Taalverhaal.nu Methodewijzer

48
Optimaal resultaat door eenvoudig te organiseren differentiatie Taal en Spelling groep 4 t/m 8 Methodewijzer

description

Taalverhaal.nu enthousiasmeert, waardoor elke leerling beter presteert.

Transcript of Taalverhaal.nu Methodewijzer

Page 1: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Optimaal resultaat door eenvoudig te organiseren differentiatie

Taal en Spelling groep 4 t/m 8

Methodewijzer

Page 2: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Introductie

Taalverhaal.nu helpt u om het beste resultaat bij elke leerling te halen. Met deze solide taal- en spelling-methode voor groep 4 t/m 8 blijft de lesstof leerlingen echt bij, dankzij structurele herhaling en onderhoud, in een heldere en herkenbare structuur. Taalverhaal.nu helpt u om in uw taal- en spellinglessen maximaal te differentiëren en leerlingen op hun eigen niveau uit te dagen, met een ongekend sterke geïntegreerdewoordenschat- en spellinglijn. Vol verfrissende aspecten waarmee u uw lessen kunt vernieuwen zonder dat uw werkwijze op de schop moet. En daarbij creëert Taalverhaal.nu alle tijd voor u om aan de slag te gaan met leerlingen die net dat beetje extra begeleiding nodig hebben.

Het beste resultaat door:

• Optimaal en eenvoudig differentiëren• Heldere herkenbare structuur• Sterke woordenschat- en spellinglijn• Meer tijd voor elke leerling

Bekijk een korte impressie van Taalverhaal.nu op www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal

Enige methode die alle twaalf de kerndoelen Nederlandse taal dektMet het verschijnen van de nieuwe edities taalmethoden primair onderwijs hebben de GEU en Inspectie van onder wijs besloten deze te laten analyseren op kerndoelen. Taalverhaal.nu dekt als enige taalmethode volledig alle twaalf de kerndoelen Nederlandse taal! Dit blijkt uit de recente analyse van SLO (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling).

2

Page 3: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Inhoud

Daarom Taalverhaal.nu 4

Taal 6Structuur Taal 6Leerlijnen Taal 11Differentiatie Taal 12Opbrengstgericht werken Taal 14

Spelling 16Structuur Spelling 16Leerlijn Spelling 21Differentiatie Spelling 22Opbrengstgericht werken Spelling 24

Materialen en software Taal en Spelling 25Voorbeeldpagina’s Taal 26Voorbeeldpagina’s Spelling 34

Software 42Methodestartpagina 42Digibordsoftware 43Verwerkingssoftware 43Oefensoftware 45Toetssoftware 45

Overstappen 46

Meer weten? 46

SpellingTaal

3

Page 4: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Taalmethode voor het basisonderwijs

8Leerlingenboek

Taal8

9789006614022_TVT 8 LLB.indd 2-4

20-11-12 09:40

viertact van Marianne Verhallen. Taalverhaal.nu koppelt woordenschat met spreken en luisteren, leesbegrip en woord- en zinsbouw. Leerlingen oefenen spreken, luisteren en leesbegrip met de woordenschatwoorden van het blok. Dat geeft een dubbele opbrengst van de lessen en leerlingen krijgen een grote woordenschat.

“ We merken dat de kinderen door deze methode de woordenschat aan het verbreden zijn.”

Chantal Disveld, leerkracht groep 5 Pieter de Jongschool in Arnhem.

Optimale differentiatieMet Taalverhaal.nu kunt u optimaal differentiëren. Zwakke leerlingen werken in de maatschriften Taal en Spelling. Taalsterke leerlingen maken aparte opdrachten met plusbladen of plusschriften. En meerbegaafde leerlingen werken met toptaalschriften en een verkorte route. In het groepsplan vindt u de leerroutes voor de verschillende niveaus. In de handleiding leest u iedere dag extra lestips en aanwijzingen voor NT2-leerlingen, dyslectische leerlingen, taal/spellingzwakke en taal/spelling sterke leerlingen. Taalverhaal.nu biedt voor tempodifferentiatie extra opdrachten op drie niveaus en opties voor coöperatieve werkvormen. Met dit hele pakket aan mogelijk heden heeft u de juiste les voor elke leerling op eigen niveau.

Heldere herkenbare structuurDe heldere herkenbare structuur bij Taalverhaal.nu kenmerkt zicht door structurele herhaling en onderhoud op weekniveau, blokniveau en jaarniveau bij alle leerlijnen. Bij taal staat er per twee lessen één leerlijn centraal en bij spelling één spellingcategorie per week. Door de vaste toetsmomenten houdt u altijd vinger aan de pols. Er is een nulmeting, bloktoets, voortgangstoets en een eindmeting.

Sterke spellinglijn Taalverhaal.nu biedt een uniek leerlingenboek voor spelling waarin leerlingen terugvinden wat zij hebben geleerd. Ook de opbouw van de lessen zorgt dat de leerlingen goed leren spellen. Iedere week oefenen leerlingen één spellingcategorie met de bijbehorende strategie en oriëntatie op de twintig woorden van de spellingcategorie. De eerste les is een leerkrachtgebonden les waar de leerkracht een spellingcategorie introduceert. Daarna gaan leerlingen zelfstandig aan de slag. In les drie bedenken zij zelf woorden in de spellingcategorie en moeten ze hun kennis toepassen. Gevolgd door de herhalingles: ‘Kun je dit nog’. Deze bewezen methodiek van leren en herhalen zorgt dat spelling uitstekend beklijft bij leerlingen.

Sterke woordenschatlijnWoorden beklijven door de unieke combinatie vande verhaallijn als betekenisvolle context en de bewezen

Daarom Taalverhaal.nu!

4

Page 5: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Taalmethode voor het basisonderwijs

8Leerlingenboek

Taal8

9789006614022_TVT 8 LLB.indd 2-4

20-11-12 09:40

Meer tijd voor elke leerlingMet de Methodestartpagina - de online lesomgeving - organiseert u eenvoudig uw lessen. Op de Methode-startpagina kunt u met één druk op de knop oefen- en toetsrapportages inzien per blok en per leerlijn/spelling-categorie. Op basis van de toetsresultaten staan automatisch groepsplannen op maat klaar. U heeft direct toegang tot de digibordsoftware die u eenvoudig door de les leidt. Daarnaast vindt u er bladerpfd’s van de handleiding en leerlingmaterialen, diverse printbladen en vele extra’s ter ondersteuning van uw taalles. Verder switcht u heel gemakkelijk tussen de groepen. Zo bespaart u tijd om aan élke leerling te besteden.

Motiverende instructiefilmpjesTaalverhaal.nu biedt een slimme inzet van media. De vele instructiefilms sluiten goed aan op de leefwereld van de leerlingen. Hiermee maakt u de lesstof boeiender voor de leerlingen en blijft de stof ook beter hangen. De films bieden een waardevolle context voor taal- en spellingkwesties. U kunt ze op tal van manieren inzetten. Bijvoorbeeld klassikaal of als verlengde instructie.

Een spannende multimediale verhaallijnTaal vanuit een verhaal maakt leerlingen enthousiast voor de les. Elk hoofdstuk start met een spannend verhaal in de vorm van een verhaalanimatie die u via het digibord afspeelt. De personages en belevenissen groeien door de leerjaren mee met de leerlingen.

Zo blijft het boeien. De verhalen vormen de rode draad binnen de leerlijnen. De animaties koppelen woord en beeld binnen een context, waardoor de leerling makkelijker de betekenis onthoudt.

Inspirerende lessen ‘Filosoferen met Bas Haring’ en ‘Helder denken’U krijgt elke leerling enthousiast voor taal met de optionele lessen van de bekende filosoof Bas Haring en de lessen ‘Helder denken’ waar leerlingen leren argumenteren. Bas Haring legt leerlingen kritische vragen en brandende kwesties voor. Hij doet dat in leuke filmpjes, die de leerlingen uitdagen om met elkaar in discussie te gaan.

In de lessen ‘Helder denken’ leren leerlingen spelenderwijs hoe ze structuur kunnen aanbrengen in hun denken door in stapjes te denken: eerst observeren, dan alle belangrijke informatie ordenen en dan pas tot een oordeel komen. De lessen helpen leerlingen om helder te redeneren, te overtuigen, te betogen en te discussiëren.

Bekijk op www.thiememeulenhoff.nl/ primair-onderwijs/filosoferen

5

Page 6: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Kun je dit nog? Dit blokje valt een beetje weg tov de 6 overige blokken. Terwijl het wel bij het basisprogramma hoort, het zijn 3 weken aan het eind van het jaar.Graag qua

opmaak meer op laten vallen, bv horizontaal onderaan uitlijnen lesweek 31 t/m 333 weken herhaling en onderhoud van stof vanalle blokken

= toetsweekT

Extra weken zijn optioneel

Het jaarprogramma van Taalverhaal.nu: • Bestaat uit 33 weken.• Is verdeeld in 6 blokken van 5 weken: 4 lesweken

en 1 toetsweek.• Eindigt met 3 ‘Kun je dit nog?’-weken voor

herhaling en onderhoud.

U kunt het programma uitbreiden naar 36 weken. In de drie extra weken kunt u de geleerde stof herhalen of aan de slag gaan met de bijzondere extra lessen ‘Filosoferen met Bas Haring’. Ook de lessen ‘Helder denken’ kunnen eventueel in de extra weken ingezet worden.

Structuur Taal

Taal

Page 7: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Lees de woorden.Schrijf alleen de verkleinwoorden in je schrift.

oranje

draakjekindje

deurtjefranje

hondje tasje

Kijk naar de plaatjes.Schrijf de vijf verkleinwoorden in je schrift.

Is het een verkleinwoord, ja of nee?

1 Lees de woorden.2 Schrijf de nummers in je schrift.3 Schrijf achter het nummer: ja of nee.

a het luikjeb het voetbalveldjec het nestjed weet jee het riempjef het lakentjeg het jong

1

2

3

Kun je dit nog?

112

84HoofdstukBlok

10Les

• Je herhaalt verkleinwoorden uit blok 2.

Schrijf uit elke zin het werkwoord op.

1 Krieko gromt tegen de kok.2 De kok lijkt bekend.3 Ik lust geen groene krokodil!4 Vader maakt een grap.5 Krieko gaat in de pan.

Zoek de werkwoorden in de zinnen.

1 Lees het verhaal.2 Wat is het werkwoord in de zin?3 Schrijf van elke zin het werkwoord in je schrift. Let op! Soms zijn het twee werkwoorden.

Heel in de verte zie je hoge bergen.Je kunt er met de trein heen.Wij gaan daar met de hele familie klimmen.Durf jij dat ook?Nou ik wel, ik vind klimmen in de bergen heerlijk.

Welk woord past in de zin?Schrijf het nummer in je schrift met het antwoord erachter.Let op! Je houdt een woord over.

Kies uit: zoek – gaat – zoeken – ga – zoekt – gaan

1 Wij ... met vakantie.2 Hij ... naar school.3 Ik ... mijn fiets.4 Zij ... hun bal.5 Ik ... met jou mee.

1

2

3

113

• Je herhaalt het herkennen en gebruiken van werkwoorden.

Kun je dit nu?

• Bij Taal komen de woordenschatwoorden syste matisch terug in de verhaallijn, leesteksten en oefeningen.

• Met de Kwismeester, een uitdagende oefenquiz, kunnen leerlingen op elk moment zelfstandig in tweetallen de belangrijkste vaardigheden oefenen.

• Met de oefensoftware krijgt de leerling op basis van een instapoefening oefenstof aangeboden op zijn eigen niveau (er zijn drie niveaus beschikbaar).

• In de verwerkingssoftware zijn alle opdrachten en uitleg uit de leerlingboeken, werk- en maatschriften plus antwoorden volledig digitaal en interactief beschikbaar op drie niveaus.

Taalverhaal.nu blikt consequent terug op de behandelde stof. Voor herhaling en onderhoud is continue aandacht op de volgende manier:• Op weekniveau: elke laatste les van de week

herhalen leerlingen de stof van die week en van twee blokken daarvoor met de Kun je dit nu?- en Kun je dit nog?-oefeningen.

• Op blokniveau: na het tweede, vierde en zesde blok is er een optionele extra week voor extra oefening.

• Op jaarniveau: aan het eind van het jaar zijn er drie weken herhaling en onderhoud van alle voorafgaande leerstof.

• Per blok zijn er drie extra pagina´s met uitloop-opdrachten, ingedeeld in makkelijk, gemiddeld en moeilijk.

Uniek in herhaling en onderhoud

7

Page 8: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Elke controletoets heeft 3 onderdelen

Kun je dit nu?Basisstof van het betreffende blok.

Kun je dit nog?Relevante stof van eerdere blokken.

Kun je dit al?Stof van het komende blok.

Structuur van een blok Taal

• Elk blok bestaat uit twee hoofdstukken van twee weken. Elke twee weken zijn identiek van opbouw.• Per twee lessen staat een leerlijn centraal (soms ondersteund door een tweede leerlijn).• Na de leerkrachtgebonden les volgt een les waarin de leerlingen zelfstandig aan de slag gaan met

de stof van de les ervoor. U heeft dan tijd voor instructie op maat. • De lessen 5 en 10 bevatten extra herhaling en onderhoud. Leerlingen herhalen dan de stof van die

week en de stof van twee blokken ervoor.

Systematische toetsingMet Taalverhaal.nu toetst u structureel met de volgende toetsen:• Een nulmeting aan het begin van het jaar.• Bloktoetsen in de toetsweek (elke vijfde week):

Woordenschat en Woord- en zinsbouw. Dag één: signaleringstoets en dag vijf: controletoets.

• Voortgangstoetsen (na blok twee en vier).• Eindmeting aan het eind van het jaar.

Afhankelijk van de resultaten kunt u in de toetsweek drie dagen lang remediëren, herhalen en verrijken.

Elk blok bestaat uit vijf weken: vier lesweken en één toetsweek. Elke lesweek heeft vijf lessen van 45 minuten:

ZW = Zelfstandig werken LK = Leerkrachtgebonden

8

Page 9: Taalverhaal.nu Methodewijzer

verlengdedirect zelfstandigaan de slag

(taalsterke en meer-begaafde leerlingen)

instructie taalzwakke en NT2-leerlingen

1 introductie: samen de les startenhele groep

2 interactieve instructie en begeleid inoefenenhele groep

3 verwerking: zelfstandig werken(deel van de) groep

4 verwerking: zelfstandig werken

hele groep

5 afsluiting:samen terugkijken

hele groep

eventueel met uitzondering van

taalsterke en meerbegaafde leerlingen

met uitzondering van taalzwakke en NT2-leerlingen

Lesschema: IGDI model/ directe instructiemodel Taalverhaal.nu heeft de lessen opgebouwd volgens het IGDI-model. IGDI staat voor InteractiefGedifferentieerd model voor Directe Instructie.

De kenmerken zijn:• aandacht voor de verschillen in de instructiebehoeften van leerlingen• interactieve instructie als vast element• vijf lesfasen waarin ruimte is voor (verlengde) instructie

De basisfasen in het directe instructiemodel zijn:1 introductie = ophalen en activeren van voorkennis

en focus leggen op het lesdoel2 instructie = uitleg van de stof inclusief begeleid

inoefenen3 verwerking = zelfstandig of in samenwerking

oefenen van de aangeboden stof4 reflectie = gezamenlijk terugkijken op de lesDeze fasen zijn terug te vinden in de lesindeling van Taalverhaal.nu in de handleiding. Ook zijn de lessen op het digibord geheel volgens deze fasen opgebouwd.

De basis van het IGDI-model is het directe instructiemodel. Het directe instructiemodel is in het onderwijs een bewezen effectief didactisch lesmodel. Kenmerken van directe instructie zijn:• doelgerichte instructie• onderwijs op maat• zorgvuldige benutting van de lestijd• voorbeelden en demonstratie bij uitleg van leerstof• gericht op actieve betrokkenheid van leerlingen• directe feedback

In Taalverhaal.nu wordt dit model gekoppeld aan de volgende driedeling:Denken oriëntatie op de leerdoelen en de nieuwe stof of vaardigheid (introductie + instructie)Doen actief de stof verwerken door middel van opdrachten (verwerking)Terugkijken met de hele groep reflecteren op de leerdoelen en de opdrachten (reflectie)

Directe instructiemodel in Taalverhaal.nu

IGDI-model in Taalverhaal.nu

Wat? Wie?

1 Samen de les starten (introductie) 1 hele groep

2 interactieve instructie en begeleid inoefenen (instructie)

2 hele groep, eventueel zonder de spellingsterkte leerlingen

3 a zelfstandig werken b verlengde instructie (verwerking)

3 a groep b spellingzwakke en NT2-leerlingen

4 zelfstandig werken (verwerking) 4 helegroep

5 afsluiting van de les (reflectie) 5 helegroep

9

Page 10: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Voorbeeld Taal

Combinatiegroepen TaalU kunt Taalverhaal.nu goed inzetten bij combinatie-groepen. Terwijl de ene groep zelfstandig aan de slag gaat, kunt u de leerkrachtgebonden les met de andere groep doen.

