nederlander is blank en blond. * b. Voorbeelduitwerking:

Door te lachen bevestigde hij het vooroordeel. Misschien had hij voor meer begrip kunnen zorgen door eerlijk te vertellen dat vooroordelen en stereotypen kwetsend kunnen zijn.

4. Voorbeelduitwerking:

Bijvoorbeeld: een ander geen kwaad doen, eerlijkheid, je komt op voor je familie en vrienden. 5. Door spanningen tussen cultuurgroepen in Nederland, is er MINDER sociale cohesie, want: de

groepen begrijpen elkaar niet meer en voelen zich niet meer met elkaar verbonden. 6. Voorbeelduitwerking:

Bij het verhaal van Allal hoort: “Integratie gaat bijna nooit vanzelf en gemakkelijk. Altijd moeten mensen wennen aan elkaar, zeker als hun manier van leven sterk van elkaar verschilt.” Uitleg: Allal geeft aan dat er problemen zijn, maar vindt dat een kwestie van tijd. Over een paar jaar vinden Marokkanen de Nederlandse gewoonten normaal.

7 A-C Voorbeelduitwerking:

De tekening gaat over: twee vrouwen in een treincoupé denken in vooroordelen en stereotypen over elkaar, omdat ze elkaar helemaal niet kennen. De tekenaar wil zeggen dat: je heel gemakkelijk op basis van iemands uiterlijk conclusies trekt die misschien wel helemaal niet kloppen. Mensen hebben vaak meer met elkaar gemeen dan ze zelf denken. Ik vind: dat de tekening op een grappige manier laat zien dat je eerste oordeel van iemand helemaal niet hoeft te kloppen.

8 A Mensen in de stad zijn meer tolerant, want een groter percentage inwoners vindt het goed dat de

samenleving uit meer culturen bestaat. Een kleiner percentage inwoners vindt dat mensen met een migratie-achtergrond zich moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur en een kleiner percentage vindt dat er te veel mensen zijn met een migratie-achtergrond.

B Eigen uitwerking leerling. 9 A-D Eigen uitwerking leerling.

Page 49: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H5 Integratie 1. Het standpunt van de ouders van Mirjan over trouwen hoort het meest bij het begrip

SEGREGATIE, omdat zij vinden dat de partner van hun dochter uit de eigen bevolkingsgroep moet komen.

2. Als groepen gescheiden van elkaar leven, leren ze elkaar niet kennen. Dat kan leiden tot

onbegrip, vooroordelen en uiteindelijk onderlinge spanningen. 3. Voorbeeldantwoorden:

Door onbegrip kunnen dan conflicten ontstaan; Waarden en normen van immigranten kunnen botsen met Nederlandse wetten; Nieuwkomers zullen niet goed meedraaien in de maatschappij.

4. De PVV vindt dat de Nederlandse cultuur de beste is. Nieuwkomers moeten de Nederlandse

normen en waarden helemaal overnemen. 5. Voorbeelduitwerking:

Argument voor: Door van het Suikerfeest een nationale feestdag te maken, toon je respect voor de moslims in ons land. Zij voelen zich welkom in Nederland en dat helpt bij de sociale cohesie. Argument tegen: Er zijn maar betrekkelijk weinig moslims in Nederland. Te weinig om van hun Suikerfeest een nationale feestdag te maken.

6. Eigen uitwerking leerling. 7. Eigen uitwerking leerling. 8 Voorbeeldantwoorden:

A CDA hoort niet in het rijtje thuis, omdat die partij voor integratie is. De drie andere woorden hebben allemaal te maken met assimilatie.

B Gemengde klas hoort niet in het rijtje thuis, omdat dat begrip bij integratie past. De andere drie begrippen hebben te maken met segregatie.

9 A Voorbeeldantwoord:

Voordeel: straattaal is het toppunt van integratie. De Nederlandse taal wordt verrijkt met woorden uit andere culturen. Nadeel: de kans bestaat dat de dominante Nederlandse taal door de jaren heen verdwijnt.

B Eigen uitwerking leerling. 10 A INTEGRATIE.

B Voorbeelden van een goed antwoord: - Youstoub wil andere Nederlanders laten zien hoe een Nederlandse Marokkaan in het leven

staat. - Youstoub wil meer begrip creëren voor islamitische gebruiken zoals de ramadan. - Youstoub wil dat mensen andere culturen leren kennen.

11 INTEGRATIE, want hij wil dat naast de helden van de ‘oude’ Nederlanders ook helden van de

nieuwe Nederlanders een plaats krijgen.

Page 50: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

12 A Rechts legt er bij de integratie van nieuwkomers de nadruk op dat nieuwkomers zelf hun best

moeten doen om in Nederland te integreren. Rechts vindt dat mensen voor zichzelf moeten

zorgen. B Links legt er bij de integratie van nieuwkomers de nadruk op dat de overheid

nieuwkomers moet helpen integreren in Nederland. Links vindt dat de overheid zwakkeren moet helpen.

13 Eigen uitwerking leerling.

Page 51: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving H6 Geloven wat je zelf wilt 1. a. Eigen uitwerking leerling.

b. Voorbeeldargumenten: Ik vind het WEL goed dat er scholen zijn die gebaseerd zijn op een bepaald geloof, omdat: - leerlingen dan kunnen kiezen voor een school die aansluit bij hun eigen waarden en

normen. - dit hoort bij de godsdienstvrijheid die we in Nederland kennen. Ik vind het NIET goed dat er scholen zijn die gebaseerd zijn op een bepaald geloof, omdat: - jongeren uit verschillende (sub)culturen hierdoor naast elkaar leven en niet met

elkaar. - geloof een steeds kleinere rol speelt in Nederland. Waarom dan nog dat soort

scholen behouden? 2. Samen zingen en bidden; Luisteren naar verhalen over het christelijke geloof; Andere gelovige

jongeren leren kennen en vriend(in) mee worden. 3. a. Juiste conclusie: Meer dan de helft van de Nederlandse jongeren is niet-christelijk

b. Voorbeelduitwerking: 1. jodendom 2. boeddhisme 3. hindoeïsme

c. Eigen uitwerking leerling.

* 4. Voorbeelden van argumenten: - Ja, want als baas van het bedrijf heeft hij de macht om regels over de kleding van de

medewerksters vast te stellen. Ben je het niet eens met die regels, dan moet je maar ontslag nemen.

- Nee, want zijn kledingvoorschrift is niet van deze tijd. Medewerkers mogen nu zelf bepalen wat zij dragen, als ze er maar netjes uitzien.

5 A Het doel van het programma is om niet-gelovigen kennis te laten maken met het verhaal

van Jezus.

*B Voorbeeldantwoord: Nee, want ze vinden het niet gepast dat dit heilige verhaal in een amusementsprogramma wordt verteld.

6 Islam: 7 Beide: 1, 2, 3, 4, 5, 8 Christendom: 6 7

Suikerfeest (Id al Fitr) 2. De ramadan is afgelopen. Offerfeest (Id al Adha) 8. Ibrahim wilde zijn zoon Ismaël offeren omdat Allah

hem dat vroeg. Omdat Ibrahim gehoorzaamde, hoefde Ismaël niet te sterven.

Kerstfeest 7. De geboorte van Jezus. Paasfeest 1. Jezus is opgestaan uit de dood. Pinksteren 5. De Heilige Geest is neergedaald uit de hemel. Hemelvaartsdag 3. Jezus is opgestegen naar de hemel. Hemelreis van de Profeet (Mi’raj) 6. Mohammed ging vanaf een rots naar de hemel. Geboorte van de Profeet (Mauloed)

4. De geboorte van Mohammed.

Page 52: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Vrijheid van meningsuiting 8 A Artikel 7: in Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming

voor te vragen. Maar de rechter kan je achteraf wel straffen, als je iets zegt of schrijft dat niet mag

volgens een ander artikel van de Grondwet of een andere wet. B Het deel: “Maar de rechter kan je achteraf wel straffen, als je iets zegt of schrijft dat niet

mag volgens een ander artikel van de Grondwet of een andere wet.” C Je kunt dan aangifte doen bij de politie of het melden bij een antidiscriminatiebureau. D Vaak doen ze dat omdat ze een discussie over een bepaald onderwerp willen uitlokken.

* E Dat die uitspraken zijn bedoeld om een bepaalde groep in de samenleving uit te sluiten. F Voorbeelden van argumenten:

- Meer, omdat het hun taak is om ook gevoelige onderwerpen uit de samenleving bespreekbaar te maken en onder de aandacht te brengen.

- Minder, omdat zij als volksvertegenwoordigers niet de sociale cohesie in de samenleving mogen aantasten.

9 Voorbeelden van argumenten:

Argument voor: Vrijheid van meningsuiting houdt in dat je alles mag zeggen. Als je meent dat voor de duidelijkheid een belediging nodig is, dan moet je dat doen. Bijvoorbeeld door een persoon of groep zwart te maken. Argument tegen: De grondwet garandeert wel vrijheid van meningsuiting, maar tegelijkertijd hebben we in onze samenleving fatsoensnormen. Die normen schrijven voor dat je anderen respecteert en daar past een belediging niet bij.

Page 53: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Wat geloof jij? 10 A Eigen uitwerking leerling.

B De waarde naastenliefde. C Eigen uitwerking leerling. D Eigen uitwerking leerling.

11 Voorbeelduitwerking:

Islamitische landen Christelijke landen Hindoeïstisch land 1. Turkije 1. Nederland India, Nepal, Bangladesh 2. Irak 2. Duitsland Boeddhistisch land 3. Marokko 3. Engeland Japan, Thailand, Tibet 4. Egypte 4. Amerika Joods land 5. Indonesië 5. Frankrijk Israël

12 A Ja, met de haka willen de spelers de goden aan hun kant krijgen.

B Eigen uitwerking leerling.

Page 54: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Samenvatting Hoofdstuk 1 Naast de dominante cultuur zijn er in Nederland ook veel subculturen. In Nederland zijn veel verschillende subculturen. Daarom noemen we ons land pluriform. Subculturen kunnen met van alles te maken hebben, bijvoorbeeld met: - geloof, zoals bij katholieken (of: protestanten, moslims, enzovoort); - muziek, zoals bij hiphoppers en metalheads; - werk, zoals bij koks; - politiek, zoals bij sociaal-democraten, liberalen en christen-democraten; - woonplaats, zoals bij Limburgers en Friezen; - land van herkomst, zoals bij Surinamers (of: Marokkanen, enzovoort) en Turken (of:

Duitsers, enzovoort). Culturen verschillen niet alleen per groep, maar ook per plaats en in tijd. Hoofdstuk 2 Bij beeldvorming wordt iemand in een hokje geplaatst of krijgt een etiket opgeplakt. Hierbij spelen vooroordelen en stereotypen een belangrijke rol. Vooroordelen ontstaan vaak omdat mensen oordelen zonder dat ze de feiten of de persoon goed kennen. De gevolgen kunnen vervelend zijn, denk aan pesten en discriminatie. Mensen kunnen om verschillende redenen ongelijk behandeld worden, bijvoorbeeld vanwege culturele achtergrond, uiterlijk, seksualiteit en leeftijd. Als je elk afwijkend gedrag niet meteen afkeurt maar juist probeert te begrijpen, heb je een tolerante houding. Bij tolerantie toon je namelijk respect voor andere normen en waarden. Hoofdstuk 3 Dat onze samenleving pluriform is, komt vooral door immigratie. Dat betekent dat mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen. Asielzoekers zijn vluchtelingen die naar Nederland komen omdat hun leven gevaar loopt in hun eigen land. Ze komen eerst terecht in een aanmeldcentrum en er wordt dan uitgezocht of ze wel of niet een verblijfsvergunning krijgen. Werk, een betere toekomst en het gezin zijn ook belangrijke redenen waarom mensen naar Nederland willen komen. Je bent allochtoon als jij of een van je ouders in het buitenland is geboren en opgegroeid. Je bent autochtoon als jij én je beide ouders in Nederland zijn geboren. We gebruiken deze twee begrippen liever niet meer, omdat ze door velen als kwetsend of stigmatiserend worden gezien.

* Het toelatingsbeleid in Nederland is streng. Mensen uit een EU-land mogen hier wonen en werken, maar voor anderen gelden strenge regels. Als zij worden toegelaten, moeten ze slagen voor het inburgeringsexamen. Als je geen toestemming hebt om hier te wonen en te werken maar je doet dat toch, ben je illegaal. Hoofdstuk 4 Veel nieuwkomers vinden na korte of lange tijd hun eigen plek in de Nederlandse samenleving. Maar soms zijn er ook problemen, bijvoorbeeld omdat groepen elkaar niet begrijpen. Dat kan zorgen voor stereotypen en vooroordelen. Een voorbeeld hiervan is: dat nieuwkomers denken dat ze niet welkom zijn (of: dat sommige bevolkingsgroepen vaker aangehouden worden). Verschillende culturen hebben ook verschillende waarden en normen.

* In Nederland ligt de nadruk op persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid. De dominante

cultuur is individualistisch. In Arabische en Afrikaanse landen is de dominante cultuur juist collectivistisch. Dat betekent dat familiebanden (of: tradities) erg belangrijk zijn.

Page 55: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Als een inwoner met een migratie-achtergrond veel van zijn eigen cultuur achter zich laat, noem je dat assimilatie. Het andere uiterste, waarbij er juist een sterke scheiding is tussen culturen, noem je segregatie. Als een inwoner met een migratie-achtergrond zich gedeeltelijk aanpast, is er sprake van integratie. Bijna alle politieke partijen vinden dat immigranten zelf verantwoordelijk zijn voor hun integratie. Want als immigranten last hebben van een taalachterstand, is de kans op een diploma (of: werk) kleiner. Hoofdstuk 6 Ongeveer de helft van de Nederlandse jongeren gelooft in iets, bijvoorbeeld in God of Allah. Het recht om te mogen geloven wat je wilt, staat in artikel 6 van de grondwet. Er is niet alleen godsdienstvrijheid, maar ook vrijheid van meningsuiting in Nederland. Toch mag je niet alles zeggen wat je denkt: je mag niet discrimineren, iemand beledigen of oproepen tot geweld of haat.

* Gematigde gelovigen vinden dat je uit de Bijbel en de Koran de belangrijkste boodschappen moet halen, terwijl fundamentalisten vinden dat je de heilige boeken letterlijk moet nemen.

Page 56: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Pluriforme samenleving Begrippenlijst Onder de dominante cultuur verstaan we de normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land. Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving. Met een pluriforme samenleving bedoelen we een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen. Een vooroordeel is een oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent. Een stereotype is een beeld dat je van een hele groep mensen hebt. We spreken van discriminatie als mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld. Racisme is discriminatie op huidskleur. Seksisme betekent dat mensen worden gediscrimineerd op grond van hun sekse. Tolerant zijn betekent dat je er geen problemen mee hebt dat mensen andere normen en waarden hebben dan jij. Respect betekent dat je de ander in zijn of haar waarde laat. Immigratie is dat mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen. Een asielzoeker is iemand die in Nederland wil worden toegelaten als vluchteling. Bij gezinsvorming haalt iemand een partner uit het buitenland. Bij gezinshereniging laat iemand zijn gezin naar Nederland overkomen.

* Een inburgeringsexamen geldt voor nieuwkomers van buiten de EU die tussen de 18 jaar en de AOW-leeftijd zijn.

* Je bent illegaal als je geen toestemming hebt om in Nederland te wonen of te werken.

* Bij een individualistische cultuur ligt de nadruk op persoonlijke ontwikkeling en individuele vrijheid.

* Een collectivistische cultuur betekent dat familiebanden en gezamenlijke tradities erg belangrijk zijn. Assimilatie betekent dat je veel van je eigen cultuur vervangt door de dominante cultuur van het land waar je woont.

Page 57: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Er is sprake van segregatie als er een sterke scheiding is tussen bevolkingsgroepen. Bij integratie nemen nieuwkomers Nederlandse gewoonten over, maar behouden ze ook veel dingen van hun eigen cultuur. Godsdienstvrijheid is het recht om te geloven in wat jezelf wilt. Vrijheid van meningsuiting is het recht om te zeggen wat je wilt.

* Gematigde gelovigen vinden dat je de Bijbel en de Koran niet letterlijk moet nemen.

* Onder fundamentalisme verstaan we gelovigen die de heilige boeken letterlijk nemen.

Page 58: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld H1 Wereldwijd verbonden 1 Voorbeeldantwoord:

Wereldburgerschap houdt in dat mensen interesse hebben in en zich betrokken voelen bij mensen in andere landen.

2. WEL, omdat ze heel veel interesse heeft voor andere landen en culturen en daar graag

mensen wil ontmoeten. 3. a. De foto van de militair gaat over de POLITIEKE binding, omdat de foto gaat over

internationale samenwerking om de vrede te bewaren. b. Voorbeeldantwoord:

De lidstaten van de Europese Unie (EU) werken samen als het gaat om het voorkomen en bestrijden van terrorisme, de illegale handel in drugs en andere ernstige vormen van internationaal georganiseerde misdaad.

4. Deze bron gaat over de ECONOMISCHE binding, omdat het gaat over de handel tussen

Nederland en andere landen. 5. a. Voorbeeldantwoorden:

Mensen die geen toegang tot internet hebben: kunnen niet makkelijk contacten leggen met familie/vrienden in het buitenland (gevoelsbinding); kunnen niet online producten bestellen en laten bezorgen (economische binding); kunnen niet snel even iets opzoeken (kennisbinding); zijn minder goed op de hoogte van het (internationale) debat over het oplossen van wereldwijde problemen (politieke binding).

b. Voorbeeldantwoorden: - Economische binding, want je kunt tegenwoordig bijna niets bestellen zonder internet. - Kennisbinding, want er zijn bijna geen andere manieren om iets op te zoeken.

6. a. Voorbeelden:

Je kunt heel makkelijk producten uit het buitenland bestellen; Producten die in lagelonenlanden worden gemaakt zijn heel goedkoop.

b. Voorbeelden: Je verliest je baan omdat jouw bedrijf relatief te dure producten maakt en daardoor minder verkoopt; Je verliest je baan omdat een buitenlander jouw werk goedkoper doet.

* 7. Voorbeelduitwerking:

- KLEINER, omdat landen dan meer samenwerken. Wanneer landen elkaar nodig hebben (belangen), is de kans op oorlog kleiner.

- GROTER, omdat landen altijd eerst naar hun eigen belangen kijken. Voor een goede samenwerking moeten zij compromissen sluiten en dat kan tot conflicten leiden.

8 A Voorbeeldantwoorden:

Gevoelsbindingen: door de filmpjes van Muhammad voel je je betrokken bij de mensen in Syrië. Kennisbinding: door de informatie van Muhammad weet je wat er in zijn land gebeurt. Politieke binding: de oorlog in Syrië kan alleen beëindigd worden door politici uit verschillende landen of met hulp van internationale organisaties zoals de VN.

