Temp#22

60
#22 Lizzy Geurts v. Kessel Tilburg Ria Neleman Groningen Jorick Jager Zwolle John Posthumus Rotterdam Nadine v. Veldhuizen Utrecht CLAUSE-PIERRE LEINENBACH Jiska Huizing Groningen Mirjam Nelis Tilburg Judith Mulder Zwolle Christiana van Lammeren Groningen Myrthe van Hezik Maastricht ALBERT VAN WESTING

description

TEMP magazine met daarin de exposities van Claus Pierre Leinenbach en Albert Westing. Leerling / Meester project Kunstpodium T 2012 2013 Tilburg met steun van het Mondriaan Fonds

Transcript of Temp#22

Page 1: Temp#22

#22

Lizzy Geurts v. Kessel TilburgRia Neleman GroningenJorick Jager ZwolleJohn Posthumus RotterdamNadine v. Veldhuizen Utrecht

CLAUSE-PIERRE LEINENBACH

Jiska Huizing GroningenMirjam Nelis TilburgJudith Mulder ZwolleChristiana van Lammeren GroningenMyrthe van Hezik Maastricht

ALBERT VAN WESTING

Page 2: Temp#22

INHOUD

Pag. 4 Voorwoord

Door Iris Bouwmeester

Leerling/Meester #15Pag. 6 t/m 29

DROP

CLAUS-PIERRE LEINENBACH Lizzy Geurts v. Kessel Tilburg Ria Neleman Groningen Jorick Jager Zwolle John Posthumus Rotterdam Nadine v. Veldhuizen Utrecht

Pag. 10 DROP THE ATTITUDE NL Door Cornelie Samsom

Pag. 22 DROP THE ATTITUDE ENG

Vertaling Lenne Priem

Pag. 30 Tuin

Leerling/Meester #16 Pag 32

EXPO#16 NLDoor Manus Groenen

Pag. 36 ALBERt vAN wEStINgPag 38 Christiana van Lammeren

GroningenPag 42

Judith Mulder Zwolle

Pag 46 EXPO#16 ENG

Vertaling Lenne PriemPag 48 Myrthe van Hezik

MaastrichtPag 52 Mirjam Nelis

TilburgPag 54 Jiska Huizing

GroningenPag 58 Colofon

Page 3: Temp#22

3

Leerling/Meester #15 vnlr Nadine van veldhuizen, Ria Neleman, Lizzy geurts van Kessel, Clause-Pierre Leinenbach, Jorick Jager, John Posthumus.

Leerling/Meester #16 vlnr. Jiska Huizing, Myrthe van Hezik, Judith Mulder, Mirjam Nelis, Christiana van Lammeren, Albert van westing.

Page 4: Temp#22

4

DE KUNST IS VAN JULLIE

Eerder schreef ik over een duistere ontmoeting ergens tussen de Brabantse maïsvelden. Ik sprak er een obscuur persoon die mij een talent kon aanbieden in ruil voor zoiets abstracts als mijn ziel. Een buitenkans die ik graag met beide handen aan had gepakt als ik had geweten naar welk talent ik moest vra-gen om een groot kunstenaar te worden. Deze duistere figuur confronteerde mij met vragen over het meesterschap van de kunstenaar. wat maakt een kunstenaar tot een meester?

Als jaarmeester van Kunstpodium t heb ik inmiddels 16 tentoonstellingen van 16 verschillende meesters gezien en de laatste tentoonstelling van dit seizoen ga ik één dezer dagen bekijken. Je zou denken dat ik met deze ervaring meer inzicht heb gekregen in de kwaliteiten van de kunstenaar.

Het zou gemakkelijk zijn om te concluderen dat het meester-schap van een kunstenaar zich niet in één talent laat vangen. Dat wist ik in dat maïsveld ook al. Daarom dwing ik mezelf tot het doen van een uitspraak, tot het vinden van een over-eenkomst tussen de verschillende meesters die ik dit jaar bij Kunstpodium t heb gezien.