Bij elke leerkrachtgebonden les is voor combinatie-groepen een start- en afsluitopdracht beschikbaar in de vorm van een printblad. In de handleiding wordt bij de les hiernaar verwezen.

Op vrijdagen werken beide groepen zelfstandig en is er gelegenheid om kleine groepjes leerlingen apart te helpen, te begeleiden of een les in te halen.

Page 11: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Sterke woordenschatlijn door koppeling leerlijnen

Per jaar krijgen leerlingen 600 nieuwe woorden aangeboden in verschillende categorieën, zoals kijkwoorden, leeswoorden en schooltaalwoorden gebaseerd o.a. op de Woordenlijst Amsterdamse Kinderen. De school-taalwoorden helpen leerlingen nieuwe informatie in de schoolse context te kunnen begrijpen. Leerlingen onthouden de woordenschatwoorden uitstekend door de unieke combinatie van de verhaallijn en de toepassing van de woordenschat.

Taalverhaal.nu koppelt woordenschat met spreken en luisteren, leesbegrip en woord- en zinsbouw. Dat geeft een dubbele opbrengst van de lessen en leerlingen krijgen een grote woordenschat, gegarandeerd.

Taalverhaal.nu maakt gebruik van de woordenschatdidactiek van Marianne Verhallen. Voor de taalsterke leerlingen zijn er diverse uitbreidingsoefeningen waarbij ze voldoende nieuwe woorden krijgen aangeboden.

De leerlijnenHet programma van Taalverhaal.nu bevat vijf taaldomeinen:• Woordenschat: woorden leren, gebruiken en

onthouden. De leerlijn Woordenschat is geïntegreerd in de leerlijnen Spreken en Luisteren en Leesbegrip.

• Woord- en zinsbouw: klanken, woorden, zinnen en taalgebruik (onderdeel begrippen en taalverzorging).

• Luisteren en spreken: luistervaardigheid, sociaal-communicatieve vaardigheden, gevarieerde woordenschat gebruiken, presentaties, non-verbale communicatie.

• Stellen: goed en mooi formuleren, creatief schrijven, het schrijven van zakelijke brieven, fictie-teksten, informatieve teksten, instructies en betogende teksten.

• Leesbegrip: Taalverhaal.nu biedt als enige taal methode structureel aandacht aan begrijpend lezen, inclusief leesstrategieën. Zo leren leerlingen de betekenis van geschreven taal. En daardoor halen zij nog betere resultaten.

Taalverhaal.nu en de referentieniveausTaalverhaal.nu voldoet volledig aan de nieuwe referentieniveaus voor taal. Alle doelen uit het referentie-kader zijn in de methode geïntegreerd. Het doel is leerlingen helpen naar taalniveau 1F. Leerlingen die dat aan kunnen, maken de stap naar 2F en hoger.

Leerlijnen Taal

11

Page 12: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Niveau

Meerbegaafd

Schriften Methodestartpagina(online lesomgeving)

Taalsterk

Gemiddeld

Taalzwak

Werkschrift, plusbladen/ plusschrift, Toptaalschrift Verwerkingssoftware

Adaptieveoefensoftware

voor woordenschat,woord- en zinsbouw.

Naar eigen inzicht inzetten van

instructiefilmpjes.

Werkschrift, plusbladen/ plusschrift

Werkschrift

Maatschrift

Taalverhaal.nu biedt elke leerling een leerroute naar succes, zónder dat het u veel inspanning of organisatie kost. In een handomdraai biedt u de lesstof op verschillende niveaus aan, iedere dag in elke les. De verschillende differentiatiemogelijkheden zijn ingebed in de organisatie en in het aangeboden materiaal. Zo biedt u de juiste les voor ieder kind op eigen niveau. En haalt u het beste uit elke leerling.

Tips in de handleidingBij elke les geeft de handleiding extra instructie- en differentiatietips voor NT2-leerlingen, dyslectische leerlingen, taalzwakke én taalsterke leerlingen en voor coöperatieve werkvormen. Met deze tips kan u de opdrachten eenvoudig afstemmen op de behoefte van elke leerling.

Tempodifferentiatie

• De ‘Haasjesopdracht’ is een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les en is geschikt voor alle leerlingen.

• Per blok zijn er drie extra pagina´s met uitloop-opdrachten, ingedeeld in makkelijk, gemiddeld en moeilijk.

• Ook de oefensoftware kan worden ingezet als tempodifferentiatie.

• De Kwismeester, waarbij leerlingen in tweetallen zelfstandig de belangrijkste vaardigheden oefenen, kan ook als tempodifferentiatie ingezet worden.

Niveaudifferentiatie

Maatschriften voor taalzwakke leerlingenIn het maatschrift komt dezelfde stof aan de orde als in het werkschrift, maar worden de leerlingen meer bij de hand genomen in de opdrachten. Leerlingen stromen uit op het referentieniveau 1F.

Plusbladen/ plusschrift en toptaalschriftPlusbladen zijn printbladen (plusschriften zijn gebundelde bladen) met lesstof met lesstof op een hoger niveau voor de goede en vlotte leerlingen. De plusbladen stellen hogere eisen aan het toepassen van vaardigheden en het combineren van kennis. Het toptaalschrift is bedoeld voor de meerbegaafde leerlingen en benadert taal vanuit een ander perspectief; het schrift bevat uitdagende taken die een beroep doen op hogere cognitieve vaardigheden.

Differentiatie Taal

Schematisch overzicht differentiatie Taal

12

Page 13: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Taalmethode voor het basisonderwijs Werkschrift

Naam:

6 a

9789006614053_TVT 6 WSA.indd 2-3 14-11-12 10:44

Taalmethode voor het basisonderwijs Maatschrift

Naam:

6 a

9789006614107_TVT 6 MSA.indd 2-3 14-11-12 10:31

Opdracht 1Preteaching

Laat de taalzwakke leerlingen de doelwoorden van deze les bekijken en lezen. Ze zoeken er afbeeldingen bij en plakken deze in het woordenschrift.

Opdracht 3

TaalzwakLaat taalzwakke leerlingen hun mening en argumenten eerst opschrijven of schrijf de formu-leringen (inclusief mening en argumenten) op het bord.

Opdracht 4

TaalzwakGeef de leerlingen kaartjes met de formuleringen, zodat ze kunnen kiezen. Bedenk samen eerst argumenten.

Extra instructie/differentiatie

In het maatschrift komt dezelfde lesstof aan de orde als in het werkschrift, maar worden de leerlingen meer aan de hand genomen in de opdrachten (meer herhaling, meer gesloten opdrachten, meer aandacht voor de betekenis van woorden en zinnen, meer hulp bij de denk richting van een antwoord). Het maatschrift vervangt het werkschrift.

Bij elke les extra tips voor differentiatie in de overzichtelijke handleiding.

Kortom; optimale differentiatie met:

• Veel instructiefilmpjes die variabel in te zetten.• Om de dag verwerking in werk- of maatschrift.• Elke dag extra instructie- en differentiatietips in de handleiding,

voor taalsterke én taalzwakke leerlingen (dyslectisch, NT2).• Plusbladen/ plusschrift voor taalsterke leerlingen.• Toptaalschriften voor meerbegaafde leerlingen.• Oefensoftware, waarin op basis van een instapoefening de leerling

oefenstof krijgt aangeboden op zijn eigen niveau (er zijn 3 niveaus beschikbaar).

• Tempodifferentiatie: extra opdrachten voor leerlingen op 3 niveaus.• Extra opties voor coöperatieve werkvormen.

Page 14: Taalverhaal.nu Methodewijzer

LeerrendementDe sterke woordenschatlijn, optimale differentiatie op vier niveaus, en het scherpe zicht op de resultaten zorgen gegarandeerd voor een hoog leerrendement. Daarbij krijgt u elke leerling enthousiast voor taal door moti verende instructiefilmpjes, de spannende multimediale verhaal-lijn en de inspirerende lessen: ‘Filosoferen met Bas Haring’ en ‘Helder denken’. Dat maakt leren leuk. En leuker leren, is beter presteren.

Taalverhaal.nu en de referentieniveausTaalverhaal.nu voldoet volledig aan de nieuwe referentieniveaus voor Taal en Spelling. Alle doelen uit het referentiekader zijn in de methode geïntegreerd. Het doel is leerlingen helpen naar taalniveau 1F. Leerlingen die dat aan kunnen, maken de stap naar 2F en hoger.

ToetsenMet Taalverhaal.nu toetst u structureel. De signalerings-toetsen kennen de onderdelen ‘Kun je dit nu?’, ‘Kun je dit nog?’ en (controletoetsen) ‘Kun je dit al?’. Afhankelijk van de resultaten kunt u in de toetsweek

drie dagen lang remediëren, herhalen en verrijken. Hiervoor maakt u gebruik van printbladen en aan-wijzingen in de handleiding. Ook kunt u op basis van de resultaten samen met de leerling een leerplan opstellen voor het volgende blok. De groepsplannen zijn zo gemaakt dat u direct overzicht heeft in op de leerdoelen van het volgende blok en een advies welke route u de leerlingen kunt laten volgen.

Opbrengstgericht werken Taal

Met Taalverhaal.nu bent u verzekerd van opbrengst gericht werken door:• Heldere blokdoelen (taal) en lesdoelen voor

zowel leerkracht als leerling.• Systematische toetsing.• Structurele herhaling en onderhoud.• Heldere (toets)rapportages en verwijzingen

(per groep en per leerling).• Sterke differentiatie en verlengde instructie

op maat.• Motivatie en inspiratie door instructiefilmpjes.

Toetsresultaten Met één druk op de knop kiest u gewenste rapportages.

Per groep of per leerling en per blok of per leerlijn/spellingcategorie.

14

Page 15: Taalverhaal.nu Methodewijzer

BIJZOND

ERE

EXTRA

L E S S E N

Groepsplan Op basis van de toetsresultaten geeft Taalverhaal.nu advies in de vorm van een

groepsplan en zijn er leerroutes op maat. Bij Taal op 4 niveaus: taalzwak, gemiddeld,

taalsterk, meerbegaafd. Bij Spelling op 3 niveaus: spellingzwak, gemiddeld,

spellingsterk/meerbegaafd.

Met ´Filosoferen met Bas Haring´ en ´Helder denken´ ontwikkelen uw leerlingen in groep 4 t/m 8 onmisbare vaardigheden voor de 21e eeuw. Ze leren onder meer kritisch denken, argumenteren en analyseren. Handig voor nu én in toekomst. • Klassikale aansprekende en prikkelende aanpak.• Hoge opbrengst en nauwelijks voorbereiding.• Praktische direct in te zetten lesmaterialen.

De lessen zijn gratis beschikbaar bij Taalverhaal.nuLees alles over deze lessen op: www.thiememeulenhoff.nl/primair-onderwijs/filosoferen

Page 16: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Kun je dit nog? Dit blokje valt een beetje weg tov de 6 overige blokken. Terwijl het wel bij het basisprogramma hoort, het zijn 3 weken aan het eind van het jaar.Graag qua

opmaak meer op laten vallen, bv horizontaal onderaan uitlijnen lesweek 31 t/m 333 weken herhaling en onderhoud van stof vanalle blokken

Het jaarprogramma van Taalverhaal.nu Spelling: • Bestaat uit 33 weken.• Is verdeeld in 6 blokken van 5 weken: 4 lesweken en 1 toetsweek.• Eindigt met 3 ‘Kun je dit nog?’-weken voor herhaling en onderhoud.

= toetsweekT

Extra weken zijn optioneel

Structuur Spelling

Spelling

16

Page 17: Taalverhaal.nu Methodewijzer

11Woordpakket

3Blok

3Les Kun je dit nog?

• Je herhaalt woorden uit blok 1. • Je kunt woorden en woordstukjes die eindigen op d uit woordpakket 11 nu goed schrijven.

• Je kunt woorden uit blok 1 nog goed schrijven.

44 45

Kun je dit nu?

45

Wat hoort op de puntjes?Schrijf het in de puzzel.

1 De dochter van de koning is een....

2 Donder en bliksem noem je....

3 Dieren met een vacht van wol zijn....

4 In een... zwemmen soms vissen.

5 Je veegt de vloer met een....

6 De koning woont in een....

p1

r

o2

s3

c

v4

ij

b5

p6

a

i n s e s n w e e r h a p e n v e r e z e m l e i s

Welk woord lees je van boven naar beneden?

Welke woorden uit het woordpakket horen bij het plaatje?Schrijf de woorden in de vakjes.

Welke stukjes horen bij elkaar?Geef de stukjes die bij elkaar horen dezelfde kleur. Schrijf de nieuwe woorden op.

steen school wijs pijn kies neus schoor bus fris piek drank fi jnsteen school wijs pijn kies neus schoor bus fris piek drank fi jn

1

snavel

2

strijken het servies

het paspoort het gordijn

het schoolschrift

schakenhet weerbericht

3

schoolbus

frisdrank

schoorsteen

piekfijn

wijsneus

kiespijn

Zo schrijf ik het goed

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Woorden uit blok 1

Zo schrijf ik het goed

1

2

3

4

5

• Met de Kwismeester, een uitdagende oefenquiz, kunnen leerlingen op elk moment zelfstandig de belangrijkste vaardigheden oefenen.

• Oefensoftware: bij elk woordpakket/spelling-categorie zijn er extra digitale oefeningen op drie niveaus.

• Algemene spellen: na elk blok vindt u algemene spellen op drie niveaus in het leerlingenboek. U kunt per leerling kiezen welk spel u op welk niveau aanbiedt.

Taalverhaal.nu blikt consequent terug op de behandelde stof. Voor herhaling en onderhoud is continue aandacht op de volgende manier:• Op weekniveau: elke laatste les van de week

herhalen leerlingen de stof van die week en van twee blokken daarvoor met de Kun je dit nu?- en Kun je dit nog?-oefeningen.

• Op blokniveau: na het tweede, vierde en zesde blok is er een optionele extra week voor extra oefening.

• Op jaarniveau: aan het eind van het jaar zijn er drie weken herhaling en onderhoud van alle voorafgaande leerstof.

Uniek in herhaling en onderhoud

17

Page 18: Taalverhaal.nu Methodewijzer

HO

OFD

STU

K 1

WEEK

1W

EEK 2

WEEK

3W

EEK 4

HO

OFD

STU

K 2

Les 6LKWoord- en zinsbouw

Les 7ZWWoord- en zinsbouw

Les 3LKLeesbegripWoordenschat

Les 8LKStellen

Les 9ZWStellen

Les 10ZWKun je dit nog?Kun je dit nu?

Les 1LKSpreken/luisterenWoordenschat

Les 6LKWoord- en zinsbouw

Les 2ZWSpreken/luisterenWoordenschat

Les 7ZWWoord- en zinsbouw

Les 3LKLeesbegripWoordenschat

Les 8LKStellen

Les 4ZWLeesbegripWoordenschat

Les 9ZWStellen

Les 5ZWKun je dit nog?Kun je dit nu?

Les 10ZWKun je dit nog?Kun je dit nu?

WEEK

5TOET

SW

EEK Les 1

SignaleringstoetsWoordenschat, Woord- en zinsbouw

HerhalenVerrijkenRemediëren

LKHelder denken(facultatief)

HerhalenVerrijkenRemediëren

ControletoetsWoordenschat, Woord- en zinsbouw

BLOKINDELING TAAL

BLOKINDELING SPELLING

WEEK

1WP

1

Les 1LKSpreken/luisterenWoordenschat

Les 2ZWSpreken/luisterenWoordenschat

Les 4ZWLeesbegripWoordenschat

Les 5ZWKun je dit nog?Kun je dit nu?

Les 1LKIntroductieSpellingscategorie

Les 2ZWOefenenSpellingscategorie

Les 3ZWOefenenSpellingscategorie

Les 4ZWDicteeKun je dit nu?Kun je dit nog?

WEEK

2WP

2

Les 1LKIntroductieSpellingscategorie

Les 2ZWOefenenSpellingscategorie

Les 3ZWOefenenSpellingscategorie

Les 4ZWDicteeKun je dit nu?Kun je dit nog?

WEEK

3WP

3

Les 1LKIntroductieSpellingscategorie

Les 2ZWOefenenSpellingscategorie

Les 3ZWOefenenSpellingscategorie

Les 4ZWDicteeKun je dit nu?Kun je dit nog?

WEEK

4WP

4

Les 1LKIntroductieSpellingscategorie

Les 2ZWOefenenSpellingscategorie

Les 3ZWOefenenSpellingscategorie

Les 4ZWDicteeKun je dit nu?Kun je dit nog?