B Door middel van sociale media zijn mensen over de hele wereld verbonden met Muhammad. 9 A De Franse overheid wil graag dat de Franse taal een wereldtaal blijft.

B Door globalisering verandert ook de taal. In veel talen (dus ook het Nederlands) zie je dat er steeds meer Engelse woorden verschijnen.

Page 59: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

10 Voordelen

a. Contact maken met mensen over de hele wereld. gevoelsbinding b. Wereldwijd informatie zoeken op internet. kennisbinding c. Grote problemen gezamenlijk aanpakken. politieke binding d. Producten wereldwijd (ver)kopen. economische binding

Nadelen

1. Landen kunnen niet alles zelf meer beslissen. politieke binding 2. Het is een naar gevoel dat je niet iedereen kunt helpen. gevoelsbinding 3. In lagelonenlanden worden arbeiders soms uitgebuit. economische binding 4. Er is ongelijkheid tussen mensen door gebrek aan

internet. kennisbinding

Page 60: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld H2 Problemen zonder grenzen 1. 1. Door oorlog of armoede zijn er veel vluchtelingen die naar het rijke Europa komen.

2. Door verschillen in cultuur kan er tussen groepen angst en wantrouwen ontstaan. 3. De milieuvervuiling houdt niet op bij de grens en vraagt om een internationale aanpak. 4. Buiten Europa leven nog heel veel mensen in armoede. 5. In veel landen ontbreken vrijheid en mensenrechten. 6. Eigen uitwerking leerling.

2. a. Het plastic afval verontreinigt de zee en bedreigt zo het leven van veel dieren/vissen.

b. Voorbeeldantwoorden: - WEL, omdat de hoeveelheid plastic afval in Nederland daardoor kleiner wordt. - NIET, omdat alleen een internationale aanpak echt de hoeveelheid plastic verkleint

en er nog steeds heel veel plastic tasjes gekocht worden. 3. a. Eigen uitwerking leerling.

b. Voorbeelden van argumenten: - Eens, want Nederlandse consumenten zijn niet in staat om iets aan de slechte

arbeidsomstandigheden daar te doen. Dat is een zaak van de regering van die landen.

- Oneens, want Nederland kan de regering van die landen onder druk zetten om wat aan die arbeidsomstandigheden te doen.

- Oneens, want als consument heb je wel macht. Door die kleding niet te kopen, laat je zien dat je tegen die slechte arbeidsomstandigheden bent.

4 Volgens André Kuipers is de mens de grootste bedreiging. Die vervuilt en vernielt de aarde,

bijvoorbeeld door op grote schaal bossen te kappen.

Page 61: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld Vluchtelingen 5 Mensen die vluchten, verlaten hun land (emigratie) en gaan naar een ander land (immigratie)

om bescherming te vinden. 6 A (Mede)menselijkheid.

B+C Eigen uitwerking leerling. 7 A Omdat de situatie in het ene land (Myanmar) problemen veroorzaakt in het andere land

(Bangladesh). B Tussen Bangladesh en Myanmar.

8 Mensenrechten blz. 94

C A F

B E D 9 A Ja, want de boeren van wie Tony’s Chocolonely de cacao afneemt, krijgen dan een eerlijke

prijs. Die prijs ligt hoger dan de prijs die ze van andere cacaokopers krijgen.

B Voorbeelden van argumenten: Wel een taak van de overheid, want die moet meehelpen om de armoede in de wereld te bestrijden. Dat kan door ‘oneerlijke’ repen te verbieden. Geen taak van de overheid, want dat beperkt de vrijheid van consumenten en producenten. Die mogen zelf beslissen of ze ‘oneerlijke’ repen willen maken of kopen.

Page 62: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld Werken aan een betere wereld 10 A Verschillen zijn dat in Afrika:

- de klassen veel groter zijn; - de leraar alleen maar dingen op het bord schrijft, leerlingen stellen geen vragen; - de leerlingen nauwelijks lesboeken hebben.

B Eigen uitwerking leerling. C Voorbeeldantwoorden:

- De Nederlandse overheid, want dat is een grote ‘organisatie’ die namens alle Nederlanders projecten kan steunen die bijdragen aan een betere wereld.

- Maatschappelijke organisaties en stichtingen: zij zijn gespecialiseerd in projecten die bijdragen aan een betere wereld.

Of: Maatschappelijke organisaties en stichtingen zijn betrokken vanuit hun hart en werken zonder politieke bedoelingen of de wil om winst te maken.

- Het bedrijfsleven, want die heeft de kennis en ervaring om de juiste projecten uit te kiezen die succesvol zijn en die werkelijk bijdragen aan een betere wereld.

- Wijzelf, want als je zelf een project kiest dat bijdraagt aan een betere wereld dan zet je je er 100 procent voor in om het tot een succes te maken.

11 A Partij A is de PVV.

Partij B is de SP. * B Uitleg:

- Als mensen in arme landen rijker worden, hebben ze meer geld om spullen uit Nederland te kopen.

- Als mensen in armen landen rijker worden, hebben ze minder redenen om naar Nederland te komen als (economische) vluchtelingen.

- Als het ons lukt armoede uit de wereld te helpen, dan geeft dat ons een goed gevoel. - Daarmee versterken we de sociale cohesie in de wereld en maken we een betere

wereld. - Als land met een christelijke cultuur en als rijk land is het onze plicht arme landen te

helpen. C Voorbeeldantwoorden:

Meer ontwikkelingshulp: door meer ontwikkelingshulp te geven, kunnen we allerlei problemen voorkomen waar Nederland en Europa nu mee te maken hebben. Denk aan de vluchtelingenstromen en milieuproblemen. Minder ontwikkelingshulp: we hebben in Nederland al genoeg problemen. Denk aan de bezuinigingen op de gezondheidszorg, op het onderwijs, op Defensie. Nederland kan beter investeren in Nederland dan investeren in het buitenland. Of: Het geld dat we aan ontwikkelingshulp uitgeven heeft geen zin, het verdwijnt in een bodemloze put, het verdwijnt in de zakken van corrupte figuren, de bevolking ziet er niets van.

Page 63: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld H3 Landen zonder democratie 1. Zij heeft het over de kenmerken: er is geen vrijheid; de regering controleert het volk streng;

politieke tegenstanders belanden in een strafkamp. 2. Communisme betekent dat het volk alle productiemiddelen (fabrieken, grondstoffen) bezit en

dat er nauwelijks verschillen zijn tussen arm en rijk. 3. De leiders in een dictatuur passen censuur toe. Zij sluiten Google af of laten alleen door hen

goedgekeurde informatie door om te voorkomen dat inwoners van een dictatuur via Google bijvoorbeeld verhalen lezen van buitenlandse journalisten over de werkelijke toestand van hun land.

4. - In een democratie zijn vrije verkiezingen. In een dictatuur moet je vaak op de partij van de

dictator stemmen. - In een democratie zijn geheime verkiezingen. In een dictatuur controleren de

machthebbers wát je stemt. - In een dictatuur wordt de uitslag van de verkiezingen vervalst als dat nodig is.

5. In een dictatuur kun je niet vrij reizen, want:

- dan kunnen mensen in het buitenland ze vertellen wat voor negatiefs er in hun eigen land gebeurt en dit willen de leiders niet.

- de leiders van het land zijn bang dat er dan te veel mensen het land uit vluchten. 6. Eigen uitwerking leerling. 7. Voorbeeldantwoord:

Bij een boycot kopen mensen geen producten meer uit een bepaald land. Dat land loopt dan veel inkomsten mis.

8 Democratie: 5, 8, *10 Beide: 1, 2, 4, *9 Dictatuur: 3, 6, 7 9 A De gevoelsbinding. Je voelt je betrokken bij mensen die slachtoffer zijn van een dictatuur en wilt

hen helpen. De kennisbinding. Door blogs en informatie op internet ben je snel op de hoogte van misstanden en kun je daar ook snel op reageren.

* B Voorbeelden van argumenten: Internet is goed voor mensen die in een dictatuur leven, want: - de hele wereld weet wat er in een dictatuur gebeurt. De leiders proberen daarom

positief over te komen door het volk beetje bij beetje meer vrijheid te geven; - ze kunnen door de sociale media snel demonstraties en protestacties organiseren; - ze weten door buitenlandse media wat er werkelijk in hun land gebeurt; - via internet kunnen ze hulp zoeken bij buitenlandse organisaties. Internet is niet goed voor mensen die in een dictatuur leven, want: - de leiders van het land kunnen via internet mensen gemakkelijk in de gaten houden

en snel tegenstanders oppakken; - de leiders van het land kunnen via internet de eigen informatie doorgeven en

informatie van andere media blokkeren. 10 NIET, want er zijn democratieën waar de leider langer dan tien jaar aan de macht kan zijn, zoals Nederland.

Page 64: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld Hoe vrij is de wereld? A 1. Marokko 4; 2. Rusland 4; 3. Suriname 1; 4. Canada 1; 5. Indonesië 2; 6. Nederland 1; 7. Iran 5; 8. Turkije 3; Israël 2.

B Eigen uitwerking leerling.

11 A Voorbeeldantwoorden: - Als Kim zijn kernwapens opgeeft, mag hij Noord-Koreaanse producten gaan verkopen aan de

VS. - Als Kim zijn kernwapens opgeeft, krijgt hij van de VS gratis landbouwproducten.

B Eigen antwoord leerling.

Page 65: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld H4 VN en Europese Unie 1. a. De VN proberen een volgende wereldoorlog te voorkomen door:

● te bemiddelen bij conflicten tussen landen; ● mensen in nood en vluchtelingen te helpen; ● regeringen te vragen om de mensenrechten na te leven.

2. a. Vredesmissies zijn bedoeld om te bemiddelen bij militaire conflicten.

b. Voorbeeldantwoorden: Bezwaren van vredesmissies: De uitgezonden militairen lopen gevaar; De kans bestaat dat deze missies terroristische aanslagen in Nederland uitlokken; We moeten ons niet met de problemen in andere landen bemoeien.

3. De redenen voor samenwerking waren welvaart en veiligheid. 4. Voorbeelduitwerking:

Voordeel van open grenzen: je kunt vrij reizen tussen alle landen van de EU. Nadeel van open grenzen: er is weinig controle op mensen en goederen. Criminelen, drugs en vluchtelingen kunnen zich dus makkelijk door de EU verspreiden.

5. Voorbeelduitwerking:

De activiteiten van criminelen en terroristen worden niet tegengehouden door grenzen. Ze reizen door de hele EU en daarom moeten de landen samenwerken en maatregelen nemen.

* 6. a. De VN hebben de machtsmiddelen: aantal; aanzien of status; geweld.

b. Eigen uitwerking leerling. 7 A Gevoelsbindingen: je hoort in Nederland over de ontvoerde schoolmeisjes in Nigeria. Politieke bindingen: internationale organisaties (VN, UNICEF) zijn bij de situatie in Nigeria

betrokken. B Voorbeeldantwoorden:

- Omdat een aanval op meisjesscholen heel veel aandacht in de media oplevert. - Omdat meisjesscholen meestal niet zo goed bewaakt worden.

* 8 A

B Voorbeeldantwoord:

Page 66: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

De ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en/of Defensie. C Voorbeeldargumenten:

De Europese Unie is minder democratisch omdat: - het Europees Parlement minder macht heeft dan het Nederlandse parlement: ze

beslissen niet alleen over wetsvoorstellen, de Raad van Ministers beslist mee. - het Europees Parlement kan niet een Eurocommissaris wegsturen.

Page 67: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld H5 Meer of minder Europese samenwerking? 1. Voordelen:

- Door zijn Poolse werknemers is zijn bedrijf succesvol. - De Nederlandse economie is gegroeid. - De EU heeft gezamenlijk veel macht in de wereldpolitiek.

2. a. en b. Eigen uitwerking leerling. 3. a. en b.

Eigen uitwerking leerling. 4. De Nobelprijs voor de Vrede past bij de EU, omdat er door de samenwerking al sinds 1945

vrede is in de EU-landen. 5. Omdat Nederland over veel zaken niet meer zelfstandig een besluit kan nemen. 6. Voorbeelden van argumenten:

- De uitspraak van D66 spreekt mij het meest aan, omdat Europa alleen door samenwerking kan concurreren met grote landen als de VS, China en Rusland.

- De uitspraak van de PVV spreekt mij het meest aan, omdat in de EU veel economisch zwakke landen zitten. Nederland is verplicht die landen te steunen en dat kost veel geld.

7 Euro blz. 102

Oranje: EU-land met eigen munteenheid Groen: EU-land met euro Lila: niet EU-land

8 Voorbeeldantwoord:

Groot-Brittannië blijft niet in de EU omdat ze meer zelf willen beslissen. 9 A Voorbeeldantwoorden:

- Het belangrijkste voordeel vind ik de euro, want daardoor hoef je op vakantie niet steeds naar de bank om geld te wisselen. Dat bespaart ook geld, want banken brengen kosten in rekening voor het wisselen van valuta.

- Het belangrijkste voordeel vind ik dat je in elk land van de EU mag wonen, werken en studeren, omdat ik na mijn studie graag buiten Nederland wil gaan werken.

B Voorbeeldantwoorden: - Het belangrijkste nadeel vind ik dat Nederland moet meebetalen om economische

en financiële problemen in andere EU-landen op te lossen. Dat heeft ons al miljarden euro’s gekost.

- Het belangrijkste nadeel vind ik dat er veel buitenlandse werknemers naar ons land komen. Die nemen de banen van Nederlanders in omdat ze voor een laag loon willen werken.

C Voorbeelden van argumenten: - Meer samenwerking, want dat vergroot de kans op vrede in Europa en biedt veel

economische voordelen. - Minder samenwerking, want een klein land als Nederland heeft steeds minder te

vertellen. Nog even en alle besluiten over Nederland worden door de EU genomen.

Page 68: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld Samenvatting Hoofdstuk 1 Met globalisering bedoelen we dat we met mensen over de hele wereld zijn verbonden. Daardoor is een wereldburgerschap ontstaan. Dat betekent dat we nieuwsgierig zijn naar andere landen en mensen. Er zitten voordelen én nadelen aan globalisering. Voordelen zijn bijvoorbeeld dat we contact kunnen hebben met mensen van over de hele wereld. Een nadeel daarvan is dat je ook de ellende van de hele wereld ziet. Een ander voordeel is dat er door handel steeds meer te koop is. Het nadeel daarvan is dat de productie verplaatst wordt naar lagelonenlanden. Hoofdstuk 2 Door globalisering zijn landen meer afhankelijk van elkaar. Ze moeten meer samenwerken bij het oplossen van grensoverschrijdende problemen. Voorbeelden van problemen zonder grenzen zijn: - vluchtelingenstromen; - verschillen tussen culturen waardoor samenleven soms moeilijk is; - klimaatproblemen; - armoede in de wereld; - de schending van mensenrechten. Soms vragen actiegroepen om een boycot tegen een

land. Dat betekent dat we geen producten meer kopen uit dat land. Hoofdstuk 3 In een dictatuur worden mensenrechten geschonden, kun je niet demonstreren of je mening uiten. Het volk wordt onderdrukt met behulp van de politie en het leger. Ook is er geen goede scheiding van de macht waardoor dezelfde personen die beslissen over wetsvoorstellen, die ook uitvoeren. Politieke tegenstanders komen vaak in de gevangenis terecht. Door oneerlijke rechtspraak is een eerlijk proces niet mogelijk. Door gebruik van censuur is er geen persvrijheid. Mensen weten hierdoor vaak niet wat er allemaal in hun land gebeurt. Organisaties zoals Amnesty International voeren actie tegen de schending van mensenrechten. Hoofdstuk 4 De Verenigde Naties zijn opgericht in 1945 met als doel een volgende oorlog te voorkomen. Zij treden dus op als de internationale vrede in gevaar komt. Ze bemiddelen bij conflicten, kunnen een vredesmacht sturen of de regeringen vragen de mensenrechten te respecteren. Nederland is lid van de VN en ook van de Europese Unie. De EU, waar bijna 30 landen lid van zijn, werken op economisch gebied samen maar ook op andere gebieden. Namelijk de bestrijding van internationale criminaliteit en het milieubeleid.

* De EU maakt allerlei wetten en regels waar lidstaten zich aan moeten houden. Die wetten worden gemaakt door de Europese Commissie, dat is het dagelijks bestuur. De wetsvoorstellen worden dan goed- of afgekeurd door de Raad van Ministers. Welke ministers in deze raad zitten, hangt af van het onderwerp. Soms komen alle regeringsleiders bij elkaar in de Europese Raad. Elke vijf jaar zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement. Zij controleren de Europese Commissie.

Page 69: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Het lidmaatschap van de EU heeft voor Nederland voordelen en nadelen. Voordelen zijn bijvoorbeeld: - je kunt makkelijk door Europa reizen; - als inwoner van de EU mag je in elk ander EU-land wonen, werken of studeren; - in veel Europese landen betaal je met de euro; - veel dingen zijn goedkoper geworden, zoals een vliegticket. Een nadeel is bijvoorbeeld dat Nederland steeds minder zelf kan beslissen. En als het economisch slecht gaat in andere EU-landen, dan heeft Nederland er ook last van.

Page 70: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Nederland en de wereld Begrippenlijst Met globalisering bedoelen we dat mensen over de hele wereld steeds meer met elkaar verbonden zijn. Wereldburgerschap is de nieuwsgierigheid naar andere landen en betrokkenheid met de mensen daar. Voorbeelden van problemen zonder grenzen zijn: - emigratie (vluchtelingen); - xenofobie (angst voor vreemdelingen); - CO2-uitstoot (opwarming van de aarde); - armoede; - ontbreken van vrijheden en rechten. Een boycot betekent dat we geen producten kopen die uit een bepaald land komen. Een dictatuur is een land waar één man of één politieke partij de macht heeft. Als er censuur is, dan wordt bepaalde informatie expres weggelaten of veranderd. De Verenigde Naties zorgen voor vrede en veiligheid. De Europese Unie is het belangrijkste samenwerkingsverband van Europese lidstaten.

* De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de EU dat wetten en maatregelen bedenkt en zorgt dat ze worden uitgevoerd.

* De taak van de Raad van Ministers is het goedkeuren van de wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

* In de Europese Raad zitten de regeringsleiders.

* Het Europees Parlement stemt over wetsvoorstellen en controleert de Europese Commissie.

Page 71: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H1 Media en communicatie 1. Als je stil bent, geef je non-verbale informatie door. 2. Voorbeeldantwoord:

● Een voorbeeld van verbale, tweezijdige, persoonlijke communicatie is: kletsen in een groepje in de pauze, een klassengesprek, chatten of een wedstrijdbespreking van je sportteam.

● Een voorbeeld van non-verbale, eenzijdige, massale communicatie is: een verkeersbord, schilderij of standbeeld.

