2 vwo h3 - ak

74
HOOFDSTUK 3 Europa, van de bergen naar de zee Discussie: hoe ontstaan bergen?

Transcript of 2 vwo h3 - ak

Page 1: 2 vwo   h3 - ak

HOOFDSTUK 3

Europa, van de bergen naar de zee

Discussie: hoe ontstaan bergen?

Page 2: 2 vwo   h3 - ak

IN GROEPJES VAN 3 OF 4 BASISBOEK NR. 56, 58, 63, 651. Wat zijn endogene krachten?2. Wat is een ‘plooiingsgebergte’ ?3. Wat zijn exogene krachten?4. Wat is het verschil in gebergten? (B58)5. Wat is verwering?6. Wat is erosie?

Bij vraag 1, 3 en 5 geef je ook een VOORBEELDBij 2,4 en 6 maak je ook een TEKENING

Page 3: 2 vwo   h3 - ak

ENDOGENE/EXOGENE KRACHTEN Endogene = krachten van binnenuit de aarde. Denk aan het bewegen van de platen/schollen, vulkanisme, aardbevingen.

Exogene = krachten van buiten de aarde. Zoals verwering, erosie.

Page 4: 2 vwo   h3 - ak

DE PLATEN (OF SCHOLLEN) BEWEGEN

Page 5: 2 vwo   h3 - ak

PANGEA Supercontinent +- 250 miljoen jaar geleden. Maar de continenten bewegen: http://www.geologievannederland.nl/tijd/nederland-op-de-wereldbol

Page 6: 2 vwo   h3 - ak

Divergent Transforme platen Convergent

Page 7: 2 vwo   h3 - ak

PLOOIINGSGEBERGTEWanneer twee platen tegen elkaar botsen

Page 8: 2 vwo   h3 - ak

JONG VS OUD Jonge bergen: Steile hellingen, spitse bergtoppen, diepe dalen

Oude bergen: Flauwe hellingen, afgeronde toppen, lager

Page 9: 2 vwo   h3 - ak

HOE WORDEN BERGEN KLEINER?Erosie

Verwering

Page 10: 2 vwo   h3 - ak

VERWERINGHet verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei.

Page 11: 2 vwo   h3 - ak

Soorten (mechanische) verwering

1)      Vorstverwering. In koude klimaten komt water in kleine scheuren in gesteente. ’s Nachts bevriest dit water en zet uit. Overdag dooit het weer en ’s nachts bevriest het weer en zo voort. Na een poos scheurt het gesteente omdat de scheuren steeds dieper worden doordat het water het gesteente uit elkaar drukt elke keer wanneer het bevriest.2)      Insolatie. In woestijnachtige gebieden verschilt de temperatuur overdag en ’s nachts erg. Door de verschillen in temperatuur krimpt en zet het gesteente telkens uit. Hierdoor ontstaan scheuren en zal het gesteente uiteindelijk uiteenvallen.3)      Verwering door flora. Wortels van planten kruipen in kleine scheuren in gesteente en groeien daar door waardoor het gesteente uit elkaar gedrukt wordt. 

Page 12: 2 vwo   h3 - ak

VERWERINGSplijtvorst

Page 13: 2 vwo   h3 - ak

VERWERING

zonverwering

Biologische verwering

Page 14: 2 vwo   h3 - ak

EROSIE De uitschurende werking van water (rivieren en zee), ijs en wind met daarin sediment als schuurmiddel, onder invloed van de zwaartekracht. Het landschap wordt hierdoor steeds verder afgebroken.

Page 15: 2 vwo   h3 - ak

EROSIE

Mariene erosie: erosie door water van de zee.

Page 16: 2 vwo   h3 - ak

EROSIEGlaciale erosie = erosie door (land)ijs

Page 17: 2 vwo   h3 - ak

EROSIEErosie door de wind.

Gevolg ontstaan paddestoelrotsen.

Page 18: 2 vwo   h3 - ak

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN VERWERING EN EROSIE? -Verwering is het uiteenvallen/afbreken van gesteenten in sediment door atmosferische verschijnselen en vegetatie, zoals water, temperatuur en plantenwortels. -Erosie is juist het verplaatsen van het sediment door middel van wind, rivieren, ijs en zee. Bij het transporteren schuurt het sediment langs bergen of rivieren.

Page 20: 2 vwo   h3 - ak

BEGRIPPEN Endogene krachten: Krachten die van binnenuit de aardkorst veranderen.

Exogene krachten: Krachten die van buitenaf de aardkorst veranderen. Schollen/platen: Stuk van de aardkorst. Plooiingsgebergte: Gebergte dat ontstaat door de plooiing van de aardkorst.

