Thema 1
description
Transcript of Thema 1
Thema 1Wiskunde,rekenen
of problemen oplossen?
Bruno Sagaert - OVSG
Fien Depaepe – K.U.Leuven
Jos Willems – AKOV
Bruno Sagaert
Begeleiding OVSG
HOOFDSTUK 1ONDERZOEK
READER 2010HOOFDREKENEN
1 Onderzoeksvragen
1 OVSG-toets 2010 hoofdrekenen
Hanteren leerlingen standaardprocedures? Hanteren ze flexibele procedures waar dit is aangewezen? Gebruiken ze visuele hulpmiddelen? Welke procedures leiden tot correcte resultaten? Is er een correlatie tussen bepaalde procedures en goede resultaten? Waarop maken leerlingen veel fouten? Welke fouten maken die leerlingen dan?
Kwantitatieve analyse van 15 hoofdrekenoefeningen bij 490 leerlingenKwalitatieve analyse van 10 oefeningen bij 292 leerlingen
2 Analyse
1 OptellenVraag 2 0,125 + 2 = 5
LegendaP1: breuk kommagetalP2: kommagetal breuk via kgv (40)P3: idem 2, maar andere noemerP4: idem 2, maar tiendelige breukP5: idem 2, 3 of 4 maar uitkomst omzetten naar kommagetalP6: geen tussenuitkomstenP7: andere
Meer dan de helft van de leerlingen zet de breuk om naar een kommagetal. Rekenen de leerlingen liever met kommagetallen dan met breuken?
2 Analyse
1 OptellenVraag 2 0,125 + 2 = 5
LegendaF1: niet opgelostF2: geen tussenuitkomstenF3: fout in goed gekozen procedureF4: keuze van verkeerde procedureF5: fout tegen nauwkeurigheid
Een eenvoudige oefening, toch maakt 30% van de leerlingen een fout. Wie een fout maakt, kiest meestal een goede procedure maar maakt daarbij een rekenfout. Het niet noteren van tussenuitkomsten leidt ook tot fouten. Maken leerlingen rekenfouten omdat ze geen tussenuitkomsten noteren?
2 Analyse
1 OptellenVraag 2 0,125 + 2 = 5
2 Analyse
2 AftrekkenVraag 4 1 000 000 – 100 100 =
Bijna 44% maakt een fout Moeilijke oefening? Is aftrekken moeilijker dan optellen?
2 Analyse
LegendaP1: aftrekker splitsenP2: geen tussenuitkomsten genoteerdP3: andere
2 AftrekkenVraag 4 1 000 000 – 100 100 =
2 Analyse
2 AftrekkenVraag 4 1 000 000 – 100 100 =
2 Analyse
Vooral veel rekenfouten in goed gekozen procedure (splitsen aftrekker) Niet noteren van tussenuitkomsten leidt tot fouten!? Rekenen met grote getallen met nullen is moeilijk.
LegendaF1: niet opgelostF2: geen tussenuitkomstenF3: fout in goed gekozen procedureF4: keuze van verkeerde procedureF5: fout tegen nauwkeurigheid
2 AftrekkenVraag 4 1 000 000 – 100 100 =
2 Analyse
3 VermenigvuldigenVraag 8 1 x 4 = 4
2 Analyse
LegendaP1: toepassen commutativiteitP2: visuele voorstelling gebruikenP3: toepassen gelijkwaardigheid ¼ x 4 = ¼ van 4P4: breuk kommagetalP5: geen tussenuitkomstenP6: andere
Ruim ¼ van de leerlingen ‘ziet’ direct de uitkomst. Ruim ¼ van de leerlingen vervangt ¼ door 0,25. Ruim ¼ van de leerlingen past de commutativiteit toe.
3 VermenigvuldigenVraag 8 1 x 4 = 4
2 Analyse
40% noteert geen tussenuitkomsten. Ruim ¼ maakt een fout in een goed gekozen procedure, vooral dan bij breuk vervangen door kommagetal. 1/5 kiest een verkeerde procedure.