Als ik terugdenk aan dit seizoen, dan zie ik grote verschillen in de eigenschappen van de exposerende kunstenaars. Sommi-gen waren ambitieus, sommigen bescheiden. Er waren flexi-bele, lichtzinnige makers en stugge, doortastende denkers. Sommigen werkten sturend en dwingend, anderen stelden

Page 5: Temp#22

zich op als gelijken van hun studenten. voor de kwaliteit van de exposities was het niet doorslaggevend, wel was het bepa-lend voor de sfeer van de opbouwperiode en het karakter van de tentoonstellingen.

wat de kunstenaars uiteindelijk overeenkwam was hun on-voorwaardelijke betrokkenheid bij de kunst. De zekerheid dat de kunst van hun is, dat het een gebied is waar ze thuis zijn, dat ze kennen, verrijken en oprekken. Ze willen het tonen en delen en als het nodig is verdedigen. Zij zijn er meester.

Er is een jaar voorbij. Jullie studeren binnenkort af en heb-ben een eigen gebied gevonden en gedefinieerd. verken dat gebied en verrijk het, maar bescherm het ook en vecht ervoor als het moet. De kunst is van jullie en jullie zijn er meester.

Het is eind juni en het maïs staat nog laag. Er zijn heel wat zonuren nodig alvorens ik de duistere figuur ongezien op-nieuw kan ontmoeten. Ik zou graag wat duivelse trucjes van hem leren maar ik denk dat hij niet meer komt.

Iris Bouwmeester, Jaarmeester Kunstpodium t 2012/2013

5

Page 6: Temp#22

L/M#15 Claus-Pierre Leinenbach - Drop

Page 7: Temp#22

Claus-Pierre Leinenbach

‘Sculptuur’ (2013)

Page 8: Temp#22

8

Jorick Jager (1989)ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, Zwolle

Claus-Pierre Leinenbach

‘Sculptuur’ (2013)

Page 9: Temp#22

9

Page 10: Temp#22

10

DROP THE ATTIDUDE

In een hoekje van onze oude tuin stond een

druif in een pot. Jarenlang stond die daar

eenzaam te verpieteren, terwijl er elke zo-

mer één zielig blaadje uit de schriele stam

stak. In de nieuwe tuin staken we de plant

opnieuw in de grond. Binnen een paar maan-

den werd ons balkon overwoekerd door vette

bladeren en dito druiventrossen. Verwonderd

keken we naar de uitbraak van levenslust van

iets dat wij al die tijd voor verschrompeld

hadden aangezien. Nooit geweten dat zich in

dat kansloze staakje een knoert van een rank

verborgen hield.

Waarom zien sommige kunstenaars brood in

wol, oud hout, nylonkousen of hompen metaal?

Omdat ze er leven in zien. Iets dat doet

denken aan huid, mens, dier, leven, dood,

beschadiging, kracht, orgaan, hartslag. Noem

het te lijf gaan, of bezweren: de maker gaat

op zoek naar de energie die hij waarneemt.

Zo ontstaat geleidelijk een vorm uit dat

raadselachtige samenspel tussen kunstenaar

en materiaal.

Page 11: Temp#22

De wezens van Claus-Pierre Leinenbach

bevinden zich in een grensgebied tussen

dromerige abstractie en plastische naakt-

heid. In de beelden voegt Leinenbach hard

en zacht materiaal zoals nylon en metaal

samen, waarna hij de zachte delen laat

groeien door laag over laag te stikken.

Hierdoor ontstaat een levensvorm waarvan

zowel de huid als de botten zichtbaar zijn

voor de toeschouwer. Op sommige plaat-

sen spant er zacht materiaal onder stik-

sel, steekt er een bot uit, is de huid zo

bewerkt dat het bijna breekbaar lijkt of

hangt er een klompvoet onder een zachte

sierlijke arm. Deze vermenging van uitbre-

ken en verdragen, van bedekken en ontblo-

ten maakt dat de wezens van Leinenbach een

heimelijke, ingehouden kracht ademen. Dat

maakt dat je je afvraagt wat er gaat ge-

beuren als iedereen weg is, en de beelden

alleen zijn.