Hooggebergten: Bergen waarvan de meeste toppen hoger zijn dan 1500 meter.

Verwering: Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.

Erosie: Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.

Klimaatscheiding: Natuurlijke grens tussen klimaten (bijvoorbeeld gebergte).

Page 21: 2 vwo   h3 - ak

WERKBOEKT/H: Maken WB 60, 61 en 62: 2, 3, 4, 5, 6, 7H/V: Maken WB 60, 61 en 62: 2, 3, 4, 5, 7, 8

Is ook het huiswerk voor volgende week

Page 22: 2 vwo   h3 - ak

DE ALPEN: TOERISME & VERKEER

Vooral veeteelt Vroegere meerdere woningen op verschillende hoogten ivm moeilijk reizen.

Seizoensmigratie:Alpenboeren reizen in bepaalde perioden naarde stad om daar anderwerk te doen.

Tegenwoordig: veelboeren verdienen bij methet (ski) toerisme. Kamers verhuren Skileraar Skipassen controleren

Page 23: 2 vwo   h3 - ak
Page 24: 2 vwo   h3 - ak

DUBBELSEIZOEN TOERISME In de winter: wintersport In de zomer: lekker wandelen of mountainbiken in de bergen.

Page 25: 2 vwo   h3 - ak

MASSATOERISME (SINDS JAREN 1960) Veel bossen gekapt voor skipistes op de kale hellingen spoelt de bodem makkelijk weg (erosie)

Planten overleven moeilijk op de skipistes. Veel verkeer luchtvervuiling & geluidsoverlast.

Wel goed voor de economie.

Page 26: 2 vwo   h3 - ak

VERKEER VROEGER

Page 27: 2 vwo   h3 - ak

PAS: LAGER GELEGEN DEEL VAN EEN BERGRUG

Page 28: 2 vwo   h3 - ak
Page 29: 2 vwo   h3 - ak

20E EEUW Aanleg weg- en spoorverbindingen Aanleg tunnels

Stijging verkeersdrukte:Files, luchtvervuiling en geluidsoverlast

Oplossing: meer treinen, waar devrachtwagens aan boord geladen kunnen worden (http://www.alptransit.ch/en/media/short-films/project-alptransit-gotthard.html) tot minuut 3

Page 30: 2 vwo   h3 - ak

VIDEO’S https://www.youtube.com/watch?v=OEIu-EokkyA (Alpen, Toerisme & Milieu)

https://www.youtube.com/watch?v=Mda3VVtBwlk (Door de bergen van Zwitserland)

http://www.myswitzerland.com/nl-nl/customs-traditions.html (Tradities en gebruiken in Zwitserland)

Page 31: 2 vwo   h3 - ak

BEGRIPPEN Boomgrens: Grens tussen het gebied waar nog bomen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur.

Alpenweiden (almen): Natuurlijke weiden boven de boomgrens. Seizoensmigratie: Migratie waarbij gedurende een paar maanden per jaar mensen buiten hun woonplaats werken en wonen.

Dubbelseizoen: Een gebied kent twee keer (of meerdere keren) per jaar een piek in het aantal toeristen.

Massatoerisme: Veel toeristen die op dezelfde plek verblijven. Erosie: Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.

Pas: Het laagst passeerbare punt tussen twee bergtoppen.

Page 32: 2 vwo   h3 - ak

GLETSJERS

Gletsjer: een grote massa ijs die door de zwaartekracht naar beneden beweegt.

Page 33: 2 vwo   h3 - ak

HOE WERKT EEN GLETSJER? In de winter valt er op een hoge berg in de Alpen meer sneeuw dan er in de zomer smelt. - De vers gevallen sneeuw drukt de sneeuw die er al ligt in elkaar. Daardoor verdwijnt de zuurstof uit de sneeuw. - De sneeuw wordt een dicht op elkaar gedrukte ijsmassa die firn wordt genoemd.- De firn verzamelt zich in een kom in een bergwand, een firnbekken. (=dus bovenaan de gletsjer)- Vanuit dit bekken stroomt de hard geworden sneeuw door de zwaartekracht naar beneden.

http://www.schooltv.nl/video/gletsjers-enorme-stromen-ijs/#q=gletsjer

http://www.schooltv.nl/video/het-klokhuis-gletsjer/#q=gletsjer

Page 34: 2 vwo   h3 - ak

WAT VERVOERT EEN GLETSJER?•Vorstverwering is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van warmte en kou.

