Technische rapportage - Maglr...6.2. Parkeren 55 6.3. Fietsstallen 57. 4. 5 Gemeentelijk verkeers-...

1

Verbinden en bereikenTechnische rapportage

Ede, 17-01-2014

Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan Ede

3

Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP)

Inhoudsopgave6.4. Halteren 59

6.5. Toegankelijkheid 59

6.6. Basismobiliteit 60

7. Verkeersveiligheid en leefbaarheid 637.1. Verkeersveiligheid 63

7.2. Geluid 65

7.3. Lucht 66

7.4. Externe veiligheid 66

7.5. Energie en klimaat 67

8. Allianties 718.1. Meer integratie met andere beleidsvelden 71

8.2. Meer integratie met beheer & onderhoud Ambities 72

8.3. Allianties met de samenleving 73

8.4. Duurzaamheid 75

9. Participatie en communicatie 779.1. Participatie bij totstandkoming 77

9.2. Participatie in het vervolgtraject 79

9.3. Communicatie 80

10. Afweging en monitoring 8110.1. Naar een uitvoeringsprogramma 81

10.2. Monitoring en evaluatie 83

Factsheets 87

Bijlage 1 Ontwerp hoofdfietsroutes 89

1. Samenvatting 5

2. Inleiding 112.1. Doel en rol van het GVVP 11

2.2. Vervolg op het GVVP 2005 12

2.3. Uitgangspunten 13

2.5. Leeswijzer 15

3. Context GVVP 173.1. Huidige situatie 17

3.2. Ontwikkelingen 23

3.3 Beleidskader 29

4. Ede in de regio 31

5. Netwerken 355.1. Wegencategorisering 35

5.2. Hoofdwegenstructuur 37

5.3. Kruispunten en regelingen 39

5.4. Openbaar vervoer 41

5.5. Fiets 45

5.6. Hulpdiensten 49

5.7. Vrachtautoverkeer 49

5.8. Landbouwverkeer 50

5.9. Bewegwijzering en bebording 51

6. Gebiedsontsluiting 536.1. Lokale bereikbaarheid 53

6.2. Parkeren 55

6.3. Fietsstallen 57

5


1. SamenvattingHet Gemeentelijke verkeers- en vervoerplan (GVVP) van de gemeente Ede is een vervolg op

het GVVP van 2005. Het GVVP is een kadernota van het verkeersbeleid. Het geeft de kaders

aan waarbinnen verkeersprojecten worden gedefinieerd en geprioriteerd en verkeersbeleid in

de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Naast de kadernota (deel A) is er ook een document met

toelichtende en verdiepende stukken en een overzicht van mogelijke projecten die aansluiten op

deze kadernota (deel B). Deel A gaat over de “wat” vraag, deel B over de “hoe” vraag.

Doel en rol van het GVVPDe doelen van het nieuwe GVVP zijn als volgt:

• Het bieden van een beleidskader voor operationele werkzaamheden vanuit het taakveld ver-

keer, zodat sturing wordt gegeven aan de beleidsactiviteiten en deze aansluiten op de ambities

binnen het GVVP;

• Het beschikbaar hebben van een instrument voor de verduurzaming van het verkeersbeleid en

de beleidsuitvoering;

• Het informeren van de samenleving en andere beleidsvelden over de visie van de gemeente

op verkeersbeleid, hoe zij dit beleid wil uitvoeren, wat van haar mag worden verwacht en welk

beroep zij op de samenleving doet.

Het GVVP gaat over visie en beleidsbepaling en geeft daarmee invulling aan de start van de

beleidscyclus. Op basis van het GVVP wordt uitvoering gegeven aan projecten op het gebied van

verkeer en vervoer. Met behulp van monitoring en evaluatie wordt vervolgens onderzocht in hoe-

verre ambities uit het GVVP zijn verwezenlijkt en of bijstelling of intensivering van beleid nodig is.

Op deze wijze wordt de cyclus rond gemaakt. In de navolgende figuur is de beleidscyclus in pira-

midevorm weergegeven.

Dynamische uitvoeringsagendaSeparaat aan dit GVVP wordt in 2014 een meerjarige uitvoeringsagenda opgesteld. De projec-

ten op deze uitvoeringsagenda dragen bij aan de verwezenlijking van de ambities in het GVVP.

De mogelijke projecten voor de eerste meerjarige uitvoeringsagenda (stand van zaken november

2013) komen in deel B naar voren. Jaarlijks wordt op basis van prioritering binnen de uitvoeringsa-

genda een Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (UVV) door het college van burgemeester

en wethouders vastgesteld met projecten die in dat jaar worden opgestart. Daarnaast kunnen pro-

jecten worden geprioriteerd en opgestart waarvoor apart krediet is aangevraagd bij de gemeen-

teraad.

Visie op verkeer en vervoerIn deze samenvatting wordt in het kort de visie neergezet die aan de ambities ten grondslag ligt.

Deze visie is ook vertaald naar beslispunten voor de gemeenteraad. De ambities zijn verwoord in

de verschillende hoofdstukken.

De beleidscyclus

7


AlgemeenHet verkeersbeleid wordt meer dienend aan andere beleidsvelden en ondersteunt de behoeften

van de samenleving op een duurzame en ontwikkelgerichte wijze, waarbij:

• zo veel mogelijk profijt en zo min mogelijk overlast voor de burger wordt nagestreefd;

• duurzaamheid bij alle activiteiten integraal wordt meegewogen.

Slim organiserenHet verkeersbeleid wordt op een dusdanige manier georganiseerd dat:

• kansen voor samenwerken en meeliften met andere (uitvoerings)projecten en initiatieven wor-

den benut;

• problemen vraaggericht worden aangepakt;

• de samenleving haar gedeelde verantwoordelijkheid neemt en de gemeente de samenleving

faciliteert;

• de uitvoering van basistaken doelmatig en efficiënt wordt georganiseerd;

• soberheid wordt betracht om met de beschikbare middelen zoveel mogelijk ambities en wen-

sen te verwezenlijken.

Verkeersveiligheid en leefbaarheidWe streven ernaar de verkeersveiligheid van de weginfrastructuur op niveau te houden. Daar-

naast zetten we in op een verkeersveiliger gebruik en beleving, samen met marktpartijen.

We streven naar weginrichtingen die passen bij de functie van de weg. Hiervoor zijn alle aange-

wezen verblijfsgebieden van maatregelen voorzien. Voor een beperkt aantal wegen willen we de

bestaande wegcategorie opnieuw beoordelen, op basis van functie en geloofwaardigheid, en de

weginrichting in lijn maken met de categorie wanneer zich een mogelijkheid voordoet om “werk

met werk” te maken. Dit is positief voor zowel de verkeersveiligheid als de leefbaarheid in buur-

ten.

Bereikbaarheid en doorstromingWe willen alle modaliteiten naar alle belangrijke bestemmingen adequaat faciliteren, zodat deze

bestemmingen goed en op een directe wijze bereikbaar zijn en iedere burger voor zijn/haar ver-

plaatsing een eigen afweging in de modaliteitskeuze kan maken.

Voor de externe bereikbaarheid van de kom Ede zetten we in op hoofdinvalswegen die met behulp

van verkeerslichtenregelingen een goede doorstroming en comfort bieden voor zowel personen-

auto- als vrachtverkeer. Dit met inachtneming van de belangen van langzaam verkeer. Op drukke

kruispunten wordt ontvlechting van verkeersstromen en -soorten nagestreefd, zodat deze vlot en

comfortabel kunnen worden afgewikkeld.

Voor de interne bereikbaarheid binnen de gemeente (auto, fiets) realiseren we op de overige

hoofdwegen (gebiedsontsluitingswegen) bij voorkeur rotondes. Hiermee garanderen we een

vlotte en verkeersveilige afwikkeling van zowel langzaam verkeer als gemotoriseerd bestem-

mingsverkeer.

Op kruispunten met een verkeersregelinstallatie streven we naar minder oponthoud, een verbe-

terde acceptatie en een eerlijke verdeling van het oponthoud. Dit doen we door het instellen van

regelingen die zich beter aanpassen aan het verkeersaanbod (adaptiviteit) en het instellen van

(tijdsafhankelijke) prioriteit die gebaseerd is op het aantal reizigers/verkeersdeelnemers op een

richting.

Zwaar verkeer Bij zwaar verkeer gaat het vooral om vrachtverkeer naar bedrijventerreinen, winkelcentra en

dorpskernen, en vracht- en landbouwverkeer in het buitengebied. De bereikbaarheid voor zwaar

verkeer willen we blijvend betrouwbaar en voorspelbaar houden en tegelijkertijd de hieraan gere-

lateerde leefbaarheidsproblematiek minimaliseren. Dit doen we door:

• specifieke routes te faciliteren en het gebruik van minder geschikte routes te ontmoedigen;

• ondernemers aan te sporen de vrachtauto parkeerproblematiek adequaat aan te pakken;

• bij winkelcentra bij te dragen aan naleving van venstertijden voor bevoorrading.

FietsverkeerIn lijn met de Edese kernwaarden groen, gezond en actief willen we het fietsgebruik bevorderen

door:

• verkeersonveilige locaties aan te pakken;

• het bestaande fietsnetwerk te verbeteren;

• de vraag naar fietsparkeren te accommoderen en bij te dragen aan diefstalpreventie;

• door te gaan met de ontwikkeling van hoogwaardige, directe fietsverbindingen.

9


Voet- en rolstoelgangersVoor de bereikbaarheid van (wijk)voorzieningen te voet, per rolstoel of scootmobiel wordt ingezet

op het waarborgen en verbeteren van de toegankelijkheid van voetgangersroutes. Bij nieuwe ont-

wikkelingen en reconstructies wordt toegankelijkheid integraal meegenomen.

Openbaar en doelgroepenvervoerTen behoeve van maatschappelijke participatie en de bereikbaarheid van (zorg)voorzieningen

wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een vervoersysteem dat voor iedereen, waaronder

de mindervaliden, de individuele vervoerbehoefte adequaat kan accommoderen en tegelijkertijd

betaalbaar blijft. Dit doen we door:

• de vraag naar duur vervoer (vooral taxivervoer) te minimaliseren en het resterende vervoer

efficiënt te organiseren;

• de gebruiksmogelijkheid van het openbaar vervoer te vergroten;

• samen met partnergemeenten in de regio de verantwoordelijkheid te nemen voor systeeminte-

gratie van doelgroepenvervoer en het ontsluitend openbaar vervoer.

ParkerenTen aanzien van parkeren van personenauto’s willen we doorgaan met het bestaande

parkeerbeleid, en daarbij experimenteren met nieuwe beleidsmaatregelen, ten behoeve van:

• een aantrekkelijker parkeer- en winkelklimaat;

• meer klanttevredenheid;

• hogere kostenefficiëntie;

• het voorkomen van parkeeroverlast.

10

Figuur 2.1 De beleidscyclus

11


2. Inleiding2.1. Doel en rol van het GVVP

Dit beleidsplan is een vervolg op het GVVP van 2005. Het GVVP is een kadernota van het ver-

keersbeleid. Het geeft de kaders aan waarbinnen verkeersprojecten worden gedefinieerd en

geprioriteerd en verkeersbeleid in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Dit deel A bevat de

kadernota. In deel B zijn toelichtende en verdiepende stukken opgenomen, alsmede mogelijke

projecten die aansluiten op deze kadernota. Separaat aan dit GVVP wordt in 2014 een meerjarige

uitvoeringsagenda opgesteld (voor de context: zie hoofdstuk 10). Met de projecten op deze uit-

voeringsagenda worden de ambities in het GVVP nagestreefd. De mogelijke projecten (stand van

zaken november 2013) komen in deel B naar voren.

Doelstelling verkeersbeleidDe doelstelling van het verkeersbeleid in de gemeente Ede is het optimaliseren van de bijdrage

van verkeer en vervoer aan de samenleving op een doelmatige en efficiënte wijze. Het GVVP is

het kaderinstrument dat hier invulling aan geeft.

Doelstelling GVVPDe doelen van het nieuwe GVVP zijn als volgt:

• Het bieden van een beleidskader voor operationele werkzaamheden vanuit het taakveld ver-

keer, zodat sturing wordt gegeven aan de beleidsactiviteiten en deze aansluiten op de ambities

binnen het GVVP;

• Het beschikbaar hebben van een instrument voor de verduurzaming van het verkeersbeleid en

de beleidsuitvoering;

• Het informeren van de samenleving en andere beleidsvelden over de visie van de gemeente



Het GVVP gaat over visie en beleidsbepaling en geeft daarmee invulling aan de (start van de)


verkeer en vervoer. Door monitoring en evaluatie wordt regelmatig onderzocht in hoeverre

ambities uit het GVVP zijn verwezenlijkt en of bijstelling of intensivering van beleid nodig is. Op

deze wijze wordt de cyclus rond gemaakt. In figuur 2.1 is de beleidscyclus in piramidevorm weer-

gegeven.

Wettelijke basisHet GVVP als planvorm is verankerd in de Planwet verkeer en vervoer. Deze geeft aan dat het

gemeentebestuur zorg moet dragen voor een zichtbaar samenhangend en uitvoeringsgericht ver-

keers- en vervoerbeleid. Het is bedoeld als richtlijn (voor de gemeente geen bindend document)

en burgers kunnen er geen rechten aan ontlenen. De rechtszekerheid is geregeld binnen con-

crete uitvoeringsprojecten die uit het verkeersbeleid voortvloeien.

AfstemmingVoor de ontwikkeling van het GVVP is afstemming met de samenleving essentieel. Door de

samenleving in de strategiefase (zie figuur 2.1) te betrekken, kon een strategie worden ontwik-

keld die aansluit bij de behoeften uit de samenleving (bottom-up). Samen met organisaties zijn

breed gedragen projecten gedefinieerd, die daadwerkelijk knelpunten oplossen (top-down).

De gemeente streeft naar meer betrokkenheid vanuit de samenleving en ziet voor zichzelf een

meer faciliterende rol. Een consistent en relevant verkeersbeleid vraagt ook om afstemming met

andere beleidsterreinen binnen de gemeentelijke organisatie. Beide vormen van afstemming zijn

in dit GVVP gehanteerd.

BesluitvormingDe gemeenteraad van Ede neemt begin 2014 een besluit over de visie van het GVVP. Deze visie

is verwoord in beslispunten. Dit zijn punten die het verkeersbeleid op hoofdlijnen uiteenzetten (de

12

“wat” vraag). De punten bepalen daarnaast de kaders waarbinnen het college van burgemeester

en wethouders is gemandateerd projecten te prioriteren en te laten uitvoeren door het ambtena-

renapparaat (de “hoe” vraag). Jaarlijks krijgt de gemeenteraad de prioritering ter informatie aan-

geboden.

Mede op basis van een monitoringsrapportage besluit de gemeenteraad eens per vier jaar of een

eventuele herijking van de visie en ambities nodig is.

2.2. Vervolg op het GVVP 2005

GVVP 2005Het vorige Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan Ede (GVVP) is vastgesteld in 2005 en had een

looptijd tot 2015. In 2007 zijn aan dit GVVP twee actieprogramma’s toegevoegd: het programma

Fiets en het programma Verkeersveiligheid, beide met een looptijd tot 2012. Het GVVP en de

actieprogramma’s in het bijzonder vormden de basis voor het jaarlijks op te stellen Uitvoerings-

programma Verkeer en Vervoer (UVV). In het UVV wordt aangegeven aan welke verkeersprojec-

ten geld wordt besteed.

Om meerdere redenen is een update van het vorige GVVP gewenst.

GeldigheidstermijnenVan de actieprogramma’s is de looptijd verstreken en het vorige GVVP had nog maar een

beperkte geldigheidsduur. Vanaf 2015 is er behoefte aan een nieuw kader, waarmee operationeel

verkeersbeleid kan worden uitgevoerd en verantwoord.

Plan is gedateerdHet vorige GVVP is min of meer een doorvertaling van de landelijke Nota Mobiliteit van 2004.

Inmiddels is het Rijksbeleid geactualiseerd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van 2012.

Het vorige GVVP is daarnaast een sterk sectoraal plan. Er bestaat nu behoefte aan een inte-

graler kaderdocument. Hiermee wordt bedoeld dat verkeers- en vervoerbeleid naast haar eigen

verantwoordelijkheid (verkeersveiligheid, doorstroming, parkeren en leefbaarheid) ook nadruk-

kelijk wordt ingezet om bij te dragen aan het verwezenlijken van beleidsdoelen van andere secto-

ren. Daarnaast bestaat de behoefte om beter aan te sluiten op wensen uit de samenleving en de

huidige uitdagingen en maatschappelijke ontwikkelingen.

Niet in de laatste plaats is ook de situatie in de gemeente Ede veranderd. De afgelopen jaren zijn

er meerdere (verkeers)projecten afgerond, bijvoorbeeld de verdubbeling N224. De komende jaren

wordt uitvoering gegeven aan een aantal grote ruimtelijke projecten, zoals de Spoorzone, de

Parklaan en de Kazerneterreinen (zie www.veluwsepoort.nu). Ook de Kenniscampus Ede wordt

doorontwikkeld, met onder andere een herinrichting van de openbare ruimte.

Plan is statischDe bij het vorige GVVP behorende actieprogramma’s zijn gedateerd en vertalen lang niet alle

uitdagingen waar het verkeersbeleid voor staat. Daarnaast geven de actieprogramma’s weinig

ruimte om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Plan is naar binnen gekeerdHet vorige GVVP is een sterk lokaal plan. Met het oog op de positie van Ede in de regio bestaat

er behoefte aan een kader voor bovenlokaal beleid en lobby-activiteiten.

Een nieuwe invulling Om efficiënter te kunnen opereren, is gekozen voor de volgende invulling van dit nieuwe GVVP:

• Aansluiten bij de ambities en doelstellingen van de regio FoodValley, de provincie Gelderland

en het Rijk;

• Toewerken naar meer integratie met andere beleidsvelden en optimalisatie van het proces van

planning van verkeersprojecten tot realisatie en beheer;

• Werken met een uitvoeringsagenda die jaarlijks wordt geactualiseerd. Vanuit de uitvoeringsa-

genda wordt het jaarlijkse UVV opgesteld. Eens per vier jaar vindt indien gewenst een herijking

van de visie en de ambities plaats;

• Actief samenwerken met de Edese samenleving, waarbij ieder zijn verantwoordelijkheid

draagt;

• Werken met een afwegingskader voor de prioritering van projecten;

• Werken met een monitoringskader om (eens per twee jaar) vast te stellen in welke mate de

ambities zijn verwezenlijkt en of aanscherping of koerswijziging van doelen of projecten nodig

is.

Op deze wijze wil de gemeente komen tot relevant en toekomstbestendig verkeersbeleid.

13


2.3. Uitgangspunten

Voor dit nieuwe GVVP geldt een aantal uitgangspunten.

Verhogen van de welzijnsbijdrageVerkeersbeleid is de laatste decennia vooral een sectorale aangelegenheid geweest. De focus

lag op verkeersveiligheid, parkeren, fietsverkeer en de doorstroming van autoverkeer. De laat-

ste jaren is in de eerste plaats het verkeersbeleid weer meer geïntegreerd met ruimtelijk en eco-

nomisch beleid. Zie als voorbeeld het landelijke Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en

Transport (MIRT) waarbij de ontwikkeling van weginfrastructuur als middel wordt gezien om de

economie te stimuleren. Daarnaast is de focus aan het verschuiven van verkeer naar mensen.

Met andere woorden: wat betekent bijvoorbeeld een reistijdverandering op een route voor gebrui-

kers van deze route en voor aanwonenden? In het nieuwe verkeersbeleid gaat het om het recht-

doen aan de betekenis van verkeer en vervoer voor de lokale samenleving en het benutten van de

kansen om de welzijnsbijdrage te vergroten.

Vraaggericht werkenDe gemeente wil toe naar meer vraaggericht werken, ook binnen verkeer en vervoer. De

gemeente gaat hiervoor de samenleving aanmoedigen met nieuwe ideeën en oplossingen te

komen die de welzijnsbijdrage van verkeer en vervoer vergroten. Als een aangereikt knelpunt of

idee verkeerskundig positief wordt beoordeeld en niet op korte termijn kan worden afgehandeld,

dan kan het worden genomineerd voor de wijkagenda. Binnen de wijkagenda worden de verschil-

lende mogelijke projecten integraal afgewogen. Grotere projecten kunnen op de verkeerskundige

uitvoeringsagenda worden geplaatst. Pas bij de prioritering van dit project versus andere projec-

ten vindt een uitgebreidere verkeerskundige beoordeling plaats. Dit als onderdeel van de afwe-

ging om een zo goed mogelijk resultaat voor zoveel mogelijk burgers te realiseren, tegenover zo

min mogelijk overlast en middelen. Deze werkwijze is ook gehanteerd bij de totstandkoming van

dit GVVP. De ervaren knelpunten en wensen uit de samenleving zijn geinventariseerd op consul-

tatiebijeenkomsten en via de website. Na een globale verkeerskundige beoordeling zijn deze ver-

taald naar mogelijke projecten voor de eerste uitvoeringsagenda. Ten behoeve van de prioritering

van de projecten op de uitvoeringsagenda vindt een uitgebreidere verkeerskundige beoordeling

plaats.

Gedeelde verantwoordelijkheidDie betekenis van verkeer en vervoer voor de samenleving wordt in de eerste plaats ervaren door

de burgers en ondernemers van de gemeente Ede. De gemeente wil daarom ook op het gebied

van verkeer en vervoer duurzame relaties met de samenleving opbouwen. De verantwoordelijk-

heid voor een goed functionerend verkeers- en vervoersysteem ligt zowel bij de gemeente als

bij de samenleving. De gemeente wil daarom een nadrukkelijk beroep doen op de kracht en het

zelforganiserend vermogen van de samenleving. Om deze overtuiging kracht bij te zetten is in dit

GVVP een onderscheid gemaakt tussen basis- en ontwikkeltaken.

Onderscheid in basis- en ontwikkeltakenDe projecten die in deel B worden genoemd voor de eerste uitvoeringsagenda zijn onderverdeeld

in basis- en ontwikkeltaken. Met basistaken worden die taken bedoeld waarbij de gemeente in

hoofdzaak verantwoordelijk is. De gemeente is initiatiefnemer en uitvoerder. Het gaat bijvoorbeeld

om de objectieve verkeersveiligheid, parkeren van autoverkeer en de doorstroming op hoofdwe-

gen. De uitvoering van basistaken is primair afhankelijk van bestuurlijke prioriteit. Ontwikkeltaken

zijn taken waarbij de gemeente allianties aangaat met de samenleving en een faciliterende, parti-

ciperende rol wil spelen bij de verdere ontwikkeling van het verkeers- en vervoersysteem. Hieron-

der valt bijvoorbeeld verkeerseducatie en de aanpak van als verkeersonveilig ervaren locaties in

buurten. Faciliteren kan op allerlei manieren, zoals het beschikbaar stellen van een budget, vak-

deskundigen, materialen, meetinstrumenten of het zorgdragen voor de realisatie. De uitvoering

van ontwikkeltaken is primair afhankelijk van draagvlak bij en initiatieven uit de samenleving.

Slim organiserenHet verkeersbeleid richt zich op het realiseren van zo groot mogelijke positieve effecten tegenover

zo min mogelijk overlast voor de burger. Hierbij wordt ook gestreefd naar het minimaliseren van

de benodigde inzet en middelen. Belangrijke onderdelen van deze strategie zijn:

• Efficiënte en doelmatige organisatie van basistaken;

• Benutten van kansen voor samenwerken en meeliften met andere (uitvoerings)projecten en

initiatieven;

• Vraaggericht werken, zodat maatregelen effectiever zijn;

• Soberheid betrachten om met de beschikbare middelen zoveel mogelijk ambities en wensen te

verwezenlijken;

• Focus op knelpunten als zwakste schakels in het systeem. Investeringen op concrete knelpun-

ten zijn vaak kosteneffectief en op kortere termijn realiseerbaar.

14

InnovatieBij de definiëring en de invulling van projecten die in het kader van het GVVP worden uitgevoerd,

wordt gestreefd naar het toepassen van innovaties in denkwijzen, methoden en technieken. Ener-

zijds om ambities efficiënt te kunnen verwezenlijken en kansen voor samenwerking en duurzaam-

heid te benutten. Anderzijds om bij te dragen aan een “groeimodel” van leren door te doen, ter

vergroting van de kosteneffectiviteit van investeringen. Binnen bijvoorbeeld de thema’s parkeren

en fietsen is het de nadrukkelijke wens om (beperkte) pilots van maatregelen uit te voeren die na

beoordeling mogelijk breder kunnen worden uitgerold.

DuurzaamheidDuurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt bij dit nieuwe GVVP. We doelen dan op duurzaam-

heid in de brede zin van het woord. De gemeente is van mening dat de uitwerking van de visie in

projecten, en de nadruk op participatie, bijdraagt aan een duurzamer verkeerssysteem en een

duurzamere procesgang. Door allianties aan te gaan met de samenleving en met andere beleids-

velden kunnen kansen voor verduurzaming worden verzilverd. In een aparte paragraaf wordt

ingegaan op de verankering van duurzaamheid in de beleidsprocessen.

De inhoud van dit GVVP sluit daarnaast goed aan bij de speerpunten van duurzame mobiliteit. In

figuur 2.2 is dit weergegeven. Er zijn in dit GVVP diverse ambities geformuleerd op het gebied van

bereikbaarheid, toegankelijkheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en energie en klimaat (natuur

en milieukwaliteit). Deze zijn terug te vinden in de desbetreffende hoofdstukken en paragrafen.

2.4. Totstandkoming GVVP

ParticipatieDit GVVP is tot stand gekomen met de medewerking van diverse organisaties en groeperingen

in de samenleving van de gemeente Ede. Gedurende het proces zijn drie consultatiebijeenkom-

sten georganiseerd om van actoren in de samenleving te horen welke knelpunten er leven, welke

oplossingen zij daarbij zien en welke mogelijkheden er liggen om met de gemeente samen op te

trekken. In deel B is een overzicht gegeven van de organisaties die op de bijeenkomsten aanwe-

zig waren.

Met enkele organisaties, waaronder de Fietsersbond, de Gehandicaptenraad Ede (GRE), de

Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en Stichting Binnenstadsmanagement Ede (SBE), is nader

overleg gevoerd om de desbetreffende belangen nadrukkelijk in het proces te betrekken. In hoofd-

stuk 9 wordt nader ingegaan op het participatieproces.

InventarisatiesTen behoeve van het GVVP zijn diverse inventarisaties uitgevoerd, met name:

• Verkeersonveilige locaties en parkeerklimaat, via enquête Inwoners aan het Woord 2013 (circa

2.600 respondenten);

• Fietsklimaat en verkeersonveilige locaties voor de fiets, via bevraging van het Inwonerspanel

Ede 2013 (circa 760 respondenten);

• Verplaatsingsgedrag en woon-werkpendel, uit het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland

(OViN t/m 2012) en de provinciale werkgelegenheidsenquête Gelderland (t/m 2010);

• Verkeersoverlast, uit de Veiligheidsmonitor Ede (2001 t/m 2011);

• Reistijden op hoofdwegen, door mee te rijden met het overige verkeer (november 2012);

• Verkeerskundig functioneren verkeersregelinstallaties (2013);

• Knelpunten verkeer en vervoer, uit de consultatiebijeenkomsten (april 2013);

• Tellingen auto- en fietsverkeer (2013);

• Fietsparkeersituatie Ede-Centrum (juni 2013).

Daarnaast is gebruik gemaakt van de volgende onderzoeken:

• Onderzoek Kenniscampus Ede De Bereikbare Vallei (maart 2013);

• Quick scan doorstromingsproblematiek Vallei-regio (maart 2011).

Pijlers Duurzame Ontwikkeling

Pijler 1: Economische bekommernis- Economisch welzijn- Werkgelegenheid- Productiviteit

Pijler 2: Sociale bekommernis- Billijkheid- Gezondheid en veiligheid- Kwaliteit leefomgeving

Pijler 3: Ecologisch bekommernis- Uitputting natuurlijke hulpbronnen- Vervuiling lucht, water, bodem- Biodiversiteit

Vijf BeleidsdoelstellingenDuurzame Mobiliteit

• Bereikbaarheid van activiteiten- locaties

• Toegankelijkheid van vervoer voor iedereen

• Verkeersveiligheid• Leefbaarheid van steden en dorpen

• Natuur en milieukwaliteit

➔

➔

➔

Figuur 2.2 De relatie tussen duurzame ontwikkeling en duurzame mobiliteit (Immers/Stada, 2010)

Profit

People

Planet

15


De bevindingen van de inventarisaties zijn verwerkt in dit rapport. De inventarisaties zijn gebun-

deld in een technische rapportage die bij de gemeente (taakveld verkeer) is op te vragen.

2.5. Leeswijzer

Inhoud

Context GVVP (hoofdstuk 3)De context van het GVVP beschrijft de huidige situatie, de huidige knelpunten en ontwikkelingen

die bepalend zijn voor het functioneren van het verkeerssysteem. Daarnaast zijn er ook randvoor-

waarden opgenomen vanuit andere beleidsstukken en vanuit wetgeving. Er is voor gekozen om

de context van het GVVP niet bij de verschillende thema’s, maar zoveel mogelijk in één hoofdstuk

te plaatsen. Dit voorkomt veel doublures en maakt de paragrafen met ambities bondiger.

Ede in de regio (hoofdstuk 4)De regio-ambities zijn ook uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid. In een apart hoofdstuk is

aangegeven welke accenten Ede wil leggen met betrekking tot het nastreven van de regio-ambi-

ties.

Verbinden en bereiken (hoofdstukken 5 en 6)Er is gekozen voor een onderscheid in netwerken en gebiedsontsluiting. Het hoofdstuk netwer-

ken gaat over het optimaal verbinden van gebieden (en dus mensen) met verschillende modali-

teiten en een daarop toegesneden infrastructuur. Het hoofdstuk gebiedsontsluiting gaat over de

lokale bereikbaarheid en over de wijze waarop de gebieden zijn aangesloten op de netwerken.

Verkeersveiligheid en leefbaarheid (hoofdstuk 7) Het verkeerssysteem is een voorwaarde voor het functioneren van de samenleving. Het systeem

heeft echter ook negatieve effecten. In hoofdstuk 7 is weergegeven hoe de gemeente deze effec-

ten wil minimaliseren.

Allianties en afstemming (hoofdstukken 8, 9 en 10)De afsluitende hoofdstukken gaan in op de wijze waarop het taakveld verkeer de activiteiten wil

afstemmen met de samenleving en de politiek. Voor het ontwikkelen en het in stand houden van

een duurzaam verkeerssysteem moet het taakveld verkeer allianties aangaan, zowel binnen als

buiten de gemeente.

FactsheetsSommige begrippen, beleidsinstrumenten en uitgangspunten behoeven nadere toelichting. Deze

zijn in de tekst onderstreept en blauw. Hiervan bestaan factsheets. Aan het eind van dit document

is een tabel opgenomen die aangeeft op welke factsheet het betreffende begrip is uitgelegd. De

factsheets zijn als één document gebundeld en beschikbaar op de gemeentelijke website.

Ambities

Kwalitatieve ambitiesIn de hoofdstukken 4 t/m 8 staan de ambities die de gemeente zich stelt ten aanzien van verkeer

en vervoer. Deze ambities volgen grotendeels uit de context GVVP. De ambities zijn bewust niet

SMART gemaakt, omdat targets en tijdpaden moeilijk zijn aan te geven en de haalbaarheid ook

afhankelijk is van derden en externe invloeden.

Wel zijn voor de ambities indicatoren opgesteld die in de op te stellen monitoringsrapportages

naar voren zullen komen. De scores op de indicatoren geven weer in hoeverre ambities zijn ver-

wezenlijkt.

Context ambitiesDe ambities zijn vergezeld van een context. In deze contextbeschrijvingen wordt een bepaald

thema met de bijbehorende ambities kort toegelicht.

Codering De ambities zijn gecodeerd. De eerste positie is de code voor het thema (hoofdstuk): R = regio,

N = netwerken, G = gebiedsontsluiting, L = verkeersveiligheid en leefbaarheid en A = allianties.

Daarna volgt een volgnummer.

16

Figuur 3.1 Inkomende pendel 2010 (PWE/PAR)

17


3. Context GVVP3.1. Huidige situatieOp basis van inventarisaties is de huidige situatie in kaart gebracht. In deze paragraaf geven we

een korte samenvatting van de resultaten. Er is daarbij onderscheid gemaakt naar de thema’s

mobiliteit, bereikbaarheid, verkeersveiligheid en (verkeersgerelateerde) leefbaarheid.

Mobiliteit

Mobiliteit is nodig om in de levensbehoeften te kunnen voorzien, omdat we ons leven niet op één

locatie kunnen leiden. Mobiliteit is noodzakelijk voor de pijlers van de samenleving, zoals maat-

schappelijke participatie, zorg, recreatie, handel en economie.

WerkpendelEen belangrijk onderdeel van mobiliteit vormen de woon-werkverplaatsingen. In de ochtendspits

tot 08.00 uur gaat het om ruim 60% van de verplaatsingen (in de avondspits circa 30%). Dit zijn

ook de verplaatsingen waar we het meeste van weten (vooral de inkomende pendel). Gemiddeld

wordt ruim 60% van de banen in de gemeente Ede opgevuld door bewoners van de gemeente.

Ook werkt ruim 60% van werkzame beroepsbevolking in de eigen gemeente.

In tabel 3.1 is de gemeentegrens overschrijdende pendel weergegeven. Als vanzelfsprekend zijn

de relaties met de gemeenten Veenendaal, Barneveld en Wageningen het grootst. Het patroon

verhoudt zich tot het aantal inwoners en de nabijheid van een gemeente. Opvallend is wel de rela-

tief sterke relatie met Barneveld.

Inkomend vanuit Aandeel Uitgaand naar AandeelVeenendaal 15% Barneveld 16%Wageningen 11% Veenendaal 14%Barneveld 11% Wageningen 10%Arnhem 8% Arnhem 8%Renkum 6% Utrecht 8%Overbetuwe 3% Amersfoort 5%Apeldoorn 3% Apeldoorn 4%Rhenen 2% Renkum 3%Utrecht 2% Zeist 2%Nijmegen 2% Nijkerk 2%Renswoude 1% Renswoude 2%Scherpenzeel 1% Scherpenzeel 2%Nijkerk 1% Rhenen 1%

Tabel 3.1 Gemeentegrens overschrijdende werkpendel Ede 2010, totaal overschrijdend is 100%

(PWE/PAR)

Ook als we inzoomen op wijken, dan blijkt nabijheid een belangrijke rol te spelen. In figuur 3.1

is de inkomende pendel op wijkniveau weergegeven. Het betreft alleen de wijken (postcodege-

bieden) waar sprake is van een substantiële hoeveelheid werkgelegenheid. Het aantal arbeids-

plaatsen is weergegeven met tekstlabels en aan de hand van de grootte van de zwarte stip bin-

nen de cirkels. Het blijkt dat werkgebieden in de gemeente Ede in belangrijke mate worden bezet

door werknemers die uit de buurt komen. Voor het noordelijk deel van de gemeente is Barneveld

een belangrijke herkomst, voor het westelijk deel Veenendaal en voor het zuidelijk deel Arnhem.

Omgekeerd geldt dat voor de uitgaande pendel. Dit impliceert dat het externe verkeer met een

herkomst of bestemming buiten de gemeente niet dwars door de gemeente hoeft te rijden en via

een beperkt aantal hoofd(invals)wegen kan worden bediend.

18

Figuur 3.2 Profiel verplaatsingen personen >=18 jaar 2004 t/m 2012

(MON/OViN)

19


Alle verplaatsingenOok bij de verplaatsingen ongeacht motief (personen van 18 jaar en ouder) zien we het belang

van nabijheid. In figuur 3.2 zijn de autorelaties tussen wijken (postcodegebieden) weergegeven

met cirkeldiagrammen. De kleur van de vulling van de cirkels geeft het aandeel autoverplaatsin-

gen in het totaal aantal verplaatsingen weer. Wegens een te kleine steekproef konden de cirkeldi-

agrammen niet voor alle kernen in de gemeente worden opgemaakt.

De patronen zijn min of meer vergelijkbaar als bij de werkpendel. Opvallend is daarbij het verschil

in profiel tussen Veldhuizen B (west) en de Rietkampen. Zo heeft in Veldhuizen-West 15% van de

autoverplaatsingen een herkomst of bestemming richting noorden (Barneveld, Amersfoort), bij

de Rietkampen is dat maar 7%. Bij beide is het aandeel (wijk)interne autoverplaatsingen (op het

totale aantal autoverplaatsingen) hoog, namelijk circa 50%. Dit wordt veroorzaakt door het halen

en brengen van kleine kinderen. In de Rietkampen wordt de auto echter aanzienlijk meer gebruikt:

in 65% van alle verplaatsingen, tegenover 50% in Veldhuizen. Dit vertaalt zich ook in het fietsver-

keer: in de Rietkampen is circa 50% van het fietsverkeer extern, in Veldhuizen B is dat 80%. Dit

heeft onder andere te maken met de nabijheid van Ede-Centrum voor Veldhuizen en de sterke

fietsrelatie dientengevolge. Bij de buitendorpen springt Bennekom eruit met een relatief laag aan-

deel auto in de verplaatsingen. Dit heeft uiteraard te maken met de nabijheid van Ede en Wage-

ningen, zodat de fiets vaak een goed alternatief is. Bij de overige buitendorpen speelt het tegen-

overgestelde, want de afstand tot de grote kernen is daar groter.

De gegevens geven indirect weer waar veel gefietst wordt. De fiets heeft een aandeel van gemid-

deld 40% in alle persoonsverplaatsingen met een bepaald vervoermiddel, met pieken in de dalu-

ren en de late ochtendspits (schoolverkeer). Op de belangrijkste routes en op bepaalde tijden zou

de fiets daarom meer prioriteit mogen krijgen.

Bereikbaarheid

Mobiliteit is gediend met een goede bereikbaarheid. Dit betekent in de eerste plaats nabijheid van

werklocaties en van dagelijkse voorzieningen, zoals scholen, huisartsen en supermarkten. Ver-

volgens gaat het om het gemak waarmee de afstanden kunnen worden overbrugd. In deze para-

graaf focussen we ons op het laatste, vanwege het dynamische karakter (reistijdvariatie) en de

mogelijkheden voor het taakveld verkeer om hier invloed op uit te oefenen. In Ede is geen sprake

van substantieel extra reistijd voor het parkeren van de auto of fiets.

VerliestijdenOp hoofdwegen in en rond de kom van Ede zijn reistijden en verliestijden voor het gemotoriseerd

verkeer geregistreerd. Hiervoor is met registratie-auto’s meegereden in de verkeersstroom.

Figuur 3.3 geeft de verliestijden weer voor ochtend- en avondspits. Het betreft alleen de wegen

die tijdens de inventarisatie zijn gemeten. Om de reistijd binnendoor te meten, is ook de route Ver-

lengde Maanderweg – Nieuwe Maanderbuurtweg in het onderzoek betrokken.

De meest duidelijke knelpunten (met oponthoud) zijn:

• Molenstraat richting Proosdijerveldweg;

• Einsteinstraat;

• Schutterweg tussen Boylestraat en A30;

• Jan Th. Tooroplaan tussen Dr. Willem Dreeslaan en Nieuwe Maanderbuurtweg;

• Slotlaan richting Proosdijerveldweg (ochtendspits);

• Dr. Willem Dreeslaan tussen Van Balverenweg en A12 (ochtendspits);

• Van Balverenweg richting Dr. Willem Dreeslaan (avondspits);

• Galvanistraat richting Dr. Willem Dreeslaan (avondspits).

Er is sprake van incidentele knelpunten op de N224 tussen de A30 en de Proosdijerveldweg, de

Edeseweg van en naar Bennekom en de Galvanistraat rondom het kruispunt met de Frankeneng.

Kennelijk kwamen deze tijdens de reistijdmeting niet prominent naar voren. Ook het kruispunt

Postweg/Westzoom in Lunteren staat als knelpunt bekend.

Verreweg de meeste knelpunten bestaan uit wachtrijen voor verkeersregelinstallaties. Het ligt

daarom in de rede om in te zetten op optimalisatie van de verkeerslichtenregelingen en waar

mogelijk reconstructie tot een rotonde.

Knelpunten doorstromingOok tijdens de consultatiebijeenkomsten is gevraagd naar knelpunten, zowel op het gebied van

doorstroming als op het gebied van verkeersveiligheid en leefbaarheid. Alle genoemde knelpun-

ten zijn terug te vinden in deel B. Voor vrijwel alle knelpunten zijn, na een eerste verkeerskun-

dige beoordeling, mogelijke projecten gedefinieerd. Dit is op de consultatiebijeenkomst in oktober

2013 met de aanwezigen besproken.

20

Figuur 3.3 Verliestijden hoofdwegen 2013 (veldwerk)

21


Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid is onder te verdelen in objectieve en subjectieve verkeersveiligheid. Met objec-

tief wordt het werkelijk aantal ongevallen bedoeld. Objectieve verkeersveiligheid is te zien als een

randvoorwaarde bij het verkeerssysteem. Voor de ongevallen is een landelijke database beschik-

baar. Vanwege de lage registratiegraad van letselongevallen (minder dan 50% in 2011) beperken

we ons hier tot de ongevallen met dodelijke afloop. Aandachtspunt is wel de landelijke toename

in het aantal enkelvoudige letselongevallen, vooral onder oudere fietsers. Subjectieve verkeers-

veiligheid gaat over de beleving van verkeersveiligheid door verkeersdeelnemers. Een verkeer-

sonveilige beleving van een locatie betekent niet automatisch dat die locatie ook objectief ver-

keersonveilig is. Sterker nog, in concepten als Shared Space wordt naast een hogere ruimtelijke

kwaliteit een objectief verkeersveilige situatie nagestreefd, deels door het gevoel van verkeerson-

veiligheid te versterken. Voor de beleving van verkeersveiligheid in Ede maken we onder andere

gebruik van de Leefbaarheidsmonitor Ede (voorheen Veiligheidsmonitor).

Objectieve verkeersveiligheidVolgens de landelijke verkeersongevallendatabase hebben in de gemeente Ede de afgelopen

6 jaar 34 dodelijke ongevallen plaats gevonden, waarbij 37 verkeersdoden waren te betreuren

(zie tabel 3.2). Minder dan de helft van de dodelijke ongevallen vond plaats op wegen die in het

beheer zijn bij de gemeente. Vanwege de (statistisch gezien) lage aantallen, is het niet mogelijk

om op basis van deze cijfers te spreken van een daling van het aantal dodelijke ongevallen.

Jaar Dodelijke ongevallen Verkeersdoden2007 8 9

2008 5 6

2009 5 5

2010 8 8

2011 4 4

2012 4 5

Laatste 6 jaar 34 37

Tabel 3.2 Dodelijke ongevallen en verkeersdoden per jaar op alle wegen in de gemeente Ede

(BRON)

Figuur 3.4 geeft de locatie van dodelijke ongevallen weer. Rondjes staan voor kruispunten met

wegverkeer, vierkantjes voor wegvakken. Bij de locaties met grotere rondjes/vierkantjes zijn

meerdere verkeersdoden gevallen. Uit de figuur blijkt dat de ongevallen met een dodelijke afloop

zich niet overduidelijk concentreren op één of een aantal locaties. Wel valt op dat relatief veel

ongevallen plaatsvinden:

• In het buitengebied. Ruim 85% van de ongevallen met een dodelijke afloop vond plaats buiten

de bebouwde kom;

• Op wegvakken. 75% vond plaats op een wegvak/spoorkruising versus 25% op een kruispunt;

• Op provinciale wegen (vooral N224).

Figuur 3.4 Overzichtskaart dodelijke ongevallen, alle wegen in gemeente Ede 2007-2012 (BRON)

22

Figuur 3.5 Genoemde knelpunten ten aanzien van verkeersveiligheid voor de fiets (Inwonerspanel, 2013)

23


Op wegen die vóór 2011 al erftoegangswegen waren, vond 1 dodelijk ongeval plaats. De Edese

verblijfsgebieden zijn dus betrekkelijk verkeersveilig. De ongevallen in het buitengebied zijn vaak

eenzijdig en worden dikwijls veroorzaakt door te hard rijden/controleverlies. Ze zijn daarom lastig

met aanpassing van weginfrastructuur te bestrijden. Hier kan het concept Natuurlijk Sturen oplos-

sing bieden. Daarnaast is gedragsbeïnvloeding een geschikt instrument.

Fietsers vormen een zwakkere groep in het verkeer. Op de wegen in beheer bij de gemeente Ede

was 40% van de verkeersdoden een fietser. Het signaal van de politie is daarnaast dat fietsers

in hoge mate bij letselongevallen zijn betrokken, en dat dit aantal toeneemt. Mogelijk als gevolg

van de vergrijzing en de toename van elektrische fietsen. De politie is een studie gestart die daar

meer inzicht in moet geven. Waarschijnlijk biedt het weghalen van obstakels (zoals fietspaaltjes)

veel veiligheidswinst.

Subjectieve verkeersveiligheidAan het inwonerspanel en aan de respondenten van de enquête Inwoners aan het woord is

gevraagd knelpunten te benoemen op het gebied van verkeersveiligheid voor de fiets. In figuur

3.5 zijn alle individuele opgaven van knelpunten in de kom van Ede opgenomen (uit het

Inwonerspanel). Op basis van deze inventarisatie heeft de Fietsersbond een top10 samengesteld

van verkeersonveilige locaties. Deze wordt met voorrang aangepakt in het kader van de “Lokale

Impuls Veilig Fietsen”. Dit is een project dat in 2014 wordt opgestart als onderdeel van het actie-

plan verkeersveiligheid. Hierbij wordt ook de inventarisatie vanuit de enquête

Inwoners aan het woord betrokken.

LeefbaarheidDe leefbaarheid met betrekking tot verkeer en vervoer is geïnventariseerd met behulp van de

Veiligheidsmonitor. Hierin is respondenten gevraagd naar het voorkomen van geluidoverlast en

stank ten gevolge van verkeer, parkeeroverlast en verkeersonveiligheid in de buurt. Deze cate-

gorieën zijn samengevoegd in figuur 3.6. Vanwege de beperkte steekproef was deze analyse

alleen mogelijk voor de kom van Ede. Het bovenste paneel van de figuur geeft de verandering in

het vaak voorkomen van verkeersoverlast weer tussen de periode 2007-2011 en de periode 2001-

2005. Opvallend is dat in buurten waar verkeersoverlast vaak voorkwam (onderste paneel) deze

in de loop der jaren is afgenomen (bovenste paneel). Daarentegen zijn er hier en daar ook toena-

mes te zien. De toename in Kernhem is grotendeels het gevolg van de komst van nieuwe bewo-

ners.

3.2. Ontwikkelingen

Omdat verkeer en vervoer een afgeleide is van ruimtelijke en economische activiteiten, zijn vele

ontwikkelingen relevant voor het verkeerssysteem. We noemen de belangrijkste ontwikkelingen

aan de hand van de driedeling verplaatsingsmarkt, vervoermarkt, verkeersmarkt.

