TOEWIJSBARE EN NIET

TOEWIJSBARE ZORGSamen of apart?

José van Dorst MBA-H

info@opleidingwijkverpleegkundige.nl

WORKSHOP

1. Waarom S1 en S2?

2. Wat?

3. Rol van de WVP

4. Werkelijkheid weerbarstig

5. Aan de slag, gewoon doen:….

20

-4-2

015

2

WAAROM?

Demografische ontwikkelingen / epidemiologie

Maatschappelijke ontwikkelingen

Politieke ontwikkelingen

20

-4-2

015

3

FUNDAMENTEEL: GEZONDHEID

• Wás: Een toestand van volledig lichamelijk,

geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts

de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk

gebreken (WHO 1948).

• Ís: Het vermogen om aan te passen en eigen regie

te voeren in het licht van sociale, fysieke en

emotionele uitdagingen in het leven.

van ‘state’ naar ‘ ability’

20

-4-2

015

4

WIJKGERICHTE PREVENTIE

DE BASIS

20

-4-2

015

5

LALONDE (1974)

Gezondheid

Omgeving

Fysiek

sociaal

Leefstijl

Houding

Kennis

Gedrag

Biologische factoren

Erfelijkheid

geslacht

Zorg

Toegankelijkheid

20

-4-2

015

6

INVLOED DETERMINANTEN OP

GEZONDHEID

20

-4-2

015

7

TREND VAN ZZ NAAR GG

Zorg vanuit VERMOGEN

Zorg ‘naar voren’: Eerder, sneller en beter

Dus: preventie!

Omslag in denken en vooral doen

Onderbouwd en resultaatgericht!!

20

-4-2

015

8

WAT IS S1 EN S2?

20

-4-2

015

9

wijk

ve

rple

eg

ku

ndig

e o

ntw

ikkelin

gen

BEKOSTIGING

S1: niet toewijsbare zorg op basis van wijkpopulatie

S2: toewijsbaar op basispolis af te rekenen

S3: resultaten op individu/populatie worden beloond

20

-4-2

015

10

wijk

ve

rple

eg

ku

ndig

e o

ntw

ikkelin

gen

ROL WIJKVERPLEEGKUNDIGE

ZVW

Poortwachter:

Wonen

Welzijn

Zorg

Individu

Wijk

20

-4-2

015

11

Professional en

kwaliteitsbevorderaar

Organisator Communicator

Samenwerkings-

partner

Reflectieve

professional

Gezondheids-

bevorderaar

Zorgverlener

VERPLEEGKUNDIG ZORGPROCESINDIVIDU EN WIJK

1. Anamnese

2. Diagnose(s)

3. Doel(en)

4. Interventie(s)

5. Resultaat

20

-4-2

015

12

VOORKOMEN DUS…PREVENTIE?

Preventie is het voorkómen van problemen door

vooraf in te grijpen:

20

-4-2

015

13

INVLOED DETERMINANTEN OP

GEZONDHEID

20

-4-2

015

14

PREVENTIE TRANSITIE

20

-4-2

015

15

WERKELIJKHEID WEERBARSTIG?

Gedragsverandering…..

20

-4-2

015

16

WERKELIJKHEID VANDAAG

Oud Denken

Bestaande verhoudingen

Belangen

Structuren

Financiering

Marktwerking

Concurrentie

Wvp wacht….?

20

-4-2

015

17

VAN ZZ NAAR GG

20

-4-2

015

18

WERKELIJKHEID VANDAAG

Nieuw denken

Klant centraal

Expertisegebied WVP

CanMEDS rollen

Poortwachter

Samenwerken

Onderbouwd

Resultaatgericht

Financiering is ondersteunend

S1 en S2 in samenhang

Overlap wegwerken

Cliënten in jouw wijk….

Preventie!!

20

-4-2

015

19

HOE IS HET IN JOUW WIJK?

20

-4-2

015

20

STERKTEPUNTEN

20

-4-2

015

21

ZWAKTEPUNTEN

20

-4-2

015

22

KANSEN

20

-4-2

015

23

BEDREIGINGEN

20

-4-2

015

24

HET VERMOGEN OM TE VERANDEREN

ZIT IN MENSEN…

20

-4-2

015

25

PREVENTIE TRANSITIE

20

-4-2

015

26

VERPLEEGKUNDIG ZORGPROCES

VOOR DE WIJK

1. Anamnese

2. Diagnose(s)

3. Doel(en)

4. Interventie(s)

5. Resultaat

20

-4-2

015

27

AAN DE SLAG

• Wijkdiagnose: hoe doe je dat?

1. bepaal wijk

2. oriënteer

3. verzamel gegevens

4. de verhalen erachter

5. sociale netwerken

6. checklist

7. diagnose

8. doelen

9. uitvoering (bron: Van kleef Instituut)

20

-4-2

015

28

ASPECTEN

• Geschiedenis

• Samenstelling

• Cultuur en religie

• Fysieke omgeving

• Voorzieningen

• Economie

• Vervoer en veiligheid

• Politiek en bestuur

• Communicatie

• Onderwijs

• Ontspanning

• Bewoners

Handig:

• Van Kleef Instituut

• Cbsinuwbuurt.nl

• Nivel/vaam.nl

• Funda.nl

20

-4-2

015

29

VERVOLGENS:

• doelen formuleren

• Wat moet er verbeteren?

• Wat heeft mijn wijk nodig?

• interventies bepalen en organiseren

• Wie gaat wat doen?

• PDCA

• onderbouwd en resultaatgericht!

20

-4-2

015

30

DE TOEKOMST KAN BEGINNEN…

20

-4-2

015

31

AAN DE SLAG

Gebruik deze SWOT om een analyse te maken van de kansen die jij als wijkverpleegkundige hebt om je preventieplannen te verwezenlijken. Je brengt natuurlijk ook de zwaktes in beeld om vervolgens je kansen en bedreigingen in beeld te krijgen.

Wie heb je mee, wie heb je tegen? Heeft iedereen dezelfde visie (stip op de horizon)?Welke bestaande (samenwerking) structuren zijn er in jouw wijk, werken de verschillende partijen goed samen? Kennen ze elkaar allemaal? Is er al een overlegstructuur? Werkt die structuur? Voor wie? Wat zou er dan volgens jou moeten gebeuren op structuurniveau? Topdown organiseren? Afwachten?

Ga na wat in jouw omgeving sterk is, wat beter kan, waar zitten mogelijkheden en bedreigingen? Wordt er vanuit bestaande structuren gewerkt? Wie neemt de leiding? Zijn de partijen in jouw wijk al bezig met wat beter zou kunnen in de wijk (preventie)? Wie stuurt er op S1? Wat kun jij doen?

Ga hiermee 10 minuten aan de slag in groepjes van ongeveer 5 – 10 mensen.

20

-4-2

015

32