In Drop the attitude is het ook de eer-

ste vraag die bij me opkomt terwijl ik

door de ruimten dwaal. Wat gebeurt er als

’s nachts iedereen weg is en er niemand

meer langs de ramen fietst? Dat is name-

lijk een belangrijke gemene deler van deze

tentoonstelling: de wereld of verborgen

krachten die schuilgaan in, of achter een

beeld.

11

Page 12: Temp#22

12

Jorick Zwager maakt indruk met een

(afdruk van een) gezicht gemaakt van

kunststof, waarin een klinische en

gevoelige werkwijze knap versmolten

zijn. Het zakelijke plastic met gaat-

jes patroon dat verwrongen raakt op de

plekken waar emotie zich aftekent, de

schouders die uitsteken, de nuchtere

aantekeningen onder de buste: alles in-

trigeert.

In een video van Lizzy Geurts van

Kessel is te zien hoe klei in plakken

almaar verder op een buik worden gesta-

peld. Het is maar klei, denk ik als ik

sta te kijken. Maar door de kracht van

de herhaling en de zakelijke vormge-

ving neemt de stapel in mijn gedachten

woekerende vormen aan. Stille woede,

denk ik als ik niet langer kan aanzien

hoe de pletsende klei zich ophoopt en

ik weg loop. Kennelijk sta ik naar iets

herkenbaars te kijken.

Ria Neleman breit en haakt objecten

waarbij uit een gehoorzame, ordelijke

rij steekjes ineens een knoestige vorm

stulpt, of waarbij iets netjes begint,

waarna het uitbreekt en er een kluwen

van patronen ontstaat. Ik denk aan in

Page 13: Temp#22

13

het gelid lopen, uitbreken, de sprong wa-

gen, niet weten waar je uitkomt, aan re-

bellie en aan zitten blijven waar je zit,

omdat je dat nu eenmaal weet.

Nadine van Veldhuizen heeft een amorf

wezen in een staketsel aan het plafond

gehangen. De kracht ervan is moeilijk in

te schatten. Is het een blob, of een ge-

vangen überspierbundel? Het ding hangt er

hulpeloos en tegelijkertijd machtig bij.

John Posthumus tekent een groezelige,

zoekende werkelijkheid op de achterzijde

van klassieke tekeningen. De bijna zelf-

genoegzame schoonheid van de grootmees-

ter wordt verstoord door het kwetsbare

en rauwe werk van Posthumus. Dat stemt

droevig, maar ook vrolijk omdat het vet

en moedig is.

In Drop leggen jonge kunstenaars met

zorgvuldig, goed gemaakt werk hun ziel

bloot zonder zich op de toeschouwer te

storten. Dat maakt de tentoonstelling

stil, ontwapenend en ruig tegelijk. Drop

doet iets als attitude vergeten, en maakt

het ritme van die verborgen knoest achter

mijn ribben hoorbaar. Hartslag.

© Cornelie Samsom 2013

Page 14: Temp#22

14

Ria Neleman (1956)Academie Minerva, Groningen

‘Object 1’ (2013)

gebreid, gehaakt,

stof, 80 x 60 cm

Page 15: Temp#22

15

Page 16: Temp#22

16

Lizzy Geurts van Kessel (1989)ABV, Tilburg

‘Blijf!’ (2013)

Claus-Pierre Leinenbach (1962)

‘Sculptuur’ (2013)

Page 17: Temp#22

17

Page 18: Temp#22
Page 19: Temp#22

Jorick Jager

19

Lizzy Geurts van Kessel

‘Derde leven’ (2013)Acryl op doek

20 QR-codes

325 x 216 cm

Page 20: Temp#22

Ria Neleman

‘Serie6’ (2013)

lint, wol, 10 x 10 cm

20

Page 21: Temp#22
Page 22: Temp#22

22

DROP THE ATTITUDEIn a corner of our

old garden, a grapevi-ne stood in a jar. For years, it languished, lonely, one sorry lit-tle leaf poking from the withering stem each summer. We replanted it in our new garden. In a matter of months, our balcony was overgrown with thick foliage and lush bunches of grapes. We gawked at the ex-plosion of vivacity of the thing that had ap-peared to be wasting away. Who would have known such a hopeless twig could hide such a whopper of a vine?