3. Non-verbale communicatie, want de spelers zeggen niets over de kaarten die ze hebben. 4. Geen voorbeeld van een massamedium is een ansichtkaart of een brief. 5. Voorbeeldantwoord:

Ik kijk graag naar DWDD omdat dat programma een leuke mix van nieuws en ontspanning heeft.

6 Informatie: de film ‘Black Panther’ draait in de bioscoop met Chadwick Boseman en

Michael B. Jordan in de hoofdrollen.

Zender: de filmmaatschappij en de bioscoop. Middel: de poster. Ontvanger: iedereen die de poster ziet hangen.

7

Situatie A:

situatie 6, 8

Situatie B:

situatie 2

Situatie C:

situatie 5, 7

Situatie D:

situatie 1, 3, 4 8 A MASSAAL.

B Kennis en nieuws; hij wil luisteraars duidelijk maken dat het oké is om te praten over depressie.

Of: Bouwman liet zien hoe hij wil zijn; iemand die openlijk kan praten over zijn depressieve gevoelens.

Page 72: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

C Eigen antwoord.

Page 73: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

9 Voorbeelduitwerking: a. mobieltje; ontspanning b. lesboek; kennis c. laptop; ontspanning d. mobieltje/iPad; nieuws e. mobieltje; contact f. mobieltje/iPad; laten zien wie je bent g. mobieltje; nieuws h. mobieltje/iPad; kennis i. iPad/pc/laptop; kennis

10 A Voorbeeldantwoord:

Selfies maken deel uit van je identiteit. Je wilt laten zien wie je bent of wat je wilt zijn. B Voorbeeldantwoord:

Door selfies kan een nepwereld ontstaan waarin alleen leuke dingen bestaan en alles perfect lijkt. De druk om daaraan te voldoen is enorm.

Page 74: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H2 Soorten media 1. Voorbeeldantwoord:

Het verhaal van Nina geldt voor VRIJ VEEL jongeren, omdat heel veel jongeren hun telefoon altijd bij de hand hebben.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. Voorbeeldantwoorden:

- Een flink aantal ouderen heeft geen computer. - Een krant kun je overal lezen. - Veel mensen vinden van papier lezen prettiger dan van een beeldscherm. - In een krant wordt het nieuws uitgebreider behandeld.

4. Doelgroep van SLAM!: jongeren die van dancemuziek houden en veel online zijn. 5. Voorbeeldantwoorden:

- Een tijdschrift heeft minder medewerkers, dus zijn er minder vaste kosten. - Een tijdschrift is duurder dan een krant. De makers verdienen er per verkocht exemplaar

dus meer aan. - Een tijdschrift heeft verhoudingsgewijs veel meer advertenties dan een krant. Die

advertenties leveren geld op. 6. Voorbeeldantwoorden

- President Trump van de Verenigde Staten. - Vluchtelingenopvang in de Europese Unie. - De Brexit. - Nederland van het gas af.

7. Voorbeeldantwoord:

Hierdoor zorgt de overheid ervoor dat er niet alleen maar populaire sport- of amusementsprogramma’s worden uitgezonden. Zij zorgen hiermee voor pluriformiteit in de media.

8. Voorbeeldantwoord:

Door pluriformiteit is er heel veel informatie over veel verschillende onderwerpen beschikbaar. Mensen kunnen dan kiezen wat ze informatief of interessant vinden.

9. Voorbeelduitwerking:

- Kijken of er ook op andere media berichten over de relatie staan. - Kijken naar famkelouise_ op Instagram of ronnieflexy op Snapchat.

10 A-B Voorbeelduitwerking: Gratis landelijke krant: 1., 2., 6, 8 Kwaliteitskrant: 3., 7.

C Voorbeeldantwoord: ● Bij een gratis krant horen artikelen die interessant zijn voor heel veel lezers. ● Bij een gratis krant horen geen ingewikkelde berichten.

Page 75: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 1 Mannen, 16-40 jaar. 2 Vrouwen, 30+. 3 Computergebruikers, 16-80 jaar. 4 Meisjes, 10-16 jaar. 5 Kinderen, 10-16 jaar.

12

A Publieke omroepen Commerciële zenders 1. Inkomsten ALLEEN UIT RECLAME / VAN DE

OVERHEID ALLEEN UIT RECLAME / VAN DE OVERHEID

2. Programmering AAN REGELS GEBONDEN / VRIJ

AAN REGELS GEBONDEN / VRIJ

3. Reclame WEL / NIET TIJDENS PROGRAMMA’S

WEL / NIET TIJDENS PROGRAMMA’S

B Commerciële zenders willen winst maken, publieke omroepen besteden hun hele budget

aan het maken van programma’s. 13 Voorbeeldantwoorden:

Logo 3 hoort er niet bij omdat RTL 4 een commerciële zender is, de andere drie zijn publieke omroepen. Of: Logo 2 hoort er niet bij omdat BNNVARA zich vooral richt op de doelgroep jongeren, de andere drie hebben een veel bredere doelgroep, namelijk jong en oud.

14 A De meest bekeken zender is NPO 1 en dat is een PUBLIEKE omroep. B Hoge kijkcijfers trekken adverteerders. Van die inkomsten moeten commerciële omroepen

het hebben, want zij krijgen geen subsidie. * C Sportuitzendingen worden altijd heel goed bekeken. In een top tien van kijkcijfers staan

vaak alleen maar sportwedstrijden. Een top tien zonder sport geeft dus een beeld van de ‘normale’ populairste programma’s.

Page 76: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media Verslaafd aan sociale media 15 Voorbeelduitwerking:

De tekening gaat over: een groep mensen die bezig is met hun telefoons / tablets. Ze zitten met hun rug naar elkaar toe en letten helemaal niet op elkaar.

De tekenaar wil zeggen dat: de sociale media helemaal niet sociaal zijn, want de mensen zijn allemaal met zichzelf bezig.

Ik vind: dat de tekenaar geen gelijk heeft, want de mensen zijn juist heel sociaal: ze communiceren met hun vrienden. Ik vind: dat de tekenaar gelijk heeft, want mensen zijn alleen maar bezig met hun eigen kringetje van vrienden en interesseren zich niet meer voor de samenleving / de wereld om hen heen.

16 A-C Eigen uitwerking leerling. 17 A Voorbeeldantwoord: 1. Socialemedia-bedrijven, 2. ouders en 3. jongeren zelf. De bedrijven bieden een dienst aan, dus

zij zijn daarvoor verantwoordelijk. Dan de ouders, want zij zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. Jongeren zijn minderjarig en daarom het minste verantwoordelijk.

B Eigen uitwerking leerlingen.

Page 77: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H3 Nieuws 1. Voorbeeldantwoorden:

- Het is een bijzonder nieuwsfeit. - Het gebeurt dichtbij. - Veel mensen vinden het interessant. - Het is belangrijk voor de samenleving.

2. Een krant komt aan nieuws door:

- journalisten van de krant die zelf naar nieuws zoeken of tips krijgen; - persberichten van personen of organisaties; - nieuws van persbureaus over te nemen.

3. De doelgroep van de Volkskrant vindt de baby van William en Kate geen interessant nieuws,

de doelgroep van De Telegraaf wel. 4. Bij nieuws op internet:

- is de bron van de informatie vaak onduidelijk; - gaat het vaak om meningen en niet om feiten.

* 5. De journalist geeft in de kop ‘Veel te lichte straf voor zware crimineel’ zijn mening. Dat hoort hij

niet te doen.

* 6. Voorbeelduitwerking: Bij hoor en wederhoor laat een journalist beide partijen aan het woord. Dus als de gemeente een café heeft gesloten, vraagt hij een woordvoerder van de gemeente én de eigenaar van het café om hun mening.

* 7. a. Zij wil met haar foto’s politici beïnvloeden zodat die iets doen tegen oorlogen. Ook wil ze

mensen met haar foto’s laten zien wat er in de wereld gebeurt. b. Voorbeelduitwerking:

Niet betrouwbaar, want de fotograaf kiest zelf wat hij wel en wat hij niet laat zien. 8. Eigen uitwerking leerling. 9 Foto 1 gaat over De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en zijn kernwapens.

Foto 2 gaat over De overwinning van het Nederlandse vrouwenelftal op het EK voetbal van 2017. Foto 3 gaat over Het OM probeert bij de rechter motorclubs als Bandidos verboden te krijgen.

* 10

Nieuwsselectie b. De keuze van een journalist om een bericht wel of niet op te nemen.

Nieuwsbron d. Persoon of instelling die informatie heeft. Persbureau e. Verkoopt nieuws. Persbericht a. Informatie die door personen of organisaties verspreid wordt. Hoor en wederhoor c. De journalist interviewt alle partijen.

* 11 A Bij dit bericht horen de kenmerken: - het is een actuele gebeurtenis (de minister is net afgetreden); - het is een bijzondere gebeurtenis (een minister die aftreedt komt niet vaak voor); - het gaat om een belangrijke persoon (een minister maakt deel uit van de regering); - de gebeurtenis is dichtbij (het gaat om een Nederlandse politicus); - het is interessant nieuws voor de doelgroep (de NOS besteedt veel aandacht aan

politiek); - de gebeurtenis is belangrijk voor de samenleving (een minister die opstapt leidt tot veel

Page 78: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

gedoe, de relatie met Rusland is van groot belang voor Nederland, denk aan de ramp met de MH17).

Page 79: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

* B Toen de krant om een reactie vroeg, gaf Zijlstra toe dat hij de ontmoeting had verzonnen.

C Hij biedt zijn ontslag aan de koning aan, omdat de koning het staatshoofd is. Of: omdat de koning als staatshoofd de minister ook heeft beëdigd.

12

Waar Niet waar 1. Het is raar dat dit bericht in de krant heeft gestaan, want het is niet X

actueel. 2. Het bericht stond niet op de voorpagina, omdat het geen gevolgen heeft X

voor Nederland. 3. Het bericht is niet betrouwbaar, want er wordt geen informatiebron X

genoemd. 4. De journalist vermeldt in dit bericht alleen feiten, niet zijn eigen mening. X

Vind jij dat dit artikel op de voorpagina van een krant thuishoort? Voorbeelduitwerking: JA, omdat het veel meer mensen raakt dan veel ander nieuws. NEE, omdat veel lezers geen interesse hebben in de narigheid van mensen in andere werelddelen.

13 A De zinnen:

- “… zo te zien loopt de schade in de miljoenen.” - “De brandweer, volgens ons niet de snelste brandweerploeg van Nederland …” - “… in het lelijke en zwaar verouderde bejaardencentrum in de buurt van het

winkelcentrum.” B Nee, want:

- de omwonende heeft hoogstwaarschijnlijk geen kennis van zaken; Als dat wel zo was, dan had de journalist dat gemeld, bijvoorbeeld omdat de omwonende iemand zag wegrennen vlak voor de brand ontstond.

- het is niet duidelijk op welke feiten zijn oordeel gebaseerd is. C Voorbeelduitwerking:

ZAANSTAD – In Krommenie heeft een grote brand zaterdag een winkelcentrum in de as gelegd. Niemand raakte gewond, maar de schade is aanzienlijk. De brandweer gaf om 15.00 uur het sein ‘brand meester’. Het vuur ontstond rond 05.00 uur in een slagerswinkel en sloeg snel over naar andere winkels, waaronder een elektronicazaak en een stomerij. Ongeveer 30 omwonenden werden opgevangen in het bejaardencentrum in de buurt van het winkelcentrum. Over de oorzaak van de brand heeft de brandweer nog geen mededeling gedaan.

Page 80: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H4 De invloed van de media 1. Je beeld van iets of iemand wordt vooral bepaald door wat je ziet en hoort in de media. Als de

media vooral berichten over rellende voetbalsupporters, ontstaat misschien het vooroordeel dat alle voetbalsupporters agressief zijn.

2. De media hebben GEEN macht, want je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen. 3. De maatschappelijke functie bestaat uit:

1. de informatieve functie; 2. de controle- of waakhondfunctie; 3. de socialiserende functie.

4. a. De controle- of waakhondfunctie.

b. Die journalisten slaan alarm (net als een waakhond) als zij misstanden in de politiek tegenkomen. Of: Journalisten lopen rond en controleren of alles goed gaat; zo niet, dan slaan ze alarm.

5. De informatieve functie, want DWDD laat het publiek kennismaken met een artiest of een

muziekstijl. 6. Je zorgt ervoor dat de media minder invloed op je hebben door:

- er geen of weinig gebruik van te maken; - verschillende bronnen te gebruiken.

7. De machthebbers willen graag een positief beeld van hun dictatuur geven. Door persvrijheid

en vrije meningsuiting kan dat positieve beeld in gevaar komen, omdat ontevreden burgers dan kritiek mogen geven. Dat kan andere burgers ook kritisch maken.

8. Eigen uitwerking leerling.

9 Voorbeelduitwerking:

Functie Voorbeeld tv-programma, site, krant of tijdschrift

Uitleg

Informatieve functie NOS Journaal / RTL Nieuws Beide programma’s geven actueel nieuws over gebeurtenissen in Nederland en de wereld.

Controle- of waakhondfunctie

Journalisten die een declaratieschandaal bij een gemeente ontmaskeren

Politici horen zich keurig te gedragen. Als zij oneerlijk zijn met declaraties, misbruiken zij belastinggeld. Journalisten controleren hun gedrag en melden misstanden.

Socialiserende functie Nationale dodenherdenking Een uitzending van de nationale dodenherdenking versterkt het wij-gevoel. Wij herdenken dan de slachtoffers die voor onze vrijheid zijn gevallen.

10 A De persvrijheid in Polen is in gevaar omdat journalisten niet de berichten kunnen maken die

ze willen. Dat blijkt uit de zin: Na de verkiezingen, ruim twee jaar geleden, heeft de partij de hoofdredacteur van de Poolse omroep TVP vervangen en veel kritische journalisten zijn –

vaak gedwongen – vertrokken.

B De informatieve functie en de controle- of waakhondfunctie. C Langzaam maar zeker is het nieuws één grote reclamespot voor de Poolse regering geworden. Je

hoort en leest voortdurend dat “heel Europa jaloers is op Polen”. D Voorbeeldantwoord:

Page 81: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Timmermans vindt dat als het zo doorgaat Polen geen lid meer kan zijn van de Europese Unie, want ze houden zich niet aan de waarden waarop de Europese Unie is gebaseerd.

Page 82: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 A - De informatieve functie. - Socialiserende functie.

B Eigen uitwerking leerling. 12 1. Persvrijheid, want Gordon mag een boek schrijven waarin hij zijn versie van wat er gebeurd

is vertelt. 2. Overtreding van de regels, want ontkenning van de Holocaust (Jodenvervolging) is in

Nederland verboden. 3. Als het niet waar is, is het tegen de regels: namelijk liegen. 4. Persvrijheid, je mag zo je mening over de minister-president geven.

13 A Belang van Dotan: populair lijken, goed mens lijken, in het nieuws blijven, in de aandacht

blijven. B Mensen gaan met elkaar in discussie over het gedrag van Dotan en of dit goed of slecht

is.

Page 83: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media Wel of niet publiceren? 14 A Voorbeelduitwerking:

De waarden fatsoen, waardigheid en persoonlijke vrijheid. B Voorbeelduitwerking:

De waarden openheid, eerlijkheid en vrijheid van meningsuiting. 15 A Voorbeelden van argumenten:

Een argument om de beelden wel te laten zien is: er zullen veel mensen naar kijken. Zij zullen zo boos of geschrokken zijn dat zij willen dat de politiek in actie komt tegen IS.

B Een argument om de beelden niet te laten zien is: beelden met veel geweld zijn te schokkend om uit te zenden. Je kunt je er ook wel iets bij voorstellen zonder de beelden te zien.

16 Voorbeeldantwoorden:

- Er is geen grens. Schokkende beelden laten zien wat er in de wereld gebeurt, de waarheid dus. Je moet die waarheid onder ogen zien om maatregelen te kunnen nemen. Iets niet laten zien, is voor de waarheid weglopen.

- Als bepaalde beelden te erg voor woorden zijn, moet je ze niet uitzenden. Iedereen weet wel dat er op de wereld heel erge dingen gebeuren, maar het heeft geen zin om kijkers daarmee nachtmerries te bezorgen.

Page 84: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H5 Reclame 1. Eigen uitwerking leerling. 2. Jongeren zijn een interessante doelgroep, omdat:

- ze veel spullen kopen; - ze het koopgedrag van hun ouders beïnvloeden.

3. a. Zijn doelgroep bestaat uit jongeren.

b. Voorbeelduitwerking: Advertenties van automerken, geneesmiddelen, steunkousen, pensioenfondsen en reisbureaus met dure reizen. Deze advertenties passen niet bij de doelgroep.

4. Voorbeelduitwerking:

In een reclamespot over hazelnootpasta zie je een vrolijk en fit gezin smullend aan het ontbijt. Door deze positieve indruk kom je in de verleiding om dat product ook te kopen.

5. - Het gebruik van een gevoelens: de Kerstman staat voor gezelligheid en vriendelijkheid.

- Verborgen reclame: je hebt het eigenlijk niet door, maar elke keer dat je de Kerstman ziet wordt er reclame gemaakt voor Coca-Cola.

6. a. Voorbeelduitwerking:

Reclamespotjes voor auto’s. De auto’s zie je altijd rijden op verlaten wegen in prachtige landschappen. Van files en een gebrek aan parkeerplaatsen is geen sprake.

b. Bij manipulatie worden feiten opzettelijk weggelaten of veranderd (door Axe heb je succes bij vrouwen). Bij indoctrinatie gaat het erom dat voortdurend een bepaalde mening aan je wordt opgedrongen (de NAVO bedreigt Rusland).

* 7. a. De VARA onderbreekt Pauls Puber Kookshow voor een Ster-reclameblok. Na vijf minuten

gaat het programma weer verder. MAG NIET b. Teske de Schepper probeert op haar YouTube-kanaal Proefwerk de gekste ijsjes uit de

Albert Heijn. MAG NIET c. RTL 4 laat elke 20 minuten een reclameblok van 8 minuten zien. MAG NIET d. DWDD besteedt aandacht aan de gekte bij de cd-presentatie van Adele. MAG WEL

* 8. Eigen uitwerking leerling. 9 A Door de ophef horen heel veel mensen over Suitsupply, misschien wel veel meer dan door

hun ‘gewone’ reclamecampagnes. Dat leidt waarschijnlijk tot meer klanten.

B Omdat in die landen homoseksualiteit niet geaccepteerd of zelfs verboden is. 10 A De waarde netheid en de norm dat vrouwen voor een net huis moeten zorgen.

B Het stereotype dat alleen vrouwen huishoudelijk werk doen. 11

a. Viral Een foto of video die online massaal wordt doorgestuurd. *b. Mediawet Hierin staan regels, bijvoorbeeld over de hoeveelheid reclame. c. Slogan Een spreuk of slagzin die in je hoofd blijft zitten. d. Ideaalbeeld Als je dit ziet, denk je: dat wil ik ook. e. Doelgroep Een groep mensen met min of meer dezelfde kenmerken en/of interesses. f. Manipulatie Hiervan is sprake als feiten met opzet worden veranderd of weggelaten.