WEEK

5TOET

SW

EEK LK

Signaleringsdictee

ZWHerhalenVerrijkenRemediëren

ZWHerhalenVerrijkenRemediëren

LKControledictee

Structuur van een blok Spelling

ZW = Zelfstandig werken LK = Leerkrachtgebonden

Elk blok bestaat uit vijf weken: vier lesweken en één toetsweek. Elke lesweek heeft vier lessen van 25 minuten.

De opbouw van een lesweek• Les 1 is leerkrachtgebonden met intro-

ductie en uitleg van een spellingcategorie aan de hand van een woordpakket.

• In les 2 en 3 werken de leerlingen zelfstandig. Zij passen het geleerde zelf toe en bedenken woorden met hetzelfde spellingsprobleem.

• Les 4 bestaat uit een dictee en oefenen van eerdere spellingcategorieën.

18

Page 19: Taalverhaal.nu Methodewijzer

verlengdedirect zelfstandigaan de slag

(taalsterke en meer-begaafde leerlingen)

instructie taalzwakke en NT2-leerlingen

1 introductie: samen de les startenhele groep

2 interactieve instructie en begeleid inoefenenhele groep

3 verwerking: zelfstandig werken(deel van de) groep

4 verwerking: zelfstandig werken

hele groep

5 afsluiting:samen terugkijken

hele groep

eventueel met uitzondering van

taalsterke en meerbegaafde leerlingen

met uitzondering van taalzwakke en NT2-leerlingen

Lesschema: IGDI model/ directe instructiemodel Taalverhaal.nu heeft de lessen opgebouwd volgens het IGDI-model. IGDI staat voor InteractiefGedifferentieerd model voor Directe Instructie.

De kenmerken zijn:• aandacht voor de verschillen in de instructiebehoeften van leerlingen• interactieve instructie als vast element• vijf lesfasen waarin ruimte is voor (verlengde) instructie

De basisfasen in het directe instructiemodel zijn:1 introductie = ophalen en activeren van voorkennis

en focus leggen op het lesdoel2 instructie = uitleg van de stof inclusief begeleid

inoefenen3 verwerking = zelfstandig of in samenwerking

oefenen van de aangeboden stof4 reflectie = gezamenlijk terugkijken op de lesDeze fasen zijn terug te vinden in de lesindeling van Taalverhaal.nu in de handleiding. Ook zijn de lessen op het digibord geheel volgens deze fasen opgebouwd.

De basis van het IGDI-model is het directe instructiemodel. Het directe instructiemodel is in het onderwijs een bewezen effectief didactisch lesmodel. Kenmerken van directe instructie zijn:• doelgerichte instructie• onderwijs op maat• zorgvuldige benutting van de lestijd• voorbeelden en demonstratie bij uitleg van leerstof• gericht op actieve betrokkenheid van leerlingen• directe feedback

In Taalverhaal.nu wordt dit model gekoppeld aan de volgende driedeling:Denken oriëntatie op de leerdoelen en de nieuwe stof of vaardigheid (introductie + instructie)Doen actief de stof verwerken door middel van opdrachten (verwerking)Terugkijken met de hele groep reflecteren op de leerdoelen en de opdrachten (reflectie)

Directe instructiemodel in Taalverhaal.nu

IGDI-model in Taalverhaal.nu

Wat? Wie?

1 Samen de les starten (introductie) 1 hele groep

2 interactieve instructie en begeleid inoefenen (instructie)

2 hele groep, eventueel zonder de spellingsterkte leerlingen

3 a zelfstandig werken b verlengde instructie (verwerking)

3 a groep b spellingzwakke en NT2-leerlingen

4 zelfstandig werken (verwerking) 4 helegroep

5 afsluiting van de les (reflectie) 5 helegroep

19

Page 20: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Elk controledictee heeft 3 onderdelen

Kun je dit nu?Spellingcategorieën van het betreffende blok.

Kun je dit nog?Spellingcategorieën van eerdere blokken.

Kun je dit al?Spellingcategorieën van het komende blok.

U kunt Taalverhaal.nu goed inzetten bij combinatie-groepen. Terwijl de ene groep zelfstandig aan de slag gaat, kunt u de leerkrachtgebonden les met de andere groep doen.

De leerkrachtgebonden les Spelling bevat een facultatieve startopdracht en een afsluitopdracht waar de leerlingen zelfstandig mee aan de slag

kunnen (vijf à tien minuten). U heeft dan de gelegen-heid om bij de andere groep de spellingcategorie aan de hand van een woordpakket te intro duceren. Tevens kan de les met die groep afgesloten worden. Op vrijdagen werken beide groepen deels zelfstandig en neemt u in beide groepen het dictee af. Daarnaast kunnen leerlingen zelfstandig oefenen met de oefensoftware bij Spelling.

Combinatiegroepen Spelling

Systematische toetsing - Dictee Met Taalverhaal.nu toetst u structureel aan de hand van dictees.• Nulmeting aan het begin van het jaar (optioneel).• Elke laatste les van de week: dictee.• Blokdictee in toetsweek (elke vijfde week) - dag één: signaleringsdictee - dag vijf: controledictee.• Voortgangstoetsen (na blok twee en vier).• Eindmeting aan het eind van het jaar (optioneel).

Wekelijks dicteeWekelijks toetst u de spellingcategorie van die week aan de hand van een dictee. U en uw leerlingen zien meteen welke woorden zij onder de knie hebben en welke woorden extra aandacht nodig hebben.

BlokdicteesAan het begin van de toetsweek neemt u het signaleringsdictee af. Dit dictee kent de onderdelen ‘Kun je dit nu?’, ‘Kun je dit nog?’ en ‘Kun je dit al?’. Afhankelijk van de resultaten kunt u in de toetsweek drie dagen lang lesstof remediëren, herhalen en verrijken. Hiervoor maakt u gebruik van printbladen en aanwijzingen in de handleiding of het groepsplan. Aan het eind van de week neemt u het controledictee af.

20

Page 21: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Zoek de ook-zo-stukjes met een stomme e.

1 Bekijk samen het woordpakket.2 Leerling 1: doe je boek dicht.3 Leerling 2: kies een woord en lees het voor.4 Leerling 1: zeg het woord na en zeg welk

ook-zo-stukje erin zit met de stomme e. Schrijf het woord op.5 Leerling 2: doe dit met nog twee woorden.6 Ruil om en doe hetzelfde met drie andere woorden.7 Kijk samen na en verbeter.

Bekijk en lees de woorden van het woordpakket.

1 In welke woorden komt de stomme e twee keer voor? Denk aan het woord verzinsel. Zo zijn er meer woorden met een ook-zo-stukje aan het begin en aan het eind. Schrijf ze op.

2 e

In welke woorden is de letterrover geweest? Schrijf ze op.

Bekijk de woorden van het woordpakket.

1 Maak een foto in je hoofd.2 Leg een blaadje over de woorden.3 Maak vier rijtjes in je schrift. Schrijf erboven: be, ge, ve, te. Schrijf de woorden in het goede rijtje.4 Kijk samen na en verbeter.

De e in varken krijgt geen klemtoon en is dus

een stomme e.

1

2

3

30 31

9Woordpakket

3Blok

1Les

Wat leer je?Je leert meer woorden schrijven met een stomme e.

stomme e

Woordpakket 9

Ook-zo-woorden

bedankende bekeuring de bedriegerhet geluk het geheimhet gesprek

verlegenhet vervolghet verzinselde beugelde nagelhet meubel

vrolijkerde polder de pleisterdronkenberoven het varken

tevredende halte

Schrijf het ook-zo-stukje altijd hetzelfde.

1 Luister naar het woord in je hoofd.2 Hoor je /gu/, /bu/, /vur/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het begin van het woord? Schrijf dan ge, be, ver of te. be, ge, ver en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde. Hoor je /ul/, /ur/, /un/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het eind van het woord? Schrijf dan el, er, en of te. el, er, en en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde.3 Lees nog een keer na of je het woord

goed geschreven hebt.

VoorbeeldJe hoort /bukeuring/, je schrijft bekeuring.Je hoort /pleistur/, je schrijft pleister.Je hoort /vurzinsul/, je schrijft verzinsel.

-el/-er/ -en/-te

ge-/be-/ver-/te-

Let op!

De e die klinkt als /u/ heet een stomme e.

Spellingcategorieën aan de hand van woordpakketten Iedere week oefenen leerlingen een spellingcategorie aan de hand van een woordpakket van twintig woorden en de bijbehorende schrijfaanwijzing. Leerlingen krijgen eerst een spellingcategorie geïsoleerd aangeboden. Later worden bepaalde spellingcategorieën samen aangeboden. De regels leren de leerlingen uit het leerlingenboek via uitlegblokken. In het werkschrift en maatschrift staan verkorte schrijfaanwijzingen. Elk woordpakket bestaat uit twintig woorden en is zo geordend dat het de inprenting ondersteunt (visueel en auditief).

Eind groep 5 maken leerlingen kennis met werkwoorden om ze alvast te leren herkennen. Vanaf groep 6 zit steeds één werkwoordpakket per blok. In aparte woordpakketten leren leerlingen werkwoorden vervoegen en leren zij de spelling van de woorden.

Aansluiting op CitoBij de leerlijn Spelling wordt gewerkt met woord-pakketten die aansluiten bij de spellingcategorieën van het Cito.

Leerlijn Spelling

21

Page 22: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Niveau

Spellingsterk / meerbegaafd

Schriften Methodestartpagina(online lesomgeving)

Gemiddeld

Spellingzwak

Werkschrift, plusbladen/ plusschrift

Verwerkingssoftware

Adaptieveoefensoftwarevoor spelling.

Naar eigen inzicht inzetten van

instructiefilmpjes.

Werkschrift

Maatschrift

Taalverhaal.nu Spelling biedt elke leerling een leerroute naar succes, zónder dat het u veel inspanning of organisatie kost. In een handomdraai biedt u de lesstof op verschillende niveaus aan, iedere dag in elke les. De verschillende differentiatiemogelijkheden zijn ingebed in de organisatie en in het aangeboden materiaal. Zo biedt u de juiste les voor ieder kind op eigen niveau. En haalt u het beste uit elke leerling.

Tempodifferentiatie

• De ‘Haasjesopdracht’ is een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les en is geschikt voor alle leerlingen.

• Oefensoftware: bij elk woordpakket zijn er extra digitale oefeningen op drie niveaus. Op basis van een instapoefening wordt het niveau van de leerling bepaald.

• De Kwismeester, waarbij leerlingen in tweetallen zelfstandig de belangrijkste vaardigheden oefenen.

• Algemene spellen: na elk blok vindt u algemene spellen op drie niveaus in het leerlingenboek. U kunt de spellen ieder gewenst moment inzetten. U kunt per leerling kiezen welk spel u op welk niveau aanbiedt.

• Met de woordpakketspellen en de buitenspellen leren leerlingen spelenderwijs spellen.

Niveaudifferentiatie

Maatschriften voor spellingzwakke leerlingenIn het maatschrift komt dezelfde stof aan de orde als in het werkschrift, maar worden de leerlingen meer bij de hand genomen in de opdrachten.

Plusbladen/ plusschriftPlusbladen zijn printbladen (Plusschriften zijn gebundelde bladen) met lesstof op een hoger niveau voor de sterke spellers/spellingsterke leerlingen. De plusbladen stellen hogere eisen aan het toepassen van vaardigheden en het combineren van kennis.

Tips in de handleidingBij elke les geeft de handleiding extra instructie- en differentiatietips voor NT2-leerlingen, dyslectische leerlingen, spellingzwakke én spellingsterke leerlingen en coöperatieve werkvormen. Met deze tips kan de leerkracht de opdrachten eenvoudig afstemmen op de behoefte van elke leerling.

Schematisch overzicht differentiatie Spelling

Differentiatie Spelling

22

Page 23: Taalverhaal.nu Methodewijzer

9006614770_SP_GR7_HL_BL2.indd 16 14-01-14 12:06

17

Zelfstandig werken

Preteaching

Laat zelfstandig de instructie-oefening van les 1 maken.

Instructie

NT2Laat deze leerlingen de beteke-nis van de moeilijke woorden (zie les 1) nog eens opzoeken of nalezen in hun woordenschrift. Weten ze nu wat de woorden betekenen?

Opdracht 1

SpellingzwakLaat vooraf elke i in de woorden van de limericks omcirkelen. Geef de leerlingen daarna de opdracht het woord zachtjes te zeggen en goed te luisteren welke klank ze voor de i horen voordat ze het woord kleuren.

Dyslexie (maatschrift)Geef de limericks in een aange-past lettertype en laat daarin de woorden kleuren.

Opdracht 1 en 2

SpellingsterkLaat deze twee opdrachten over-slaan. Spellingsterke leerlingen kunnen aan het plusblad werken.

Opdracht 2

SpellingzwakLaat vooraf in de woordfontein de woorden van het woord-pakket groen kleuren en de woorden waarin i klinkt als /i/ doorstrepen.

Coöperatieve werkvorm

Opdracht 2Vorm tweetallen. De ene leerling zoekt het woord op in het woordpakket dat bij de definitie hoort en zegt het woord. De ander vult het in, waarna de eerste leerling het nakijkt. Vervolgens wisselen ze om.

LESINHOUD

Introductie• Ga naar het digibord en volg de stappen. Tik op ‘Introductie’ en

doe de oefening.• Bespreek kort het leerdoel met de leerlingen.

Instructie• Tik op ‘Instructie’ en doe de oefening.• Kijk samen naar de korte schrijfaanwijzing in het werk- en maat-

schrift en bespreek deze met de leerlingen. Wijs de leerlingen nog eens op het onderscheid tussen woorden waarin je /ie/ hoort en woorden waarin je /iej/ hoort.

• Bekijk samen de opdrachten in het werk- en maatschrift. Lees de opdrachten voor en licht ze zo nodig toe.

Opdrachten werkschriftDe leerlingen beoordelen welke woorden uit de woordfontein beho-ren tot de categorie /ie/ als i en schrijven elk woord in de goede zin, waardoor ook de betekenis aan bod komt.Door het woord bij de definitie te schrijven, komt de goede schrijf-wijze productief aan bod in combinatie met de betekenis.De leerlingen schrijven het woord in het schrift, waardoor de goede schrijfwijze en de betekenis productief aan bod komen.

Opdrachten maatschriftDe leerlingen leggen een relatie tussen de gehoorde klank of klank-combinatie en de geschreven letter i door de woorden in gedichtjes te zoeken en de goede kleur te geven.De leerlingen beoordelen welke woorden uit de woordfontein beho-ren tot de categorie /ie/ als i en schrijven het woord bij de goede definitie, waardoor de betekenis aan bod komt.Door woorden in geheimschrift op te schrijven en de i te vervangen door een teken, worden de leerlingen zich bewust van de klank waar de i voor staat.

ReflectieTik op ‘Reflectie’ en bespreek de opdrachten met behulp van het digibord. Vraag de leerlingen in welke woorden ze /iej/ horen en i schrijven (krioelen, pionier en periode).

De

nk

en

5

Do

en 15

1

2

3

1

2

3

Te

rug

kij

ke

n

5

Extra instructie/differentiatie

9006614770_SP_GR7_HL_BL2.indd 17 14-01-14 12:06

Kortom; optimale differentiatie met:

• Veel instructiefilmpjes die variabel in te zetten zijn.• Op dag 2, 3 en 4 verwerking in werk- of

maatschrift.• Elke dag extra instructie- en differentiatietips in

de handleiding, voor spellingsterke én spelling-zwakke leerlingen (dyslectisch, NT2).

• Plusbladen/ plusschrift voor spellingsterke leerlingen.

• Adaptieve oefensoftware, waarin op basis van een instapoefening de leerling oefenstof krijgt aangeboden op zijn eigen niveau (er zijn 3 niveaus).

• Tempodifferentiatie: algemene spellen op 3 niveaus in het leerlingboek.

• Extra opties voor coöperatieve werkvormen.

23

Page 24: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Met Taalverhaal.nu bent u verzekerd van opbrengstgericht werken door:

• Heldere weekdoelen en lesdoelen voor zowel leerkracht als leerling.

• Systematische toetsing.• Structurele herhaling en onderhoud.• Heldere (toets)rapportages en verwijzingen

(per groep en per leerling).• Sterke differentiatie en verlengde instructie

op maat.• Motivatie en inspiratie door instructiefilmpjes.• Spellingbewustzijn.

LeerrendementDe optimale differentiatie op drie niveaus en het scherpe zicht op de resultaten zorgen gegarandeerd voor een hoog leerrendement. Daarbij krijgt u elke leerling enthousiast voor spelling door motiverende instructiefilmpjes en spellingliedjes. Dat maakt leren leuk. En leuker leren, is beter presteren.

ReferentiekadersTaalverhaal.nu voldoet volledig aan de nieuwe referentie-niveaus voor spelling. Alle doelen uit het referentiekader zijn in de methode geïntegreerd. Doel is leerlingen te helpen taalniveau 1F te behalen. Leerlingen die dat aan kunnen, maken de stap naar 2F en hoger.