•Bij gletsjers is er sprake van mechanische verwering.• Bij mechanische verwering valt gesteente uit elkaar zonder dat de samenstelling verandert

• In die scheuren en barsten loopt water. Als dat water bevriest, zet het uit.

• Dit maakt de barst in het gesteente groter, totdat er een stuk van het gesteente afbrokkelt. •Het puin dat zo ontstaat, rolt of valt van de berghelling op de gletsjer. Dit gletsjerpuin noem je morene.

Page 35: 2 vwo   h3 - ak

EN ALS DE GLETSJERS SMELTEN? Een gletsjer smelt als de temperatuur in de zomer hoog genoeg is. Daardoor komt er aan het eind van de gletsjer smeltwater. De plek aan het einde van de gletsjer waar het smeltwater uitkomt, is de gletsjerpoort.Hier ligt de oorsprong van een riviertje of een rivier.

Een gletsjer smelt ook onderin, in het dal. Daar kan een gletsjertunnel ontstaan smeltwater vloeit door deze gletsjertunnel naar buiten. (gletsjerpoort) begin gletsjerrivier.

Page 36: 2 vwo   h3 - ak

GLETSJERS IN NEDERLAND? In Nederland kun je ook de gevolgen van het vroegere landijs zien: In Nederland liggen bijvoorbeeld

grondmorenes, die we keileem noemen. De mengsel van klei, leem, zand en keien werd door gletsjers meegenomen uit het noorden.

Ook de stuwwallen in Midden-Nederland zijn door de invloed van gletsjers gevormd zijn.

Page 37: 2 vwo   h3 - ak

Europese landschappen als gevolg van de ijstijden

Page 38: 2 vwo   h3 - ak
Page 39: 2 vwo   h3 - ak

U-DAL - Een gletsjer schuift langzaam door zijn eigen gewicht naar beneden. - schuurt zijn eigen dal uit. - Gletsjerdalen hebben U-vorm, omdat de gletsjer niet alleen aan zijn onderkant uitschuurt, maar ook aan de zijkanten. - Die uitschurende werking wordt vergroot: aan de randen van de gletsjer rotsenblokken komen grind en zand in het ijs vast te zitten http://www.schooltv.nl/video/gletsjer-en-rivierdalen-u-dalen-en-v-dalen/#q=gletsjer

Page 40: 2 vwo   h3 - ak

KENMERKEN GLETSJERS Op, in en onder het ijs zit veel verweringsmateriaal!Dat wordt meegevoerd en ondertussen onder de grote druk geschuurd. [stel je voor: de gletsjer als bulldozer].

Dit materiaal heet, als het is neergelegd; moreneZijmorene (aan de zijkant van de gletsjer)Eindmorene (aan het eind van de gletsjer)

Page 41: 2 vwo   h3 - ak

Berglandschap voor vergletsjering

Erosie doorgletsjers

Page 42: 2 vwo   h3 - ak

GLETSJERPOORT

Einde van de gletsjer, waarin de gletsjer in een smeltwaterrivier veranderd.

Page 43: 2 vwo   h3 - ak

FJORDENKUST

• - U vormige dalen• - Inhammen tussen hele steile rotsen• - De wateren in de fjorden zijn vaak zeer diep.

Page 44: 2 vwo   h3 - ak

FJORDENKUST

Gletsjer tijdens de ijstijd. de gletsjer snijdt een U dal uit in de bergen. de zeespiegel stijgt aan het eind van de ijstijd Zeewater komt de inhammen in 'verdrinkingskust' → fjorden.

– Komen voor op hoge breedte – oa. Noorwegen, Zweden, Denemarken, Nieuw-Zeeland, Schotland, Canada, Chili

Page 45: 2 vwo   h3 - ak

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20120531_noorwegen01

Fjordenkust

Page 46: 2 vwo   h3 - ak

Fjordenkust

Page 47: 2 vwo   h3 - ak

FJORDENKUST- Gletsjers zijn minder diep

bij de uitmonding aan zee.

- Dit komt omdat daar eindmorenen liggen.

- Hierdoor is het water in de fjorden niet altijd heel vers.

- In de zomer is water in de fjord het door regenval soms bovenin zoet en onderin zout.

- In de winter is het water in de fjord altijd zout.

Page 48: 2 vwo   h3 - ak

SO 3.1 + 3.2 + 3.3WAT MOET JE LEREN? Lees de PowerPoint nog eens goed door. Maak een lijstje van de dikgedrukte en blauwe begrippen van paragraaf 1, 2 en 3.

Vergeet niet om de hoogtegordels (BasisBoek) te leren! Kijk ook naar de plaatjes in het boek en in de PowerPoint!