Page 85: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media H6 Mediawijsheid 1. Als je mediawijs bent ga je verstandig met media om. 2. Het belang van de media bepaalt of ze informatie zo eerlijk mogelijk brengen of juist

manipuleren. 3. Voorbeelduitwerking:

PowNed is een rechtse omroep die graag met sensationele berichten mensen wil trekken. Bovendien is de omroep heel kritisch over de regering en dus ook over het vluchtelingenbeleid.

4. Privacy is het recht op: een privéleven. 5. a., b. Eigen uitwerking leerling. 6. Voorbeelduitwerking:

Goed kijken naar wie de informatie verspreidt. In dit geval was dat via Twitter en de berichten die daarop staan, zijn vaak heel onbetrouwbaar.

* 7. a. Dat heeft te maken met het begrip ‘online profilering’.

Bedrijven hebben je zoekgedrag in kaart gebracht en baseren daarop de informatie die ze je geven.

b. Voorbeelden van argumenten: Ja, dat is handig, want je krijgt dan altijd informatie die aansluit bij je interesses. Ik vind het prima dat bedrijven weten welke informatie ik wil hebben. Dat scheelt mij weer een hoop zoeken. Nee, het is niet handig, want je krijgt dan altijd dezelfde soort informatie. Namelijk de informatie die lijkt op de informatie waar je al eerder naar zocht. Bovendien vind ik het niet prettig dat bedrijven precies weten wat mijn interesses zijn.

8 A Iedereen kan een gmail-adres aanmaken, maar een bedrijfsmailadres zoals

[email protected] kan alleen door het bedrijf zelf aangemaakt worden en is daarom betrouwbaarder.

B Voorbeeldantwoorden: Is de auditie op het kantoor van het castingbedrijf of ergens achteraf op een bedrijventerrein? Is het castingbedrijf te vinden op Google en zijn er positieve reacties over te vinden? 9

1. De kans op manipulatie is groot klein als je het belang of de identiteit van het medium niet kent. 2. In het Wetboek van Strafvordering de grondwet staat dat iedereen recht heeft op een

privéleven. 3. Mediawijsheid is alleen helemaal belangrijk als je sociale media gebruikt.

* 4. Jouw surfgedrag wordt door de overheid bedrijven in cookiebestanden op je pc bewaard. * 5. De politie gebruikt online profilering inbreken in computers om internetcriminelen op te

sporen. Of: De politie gebruikt Bedrijven gebruiken online profilering om internetcriminelen op te sporen je te kunnen benaderen met persoonlijke reclame.

10 Eigen uitwerking leerling.

Page 86: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media Omgaan met de media 11 A Voorbeelden van argumenten:

- Het is wel eigen schuld, dikke bult, want je hebt dan geen flauw benul van mediawijsheid en je vertrouwt mensen veel te gemakkelijk.

- Het is niet eigen schuld, dikke bult, want je mag van mensen verwachten dat ze jouw privacy respecteren.

B De doelgroep van Francien is jongeren die actief zijn op sociale media. C Het doel van Zilla’s actie was: aantonen hoe gemakkelijk je op sociale media voor de gek

kan worden gehouden. D De fout van Sywert van der Lienden geeft mensen die vinden dat vluchtelingen gevaarlijk

zijn voor de Nederlandse samenleving een bevestiging van hun beeldvorming. Of: Door de fout van Sywert van der Lienden kunnen mensen het vooroordeel krijgen dat alle vluchtelingen gevaarlijk zijn voor de Nederlandse samenleving.

12 * A Voorbeeldantwoorden: Manipulatie, want door gerichte advertenties en berichten word je ongemerkt beïnvloed. Privacy, want jouw recht op een privéleven kan in gevaar komen door datamisbruik. Online profilering, want bedrijven verzamelen gegevens en maken een digitaal profiel van

je. Mediawijsheid, want mensen gaan niet mediawijs met hun gegevens om.

B Voorbeeldantwoord: NIET, want het is een hele makkelijke manier om op de hoogte te blijven van waar

anderen mee bezig zijn. WEL, want Facebook maakt misbruik van mij / liegt tegen mij.

C Eigen uitwerking leerlingen. 13 Eigen uitwerking leerling.

Page 87: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media Samenvatting Hoofdstuk 1 Communicatie is het doorgeven van informatie. Je communiceert op verschillende manieren: verbaal of non-verbaal, eenzijdig of tweezijdig en persoonlijk of massaal. Een medium is een middel om te communiceren, bijvoorbeeld een boek of een smartphone. Soms gaat er iets mis bij het doorgeven van informatie. Er is dan een communicatiestoornis. Als je op YouTube filmpjes plaatst, ben je zender en ontvanger tegelijk. Media die een groot publiek bereiken noemen we massamedia. We gebruiken de media om verschillende redenen, namelijk 1. kennis en nieuws, 2. ontspanning, 3. contact en 4. laten zien wie je bent of wilt zijn. Hoofdstuk 2 De belangrijkste media in ons land zijn radio en televisie, kranten en tijdschriften en internet. Op tv kun je commerciële omroepen zien als SBS6 en RTL 4, maar ook publieke omroepen zoals de EO en de VPRO. Deze laatste krijgen geld van de overheid en moeten zich houden aan de Mediawet. Zo moeten ze verschillende programma’s maken voor verschillende doelgroepen. Op die manier ontstaat er pluriformiteit in de media. Bij kranten maken we onderscheid tussen populaire kranten (Metro, De Telegraaf) en kwaliteitskranten (Trouw en de Volkskrant). Hoofdstuk 3 Journalisten beslissen steeds weer wat ze wel en niet opnemen als nieuwsbericht. Daarbij kijken ze of iets actueel is, bijzonder is, interessant is voor de kijkers of lezers, of dat het over belangrijke of bekende personen gaat. Journalisten komen op drie manieren aan berichten: van persbureaus zoals het ANP, via berichten van bedrijven of organisaties, of ze zoeken zelf het nieuws op.

* Van internetinformatie moet je altijd controleren of het betrouwbaar is. Je kunt dit doen door te kijken waar het vandaan komt, of het om feiten of een eigen mening gaat en wat de andere media erover zeggen. Goede journalisten controleren de feiten en maken gebruik van hoor en wederhoor. Ook vermelden zij de nieuwsbron. Hoofdstuk 4 De media hebben invloed op ons. Door wat we zien op tv of lezen in de krant, krijgen wij een indruk van iets. Dat noem je beeldvorming. Dat beeld klopt niet altijd. Daarom is het belangrijk dat de informatie die je krijgt completer is. Dan wordt het nieuws betrouwbaar. In een democratie is het belangrijk dat iedereen goed geïnformeerd is. De media hebben daarom ook een maatschappelijke functie. Die bestaat uit drie delen: 1. informatieve functie; 2. controle- of waakhondfunctie; 3. socialiserende functie. In veel landen kunnen journalisten hun werk niet goed doen. Daar is geen persvrijheid. In Nederland kennen we wel enkele regels: de media mogen niet beledigen, discrimineren, haatzaaien of oproepen tot geweld.

Page 88: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor reclamemakers, omdat zij veel kopen, misschien klant blijven en vaak een trend zetten. Reclame roept vaak gevoelens op, laat ideaalbeelden zien en soms maken reclamemakers gebruik van slogans en liedjes. Er is ook reclame op internet. Bijvoorbeeld via apps, websites of virals (of: persoonlijke aanbiedingen). De informatie die je krijgt in reclames is vaak niet betrouwbaar. Soms is er zelfs sprake van manipulatie en worden feiten met opzet weggelaten.

* Reclame heeft wel regels om de hoeveelheid reclame op televisie te beperken. Die staan in de Mediawet. Tv-programma’s mogen niet meer dan 12 minuten reclame per uur uitzenden. Publieke omroepen mogen geen programma’s onderbreken voor reclame, commerciële omroepen mogen dat wel. Ook zijn er speciale regels voor adverteerders die zich op kinderen richten. Hoofdstuk 6 Het is belangrijk dat je mediawijs bent, dat betekent dat je verstandig gebruikmaakt van de media. Je kijkt kritisch of informatie wel klopt en wat het belang is van de makers. Ook let je goed op welke privégegevens je beter niet kunt delen met anderen. Dat heeft te maken met je privacy, jouw recht op een privéleven.

* Als jij tijdens het online browsen vaak reclames tegenkomt van merken waar jij van houdt, is dat geen toeval. Dat komt door cookies.

Page 89: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Media Begrippenlijst Communicatie is het doorgeven en ontvangen van informatie. Een medium is een middel om te communiceren. Bij non-verbale communicatie geef je gevoelens en gedachten door met gebaren, houding en uitstraling. Bij tweezijdige communicatie ben je tegelijk zender en ontvanger. Bij massacommunicatie zijn er soms miljoenen kijkers en luisteraars. Populaire kranten zijn meer voor het sensationele nieuws. Kwaliteitskranten zijn serieuze kranten als de Volkskrant en NRC. Een doelgroep is bijvoorbeeld jongeren. Commerciële omroepen zijn bedrijven die vooral als doel hebben om geld te verdienen met hun uitzendingen. Publieke omroepen zijn van de overheid. Met pluriformiteit in de media bedoelen we dat er voor alle doelgroepen in Nederland voldoende kranten, tv-zenders en andere media aanwezig zijn. Persbureaus zijn bedrijven waar journalisten nieuws uit binnen- en buitenland verzamelen. We noemen het beeldvorming als je je steeds een beeld van iets, iemand of een situatie vormt. De maatschappelijke functie van de media bestaat uit: - informatieve functie - controle- of waakhond functie - socialiserende functie Persvrijheid betekent dat journalisten de vrijheid hebben om ongehinderd berichten te kunnen publiceren. Er is sprake van manipulatie als feiten met opzet worden weggelaten of veranderd.

* In de Mediawet staat hoeveel reclame commerciële en publieke omroepen mogen uitzenden. Met mediawijsheid bedoelen we dat je verstandig gebruikmaakt van media. Privacy is het recht op een privéleven.

* Online profilering betekent dat bedrijven met behulp van cookies gegevens over jou verzamelen en daar een digitaal profiel mee maken.

Page 90: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H1 Waarom werken we? 1. a. Verschillen tussen werk en hobby:

- Voor werk krijg je betaald, voor je hobby meestal niet. - Werk is iets waar anderen behoefte aan hebben, een hobby doe je vooral voor jezelf.

b. Voorbeelduitwerking: Werk is hobby: muzikant, sportleraar, professionele sporter, fotograaf, schrijver, kunstenaar, toneelspeler. Werk is geen hobby: vuilnisman, asbestverwijderaar, inpakker, schoonmaker, stratenmaker.

2. a. Deze zaken zijn nodig om in leven te blijven.

* b. Voorbeeldantwoord: NEE, want je kunt best zonder communicatiemiddelen leven. Voor eerste levensbehoeften geldt dat niet.

3. De behoefte om jezelf te ontwikkelen. Hij had twee doelen in zijn leven en heeft ze allebei bereikt. Ook zegt hij: “Het geeft voldoening als ik mensen kan helpen.”

* 4. Met vrijwilligerswerk vervul je de behoefte:

- om erbij te horen: je doet iets goed voor anderen en de samenleving; - aan erkenning en waardering: je krijgt complimenten en warmte van de mensen die je

helpt. 5. a. Met status bedoelen we dat: een beroep een bepaalde waardering van mensen krijgt.

b. Voorbeeldantwoord: - Sanne heeft een hogere status, want zij is als Nederlands kampioene heel goed in

haar vak. - Jitse heeft meer status, want hij is succesvol ondernemer en miljonair.

* 6. Voorbeeldantwoorden:

Mensen met werk: - geven geld uit en dat is goed voor de economie; - hebben het gevoel dat ze erbij horen; - hebben geen uitkeringen nodig en dat geld kan voor andere nuttige zaken gebruikt

worden; - hebben geen tijd en behoefte om zich met criminaliteit in te laten; - komen met andere mensen in aanraking en dat kan voor meer tolerantie en respect

tussen andersdenkenden zorgen. 7 1. Met zijn bedrijf verdient Erik geld om voor zijn gezin eten, drinken, kleding en huis te

kopen. 2. Zijn bedrijf draait goed en Erik kan sparen voor zijn pensioen. 3. Hij heeft twee werknemers in vaste dienst en ook scholieren helpen hem. 4. Zijn werknemers en de scholieren vinden hem een goede baas. 5. Erik is eigen baas en heeft een mooi bedrijf opgebouwd.

8 Eigen uitwerking leerling. 9 A Teeven vindt de behoefte om erbij te horen het belangrijkste: “mensen ontmoeten en met

ze praten”. Of: Teeven vindt de behoefte om ergens goed in te worden het belangrijkste:

“Het is echt een jongensdroom. (…) Lekker met zo’n groot bakbeest rijden.”

B Eigen antwoord leerling.

Page 91: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

10 Waar Niet waar a. Iedereen die werkt betaalt belasting. X b. Met een vaste baan heb je meer zekerheid. X c. Een diploma halen is een van de basisbehoeften van Maslow. X d. Met status bedoelen we de hoogte van het inkomen. X e. Alle mensen met een eigen zaak, hebben een hoge status. X f. Iedereen die werkt, betaalt premie. X

11 Voorbeeldantwoorden:

BEHOEFTE OM ERGENS GOED IN TE WORDEN want Martin heeft met de lampenzaak een doel voor ogen. Hij wil de zaak in de toekomst namelijk moderniseren. Of: BEHOEFTE OM ERBIJ HOREN want Martin en zijn vader werken goed samen. Bovendien neemt hij de zaak van zijn ouders over zodat het een familiezaak blijft.

12 A Voorbeelduitwerking:

Wel belangrijk Niet belangrijk Verpleegkundige loon, collega’s, waardering, zekerheid vrijheid Grafisch ontwerper waardering, vrijheid loon, collega’s, zekerheid Popzanger waardering, vrijheid, loon, zekerheid Beroepsvoetballer loon, collega’s, zekerheid, waardering vrijheid Automonteur loon, zekerheid, collega’s, waardering vrijheid Blogger / vlogger waardering, vrijheid loon, collega’s, zekerheid

* B Voorbeeldantwoord:

Automonteur: beginnen als leerling-monteur en je dan door scholing en werkervaring opwerken tot hoofd van de werkplaats. Daarna de droom waarmaken: baas zijn van een eigen garage en dealer zijn van een mooi merk als Mercedes of Audi.

Page 92: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H2 Een baan die bij je past 1. Voorbeeldantwoord:

De druk om te moeten presteren lijkt mij vervelend. Want als Fabian een tijdje slecht presteert, wordt hij uit het team gezet en is hij zijn baan kwijt.

2. Eigen uitwerking leerling. 3. De Arbowet moet voorkomen dat: werkplekken ongezond of gevaarlijk zijn. 4. Tom en Miel zijn gek van techniek, kunnen goed dingen visualiseren en zijn heel goed in hun

vak. 5. Een minimumloon zorgt ervoor dat werknemers genoeg verdienen om van te leven.

* 6. ● Werken is aan de ene kant een plicht omdat: je geld moet verdienen om van te kunnen leven.

● Werken is ook een recht omdat: de overheid moet zorgen dat er voor iedereen een baan is.

* 7. Je hebt dan wel een sollicitatieplicht. Dat betekent dat je moeite moet doen om een baan te

vinden. 8. Voorbeeldantwoorden:

Het meisje wil niet meer in de horeca werken, want: het is een enorm drukke baan; als anderen vrij zijn, moet zij werken; ze moet hard werken terwijl het prachtig weer is; ze moet een zwart jurkje aan terwijl het prachtig weer is; ze heeft een slechte werkgever.

9 Eigen uitwerking leerling. 10 De volgende uitwerking is een voorbeeld. Zo staat een verkoper in een winkel op één

afdeling, in een warenhuis soms op meerdere afdelingen. Soms zijn dus meerdere goede antwoorden mogelijk.

Je werkt… Verkoper Huisschilder Gymleraar Huisarts Secretaresse Soldaat met je hoofd. X X

Goed opletten.

X X Planning opzetten afspraken maken.

met je handen. X Schilderen, schuren, steigers verplaatsen.

X Toestellen neerzetten, oefeningen voordoen.

X Typen.

X Veel fysiek werk: patrouilleren, onder-houd aan machines en voertuigen.

op één vaste plek.

X X X Eigen praktijk.

X X Vaak in de kazerne.

op meerdere plekken.

X X X In meer praktijken werkzaam.

X Bij buitenlandse oefeningen en missies.

veel met computers.

X Gegevens van patiënten invoeren en raadplegen.

X

vooral binnen. X X X X X Onderhoudswerk in de kazerne.

Page 93: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Je werkt… Verkoper Huisschilder Gymleraar Huisarts Secretaresse Soldaat vooral buiten. X X

Veel oefeningen op de hei.

meestal alleen. X Verschilt per opdracht.

X X

met mensen. X X Collega’s en leidinggevenden.

X Soldaten doen alles in groepsverband.

vaak onder stress.

X Lastige klanten.

X Alert blijven, ongelukken en blessures voorkomen.

X Drukte en emotionele stress.

X Opdrachten op tijd af hebben.

X Extreme stress in oorlogssituaties.

11 A De sportorganisaties hebben er belang bij te laten zien dat ze vrouwenrechten

respecteren. Als ze dat niet doen krijgen ze kritiek en gaan kijkers en sponsoren misschien weg.

B Ashley vindt het belangrijk dat je leuk verdient (eerste levensbehoeften) en dat je aandacht krijgt

(behoefte aan waardering). 12 A Eigen uitwerking leerling.

B Eigen uitwerking leerling. C Voorbeeldantwoord:

Ik kies het liefst een baan: waarin ik zelf kan bepalen wanneer en waar ik werk. 13 Voorbeeldantwoorden:

Schilders - Verf mag geen schadelijke stoffen bevatten. - Ladders moeten elk jaar gekeurd worden. - Op hoogte is een steiger veiliger dan een ladder. Caissières - Goede, te verstellen kassastoel of bureaustoel. - Voldoende kassa’s open zodat niemand opgejaagd wordt. - Werk afwisselen: niet de hele dag achter de kassa om rugklachten te voorkomen. Kantoormedewerkers - Printers en kopieerapparaten in een aparte ruimte plaatsen (fijnstof). - Goede, te verstellen bureaustoel. - Voldoende ventilatie in de werkruimte.

14 Voorbeeldantwoorden:

Blijven werken bij je baas Voordeel: je kent het werk goed, je hebt leuke collega’s en je bent verzekerd van een inkomen. Nadeel: het werk kan een sleur worden en je krijgt later misschien spijt dat je het niet gedaan hebt.