DicteesMet Taalverhaal.nu toetst u structureel aan de hand van dictees. Taalverhaal.nu heeft een wekelijks dictee en een blokdictee. Op basis van de resultaten kunt u samen met de leerling een leerplan opstellen voor het volgende blok. De groepsplannen zijn zo gemaakt dat u direct overzicht heeft op de leerdoelen van het volgende blok en een advies welke route u de leerlingen kunt laten volgen.

SpellingbewustzijnBij goed leren spellen is een goed ontwikkeld spellingbewustzijn belangrijk. Dat is de wil om goed te leren spellen voortdurend te willen evalueren. De strategische aanpak van Taalverhaal.nu is erop gericht dat leerlingen zich bewust worden van hun eigen spellinggedrag en spellingkennis. De leerlingen breiden de woord pakketten uit door zelf nieuwe woorden te bedenken van dezelfde spellingcategorie. In les 4 passen de leerlingen na het maken van het dictee ook zelfcorrectie en zelfevaluatie toe op hun eigen prestaties.

Opbrengstgericht werken Spelling

Page 25: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Alle materialen van Taalverhaal.nu zijn zowel op papier als digitaal beschikbaar. Uw leerlingen kunnen zowel met boeken als schriften werken of volledig digitaal op de laptop/pc of tablet.

Spelling

Basismaterialen• Handleiding• Leerlingenboek• Werkschrift A/B• Maatschrift A/B (vervangt werkschrift)

Extra materialen• Antwoorden werkschrift A/B• Antwoorden maatschrift A/B• Kwismeester • Plusschrift• Antwoorden plusschrift

Methodestartpagina (online lesomgeving) • Digibord software• Verwerkingssoftware op drie niveaus• Oefensoftware• Digitale boeken• Rapportages• Groepsplan

Alle lesmaterialen zijn ook beschikbaar op de tablet.

Taal

Basismaterialen• Handleiding• Leerlingenboek• Werkschrift A/B• Maatschrift A/B (vervangt werkschrift)

Extra materialen• Antwoorden werkschrift A/B• Antwoorden maatschrift A/B• Toetsschrift • Kwismeester • Plusschrift• Antwoorden plusschrift• Toptaalschrift

Methodestartpagina (online lesomgeving) • Digibord software• Verwerkingssoftware op drie niveaus• Oefen- en toetssoftware• Digitale boeken• Rapportages• Groepsplan

Alle lesmaterialen zijn ook beschikbaar op de tablet.

Materialen en software

25

Page 26: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Taal handleiding

26

Page 27: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Voorbeeldpagina van een leerkrachtgebonden les voor groep 6

Bij elke les extra tips voor de instructie en differentiatie voor NT2-leerlingen, dyslectische leerlingen, taalzwakke en taalsterke leerlingen.

27

Page 28: Taalverhaal.nu Methodewijzer

89

4Blok

Hoofdstuk 7 Een kijkje achter de schermen

Hoofdstuk 8

Water voor iedereen

9006614008_Boek.indb 89 26/05/14 13:52

90

74HoofdstukBlok Spreken/luisteren-Woordenschat

1Les

Wat leer je?Spreken• Je leert een monoloog houden.• Je leert vooraf bedenken wat je gaat vertellen en hoe je dat doet.Woordenschat• Je leert de betekenis van 20 nieuwe woorden.

het idool

de rookwolk

het scherm (laptop)

staren

het uitlaatgas

Een kijkje achter de schermenEen kijkje achter de schermen

9006614008_Boek.indb 90 26/05/14 13:53template.indd 5 19/02/2015 9:06:19

91

aan de aandacht ontsnappen: niet gezien wordenZe letten alleen op Romeo en daardoor wist Nina aan hun aandacht te ontsnappen.een kijkje achter de schermen nemen: zien hoe iets gedaan wordtDe kinderen gaan een kijkje nemen achter de schermen van Kies je Kist!monteren: van een fi lm: wat goed of mooi is achter elkaar zetten.

Ik ga alle leuke stukjes aan elkaar monteren.de regisseur: iemand die de leiding heeft bij het maken van een toneelstuk, televisieprogramma, fi lm, enzovoort.De regisseur geeft de acteurs aanwijzingen.spotten: zoekend zienAls ik een hert spot, maak ik een foto.

aandachtigbehendigchicde geluidsnabewerkingin slow motionmilieuvriendelijkde montagenauwkeurigde ruisuitlekken

Bekijk de tekening.

1 Waar zijn de kinderen?2 Wat zie je op de beeldschermen?

Luister en kijk naar het verhaal op het digibord.

Wie wil jij graag interviewen? Bereid je monoloog voor.

1 Schrijf op wie je wilt interviewen. Geef drie argumenten waarom je dat wilt. Schrijf ook drie dingen op die je wilt vragen.

2 Bedenk of je klasgenoten de persoon kennen. Schrijf een paar dingen op over de persoon.

3 Maak een lijstje met wat je wilt vertellen. Let op de volgorde: wat vertel je eerst en wat daarna. Denk na over de woorden die je gebruikt. Let op je doel: je wilt vertellen wie je wilt interviewen en waarom.

Houd je monoloog in de groep.

1 Kies wie zijn verhaal mag vertellen.2 Verdeel rollen onder de luisteraars. Bespreek wie waarop gaat letten.3 De gekozen klasgenoot houdt de monoloog. De anderen luisteren.4 Stel vragen aan de spreker.5 Kijk naar de tips en bespreek samen hoe de monoloog ging.

Hoe kun je handtekeningen krijgen?Veel mensen willen een handtekening van de kinderen van Kies je Kist!Wat kunnen de kinderen het best doen? Schrijf drie ideeën op.

1

2

3

4

5

SpreektipsGebruik lichaamstaal en kijk de luisteraar aan.Probeer niet te haperen en let op je spreektempo.Let op je spreektoon. Vertel enthousiast.Blijf bij je onderwerp.Vraag of je duidelijk was en wie nog wat wil vragen.

9006614008_Boek.indb 91 26/05/14 13:53

Leesbegrip-Woordenschat

92

74HoofdstukBlok

3Les

Wat leer je?Leesbegrip• Je leert een instructietekst herkennen.• Je leert bepalen hoe je een instructietekst gaat lezen.Woordenschat• Je leert de betekenis van 15 nieuwe woorden.

de adapter

de display

de geheugenkaart

de lens

de zoeker

Korte handleiding digitale camera 1 Lens Vergroot, verklein of verwijd het beeld met de

zoomfunctie. Dat is een koud kunstje.

2 Display Kijk op de display om te zien wat er op de foto komt.

3 Zoeker Kijk hierdoor om te zien wat er ongeveer op de foto

komt, ook bij te veel zonlicht.

4 Flits Kies in het menu voor het uitschakelen van de

ingebouwde � its.

5 Accu De oplaadbare accu kun je met de adapter evengoed

via de computer opladen als via het stopcontact.

6 Fotofunctie Fotografeer met behulp van deze functie.

7 Videofunctie Film met behulp van deze functie.

8 Geheugenkaart Bewaar de geheugenkaart in de camera of in een

compact doosje.

9 Aan-/uitschakelaar Verschuif deze knop om de camera aan of uit te zetten.

10 Opslaan Sluit de bijgeleverde kabel aan tussen de camera en de

computer om de beelden te kopiëren.

11 Menu Vind je weg vanzelf in het gebruiksvriendelijke menu.

Foto’s bekijken

Druk op ▶.

Foto’s weergeven

Raak | ◀ (vorige) of

▶ | (volgende) aan

op de display.

Foto’s wissen

Raak aan.11

12

3

4

5

6 7

8

9

10

9006614008_Boek.indb 92 26/05/14 13:53template.indd 6 19/02/2015 9:06:22

Taal leerlingenboek

Kijkwoorden

Beeld uit de verhaallijnanimatie.

28

Page 29: Taalverhaal.nu Methodewijzer

89

4Blok

Hoofdstuk 7 Een kijkje achter de schermen

Hoofdstuk 8

Water voor iedereen

9006614008_Boek.indb 89 26/05/14 13:52

90

74HoofdstukBlok Spreken/luisteren-Woordenschat

1Les

Wat leer je?Spreken• Je leert een monoloog houden.• Je leert vooraf bedenken wat je gaat vertellen en hoe je dat doet.Woordenschat• Je leert de betekenis van 20 nieuwe woorden.

het idool

de rookwolk

het scherm (laptop)

staren

het uitlaatgas

Een kijkje achter de schermenEen kijkje achter de schermen

9006614008_Boek.indb 90 26/05/14 13:53template.indd 5 19/02/2015 9:06:19

91

aan de aandacht ontsnappen: niet gezien wordenZe letten alleen op Romeo en daardoor wist Nina aan hun aandacht te ontsnappen.een kijkje achter de schermen nemen: zien hoe iets gedaan wordtDe kinderen gaan een kijkje nemen achter de schermen van Kies je Kist!monteren: van een fi lm: wat goed of mooi is achter elkaar zetten.

Ik ga alle leuke stukjes aan elkaar monteren.de regisseur: iemand die de leiding heeft bij het maken van een toneelstuk, televisieprogramma, fi lm, enzovoort.De regisseur geeft de acteurs aanwijzingen.spotten: zoekend zienAls ik een hert spot, maak ik een foto.

aandachtigbehendigchicde geluidsnabewerkingin slow motionmilieuvriendelijkde montagenauwkeurigde ruisuitlekken

Bekijk de tekening.

1 Waar zijn de kinderen?2 Wat zie je op de beeldschermen?

Luister en kijk naar het verhaal op het digibord.

Wie wil jij graag interviewen? Bereid je monoloog voor.

1 Schrijf op wie je wilt interviewen. Geef drie argumenten waarom je dat wilt. Schrijf ook drie dingen op die je wilt vragen.

2 Bedenk of je klasgenoten de persoon kennen. Schrijf een paar dingen op over de persoon.

3 Maak een lijstje met wat je wilt vertellen. Let op de volgorde: wat vertel je eerst en wat daarna. Denk na over de woorden die je gebruikt. Let op je doel: je wilt vertellen wie je wilt interviewen en waarom.

Houd je monoloog in de groep.

1 Kies wie zijn verhaal mag vertellen.2 Verdeel rollen onder de luisteraars. Bespreek wie waarop gaat letten.3 De gekozen klasgenoot houdt de monoloog. De anderen luisteren.4 Stel vragen aan de spreker.5 Kijk naar de tips en bespreek samen hoe de monoloog ging.

Hoe kun je handtekeningen krijgen?Veel mensen willen een handtekening van de kinderen van Kies je Kist!Wat kunnen de kinderen het best doen? Schrijf drie ideeën op.

1

2

3

4

5

SpreektipsGebruik lichaamstaal en kijk de luisteraar aan.Probeer niet te haperen en let op je spreektempo.Let op je spreektoon. Vertel enthousiast.Blijf bij je onderwerp.Vraag of je duidelijk was en wie nog wat wil vragen.

9006614008_Boek.indb 91 26/05/14 13:53

Leesbegrip-Woordenschat

92

74HoofdstukBlok

3Les

Wat leer je?Leesbegrip• Je leert een instructietekst herkennen.• Je leert bepalen hoe je een instructietekst gaat lezen.Woordenschat• Je leert de betekenis van 15 nieuwe woorden.

de adapter

de display

de geheugenkaart

de lens

de zoeker

Korte handleiding digitale camera 1 Lens Vergroot, verklein of verwijd het beeld met de

zoomfunctie. Dat is een koud kunstje.

2 Display Kijk op de display om te zien wat er op de foto komt.

3 Zoeker Kijk hierdoor om te zien wat er ongeveer op de foto

komt, ook bij te veel zonlicht.

4 Flits Kies in het menu voor het uitschakelen van de

ingebouwde � its.

5 Accu De oplaadbare accu kun je met de adapter evengoed

via de computer opladen als via het stopcontact.

6 Fotofunctie Fotografeer met behulp van deze functie.

7 Videofunctie Film met behulp van deze functie.

8 Geheugenkaart Bewaar de geheugenkaart in de camera of in een

compact doosje.

9 Aan-/uitschakelaar Verschuif deze knop om de camera aan of uit te zetten.

10 Opslaan Sluit de bijgeleverde kabel aan tussen de camera en de

computer om de beelden te kopiëren.

11 Menu Vind je weg vanzelf in het gebruiksvriendelijke menu.

Foto’s bekijken

Druk op ▶.

Foto’s weergeven

Raak | ◀ (vorige) of

▶ | (volgende) aan

op de display.

Foto’s wissen

Raak aan.11

12

3

4

5

6 7

8

9

10

9006614008_Boek.indb 92 26/05/14 13:53template.indd 6 19/02/2015 9:06:22

Voorbeeldpagina uit leerlingenboek voor groep 6

Leeswoorden

Weet?-woorden

29

Page 30: Taalverhaal.nu Methodewijzer

3

Welke woorden horen erbij? Schrijf ze achter het vetgedrukte woord.

Kies uit: de rookwolk – de montage – in slow motion – staren – de geluidsnabewerking – de regisseur – de ruis – het uitlaatgas – een kijkje achter de schermen nemen

de fi lm

de luchtvervuiling

het geluid

kijken

de beweging

,

,

,

,

Lees het verhaal.Welk woord kun je ook gebruiken in plaats van de vetgedrukte woorden? Schrijf het nummer en het woord op.

Kies uit: monteren – het scherm – aandachtig – het idool – chic – behendig – spotten

Nina tuurde naar het deel van haar laptop waarop ze de beelden zag (1). Ze deed dat heel oplettend (2). Handig en vlug (3) toverde ze een paar beelden tevoorschijn. Ze zette ze met een snelle beweging mooi achter elkaar (4). Toen keek ze nog even zoekend (5) naar beelden die nog ontbraken. Ten slotte keek ze tevreden naar het fi lmpje van de persoon die ze zo bewonderde (6). Wat zag die er deftig (7) uit in de grote rode jas.

Wie zegt wat?Trek een lijn van de spreekballon naar de goede persoon.

Je moet je werk wel nauwkeurig

nakijken.

Jammer dat de naam van de winnaar

al is uitgelekt.

Geen overtreding zal aan mijn aandacht

ontsnappen.

Ikverbouw mijn

groenten milieu-vriendelijk.

de voetbalscheidsrechter de boerde leerkracht de juryvoorzitter

Fans van jou!Fans willen altijd graag dat hun idool iets bijzonders voor ze schrijft. En ze willen ook graag een handtekening.

1 Bedenk dat je een beroemd persoon bent, bijvoorbeeld een fi lmster, een deejay, een voetballer of een schrijver.

2 Schrijf voor een fan een leuke tekst en zet je handtekening erbij.

3

4

5

6

9006616187_Boek.indb 3 26/05/14 15:33

Leesbegrip-Woordenschat74

HoofdstukBlok

4Les

Wat leer je? Wat oefen je?Leesbegrip• Je leert je leesdoel bepalen.• Je leert wat je kunt doen als je een woord niet begrijpt.• Je leert de hoofdgedachte van een tekst bepalen.Woordenschat• Je oefent de betekenis van 10 nieuwe woorden en van de woorden uit les 3.

4

Schoon water

Hier hebben we de waterleiding. In veel arme landen ontbreekt deze en is er een ernstig tekort aan gegarandeerd schoon drink-water. Vaak moeten kinderen kilometers lopen met water wegens gebrek aan vervoermiddelen.De Marnixschool in Pomelen hield onlangs een sponsoractie voor een waterproject in Malawi. Bijna honderd kinderen liepen een bepaalde afstand met bijvoorbeeld vijf of zes liter water. Op een veiling verkochten ze � essen bijzonder water. De leerlingen hadden mooie � esjes gevuld met troebel water uit de stadsgracht of de sloot, water uit de kraan en verschillende soorten bubbeltjeswater. Verder was er een prijsvraag over water. Deelname aan de prijsvraag kostte natuurlijk ook geld. En de hoofdprijs? Een exclusieve karaf met waterglazen! Een tripje naar een ondergronds riool of een zuiveringsinstallatie was natuurlijk ook leuk geweest.

Kijk naar de tekst en het plaatje. Maak de vragen.

1 Wat voor soort tekst is het?

2 Met welk doel ga je het lezen? 3 Noem drie dingen waarvan je denkt dat je er informatie over krijgt.

Lees de tekst. Welke informatie krijg je?

1 In de eerste alinea lees ik

a

b

2 In de tweede alinea lees ik

a

b

3 Heb je de informatie gelezen die je verwachtte?

1

2

er niet zijnabsoluut zeker; beslist door(dat)

niet doorzichtig; niet helder

zeer bijzonder

9006616187_Boek.indb 4 26/05/14 15:33template.indd 5 19/02/2015 9:41:01

5

Ja / Nee, want

4 Past het plaatje bij de tekst?

Ja / Nee, want

Vind de betekenis van de blauwe woorden.Zoek in de tekst of op het plaatje. Weet je het nog niet? Zoek het dan op in een woordenboek.

