Wie heeft er nog dorst

46
Welkom bij deze dienst op dankdag voor gewas en arbeid. Voorganger ds mevr Kramer van Urk Organist Joh de Vries Thema: “Wie heeft er nog dorst?”

Transcript of Wie heeft er nog dorst

Page 1: Wie heeft er nog dorst

Welkom bij deze dienst op dankdag

voor gewas en arbeid.

Voorganger ds mevr Kramer van Urk

Organist Joh de Vries

Thema: “Wie heeft er nog dorst?”

Page 2: Wie heeft er nog dorst

VDD G 351

Zie ons heden

voor U treden,

Page 3: Wie heeft er nog dorst

1

Zie ons heden

voor U treden,

God die goedheid zijt,

die ons hebt gegeven

Christus, 't eeuwig leven,

eens en voor altijd.

Page 4: Wie heeft er nog dorst

2

God van zegen,

onzentwege

hebt Ge uw Zoon gezaaid;

en het zaad werd wakker:

op de wereldakker

wordt met vreugd gemaaid.

Page 5: Wie heeft er nog dorst

3

Ach, wij smeken:

in dit teken,

Heer, maak ons gewis,

dat Gij ons zult schenken

boven alle denken

wat ons nodig is.

Page 6: Wie heeft er nog dorst

4

Laat wie zaaien

straks ook maaien

naar uw goede wet.

Zegen onze landen;

't werk van onze handen,

God, bevestig het!

Page 7: Wie heeft er nog dorst

Welkom bij deze dienst op dankdag

voor gewas en arbeid.

Voorganger ds mevr Kramer van Urk

Organist Joh de Vries

Thema: “Wie heeft er nog dorst?”

Page 8: Wie heeft er nog dorst

P 145 – 1, 5

O Heer, mijn God, Gij koning

van 't heelal,

Page 9: Wie heeft er nog dorst

O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal,

ik wil uw naam verheffen boven al.

Van dag tot dag roem ik uw majesteit,

ik zegen U voor eeuwig en altijd.

Groot is de HEER, zijn grootheid zij

geprezen,

groot is zijn naam, zijn ondoorgrondlijk

wezen.

Van mond tot mond gaan uw geduchte

daden,

van eeuw tot eeuw slaat men uw werken

gade.

Page 10: Wie heeft er nog dorst

Zie, aller ogen zijn op U gericht,

HEER, die te rechter tijd hun nood

verlicht.

Gij opent uwe hand, en al wat leeft

vindt voedsel, vindt al wat het nodig heeft.

Rechtvaardig is de HEER in al zijn wegen,

in al zijn daden is Hij ons genegen.

Al wie Hem aanroept, schenkt Hij zijn

ontferming;

wie Hem in waarheid aanroept, vindt

bescherming.

Page 11: Wie heeft er nog dorst

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 12: Wie heeft er nog dorst

G 350 – 1, 2, 3, 4

God, die leven

hebt gegeven

Page 13: Wie heeft er nog dorst

1

God, die leven

hebt gegeven

in der aarde schoot,

alle vrucht der velden

moeten we U vergelden,

dank voor 't daaglijks brood.

Page 14: Wie heeft er nog dorst

Gez. 350 : 2

Niet voor schuren,

die niet duren,

gaaft Gij vruchtbaarheid,

maar opdat op aarde,

in uw goede gaarde,

niemand honger lijdt.

Page 15: Wie heeft er nog dorst

3

Maar wij rijken,

ach, wij blijken

hard en onverstoord.

Open onze oren,

Heer, opdat wij horen

't roepen aan de poort.

Page 16: Wie heeft er nog dorst

4

Wil dan geven,

dat ons leven

zelf ook vruchtbaar zij.

Laat in goede daden

't woord van uw genade

opgaan, sterk en vrij.

Page 17: Wie heeft er nog dorst

Gebed om Gods nabijheid.

Daarna lezen Lev. 23 : 39 – 43

Page 18: Wie heeft er nog dorst

39 Neem dit in acht: Op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer je de oogst van het land hebt gehaald, begint het feest van de HEER, dat zeven dagen duurt. De eerste dag en de achtste dag moeten voor jullie rustdagen zijn. 40 De eerste dag moeten jullie mooie vruchten plukken en takken afsnijden van dadelpalmen, loofbomen en beekwilgen.

Page 19: Wie heeft er nog dorst

Zeven dagen lang moeten jullie feestvieren ten overstaan van de HEER, jullie God. 41 Elk jaar moet dit feest ter ere van de HEER zeven dagen lang gevierd worden. Dit voorschrift geldt voor altijd, generatie na generatie. Vier dit feest in de zevende maand.

Page 20: Wie heeft er nog dorst

42 Zeven dagen lang moeten jullie in hutten wonen, elke geboren Israëliet moet in een loofhut wonen, 43 om jullie kinderen eraan te herinneren dat ik de Israëlieten in hutten liet wonen toen ik hen uit Egypte wegleidde. Ik ben de HEER, jullie God.”’

Page 21: Wie heeft er nog dorst

P 67 – 1, 3

God zij ons gunstig en genadig.

Page 22: Wie heeft er nog dorst

1

God zij ons gunstig en genadig.