Voor jezelf beginnen Voordeel: je volgt je hart en het eigen bedrijf kan een groot succes worden. Nadeel: je moet lange dagen maken en je geeft de zekerheid van een vast inkomen op.

Page 94: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H3 Hoe kom je aan werk? 1. Ze zocht naar vacatures en ging netwerken door het plaatsen van een billboard. 2.

X je mobiele telefoonnummer X of je een rijbewijs hebt X je nationaliteit naar welke muziek je graag luistert X je geboortedatum hoeveel broers en zussen je hebt X je geboorteplaats X welke bijbaantjes je hebt gehad of je een vaste vriend of vriendin hebt X welke talen je spreekt of je thuis woont of op jezelf dat je moeder een beroemde journaliste is X welke opleiding je doet of hebt gedaan je uiterlijke kenmerken (zie bron 7 in je lesboek)

3. Bij een gewone sollicitatie is de baan bekend omdat een bedrijf die baan (de vacature) in de

krant of op internet heeft gezet. Bij een open sollicitatie is er geen vacature bekend, maar bied je jezelf aan bij een bedrijf.

4. Als je een arbeidscontract ondertekent:

● weet je hoeveel: je verdient; ● weet je het aantal: uren dat je per week moet werken ● kun je niet zomaar: ontslagen worden.

5. Fieke werkt zwart. Zij krijgt haar loon contant. Bij wit werken krijg je je loon op je bankrekening

gestort. Ook krijgt Fieke geen loonstrookje waarop staat dat zij belastingen en premies betaalt.

* 6 In een gewone arbeidsovereenkomst staan de afspraken tussen één werkgever en één werknemer. In een cao staan algemene afspraken die voor werknemers en werkgevers in een hele bedrijfstak gelden.

* 7. a. Een cao geeft rust omdat er vaste afspraken zijn gemaakt waarover de werkgevers en

werknemers het eens zijn. b. Voorbeelden van argumenten:

- Ja, want elke werknemer heeft het recht om voor zijn belangen op te komen. - Nee, want dan brengen zij de veiligheid en openbare orde in gevaar.

8 A Clive moet kiezen tussen een eerlijk cv met de kans op voortdurende werkloosheid of een

leugen in zijn cv om de kansen op een baan te vergroten.

B JA, het is strafbaar om een cv te versturen met verzonnen feiten. Als het niet strafbaar zou zijn, dan zou het voor veel mensen wel heel verleidelijk zijn een prachtig cv bij elkaar te verzinnen.

C Voorbeelden van argumenten: - WEL eens, omdat bij het solliciteren de werknemer en werkgever een zo positief

mogelijk beeld van zichzelf proberen te geven om indruk te maken op de ander. - NIET eens, omdat je bij beter voordoen dan je bent later toch door de mand valt. De

kans is groot dat je dan wordt ontslagen. 9 A Let op: het bedrag bij Loonheffing moet zijn: 136,99 euro.

Het brutoloon is 1.393,74 euro. Hier gaat 136,99 euro vanaf. De werknemer ontvangt: 1.256,75 euro.

B Dat geld wordt gebruikt om: - voorzieningen van te betalen: wegen, onderwijs, milieu, ziekenhuizen, enzovoort; - uitkeringen te betalen aan mensen die niet (meer) kunnen werken: werklozen,

arbeidsongeschikten, ouderen, enzovoort.

Page 95: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

10 Voorbeeldantwoord: Vraag 1: krijg ik de kans om extra trainingen/cursussen te volgen om door te kunnen groeien in het bedrijf? Zo ja, worden die trainingen door het bedrijf betaald? Vraag 2: krijg ik een leaseauto en mobiele telefoon van de zaak?

11 Voorbeeldantwoorden:

A De tekening gaat over: een man die bij een bedrijf solliciteert en dom omgaat met de sociale media. Hij heeft het bedrijf belachelijk gemaakt op zijn blog.

B De tekenaar wil zeggen dat: je voorzichtig moet zijn met sociale media. Je maakt een blog niet voor jezelf, ook anderen kunnen meelezen: je (toekomstige) werkgever bijvoorbeeld.

C Ik vind: dat de tekenaar op een grappige manier zegt dat mediawijs zijn ook belangrijk is om een baan te vinden.

12 Voorbeeldantwoorden: Situatie Belang 1. veel carrièremogelijkheden WERKNEMERSBELANG

Uitleg: dit bepaalt of je kunt opklimmen. Of: BELANG VOOR ALLEBEI, want een bedrijf met veel carrièremogelijkheden trekt ook sneller talentvolle ambitieuze werknemers aan.

2. iemand makkelijk kunnen ontslaan WERKGEVERSBELANG Uitleg: dan hoeft een werkgever niet onnodig mensen in dienst te houden. Of. BELANG VOOR ALLEBEI, want als bedrijven makkelijk werknemers kunnen ontslaan, nemen ze ook sneller iemand aan. Daardoor vindt iemand die zijn baan kwijt is ook snel weer een nieuwe.

3. winst maken BELANG VOOR ALLEBEI Uitleg: voor de werkgever betekent winst geld verdienen, voor de werknemer dat zijn baan zeker is. Of: WERKGEVERSBELANG want ondernemingen die winst maken schrappen evengoed banen of verplaatsen het werk naar lagelonenlanden.

Page 96: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H4 Met werk kom je verder 1. De maatschappelijke ladder bestaat uit: alle posities in een samenleving, van laag tot hoog. 2. a. Als de opleiding past bij je belangstelling is het veel makkelijker om je best te doen en

door te leren. b. Eigen uitwerking leerling.

3. Iemands positie op de maatschappelijke ladder wordt bepaald door:

● Kennis of vaardigheden; ● Macht of verantwoordelijkheid; ● Het inkomen.

* 4. Je hebt de meeste invloed op je kennis of vaardigheden. Door op school je best te doen,

vergroot je je kennis en vaardigheden en daardoor de kans op een goede baan. 5. Voorbeeldantwoorden:

Een minister, burgemeester, rechter, directeur van een groot bedrijf. 6. Voorbeeldantwoorden:

- Doorzettingsvermogen, want als je echt iets wilt bereiken, zet je alles op alles. - Aanleg, want dan kun je gemakkelijker iets bereiken.

7. a. Voorbeeldantwoorden:

Persoonlijke eigenschappen als: doorzettingsvermogen, niet bang zijn voor nieuwe uitdagingen, snel kunnen reageren, gevoel voor humor en kunnen inleven in zijn gasten.

* b. Het verhaal van Humberto Tan is WEL een voorbeeld van sociale mobiliteit, omdat hij door zijn werk is gestegen op de maatschappelijke ladder.

* 8. a. Door de leerplicht gaan jongeren langer naar school waardoor ze meer kennis en

vaardigheden kunnen opdoen. b. Sociale ongelijkheid leidt tot tegenstellingen tussen mensen. Als die tegenstellingen

minder worden, neemt de sociale cohesie toe en dat wil de overheid graag. 9 A-B Eigen uitwerking leerling.

10 * A Omdat geld niet eerlijk over alle mensen wordt verdeeld.

B 1. “Unieke talenten moeten heel veel kunnen verdienen.” Argument voor: Als jij iets heel bijzonders kunt, lever je voor je bedrijf ook veel geld op. Argument tegen: Een talent kan het hele bedrijf niet in zijn eentje laten draaien: anderen zijn ook belangrijk.

2. “De overheid moet een maximum-jaarinkomen per individu vaststellen.” Argument voor: Het is niet goed voor de sociale cohesie als er grote verschillen in inkomen zijn. Argument tegen: Het is niet democratisch als de overheid een salaris dat ik met goed onderhandelen heb gekregen kan terugdraaien.

Page 97: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H5 Als het tegenzit ... 1. De groepen: vrouwen, allochtonen, ouderen en gehandicapten. 2. Voorbeeldantwoorden:

- Veel vrouwen hebben niet zoveel interesse in techniek. - Lassers vormen een mannenwereld. Als (enige) vrouw voel je je daar niet gauw thuis. - Laswerk is soms gekoppeld aan zwaar werk, zoals in de scheepsbouw.

3. Een vakbond komt vooral op voor de belangen van de werknemers. 4. Door de opzegtermijn heeft de werkgever de tijd om een nieuwe werknemer te zoeken. 5. Voorbeeldantwoorden:

Vervalsing van je diploma’s, bedrijfsgeheimen doorspelen aan anderen, roekeloos gedrag zoals scheuren met een heftruck, je ondanks waarschuwingen niet houden aan veiligheidsvoorschriften.

6. a. Bij een staking ligt de productie stil en verdient een werkgever dus geen geld.

b. Werknemers die geen lid zijn van een vakbond hebben tijdens een staking geen inkomen. * 7. Voorbeeldantwoord:

Bij discriminatie wordt Mehmed niet aangenomen door een bedrijf omdat hij een allochtoon is. Bij positieve discriminatie neemt dat bedrijf Mehmed juist wel aan omdat ze graag meer allochtonen in dienst willen hebben.

8. a. Het doel van ouderschapsverlof is dat ouders de zorg voor hun jonge kind(eren) kunnen

combineren met een baan en daardoor beiden blijven werken. b. Voorbeelden van argumenten:

JA, want opvoeden is een taak van beide ouders. De vader is daarbij even belangrijk als de moeder. NEE, want ouders mogen zelf bepalen hoe zij de opvoeding onderling verdelen. De overheid moet zich daar niet mee bemoeien.

9 A Voorbeeldantwoorden:

Vooroordelen over oudere werknemers: ze zijn vaker ziek dan jongeren, ze zijn niet goed met computers, ze staan niet open voor vernieuwingen of veranderingen in het bedrijf.

B Voorbeeldantwoorden: Vooroordelen over jonge werknemers: ze stappen gemakkelijk over naar een andere baan, ze komen vaak te laat, ze zijn snel afgeleid door hun mobieltje, ze komen na een weekend stappen maandag ‘brak’ op hun werk.

10 A Voorbeeldantwoorden:

1. Duidelijke instructies geven. 2. Rechtvaardig zijn. 3. Niet al te afstandelijk zijn.

B Voorbeelden van argumenten: WEL leuk, omdat ik dan zelf de beslissingen kan nemen. En ik krijg nog meer loon ook. NIET leuk, omdat ik dan ook minder leuke beslissingen moet nemen, zoals zeggen dat iemand zijn werk niet goed doet of een werknemer ontslaan.

11 Eigen uitwerking leerling.

Page 98: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

12 A Neutrale kleding is belangrijk in de rechtsspraak (rechter, officier van justitie), op gemeentehuizen

(ambtenaar), bij ordehandhavers (politieagent). B Hier staan tegenover elkaar: een vrouw die vindt dat je op het werk een hoofddoek moet

kunnen dragen en haar werkgever. Het belang van de vrouw is kleding kunnen dragen die ze zelf wil. Het belang van de werkgever is dat het uiterlijk van de werknemers geen aanleiding tot discussie mag geven.

*C Voorbeeldantwoorden: Ja, dat is een vorm van discriminatie, want mensen die hun geloof willen laten zien worden anders behandeld. Nee, want de werkgever behandelt iedereen gelijk: niemand mag openlijk religieuze symbolen dragen.

13 A

B Voorbeeldantwoorden: - Jongeren hebben vaak geen of weinig werkervaring. Werkgevers nemen liever

iemand met veel werkervaring. - Sommige jongeren gaan zonder diploma van school en worden daardoor niet

aangenomen. - Bij een slechte economie nemen werkgevers geen nieuwe mensen (= vooral

schoolverlaters) aan. - Veel jongeren krijgen een tijdelijk arbeidscontract. Als de economie vervolgens wat

inzakt, wordt hun contract niet verlengd. C Voorbeeldantwoorden:

- Banenplannen om werkplaatsen te scheppen. - Zorgen dat jongeren met een diploma van school komen. - Werkgevers premies geven als zij jongeren in dienst nemen. - Jongeren zonder diploma opleidingen laten volgen. - Jongeren stimuleren om samen een eigen bedrijf te beginnen. - Het minimumloon voor jongeren verlagen.

Page 99: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk Wat zou jij doen? 14 A Voorbeeldantwoord:

Ik neem de collega apart en vraag haar om de kaarten terug te leggen. Ik vertel haar dat ik de diefstal dan niet doorgeef. Als ze dat niet doet of als het een tweede keer gebeurt, dan ga ik het wel melden.

B Voorbeeldantwoord: Ik vind het best om even wat harder te werken om een collega te helpen. Maar in dit geval is hij lui. Ik zeg tegen de collega dat ik wil dat hij zijn best doet. Als hij net zo hard aanpakt als de rest, zeg ik er niets van tegen de baas. Zo niet, dan ga ik er wat van zeggen.

15 A Voorbeeldantwoorden:

- Ik wacht even de proeftijd af. Heeft hij vaker zichtbare verwondingen? Misschien is de kans daarop niet groter dan bij bijvoorbeeld voetballen of motorrijden.

- Ik zeg dat hij dat eerder had moeten zeggen en ontsla hem. Hij weet dat een verkoper representatief moet zijn en dat hij zijn hobby had moeten melden. Nu is er geen vertrouwen.

B Voorbeeldantwoorden: - Ik neem hem aan, want hij is er weer helemaal bovenop en ik vind hem een zeer

geschikte kandidaat. - Ik neem hem niet aan en zet een nieuwe advertentie. De kans bestaat dat hij weer

een terugval krijgt en dan zit ik lange tijd zonder medewerker.

Page 100: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk H6 De verzorgingsstaat 1. Voorbeelduitwerking:

Nederland is een verzorgingsstaat omdat de overheid zorgt voor een inkomen voor burgers die niet kunnen werken omdat ze werkloos, langdurig ziek of oud zijn.

2. a. Je hebt dan recht op een bijstandsuitkering omdat je nog nooit gewerkt hebt.

b. Je hebt geen andere inkomsten, geen werkende partner en geen spaarpotje met geld.

* 3. Voorbeeldantwoord: Dan zouden veel mensen ontslag nemen en op kosten van de overheid gaan leven.

* 4. Verdien je veel, dan moet je een hoger bedrag aan premies betalen.

Verdien je weinig, dan betaal je een lager bedrag. 5. Mensen met een eigen bedrijf hebben recht op:

WW-uitkering X Kinderbijslag X Bijstand X AOW-uitkering 6. a. Voorbeeldantwoord:

Een mantelzorger is iemand die gedurende lange tijd voor een familielid zorgt. b. Eigen uitwerking leerling.

* 7. Voorbeeldantwoord:

Ouders met een hoog inkomen. Zij hebben geen bijdrage in de kosten van hun kinderen nodig.

8

Situaties Uitkering 1. Sjoerd werkt als vrijwilliger in een houtzaagmolen. Hij is 68 jaar. AOW 2. Parish (22 jaar) werkt in een rozenkwekerij. In de winter krijgt ze griep en ligt een

week ziek op bed. ziekengeld

3. Tuncay gaat na het behalen van zijn mbo-diploma werken in het restaurant van zijn oom in Turkije. Als hij na vijf jaar in Nederland terugkomt, vindt hij geen werk.

bijstand (ter beoordeling)

4. Harold werkt al tien jaar als vrachtwagenchauffeur bij een groothandel in eieren. Bij een reorganisatie raakt hij zijn baan kwijt.

WW

5. Koning Willem-Alexander heeft drie kinderen: Amalia, Alexia en Ariane. kinderbijslag 9

Uitspraak Waar Niet waar 1. Uitkeringen voor werknemers worden betaald uit de belastingen. X 2. In de Verenigde Staten hebben veel mensen twee banen. X 3. Ouders met kinderen onder de 18 jaar krijgen kinderbijslag. X 4. Zwartwerkers betalen geen belasting. X

* 5. Als je 63 jaar bent, heb je recht op een AOW-uitkering. X * 6. Om de uitkeringen te kunnen betalen, zijn de regels voor uitkeringen X

strenger geworden. * 7. Door de vergrijzing geeft de overheid minder geld uit aan pensioenen. X * 8. Vooral de sociaal-democraten willen lagere uitkeringen. X

Page 101: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

*10 A Kramer is boos omdat schaatsers hard hebben getraind en/of Nederland blij hebben gemaakt met

gouden medailles, maar straks geen inkomen meer hebben. B De bijstand.

*11

Vanaf je pensioenleeftijd d. krijg je AOW. Je krijgt alleen bijstand b. als je geen andere mogelijkheid hebt om aan geld te

komen. Als je kinderen hebt ontvang je a. kinderbijslag totdat de kinderen 18 jaar zijn. Je krijgt alleen WW f. als je ten minste acht maanden hebt gewerkt. Liberalen vinden vooral e. de eigen verantwoordelijkheid van mensen belangrijk. Sociaal-democraten vinden vooral g. dat de overheid de zwakkeren moet beschermen. Christen-democraten vinden vooral c. dat mensen verantwoordelijk zijn voor elkaar.

12 *A Voorbeeldantwoorden:

- Politieke stroming John: liberalisme, want hij legt de verantwoordelijkheid bij de persoon zelf: die moet afvallen en het is oneerlijk dat hij een uitkering krijgt terwijl de rest moet werken.

- Politieke stroming Marie: christen-democratie, want ze zegt dat het niet altijd je eigen verantwoordelijkheid is dat je dik bent. Daarnaast vindt ze het niet goed dat de overheid met regels komt: mensen moeten het zelf oplossen.

B Voorbeeldantwoorden: - WEL EEN goed idee, omdat: iemand zonder werk alles moet doen om een nieuwe

baan te krijgen. Daar hoort dan ook verplicht afvallen bij. - NIET een goed idee, omdat: de overheid zich niet mag bemoeien met iemands

gewicht of uiterlijk. Dat zijn privézaken van mensen. 13 Voorbeelduitwerking:

Leeftijdsgroep Voorbeelden baby’s en kleuters 1. kinderbijslag

2. toeslag kinderopvang jongeren en studenten 1. kinderbijslag

2. geld voor onderwijs 3. geld voor sportcomplexen 4. geld voor cultuur 5. studiebeurs (mbo’ers); aanvullende beurs (hbo, universiteit), lening (hbo,

universiteit) 6. ov-jaarkaart (‘studentenreisproduct’)

volwassenen 1. kraamverlof 2. starterslening voor aankoop huis 3. WW-uitkering 4. zorgverlof 5. uitkering bij arbeidsongeschiktheid

bejaarden 1. AOW 2. geld voor ziekenhuis/revalidatie 3. uitvaart (als mensen zelf geen geld hebben)

14 Eigen uitwerking leerling.

Page 102: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk Samenvatting Hoofdstuk 1 Werk doe je omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Er zijn allerlei redenen om te werken, waarvan geld vaak de belangrijkste is. Werk speelt ook een rol bij het vervullen van de vijf basisbehoeften: eerste levensbehoeften, behoefte aan zekerheid, erbij horen, erkenning en waardering en behoefte om ergens goed in te worden. Je werkt niet alleen voor jezelf. Arbeid is ook belangrijk voor de samenleving. Iedereen die werkt betaalt namelijk belasting. En iedereen die werkt betaalt ook premie, daarmee kan de overheid mensen die niet kunnen werken een uitkering geven. Hoofdstuk 2 Om uit te vinden of een baan voor jou de juiste is, vraag je jezelf af: wat voor werk is het, is het veilig en gezond, ben je je eigen baas of werk je in loondienst en hoeveel verdien je ermee? In de Arbowet staat hoe werkgevers voor gezonde en veilige werkplekken moeten zorgen. Voor jongeren gelden speciale regels. In Nederland is ook vastgesteld wat iemand minimaal moet verdienen: het minimumloon.