1 Als schoon water gegarandeerd is dan weet je

2 Als iets ontbreekt dan

3 Als er een tekort is aan water dan

4 Als er geen vervoermiddelen zijn, betekent dat

5 Als iets exclusief is dan

6 Troebel water is water dat

Zoek het woord dat erbij hoort. Schrijf het erachter.

Kies uit: de waterleiding – ongeveer – ernstig – de afstand – de lens – de adapter – de geheugenkaart

1 scherp zien – het oog – doorzichtig

2 gevolgen – vervelend – erg

3 buizen – kranen – huizen

4 plastic – bewaren – foto’s en fi lms

5 kilometers – van hier naar daar – aantal

6 verbinden – apparaten – stroom

7 niet helemaal – precies – een beetje

Bedenk nu zelf twee woorden die passen bij:

de handleiding

oplaadbaar

Bedenk een sponsoractie.

1 Schrijf op voor welk doel je geld op wilt halen.2 Beschrijf in een paar zinnen je sponsoractie.

3

4

5

9006616187_Boek.indb 5 26/05/14 15:34

Woord- en <insbouw74

HoofdstukBlok

7Les

Wat oefen je?• Je oefent het herkennen en gebruiken van het onderwerp in een zin.

6

Schrijf het onderwerp op.Maak eerst de vraagzin af.

1 De mannen haastten zich naar de deur.

Wie

2 Er stonden twee politiemannen.

Wie

3 De hond ging keihard blaffen.

Wie

4 Door het raam loerde de buurvrouw.

Wie

5 De mannen moesten mee naar het bureau.

Wie

Maak vraagzinnen met wie of wat.Vul de vraagzin en het onderwerp in.

1 Mijn moeder ontwaakte plotseling.

2 Ze keek op haar horloge.

3 Haar horloge stond stil.

4 Plotseling sprong de kat op haar bed.

5 Mijn moeder gaf een gil.

vraagzin onderwerp

1

2

3

4

5

1

haastten zich naar de deur?

2

9006616187_Boek.indb 6 26/05/14 15:34template.indd 6 19/02/2015 9:41:02

Taal werkschrift

30

Page 31: Taalverhaal.nu Methodewijzer

3

Welke woorden horen erbij? Schrijf ze achter het vetgedrukte woord.

Kies uit: de rookwolk – de montage – in slow motion – staren – de geluidsnabewerking – de regisseur – de ruis – het uitlaatgas – een kijkje achter de schermen nemen

de fi lm

de luchtvervuiling

het geluid

kijken

de beweging

,

,

,

,

Lees het verhaal.Welk woord kun je ook gebruiken in plaats van de vetgedrukte woorden? Schrijf het nummer en het woord op.

Kies uit: monteren – het scherm – aandachtig – het idool – chic – behendig – spotten

Nina tuurde naar het deel van haar laptop waarop ze de beelden zag (1). Ze deed dat heel oplettend (2). Handig en vlug (3) toverde ze een paar beelden tevoorschijn. Ze zette ze met een snelle beweging mooi achter elkaar (4). Toen keek ze nog even zoekend (5) naar beelden die nog ontbraken. Ten slotte keek ze tevreden naar het fi lmpje van de persoon die ze zo bewonderde (6). Wat zag die er deftig (7) uit in de grote rode jas.

Wie zegt wat?Trek een lijn van de spreekballon naar de goede persoon.

Je moet je werk wel nauwkeurig

nakijken.

Jammer dat de naam van de winnaar

al is uitgelekt.

Geen overtreding zal aan mijn aandacht

ontsnappen.

Ikverbouw mijn

groenten milieu-vriendelijk.

de voetbalscheidsrechter de boerde leerkracht de juryvoorzitter

Fans van jou!Fans willen altijd graag dat hun idool iets bijzonders voor ze schrijft. En ze willen ook graag een handtekening.

1 Bedenk dat je een beroemd persoon bent, bijvoorbeeld een fi lmster, een deejay, een voetballer of een schrijver.

2 Schrijf voor een fan een leuke tekst en zet je handtekening erbij.

3

4

5

6

9006616187_Boek.indb 3 26/05/14 15:33

Leesbegrip-Woordenschat74

HoofdstukBlok

4Les

Wat leer je? Wat oefen je?Leesbegrip• Je leert je leesdoel bepalen.• Je leert wat je kunt doen als je een woord niet begrijpt.• Je leert de hoofdgedachte van een tekst bepalen.Woordenschat• Je oefent de betekenis van 10 nieuwe woorden en van de woorden uit les 3.

4

Schoon water

Hier hebben we de waterleiding. In veel arme landen ontbreekt deze en is er een ernstig tekort aan gegarandeerd schoon drink-water. Vaak moeten kinderen kilometers lopen met water wegens gebrek aan vervoermiddelen.De Marnixschool in Pomelen hield onlangs een sponsoractie voor een waterproject in Malawi. Bijna honderd kinderen liepen een bepaalde afstand met bijvoorbeeld vijf of zes liter water. Op een veiling verkochten ze � essen bijzonder water. De leerlingen hadden mooie � esjes gevuld met troebel water uit de stadsgracht of de sloot, water uit de kraan en verschillende soorten bubbeltjeswater. Verder was er een prijsvraag over water. Deelname aan de prijsvraag kostte natuurlijk ook geld. En de hoofdprijs? Een exclusieve karaf met waterglazen! Een tripje naar een ondergronds riool of een zuiveringsinstallatie was natuurlijk ook leuk geweest.

Kijk naar de tekst en het plaatje. Maak de vragen.

1 Wat voor soort tekst is het?

2 Met welk doel ga je het lezen? 3 Noem drie dingen waarvan je denkt dat je er informatie over krijgt.

Lees de tekst. Welke informatie krijg je?

1 In de eerste alinea lees ik

a

b

2 In de tweede alinea lees ik

a

b

3 Heb je de informatie gelezen die je verwachtte?

1

2

er niet zijnabsoluut zeker; beslist door(dat)

niet doorzichtig; niet helder

zeer bijzonder

9006616187_Boek.indb 4 26/05/14 15:33template.indd 5 19/02/2015 9:41:01

5

Ja / Nee, want

4 Past het plaatje bij de tekst?

Ja / Nee, want

Vind de betekenis van de blauwe woorden.Zoek in de tekst of op het plaatje. Weet je het nog niet? Zoek het dan op in een woordenboek.

1 Als schoon water gegarandeerd is dan weet je

2 Als iets ontbreekt dan

3 Als er een tekort is aan water dan

4 Als er geen vervoermiddelen zijn, betekent dat

5 Als iets exclusief is dan

6 Troebel water is water dat

Zoek het woord dat erbij hoort. Schrijf het erachter.

Kies uit: de waterleiding – ongeveer – ernstig – de afstand – de lens – de adapter – de geheugenkaart

1 scherp zien – het oog – doorzichtig

2 gevolgen – vervelend – erg

3 buizen – kranen – huizen

4 plastic – bewaren – foto’s en fi lms

5 kilometers – van hier naar daar – aantal

6 verbinden – apparaten – stroom

7 niet helemaal – precies – een beetje

Bedenk nu zelf twee woorden die passen bij:

de handleiding

oplaadbaar

Bedenk een sponsoractie.

1 Schrijf op voor welk doel je geld op wilt halen.2 Beschrijf in een paar zinnen je sponsoractie.

3

4

5

9006616187_Boek.indb 5 26/05/14 15:34

Woord- en <insbouw74

HoofdstukBlok

7Les

Wat oefen je?• Je oefent het herkennen en gebruiken van het onderwerp in een zin.

6

Schrijf het onderwerp op.Maak eerst de vraagzin af.

1 De mannen haastten zich naar de deur.

Wie

2 Er stonden twee politiemannen.

Wie

3 De hond ging keihard blaffen.

Wie

4 Door het raam loerde de buurvrouw.

Wie

5 De mannen moesten mee naar het bureau.

Wie

Maak vraagzinnen met wie of wat.Vul de vraagzin en het onderwerp in.

1 Mijn moeder ontwaakte plotseling.

2 Ze keek op haar horloge.

3 Haar horloge stond stil.

4 Plotseling sprong de kat op haar bed.

5 Mijn moeder gaf een gil.

vraagzin onderwerp

1

2

3

4

5

1

haastten zich naar de deur?

2

9006616187_Boek.indb 6 26/05/14 15:34template.indd 6 19/02/2015 9:41:02

Voorbeeld uit het werkschrift voor groep 6In het werkschrift gaat de leerling zelfstandig aan de slag met de stof van de leerkrachtgebonden les van de dag ervoor.

Tempodifferentiatie met een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les.

31

Page 32: Taalverhaal.nu Methodewijzer

3

Lees het verhaaltje.Kijk naar de vetgedrukte woorden. Wat kan er ook staan? Schrijf het erachter.

Kies uit: monteren – het scherm – aandachtig – het idool – chic – behendig – spotten

1 Nina tuurde naar het deel van haar laptop waarop ze beelden zag.

2 Ze deed dat heel oplettend.

3 Handig en vlug toverde ze een paar beelden tevoorschijn.

4 Ze zette ze met een snelle beweging mooi achter elkaar.

5 Toen keek ze nog even zoekend naar beelden die nog ontbraken.

6 Nu had ze een fi lmpje van de persoon die ze zo bewonderde.

7 Wat zag die er deftig uit in de grote rode jas.

Haal woorden uit de slang.Schrijf het goede woord in de zin.

u i t l e k k e n

r u i s n

a u w k e u r ig

mi l

i eu

v r i e n d e l i j k a a n d a c h t r o o k w o l k

1 Je moet je werk wel nakijken.

2 We willen de naam van de winnaar niet laten .

3 De uitlaatgassen zijn niet .

4 Geen overtreding zal aan mijn ontsnappen.

5 Praat harder; er zit veel op de lijn.

6 Er staat geen wind; de gaat recht omhoog.

Fans van jou!Fans willen altijd graag dat hun idool iets bijzonders voor ze schrijft.

1 Bedenk dat je een beroemd persoon bent: een fi lmster, een deejay of een voetballer.2 Schrijf voor een fan een leuke tekst en zet je handtekening erbij.

4

5

6

9006616200_Boek.indb 3 4/06/14 13:05

Leesbegrip-Woordenschat74

HoofdstukBlok

4Les

Wat leer je? Wat oefen je?Leesbegrip• Je leert je leesdoel bepalen.• Je leert wat je kunt doen als je een woord niet begrijpt.• Je leert de hoofdgedachte van een tekst bepalen.Woordenschat• Je oefent de betekenis van 10 nieuwe woorden en van de woorden uit les 3.

4

Schoon water

Hier hebben we de waterleiding. In veel arme landen ontbreekt deze en is er een ernstig tekort aan gegarandeerd schoon drinkwater. Vaak moeten kinderen kilometers lopen met water wegens gebrek aan vervoermiddelen.

De Marnixschool hield een actie voor een waterput in Malawi. Leerlingen liepen een bepaalde afstand met een emmer water. Ook verkochten ze � essen bijzonder water, zoals troebel water uit de sloot, water uit de kraan en verschillende soorten bubbeltjeswater.

Ten slotte was er een prijsvraag over water. Deelname aan die prijsvraag kostte natuurlijk ook geld. En de hoofdprijs? Een  exclusieve karaf met waterglazen!

Kijk naar de tekst en het plaatje.Zet een kruisje in het goede hokje.

1 Wat voor soort tekst is het? een reclametekst een instructietekst een informatieve tekst een verhaal

2 Ik lees deze tekst omdat: ik water erg lekker vind. ik iets te weten wil komen over het

nut van schoon water. ik dol ben op douchen. ik wil weten hoe ik water schoon kan

maken.

3 Ik denk dat de tekst gaat over:

Lees de tekst. Welke informatie krijg je?

1 De tekst heeft twee alinea’s. Zet achter elke zin of de informatie in alinea 1 of 2 staat.

a Kinderen moeten vaak kilometers lopen met water.

b De Marnixschool hield een sponsoractie.

1

2

er niet zijnabsoluut zeker; beslist

door(dat)

niet doorzichtig; niet helder

zeer bijzonder

9006616200_Boek.indb 4 4/06/14 13:05template.indd 5 19/02/2015 9:46:36

5

c Bijna honderd kinderen liepen een afstand met liters water.

d Arme landen hebben een gebrek aan schoon drinkwater.

2 Waar ging de tekst over? Zet kruisjes in de goede hokjes. over het nut van schoon water over landen waar niet genoeg schoon water is over een actie om geld op te halen over het bedrag dat opgehaald is

Vind de betekenis van de blauwe woorden.Zoek in de tekst of op het plaatje. Streep het foute antwoord door.

1 Als schoon water gegarandeerd is dan weet je beslist zeker / helemaal niet dat je het kunt krijgen.

2 Als iets ontbreekt dan is er niet genoeg van / is het gebroken.3 Als er een tekort aan water is dan is er voldoende / niet genoeg water.4 Als er geen vervoermiddelen zijn, betekent dat dat er geen auto’s, vliegtuigen en boten

zijn / er geen voer voor de dieren is.5 Als iets exclusief is dan is het heel bijzonder / is het uitverkocht.6 Troebel water is water dat doorschijnend / niet doorzichtig is.

Wat is de betekenis van deze woorden?

1 Streep het woord door dat er niet bij hoort. a de lens: scherp zien – ondoorzichtig – het oog b ernstig: vrolijk – vervelend – erg c de waterleiding: buizen – kranen – elektriciteit d het vervoermiddel: rijden – varen – lopen e de afstand: kilometers – zitten – van hier naar daar f de adapter: de kinderwagen – verbinden – stroom

2 Bedenk nu zelf een woord dat er wel bij hoort.

a de handleiding: de tekst – de uitleg

b de geheugenkaart: plastic – informatie

Bedenk een sponsoractie.

1 Bedenk voor welk doel je geld op wilt halen. Bijvoorbeeld: nieuwe ballen voor de voetbalclub of een vakantie voor een ziek kind.

2 Bedenk ten minste drie onderdelen van je actie. Denk aan dingen verkopen, wedstrijden, een verloting, dingen maken.

3 Beschrijf in een paar zinnen je sponsoractie.

3

4

5

9006616200_Boek.indb 5 4/06/14 13:05

Woord- en <insbouw74

HoofdstukBlok

7Les

Wat oefen je?• Je oefent het herkennen en gebruiken van het onderwerp in een zin.

6

Schrijf het onderwerp op.Kijk eerst naar de vraagzin.

1 De mannen haastten zich naar de deur.

Wie haastten zich naar de deur?

2 Er stonden twee politiemannen.

Wie stonden er?

3 De hond ging keihard blaffen.

Wie ging keihard blaffen?

4 Door het raam loerde de buurvrouw.

Wie loerde door het raam?

5 De mannen moesten mee naar het bureau.

Wie moesten mee naar het bureau?

Maak vraagzinnen met wie of wat . Vul het onderwerp in.Kijk eerst naar de voorbeelden.

1 Mijn moeder ontwaakte plotseling.

2 Ze keek op haar horloge.

3 Haar horloge stond stil.

4 Plotseling sprong de kat op haar bed.

5 Mijn moeder gaf een gil.

vraagzin onderwerp

1

2

3

4

5

1

2 Maak vraagzinnen met wie of wat . Vul het onderwerp in.

Wie ontwaakte plotseling? Mijn moeder

9006616200_Boek.indb 6 4/06/14 13:05template.indd 6 19/02/2015 9:46:37

Taal maatschrift

32

Page 33: Taalverhaal.nu Methodewijzer

3

Lees het verhaaltje.Kijk naar de vetgedrukte woorden. Wat kan er ook staan? Schrijf het erachter.

Kies uit: monteren – het scherm – aandachtig – het idool – chic – behendig – spotten

1 Nina tuurde naar het deel van haar laptop waarop ze beelden zag.

2 Ze deed dat heel oplettend.

3 Handig en vlug toverde ze een paar beelden tevoorschijn.

4 Ze zette ze met een snelle beweging mooi achter elkaar.

5 Toen keek ze nog even zoekend naar beelden die nog ontbraken.

6 Nu had ze een fi lmpje van de persoon die ze zo bewonderde.

7 Wat zag die er deftig uit in de grote rode jas.

Haal woorden uit de slang.Schrijf het goede woord in de zin.

u i t l e k k e n

r u i s n

a u w k e u r ig

mi l

i eu

v r i e n d e l i j k a a n d a c h t r o o k w o l k

1 Je moet je werk wel nakijken.

2 We willen de naam van de winnaar niet laten .

3 De uitlaatgassen zijn niet .

4 Geen overtreding zal aan mijn ontsnappen.

5 Praat harder; er zit veel op de lijn.

6 Er staat geen wind; de gaat recht omhoog.

Fans van jou!Fans willen altijd graag dat hun idool iets bijzonders voor ze schrijft.