Page 49: 2 vwo   h3 - ak

OPDRACHT Vorm groepjes van 3 leerlingen Iedere leerling kiest een paragraaf (1, 2 of 3) (bij voorkeur het paragraaf dat je het moeilijkst vindt)

Noteer alle dikgedrukte en blauwe begrippen, schrijf achter het begrip de betekenis. (blz. 70-71 kan je hierbij helpen)

Morgen maken we een memory-spel met deze begrippenlijsten.

Neem morgen een schaar mee

Page 50: 2 vwo   h3 - ak

EEN REISJE LANGS DE RIJN

Page 51: 2 vwo   h3 - ak

WATERKRINGLOOP

Page 52: 2 vwo   h3 - ak

3 SOORTEN RIVIEREN Regenrivier Afhankelijk van regenwater

Gletsjerrivier/gemengde rivier Afhankelijk van smeltwater van gletsjers + regenwater

Wadi’s Rivier in de woestijn die een deel van het jaar droog ligt.

Page 53: 2 vwo   h3 - ak

STROOMGEBIED VAN EEN RIVIER

Page 54: 2 vwo   h3 - ak

STROOMGEBIED VAN EEN RIVIER Loopt vaak door meerdere landen. Als er in de bovenloop vervuiling plaats vindt, heeft de middenloop en benedenloop hier last van.

Waterscheiding = waar het stroomgebied eindigt.

Page 55: 2 vwo   h3 - ak

STROOMGEBIED

Page 56: 2 vwo   h3 - ak

BOVENLOOP

Page 57: 2 vwo   h3 - ak

MIDDENLOOP

Page 58: 2 vwo   h3 - ak

BENEDENLOOP

Page 59: 2 vwo   h3 - ak

BOVENLOOP De Rijn is een gemengde rivier: Smeltwater van de gletsjers in het Gotthardmassief Neerslag

Page 60: 2 vwo   h3 - ak

V VORMIG DAL Verhang: hoogteverschil. Erosie: V-vormig dal door erosie. Het snelstromende water zorgt ervoor dat het sediment een steil dal uitslijpt.

Page 61: 2 vwo   h3 - ak
Page 62: 2 vwo   h3 - ak

HORSTEN EN SLENKEN

Page 64: 2 vwo   h3 - ak

EROSIE/SEDIMENTATIE Snelstromend = erosie Langzaamstromend = sedimentatie

Dus bovenloop water stroomt snel, veel hoogteverschil = erosie

Benedenloop water stroomt langzaam, weinig hoogteverschi = sedimentatie.

Buitenbocht water stroomt snel = erosieBinnenbocht water stroomt langzaam = sedimentatie

Page 65: 2 vwo   h3 - ak

OP WEG NAAR DE ZEE

Page 66: 2 vwo   h3 - ak

DE KUSTEN VAN NEDERLAND EN GROOT-BRITTANNIE

http://www.schooltv.nl/zoekresultaten/?q=erosie

Page 67: 2 vwo   h3 - ak

KLIFKUST

•Typische erosie/afbraakkust die zich landinwaarts verplaatst.

•Steile kust die ontstaan door afbrokkeling van de rotsen door de branding.

•Klifkusten zijn plekken waar de kust erg hoog boven het zee niveau ligt .

•Klifkusten ontstaan doordat de continentale platen botsen en dus de aardkorst omhoog stuwen. Vervolgens vindt er erosie door de zee plaats waardoor de kust ontstaat.

Page 68: 2 vwo   h3 - ak

EROSIE Erosie: uitschurende werking van met puin beladen water. Aan de kust vindt dat plaats door golfslag → Golven ondermijnen de rotsachtige kust, maar ook de zandige kust → Stukken van de kust breken af → Daardoor verdwijnen stukken van de kust.

Page 70: 2 vwo   h3 - ak

Klifkust

Page 71: 2 vwo   h3 - ak

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071031_ontstaanduinen01

DUINKUST

Bij vloed voeren golven zand aan → Het zand komt droog te liggen → Wordt door de wind landinwaarts geblazen → Er ontstaat zo een opeenhoping van zand. Hierachter kan zand blijven liggen. Begroeiing zorgt ervoor dat het zand blijft liggen.

Regressie: zee trekt zich terug en er ontstaat land.

http://www.schooltv.nl/video/ontstaan-van-duinen-zee-wind-en-planten/#q=duinen

Page 72: 2 vwo   h3 - ak
Page 73: 2 vwo   h3 - ak
Page 74: 2 vwo   h3 - ak

EXTRA HULP NODIG? https://www.youtube.com/watch?v=cNz1YeQ3r5M