* Werk is niet alleen een plicht, maar ook een recht: de regering moet haar best doen om ervoor te zorgen dat er genoeg werk is voor iedereen. Hoofdstuk 3 Je kunt op verschillende manieren op zoek naar werk: via vacatures in de krant of op internet, een open sollicitatie, het uitzendbureau, het UWV en via je netwerk. Als je solliciteert, stuur je vaak een brief en een cv met je persoonlijke gegevens, je opleiding en je werkervaring. Als je bent aangenomen teken je een contract waarin allerlei afspraken staan: je functie, de werktijden, het loon, de vrije dagen en de proeftijd. Als je zwartwerkt betaal je geen belasting en premies, maar heb je ook geen rechten.

* Werknemers en werkgevers hebben soms dezelfde maar vaak ook verschillende belangen. Vakbonden kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten afsluiten met werkgevers voor alle werknemers in de bedrijfstak. Tijdens de cao-onderhandelingen worden afspraken gemaakt over loon, vakantiedagen, pensioen, enzovoort. Hoofdstuk 4 Werk draagt bij aan je maatschappelijke positie. Andere dingen die daarmee te maken hebben, zijn je geld, macht, kennis en vaardigheden. Als je doorleert of je specialiseert, kun je klimmen op de maatschappelijke ladder. Daarbij spelen je persoonlijke eigenschappen een rol.

* Rijkdom, macht en kennis zijn niet gelijk over alle mensen verdeeld: er is sociale ongelijkheid. In Nederland bestaat gelukkig wel sociale mobiliteit: je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder.

Page 103: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Er komen verschillende soorten discriminatie voor op de werkvloer. Discriminatie is strafbaar en dus kun je aangifte doen. Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. Bij een conflict kan zo’n organisatie praten met de werkgever of een staking organiseren. Als je wit werkt, kun je alleen ontslagen worden als er een goede reden voor is, bijvoorbeeld als je bedrijf failliet gaat of moet reorganiseren. Als je gestolen hebt of weigert je werk te doen, kun je op staande voet ontslagen worden. Je hebt dan geen recht op een uitkering.

* Omdat het voor vrouwen, allochtonen en ouderen vaak lastig is om een baan te vinden, is voor deze groepen positieve discriminatie toegestaan. Ook zorgen de volgende maatregelen ervoor dat meer vrouwen gaan werken: kinderopvangtoeslag en ouderschapsverlof. Hoofdstuk 6 Nederland is een verzorgingsstaat omdat de overheid de burgers helpt als het nodig is. Er zijn uitkeringen voor werknemers waardoor je geld krijgt als je werkloos, ziek of arbeidsongeschikt wordt. Er zijn ook uitkeringen voor iedereen. De bekendste zijn: de AOW (ouderenpensioen) en kinderbijslag. Als je geen werk hebt en geen uitkering krijgt, dan heb je eventueel recht op bijstand.

* In Nederland zijn veel arbeidsongeschikten en werklozen en de verzorgingsstaat kost door de vergrijzing ook steeds meer. Daarom neemt de overheid maatregelen: ze bezuinigt op de uitkeringen, mensen moeten een eigen risico betalen voor medische zorg, enzovoort. De politieke partijen verschillen van mening over de ideale verzorgingsstaat. - Liberalen vinden de eigen verantwoordelijkheid heel belangrijk. - Christen-democraten willen een verantwoordelijke samenleving. - Sociaal-democraten vinden dat de overheid vooral de zwakkeren moet helpen.

Page 104: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Werk Begrippenlijst Werk is iets doen waar anderen behoefte aan hebben. In de Arbowet staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken. Het minimumloon is het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.

* Een sollicitatieplicht houdt in dat je moet blijven zoeken naar een baan wanneer je een uitkering ontvangt. Een open sollicitatie betekent dat je bij een bedrijf vraagt of er werk is. Netwerken is je vrienden en kennissen vertellen dat je werk zoekt. Een cv is een lijstje met je persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring. Een arbeidscontract is een afspraak tussen werkgever en werknemer, die we arbeidsvoorwaarden noemen. Als je zwartwerkt dan betaal je geen belasting, maar heb je ook geen rechten.

* Cao staat voor collectieve arbeidsovereenkomst. Met maatschappelijke positie bedoelen we je kennis of vaardigheden, macht of verantwoordelijkheid en je inkomen. De maatschappelijke ladder houdt in alle maatschappelijke posities in de samenleving van laag naar hoog. Met de status van je werk bedoelen we de waardering die mensen geven aan je beroep.

* Sociale ongelijkheid houdt in dat macht, kennis en geld niet gelijk over alle mensen zijn verdeeld.

* Sociale mobiliteit is dat je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder. Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. Een staking wordt georganiseerd wanneer praten met de werkgever niet lukt. Op staande voet ontslagen worden betekent dat je onmiddellijk het bedrijf moet verlaten en geen recht hebt op een uitkering.

* Positieve discriminatie wil zeggen dat werkgevers voorrang mogen geven aan vrouwen, allochtonen of ouderen.

* Kinderopvangtoeslag is ervoor bedoeld dat meer vrouwen gaan werken.

* Ouderschapsverlof is het recht op een vrije dag in de week om voor een jong kind te zorgen. Verzorgingsstaat wil zeggen dat de overheid de burgers helpt als dat nodig is.

Page 105: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H1 Wat is criminaliteit? 1. - Veel mensen hebben ermee te maken: veel mensen zijn slachtoffer van criminaliteit.

- Er wordt verschillend gedacht over de oplossingen: sommigen zien meer in het voorkomen van criminaliteit, anderen denken juist dat alleen zwaardere straffen zullen helpen.

- De media berichten vaak over criminaliteit: kranten en tv besteden veel aandacht aan sensationele criminaliteit zoals moorden, liquidaties en ramkraken.

- Criminaliteit is in de politiek vaak aan de orde. 2. MISDRIJVEN, omdat het om ernstige strafbare feiten gaat, zoals een vechtpartij en diefstal. 3. - Bij misdrijven word je door de politie verhoord en komt er meestal een rechtszaak. Bij een

overtreding krijg je alleen een boete of slechts een vermaning. - Op misdrijven staan strengere straffen, bij een overtreding krijg je hooguit een bekeuring. - Bij misdrijven krijg je een strafblad, bij een overtreding niet.

4. Voorbeeldantwoord:

WEL crimineel, omdat: ze heeft gestolen en dat is een misdrijf. 5. a. In Maleisië krijg je straf als je een heilige plek niet respecteert. In Nederland is dat niet zo.

* b. Voorbeeldantwoord: - In Nederland zijn de straffen voor het dealen in drugs laag. In een land als Indonesië

kun je er de doodstraf voor krijgen. - In Nederland is homoseksualiteit toegestaan. In veel Afrikaanse landen staat er

echter een zware straf op. In Nigeria zelfs de doodstraf. 6. Voorbeeldantwoord:

Bijvoorbeeld het verbod op majesteitsschennis: je mag de koning niet beledigen. Dat past niet meer in onze democratie met vrijheid van meningsuiting.

* 7. a. Materieel gevolg: er worden spullen gestolen.

Niet-materieel gevolg: je bent een tijdlang angstig en gespannen. b. Voorbeelden van argumenten:

Materiële schade is erger, want het kan om veel geld gaan. Niet-materiële schade is erger, want mensen kunnen heel lang psychisch last hebben van een overval.

8

Stelling Juist / onjuist Uitleg 1. “Asociaal gedrag is ook altijd crimineel

gedrag.” onjuist De wet verbiedt asociaal gedrag niet.

2. “Crimineel gedrag is ook altijd asociaal gedrag.”

juist Want bij strafbaar gedrag wordt er geen rekening gehouden met anderen.

3. “Als je iets strafbaars doet, ben je crimineel.”

onjuist Alleen als het om misdrijven gaat. Overtredingen vallen niet onder de definitie van criminaliteit.

Page 106: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

9 A

Situatie

M of O

Situatie

M of O

1. Je rijdt 50 km per uur op een opgevoerde brommer. O 5. Je rijdt op je 15e op een brommer O 2. Je veroorzaakt een zwaar ongeval omdat je geen

voorrang gaf. M

6. Je rijdt dronken op een brommer. M

3. Je rijdt 85 km per uur met je brommer. O 7. Je telefoneert terwijl je op een brommer rijdt. O 4. Je rijdt dronken op je brommer en veroorzaakt een

ongeluk. M 8. Je hebt een gestolen brommer gekocht. M

B Marcella had een boete van 956 euro kunnen krijgen.

Berekening: - Bestuurder brommer jonger dan 16 jaar: 240 euro. - Rijden zonder verzekering: 360 euro. - Bellen tijdens het rijden: 160 euro. - Door rood licht rijden: 160 euro. - Administratiekosten: 4 x 9 euro = 36 euro

10 A Een misdaad, omdat het een ernstig delict betreft en Mark M. vijf jaar cel heeft gekregen.

B Een rechtsstaat is een land waar: X grondrechten bestaan. X ook de politie zich aan de wet moet houden. de rechters de baas zijn.

C NIET-MATERIËLE, want: de rechter spreekt over de schade die het aanzien van de politie en de rechtsstaat heeft opgelopen.

11 Veel werkgevers willen geen werknemers met een strafblad. 12 A TIJDGEBONDEN begrip, want tot voor kort bestonden er nog helemaal geen drones en

was dus ook niet duidelijk wat strafbaar zou moeten zijn. B Het vliegen met drones is strafbaar:

- bij vliegvelden; - boven groepen mensen.

* C. Nee, want je kunt alleen straf krijgen als je een bestaande regel overtreedt.

Page 107: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H2 Waarom worden mensen crimineel? 1. - Een slechte opvoeding.

- Biologische factoren. 2. Risicofactoren bij Holleeder:

- Een slechte opvoeding: zijn vader gebruikte geweld tegen hem. - Alcohol of drugs: vriendjes die drugs gebruikten.

* 3. Voorbeeldantwoord:

Door meer sociale controle wordt de pakkans groter.

* 4. a. Voorbeeldantwoorden: Jongeren zoeken spanning en avontuur, experimenteren met alcohol en drugs en zijn gevoelig voor groepsdruk.

b. Voorbeeldantwoord: Meisjes worden vaak opgevoed om mooi en lief te zijn, jongens moeten stoer en sterk zijn.

* 5. Bij illegaal downloaden horen de volgende begrippen:

- Minder strenge normen. - Groepsdruk. - Minder sociale controle. - Lage pakkans.

* 6. Voorbeeldantwoord:

Jongeren die in een grote stad wonen, een slechte opvoeding hebben gekregen, met foute vrienden omgaan, veel blowen en op school hun best niet doen. Uitleg: dat zijn risicofactoren en maatschappelijke omstandigheden die vaak samenkomen bij jongeren die een beetje ‘dwars’ zijn en rottigheid uithalen.

7. a. Eigen uitwerking leerling.

* b. Als leraren surveilleren is er sociale controle. Ze houden dan toezicht op de leerlingen. 8 1.: groepsdruk en alcohol; 2.: groepsdruk; 3.: drugs; 4.: groepsdruk, spijbelen; 5.: slechte

opvoeding; 6.: biologische factoren.

9 A - Een slechte opvoeding (“Alle mannen in mijn familie zijn verschrikkelijk, een ernstig gestoord zooitje”).

- Biologische factoren (Willem is “psychisch gestoord” net als zijn vader). B - Een slechte opvoeding (“Mijn vader was een verschrikkelijke man”).

- Groepsdruk (“Zo waren we dit gewend in de Jordaan”). - Drugs (“veel vrienden gingen aan de heroïne”).

C Voorbeeldantwoorden: JA, want je hebt geen schuld aan een slechte opvoeding. NEE, want criminaliteit is verboden, dus als je het toch doet verdien je straf.

10 A Voorbeelden van risicofactoren in de tekst:

- Een slechte opvoeding: weinig respect voor de politie bijgebracht. - Groepsdruk: haantjesgedrag. - Gebruik van alcohol en drugs.

B De stijging kan ook komen doordat er meer en strenger wordt gecontroleerd.

Page 108: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

11 A 1: alcohol 2: een slechte opvoeding

* B Minder strenge normen: veel mensen zien het trucje niet als iets wat asociaal of crimineel is.

* C Voorbeeldantwoorden: Fietsendiefstal: dat kan biologische factoren hebben (kleptomanie of drang tot stelen) en er is vaak een kleine pakkans. Voetbalvandalisme: dat kan biologische factoren hebben (aanval van onbeheerste agressie) en omdat het vaak om groepen tegen elkaar gaat is de pakkans vaak klein.

Page 109: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit Ons beeld van criminaliteit 12 A-C Eigen uitwerking leerling. 13 A Voorbeeldantwoord:

De tekening gaat over: een bejaarde man die zich zo onveilig voelt dat hij denkt dat iedereen die aanbelt een inbreker is.

B Voorbeeldantwoord: De tekenaar wil zeggen dat: ondanks het feit dat mensen heel goed beveiligd zijn (kijk maar naar alle sloten op de deur) het gevoel van onveiligheid vaak groot is.

14 A Inge moet weten dat berichten over criminaliteit vaak meningen en/of vooroordelen

bevatten. Ook kan ze besluiten niet te kijken naar die programma’s op tv.

B Voorbeeldantwoord: Door de media-aandacht besteedt de politiek meer aandacht en geld aan de bestrijding van criminaliteit en letten mensen beter op.

Page 110: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H3 De wetenschap over criminaliteit

* 1. Als je weet hoe crimineel gedrag ontstaat, kun je het beter aanpakken.

* 2. Voorbeeldantwoord: Freud zegt dat crimineel gedrag komt door psychische stoornissen. Daardoor kunnen sommige mensen hun driften niet beheersen en worden ze eerder crimineel.

* 3. Zij zijn dan bang een belangrijke binding (hun vriendin) te verliezen en stoppen daarom met

hun criminele gedrag.

* 4. Met de aangeleerd-gedragtheorie. De zoon neemt de normen en het gedrag van zijn vader over.

* 5. De uitspraak “Eens een dief, altijd een dief” past bij de ETIKETTERINGSTHEORIE, want

als je één keer de fout in bent gegaan verwachten mensen dat je dat voortaan vaker of altijd zal doen.

* 6. Met de gelegenheidstheorie, want deze actie levert Finn een extra sinaasappel op terwijl de

pakkans klein is. De marktkoopman maakt het Finn wel erg makkelijk om te stelen.

* 7. Eigen uitwerking leerling.

* 8 Aangeleerd-gedragtheorie: Peter R. de Vries had ‘foute vrienden’ met wie hij rottigheid uithaalde. Bindingstheorie: door de band met zijn ouders bleef Peter R. de Vries uiteindelijk op het rechte pad.

* 9 1. Volgens de aangeleerd-gedragtheorie worden jongeren vaker crimineel als ze foute

vrienden hebben. 2. Volgens de bindingstheorie voorkomen onze bindingen dat we crimineel worden. 3. Als je geweten niet goed ontwikkeld is, is de kans groter dat je later crimineel wordt. 4. De ex-crimineel blijft zich crimineel gedragen als hij door zijn omgeving steeds het etiket

crimineel opgeplakt krijgt / anders wordt behandeld. 5. Volgens Freud hebben mensen twee oerdriften: seks en agressie. 6. Veel onderzoekers denken dat crimineel gedrag een gevolg is van een optelsom van

factoren.

* 10 De aangeleerd-gedrag-theorie, want de ouders vonden het geen probleem dat hun zoon handelde in verboden vuurwerk. Sterker, de moeder maakte het zelfs mogelijk dat hij er geld mee verdiende.

Page 111: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H4 Opgepakt ... en dan? 1. Je bent een verdachte als: de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. 2. Nee, ze mogen alleen fouilleren als ze vermoeden dat iemand een misdrijf heeft begaan. 3. Marion had NIET mogen weigeren mee te gaan naar het politiebureau, want de politie heeft

het recht iemand te arresteren. * 4. a. Vaakst opgelost: vuurwapen- en drugsmisdrijven en winkeldiefstal.

Voorbeeldantwoord: - De politie besteedt veel aandacht aan zware misdrijven die te maken hebben met

vuurwapens en drugs. - Winkeliers geven winkeldiefstal alleen aan als zij een dader betrapt hebben en

vasthouden. Daarom is het percentage zo verrassend hoog. b. Minst opgelost: diefstal uit auto.

- Diefstal uit auto’s krijgt geen voorrang van de politie. Ook gebeurt een autokraak vaak ’s nachts. Er zijn dan vrijwel nooit getuigen.

5. De officier kan seponeren, een schikking (boete) voorstellen of vervolgen. 6. Voorbeeldantwoord:

- Een verdachte weet dat hij onschuldig is en wil alleen maar vrijspraak. - Een verdachte vindt de voorgestelde boete te hoog.

7. Nee, alleen de rechter bepaalt of een verdachte schuldig is of niet.

8. De rechters bepalen welke straf iemand krijgt. 9 De juiste volgorde: 4, 2, 5, 1, 7, 3, 6 10 A Maximaal 110 dagen en 9 uur.

B Voorbeeldantwoorden: - De politie heeft veel werk aan het onderzoek en het zoeken naar bewijzen. - Justitie wil zo voorkomen dat de verdachte contact met de buitenwereld heeft. - Justitie wil zo voorkomen dat de verdachte vlucht.

11

Juist Onjuist 1. De politie heeft toestemming nodig om het huis van een verdachte te X

onderzoeken. 2. Als je tussen de 12 en 18 jaar bent en een licht misdrijf pleegt,

kom je X

bij Halt terecht. 3. Het proces-verbaal wordt geschreven door de officier van justitie. X 4. Geweldsmisdrijven worden vaker opgehelderd dan

drugsmisdrijven X

(bron 7 in je lesboek). 5. De officier schikt alleen bij lichte misdrijven. X 6. De politie mag altijd je tas en kleding onderzoeken om te kijken

of je X

drugs bij je hebt. * 7.De officier van justitie bepaalt welke straf de verdachte krijgt. X * 8.Alle officieren van justitie samen, noemen we het Openbaar

Ministerie X

(OM).