What is it that some artists see in wool, old wood, nylon stoc-king or lumps of me-tal? They see life. So-mething that reminds them of skin, man, ani-mal, life, death, da-

mage, force, organ,

heartbeat. Call it a confrontation, or an incantation: the cre-ator seeks the energy he observes. Slowly, a form arises from the mysterious concertati-on between the artist and the material.

The creatures of Claus-Pierre Leinen-bach exist in a grey area between dreamy abstraction and plas-tic nakedness. In his sculptures, Leinenbach mixes hard and soft materials such as ny-lon and metal, letting the soft parts grow by stitching layers upon layers. This creates a lifeform that shows both its skin and its bones to the viewer. In some places, soft mate-rial stretches beneath the stitching, a bone pokes out, the skin is treated to look almost

Page 23: Temp#22

23

fragile or a clubfoot hangs under a soft, gracious arm. This blend of escaping and bearing, of covering and exposing lends Leinenbach’s creatures the air of a hidden, restrained power. It makes you wonder what happens when everybo-dy has gone, and the sculptures are left to themselves.

That question is also the first thing that comes to mind as I wander through the rooms of Drop the at-titude. What happens at night, when every-body’s gone home and there’s no one cycling past the windows? Af-ter all, it is an im-portant commonality in this exhibition: the world or hidden powers concealed in or behind an image.

Jorick Zwager im-presses with his plas-tic (cast of a) face, a clinical method mel-ting cleverly into a sensitive one. The formal, hole-patterned plastic that becomes twisted in the places where emotion regis-ters, the shoulders jutting out, the sober notes under the bust: it’s all very intri-guing.

In a video by Lizzy Geurts van Kessel, we see slabs of clay con-tinually being piled onto a stomach. It’s only clay, I think, looking at it. But through the power of repetition and the formal presentation, the heap grows rampant in my mind. Silent an-ger, I think, when I can no longer bear to look at the wet clay piling on and walk out.

Page 24: Temp#22

It must have been so-mething recognisable I was viewing.

Ria Neleman knits and crotchets ob-jects that have sud-den, gnarled lumps protruding from an obedient, orderly row of stitches, or that start off neatly, but then break out into a tangle of patterns. I am reminded of confor-ming, escaping, taking the plunge, not kno-wing where you’ll end, rebellion and staying where you are, because that is what you know. Nadine van Veldhuizen

has hung an amorphous creature from a picket fence on the ceiling. Its power is hard to assess. Is it a blob, or a giant bundle of muscles that’s been captured? It is both helpless and impo-sing in its pendulous state. John Posthumus draws a grimy, un-

certain reality on the backside of classical drawings. The master artists’ near-smug beauty is disrupted by Posthumus’s vulnera-ble and raw work. It is a little melancho-lic, but also happy, because it’s cool and courageous.

In Drop, young ar-tists bare their souls with careful, well-crafted work, without lunging at the viewer. As a result, the ex-hibition is silent, disarming and rugged in equal parts. Drop makes you forget about things like attitude, it makes the rhythm of the gnarl hidden be-hind my ribs audible. Hartbeat.