LegendaF1: niet opgelostF2: geen tussenuitkomstenF3: fout in goed gekozen procedureF4: keuze van verkeerde procedureF5: fout tegen nauwkeurigheid
3 VermenigvuldigenVraag 8 1 x 4 = 4
2 Analyse
3 VermenigvuldigenVraag 9 0,5 x 0,5 =
2 Analyse
LegendaP1: kommagetallen breukenP2: gebruik van visuele voorstellingP3: toepassen gelijkwaardigheid 0,5 x 0,5 = ½ x ½ = ½ van ½P4: toepassen rekenvoordeel: vermenigvuldigen met 0,5 = delen door 2P5: compenseren (5 x 5) P6: waarde getallen behouden (5t x 5t)P7: geen tussenuitkomstenP8: andere
Ruim 40% noteert geen tussenuitkomsten Daarnaast vooral: compenseren en toepassen rekenvoordeel
3 VermenigvuldigenVraag 9 0,5 x 0,5 =
2 Analyse
Het niet noteren van tussenuitkomsten leidt tot fouten. Ruim 1/5 maakt een fout in een goed gekozen procedure: vooral het compenseren (komma’s wegdenken) leidt tot fouten.
LegendaF1: niet opgelostF2: geen tussenuitkomstenF3: fout in goed gekozen procedureF4: keuze van verkeerde procedureF5: fout tegen nauwkeurigheid
3 VermenigvuldigenVraag 9 0,5 x 0,5 =
Het Bronnenboek
2 Analyse
4 Bronnenboek Vraag 14 Tussen 14 uur en 15 uur draait ‘De Vierkante molen’ 15 ritten. Alle plaatsen zijn bezet. Hoeveel passagiers zitten tijdens dat uur op de molen ?
15 x 49 =
2 Analyse
LegendaP1: vermenigvuldiger splitsenP2: vermenigvuldigtal splitsenP3: beide factoren splitsenP4: werken met ‘mooie’ getallen (compenseren)P5: geen tussenuitkomstenP6: andere
Bijna de helft splitst de vermenigvuldiger. Veel minder: splitsen vermenigvuldigtal of splitsen beide factoren. Maar 17% ‘compenseert’ (bv. 15 x (50 – 1) ) komt toch veelvuldig voor in de methodes.
4 Bronnenboek Vraag 14 Tussen 14 uur en 15 uur draait ‘De Vierkante molen’ 15 ritten. Alle plaatsen zijn bezet. Hoeveel passagiers zitten tijdens dat uur op de molen ?
25% fouten bij niet noteren van tussenuitkomsten 18 % kiest een verkeerde procedure. 27,9% hanteert een juiste procedure (vooral splitsen van de vermenigvuldiger), maar gaat in de fout.
2 Analyse
LegendaF1: niet opgelostF2: geen tussenuitkomstenF3: fout in goed gekozen procedureF4: keuze van verkeerde procedureF5: fout tegen nauwkeurigheid
4 Bronnenboek Vraag 14 Tussen 14 uur en 15 uur draait ‘De Vierkante molen’ 15 ritten. Alle plaatsen zijn bezet. Hoeveel passagiers zitten tijdens dat uur op de molen ?
2 Analyse
4 Bronnenboek Vraag 14 Tussen 14 uur en 15 uur draait ‘De Vierkante molen’ 15 ritten. Alle plaatsen zijn bezet. Hoeveel passagiers zitten tijdens dat uur op de molen ?
3 Wat hebben we geleerd?
Noteren van tussenuitkomsten
Gemiddeld 30% van de leerlingen noteert geen tussenuitkomsten.
Bij 7,5% leidt dit tot fouten.
Zijn de leerlingen het niet gewoon om tussenuitkomsten te noteren?
Vragen / eisen we dit van de leerlingen?
3 Wat hebben we geleerd?
Standaardprocedures
Ruim 50% van de leerlingen hanteert standaardprocedures.
Meestal leidt dit tot een correct antwoord (84%).
Flexibel rekenen zien we veel minder toegepast worden.
Is het aanleren van en werken met standaardprocedures ‘standaard’ in ons wiskundeonderwijs?