Verplaatsingsmarkt

De verplaatsingsmarkt gaat over aantallen verplaatsingen en verplaatsingspatronen. Het aantal

verplaatsingen met een herkomst en/of bestemming in Ede is de afgelopen jaren gestabiliseerd.

De verwachting is echter dat dit aantal de komende jaren weer gaat toenemen, omdat ook lande-

lijk een toename wordt verwacht. Groei in verplaatsingen en verkeersdruk wordt veroorzaakt door

meerdere factoren, waaronder de bevolkingsgroei, de groei in het aantal arbeidsplaatsen, de toe-

name van het aantal verplaatsingskilometers en de ontwikkelingen in vrachtverkeer en goederen-

distributie. Daarnaast gaan verplaatsingspatronen veranderen door de vergrijzing en nieuwe con-

cepten als het nieuwe werken.

BevolkingsgroeiIn tabel 3.3 is de omvang van de bevolking in de gemeente Ede weergegeven. De cijfers tot en

met 2012 zijn gerealiseerd, de cijfers vanaf 2020 zijn groeiprognoses (scenario TM).

Jaar2005 2012 2020 2030

Omvang bevolking 106.430 108.770 113.400 118.000

Tabel 3.3 Bevolkingsomvang en prognose gemeente Ede (S&O)

De bevolking is gestaag gegroeid, zij het met een lager tempo dan vooraf gedacht. De prognose

is dat de bevolking in ieder geval tot 2030 verder doorgroeit. Dit is het gevolg van een geboorte-

overschot gecombineerd met een positief migratiesaldo. Laatstgenoemde factor wordt mogelijk

gemaakt door de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties in de komende jaren (zie deel B).

De bevolkingsaanwas tot 2030 is groter dan het landelijk gemiddelde, zoals figuur 3.7 laat zien.

Tegenover krimp in grote delen van Nederland staat een aanzienlijke groei in de Randstad, grote

delen van Noord-Brabant en ook in de Vallei-regio.

24

Figuur 3.6 Verkeersoverlast in buurten (Leefbaarheidsmonitor)

25


BanengroeiIn tabel 3.4 is de omvang van de werkgelegenheid in de gemeente Ede weergegeven. De cijfers

tot en met 2012 zijn gerealiseerd, de cijfers na 2020 zijn groeiprognoses (scenario TM).

Jaar2005 2012 2020 2030

Omvang werk-gelegenheid 50.790 56.000 60.000 60.500

Tabel 3.4 Omvang werkgelegenheid en prognose gemeente Ede (S&O)

De tabel geeft weer dat tot 2020 nog een duidelijke groei in werkgelegenheid wordt verwacht. Na

2020 is er nog sprake van een matige groei . De groei wordt geaccommodeerd in nieuwe werkge-

bieden die in ontwikkeling zijn (zie deel B).

Groei in afstandenDe afgelopen jaren was sprake van een groei in verplaatsingsafstanden. Dit werd vooral veroor-

zaakt door een toename van de werkpendel over langere afstand. In tabel 3.5 zijn de veranderin-

gen in de inkomende pendel weergegeven. Het gaat om personen die in de gemeente Ede werk-

zaam zijn.

Vanuit Jaar1990 1994 1998 2002 2006 2010

Ede 69,1% 62,4% 63,1% 62,7% 61,6% 60,7%Veenendaal 4,0% 4,2% 4,8% 5,1% 5,6% 5,7%Wageningen 4,1% 4,0% 4,3% 4,5% 4,2% 4,2%Barneveld 2,2% 3,2% 3,2% 3,6% 4,0% 4,2%Overig FoodValley 1,8% 2,1% 2,6% 2,4%Arnhem 4,8% 3,9% 3,6% 3,8% 3,1% 3,1%Utrecht 0,4% 0,5% 0,7% 0,6% 0,8% 0,9%Totaal 27.547 29.697 38.010 50.440 50.630 53.260

Tabel 3.5 Inkomende pendel Ede, fulltime en parttime banen (PWE)

Zoals de tabel laat zien, neemt de intergemeentelijke inkomende pendel toe: het aandeel Ede-

Ede neemt af. Veenendaal en Barneveld nemen als herkomst duidelijk toe. Wageningen blijft hier

relatief bij achter. Ook uit de inkomende pendel Wageningen (niet in tabel 3.5) volgt dat het belang

van Ede als herkomst afneemt, namelijk van 15,3% in 1998 naar 10,7% in 2010 (ook een abso-

lute afname). Van de uitgaande pendel Ede (inclusief naar Ede) zijn alleen gegevens over 2010

bekend. Deze bedroeg naar schatting 51.700 personen.

Gezien de trend in tabel 3.5 is het aannemelijk dat de intergemeentelijke pendel verder gaat toe-

nemen. Dit impliceert een toename van de druk op de belangrijkste hoofdinvalswegen in de spit-

sen.

Ontwikkeling in vrachtverkeerIn de periode 2000 tot 2008 was sprake van een forse groei van het vrachtverkeer. Dit werd gro-

tendeels veroorzaakt door een toename van productie en consumptie door globalisering. Onder-

liggende drijfkracht is de minimalisatie van productiekosten, omdat transportkosten relatief laag

zijn. De recente economische crisis heeft het binnenlandse en internationale vervoer doen afne-

men. De landelijke verwachting is echter dat het vrachtverkeer (vrachtauto’s en bestelauto’s) op

Figuur 3.7 Verwachte bevolkingsontwikkeling 2010-2030 (CBS, 2012)

Figuur 3.6 Verkeersoverlast in buurten (Leefbaarheidsmonitor)

26

de middellange termijn weer gaat doorgroeien. Aan de ene kant is sprake van een dempend effect

van dematerialisatie (minder volume) en transportefficiency op het aantal vervoerbewegingen. Dit

wordt echter ruimschoots gecompenseerd door meer just-in-time afleveringen en minimalisatie

van voorraden bij verladers. Eén van de drijfkrachten achter de groei is waarschijnlijk de stedelijke

distributie met specifiek de pakketbezorging, als gevolg van de toename van e-commerce.

De toename van het vrachtverkeer (vooral in dalperioden) kan forse implicaties hebben voor de

leefbaarheid (geluid en parkeren) en onderhoud aan wegen. De impact is afhankelijk van voer-

tuigkeuze, de dichtheid van “drop points” (“pick up points” voor de consument) en het slagen van

meer duurzame concepten voor distributie.

VergrijzingDe komende jaren vindt een verschuiving in de mobiliteitsbehoefte plaats als gevolg van een aan-

tal maatschappelijke ontwikkelingen. Eén van die ontwikkelingen is de vergrijzing in combinatie

met het feit dat ouderen langer zelfstandig en zelfredzaam blijven.

De samenleving van de gemeente Ede vergrijsd. In tabel 3.6 zijn de aandelen van de leeftijdsco-

horten voor 2012 en twee toekomstjaren gegeven. Het aandeel 65-plus stijgt fors, tegenover een

duidelijke daling van de beroepsbevolking.

Leeftijdscohort Jaar2012 2020 2030

0-15 jaar 19,3% 17,5% 17,6%15-65 jaar 64,9% 63,5% 59,7%65-plus 15,8% 19,0% 22,7%

Tabel 3.6 Prognose leeftijdsverdeling gemeente Ede (S&O)

De vergrijzing heeft diverse implicaties voor verkeer en vervoer, zoals:

• Behoefte aan bredere voet- en fietspaden, ook geschikt voor mindervaliden en (een hoog aan-

deel) elektrische fietsen;

• Meer invalidenparkeerplaatsen, gekoppeld aan een betere naleving (handhaving);

• Drukkere dalperioden, omdat ouderen zich relatief meer in de daluren verplaatsen. Door een

toename van inwoners en banen blijven ook de spitsperioden druk;

• Een doelgroepgerichte verkeersveiligheidsopgave, gericht op de groep 65-plus op de (elektri-

sche) fiets, die een steeds groter aandeel in de letselongevallen beslaat.

Het nieuwe werkenEen andere relevante maatschappelijke ontwikkeling is het nieuwe werken en de opkomst van

derde werkplekken. Het nieuwe werken kan op termijn een verlichting van de spitsdruk geven,

mits op grote schaal toegepast. Op goed bereikbare locaties kan de verminderde kantoorbe-

hoefte van een telewerkend bedrijf worden opgevuld door een ander (telewerkend) bedrijf. Daar-

naast neemt het aantal vierkante meters per arbeidsplaats af, zodat het aantal (auto)verplaatsin-

gen naar deze locaties kan toenemen in plaats van afnemen.

Vervoermarkt

De vervoermarkt gaat over de vervoermiddelen die worden gebruikt om de verplaatsingen te

maken. Binnen de gemeente Ede gaat het dan specifiek over de trein, de bus, de (vracht)auto, de

fiets, de voetganger en vervoermiddelen voor mindervaliden.

Groei in treingebruikHet treingebruik zit in de lift. Dit geldt zowel voor de verbindingen Utrecht- Arnhem als voor de

Valleilijn tussen Amersfoort en Ede. De vervoerwaarde van de Valleilijn stijgt verder door onder

andere de recente opening van het station Hoevelaken (december 2012), de realisatie van een

nieuw station in Barneveld-Zuid (in 2015) en mogelijke frequentieverhoging. De effecten van

afschaffing of omzetting van de OV-studentenkaart zijn nog onduidelijk.

BusgebruikHet busgebruik geeft een gevarieerd beeld. Sommige buslijnen door de gemeente Ede kennen

een te laag gebruik. De Valleilijn bus daarentegen doet het goed. Wel is het de vraag hoe het ver-

voer zich ontwikkelt na de mogelijke omzetting of afschaffing van de OV-studentenkaart (in 2015).

Daarnaast heeft de provincie Gelderland het voornemen om in 2015 ontsluitend openbaar ver-

voer over te dragen aan regiogemeenten. Vervolgens moeten de gemeenten samen met de pro-

vincie werken aan systeemintegratie van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Dit kan bete-

kenen dat onrendabele buslijnen (in bepaalde uren) worden geschrapt.

Binnen de huidige concessie heeft eind 2013 een optimalisatie in de busbediening plaats gevon-

den. In paragraaf 5.4 wordt hier nader op ingegaan.

27


Groei in autobezitGroei in autogebruik is gecorreleerd aan groei in autobezit. Het autobezit in Ede is de laatste jaren

toegenomen. Tabel 3.7 geeft de ontwikkeling in personenauto’s en bedrijfsauto’s per huishou-

den weer, voor Ede en omringende gemeenten. Aan de cijfers voor Barneveld is te zien dat voor

Ede het plafond nog niet lijkt te zijn bereikt. Dit impliceert (zonder beleidsmaatregelen) mogelijk

een toename van de parkeerproblematiek in gebieden waarin de gerealiseerde parkeernorm nu

al krap is.

Het hoge aantal bedrijfsauto´s wordt verklaard door het aantal ZZP-ers binnen de gemeente: 10%

van de beroepsbevolking.

Gemeente personenauto’sper huishouden

bedrijfsauto’sper huishouden

Jaar Jaar2005 2012 2005 2012

Ede 1,06 1,14 0,18 0,19Barneveld 1,22 1,29 0,29 0,30Wageningen 0,60 0,60 0,06 0,05Veenendaal 1,03 1,12 0,13 0,13

Tabel 3.7 Autobezit per huishouden (CBS, 2012)

De economische crisis die in 2008 begon, heeft nog niet geleid tot een daling van het autobezit.

Hoewel bij jongeren tot 30 jaar het autobezit momenteel duidelijk afneemt, neemt het bij inwoners

met hogere inkomens en bij ouderen juist toe. De landelijke verwachting is dat het autobezit ver-

der toeneemt, mede als gevolg van de reductie in vaste kosten voor milieuvriendelijke voertuigen

(afschaffing BPM, minder of geen wegenbelasting).

Groei in autogebruikHet Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) geeft voor Ede geen duidelijk beeld van de

ontwikkelingen in autogebruik. Een toename van autobezit betekent doorgaans een toename van

autogebruik, maar het gebruik is ook afhankelijk van het concurrentievermogen in vergelijking

met andere vervoerwijzen. Ondanks de ogenschijnlijke toenemende populariteit van de (elektri-

sche) fiets, is de verwachting dat het aantal autoverplaatsingen in absolute zin toeneemt. Dit auto-

verkeer kent zeker de komende jaren nog een duidelijk spitsprofiel. Als gevolg van een toename

van de sociaal-recreatieve verplaatsingen (door ouderen) is ook een toename te verwachten in de

daluren en in het weekeinde.

Binnen het autogebruik groeit het aandeel van de elektrische auto. Op dit moment is de penetra-

tiegraad echter nog zeer beperkt: 0.2 per 1000 personenauto’s op 1 januari 2012 (ECN, 2012).

Groei in verplaatsingen langzaam verkeerEr zijn aanwijzingen dat de fiets de laatste jaren aan populariteit wint. Mogelijke oorzaken zijn de

financiële crisis en de opkomst van de elektrische fiets. Mede als gevolg van de vergrijzing, de

toenemende zelfredzaamheid en de verbeterde toegankelijkheid van het openbaar vervoer, is de

verwachting dat de fiets en het overige langzame verkeer de komende jaren zal doorgroeien. De

voorgenomen omzetting of afschaffing van de OV-studentenkaart kan daarnaast een extra toe-

stroom naar de fiets geven. De groei van de fiets in het woon-werkverkeer is afhankelijk van de

ontwikkelingen in het autogebruik (zie vorige alinea).

Verkeersmarkt

De verkeersmarkt gaat primair over de beschikbare verkeersinfrastructuur (wegennet), inclusief

voorzieningen als verkeersregelinstallaties, bushaltes en fietstunnels, en het gebruik ervan. Met

behulp van de infrastructuur en maatregelen gericht op een juist gebruik, moeten de geschetste

ontwikkelingen in goede banen worden geleid. Om dit te bereiken zijn ambities opgesteld die ver-

taald moeten worden naar projecten. De ambities komen in de volgende hoofdstukken aan bod.

Mogelijke projecten zijn in deel B weergegeven.

Lopende projectenDaarnaast zijn er ook diverse projecten die tijdens de totstandkoming van het GVVP al in onder-

zoek, voorbereiding of uitvoering waren. Deze projecten zijn een gegeven voor het GVVP en

komen in die vorm niet meer op de uitvoeringsagenda. Projecten in onderzoek kunnen afhankelijk

van de onderzoeksresultaten in een bepaalde vorm op de uitvoeringsagenda komen. In deel B is

een overzicht gegeven van de locaties van de voor verkeersbeleid meest relevante lopende pro-

jecten. Ook de meest relevante ruimtelijke projecten zijn aangegeven. Zie www.veluwsepoort.nu

voor de belangrijke aanstaande ruimtelijke projecten.

29


Enkele van de meest relevante projecten zijn:

• Parklaan, inclusief kruispunten, verkeerslichtenregelingen, fietspaden en fietstunnel

(in voorbereiding, verwachte volledige realisatie voor 2020);

• Nieuw station Ede-Wageningen, inclusief nieuw busstation en nieuwe fietstunnel

(in voorbereiding, verwachte realisatie in 2018/2019);

• Autotunnel Hakselseweg en fietstunnel ten westen van de Kerkweg (in voorbereiding,

realisatie in 2016);

• Reconstructie kruispunt Veenderweg/Klaphekweg tot rotonde (realisatie in 2014);

• Verkennend onderzoek aanpak kruispunt Jan Th. Tooroplaan/Dr. Willem Dreeslaan;

• Korte termijn optimalisatie verkeerslichtenregelingen Veldhuizen (realisatie in 2014);

• Verharding enkele zandwegen, waaronder de Bosrand, de Galgenberg en delen van de

Zeggelaarsweg, de Blankenspoorsedijk en de Willinkhuizersteeg.

Daarnaast komen de volgende gemeentebrede projecten in 2014 in uitvoering:

• Opstellen actieplan verkeersveiligheid (inclusief fietsverkeer);

• Quick wins obstakelvrije fietsroutes;

• Toegankelijk maken bushaltes (tweede tranche);

• Inventarisatie fietsstallingsbehoefte bij bushaltes;

• Onderzoek naar categorisering wegen waarbij de inrichting thans niet strookt met de

wegcategorie;

• Nulmeting GVVP ten behoeve van monitoring.

Buiten de gemeentegrenzen (deels) zijn de volgende projecten relevant (niet opgenomen in deel

B):

• Doortrekking Voorpoort naar de Klompersteeg en afsluiten Nieuweweg-Noord (Veenendaal)

voor autoverkeer;

• Verdere ontwikkeling woningbouw Veenendaal-Oost;

• Verdere ontwikkeling bedrijventerrein De Batterijen Veenendaal;

• Realisatie fietssnelweg Ede-Veenendaal;

• Woningbouw en bedrijvigheid in Kortenoord Wageningen;

• Verbeteren doorstroming Nijenoord Allee/Mansholtlaan (N781) Wageningen;

• Verbeteren fietsroutes tussen de stad Wageningen, de WUR campus en station Ede-Wagenin-

gen, inclusief de oversteekbaarheid van de Nijenoord Allee;

• Aanleg oostelijke en zuidelijke rondweg Barneveld (voorzien in 2020), hetgeen de wegen door

Lunteren zal ontlasten;

• Realisatie snelfietsroute Putten-Barneveld-Lunteren door gemeente Barneveld.

3.3 Beleidskader

Een belangrijk deel van de context voor het GVVP wordt bepaald door het beleidskader en de

relevante weten regelgeving. In deel B is een overzicht gegeven van alle kaderstellende docu-

menten en de relevantie voor het GVVP. Daarnaast zijn documenten weergegeven van aanpa-

lende beleidsterreinen, ten behoeve van het identificeren van kansen voor samenwerking.

Wet- en regelgevingVoor verkeer en vervoer zijn vooral de Wegenwet, de Wegenverkeerswet en de Wet geluidhinder

relevant. Kaderstellend voor het GVVP is de Planwet verkeer en vervoer. De Planwet bepaalt dat

gemeenten een samenhangend en uitvoeringsgericht verkeers- en vervoerbeleid moeten voeren,

waarbij de essentiële onderdelen van rijks- en provinciaal beleid in acht worden genomen. Ook

moet met beleid van naburige gemeenten rekening worden gehouden. Tevens geeft de Planwet

aan dat afstemming moet worden gezocht met andere beleidsterreinen, zoals ruimtelijke orde-

ning, economie en milieu.

Bovengemeentelijk beleidRijks- en provinciaal verkeers- en vervoerbeleid is kaderstellend voor het GVVP. Ook de strategi-

sche agenda van de regio FoodValley wordt als kaderstellend beschouwd.

Gemeentelijk beleidDe Visie Ede 2025 verwoordt het overkoepelende gemeentelijk beleid voor de lange termijn. Voor

de middellange termijn gaat Ede meer beleid formuleren. Naast het GVVP wordt in 2014-2015

een Visie Openbare Ruimte ontwikkeld. Beheerplannen beschrijven het beleid voor de korte ter-

mijn.

Kadernota’s andere beleidsveldenBeleid uit andere beleidsvelden is voor het GVVP relevant indien zich kansen voor samenwerking

en meeliften aandienen. Omdat verkeer en vervoer een afgeleide is van ruimtelijke en economi-

sche activiteiten, zijn er per definitie veel raakvlakken.

30

Figuur 4.1 Mobiliteitskaart regio FoodValley (gebiedsvisie FoodValley, 2013)

31


4. Ede in de regioAmbities

Ambitie IDBijdragen aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, instellingen en kenniswerkers in Ede door te zorgen voor een optimale en toekomstvaste multimodale bereikbaarheid van belangrijke woon-, onderwijs- ,werken winkelgebieden alsmede een uitstekende multimodale bereikbaarheid van cultureel, maatschappelijke en recreatieve voorzienin-gen in de omgeving.

R_100

Toekomstvast maken van de bereikbaarheid van Ede per weg en per spoor, samen met de regionale partners en het Rijk.

R_101

Optimaal ontsluiten van de Kennisas Ede-Wageningen, inclusief een hoogwaardige aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

R_102

Context

Topsector AgrofoodDe regio FoodValley is opgericht om de ambities voor de topsector Agrofood waar te maken. De

regio bestaat uit acht gemeenten uit de provincies Gelderland en Utrecht: Barneveld, Ede, Nij-

kerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. Ze huisvest organisaties

en bedrijven met toonaangevende innovatie en vakkennis op het gebied van Agrofood. De Wage-

ningen Universiteit Research (WUR) neemt hierin een centrale rol en is op dit gebied een interna-

tionale speler.

Aantrekkelijke regioDe regio wil het vestigingsklimaat voor de bedrijfstakken die de regio kenmerkt versterken. De

regio moet aantrekkelijk zijn om in te wonen, te werken en te recreëren. Een aantrekkelijke en

gezonde leefomgeving wordt als een voorwaarde gezien om mensen aan de regio te binden.

Een goede multimodale bereikbaarheid is daarbij essentieel. Ede heeft een uitstekende externe

bereikbaarheid, met de A30, de A12, de toekomstige Parklaan en het nieuwe station Ede-Wa-

geningen als dragers. Daarnaast is er ruimte voor de ontwikkeling van hoogwaardige woon- en

werkgebieden met een hoog cultureel en maatschappelijk voorzieningenniveau in de directe

omgeving (zie www.veluwsepoort.nu). Bij de verdere ontwikkeling van Ede hanteert de gemeente

de kernwaarden groen, gezond en actief als uitgangspunt. De bereikbaarheid per fiets past

geheel binnen de kernwaarden. Binnen de regio wordt gewerkt aan snelfietsroutes (zie paragraaf

5.5) en aan verbetering van het openbaar vervoer.

Regionaal MobiliteitsfondsDoor samen op te trekken positioneren de regiogemeenten zich als een sterke gesprekspartner.

Om vorm te geven aan de benodigde slagkracht hebben de acht gemeenten een regionaal Mobi-

liteitsfonds opgericht. Doel van het Mobiliteitsfonds is om daadkracht uit te stralen en de midde-

len strategisch in te zetten voor regionale mobiliteitsprojecten die anders niet/verlaat/versoberd

worden gerealiseerd. De regionale projecten Hoevelaken en A1/A30 dienen een verbeterde noor-

delijke ontsluiting en het project Rijnbrug een verbeterde zuidelijke ontsluiting van de regio (zie

figuur 4.1). Binnen het project Valleilijn participeert de regio in diverse gremia.

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Uitgangspunt van het PHS is dat uiterlijk in 2028 spoorboekloos wordt gereden op een aantal

belangrijke corridors in Nederland. Ede ligt in de corridor Schiphol – Utrecht – Arnhem / Nijme-

gen. Ede streeft naar een zo goed mogelijke bediening van station Ede-Wageningen. De inzet is

zes intercitystops per uur per richting en drie sprinterstops tussen Utrecht en Ede-Wageningen.

De sprinters tussen Ede-Wageningen en Arnhem blijven hierbij gehandhaafd. Voor het station

Veenendaal-De Klomp streeft Ede naar een bediening van 3 sprinters per uur per richting.

Kennisas Ede-WageningenIn de driehoek overheid-bedrijfsleven-onderwijs speelt de Kenniscampus Ede een belangrijke rol.

Ede wil samen met Wageningen en de provincie een Kennisas ontwikkelen met de Kenniscampus

Ede, de Wageningen UR en de omgeving van het station Ede-Wageningen (met een toekomstig

World Food Center) als dragers (zie figuur 4.2). Binnen de Kennisas is multimodale bereikbaar-

heid een hoofdthema. Er lopen al onderzoeken naar een betere/snellere fietsroute (snelfietsroute

32

Cent

rum

Stat

ion

Ede-

Wag

enin

gen

Cent

rum

Loca

tie v

oor

cong

res/

hote

lCa

mpu

s Ed

e

Ziek

enhu

is

Gel

ders

e Va

llei

Cam

pus W

UR

Nie

uwe

woo

n-ge

bied

en

Nie

uwe

woo

n-/w

erkg

ebie

den

Loca

tie v

oor k

enni

s-/f

ood/

agro

bedr

ijven

Loca

tie v

oor k

enni

s-/f

ood/

agro

bedr

ijven

Benn

ekom

Auto

Bus

Velu

we

Velu

we

Wag

enin

gen

Ede

Figuur 4.2 Kennisas Ede-Wageningen

33


Ede-Wageningen), een snellere busbediening (Valleilijn) en een betere bereikbaarheid voor het

gemotoriseerde verkeer (N781 en realisatie van de Parklaan met een aansluiting op de N781).

Deze onderzoeken worden voortgezet en zo mogelijk vertaald naar uitvoeringsprojecten.

34

Figuur 5.1 Wegencategorisering met gewenste mutaties

35


5. Netwerken5.1. Wegencategorisering

Ambities

Ambitie IDStimuleren van juist gebruik van het wegennet en gewenst verkeersgedrag en daarmee het verhogen van de verkeersveiligheid en het verbeteren van de verkeersafwikkeling en de leefbaarheid. Dit door de vormgeving af te stemmen op de functie van een weg of vice versa voor wegen waar sprake is van een onduidelijk of ongeloofwaardig verkeers-regime.

N_100

Versterken van de verblijfsfunctie en borgen van de verkeersveiligheid in verblijfsgebie-den.

N_101

Context

Basis wegencategoriseringDe wegencategorisering in Ede is gebaseerd op de landelijke richtlijnen vanuit het concept

Duurzaam Veilig. Dit concept gaat uit van een samenhangend netwerk van stroomwegen,

gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen:

• Stroomwegen richten zich op het hoogwaardig verbinden van regio’s en landsdelen. Dit zijn

vooral Rijkswegen;

• Gebiedsontsluitingswegen richten zich op het bereikbaar maken en verbinden van wijken en

kernen. De verkeersfunctie staat voorop;

• Erftoegangswegen zijn bedoeld voor het toegankelijk maken van de directe woon- of werkom-

geving (met beperkte snelheid). De verblijfsfunctie staat voorop.

De wegencategorisering is in 1999 vastgesteld. Op basis van de landelijke criteria die worden

gesteld aan een minimale en ideale inrichting van een weg, is de categorisering van het gehele

wegennet nu opnieuw kritisch bekeken. Hieruit volgt dat het overgrote deel van de wegen de des-

tijds vastgestelde categorie kan behouden. Van enkele wegen moet de categorisering uit het oog-

punt van geloofwaardigheid en het voorkomen van schijnveiligheid echter worden herzien, dan

wel verder worden ondersteund met aanvullende verkeersmaatregelen. Dit worden grijze wegen

genoemd. Daarnaast zijn (sinds 1999) en worden nieuwe wegen aan het netwerk toegevoegd. In

afbeelding 5.1 is de nieuwe wegencategorisering weergegeven, inclusief de grijze wegen (grijs

gestippeld) waar een wijziging gewenst is. De categorie heeft voor de bestaande wegen aldus

betrekking op de in 1999 vastgestelde categorisering. Erftoegangswegen waar geen wijziging

gewenst is, zijn niet opgenomen in de figuur. Het “af- of opwaarderen” heeft betrekking op de

wegencategorie met bijbehorende ondersteunende maatregelen. Met “aanpassen” wordt bedoeld

dat eerst extra maatregelen in overweging moeten worden genomen om de wegcategorie te ver-

sterken. Eventuele op- of afwaardering behoort ook tot de mogelijkheden. Deel B bevat de figuren

per deelgebied.

Inrichting verblijfsgebiedenBinnen de mazen van de gebiedsontsluitingswegen bevinden zich de verblijfsgebieden die zijn

ingericht als 30 of 60 km-zone. De inrichting is sober en doelmatig uitgevoerd, op basis van de

aanpak van knelpunten. Het volledig duurzaam veilig inrichten van gebieden is namelijk uitermate

kostbaar en tijdrovend. Voor een deel van de gebieden voldoet de inrichting, voor andere gebie-

den zijn er nog knelpunten. Als zich een moment voordoet waarin maatregelen kunnen worden

gecombineerd met andere publieke werken in het gebied, dan inventariseert de gemeente samen

met de bewoners de eventuele knelpunten en streeft binnen de publieke werken naar realisatie.

Doorgaand gemotoriseerd verkeer op erftoegangswegen ondermijnt de verblijfsfunctie van

de wegen. Het beleid is om dit verkeer aan te moedigen gebruik te maken van de omliggende

gebiedsontsluitingswegen. Dit is beter voor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid.

Veel wegen binnen bedrijventerreinen zijn erftoegangswegen met een afwijkende maximum snel-

heid van 50 km/uur. Omdat deze wegen ruim gedimensioneerd moeten zijn voor vrachtverkeer,

blijft het snelheidsregime gehandhaafd.

36

Figuur 5.2 Hoofdwegenstructuur Ede-stad

37


ParkeerringEde-Centrum heeft een parkeerring bestaande uit de route Molenstraat – Telefoonweg – Stati-

onsweg – Ericalaan – Klinkenbergerweg – Raadhuisstraat. Deze route is bedoeld om de parkeer-

locaties goed te kunnen bereiken en daar een keuze in te kunnen maken. De wegen van de Par-

keerring zijn ingericht als gebiedsontsluitingsweg en niet als grijze weg bestempeld. Hier speelt

echter de problematiek dat de directe omgeving (Molenstraat, Telefoonweg) een verblijfsfunctie

heeft. Dus dit zijn wel gebieden die bijzondere aandacht vragen. Diverse delen van de parkeer-

ring zijn zodanig ingericht dat er te weinig ruimte is om alle verkeerssoorten comfortabel en ver-

keersveilig af te wikkelen. Een onderzoek moet uitwijzen hoe de parkeerring kan worden aange-

past, zodat het bestemmingsverkeer vlot en veilig wordt afgewikkeld en meer ruimtelijke kwaliteit

wordt geboden.

Gebruik wegen in buitengebiedVooral in het buitengebied zijn er wegen die door een beperkt aantal typen wegverkeer worden

gebruikt. Bijvoorbeeld voornamelijk door auto´s van aanwonenden of door vrachtverkeer en land-

bouwvoertuigen van ondernemers uit de omgeving. De weginfrastructuur en het onderhoudsre-

gime kan hier op worden aangepast. Bij andere wegen leidt de verscheidenheid aan typen weg-

verkeer tot conflicten. Het is hier zaak om deze typen te prioriteren en laaggeprioriteerde typen te

stimuleren alternatieve routes te gebruiken.

5.2. Hoofdwegenstructuur

Ambities

Ambitie IDToekomstvast maken van de bereikbaarheid van de economische zwaartepunten binnen de gemeente.

N_200

Bundeling van interlokaal gemotoriseerd verkeer op de hoofdinvalswegen en omliggen-de hoofdwegen door verkeer te verleiden zo lang mogelijk van deze hoofdwegen van gemeente, provincie en Rijk gebruik te laten maken.

N_201

Context

Hoofdwegen en hoofdinvalswegenDe hoofdwegenstructuur bestaat uit stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen. Voor aanvul-

lende wensen van inrichting en gebruik, introduceren we de termen hoofdweg en hoofdinvalsweg.

In figuur 5.2 is de hoofdwegenstructuur met hoofdwegen, hoofdinvalswegen en overige

gebiedsontsluitingswegen weergegeven, met daarbij de toekomstige Parklaan. Als hoofdwegen

zijn aangemerkt/gedefinieerd de omliggende rijkswegen (stroomwegen) en provinciale wegen.

Een deel van de gemeentelijke gebiedsontsluitingswegen is aangemerkt als hoofdinvalsweg. Ze

vormen de schakel tussen het hoofdwegennet en de bebouwde kom van Ede-stad. De selectie

van de hoofdinvalswegen is gebaseerd op de ontsluiting van economisch belangrijke gebieden

(centrum en bedrijventerreinen) waarbij autobereikbaarheid noodzakelijk is. Het zijn wegen waar

door verkeersdrukte de capaciteit snel kritisch is.

Op deze wegen wordt interlokaal verkeer geprioriteerd en het vrachtverkeer zo goed mogelijk

gefaciliteerd. Tevens maken de hoofdinvalswegen onderdeel uit van calamiteitenroutes. Verkeers-

lichtenregelingen of LARGAS-oplossingen hebben op deze wegen in principe de voorkeur boven

(meerstrooks) rotondes, zodat het gemotoriseerd en langzaam verkeer ook bij drukte vlot en ver-

keersveilig kan afwikkelen.

Op de drukste kruispunten wordt ontvlechting van verkeersstromen nagestreefd.

Het doel is het externe verkeer zo lang mogelijk op de hoofd(invals)wegen te houden, door het te

‘verleiden’ de gewenste route te volgen. Hierdoor ontstaat op de overige gebiedsontsluitingswe-

gen en in de tussenliggende verblijfsgebieden meer ruimte voor het overige verkeer. Voor fietsers

en voetgangers betekent dit een grotere mate van verkeersveiligheid en kortere wachttijden. Voor

bewoners neemt de leefbaarheid toe.

In de kernen buiten Ede zijn, vanwege de beperkte omvang van deze kernen, geen hoofdinvals-

wegen gedefinieerd. Het verkeer naar de bedrijventerreinen en de overige economische zwaarte-

punten van deze kernen wordt via stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen geleid.

Het onderwerp hoofdwegenstructuur heeft een sterke relatie met het onderwerp kruispunten en

regelingen (zie volgende paragraaf).

38

Figuur 5.3 Gewenste kruispuntmaatregelen in Ede-stad

39


ParklaanDe Parklaan vormt na realisatie een directe verbinding tussen de Poortwachter (aansluiting A12/

Dr. Willem Dreeslaan en de N224 aan de noordoostkant van Ede. De Parklaan gaat een belang-

rijke rol spelen in de ontsluiting van Ede-Oost en Ede-Centrum. Daarnaast zal de Parklaan ver-

keer wegtrekken van de bestaande routes via de Klinkenbergerweg en de Jan Th. Tooroplaan. Dit

is gewenst, omdat op deze routes sprake is van een verminderde leefbaarheid als gevolg van de

hoeveelheid verkeer.

Nader onderzoek is nodig naar de mogelijkheden om het gewenste routegedrag te stimuleren.

Mogelijk kunnen de verkeersregelinstallaties aan de randen (een nieuwe op het toekomstige

kruispunt Parklaan/Klinkenbergerweg en de bestaande van de provincie op het kruispunt N224/

Raadhuisstraat) worden gebruikt om de route via de Parklaan logischer te maken voor

doorgaand verkeer ten opzichte van het centrum van Ede. Dit kan bijvoorbeeld door dubbele

stops te voorkomen.

Toekomstige knelpuntenDe verwachting is dat na realisatie van de Parklaan en de autotunnel Hakselseweg er zeker

twee locaties op de hoofdwegenstructuur zijn waar de capaciteit te kort schiet. Het gaat om het

kruispunt Dr. Willem Dreeslaan/Jan Th. Tooroplaan en het kruispunt Galvanistraat/Frankeneng.

Onderzoek moet uitwijzen of dit het geval is, en zo ja welke oplossingen hier het meest doelma-

tig en efficiënt zijn. In dit onderzoek worden voor het eerstgenoemde kruispunt concreet de moge-

lijkheden van ontvlechting van de verkeersstromen (een ongelijkvloerse kruising) onderzocht. Dit

kruispunt moet omvangrijke verkeersstromen accommoderen. Zoals de stromen in de noord-zuid-

richting (hoofdinvalsweg), het hoogwaardige openbaar vervoer (met de halte ziekenhuis Gelderse

Vallei) en het langzame verkeer in de oost-westrichting van en naar het ziekenhuis/de Rietkam-

pen en bedrijventerreinen.

5.3. Kruispunten en regelingen

Ambities

Ambitie IDEen blijvende vlotte en veilige verkeersafwikkeling op kruispunten, door adaptief regelen, het instellen of verbeteren van groene golven, prioritering naar aantal verkeersdeelne-mers en eventuele reconstructies.

N_300

Comfort van fietsers verhogen en oponthoud verkleinen door meer groen licht en minder stops te bieden op hoofdfietsroutes voor fietsverkeer bij kruispunten met een verkeersre-gelinstallatie.

N_301

Context

Faciliteren van verkeerEen belangrijk uitgangspunt bij het realiseren van de ambitie is het optimaal faciliteren van de

doorstroming van het verkeer. Er wordt dus niet ingezet op doseren van het verkeer aan de stads-

rand of het bewust creëren van dubbele stops bij verkeersregelinstallaties om de routekeuze te

beïnvloeden. Om de verkeersregelinstallaties geen knelpunt in de verkeersafwikkeling te laten

zijn, gaan de verkeerslichtenregelingen meer verkeersafhankelijk regelen. Lokale, niet gekop-

pelde verkeerslichtenregelingen worden adaptief ingesteld. Dit betekent dat de groentijden op

basis van de actuele intensiteiten worden bepaald. Gekoppelde verkeerslichtenregelingen krij-

gen meerdere regelprogramma’s die zijn afgestemd op verschillende regelscenario’s/intensitei-

ten. Op basis van actuele metingen wordt het best passende regelprogramma gekozen. Ondanks

deze zelfregulerende techniek is het zaak om alert te blijven en te anticiperen op situaties waar

de regeling tekort schiet. Hiervoor wordt in lijn met het beheerplan verkeersregelinstallaties ver-

keerskundig beheer uitgevoerd.

Groene golfMet de toekomstige Parklaan is de hoofdstructuur rond de kern Ede compleet. Deze bestaat uit de

A12, A30, N224 en Parklaan. Het externe verkeer rijdt via de hoofdinvalswegen en wordt verleid

tot het volgen van de gewenste route. Het aantrekkelijk maken van het rijden op de hoofdinvalswe-

gen betekent naast een korte, betrouwbare reistijd ook het bieden van goed comfort door zo min

mogelijk stops op de route. Door middel van een groene golf kan een vlotte doorstroming

40

worden gegarandeerd. In figuur 5.3 zijn de routes met groene golf weergegeven, evenals de

andere maatregelen die worden voorzien. Ook het interne autoverkeer kan worden verleid de

hoofdinvalswegen te gebruiken als de doorstroming goed is en het aantal stops op de route mini-

maal. Doorgaand verkeer dat geen herkomst en bestemming in Ede-stad heeft, wordt ontmoe-

digd: doorgaand verkeer draagt niet direct bij aan de belangen van Ede en is gezien de ligging van

Ede in de oksel van de A30 en de A12 niet nodig.

Prioriteit op basis van aantallen verkeersdeelnemers/reizi-gersIn de spitsperioden krijgt het (externe) autoverkeer op de hoofdinvalswegen een hoge mate van

prioriteit (groentijd). Vanwege de omvang kan dit verkeer anders leiden tot congestie op en rond

de belangrijkste hoofdwegen. Bij filevorming rond de aansluitingen op A12 en A30 komt de bereik-

baarheid van Ede in het geding. Daarnaast bestaat de kans op het volledig vastlopen van het ver-

keer binnen de kern Ede, omdat er oponthoud ontstaat als het uitgaande verkeer de stad niet kan

verlaten. Buiten de spitsperioden, en op hoofdfietsroutes, krijgt het overige verkeer meer prioriteit.

De wachttijd bij het kruisen van gebiedsontsluitingswegen wordt afgestemd op het principe dat

meer verkeersdeelnemers ook meer prioriteit moeten krijgen. Openbaar vervoer krijgt prioriteit

boven auto- en fietsverkeer waar er drukbezette openbaar vervoerroutes zijn, mits de overige ver-

keersstromen binnen één cyclus van het verkeerslicht worden afgewikkeld. Verkeerslichtenrege-

lingen zijn een effectief instrument om hierbij te helpen, omdat zij flexibel (in tijd en voor verschil-

lende verkeersdeelnemers) kunnen worden ingezet. Bovendien kunnen zij helpen het nadeel voor

de andere verkeersdeelnemers te beperken.

Comfort voor fietsersDe ambitie is om voor fietsers de hoofdfietsroutes zo aantrekkelijk mogelijk te maken. In het geval

van verkeerslichtenregelingen op kruispunten betekent dit een eerdere detectie en prioriteit op

basis van het aantal fietsers. Daarnaast wordt ingezet op het realiseren van meer rotondes.

RotondesRotondes bieden een goede oversteekbaarheid en verkeersveiligheid. Ze zijn tot een bepaalde

verkeersintensiteit tevens gunstig voor de doorstroming (en geluidhinder en luchtkwaliteit). Op

kruispunten van gebiedsontsluitingswegen die geen hoofdinvalswegen zijn, wordt daarom bij

voorkeur een ruime enkelstrooks rotonde aangelegd. Uiteraard mits ruimtelijk inpasbaar en

qua verkeersafwikkeling mogelijk. Reconstructie zal echter alleen plaatsvinden op een logisch

moment. Zo is het kruispunt Raadhuisstraat/Molenstraat in 2013 gereconstrueerd tot rotonde

mede omdat de aanwezige verkeerslichtenregeling aan vervanging toe was. Het kruispunt Veen-

derweg/Klaphekweg is een tijdelijke situatie en wordt naar verwachting in 2014 of 2015 omge-

vormd tot rotonde. Op de kruispunten met de Slotlaan en de Kastelenlaan (Kranenburg, Hoger-

horst en Heyendaal) en met de Westzoom worden bij voorkeur ook rotondes toegepast. Indien

een rotonde ruimtelijk niet mogelijk is (bijvoorbeeld het kruispunt Westzoom/Klomperweg), dan

wordt de voorrangssituatie heroverwogen.

De bestaande verkeersregelinstallaties op de route Klinkenbergerweg kunnen op termijn mogelijk

worden weggehaald. De kruispunten worden dan gereconstrueerd tot een rotonde. Onderhoud

aan deze verkeersregelinstallaties heeft een lagere prioriteit, zolang de verkeersveiligheid blijft

gegarandeerd.

41


5.4. Openbaar vervoer

Ambities

Ambitie IDHet verder optimaliseren van het buslijnennet waardoor zoveel mogelijk reizigers zo comfortabel mogelijk worden vervoerd. Hieronder valt het verbeteren van de openbaar vervoerverbinding tussen Ede-Centrum, Kenniscampus Ede en de WUR /Wagenin-gen-Centrum en tussen Ede-Centrum en Veenendaal-Centrum.

N_400

Het uitbreiden van de mogelijkheid om een reis met verschillende modaliteiten te maken door het ontwikkelen van overstappunten op strategische plaatsen in de gemeente Ede.

N_401

Optimale ontsluiting van grote woon- en werkgebieden op het spoorwegennet. N_402Een voor een ieder toegankelijk openbaar vervoersysteem. N_403

Context

VerantwoordelijkheidDe markt van (openbaar) vervoer is in ontwikkeling. Volgens de openbaar vervoervisie van de

provincie Gelderland moet de provincie zich gaan toeleggen op de stamlijnen, de ruggengraat

van het openbaar vervoer. Het ontsluitend openbaar vervoer moet aan de gemeenten (regio) wor-

den overgelaten. Nu is het openbaar vervoer nog geheel de verantwoordelijkheid van de provin-

cie. De gemeente heeft alleen een adviserende rol als het gaat om lijnvoering en frequenties.

Wel is de gemeente verantwoordelijk voor de (toegankelijkheid van) bushaltes (zie paragraaf hal-

teren). De doorstroming bij kruispunten is opgenomen in de paragraaf over kruispunten.

(Inter)stedelijk busvervoerIn de lopende concessie is op initiatief van de gemeente Ede het stadsbuslijnennet in december

2013 sterk gewijzigd (zie figuur 5.4). Enkele buslijnen hebben een andere routering gekregen en

enkele buslijnen zijn met elkaar verbonden. Dit heeft de volgende voordelen:

• Meer relaties worden rechtstreeks bediend, dus zonder overstappen (bijvoorbeeld Kievit-

smeent – station Ede-Wageningen, Veldhuizen – Kenniscampus Ede, Veldhuizen – de Riet-

kampen en Kernhem – station Veenendaal-De Klomp);

• Gebieden Peppelensteeg en Vening Meineszstraat (AH XL) worden nu ontsloten;

• Meer passagiers in de bussen, tegenover dezelfde kosten.

Daarnaast is de aansluiting op de treinen bij station Ede-Wageningen verbeterd. De stadslijn 6 is

omgevormd tot servicebus. Deze bus rijdt langs verzorgingshuizen, huisartsenposten, het zieken-

huis en het centrum van Ede. De chauffeur helpt bij het in- en uitstappen.

Medio 2014 wordt het nieuwe buslijnennet geëvalueerd en waar mogelijk geoptimaliseerd.

Nieuw treinen busstation Ede-WageningenNu halteren de bussen aan de noord- of de zuidkant van station Ede-Wageningen. Vanaf

2018/2019 is het nieuwe station Ede-Wageningen operationeel. Alle bussen worden op één

plein aan de zuidkant van het station geconcentreerd. Dit maakt het overstappen van bus op bus

gemakkelijker. Het geeft ook meer duidelijkheid voor de (internationale) treinreiziger waar de bus

voor het natransport zich bevindt.

Valleilijn Ede – Wageningen (bus)De grootste vervoerstroom ligt op de verbinding Wageningen UR – station Ede-Wageningen.

Een klein deel van de reizigers is gericht op het ziekenhuis Gelderse Vallei. De wens is er om de

Wageningen UR en de Kenniscampus Ede rechtstreeks met elkaar te verbinden. Dit kan door

het tracé in de toekomst vanaf de N781 te leiden over de toekomstige Parklaan, een nieuwe ont-

sluiting via sportpark Hoekelumse Eng naar de Zandlaan en vervolgens over de Parklaan naar

het station Ede-Wageningen. In het centrale deel van de Kenniscampus Ede kan worden gehal-

teerd. Het ziekenhuis Gelderse Vallei wordt in die visie dan door een andere buslijn vanuit en naar

Wageningen bediend. Met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer zal dit nader

worden onderzocht.

Valleilijn Ede – Amersfoort (trein)De Vallei-spoorlijn voorziet in een nog steeds groeiende reizigersbehoefte. Capaciteitsuitbreiding

is gewenst. De provincie Gelderland onderzoekt de mogelijkheden hiernaar. De regio FoodValley

participeert in dit onderzoek. Belangrijkste doelen zijn een robuuste dienstregeling (kans op ver-

traging minimaliseren) en een kwartierdienst op de hele corridor tussen Amersfoort en Ede-Wa-

geningen. De gemeente ziet meerwaarde in een frequentieverhoging als de baten (zoals betere

bereikbaarheid en een beter product) opwegen tegen de nadelen (zoals extra barrièrevorming en

geluidoverlast) en de investeringen.

De wens van de regio is om de Valleilijn door te trekken van Amersfoort naar Utrecht en van

Ede-Wageningen naar Arnhem. In 2015 wordt op de lijn het station Barneveld-Zuid gerealiseerd.

42

Figuur 5.4 Buslijnvoering vanaf december 2013 in de kom Ede (Syntus, 2013)

43


Station Ede-West (lange termijn)Ede heeft de ambitie om grote woon- en werkgebieden optimaal te ontsluiten op het spoorwegen-

net. Het intercitystation Ede-Wageningen ligt aan de zuidoostrand van Ede-stad en bedient daar-

door niet alle woon- en werkgebieden even goed. Een extra station op de lijn Utrecht – Arnhem,

ergens ter hoogte van Frankeneng, kan de woongebieden Veldhuizen en de Rietkampen en de

bedrijventerreinen Frankeneng, Heestereng en de Vallei en wellicht een deel van BTA12 goed ont-

sluiten. Mogelijk kan het station worden geïntegreerd met een fietstunnel die gewenst is tussen de

wijk Veldhuizen en bedrijventerrein Frankeneng (zie paragraaf fiets).