© Cornelie Samsom 2013

Vertaling Lenne Priem

24

Page 25: Temp#22
Page 26: Temp#22

John Posthumus (1989)Willem de Kooning Academie, Rotterdam

26

Page 27: Temp#22
Page 28: Temp#22
Page 29: Temp#22

Nadine van Veldhuizen (1991)Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht

‘Zonder Titel’ (2013)Karton, hout, jute,

Acrylic One, touw, staal

Nadine van Veldhuizen

‘Zonder Titel’ (2013)Papier, inkt

29

Page 30: Temp#22

tuin van Kunstpodium t, juni 2013

Page 31: Temp#22
Page 32: Temp#22

32

De deelnemers van Expo#16 hebben er voor gekozen om zonder thema te werken en een eigen ruimte voor hun werk in te richten. Meester Albert van westing stelde zich op als mentor en heeft de deelnemers het afgelopen jaar goed leren kennen en intensief begeleid. Hij is zelf veelzeggend aanwezig in het gangetje dat alle ruimtes verbindt. De keuze voor het werk dat hij toont is gemaakt met het werk van de studenten in het ach-terhoofd. Zo vormt hij subtiel en bescheiden de verbin-dende schakel tussen de ruimtes waarin elke studente de kans krijgt haar individuele kracht te tonen.

Het werk van Christiana van Lammeren is licht, teder en fragiel. Ze laat haar materiaal, onderwerpkeuze en werkwijze samenvallen om zo het thema kwetsbaarheid te verkennen. In haar olieverf schilderijen worden broze bloemen die symbool staan voor het fragiele, vertrapt door grote voeten. De daadkrachtige schilderwijze past bij de agressie van het beeld. De aquarellen die ze toont zijn daarentegen klein, losjes en schetsmatig opgezet en ontstaan uit een impulsief proces vol ruimte voor twijfel. Deze onzekerheid en tederheid die in materiaal en proces besloten liggen, passen goed bij de afgebeelde mensen die worden omringd, beschermd en verborgen door bloemen.

EXPO#16

Page 33: Temp#22

De ruimte van Myrthe van Hezik is een groot con-trast met van Lammeren. Hij is letterlijk en figuurlijk donker. Een serie abstracte etsen en een onscherpe pro-jectie zijn moeilijk te zien in het duister, dat zo onder-deel van het werk wordt. van Hezik laat haar grimmige kant spreken om zo haar onderbewuste te verkennen. In het maakproces van de etsen worden alle stappen gestuurd door impulsen, van tekenen tot inkten. Ze laat zich leiden door ingevingen ingefluisterd door het duiveltje op haar schouder en wacht nieuwsgierig af wat het resultaat haar vertelt. Ook de projectie Looking At Myself is ontstaan vanuit een ingeving, een nachtelijk visioen. Met een camera probeert van Hezik haar men-tale beeld terug te halen van een figuur die haar vanuit de nacht gadesloeg.

Judith Mulder gebruikt verf om de vluchtigheid van indrukken in de maatschappij te vangen. De overprik-keling die ze dagelijks ervaart leidde tot een speelse werkwijze. Met een camera filmt ze de bezoekers van het Kunstpodium en projecteert ze live op de muur. Deze ongrijpbare momenten probeert ze in een perfor-mance met een brij van penseelstreken vast te zetten. Ze vecht koppig tegen het verstrijken van tijd en het vervliegen van indrukken terwijl ze een interactie aan gaat met haar publiek. De dynamiek van deze werk-wijze is gevangen in het uiteindelijke resultaat dat als een statisch abstract beeld overblijft.

33

Page 34: Temp#22

34

Mirjam Nelis zoekt naar manieren om met figuratie een leegheid te bereiken, die de verbeelding de ruimte geeft. Ze begon hiermee door portretten te schilderen waar ze zoveel mogelijk weg wilde laten zonder dat ze abstract werden. Portretten worden geminimaliseerd tot enkel een beeld overblijft, de inhoud mag niet sto-rend zijn. Recent vond ze in de fotografie een geschikter medium voor haar onderzoek. Ze fotografeert nietszeg-gende plekken en non locaties als tankstations en par-keerterreinen om zo beelden te maken die inhoudelijk leeg zijn zonder abstract te worden. Zo maakt ze van de meest banale plekken zeer geconcentreerd haar compo-sities met een open eind. De combinatie van schilde-rijen en lichtbakken zet haar ruimte op scherp.