1 Bedenk dat je een beroemd persoon bent: een fi lmster, een deejay of een voetballer.2 Schrijf voor een fan een leuke tekst en zet je handtekening erbij.

4

5

6

9006616200_Boek.indb 3 4/06/14 13:05

Leesbegrip-Woordenschat74

HoofdstukBlok

4Les

Wat leer je? Wat oefen je?Leesbegrip• Je leert je leesdoel bepalen.• Je leert wat je kunt doen als je een woord niet begrijpt.• Je leert de hoofdgedachte van een tekst bepalen.Woordenschat• Je oefent de betekenis van 10 nieuwe woorden en van de woorden uit les 3.

4

Schoon water

Hier hebben we de waterleiding. In veel arme landen ontbreekt deze en is er een ernstig tekort aan gegarandeerd schoon drinkwater. Vaak moeten kinderen kilometers lopen met water wegens gebrek aan vervoermiddelen.

De Marnixschool hield een actie voor een waterput in Malawi. Leerlingen liepen een bepaalde afstand met een emmer water. Ook verkochten ze � essen bijzonder water, zoals troebel water uit de sloot, water uit de kraan en verschillende soorten bubbeltjeswater.

Ten slotte was er een prijsvraag over water. Deelname aan die prijsvraag kostte natuurlijk ook geld. En de hoofdprijs? Een  exclusieve karaf met waterglazen!

Kijk naar de tekst en het plaatje.Zet een kruisje in het goede hokje.

1 Wat voor soort tekst is het? een reclametekst een instructietekst een informatieve tekst een verhaal

2 Ik lees deze tekst omdat: ik water erg lekker vind. ik iets te weten wil komen over het

nut van schoon water. ik dol ben op douchen. ik wil weten hoe ik water schoon kan

maken.

3 Ik denk dat de tekst gaat over:

Lees de tekst. Welke informatie krijg je?

1 De tekst heeft twee alinea’s. Zet achter elke zin of de informatie in alinea 1 of 2 staat.

a Kinderen moeten vaak kilometers lopen met water.

b De Marnixschool hield een sponsoractie.

1

2

er niet zijnabsoluut zeker; beslist

door(dat)

niet doorzichtig; niet helder

zeer bijzonder

9006616200_Boek.indb 4 4/06/14 13:05template.indd 5 19/02/2015 9:46:36

5

c Bijna honderd kinderen liepen een afstand met liters water.

d Arme landen hebben een gebrek aan schoon drinkwater.

2 Waar ging de tekst over? Zet kruisjes in de goede hokjes. over het nut van schoon water over landen waar niet genoeg schoon water is over een actie om geld op te halen over het bedrag dat opgehaald is

Vind de betekenis van de blauwe woorden.Zoek in de tekst of op het plaatje. Streep het foute antwoord door.

1 Als schoon water gegarandeerd is dan weet je beslist zeker / helemaal niet dat je het kunt krijgen.

2 Als iets ontbreekt dan is er niet genoeg van / is het gebroken.3 Als er een tekort aan water is dan is er voldoende / niet genoeg water.4 Als er geen vervoermiddelen zijn, betekent dat dat er geen auto’s, vliegtuigen en boten

zijn / er geen voer voor de dieren is.5 Als iets exclusief is dan is het heel bijzonder / is het uitverkocht.6 Troebel water is water dat doorschijnend / niet doorzichtig is.

Wat is de betekenis van deze woorden?

1 Streep het woord door dat er niet bij hoort. a de lens: scherp zien – ondoorzichtig – het oog b ernstig: vrolijk – vervelend – erg c de waterleiding: buizen – kranen – elektriciteit d het vervoermiddel: rijden – varen – lopen e de afstand: kilometers – zitten – van hier naar daar f de adapter: de kinderwagen – verbinden – stroom

2 Bedenk nu zelf een woord dat er wel bij hoort.

a de handleiding: de tekst – de uitleg

b de geheugenkaart: plastic – informatie

Bedenk een sponsoractie.

1 Bedenk voor welk doel je geld op wilt halen. Bijvoorbeeld: nieuwe ballen voor de voetbalclub of een vakantie voor een ziek kind.

2 Bedenk ten minste drie onderdelen van je actie. Denk aan dingen verkopen, wedstrijden, een verloting, dingen maken.

3 Beschrijf in een paar zinnen je sponsoractie.

3

4

5

9006616200_Boek.indb 5 4/06/14 13:05

Woord- en <insbouw74

HoofdstukBlok

7Les

Wat oefen je?• Je oefent het herkennen en gebruiken van het onderwerp in een zin.

6

Schrijf het onderwerp op.Kijk eerst naar de vraagzin.

1 De mannen haastten zich naar de deur.

Wie haastten zich naar de deur?

2 Er stonden twee politiemannen.

Wie stonden er?

3 De hond ging keihard blaffen.

Wie ging keihard blaffen?

4 Door het raam loerde de buurvrouw.

Wie loerde door het raam?

5 De mannen moesten mee naar het bureau.

Wie moesten mee naar het bureau?

Maak vraagzinnen met wie of wat . Vul het onderwerp in.Kijk eerst naar de voorbeelden.

1 Mijn moeder ontwaakte plotseling.

2 Ze keek op haar horloge.

3 Haar horloge stond stil.

4 Plotseling sprong de kat op haar bed.

5 Mijn moeder gaf een gil.

vraagzin onderwerp

1

2

3

4

5

1

2 Maak vraagzinnen met wie of wat . Vul het onderwerp in.

Wie ontwaakte plotseling? Mijn moeder

9006616200_Boek.indb 6 4/06/14 13:05template.indd 6 19/02/2015 9:46:37

Tempodifferentiatie met een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les.

Voorbeeld uit het maatschrift voor groep 6 In het maatschrift komt dezelfde lesstof aan de orde als in het werkschrift, maar worden de leerlingen meer aan de hand genomen in de opdrachten (meer herhaling, meer gesloten opdrachten, meer aandacht voor de betekenis van woorden en zinnen, meer hulp bij de denkrichting van een antwoord).

33

Page 34: Taalverhaal.nu Methodewijzer

6

Blok

Zoek de ook-zo-stukjes met een stomme e.

1 Bekijk samen het woordpakket.2 Leerling 1: doe je boek dicht.3 Leerling 2: kies een woord en lees het voor.4 Leerling 1: zeg het woord na en zeg welk

ook-zo-stukje erin zit met de stomme e. Schrijf het woord op.5 Leerling 2: doe dit met nog twee woorden.6 Ruil om en doe hetzelfde met drie andere woorden.7 Kijk samen na en verbeter.

Bekijk en lees de woorden van het woordpakket.

1 In welke woorden komt de stomme e twee keer voor? Denk aan het woord verzinsel. Zo zijn er meer woorden met een ook-zo-stukje aan het begin en aan het eind. Schrijf ze op.

2 e

In welke woorden is de letterrover geweest? Schrijf ze op.

Bekijk de woorden van het woordpakket.

1 Maak een foto in je hoofd.2 Leg een blaadje over de woorden.3 Maak vier rijtjes in je schrift. Schrijf erboven: be, ge, ve, te. Schrijf de woorden in het goede rijtje.4 Kijk samen na en verbeter.

De e in varken krijgt geen klemtoon en is dus

een stomme e.

1

2

3

30 31

9Woordpakket

3Blok

1Les

Wat leer je?Je leert meer woorden schrijven met een stomme e.

stomme e

Woordpakket 9

Ook-zo-woorden

bedankende bekeuring de bedriegerhet geluk het geheimhet gesprek

verlegenhet vervolghet verzinselde beugelde nagelhet meubel

vrolijkerde polder de pleisterdronkenberoven het varken

tevredende halte

Schrijf het ook-zo-stukje altijd hetzelfde.

1 Luister naar het woord in je hoofd.2 Hoor je /gu/, /bu/, /vur/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het begin van het woord? Schrijf dan ge, be, ver of te. be, ge, ver en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde. Hoor je /ul/, /ur/, /un/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het eind van het woord? Schrijf dan el, er, en of te. el, er, en en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde.3 Lees nog een keer na of je het woord

goed geschreven hebt.

VoorbeeldJe hoort /bukeuring/, je schrijft bekeuring.Je hoort /pleistur/, je schrijft pleister.Je hoort /vurzinsul/, je schrijft verzinsel.

-el/-er/-en/-te

ge-/be-/ver-/te-

Let op!

De e die klinkt als /u/ heet een stomme e.

Week

3

AntwoordenOpdracht 1Te beoordelen door de leerkracht.

Opdracht 21 bedanken, bedrieger, verlegen, verzinsel, beroven, tevreden2 verlegen, de nagel, vrolijker, beroven, tevreden

Opdracht 3be ge ver tebedanken het geluk verlegen tevredende bekeuring het geheim het vervolgde bedrieger het gesprek het verzinselberoven

Leerlingenboek blz. 30 – 31

LeerdoelenDe leerlingen leren meer woorden schrijven met een stomme e.

Lesvoorbereiding• Bekijkwoordpakket9.• Combinatiegroep: print de start- en

afsluitopdracht bij deze les.• Preteaching: laat de leerlingen het

woordpakket doorlezen.

Materiaal• digibord• leerlingenboekblz.30–31• spellingschrift• Combinatiegroep: printblad start- en

afsluit opdracht

1

9Woordpakket stomme e1

Les

7

Leerkrachtgebonden

Extra instructie/differentiatie

Afsluitopdracht combinatiegroep

De leerlingen vullen vijf woordpakketwoorden in een puzzel in.

Startopdracht combinatiegroep

De leerlingen schrijven woorden met be, ge, ver, er en en in het goede rijtje.

LESINHOUD

15

U kunt in deze les een instructiefilmpje inzetten. U kunt in deze les een liedje laten beluisteren.

Introductie• Ganaarhetdigibordenvolgdestappen.Tikop‘Introductie’en

doe de oefening. Wat valt de leerlingen op? (Je hoort /ul/, /ur/, /un/ en /tu/, je schrijft el, er, en en te.) Besteed nog even extra aandacht aan de woorden tevreden en bedrieger. Hier hoor je aan het begin en aan het eind een stomme e.

• Bespreekkorthetleerdoelmetdeleerlingen.Verteldeleerlingendat ze deze week woorden met een stomme e leren schrijven.

Instructie• Kijksamennaardeschrijfaanwijzinginhetleerlingenboekenlaat

de schrijfaanwijzing voorlezen. Bespreek het voorbeeld.• Tikop‘Instructie’endoedeoefening.• Besteednogeensaandachtaandetermstomme e: je hoort een

/u/, maar je schrijft een e.• Wetendeleerlingennogwoordenmeteenook-zo-stukjemetde

stomme e uit groep 4 (bijvoorbeeld: sleutel, moeder, molen, stilte, genoeg, bezoek, verschil) of andere woorden met de stomme e?

• Watvaltdeleerlingenopaandewoordenbedanken, bedrieger, verlegen, verzinsel, beroven, tevreden? (Deze woorden hebben zowel aan het begin als aan het eind een stomme e.)

• Stanogevenstilbijhetwoordgeluk. Spreek het heel duidelijk uit. Vraag de leerlingen welke klanken ze aan het begin en het eind horen. Twee keer dezelfde klank? Of toch niet?

• Bekijksamendeopdrachteninhetleerlingenboek.Leesde opdrachten voor en licht ze zo nodig toe.

101

2

3

Opdrachten leerlingenboekDoor deze opdracht worden de leerlingen zich bewust van de verschillende ook-zo-stukjes met de stomme e.De leerlingen bekijken de woorden van het woordpakket en bepalen bij welke woorden er twee keer een ook-zo-stukje met stomme e voorkomt. Ook bepalen zij bij welke woorden de letterrover aan het werk is geweest. Ze prenten de woorden van het woordpakket zo verder in en worden zich bewust van de spellingmoeilijkheden.De leerlingen oefenen de woorden van het woordpakket met be, ge, ver en te.

5 Reflectie• Tikop‘Reflectie’enbespreekopdracht2metbehulpvanhet

digibord. De leerlingen zetten deze en andere woordpakket-woorden op een stemtrap. Ze kunnen de stemtrap ook uitbeelden terwijl ze het woord uitspreken: bij een woordstukje zonder klemtoon zakken ze door de knieën en bij een woordstuk met klemtoon gaan ze omhoog.

Den

ken

Do

enTe

rug

kijk

en

Instructie

NT2Laat NT2-leerlingen praten over de woorden. De woorden die zij niet kennen bespreken ze met elkaar. Bespreek in ieder geval de betekenis van de woorden verlegen, het vervolg, de polder, de bedrieger, het verzinsel, de beugel. Laat de leerlingen zinnen maken met de woorden waarvan ze de betekenis niet kenden. De vijf beste zinnen schrijven ze in hun woordenschrift.

Spellingzwak en DyslexieLaat de vaste stukjes van de woorden van het woordpakket onderstrepen of kleuren.Eventueel kunnen de leerlingen de woorden met be, ge en ver precies onder elkaar opschrijven met een streepje tussen het vaste stukje en de rest van het woord. Dit kunnen ze ook met de andere ook-zo-stukjes doen.

Opdracht 1

SpellingsterkLaat de leerlingen deze opdracht uitvoeren met vijf in plaats van drie woorden.

Spellingzwak en DyslexieLaat de ook-zo-stukjes van de woorden van het woordpakket onderstrepen of kleuren.

Spelling handleiding

34

Page 35: Taalverhaal.nu Methodewijzer

6

Blok

Zoek de ook-zo-stukjes met een stomme e.

1 Bekijk samen het woordpakket.2 Leerling 1: doe je boek dicht.3 Leerling 2: kies een woord en lees het voor.4 Leerling 1: zeg het woord na en zeg welk

ook-zo-stukje erin zit met de stomme e. Schrijf het woord op.5 Leerling 2: doe dit met nog twee woorden.6 Ruil om en doe hetzelfde met drie andere woorden.7 Kijk samen na en verbeter.

Bekijk en lees de woorden van het woordpakket.

1 In welke woorden komt de stomme e twee keer voor? Denk aan het woord verzinsel. Zo zijn er meer woorden met een ook-zo-stukje aan het begin en aan het eind. Schrijf ze op.

2 e

In welke woorden is de letterrover geweest? Schrijf ze op.

Bekijk de woorden van het woordpakket.

1 Maak een foto in je hoofd.2 Leg een blaadje over de woorden.3 Maak vier rijtjes in je schrift. Schrijf erboven: be, ge, ve, te. Schrijf de woorden in het goede rijtje.4 Kijk samen na en verbeter.

De e in varken krijgt geen klemtoon en is dus

een stomme e.

1

2

3

30 31

9Woordpakket

3Blok

1Les

Wat leer je?Je leert meer woorden schrijven met een stomme e.

stomme e

Woordpakket 9

Ook-zo-woorden

bedankende bekeuring de bedriegerhet geluk het geheimhet gesprek

verlegenhet vervolghet verzinselde beugelde nagelhet meubel

vrolijkerde polder de pleisterdronkenberoven het varken

tevredende halte

Schrijf het ook-zo-stukje altijd hetzelfde.

1 Luister naar het woord in je hoofd.2 Hoor je /gu/, /bu/, /vur/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het begin van het woord? Schrijf dan ge, be, ver of te. be, ge, ver en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde. Hoor je /ul/, /ur/, /un/ of /tu/ zonder

klemtoon aan het eind van het woord? Schrijf dan el, er, en of te. el, er, en en te zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde.3 Lees nog een keer na of je het woord

goed geschreven hebt.

VoorbeeldJe hoort /bukeuring/, je schrijft bekeuring.Je hoort /pleistur/, je schrijft pleister.Je hoort /vurzinsul/, je schrijft verzinsel.

-el/-er/-en/-te

ge-/be-/ver-/te-

Let op!

De e die klinkt als /u/ heet een stomme e.

Week

3

AntwoordenOpdracht 1Te beoordelen door de leerkracht.

Opdracht 21 bedanken, bedrieger, verlegen, verzinsel, beroven, tevreden2 verlegen, de nagel, vrolijker, beroven, tevreden

Opdracht 3be ge ver tebedanken het geluk verlegen tevredende bekeuring het geheim het vervolgde bedrieger het gesprek het verzinselberoven

Leerlingenboek blz. 30 – 31

LeerdoelenDe leerlingen leren meer woorden schrijven met een stomme e.

Lesvoorbereiding• Bekijkwoordpakket9.• Combinatiegroep: print de start- en

afsluitopdracht bij deze les.• Preteaching: laat de leerlingen het

woordpakket doorlezen.

Materiaal• digibord• leerlingenboekblz.30–31• spellingschrift• Combinatiegroep: printblad start- en

afsluit opdracht

1

9Woordpakket stomme e1

Les

7

Leerkrachtgebonden

Extra instructie/differentiatie

Afsluitopdracht combinatiegroep

De leerlingen vullen vijf woordpakketwoorden in een puzzel in.