VervoerknooppuntenVrijheid van keuze voor een vervoermiddel vindt Ede belangrijk. Daarbij hoort ook de mogelijk-

heid om een reis met verschillende vervoerwijzen te maken. Goede overstapmogelijkheden op

strategisch gelegen vervoerknooppunten zijn daarbij belangrijk. Ede heeft de ambitie om vervoer-

knooppunten te ontwikkelen op daarvoor geschikte locaties. Momenteel wordt een carpoollocatie

langs de N224 ten oosten van de A30 onderzocht. Andere mogelijkheden zijn het ziekenhuis Gel-

derse Vallei, de Parklaan nabij de N781 en A12 en een Veluwe Transferium bij station Ede-Wage-

ningen.

Openbaar vervoer in het buitengebiedDe vervoervraag in het buitengebied is over het algemeen gering. Vandaar dat er nu weinig buslij-

nen buiten de kom Ede door de gemeente lopen (zie figuur 5.5). In de visie van de provincie Gel-

derland worden buslijnen met een zeer lage bezetting op termijn opgeheven. De provincie richt

zich daarbij op het niveau van de basismobiliteit, waarbij meer een beroep wordt gedaan op de

kracht van de (lokale) bevolking, combinaties met doelgroepenvervoer worden gelegd en wordt

geïnvesteerd in andere vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen (zie paragraaf

basismobiliteit). Buslijnen met voldoende reizigers of potentie worden gestrekt. Dit vergt dan wel

een goede bereikbaarheid van de bushaltes, die zijn voorzien van een abri/wachtruimte en stal-

lingsvoorzieningen voor de fiets.

44

Figuur 5.5 Buslijnvoering vanaf december 2013 buiten de kom Ede (Syntus, 2013)

45


5.5. Fiets

Ambities

Ambitie IDFietsen aantrekkelijker en competitiever maken door het verbeteren van het bestaande fietsnetwerk en het ontwikkelen van hoogwaardige fietsverbindingen die de maaswijdte van de hoofdfietsroutes verkleinen en de directheid verhogen.

N_500

Comfort (en verkeersveiligheid) voor fietsers verhogen door nieuwe infrastructuur voor de fiets royaler te ontwerpen.

N_501

Versterken van de fietsrelaties tussen Ede en de omliggende gemeenten, waaronder de relatie tussen Ede en de Wageningen UR.

N_502

Doorontwikkeling recreatieve fietsroutes, onder andere de relatie tussen Ede-Centrum en de Veluwe.

N_503

Autoverkeer dat niet noodzakelijk is reduceren door mee te werken aan fietspromotie. N_504

Context

De fiets als integrerend vervoermiddelHet taakveld verkeer streeft integratie met andere beleidsvelden na. De fiets is hèt vervoermiddel

waarmee deze integratie kan worden vormgegeven. Het kan mede invulling geven aan de kern-

waarden van Ede: groen, gezond en actief. In figuur 5.6 zijn de raakvlakken met andere beleids-

velden weergegeven, waarbij de fiets het integrerend element kan zijn.

Maatschappelijk rendementDe fiets is het vervoermiddel voor de korte tot middellange afstand. Vooral in het woon-werken

het woon-schoolverkeer wordt de fiets veel gebruikt. Fietsen biedt allerlei voordelen, zowel voor

de fietser als de gemeente. De voordelen voor de fietser ten opzichte van het autoverkeer zijn

ook financieel: het besparen op vervoerkosten. Voor de gemeente levereren investeringen in de

fietsinfrastructuur een hoog maatschappelijk rendement op. Baten liggen er vooral op het vlak

van ruimtegebruik, wegonderhoud en leefbaarheid. In figuur 5.7 is een deel van de baten weer-

gegeven.

Aantrekkelijker en competitieverHet fietsaandeel van Edenaren van 18 jaar en ouder binnen de gemeente is 35% (zie figuur 5.8).

Dit aandeel kan naar schatting met 5% toenemen als het aantrekkelijker wordt om te fietsen. Dit

betekent in de eerste plaats het verbeteren van het fietsnetwerk op het gebied van samenhang,

directheid, aantrekkelijkheid, veiligheid en comfort. Een onderdeel hiervan is fietsvriendelijk rege-

len (zie paragraaf 5.3). Ook gaat het om het ontwikkelen van hoogwaardige overstappunten (ver-

voerknooppunten) en kan de ontsluiting van gebieden en voorzieningen worden verbeterd (zie

paragraaf 6.3 over fietsparkeren). Ook fietspromotie kan effect sorteren.

In figuur 5.8 is te zien dat het voetgangersverkeer binnen de gemeente Ede ruim 20% bedraagt.

Dit is een belangrijk aandeel in de verplaatsingen door het langzame verkeer. Het voetgangers-

verkeer wordt behandeld in de paragraaf toegankelijkheid.

Figuur 5.8 Modal split verplaatsingen van en/of naar gemeente Ede door personen >=18 jaar

(MON/OViN 2004 t/m 2012)

Verhogen fietscomfortDe verwachting is dat fietscomfort (en verkeersveiligheid) de komende tijd steeds belangrijker

wordt. Steeds meer soorten fietsen maken gebruik van het fietspad (zoals ligfietsen en bakfiet-

sen) en de snelheidsverschillen worden steeds groter (door de komst van de elektrische fiets). Dit

vraagt om bredere fietspaden. Waar mogelijk, zeker op de hoofdfietsroutes, wordt hier rekening

mee gehouden. Soms zijn de ruimtelijke mogelijkheden echter beperkt. Ook recreatieve fietspa-

den (onder andere op de Veluwe) worden waar mogelijk verbreed. Om de begaanbaarheid van de

hoofdfietsroutes ook in de winter te garanderen, wordt ingezet op een adequaat strooibeleid.

FietspromotieDe gemeente Ede organiseert jaarlijks activiteiten om het gebruik van de fiets te promoten. Een

voorbeeld is de organisatie van de fietsweek in het voorjaar van 2012 en de Fietslichtparade van

november 2013. Hoewel het effect van promotie-activiteiten moeilijk is te meten, is de gemeente

overtuigd van het nut van fietspromotie. Voor de komende jaren wil de gemeente het maatschap-

pelijk middenveld uitnodigen om samen met de gemeente fietspromotie uit te voeren voor speci-

fieke doelgroepen, zoals ouderen.

46

Figuur 5.7 Maatschappelijke kosten/baten van overstap naar fiets per gereden km

(Ministerie van I&M, 2012)

Figuur 5.6 Integratie met andere beleidsvelden, aan de hand van de fiets

Recreatie & Toerisme

Werkgelegenheid

Gezondheidszorg

Doelgroepen (ouderen, allochtonen)

Huisvesting

Sport

Onderwijs

Ecologie

Verkeer (fiets)

actieradius

penetratiegraad

verkeersveiligheid

leefbaarheid

fietss

port

leefb

aarh

eid

ruimte/energie efficiency

omgevingshinder,ond houd

Mob

ilitei

t, pa

rtici

patie

bereikbaarheid, draagvlak

sociale veiligheid

sociale participatie

toegankelijkheid

verkeersveiligheid

toegankelijkheid

activ

iteit

47


HoofdfietsroutesWe hebben in de gemeente hoofdfietsroutes gedefinieerd. Dit zijn routes waarlangs (potentieel)

veel wordt gefietst en die ook direct, comfortabel en relatief verkeersveilig zijn of dat kunnen wor-

den. De volgende categorieën worden onderscheiden:

• Fietssnelwegen. Dit zijn intergemeentelijke routes die zoveel mogelijk conflictvrij zijn, zodat

met een hoge snelheid kan worden doorgefietst. Op zo’n traject kan de (elektrische) fiets con-

curreren met de auto in het woon-werk verkeer.

• Primaire fietsroutes. Dit zijn bovenlokale routes die op een directe wijze wijken of kernen met

elkaar verbinden. Ze hebben primair een utilitaire functie, maar worden op sommige plaatsen

ook door recreatieve fietsers gebruikt.

• Secundaire fietsroutes. Dit zijn binnen de bebouwde kommen lokale routes die de buurten ont-

sluiten en verbinden met de primaire fietsroutes. De routes lopen vaak langs voorzieningen als

scholen, kerken en buurtcentra en hebben overwegend een functie voor utilitair verkeer. In het

buitengebied hebben ze overwegend een recreatieve functie (zie ook

www.geldersfietsnetwerk.nl) en gaat het om enkele belangrijke woon-school verbindingen.

Feitelijk zijn er ook nog tertiaire fietsverbindingen. Het gaat dan om alle overige

erftoegangswegen (met name woonstraten), overige fietspaden en vrijwel alle overige gebieds-

ontsluitingswegen.

In figuur 5.9 is de fietsstructuur voor Ede-stad weergegeven. Routes die nog niet zijn gereali-

seerd, zijn met pijlen (zoeklijnen) weergegeven. Hier moeten de tracé’s nog worden vastgesteld.

Bijlage 1 bevat figuren van de fietsstructuur elders in de gemeente.

FietssnelwegenDe gemeenten Ede en Wageningen en de provincie Gelderland zetten in op een hoogwaardige

fietsverbinding in de corridor tussen station Ede-Wageningen en de WUR. In 2014 wordt een

verkenning uitgevoerd voor de corridor. Vervolgens kan gedetailleerder onderzoek worden ver-

richt naar de mogelijke invulling van deze fietssnelweg. Samen met de gemeente Veenendaal

en de provincie Gelderland wordt de fietssnelweg tussen Ede en Veenendaal verder ontwikkeld.

In de lopende projecten rondom het spoor (zie hoofdstuk 3) wordt met deze fietssnelweg reke-

ning gehouden. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar fietssnelwegen op de relaties Barne-

veld–Lunteren–Kenniscampus Ede, Veenendaal–Kenniscampus Ede en Veenendaal-Centrum–

Ede-Centrum (zie ook figuur 4.1). Ede wil in de toekomst meer fietssnelwegen realiseren tussen

belangrijke bestemmingen.

Primaire fietsroutesDe gemeente wil zich inspannen om de primaire routes extra aantrekkelijk te maken en te houden

(mogelijk met eigen herkenbaarheid). De routes liggen overwegend langs gebiedsontsluitings-

wegen. Dit gaat soms ten koste van de directheid en het comfort, hetgeen juist voor fietsverkeer

belangrijk is. De gemeente wil daarom inzetten op een aantal nieuwe verbindingen.

In Ede-west is een verbinding tussen Kernhem, Veldhuizen en de Rietkampen gewenst. Hiervoor

moet een fietstunnel onder het spoor worden gerealiseerd, bijvoorbeeld ter hoogte van de Marco-

nistraat. Op deze locatie is een fietstunnel aan de zuidzijde van het spoor al mogelijk gemaakt in

het bestemmingsplan. Binnen de wijk Veldhuizen moet het tracé van de fietsroute nader worden

bepaald. In het midden van Ede-stad wordt een fietstunnel langs de Kerkweg gerealiseerd. Deze

fietstunnel moet onderdeel gaan vormen van een hoogwaardige noord-zuid fietsverbinding van

Kernhem naar de Kenniscampus Ede. In Ede-Oost zijn er mogelijkheden om de fietssnelweg

tussen het nieuwe station Ede-Wageningen en de WUR door te trekken naar Ede-Centrum, via

een nieuwe fietstunnel onder het spoor, in het verlengde van de Stationsweg. De Stationsweg is

mogelijk her in te richten tot fietsstraat. Hierbij speelt dat de lijnvoering van de bussen na realisa-

tie van het nieuwe busstation (deels) zal worden verlegd.

Figuur 5.8 Modal split verplaatsingen van en/of naar gemeente Ede (MON/OViN 2004 t/m 2012)

48

Figuur 5.9 Ontwerp hoofdfietsroutes Ede-stad (situatie november 2013)

49


Ook in de buitendorpen en het buitengebied heeft de gemeente uiteraard aandacht voor de fiets.

Routes waar veel fietsverkeer gebundeld is, zijn als hoofdfietsroute aangemerkt. Sommige rou-

tedelen zijn nog punt van studie, zoals de noord-zuid route door Bennekom in het kader van de

ontwikkeling van de fietssnelweg. De gemeente Barneveld wil zich inzetten voor een snelle fiets-

verbinding tussen Lunteren, Barneveld en Putten. Daarnaast is een fietsvoorziening op, langs of

evenwijdig aan de Westzoom gewenst. Nu geldt op de Westzoom een fietsverbod. De wens wordt

meegenomen binnen de gebiedsontwikkeling Westzoom.

5.6. Hulpdiensten

Ambities

Ambitie IDHulpdiensten kunnen overal binnen de gemeente Ede binnen de wettelijke normtijden bij een incidentlocatie komen.

N_600

Context

UitrukroutesIn de Wet veiligheidsregio’s, met bijbehorend Besluit veiligheidsregio’s, zijn opkomsttijden voor de

brandweer vastgesteld. Om te kunnen blijven voldoen aan deze wet hebben de hulpverlenings-

diensten routes nodig die te allen tijde voor een snelle en goede bereikbaarheid kunnen zorgen,

zodat objecten binnen gestelde tijden kunnen worden bereikt. De hulpverleningsdiensten zullen

bij een calamiteit deze routes zoveel mogelijk gebruiken (zie deel B voor de aanrijdroutes).

De routes dienen in principe vrij te blijven van obstakels. Eventuele nieuwe snelheidsremmende

maatregelen worden met de hulpverleningsdiensten afgestemd. Wegwerkzaamheden moeten

altijd ruim van tevoren worden doorgesproken met de hulpdiensten, zodat alternatieve routes kun-

nen worden vastgesteld.

Op alle ruimtelijke plannen die invloed (kunnen) hebben op de aangegeven routes zal door de

Veiligheidsregio Gelderland Midden worden geadviseerd. Voor de in het rood aangegeven wegen

zal de “Handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid” worden gehanteerd. Hierin staan

specifieke kenmerken waaraan een weg dient te voldoen om een goede bereikbaarheid voor

de hulpverleningsdiensten te kunnen garanderen. De in het groen aangegeven wegen zijn van

belang bij de bestrijding van natuurbranden. Hierover zal de Veiligheidsregio Gelderland Midden

ook adviseren.

Beïnvloeding verkeerslichtenregelingenAlle verkeerslichtenregelingen zijn met Korte Afstands Radio (KAR) uitgerust, zodat hulpdiensten

een groen verkeerslicht krijgen, waardoor zij conflictvrij over kruispunten met verkeersregelinstal-

laties kunnen rijden.

5.7. Vrachtautoverkeer

Ambities

Ambitie IDBedrijventerreinen, winkelcentra en dorpskernen zijn blijvend goed bereikbaar voor in ieder geval licht en middelzwaar vrachtverkeer.

N_700

Vrachtauto’s maken zo lang mogelijk gebruik van de hoofdinvalswegen en de overige gebiedsontsluitingswegen.

N_701

Terugdringen van de leefbaarheidproblemen rondom vrachtverkeer in verblijfsgebieden.

N_702

Context

Gebruik hoofdwegenstructuurDe verwachting is dat het vrachtautoverkeer de komende jaren een groei doormaakt (zie hoofd-

stuk 3). Deze groei moet worden geaccommodeerd op gebiedsontsluitingswegen die hiervoor zijn

of worden toegerust. Hierbij is het zaak dat vrachtverkeer zo lang mogelijk via deze wegen blijft

rijden. Dit impliceert bijvoorbeeld dat het verkeer op kruispunten van de hoofdinvalswegen met

verkeerslichtenregelingen wordt geregeld in plaats van met rotondes (met veel fietsers). Door het

verkeer bij de verkeersregelinstallaties een groene golf te bieden, wordt voorkomen dat vracht-

verkeer op deze routes veel oponthoud ondervindt. Het bundelen van vrachtverkeer op gebieds-

ontsluitingswegen is gunstig voor de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en de onderhoudskosten

aan het wegennet.

50

LeefbaarheidsproblemenDoor een betere doorstroming op de hoofdinvalswegen daalt het aantal stops en dus het aantal

optrekkende en afremmende bewegingen. Dit betekent minder geluidoverlast en minder uitstoot

van schadelijke stoffen. Daarnaast betekent bundeling van vrachtverkeer op de gebiedsontslui-

tingswegen dat zo min mogelijk kilometers op erftoegangswegen worden gemaakt. Uiteindelijk

moet vrachtautoverkeer wel snel en betrouwbaar op de eindbestemming kunnen komen. Het ver-

keer zal meer worden gestimuleerd om daarvoor specifieke, voor vrachtauto’s geschikte routes

te rijden (zie ook paragraaf 5.9). Dit komt niet alleen de verkeersveiligheid en de leefbaarheid ten

goede, maar ook de reistijden voor het vrachtverkeer. Hierbij hoort ook extra aandacht uit te gaan

naar adequate informatie met betrekking tot wegwerkzaamheden en obstructies. Ede zal via de

Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) blijven pleiten voor aanpassing van navigatie-

systemen.

Daarnaast wordt de markt aangemoedigd om te experimenteren met nieuwe concepten voor ste-

delijke distributie, zodat ook meer met kleinere voertuigen (bestelbussen) wordt gereden. Voorts

wordt ingezet op naleving van de ingestelde venstertijden voor bevoorrading, zodat de overlast

voor omwonenden beperkt blijft tot specifieke tijden. Tevens is onderzoek gewenst naar (regi-

onale) optimalisatie van venstertijden, ten behoeve van meer efficiëntie in de bevoorrading en

beperking van overlast.

Vrachtauto´s die hun vracht hebben gelost en wachten op een retourvracht, mogen vaak hun

vrachtauto´s niet parkeren (overnachten) bij de betreffende (expeditie)bedrijven. Deze vrachtau-

to´s worden dan elders in de gemeente geparkeerd en veroorzaken soms overlast. De gemeente

Ede is van mening dat dit probleem niet op de gemeente mag worden afgewenteld, maar dat de

(expeditie)bedrijven hierin hun verantwoordelijkheid moeten nemen (zie verder paragraaf 6.2).

5.8. Landbouwverkeer

Ambities

Ambitie IDReduceren van verkeersoverlast, verkeersonveiligheid en onderhoudskosten door verschillende voertuigsoorten in het buitengebied te stimuleren bepaalde routes te gebruiken.

N_800

Context

Ontwikkeling in buitengebiedMede als gevolg van schaalvergroting rijden er steeds meer en grotere landbouwvoertuigen op de

wegen in het buitengebied. Daarnaast is als gevolg van functieveranderingen van boerenbedrij-

ven, recreatievoorzieningen en de komst van navigatieapparatuur sprake van steeds meer kris-

kras verkeersrelaties op deze wegen. De combinatie van verschillende typen verkeer levert ver-

keersonveiligheid op en extra onderhoudskosten als gevolg van bijvoorbeeld het kapot rijden van

bermen.

Bundeling (landbouw)verkeerOm de problematiek te beheersen, moeten keuzes worden gemaakt. Onderzoek moet uitwij-

zen of landbouwverkeer en vrachtverkeer kan worden gebundeld op bepaalde wegen en worden

gescheiden van ander verkeer, zodat de verkeersveiligheid wordt verhoogd en het aantal wegen

waar bovengemiddeld onderhoud moet worden gepleegd kan worden beperkt. Dit onderzoek

zal plaatsvinden in overleg met de LTO en de agrariërs in het buitengebied. Doel is om routes en

wegvakken aan te wijzen die primair zijn bestemd voor (lokaal) landbouwverkeer of primair aan

een andere doelgroep kunnen worden toegewezen. Vervolgens zijn maatregelen nodig, zoals het

verharden van bermen of delen van zandwegen (binnen het bestaande beleidskader). Specifiek

belanghebbenden kunnen mogelijk bijdragen in de kosten van een dergelijke ontvlechting.

51


5.9. Bewegwijzering en bebording

Ambities

Ambitie IDMet bewegwijzering bijdragen aan de doelstelling om verkeer zo lang mogelijk via hoofdwegen te laten rijden.

N_900

Met bewegwijzering bijdragen aan de verbetering van doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid door (vracht)verkeer een logische routing aan te bieden.

N_901

Alle verkeersdeelnemers juist en voldoende informeren met zo min mogelijk verkeers-borden (die daardoor meer aandacht krijgen), volgens het principe “geen verkeersbord, tenzij noodzakelijk”.

N_902

De (recreatieve) fietser optimaal bedienen met bewegwijzering. N_903

Context

Belang bewegwijzeringDankzij navigatiesystemen in motorvoertuigen en op mobieltjes wordt het belang van bewegwij-

zering voor de gebruiker kleiner. Bewegwijzering wordt steeds meer een systeem dat de digitale

informatie op beslispunten onderweg bevestigt. Tevens dient het als terugvaloptie bij het falen van

digitale systemen. Voor de wegbeheerder is het belangrijk dat routeplanners hoofdwegen aange-

ven, conform de bewegwijzering, en geen routes via verblijfsgebieden (30 en 60 km-zones). De

Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) probeert hiervoor afspraken met providers te maken.

Bewegwijzering gemotoriseerd verkeerDe bewegwijzering van het autonetwerk is compleet, maar niet altijd even logisch en soms té

compleet. Met de komst van de Parklaan moet ook de bewegwijzering opnieuw worden vastge-

steld. Zo heeft het de voorkeur om verkeer vanaf de A12 via de Parklaan naar het centrum te ver-

wijzen. Verkeer vanaf de A30 dat via de N224 richting Ede-Centrum rijdt, wordt verwezen naar de

Raadhuisstraat. Voor de weggebruiker is het daarbij onlogisch dat voorbij Kernhem de komgrens

wordt gepasseerd, waarna vlak voor de afslag Raadhuisstraat de kom weer wordt binnengereden.

Een onderzoek kan uitwijzen of het wenselijk is de gehele N224 tussen de Proosdijerveldweg en

de Raadhuisstraat binnen de komgrens te trekken. De maximum snelheid wordt dan 70 km/uur.

Bewegwijzering vrachtverkeerVoor het vrachtverkeer bestaat in de gemeente Ede geen aparte bewegwijzering. Voorheen

bestond er wel wijknummerverwijzing, maar dit aan postcodes gerelateerde systeem was incom-

pleet en werd in de praktijk nauwelijks gebruikt. In de loop van 2012 is het opgeheven. De vraag is

of een nieuwe vorm van bewegwijzering voor vrachtverkeer haalbaar is, waarmee aan de vracht-

wagenchauffeur duidelijk wordt gemaakt welke routes bij uitstek geschikt zijn voor vrachtverkeer

(in aansluiting op het provinciale kwaliteitsnetwerk goederenvervoer). Speciale aandacht gaat uit

naar het voorkomen van sluipverkeer door de toekomstige autotunnel Hakselseweg.

52

Bewegwijzering fietsverkeerOp basis van een nieuw bewegwijzeringplan zijn in de loop van 2013 de meeste hiaten in de uti-

litaire fietsbewegwijzering op het utilitaire netwerk opgevuld. Resterend aandachtspunt is de

bewegwijzering in het Binnenveld. Deze wordt in de loop van 2014 verbeterd. Voor de recreatieve

fietser bestaan naast de paddenstoelen ook het knooppuntensysteem en de fietsroutes met de

zeskantige bordjes. In de bewegwijzering naar de knooppunten bevinden zich hier en daar hiaten.

Die willen we verbeteren.

Bewegwijzering voetgangersDe centra van Ede, Bennekom en Lunteren kennen een systeem van voetgangerverwijzing. Ede

en Bennekom hanteren het landelijke systeem, terwijl Lunteren borden heeft in een geheel eigen

stijl. Het is goed om deze bewegwijzering met het oog op ruimtelijke en maatschappelijke ontwik-

kelingen periodiek te controleren en aan te passen waar en wanneer nodig.

Minimaliseren aantal verkeersbordenVerkeersborden hebben een belangrijke functie in het regelen van de verkeersstromen en het

verhogen van de verkeersveiligheid. Tevens hebben de RVV-borden een wettelijke basis, zodat

handhaving mogelijk is. Bij (tijdelijke) wijzigingen in het verkeerssysteem worden vaak nieuwe ver-

keersborden geplaatst, zonder dat overbodig geworden verkeersborden worden verwijderd. Ook

is in het verleden te gemakkelijk gedacht dat het toevoegen van extra verkeersregels bepaalde

gedragsproblemen oplost. Het gevolg van dergelijke regelzucht is een woud aan bebording, waar-

bij de ter zake doende informatie ondersneeuwt. Vaak begrijpt de weggebruiker niet meer wat er

verlangd wordt en bovendien staat een overvloed aan verkeersregels op gespannen voet met de

praktische handhaafbaarheid ervan.

Het streven is daarom om het aantal verkeersregels te minimaliseren. Hierbij hanteren we het

principe ‘geen verkeersbord, tenzij noodzakelijk’ . Nieuwe situaties worden ‘self explaining’ ont-

worpen: de weggebruiker begrijpt aan de hand van de weginrichting welk gedrag van hem/haar

wordt verlangd.

Voorbeelden van een ‘verkeersbord arme’ inrichting zijn:

• inritconstructies in plaats van met borden geregelde voorrang;

• een doorgetrokken asstreep in plaats van inhaalverbodsborden;

• een duidelijke parkeervakindeling in een woonbuurt in plaats van losse parkeer-

verbodsborden.

53


6.1. Lokale bereikbaarheid

Ambities

Ambitie IDZoveel mogelijk behouden en indien mogelijk verbeteren van de lokale bereikbaarheid van gebieden aan weerszijden van de spoorlijn Utrecht – Arnhem, vooral voor langzaam verkeer vanwege het belang van directheid voor deze verkeersdeelnemers.

G_100

Optimaliseren verkeerscirculatie en verblijfsklimaat in dorpskernen. G_101Bijdragen aan het leveren van tijdige en adequate bereikbaarheidsinformatie aan om-wonenden, bedrijven en hulpdiensten bij evenementen en wegwerkzaamheden.

G_102

Context

Lokale bereikbaarheidMet lokale bereikbaarheid wordt het gemak bedoeld waarmee een specifiek gebied kan worden

bereikt. Er spelen op dit vlak in ieder geval twee kwesties. De eerste is dat door dreigende sluiting

van gelijkvloerse spoorwegovergangen op de lijn Utrecht-Arnhem de barrièrewerking toeneemt.

De tweede is de wens van sommige actoren de verkeerscirculatie in de kernen van Ede, Lunteren

en Bennekom opnieuw onder de loep te nemen.

SpoorkruisingenOp de lijn Utrecht – Arnhem zijn er acht gelijkvloerse spoorwegovergangen in en om de kern Ede:

Nieuweweg-Noord (Veenendaal), Kade, Schabernauseweg (langzaam verkeer), Dwarsweg (lang-

zaam verkeer), Hakselseweg, Kerkweg, Sijsselt (langzaam verkeer) en de Bosbeekweg. Nieu-

weweg-Noord wordt afgesloten en daarvoor in de plaats komt een tunnel voor langzaam verkeer

(2019). Daarnaast wordt een tunnel voor gemotoriseerd verkeer gerealiseerd (2018) tussen de

Voorpoort en de Klompersteeg. De Hakselsweg spoorwegovergang noord-zuid wordt vervan-

gen door een tunnel in twee richtingen voor uitsluitend autoverkeer (2015/2016). Ten westen van

de Kerkweg wordt een tunnel voor langzaam verkeer gerealiseerd (2015/2016), exclusief brom-

fietsers. De Kerkweg spoorwegovergang blijft in ieder geval tot 2020 open, maar zal na uitvoering

van het PHS gesloten worden. In 2018 wordt op basis van verkeersonderzoek en buurtconsulta-

tie besloten of een autotunnel Kerkweg wordt gerealiseerd. Ter hoogte van de Sijsselt wordt een

dichtbijgelegen fietsbrug gerealiseerd (2015/2016). De overgang Sijsselt zal worden gesloten.

Voor de overige spoorwegovergangen moet een nadere afweging worden gemaakt. De spoor-

overgangen op de Valleilijn blijven vooralsnog alle behouden.

Optimaliseren verkeerscirculatieIn Lunteren is rond 2004 de Dorpsstaat voor gemotoriseerd verkeer afgesloten, in combina-

tie met de instelling van een éénrichtingssysteem en de aanleg van de Westzoom. De afsluiting

heeft het verblijfsklimaat aantrekkelijker gemaakt. Voor het bestemmingsverkeer is het echter las-

tiger geworden om de bestemming te bereiken. De verkeerscirculatie leidt tot onduidelijkheid en

omrijdkilometers en het parkeren op afstand heeft mogelijk een negatief effect op de winkelom-

zet. Er bestaat bij diverse actoren daarom de wens om de afsluiting van de Dorpsstraat en het

verkeerscirculatiesysteem te heroverwegen. Alternatieven zijn bijvoorbeeld een afsluiting van de

Dorpsstraat alleen in het weekeinde en/of alleen in het zomerseizoen. In Bennekom daarentegen

is de Dorpsstraat open voor gemotoriseerd verkeer (in één richting) en kan er voor de deur gelost

worden.

Diverse actoren hebben hier de wens om de verkeerscirculatie en onder andere de routing van

doorgaand fietsverkeer opnieuw tegen het licht te houden.

Informatie bereikbaarheid percelenOok in tijdelijke situaties, zoals bij evenementen en wegwerkzaamheden, is het belangrijk dat

de lokale bereikbaarheid wordt gegarandeerd. Dit kan door goede informatieverstrekking aan

belanghebbenden en goede (tijdelijke) alternatieve bewegwijzering.

6. Gebiedsontsluiting

54

Figuur 6.1 Ervaren parkeeroverlast in Ede-stad (Leefbaarheidsmonitor)

55


6.2. Parkeren

Ambities

Ambitie IDAccommoderen van de parkeervraag voor zowel bewoners, bezoekers als (autogebon-den) werkenden, met een zo hoog mogelijke benutting van de parkeercapaciteit.

G_200

Het voorkomen van verhoogde parkeerdruk in de schil rondom Ede-Centrum als gevolg van parkeerders voor het centrum.

G_201

Het minimaliseren van ‘blik op de weg’. G_202Het bieden van een aantrekkelijk parkeerklimaat en een klantvriendelijke parkeertarife-ring.

G_203

Uitvoering van de beleidsnotitie Parkeren in Woonwijken door parkeerproblemen en parkeerklachten in woonwijken in samenwerking met bewoners aan te pakken.

G_204

De bij (ruimtelijke) ontwikkelingen behorende parkeervraag oplossen met minimale overlast voor de openbare ruimte en andere gebruikers van de omgeving van de betref-fende ontwikkeling.

G_205

Actualisatie Nota Parkeernormering. G_206Bijdragen aan het accommoderen van de vraag naar vrachtautoparkeren en voorkomen van overlast op bedrijventerreinen, in centra en in woonwijken.

G_207

Bijdrage leveren aan een onderzoek naar mogelijkheden om het maaiveldparkeren op het Kuiperplein ondergronds te brengen.

G_208

Context

Accommoderen parkeervraagVoor parkeren is al een specifiek beleidskader opgesteld (zie ook deel B). De bovenstaande ambi-

ties zijn in lijn met de daarin verwoorde ambities, waarbij de essentie is dat de gemeente de par-

keervraag zo goed mogelijk wil accommoderen, tegenover zo min mogelijk overlast. Het huidige

gemeentelijk parkeerbeleid is faciliterend van karakter. Dit betekent niet dat het beleid volledig

vraagvolgend is, maar het is maatwerk voor de verschillende locaties en doelgroepen. De maatre-

gelen uit het parkeerbeleidsplan van 2007 blijken volgens de evaluatie uit 2012 te voldoen aan de

verwachtingen. De parkeervraag van zowel bewoners, bezoekers en werkenden is in het centrum

van Ede geaccommodeerd door de realisatie van extra parkeercapaciteit. Diverse actoren geven

aan dat vooral aan de oostkant van het centrum van Ede behoefte is aan meer parkeerplaatsen

voor kort parkeren. Daarnaast wordt een tekort ervaren in enkele dorpscentra en woonwijken

(onder andere bij het gemeentehuis, aan de Telefoonweg en in Otterlo en Maandereng). Onder-

zoek kan deze parkeervraag kwantificeren.

De parkeerring in het centrum van Ede verdeelt het verkeer naar de beschikbare parkeerloca-

ties. De bereikbaarheid van enkele parkeerlocaties (Markt, Kuiperplein) op zaterdagen is een

aandachtspunt. Bij het onderdeel wegencategorisering is aangegeven dat een studie wenselijk is

naar het verbeteren van de parkeerring. In dit onderzoek moeten uiteraard ook de verkeerscircu-

latie en de bereikbaarheid van de parkeerlocaties worden meegenomen, waarbij een meer even-

redige benutting van de parkeercapaciteit wordt nagestreefd.

Voorkomen parkeeroverlast in schilHet vergunningenparkeren in de schil rondom het centrum van Ede heeft het gewenste effect. Wel

wordt hiermee het parkeren voor bezoekers van die gebieden bemoeilijkt. Een proef met betaald

parkeren kan uitwijzen welk systeem de meeste voordelen biedt.

Blik van de wegIn het centrum van Ede is het ‘blik’ zoveel mogelijk van de weg gehaald via een gedifferentieerd

betaald parkeren systeem in combinatie met parkeerduurbeperkingen. Onderzoek uit 2013 toont

aan dat het betaald parkeren in Ede-Centrum nauwelijks leidt tot uitwijkgedrag naar andere win-

kelcentra binnen de stad.

ParkeertariferingUit de evaluatie volgt dat de totale opbrengsten van parkeren in evenwicht zijn gebracht met de

totale kosten. Wel bestaat er de wens om af te rekenen naar gebruikte parkeertijd en daarbij

moderne betaalwijzen te gebruiken. De komende jaren zal worden geexperimenteerd met nieuwe

methoden, waarbij ook de mogelijkheden van verdere tariefdifferentiatie worden onderzocht.

Parkeren in woonwijkenIn het kader van de uitvoering van de beleidsnotitie Parkeren in Woonwijken is recentelijk in de

wijk Maandereng samen met de bewoners de parkeerproblematiek onderzocht en zijn maatre-

gelen geïnventariseerd. Het is de bedoeling om dit onderzoek de komende jaren ook in andere

woonwijken en de buitendorpen uit te voeren. Specifiek aandachtspunt is de parkeeroverlast in

bepaalde woonwijken als gevolg van het uitwijkgedrag van parkeerders die niet willen betalen of

geen plek op een parkeerterrein kunnen vinden. Behalve in de schil rondom Ede-Centrum doet dit

probleem zich voor bij de Cinemec, in de omgeving van station Ede-Wageningen en op de Ken-

niscampus Ede.

56

De mate van parkeeroverlast in zijn algemeenheid wordt bijgehouden met de Leefbaarheidsmo-

nitor. In figuur 6.1 is een voorbeeld gegeven. De monitor zegt echter niets over de oorzaken van

parkeeroverlast. Die oorzaken kunnen per wijk/buurt anders zijn.

(dit speelt ook bij woonwijken). Binnen de mogelijkheden van de bestemmingsplannen wil de

gemeente ondernemers ruimte geven om het parkeren onder voorwaarden in de openbare ruimte

op te lossen (zie nota Parkeernormering). Daarbij geldt wel dat eventuele kosten gemaakt door de

gemeente worden doorberekend aan de ondernemer(s).

VrachtautoparkerenHet vrachtautoparkeren ontwikkelt zich tot een maatschappelijk probleem. Het aantal beschikbare

plaatsen is beperkt en de (fout)geparkeerde voertuigen brengen overlast met zich mee. Zo is het

parkeren van grote voertuigen in Ede-stad geregeld met de Algemene Plaatselijke Verordening

(APV). Deze verbiedt het parkeren in de avond/nacht en in de weekeinden buiten de bedrijven-

terreinen Frankeneng en Heestereng. In Lunteren geldt ook een verbod, met uitzondering van de

Bisschopsweg. De naleving van de APV verdient constante aandacht, want vrachtauto’s in woon-

wijken leveren overlast op, waaronder geluidhinder en verkeersonveiligheid. Daarbij speelt het

probleem dat een chauffeur niet altijd weet waar hij zijn vrachtauto wel (veilig) kan parkeren. Een

bijkomend probleem is de overlast als gevolg van het “kamperen” van (buitenlandse) chauffeurs

die lange tijd wachten op een retourvracht.

Vooral in Bennekom en op het bedrijventerreinen Frankeneng wordt melding gemaakt van over-

last van geparkeerde vrachtauto’s. Bij het bedrijventerrein Kievitsmeent wordt het parkeerverbod

voor vrachtauto’s in de avond en nacht door actoren gehekeld. Mogelijk kunnen vrachtwagen-

chauffeurs worden doorverwezen naar veilige locaties met voorzieningen, zoals de verzorgings-

plaatsen De Poel/De Veenen aan de A30, of kan een nieuwe locatie worden gecreëerd. Het

beleid is dat bedrijven de vrachtauto’s, net als de personenauto’s, in beginsel op eigen terrein

parkeren. Indien vrachtauto’s moeten uitwijken, dan is het aan de betrokken bedrijven om pas-

sende voorzieningen te realiseren en de overlast zoveel mogelijk te beperken. Daarbij geldt dat

eventuele kosten gemaakt door de gemeente worden doorberekend aan de ondernemer(s). In

2014 komt het CROW met voorbeeldoplossingen en aanbevelingen. De gemeente zal deze lei-

draad gebruiken om ondernemers te adviseren over passende oplossingen.

ParkeernormeringDe Nota Parkeernormering kan worden geactualiseerd aan de hand van nieuwe parkeerkencij-

fers van het CROW. De gemeente wil daarbij nadrukkelijk rekening houden met dubbelgebruik en

mogelijke functieveranderingen van voorzieningen en gebieden.

Parkeren bezoekers in en rond de buitendorpenHet recreatief fietsen op de Veluwe trekt bezoekers uit het hele land. Deze komen meestal met de

auto naar de Veluwe, parkeren hun auto in het buitengebied, nemen hun fiets(en) van de fietsdra-

ger en maken een recreatieve fietstocht, waarna ze weer naar huis keren. Daar waar deze par-

keerders voor overlast zorgen, is een voorziening als P+R gewenst. Een onderzoek moet inzicht

geven in de locaties en de omvang van de mogelijke parkeeroverlast in het buitengebied door

recreatieve fietsers.

Parkeren op bedrijventerreinenHet beleid van de gemeente is dat parkeren op eigen terrein moet worden opgelost. Een alterna-

tief is dat bedrijven zorgdragen voor het beheer en de exploitatie van een gemeenschappelijke,

centrale parkeervoorziening, zoals op bedrijventerrein A12. Bij de gebiedsontwikkeling gelden

hiervoor de vastgestelde parkeernormen. Door functieveranderingen en de komst van speci-

fieke bedrijvigheid met veel zakelijk verkeer kan de vraag naar parkeerruimte echter toenemen

57


6.3. Fietsstallen

Ambities

Ambitie IDZowel kwantitatief als kwalitatief voldoen aan de vraag naar fietsparkeren in de centra van de kernen en bij bovenwijkse voorzieningen en gebouwen met een publieksfunctie.

G_300

Realiseren voldoende fietsstallingsmogelijkheden bij vervoerknooppunten en overstap-punten.

G_301

Bijdragen aan het minimaliseren van fietsendiefstal. G_302

Context

Accommoderen vraag fietsstallenIn het centrum van Ede is aan de hand van het fietsparkeerplan van 2002 gekozen voor drie

niveaus van fietsparkeren: een bewaakte stalling (aan de Marktstraat), opvangstallingen bij de

invalsroutes naar het centrum (onder andere Molenstraat, Achterdoelen, Maanderplein en station

Ede-Centrum) en kleine clusters van fietsparkeervoorzieningen in het voetgangersgebied. In de

bewaakte, overdekte, gratis fietsenstalling is plaats voor 180 fietsen en 13 bromfietsen of scoo-

ters. Tevens zijn er 3 openbare toiletten (waarvan 1 invalide toilet) en een ruimte om baby`s te ver-

schonen. Actoren wijzen op de behoefte aan een tweede bewaakte fietsenstalling in het zuidoos-

ten van Ede-Centrum. Dit kan mogelijk het aantal wildstallers, zoals op de Grotestraat, reduceren.

De gemeente wil geïnteresseerden ondersteunen bij het opstellen van een business case.

Op zaterdag 11 mei 2013 is door de Bewonersvereniging Ede-Centrum (BEC) een inventarisatie

uitgevoerd van het fietsparkeren in Ede-Centrum. Een opvallende conclusie van het onderzoek

is dat aan de noorden zuidkant van het centrum (Molenstraat en bij het oude politiebureau) de

fietsnietjes maar beperkt bezet zijn, terwijl in de winkelstraten op allerlei plekken fietsen worden

geplaatst. De fietsnietjes die op diverse plekken zijn neergezet, worden over het algemeen goed

gebruikt. Ze staan wel betrekkelijk ver van elkaar af, zodat ze meer ruimte in beslag nemen dan

nodig is. De groen geverfde vakken worden volop gebruikt, vaak worden er fietsen aan de einden

naast gezet. Omdat er meestal geen beugels zijn geplaatst, zijn de geplaatste fietsen windgevoe-

lig. Bij harde wind waaien er fietsen om, resulterend in een chaos. De rode plekken worden over

het algemeen gerespecteerd. Een nader onderzoek in samenwerking met de BEC en de Stich-

ting Binnenstadsmanagement Ede (SBE) moet inzicht geven in de locaties waar fietsstallingsplek-

ken kunnen worden verwijderd, gerealiseerd of uitgebreid. Dit om goed te kunnen voldoen aan de

vraag en tegelijkertijd de overlast van geparkeerde fietsen, bromfietsen en scooters te beperken.

Naast accommoderen van de vraag moet ook aandacht blijven voor handhaving.

Bij verkeersaantrekkende bovenwijkse voorzieningen (zoals een hotel of congrescentrum) is het

zaak dat er voldoende stallingsmogelijkheden zo dicht mogelijk bij de ingang zijn. Bij bijvoor-

beeld Cultura is het aantal plaatsen onvoldoende. Hier is op te sturen door bij de bouwaanvraag

van nieuwe voorzieningen te toetsen op fietsnormen en een uitruil mogelijk te maken van fietsen

autoparkeerplaatsen die gerealiseerd moeten worden.

Fietsstallen bij vervoerknooppuntenBij vervoerknooppunten en belangrijke bushaltes in het buitengebied horen fietsenstallingen. De

verwachting is dat de behoefte aan fietsenstallingen bij bushaltes in de toekomst toeneemt als

openbaar vervoerlijnen worden gestrekt. De fiets wordt dan naar verwachting vaker als voortrans-

portmiddel gebruikt. Ede beoogt deze fietsenstallingen zoveel mogelijk kostenneutraal te plaat-

sen. Dit kan bijvoorbeeld door particulieren te stimuleren te investeren in fietsenstallingen (fiets-

kluizen) of door bijdragen van derden. Locaties die onder andere in aanmerking komen, zijn de

halte bij de Kievitsmeent en de toekomstige carpoolplaats langs de N224.

Bij de treinstations moeten er ruim voldoende stallingsmogelijkheden zijn, bij voorkeur zowel over-

dekt bewaakt als onoverdekt onbewaakt. Bij station Ede-Wageningen is er vooral aan de noord-

kant te weinig capaciteit. Er zijn te weinig rekken en de plaatsen zijn te smal. Dit laatste staat

een optimaal gebruik in de weg (brede sturen/fietstassen). Ook bij station Lunteren wordt een

beperkte capaciteit gesignaleerd. De weesfietsenaanpak wordt door de Fietsersbond als goed

bestempeld.

Vanwege de realisatie van het nieuwe station is het niet kosteneffectief om nog te investeren in de

huidige stallinglocaties. In de nieuwe situatie worden bij voorkeur fietspaden en voldoende stal-

lingmogelijkheden gerealiseerd voor fietsers vanuit alle windrichtingen. Het niet goed bedienen

van de fietser is niet alleen nadelig voor het fietsgebruik van en naar het station, maar leidt ook

eerder tot wildstallen en chaos.

59


FietsendiefstalVolgens de cijfers van de politie lijkt het aantal fietsdiefstallen de afgelopen jaren te zijn gedaald.

De gemeente wil bijdragen aan het verminderen van fietsdiefstallen door de beschikbare (cen-

trale) fietsstallingslocaties ordentelijk te houden.

6.4. Halteren

Ambities

Ambitie IDHet ontsluiten van alle bovenwijkse voorzieningen met het openbaar vervoer door mid-del van een bushalte met abri, toegankelijk voor mindervaliden.

G_400

Context

Ontsluiting bovenwijkse voorzieningenDoor de aanpassing van de lijnvoering in december 2013 is bij meer bovenwijkse voorzieningen

een bushalte gesitueerd. Voorbeelden hiervan zijn Tesqua en AH XL.

Toegankelijke bushaltesDe meest gebruikte bushaltes moeten vanaf 1 januari 2016 toegankelijk zijn voor mindervaliden.

Dit gebeurt door de trottoirs bij de bushaltes net zo hoog te maken als de instap van de bussen,

zodat reizigers gemakkelijker in- en uitstappen. Vrijwel alle bushaltes binnen de gemeente Ede

zijn/worden in de periode 2012-2015 toegankelijk gemaakt. Ook de routes naar de bushaltes moe-

ten toegankelijk zijn. Prioriteit krijgen de routes tussen de haltes en bovenwijkse voorzieningen

(zie ook paragraaf 6.5).

6.5. Toegankelijkheid

Ambities

Ambitie IDHet toegankelijk zijn voor mindervaliden van de routes naar wijkvoorzieningen. G_500Continuïteit en uniformiteit van voorzieningen op belangrijke routes voor voetgangers. G_501

Context

Toegankelijkheid voor voetgangers en mindervalidenBinnen de ruimtelijke mogelijkheden werden voetpaden doorgaans al zo breed mogelijk aange-

legd. Op routes zijn er echter regelmatig obstakels die de doorgang belemmeren. Bekende voor-

beelden zijn containers, overhangend groen, lantaarnpalen of geparkeerde auto’s op de stoep of

een boom of ander object midden in het trottoir. De garantie van een onbelemmerde doorgang

voor mindervaliden moet bepalend zijn voor de inrichting van de openbare ruimte. Daarmee wordt

de voetganger (zonder beperkingen) automatisch ook goed bediend.

Toegankelijkheid binnen de bebouwde komDoor de fijnmazige structuur binnen de bebouwde kom kunnen voetgangers zich in het algemeen

goed redden. Het fietsroutenetwerk biedt ook goede verbindingen voor de voetgangers, hetzij

door dubbelgebruik van het fietspad of door een direct hieraan verbonden voetpad. Knelpunten

doen zich vooral voor bij het oversteken van wegen met een hoge verkeersintensiteit. Locaties die

bijzondere aandacht behoeven binnen het netwerk zijn schoolomgevingen, woonzorgzones,

vervoerknooppunten, supermarkten en centrumvoorzieningen.

De Gehandicapten Raad Ede geeft aan dat bij de wegontwerpen binnen projecten nog te weinig

rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid voor mindervaliden. In 2012 is een schouw uit-

gevoerd in de Bospoort. De knelpunten die toen naar voren kwamen zijn zo veel mogelijk aan-

gepakt bij de herinrichting van de straten. Ook is in 2011 Ede-Centrum op toegankelijkheid door-

gelicht. Op diverse aanbevelingen kan nog actie worden ondernomen. De gemeente wil in de

toekomst meer gebruik gaan maken van een schouw om de publieke ruimte gericht toegankelijker

te kunnen maken. De Gehandicapten Raad Ede heeft aangegeven dergelijke schouwen te willen

organiseren.

60

Toegankelijkheid buiten de bebouwde komBuiten de bebouwde kom speelt het vraagstuk van toegankelijkheid ook. De gemeente is ech-

ter terughoudend met het aanleggen van aparte voetgangersvoorzieningen, ook omdat de vraag

hiernaar in het buitengebied veel kleiner is.

6.6. Basismobiliteit

Ambities

Ambitie IDBijgedragen aan de (regionale) ontwikkeling van een vervoersysteem dat voor iedereen de individuele vervoerbehoefte adequaat kan accommoderen en tegelijkertijd betaal-baar blijft.

G_600

Verantwoordelijkheid nemen voor systeemintegratie van doelgroepenvervoer en het ontsluitend openbaar vervoer, samen met partnergemeenten in de regio.

G_601

Vrijwilligers meer betrekken in en ondersteunen bij het organiseren van vervoeraanbod. G_602Stimuleren van het gebruik van voorliggende (toegankelijke) openbaar vervoer voorzie-ningen.

G_603

Context

ReorganiserenDe huidige organisatie van basismobiliteit is niet toekomstbestendig. Zo staan beschikbare bud-

getten onder druk, staan gemeenten voor de taak om de decentralisatie van overheidstaken vorm

te geven en wordt van (kwetsbare) burgers steeds meer eigen verantwoordelijkheid gevraagd.

Daarnaast is de samenleving aan het vergrijzen en neemt de behoefte aan aangepast vervoer

toe.

De provincie is een proces opgestart om in overleg met de gemeenten de Regiotaxi (Wmo +

openbaar vervoer) en ontsluitende buslijnen te decentraliseren. De provincie wil in 2014 met de

regio’s een samenwerkingsovereenkomst sluiten waarin is opgenomen hoe provincie en regio

met elkaar gaan samenwerken op het gebied van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer en

hoe de verantwoordelijkheden opnieuw worden verdeeld. Het huidige budget voor de Regiotaxi

(zowel het Wmo- als het OV-deel) zal daarbij worden overgeheveld naar de regio.

In augustus 2013 is een case-studie voor de regio FoodValley uitgevoerd waarin drie oplossings-

richtingen voor een duurzame organisatie centraal staan:

• De kanteling: het kantelen in de organisatie van zorg en vervoer, waardoor minder

doelgroepenvervoer nodig is en gebruikers in grotere mate gebruik (kunnen of moeten) maken

van regulier openbaar vervoer. Het gaat hier bijvoorbeeld om aanpassingen in het indicatie-

beleid;

• Systeemintegratie: het organiseren van het openbaar vervoerdeel met weinig vraag in

samenhang met het doelgroepenvervoer, waarbij ook de inzet van vrijwilligers als kansrijk

wordt gezien;

• Vervoeroptimalisatie: het slimmer en efficiënter organiseren van het doelgroepenvervoer,

vooral door combinaties te maken in de organisatie van het leerlingen- en AWBZ-vervoer.

Reduceren van de vervoervraag (de kanteling)Om de basismobiliteit toekomstbestendig te maken is het in de eerste plaats noodzaak om de ver-

voervraag naar dure vervoersvormen zoals taxivervoer te reduceren. Dit kan door het aanbieden

van zorg en voorzieningen dichter bij huis. Ook kan meer beroep worden gedaan op de zelfred-

zaamheid van mensen, de kracht van het sociale netwerk en vrijwilligers (de kantelingsgedachte).

Pas in de laatste plaats komt het taxivervoer in zicht. In figuur 6.2 zijn de verschillende mogelijk-

heden weergegeven, waarbij het de bedoeling is dat van binnen naar buiten wordt gewerkt. Het

gebruik van voorliggende openbaar vervoervoorzieningen (reguliere buslijnen) kan worden ver-

groot. Uit onderzoek komt voort dat een aanzienlijk deel van AWBZ- en Wmo-vervoer geïndiceer-

den gebruik kan maken van reguliere buslijnen, zeker nu binnenkort vrijwel alle haltes toegankelijk

zijn voor mindervaliden. Om specifiek de vervoervraag van ouderen te faciliteren, is eind 2013 de

servicebus Ede van start gegaan. Evaluatie moet uitwijzen of hierdoor het gebruik van de Regio-

taxi afneemt.

Centrale planningVanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de dagbesteding AWBZ en ook voor

het vervoer van de extramurale cliënten van en naar dagbestedingslocaties. Dit biedt een kans

om Wmo-, leerlingen- en AWBZ-vervoer centraal te plannen en in te kopen. Voordeel hiervan is

dat de kosten en baten in één hand liggen, een aanpassing gemakkelijk is te realiseren en een

vergroting van de vraag niet per se een verhoging van de kosten betekent. Tevens kan de aanbe-

steding van vervoer beter voldoen aan de nieuwe aanbestedingswet.

61


Daarnaast is er meerwaarde om de centrale planning op regionaal niveau uit te voeren. Aan

de ene kant is dit welhaast noodzakelijk. De provincie wil de Regiotaxi en ontsluitende buslij-

nen decentraliseren en deze componenten kunnen beter worden ondergebracht in een regionale

samenwerking dan bij de individuele gemeenten. Aan de andere kant kan een verdere bundeling

van ritten plaatsvinden. Ook zijn er diverse schaalvoordelen, zoals de bundeling van expertise,

het vergroten van professionaliteit en klantvriendelijkheid (klachtenafhandeling, mogelijkheid van

1 loket). Op regionaal niveau kan beter worden gewerkt aan vraagreductie (regiodekkende advie-

zen) en de bundeling van leerlingenvervoer en AWBZ-vervoer. Het taakveld verkeer wil bijdragen

aan het ontwikkelen van centrale planning in regionaal verband.

Figuur 6.2 Mogelijkheden van voorzien in vervoerbehoefte

63


7.1. Verkeersveiligheid

Ambities

Ambitie IDVoorkomen van zogenaamde black spots door continu aandacht voor locaties waar (letsel)ongevallen zich concentreren en het duurzaam veilig maken van deze locaties.

L_100

Het duurzaam verkeersveilig maken van de fysieke omgeving aan de hand van het

principe van vergevingsgezindheid.

L_101

Bijdragen aan handhaving (bijvoorbeeld snelheid, rood licht, éénrichtingsverkeer, bussluizen, parkeerverboden, afslagverboden) waar geen gemakkelijke verkeersoplos-singen voorhanden zijn.

L_102

Bijdragen aan het verhogen van het gevoel van verkeersveiligheid door buurten te ondersteunen bij de aanpak van verkeersonveiligheid, binnen de randvoorwaarden die de gemeente stelt.

L_103

Het creëren van verkeersveilige schoolomgevingen door continue aandacht voor de schoolomgevingen en het inzetten van attentieverhogende maatregelen.

L_104

Bijdragen aan de uitvoering van verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding door derden.

L_105

Het verminderen van doorgaand gemotoriseerd verkeer door woonbuurten. L_106

Context

Continu aandacht voor verkeersveiligheidHet zorgdragen voor verkeersveiligheid is één van de kerntaken van de gemeente. Het betreft hier

de objectieve verkeersveiligheid, oftewel de aanpak van de wegvakken en locaties waar sprake is

van een onveilige verkeerssituatie, op basis van ongevalcijfers of binnen het vakgebied geldende

principes. Naast deze kerntaak houdt de gemeente zich bezig met verkeerseducatie (gedrags-

beïnvloeding) en verbetering van de subjectieve verkeersveiligheid (wegnemen van gevoel van

onveiligheid).

Van black spot aanpak naar verkeerspsychologieBlack spots en verkeersongevallenconcentraties komen niet meer voor in Ede. Voorheen waren

dat vooral de kruispunten Jan Th. Tooroplaan/Nieuwe Maanderbuurtweg en Willy Brandtlaan/inrit

ziekenhuis Gelderse Vallei. Deze kruispunten zijn inmiddels gereconstrueerd. Door het diffuse

ongevallenbeeld zijn infrastructurele maatregelen - op knelpuntniveau - steeds minder “kostenef-

fectief”. Hierdoor ontstaat de tendens om meer in te zetten op maatregelen die het gevoel van ver-

keersveiligheid versterken en op gedragsbeïnvloeding.

Ede wil de basis op orde houden (de behaalde resultaten in het wegnemen van black spots en

verkeersongevallenconcentraties) en vooral inzetten op de verkeerspsychologie (de bewustwor-

ding). De bewustwording bij de verkeersdeelnemers moet op drie niveaus plaatsvinden: door

opleiding (het aanleren van goed en gewenst verkeersgedrag), door het aanspreken op niet cor-

rect gedrag in het verkeer en door handhaving (het opleggen van sancties).

VergevingsgezindheidEen deel van de letselongevallen kan worden voorkomen door de directe omgeving (bermen,

vluchtheuvels) vergevingsgezinder in te richten. Hiermee wordt bedoeld dat de kans op een let-

selongeval als gevolg van onoplettendheid of bijvoorbeeld een stuurfout wordt verkleind. De

gemeente wil de fietspaden gaandeweg vergevingsgezinder maken. Onderdeel hiervan is het

waar mogelijk afzien van een hoogteverschil tussen fietsen voetpad bij smalle verhoogde fiets-

paden, het aanbrengen van waarschuwingsmarkering bij obstakels (onder andere fietspaaltjes)

en het permanent weghalen van fietspaaltjes op plaatsen waar de kans op overlast en misbruik

door autoverkeer klein is.

Verkeersveilige woonomgevingHet belangrijkste buurtprobleem volgens de Leefbaarheidsmonitor is te hard rijden door woon-

straten. Dit brengt verkeersonveiligheid met zich mee. Een deel van de problemen kan met aan-

passingen van de infrastructuur worden opgelost. Dit is echter kostbaar en brengt vaak negatieve

7. Verkeersveiligheid en leefbaarheid

64

Figuur 7.1 Ervaren verkeerslawaai in Ede-stad (Leefbaarheidsmonitor)

65


neveneffecten met zich mee. In de praktijk is gebleken dat bewoners ook zelf kunnen bijdragen

aan een beter leefklimaat. Zo kunnen buurtbewoners die hard rijden door anderen worden aan-

gesproken. Ede wil de bewoners faciliteren bij de aanpak van verkeersonveiligheid in de buurt.

Daar waar nodig moet de verkeersveiligheid worden versterkt met handhaving. Ede participeert

als wegbeheerder in de begeleidingscommissie van het regionale Verkeers Handhavings Team

(VHT).

Een deel van het verkeer door woonbuurten is doorgaand verkeer. De gemeente wil dit verkeer

tegengaan door in de eerste plaats een goede doorstroming te bieden op wegen van de hoofdwe-

genstructuur (zie paragraaf 5.2).

Actieplan verkeersveiligheidIn het kader van de inventarisatiefase voor het GVVP Ede is burgers gevraagd naar verkeerson-

veiligheid in Ede. De resultaten vormen samen met de objectieve gegevens de basis voor een op

te stellen actieplan Verkeersveiligheid in 2014, waarin ook het fietsverkeer en het wegnemen van

obstakels een belangrijke plaats krijgt. Het actieplan wordt samen met bewoners en Wijkwerk uit-

gevoerd. Ook wordt de bewoners gevraagd de verkeerssituaties te blijven monitoren en eventuele

aanvullende acties te ondernemen (zoals het snoeien van groen dat het zicht belemmert).

Verkeersveilige schoolomgevingOok voor de aanpak van verkeersonveiligheid bij scholen wordt een groter beroep worden

gedaan op het zelforganiserend vermogen. Een voorbeeld hiervan is het Utrechts Verkeersvei-

ligheidslabel van ROV Utrecht dat mogelijk ook in Ede kan worden geïntroduceerd. Dit label kun-

nen basischolen verdienen als zij zelf een actieplan verkeersveiligheid opstellen en uitvoeren.

De gemeenten hebben hier geen directe rol in. Ede kent wel het project school-thuis-routes, ter

bevordering van een verkeersveilige route van en naar school. De gemeente stelt hier in ieder

geval tot en met 2014 middelen voor beschikbaar.

VerkeerseducatieVoor verkeerseducatie maken Ede en de buurgemeenten in overleg met het ROV Gelderland elk

jaar een gezamenlijk projectplan. Dit plan wordt uitgevoerd door partijen als de ANWB, de poli-

tie, Veilig Verkeer Nederland, Stichting TeamAlert, IrisZorg, de Fietsersbond en COSBO Ede. Het

gaat om activiteiten rondom opvoeding en onderwijs (bijvoorbeeld verkeersexamen, verkeers-

regelaars, Streetwise), alcohol preventie (Onder invloed onderweg), rijvaardigheidstraining (bij-

voorbeeld scootmobielcursus) en ondersteuning van landelijke campagnes (bijvoorbeeld Op voe-

ten en fietsen naar school en de Fiets Licht Parade). Tot dusver ligt de regie van lokale projecten

vaak bij de gemeente. Onderzocht gaat worden of de regierol ook bij een andere partij kan liggen,

waarbij de gemeente bijvoorbeeld lid is van de projectgroep. Een voorbeeld hiervan is het Ver-

keerseducatieloket van het ROV Gelderland waar scholen terecht kunnen voor gratis lesmateri-

aal, zonder tussenkomst van een gemeente.

7.2. Geluid

Ambities

Ambitie IDVerminderen geluidoverlast wegverkeer. L_200Bijdragen aan het meenemen van de aanwezigheid van saneringswoningen als criteri-um bij de prioritering van wegonderhoud.

L_201

Drukke wegen waarlangs veel woonbebouwing staat (op korte afstand van de weg) worden zoveel mogelijk voorzien van geluidreducerend asfalt.

L_202

Context

Geluidhinder ten gevolge van wegverkeerWaar woningen dichtbij wegen met een grote verkeersintensiteit zijn gesitueerd, is vaak sprake

van geluidoverlast. Om ernstige geluidhinder tegen te gaan is in de jaren 70 van de vorige eeuw

de Wet geluidhinder van kracht geworden. Deze wet stelt grenswaarden voor de geluidbelasting

ter plaatse van nieuw te realiseren geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen, scholen, zie-

kenhuizen, et cetera). Wegverkeerslawaai is daarom een wettelijk verankerd aspect dat meege-

wogen wordt tijdens de planvorming.

Om de geluidbelasting van geluidgevoelige objecten te kunnen berekenen zijn verkeerskundige

gegevens nodig, zoals etmaalintensiteiten, voertuigverdelingen, wegdektypes en rijsnelheden.

Deze gegevens vloeien onder andere voort uit het gemeentelijk verkeersmodel (na bewerking en

verrijking). Met het verkeersmodel kunnen verschillende varianten van het verkeerssysteem of

gebiedsontwikkeling worden beoordeeld, die vervolgens op geluidbelasting kunnen worden door-

gerekend.

66

Reductie van geluidbelastingVoor woningen die al voor de inwerkingtreding van de Wet geluidhinder een hoge geluidbelas-

ting ondervonden, geldt een saneringsregeling. Voor de geluidsanering van woningen wordt via

Bureau Sanering Verkeerslawaai rijkssubsidie beschikbaar gesteld. Deze subsidie wordt gebruikt

voor het toepassen van geluidreducerend asfalt en/of het aanbrengen van extra geluidisolatie bij

woningen. Daarnaast wordt continu gezocht naar de mogelijkheden om, indien bijvoorbeeld groot

onderhoud aan de orde is, bij drukke wegvakken met daarlangs veel woonbebouwing geluidredu-

cerende wegdekken aan te leggen.

De toename van elektrische voertuigen in het verkeer heeft als effect dat wegverkeerslawaai bij

de bron wordt verholpen. Dit is voor het bestrijden van de geluidhinder een positieve ontwikkeling.

Reductie van geluidoverlastNaast de wettelijke bepalingen is verkeerslawaai ook een belevingsaspect. Met behulp van de

Leefbaarheidsmonitor kan deze beleving worden gemonitored (zie figuur 7.1). De ambitie is om de

beleving (geluidoverlast) meer mee te nemen bij de aanpak van wegen voor bijvoorbeeld onder-

houd en bij kruispuntsoplossingen. Daarnaast wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om in

het buitengebied bepaalde delen geluidsstiller te maken.

7.3. Lucht

Ambities

Ambitie IDMet verkeersmaatregelen bijdragen aan de lokale luchtkwaliteit. L_300Verbetering luchtkwaliteit langs hoofdinvalswegen. L_301

Context

Luchtkwaliteit in relatie tot verkeerDe luchtkwaliteit hangt af van de aanwezigheid van schadelijke, luchtverontreinigende stoffen. In

te hoge concentraties is luchtvervuiling schadelijk voor de gezondheid. Luchtvervuiling is de ver-

vuiling van de atmosfeer met schadelijke stoffen. Voorbeelden van schadelijke stoffen zijn: zwa-

veldioxide, stikstofoxiden, ammoniak, vluchtige organische stoffen (VOS) en fijn stof. De groot-

ste bron van luchtverontreiniging is de transportsector (wegverkeer, scheepvaart en luchtvaart).

Andere belangrijke bronnen zijn veehouderijen en industrie.

Verbetering van de luchtkwaliteitDoor middel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werken rijksover-

heid en decentrale overheden samen om tijdig aan de normen voor luchtverontreiniging te vol-

doen.

Daarnaast wordt gestreefd, door een optimalere afstelling van verkeerslichtenregelingen, het aan-

tal stops van motorvoertuigen terug te brengen waardoor vooral ter hoogte van deze kruispunten

de uitstoot van schadelijke, luchtverontreinigende stoffen afneemt. Waar mogelijk worden op ter-

mijn kruispunten met een verkeersregelinstallatie gereconstrueerd tot rotonde, hetgeen gunstig is

voor luchtkwaliteit en geluidoverlast. Uiteraard leidt een toename van het aantal elektrische voer-

tuigen tot een algemene afname.

7.4. Externe veiligheid

Ambities

Ambitie IDToename van het groepsrisico zo veel mogelijk voorkomen. L_400

Context

Risico´s van gevaarlijke stoffenExterne veiligheid gaat over het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico’s voor mens en

milieu bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het gaat daarbij uitsluitend

om de kans dat derden (omwonenden) dodelijk letsel oplopen door een calamiteit bij een bedrijf of

door een ongeval bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Rond bedrijven en langs routes (of buis-

leidingentracés) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, zijn daarom zones ingesteld waar-

binnen de risico’s moeten worden onderzocht en getoetst voor toekomstige bebouwing. Deze risi-

co’s worden uitgedrukt in een plaatsgebonden risico en een groepsrisico en betreffen alleen de

personen die niet deelnemen aan deze activiteiten.

67


Routering vervoer van gevaarlijke stoffenVanuit de landelijke wetgeving is routering van gevaarlijke stoffen geregeld: vervoer van gevaar-

lijke stoffen in grote hoeveelheden vindt hoofdzakelijk plaats over hoofdwegen (rijkswegen en pro-

vinciale wegen), spoorwegen en vaarwegen. Vervoerders van gevaarlijke stoffen moeten bij wet

de bebouwde kom zoveel mogelijk mijden. Binnen de bebouwde kom van Ede blijft het vervoer

van gevaarlijke stoffen beperkt tot de bevoorrading van tankstations en enkele bedrijven die met

gevaarlijke stoffen werken op de bedrijventerreinen. Er is dan ook geen noodzaak voor het vast-

leggen van een routering gevaarlijke stoffen binnen de bebouwde kom.

De vervoerhoeveelheden gevaarlijke stoffen over de belangrijkste verkeersaders binnen de

gemeente (A12 en A30) in relatie tot de bebouwingsdichtheid langs deze wegen is niet dusdanig

dat het groepsrisico de grenswaarde overschrijdt. Ook treden binnen de gemeente geen knelpun-

ten op ten aanzien van het plaatsgebonden risico.

7.5. Energie en klimaat

Ambities

Ambitie IDStimuleren van duurzame mobiliteit. L_500Bevorderen van het gebruik van duurzame vervoerwijzen. L_501Stimuleren van het rijden op alternatieve brandstoffen. L_502Energie en klimaat nadrukkelijk meewegen bij het ontwerp of aanpassing van infrastruc-tuur.

L_503

Context

Impact van gemotoriseerd verkeerVerkeer en vervoer is een hoofdthema in de verduurzaming van de samenleving. De gemotori-

seerde mobiliteit is voor ruim 20% verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en daarnaast ook

medeverantwoordelijk voor de uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden. De kosten hiervan worden

op de maatschappij afgewenteld. Het Kennisinstituut voor mobiliteit (KIM) verwacht dat auto- en

vrachtautomobiliteit landelijk blijft groeien. Dit geldt dan ook voor Ede, gezien de verwachte groei

in inwoners en arbeidsplaatsen (zie hoofdstuk 3). Ede staat dus voor een grote opgave de lande-

lijke klimaatdoelstellingen ten aanzien van CO2-reductie te volgen.

Zeventig procent van het wereldwijde olieverbruik gaat naar transport. Dit maakt het transport

kwetsbaar voor stijgende olieprijzen die door schaarste gaan optreden. Dus ook gezien vanuit de

directe vervoerkosten is een transitie zeer wenselijk.

Duurzame mobiliteitAangrijpingspunten voor een duurzaam mobiliteitsbeleid zijn de vijf V’s (afgeleid van de Trias

Mobilica):

• Voorkomen van verplaatsingen;

• Verkorten van verplaatsingen;

• Veranderen van vervoerwijze;

• Verschonen van voertuigen;

• Verbeteren van de vormgeving van weginfrastructuur en omgeving.

In het voorkomen en verkorten van verplaatsingen is Ede terughoudend. Mobiliteit is immers een

voorwaarde voor een gezonde economische structuur en participatie in de samenleving. Wel wil

Ede bijdragen aan het voorkomen van onnodige autokilometers, onder andere door het Nieuwe

Werken te ondersteunen. Binnen het onderwerp basismobiliteit wordt actief ingezet op het verkor-

ten van onnodige verplaatsingsafstanden door bestemmingen (bijvoorbeeld activiteitencentra) te

kiezen die dichter bij de herkomsten liggen. Voor de laatste drie aangrijpingspunten, zijn aparte

ambities geformuleerd (L_501 tot en met L_503).

68

Figuur 7.3 LARGAS oplossing (Hilversum)

69


Figuur 7.2 Overzicht van effecten van toename fietsgebruik 10% (Fietsberaad, 2013)

Verschonen van voertuigenOm verkeer en vervoer van milieuproblematiek te ontkoppelen, is een systeemtransitie nodig. De

gemeente heeft niet het schaalniveau om verregaande projecten op dit terrein te initiëren. Wel wil

zij de markt stimuleren om projecten op te zetten die een systeemtransitie kunnen inluiden. Denk

hierbij bijvoorbeeld aan de realisatie van laadpalen voor elektrische auto’s en fietsen in de open-

bare ruimte. Ook wil Ede haar eigen wagenpark minder vervuilend maken.

Verbeteren van de vormgeving van weginfrastructuurHet is gunstig voor zowel de lokale luchtkwaliteit als het klimaat indien gemotoriseerd verkeer zo

min mogelijk volledige stops hoeft te maken. Dit is één van de motivaties om bij een deel van de

kruispunten met verkeersregelinstallaties onderzoek te doen naar een reconstructie in de vorm

van een rotonde. Ook zullen bij toekomstige ontwerpen andere meer duurzame oplossingen in

ogenschouw worden genomen, zoals kruispuntoplossingen binnen het concept Langzaam Rijden

Gaat Sneller (LARGAS). Deze oplossingen worden in het noordelijk deel van de Parklaan gereali-

seerd (zie figuur 7.3).

Veranderen van vervoerwijzeVoor wat betreft het veranderen van vervoerwijze zet Ede in op het bevorderen van fietsgebruik.

Dit komt vooral in paragraaf 5.5 aan de orde. Er wordt een vrije vervoerwijzekeuze nagestreefd,

hetgeen ook impliceert dat het gebruik van bepaalde vervoerwijzen bewust niet wordt afgeremd.

Het effect van meer fietsgebruik op reductie van CO2-uitstoot en andere stoffen is modelmatig

berekend voor de situatie in Alkmaar. Tevens zijn enkele andere maatschappelijke baten inge-

schat. De resultaten zijn weergegeven in figuur 7.2. De conclusie is dat meer fietsgebruik een

effectief middel is om de ambitie van het terugdringen van uitlaatgassen waar te maken. Naast het

bevorderen van fietsgebruik blijft Ede, via de Bereikbare Vallei, gebiedsgericht

mobiliteitsmanagement stimuleren, waaronder het bevorderen van carpoolen. Daarnaast wordt

binnen het onderwerp basismobiliteit ingezet op substitutie van maatschappelijk duur vervoer

naar goedkopere alternatieven, zoals vervoer door vrijwilligers of regulier openbaar vervoer.

71


8. AlliantiesDoor initiatieven op gebied van verkeer en vervoer te laten samenlopen met initiatieven uit andere

beleidsvelden of door taken gezamenlijk met de samenleving op te pakken wordt meer bereikt.

Verkeer en vervoer is een beleidsveld dat zich hier bij uitstek voor leent, omdat het in feite die-

nend (én noodzakelijk) is voor veel andere functies. Verkeer en vervoer is een faciliterend en ver-

bindend beleidsveld.

8.1. Meer integratie met andere beleidsvelden

Ambities

Ambitie IDBijdragen aan de gezondheid van jongeren en het tegengaan van obesitas in Ede door het stimuleren van fietsgebruik onder leerlingen van basisscholen, MBO en HBO.

A_100

Bijdragen aan de ontwikkeling van toekomstbestendige werklocaties. A_101Bijdragen aan veilige mobiliteit door ouderen. A_102Bijdragen aan de herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van Ede door middel van aan-trekkelijke toegangswegen en fietsroutes.

A_103

Context

Het gaat hier om samenwerkingen met beleidsvelden uit andere sectoren waar op dit moment

geen directe afhankelijkheidsrelatie mee is. Er is in juni 2013 een eerste inventarisatie uitgevoerd

naar mogelijke samenwerkingen. Hierbij is breed geïnventariseerd voor welke beleidsvelden er

sprake kan zijn van een gedeeld belang of een gedeelde ambitie met het beleidsveld van verkeer

en vervoer.

Op basis van deze inventarisatie zijn de volgende (meest) kansrijke samenwerkingen benoemd:

• Sport, gezondheid en jeugd: doelen vanuit deze beleidsvelden zijn het bevorderen van sport

en bewegen, het tegengaan van overgewicht en gezond en veilig opgroeien. Vanuit verkeer en

vervoer is een doel het stimuleren van fietsgebruik. Fietsgebruik kan bijdragen aan beweging

en gezondheid;

• Detailhandel en economie: doelen zijn onder andere de ontwikkeling van Ede-Centrum voor

recreatief winkelen en de versterking van de relatie tussen de Veluwe en Ede-stad (bijvoor-

beeld door middel van een Veluwetransferium). Voor beide doelen geldt dat bereikbaarheid

en ontsluiting voorwaardelijk zijn. Een ander doel is de ontwikkeling van toekomstbestendige

werklocaties. Met behulp van een mobiliteitstoets kan vooraf verkeerskundig beter rekening

worden gehouden met (mogelijke) functieveranderingen. Bijvoorbeeld met de komst van con-

sumenten naar winkels of afhaalpunten op bedrijventerreinen. Achteraf kan het taakveld ver-

keer samen met andere taakvelden de kaders aangeven waarbinnen bedrijven zelf de open-

bare ruimte mogen herinrichten;

• Ouderen/Wmo: een doel is het verhogen van de participatie van alle burgers, waaronder oude-

ren. Van belang hierbij is de toegankelijkheid voor en mobiliteit van ouderen. Vanuit het taak-

veld verkeer is één van de doelen het handhaven van het niveau van de verkeersveiligheid.

Een gedeeld belang is goed en veilig gebruik van e-fietsen, e-scooters en scootmobielen en

toegankelijkheid voor deze modaliteiten;

• City marketing: dit is gericht op herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Ede.

Speerpunten op dit moment zijn een aantrekkelijk en gezond leefklimaat voor jongeren van 12

t/m 25 jaar en het in de schijnwerpers zetten van Food (regio FoodValley, Kennisas Ede-Wage-

ningen). Gezamenlijke belangen liggen onder andere in de uitstraling van toegangswegen van

Ede en goede fietsroutes.

Daarnaast is er een sterke relatie met duurzaamheid, hetgeen in de paragraaf duurzaamheid

naar voren komt. De inventarisatie is niet uitputtend en kan continu worden aangevuld met nieuwe

ideeën en kansen. Er is ook een uitgebreidere inventarisatie uitgevoerd. Het doel is om een aan-

tal pilots op te starten voor allianties. Vervolgens wordt bekeken waar op dat moment de grootste

kansen liggen voor samenwerking.

72

8.2. Meer integratie met beheer & onderhoud Ambities

Ambitie IDBijdragen aan een integrale afweging bij projecten op gebied van onderhoud en reconstructies van weginfrastructuur, ten behoeve van een hogere kwaliteit voor de eindgebruiker en/of een beperking van de kosten.

A_200

Bijdragen aan een gebiedsgerichte aanpak met het oog op de eindgebruiker om snelle successen te boeken en onderhoudskosten uit te sparen.

A_201

Bijdragen aan een juist ontwerp, strategisch onderhoud en een juiste maatregelkeuze. A_202

Context

Beleid, beheer en onderhoud hebben een direct raakvlak met elkaar. De bestaande samenwer-

king kan nog verder worden verbeterd. Meer integratie geeft meer mogelijkheden voor efficiëntie.

Zo kan in de planvorming al rekening worden gehouden met effecten op onderhoud en kunnen bij

onderhoud beleidsambities worden meegenomen. In een aantal gesprekken is onderzocht hoe de

samenwerking tussen beleid en uitvoering verder kan worden verbeterd. Hierbij zijn de volgende

verbeterpunten en kansen benoemd:

• Integrale probleemanalyse: bij projecten vanuit verkeer, beheer en onderhoud wordt niet altijd

een integrale probleemanalyse opgesteld. Projecten worden dan ingestoken vanuit geconsta-

teerde technische knelpunten en er vindt geen prioritering plaats op basis van een integrale

afweging. Aspecten die van belang zijn in een integrale probleemanalyse en afweging zijn

onder andere nut en noodzaak, kosten en baten, effecten op gebied van verkeersveiligheid,

leefbaarheid en milieueffecten en wensen van de eindgebruiker;

• Quick wins: er is soms veel effect te genereren door kleine aanpassingen door te voeren

(gelijktijdig met onderhoud) waarmee de eindgebruiker goed is gediend. Denk aan het verbre-

den van de weg in bochten, het verharden van de berm, toevoegen van markering, afscheidin-

gen en openbare verlichting;

• Onderhoudsplanning: voor het inplannen van onderhoud wordt gewerkt met visuele inspec-

ties, eens per twee jaar per wegvak. De bevindingen van de visuele inspecties worden verge-

leken met de kwaliteit die volgens de IBOR-norm moet gelden (norm Integraal Beheren van de

Openbare Ruimte). Op basis daarvan wordt indien nodig een maatregelenpakket vastgesteld

en het werk ingepland. Informatie over verkeersprognoses en een verdere wegencategorise-

ring kunnen bij dit proces een meerwaarde zijn. Op basis van deze informatie kan een IBOR-

norm worden gehanteerd die aansluit bij het belang van een wegvak en aansluit bij de ontwik-

keling van het schadebeeld.

Tevens kan daarmee de wegkwaliteit beter worden ingeschat;

• Preventie van schade: het wegbeheer besteedt steeds meer middelen aan het herstellen van

schades als gevolg van onjuist gebruik van de weg, verkeerd ontwerp of hoge belasting van

wegvakonderdelen die daarvoor niet geschikt zijn. Ter voorkoming van (nieuwe) schade is een

modelaanpak met standaardoplossingen waardevol. Hierin past ook het toepassen van een

standaard wegconstructie die volgens de verkeerskarakteristieken bij deze weg ontworpen

wordt, zodat investeringen (verhardingaanleg) kosteneffectiever kunnen zijn;

• Privaat beheer: het beheer van de openbare ruimte kan soms bij private partijen of burgers

worden gelegd. Een voorbeeld is de oostelijke rotonde op BT A12 die door Plantion wordt

beheerd of het beheer dat in het kader van Parkmanagement op BT A12 wordt uitgevoerd,

waaruit de gemeente zich geheel heeft teruggetrokken. De gemeente geeft de kaders aan

waarbinnen bedrijven en burgers zelf over de openbare ruimte mogen beslissen (en aanleg-

gen en onderhouden). De verwachting is dat op dit vlak nog diverse slimme allianties mogelijk

zijn.

73


Figuur 8.1 Maquettes gemaakt door de Prins Florisschool (oude en nieuwe situatie)

8.3. Allianties met de samenleving

Ambities

Ambitie IDHet versterken en uitbreiden van samenwerkingen met de samenleving op gebied van verkeer en vervoer.

A_300

Het zoveel mogelijk overdragen van taken naar de samenleving op gebied van verkeer en vervoer die buiten de basistaken van de gemeente vallen, maar wel passend zijn binnen de ambities van de gemeente.

A_301

Context

Met allianties met de samenleving worden die samenwerkingen bedoeld waarbij de samenleving

niet alleen wordt betrokken, maar waarbij ook daadwerkelijk taken en verantwoordelijkheden wor-

den gedeeld. Er zijn gesprekken gevoerd met de wijkcoördinatoren van de gemeente Ede om de

bestaande allianties in beeld te brengen. Hieruit blijkt dat er al veel wordt samengewerkt met de

samenleving, vooral op het gebied van parkeren, beheer en onderhoud en rond schoollocaties.

Enkele relevante voorbeelden:

• Veldhuizen, Prins Florisschool: bij deze school bestond een verkeersprobleem dat werd ver-

oorzaakt door wachtende ouders voor de school op het fietspad en geparkeerde auto´s die

voor een verkeersonveilige situatie zorgden. Bij de nabij gelegen kerk De Ark was een par-

keerterrein beschikbaar. Om te zorgen dat de ouders van deze parkeerplaats gebruik maken,

is de ingang van de school verlegd (inclusief een aanpassing van de hekken en het school-

plein). Hierdoor ontstond een kortste route naar de school via dit parkeerterrein. Tussen de

kerk en de school bevindt zich een speelterrein waar de ouders nu wachten op de kinderen.

Alle ouders parkeren nu bij de kerk en voor de school is er geen verkeersprobleem meer (zie

figuur 8.1). Dit is tot stand gekomen door een goede samenwerking tussen school, verkeersou-

ders, buurt en gemeente;

• Ederveen, Hootsenplein: ten gevolge van de hoge parkeerdruk werd er door bewoners in het

park geparkeerd. Dit is niet gewenst vanwege schade aan het park. Toch verzochten bewo-

ners om extra parkeervoorzieningen in dit park. In overleg is afgesproken dat dit kan als de

bewoners zelf de parkeerplaatsen aanleggen. De gemeente leverde hiervoor de betontegels.

De bewoners verzorgden zelf eerst het draagvlak (overeenstemming in de buurt) en legden

daarna de parkeerplaatsen aan. De gemeente controleerde of dit netjes is gebeurd;

• Lunteren, basisschool de Sprong: kinderen renden vanaf de school zo de straat op naar een

park aan de overkant. In overleg met de school is gekozen voor de aanleg van een bosje dat

zorgt voor een afscherming naar de weg en daarmee een speelweide. De kinderen hebben

mee gewerkt aan de aanleg en de school zorgt voor het onderhoud.

74

Een overzicht van bestaande samenwerkingen is opgenomen in deel B.

In deel B zijn diverse mogelijke projecten benoemd waarbij nadrukkelijk een beroep wordt gedaan

op de samenleving (bewoners, belangenorganisaties, bedrijven). Hierna volgt een (niet volle-

dige) opsomming. Ook in andere projecten zal overigens nadrukkelijk de samenwerking worden

gezocht.

Mogelijke projecten waarbij nadrukkelijk een beroep op de samenleving wordt gedaan:

• Optimalisering verblijfsgebieden;

• Herinrichting Edeseweg Wekerom, ter hoogte van het Dorpsplein;

• Verbetering bestaand fietsnetwerk;

• Doelgroepbenadering fietspromotie;

• Verkeerscirculatie Lunteren;

• Verkeerscirculatie Bennekom;

• Parkeerring centrum Ede;

• Parkeerbehoefte centra Otterlo en Wekerom;

• Parkeerbehoefte bedrijventerreinen;

• Parkeren Kenniscampus Ede;

• Onderzoek wenselijkheid aanpassing venstertijden bevoorrading;

• Realiseren meer fietsstallingplekken in de publieke ruimte;

• Toezicht fietsverbod voetgangerszone centrum Ede;

• Fietsstallingmogelijkheden bij vervoerknooppunten en streekbushaltes;

• Onderzoek tweede bewaakte, overdekte fietsenstalling centrum Ede;

• Schouw in centra dorpen;

• Vervoer door vrijwilligers;

• Vraagreductie en bundelen AWBZ-vervoer;

• Vraagreductie en bundelen Wsv-vervoer en Leerlingenvervoer;

• Uitvoering actieplan verkeersveiligheid;

• Empowerment buurten en scholen aanpak verkeersonveiligheid;

• Bijdragen aan mobiliteitsmanagement;

• Stimuleren het Nieuwe Werken bij werkgevers;

• Stimuleren opschonen wagenpark.

People: sociale bekommernis /

welzijn / welbevinden.

Planet: ecologische bekommer-

nis / milieu en natuur.

Profit: economische bekommernis

/ welvaart.

Figuur 8.2 Elementen van duurzaamheid

Figuur 8.3 Contextanalyse en erosie duurzaamheidsambities (CROW infoblad 800)

75


8.4. Duurzaamheid

Ambities

Ambitie IDBijdragen aan een beter maatschappelijk rendement van het verkeers- en vervoersys-teem.

A_400

Bijdragen aan het verbeteren van de volksgezondheid en leefbaarheid. A_401Bijdragen aan het betaalbaar houden van het verkeers- en vervoersysteem. A_402Bijdragen aan het verankeren van duurzaamheid in beleid en uitvoering. A_403

Context

Deze paragraaf gaat in op de verankering van duurzaamheid in de beleidsprocessen. De reden

dat deze paragraaf is opgenomen in het hoofdstuk over allianties is dat het taakveld verkeer

alleen samen met andere beleidsvelden en met de samenleving kan werken aan verduurzaming.

Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zon-

der het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar

te brengen (definitie VN-commissie Brundtland in 1987). In de paragraaf over energie en milieu

is reeds belicht hoe Ede wil voorsorteren op een milieuvriendelijke toekomst. In deze paragraaf

gaan we eerst in bredere zin op duurzaamheid binnen verkeer en vervoer in. Daarna gaan we

in op de wens om integraler te gaan werken, zodat kansen voor verduurzaming kunnen worden

gegrepen.

People, planet en profitDuurzame ontwikkeling omvat drie aspecten die bij elkaar moeten komen: een sociaal, een

milieu- en een economisch aspect, kortweg aangeduid met people, planet en profit (zie figuur

8.2). Juist door het samenbrengen van deze aspecten kan een duurzame ontwikkeling worden

opgestart. Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van “slow food”, waarbij voedselproductie,

distributie en consumptie binnen één gebied samenvallen. Dit kan een win-win-win situatie

opleveren voor de drie genoemde aspecten: gezonder en smaakvoller voedsel en minder milieu-

belasting (en vrachtautokilometers) tegen een eerlijke prijs. Zie verder de website van Eetbaar

Ede (www.eetbaarede.nl). Een ander voorbeeld is het investeren van zorgverzekeraars in de

verkeerssector, zodat mensen zich gezonder en verkeersveiliger gaan verplaatsen.

We hebben ten aanzien van verkeer en vervoer duurzaamheidsambities geformuleerd die an sich

niet per se alle drie de aspecten in zich hebben, maar gezamenlijk wel een verschuiving teweeg

kunnen brengen richting een meer duurzame samenleving. Diverse ambities in de andere paragra-

fen kunnen onder de duurzaamheidsambities worden geschaard.

WelzijnsbijdrageEde wil invulling geven aan verkeers- en vervoerbeleid dat dienend is aan andere beleidsvelden en

de behoeften van de samenleving op een duurzame en ontwikkelgerichte wijze. Dit betekent in de

eerste plaats dat het taakveld verkeer bij anderen de behoeften moet gaan inventariseren. Ook de

andere beleidsvelden kunnen initiatief hiertoe nemen, zodat verkeer en vervoer in projecten vanuit

andere beleidsvelden van meet af aan wordt meegenomen. Daarnaast moet het taakveld verkeer

binnen de eigen projecten de raakvlakken met andere aandachtsgebieden gaan opzoeken. Door

de scope te verbreden kunnen projecten effectiever en efficiënter worden en kunnen daarnaast

kansen voor duurzaamheid worden geïdentificeerd en duurzaamheidsambities worden opgesteld

(zie figuur 8.3, linkerpaneel). Soms ligt opschaling naar gebiedsniveau voor de hand. Een gebieds-

gerichte aanpak van enige omvang biedt meer mogelijkheden voor duurzaamheidsinitiatieven en

systeemveranderingen dan een rehabilitatie van een weg op strengniveau.

Duurzaamheid in alle projectfases

Het is vervolgens zaak dat duurzaamheidsambities in alle fasen van het beleidsproces worden

doorvertaald. De bewustwording moet in alle stadia plaatsvinden. Als duurzaamheid pas bij het

aanbestedingsproces wordt ingebracht in een project, worden vaak de meeste en/of grootste

duurzaamheidskansen in het project gemist.

Vooral bij faseovergangen moet voorkomen worden dat de duurzaamheidsambitie erodeert (zie

figuur 8.3, rechterpaneel). Behalve in alle procesfasen moeten de duurzaamheidsambities ook in

alle fasen van de levenscyclus worden bekeken en worden gemonitord. Een hulpmiddel hierbij is

het gebruik van Systems Engineering. Dit is een methodiek waarmee behoeftes, ambities, (top)

eisen, (deel-)oplossingen en kenmerken van (deel)oplossingen inzichtelijk en traceerbaar worden

gemaakt en overgedragen worden in elke fase van een project.

76

WerkwijzerOm de interne werkprocessen te optimaliseren en te verduurzamen is een aantal (continu)acties

opgesteld waar het taakveld verkeer de komende jaren mee aan de slag gaat. Deze acties zijn

onderverdeeld in de onderwerpen beleidsintegratie, ontwikkeling instrumentarium en toetsing (zie

tabel 8.1).

BeleidsintegratieBehalen van meerwaarde door het initiëren van samenwerkingen van het taakveld verkeer met andere beleidsvelden in de gemeente Ede op gebieden waar sprake is van gedeelde belangenKansen pakken voor het gecombineerd verwezenlijken van wensen ten aanzien van de we-genstructuur, parkeren, de groenstructuur, water en riolering (bij aanpassingen wordt gestreefd naar verbetering op alle fronten)Kansen vergroten dat verkeer en vervoer als discipline zo vroeg mogelijk bij ruimtelijke planpro-cessen wordt meegenomenIn de gemeentelijke organisatie borgen dat de discipline verkeersveiligheid bij alle ruimtelijke projecten wordt betrokkenBijdragen aan de omschakeling van budgetgestuurd beheer naar outputgericht beheer (asset management)Stimuleren uitvoeren projecten op basis van methodiek duurzaam GWWZitting nemen in het ambtelijke platform duurzaamheidBijdragen aan het meenemen van duurzaamheid in de aanbestedingsprocedure bij werk aan de wegStimuleren van het gebruik van duurzame en gerecyclede materialen bij wegherstel en onderhoudInstellen aanspreekpunt voor fietsaangelegenheden intern en extern (fietscoördinator)Bijdragen aan het regionaal bundelen van kennis en kunde ten aanzien van doelgroepenver-voer

Ontwikkeling instrumentarium en info-overdrachtOpstellen beleidsregels duurzaamheid (bijvoorbeeld voor de realisatie van oplaadpalen)Gebruik maken van een verkeersmodel bij wegaanleg of wegreconstructie om de effecten op de verkeersintensiteiten en vervolgens op de geluidbelasting te bepalen (conform richtlijnen Wet geluidhinder)Automatiseren van de dataoverdracht (verkeersgegevens) van de afdeling verkeer naar de afdeling milieu, dusdanig dat deze direct bruikbaar zijn voor het uitvoeren van geluid- en lucht-kwaliteitsberekeningenBestendigen deelname aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)Bijdragen aan de ontwikkeling van een kaart met verkeerslawaai, type wegdek en saneringswo-ningen, ten behoeve van een integrale afweging bij de prioritering van onderhoudBijdragen een een verbeterde registratiegraad van letselongevallen (met ZGV en Politie)Automatiseren en professionaliseren van de levering van managementinformatie over het gebruik van de parkeerterreinen en de parkeergarages (met SBE en Q-Park)Uitvoeren van een nulmeting ten behoeve van de monitoringsrapportage (zie hoofdstuk 10)Ontwikkelen verkeerskundig beheer verkeerslichtenregelingenregelingen (van reactief naar pro-actief)Ontwikkelen fietsroutekaart met het belang van de verschillende utilitaire fietsroutes ten behoe-ve van het strooien bij gladheidOpstellen toegankelijkheidseisen ten behoeve van het (her)ontwerpen van de verkeersruimteBijdragen aan de ontwikkeling van een database met ritten en vervoeropties, onder andere ten behoeve van openbaar vervoeradvies voor WmoBijdragen aan het opstellen van kwaliteitscriteria voor doelgroepenvervoer in regionaal verband

Beoordeling en toetsingToetsen van nieuwe infrastructurele maatregelen (inclusief onderdoorgangen) aan de normen van de hulpdiensten en specifiek de uitrukkaart van de brandweerUitvoeren check op toegankelijkheid bij alle nieuwe ontwikkelingen en bij groot onderhoud en reconstructies. Het doel is om toegankelijk te ontwerpen en bij groot onderhoud infrastructuur toegankelijk terug te brengenMeewegen van de concepten Shared Space en Natuurlijk Sturen als mogelijke oplossingen van verkeersveiligheidsknelpuntenIntegraal meenemen van de geluidbelasting en de beleving van wegverkeersgeluid bij de afwe-ging van varianten van verkeerscirculatie of wegaanleg en varianten van locaties van nieuwe ontwikkelingenMeer in balans brengen van de kosten en baten ten aanzien van het verkeerssysteem en daar-bij het principe van “de gebruiker betaalt” meer hanteren

Tabel 8.1 Werkwijzer

77


9.1. Participatie bij totstandkoming

Nota BurgerparticipatieDe participatie binnen het proces van de totstandkoming van het GVVP is gebaseerd op de spel-

regels en adviezen in de Nota Burgerparticipatie van 2012. Hierin komt onder andere naar voren

dat Ede kiest voor vertegenwoordigend overleg in die gevallen waar het aantal betrokkenen gro-

ter is dan enkele tientallen. Wijk- en dorpsraden en belangenverenigingen of door de gemeente

zelf opgezette klankbordgroepen zijn dan de gesprekspartners. Het GVVP is een kadernota die

de gehele gemeenschap aangaat, vandaar dat ook binnen het GVVP primair is gekozen voor ver-

tegenwoordigend overleg.

De participatie van de samenleving bij de totstandkoming van het GVVP bestaat uit de volgende

elementen:

• Consultatiebijeenkomsten;

• Bilaterale gesprekken tussen organisaties en het taakveld verkeer;

• Website met een forumdiscussie;

• Inspraakperiode.

ConsultatiebijeenkomstenEde kiest er voor burgers in een vroeg stadium te betrekken bij besluitvorming. Het gaat primair

om het mobiliseren van kennis uit de samenleving en een uitwisseling van standpunten tussen

groepen onderling en tussen deze groepen en de gemeente. De gemeente heeft daarom in maart

2013 de samenleving opgeroepen om mee te doen met de ontwikkeling van het GVVP en de eer-

ste uitvoeringsagenda (trede 4 van de participatieladder, zie figuur 9.1).

In april 2013 vonden twee consultatiebijeenkomsten plaats. Op deze bijeenkomsten zijn onder

andere knelpunten in het verkeerssysteem geïnventariseerd. Op de bijeenkomst in oktober 2013

heeft de gemeente teruggemeld wat met de input is gedaan. Van de 110 knelpunten waren er 42

al opgepakt in projecten en 12 onderwerp van discussie. De overige 56 knelpunten zijn genomi-

neerd voor de eerste uitvoeringsagenda. Deze laatste groep is samengevat in tabel 9.1. In deel

B is een overzicht gegeven van de organisaties die hun medewerking hebben verleend. Bedacht

moet worden dat de organisaties niet per se representatief zijn voor het maatschappelijk midden-

veld. Voor bijvoorbeeld de inventarisatie van knelpunten waren de consultatiebijeenkomsten ook

niet de enige bron.

Bilaterale gesprekkenMede naar aanleiding van gedachtewisselingen tijdens de consultatiebijeenkomsten heeft met

een aantal organisaties nader overleg plaatsgevonden. Het betreft de Fietsersbond, de Gehandi-

captenraad Ede (GRE), de Stichting Binnenstadsmanagement Ede (SBE) en de Land- en

Tuinbouw Organisatie (LTO). Doel van deze gesprekken was om de belangen van fietsers, voet-

gangers, mindervaliden, landbouwverkeer en ondernemers nadrukkelijk in het proces te betrek-

9. Participatie en communicatie

78

ken. Er is nader ingegaan op de knelpuntinventarisatie voor het GVVP en de mogelijkheden voor

(intensivering van) samenwerking.

Website met forumdiscussieVoor de inwoners van Ede is een aparte webpagina gelanceerd met achtergrondinformatie en

documenten. Daarop heeft van medio mei tot medio september 2013 een forumdiscussie plaats-

gevonden, aan de hand van 10 vooraf geformuleerde stellingen. Daarnaast had men de moge-

lijkheid om zelf een onderwerp aan te dragen of een reactie te sturen naar de gemeente. In totaal

zijn 110 reacties via het forum binnengekomen, plus 9 reacties via e-mail. Met behulp van social

media (facebook en twitter) zijn burgers aangemoedigd te participeren.

Het bleek dat men vrij eensgezind was over:

• Voldoende parkeerruimte in Ede-Centrum, wens betalen parkeren per minuut, tarieven kort

parkeren te hoog, parkeren dalperiode moet gratis blijven;

• Verhoogde fietsstroken vaak te smal, bieden dan schijnveiligheid;

• Fietsnetwerk verbeteren; uit praktijk elders blijkt dat gescheiden fietspaden (van autoverkeer)

niet hoeft te leiden tot oponthoud autoverkeer;

• Meer oversteekvoorzieningen voor voetgangers;

• Groene golven voor auto´s;

• Verkeersregelinstallaties waar mogelijk vervangen door rotondes, maar er zijn ook andere

opties (uitzetten in daluren, verkeersafhankelijk regelen).

Er was verdeeldheid over:

• Hoe bereik je meer verkeersveiligheid: met doelgroepbenadering en/of verbeteren infrastruc-

tuur;

• Prioriteit voor bussen bij verkeersregelinstallaties;

• Bewoners en bedrijven budget geven en (verkeers)maatregelen zelf laten bepalen.

Uiteraard geldt net als bij de consultatiebijeenkomsten ook voor de forumdiscussie dat het beeld

uit de discussie niet per se representatief is voor de samenleving in de gemeente Ede.

Ten aanzien van verkeerslichtenregelingen• Project adaptieve regelingen;• Project adaptieve regeling kruispunt met Frankeneng, daarna eventueel reconstructie (na aanleg

Parklaan en spoortunnel Hakselseweg);• Project herziening openbaar vervoerprioriteit;• Onderzoek nut en noodzaak verkeersregelinstallaties;• Project optimaliseren groene golf Dr. Willem Dreeslaan – Galvanistraat (na aanleg Parklaan en

spoortunnel Hakselseweg);• Onderzoek fietsvriendelijk regelen en verbeteren oversteekbaarheid.Ten aanzien van vrachtverkeer• Onderzoek naar optimalisatie tijdige informatieverstrekking werkzaamheden, containerlocaties

(geautomatiseerd);• Onderzoek wenselijkheid aanpassing venster bevoorrading Ede-Centrum in regionaal verband;• Aanmoedigen proef stadsdistributie;• Onderzoek routing vrachtverkeer centra;• Onderzoek parkeerbehoefte vrachtauto’s op bedrijventerreinen;• Proef doorverwijzing chauffeurs naar parkeeraccommodatie.Ten aanzien van verkeersveiligheid• Actieplan verkeersveiligheid, met buurten en Fietsersbond (ook oversteekbaarheid);• Project sanering obstakels fietsroutes;• Onderzoek directe feedback op ongewenst gedrag;

• Nieuw beleidsplan verkeerseducatie.Ten aanzien van langzaam verkeer• Verbeterprogramma bestaand fietsnetwerk;• Project fietsverbinding de Rietkampen – Veldhuizen; • Onderzoek tweerichtingen fietspad ten oosten langs Keesomstraat;• Onderzoek oversteekbaarheid N224 tussen Proosdijerveldweg en Raadhuisstraat;• Onderzoek herprofilering Edeseweg Wekerom.Ten aanzien van verkeerscirculatie en wegencategorisering• Onderzoek alternatieven huidige verkeerscirculatie Lunteren (met lokaal initiatief!);• Onderzoek alternatieven huidige verkeerscirculatie centrum Bennekom (met lokaal initiatief!);• Project optimalisatie bewegwijzering na realisatie Parklaan;• Project verbeteren vormgeving Westzoom, onderzoek kruispunten;• Onderzoek verkleinen 60 km-zone Lunteren-Wekerom, na realisatie zuidelijke randweg Barne-

veld.Overig• Onderzoek behoefte kort parkeren Ede-Centrum;• Nieuw openbaar vervoeronderzoek met provincie: Valleilijn via Parklaan, station Ede-West,

vervoerknooppunten;• Onderzoek nut en noodzaak verbindingen Kade, Schabernauseweg, Dwarsweg en Bosbeekweg;• Project opschonen en check verkeersborden.

Tabel 9.1 Samenvatting projecten uit consultatiebijeenkomsten genomineerd voor de eerste uit-

voeringsagenda

79


Figuur 9.1 De participatieladder (Nota Burgerparticipatie, 2012)

InspraakperiodeTijdens de inspraakperiode zijn 9 zienswijzen ingediend. De gemeente heeft een nota zienswijzen

geschreven waarin per zienswijze een reactie is gegeven. Enkele zienswijzen hebben geleid tot

aanpassingen van de tekst in dit deel.

9.2. Participatie in het vervolgtraject

Na vaststelling van het GVVP gaat de gemeente de eerste uitvoeringsagenda opmaken. Op deze

agenda staan diverse projecten en onderzoeken die tot op heden, mede uit de samenleving, naar

voren zijn gekomen. Daadwerkelijke uitvoering is mede afhankelijk van de prioritering die het col-

lege van burgemeester en wethouders er in aanbrengt. Dit natuurlijk binnen de financiële kaders.

Organisaties, burgers en ondernemers kunnen de prioriteit van een bepaald project of onderzoek

positief beïnvloeden door zelf te zorgen voor draagvlak, afweging van varianten en het op zich

nemen van verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld ten aanzien van beheer, monitoring of flankerende

werkzaamheden. De prioriteit van ontwikkeltaken wordt voor een groot deel door de samenleving

bepaald. De prioriteit voor basistaken is daarentegen vooral een gemeentelijke aangelegenheid.

Nieuwe projectenJaarlijks kunnen nieuwe projecten en studies worden toegevoegd of juist van de lijst worden

gehaald. De samenleving kan zelf een project voor de uitvoeringsagenda aandragen en een

lokale invulling geven aan een bestaand gemeentebreed project. De gemeente wil meer vraag-

gericht gaan werken en stimuleert en faciliteert de verschillende initiatieven die ten doel hebben

in een wijk prettiger te kunnen wonen, werken en recreëren. De gemeente gaat er wel van uit dat

burgers die met een initiatief bij de gemeente komen, bereid zijn zelf bij te dragen aan de realisa-

tie daarvan. De gemeente zal daarbij altijd gemotiveerd aangeven waarom zij wel of niet op een

initiatief ingaat.

WijkagendaHoewel de manier van samenwerking tussen gemeente en samenleving nog nader moet worden

ingevuld, is het waarschijnlijk dat per wijk wordt gewerkt met een wijkagenda. Deze wijkagenda

wordt samen met bewoners, ondernemers, organisaties en Wijkwerk opgesteld en bevat de pro-

jecten waar men gezamenlijk mee aan de slag wil gaan. De Wijkagenda geeft richting aan het

handelen van de bewoners/ondernemers en de organisaties en geeft een kader voor hun samen-

werking. Mogelijk kunnen de grotere verkeersprojecten via de Wijkagenda een plaats krijgen op

de uitvoeringsagenda van het taakveld verkeer. Het taakveld verkeer geeft hiervoor de kaders

aan waarbinnen een project kan worden genomineerd voor de uitvoeringsagenda. Kleine ver-

keerskundige zaken worden buiten de uitvoeringsagenda afgewikkeld.

Uitvoeren projectenBinnen de grotere projecten op het gebied van verkeer en vervoer vindt als vanouds burgerpartici-

patie plaats. Het gaat dan primair om de treden 1 en 2 van de participatieladder (zie figuur 9.1). De

participatieladder geeft aan in welke mate zeggenschap van burgers aan de orde is. Ede wil zeker

voor de ontwikkeltaken steeds meer toe naar het participeren in initiatieven van de samenleving:

overheidsparticipatie. Ook hier is een ladder met 5 treden denkbaar: reguleren, regisseren, sti-

muleren, faciliteren, loslaten. Dit moet uiteindelijk leiden tot een meer effectieve en efficiënte inzet

van middelen en verhoging van de welzijnsbijdrage van verkeer en vervoer.

De komende jaren gaat de gemeente binnen verkeers- en vervoerprojecten vaker de participe-

rende en faciliterende rol aannemen. Faciliteren kan uiteraard met financiële middelen, maar ook

bijvoorbeeld met materialen, inzet van vakmensen, meetinstrumenten, flankerende maatregelen

en het sociale netwerk van de gemeente.

80

Uitvoeren onderzoekenAlvorens de grotere projecten in de uitvoeringsfase komen, wordt een planfase doorlopen. Binnen

deze fase is het vaak wenselijk of noodzakelijk bepaalde onderzoeken te verrichten, bijvoorbeeld

door inventarisaties uit te voeren. Na realisatie van een project kan de samenleving ook bijdragen

aan monitoring en evaluatie, bijvoorbeeld via webapplicaties. Op deze wijze kan eerder bijsturing

plaatsvinden om bepaalde negatieve effecten te voorkomen.

9.3. Communicatie

Het GVVP is eind november vrijgegeven voor inspraak. Dit is aangekondigd met een persbericht

op 4 december 2013 en een tweet. De inspraaktermijn liep van 4 tot en met 31 december 2013.

Daarnaast is een artikel in de rubriek Gemeentenieuws van Ede Stad gepubliceerd.

Over het GVVP en de ontvangen inspraakreacties wordt, voor aanvang van besluitvorming door

het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in januari en februari 2014,

gecommuniceerd met betrokkenen en pers. Na besluitvorming door de gemeenteraad wordt met

de lokale media per dorp / deelgebied naar mogelijkheden voor publicatie gezocht.

Het GVVP wordt geagendeerd voor de bestuurlijke overleggen met de diverse dorpsraden en de

belangenverenigingen ter nadere toelichting. Het GVVP wordt daarnaast toegelicht in een infor-

matieronde voor nieuwe raadsleden.

Bij de uitvoering van de diverse maatregelen uit het GVVP dan wel het UVV worden de dan toe-

passelijke en noodzakelijk media en middelen ingezet.

81


10. Afweging en monitoring

10.1. Naar een uitvoeringsprogramma

Ambities verwezenlijkenIn dit GVVP worden vele ambities genoemd. Om met de beschikbare middelen zoveel mogelijk

ambities te verwezenlijken wordt in projecten soberheid betracht. Dit laat echter onverlet dat in

sommige gevallen forse investeringen moeten worden gedaan, vaak ook gepaard met een groot

beslag op de ambtelijke capaciteit. Omdat de middelen beperkt zijn, moeten nadere prioriteiten

worden gesteld bij de uitvoering van de uit het GVVP voortvloeiende projecten.

Niet alle projecten hoeven te worden geprioriteerd. De projecten die in deel B naar voren komen,

zijn onderverdeeld in uitvoeringsprojecten, onderzoeken, beleidsnotities en continue activitei-

ten. Alleen de uitvoeringsprojecten en de onderzoeken moeten ten behoeve van financiële dek-

king worden geprioriteerd. Een deel van de continue activiteiten en het maken van beleidsnota’s

zijn onderdeel van de basisactiviteiten van het taakveld verkeer en vervoer en worden bekostigd

uit de algemene dienst.

Vervallen van de Actieprogramma’sBij het vorige GVVP van 2005 zijn later twee actieprogramma’s opgesteld. De Actieprogramma’s

vormden een extra stap tussen het GVVP en het UVV. Het is echter geen noodzakelijke stap voor

het opstellen van het jaarlijkse UVV. Sterker nog, de Actieprogramma’s hebben van nature een

statisch, thematisch karakter, terwijl met het UVV juist de behoefte bestaat om in te spelen op

actuele kansen, wensen en knelpunten.

Dat neemt niet weg dat een koppeling tussen GVVP en UVV onontbeerlijk is voor een consistente

en transparante afweging. Uitgangspunt is daarom dat vanaf dit GVVP wordt gewerkt met een

dynamische uitvoeringsagenda, waaruit jaarlijks het UVV wordt opgemaakt.

Dynamische uitvoeringsagendaDe dynamische uitvoeringsagenda bestaat uit projecten en onderzoeken die bij uitvoering invul-

ling geven aan het beleid uit het GVVP. Deze projecten en onderzoeken krijgen een plaats op de

uitvoeringsagenda. Binnen deze uitvoeringsagenda worden de projecten onderverdeeld in vier

categorieën:

• Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (UVV) van het komende kalenderjaar: hierop wor-

den de projecten en onderzoeken geplaatst die, na besluitvorming, het daaropvolgende jaar

worden gestart. De uitvoering kan, afhankelijk van de omvang en de omstandigheden, één

of twee jaar doorlopen in de tijd. Ook continue activiteiten waarvoor (aanvullende) middelen

beschikbaar moeten worden gesteld, krijgen hier een plaats;

• Grote infrastructurele projecten die het komende jaar worden gestart, maar waarvoor de mid-

delen uit het UVV ontoereikend zijn. De financiering van deze projecten wordt bij voorkeur

geregeld via de Perspectiefnota. Deze projecten worden ter besluitvorming voorgelegd aan de

gemeenteraad;

• Projecten en onderzoeken waarvan de uitvoering naar verwachting over circa 2 tot 4 jaar wordt

gestart. De projecten en onderzoeken in dit cluster worden niet onderling geprioriteerd. De

verwachting is wel dat deze projecten binnen één of enkele jaren ‘promoveren’ naar het UVV;

• Projecten en onderzoeken waarvan de uitvoering naar verwachting niet in de komende 4 jaar

wordt opgestart. Ook in dit cluster worden de projecten en onderzoeken niet onderling geprio-

riteerd.

Door ontwikkelingen en gewijzigde inzichten kunnen jaarlijks nieuwe projecten aan de lijst worden

toegevoegd en/of bestaande projecten worden afgevoerd. Ook de prioritering kan jaarlijks worden

aangepast. Dit kan mede op basis van informatie uit de monitoring. Door naast de projecten en

onderzoeken op het UVV ook de projecten en onderzoeken uit de andere drie categorieën te pre-

senteren wordt het afwegingskader transparanter.

82

Criterium Voorbeeldvragen ter invulling van het criteriumPrioriteit ambitie Wat is de stand van zaken ten aanzien van de verwezenlijking van de ambitie waaruit het project naar voren is gekomen? Moer er eventueel een inhaalslag gemaakt worden of is tempo-

risering op zijn plaats?Wat is de bestuurlijke prioriteit van de ambitie?Wat is het belang van de ambitie binnen de visie van het GVVP die door de gemeenteraad is vastgesteld?Wat is het belang van de ambitie voor andere beleidsvelden?

Taaksoort en urgentie Is het een basistaak of een ontwikkeltaak?Is er een wettelijke noodzaak?Welk beslag legt het project op de ambtelijke capaciteit?Wat is de inhoudelijke urgentie van het project? Wordt hiermee een ernstig knelpunt opgelost? Wat is dit knelpunt?Zijn er alternatieven en hoe scoren die?Zijn er reeds bepaalde toezeggingen gedaan?Is het project gekoppeld aan een specifieke subsidie met een bepaalde tijdlijn?Is het project volgtijdelijk gekoppeld aan ander project met een specifieke tijdlijn?

Oplossend vermogen In hoeverre kan met het project de ambitie worden verwezenlijkt?In hoeverre is het project positief voor andere ambities?Hoe groot zijn de maatschappelijke baten?In hoeverre zijn er negatieve baten?In hoeverre is het project voorwaardenscheppend voor andere projecten en andere ambities?In hoeverre is het project belemmerend voor andere projecten en andere ambities?Hoe toekomstvast is het project?

Kosten Wat zijn de kosten nu en de kosten later?Wat zijn de mogelijkheden voor versobering?Wat is de soort dekking?Neemt de dekking een onevenredig deel van middelen in beslag?

Draagvlak In welke mate is er nu draagvlak voor in de samenleving?In welke mate is er nu draagvlak vanuit hogere overheden?Wat is thans het bestuurlijk en politiek draagvlak binnen de gemeente?

Kansen Wanneer doet zich een kans voor om het project te linken aan andere projecten en hoe groot is die kans? (werk-met-werk)In hoeverre is het project positief voor andere beleidsvelden?In hoeverre zijn financiën of manuren van verschillende beleidsvelden te combineren?Zijn er kansen voor verduurzaming?Wat zijn de subsidiemogelijkheden?In welke mate kan de samenleving bijdragen?

Bedreigingen Wat zijn de financiële risico’s?Hoe zeker is de doorlooptijd?Wat zijn de consequenties in de bouwfase?Hoe stabiel is het draagvlak?Zijn er bestuurlijke bedreigingen?In hoeverre is het project afhankelijk van (het welslagen van) andere projecten?

Tabel 10.1 Criteria voor de prioriteitsstelling

83


FinancieringVoorlopig is jaarlijks voor de uitvoering van projecten, onderzoeken en continue activiteiten uit

het UVV € 400.000 beschikbaar. De hoeveelheid projecten die hiervoor kan worden uitgevoerd,

hangt mede af van de hoeveelheid subsidie die wordt gerealiseerd op de projecten, maar ook van

de mogelijkheden om integraal met andere disciplines samen te werken en zodoende synergie-

voordeel te behalen (werk-met-werk). Het UVV wordt jaarlijks aan het eind van het kalenderjaar

door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en de bijbehorende middelen wor-

den door het college van burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld.

Sommige projecten vragen een dusdanige investering dat het UVV daartoe niet toereikend is en

waarvoor het ook niet bedoeld is. Deze projecten worden bij voorkeur opgevoerd in de Perspec-

tiefnota, zodat de gemeenteraad hierover, op basis van een compleet beeld van alle opgaven

voor de gemeente, een integraal besluit kan nemen. Het aanleveren van deze projecten geschiedt

doorgaans in maart/april en de besluitvorming in mei. Projecten en onderzoeken die niet in het

UVV of de Perspectiefnota voorkomen, maar die ineens actueel zijn geworden en waarbij de start

van de uitvoering niet kan wachten tot de volgende jaarcyclus, kunnen ‘bij uitzondering’ worden

opgenomen in de Programmabegroting. De informatie hiervoor moet in augustus/september wor-

den aangeleverd en de gemeenteraad besluit hierover in november.

PrioriteringDe plaats van de projecten en onderzoeken in de vier categorieën wordt jaarlijks bepaald door

het college van burgemeester en wethouders. Het taakveld verkeer doet hiervoor een voorstel.

Zij maakt daarbij gebruik van een set criteria om de discussie over de afweging in het college van

burgemeester en wethouders goed te kunnen voeren. Tabel 10.1 geeft de criteria weer. Per pro-

ject wordt per criterium een aantal vragen gesteld om de kwalitatieve score van het project op dat

criterium te bepalen. Deze scores worden jaarlijks herijkt, aan de hand van de laatste inzichten.

Er zijn geen weegfactoren voor de criteria, omdat het proces zich niet goed leent voor een mathe-

matische benadering en het college van burgemeester en wethouders een eigen afweging maakt,

binnen de kaders die door de gemeenteraad zijn gesteld.

OnderzoekenEen onderzoek is eigenlijk een voorbereiding op een uitvoeringsproject. Het wordt op de criteria

gescoord als ware het al een uitvoeringsproject, waarbij als project de meest waarschijnlijke uit-

komst van het onderzoek wordt gehanteerd. Als een onderzoek is afgerond, verdwijnt deze van

de uitvoeringsagenda en wordt op basis van de uitkomst van het onderzoek mogelijk een project

gedefinieerd dat aan de lijst wordt toegevoegd.

ProjectbladenVan alle projecten en onderzoeken met een benodigde dekking van meer dan € 50.000 wordt

een projectblad gemaakt. Op deze projectbladen wordt een korte toelichting op het project en de

stand van zaken gegeven. Ook worden de actuele scores op de criteria uit tabel 10.1 toegelicht

aan de hand van de relevante voorbeeldvragen. De projectbladen vormen de onderbouwing bij

de uitvoeringsagenda. Daarnaast worden ze gebruikt in de monitoringsrapportage (zie volgende

paragraaf). Ze hebben ook een rol in de interne communicatie, bijvoorbeeld bij de validatie van

probleemanalysesn (zie paragraaf 8.2).

KoersbepalingEen belangrijk hulpmiddel bij de afweging door het college van burgemeester en wethouders is de

monitoringsrapportage GVVP. Deze wordt behandeld in de volgende paragraaf.

10.2. Monitoring en evaluatie

MonitoringsrapportageEens per twee jaar wordt een monitoringsrapportage opgemaakt. De eerste monitoringsrappor-

tage bevat de nulmeting en wordt in 2014 opgemaakt. Het doel van de rapportage is het bieden

van een afwegingsinstrument voor de koersbepaling. Het college van burgemeester en wethou-

ders kan de monitoringsrapportage gebruiken om keuzes te maken in de uitvoeringsagenda. Uit

de monitoringsrapportage kan bijvoorbeeld volgen dat een bepaald type project weinig rende-

ment heeft of beleid moet worden geïntensiveerd om een bepaalde ambitie te kunnen verwezen-

lijken. De gemeenteraad kan de monitoringsrapportage gebruiken om de kaders (het GVVP) te

beoordelen en eventueel opdracht te geven tot een herijking van deze kaders.

De monitoringsrapportage bevat drie elementen: outputmonitoring, evaluatie van de ambities en

contextmonitoring.

OutputmonitoringIn de rapportage worden alle projectbladen opgenomen met daarbij de status van de projecten en

de actuele scores en de toelichtingen op de criteria uit tabel 10.1. Bij de projecten die al gereali-

84

Figuur 10.1 Verdeling steekproef Inwonerspanel (fietsenquête)

85


seerd zijn, wordt evaluatie-informatie toegevoegd. Als bijvoorbeeld een project duurder of goed-

koper is uitgevallen dan vooraf aangegeven, dan wordt dat op het projectblad gemeld. Ook het

daadwerkelijk oplossend vermogen (indien informatie beschikbaar) wordt aangegeven. Project-

bladen van projecten die al gerealiseerd en geëvalueerd zijn, worden niet meer jaarlijks geactua-

liseerd.

Evaluatie van de ambitiesDe ambities worden in de eerste plaats geëvalueerd door de geleverde output (gerealiseerde pro-

jecten gekoppeld aan de ambitie). Hiervoor maken we gebruik van outputindicatoren. Bedacht

moet worden dat ook particuliere initiatieven aan de output kunnen hebben bijgedragen, zoals

de realisatie van fietsenstallingen bij overstappunten. Binnen sommige projecten, zoals op het

gebied van verkeerseducatie, willen we doelgroepgericht gaan evalueren met specifieke resul-

taatindicatoren.

Op een hoger abstractieniveau wordt in de rapportage geëvalueerd of en in welke mate ontwik-

kelingen in lijn zijn met de in het GVVP gestelde ambities. Hiervoor maken we gebruik van resul-

taatindicatoren die we gaan volgen in de tijd. De nulmeting in 2014 vormt de basis voor deze

tijdreeks. Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren. Ze zijn allemaal gekoppeld aan

bepaalde ambities. Ze zijn ook vrijwel allemaal met bestaande bronnen te scoren.

ContextmonitoringVeranderingen in de resultaatindicatoren kunnen uiteraard niet zomaar worden toegeschreven

aan beleidsinterventies (realisatie projecten). We zijn echter uit pragmatische overwegingen niet

expliciet op zoek naar causaliteit. Ze kunnen ook het gevolg zijn van bepaalde maatschappelijke

ontwikkelingen. Het is daarom zaak in de rapportage ook de maatschappelijke ontwikkelingen te

benoemen die mogelijk van invloed zijn geweest op de scores.

Selectie indicatorenHet is bij het vervaardigen van de monitoringsrapportage niet per se de bedoeling om alle indica-

torinformatie te verzamelen. Als op een bepaald terrein geen projecten zijn gerealiseerd of de out-

putindicator nul is, dan ligt het in de rede de bijbehorende resultaatindicatoren in die versie van de

rapportage niet mee te nemen. Op deze wijze blijft de monitoring een beperkte inspanning.

BronnenEr is bewust gekozen voor bronnen die gemakkelijk beschikbaar zijn en dat voorlopig waarschijn-

lijk ook blijven. In een aantal gevallen gaat het om landelijke databases of gegevens die bij de

provincie zijn te verkrijgen. In diverse gevalllen gaat het om managementinformatie die met over-

leggen en interviews kan worden verkregen. Ook willen wij meer en structureler gebruik gaan

maken van de instrumenten van de afdeling Strategie en Onderzoek, zoals de Leefbaarheids-

monitor, Inwoners aan het woord en het Inwonerspanel. Onder andere ten behoeve van de

inventarisatie van (subjectieve) verkeersveiligheid hebben we met succes van laatstgenoemde

bronnen gebruik gemaakt. De steekproeven van respondenten zijn redelijk representatief en

daarmee goed geschikt voor verkeersvraagstukken. In figuur 10.1 is als voorbeeld de steekproef-

verdeling van het Inwonerspanel opgenomen, zoals deze bij de fietsenquête naar voren kwam.

Voor telgegevens met betrekking tot wegdoorsnedes, verkeersregelinstallaties en parkeren is in

2013 het programma Snapshots Ede gemaakt. Dit programma ontsluit de Rodin tellingendata-

base, overige verkeerstellingen in de gemeente en tellingen van de provincie en Rijkswaterstaat.

Het is de bedoeling om dit programma voor de nulmeting zo aan te passen dat met enkele hande-

lingen de ontwikkeling van de hierbij behorende indicatoren inzichtelijk kan worden gemaakt. In

figuur 10.2 is een voorbeeld opgenomen van een tijdreeksplaatje uit Snapshots Ede. Het betreft

hier informatie van een serie permanente gemeentelijke telpunten.

Presentatie van de monitoringDe presentatie van de monitoring geschiedt in de vorm van een ‘verkeerslicht’-rapportage, waar-

bij het verkeerslicht aangeeft in welke mate een ambitie is gerealiseerd.

86

Figuur 10.2 Voorbeeld output database programma Snapshots

87


FactsheetsVan de begrippen die in deel A zijn onderstreept bestaan factsheets. Deze factsheets geven uitleg

over het begrip en meer informatie over de context ervan. Sommige begrippen zijn gebundeld in

één factsheet. In onderstaande tabel is aangegeven in welke factsheet een bepaald begrip wordt

behandeld. De factsheets zijn als één document gebundeld en beschikbaar op de gemeentelijke

website.

Begrip FactsheetBasismobiliteit BasismobiliteitBereikbaarheid BereikbaarheidBestemmingsverkeer Doorgaand verkeerBewegwijzering Bewegwijzering in EdeBlack spots Black spotsDe Bereikbare Vallei De Bereikbare ValleiDerde werkplek Het nieuwe werkenDoelgroepenvervoer BasismobiliteitDoorgaand verkeer Doorgaand verkeerDuurzaam veilig Duurzaam Veilig principesErftoegangswegen Wegencategorisering EdeExtern verkeer Doorgaand verkeerExterne bereikbaarheid BereikbaarheidFietspad FietsvoorzieningenGebiedsontsluitingswegen WegencategoriseringGroepsrisico Plaatsgebonden risicoGrijze wegen WegencategoriseringHet nieuwe werken (HNW) Het nieuwe werken (HNW)IBOR-norm IBOR-normIntern verkeer Doorgaand verkeerInterne bereikbaarheid BereikbaarheidInwoners aan het woord LeefbaarheidsmonitorInwonerspanel InwonerspanelKorte Afstands Radio (KAR) Korteafstandsradio (KAR)Landbouwverkeer Landbouwverkeer

Langzaam Rijden Gaat Sneller (LARGAS) Langzaam Rijden Gaat Sneller (LARGAS)Leefbaarheid LeefbaarheidsmonitorLeefbaarheidsmonitor LeefbaarheidsmonitorMIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte

en Transport (MIRT)Mobiliteit MobiliteitMobiliteitsfonds MobiliteitsfondsMobiliteitsmanagement De Bereikbare ValleiNatuurlijk Sturen Natuurlijk SturenObjectieve verkeersonveiligheid Objectieve verkeersonveiligheid EdeOntsluitend OV Openbaar vervoerOntvlechting OntvlechtenOpkomsttijden brandweer Opkomsttijden brandweerOudere fietsers Oudere fietsersOversteekvoorzieningen Oversteekvoorzieningen, zie ook Oversteek-

voorzieningen en verkeersveiligheidParkeerbeleid ParkeerbeleidPlaatsgebonden risico Plaatsgebonden risicoProgramma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS)

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Regio FoodValley Regio FoodValleyRotondes Rotondes, zie ook KruispunttypenRVV-borden RVV-bordenScenario Scenario’sShared Space Shared SpaceSMART SMARTSnapshots Ede Snapshots EdeStroomwegen Wegencategorisering EdeSubjectieve verkeersonveiligheid Subjectieve verkeersonveiligheid, zie ook

Subjectieve verkeersonveiligheid EdeToegankelijkheid ToegankelijkheidVeiligheidsmonitor LeefbaarheidsmonitorVeluwetransferium VeluwetransferiumVerbindend OV Openbaar vervoerVerblijfsgebieden (in de bebouwde kom) VerblijfsgebiedenVergevingsgezindheid Duurzaam Veilig principesVerkeerseducatie Verkeerseducatie, zie ook Verkeerseducatie

EdeVerkeersmarkt VerplaatsingsmarktVerkeersmodel Verkeersmodel EdeVerkeersongevallenconcentraties Black spots

88

Verkeerstellingen Snapshots EdeVerkeersveiligheid Objectieve verkeersonveiligheid Ede, zie ook

Subjectieve verkeersonveiligheid (Ede)Verplaatsingsmarkt VerplaatsingsmarktVervoerknooppunt Openbaar vervoerVervoermarkt VerplaatsingsmarktWegencategorisering Wegencategorisering EdeWijkwerk Wijkwerk

89


Bijlage 1 Ontwerp hoofdfietsroutes

91


93



1

Verbinden en bereikenDeel B: supplement

Versie 1.1, na inspraak

Ede, 15-01-2014

Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan Ede


3

Inhoud1. Samenvatting Deel A 5

2. Leeswijzer 112.1. Delen A en B 11

2.2. Beleidskader 11

2.3. Lopende projecten 11

2.4. Mogelijke projecten 12

2.5. Knelpuntinventarisatie consultatiebijeenkomsten 12

2.6. Wegencategorisering 12


2.8. Aanrijdroutes brandweer 13

3. Beleidskader 153.1. Boven- en buurgemeentelijk beleid 15

3.2. Kaderstellend gemeentelijk beleid 19

3.3. Aanpalend gemeentelijk beleid 21

4. Lopende projecten 25

5. Lopende projecten 295.1 Ede in de regio 29

5.2. Wegencategorisering 30

5.3. Hoofdwegenstructuur 31

5.4. Kruispunten en regelingen 32

5.5. Openbaar vervoer 34

5.6. Fiets 35

5.7. Hulpdiensten 37

5.8. Vrachtautoverkeer 37

5.9. Landbouwverkeer 38

5.10. Bewegwijzering en bebording 38

5.11. Lokale bereikbaarheid 39

5.12. Parkeren 40

5.13. Fietsstallen 42

5.14. Halteren 42

5.15. Toegankelijkheid 43

5.16. Basismobiliteit 44

5.17. Verkeersveiligheid 45

5.18. Geluid 46

5.19. Lucht 46

5.20. Externe veiligheid 46

5.21. Energie en klimaat 47

5.22. Meer integratie met andere beleidsvelden 47

5.23. Meer integratie met beheer & onderhoud 48


6. Knelpuntinventarisatie 496.1. Organisaties 49

6.2. Opzet bijeenkomsten 49

6.3. Genoemde knelpunten 50

7. Wegencategorisering 73

8. Allianties met de samenleving 798.1. Voorbeelden concrete verkeersprojecten 79

8.2. Voorbeelden projecten beheer en onderhoud 80

8.3. Voorbeelden projecten overig 80

8.4 Continu samenwerking en overleg 81

9. Aanrijdroutes brandweer 83


5

1. Samenvatting Deel AHet gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) van de gemeente Ede is een vervolg op het

GVVP van 2005. Het GVVP is een kadernota van het verkeersbeleid. Het geeft de kaders aan

waarbinnen verkeersprojecten worden gedefinieerd en geprioriteerd en verkeersbeleid in de

dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Naast de kadernota (deel A) is er ook een document opge-

maakt met toelichtende en verdiepende stukken en een overzicht van mogelijke projecten die

aansluiten op de kadernota (deel B). Deel A gaat over de “wat” vraag, deel B over de “hoe” vraag.

Doel en rol van het GVVPDe doelen van het nieuwe GVVP zijn als volgt:

- Het bieden van een beleidskader voor operationele werkzaamheden vanuit het taakveld

verkeer, zodat sturing wordt gegeven aan de beleidsactiviteiten en deze aansluiten op de

ambities binnen het GVVP;

- Het beschikbaar hebben van een instrument voor de verduurzaming van het verkeersbeleid

en de beleidsuitvoering;

- Het informeren van de samenleving en andere beleidsvelden over de visie van de gemeente



De beleidscyclus

Het GVVP gaat over visie en beleidsbepaling en geeft daarmee invulling aan de start van de


verkeer en vervoer. Met behulp van monitoring en evaluatie wordt vervolgens onderzocht in hoe-

verre ambities uit het GVVP zijn verwezenlijkt en of bijstelling of intensivering van beleid nodig

is. Op deze wijze wordt de cyclus rond gemaakt. In de bovenstaande figuur is de beleidscyclus in

piramidevorm weergegeven.

UitvoeringsagendaSeparaat aan dit GVVP wordt in 2014 een meerjarige dynamische uitvoeringsagenda opgesteld.

De projecten op deze uitvoeringsagenda dragen bij aan de verwezenlijking van de ambities in het

GVVP. De mogelijke projecten voor de eerste meerjarige uitvoeringsagenda (stand van zaken

november 2013) komen in dit deel B naar voren. Jaarlijks wordt op basis van prioritering binnen


7

de uitvoeringsagenda een Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (UVV) door het college van

burgemeester en wethouders vastgesteld met projecten die in dat jaar worden opgestart. Daar-

naast kunnen projecten worden geprioriteerd en opgestart waarvoor apart krediet is aangevraagd

bij de gemeenteraad.

Visie op verkeer en vervoerIn deze samenvatting wordt in het kort de visie neergezet die aan de ambities ten grondslag ligt.

Deze visie is ook vertaald naar beslispunten voor de gemeenteraad. De ambities zijn verwoord in

de verschillende hoofdstukken.

AlgemeenHet verkeersbeleid wordt meer dienend aan andere beleidsvelden en ondersteunt de behoeften

van de samenleving op een duurzame en ontwikkelgerichte wijze, waarbij:

- zo veel mogelijk profijt en zo min mogelijk overlast voor de burger wordt nagestreefd;

- duurzaamheid bij alle activiteiten integraal wordt meegewogen.

Slim organiserenHet verkeersbeleid wordt op een dusdanige manier georganiseerd dat:

- kansen voor samenwerken en meeliften met andere (uitvoerings) projecten en initiatieven

worden benut;

- problemen vraaggericht worden aangepakt;

- de gemeente de samenleving faciliteert waarbij de samenleving haar gedeelde

verantwoordelijkheid neemt;

- de uitvoering van basistaken doelmatig en efficiënt wordt georganiseerd;

- soberheid wordt betracht om met de beschikbare middelen zoveel mogelijk ambities en

wensen te verwezenlijken.

Verkeersveiligheid en leefbaarheidWe streven ernaar de verkeersveiligheid van de weginfrastructuur op niveau te houden. Daar-

naast zetten we in op een verkeersveiliger gebruik en beleving, samen met marktpartijen.

We streven naar weginrichtingen die passen bij de functie van de weg. Hiervoor zijn alle aange-

wezen verblijfsgebieden van maatregelen voorzien. Voor een beperkt aantal wegen willen we de

bestaande wegcategorie opnieuw beoordelen, op basis van functie en geloofwaardigheid, en de

weginrichting in lijn maken met de categorie wanneer zich een mogelijkheid voordoet om “werk

met werk” te maken. Dit is positief voor zowel de verkeersveiligheid als de leefbaarheid in buur-

ten.

Bereikbaarheid en doorstromingWe willen alle modaliteiten naar alle belangrijke bestemmingen adequaat faciliteren, zodat deze

bestemmingen goed en op een directe wijze bereikbaar zijn en iedere burger voor zijn/haar ver-

plaatsing een eigen afweging in de modaliteitskeuze kan maken.

Voor de externe bereikbaarheid van de kom Ede zetten we in op hoofdinvalswegen die met behulp

van verkeerslichtenregelingen een goede doorstroming en comfort bieden voor zowel personen-

auto- als vrachtverkeer. Dit met inachtneming van de belangen van langzaam verkeer. Op drukke

kruispunten wordt ontvlechting van verkeersstromen en -soorten nagestreefd, zodat deze vlot en

comfortabel kunnen worden afgewikkeld.

Voor de interne bereikbaarheid binnen de gemeente (auto, fiets) realiseren we op de overige

hoofdwegen (gebiedsontsluitingswegen) bij voorkeur rotondes. Hiermee garanderen we een

vlotte en verkeersveilige afwikkeling van zowel langzaam verkeer als gemotoriseerd verkeer.

Op kruispunten met een verkeersregelinstallatie streven we naar minder oponthoud, een verbe-

terde acceptatie en een eerlijke verdeling van het oponthoud. Dit doen we door het instellen van

regelingen die zich beter aanpassen aan het verkeersaanbod (adaptiviteit) en het instellen van

(tijdsafhankelijke) prioriteit die gebaseerd is op het aantal reizigers/verkeersdeelnemers op een

richting.

Zwaar verkeer Bij zwaar verkeer gaat het vooral om vrachtverkeer naar bedrijventerreinen, winkelcentra en

dorpskernen, en vracht- en landbouwverkeer in het buitengebied. De bereikbaarheid voor zwaar

verkeer willen we blijvend betrouwbaar en voorspelbaar houden en tegelijkertijd de hieraan gere-

lateerde leefbaarheidsproblematiek minimaliseren. Dit doen we door:

- specifieke routes te faciliteren en het gebruik van minder geschikte routes te ontmoedigen;

- ondernemers aan te sporen de vrachtauto parkeerproblematiek adequaat aan te pakken;

- bij winkelcentra bij te dragen aan naleving van venstertijden voor bevoorrading.


9

FietsverkeerIn lijn met de Edese kernwaarden groen, gezond en actief willen we het fietsgebruik bevorderen

door:

- verkeersonveilige locaties aan te pakken;

- het bestaande fietsnetwerk te verbeteren;

- de vraag naar fietsparkeren te accommoderen en bij te dragen aan diefstalpreventie;

- door te gaan met de ontwikkeling van hoogwaardige, directe fietsverbindingen.

Voet- en rolstoelgangersVoor de bereikbaarheid van (wijk)voorzieningen te voet, per rolstoel of scootmobiel wordt ingezet

op het waarborgen en verbeteren van de toegankelijkheid van voetgangersroutes. Bij nieuwe ont-

wikkelingen en reconstructies wordt toegankelijkheid integraal meegenomen bij de planvorming.

Openbaar en doelgroepenvervoerTen behoeve van maatschappelijke participatie en de bereikbaarheid van (zorg)voorzieningen

wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van een vervoerysteem dat voor iedereen, waaronder de

mindervaliden, de individuele vervoerbehoefte adequaat kan accommoderen en tegelijkertijd

betaalbaar blijft. Dit doen we door:

- de vraag naar duur vervoer (vooral taxivervoer) te minimaliseren en het resterende vervoer

efficiënt te organiseren;

- de gebruiksmogelijkheid van het openbaar vervoer te vergroten;

- samen met partnergemeenten in de regio de verantwoordelijkheid te nemen voor

systeemintegratie van doelgroepenvervoer en het ontsluitend openbaar vervoer.

ParkerenTen aanzien van parkeren van personenauto’s willen we doorgaan met het bestaande parkeer-

beleid, en daarbij experimenteren met nieuwe beleidsmaatregelen, ten behoeve van:

- een aantrekkelijker parkeer- en winkelklimaat;

- meer klanttevredenheid;

- hogere kostenefficiëntie;

- het voorkomen van parkeeroverlast.


11

2. Leeswijzer2.1. Delen A en B

Het Gemeentelijke verkeers- en vervoerplan (GVVP) is een vervolg op het GVVP van 2005. Het

GVVP is een kadernota van het verkeersbeleid dat de kaders aangeeft waarbinnen verkeerspro-

jecten worden gedefinieerd en geprioriteerd en verkeersbeleid in de dagelijkse praktijk wordt uit-

gevoerd. Deel A bevat de kadernota. In dit deel B zijn toelichtende en verdiepende stukken opge-

nomen, alsmede mogelijke projecten voor de op te stellen uitvoeringsagenda.

2.2. Beleidskader

Bij het opstellen van het GVVP waren diverse documenten leidend. Hoofdstuk 3 geeft een over-

zicht van deze documenten en de relevantie voor het GVVP. Er is daarbij onderscheid gemaakt

naar:

- Boven- en buurgemeentelijk beleid;

- Kaderstellend gemeentelijk beleid;

- Aanpalend gemeentelijk beleid.

2.3. Lopende projecten

Uitgangspunt voor het GVVP zijn tevens alle lopende projecten. In hoofdstuk 4 is de locatie van

deze projecten in kaartbeelden weergegeven, stand november 2013. Het gaat om zowel ruimte-

lijke (in geel) als verkeersprojecten (in blauw). In de gemeentedelen die buiten de kaarten vallen,

zijn geen grote lopende, locatiespecifieke projecten aanwezig. De projecten worden kort beschre-

ven in een tabel.

De lopende projecten komen niet meer op de uitvoeringsagenda. Projecten in onderzoek kunnen

afhankelijk van de onderzoeksresultaten in een bepaalde vorm op de uitvoeringsagenda komen.

Enkele van de meest relevante projecten zijn:

• Parklaan, inclusief kruispunten, verkeerslichten, fietspaden en fietstunnel (in voorbereiding,

verwachte volledige realisatie voor 2020);

• Nieuw station Ede-Wageningen, inclusief nieuw busstation en nieuwe fietstunnel (in voorberei-

ding, verwachte realisatie in 2018/2019);

• Autotunnel Hakselseweg en fietstunnel ten westen van de Kerkweg (in voorbereiding, realisa-

tie in 2016);

• Reconstructie kruispunt Veenderweg/Klaphekweg tot rotonde (realisatie in 2014);

• Verkennend onderzoek aanpak kruispunt J.Th. Tooroplaan/D.W. Dreeslaan;

• Korte termijn optimalisatie verkeerslichten Veldhuizen (realisatie in 2014).

• Verharding enkele zandwegen, waronder de Bosrand, de Galgenberg en delen van de

Zeggelaarsweg, de Blankenspoorsedijk en de Willinkhuizersteeg.

Daarnaast komen de volgende gemeentebrede projecten in 2014 in uitvoering:

- Opstellen actieplan verkeersveiligheid (inclusief fietsverkeer), plus eerste acties;

- Quick wins obstakelvrije fietsroutes;

- Toegankelijk maken bushaltes (tweede tranche);

- Onderzoek naar categorisering wegen waarbij de inrichting thans niet strookt met de

wegcategorie;

- Nulmeting GVVP ten behoeve van monitoring;

- Invertarisatie fietsstallingsbehoefte bij bushaltes.

12

2.4. Mogelijke projecten

Separaat aan het GVVP wordt in 2014 een meerjarige uitvoeringsagenda opgesteld. Met de pro-

jecten op deze dynamische uitvoeringsagenda worden de ambities in het GVVP nagestreefd. De

kandidaat projecten (stand van zaken november 2013) komen in hoofdstuk 5 naar voren. Het is

niet gezegd dat de kandidaat projecten ook daadwerkelijk worden opgepakt en uitgevoerd. Dat is

afhankelijk van prioritering en nadere beoordeling. Door ontwikkelingen en gewijzigde inzichten

kunnen jaarlijks nieuwe projecten aan de agenda worden toegevoegd en/of bestaande projecten

worden afgevoerd. Ook de prioritering kan jaarlijks worden aangepast.

Projecten en ambitiesDe projecten zijn bedoeld om de ambities te verwezenlijken. De ambities met beschrijvingen van

de context zijn te vinden in deel A. Ten behoeve van de leesbaarheid zijn in hoofdstuk 5 naast de

mogelijke projecten ook de bijbehorende ambities genoemd.

Onderscheid in basis- en ontwikkeltakenDe mogelijke projecten die worden genoemd als kandidaat voor de eerste uitvoeringsagenda zijn

onderverdeeld in basis- en ontwikkeltaken. Met basistaken worden die taken bedoeld waarbij de

gemeente in hoofdzaak verantwoordelijk is. De gemeente is initiatiefnemer en uitvoerder. Het gaat

voor wat betreft het taakveld verkeer bijvoorbeeld om de objectieve verkeersveiligheid, parkeren

van autoverkeer en de doorstroming op hoofdwegen. De uitvoering van basistaken is primair

afhankelijk van bestuurlijke prioriteit. Ontwikkeltaken zijn taken waarbij de gemeente allianties

aangaat met de samenleving en een faciliterende, participerende rol wil spelen bij de verdere

ontwikkeling van het verkeers- en vervoersysteem. Hieronder valt bijvoorbeeld verkeerseducatie

en de aanpak van als verkeersonveilig ervaren locaties in de buurten. Faciliteren kan op

allerlei manieren, zoals het beschikbaar stellen van een budget, vakdeskundigen, materialen,

meetinstrumenten of het zorgdragen voor de realisatie. De uitvoering van ontwikkeltaken is

primair afhankelijk van draagvlak en initiatief uit de samenleving.

Codering De ambities en de mogelijke projecten zijn gecodeerd. De eerste positie is de code voor het

thema (hoofdstuk): R = regio, N = netwerken, G = gebiedsontsluiting, L = verkeersveiligheid en

leefbaarheid en A = allianties. Daarna volgt een volgnummer. De projecten hebben vervolgens

nog een projectcode en een taakcode. De projectcodes zijn: B = beleidsnotitie, C = continu activi-

teit, O = onderzoek, U = uitvoeringsproject. De taakcodes zijn: b = basistaak, o = ontwikkeltaak.

2.5. Knelpuntinventarisatie consultatiebijeenkomsten

In april 2013 is een tweetal consultatiebijeenkomsten georganiseerd. Diverse organisaties zijn

daarbij aanwezig geweest. Op de bijeenkomsten is onder andere gevraagd naar ervaren knelpun-

ten in het verkeerssysteem. Dit heeft ruim 100 knelpunten opgeleverd. In hoofdstuk 6 is een over-

zicht gegeven van de genoemde knelpunten. De overgrote meerderheid is vertaald naar moge-

lijke projecten voor de uitvoeringsagenda (zie hoofdstuk 5).

In oktober 2013 is een derde bijeenkomst gehouden, waarop vooral is teruggemeld wat de

gemeente met de input uit april heeft gedaan. Op deze bijeenkomst waren ook deels andere orga-

nisaties aanwezig. Hoofdstuk 6 bevat een lijst van alle organisaties die hun medewerking hebben

verleend. Tevens is een nadere toelichting op de consultatiebijeenkomsten gegeven.

2.6. Wegencategorisering

Hoofdstuk 7 geeft de wegencategorisering weer. De kaartbeelden zijn gebaseerd op de wegen-

categorisering die is vastgesteld in 1999. Ze geven voor de reeds vastgestelde stroomwegen en

gebiedsontsluitingswegen de gewenste mutaties weer. Erftoegangswegen waar geen wijziging

gewenst is, staan niet in de kaartbeelden.

In 2014 wordt een onderzoek opgestart naar de categorisering van wegen waarbij de inrichting

thans niet strookt met de wegcategorie. Dit onderzoek moet leiden tot gewenste inrichtingsmaat-

regelen om de wegcategorie van een weg te bekrachtigen en de geloofwaardigheid en verkeers-

veiligheid te verhogen. Gaandeweg zullen deze maatregelen ook worden uitgevoerd.


13


In hoofdstuk 8 zijn de bestaande allianties met de samenleving weergegeven. De lijst is onge-

twijfeld niet compleet en daarnaast betreft het alleen de periode tot de zomer 2013. De lijst geeft

wel een goed beeld van de variëteit in de samenwerkingen tussen samenleving en gemeente. Ze

biedt aanknopingspunten voor nieuwe allianties.

2.8. Aanrijdroutes brandweer

De kaart met aanrijdroutes van de brandweer is opgenomen in hoofdstuk 9.


15

3. Beleidskader3.1. Boven- en buurgemeentelijk beleid

De Planwet verkeer en vervoer bepaalt dat gemeenten een samenhangend en uitvoeringsgericht

verkeers- en vervoerbeleid voeren, waarbij de essentiële onderdelen van rijks- en provinciaal

beleid in acht worden genomen. Rijks- en provinciaal verkeers- en vervoerbeleid is aldus kader-

stellend voor het GVVP. Ook moet met beleid van naburige gemeente rekening worden gehou-

den. In onderstaande tabel worden de meest relevante beleidsdocumenten met hun relevan-

tie voor het GVVP van Ede genoemd. Naast genoemde beleidsdocumenten is ook de wetgeving

kaderstellend. Het gaat vooral om de Wegenwet, de Wegenverkeerswet en de Wet geluidhinder.

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeStructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) van het Rijk Deze visie is het kader dat de ruimtelijke, water- en mobiliteitsopgaven voor Nederland benoemt.

De hoofddoelen voor de middellange termijn (2020/2028) zijn:• Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Neder-

land;• Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;• Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) gaat over de financiële investeringen in de integrale, gezamen-lijke oplossingen (programma’s en projecten).Voor Ede zijn van belang:• A12 Ede-Grijsoord naar 2x3 rijstroken in 2016-2018;• Valleilijn, spoorverbinding Barneveld – Ede: capaciteitsvergrotende maatregelen (reeds gerealiseerd)

Lange Termijn Spooragenda (2013) van het Rijk Met de Lange Termijn Spooragenda is de inzet om voor 2028 de kwaliteit van het spoor als vervoerproduct te verbeteren, zodat de trein voor de reiziger en de verlader in toenemende mate een aantrekkelijke vervoersoptie is. De wensen van de reiziger en de verlader staan hierbij centraal.

In het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer worden voor een aantal corridors maatregelen uitgewerkt waardoor het mogelijk wordt om met 6 intercity’s per uur per richting te rijden. Station Ede-Wageningen ligt aan één van deze corridors: Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen. De maatregelen zijn uitgewerkt in het Spoorzone programma van Veluwse Poort. Realisatie wordt verwacht in 2015/2016.

Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 (2008) van het Rijk Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid moet de verkeersveiligheid verder verhogen: een verdere daling van het aantal verkeers-slachtoffers, terwijl de mobiliteit blijft toenemen.De Beleidsimpuls Verkeersveiligheid 2012 is één van de uitwerkingen, gericht op jonge beginnende bestuurders, ouderen en fietsers. Deze Beleidsimpuls omvat 23 maatregelen, één daarvan is de Modelaanpak Veilig Fietsen.

Doel van de Modelaanpak is dat elke gemeente een lokale aanpak vaststelt met maatregelen om de verkeersveiligheid voor de fietser een extra impuls te geven. In 2014 moeten gemeenten met deze aanpak aan de slag gaan.

16

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeMeerjarenvisie verkeersveiligheid Gelderland 2011-2020 De doelstelling is om het aantal doden en zwaargewonden in het Gelderse verkeer terug te dringen. De vraag is welke focus moet

worden aangebracht.Een aantal beschouwingen is ook voor de Edese praktijk relevant:• Generieke doelgroepbenadering wordt steeds belangrijker, in tegenstelling tot aanpak gericht op black spots;• Educatieprojecten bestrijken de gehele levensloop en leiden tot versnippering, zonder transparant rendement;• Raakvlakken met andere beleidsterreinen beter opzoeken (onder andere wijkaanpak, onderwijs, gezondheidszorg);• Behoefte aan vraaggericht werken: potentieel aanboren door dialoog met de burger aan te gaan (bijvoorbeeld via internet of

binnen de wijkaanpak).Omgevingsvisie Gelderland (2013) Deze visie beschrijft hoe de provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen en initiatieven. Het is een ‘plan’ dat richting

geeft en ruimte biedt.De provincie heeft daarbij twee doelen:• Een duurzame economische structuurversterking;• Het borgen van de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving.• Het Provinciale Verkeer en Vervoer Plan (PVVP-2) van 2005 gaat grotendeels op in de Omgevingsvisie. De provincie stelt zich

ten aanzien van mobiliteit de volgende opgaven:• Bereikbaarheid optimaliseren voor wonen, werken en voorzieningen;• Betrouwbaarheid (tijdsduur) van het personen- en goederenvervoer verbeteren;• Vervoer afstemmen op behoefte en verplaatsingspatronen van mensen;• Vervoer afstemmen op stromen van grondstoffen en goederen van bedrijven;• Stromen van mensen, grondstoffen en goederen afstemmen op gevolgen van digitalisering markt;• Fietsen bevorderen in woon-werkverkeer.

Meer concreet voor Ede benoemt de provincie dat zij het stedelijk netwerk van Ede-Wageningen bereikbaar wil houden. Deze inzet staat in verhouding tot de bijzondere leefkwaliteiten in dit gebied, bijvoorbeeld de kwaliteiten van natuur en landschap. De kennisas Ede-Wageningen krijgt hierbij speciale aandacht. Daarnaast speelt de discussie over afwaardering van provinciale wegen naar 60 km/uur en het overdragen van wegdelen aan gemeenten. Ede neemt op termijn, na realisatie van de ongelijkvloerse spoorkruising bij de Voorpoort, de Klompersteeg (N418) tussen De Renswoudseweg en het Fort aan de Buursteeg over.

In het Meerjaren Investerings Agenda Mobiliteit (MIAM, 2013) verantwoordt de provincie aan welke initiatieven en projecten zij uitvoe-ring wil geven en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Dit is een dynamisch document wat jaarlijks kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Voor 2014 en verder zijn voor wat betreft Ede de volgende projecten opgenomen:• Fietssnelweg Ede-Veenendaal;• Fietssnelweg Ede-Wageningen• Parklaan• Kennisas Ede-Wageningen• World Food Centre• Toegankelijkheid bushaltes• Bereikbaarheid ziekenhuis Gelderse Vallei• Ontvlechting kruispunt Dreeslaan/Tooroplaan


17

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeOV visie Gelderland (2014) en Statenbrieven “Toekomstige invulling basismobiliteit” (2013) en “Invulling basismobiliteit 2016-2018”

Binnen het kader van de Omgevingsvisie is de OV visie ontwikkeld. Hierin beschrijft de Provincie haar visie op het openbaar vervoer en kijkt daarmee 20 jaar vooruit.

Relevant voor Ede is dat onderscheid wordt gemaakt in een flexnet, een vastnet en een grootstedelijk net. Het flexnet wordt de verantwoordelijkheid van gemeenten. Hieronder vallen waarschijnlijk alle stadsbussen en regionale bussen van en naar Ede, met uitzondering van de Valleilijn bus en trein. Dit ontsluitend openbaar vervoer zal worden geïntegreerd met (gemeentelijk) doelgroepen-vervoer en Regiotaxi, zoals ook in de Statenbrieven over basismobiliteit van 2013 is uiteengezet. Daarnaast wordt voorgesorteerd op een regionale mobiliteitscentrale waarin regio’s en provincie samenwerken ten aanzien van het faciliteren van basismobiliteit. De regiogemeenten hebben inmiddels stuurgroepen opgezet om de ontwikkeling van basismobiliteit samen met de provincie Gelderland in goede banen te leiden

Strategische Agenda Regio FoodValley 2011-2015 (2011) In de Strategische Agenda zijn 11 opgaven uitgewerkt, die het regiobestuur uitvoert. De 11 opgaven zijn samen te brengen onder twee pijlers: Vestigingsklimaat en leefomgeving.

In de Strategische Agenda is door het regiobestuur prioriteit toegekend aan het opstellen van een gebiedsvisie voor de regio. De acht samenwerkende regiogemeenten hebben een gezamenlijke ambitie beschreven in deze gebiedsvisie aan de hand van zes focusop-gaven.

De Regionale Gebiedsvisie gaat over de inrichting van de FoodValley regio. Een Regionale Gebiedsvisie is uitgebreider dan een Gemeentelijke Structuurvisie. Het is een strategisch kader dat in tegenstelling tot een Gemeentelijke Structuurvisie geen wettelijke status heeft.De Regionale Gebiedsvisie kan worden gebruikt als één van de pijlers voor gemeentelijke Structuurvisies over de volgende onder-werpen:• Het faciliteren van bedrijven• Het afstemmen van de relatie tussen arbeidsmarkt en onderwijs;• Het verbeteren van mobiliteit / bereikbaarheid;• Het regionaal afstemmen van woningbouw;• Het vernieuwen van de landbouwsector;• Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving.

Ten aanzien van mobiliteit wordt ingezet op onder meer de Kennisas Ede-Wageningen, de ontwikkeling van derde werkplekken, de noordelijke ontsluiting (knooppunt Hoevelaken en knooppunt A1/A30), de zuidelijke ontsluiting (brug bij Rhenen), vervoersknooppun-ten (Ede-Wageningen en Veenendaal-De Klomp), mogelijk doortrekken van de Valleilijn naar Arnhem en Utrecht en aantakken op Randstadspoor, een containerterminal Barneveld, duurzame mobiliteit en kwaliteitsverbetering routes langzaam verkeer (Binnenveld, hart-op-hart verbindingen). Ede streeft binnen regionaal verband een optimale bereikbaarheid van de woongebieden en centra na. Daarbij zorgt Ede zo goed mogelijk voor een verkeersveilige doorstroming en leefbare omgeving. Ede wil dit bereiken door uitgekien-de maatregelen op hoofdroutes en het bevorderen van het gebruik van de fiets

Gemeentelijk Mobiliteitsplan Wageningen (2013) Het Gemeentelijk Mobiliteitsplan Wageningen is bedoeld om een integrale aanpak van de bereikbaarheid van Wageningen te onder-steunen. Op basis van autonome ontwikkelingen, zowel van buiten als in de stad, wordt een beeld geschetst van de uitdagingen op het gebied van bereikbaarheid en de randvoorwaarden die eraan worden gesteld.

Relevant voor Ede zijn de volgende doelen:• Verbeteren doorstroming Nijenoord Allee/Mansholtlaan, andere routes zijn daaraan ondergeschikt;• Verbeteren fietsroutes tussen de stad, de WUR campus en station Ede-Wageningen, inclusief de oversteekbaarheid van de

Nijenoord Allee;• Versterken kwaliteit van de externe openbaar vervoer routes en de overstapmogelijkheden, om de optimale bereikbaarheidsmix

te bereiken.

18

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeGemeentelijk Verkeer- en vervoersplan Veenendaal (2012) Doel van het GVVP is het faciliteren van een betrouwbare bereikbaarheid voor alle modaliteiten ten behoeve van het sociaal en eco-

nomisch functioneren van de gemeente Veenendaal, rekening houdend met de aspecten verkeersveiligheid en leefbaarheid.

Relevant voor Ede zijn de volgende projecten:• Voltooiing van de ontsluiting Batterijen op de N418 en op de Rondweg De Klomp, sluiting spoorpassage Nieuweweg-Noord voor

gemotoriseerd verkeer;• Fietssnelweg Veenendaal-Ede via de Spitsbergenweg en het Binnenveld;• Optimalisatie van de fietsverbinding richting WUR;• Hoogwaardig openbaar vervoer tussen de verschillende gemeenten;• Behoud frequentie bussen op de corridor NS Centrum – centrum – NS De Klomp.

Door het vervallen van de intercitystatus van Veenendaal-De Klomp, tengevolge van de invoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (2020-2028), neemt de reistijd vanaf dit station naar Utrecht en Arnhem toe. Hierdoor wordt verwacht dat het station Ede-Wageningen voor Veenendaal belangrijker wordt.

Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan Barneveld (2010) Het plan beschrijft hoe de gemeente tot 2020 beleidsmatig wil inspelen op alle ontwikkelingen met haar verkeers- en vervoersbeleid. Uitgangspunt is dat bereikbaarheid een basisvoorwaarde is voor het goed functioneren van de samenleving, zowel sociaal als in economisch opzicht.

Relevant voor Ede zijn de volgende projecten:• Aanleg oostelijke en zuidelijke rondweg (voorzien in 2020), hetgeen de wegen door Lunteren zal ontlasten;• Realisatie snelfietsroute Putten-Barneveld-Lunteren.


19

3.2. Kaderstellend gemeentelijk beleid

Dezelfde Planwet verkeer en vervoer geeft tevens aan dat afstemming moet worden gezocht

met andere beleidsterreinen, zoals ruimtelijke ordening, economie en milieu. Ede streeft naar

een zo breed mogelijke afstemming met andere beleidsterreinen. Maar ook met bestaand beleid

op onderdelen van verkeer en vervoer. Tevens is er overkoepelend gemeentelijk beleid zoals de

Visie 2025. In de toekomst komt er meer overkoepelend beleid. Zo zal in 2014-2015 een Visie

Openbare Ruimte worden ontwikkeld, waaronder het GVVP komt te hangen.

In onderstaande tabel worden de meest relevante beleidsdocumenten met hun relevantie voor het

GVVP van Ede genoemd. Tevens worden enkele raadsbesluiten genoemd die relevant zijn voor

het GVVP.

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeDe economische ambitie van Ede (2013), Jaarpro-gramma Economie 2013-2014 en de Economische ambitie van Ede 2013

Binnen het programma Economie worden twee doelen gesteld, aansluitend op Ede 2025:• Food als motor voor stedelijke en economische ontwikkeling. Dit biedt ook kansen en spin-off voor andere economische sectoren;• Ede als aantrekkelijke woon-, studeer-, werken recreatiegemeente, voor de huidige en nieuwe bedrijven aantrekkelijk om in Ede te investeren.

Relevant voor dit GVVP is met name de wens tot verdere ontwikkeling van de Kenniscampus Ede, inclusief de komst van het World Food Center in de buurt van het nieuwe station Ede-Wageningen. Daarnaast is voor het behoud en ontwikkeling van aantrekkelijke werklocaties en het vestigingsklimaat in brede zin een goede multimodale bereikbaarheid van belangrijke woon- , werken recreatiegebieden essentieel.

Nota Burgerparticipatie (2012) Ede kiest er ten eerste voor burgers in een vroeg stadium te betrekken bij besluitvorming. Het gaat primair om het mobiliseren van kennis uit de samenle-ving en een uitwisseling van standpunten tussen groepen onderling en tussen deze groepen en de gemeente.

• Voor dit GVVP zijn de volgende spelregels relevant: Ede kiest voor vertegenwoordigend overleg in die gevallen waar het aantal betrokkenen groter is dan enkele tientallen.Wijk- en dorpsraden en belan-genverenigingen of door de gemeente zelf opgezette klankbordgroepen zijn de gesprekspartners;

• Voor de discussie tussen (groepen) burgers onderling kan Internet worden gebruikt;• Bij aanvang geeft de gemeente aan wat de speelruimte is om het beleid te beïnvloeden en hoe zij omgaat met de resultaten.

Ede wil daarnaast initiatieven van burgers op een positieve wijze benaderen. De afdeling Wijkbeheer is daarbij de centrale ingang. De gemeente gaat er van uit dat burgers die met een initiatief bij de gemeente komen, bereid zijn zelf bij te dragen aan de realisatie daarvan. De gemeente zal daarbij altijd gemoti-veerd aangeven waarom zij wel of niet op een initiatief ingaat.

Parkeerbeleidsplan (2007) Dit plan bevat een afwegingskader voor de uitbreiding van parkeercapaciteit bij herontwikkelingen.Beleidsnotitie Parkeren Woonwijken (2012) Beschrijving gestructureerde aanpak (stappenplan) voor de parkeerproblemen in de bestaande woonwijken.Nota parkeernormering (2011) Vaststelling parkeernormenbeleid (parkeereis bij nieuw- en verbouwplannen). Het doel van deze nota is duidelijkheid te scheppen voor bewoners, bedrijven

en andere belanghebbenden over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd moet worden wanneer bouwplannen worden ingediend.

Convenant voor de bestuursperiode 2010-2014 (2010)

In dit convenant hebben vijf politieke partijen belangrijke onderwerpen benoemd en de beleidsrichtingen vastgesteld waaraan in de bestuursperiode wordt/is gewerkt.

De onderwerpen ten aanzien van verkeer en vervoer zijn: • weggebruik in buitengebied meewegen bij herstel en reconstructie• voorkomen omrijden en verliestijd door maatregelen op hoofdroutes, zoals rotondes en groene golven• betere benutting bestaande wegen naar bedrijventerreinen• bevorderen fietsgebruik, ten behoeve van milieu en gezondheid• adequate fietsenstallingen bij gebouwen met een publieksfunctie• uitbouwen wijken buurtbeheer, bevorderen leefbaarheidsbudgetten• evalueren en doorontwikkelen parkeerbeleid, inclusief kort/lang parkeerbehoefte en streven naar tijdgerelateerd betalen• bij recreatievoorzieningen groen, gezond en actief integreren, bevorderen kunst- en cultuurroutes langzaam verkeer.

20

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeVisie Ede 2025 (2012) Visie Ede 2025 geeft een visie op de gewenste langere termijn ontwikkeling van de stad. Deze visie behelst de wens dat het in het hart van FoodValley goed

wonen, werken en leven is. Ede streeft naar een uitstraling die past bij de kernwoorden: groen, gezond en actief.Er wordt prioriteit gegeven aan vier ontwikkelingen waardoor Ede zich in 2025 wil positioneren en onderscheiden:• FoodValley (topsector Agrofood);• Kenniscampus Ede (gezonde en duurzame leefstijl);• Veluwse Poort (hoge leefkwaliteit en unieke diversiteit in wonen, cultuur, ruimte en groen);• Levendig centrum (verblijfswaarde versterken).De relevantie voor het GVVP zit naast de ontwikkeling van de Kenniscampus Ede in het bijdragen aan verblijfskwaliteit door het bieden van een goede multimodale bereikbaarheid, inclusief parkeren, in combinatie met zo min mogelijk overlast. In relatie met de Veluwse Poort staat de mogelijke ontwikkeling van een Veluwetransferium.

Nota zandwegen (2009) De Nota Zandwegen vormt het beleidskader waarbinnen consequent beantwoord wordt of een maatregel nodig is en zo ja, wat de meest geschikte is, reke-ning houdend met de verschillende, soms tegenstrijdige, belangen.

De gemeente Ede is verantwoordelijk voor circa 80 kilometer openbare zandwegen. Zandwegen hebben naast een verkeersfunctie vaak ook een natuur-, cultuurhistorische, recreatieve en landschappelijke waarde. Het karakter van de zandwegen moet dan ook zoveel mogelijk behouden blijven.

Fietsparkeerplan Ede-Centrum (1997) en herijking (2002)

Dit plan stond aan de basis van de inrichting van het fietsparkeren in Ede-Centrum.

Verkeers- en vervoersplan Lunteren (2002), Evalua-tie verkeersaspecten Lunteren (2008)

Dit plan is een verkeerskundige uitwerking van de Structuurvisie van 1999 en stond aan de basis van de inrichting van het verkeerscirculatiesysteem Lunte-ren.

Raadsbesluiten over specifieke locaties en onder-werpen

Meerdere raadsbesluiten zijn relevant en kaderstellend voor het GVVP. Genoemd kunnen worden:• Vaststelling functioneel ontwerp Keuzenota Spoorzone en het besluit om de gelijkvloerse spoorwegovergang tot realisatie PHS (2020) open te houden

en rond 2018 op basis van verkeersonderzoek en een burgerparticipatieproces een keuze te maken voor een eventuele wijk-wijk autoverbinding (2012)• Vaststelling bestemmingsplan Spoorzone West (2013), waarin zijn opgenomen de autotunnel Hakselseweg en de langzaam verkeerstunnel SOMA• Vaststelling verbreding N224 ter hoogte van het Nieuwe Landgoed• Vaststelling bestemmingsplan Parklaan (2012)• Besluit handhaving maximum intensiteit op Pakhuisviaduct (2007), bij overschrijding dan geldt tijdelijke afsluiting• Vaststelling GVVP in 2005 met daarin opgenomen de wegencategorisering• Besluit de ontwikkeling en exploitatie van een Truckparking te beschouwen als een marktverantwoordelijkheid (2008)

Structuurvisies en bestemmingsplannen gemeente Ede

Ook structuurvisies en bestemmingsplannen zijn kaderstellend. De volgende recente structuurvisies in het bijzonder:• Buitengebied Ede (2011)• Otterlo (2011)

In 2014 worden de volgende structuurvisies verwacht:• Bennekom• Ederveen• Ede-stad


21

3.3. Aanpalend gemeentelijk beleid

Er is tenslotte ook beleid uit andere beleidsvelden dat relevant is voor het GVVP indien kansen

voor samenwerking en meeliften worden opgezocht. Omdat verkeer en vervoer een afgeleide is

van ruimtelijke en economische activiteiten, zijn er legio raakvlakken. In de navolgende tabel wor-

den kadernota’s van beleidsvelden genoemd waar actief samenwerking mee is gezocht.

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP Ede(Bomenbeleidsplan (2014) en Groenstructuurplan Dit plan biedt een overkoepelend kader voor afwegingen en beslissingen ten aanzien van verduurzaming, vernieuwing en aanplant van

bomen. Er ligt een forse opgave voor verduurzaming, met name ten aanzien van bomen in verharding.

Aangegeven is dat fietspaden en parkeervakken in veel gevallen concurreren met de boomstructuur om de beschikbare ruimte. Maar herziening van straatprofielen biedt juist kansen voor goede en structurele ruimte voor bomen. Met name parkeren en groen kunnen ruimtelijk prima samen gaan. Dit betekent dat in een zo vroeg mogelijk stadium samenwerking, afstemming en combinatiekansen te zoeken. Bij de uitwerking van de Beleidsnotitie Parkeren Woonwijken is het van belang om ook de streefbeelden voor de boomstructu-ren in beschouwing te nemen. Het uitgangspunt moet zijn dat bij aanpassingen winst moet ontstaan voor zowel parkeren als groen.

In het Groenstructuurplan is de gewenste ruimtelijke groenstructuur weergegeven. De hoofdstructuur valt idealiter samen met de hoofdwegenstructuur uit het GVVP.

Beleidskader WMO 2012-2015 (2012) De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen aan demaatschappij en zelfstandig kan blijven wonen. De gemeente heeft op grond van deze wet decompensatieplicht om beperkingen te verminderen en/of op te heffen.

In het beleidskader komen de volgende ambities naar voren:• verhogen van de participatie van alle burgers en de ‘eigen kracht’ aanspreken (de Kanteling)• maatschappelijke ondersteuning duurzaam financieel beheersbaar houden• Integraal en op de juiste schaal maatschappelijke ondersteuning organiseren (regio,wijk/buurt)

Relevant voor het GVVP is in de eerste plaats de organisatie van basismobiliteit in het kader van de decentralisatie van het AWBZ extramurale zorg, de regiotaxi (OV en WMO) en het ontsluitend openbaar vervoer. Deze organisatie wordt in Ede getrokken door het sociale domein, maar de afdeling verkeer is vanuit het oogpunt van vervoersoptimalisatie en systeemintegratie met openbaar vervoer ook actief betrokken.

Daarnaast kan verkeer en vervoer een goede bijdrage leveren aan het ontwikkelen van woonzorg gebieden. Denk aan de inzet van de fiets op wijken buurtniveau en het verbeteren van de toegankelijkheid van voetpaden voor minder validen.

Ploegenspel 2.0, sportnota 2012 - 2015 (2012) Doel van de nota is het bevorderen en waar nodig faciliteren van sport en bewegen.

Relevantie voor het GVVP is het stimuleren van fietsgebruik in samenwerking met sportservice Ede (SSE) / buurtsportcoaches. Ook kan het fietsgebruik worden meegenomen in het sporten beweegprofiel dat per wijk wordt opgesteld om passend sporten bewee-gaanbod te kunnen aanbieden.

22

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeBeleidskader jeugd en onderwijs (2012) Doel van dit beleidskader is beleid maken om jeugd gezond en veilig te kunnen laten opgroeien tot zelfredzame burgers die op een

zelfstandige en volwaardige manier deelnemen aan de samenleving, die past bij hun capaciteiten en mogelijkheden.

Binnen het thema Gezondheid en vrije tijd is het doel dat jongeren meer gaan sporten en meer tevreden zijn over hun gezondheid. Een van de sporen binnen “Versterking onderwijs door samenwerking” is de “sportieve” Campus. Hierin wordt o.a. voorzien in een pilot Beweegvriendelijke omgeving, in samenwerking met het Nederlands Instituut voor sport en bewegen (NISB), Dit zijn aanknopingspun-ten voor het bevorderen van fietsgebruik in het kader van het GVVP. Hiervoor moet samenwerking worden gezocht met de program-mamanager Jeugd

Woonvisie Ede (2012) Het doel is in 2025 gevarieerde, aantrekkelijke en eigenzinnige groene woonmilieus te hebben voor gezinnen, alleenstaanden en studenten met een bovenregionale aantrekkingskracht. Hiervoor moet Ede onderscheid durven maken door aan te sluiten bij de ken-merken groen, gezond en actief.

Een onderdeel van aantrekkelijke woonmilieus is goede multimodale bereikbaarheid, gecombineerd met verkeersluw verblijven. Ook de bereikbaarheid van hoogwaardige voorzieningen is van belang. Het GVVP kan aldus bijdragen aan de ontwikkeling van deze ken-merkende woonmilieus.

Nota Detailhandel (2004) en Evaluatie nota detailhandel (2009) De nota komt tot onder meer de volgende aanbevelingen:• Ede Centrum dient zich verder te ontwikkelen als winkelgebied voor recreatief• Uitbreiding van het winkeloppervlak in de gemeente Ede is niet aan de orde• De buitenkernen zijn voor dagelijkse boodschappen zoveel mogelijk zelfvoorzienend. Toevoeging voor niet-dagelijkse boodschap-

pen moet worden afgewogen

In de evaluatie wordt aanbevolen het beleid te continueren en te richten op het verstevigen van de positie van de winkelgebieden.

Relevantie voor het GVVP is de samenwerking in flankerend beleid rond (fiets)parkeren. (Nota) Continu Cultuur 2011 tot 2014 (2011) en Kadernotitie museumbe-leid ( 2008)

Doel is om het accent te leggen op stedelijke ontwikkeling, jeugd/jongeren, een breed en afgestemd aanbod, amateurkunst, erfgoed en beeldende kunst.

Relevant voor het GVVP is de ontwikkeling van een recreatieve fietsroute langs musea, kunst en natuur (ook genoemd in Ambities Ede 2025),

Nota toerisme (2005) Doelen zijn met name: combinatiemogelijkheden zoeken tussen buitengebied en Ede zelf, goede ontsluiting voor recreatief verkeer, routestructuren wandel- en fietsroutes, verhoging spin-off Veluwe en het organiseren van evenementen en arrangementen.

Eind 2002 hebben een aantal Veluwse gemeenten, waaronder Ede, het initiatief genomen om een plan op te stellen dat alle zaken rond recreatief fietsen op de Veluwe zou bundelen: het Fietstotaalplan. Doel van het plan is het herwinnen van de toeristische markt door een vernieuwende en duurzame impuls aan het Fietsproduct Veluwe. Onderdeel van dit plan waren de ontwikkeling van een fietsknooppuntensysteem en de verbetering van de kwaliteit van het fietspadennet. Het GVVP kan bijdragen aan een follow-up op dit plan, waarbij ook de wens van een Veluwetransferium kan worden meegenomen, evenals een onderhouds- en ontwikkelingsplan voor wandelroutes.

Waterplan 2013-2017 (2012) Het doel van het waterplan is het formuleren van beleid, doelen en actiepunten voor het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem en waterketen.

Relevantie voor het GVVP is het werk met werk maken en het mogelijk bundelen van budgetten. Zo wordt bij alle maatregelen aan de riolering en afkoppelprojecten een integrale werkwijze gehanteerd, waarbij wordt ingespeeld op kansen vanuit andere opgaven zoals vanuit verkeer, wegen groenonderhoud.


23

Beleidsdocument Relevantie voor GVVP EdeNota Evenementenbeleid (2011) Gestreefd wordt naar een gedegen en integraal evenementenbeleid.

Er komt een evenementencommissie voor technische toetsing, knelpunten en oplossingen en borging van de veiligheid. Deze commis-sie is samengesteld uit de verschillende betrokken adviesinstanties, zoals: politie, brandweer, afdeling verkeer en afdeling toezicht.

Handboek inrichting openbare ruimte (2012) Missie is dat Ede zorgt voor het ontwikkelen en beheren van een goede woon-, werk-, en leefomgeving waarin de burger, bezoeker, recreant en het bedrijfsleven van Ede zich prettig en veilig voelt.

De uitgangspunten in het handboek zijn relevant bij de uitwerking van projecten die uit het GVVP voortkomen. Het gaat met name om: * al bij de eerste inrichting rekening houden met demografische en maatschappelijke ontwikkelingen, zodat aanpassing makkelijker en goedkoper wordt: • ambitieniveau voor inrichting moet overeenkomen met het ambitieniveau voor beheer en onderhoud in de toekomst;• optimalisatie van de keuze van het materiaal en de objecten, de hoeveelheid onderhoud die het vergt, de noodzaak van vervan-

ging na een periode en de hergebruikmogelijkheden (duurzaamheid).

Een trend die zichtbaar wordt is dat ook gebruikers (burgers, bedrijven) steeds vaker betrokken willen zijn bij de inrichting en het be-heer van de openbare ruimte. Wegbeheer blijft vooralsnog een gemeentelijke aangelegenheid. De verharding dient te allen tijde veilig en begaanbaar te zijn.


25

4. Lopende projecten


27

Nr Projectnaam Omschrijving Locatie Stand van zaken 28/1120131 Verkeerss ituatie Parkweg-Spindop herinrichting tbv langzaam en vrachtverkeer Parkweg-Blokkerweg in studie2 Verbetering fietsbewegwijzering invullen hiaten bewegwijzering Ede

BennekomLunterenBinnenveld

gereedgereedgereedin studie

3 Verbetering parkeren Maandereng aanpak parkeerproblematiek wijk in voorbereiding4 Onderzoek fietssnelwegen fietsvoorziening Barneveld-Ede, Veenendaal-Kenniscampus, Veenen-

daal-Edein studie

5 Snelfietsroutes Ede-Wageningen , Ede-Veenendaal door Bennekom in uitvoering6 Verkeersmaalregelen Veldhuizen A verbeteren 30km-zone Hogerhorst gereed7 Oversteek aansluit ing Stakenberg/Lun-

tersewegfietsvoorziening, Kranenburg in studie

8 Herinricht ing Proosdijerveldweg vrijliggende fietspaden, ruime fietspaden om rotonde,fietsstraat

deel gebiedsontsluitngkruizing Veenderwegdeel erftoegangsweg

in voorbereidingin voorbereidingin voorbereiding

9 Verkeersplan Otterlo parkeervoorzieningenroutewijziging naar Hoge Veluwep-Veluwe voorziening

centrumHoenderlosewegRWZI


10 30km-zone Burgemeesterswijk 30km-zone, wijk in uitvoering11 Verkeersmaalregelen omgeving ZGV reconstructie tot rotonde

busrouteaanpassing bewegwijzering

in VN - Steenbergenwegvoorterrein ziekenhuisomgeving ziekenhuis


12 Carpoolplaats A30-N224 heraanleg carpoolplaats Dwarsweg in voorbereing13 Aanpassen twee kruispunten in Benne-

kom-Oostpaaltje vervangen door plateau Laarweg/lijsterbeslaan, Margrietlaan/Beatrixlaan in voorbereiding

14 Herinrichting Edeseweg Wekerom Versmalling profieldorpserf

gebiedsontsluitingswegerftoegangsweg

in studiein voorbereiding

15 Herinricht ing Zandlaan e.o. vrijliggende fietspaden en knip Bovenbuurtwegvrijliggende fietspadenAanpassing kruispunt Tooroplaan/Bovenbuurtweg

ZandlaanBovenbuurtwegBovenbuurtweg

gereedin voorbereidingin voorbereiding

16 Bordensanering Ede-Centrum aanpassen uitbreiden voetgangersverwijzingaanpassen parkeerverwijzingsanering verkeersborden

Centrumde Haltevoetgangersgebied

gereedgereedin voorbereiding

17 Verbreding N224 2 x 2 rijstrokengroene golf

Het Nieuwe LandgoedA30 - Proosdijerveldweg

gereedin uitvoering

18 Verbetering stadslijnennet stadsringlijn en 2e noordzuidverbinding bustoegankelijke bushaltesBusbaan Kernhem 2 richtingen

EdeEdeCannenburgerbos

gereed (15 dec 2013)in uitvoeringgereed (15 dec 2013)

19 Doorsteek parkeerterrein Lunteren 2e ontsluiting parkeerterrein Oranjeplein - Dorpsstraat in voorbereiding20 Fietsvoorziening Griftweg Onderzoek mogelijkheden accommoderen fiets tussen Kade en Rondweg in studie

28

Nr Projectnaam Omschrijving Locatie Stand van zaken 28/11201321 Aanleg Parklaan nieuwe gebiedsontsluit ingsweg A 12-Ede Oost

tunnel langzaam verkeer Parklaan-Edesewegaanpassing aansluit ing A 12nieuwe kruispunten en reconstructies

Ede Oostbij A 12Poortwachterlangs route

in voorbereidingin voorbereidingin voorbereidingin voorbereiding

22 Spoorzone West autotunnel Hakselsewegfietstunnel SOMNAZUreconstructie rotonde Hakselseweg

bij huidige spoorwegovergangten westen van Kerkweghuidige rotonde

in voorbereidingin voorbereidingin studie

23 Kenniscampus uitbreiding parkeercapaciteit Hoekelumse Eng in studie24 Reconstructie kruispunt Veenderweg/

Klaphekwegvervanging tijdelijke situatie kruispunt in studie

25 Aanpak kruispunt Galvanistraat/Franke-neng

verbeteren doorstroming kruispunt in studie

26 Westzoom gebiedsontwikkelingontsluiting Zandscheer en ‘t Hoefje

ten oosten van WestzoomL h.v. Kleine Goorpad

in voorbereidingin voorbereiding

27 Kazerneterreinen gebiedsontwikkelingmogelijke fietsbrug KlinkenbergerwegWorld Food Center

ten oosten van Klinkenbergerwegbij Stationspleinten noordoosten van station

in uitvoeringin voorbereidingin voorbereiding

28 Enka gebiedsontwikkeling tegenover De Reehorst in uitvoering29 SOMA/AZU gebiedsontwikkeling Hakselseweg-Kerkweg-Zanderijweg in voorbereiding30 Het Nieuwe Landgoed ontwikkeling voorzieningencluster

fietstunnel Kernhem-Veldhuizen Atussen Stakenberg en N224 en t en zuiden N224in verlengde van Kranenburg

in voorbereidingin voorbereiding

31 Kernhem vlek B gebiedsontwikkeling direct ten oosten van A30 in uitvoering32 Valley Center gebiedsontwikkeling bij Cinemec in voorbereiding33 Station EtJe -Wageningen e.o. nieuw station, busplein en P+R gebouw

fietsoversteek spoorbereikbaarheid kenniscampus met OVfietsenstallingen Ede-Wageningen + fietstunnel

ten oosten van Klinkenbergerwegtussen Enka en Kazerneterreinenaansluit ing bus op t reinnoord- en zuidkant

in voorbereidingin voorbereidingin voorbereidingin voorbereiding

34 Baron van Wassenaerpark gebiedsontwikkeling oude ziekenhuisterrein in uitvoering35 Bedrijventerrein Het Laar gebiedsontwikkeling ten noorden van Wekerom in uitvoering36 Bedrijventerrein A 12 gebiedsontwikkeling rondom Schutterweg in uitvoering37 Bedrijventerrein De Klomp gebiedsontwikkeling ten westen van rondweg in voorbereiding38 Bedrijvenpark de Vallei gebiedsontwikkeling ten westen van Rietkampen in uitvoering39 Aanpak kruispunt Tooroplaan/Dreeslaan ontvlechting bij ZGV in studie40 Westzoom aanpassing profiel/markering

fietsvoorzieningreconstructie kruispunten

LunterenLunterenLunteren

in studiein studiein studie

41 Meulunterseweg/Lage Valkseweg fietsvoorziening Lunteren-Wekerom in studie42 Tweericht ingen fietspad T oorepiaan fietsvoorziening tussen Laan der VN en Bovenbuurtweg in uitvoering43 Optimalisatie verkeerslichten Veldhuizen regelaanpassing route Slotlaan-Kastelenlaan in voorbereiding44 Aanpak lnschoterweg/Langekampweg verharden en verbreden route Peppelensteeg-De Klomp in voorbereiding45 60 krn-zone Wekerom-Harskamp invoeren 60 km/uur op erftoegangswegen driehoek Harskamp - Wekeram - Otterlo in uitvoering46 Park Reehorst gebiedsontwikkeling Oude Kerkweg / Sportlaan / Diedenweg / Reehorsterweg in voorbereiding


29

5.1 Ede in de regio

Ambities

Ambitie IDBijdragen aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven, instellingen en kenniswerkers in Ede door te zorgen voor een optimale en toekomstvaste multimodale bereikbaarheid van belangrijke woon-, onderwijs- ,werken winkelgebieden alsmede een uitstekende multimodale bereikbaarheid van cultureel, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen in de omgeving.

R_100

Toekomstvast maken van de bereikbaarheid van Ede per weg en per spoor, samen met de regionale partners en het Rijk.

R_101

Optimaal ontsluiten van de Kennisas Ede-Wageningen, inclusief een hoogwaardige aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

R_102

5. Mogelijke projecten

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDFietsverbindingen Kazerneterreinen

Optimaliseren van de fietsverbindingen tussen de Kazerneterreinen onderling en de Kazerneterreinen met het centrum van Ede, station Ede-Wageningen en de Veluwe ten noorden van de N224. Mogelijke realisatie van twee fietsbruggen is onderdeel van de invulling.

R_100_Ub

Toekomstvaste bereikbaarheid

Aanwenden van de middelen uit het Mobiliteitsfonds en het voeren van regionale lobby om de bereik-baarheid van Ede per weg en per spoor toekomst-vast te maken.

R_101_Cb

Vervoerscorridor Kennisas Ede-Wageningen

Vervolgonderzoek naar mogelijkheden voor een hoogwaardiger openbaar vervoer en betere fiets-verbindingen op de Kennisas Ede-Wageningen en optimalisatie van de aansluiting op de A12 en het spoor Utrecht-Arnhem.

R_102_Oo

30

5.2. Wegencategorisering

Ambities

Ambitie IDStimuleren van juist gebruik van het wegennet en gewenst verkeersgedrag en daarmee het verhogen van de verkeersveiligheid en het verbeteren van de ver-keersafwikkeling en de leefbaarheid. Dit door de vormgeving af te stemmen op de functie van een weg of vice versa voor wegen waar sprake is van een onduidelijk of ongeloofwaardig verkeersregime.

N_100

Versterken van de verblijfsfunctie en borgen van de verkeersveiligheid in verblijfsgebieden.

N_101

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDVerbeteren geloofwaardigheid wegencategorie

Continueren van wegvakspecifiek onderzoek naar de meest kosteneffectieve maatregelen ter ondersteuning van de geloofwaardigheid van de wegencategorie om te komen tot een duurzame weginrichting. Realisatie maatregelen kan plaatsvin-den door met onderhoudsprojecten in de openbare ruimte mee te liften.

N_100_Cb

Optimalisering verblijfsgebieden

Optimaliseren van verblijfsgebieden in overleg met bewoners, door mee te liften met onderhoudspro-jecten aan de openbare ruimte. Aandachtspunt zijn de wegen waar volgens aanwonenden te hard wordt gereden en/of sprake is van doorgaand verkeer. Dikwijls zijn er ook niet-infrastructurele oplossingen. Zie ook project Empowerment bij verkeersveiligheid.

N_101_Co

Monitoren verkeer rondom de Hakselseweg en de Kerkweg

Onderzoek naar de verkeerseffecten in verblijfsge-bieden van de tweerichtingenautotunnel Hakselse-weg.

N_102_Cb

Optimaliseren gebruik erftoegangswegen buitengebied

Onderzoek naar de mogelijkheden om de kosten van onderhoud van wegen in het buitengebied te beperken, bijvoorbeeld door het instellen van routes voor zwaar verkeer.

N_103_Ob

Herinrichting Edeseweg Wekerom

Herprofileren van de Edeseweg in Wekerom, in samenwerking met lokale actoren. Ter hoogte van het Dorpsplein een inrichting tot 30 km met behulp van het shared space concept.

N_104_Uo

Wegencategorisering buitengebied na realisatie rondweg Barneveld

Onderzoek naar de gewenste wegencategorise-ring in het buitengebied aan de noordkant van de gemeente Ede, nadat de rondweg bij Barneveld is gerealiseerd.

N_105_Ob

Parkeerring Ede-Centrum Onderzoek naar een mogelijke herprofilering van de parkeerring. In samenwerking met de SBE en de BEC.

N_106_Oo


31

5.3. Hoofdwegenstructuur

Ambities

Ambitie IDToekomstvast maken van de bereikbaarheid van de economische zwaartepunten binnen de gemeente.

N_200

Bundeling van interlokaal gemotoriseerd verkeer op de hoofdinvalswegen en omlig-gende hoofdwegen door verkeer te verleiden zo lang mogelijk van deze hoofdwegen van gemeente, provincie en Rijk gebruik te laten maken.

N_201

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDOplossen knelpunten op hoofdwegenstructuur

Onderzoek naar het ontstaan en het infrastruc-tureel oplossen van knelpunten op de hoofd-wegenstructuur, na realisatie van de Parklaan, gedeeltelijke verdubbeling N224 + groene golf en tweerichtingen autotunnel Hakselseweg. Belangrijke potentiële knelpunten zijn de kruising Dreeslaan/Tooroplaan, de kruising Galvanistraat/Frankeneng en de rotonde Van Balverenweg/Edeseweg. Eerstgenoemde moet in samenhang worden uitgevoerd met de studie naar optimalisatie van de groene golf op de Dreeslaan.

N_200_Ob

Onderzoek inrichting Klinkenbergerweg

Onderzoek naar de mogelijkheden om de inrichting van de Klinkenbergerweg aan te passen aan de nieuwe functie, na realisatie van de Parklaan. Ook is er een relatie met de studie naar de Parkeerring (zie elders).

N_201_Ob

Opstellen van calamiteitenroutes

Bijdragen aan het ontwerpen en implementeren van calamiteitenroutes via het gemeentelijk wegen-net, in overleg met de andere wegbeheerders.

N_202_Uo

Onderzoek openstelling busbaan bij CineMec

Hernieuwd onderzoek naar de mogelijkheden en wenselijkheid om de busbaan bij Stadspoort/Cinemec (tijdsafhankelijk) open te stellen om de verkeersdoorstroming te bevorderen. Vooral direct na afloop van congressen bij CineMec.

N_203_Ob

32

5.4. Kruispunten en regelingen

Ambities

Ambitie IDEen blijvende vlotte en veilige verkeersafwikkeling op kruispunten, door adaptief rege-len, het instellen of verbeteren van groene golven, prioritering naar aantal verkeers-deelnemers en eventuele reconstructies.

N_300

Comfort van fietsers verhogen en oponthoud verkleinen door meer groen licht en minder stops te bieden op hoofdfietsroutes voor fietsverkeer bij kruisingen met een verkeersregelinstallatie.

N_301

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDMonitoren kruispunten waar door realisatie van de autotunnel Hakselseweg een verandering van de verkeerssituatie optreedt

Monitoren verkeersintensiteiten en verkeersafwikke-ling op kruispunten waar als gevolg van de realisa-tie van de tweerichtingen autotunnel Hakselseweg de verkeerssituatie wijzigt.

N_300_Cb

Optimalisatie koppeling route A12 – Galvanistraat – Kees-omstraat

Optimaliseren van de huidige koppeling op de route A12 – Galvanistraat door het verkorten van de cyclustijd.

N_301_Ub

Koppeling verkeerslichten Parklaan

Onderzoek hoe met behulp van verkeerslichten-koppelingen het gebruik van de Parklaan (zuid) zo aantrekkelijk mogelijk kan worden gemaakt.

N_302_Ob

Verkeerslichtenregelingen die zich aan het verkeersaanbod aanpassen

Kiezen uit een regelprogramma op basis van het verkeersaanbod bij verkeerslichten die zijn gekop-peld.Bij verkeerslichten die niet zijn gekoppeld, wordt lokaal geoptimaliseerd (de zogenaamde adaptieve regelingen).

N_303_Ub

Fietsvriendelijke regelingen en verbeteren oversteekbaarheid fietsers

Reduceren van het aantal stops van fietsers voor een rood verkeerslicht door fietsers al rijdend te de-tecteren (doet Ede deels al). Daarnaast het verder realiseren van wachttijdvoorspellers die aangeven hoe lang nog moet worden gewacht. Beoogd wordt de oversteekbaarheid voor fietsers te verbeteren op de kruispunten Kastelenlaan/Veenderweg en Dreeslaan/Tooroplaan.

N_304_Ub

Openbaar vervoer prioriteit Het behouden van een geconditioneerde prioriteit voor het openbaar vervoer op drukbezette hoofd-routes van het openbaar vervoer. Op overige routes wordt de prioriteit gebaseerd op het principe van het aantal persoonsverplaatsingen.

N_305_Ub

Optimalisatie kruising Galva-nistraat/Frankeneng voor de korte termijn

Aanpassen van de verkeerslichtenregeling op het kruispunt Galvanistraat/Frankeneng, op basis van lopend onderzoek. In een vervolgproject wordt onderzocht hoe de kruising toekomstvast kan wor-den gemaakt, na realisatie van de tweerichtingen autotunnel Hakselseweg.

N_306_Ub


33

Naam Omschrijving IDNut en noodzaak verkeersre-gelinstallaties

Onderzoek naar de noodzaak van de verkeersre-gelinstallaties op de Tooroplaan, de Klinkenber-gerweg en de route Slotlaan-Kastelenlaan. Indien de noodzaak er niet is, worden zij ontmanteld als ze aan het einde van hun levensduur zitten of bij volledige reconstructie van het kruispunt (relatie met de Parklaan). Van verkeersregelinstallaties die als niet noodzakelijk worden beschouwd, wordt tot ont-manteling het onderhoudsniveau verlaagd, uiteraard met de garantie op verkeersveiligheid.

N_307_Ob

Quick Wins aanpassingen kruispunten

Onderzoek naar kruispunten waar met eenvoudige ingrepen de verkeerssituatie op korte termijn wordt verbeterd. Onderdeel van dit onderzoek zijn de kruispunten van de Westzoom, waar onder andere het zicht beperkt is.

N_308_Ub

Afstemmen verkeersre-gelinstallaties met andere overheden

Onderzoek naar de mogelijkheden om verkeersre-gelinstallaties op de aansluitingen A12/Dreeslaan (Poortwachter), A30/Schutterweg/Galvanistraat, A30/N224, N22/Raadhuisstraat en de N224/Par-klaan zodanig te regelen dat deze in lijn zijn met de visie van Ede.

N_309_Ub

Reconstructie kruispunten met Westzoom

Mogelijke realisatie van rotonde-oplossingen voor de kruispunten van de Westzoom met de Postweg, de Klomperweg en de Edeseweg, als uitkomst van lopend onderzoek. Realisatie kan plaatsvinden als kan worden meegelift met groot onderhoud of andere publieke werken. Zie ook project quick wins aanpassingen kruispunten.

N_310_Ub

Reconstructie kruispunt Mo-lenstraat/Commandeursweg

Realiseren van een Duurzaam Veilige herinrich-ting (rotonde) die een vlotte verkeersafwikkeling mogelijk maakt. Realisatie kan plaatsvinden als kan worden meegelift met groot onderhoud of andere publieke werken.

N_311_Ub

Reconstructie kruispunt Stati-onsweg/Telefoonweg

Realiseren van een Duurzaam Veilige herinrichting die een vlotte verkeersafwikkeling mogelijk maakt. Realisatie kan plaatsvinden als kan worden meege-lift met groot onderhoud of andere publieke werken. Dit project heeft een samenhang met het project Parkeerring.

N_312_Ob

Naam Omschrijving IDKruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Nieuwe Maanderbuurtweg

Onderzoek naar mogelijkheden van het voorkomen van terugstuwing en verbeteren van de verkeersvei-ligheid. Dit onderzoek heeft een relatie met het on-derzoek nut en noodzaak verkeersregelinstallaties.

N_313_Ob

34

5.5. Openbaar vervoer

Ambities

Ambitie IDHet verder optimaliseren van het buslijnennet waardoor zoveel mogelijk reizigers zo comfortabel mogelijk worden vervoerd. Hieronder valt het verbeteren van de openbaar vervoerverbinding tussen Ede-Centrum, Kenniscampus Ede en de WUR /Wageningen-Centrum en tussen Ede-Centrum en Veenendaal-Centrum.

N_400

Het uitbreiden van de mogelijkheid om een reis met verschillende modaliteiten te maken door het ontwikkelen van overstappunten op strategische plaatsen in de gemeente Ede.

N_401

Optimale ontsluiting van grote woon- en werkgebieden op het spoorwegennet. N_402Een voor een ieder toegankelijk openbaar vervoersysteem. N_403

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDOptimaliseren stadslijnen Bijdragen aan een onderzoek of de reistijd tussen

belangrijke herkomsten en bestemmingen is te verkleinen en of belangrijke voorzieningen beter kunnen worden ontsloten door verdere optima-lisaties in het buslijnennet van eind 2013. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de provincie, de vervoerder en het reizigerspanel de Vallei (ROCOV). Samen met de provincie wordt vervolgens gestreefd naar implementering van mogelijke verbeteringen.

N_400_Oo

Optimaliseren Valleilijn (bus) Optimaal bedienen van de voorzieningen op de Kennisas Ede-Wageningen door een directe verbin-ding met hoge frequentie tussen station Ede-Wage-ningen, de Kenniscampus Ede en Wageningen UR via de Parklaan. Dit project heeft een sterke relatie met het regionale project Vervoerscorridor Kennisas Ede-Wageningen.

N_401_Uo

Vervoerknooppunten Onderzoek naar locaties waar goede overstap-mogelijkheden tussen verschillende modaliteiten kunnen worden geboden.

N_402_Oo

Station Ede-West Onderzoek naar de haalbaarheid van een extra station (tussen Veldhuizen en bedrijventerrein Fran-keneng) op de verbinding Utrecht-Arnhem.

N_403_Oo

Nieuwbouw station Ede-Wa-gening plus busstation en P&R gebouw

Het realiseren van een nieuw station Ede-Wage-ningen dat direct ten oosten van de Albertstunnel komt te liggen. Het busstation krijgt een ontsluiting op de Badweg. Dit project is onderdeel van Veluwse Poort.

N_404_Ub

Hart-op-hart verbinding Ede-Veenendaal

Bijdragen aan een onderzoek naar de mogelijkhe-den van een hart-op-hart busverbinding tussen Ede en Veenendaal

N_405_Oo


35

5.6. Fiets

Ambities

Ambitie IDFietsen aantrekkelijker en competitiever maken door het verbeteren van het bestaande fietsnetwerk en het ontwikkelen van hoogwaardige fietsverbindingen die de maaswijdte van de hoofdfietsroutes verkleinen en de directheid verhogen.

N_500

Comfort (en verkeersveiligheid) voor fietsers verhogen door nieuwe infrastructuur voor de fiets royaler te ontwerpen.

N_501

Versterken van de fietsrelaties tussen Ede en Wageningen en de omliggende gemeenten, waaronder de relatie tussen Ede en de Wageningen UR.

N_502

Doorontwikkeling recreatieve fietsroutes, onder andere de relatie tussen Ede-Centrum en de Veluwe.

N_503

Autoverkeer dat niet noodzakelijk is reduceren door mee te werken aan fietspromotie. N_504

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDFietsverbinding Rietkampen – Veldhuizen

Realisatie van een fietstunnel onder het spoor ongeveer in het verlengde van de Marconistraat en aanleg fietsroute door Veldhuizen naar Kernhem. Dit project biedt ook een grotendeels conflictvrije fietsroute tussen Kernhem/Veldhuizen B en het nieuwe station Ede-Wageningen. Het project heeft ook een relatie met de studie naar een nieuw trein-station Ede-West.

N_500_Ub

Fietsverbinding Ede-Centrum – Kenniscampus Ede

Herinrichting van de Stationsweg, mogelijk tot straat voor primair langzaam verkeer, waar de auto te gast is. Onderdeel van de fietsverbinding is de fietstunnel Stationsstraat. Dit project heeft een ster-ke relatie met het project Vervoercorridor Kennisas Ede-Wageningen.

N_501_Ub

Fietsverbinding Kernhem – Ede-Zuid

Realisatie hoogwaardige fietsroute via Proosdijer-veldweg – Hakselseweg – Klaphekweg – fietstun-nel – Zanderijweg – Kerkweg. Onderdeel van de fietsverbinding is de fietstunnel ten westen van de Kerkweg. Het deel Proosdijerveldweg is ingepland, inclusief aanpassing fietspad langs rotonde Proos-dijerveldweg/Veenderweg.

N_502_Ub

Aanrijdroutes fietstunnel ten westen van de Kerkweg

Onderzoek naar het optimaliseren van de verkeers-veiligheid van de aanrijdroutes en het voorkomen van overlast voor omwonenden, mogelijk door aanpassingen in de verkeerscirculatie voor ge-motoriseerd verkeer door te voeren (Blokkenweg, Zanderijweg).

N_503_Ob

36

Naam Omschrijving IDVerbetering bestaand fietsnetwerk

Uitvoeren van een verbeterprogramma op basis van prioritering in overleg met de Fietsersbond. Het gaat om het aanleggen van rood asfalt op bepaalde plaatsen, openbare verlichting, belijning, beweg-wijzering, verminderen abrupte hoogteverschillen, verruimen bochten, verplaatsen of verwijderen fiets-paaltjes, handhaving parkeerverboden et cetera. Input voor het verbeterprogramma is bijvoorbeeld een jaarlijkse fietsschouw die door de Fietsersbond wordt georganiseerd. Aandachtspunt zijn onder andere de Molenstraat ten westen van Cultura, de Telefoonweg en de fietspaden door Maandereng (zie ook project L_101-VB).

N_504_Co

Oversteekbaarheid N224 ter westen van tankstation

Onderzoek naar verbetermogelijkheden voor de oversteekbaarheid van de N224.

N_506_Ob

Oversteekbaarheid N782 ter hoogte van Selterskampweg

Onderzoek naar verbetermogelijkheden van de oversteekbaarheid van de N782 in Bennekom.

N_507_Ob

Bredere maatvoeringen nieuwe fietsinfrastructuur

Realiseren van brede(re) fietsinfrastructuur bij aan-leg van nieuwe fietsvoorzieningen en reconstructies indien dit past binnen de financiële en ruimtelijke kaders van het project.

N_508_Cb

Doelgroepbenadering fietspromotie

Bijdragen aan fietspromotie voor specifieke doelgroepen (korte autoritten, problematiek halen/brengen bij basisscholen et cetera) met als doel deze mensen te verleiden vaker van de fiets gebruik te maken.

N_509_Co

Ontwikkeling Veluwetransferium

Onderzoek naar mogelijke realisatie van een hoogwaardig overstappunt met directe verbindin-gen (fiets en openbaar vervoer) tussen het nieuwe station Ede-Wageningen en de Veluwe.

N_510_Ob

Fietsroute op of langs de Westzoom

Onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een fietsroute op of langs de Westzoom. Thans mag niet worden gefietst op de Westzoom.

N_511_Ob

Tweerichtingen fietspad oostkant Keesomstraat

Onderzoek naar directere, verkeersveilige fietsrou-tes tussen Klaphek en Ziekenhuis/Rietkampen, als de gelijkvloerse overgang Hakselseweg heeft plaats gemaakt voor een autotunnel.

N_512_Ob

Verwarmd fietspad Uitvoeren proef met een verwarmd fietspad, bijvoor-beeld via Warmte Koude Opslag.

N_513_Ub

Fietsvoorzieningen op/langs gebiedsontsluitingswegen

Realisatie van fietsvoorzieningen op of langs alle gebiedsontsluitingswegen. Indien op een gebieds-ontsluitingsweg geen fietsvoorziening aanwezig is en binnen afzienbare tijd niet kan worden meegelift met groot onderhoud of andere publieke werken, dan wordt ingezet op realisatie van fietssugges-tiestroken.

N_514_Cb

Naam Omschrijving IDPrioriteit strooiroutes Bijdragen aan prioritering in strooibeleid gebaseerd

op het belang van de utilitaire fietsroutes.N_515_Co

Herinrichting Maandereind Onderzoek naar mogelijke herinrichting Maander-eind ten behoeve van een veilige en comfortabele afwikkeling van met name fietsverkeer. Een van de mogelijkheden is toepassing van het concept Shared Space. Dit project heeft een relatie met het onderzoek naar de Parkeerring.

N_516_Ub

Fietspaden Doesburgermolen Verbreden van de fietspaden via de Doesburgermo-len en mogelijke uitvoering in beton.

N_517_Ub

Nieuwe fietssnelwegen Realisatie fietssnelwegen op de relaties Barne-veld – Lunteren – Kenniscampus Ede, Veenendaal – Kenniscampus Ede en Veenendaal-Centrum – Ede-Centrum.

N_518_Pb

Herinrichting Europabaan Onderzoek naar wenselijkheid herprofileren van de Europabaan, zodat fietsers in het midden rijden en de voetgangers aan de buitenkanten lopen.

N_519_Ob


37

5.7. Hulpdiensten

Ambities

Ambitie IDHulpdiensten kunnen overal binnen de gemeente Ede binnen de wettelijke normtijden bij een incidentlocatie komen.

N_600

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDMonitoren en handhaven parkeerverboden

Overleggen met de politie met als vast agendapunt het handhaven van parkeerverboden en illegaal parkeren.

N_601_Co

Verlengde Maanderweg openstellen voor hulpdiensten in zuidelijke richting

Realiseren van de mogelijkheid om voor hulpdien-sten de Verlengde Maanderweg in beide richtin-gen te berijden. Als gevolg van realisatie van de autotunnel Hakselseweg in twee richtingen wordt de Verlengde Maanderweg alleen vanuit het zuiden toegankelijk gemaakt. Hulpdiensten moeten echter ook in de tegenrichting kunnen rijden.

N_602_Ub

5.8. Vrachtautoverkeer

Ambities

Ambitie IDBedrijventerreinen, winkelcentra en dorpskernen zijn blijvend goed bereikbaar voor in ieder geval licht en middelzwaar vrachtverkeer.

N_700

Vrachtauto’s maken zo lang mogelijk gebruik van de hoofdinvalswegen en de overige gebiedsontsluitingswegen.

N_701

Terugdringen van de leefbaarheidproblemen rondom vrachtverkeer in verblijfs-gebieden.

N_702

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDRouting vrachtverkeer dorps-centra

Onderzoek naar mogelijke optimalisatie van de routes voor vrachtverkeer in de dorpscentra. In samenwerking met ondernemers en koepel-organisaties.

N_700_Ob

Proef stadsdistributie Uitvoeren proef om met klein (elektrisch) materieel de stadsdistributie uit te voeren. Mogelijk kan wor-den samengewerkt met de Permar om de kosten te reduceren.

N_701_Uo

Venstertijden bevoorrading regio

Onderzoeken of in regionaal verband een afstem-ming van de venstertijden is te bereiken, opdat voor de bevoorrading een optimalere route door de leveranciers kan worden gereden.

N_702_Oo

Venstertijden bevoorrading dorpscentra

Onderzoek naar de wenselijkheid van aanpassing van de venstertijden van de bevoorrading (onder andere centrum van Bennekom). Dit onderzoek zal in regionaal verband en in samenspraak met de ondernemers en andere stakeholders worden uitgevoerd.

N_703_Oo

Handhaving bevoorrading Bijdragen aan het handhaven van de venstertijden voor de bevoorrading van winkels.

N_704_Co

Info wegwerkzaamheden Onderzoek naar het optimaliseren van de informa-tieverstrekking over wegwerkzaamheden, bij voor-keur via automatische doorvertaling naar verladers, vervoerders en hulpdiensten.

N_705_Oo

Centrale afvallocatiepunten Realiseren van meer centrale afvalinzamelingspun-ten waardoor de route voor afvalophaal kan worden gestrekt.

N_706_Uo

38

5.9. Landbouwverkeer

Ambities

Ambitie IDReduceren van verkeersoverlast, verkeersonveiligheid en onderhoudskosten door verschillende voertuigsoorten in het buitengebied te stimuleren bepaalde routes te gebruiken.

N_800

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDRoutes en wegvakken land-bouwverkeer

Onderzoek of specifieke routes en wegvakken voor landbouwverkeer kunnen worden aangewezen en het in kaart brengen van de consequenties voor wegprofiel en onderhoud, in samenwerking met LTO en agrariërs. Dit onderzoek heeft een relatie met het onderzoek omtrent de wegencategorisering.

N_800_Ob

5.10. Bewegwijzering en bebording

Ambities

Ambitie IDMet bewegwijzering bijdragen aan de doelstelling om verkeer zo lang mogelijk via hoofdwegen te laten rijden.

N_900

Met bewegwijzering bijdragen aan de verbetering van doorstroming, verkeersveilig-heid en leefbaarheid door vrachtverkeer een logische routing aan te bieden.

N_901

Alle verkeersdeelnemers juist en voldoende informeren met zo min mogelijk wegwij-zers en verkeersborden (die daardoor meer aandacht krijgen), volgens het principe “geen verkeersbord, tenzij noodzakelijk”.

N_902

De recreatieve fietser optimaal bedienen met bewegwijzering. N_903

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDBewegwijzering optimaliseren

Wijzigen van de bewegwijzering voor het verkeer rich-ting Ede-Centrum na realisatie van de Parklaan.

N_900_Ub

N224 binnen de bebouwde kom

Onderzoek naar de consequenties van het binnen de bebouwde kom trekken van de N224 tussen de Proos-dijerveldweg en de Raadhuisstraat.

N_901_Ob

Bewegwijzering vrachtverkeer

Onderzoek naar mogelijke realisatie van een duidelijke bewegwijzering voor het vrachtverkeer, zodat vracht-auto’s via de wegen rijden die daarvoor het meest geschikt zijn. Dit zijn in eerste instantie de hoofdinvals-wegen en in tweede instantie de overige gebiedsont-sluitingswegen. Er wordt aansluiting gezocht bij het kwaliteitsnet goederenvervoer.

N_902_Ob

Aanvullen fietsbeweg-wijzering buitengebied

Completeren van de fietsbewegwijzering in het buiten-gebied en deze laten aansluiten op het fietsknooppun-tennetwerk.

N_903_Ub

Opschonen bestand verkeersborden

Inventariseren van het verkeersbordenbestand op de openbare weg. Op basis van deze inventarisatie worden overbodige verkeersborden verwijderd (“nee, tenzij”) en omissies aangevuld. Deze werkzaamheden gebeuren gebiedsgewijs. Voorbeeld van een dergelijke opschoningsactie is de Stationsweg en de Veenendaal-seweg in 2013.

N_904_Ub


39

5.11. Lokale bereikbaarheid

Ambities

Ambitie IDZoveel mogelijk behouden en indien mogelijk verbeteren van de lokale bereikbaarheid van gebieden aan weerszijden van de spoorlijn Utrecht – Arnhem, vooral voor lang-zaam verkeer vanwege het belang van directheid voor deze verkeersdeelnemers.

G_100

Optimaliseren verkeerscirculatie en verblijfsklimaat in dorpskernen. G_101Bijdragen aan het leveren van tijdige en adequate bereikbaarheidsinformatie aan om-wonenden, bedrijven en hulpdiensten bij evenementen en wegwerkzaamheden.

G_102

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDEventuele autotunnel Kerkweg

Onderzoek naar het nut en de noodzaak van een auto-tunnel Kerkweg. Dit gebeurt op basis van verkeerson-derzoek en buurtconsultatie.

G_100_Ob

Ongelijkvloerse spoorkruisingen op lijn Utrecht-Arnhem

Onderzoek naar het nut en de noodzaak van nieuwe tunnels in plaats van de huidige gelijkvloerse spoor-kruisingen Kade, Schabernauseweg, Dwarsweg en Bosbeekweg. In dit onderzoek gaat het om de voor-keurslocaties, die niet persé hoeven samen te vallen met huidige spoorwegovergangen.

G_101_Ob

Verkeerscirculatie Lunteren

Onderzoek naar alternatieven voor het huidige systeem van afsluiting en éénrichtingsstraten, met behoud van de verblijfskwaliteit. In samenwerking met de Dorpsraad Lunteren en de plaatselijke middenstand.

G_102_Oo

Verkeerscirculatie Bennekom

Onderzoek naar alternatieven voor de huidige verkeers-circulatie in het centrum van Bennekom, ter verhoging van de verblijfskwaliteit. In samenwerking met de Dorpsraad Bennekom en de plaatselijke middenstand.

G_103_Oo

Bereikbaarheidsinformatie rondom evenementen

Optimaliseren van de bereikbaarheidsinformatie rondom evenementen. Het gaat hierbij vooral om informatie over de tijdelijke verkeersmaatregelen.

G_104_Cb

40

5.12. Parkeren

Ambities

Ambitie IDAccommoderen van de parkeervraag voor zowel bewoners, bezoekers als (autogebon-den) werkenden, met een zo hoog mogelijke benutting van de parkeercapaciteit.

G_200

Het voorkomen van verhoogde parkeerdruk in de schil rondom Ede-Centrum als gevolg van parkeerders voor het centrum.

G_201

Het minimaliseren van ‘blik op de weg’. G_202Het bieden van een aantrekkelijk parkeerklimaat en een klantvriendelijke parkeertarifering.

G_203

Uitvoering van de beleidsnotitie Parkeren in Woonwijken door parkeerproblemen en parkeerklachten in woonwijken in samenwerking met bewoners aan te pakken.

G_204

De bij (ruimtelijke) ontwikkelingen behorende parkeervraag oplossen met minimale overlast voor de openbare ruimte en andere gebruikers van de omgeving van de betreffende ontwikkeling.

G_205

Actualisatie Nota Parkeernormering. G_206Bijdragen aan het accommoderen van de vraag naar vrachtautoparkeren en voorkomen van overlast op bedrijventerreinen, in centra en in woonwijken.

G_207

Bijdrage leveren aan een onderzoek naar mogelijkheden om het maaiveldparkeren op het Kuiperplein ondergronds te brengen.

G_208

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDMedegebruik van vergun-ningshouders Ede-Cen-trum (per sector)

Verstrekken van parkeervergunningen aan bewoners/ondernemers uit het centrum van Ede (per sector, onder voorwaarden) in de schil. Dit is op beperkte schaal mogelijk. Doel is een verbetering van de benutting van de volledige parkeercapaciteit.

G_200_Ub

Proef betaald parkeren in het schilgebied

Proef met het instellen van betaald parkeren in de schil. Doel is om de maatregel objectief te kunnen vergelijken met het vergunningenparkeren, ten behoeve van het weren van centrumgerelateerd (bezoekers) parkeren in de schil. Mogelijk in Bospoort (onder anderre Telefoon-weg-Noord).

G_201_Ub

Reguleringstijden parkeerslagbomen

Onderzoek naar het beter aansluiten van de regule-ringstijden op de openingstijden van de voorzieningen in het centrum van Ede, ook om misbruik te voorkomen.

G_202_Ob

Opstellen ontheffingen-beleid

Opstellen van een eenduidig ontheffingenbeleid op basis van de geldende beleidsregels.

G_203_Bb

Parkeerbehoefte kortparkeren Ede-Centrum

Onderzoek naar de vraag en het aanbod van kortpar-keerplaatsen rondom het centrum van Ede (gemeente-huis, Arnhemseweg) en de mogelijkheden om vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten (bijvoorbeeld met tariefdifferentiatie).

G_204_Ob

Parkeerbehoefte Ede-Centrum

Opstellen van een parkeerbalans voor het centrum van Ede.

G_205_Ob

“Realtime” parkeren en moderne betaalwijzen

Onderzoek naar de mogelijkheden van “realtime” parkeren in combinatie met moderne betaalwijzen als belparkeren.

G_206_Ob

Beleidsnotitie parkeren woonwijken

Onderzoek naar de parkeerproblematiek in woonwijken aan de hand van de uitgangspunten uit de beleidsnotitie parkeren woonwijken. De parkeerproblematiek wordt in beeld gebracht en waar nodig worden (communica-tieve) niet-fysieke of fysieke maatregelen genomen. Dit gebeurt in samenwerking met de bewoners.

G_207_Ub

Doorverwijzing vracht-wagenchauffeurs naar parkeeraccommodatie

Bijdragen aan een proef naar het doorverwijzen van vrachtwagenchauffeurs naar aanwezige of nieuw aan te leggen parkeeraccommodatie, om (parkeer)overlast tegen te gaan.

G_208_Uo

Parkeerbehoefte bedrij-venterreinen

Onderzoek naar de parkeerbehoefte voor vrachtauto’s op bedrijventerreinen.

G_209_Oo

Verkeersafwikkeling bij Kuiperplein en parkeerga-rage De Markt

Onderzoek naar de verkeersafwikkeling rondom het Kuiperplein en parkeergarage De Markt en de mogelijk-heden om doorstromingsproblemen tegen te gaan.

G_210_Ob


41

Naam Omschrijving IDParkeerbehoefte buiten-gebied voor de recreatie-ve fietser

Onderzoek naar behoefte aan P+R voorzieningen in het buitengebied voor recreatieve fietsers.

G_211_Ob

Parkeernormering appar-tementencomplexen en woonzorglocaties

Opstellen van beleidsregels om in de (bouw)vergunning-verlening ontwikkelaars meer te kunnen dwingen een toekomstvaste parkeeroplossing te kiezen.

G_212_Bb

42

5.13. Fietsstallen

Ambities

Ambitie IDZowel kwantitatief als kwalitatief voldoen aan de vraag naar fietsparkeren in de centra van de kernen en bij bovenwijkse voorzieningen en gebouwen met een publieksfunc-tie.

G_300

Realiseren voldoende fietsstallingsmogelijkheden bij openbaar vervoerknooppunten en overstappunten.

G_301

Bijdragen aan het minimaliseren van fietsendiefstal. G_302

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDMeer fietsstallingsplekken in de publieke ruimte

Onderzoek naar de locaties waar een tekort is aan fiets-stallingsplekken en waar mogelijk het aantal plekken is uit te breiden. Ter hoogte van Cultura, Molenstraat/Notaris Fisherstraat, Kuiperplein, Bevrijdingsplein, AH Achterdoelen, Nieuwe Stationsstraat en Museumplein lijkt op zaterdagen een tekort aan fietsstallingsplekken te bestaan. Vooral hier wordt onderzocht hoe het aantal plekken kan worden vergroot, bij voorkeur met private initiatieven.

G_300_Oo

Heroverwegen fietsstal-lingsplekken

Onderzoek naar de locaties waar in het voetgangers-gebied fietsnietjes kunnen worden verwijderd (onder andere Maanderpoort)

G_301_Ob

Toezicht fietsverbod voet-gangerszone Ede-Cen-trum

Meer betrekken van de winkeliers bij de naleving van het fietsverbod in het winkelcentrum van Ede.

G_302_Co

Fietsstallingsmogelijk-heden bij multimodale knooppunten en streek-bushaltes

Realisatie van voldoende fietsstallingsvoorzieningen (fietskluizen) bij multimodale knooppunten (inclusief station Ede-Wageningen).

G_303_Co

Tweede bewaakte, overdekte fietsenstalling Ede-Centrum

Onderzoek naar de haalbaarheid van een tweede, private, fietsenstalling aan de oostkant van het centrum van Ede.In samenwerking met de SBE en BEC.

G_304_Oo

Aanvulling nota parkeer-normering

Mogelijk toevoegen van fietsparkeernormen, en eventu-eel uitruilmogelijkheden met autoparkeerplaatsen, aan de nota parkeernormering.

G_305_Bb

5.14. Halteren

Ambities

Ambitie IDHet ontsluiten van alle bovenwijkse voorzieningen met het openbaar vervoer door middel van een bushalte met abri, toegankelijk voor minder validen.

G_400

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDBetere busbediening Bellestein

Bijdragen aan een vervoerwaarde onderzoek naar de mogelijkheden om een lijnbus direct naast Bellestein te laten halteren.

G_400_Oo

Haltering ziekenhuis Bijdragen aan onderzoek naar het verbeteren van de haltering bij het ziekenhuis De Gelderse Vallei, dit wil zeggen optimaal verkeersveilig, dichtbij de hoofdingang, vervoerkundig efficiënt en zonder hinder voor overig verkeer. Dit onderzoek hangt samen met het onderzoek naar de ontwikkeling van multimodale overstappunten.

G_401_Oo

Haltering Kenniscampus Ede

Bijdragen aan onderzoek naar de haltering en routing van de Valleilijn op de Kenniscampus Ede, na realisatie van de Parklaan.

G_402_Oo


43

5.15. Toegankelijkheid

Ambities

Ambitie IDHet toegankelijk zijn voor minder validen van de routes naar wijkvoorzieningen. G_500Continuïteit en uniformiteit van voorzieningen op belangrijke routes voor voetgangers. G_501

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDSchouw in centra dorpen Uitvoeren van een schouw in de dorpscentra rond de

belangrijke bestemmingen naar toegankelijkheid voor minder validen, in samenwerking met de Gehandicapten Raad Ede, de Algemene Nederlandse Bond voor Oude-ren en de dorpsraden. Op basis daarvan opstellen van een prioriteitenlijst voor het aanpakken van knelpunten. De schouw in Ede-Centrum heeft al plaatsgevonden. De schouw wordt bij voorkeur na enkele jaren herhaald.

G_500_Oo

Aanpak knelpunten centra dorpen

Aanpak van de toegankelijkheidsknelpunten rond bestemmingen in de dorpscentra op basis van de prio-riteitenlijst uit de schouw, in nauwe samenwerking met lokale actoren.

G_501_Ub

Toegankelijke routes naar bushaltes

Toegankelijk maken van de routes naar de bushaltes. Deze activiteit is verwant met de activiteit toegankelijke bushaltes.

G_502_Cb

Verbeteren geleide over-steekplaatsen

Verbeteren van geleideoversteekplaatsen waar mogelijk bij groot onderhoud, vervanging van verkeersregelinstal-laties, reconstructies of andere publieke werken. Bij ver-beteren kan gedacht worden aan akoestische signalen, geleidetegels en een juiste contrast van materialen.

G_503_Cb

Aanpak voetgangers-routes

Verbeteren van belangrijke voetgangersroutes waar mogelijk bij groot onderhoud, reconstructies of andere publieke werken (voorbeeld route Raadhuisstraat).Tijdelijke obstakels langs belangrijke voetgangersroutes (bijvoorbeeld de Molenstraat) worden in het regulier overleg met de politie en Toezicht besproken en indien nodig wordt actie ondernomen.

G_504_Co

Aanleg trottoirs Aanleg van trottoirs bij groot onderhoud of andere publieke werken indien sprake is van een voetgangers-route binnen de bebouwde kom en er geen separate voetgangersvoorziening aanwezig is.

G_505_Cb

44

5.16. Basismobiliteit

Ambities

Ambitie IDBijgedragen aan de (regionale) ontwikkeling van een vervoersysteem dat voor ieder-een de individuele vervoerbehoefte adequaat kan accommoderen en tegelijkertijd betaalbaar blijft.

G_600

Verantwoordelijkheid nemen voor systeemintegratie van doelgroepenvervoer en het ontsluitend openbaar vervoer, samen met partnergemeenten in de regio.

G_601

Vrijwilligers meer betrekken in en ondersteunen bij het organiseren van vervoeraanbod.

G_602

Stimuleren van het gebruik van voorliggende (toegankelijke) openbaar vervoer voorzieningen.

G_603

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDVervoer door vrijwilligers Ondersteunen vrijwilligersprojecten vervoer, in samen-

werking met het sociale domein en De Medewerker.G_600_Co

Vraagreductie en bunde-len AWBZ vervoer

Bijdragen aan vraagreductie en de bundeling van AWBZ vervoer, in samenwerking met het sociale domein, de cliëntenraad AWBZ en zorginstellingen, onder andere door bij te dragen aan een openbaar vervoer trainings-programma en de locaties van dagbesteding te relate-ren aan het openbaar vervoeraanbod.

G_601_Co

Vraagreductie en bun-delen Wsv vervoer en Leerlingenvervoer

Bijdragen aan vraagreductie en de bundeling van Wsv en leerlingenvervoer, in samenwerking met het sociale domein, scholen, ouders/begeleiders en de Permar, onder andere door de locaties van scholen te relateren aan het openbaar vervoeraanbod.

G_602_Co

Toevoegen openbaar vervoer verwijzing aan indicatiestelling en combi-neren indicatiestellingen

Bijdragen aan veranderingen in indicatiestelling Wmo (en AWBZ) als gevolg van het meer uitgaan van zelfred-zaamheid en de mogelijkheid van gebruik van regulier openbaar vervoer, in overleg met het ROCOV en de adviesraad Wmo.

G_603_Uo

Verkenning regionale mobiliteitscentrale

Bijdragen aan een verkenning van de mogelijkheden van een regionale mobiliteitscentrale.

G_604_Oo

Systeemintegratie open-baar vervoer en doelgroe-penvervoer

Bijdragen aan de integratie van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer, in samenwerking met andere ge-meenten, provincies Gelderland en Utrecht, adviesraad Wmo, ROCOV en lokale actoren.

G_605_Co

Evaluatie servicebus Uitvoeren van een evaluatie van het gebruik van de servicebus Ede, in samenwerking met de provincie Gelderland

G_606_Oo

Tariefdifferentatie Bijdragen aan een onderzoek hoe de tarieven meer in verhouding kunnen worden gebracht tot de daadwer-kelijke kosten en mogelijk het extra stimuleren van het gebruik van regulier openbaar vervoer, in samenwer-king met andere gemeenten, provincies Gelderland en Utrecht en adviesraad Wmo.

G_607_Oo


45

5.17. Verkeersveiligheid

Ambities

Ambitie IDVoorkomen van zogenaamde black spots door continu aandacht voor locaties waar (letsel)ongevallen zich concentreren en het duurzaam veilig maken van deze locaties.

L_100

Het duurzaam verkeersveilig maken van de fysieke omgeving aan de hand van het principe van vergevingsgezindheid.

L_101

Bijdragen aan handhaving (bijvoorbeeld snelheid, rood licht, éénrichtingsverkeer, bussluizen, parkeerverboden, afslagverboden) waar geen gemakkelijke verkeersop-lossingen voorhanden zijn.

L_102

Bijdragen aan het verhogen van het gevoel van verkeersveiligheid door buurten te ondersteunen bij de aanpak tegen verkeersonveiligheid, binnen de randvoorwaarden die de gemeente stelt.

L_103

Het creëren van verkeersveilige schoolomgevingen door continue aandacht voor de schoolomgevingen en het inzetten van attentieverhogende maatregelen.

L_104

Bijdragen aan de uitvoering van verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding door derden.

L_105

Het verminderen van doorgaand gemotoriseerd verkeer door woonbuurten. L_106

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDMonitoring en aanpak ver-keersongevallenlocaties

Monitoren van de verkeersongevallen en op basis daarvan nieuwe verkeersveiligheidknelpunten aanpak-ken. Deze kunnen het gevolg zijn van veranderende omstandigheden. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld de Verlengde Maanderweg en de Schaapsweg.

L_100_Cp

Verwijderen of verplaatsen obstakels op fietsroutes

Opstellen en uitvoeren van een saneringsplan met betrekking tot obstakels (paaltjes) op fietsroutes. Dit project heeft een relatie met het project “verbetering van het bestaande fietsnetwerk”.

L_101_Ub

Directe feedback Onderzoek naar vormen en effect van directe feedback op ongewenst verkeersgedrag. Een voorbeeld is het huidig gebruik van mobiele snelheidsindicatoren.

L_102_Ob

Actieplan Verkeers-veiligheid

Uitvoeren van een actieplan op basis van beschikbare inventarisatie verkeersonveilige locaties. Onderdeel van het actieplan is de “Lokale aanpak Veilig Fietsen”. Prioritering knelpunten en oplossingsrichtingen worden door of in overleg met burgers bepaald (buurtgerichte aanpak).

L_103_Bb

Empowerment buurten en scholen aanpak verkeer-sonveiligheid

Ontwikkelen en gebruiken van methoden en middelen om de buurt en de schoolomgeving verkeersveiliger te maken en dit op peil te houden. In samenwerking met Wijkwerk, Veilig Verkeer Nederland, verkeersouders, politie en andere partijen.

L_104_Co

Beleidsnotitie verkeerse-ducatie

Opstellen beleidsnotitie verkeerseducatie ten behoeve van regievoering over verkeerseducatieprojecten die door partners worden uitgevoerd en mogelijk sluiten van nieuwe allianties (bijvoorbeeld met grote werkgevers, verzekeringsmaatschappijen).

L_105_Bb

46

5.18. Geluid

Ambities

Ambitie IDVerminderen geluidoverlast wegverkeer. L_200Bijdragen aan het meenemen van de aanwezigheid van saneringswoningen als criteri-um bij de prioritering van wegonderhoud.

L_201

Drukke wegen waarlangs veel woonbebouwing staat (op korte afstand van de weg) worden zoveel mogelijk voorzien van geluidreducerend asfalt.

L_202

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDAanleg stille wegdekken Realiseren van stille wegvakken op basis van de wens

om geluidbelasting te reduceren. In overleg met Beheer.L_200_Ub

Stiltegebieden Onderzoek naar een mogelijke invulling van stiltegebie-den met bijpassende verkeers(circulatie)maatregelen.

L_201_Ob

Verkleinen tijdvenster verkeersregelinstallaties

Verkleinen, waar mogelijk, van het tijdvenster waarbin-nen verkeersregelinstallaties actief zijn met als doel het verminderen van het aantal volledige stops van gemotoriseerd verkeer.

L_202_Ub

5.19. Lucht

Ambities

Ambitie IDMet verkeersmaatregelen bijdragen aan de lokale luchtkwaliteit. L_300Verbetering luchtkwaliteit langs hoofdinvalswegen. L_301

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDOptimaliseren afstelling verkeersregelinstallaties

Optimaliseren van de afstelling van verkeerslichten dus-danig dat stagnatie in de doorstroming zo klein mogelijk is. Dit heeft een significant positieve invloed op de lokale luchtkwaliteit (en geluidbelasting).

L_300_Ub

Verbeteren luchtkwaliteit basisscholen

Onderzoek naar de luchtkwaliteit (en geluidbelasting) bij basisscholen en de mogelijkheden om deze ter plekke te verbeteren.

L_301_Ob

5.20. Externe veiligheid

Ambities

Ambitie IDToename van groepsrisico zoveel mogelijk voorkomen L_400

Geen mogelijke projecten gedefinieerd.


47

5.21. Energie en klimaat

Ambities

Ambitie IDStimuleren van duurzame mobiliteit. L_500Bevorderen van het gebruik van duurzame vervoerwijzen. L_501Stimuleren van het rijden op alternatieve brandstoffen. L_502Energie en klimaat nadrukkelijk meewegen bij het ontwerp of aanpassing vaninfrastructuur.

L_503

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDBijdragen aan mobiliteits-management

Ondersteunen van de Bereikbare Vallei en werkgevers bij het stimuleren van gebiedsgericht mobiliteitsmanage-ment gericht op zakelijk en woon-werkverkeer.

L_500_Co

Carpoolplaatsen A30 en A12

Aanleg carpoolplaatsen langs de A30 bij Kernhem en de A12 bij de aansluiting met de N781. De carpoolplaatsen worden mulimodaal ontsloten, zodat deze ook als P+R voorzieningen kunnen worden gebruikt.

L_501_Ub

Het Nieuwe Werken Stimuleren van Het Nieuwe Werken bij werkgevers. L_502_CoOpschonen wagenpark Bijdragen aan het opschonen van het gemeentelijk

wagenpark.L_503_Co

Stimuleren elektrisch rijden per auto

Faciliteren van de plaatsing van laadpalen voor elek-trische auto’s in de openbare ruimte (aanbesteding concessie).

L_504_Co

Stimuleren elektrische fiets (onder ouderen)

Faciliteren van de plaatsing van laadpalen voor elektri-sche fietsen in de openbare ruimte.

L_505_Co

5.22. Meer integratie met andere beleidsvelden

Ambities

Ambitie IDBijdragen aan de gezondheid van jongeren en het tegengaan van obesitas in Ede door het stimuleren van fietsgebruik onder basisschoolleerlingen en MBO- en HBO-leerlingen.

A_100

Bijdragen aan de ontwikkeling van toekomstbestendige werklocaties. A_101Bijdragen aan veilige mobiliteit door ouderen. A_102Bijdragen aan de herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van Ede door middel van aan-trekkelijke toegangswegen en fietsroutes.

A_103

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving ID Nieuwe allianties Continu zoeken naar nieuwe allianties die bijdragen aan

de ambitie om gezamenlijk een meerwaarde te behalen uit gedeelde belangen. Hiertoe wordt regulier overleg gevoerd met andere beleidsvelden binnen de gemeente.

A_100_Co

Buurtsportcoaches als fietsambassadeurs

Opzetten van activiteiten op het grensvlak van verkeer en sport/bewegen en uitvoering hiervan door de buurt-sportcoaches. Samenwerken met scholen, Sportservice Ede en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) te Ede.

A_101_Uo

Op de fiets naar de Ken-niscampus Ede

Het aantrekkelijk maken en promoten van de fietsroute tussen Ede-Centrum / station Ede-Wageningen en de Kenniscampus Ede voor MBO- en HBO-leerlingen

A_102_Uo

City marketing toegangs-wegen

Het benutten van de toegangswegen van Ede voor city marketing. Uitgangspunten zijn hierbij herkenbaarheid rondom Food en bewegwijzering.

A_103_Uo

Wijkbreed fietspromotie-programma

Opzetten wijkbreed programma dat dient als voorbeeld hoe een wijk fietsvriendelijker en gezonder kan worden. Aansluiting zoeken bij het concept “de beweegvrien-delijke omgeving” en de activiteiten van het NISB en Sportservice Ede.

A_104_Uo

Mobiliteitstoets Ontwikkeling van een mobiliteitstoets en verkeerskundi-ge randvoorwaarden die bijdragen aan het toekomstbe-stendiger maken van werklocaties.

A_105_Bo

Mobiliteit ouderen Bijdragen aan verkeerseducatieprogramma gericht op mobiliteit door ouderen.

A_106_Uo

48

5.23. Meer integratie met beheer & onderhoud

Ambities

Ambitie IDBijdragen aan een integrale afweging bij projecten op gebied van onderhoud en reconstructies van weginfrastructuur, ten behoeve van een hogere kwaliteit voor de eindgebruiker en/of een beperking van de kosten.

A_200

Bijdragen aan een gebiedsgerichte aanpak met het oog op de eindgebruiker om snelle successen te boeken en onderhoudskosten uit te sparen.

A_201

Bijdragen aan een juist ontwerp, strategisch onderhoud en een juiste maatregelkeuze. A_202

Mogelijke projecten

Naam Omschrijving IDIntegrale pro-bleemanalyse

Bijdragen aan het opstellen van een methodiek (inclusief ‘hand-leiding’) voor integrale probleemanalyse en voor validatie van deze probleemanalyse door een andere afdeling.

A_200_Bo

Integratiekaart Maken van een GIS-kaart als instrument bij de probleemanalyse met daarin bijvoorbeeld opgenomen: klachten en opmerkingen van burgers, enquêteresultaten, wensen vanuit de beleidsvel-den verkeer en milieu en het (toekomstig) gebruik van de weg.

A_201_Bo

Gebiedsgerichte aanpak Quick wins

Bijdragen aan het opstellen van een gebiedsgerichte aanpak van knelpunten in de weginfrastructuur, gericht op de eindge-bruiker. Basis hiervoor kunnen de enquêteresultaten Inwoners aan het woord en het Inwonerspanel zijn, aangevuld met eigen observatie, gesprekken met buurtbewoners/voorbijgangers en een verkeersschouw met actoren en ambtenaren.

A_202_Bo

Wegencategorise-ring wegkwaliteit

Opstellen van een categorisering van wegen, op basis van be-lasting van vrachtverkeer en prognoses van de verkeersintensi-teiten, die gebruikt wordt bij beheer en onderhoud ten behoeve van monitoring van de wegkwaliteit en het vaststellen van een maatregelpakket.

A_203_Uo

Modelaanpak voorkomen schade

Bijdragen aan het uitwerken van een modelaanpak voor het voorkomen van schade aan weginfrastructuur, inclusief maatre-gelen als het nemen van (zonale) verkeersbesluiten die bepaal-de voertuigen uitsluiten of route-adviezen voor zwaar verkeer.

A_204_Bo

Kostenverhaal Bijdragen aan een onderzoek of kosten van herstel en recon-structie (gedeeltelijk) op belanghebbenden kunnen worden verhaald.

A_205_Oo

Privaat beheer Bijdragen aan een onderzoek of privaat beheer vaker kan wor-den ingezet, vooral op bedrijventerreinen.

A_206_Oo


Ambities

Ambitie IDHet versterken en uitbreiden van samenwerkingen met de samenleving op het gebied van verkeer en vervoer.

A_300

Het zoveel mogelijk overdragen van taken naar de samenleving op het gebied van verkeer en vervoer die buiten de basistaken van de gemeente vallen, maar wel passend zijn binnen de ambities van de gemeente.