3 Wat hebben we geleerd?
Procedures die vlugger leiden tot een correct resultaat
Standaardprocedures
Breuk omzetten naar kommagetal
Toepassen van de commutativiteit
3 Wat hebben we geleerd?
Gebruik van visuele hulpmiddelen
Wordt nagenoeg niet toegepast
Niet echt ingeburgerd?
Vinden leerlingen dit moeilijk?
Eerder in de lagere leerjaren?
Fien Depaepe
Wetenschappelijk onderzoek, KULeuven
Problemen oplossen in het BaO
▪Positieve resultaten▪Gewenste veranderingen
▫Zoekstrategieën▫Betekenisvolle
toepassingssituaties▫Opvattingen en attitudes
1. Zoekstrategieën
▪Goed ingeburgerd op alle niveaus
▪Suggestie: niet enkel “wat”, maar ook “hoe” en “waarom”
Illustratie
Om een vierkant grasplein met een zijde van 40 meter te maaien, heeft tuinman Jef 3 uur nodig. Hoeveel uur zal hij ongeveer nodig hebben om een ander vierkant grasplein te maaien met een zijde die dubbel zo lang is?
2. Betekenisvolle toepassingssituaties
▪Realistische contexten▪Suggestie:
▫Naast standaardopgaven ook “probleem”opgaven
▫Valoriseren van ervaringskennis–Opbouw wiskundig model– Interpretatie uitkomst
Illustratie
Illustratie
3. Opvattingen en attitudes
▪Meerdere oplossingswegen per opgelost vraagstuk
▪Suggestie: ▫Expliciteren van gewenste
opvattingen/attitudes▫Installeren van overeenkomstige
praktijken
Contactgegevens
▪Fien DepaepeCentrum voor onderwijsbeleid, -vernieuwing en [email protected]
Jos Willems
AKOV
Rekenen, wiskunde of problemen oplossen?
▪Aandachtspunten▫betekenisvolle herleidingen▫omtrek, oppervlakte en volume
▪Oplossen problemen in het secundair onderwijs
Betekenisvolle herleidingen (1)
▪2009: 41% , 2002: 56%
▪Basisopgave (67%) 1 ananas 400 ml
sap; ? ananassen 2 liter sap
▪Bijkomende opgave (29%) 23 140 000 m² = … km²
Betekenisvolle herleidingen (2)
Oorzaken : systematiek?▪ hm, dam▪ herleidingstabel
▫onvolledig▫zelf opstellen
km 100 m
10 m m dm cm mm
Omtrek, oppervlakte, volume (1)
▪Dimensieprobleem▪Illusie van lineariteit (De Bock
e.a.)
X 3
6 ml ? ml
Omtrek, oppervlakte, volume (2)
▪ Oorzaken illusie van lineariteit:▫ intuïtie▫overtuiging ‘elke toename is lineair’▫hiaten in de kennis▫puur baseren op formules
▪ Hoe hieraan werken? ▫uittesten▫verspreiden in de tijd
▪ Ook voor omtrek, oppervlakte, volume?
Oplossen van problemen (1)
▪Van Nijlen (2010): ▫B-stroom, vragen
peilingsonderzoek▫kale opgaven en contextopgaven
meten niet dezelfde wiskunde▫andere vaardigheden zijn vereist
Oplossen problemen (2): BaOVerschaffel e.a. (1998)
Oplossen problemen (3): Singapore
Oplossen problemen: SeO
▪B-stroom: instrumentele vaardigheden
▪A-stroom: algebraïsche methoden▪Leerlijn vanuit basisonderwijs
doortrekken?▫B-stroom: wiskundig redeneren?▫A-stroom: alternatief voor / motiveren
van algebraïsche methoden?▫gemengde oefeningen,
oplossingswijzen?
Elementen voor het debat1a Probleemoplossen voor
iedereen?
1b Gemengde oefeningen
1c Zoekstrategieën
1d Reflecteren
1e Betekenisvolle herleidingen
1f Omtrek, oppervlakte en volume