Startopdracht combinatiegroep

De leerlingen schrijven woorden met be, ge, ver, er en en in het goede rijtje.

LESINHOUD

15

U kunt in deze les een instructiefilmpje inzetten. U kunt in deze les een liedje laten beluisteren.

Introductie• Ganaarhetdigibordenvolgdestappen.Tikop‘Introductie’en

doe de oefening. Wat valt de leerlingen op? (Je hoort /ul/, /ur/, /un/ en /tu/, je schrijft el, er, en en te.) Besteed nog even extra aandacht aan de woorden tevreden en bedrieger. Hier hoor je aan het begin en aan het eind een stomme e.

• Bespreekkorthetleerdoelmetdeleerlingen.Verteldeleerlingendat ze deze week woorden met een stomme e leren schrijven.

Instructie• Kijksamennaardeschrijfaanwijzinginhetleerlingenboekenlaat

de schrijfaanwijzing voorlezen. Bespreek het voorbeeld.• Tikop‘Instructie’endoedeoefening.• Besteednogeensaandachtaandetermstomme e: je hoort een

/u/, maar je schrijft een e.• Wetendeleerlingennogwoordenmeteenook-zo-stukjemetde

stomme e uit groep 4 (bijvoorbeeld: sleutel, moeder, molen, stilte, genoeg, bezoek, verschil) of andere woorden met de stomme e?

• Watvaltdeleerlingenopaandewoordenbedanken, bedrieger, verlegen, verzinsel, beroven, tevreden? (Deze woorden hebben zowel aan het begin als aan het eind een stomme e.)

• Stanogevenstilbijhetwoordgeluk. Spreek het heel duidelijk uit. Vraag de leerlingen welke klanken ze aan het begin en het eind horen. Twee keer dezelfde klank? Of toch niet?

• Bekijksamendeopdrachteninhetleerlingenboek.Leesde opdrachten voor en licht ze zo nodig toe.

101

2

3

Opdrachten leerlingenboekDoor deze opdracht worden de leerlingen zich bewust van de verschillende ook-zo-stukjes met de stomme e.De leerlingen bekijken de woorden van het woordpakket en bepalen bij welke woorden er twee keer een ook-zo-stukje met stomme e voorkomt. Ook bepalen zij bij welke woorden de letterrover aan het werk is geweest. Ze prenten de woorden van het woordpakket zo verder in en worden zich bewust van de spellingmoeilijkheden.De leerlingen oefenen de woorden van het woordpakket met be, ge, ver en te.

5 Reflectie• Tikop‘Reflectie’enbespreekopdracht2metbehulpvanhet

digibord. De leerlingen zetten deze en andere woordpakket-woorden op een stemtrap. Ze kunnen de stemtrap ook uitbeelden terwijl ze het woord uitspreken: bij een woordstukje zonder klemtoon zakken ze door de knieën en bij een woordstuk met klemtoon gaan ze omhoog.

Den

ken

Do

enTe

rug

kijk

en

Instructie

NT2Laat NT2-leerlingen praten over de woorden. De woorden die zij niet kennen bespreken ze met elkaar. Bespreek in ieder geval de betekenis van de woorden verlegen, het vervolg, de polder, de bedrieger, het verzinsel, de beugel. Laat de leerlingen zinnen maken met de woorden waarvan ze de betekenis niet kenden. De vijf beste zinnen schrijven ze in hun woordenschrift.

Spellingzwak en DyslexieLaat de vaste stukjes van de woorden van het woordpakket onderstrepen of kleuren.Eventueel kunnen de leerlingen de woorden met be, ge en ver precies onder elkaar opschrijven met een streepje tussen het vaste stukje en de rest van het woord. Dit kunnen ze ook met de andere ook-zo-stukjes doen.

Opdracht 1

SpellingsterkLaat de leerlingen deze opdracht uitvoeren met vijf in plaats van drie woorden.

Spellingzwak en DyslexieLaat de ook-zo-stukjes van de woorden van het woordpakket onderstrepen of kleuren.

Voorbeeldpagina van een leerkrachtgebonden les voor groep 6

Bij elke les extra tips voor de instructie en differentiatie voor NT2-leerlingen, dyslec tische leerlingen, spellingzwakke en spellingsterke leerlingen.

35

Page 36: Taalverhaal.nu Methodewijzer

41

schildpad

parkiet

lichaam

schildpadje

parkietje

lichaampje

-50%

-50%

-50%

Woordpakket 16’s morgens

Woordpakket 15

toevalligeigenlijk

ug, luk

Woordpakket 14

4Blok

klap-ten

schreeuw-den

’t kofschip

’t kofschip

Woordpakket 13

klap-ten

schreeuw-den

’t kofschip

’t kofschip

’s morgens

schildpad

parkiet

lichaam

schildpadje

parkietje

lichaampje

-50%

-50%

-50%

toevalligeigenlijk

ug, luk

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 41 12/06/14 10:10

Werkwoordspelling

42

13Woordpakket

4Blok

1Les

Wat leer je?Je leert de verleden tijd van de wij-, jullie- en zij-vorm van werkwoorden schrijven.

Werkwoorden: de verleden tijd van de wij-, jullie- en zij-vorm

tegenwoordige tijd (tt) = nu Wij spelen op het plein.verleden tijd (vt) = eerder Wij speelden op het plein.

De meeste werkwoorden krijgen in de verleden tijd meervoud ten of den.Wanneer is het ten? Wanneer is het den?

1 Neem het hele werkwoord. klappen schreeuwen verbranden

2 Kijk naar de stam (hele ww zonder en).

klapp schreeuw verbrand

3 Zit de laatste letter van de stam in ’t kofschip?

ja → p nee → w nee → d

4 Ja? Maak van de stam de ik-vorm.

Zet ten achter de ik-vorm. wij klapten

Nee? Maak van de stam de ik-vorm.

Zet den achter de ik-vorm. jullie schreeuwden zij verbrandden

De wij-vorm, jullie-vorm en zij-vorm zijn gelijk.

Woordpakket 13

Werkwoorden

hopenwij/jullie/zij hooptenstoppenwij/jullie/zij stoptenklappenwij/jullie/zij klaptenknikkenwij/jullie/zij kniktenontwakenwij/jullie/zij ontwaakten

schattenwij/jullie/zij schattenpestenwij/jullie/zij pesttenfeestenwij/jullie/zij feesttenhaastenwij/jullie/zij haasttenverwoestenwij/jullie/zij verwoestten

gooienwij/jullie/zij gooidenschrobbenwij/jullie/zij schrobdenschreeuwenwij/jullie/zij schreeuwdenreizenwij/jullie/zij reisdengelovenwij/jullie/zij geloofden

meldenwij/jullie/zij melddenwendenwij/jullie/zij wenddenverbrandenwij/jullie/zij verbranddenvermoedenwij/jullie/zij vermoeddenbestedenwij/jullie/zij besteedden

WW

WW

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 42 12/06/14 10:10proef.indd 5 18/02/15 09:53

Voorbeeld

persoonsvorm meervoud (pv mv)

hele ww stam wij-vorm jullie-vorm zij-vorm

stoppen stopp wij stopten jullie stopten zij stopten

reizen reiz wij reisden jullie reisden zij reisden

43

Kijk naar het woordpakket.

1 Leerling 1: doe je boek dicht.2 Leerling 2: kies een werkwoord en lees het voor.3 Leerling 1: schrijf het hele werkwoord op. Schrijf daarna de stam en de ik-vorm op.4 Doe dit met nog vier werkwoorden.5 Ruil om en doe hetzelfde met

vijf andere werkwoorden.6 Kijk samen na en verbeter.

Ruil om en doe hetzelfde met vijf andere werkwoorden.Kijk samen na en verbeter.

Of het ten of den is, zie je aan de laatste letter van de stam en niet aan de ik-vorm!

De stam = gelov, de ik-vorm = geloof. De verleden tijd is dus geloofden.

Lees samen de schrijfaanwijzing.

1 Leerling 1: doe je boek dicht.2 Leerling 2: kies een heel werkwoord en lees het voor.3 Leerling 1: noem de stam van het werkwoord. Kijk of de laatste letter in ’t kofschip zit. Schrijf de verleden tijd van de wij-vorm op.4 Doe dit met nog vier werkwoorden.5 Ruil om en doe hetzelfde met vijf andere werkwoorden.6 Kijk samen na en verbeter.

Maak zinnen in de verleden tijd.

1 Kies vijf werkwoorden uit het woordpakket en schrijf ze op.2 Maak met elk werkwoord een zin in de verleden tijd.

Zet de zin in de wij-, jullie- of zij-vorm.

VoorbeeldWij geloofden je echt!

1

2

3

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 43 12/06/14 10:10

-ig en -lijk

44

14Woordpakket

4Blok

1Les

Schrijf het ook-zo-stukje altijd hetzelfde.

1 Luister naar het woord in je hoofd.2 Hoor je /ug/ zonder klemtoon aan het eind

van het woord? Schrijf dan ig. Hoor je /luk/ zonder klemtoon aan het

eind van het woord? Schrijf dan lijk. ig en lijk zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde.3 Lees nog een keer na of je het woord goed

geschreven hebt.

VoorbeeldJe hoort /gu-heim-zin-ug/, je schrijft geheimzinnig.

ge heimzin

ig

Je hoort /ei-gun-luk/, je schrijft eigenlijk.

eigen lijk

Woordpakket 14

Ook-zo-woorden

eigenlijkpersoonlijkhet uiterlijkbelachelijkonmogelijk

duidelijkvreselijkonmiddellijkafschuwelijk ongemakkelijk

slaperighouterigwaterigkrachtiggeweldig

toevalligarmoedigverstandigkwaadaardiggeheimzinnig

lijk/ig

Wat leer je?Je leert meer woorden schrijven die eindigen op ig en lijk.

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 44 12/06/14 10:10proef.indd 6 18/02/15 09:53

Spelling leerlingenboek

Het woordpakket wordt ingezet om de spellingcategorie te leren.

36

Page 37: Taalverhaal.nu Methodewijzer

41

schildpad

parkiet

lichaam

schildpadje

parkietje

lichaampje

-50%

-50%

-50%

Woordpakket 16’s morgens

Woordpakket 15

toevalligeigenlijk

ug, luk

Woordpakket 14

4Blok

klap-ten

schreeuw-den

’t kofschip

’t kofschip

Woordpakket 13

klap-ten

schreeuw-den

’t kofschip

’t kofschip

’s morgens

schildpad

parkiet

lichaam

schildpadje

parkietje

lichaampje

-50%

-50%

-50%

toevalligeigenlijk

ug, luk

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 41 12/06/14 10:10

Werkwoordspelling

42

13Woordpakket

4Blok

1Les

Wat leer je?Je leert de verleden tijd van de wij-, jullie- en zij-vorm van werkwoorden schrijven.

Werkwoorden: de verleden tijd van de wij-, jullie- en zij-vorm

tegenwoordige tijd (tt) = nu Wij spelen op het plein.verleden tijd (vt) = eerder Wij speelden op het plein.

De meeste werkwoorden krijgen in de verleden tijd meervoud ten of den.Wanneer is het ten? Wanneer is het den?

1 Neem het hele werkwoord. klappen schreeuwen verbranden

2 Kijk naar de stam (hele ww zonder en).

klapp schreeuw verbrand

3 Zit de laatste letter van de stam in ’t kofschip?

ja → p nee → w nee → d

4 Ja? Maak van de stam de ik-vorm.

Zet ten achter de ik-vorm. wij klapten

Nee? Maak van de stam de ik-vorm.

Zet den achter de ik-vorm. jullie schreeuwden zij verbrandden

De wij-vorm, jullie-vorm en zij-vorm zijn gelijk.

Woordpakket 13

Werkwoorden

hopenwij/jullie/zij hooptenstoppenwij/jullie/zij stoptenklappenwij/jullie/zij klaptenknikkenwij/jullie/zij kniktenontwakenwij/jullie/zij ontwaakten

schattenwij/jullie/zij schattenpestenwij/jullie/zij pesttenfeestenwij/jullie/zij feesttenhaastenwij/jullie/zij haasttenverwoestenwij/jullie/zij verwoestten

gooienwij/jullie/zij gooidenschrobbenwij/jullie/zij schrobdenschreeuwenwij/jullie/zij schreeuwdenreizenwij/jullie/zij reisdengelovenwij/jullie/zij geloofden

meldenwij/jullie/zij melddenwendenwij/jullie/zij wenddenverbrandenwij/jullie/zij verbranddenvermoedenwij/jullie/zij vermoeddenbestedenwij/jullie/zij besteedden

WW

WW

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 42 12/06/14 10:10proef.indd 5 18/02/15 09:53

Voorbeeld

persoonsvorm meervoud (pv mv)

hele ww stam wij-vorm jullie-vorm zij-vorm

stoppen stopp wij stopten jullie stopten zij stopten

reizen reiz wij reisden jullie reisden zij reisden

43

Kijk naar het woordpakket.

1 Leerling 1: doe je boek dicht.2 Leerling 2: kies een werkwoord en lees het voor.3 Leerling 1: schrijf het hele werkwoord op. Schrijf daarna de stam en de ik-vorm op.4 Doe dit met nog vier werkwoorden.5 Ruil om en doe hetzelfde met

vijf andere werkwoorden.6 Kijk samen na en verbeter.

Ruil om en doe hetzelfde met vijf andere werkwoorden.Kijk samen na en verbeter.

Of het ten of den is, zie je aan de laatste letter van de stam en niet aan de ik-vorm!

De stam = gelov, de ik-vorm = geloof. De verleden tijd is dus geloofden.

Lees samen de schrijfaanwijzing.

1 Leerling 1: doe je boek dicht.2 Leerling 2: kies een heel werkwoord en lees het voor.3 Leerling 1: noem de stam van het werkwoord. Kijk of de laatste letter in ’t kofschip zit. Schrijf de verleden tijd van de wij-vorm op.4 Doe dit met nog vier werkwoorden.5 Ruil om en doe hetzelfde met vijf andere werkwoorden.6 Kijk samen na en verbeter.

Maak zinnen in de verleden tijd.

1 Kies vijf werkwoorden uit het woordpakket en schrijf ze op.2 Maak met elk werkwoord een zin in de verleden tijd.

Zet de zin in de wij-, jullie- of zij-vorm.

VoorbeeldWij geloofden je echt!

1

2

3

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 43 12/06/14 10:10

-ig en -lijk

44

14Woordpakket

4Blok

1Les

Schrijf het ook-zo-stukje altijd hetzelfde.

1 Luister naar het woord in je hoofd.2 Hoor je /ug/ zonder klemtoon aan het eind

van het woord? Schrijf dan ig. Hoor je /luk/ zonder klemtoon aan het

eind van het woord? Schrijf dan lijk. ig en lijk zijn ook-zo-stukjes.

Je schrijft ze altijd hetzelfde.3 Lees nog een keer na of je het woord goed

geschreven hebt.

VoorbeeldJe hoort /gu-heim-zin-ug/, je schrijft geheimzinnig.

ge heimzin

ig

Je hoort /ei-gun-luk/, je schrijft eigenlijk.

eigen lijk

Woordpakket 14

Ook-zo-woorden

eigenlijkpersoonlijkhet uiterlijkbelachelijkonmogelijk

duidelijkvreselijkonmiddellijkafschuwelijk ongemakkelijk

slaperighouterigwaterigkrachtiggeweldig

toevalligarmoedigverstandigkwaadaardiggeheimzinnig

lijk/ig

Wat leer je?Je leert meer woorden schrijven die eindigen op ig en lijk.

9006614466_SP_GR6_LLB.indb 44 12/06/14 10:10proef.indd 6 18/02/15 09:53

Voorbeeldpagina uit leerlingenboek voor groep 6

De opdrachten aan de rechterkant, voor het klassikaal inoefenen, hebben symbolen die gemakkelijk te herkennen en toe te passen zijn. Het schriftje betekent bijvoorbeeld dat de opdracht in het eigen schrift opgeschreven kan worden. Bij opdracht drie staat een haasje, deze is voor de snelle leerlingen. (tempodifferentiatie opdracht).

37

Page 38: Taalverhaal.nu Methodewijzer

4Woordpakket

ei en ij1Blok

2Les

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.

14

ei en ij4

Woordpakket

1Blok

3Les

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.•Jebedenktzelfnieuwewoordenmeteienij.

15

Wat staat er onder de vlek?Schrijfhethelewoordop.

1 Broodhaaljebijdebakker .

2 Vissendoejeindev ver.

3 Deagentvondgeenbew s.

4 Demuizenverdw neninhunhol.

Zoek in de puzzel acht woorden uit het woordpakket.Kijk→en↓.

