H3 de Grieken

Griekenland 1000-700 v. C.

Landbouwsamenleving Landbouwstedelijke samenleving

150 volledig zelfstandige gemeenschappen

In plaats van een grote staat (Egypte)

POLEIS=

Polis = stadsstaat (stad met gebied eromheen)

eigen regering

eigen leger

agora

goed verdedigbaar hoog punt = Akropolis

burcht

tempels

akropolis

Producten Griekse landbouw

Slechts twintig procent van het land beschikbaar voor landbouw

Oplossing

Emigratie

Hellas

Via handelscontacten met de

Feniciers: het alfabet

Via handelscontacten met Lydiers:

het geld

Agora = (stads)plein

Stoa Lange zuilenhal

Ontmoetingsplek voor vrienden, handelaars en politici

Ook onderwijs

Sociale en politieke hart van een polis

Markt

Sociale verhoudingen Athene

Egypte

Vrije volwassen mannen

Geboren in de stadstaat

Inwoners niet in de stad geboren

vrouwen

slaven

Athene

Grootgrondbezitters

Mannen in loondienst

Aanzien afhankelijk van grondbezit en zelfstandigheid

Geen grondbezit

Handel en nijverheid

Weinig rechten

Huishouding en opvoeding kinderen

Privébezit eigenaar

Geen rechten

Sociale verhoudingen Sparta

Vrije Spartaanse burgers

Perioiken

Tweederangs burgers ‘omwonenden’

Eigen bestuur, handel en nijverheid

Onderworpenen