Page 112: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

12 Eigen uitwerking leerling. 13

Voorbeeldantwoord: Zaak

Seponeren, schikken of vervolgen

Uitleg

1. Bij een voetbalwedstrijd gooit een groep van 20 ‘supporters’ stenen naar de politie. De politie weet één van hen te arresteren.

Vervolgen Er is opzettelijk en gericht met stenen gegooid. Dat is ernstig. Een fikse straf heeft ook een afschrikkende werking.

2. Een vuurwerkhandelaar heeft 600 kilo vuurwerk in zijn opslagplaats liggen, terwijl hij een vergunning heeft voor 200 kilo. Hij heeft dus 400 kilo te veel.

Schikken/ vervolgen

- Hij heeft zich niet gehouden aan de vergunning. Vanwege het ontploffingsrisico moet hij een flinke geldboete krijgen.

- De risico’s zijn zo groot dat rechter de straf moet bepalen. Laat hem ook maar een tijd werken in een brandwondencentrum.

3. De officier denkt dat iemand een gewapende overval heeft gepleegd. Bij zijn arrestatie vindt de politie vuurwapens in zijn huis. De politie had echter geen huiszoekingsbevel. Het bewijs is dus onrechtmatig verkregen.

Seponeren Het bewijs is onrechtmatig verkregen en dat keuren rechters daarom af als bewijs. Als er meer bewijs is, zal de officier natuurlijk wel overgaan tot vervolging.

Page 113: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit Veiligheid of vrijheid 14 A Voorbeeldantwoord:

Op het Binnenhof zitten de regering en de Tweede Kamer. De kans dat daar een aanslag plaatsvindt is veel groter dan bij het gemeentehuis van Utrecht.

* B Het argument dat politici allemaal zullen instemmen met heel strenge maatregelen. 15 A Omdat criminelen die te koop lopen met hun spullen worden aangepakt. B Omdat mensen onterecht lastiggevallen kunnen worden door de politie. 16 Voorbeelden van argumenten:

- Ik wil heel wat vrijheid inleveren voor een veiligere samenleving, omdat ik niet elke dag gestrest over straat wil lopen uit angst voor een overval of aanslag.

- Ik wil geen vrijheid inleveren voor een veiligere samenleving, want een samenleving zonder geweld is een illusie. Criminelen en terroristen blijven toeslaan, al controleer je iedereen en overal.

17 A De politie handelt hier niet neutraal, want: Typhoon werd aangehouden op basis van zijn

huidskleur. B - De politie mag je niet zomaar oppakken.

- Iedereen heeft recht op een gelijke behandeling. C Voorbeeldantwoord:

Met ‘een dikke error in de Nederlandse samenleving’ bedoelt Typhoon dat het in Nederland vaak voorkomt dat mensen met een donker uiterlijk gediscrimineerd worden.

D Eigen uitwerking leerling. 18 Voorbeeldantwoord:

Volgens mij hoort VERVOLGEN er niet bij, want de andere drie is iets dat politieagenten mogen doen, maar vervolgen is iets waar de officier van justitie over gaat.

Page 114: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit Anders straffen: HALT 19 A De meeste jongens vinden het stoer en spannend om vuurwerk af te steken. Veel meisjes

vinden het juist eng en gevaarlijk.

B Het doel van een Halt-straf is dat jongeren zich beter gaan gedragen. Excuus aanbieden hoort bij de straf omdat je dan tegen het slachtoffer eerlijk moet zeggen dat je spijt hebt.

20 Voorbeeldantwoorden:

Als ik bij Halt zou werken, dan geef ik Frenk deze straf: - Werkstraf van 13 uur: schoonmaken van straten en tuinen. - Excuus aanbieden aan eigenaren vuilniscontainers. - (eventueel nog) Een werkstuk maken over alcohol.

Als ik bij Halt zou werken, dan geef ik Kim deze straf: - Werkstraf van 9 uur. - Terugbetalen van de kasverschillen. - Excuusbrief aanbieden aan de bedrijfsleider. - (eventueel nog) Een werkstuk maken met als onderwerp: je hebt een eigen winkel en je

merkt dat personeel steelt. Hoe vind je dat dan en hoe ga je ermee om? 21 A Voorbeeldantwoord:

Politiemedewerkers moeten ongestoord hun werk kunnen doen. Zeker als iemand in levensgevaar is of als er sprake is van een noodsituatie.

B Voorbeeldargumenten: - JA, want: anders kunnen hulpverleners hun werk niet goed doen. - NEE, want: agressie is altijd fout, maakt niet uit tegen wie.

Page 115: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H5 Schuldig of onschuldig? 1. Voorbeeldargumenten:

- TE HOOG, omdat hij inziet dat hij heel stom is geweest. Een taakstraf van 40 uur is dan zwaar genoeg.

- PRECIES GOED, omdat hij voor de eerste keer in de fout ging. Dan is een gevangenisstraf veel te zwaar.

- TE LAAG, omdat hij met een mes probeerde te steken. Johan moet daarvoor de gevangenis in.

2. Als een getuige liegt, kan een onschuldige (verdachte) gevangenisstraf krijgen.

Een verdachte hoeft niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken. 3. De officier van justitie wil de schuld van de verdachte bewijzen.

De advocaat wil de onschuld van een verdachte aantonen. 4. Een uitspraak van de rechtbank noemen we een vonnis. 5. De officier is de rechtszaak begonnen omdat hij besloot tot vervolgen. De rechter bepaalt

daarna of iemand schuldig is en een straf verdient.

* 6. De vragen die de rechter stelt: 1. Gaat het om een strafbaar feit? 2. Heeft de verdachte het gedaan? 3. Is de verdachte strafbaar?

* 7. Een haartje of peuk geeft aan dat de verdachte op de plek van het misdrijf was, maar bewijst

niet dat hij het misdrijf heeft gepleegd.

* 8. a. De rechter geeft tbs als een persoon geestelijk gestoord is en een gevaar voor de samenleving (ontoerekeningsvatbaar) is. Hij wordt dan opgenomen in een speciale kliniek.

b. Vier jaar gevangenisstraf met tbs kan een zwaardere straf zijn, omdat iemand die naar een tbs-kliniek moet niet weet hoe lang hij daar moet blijven.

9 A

B Dat de verdachte niet echt slim is. Of: Dat de verdachte zijn advocaat verkeerd begrijpt.

C

A

B

Page 116: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

10 Uitspraak Persoon 1. “Ik wil tot slot nog zeggen dat het mij spijt.” verdachte 2. “Ik kan niet met zekerheid zeggen dat het de verdachte was.” getuige 3. “Ik acht het ten laste gelegde bewezen.” rechter 4. “Gezien de ernst van het misdrijf vind ik dat de verdachte een hoge straf verdient.” officier van justitie 5. “Ik hoop dat de rechter rekening wil houden met de persoonlijke omstandigheden

van de verdachte.” advocaat

* 11

Voorbeeldantwoorden:

A In de rechtszaal probeerde de advocaat de rechter te overtuigen dat de verdachte geen gevaarlijke crimineel was.

B Als een crimineel door de rechter schuldig wordt bevonden, loopt hij het risico dat hij naar de gevangenis moet.

C De advocaat van de crimineel is het niet eens met het vonnis dat is uitgesproken. D In het vonnis staat dat de crimineel naar de gevangenis moet.

12 Eigen uitwerking leerling.

* 13 1. Gaat het om een strafbaar feit? JA, namelijk doodslag. 2. Heeft de verdachte het gedaan? JA, de rechtbank vindt dat bewezen. 3. Is de verdachte strafbaar? NEE, hij was ontoerekeningsvatbaar. 4. Straf: vrijspraak.

14 A De rechter kan alle drie vragen met ‘ja’ beantwoorden.

B Voorbeeldantwoorden: ZWAARDERE straf, want een taakstraf van 150 uur is te weinig voor wat ze gedaan heeft. LICHTERE straf, want ze heeft niet de bedoeling gehad iemand te verwonden en doden. Of: LICHTER, want ze is door alle gebeurtenissen al genoeg gestraft. DEZELFDE straf, want ze wordt zo wel gestraft, maar ook weer niet heel heftig.

Page 117: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit H6 Hoe krijgen we de criminaliteit omlaag? 1. De straf als afschrikking en wraak. 2. AZ wilde dat de supporters gingen inzien dat ze met de scheldwoorden mensen kwetsen. 3. a. Eigen uitwerking leerling.

b. Verbetering van het gedrag, want de persoon is dood. 4. Met een boete bereik je de volgende doelen: afschrikking en gedrag verbeteren. 5. a. Bij lik-op-stukbeleid worden daders al na een paar dagen veroordeeld tot een straf.

* b. Bij veel delicten is eerst een grondig onderzoek naar bewijzen nodig. Dat lukt niet in een paar dagen.

6. Door sociale controle probeer je te voorkomen dat er criminaliteit plaatsvindt. 7. Voorbeeldantwoord:

Preventie hoort er niet bij, want daarbij gaat het om criminaliteit voorkomen. De andere drie hebben te maken met straffen.

8. a. Linkse partijen willen vooral dat de overheid preventieve maatregelen neemt.

b. Een uitspraak van een rechtse politicus, want die zijn voorstander van een harde aanpak. 9 1.: veiligheid van de samenleving, wraak; 2.: gedrag verbeteren; 3.: wraak, veiligheid van de

samenleving; 4.: afschrikken, gedrag verbeteren, veiligheid van de samenleving; 5.: afschrikken, gedrag verbeteren

10 A Als je ontoerekeningsvatbaar bent. Of: als je moeite hebt je driften te beheersen.

B Gevaarlijke mensen kunnen dan een tijdlang geen misdrijven plegen. C Voorbeeldantwoorden:

- Kijkers kunnen nu zien dat tbs geen slappe straf is. - Kijkers kunnen nu zien dat tbs’ers kunnen veranderen.

11 A Krantenkop 1 (Koos A.) gaat over repressie.

Krantenkop 2 (app Buurt-Alarm) gaat over preventie. B Voorbeeldantwoord:

Krantenkop 2, omdat het CDA graag wil dat burgers elkaar helpen. 12 Voorbeeldantwoord:

De tekening gaat over: de vraag of gevangenisstraf helpt om iemands gedrag te verbeteren. De tekenaar wil zeggen dat: veroordeelden in de gevangenis verkeerd gedrag van elkaar leren. Ik vind: Eigen uitwerking leerling.

13 Eigen uitwerking leerling.

Page 118: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit Softdrugs: stoppen met het gedoogbeleid? 14 A Omdat de gezondheidsrisico’s van harddrugs veel groter zijn dan die van softdrugs.

B Door coffeeshops verloopt de verkoop gecontroleerd en hoeven mensen niet bij criminele dealers te kopen.

C Blowen is niet onschuldig, want: - het kan de hersenen onherstelbaar beschadigen; - het is schadelijk voor de longen; - het kan psychische problemen versterken; - het kan tot verslaving leiden.

D Voorbeeldantwoorden: Voordeel: het drugstoerisme leidt tot veel buitenlandse bezoekers. Dat is goed voor de economie van Amsterdam. Nadeel: door het drugstoerisme heeft de GGD veel meer werk en door gebruikers die stoned zijn wordt de stad onveiliger.

E Voorbeelden van conclusies: - In de groep van 15-25 jaar wordt verhoudingsgewijs veel meer geblowd. - In alle groepen is het percentage verslaafden even groot, namelijk 1 procent. - In de groep van 46-65 jaar zijn maar heel weinig cannabisgebruikers.

15 A Dat criminelen er geen geld meer aan kunnen verdienen.

B Voorbeeldantwoorden: Ja, want de overheid gaat het regelen, dus blijkbaar is ze ook voor het gebruik van wiet. Nee, want de overheid doet het om de criminaliteit te bestrijden, niet omdat ze wiet

normaal vindt. 16 Eigen uitwerking leerling.

Page 119: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Als je geen rekening houdt met anderen vertoon je asociaal gedrag. Dat is niet verboden. Strafbaar gedrag wel; dat betekent dat je wetsregels overtreedt. Een overtreding is een strafbaar feit dat minder ernstig is. Als je voor een misdrijf wordt opgepakt, kun je worden verhoord of zelfs vastgehouden door de politie. Er gelden zwaardere straffen voor en je krijgt een strafblad. Met criminaliteit bedoelen we alle misdrijven die in de wet staan. Criminaliteit is tijdgebonden, dat betekent dat onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen. Criminaliteit is ook plaatsgebonden, dat betekent dat wat in Nederland is toegestaan in een ander land strafbaar kan zijn.

* Als mensen strafbare feiten plegen, kan er sprake zijn van materiële en van immateriële schade. Hoofdstuk 2 Bij het plegen van strafbare feiten door jongeren kunnen risicofactoren een rol spelen, zoals een slechte opvoeding, groepsdruk, alcohol en drugs, biologische factoren en spijbelen.

* Er zijn ook algemene omstandigheden die crimineel gedrag kunnen versterken: de normen zijn minder streng geworden, er is minder sociale controle en de pakkans is kleiner. In grote steden is de kans groter dat je met criminaliteit in aanraking komt dan elders. Jongens komen vaker met de politie in aanraking dan meisjes. Ook jongeren tussen de 16 en de 23 jaar plegen vaker misdrijven dan andere leeftijdsgroepen. Politiecijfers zijn nuttig, maar worden wel sterk beïnvloed door dingen waar de politie voorrang aan geeft. Hoofdstuk 3

* Volgens de persoonlijkheidstheorie van Freud is criminaliteit een gevolg van stoornissen. Als je geweten niet goed genoeg ontwikkeld is, kun je je oerdriften niet beheersen en is de kans op crimineel gedrag groter. Volgens de bindingstheorie houden bindingen mensen op het rechte pad. Volgens de aangeleerd-gedragtheorie worden misdadigers niet zo geboren, maar nemen zij crimineel gedrag over van foute vrienden (of familieleden). De etiketteringstheorie gaat ervan uit dat ex-criminelen zich gaan gedragen naar het etiket dat zij krijgen opgeplakt van de omgeving. Volgens de gelegenheidstheorie kiezen mensen steeds wat het voordeligst voor ze is. Hoogstwaarschijnlijk gaat het bij criminaliteit om een combinatie van al deze factoren. Hoofdstuk 4 Je bent een verdachte als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. De politie mag je dan fouilleren, arresteren en je huis doorzoeken. Na het onderzoek schrijft de politie een proces-verbaal. Verdachten tussen 12 en 18 jaar die van een licht misdrijf worden verdacht, kunnen naar Halt gestuurd worden. Er komt dan geen rechtszaak en je krijgt geen strafblad. Bij gewone zaken wordt het proces-verbaal naar de officier van justitie gestuurd. Deze kan de zaak seponeren (dus geen verdere stappen ondernemen), een schikking voorstellen of de verdachte voor de rechter brengen (vervolgen). De politie mag soms bijzondere maatregelen nemen om de criminaliteit aan te pakken. Zo’n maatregel roept veel discussie op.

Page 120: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Hoofdstuk 5 Als een verdachte voor de rechter moet komen, ontvangt hij een dagvaarding. De officier van justitie leest de aanklacht voor, er worden getuigen gehoord en de advocaat de verdachte probeert aan te tonen dat hij onschuldig is of een lichte straf verdient. De rechter doet uiteindelijk uitspraak, ook wel vonnis genoemd. Om zeker te weten dat een rechtszaak eerlijk verloopt, zijn rechters in Nederland onpartijdig en onafhankelijk.

* Een rechter moet drie vragen beantwoorden: gaat het om een strafbaar feit, heeft de verdachte het gedaan en is hij strafbaar? Als iemand geestelijk gestoord is, heeft hij geen schuld, maar kan hij wel tbs opgelegd krijgen. Hoofdstuk 6 De rechter kan een hoofdstraf opleggen, een boete, gevangenisstraf of een taakstraf en eventueel ook nog een bijkomende straf. Er zijn verschillende redenen om te straffen: om mensen af te schrikken, om het gedrag van de dader te verbeteren, om de samenleving veiliger te maken en om wraak te nemen. Ondanks alles is er toch nog veel criminaliteit. Mogelijke oplossingen zijn: zwaardere straffen, meer lik-op-stukbeleid, meer taak- en leerstraffen en preventie (door bijvoorbeeld camera’s te plaatsen). Linkse politieke partijen vinden vooral een preventieve aanpak van criminaliteit goed, terwijl rechtse politieke partijen vooral een repressieve aanpak willen: meer lik-op-stukbeleid en langer straffen van criminelen.

Page 121: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Criminaliteit Begrippenlijst Asociaal gedrag is geen rekening houden met anderen. Strafbaar gedrag is het overtreden van wetsregels. Een delict is een strafbaar feit. Een overtreding is een strafbaar feit dat minder erg is. Een misdrijf is een ernstig strafbaar feit. Een strafblad krijg je als je een misdrijf pleegt. Onder criminaliteit verstaan we alle misdrijven zoals die in de wet staan. Criminaliteit is plaatsgebonden, omdat wat in Nederland is toegestaan, in een ander land strafbaar kan zijn. Criminaliteit is tijdgebonden, omdat onze ideeën over wat strafbaar is veranderen.

* Materiële schade is schade die je kunt berekenen in geld.

* Niet-materiële schade is schade die je niet in geld kunt uitdrukken. Risicofactoren voor crimineel gedrag zijn omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.

* Met de pakkans bedoelen we de kans dat je wordt opgepakt.

* Volgens de persoonlijkheidstheorie is criminaliteit een gevolg van psychologische stoornissen.

* Volgens de bindingstheorie zorgen bindingen met familie, klasgenoten en vrienden ervoor dat je geen criminele dingen doet.

* Volgens de aangeleerd-gedragtheorie is crimineel gedrag aangeleerd en neem je het over van foute vrienden of van familieleden.

* Volgens de etiketteringstheorie gaat iemand zich crimineel gedragen wanneer hij of zij als een crimineel wordt gezien.

* Volgens de gelegenheidstheorie kiezen mensen steeds wat het voordeligst voor ze is. Een verdachte is iemand die volgens de politie waarschijnlijk iets strafbaars heeft gedaan. Een proces-verbaal is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte. Een officier van justitie beslist wat er met een verdachte gaat gebeuren. Seponeren is dat de verdachte niet voor de rechter komt en geen straf krijgt. Schikken is dat de verdachte een boete krijgt en niet voor de rechter hoeft te komen.

Page 122: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Met vervolgen bedoelen we dat de verdachte voor de rechter moet komen. Een dagvaarding is een oproep om voor de rechter te verschijnen. Een advocaat heeft als taak de verdachte te helpen.

* Tbs betekent terbeschikkingstelling. De dader komt dan in een tbs-kliniek. Het vonnis is de beslissing van de rechter. Hoofdstraffen zijn een geldboete, een gevangenisstraf of een taakstraf. Een bijkomende straf is bijvoorbeeld dat je je rijbewijs moet inleveren na dronken of te hard rijden. Repressie is onderdrukking. Bij een lik-op-stukbeleid worden de daders sneller veroordeeld. Preventie is het voorkomen van criminaliteit.

Page 123: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties H1 De mens als sociaal wezen 1. Omdat bindingen heel belangrijk zijn voor mensen. We kunnen bijna niet leven zonder

contacten met anderen. 2. Relaties zorgen voor sociale cohesie in de maatschappij. Mensen hebben dan het

gevoel dat ze bij elkaar horen. 3. Voorbeeldantwoord:

1. Je baas (bijbaan). 3. Je leraar en coach. 2. Winkeliers. 4. Conciërges en docenten van je school.

4. Bijvoorbeeld als ze samen een zaak hebben of als collega’s bij dezelfde baas werken. 5. BEIDE, omdat het volgens hem bij het coachen van vrouwen ook gaat om het gevoel. 6. a. Met de seksuele moraal wordt bedoeld hoe er over seks wordt gedacht.

b. De mensen die de vragen hebben beantwoord meten met twee maten: ze geven aan zichzelf veel meer (seksuele) vrijheid dan aan hun partner.

7. Voorbeeldantwoorden:

De leider van een groep kan andere leden van de groep aansporen om één persoon te gaan pesten. Of: Mensen in de groep met minder macht worden eerder gepest. Of: Mensen in de groep met minder macht kun je pesten zonder gevolgen voor jezelf.

* 8. Voorbeelden van argumenten:

- EENS, omdat een liefdesrelatie gebaseerd moet zijn op gelijkwaardigheid van de partners.

- ONEENS, omdat mensen nu eenmaal verschillende karakters hebben. Verlegen mensen zijn soms blij met een partner die van nature de beslissingen neemt.

9 Voorbeeldantwoord:

Foto 3 hoort er niet bij, omdat het daar om een persoonlijke relatie gaat. Op de andere drie foto’s gaat het om functionele relaties. Of: Foto 3 hoort er niet bij, omdat daar machtsverschillen geen rol spelen. Bij de drie andere foto’s spelen die wel een rol.

10 A Voorbeelden van een goed antwoord:

Machtsverschillen: mannen in een machtspositie maken misbruik van hun macht. Seksuele moraal: mannen denken makkelijker over seks dan vrouwen. Of: in Hollywood is de seksuele moraal anders dan in de rest van de wereld.

B Voorbeeldantwoorden: Om te laten zien dat het probleem veel vaker voorkomt dan mensen denken. Of: Om mensen in een vergelijkbare positie te laten zien dat ze niet de enigen zijn. Of: Omdat ze het probleem van seksuele intimidatie bespreekbaar willen maken.

C Bellen met het Centrum Seksueel Geweld: 0800-0188.

11 Eigen uitwerking leerling.

Page 124: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties H2 In voor- en tegenspoed 1. WEL een functionele relatie met elkaar, want er zijn rechten en plichten aan de relatie

verbonden.

2. Als je gaat trouwen, ga je ook een zakelijke relatie met elkaar aan. Je moet weten wat je doet en dat

lukt niet als je dronken of stoned bent. 3. Eigen uitwerking leerling. 4. Voorbeeldantwoorden:

De receptie, trouwtaart samen aansnijden, openingsdans, witte duiven laten opvliegen, gooien met rijst, bij het toasten samen uit één glas drinken.

5. a. Verschillen:

- In Turkije zitten de bruid en bruidegom een uurtje apart in een kamer. In Nederland gebeurt dat niet.

- In Turkije komen enkele honderden (ook onbekende) gasten. In Nederland familie en vrienden.

- Cadeaus in Turkije zijn juwelen en gouden armbanden. In Nederland vaak persoonlijke geschenken.

b. Overeenkomsten: - Witte trouwjurk voor de vrouw en de man in pak. - Het bruidspaar geeft een bruiloftsfeest. - Het bruidspaar krijgt cadeaus.

6. Dat komt door de emancipatie. Vroeger verdiende de man de kost en moest de vrouw

voor het huishouden zorgen. Nu hebben veel vrouwen ook een baan en maken ook carrière.

7. Als je trouwt, beloof je elkaar te steunen in goede tijden, maar ook in slechte tijden. 8. In sommige landen mogen volgens de seksuele moraal alleen mensen van verschillend

geslacht seks met elkaar hebben. Daar past dan geen homohuwelijk bij. 9 A Een huwelijk is NIET mogelijk, want je kunt niet met twee mensen tegelijk getrouwd

zijn. B Nagaan of de partner bij zijn/haar volle verstand is. Zo niet, dan kan het huwelijk niet doorgaan.

10 A Voorbeeldantwoorden:

1. Waarde: liefde. Norm: je moet lief/aardig tegen je partner zijn. Of: Je moet alles voor je partner over hebben.

2. Waarde: romantiek. Norm: je moet aandacht voor elkaar hebben. B Voorbeeldantwoord:

Een geëmancipeerd meisje zou zelf haar boeken dragen. Zij wil niet afhankelijk zijn van een man, maar regelt haar eigen zaken zelf.

C Eigen mening leerling. 11 A Voorbeeldantwoorden:

Page 125: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Je kan niet spontaan meer een (romantisch) weekend weg; De verantwoordelijkheid voor een kind

geeft stress en dat is nadelig voor de relatie; Je hebt minder tijd voor jezelf en/of elkaar; Je kan

ruzie krijgen over de opvoeding. B Voorbeeldantwoorden: JA, want het is een enorme verantwoordelijkheid en het is goed als je daar op

voorbereid wordt. JA, want wie weet voorkomt het echtscheidingen of andere problemen. NEE, want het lukt mensen al eeuwen om kinderen op te voeden zonder dat daar

cursussen voor waren. NEE, want ieder mens is anders, een cursus kan nooit aan al die verschillen recht doen. 12 A-B Eigen uitwerking leerling.

Page 126: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties H3 Als de relatie stukloopt 1. Omdat een huwelijk bij wet geregeld is, moet het ook bij wet beëindigd worden. 2. Ja dat mag, want Carolien is 17 en valt dus nog onder het ouderlijk gezag. 3. Voorbeeldantwoord:

- Als een van de partners er na de scheiding in inkomen erg op achteruitgaat. - Als een van de partners voor de kinderen gaat zorgen.

4. ● Rechten

- Beslissen naar welke school het kind gaat. - Het geld voor het kind beheren. - Beslissen of het kind een operatie moet ondergaan. - Beslissen of het (minderjarige) kind mag trouwen.

● Plichten - Het kind opvoeden. - Het kind verzorgen.

5. Als de ouders het niet eens worden, dan stelt de rechter een ouderschapsplan op. Aan

dat plan moeten de ouders zich houden. Of: Als de ouders het niet eens worden, dan gaan ze naar een mediator. Die bemiddelt tussen de twee om samen tot een ouderschapsplan te komen.

* 6. - Vroeger keurde de kerk echtscheiding af. Nu houden nog maar weinig mensen zich

aan de richtlijnen van de kerk. - Veel vrouwen hebben nu een baan en zijn daardoor niet meer afhankelijk van het

inkomen van hun man.

* 7 Meer echtscheidingen blz. 183

8 A Dat je vooraf vastlegt wat van wie is.

B Als Harry en Meghan gaan scheiden dan krijgt ieder de helft. C Eigen antwoord leerling. 9 A Haar vader, want Dinja woont bij haar moeder en wordt door haar verzorgd. Het gaat

om kinderalimentatie.

Page 127: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

B Voorbeeldantwoorden: - NIET EENS, omdat de ouder die lang voor de kinderen heeft gezorgd minder

kans heeft op een goedbetaalde baan. - EENS, omdat de partners na een scheiding geen verplichtingen meer

tegenover elkaar hebben. Geen partneralimentatie dus.

Page 128: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

10 Als je trouwt, heb je ook plichten, dus d. je kunt dan niet zomaar uit elkaar gaan. Als ouders gaan scheiden wordt er e. een ouderschapsplan opgesteld. Als het niet lukt om afspraken te maken, a. bepaalt de rechter wat er gebeurt. De partner die na een scheiding de kinderen c. niet verzorgt, moet kinderalimentatie betalen. Als ex-partners niet hetzelfde verdienen, f. moet een van beiden partneralimentatie betalen. Tot je 21 jaar bent moeten je ouders b. financieel voor je blijven zorgen.

Page 129: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties H4 Alleen of samen? 1. Bijvoorbeeld samenwonen, alleenstaand, eenoudergezin, adoptiegezin, pleeggezin,

woongemeenschap, latrelatie. 2. Voorbeeldantwoorden:

- WEL mee eens, want zo’n relatie is minder vast dan een huwelijk. - NIET mee eens, want ook een huwelijk is geen garantie dat de relatie lang duurt.

3. Voorbeeldvragen:

- Is het ’s winters wel warm in de woonwagen? - Mis je het gemak van een gewoon huis niet? - Mis je een aantal luxe dingen niet?

4. Voorbeeldantwoorden:

- Je bent veel vaker thuis, want kinderen hebben aandacht nodig. - Je krijgt interesse in zaken die kinderen bezighouden: speelgoed, tv-programma’s,

enzovoort. - Je bent opeens verantwoordelijk voor iemand die niet voor zichzelf kan zorgen.

5. Door de individualisering vinden mensen hun eigen geluk het allerbelangrijkste. Als dat

niet haalbaar is in een relatie, gaan ze scheiden en zoeken ze een nieuwe levenspartner. Of: Door de individualisering vinden ook vrouwen het belangrijk zelf een inkomen te hebben en onafhankelijk te zijn. Daardoor kunnen ze sneller besluiten te scheiden.

6 A HUWELIJK hoort er niet bij, want dat is een traditionele relatie. De andere drie

relatievormen zijn van de moderne tijd en kwamen vroeger nauwelijks voor. Of: ZELFSTANDIG hoort er niet bij, want dan woon je alleen. Bij de andere drie woon je samen met één of meer personen.

B KERK hoort er niet bij, want dat past niet bij trouwen voor de wet. De andere drie begrippen hebben te maken met het wettelijk huwelijk.

*C ECHTSCHEIDING hoort er niet bij, want dat past bij het traditionele huwelijk. De andere drie begrippen passen bij moderne vormen van samenleven.

7 A Redenen:

- ‘Omdat je van elkaar houdt.’ - ‘Voor de kinderen.’ - ‘Omdat het zo hoort.’ - Om te voldoen aan de wensen van de ouders. - Omdat het geloof dat voorschrijft. - Omdat het leuk en/of romantisch is. - Om praktische redenen.

B Voorbeeldantwoorden: - Als proefperiode: om te kijken of samenleven wel bevalt. - Uit elkaar gaan is dan veel makkelijker. - Bij samenwonen heb je minder wettelijke plichten tegenover elkaar. - Uit geldgebrek: aan trouwen zit vaak een dure bruiloft vast. - Om zich af te zetten tegen ouders/de maatschappij: juist omdat het zo hoort,

doen ze het niet.

Page 130: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

- Trouwen is alleen maar traditie, het voegt niets toe als je niet traditioneel maar modern denkt.

8 A Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en zijn betrokken bij de

schoolprestaties. B Voorbeeldantwoorden:

JA , want ik mag niet beslissen wie er wél informatie over mij krijgt en wie niet. NEE, want ik heb niets te verbergen.

C Voorbeeldantwoorden: Ouders mogen wel zien: cijfers, absentie (het aantal uren dat ze spijbelen). Ouders mogen niet zien: huiswerk niet gemaakt, te laat gekomen.

Page 131: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties Soms loopt het anders 9 A Femke leefde een groot deel van haar jeugd bij haar opa en oma. In een

standaardgezin word je . opgevoed door je ouders. B Voorbeeldantwoord:

Grootouders zijn vaak niet op de hoogte van moderne muziek, media, communicatiemiddelen en gewoonten van jongeren (chillen). Dat kan tot onbegrip en conflicten leiden.

C Voorbeeldantwoord: - Femke, aan welke zaken merk je dat het leeftijdsverschil tussen jou en je opa

groot is? - Femke, hoe reageren je klasgenoten als je vertelt dat je bij je opa en oma

woont? 10 A Een fasehuis is er voor jongeren die door problemen niet meer bij hun ouders kunnen

wonen, maar nog niet zelfstandig genoeg zijn om op zichzelf te gaan wonen.

B Redenen: - Job kon niet omgaan met de ruzies tussen zijn ouders. - Hij was woedend op zijn vader en had een vechtpartij met hem.

C Voorbeeldantwoord: Job, hoe is de relatie met je zusjes nu?

11 A Voorbeeldantwoord:

Melissa moet zich veel volwassener gedragen dan haar leeftijdgenoten, want ze heeft de verantwoording voor twee kleine kinderen.

B Ja, dat had gekund omdat ze moeder was. Ze had nog wel toestemming nodig van haar ouders.

C Dat had de vader moeten doen, want Melissa zorgde voor de kinderen en hij deed dat niet.

D Voorbeeldantwoord: Melissa, je hebt veel voordelen gehad aan je deelname aan het programma Vier Handen Op Eén Buik. Maar heb je ook nadelen ervaren?

* E In Nederland spreken veel ouders openlijk met hun dochters over voorbehoedsmiddelen. In andere landen rust daar nog een taboe op. Of: In Nederland is de individualisering sterker dan in andere landen. Jonge meiden gaan liever doorleren dan voor kinderen zorgen.

* F In die periode beschouwden veel jongeren seks niet meer als een taboe. Het was de tijd van de seksuele revolutie. Tot die tijd was de heersende seksuele moraal: over seks praat je niet en seks voor het huwelijk is zondig. Tegelijkertijd waren voorbehoedsmiddelen nog niet algemeen beschikbaar.

* G Daarvoor zijn twee redenen: Vanaf 1970 hoefde je geen doktersrecept meer te hebben voor de anticonceptiepil. Bovendien waren toen ook andere voorbehoedsmiddelen, zoals condooms,

algemeen beschikbaar.

Page 132: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties Samenvatting Hoofdstuk 1 We spreken van een relatie als je met iemand een binding hebt. Mensen hebben allerlei relaties en zijn daarom sociale wezens. Een relatie kan persoonlijk zijn, gebaseerd op gevoelens van vriendschap en liefde. Bij functionele relaties spelen verplichtingen en afspraken een grote rol. Je seksuele moraal, dus hoe je denkt over seks, wordt bepaald door je geloof en opvoeding. Met de dubbele moraal wordt bedoeld dat er voor jongens vaak andere normen gelden dan voor meisjes. In relaties is er soms sprake van een verschil in macht, bijvoorbeeld door een verschil in leeftijd of inkomen. Hoofdstuk 2 Als je trouwt, ga je niet alleen een persoonlijke relatie, maar ook een zakelijke relatie aan. Het huwelijk kent namelijk rechten en plichten. Echtgenoten moeten volgens de wet elkaar helpen en bijstaan, meebetalen in de kosten van het huishouden en samen hun kinderen verzorgen en opvoeden. Je mag trouwen als: - je nog niet getrouwd bent; - je weet wat je doet tijdens de ceremonie; - je 18 jaar of ouder bent en - je geen directe familie bent. Je mag dus niet trouwen met je vader, moeder, opa, oma,

neef, nicht, broer of zus. Vroeger was het niet gebruikelijk om met een partner te trouwen met een andere afkomst of een ander geloof. Tegenwoordig vinden er steeds meer gemengde huwelijken plaats. Ook is het door de emancipatie normaal geworden dat vrouwen blijven werken. Dat was vroeger anders. Toen was er meer een traditionele rolverdeling. Hoofdstuk 3 Bij een scheiding moet een rechter toestemming geven. Als er kinderen zijn, geeft de rechter alleen toestemming als er een goed ouderschapsplan is opgesteld. De zorg van ouders voor kinderen noemen we het ouderlijk gezag. Je kunt trouwen in gemeenschap van goederen; alle bezittingen en schulden worden dan van beide partners. Je kunt ook trouwen op huwelijkse voorwaarden, dan leg je bij een notaris vast wat van wie is. Na een scheiding moet iemand soms kinderalimentatie en/of partneralimentatie betalen.

* Het aantal scheidingen is toegenomen doordat de kerk minder invloed heeft en doordat vrouwen financieel onafhankelijker zijn. Hoofdstuk 4 Twee mensen die niet willen trouwen, kunnen ook een samenlevingscontract sluiten. Niet alle kinderen groeien op in een standaardgezin. Sommige kinderen zijn geadopteerd of worden opgevoed door twee vaders of twee moeders (dat komt steeds vaker voor sinds het homohuwelijk is toegestaan). Je kunt ook opgroeien in een eenoudergezin, een pleeggezin

Page 133: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

of een samengesteld gezin. Je kunt ook in een woongemeenschap wonen of alleen wonen.

* Individualisering houdt in dat mensen willen worden gezien als een zelfstandig individu en niet alleen als onderdeel van een gezin. In sommige culturen is dit minder belangrijk. De manier waarop we met anderen leven is dus afhankelijk van tijd, plaats en groep.

Page 134: Thema’s Maatschappijleer voor VMBO · 2018-09-05 · Wat is maatschappijleer? H3 Hoe onderzoek je de samenleving? 1. Discriminatie is een maatschappelijk probleem: - Veel mensen

Relaties Begrippenlijst Wij zijn sociale wezens, omdat we contacten met andere mensen nodig hebben. Een persoonlijke relatie heeft als kenmerk gevoelens van vriendschap en liefde. Een functionele relatie is gebaseerd op verplichtingen en afspraken. De seksuele moraal is de manier waarop er over seks wordt gedacht. Met dubbele moraal wordt bedoeld dat voor jongens andere normen gelden dan voor meisjes. Als er sprake is van machtsverschillen dan is de één de baas over de ander. Een trouwambtenaar regelt een huwelijk voor de burgerlijke stand. Rituelen zijn handelingen met een speciale symbolische waarde. Een gemengd huwelijk is een huwelijk tussen mensen met een verschillende religie, nationaliteit of cultuur. Rolverdeling betekent dat de maatschappij verwachtingen heeft hoe iemand zich behoort te gedragen. Emancipatie is dat vrouwen zich niet meer schikken in een ondergeschikte positie. Trouwen in gemeenschap van goederen houdt in dat alle spullen gemeenschappelijk bezit van de beide partners zijn. Trouwen op huwelijkse voorwaarden houdt in dat een notaris vastlegt wat van wie is. Een echtscheiding is een ontbinding van het huwelijkscontract door de rechter. Alimentatie is een maandelijkse bijdrage aan de kosten van het levensonderhoud na een scheiding. Het ouderlijk gezag betekent de wettelijke plicht om je kinderen op te voeden en te verzorgen. Een ouderschapsplan is een geheel van afspraken over de kinderen, opgesteld door ouders die gaan scheiden. Een samenlevingscontract is een overzicht van de spullen van twee partners.

* Individualisering betekent dat mensen gezien willen worden als zelfstandig individu en niet alleen als onderdeel van een gezin.