Fotografie is naast het medium van Jiska Huizing ook haar onderwerp. Met een analytische werkwijze deconstrueert ze het medium en onderzoekt het op een visuele manier. theorie en filosofie vullen haar eigen vondsten en observaties aan en vormen vaak de aanlei-ding tot nieuw werk. Ze onderzoekt hoe het medium fotografie de werkelijkheid en fenomenen als ruimte of licht weet vast te leggen, maar ook de manier waarop wij via dit medium onze wereld zien en leren kennen is belangrijk.

Page 35: Temp#22

35

Sterke, maar bijna traditionele foto’s van een grasveld of een struik dienen in haar ruimte als tegenwicht of referentiepunt voor de experimenten met het medium zoals het complexe werk getiteld – x – = +. De toe-schouwer ziet een foto, van een foto, van een tekening. Het beeld is tot stand gekomen door een gelaagd foto-grafisch proces waarbinnen gespeeld wordt met nega-tieven en positieven.

© Manus groenen 2013

Page 36: Temp#22

36

L/M#16 Albert van westing - Expo#16

Page 37: Temp#22

Albert van Westing (1960)

‘tuin’ (2012)pigmentinkt op papier, 43 x 91 cm

Page 38: Temp#22

Christiana Lammeren (1990)Academie Minerva, Groningen

‘Zonder titel’ (2013)Olieverf op doek, formaat per stuk: 200 cm x 100 cm

Page 39: Temp#22
Page 40: Temp#22
Page 41: Temp#22

Christiana Lammeren

‘Zonder titel’ (2013)acht aquarellen op papier 8 cm

Page 42: Temp#22
Page 43: Temp#22

Judith Mulder (1985)ArtEZ, Zwolle

‘Live’ (2013)Beamer, Camera en Acrylverf.

Page 44: Temp#22

Judith Mulder‘Live’ (2013)

Page 45: Temp#22
Page 46: Temp#22

46

Expo#16’s participants have opted out of working under a common theme, each getting a personal room for their work instead. Master Albert van westing has taken on the role of mentor by becoming well-acquainted with the partici-pants and guiding them in-tensively over the past year. His presence in the hallway connecting the rooms is tel-ling. the choice of the work he shows was made with that of the students in mind. Subtly and modestly, he is the link binding the rooms that allow the students to show off their individual strengths.

Christiana van Lamme-ren’s work is light, tender and fragile. By letting her material, topics and me-thods coincide, she studies the theme of vulnerability. In her oil paintings, brittle

flowers representing fragi-lity are crushed under large feet. Her decisive style fits the aggression of the image. Her watercolours, on the other hand, are made to be small, light and sketch-like, originating from an im-pulsive process with ample room for doubt. this uncer-tainty and tenderness in the material and the process are a good fit for the people de-picted, surrounded, protec-ted and hidden by flowers.

Myrthe van Hezik’s room sharply contrasts with van Lammeren’s. It is dark, liter-ally as well as figuratively. A series of abstract etchings and a soft focus projection are obscured by the dark-ness, which makes itself into a part of the work. van He-zik explores her subconsci-ous by letting her grim side speak. In the production process of the etchings, all

EXPO#16

Page 47: Temp#22

47

steps are guided by impul-ses, from drawing to inking. She allows the little devil on her shoulder to lead the way, and waits curiously for what the result tells her. Her pro-jection Looking At Myself is also derived from an impul-se, a vision of the night. van Hezik has used a camera to try to recapture the image of a figure watching her from the darkness.

Judith Mulder uses paint to capture the evanescence of impressions from soci-ety. the over-stimulation she encounters every day has brought her to a playful style. with a camera, she films Kunstpodium t’s visi-tors, who are then projected live onto the wall. In a per-formance, she tries to catch these fleeting moments in a mash of paint. She puts up a stubborn fight against the passing of time and the

volatility of impressions while interacting with her audience. the dynamism of her method takes on a shape in the final result, left as a static, abstract image.

