&cw

∑˙ ˙ w

& œ œ œ œ w∑

œ œ œ œ w

&c˙

Ó˙

Óœ œ œ œ

˙Ó

œ œ œ œ œ œœ œ

˙Ó

& œ œ œ œ ˙Ó

œ œ œ œ œ œ œ œ ˙Ó

œ œ œ œ

&

œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ œ œ œ œ œ œ ˙ Ó

Technische Oefeningen

1. Ademhalingsoefeningen

* Blaas een paar keer heel veel lucht door je trompet (zonder dat je het mondstuk erop hebt).* Hou een blaadje (bv. een velletje wc-papier) tegen de muur en blaas ertegen. Laat het blaadje dan los en blijf blazen. Probeer het blaadje zo lang mogelijk tegen de muur te houden.* Oefen dit ook met aanzetten. Als je alleen met je tong aanzet en de adem blijft doorstromen, dan blijft het blaadje tegen de muur hangen.* Hou een blaadje (bv. een A4'tje) op armlengte afstand voor je en blaas ertegen. Probeer om het blaadje zo lang mogelijk op dezelfde hoogte te houden.* Ook deze oefening kun je met aanzetten oefenen.* Hou een brandende kaars voor je en blaas zachtjes tegen het vlammetje. Als je het goed doet, gaat de vlam niet uit, maar wordt heel klein. Probeer om dit zo lang mogelijk vol te houden.* Oefen dit ook met aanzetten.LET OP: Doe de oefening met de kaars alleen als je ouders erbij zijn!!!

2. Lipoefeningen

* Hou je lippen ontspannen op elkaar en blaas er lucht door. Je hoort nu een geluid als een briesend paard.* Hou je lippen wat vaster op elkaar (vooral in de mondhoeken) en blaas er lucht doorheen. Nu hoor je een zoemend geluid. Dit noemen we "lipbuzzen".* Probeer dit lipbuzzen te variëren, door je lippen meer en minder aan te spannen, kun je hoger en lager buzzen.* Probeer om eenvoudige stukjes toonladder te buzzen (controleer de toonhoogte met je trompet), bijvoorbeeld:

3. Mondstukoefeningen

* Ook op je mondstuk kan je buzzen. Hou je mondstuk ontspannen vast met je linkerhand en speel een noot op je mondstuk. Dit heet "mondstukbuzzen".* Probeer ook op je mondstuk oefeningen te spelen. Controleer steeds met je trompet of je op de goede toonhoogte zit. Speel bijvoorbeeld deze oefening:

&c˙

˙˙

Ó

&c˙

˙˙

Ó

&cœ

œœ

œ

˙Ó

&cœ

œœ

œœ

œ

˙

&cœ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙

Ó

2

4. Lange noten

* Speel een willekeurige noot en hou hem zo lang mogelijk aan. Tel mee en probeer steeds om je record te verbeteren. Doe deze oefening op noten in het gehele bereik, dus zowel lage als hoge noten.* Speel deze noten ook zo hard mogelijk en zo zacht mogelijk. Let erop dat je dezelfde noot blijft spelen.* Begin de noot zo zacht mogelijk, wordt steeds harder tot je niet harder kunt en dan weer steeds zachter.* Begin de noot zo hard mogelijk, wordt steeds zachter tot je niet zachter kunt en dan weer steeds harder.

5. Lipbindingen

Speel de volgende oefening:

Speel nu dezelfde oefening, maar met je tweede ventiel. Ga daarna door met 1, 12, 23, 13 en 123.Blijf met 123 spelen, maar speel nu deze oefening:

Ga nu steeds hoger spelen door de volgende ventielen te gebruiken: 13, 23, 12, 1, 2, 0.Speel dan de volgende oefening en ga weer steeds omlaag: 0, 2, 1, 12, 23, 13, 123.

De laatste oefening gaat weer van laag naar hoog met de volgende grepen: 123, 13, 23, 12, 1, 2, 0.

6. Vingeroefeningen

* Speel combinaties van twee ventielen zo snel en lang mogelijk achter elkaar. Dit ziet er als volgt uit:

Speel deze oefening ook met andere combinaties van ventielen, vooral de combinaties met het derde ventiel zijn lastig!

&cœ œœ œ œ œ

œ œ œ œœ œ œ œ

œ œ ˙Ó

&c

œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œ œ œ œ œœ œ œ œ œ

&œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ

3

* Speel nu combinaties met drie ventielen, bijvoorbeeld:

Oefen ook dit weer met verschillende combinaties van ventielen.* Oefen de aparte blaadjes met "moeilijke grepen".

7. Aanzetoefeningen

* Oefen aanzetoefeningen op één toon, zoals bij de ademhalingsoefeningen, maar nu op je trompet.* Oefen toonladders waarbij je elke noot een aantal keer herhaald, dit ziet er als volgt uit:

Oefen ook andere toonladders op deze manier en speel deze toonladders portato, staccato en staccatissimo.