Hij schenke ons 't gezegend licht

dat overvloedig en gestadig

straalt van zijn heilig aangezicht:

opdat hier op aarde elk uw weg

aanvaarde

en tot U zich wend',

zo, dat allerwegen ieder volk de

zegen

van uw heil erkent.

Page 23: Wie heeft er nog dorst

3

De aarde heeft de vrucht gegeven,

die door de hemel werd verwekt,

en uit haar schoot ontspruit nieuw leven

waar God zijn hand houdt uitgestrekt.

God is ons genegen, / onze God geeft

zegen,

Hij die alles geeft,

Hij zal zijn geprezen, / Hem zal alles

vrezen

wat op aarde leeft.

Page 24: Wie heeft er nog dorst

Lezen Joh. 7 : 37 t/m 44

Page 25: Wie heeft er nog dorst

37 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! 38 “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen;

Page 26: Wie heeft er nog dorst

de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven. 40 Toen de mensen in de menigte dit hoorden zeiden ze: ‘Dit moet wel de profeet zijn.’ 41 Anderen beweerden: ‘Het is de messias,’ maar er werd ook gezegd: ‘De messias komt toch niet uit Galilea?

Page 27: Wie heeft er nog dorst

42 De Schrift zegt toch dat de messias uit het nageslacht van David komt en uit Betlehem, waar David woonde?’ 43 Zo ontstond er verdeeldheid in de menigte, 44 en sommigen wilden hem grijpen, maar niemand deed hem iets.

Page 28: Wie heeft er nog dorst

ELB 150 – 1, 3

Ruis, o Godsstroom der genade

Page 29: Wie heeft er nog dorst

1

Ruis, o Godsstroom der genade

in gemeent' en huis en hart!

Laat in U gezond zich baden,

wat gebogen gaat door smart!

Stroom, o heil'ge Geest, terneder

op het uitgedroogde land;

en de bloemen bloeien weder,

haast verwelkt door zonnebrand.

Page 30: Wie heeft er nog dorst

3

Komt, gij dorstigen, hier drinken

uit die milde heilfontein!

Laat uw ziel in 't stof niet zinken,

maar in haar gereinigd zijn.

Laat U door haar golven dragen

tot waar liefde nooit verkoelt,

waar de kust der aardse dagen

door Gods vreugde wordt omspoeld.

Page 31: Wie heeft er nog dorst

Wie heeft er nog dorst?

Page 32: Wie heeft er nog dorst

ELB 411

Jezus leeft in eeuwigheid,

Page 33: Wie heeft er nog dorst

1

Koor:

Jezus leeft in eeuwigheid,

zijn sjaloom wordt werkelijkheid.

Alle dingen maakt Hij nieuw.

Hij is de Heer van mijn leven.

Page 34: Wie heeft er nog dorst

2

Straks als er een nieuwe dag begint,

en het licht het van het duister wint,

mag ik bij Hem binnengaan,

voor zijn troon gaan staan.

Hef ik daar mijn loflied aan:

Page 35: Wie heeft er nog dorst

Koor:

Jezus leeft in eeuwigheid,

zijn sjaloom wordt werkelijkheid.

Alle dingen maakt Hij nieuw.

Hij is de Heer van mijn leven.

Page 36: Wie heeft er nog dorst

4

Straks wanneer de grote dag begint,

en het licht voor altijd overwint,

zal de hemel opengaan,

komt de Heer er aan.

Heffen wij dit loflied aan:

Page 37: Wie heeft er nog dorst

5

Jezus komt in heerlijkheid,

zijn sjaloom wordt wereldwijd.

Alle dingen maakt Hij nieuw.

Hij is de Heer van ons leven.

Page 38: Wie heeft er nog dorst

Dankgebeden

Page 39: Wie heeft er nog dorst

Collecte

1ste diaconie

2de eigen gemeente

Page 40: Wie heeft er nog dorst

G 390 – 1, 2, 3

'k Wil U, o God, mijn dank betalen,

Page 41: Wie heeft er nog dorst

1

'k Wil U, o God, mijn dank betalen,

U prijzen in mijn avondlied.

Het zonlicht moge nederdalen,

maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.

Gij woudt mij met uw gunst

omringen,

meer dan een vader zorgdet Gij,

Gij, milde bron van zegeningen:

zulk een ontfermer waart Gij mij.

Page 42: Wie heeft er nog dorst

2

Uw trouwe zorg wou mij bewaren,

uw hand heeft mij gevoed, geleid;

Gij waart nabij in mijn bezwaren,

nabij in elke moeilijkheid.

Deez' avond roept mij na mijn zorgen

tot rust voor lichaam en voor geest.

Heb dank, reeds van de vroege

morgen

zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

Page 43: Wie heeft er nog dorst

3

Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe,

al wisselen ook dag en nacht.

Ik ken de rots waarop ik bouwe:

hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Eens aan de avond van mijn leven

breng ik, van zorg en strijden moe,

voor elke dag, mij hier gegeven,

U hoger, reiner loflied toe.

Page 44: Wie heeft er nog dorst

Zegen

3 x amen

Page 45: Wie heeft er nog dorst
Page 46: Wie heeft er nog dorst