1 Streepdewoordendoor.2 Schrijfdewoordenop.3 Delettersdieoverblijven,vormeneenzin.Schrijfdieonderdepuzzel.

Maak de rebus.Schrijfhetwoordop.Maakdaarnametelkwoordeenzin.

1

+

l = n

3

k = j

+

d = k

2

–f

+

k = v, –s

4

h = f, d = t

+

+ n

1

2

3

Schrijfaanwijzing

Bedenkofjehetwoordschrijftmeteiofij.Datkunjeniethoren,datmoetjeonthouden.

d

b

j

o

e

e

n

g

e

w

e

i

d

w

a

r

e

k

d

a

ij

t

e

z

ij

d

e

s

p

i

e

k

f

ij

n

h

k

g

e

g

a

e

e

p

a

r

t

ij

u

b

p

a

l

e

i

s

Lees het verhaal in geheimschrift.Welktekenstaatvoorei?Enwelkvoorij?Schrijfhetachterhetteken.Schrijfdaarnadehelewoordenop.= =

Iklieptoevalligvoorb deeetzaal.Daarzagikeen

lak meteentaart.Hijgreepnaarzijnwang.Hijhad

kiespn .Toenliethijdetaartvallen.Erkwamenvlekkeninhet

gordn .Ookhettapt werdvies.

Hijmoetzealleb wassenenmisschienook

strken .Delak werdookvies.

Hijwastezijnhandenindefontn .

Zoek zes nieuwe woorden met ei en ij in de woordrups.

1 Schrijfzeinhetgoederijtje.2 Bedenkdaarnainelkrijtje

nogtweenieuwewoorden.

ei ij

Maak zinnen.Kiesdrienieuwewoordenmeteiendrienieuwewoordenmetijvanopdracht2.Maakerzinnenmeeenschrijfzeop.

1

2

3

ei/ij

pa r a d

ijsgfeit e n

ekarweik

s t r ijkboutro n h

eilijgast

v r ij

Spelling werkschrift

Samenvatting van de instructie uit het leerlingenboek.

38

Page 39: Taalverhaal.nu Methodewijzer

4Woordpakket

ei en ij1Blok

2Les

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.

14

ei en ij4

Woordpakket

1Blok

3Les

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.•Jebedenktzelfnieuwewoordenmeteienij.

15

Wat staat er onder de vlek?Schrijfhethelewoordop.

1 Broodhaaljebijdebakker .

2 Vissendoejeindev ver.

3 Deagentvondgeenbew s.

4 Demuizenverdw neninhunhol.

Zoek in de puzzel acht woorden uit het woordpakket.Kijk→en↓.

1 Streepdewoordendoor.2 Schrijfdewoordenop.3 Delettersdieoverblijven,vormeneenzin.Schrijfdieonderdepuzzel.

Maak de rebus.Schrijfhetwoordop.Maakdaarnametelkwoordeenzin.

1

+

l = n

3

k = j

+

d = k

2

–f

+

k = v, –s

4

h = f, d = t

+

+ n

1

2

3

Schrijfaanwijzing

Bedenkofjehetwoordschrijftmeteiofij.Datkunjeniethoren,datmoetjeonthouden.

d

b

j

o

e

e

n

g

e

w

e

i

d

w

a

r

e

k

d

a

ij

t

e

z

ij

d

e

s

p

i

e

k

f

ij

n

h

k

g

e

g

a

e

e

p

a

r

t

ij

u

b

p

a

l

e

i

s

Lees het verhaal in geheimschrift.Welktekenstaatvoorei?Enwelkvoorij?Schrijfhetachterhetteken.Schrijfdaarnadehelewoordenop.= =

Iklieptoevalligvoorb deeetzaal.Daarzagikeen

lak meteentaart.Hijgreepnaarzijnwang.Hijhad

kiespn .Toenliethijdetaartvallen.Erkwamenvlekkeninhet

gordn .Ookhettapt werdvies.

Hijmoetzealleb wassenenmisschienook

strken .Delak werdookvies.

Hijwastezijnhandenindefontn .

Zoek zes nieuwe woorden met ei en ij in de woordrups.

1 Schrijfzeinhetgoederijtje.2 Bedenkdaarnainelkrijtje

nogtweenieuwewoorden.

ei ij

Maak zinnen.Kiesdrienieuwewoordenmeteiendrienieuwewoordenmetijvanopdracht2.Maakerzinnenmeeenschrijfzeop.

1

2

3

ei/ij

pa r a d

ijsgfeit e n

ekarweik

s t r ijkboutro n h

eilijgast

v r ij

Voorbeeld uit het werkschrift voor groep 6 In het werkschrift gaat de leerling zelfstandig aan de slag met de stof van de leerkrachtgebonden les van de dag ervoor.

Tempodifferentiatie met een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les.

39

Page 40: Taalverhaal.nu Methodewijzer

4Woordpakket

4Woordpakket

1 1Blok Blok

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.•Jebedenktzelfnieuwewoordenmeteienij.

14 15

ei en ij ei en ij2Les

3Les

Welk woord uit het woordpakket hoort bij het plaatje?Kijknaardeplaatjes.Maakdewoordenaf.

def

ij

hetg

hetg

ij

hett

het

de

Welk woord past in de zin?Kijknaarhetplaatje:ishetmeteiofmetij?Schrijfhethelewoordop.

1 Dezerokisvanz de.

2 Detovenaarlaatdemuntverdw nen.

3 Watziejijerpiekf nuit!

4 Wijzijnalleb achtjaar.

5 Bew smaardatikhetbengeweest.

6 Nogevenendezomerisweervoorb .

7 Hethulpjevandekoningnoemjeeenlak .

8 Mijnvaderheefteenhekelaanstr ken.

Maak zinnen met woorden uit het woordpakket.

1 Kiesdriewoordenmeteiendriewoordenmetij.2 Schrijfdezinnenop.

1

2

3

Zoek zes woorden met ei en ij in de woordrups.Streepdewoordendoor.Schrijfdewoordenop.

Maak nieuwe woorden met ei en ij.Treklijnentussendewoordstukjes.Schrijfhethelewoordop.Jemageenwoordstukjevakergebruiken.

bij

zij

wij

ij

raam

les

na

span

zer

wei

ei

kei

nig

zer

de

geel

Maak zinnen.Kiestweenieuwewoordenmeteientweenieuwewoordenmetijvanopdracht2.Maakerzinnenmeeenschrijfzeop.

1

2

bijles

3

Schrijfaanwijzing

Bedenkofjehetwoordschrijftmeteiofij.Datkunjeniethoren,datmoetjeonthouden.

ei/ij

ij

eieiei

wij s n e

us

vijve

rb e

reikbakk

e r ij kijkerpa

r t ij

Spelling maatschrift

Samenvatting van de instructie uit het leerlingenboek.

40

Page 41: Taalverhaal.nu Methodewijzer

4Woordpakket

4Woordpakket

1 1Blok Blok

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.

Wat oefen je?•Jeoefentmeerwoordenmeteienij.•Jebedenktzelfnieuwewoordenmeteienij.

14 15

ei en ij ei en ij2Les

3Les

Welk woord uit het woordpakket hoort bij het plaatje?Kijknaardeplaatjes.Maakdewoordenaf.

def

ij

hetg

hetg

ij

hett

het

de

Welk woord past in de zin?Kijknaarhetplaatje:ishetmeteiofmetij?Schrijfhethelewoordop.

1 Dezerokisvanz de.

2 Detovenaarlaatdemuntverdw nen.

3 Watziejijerpiekf nuit!

4 Wijzijnalleb achtjaar.

5 Bew smaardatikhetbengeweest.

6 Nogevenendezomerisweervoorb .

7 Hethulpjevandekoningnoemjeeenlak .

8 Mijnvaderheefteenhekelaanstr ken.

Maak zinnen met woorden uit het woordpakket.

1 Kiesdriewoordenmeteiendriewoordenmetij.2 Schrijfdezinnenop.

1

2

3

Zoek zes woorden met ei en ij in de woordrups.Streepdewoordendoor.Schrijfdewoordenop.

Maak nieuwe woorden met ei en ij.Treklijnentussendewoordstukjes.Schrijfhethelewoordop.Jemageenwoordstukjevakergebruiken.

bij

zij

wij

ij

raam

les

na

span

zer

wei

ei

kei

nig

zer

de

geel

Maak zinnen.Kiestweenieuwewoordenmeteientweenieuwewoordenmetijvanopdracht2.Maakerzinnenmeeenschrijfzeop.

1

2

bijles

3

Schrijfaanwijzing

Bedenkofjehetwoordschrijftmeteiofij.Datkunjeniethoren,datmoetjeonthouden.

ei/ij

ij

eieiei

wij s n e

us

vijve

rb e

reikbakk

e r ij kijkerpa

r t ij

Tempodifferentiatie met een leuke, extra opdracht aan het eind van iedere les.

Voorbeeld uit het maatschrift voor groep 6 In het maatschrift komt dezelfde lesstof aan de orde als in het werkschrift, maar worden de leerlingen meer aan de hand genomen in de opdrachten (meer herhaling, meer gesloten opdrachten, meer aandacht voor de betekenis van woorden en zinnen, meer hulp bij de denkrichting van een antwoord).

41

Page 42: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Al het materiaal van Taalverhaal.nu op één plek:

• Vanuit de Methodestartpagina geeft u les en bereidt u de les voor, op school of thuis.

• Met een druk op de knop heeft u de gewenste rapportages: groepsrapportages of rapportages van individuele leerlingen; rapportages per leerlijn/spellingcategorie of per blok.

• Leerkrachten die voor meerdere klassen staan, wisselen eenvoudig tussen verschillende groepen.

• De Methodestartpagina is zeer gebruiksvriendelijk. Invallers en leerkrachten die samen voor één groep staan vinden snel hun weg en hebben direct overzicht.

• Ook leerlingen hebben een eigen Methodestartpagina, met toegang tot de oefen- en toetssoftware.

Methodestartpagina;de online lesomgevingMet de Methodestartpagina van Taalverhaal.nu heeft u toegang tot alle materialen. Deze overzichtelijke startpagina biedt u toegang tot bladerpdf’s van alle handleidingen, boeken, werkschriften, alle (instructie)filmpjes en verhaalanimaties, toetsen, extra oefeningen, resultatenoverzichten, groepsplannen op maat en meer. Vanuit de Methodestartpagina kunt u snel en eenvoudig de les voorbereiden, de les geven en het leerproces van leerlingen volgen en sturen. Ook leerlingen hebben hun eigen lesomgeving waar ze toegang hebben tot onder andere oefenen en toetsen.

Software

42

Page 43: Taalverhaal.nu Methodewijzer

DigibordsoftwareVia de Methodestartpagina komt u bij de digibord-software. Het digibord zet u dagelijks in voor uw taallessen. U heeft direct overzicht van de vaste lesfasen:• Introductie (Denken)• Instructie (Denken)• Verwerking (Doen)• Reflectie (Terugkijken)

Bij elke lesfase vindt u het digitale materiaal dat beschikbaar is bij de les. Dit materiaal heeft door zijn ondersteunende karakter een duidelijke meerwaarde in de les. De diverse onderdelen zijn flexibel in te zetten op basis van het niveau van de groep. U kunt alles doen (alle stappen doorlopen), maar ook een selectie maken. Het digibord kunt u verder inzetten om diverse onderdelen van de Methodestartpagina ‘los’ te tonen: denk aan de instructiefilmpjes en verhaalanimaties, liedjes maar ook aan de leerlingenmaterialen.

VerwerkingssoftwareMet de verwerkingssoftware van Taalverhaal.nu kunt u leerlingen digitaal laten werken met het leerlingen-materiaal, in plaats van verwerking op papier. U kunt deze digitale versie van de les- en werkboeken (Leerlingenboek, Maatschrift en Werkschrift) aan-schaffen voor één of meerdere groepen. Leerlingen kunnen werken op een computer (desktop), laptop of tablet. En als leerkracht bekijkt u de resultaten van alle drie de niveaus live via de link Resultaten op de Methodestartpagina.

“ Met de verwerkingssoftware doe je een beroep op de zelfstandigheid van kinderen. Vanuit leertheorieën bekeken is de verwerkings-software van Taalverhaal.nu heel goed. Wij zijn er van overtuigd dat je kinderen tekort doet als je materiaal aanbiedt wat niet theoretisch onderbouwd is. Taalverhaal.nu heeft die benodigde verdiepingsslag.”

Leerkrachten en directie van Kindcentrum De Meander uit Hendrik Ido Ambacht.

Meer dan 200 instructiefilmpjes

Een verhaalanimatie per hoofdstuk

43

Page 44: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Software

Oefensoftware

Verwerkingssoftware

44

Page 45: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Lesfase

Introductie en instructie

Software Voor wie

Verwerking

Extra oefenen

Toetsen

Methodestartpagina - digibordsoftware Leerkracht

Leerkracht

Leerkracht

Leerlingen

Leerlingen

Leerlingen

Verwerkingssoftware

Oefensoftware

Toetssoftware

Re�ectie

Voortgang bewaken

Methodestartpagina - digibordsoftware

Methodestartpagina - voortgang

OefensoftwareTaalverhaal.nu Taal heeft extra oefensoftware voor de leerlijnen Woordenschat en Woord- en zinsbouw. Voor Spelling kunnen de spellingcategorieën geoefend worden. De leerlingen kunnen op drie niveaus met de leerstof oefenen. De zwakke leerling oefent op niveau 1, de gemiddelde leerling op niveau 2 en niveau 3 is bestemd voor de sterke leerling. De leerlingen maken eerst een instap oefening en op basis daar-van gaan ze op het juiste niveau aan de slag. De oefenstof staat altijd automatisch klaar voor de leerling.

ToetssoftwareU kunt de taaltoetsen digitaal afnemen. U ziet de resultaten dan automatisch in voortgangs-rapportages op groeps- of leerlingniveau en u krijgt direct zicht op het vervolgtraject. Ook krijgt u advies op maat; herhalen, remediëren, verrijken.De toetsen zijn daarnaast beschikbaar op papier: als toetsschrift en als printbladen. De mogelijkheid bestaat om de resultaten van de papieren taaltoetsen ook digitaal te registreren. U profiteert dan ook van digitale rapportages en verwijzingen.

Hieronder zie u hoe de verschillende software elkaar versterkt en aanvult. U kunt zelf software-elementen kiezen en inzetten om uw onderwijs optimaal vorm te geven.

Meer weten over de digitale mogelijkheden bij Taalverhaal.nu? Er is een aparte brochure Taalverhaal.nu digitaal.

Zelf uitproberen? Vraag een proeflicentie aan op www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal

45

Page 46: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Overstappen

Uitproberen in de klas

Wilt u met eigen ogen zien hoe u het beste uit elke leerling haalt met Taalverhaal.nu? Via www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal kunt u het volgende downloaden of aanvragen:• Digitale brochure• Lessen met verhaalanimaties

en instructiefilmpjes• Proeflessen• Proeflicentie • Zichtzending

Om de overstap naar Taalverhaal.nu zo aantrekkelijk en eenvoudig mogelijk te maken bieden we u het volgende:

• een financiële omruilregeling als u werkt met de vorige editie

• een overzicht van de verschillen en overeenkomsten ten opzichte van vorige edities

• een (gratis) overstapprogramma op maat

• een (gratis) online starttraining

• een implementatiemap

• een implementatietraining

Bekijk de website of neem contact met ons op.

Meer weten?

ThiemeMeulenhoff staat voor u klaar!• Wilt u persoonlijk advies van een

accountmanager?• Wilt u (proef)materiaal bestellen?• Heeft u vragen over onze (digitale) leermiddelen?• Heeft u een andere vraag?

Aarzel niet en neem contact met ons op! De medewerkers van onze Klantenservice staan voor u in de startblokken. Zij zijn op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur.Telefoon: 033 - 448 3800 (gratis)

Page 47: Taalverhaal.nu Methodewijzer

Vraag de zichtzending vandaag nog aan!

Wilt u een compleet beeld van

de methode? En wilt u weten

hoe Taalverhaal.nu werkt in

de praktijk? Blader dan door

de boeken en schriften.

Vraag daarvoor vrijblijvend

de zichtzending aan.

Ga naar www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal

De zichtzending is voorzien van:

• Leerlingboek

• Werkschrift (+ antwoorden)

• Maatschrift (+ antwoorden)

• Handleiding

• Toetsschrift

• Toptaalschrift

• Kwismeester

Direct Digitaal Ontdekken

Overal en op elk moment alle boeken van Taalverhaal.nu digitaal bekijken en

beoordelen. Eenvoudig en gratis.

Ontdek het op de website!

NIEUW

Page 48: Taalverhaal.nu Methodewijzer

www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal

ThiemeMeulenhoff

Postbus 400 3800 AK Amersfoort

T 033 - 448 3800

I www.thiememeulenhoff.nl/taalverhaal

Optimaal resultaat door eenvoudig te organiseren differentiatie

ISN

B97

8111

1274

627