A_301

Hieronder vallen diverse mogelijke projecten die al eerder zijn genoemd.


49

6.1. Organisaties

In onderstaande tabel staan de organisaties die hebben deelgenomen aan de consultatiebijeen-

komsten in 2013.

Aannemersbedrijf Roseboom-EdeACV - GroepAholdAlgemene Middenstandsvereniging LunterenANBOBelangenvereniging WekeromBewonersvereniging Ede CentrumBewonerscommissie MaanderengBMO-Intermedi-8 Bruil Infra / Bouwend NederlandChristelijke Hogeschool EdeCROWDB Schenker LogisticsDBL Lunteren BVDe GelderhorstDorpsraad BennekomDorpsraad LunterenEdes Bedrijfs ContactErfgoedvereniging Bond Heemschut Fietsersbond

Gehandicapten Raad EdeIBFN IngenieursbureauI-Care / SWOKuin VastgoedLIDLMondial Waaijenberg Groep Otterlo’s BelangPermarPlaatselijk belang De ValkPolitieProjectbureau Vallei en Heuvelrug (SVGV)Rotary Ede‘s Heeren Loo ZorggroepStichting Binnenstadsmanagement EdeStichting Milieuwerkgroepen EdeTopslagerij Ab van LeeuwenTransport en Logistiek NederlandVeilig verkeer Nederland / BOVAGWoonstedezzp Valley

6.2. Opzet bijeenkomsten

Ten eerste zijn e-mailadressen verzameld van alle raden en belangengroepen die binnen de

gemeente actief zijn en raakvlakken met verkeer hebben. Deze adressen zijn aangevuld met

adressen van ondernemers uit het netwerk van het taakveld Economie. Zo is een database ont-

staan van circa 220 adressen van afzonderlijke organisaties. Vervolgens heeft iedereen een uit-

nodiging ontvangen, waarbij tussen twee avonden kon worden gekozen. De eerste avond had als

hoofdthema mobiliteit en bereikbaarheid en op de tweede avond stonden langzaam verkeer en

verkeersveiligheid centraal. Voor beide avonden hebben zich ruim 25 organisaties aangemeld. De

opzet van beide avonden was dezelfde: eerst een uitleg over het doel van de bijeenkomst en de

rol van het GVVP, vervolgens een inventarisatieronde van knelpunten en oplossingen in groepen

van circa 4 personen (aan de hand van kaartmateriaal) en tenslotte een plenaire discussie over

mogelijke beleidsprincipes voor het GVVP en over mogelijke allianties tussen organisaties onder-

ling en tussen organisaties en de gemeente. De inventarisatieronde heeft ruim 100 knelpunten

opgeleverd. Hierbij is aangegeven dat de gemeente de input gaat wegen en op een volgende bij-

eenkomst aangeeft hoe de input is verwerkt. Er is nadrukkelijk vermeld dat eventuele opname op

de concept uitvoeringsagenda niet betekent dat een project of onderzoek ook daadwerkelijk wordt

uitgevoerd. Dat is immers afhankelijk van de bestuurlijke prioritering. De verslagen van de bijeen-

komsten en een nieuwsbrief zijn rondgestuurd en op de website van de gemeente geplaatst.

De volgende consultatiebijeenkomst was in oktober 2013. Uitgenodigd waren de deelnemers van

de aprilsessies en iedereen die destijds wel zijn/haar interesse had aangegeven, maar

verhinderd was. Uiteindelijk hebben circa 20 organisaties de bijeenkomst bijgewoond. De inde-

ling van de avond was als volgt. Eerst is ingegaan op de stand van zaken ten aanzien van het

GVVP, de planning en de bijeenkomsten van april. Vervolgens vond een terugmelding plaats van

de forumdiscussie op de website. Na het plenaire deel zijn twee parallelle sessies gehouden, qua

inhoud in overeenstemming met de twee bijeenkomsten van april. Tijdens de parallelle sessies

is door ambtenaren van de gemeente aangegeven wat met de input van april is gedaan; welke

knelpunten al zijn of waren opgepakt welke op de concept uitvoeringsagenda terecht komen (als

project of onderzoek) en welke onderwerp zijn voor nadere gedachtewisseling. Na de parallelle

sessies volgde een plenair deel over mogelijke allianties (inventarisatie bestaande allianties en

voortzetting discussie van april) en tenslotte de afsluiting. Op de vraag van de voorzitter of men

tevreden naar huis ging, was het antwoord anoniem “ja”.

6. Knelpuntinventarisatie

50

6.3. Genoemde knelpunten

In deze paragraaf zijn kaarten weergegeven met daarop nummers van aangedragen knelpunten

op de bijeenkomsten van april 2013. De nummers zijn toegelicht in tabellen die na de kaarten vol-

gen. In de tabellen zijn de volgende kolommen opgenomen:

- groepsnummer en knelpuntnummer;

- onderwerp;

- beschrijving knelpunt;

- vermoedelijke oorzaak;

- belangrijkste probleemhebbers;

- neveneffecten;

- mogelijke oplossingen;

- organisaties die kunnen bijdragen.

Pas na inventarisatie van de knelpunten heeft een eerste verkeerskundige beoordeling plaats

gevonden door het taakveld verkeer. Op basis daarvan zijn knelpunten verwoord in mogelijke

projecten voor de eerste uitvoeringsagenda.


51


53


55


57


59

Nr Onderwerp Knelpunt

Barrieres (B)15 Bereikbaarheid Spoor Utrecht-Ede is barriere17 Bereikbaarheid N224 is barriere tussen Kernhem en Ede30 Langzaam verkeer Oversteek Kernhem-Veldhuizen Ede69 Langzaam verkeer Oversteek A30 voor fiet sers tussen Kernhem en lunteren70 Bereikbaarheid Dreigende afsluiting spoorovergangen Utrecht-Ede-Arnhem

Wegencategorisering (B)25 Bereikbaarheid Verbindingsweg Wekerom-Lunteren (Meuluntersew eg) is gebiedsontsluitingsweg maar voldoet hier niet aan63 Verkeersveiligheid Inrichting van erftoegangsw egen (en gebiedsontsluitingsw egen), meer aandacht best eden aan categorisering w egen75 Bereikbaarheid Parklaan mogelijk te ruim gedimensioneerd96 Bereikbaarheid 60 km-gebied tussen Barneveldseweg en Lage Valkseweg veel te groot. Categorisering ontbreekt, waardoor alle wegen belast worden

Fietsers/voetgangers (B)14 Langzaam verkeer Koepelschool Ede in combinatie met spoorovergang51 Langzaam verkeer Toegankelijkheid t rottoirs Raadhuisstraat onder gemeentehuis voor mindervaliden76 Langzaam verkeer Nog geen snelfietsroute Ede-Wageningen54 Langzaam verkeer Hoek Stationsweg-Telefoonweg in Ede onoverzichtelijk67 Langzaam verkeer Verkeersonveiligheid fiet sers58 Langzaam verkeer Niet alle voetgangersw egen hebben een trottoir59 Langzaam verkeer Niet langs alle belangrijke wegen zijn fietsstreken (in rood)53 Langzaam verkeer Trottoirs bezet door parkeerders in centrum Ede, met name bij ABN AMRO bank65 Langzaam verkeer Weinig aandacht voor recreatieve fiet smobiliteit56 Langzaam verkeer Meer oversteekplaatsen Molenweg Ede3 Verkeersveiligheid Parkeren en fietsers Molenstraat Ede t.w.v. Cultura106 Langzaam verkeer Terrassen horeca centrum Ede belemmeren doorstroming verkeer, inclusief langzaam verkeer71 Langzaam verkeer Oversteek N224 (voetgangers+ fiet sers) maakt toegang bos lastig68 Langzaam verkeer Matige kwaliteit fietspaden binnen en buiten bebouwde kom62 Verkeersveiligheid Toename ongevallen met kwetsbare verkeersdeelnemers8 Langzaam verkeer Verkeerslichten Ede-Wageningen voor de fiets veel op rood

Otterlo (B)43 Parkeren Parkeerproblematiek centrum Otterlo85 Verkeersveiligheid Kruising Hoenderloseweg-N304 Otterlo wordt gevaarlijker86 Verkeersveiligheid Te hard rijden op Van Pothovenlaan Otterlo geeft verkeersonveiligheid87 Leefbaarheid Dorpsstraat Otterlo heeft veel verkeersst romen (o.a. logistiek verkeer, langparkeerders, bussen)88 Bereikbaarheid Beperkte doorstroming kruispunt Dorpsstraat -Hoenderlosew eg in Otterlo89 Verkeersveiligheid Aangepaste Arnhemseweg Otterlo. Geen parkeermogelijkheden op rijbaan, geen veilige oversteekplaatsen

60

Nr Onderwerp KnelpuntBennekom (B)45 Verkeersveiligheid Dorpsstraat Bennekom onveilig door bevoorrading winkels met vrachtwagens46 Bereikbaarheid Verkeerslichten Melenst raat/Edeseweg in Bennekom te lang op rood77 Parkeren Parkeren in centrum Bennekom78 Verkeersveiligheid Vrachtwagens in/door centrum Bennekom79 Langzaam verkeer Voetgangersgebied Bennekom niet voetgangers vriendelijk80 Verkeersveiligheid Te hard rijden door 30 km gebied Bennekom47 Verkeersveiligheid Bocht Heelsumsew eg/Selterskampweg in Bennekom21 Bereikbaarheid Ontsluiting oude ziekenhuisterrein Bennekom

Maandereng (B)90 Parkeren Parkeerprobleem Maandereng Ede91 Langzaam verkeer Fietsroutes door de wijk Maandereng Ede niet aanwezig of in slechte staat92 Verkeersveiligheid Oversteek Zandlaan-Bovenbuurtweg Maandereng Ede verkeersenveilig93 Bereikbaarheid Doorstroming in en uit Maandereng Ede

Overig (B)74 Verkeersveiligheid Te hard rijden in 30 km zone Bospoort Ede94 Verkeersveiligheid Profiel Edeseweg Wekerem veel te breed, werkt te hard rijden in de hand98 Verkeersveiligheid Soms gevaarlijke situaties rijbaan Horalaan Ede95 Parkeren Gebrek aan parkeerplaat sen in 30-km straat en Wekerom52 Verkeersveiligheid Gevaarlijke oversteek Apeldoornseweg bij ‘s Heeren Loo voor autoverkeer61 Verkeersveiligheid De weggebruiker is niet altijd duidelijk wat wel en niet mag73 Algemeen Meer aandacht schenken aan duurzaamheid (int egraal en zuinig plannen, per “rout e” alles t egelijk efficient aanpakken105 Bereik baarheid Bij evenementen wordt lang niet altijd rekening gehouden met bewoners Ede centrum


61

Nr Vermoedelijke oorzaak Belangrijkste probleemhebbers15 Beperkt aantal passeermogelijkheden ledereen die van noord naar zuid wil en v.v.17 2x2 rijstroken, groene golf, nog geen ongelijkvloerse oversteek Voetgangers en fietsers30 Gelijkvloerse kruising6970

25 Geen gebiedsontsluitingsweg.. geen vrijliggende fietspaden, snelheidsremmers Verkeer tussen lunteren en Wekerom63 Soms spoed in plaats van keuze voor een goede inrichting Burger75 T.z.t. misschien vierbaans 96 Bij vorig GVVP niet de juiste categorisering toegepast, Meulunterseweg heeft niet het juiste profiel Aanwonenden/ Weggebruikers

14 Probleem intra, met name t.a.v. fietsers weggebruikers51765467 Verschillende snelheden, fietsers gemengd op 2 richting paden type fietsers (gewoon,e-bhikes,scooters,racefietsen)58595365 Bewgbewijzering schiet te kort Fietrecreanten563 Fietspad verhoogd en tussen parkeren en rijbaan fietsers en automobilisten10671 Aanpassingen te kortzichtig gemaakt68 Gebrek aan onderhoud, grote betonpaden fietsers / Natuurliefhebbers62 Landelijk probleem8 Afstelling verkeerslichten en dat het fietspad gedeeltelijk tweerichtingen is

43 Te weinig parkeergelegenheid Fietsers85 Toekomstige aan- en afvoerroute NP Hoge Veluwe86 Breedte weg (4m), sluipverkeer, parkeerprobleem, einde weg is begraafplaats t.b.v. buitendorpen87 Weg 6 meter breed, aan- en afvoerroute NP Hoge Veluwe, aanwezigheid horeca88 Beperkte dimensienering89 Recent aangepaste rijweg

45Nr Vermoedelijke oorzaak Belangrijkste probleemhebbers4677 Te weinig parkeerplaatsen78 Frequent vrachtwagens door centrum79

62

Nr Vermoedelijke oorzaak Belangrijkste probleemhebbers804721

90 Bloemkoolwijk uit 80-er jaren. Te weinig ruimte voor huidige tijd. Veel bedrijfsauto’s. Eigen parkeer-ruimte is ingeruild voortuin

Autobezitters in de wijk

91 Door nieuwe schoolroutes zijn de routes in de wijk vergeten, o.a. de route naar het centrum Wijkbewoners92 Scholieren uit Bennekom moeten de Zandlaan oversteken voor de scholen ten noorden Scholieren93 Scholen route, verandering van rotonde Jan Tooroplaan. Teveel naar de scholen gekeken en te

weinig naar de bewoners Bewoners Maandereng

74 Slecht aangegeven, parkeren in te smalle straat, algemene mentaliteit Bewoners/Langzaam verkeer94 Vormgeving jaren ‘50 Weggebruikers en kruisend verkeer waaronder schoolkinderen98 80 km weg, met brommobielen95526173105


63

Nr (Neven)effecten Mogelijke oplossing volgens burger Wie kan bijdragen?15 Spoor omlaag of omhoog, meer ongelijkvloerse oversteken Prorail/NS/Provincie/ Rijk17 Kernhem minder aantrekkelijk Ongelijkvloerse oversteken, LARGAS ontwerp Gemeente/Provincie30 Fietstunnel B&W/politiek69 Viaduct aanleggen, bijv. bij Doesburgerdijk70 Niet afsluiten25 Verkeersonveiligheid erftoegangsweg wijzigen in gebiedsont sluitingsweg B&W/politiek

63 Gevoel van verkeersonveiligheid Pas inrichten als genoeg geld aanwezig is en niet op voorhand, GVVP als instrument Gemeente75 Parklaan tweebaans95 Veel vrachtverkeer, veroorzaakt overlast. Verkeer

concent reert zich niet op GOWTussen Barneveldseweg en Lage Valkseweg een route aanwijzen als gebiedsont sluitingsweg. Deze weg inrichten als 80 km met vrijliggend fietspad

Gemeent e/ Subsidies

14 Verkeersonveiligheid Aanpassen intra Gemeent e/ School/Prorail51 Waar nodig meer en bredere t rottoirs (vrijmaken van obst akels) t.b.v. rolstoelgebruikers/ scootmobielen76 In studie54 Bescherming fietsverkeer67 Ruimere flet sst roken (2x2.25), handhaven snelheidsbeperkingen Gemeente/ Politie58 Duidelijk onderscheid maken tussen de st roken/rijbanen voor de verschillende weggebruikers (ook marke-

ring!)59 Duidelijk onderscheid maken tussen de st roken/rijbanen voor de verschillende weggebruikers (ook marke-

ring!)53 Handhaven65 “Dolende” fietsers Bebording verbeteren Provincie/Gemeente56 Voldoende en goed gepositioneerde voetgangersoversteekplaat sen die t evens snelheid remmen3 Verkeersonveiligheid Veranderingvan fietspad Gemeente10671 Oversteek compleet maken, het is niet af Gemeente?68 het is lelijk, aantasting bermen Dillemma mooi vs comfortabel, hier en daar ook schelpenpaden62 Bescherming fiet sers, meer bewustwording Iedereen8 Oponthoud Aanpassin verkeerslichten en infra (fietspaden in 2 richtingen lat en berijden) Gemeente43 Permanente parkeergelegenheid aanbieden door van weiland t egenover snackbar parkeerplaats te

makenGemeent e/ Eigenaar

85 Verkeersst remming in centrum van Otterlo Verbreden Hoenderloseweg, beter afslag op N304 richting Hoenderloseweg en afbuigen best aand fiet spad N304 (zie bijv. afslag Hoenderloo-N304)

Gemeente/ Dorp Otterlo

86 Verbreden Van Pothovenlaan +aanleg parkeerst rook, snelheîdsremmende plateaus Gemeente/Dorp Otterlo/kerk?87 Uitstoot uitlaatgassen op de horecat errassen,

ruzies, files, mogelijk minder omzetGrootverkeer omleiden via N304/Hoenderloseweg, Dorpsst raat eenrichtingsverkeer met inrijden vanaf NPHV.

Gemeente/Dorp Otterlo

Nr (Neven)effecten Mogelijke oplossing volgens burger Wie kan bijdragen?88 Kruispunt modificeren en uitbreiden Gemeente/NPHV?89 Aanbrengen parkeerst roken en inst ellen parkeerverbod m.u.v. parkeerst roken, ereeren veilige

oversteekplaatsenGemeente/ Dorp Otterla/ Provincie

64

Nr (Neven)effecten Mogelijke oplossing volgens burger Wie kan bijdragen?45 Geen vrachtverkeer in centrum of alleen voor09.00 uur. Zorgen dat de stoepen vrij zijn. Centrum aut ovrij

maken46 Verkeerslichten beter afstellen Gemeente77 Uitbreiding parkeergelegenheid78 Vrachtwagens weren uit cent rum, werken met distributiepunten79 Beter bereikbaar voor voetgangers maken80 Handhaving47 Waarschuwingslicht maken op Heelsumseweg voor de bocht21

90 Ruzie en onenigheid, verslechtering sociale klimaat Parkeerplaatsen 1 kant weg, Greenwheels, parkeerplaats bij woning geven, handhaven fout parkeren, bewoners aanschrijven, APV aanpassen

Gemeent e/ Bewonerscie/toezicht/Woon-stede/Politie

91 Omfietsen Duidelijk fietsroutes maken naar het dorp (andere kleur), het ziekenhuis en de winkelcent ra. Probleem in samenhang bekijken (scholen en wijk)

Gemeente

92 Heel duidelijke overst eek maken, met knipperlichten en een drempel Gemeente93 Opstopping op en· en uitgangen tijdens spitsuren Fietsers Bovenbuurtweg weren van rot onde. Fiet spad aan west zijde houden? Mogelijk leiden via Oude

KerkwegGemeente

74 Verkeerslawaai, extra vervuiling in woonbuurt 30 km zone beter aangeven, handhaving Gemeente94 Slechte overst eekbaarheld Slechte overst eekbaarheld Gemeente52 Waarschuwingslicht bij uitrit61 Meer informeren (bebording, media, website scholen, folders, educatie basisschool en vo105 Integrale planning, internet gebruiken


65


Bereikbaarheid (A)

6 Bereikbaarheid Bereikbaarheid Ede vïa N224

55 Bereikbaarheid N224 wegversmalling

7 Bereikbaarheid Doorstroming Galvanïstraat spits richting A30 en A12

18 Bereikbaarheid Ontsluiting Galvanistraat Ede

64 Bereikbaarheid Kruispunt Galvanistraat-Frankeneng Ede

28 Bereikbaarheid Galvanistraat in avondspits stroopt op, richtingA12

24 Bereikbaarheid Frankeneng uit in avondspits geeft oponthoud

44 Bereikbaarheid Doorstroming De Klomp

57 Bereikbaarheid Rotonde Veenderweg-Proosdijerveldweg Ede loopt vast en is onveilig voor langzaam verkeer

26 Bereikbaarheid Bereikbaarheid afvalinzameling

29 Bereikbaarheid Bereikbaarheid leveranciers Bellestein/Hoog Maanen Ede bij wegwerkzaamheden

39 Bereikbaarheid Bewegwijzering vanaf A30 en A12 richting centrum Ede

42 Bereikbaarheid Bereikbaarheid Cinemec/ Stadspoort Ede

108 Bereikbaarheid Matige bereikbaarheid winkels Lindenhorst Ede

66 Bereikbaarheid Onduidelijke routes Ede Centrum-Bennekom/Wageningen, lunteren-Buitengebied

Verkeersregelinstallaties (A)

36 Bereikbaarheid Doorstroming randwegen Ede

38 Bereikbaarheid Bereikbaarheid AH XL en bouwmarkten van en naar centrum

110 Bereikbaarheid Verkeerslichten niet goed afgestemd op pieken in verkeersstromen

Ede Centrum (A)

1 Parkeren Parkeerplaatsen bij gemeentehuis

2 Parkeren Parkeren centrum Ede oostkant

50 Parkeren Parkeerproblematiek ABN AMRO Achterdoelen Ede

35 Parkeren Centrum Ede tijdens zaterdagen en piekdagen slecht bereikbaar

102 Bereikbaarheid Voor bewoners en bezoekers is er onvoldoende parkeerruimte in Ede centrum, vooral ‘s avonds en in het weekend

103 Bereikbaarheid Voor werkenden is er overdag onvoldoende betaalbare parkeerruimte in de directe omgeving van Ede centrum

40 Parkeren Parkeersituatie Telefoonweg (Amsterdamseweg, Molenst raat) Ede

104 leefbaarheid Bevoorrading van winkels en horeca centrum Ede gaat 24 uur door, ondanks de centrumafsluiting

60 Verkeersveiligheid Bevoorrading brengt verkeersonveiligheid met zich mee


10 Bereikbaarheid Gebrek aan regionale afst emming regels bevoorrading

66


107 leefbaarheid Teveel vrachtverkeer in centrum Ede

Lunteren Centrum (A)

11 Bereikbaarheid Bevoorrading supermarkten lunteren

19 Bereikbaarheid Bereikbaarheid l unteren centrum

32 Parkeren lastig vinden van parkeerplaats P2 lunteren

33 Bereikbaarheid Oranjestraat lunteren is eenrichtingsweg voor verkeer richting Dorpsst raat en parkeren centrum

4 Bereikbaarheid Eenrichtingssyst eem onduidelijk en afsluiting Valkseweg Lunteren

81 Bereikbaarheid Onduidelijke routes v oor bestemmingen in l unteren

82 Verkeersveiligheid Veel vrachtverkeer Bi sschopsweg en Dorpsst raat l unteren

72 Bereikbaarheid Autobereikbaarheid Lunteren oost naarWest en v.v. matig

49 Verkeersveiligheid Drempels en verkeersheuvels onveilig op kruising Oranjestraat-Spoorstraat in l unteren

Westzoom Lunteren (A)

12 Verkeersveiligheid Westzoom lunteren gebrek aan reflectie en snelheidsregime onduidelijk

13 Verkeersveiligheid Verkeer Westzoom lunteren heeft geen zicht op verkeer vanuit Edeseweg richting dorpscentrum

20 Bereikbaarheid Ontsluiting nieuwbouw op Westzoom Lunteren

27 Bereikbaarheid Rondweg Lunteren loopt niet rond

31 Bereikbaarheid Stagnatie doorstroming kruising Postweg-Westzoom lunteren

83 Verkeersveiligheid Er ontbreekt verlichting bij de oversteken met de Westzoom lunteren

84 Verkeersveiligheid Gevaarlijke kruispunten West zoom met Klomperweg en Postweg lunteren

Openbaar vervoer / Kenniscampus (A)

16 Bereikbaarheid Food Valley vraagt om beter OV. Opw aardering De Klomp, relatie met Wageningen

22 Bereikbaarheid Bus naar Wageningen rijdt indirect, via Ziekenhuis en Cinemec, vooral richting Ede

101 Bereikbaarheid Fietsenstallingen Ede·-Wageningen slecht en onprettig

99 Bereikbaarheid Matige bereikbaarheid Pallas Athene College Ede, ook per openbaar vervoer

23 Bereikbaarheid Bereikbaarheid Kenniscampus vanaf station Ede-Wageningen

37 Bereikbaarheid Bereikbaarheid Kenniscampus voor auto en OV, faciliteiten st ation

100 Parkeren Parkeerbeleid Kenniscampus moet verder w orden uitgew erkt


Overig (A)

97 Verkeersveiligheid Soms gevaarlijke situaties fietspad Horalaan Ede

109 Verkeersveiligheid Matige verkeersveiligheid rotonde Zandlaan-Horalaan Ede


67


5 Parkeren Parkeren vrachtauto’s Kievltsmeent en Frankeneng

41 Verkeersveiligheid Kruispunt Veenderweg-Kiaphekweg Ede

4 Bereikbaarheid Zwetselaarseweg/pad in buitengebied lunteren is bij regen doorvrachtverkeer moeilijk berijdbaar

4 Bereikbaarheid Bereikbaarheid Ede via Al2, onduidelijkheid over proces

48 Verkeersveiligheid Molenweg lunteren wordt te hard gereden, jongeren houden racewedstrijden

Nr Vermoedelijke oorzaak Belangrijke probleemhebbers

6 Gebrek aan capaciteit bij overgang 2-1 rijstrook, m.n. in spits Personenauto’s en vrachtverkeer

55

7 Gebrek aan capaciteit bij de kruispunten Personenauto’s en vrachtverkeer

18 Complex kruispunt bij Agri, weinig ruimte passeren vrachtauto en personenauto Vrachtverkeer en personenauto’s

64 Vrachtverkeer en personenauto’s Automobilist/Ondernemers

28 Verkeerslichten kruising Keesomstraat, slechts 2 ontsluitingen Ondernemers/weggebruikers

24 Complex kruispunt Vrachtverkeer en personenauto’s/ondernemers

44 eveel verkeerslichten, smalle tunnel onder spoor

57 Meer aanbod verkeer dan rotonde aankan

26 Geen tijdige afstemming Burger/ ACV /Gemeente

29

39 Bezoekers

42 Indirecte ontsluitîng teveel omrijden Bewoners/weggebruikers

108

66 Ontbreken goede bewegwijzering+ infrastructuur Forensen/recreanten/studenten

36 Teveel doorstroombelemmeringen Bezoekers in het algemeen/Winkeliers

38 Slechte doorstroming door verkeerslicht en piekbelasting Bezoekers/Ondernemers

110


1 Gebrek aan kortparkeren Bezoekers gemeentehuis, m.n. minder validen

2 Langgerekte winkelstraat en weinig parkeermogelijkheden Bezoekers binnenstad

50

35 Topdrukte en veel barrieres Bezoekers/Winkeliers

102

103

68


40 Tweezijdig parkeren (links/rechts wisselen) Omwonenden

104

60

10 In de loop der tijd ontstaan Ondernemers, vrachtchauffeurs

107

11 Krappe infrastructuur Omwonenden, vrachtchauffeurs, winkelend publiek, ondernemers

19 Onduidelijke situatie, vanaf Ede rijd je “dood” Bezoekers, ondernemers

32 Moeilijk uitleggen dat P2 via de Hertenlaan gevonden moet worden (vanwege eenrichtings-systeem)

Bezoekers/Ondernemers

33

34 Bezoekers/Bewoners

81 Bewegwijzering schiet te kort Bezoekers/toeristen

82 Verkeer van en naar De Valk en Wekerom

72 Afsluiting Dorpsstraat, maar geen alternatieve route Automobilisten/Winkelend publiek

49

12 Regelgeving strookt niet met intra Alle toegestane weggebruikers, omwonenden

13 Slecht zicht door bossages etc. Alle toegestane weggebruikers

20 Thans is er geen aansluiting Lunteren ingaand Bewoners Lunteren

27 Geen schakel aanwezig Weggebruikers/omwonenden

31 Voorrangsweg oprijden is smal Weggebruikers

83 Wandelaars en fietsers steken hier over

84 Te druk

16 Ede-Wageningen ligt excentrisch Gebruikers openbaar vervoer

22 Geen goed route-alternatief Buspassagiers


101

99

23 Slechte OV aansluitingen en tijden sluiten niet aan op scholen Buspassagiers/kenniscluster

37 Geen goede verbindingen voor OV en overig verkeer, slechte bewegwijzering Studenten/Medewerkers/Bezoekers

100


69


97 Tweerichtingen fietspad moet gedeeld worden met voetgangers. Onoverzichtelijk door heu-vels en bochten

109 Fietsers verwachten voorrang, maar hebben dit niet

5 Gebrek aan parkeerplaatsen en voorzieningen Vrachtchauffeurs en ondernemers bedrijventerreinen

41 Slechte aanpassing Bewoners/weggebruikers

9 Gebrek aan verharding Boeren, transporteurs

4 Gebrek aan capaciteit A12 Ede-Grijsoord Personenauto’s en vrachtverkeer

48

Nr (Neven)effecten Mogelijke oplossing volgens burger Wie kan bijdragen?

6 Sluipverkeer Uitbreiding capaciteit N224 Gemeente/Provincie

55 Rijbaan aanpassen

7 Sluipverkeer en mogelijk probleem luchtkwa-liteit

Aanpassing infra en verkeerslichten Gemeente

18 Verkeer dan via Keesomstraat, levert daar ook congestie op

Ruimere wegen, bedrijven spreken met elkaar af dat op andere tijden wordt begonnen/gestopt met werken

Gemeente/Ondernemers

64 Irritatie Spreiden van werktijden, meer groen linksaf naar Frankeneng

28 Oponthoud Extra ontsluiting, aanpassen verkeerslichten t.b.v. vlottere doorstroming naar A12

Gemeente/RWS

24 Omrijden Beter ontwerp kruispunt, extra aansluiting op rijksweg Gemeente/RWS

44 Verkeerslichten beter op elkaar afstellen. Tunnel onder A12 weer openen

57 Rotonde aanpassen en veilig maken voorvoetgangers en fietsers\

26 Containers worden ,., niet geleegd, efficien-cyverlies

Tijdige info over wegwerkzaamheden, inclusief situering containerlocat ies Gemeente diverse afdelingen/ ACV

29 Tijdige info wegwerkzaamheden, meerruimte voor laden en lossen Gemeente

39 Verkeer Wageningen+bennekom over AlO en A12 leiden RWS/Gemeente

42 Rechtstreekse verbinding met A12 maken Gemeente/RWS/Provincie

108

66 Betere bewegwijzering, verbeteren routes Gemeente/Provincie

36 Oponthoud Groene golf, versmallingen weg, meer rijstroken Gemeente

38 Oponthoud Afstellingvri’s, intramaat regelen Gemeente/Ondernemers

110

1 Wildparkeren Realisatie meer kortparkeerplaatsen Gemeente

70


2 Uitwijken naar Veenendaal Realisatie meer kort- en langparkeerplaatsen Gemeente

50 Meer parkeergelegenheid+ handhaving (parkeren in de vakken)

35 Oponthoud Minder versmallingen, afregelen verkeerslichten Gemeente

102

103

40

104 Tijdvenster instellen


60 Tijdslot maken voor toegang voor vrachtwagens/ zwaar transport, plus handha-ven!

10 Extra kosten Regionaa l afstemmen regels bevoorrading Regio/ Gemeenten

107 Vrachtverkeer alleen op doorgaande route (Kiinkenbergerweg/Raadhuisstraat), niet in centrum (dus ook niet op Molenstraat/Telefoonweg

11 Congestie door manoeuvres Aanpassen intra in overleg met ondernemers Gemeente/Ondernemers

19 Zoekverkeer door wijk Herziening eenrichtlngssysteem en knip Dorpsstraat Gemeente

32 Zoekverkeer door wijk Omdraaien eenrichting Hertenlaan-Julianastraat Gemeente

33 Eenrichtingsverkeer omdraaien. Verkeersremmende maatregelen (voorbeeld Bennekom)

Gemeente

34 Zoekverkeer Borden weghalen Gemeente

81 Verschil maken tussen lunteren noord en zuid ANWB

82 Misschien bypass t en westen van Bisschopsweg

72 Gedwongen keuze voor de ene of de and ere supermarkt, geirriteerde toeristen

49 Vluchtheuvelpatroon verleggen

12 Verkeersonveiligheid Aanpassen reflectie en snelheidsregime-infra Gemeente

13 Verkeersonveiligheid Aanpassen intra en bossages Gemeente

20 Omrijden, sluipverkeer Realisatieaansluiting Gemeente

27 Sluipverkeer Doortrekken Westzoom tot aan Barneveldseweg Gemeente

31 Oponthoud Rotonde Gemeente

83 Openbare verlichting aanbrengen Gemeente

84 Rotonde


71


16 Minder OV gebruik, slechtere bereikbaarheld Positie station Ede-Wageningen t.o.v. Food Valley heroverwegen, bus naar Wageningen zonder lus

Syntus/Provincie/Proraii/Gemeenten

22 Minder OV gebruik, mindercomfort Rechttrekken van de verbinding Syntus/Provincie/Gemeente

101

99

23 Veellopende studenten door de wijk Verbeteren verbindingen Syntus/Provincie/Gemeente

37 Geen stimulans voor kenniscampus OV beter laten aansluiten, ketenmobiliteit. Bewegwijzering stationsomgeving Gemeente/ Provincie/ Bereikbare Vallei/ Syntus/ prorail/N


100 Dynamisch en bufferopvang bij activiteiten

97

109

5 Overlast, onveiligheid en criminaliteit Realisatie parkeervoorziening op bedrijventerrein of verwijzing naar verzorgings-plaats A30

Private partij/Gemeente/RWS

41 Aanpakken, want asfalt ligt er nog (kost bijna niets) Gemeente

9 Schade aan voertuig Aanbrengen (half-)verharding Gemeente

4 Terugslag op onderliggend wegennet en mogelijk probleem luchtkwaliteit

Meer druk op RWS/Tweede kamer t.b.v. snelle verbreding Minister/ RWS/Tweede Kamer/ Gemeente/Regio

48 Snelheidsremmers in Molenw eg, handhaving


73

7. Wegencategorisering


75


77


79

8. Allianties met de samenleving8.1. Voorbeelden concrete verkeersprojecten

• Veldhuizen, Prins Florisschool: bij deze school was een verkeersprobleem: wachtende

ouders voor de school op het fietspad, overal auto’s geparkeerd onveilige situatie etc. Bij de

kerk de Ark was wel een parkeerterrein beschikbaar. Om te zorgen dat de ouders van deze

parkeerplaats gebruik maken is de ingang van de school verlegd (incl aanpassing hekken en

schoolplein), zodat de kortste route naar de school via dit parkeerterrein is komen te liggen.

Tussen de kerk en de school bevindt zich een speelterrein en hier kunnen de ouders nu wach-

ten op de kinderen. Het werkt erg goed. Alle ouders parkeren nu bij de kerk en voor de school

is er geen probleem meer. Dit is tot stand gekomen door een goede samenwerking tussen

school en gemeente.

• Ederveen, Hootsenplein: hoge parkeerdruk, er wordt door bewoners in het park geparkeerd.

Dit is niet gewenst, vanwege schade aan het park. Toch verzoeken bewoners om extra par-

keervoorzieningen in het park. In overleg is afgesproken dat dit kan als de bewoners zelf de

parkeerplaatsen aanleggen. De gemeente levert hiervoor de betontegels. De bewoners ver-

zorgen zelf eerst het draagvlak (overeenstemming in de buurt) en leggen daarna de parkeer-

plaatsen aan. De gemeente controleert of dit netjes is gebeurd.

• Lunteren, basisschool de Sprong: kinderen renden vanaf de school zo de straat op naar

een park aan de overkant. In overleg met de school is gekozen voor de aanleg van een bosje

dat zorgt voor een afscherming naar de weg en daarmee een speelweide. De kinderen hebben

mee gewerkt aan de aanleg en de school zorgt voor onderhoud.

• Binnenveld, Stichting leefbaarheid De Kraats en Nergena: Elke weg in het gebied is met

één persoon vertegenwoordigd in deze stichting. De stichting is in het verleden opgezet voor

de veiligheid in de buurt. In 2011 zijn de wegen in de buurt verbeterd. De uitvoerende afde-

ling van de gemeente stond hiervoor in direct contact met de stichting. Het ging met name om

gevaarlijke bochten en een verdiepte ligging van bermen. Er was geld om de deze punten te

verbeteren. De Stichting heeft de prioritering van aan te pakken knelpunten uitgevoerd.

• Kernhem, Grote Houtplein: Hier was sprake van een parkeerprobleem: hoog autobe-

zit, beperkt aantal parkeerplaatsen. Het Houtplein is ontworpen als stedelijk plein en wordt

gebruikt voor parkeren. Er is een werkgroep gevormd met deelname van een bewoner uit elke

straat. De bewoners hebben zelf oplossingen aangedragen, een enquête verspreid en meege-

dacht met de gemeente. Eindresultaat is dat de bewoners er zelf voor kiezen het plein te laten

zoals het is.

• Maandereng: Maandereng is het eerste gebiedje voor de uitvoer van de Beleidsnotitie parke-

ren in woonwijken die in januari 2013 is vastgesteld. De studie (toets aan normen) is inmiddels

uitgevoerd. In het najaar worden bewoners betrokken bij de oplossingen (co-creatie). Dit is ook

de nadrukkelijke wens van de raad.

• Ede Oost, Kiss&Ride: Rondom de scholen in Ede Oost (Calluna school/ Koning Davidschool)

is met medewerking van de scholen een groot parkeerterrein voor Kiss&Ride gerealiseerd.

Langs de Van Ommerenweg mag niet meer geparkeerd worden. De wijkagent is samen met

Toezicht bezig om hier te handhaven. Het lukt aardig. Er zijn ook voorbeelden waar constant

handhaving nodig is, zoals bij de Cavalje school aan de Veenderweg. Er is daar een parkeer-

verbod en er zijn palen gezet, maar toch stoppen mensen er om hun kinderen uit te zetten.

• Wekerom, Van Delenerf: de bewoners willen parkeerplaatsen langs de weg. De gemeente

levert klinkers, bewoners leggen aan.

• Harskamp, de nieuwe Spil: vanaf De Spil (jeugdcentrum) reden auto’s/brommers zo vanaf de

parkeerplaats de weg op, echter door veel geparkeerde vrachtwagens was hier helemaal geen

zicht. In overleg worden nu een paar boompjes geplant om te voorkomen dat vrachtwagens in

de zichtlijn staan.

• Otterlo, centrum: er is veel parkeeroverlast in Otterlo (met name in zomerseizoen). Bewoners

vragen om meer parkeerplaatsen. Er is overleg geweest met de kerk en een deel van de grond

van de kerk mag nu worden ingericht voor extra parkeerplaatsen. De bewoners moeten dit nu

zelf organiseren en uitvoeren.

• Veldhuizen, Markiezenhof: bewoners hebben samen een nieuw ontwerp voor indeling van

parkeerplaatsen in hun hofje gemaakt. Gemeente houdt het proces in de gaten (bij bijeenkom-

sten of verzoek om handtekeningen).

80

• Veldhuizen, Schoonenburg: bewoners leggen acht parkeerplaatsen aan bij de Schoonen-

burg (met budget gemeente).

• Veldhuizen, Olthorst: bewoners leggen parkeerplaatsen aan (met budget gemeente).

• Kernhem, basischool de Meander: de school reguleert met een hek één van de toegangs-

wegen. Op de andere toegangsweg is sprake van eenrichtingsverkeer rondom de school

openings- en slutiingsuren.

• Lunteren, Mielweg: binnen budget van 25.000 euro konden de bewoners oplossingen voor

herinrichting kiezen. Samen met vertegenwoordiger straat zijn er 3 varianten uitgekomen en

besproken met de bewoners. Enkele bewoners konden zichniet vinden in de voorkeursvariant.

Na wat schaafwerk was iedereen tevreden. Alleen nu hebben enkele bewoners van straten die

uitkomen op de Mielweg problemen met de eindoplossing.

• Ederveen: parkeerverboden en verkeersverboden. De bewoners denken mee over het

opschonen van het regiment verkeersborden. Er komen op de Hoofdweg 800 vrachtauto’s per

dag langs.

• Lunteren, basisschool De Bron: Aan de voorkant ligt een parkeerstrook (kiss&ride strook,

maar heeft geen formele status). Aan de achterkant wordt gebouwd (appartementencomp-

klex). Met de school zijn afspraken gemaakt om de tijdelijke situatie verkeersveilig te houden

• Harskamp, De Rank: Buurt wil een overkapping van de parkeerkoffer en zal dat zelf gaan

betalen.

• Wekerom, Edeseweg: Samen met het dorp wordt de Edeseweg ter hoogte van het Dorpsplein

heringericht, aan de hand van het shared space concept. Het dorp wilde zelf wel de aanleg op

zich nemen, maar mogelijk zal dit plaats vinden via een uitruil van lokaties, zodat de recon-

structie van de drukke Edeseweg door de gemeente wordt uitgevoerd.

8.2. Voorbeelden projecten beheer en onderhoud

• Bennekom, Bart van Elst plantsoen: er is een stichting die het Bart van Elst plantsoen

onderhoudt. Vanuit groenonderhoud hebben ze daar het budget voor gekregen.

• Otterlo, beheer openbare ruimte: de dorpsraad Otterlo heeft de gemeente gevraagd of zij

niet zelf het volledige budget voor onderhoud kunnen krijgen en dan zelf het onderhoud kun-

nen organiseren. Hier wordt over nagedacht.

• Ederveen, vijver Veldjesgraaf:. deze vijver is door de gemeente aangewezen voor water-

opvang. Deze vijver wordt beperkt onderhouden (ecologisch beheer, 1 keer per jaar maaien).

Onderhoud is ook lastig, de kanten zijn te steil voor een maaier. De bewoners willen de vijver

graag gebruiken voor recreatie (schaatsen, aan het water zitten etc). Nu is afgesproken dat de

bewoners de vijver zelf gaan onderhouden.

• Zeeheldenbuurt, Ede-West: de buurt wil de regie nemen over beheer en onderhoud van

de wijk, startend met groenvoorzieningen. Het werk wordt dan uitbesteed aan plaatselijke

hoveniers. Ze denken dat ze het goedkoper kunnen dan de gemeente en uiteraard met meer

kwaliteit en meer regie. De geldbesparing wil men vervolgens aanwenden voor activiteiten in

de wijk.

• BTA12, oostelijke rotonde: het middeneiland van deze rotonde wordt beheerd door Plantion.

• Spindop, Oud-Zuid: de school voor praktijkonderwijs Het Streek heeft leerlingen ingezet om

het winkelcentrum Spindop en de Kop van de Parkweg schoon te houden. Plan van aanpak is

opgesteld met medewerking van de CHE. Daarnaast gaan concierges van de scholen regel-

matig naar Spindop om daar toezicht te houden op de scholieren van hun scholen.

8.3. Voorbeelden projecten overig

• Lunteren, Schaepmanstraat: de buurt heeft zelf een speeltuintje gemaakt. Rooien, klaarma-

ken plantsoen, speeltoestellen uitzoeken, hekje om speeltuintje plaatsen. Aan de Wilhelmina-

hof zijn in overleg met de buurt 3 speeltoestellen geplaatst

• Wekerom De Valk, buurthuis de Hoge Valk: Oud rabobankgebouw wordt cultuurhuis. Pand

moest 5 ton kosten. De gemeenschap heeft een groot deel van het geld bijeen gebracht.

• Maandereng, Boomgaard: omvorming deel van de boomgaard tot schapenwei. Groenhorst-

college zorgt samen met het PTC+ voor de omvorming en het onderhoud en de bewoners hel-

pen hierbij.


81

8.4 Continu samenwerking en overleg

• Scholenoverleg (tussen scholen en gemeente): dit is een bestuurlijk overleg dat viermaal

per jaar bij elkaar komt. De voorzitter is de burgemeester. Vertegenwoordigd zijn de CHE,

ROC A12, AERES (Groenhorst college, PTC+, Stoas Vilentum, Agrarische Hogeschool Dron-

ten), ’t Streek, Woonstede en Idealis (studentenhuisvesting). Er is een programmaplan 2011-

2014 met 3 hoofddoelen: herkenbaar en aantrekkelijk gebied, goed onderwijs en bevorderen

ondernemerschap. Een mogelijk toekomstige afspraak betreft het aanrijden en parkeren van

toeringcarbussen voor excursies. Het parkeerterrein van de toekomstige sporthal kann als

buffer worden gebruikt.

• Fietsersbond: er is periodiek overleg met de Fietsersbond over de situatie voor Fietsers in de

gemeente. Er wordt gezamenlijk onderzoek uitgevoerd (zoals schouw fietsknelpunten). In sep-

tember 2013 heeft de fietsersbond een top 10 verkeersonveilige lokaties bepaald.

• Ondernemersvereniging Ede Zuid: de vereniging maakt met de gemeente afspraken over

de routing van vrachtverkeer rondom Spindop.

• ABEO: er lopen samenwerkingsacties met de ABEO (Algemeen belang Ede oost). Deze telt

ca. 300 leden. ABEO is ooit ontstaan ten behoeve van de veiligheid. Zo wordt er gecommu-

niceerd bij problemen/onveilige situaties. ABEO werkt ook aan eenzaamheidsbestrijding. Zo

hebben ze een thermoskannen actie opgezet die als een soort van kettingbrief door de buurt

gingen.

• Gehandicapten Raad Ede (GRE): de GRE heeft schouwen t.a.v. toegankelijkheid van de

infrastructuur voor langzaam verkeer gehouden in Ede centrum, Bospoort en in het najaar van

2013 in Lunteren. Daarnaast is er bestuurlijk overleg met de gemeente.

• Stichting Binnenstadsmanagement Ede (SBE): De SBE zorgt voor de leefbaarheid, vei-

ligheid en een gezond ondernemersklimaat in het centrum van Ede. Ze werkt samen met de

gemeente aan parkeren en verkeerscirculatie, met name ook bij evenementen.

• Ziekenhuis Gelderse Vallei: het ziekenhuis werkt samen met de gemeente aan de fysieke

infrastructuur in de directe omgeving van het ziekenhuis. Hieronder valt ook het halteren en de

routing van lijnbussen.

• Dorpsraad Bennekom: er wordt op het terrein van verkeer veel samen gewerkt met de

Dorpsraad Bennekom. Zo was er een klacht in Dovenetel dat er te hard wordt gereden op het

woonerf. Bebording met 15 km/h had geen effect. De gemeente is samen met vertegenwoor-

diging van de dorpsraad de buurt in gegaan (aanbellen). Er bleken 3 a 4 notoire hardrijders te

zijn. Afgesproken is dat de buurt kentekens noteert, vervolgens kan de wijkagent probleemver-

oorzakers opsporen.

• Bewonersvereniging Ede centrum: de vereniging werkt samen met de gemeente aan de

leefbaarheid van Ede centrum. Zij hebben in juni 2013 een inventarisatie fietsparkeren uitge-

voerd.

• BT A12. Binnen parkmanagement werken de bedrijven samen aan bebording, parkeren en

verkeersveiligheid. De gemeente heeft zich inmiddels redelijke teruggetrokken uit het parkma-

nagement.

• Overige dorpsraden en belangenverenigingen: er is een intensieve samenwerking met ver-

schillende dorpsraden en belangenvereniging via regulier contact en jaarlijks bestuurlijk over-

leg met B&W.


83

9. Aanrijdroutes brandweer

Technische rapportage - Maglr...6.2. Parkeren 55 6.3. Fietsstallen 57. 4. 5 Gemeentelijk verkeers-...

Documents

Transcript of Technische rapportage - Maglr...6.2. Parkeren 55 6.3. Fietsstallen 57. 4. 5 Gemeentelijk verkeers-...