Mirjam Nelis, by means of figuration, seeks ways to reach an emptiness that lea-ves room for the imagina-tion. She started doing this by painting portraits that left out as much as possible without becoming abstract. Portraits are minimised un-til only an image is left; the content they depict should not distract. Recently, she found photography to be a more suitable medium for her investigation. She pho-tographs blank places and non-locations such as ser-vice stations and car parks to create images that are empty of meaning without being abstract, turning the most banal spots into her

Page 48: Temp#22
Page 49: Temp#22

Myrthe van Hezik (1989)ABK, Maastricht

‘Looking at myself ’ (2012)Video(projectie)

Page 50: Temp#22

Myrthe van Hezik

‘Untitled’ (2012)papier, inkt - 21,0 bij 29,7 cm

Page 51: Temp#22

51

own open-ended composi-tions. the combination of paintings and light boxes puts her room on edge.

Photography is not only Jiska Huizing’s medium of choice, it is also her subject. She deconstructs it ana-lytically, and researches it visually. theory and philo-sophy complement her own findings and observations, often paving the way for new work. She studies how the medium of photography captures reality and phe-nomena like space or light, but she also pays attention to how it helps us view and learn about our world.

Strong, but almost tra-ditional photographs of a grassy field or a bush serve to provide her room with a counterpoint, or reference, for the experiments with the medium, like the complex work titled – x – = +. the

visitor sees a photograph of a photograph of a drawing. the image comes from a layered photographic pro-cess that plays with nega-tives and positives.

© Manus groenen 2013 vertaling Lenne Priem

Page 52: Temp#22

Mirjam Nelis (1971)

Alle werken zonder titel (2013)

Page 53: Temp#22
Page 54: Temp#22

Jiska Huizing (1991)

‘Untitled’ (2012)

Zwart wit foto print, aquarelpapier, dibond, 80 x 50cm

Page 55: Temp#22

‘It Keeps Entering #4’Boekenkast, boeken, papiertjes 179 x 30cm

Page 56: Temp#22

‘It Keeps Entering #1’Foto collage, foam, nylon22 x 14 x 19,5 cm

Page 57: Temp#22

Jiska Huizing

‘Platte grond’Foto print, aquarelpapier,

dibond, 120 x 80cm

Page 58: Temp#22

temp komt voort uit de behoefte de tijdelijkheid van onze tentoonstellingen te overstijgen en deze te laten voortleven in de vorm van een tijdschrift. In onze uitgaven vind je korte kritische besprekingen van kunstwerken die geëxposeerd worden in de presentatieruimtes van Kunstpodium t tijdens het Leerling/Meester project.

COLOFON

HoofdredactieZeus Hoenderop

EindredactieMariska van Zutven

BeeldredactieAnna Bedaux

VormgevingRik vogelaars

FotografieMariska van ZutvenZeus HoenderopRik vogelaarsAnna Bedaux

TekstenManus groenenCornelie SamsomIris Bouwmeester

VertalingLenne Priem

Kunstpodium TNoordstraat 1055038 EH tilburg +31 (0)6 23284954redactie@kunstpodium-t.comwww.tempmagazine.comwww.kunstpodium-t.com

OpeningstijdenDonderdag t/m zondag13.00u - 18.00u

Oplage1000 exemplaren

CoverfotoJiska Huizing

Mede mogelijk gemaakt door

Page 59: Temp#22

59MARIA ROOSEN, Paula van Doorn, Suzanne vellema, Sylé van Olst, Elise van Meene, Lina van Hassel.

Page 60: Temp#22

is een uitgave van Kunstpodium tJaargang 3 | 2012 - 2013

temp is gratis te verkrijgen bij Kunstpodium t en bij de deelnemende academies. Alle bij-dragen in temp zijn ook terug te vinden op de website www.tempmagazine.com. voor meer informatie mail naar: [email protected]

CLFFollow us on: