Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

28
1. mei 2014 Programmatoelichting Gymnopédie.

description

Programmaboekje bij het concert 'Gymnopédie' van het Symfonieorkest Vlaanderen

Transcript of Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

Page 1: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

1.

mei 2014

ProgrammatoelichtingGymnopédie.

Page 2: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

2.

Chef-dirigent.Jan Latham-Koenig

Concertmeester.Jo Vercruysse

Eerste violen.Arman SimonianNathalie HeppBence AbrahamHilde CoppietersPeter HellemondVeerle HoubrakenPaul KlinckEva StijnenAnnerien Stuker

Tweede violen.Gudrun VerbanckIsabelle BuyckGeraldine De BaetsTim BreckpotPieter DecolvenaerIsabelle DecraeneLiesbet JansenMaya Shvartsman

Altviolen.Kris HellemansAnnemie VercauterenBruno De SchaepdrijverLieve DreelinckBieke JacobusKaatje StrauvenKorneel Taeckens

Celli.Renaat AckaertJan Van KelstIsabelle BrysCaroline SteenBart VerhaegheHélène Viratelle

Contrabassen.Koenraad HofmanJan VerheyeBram DecroixSanne Deprettere

Houtblazers.Caroline Peeters. fluitVeerle Secember. piccolo. fluitKorneel Alsteens. hoboCarola Dieraert. (alt)hoboFrank Coryn. klarinetTom Daans. klarinetBart Lagacie. basklarinetKoen Coppé. fagotTamara Smits. fagot

Koperblazers.Kristiaan Slootmaekers. hoornBruno Melckebeke. hoornEmma Van den Ecker. hoornFrank Clarysse. hoornSteven Bossuyt. trompetBart Coppé. trompetBob Van der Strieckt. tromboneCharlotte Van Passen. tromboneJeroen Verleden. tuba

Slagwerk.Antoine Siguré. pauken. percussieWim De Vlaminck. percussie

Anouk Sturtewagen. harpEva Verheye. harp

Musici

Gymnopédie.

Page 3: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

1.Programma

Gymnopédie.

Dirigent. Jan Latham-Koenig

Soliste. Nathalie Gaudefroy. sopraan

di. 13.05.2014 20:00Concertgebouw. Brugge

do. 15.05.2014 20:00CC Zwaneberg. Heist-op-den-Berg

zo. 18.05.2014 15:00deSingel. Antwerpen

ma. 19.05.2014 20:00Paleis voor Schone Kunsten. Brussel

Erik Satie (1866-1925)Gymnopédies nrs. 1 en 3 (georkestreerd door C. Debussy)I. Gymnopédie nr. 1 – Lent et douloureuxII. Gymnopédie nr. 3 – Lent et grave

Erik Satie (1866-1925)Deux préludes posthumes et une gnossienne (georkestreerd door C. Debussy)I. Fête donnée par des chevaliers normandes en l’honneur d’une jeune demoiselleII. Prélude du Nazaréen III. Gnossienne

Darius Milhaud (1892-1974)Le bœuf sur le toit, opus 58

pauze

Francis Poulenc (1899-1963)La voix humaine

Page 4: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

2. Programmatoelichting

Gymnopédie.

Terugkeren naar het muzikale Frankrijk uit de jaren 1920 met componisten als Milhaud en Poulenc brengt ons onvermijdelijk bij ‘Les Six’: zes componisten, in de eerste plaats verenigd door een onderlinge vriendschap. Toch kun-nen we stellen dat ze in de vroege jaren 1920 ook een gemeenschappelijk muzikaal ideaal nastreven. Ze trachten de Franse muziek te ontdoen van impressionistische invloeden à la Debussy en te reageren tegen de Wagne-riaanse romantiek en diens bombastische ex-pressie. De middelen die ze hanteren voor het realiseren van deze tweeledige doelstelling zijn zeer heterogeen. Tot hun plan d’action behoort onder meer het integreren van speelsheid, in-vloeden uit populaire muziekgenres en het da-gelijkse leven, ritmische vitaliteit, simpliciteit, oprechtheid en een duidelijke gelaagdheid. Werken van de iets oudere componist Erik Satie waren een bron van inspiratie voor Les Six of, zoals Satie hen zelf noemde “les nou-veaux jeunes”.

Duidend voor het streven van Les Six is het volgende citaat van Darius Milhaud waarin

hij terugblikt op het begin van zijn carrière als componist rond 1905: “Toen ik begon te com-poneren, werd ik me plotseling bewust van het gevaar dat op de loer ligt wanneer men de paden van de impressionistische muziek volgt.” Hiermee doelde hij onder andere op de wolligheid, en het wazige en weemoedige karakter dat vaak kenmerkend is voor de im-pressionistische muziek. Ondanks deze inge-steldheid koesterde Milhaud zijn leven lang een grote liefde voor Debussy’s muziek.

Le bœuf sur le toit.In het Parijse avant-garde milieu van de ja-ren 1920 is de bar Le bœuf sur le toit een waar icoon. Toen Milhauds gelijknamige werk na de première in 1920 op heel wat bijval kon rekenen, geloofden vele mensen dat hij het had genoemd naar de bar. Le bœuf sur le toit was zo’n populair orkestwerk dat Milhaud het vaak in klavierreductie uitvoerde in de Parijse bar La Gaya. De aanwezigheid van Les Six en andere kunstenaars maakten dat de bar een zeer populair oord van vermaak was. Toen de eigenaar in 1921 de bar moest verhui-

zen, besloot hij deze te herdopen tot Le bœuf sur le toit, in de hoop dat de populariteit van Milhauds werk ook gunstig effect op zijn eta-blissement zou hebben.

In 1917 reisde Darius Milhaud als attaché van een Franse diplomatische delegatie naar Rio de Janeiro en ontwikkelde onmiddellijk een fascinatie voor het land en haar muziek. Hij maakt dit duidelijk kenbaar in zijn eigen ge-tuigenissen, alsook in de verscheidene com-posities die deels of geheel zijn geïnspireerd door Brazilië. Milhaud wordt vaak beschreven als een echte ‘globe-trotter’: een muzikale we-reldreiziger. In zijn oeuvre liet hij zich inspire-ren door volksmuziek uit verschillende uithoe-ken van de wereld. Denken we hier even terug aan de middelen die “Les nouveaux jeunes” gebruikten om zich te onderscheiden van on-der meer Debussy en Wagner: de integratie van populaire muziekgenres. Le bœuf sur le toit behoort tot Milhauds Braziliaans geïnspireer-de composities. Hij componeerde dit symfo-nische ballet in Frankrijk onmiddellijk na zijn terugkeer uit Brazilië in 1919 en het werk trok

Page 5: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

3.

al snel de aandacht van dichter Jean Cocteau, die ook nauw betrokken was bij Les Six en op Milhauds muziek een passend pantomime schreef. De première in 1920 bleek een groot succes. Vandaag de dag wordt het werk veelal concertant opgevoerd.

Le bœuf sur le toit kan het best omschreven worden als een collage van transcripties van Braziliaanse populaire muziek, zoals tango’s, polka’s, samba’s, en zo meer. Deze transcrip-ties zijn georganiseerd rond het enige thema van Milhauds eigen hand: het rondo-thema. Milhauds rondo weerklinkt 15 keer in dit kwartier durende werk. Na een eerste ver-schijning in de hoofdtoonaard van do groot, keert het thema terug in alle andere grote tertstoonaarden. In de laatste verschijning van het rondo-thema herbevestigt Milhaud de hoofdtoonaard.

Tussen de verschijning van elk rondo-thema kleeft Milhaud twee verschillende citaten uit de Braziliaanse muziek, zodat er in totaal 14 drieledige blokjes en een coda, met de laatste

verschijning van het rondo-thema, ontstaan. Milhaud beperkt zich echter niet tot een louter horizontale organisatie: hij verweeft verscheide-ne populaire thema’s namelijk ook op verticale wijze. Doordat er soms twee of meer verschil-lende thema’s boven elkaar klinken, ontstaan ook contrapuntische texturen in het werk.

Nu we weten welk materiaal aan de basis van Milhauds compositie ligt, kunnen we ook de titel ervan verklaren. Eén van de meest popu-laire tango’s die Milhaud te horen kreeg toen hij het carnaval van 1918 in Rio de Janeiro bijwoonde, was getiteld O Boi no Telhado. Hoewel het thema slechts één van de 25 Bra-ziliaanse thema’s is die Milhaud in zijn com-positie opnam en het verre van het meest prominente thema is, besloot Milhaud toch om de Franse vertaling ervan, Le bœuf sur le toit, als titel voor zijn werk te gebruiken. Pan-tomimeschrijver Jean Cocteau gaf zijn publiek het volgende advies mee: “Probeer in deze titel niet meer betekenis te vinden dan daar is in bijvoorbeeld ‘De hond die rookt’ of ‘Het blinde paard’.”

La voix humaine.Vele jaren na Les Six en stilaan op het einde van een leven, getekend door vlagen van manische depressiviteit, maar ook door tevredenheid, schrijft Poulenc in 1958 zijn laatste opera La voix humaine, gebaseerd op een eenakter van Jean Cocteau. Het werk wordt beschreven als een sterke studie van de menselijke wanhoop en het is misschien wel Poulencs meest rauwe compo-sitie. Gedurende 40 minuten geeft de componist muzikale uiting aan het eenzijdige telefoonver-keer tussen een jonge vrouw en haar geliefde, die haar verlaat. De gemoedstoestand van de gekwelde vrouw wisselt tussen boosheid, jaloe-zie, waanzin, nostalgie en zelfbeklag. De opera, voor één sopraan en orkest, eindigt op tragische wijze wanneer de vrouw met de telefoondraad rond haar nek gewikkeld, mompelend en haast onhoorbaar de woorden “je t’aime” blijft her-halen. Naast de emotionele aftakeling van de jonge vrouw, horen we ook de gevolgen van het onbetrouwbare Franse telefoonsysteem uit die tijd. De opera opent bijvoorbeeld met een fout telefoonnummer en is verder doorspekt met onderbrekingen en storingen.

Page 6: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

4.

Poulenc schrijft op enorm precieze wijze elke stilte en elke paniekerige uitbarsting van het orkest neer tussen de vaak hortende, onbege-leide vocale flarden. De lange vocale lijnen, zo kenmerkend voor Poulencs voorgaande opera, schitteren hier door afwezigheid. Doorheen de operageschiedenis zijn er tal van discus-sies gevoerd over het belang van de tekstver-staanbaarheid in het dramatische recitatief tegenover de vaak overdadig versierde ariame-lodieën in het bel canto. In deze opera van Pou-lenc moet de lyriek volledig wijken voor een reciterende zangtoon: een spreekgezang. Pou-lenc noemde het werk zelf een ‘dagboek van zijn tranen’, wat weergeeft dat het werk veel invloeden uit Poulencs persoonlijke en hoogst complexe gevoelsleven in zich draagt.

Gymnopédies nrs. 1 en 3.Erik Satie, het grote voorbeeld voor Les Six, componeerde in 1887 op 21-jarige leeftijd zijn Sarabandes. De werken vormden met hun modale en statische harmonieën een duide-lijke reactie tegen de Wagneriaanse tendens die op dat moment domineerde in Parijs.

Een jaar nadien componeerde hij in dezelfde gedachtegang zijn Trois gymnopédies, welke waarschijnlijk Saties meest bekende werken zijn geworden. In hun eenvoud en beknoptheid waren ze wederom alles wat Wagners muziek niet was en net daarom werden ze door Les Six hoog ingeschat. In de drie pianowerken horen we geen motivische ontwikkeling of harmoni-sche richting naar een climax toe, wat aan de stukken een dromerig karakter verleent. In plaats daarvan is er op vlak van melodie veel ruimte voor herhaling en opsomming. Har-monisch worden tal van interessante akkoor-den met milde dissonanten zonder functio-nele werking simpelweg aan elkaar geregen.

Over Saties keuze van de titel ‘Gymnopédie’ is reeds veel gespeculeerd. Satie zou de titel uit het oude Griekenland hebben gehaald. De gymnopaidia was een jaarlijks feest in Sparta ter ere van Apollo met dansen van naakte mannen . Of Satie werkelijk naar deze beteke-nis refereerde of dat hij eerder werd aange-trokken door het exotisme en de obscuriteit

die met de titel gepaard gaan, is zeer de vraag. Toen Saties populariteit tegen het einde van de jaren 1890 tanende was en Debussy net het omgekeerde ervoer, besloot deze laatste de aandacht naar het werk van zijn vriend te trekken. In februari 1897 orkestreerde hij twee van Saties Gymnopédies. Vreemd genoeg draaide hij daarbij ook de nummers 1 en 3 om. Nummer 2 was volgens Debussy ongeschikt voor orkestratie. Erik Satie bleek enorm opge-togen met het resultaat van zijn goede vriend. Al bleek later dat het geen vriendschap voor het leven zou zijn.

Page 7: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

5.

Deux préludes posthumes et une gnossienne.In 1939, toen Satie reeds 14 jaar overleden was, besloot ook Francis Poulenc om enkele pianowerken van hem te orkestreren. Het is interessant om op te merken dat doorheen de muziekgeschiedenis veelal de omgekeerde weg werd afgelegd: namelijk dat men orkest-werken omzette in pianoreducties om zo een grotere hanteerbaarheid en bekendheid te garanderen.

Poulenc koos voor twee postuum gepubli-ceerde preludes en één van Saties gnossiennes uit 1890. Deze laatste wordt gekenmerkt door een eerder oosters klankidioom, in het bij-zonder als men de gnossiennes vergelijkt met bijvoorbeeld de gymnopédies, die circa 10 jaar eerder werden gecomponeerd. De oosterse sfeer komt tot uiting in de melodische ver-sieringen, alsook in de statische baslijn. Het is ook bij de publicatie van de gnossiennes dat Satie voor de eerste keer commentaren toe-voegt in de partituur ter inspiratie van de uit-voerder. Commentaren zoals ‘très perdus’ en

‘ouvrez la tête’ verlenen een grote artistieke vrijheid aan de uitvoerder. Ook het ontbreken van maatstrepen in de oorspronkelijke pia-noversie draagt hiertoe bij.

De eerste prelude die Poulenc orkestreert, is getiteld Fête donnée par des chevaliers nor-mandes en l’honneur d’une jeune demoiselle en werd oorspronkelijk door Satie gecom-poneerd in 1887. Dit werk illustreert zeer goed waarom Debussy Satie beschreef als een “lieve, middeleeuwse musicus verloren in de eeuw”. Zoals u kan vaststellen komt het partituurbeeld namelijk sterk overeen met dat van de vroege meerstemmige mu-ziek uit de middeleeuwen.

De tweede prelude met de titel Prélude du Nazaréen schreef Satie in 1892. Ondanks het ontbreken van maatstrepen (wederom enkel in de pianoversie) heeft dit werk een zeer dui-delijke syntaxis. Als met leestekens legt Satie iedere muzikale zin neer met een zeer lage noot in de linkerhand.

Zowel de orkestraties van Debussy als die van Poulenc zorgen voor een duidelijke verstaan-baarheid van de verschillende thema’s in de partituur, daar deze gekoppeld worden aan verschillende instrumenten in het orkest, ter-wijl anders slechts eenzelfde klankkleur van de piano wordt gebruikt.

Doorheen dit concert worden de idealen van een nieuwe generatie Franse componisten in de verf gezet: duidelijkheid, eenvoud en popu-laire invloeden uit de volksmuziek en de jazz maken dat hun muziek door een breed publiek gesmaakt werd én wordt.

Tekst. Sofie Servranckx & Brecht Vandenbogaerde

Page 8: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

6. Biografie

Jan Latham-Koenig. dirigent

JAN LATHAM-KOENIG © PAUL PERSKY

Met zijn Franse, Deense en Poolse roots, is Jan Latham-Koenig een Europeaan in hart en nieren. Hij studeerde aan het Royal College of Music in Londen waarna hij de prestigieuze Gulbenkian Fellowship in de wacht sleepte. Zijn debuut als dirigent van de opera Macbeth in de Wiener Staatsoper in 1988 was een bui-tengewoon succes en bezorgde hem op korte tijd internationale naam en faam. Sindsdien stond hij aan het roer van ’s werelds grootste opera- en symfonische gezelschap-pen met werken zoals Aïda, Macbeth, La Bo-hème, Peter Grimes, Tristan und Isolde, Pelléas et Mélisande, Die tote Stadt, Carmen, Turandot en Elektra en het ballet The Prince of the Pagodas.

Jan Latham-Koenig nam reeds diverse enga-gementen op als artistiek directeur van en-sembles en organisaties zoals het Orquestra Nacional do Porto, de Cantiere Internazionale d’Arte di Montepulciano, het Teatro Massimo di Palermo, het Orchestre Philharmonique de Strasbourg en de Opéra National du Rhin.

Daarnaast was hij stichter en artistiek direc-teur van de Young Janácek Philharmonic.Sinds augustus 2011 is hij artistiek direc-teur van de Novaya Opera Moskou en sinds 2012 ook van het Orquesta Filarmónica de la UNAM in Mexico City. Vanaf het seizoen 2013-2014 is hij tevens chef-dirigent van het Symfonieorkest Vlaanderen in Brugge.

Jan Latham-Koenig verzorgde diverse gastoptredens met onder meer de New Japan Philharmonic, het Tokyo Metropolitan Orchestra, het Orchestre Philharmonique de Radio France, het Los Angeles Philharmonic Orchestra, het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin en het Dresdner Philharmonie Or-chester. Daarnaast werd hij uitgenodigd om diverse gezelschappen te dirigeren in de Wiener Staatsoper, het Royal Opera House Covent Garden, de National Opera Prague, de Göteborg Opera, de Tokyo National Opera en nog vele andere.

Page 9: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

7.

NATHALIE GAUDEFROY

De Franse sopraan Nathalie Gaudefroy werd geboren in Straatsburg en studeerde er musi-cologie aan de universiteit en aan het conser-vatorium. Ze studeerde af met onderscheiding en won diverse prijzen in de opties kamer- muziek en melodie.

Sindsdien sleepte Gaudefroy diverse internati-onale prijzen in de wacht. Ze won onder meer de prijzen in de categorie ‘melodie’ en ‘opera’ op de 17de editie van de Marmande Interna-tional Competition. Daarnaast ontving ze awards voor lyrische kunst en voor samenspel in de categorie ‘piano’ op de internationale wedstrijd Lili en Nadia Boulanger in Parijs.

Gaudefroy volgde verschillende masterclas-ses bij Udo Reinemann, Sarah Walker, Kon-rad Richter, Helmut Deutsch, Rudolf Jansen, Edith Wiens en Gundula Janowitz.

Als operazangeres nam Gaudefroy een groot aantal prestigieuze rollen voor haar rekening, zoals onder meer die van Denise in Honeg-gers Les aventures du roi pausole en die van Musetta in Puccini’s La Bohème. In een pro-ductie van Claude Prey’s Les Liaisons Dange-reuses van de Metz Opera vertolkte Gaudefroy de rol van Cecile Volanges. Voor een uitvoe-ring van Johann Strauss’ Die Fledermaus kroop

ze in de huid van Adele en bij de producties van Paul Hindemiths Hin und züruck en Das lange Weihnachtsmahl van het Fontainebleau Theater speelde ze respectievelijk Helene en Leonora. In 2010 zong ze de rol van Pamina in Die Zauberflöte, onder leiding van Darriel Ang.Ook als vertolkster van oratoria en kamer-muziek wordt Gaudefroy internationaal gelauwerd. Ze bracht onder meer Johan-nes Brahms’ Liebeslieder Walzer samen met Christianne Stotijn, Johann Sebastian Bachs H-Moll Messe, Antonin Dvoráks Stabat Mater, Georg Friedrich Händels Messiah en Joseph Haydns Die Schöpfung.

Gaudefroy werkte reeds samen met verschil-lende toporkesten, zoals bijvoorbeeld het Mulhouse Symphonic Orchestra, het Straats-burg Philharmonisch Orkest, het Albert Schweitzer Orkest, het Tsjechische Nationaal Orkest, het Lausanne Chamber Orchestra, het Les Siècles Orkest en het Poitou-Charentes Orchestra.

Biografie

Nathalie Gaudefroy. sopraan

Page 10: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

8.La Voix Humaine. tekst. Jean Cocteau. 1932muziek. Francis Poulenc. 1959

La scène, représente l’angle d’une chambre de femme ; une petite table avec une téléphone. On sonne.

La Femme :Allô, allô ! -Mais non Madame, nous sommes plusieurs sur la ligne, raccrochez. Vous êtes avec une abonnée.-Mais, Madame, raccrochez vous-même. Allô, Mademoiselle !-Mais non, ce n’est pas le docteur Schmit.Zéro huit, pas zéro sept. Allô ! C’est ridicule !On me demande ; je ne sais pas. on sonneAllô ! -Mais, Madame, que voulez-vous que j’y fasse ?Comment, ma faute ? Pas du tout. Allô, Mademoiselle !-Dites à cette dame de se retirer. elle raccroche on sonneAllô, c’est toi ?-Oui, très bien. C’était un vrai supplice de t’entendre à travers tout ce monde ...

De scène stelt de kamer voor van een vrouw, er is een klein tafeltje met een telefoon. De telefoon rinkelt.

De Vrouw:Hallo, hallo!-Maar nee, mevrouw, er zijn er meer op deze lijn, hangt U op. U spreekt met een abonnee.-Maar mevrouw, hangt U zelf op. Hallo, Juffrouw!-Nee, dit is niet bij Dokter Smit! Nul acht, niet nul zeven. Hallo! Dit is belachelijk! Er wordt gebeld, ik weet het ook niet. de telefoon rinkeltHallo!-Maar mevrouw, wat wilt U dat ik doe? Hoezo mijn fout? Helemaal niet. Hallo, Juffrouw!-Zeg deze mevrouw op te hangen! zij hangt op de telefoon rinkeltHallo, ben jij het?-Ja, heel goed. Het was een ware beproeving om je door iedereen heen te pakken te krijgen ...

Page 11: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

9.-Oui... -Oui...-Non ... c’est une chance ... Je rentre il y a dix minutes. Tu n’avais pas encore appelé?-Ah !-Non, non. J’ai diné dehors, chez Marthe.Il doit être onze heur ’un quart. Tu es chez toi ?-Alors regarde la pendule électrique.-C’est ce que je pensais.-Oui, oui, mon chéri. -Hier soir ? Hier soir je me suis couchée tout de suite et comme je ne pouvais pas m’endormir, j’ai pris un comprimé.-Non, un seul, à neuf heures. J’avais un peu mal à la tête, mais je me suis secoué. Marthe est venue. Elle a déjeuné avec moi. J’ai fait des courses. Je suis rentrée à la maison. J’ai ... -Quoi ? Très forte...J’ai beaucoup, beaucoup de courage ... -Après ? Après je me suis habillée, Marthe est venue me prendre. Je rentre de chez elle. Elle a été parfaite.

-Ja ... -Ja ... -Nee ... nog een geluk ... Ik ben net tien minuten thuis. Je had nog niet gebeld?-O!-Nee, nee. Ik heb buitenshuis gegeten, bij Marthe. Het moet kwart over elf zijn. Ben je thuis?-Wel, kijk dan op de klok.-Dat is wat ik dacht.-Ja, ja, lieveling.-Gisteravond? Gisteravond ben ik onmiddellijk gaan slapen en omdat ik niet kon inslapen heb ik een pil genomen.-Nee, eentje maar, om negen uur. Ik had een beetje hoofdpijn, maar ik heb mij vermand. Marthe is gekomen. Zij heeft met mij ontbeten. Ik heb boodschappen gedaan. Ik ben weer naar huis gegaan. Ik heb ... -Wat? Heel sterk ... Ik ben heel, heel flink ... -Daarna? Daarna heb ik mij aangekleed. Marthe is mij komen ophalen. Ik kom net bij haar vandaan. Zij is geweldig geweest.

Page 12: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

10.-Elle a cet air, mais elle ne l’est pas.-Tu avais raison, comme toujours. -Ma robe rose ... Mon chapeau noir. -Oui, j’ai encore mon chapeau sur la tête. Et toi ? tu rentres ? -Tu es resté à la maison ?-Quel procès ? -Ah, oui. Allô ! Chéri ... Si on coupe, redemande-moi tout de suite. Allô ! -Non, je suis là.-Le sac ? Tes lettres et les miennes. Tu peux le faire prendre quand tu veux.-Un peu dur ... Je comprends.-Oh! mon chéri, ne t’excuse pas, c’est très naturel et c’est moi qui suis stupide. Tu es gentil ... tu es gentil.-Moi non plus, je ne me croyais pas si forte.-Quelle comédie ? Allô ! -Qui ? Que je te joue la comédie, moi ! Tu me connais, je suis incapable de prendre sur moi.

-Zo lijkt ze, maar zo is ze niet.-Je had gelijk, zoals altijd.-Mijn roze kleedje ... Mijn zwarte hoed.-Ja, ik heb mijn hoed nog op. En jij? Kom je ook net thuis?-Je bent thuis gebleven?-Welk proces?-O, ja. Hallo! Schat, als de verbinding verbroken wordt,bel me dan meteen terug. Hallo!-Nee, ik ben hier.-De tas, jouw brieven en de mijne. Je kunt hem laten ophalen wanneer je wil.-Een beetje moeilijk ... Ik begrijp het.-Oh! Schat, verontschuldig je niet, dat is heel normaal en ik ben degene die stom is. Jij bent lief ... Jij bent lief.-Ik ook niet, ik had ook niet gedacht dat ik zo sterk zou zijn.-Wat voor komedie? Hallo!-Wie? Dat ik komedie speel, ik! Je kent me, ik kan me niet anders voordoen dan ik ben.

Page 13: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

11.-Pas du tout ... -Pas du tout. Très calme. Tu l’entendrais.-Je dis : tu l’entendrais. Je n’ai pas la voix d’une personne qui cache quelque chose. -Non. J’ai décidé d’avoir du courage et j’en aurai. J’ai ce que je mérite. J’ai voulu être folle et avoir un bonheur fou.-Chéri, écoute...allô ! -Chéri. Laisse ... allô ! Laisse-moi parler. Ne t’accuse pas. Tout est ma faute. -Si, si. Souviens-toi du dimanche de Versailles et du pneumatique.-Ah ! Alors ! C’est moi qui ai voulu venir, c’est moi qui t’ai fermé la bouche, c’est moi qui t’ai dit que tout m’était égal.-Non, non, là tu es injuste. J’ai ... -J’ai téléphoné la première, un mardi. J’en suis sûre. Un mardi vingt-sept. Tu penses bien que je connais ces dates par cœur ... -Ta mère ? Pourquoi ? Ce n’est vraiment pas la peine.-Je ne sais pas encore. -Oui, peut-être.

-Helemaal niet ... -Helemaal niet ... Heel rustig. Je zou het horen.-Ik zei: je zou het horen. Ik heb niet de stem van iemand die iets te verbergen heeft.-Nee, ik heb besloten flink te zijn en dat zal ik ook doen. Ik heb gekregen wat ik verdiende. Ik wilde gek en waanzinnig gelukkig zijn.-Schat, luister ... hallo!-Liefste. Laat me ... hallo! Laat het me uitleggen. Beschuldig jezelf niet. Alles is mijn fout.-Ja, ja. Denk maar terug aan die zondag in Versailles, en de telegrammen.-Ah! Kom! Ik was het die wilde komen, ik was het die joude mond snoerde, ik was het die zei dat het me niet kon schelen.-Nee, nee, daar zit je fout. Ik heb ... -Ik heb als eerste getelefoneerd, op een dinsdag.Ik ben er zeker van. Dinsdag de zevenentwintigste. Je weet heel goed dat ik die data uit mijn hoofd ken ... -Je moeder? Waarom? Dat is zeker niet de moeite.-Ik weet het nog niet.-Ja, misschien.

Page 14: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

12.-Oh ! non, sûrement pas tout de suite, et toi ?-Demain ? Je ne savais pas que c’était si rapide. Alors, attends, c’est très simple : demain matin le sac sera chez la concierge. Joseph n’aura qu’à passer le prendre.-Oh ! Moi, tu sais, il est possible que je reste, comme il est possible que j’aille passer quelques jours à la campagne, chez Marthe.-Oui, mon chéri ... mais oui, mon chéri ... -Allô ! Et comme ça ? Pourtant je parle très fort.Et là, tu m’entends ? -Je dis: et là, tu m’entends ?-C’est drôle parce que moi je t’entends comme si tu étais dans la chambre. Allô ! Allô ! Allons, bon ! Maintenant c’est moi qui ne t’entends plus. -Si, mais très loin, très loin. Toi, tu m’entends. -C’est chacun son tour. -Non, très bien. J’entends même mieux que tout à l’heure, mais ton appareil résonne. On dirait que ce n’est pas ton appareil.-Je te vois, tu sais.-Quel foulard ? Le foulard rouge.Tu as tes manches retroussées.-Ta main gauche ? Le récepteur.

-O, nee, zeker niet meteen. En jij?-Morgen? Ik wist niet dat het al zo snel was. Goed, wacht, het is eenvoudig: morgenochtend zal de tas bij de conciërge staan. Joseph hoeft niets anders te doen dan hem op te halen.-O. Weet je, het is mogelijk dat ik thuisblijf, maar het kan ook zijn dat ik een paar dagen naar het platteland ga, naar Marthe’s huis.-Ja, mijn schat ... maar natuurlijk, mijn schat ... -Hallo! En zo? Nochtans praat ik zeer luid. En nu, hoor je me nu?-Ik zei: hoor je me nu?-Dat is vreemd, want ik hoor je alsof je hier in de kamer bent. Hallo! Hallo! Zeg! Nu hoor ik niets meer.-Ja, maar heel ver weg, heel ver. Hoor jij me?-Het is ieder op zijn beurt.-Nee, heel goed. Ik hoor je zelfs beter als daarnet,maar jouw toestel galmt. Men zou denken dat het niet jouw toestel is.-Ik zie je voor me, weet je.-Welke das? Je rode das. Je hebt je mouwen opgestroopt.-Je linkerhand? De hoorn!

Page 15: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

13.-Ta main droite ? Ton stylographe. Tu dessines sur le buvard, des profils, des cœurs, des étoiles.-Ah ! Tu ris. J’ai des yeux à la place des oreilles.-Oh ! Non, mon chéri, surtout ne me regarde pas.Peur ? Non, je n’aurai pas peur ... c’est pire.Enfin je n’ai plus l’habitude de dormir seule.-Oui, oui, oui, je te promets, je te promets, tu es gentil.-Je ne sais pas. J’évite de me regarder. Je n’ose plus allumer dans le cabinet de toilette. Hier, je me suis trouvé nez à nez avec une vieille dame ... -Non, non ! Une vieille dame avec des cheveux blancs et une foule de petites rides.-Tu es bien bon, mais mon chéri, une figure admirable, c’est pire que tout, c’est pour les artistes. J’aimais mieux quand tu disais : regardez-moi cette vilaine petite gueule !-Oui, cher monsieur ! Je plaisantais.-Tu es bête ... Heureusement que tu es maladroit et que tu m’aimes. Si tu ne m’aimais pas et si tu étais adroit, le téléphone deviendrait une arme effrayante. Une arme qui ne laisse pas de traces, qui ne fait pas de bruit.-Moi. Méchante ? Allô ! Allô, chéri ... où es-tu ? Allô, allô, Mademoiselle, allô, Mademoiselle, on coupe.

-Je rechterhand? Je vulpen. Je tekent op een kladblok, gezichten, harten, sterren.-Ha! Je lacht. Ik heb ogen op de plaats van mijn oren.-O, nee, mijn schat, kijk vooral niet naar mij!Bang? Nee, ik zal niet bang zijn ... het is erger. Tenslotte ben ik niet meer gewoon om alleen te slapen.-Ja, ja, ja, ik beloof het, ik beloof het, je bent lief.-Ik weet het niet. Ik vermijd om naar mijzelf te kijken. Ik durf het licht in de badkamer niet meer aan te steken. Gisteren stond ik oog in oog met een oude vrouw...-Nee, nee! Een oude vrouw met witte haren en vol kleine rimpeltjes.-Je bent zeer goed, maar liefste, een bewonderenswaardig figuur, dat is het ergst, dat is iets voor artiesten. Ik had liever dat je tegen me zei: kijk eens naar dat lelijke gezichtje!-Ja, meneertje! Ik maakte maar een grapje.-Hoe dom van je ... Gelukkig dat je onhandig bent en dat je van me houdt. Mocht je niet van mij houden en je was daarnaast ook nog eens handig, dan zou de telefoon een vreselijk wapen worden. Een wapen dat geen sporen nalaat en geen geluid maakt.-Ik. Ondeugend? Hallo! Hallo, schat ... waar ben je? Hallo, hallo, Juffrouw, hallo, Juffrouw, we worden afgebroken.

Page 16: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

14. elle raccroche on sonneAllô, c’est toi ? -Mais non, Mademoiselle. On m’a coupée ... -Je ne sais pas ... c’est à dire ... -Si, attendez ... Auteuil zéro quatre virgule sept. Allô ! -Pas libre ? Allô, Mademoiselle, il me redemande.-Bien. elle raccroche on sonneAllô ! -Auteuil zéro quatre virgule sept ? Allô ! C’est vous, Joseph ? -C’est Madame. On nous avait coupés avec Monsieur.-Pas là ?-Oui, oui, il ne rentre pas ce soir ... C’est vrai, je suis stupide ! Monsieur me téléphonait d’un restaurant, on a coupé et je redemande son numéro ... Excusez-moi, Joseph.-Merci, merci. Bonsoir, Joseph. elle raccroche on sonneAllô ! -

zij hangt op de telefoon rinkeltHallo, ben jij dat?-Maar nee, Juffrouw. De lijn werd verbroken.-Ik weet het niet ... het is te zeggen ... -Ja, wacht ... Auteuil nul vier komma zeven. Hallo!-Niet beschikbaar? Hallo, Juffrouw, hij is mij aan het terugbellen.-Goed. zij hangt op de telefoon rinkeltHallo!-Auteuil nul vier komma zeven? Hallo! Ben jij dat, Joseph?-Het is Mevrouw. De verbinding met Mijnheer werd verbroken.-Niet daar?-Ja, ja, hij komt vanavond niet thuis ... Dat is waar, ik ben dom! Meneer heeft me vanuit een restaurant gebeld, de verbinding werd ver-broken en ik heb zijn nummer gevraagd ... Sorry, Joseph.-Dank je, dank je. Goedenavond, Joseph. zij hangt op de telefoon rinkeltHallo!-

Page 17: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

15.Ah ! Chéri ! C’est toi ? On avait coupé.-Non, non. J’attendais. On sonnait, je décrochais et il n’y avait personne. -Sans doute ... -Bien sûr ... -Tu as sommeil ? Tu es bon d’avoir téléphoné, très bon. -Non, je suis là.-Quoi ? Pardonne, c’est absurde.-Rien, rien, je n’ai rien. Je te jure que je n’ai rien. -C’est pareil.-Rien du tout. Tu te trompes. Seulement, tu comprends, on parle, on parle ... Ecoute, mon amour. Je ne t’ai jamais menti.-Oui, je sais, je sais, je te crois,j’en suis convaincue ... -Non, ce n’est pas ça, c’est parce que je viens de te mentir. Là, au téléphone, depuis un quart d’heure, je te mens. Je sais bien que je n’ai plus aucune chance à attendre, mais mentir ne porte pas la chance. Et puis je n’aime pas te mentir, je ne peux pas.Je ne veux pas te mentir, même pour ton bien. -Oh ! Rien de grave, mon chéri. Seulement je mentais en te décrivent

Ah! Schat! Ben jij het? De verbinding werd verbroken.-Nee, nee. Ik wachtte. Men belde, ik heb opgenomen en er was niemand.-Ongetwijfeld...-Natuurlijk....-Ben je moe? Het is vriendelijk dat je belde, heel vriendelijk.-Nee, ik ben er nog.-Wat? Sorry, maar dat is absurd.-Niets, niets, er is niets aan de hand. Ik zweer het, er is niets aan de hand.-Dat is hetzelfde.-Helemaal niets. Je vergist je. Alleen, weet je, men praat en praat... Luister, liefste. Ik heb je nooit belogen.-Ja, ik weet het, ik weet het, ik geloof je, ik ben ervan overtuigd...-Nee, dat is ‘t niet, het is omdat ik zopas tegen jou gelogen heb. Daarnet, aan de telefoon, een kwartier geleden heb ik tegen je gelogen. Ik weet goed dat ik niet meer op jou moet wachten, maar liegen brengt zeker geen geluk. En bovendien hou ik er niet van om te liegen. Ik wil, of beter ik kan niet tegen je liegen, zelfs niet voor je eigen bestwil. -Oh! Niets ernstigs, schat. Ik loog enkel in het beschrijven van mijn

Page 18: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

16. ma robe et en te disant que j’avais diné chez Marthe ... Je n’ai pas diné, je n’ai pas ma robe rose. J’ai un manteau sur ma chemise, parce qu’à force d’attendre ton téléphone, à force de regarder l’appareil, de m’asseoir, de me lever, de marcher de long en large, je devenais folle ! Alors j’ai mis un manteau et j’allais sortir, prendre un taxi, me faire mener sous tes fenêtres, pour attendre ... -Eh bien ! Attendre je ne sais quoi.-Tu as raison. -Si, je t’écoute ... Je serai sage, je répondrai à tout, je te jure.-Ici....-Je n’ai rien mangé. Je ne pouvais pas. J’ai été très malade. Hier soir, j’ai voulu prendre un comprimé pour dormir ; je me suis dit que si j’en prenais plus, je dormirais mieux et que si je les prenais tous, je dormirais sans rêve, sans réveil, je serai morte. J’en ai avalé douze dans de l’eau chaude. Comme une masse. Et j’ai eu un rêve. J’ai rêvé ce qui est. Je me suis réveillée toute contente parce que c’était un rêve, et quand j’ai su que c’était vrai, que j’étais seule, que je n’avais pas la tête sur ton cou, j’ai senti que je ne pouvais pas vivre.-Légère, légère et froide et je ne sentais plus mon cœur battre et la mort était longue à venir et comme j’avais une angoisse épouvantable au bout d’une heure j’ai téléphoné à Marthe. Je n’avais pas le courage de mourir seule. Chéri ... chéri ...

kleedje en door te zeggen dat ik bij Marthe heb gedineerd. Ik heb niet gegeten, ik heb mijn roze kleedje ook niet aan. Ik heb een jas aan over mijn bloes, omdat ik, gedwongen wachtend op jouw telefoontje, gedwongen om naar het toestel te staren, te gaan zitten, op te staan, te ijsberen, helemaal gek werd. Dus heb ik een jas gepakt en wou ik weggaan, een taxi nemen, onder je raam gaan staan en wachten ... -Wel! Wachten op ik weet niet wat.-Je hebt gelijk.-Ja, ik hoor je ... Ik zal verstandig zijn, ik zal overal op antwoorden, ik zweer het je.-Hier ... -Ik heb niets gegeten. Ik kon gewoon niet. Ik ben erg ziek geweest. Gisteravond wilde ik een slaappil nemen; ik zei tegen mezelf dat als ik er meer zou nemen ik zonder dromen zou slapen, zonder wakker te worden, dat ik dood zou zijn. Ik heb er twaalf doorgeslikt in warm water. Als een blok. En ik heb een droom gehad. Een droom van hoe het is. Ik ben helemaal gelukkig wakker geworden omdat het maar een droom was, en toen ik besefte dat het waar was, dat ik alleen was, dat mijn hoofd niet meer tegen jouw borst lag, heb ik gevoeld dat ik niet meer kon leven.-Licht, licht en koud en ik voelde mijn hart niet meer kloppen en ik zag de dood van verre komen en aangezien ik verschrikkelijke angsten had, heb ik na een uur Marthe opgebeld. Ik had niet de moed om alleen te sterven. Liefste ... liefste ...

Page 19: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

17.-Il était quatre heure du matin. Elle est arrivée avec le docteur qui habite son immeuble. J’avais plus de quarante. Le docteur a fait une ordonnance et Marthe est restée jusqu’à ce soir. Je l’ai suppliée de partir parce que tu m’avais dit que tu téléphonerais et j’avais peur qu’on m’empêche de te parler.-Très, très bien. Ne t’inquiète pas. Allô ! Je croyais qu’on avait coupé.-Tu es bon, mon chéri. Mon pauvre chéri à qui j’ai fait du mal.-Oui, parle, parle, dis n’importe quoi. Je souffrais à me rouler par terre et il suffit que tu parles pour que je me sente bien, que je ferme les yeux. Tu sais, quelquefois quand nous étions couchés et que j’avais ma tête à sa petite place contre ta poitrine, j’entendais ta voix, exactement la même que ce soir dans l’appareil ... Allô ! J’entends de la musique !-Je dis, j’entends de la musique !-Eh bien, tu devrais cogner au mur et empêcher ces voisins de jouer du gramophone à des heures pareilles. très long silence-C’est inutile. Du reste le docteur de Marthe reviendra demain. Ne t’inquiète pas. -Mais oui ... Elle te donnera des nouvelles.-Quoi ?-

-Het was vier uur ‘s nachts. Zij is gekomen met de dokter die in haar gebouw woont. Ik had meer dan veertig graden. De dokter heeft een voorschrift geschreven en Marthe is tot vanavond bij me gebleven. Ik heb haar gesmeekt om te vertrekken, omdat jij me gezegd had dat je zou bellen en ik was bang dat ze mij niet met jou zou laten praten.-Heel, heel goed. Maak je niet ongerust. Hallo! Ik dacht dat de lijn weer verbroken was.-Je bent lief, mijn schat. Mijn arme schat die ik pijn gedaan heb.-Ja, zeg iets, zeg iets, maakt niet uit wat. Ik zou over de grond kunnen rollen uit ellende, en het volstaat dat je tegen me praat om me weer goed te voelen, dat ik mijn ogen sluit. Weet je, soms wanneer we gin-gen slapen en mijn hoofd lag op dat kleine plekje tegen jouw borst, dan hoorde ik jouw stem, precies dezelfde als nu aan de telefoon ... Hallo! Ik hoor muziek!-Ik zei, ik hoor muziek!-Wel, klop dan op de muur en verhinder jouw buren de grammofoon op dit uur van de dag te laten spelen. zeer lange stilte-Dat is niet nodig. Trouwens, de dokter van Marthe komt morgen terug. Maak je niet ongerust.-Maar natuurlijk ... Zij zal je wel op de hoogte houden.-Wat?-

Page 20: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

18.

Oh ! Si, mille fois mieux. Si tu n’avais pas appelé, je serais morte.-Pardonne moi. Je sais que cette scène est intolérable et que tu as bien de la patience, mais comprends moi, je souffre, je souffre. Ce fil, c’est le dernier qui me rattache encore à nous. -Avant-hier soir ? J’ai dormi. Je m’étais couchée avec le téléphone ... -Non, non. Dans mon lit.-Oui, je sais. Je suis très ridicule, mais j’avais le téléphone dans mon lit et malgré tout, on est relié par le téléphone.-Parce que tu me parles. Voilà cinq ans que je vis de toi, que tu es mon seul air respirable, que je passe mon temps à t’attendre, à te croire mort si tu es en retard, à mourir de te croire mort, à revivre quand tu entres et quand tu es là, enfin,à mourir de peur que tu partes. Maintenant j’ai de l’air parce que tu me parles.-C’est entendu, mon amour; j’ai dormi j’ai dormi parce que c’était la première fois. Le premier soir on dort. Ce qu’on ne supporte pas c’est la seconde nuit, hier, et la troisième, demain et des jours à faire quoi, mon Dieu ? Et ... et en admettant que je dorme, après le sommeil il y a des rêves et le réveil et manger et se lever et se laver et sortir et aller où ?-Mais, mon pauvre chéri, je n’ai jamais eu rien d’autre à faire que toi.-Marthe a sa vie organisée. Seule.

O, ja. Duizend maal beter. Als je me niet gebeld had, dan was ik nu dood geweest.-Vergeef me. Ik weet dat deze scène voor jou niet te tolereren is en dat je al zoveel geduld hebt gehad, maar begrijp me, ik lijd, ik lijd. Deze draad, is het laatste wat ons nog verbindt.-Eergisteravond? Dan heb ik geslapen. Ik ben naar bed gegaanmet de telefoon ... -Nee, nee. In mijn bed.-Ja, ik weet het, ik ben belachelijk, maar ik had de telefoon bij mij in bed, en ondanks alles blijf je verbonden door de telefoon.-Omdat je met me praat. Zie het is nu vijf jaar dat ik met je omga, dat jij mijn enige adem bent, dat ik mijn tijd slijt met op jou te wachten, te denken dat je dood bent als je te laat komt, te sterven omdat ik denk dat je dood bent, om weer op te leven als je komt, maar uiteindelijk, te sterven uit angst dat je weer weggaat. Nu krijg ik weer lucht, omdat je tegen me praat.-Dat is logisch, schat, ik heb geslapen omdat het de eerste nacht was. De eerste nacht kan men slapen. Wat niet te verdragen is, is de tweede nacht, gisteren, en de derde, morgen en al die dagen om ik weet niet wat te doen, mijn God? En ... en stel dat ik slaap, na de slaap komen de dromen, en het wakker worden en het eten en het opstaan en het wassen en het naar buiten gaan, het gaan waarheen?-Maar, mijn lieve schat, ik heb nooit iets anders te doen gehad dan jou.-Marthe heeft haar leven op orde. Helemaal alleen.

Page 21: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

19.-Allô ! Allô ! Madame, retirez-vous ! Vous êtes avec des abonnés. Allô ! -Mais non, Madame.-Mais, Madame, nous ne cherchons pas à être intéressants. Si vous nous trouvez ridicules, pourquoi perdez-vous votre temps au lieu de raccrocher ?-Oh !-Ne te fâche pas ... -Enfin ! -Non ... Non. Elle a raccroché après avoir dit cette chose ignoble. Tu as l’air frappé.-Si, tu es frappé, je connais ta voix.-Mais, mon chéri, cette femme doit être très mal et elle ne te connaît pas. Elle croit que tu es comme les autres hommes.-Mais non, mon chéri, ce n’est pas du tout pareil. Pour les gens, on s’aime ou on se déteste. Les ruptures sont des ruptures. Ils regardent vite. Tu ne leur feras jamais comprendre ... tu ne leur feras jamais comprendre certaines choses. Le mieux est de faire comme moi et de s’en moquer complètement. Oh !-Rien ! Je crois que nous parlons comme d’habitude et puis tout à coup la vérité me revient. Dans le temps, on se voyait.

-Hallo! Hallo! Mevrouw, hangt U op! Wij zijn abonnees. Hallo!-Maar neen, Mevrouw!-Maar, Mevrouw, we proberen helemaal niet interessant te doen. Als U ons zo belachelijk vindt, waarmee verdoet U dan Uw tijd in plaats van op te hangen?-Oh!-Wind je niet op...-Nou ja!-Nee. Nee. Zij heeft opgehangen na die gemene opmerking. Je lijkt wel aangeslagen.-Ja, je bent gekwetst, ik ken je stem.-Maar, lieverd, die vrouw moet verschrikkelijk gestoord zijn en ze kent je niet. Ze denkt dat jij net als alle andere mannen bent.-Maar nee, lieveling, dat is helemaal niet hetzelfde. Voor de mensen hou je van elkaar of haat je elkaar. Uit is uit. Ze oordelen zo snel. Sommige dingen ... sommige dingen zullen ze nooit begrijpen ... Het beste is om te doen zoals ik, en volledig de spot met ze te drijven. Oh!-Niets! Ik bedenk me dat we praten zoals anders en plotseling komt de waarheid weer boven. Vroeger zagen we elkaar.

Page 22: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

20.

On pouvait perdre la tête, oublier ses promesses, risquer l’impossible, convaincre ceux qu’on adorait en les embrassant, en s’accrochant à eux. Un regard pouvait changer tout. Mais avec cet appareil, ce qui est fini est fini. Sois tranquille. On ne se suicide pas deux fois. Je ne saurais pas acheter un révolver ... Tu ne me vois pas achetant un révolver. -Où trouverais-je la force de combiner un mensonge, mon pauvre adoré ?-Aucune ... J’aurais dû avoir du courage. Il y a des circonstances où le mensonge est utile. Toi, si tu me mentais pour rendre la séparation moins pénible ... -Je ne dis pas que tu mentes. Je dis : si tu mentais et que je le sache. Si, par exemple, tu n’étais pas chez toi, et que tu me dises..-Non, non, mon chéri ! Ecoute ... Je te crois.-Si, tu prends une voix méchante. Je disais simplement que si tu me trompais par bonté d’âme et que je m’en aperçoive, je n’en aurais que plus de tendresse pour toi. Allô ! Allô ! Mon Dieu, faite qu’il redemande. Mon Dieu, faite qu’il me redemande. Mon Dieu, faite qu’il redemande. Mon Dieu, faite qu’il redemande. Mon Dieu, faite ... on sonneOn avait coupé.J’étais en train de te dire que si tu me mentais par bonté et que je m’en aperçoive, je n’en aurais que plus de tendresse pour toi.-Bien sûr...-

Je kon je hoofd verliezen, beloftes niet nakomen, het onmogelijke riskeren, diegene waar je dol op was overrompelen en omhelzen, je aan hen vastklampen. Een blik kon alles weer goedmaken, maar met dit apparaat, is wat afgelopen is ook echt voorbij. Blijf rustig. Men pleegt geen twee keer zelfmoord. Ik zou geen revolver kunnen kopen ... Je ziet mij toch geen revolver kopen.-Waar zou ik de kracht moeten vinden om een leugen in elkaar te draaien, mijn arme schat.-Geen enkele ... Ik zou de moed gehad moeten hebben. Er zijn omstandigheden waarin een leugen zinvol is. Als jij me zou beliegen om onze scheiding minder pijnlijk te maken...- Ik beweer niet dat je liegt. Ik zei, mocht je liegen en ik het zou weten. Als je, bijvoorbeeld, niet thuis zou zijn, en tegen me zou zeggen...-Nee, nee, schat. Luister... Ik geloof je.-Ja, je neemt een boze stem aan. Ik zei gewoon, dat als jij me bedroog om bestwil en ik het zou merken, dat ik zelfs dan nóg alleen maar teder-heid voor je zou voelen. Hallo! Hallo! Mijn God, maak dat hij terugbelt. Mijn God, maak dat hij terugbelt. Mijn God, maak dat hij terugbelt. Mijn God, maak dat hij terugbelt. Mijn God, maak ... de telefoon rinkeltDe verbinding werd verbroken. Ik stond op het punt je te zeggen, dat als jij me beloog voor mijn bestwil, en ik het zou merken, dat ik zelfs dan nog alleen maar tederheid voor je zou voelen.-Natuurlijk.-

Page 23: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

21.

Tu es fou ! Mon amour ... Mon cher amour. Je sais bien qu’il le faut, mais c’est atroce. Jamais je n’aurai ce courage. Oui. On a l’illusion d’être l’un contre l’autre et brusquement on met des caves, des égouts, toute une ville entre soi. J’ai le fil autour de mon cou. J’ai ta voix autour de mon cou. Ta voix autour de mon cou. Il faudrait que le bureau nous coupe par hasard. -Oh! Mon chéri ! Comment peux-tu imaginer que je pense une chose si laide? Je sais bien que cette opération est encore plus cruelle à faire de ton côté que du mien ... -Non ...-Non ... -A Marseille ? Ecoute, chéri, puisque vous serez à Marseille après-demain soir, je voudrais ... enfin j’aimerais ... j’aimerais que tu ne descendes pas à l’hôtel où nous descendons d’habitude. Tu n’es pas fâché ?-Parce que les choses que je n’imagine pas n’existent pas, ou bien elles existent dans une espèce de lieu très vague et qui fait moins de mal ... tu comprends ?- Merci ... Merci. Tu es bon. Je t’aime. Alors, voilà. J’allais dire machinalement: à tout de suite. J’en doute. Oh ! C’est mieux. Beaucoup mieux. Mon chéri ... Mon beau chéri. Je suis forte. Dépêche-toi. Vas-y. Coupe ! Coupe vite ! Je t’aime, je t’aime, je t’aime, je t’aime ... t’aime.

rideau

Je bent gek! Mijn liefste ... Mijn allerliefste. Ik weet dat het moet, maar het is vreselijk. Nooit zou ik die moed heb-ben. Ja. Je hebt de illusie dicht bij elkaar te zijn, en plotseling zitten er kelders, riolen, een hele stad tussen. Ik heb de draad om mijn hals. Ik heb je stem om mijn hals. Je stem rond mijn hals. De centrale zou ons per ongeluk moeten afsnijden.-Oh, lieveling! Hoe kun je denken dat ik zoiets slechts over jou denk. Ik weet heel goed dat deze hele zaak voor jou nog gruwelijker is dan voor mij ... -Nee...-Nee ... -Naar Marseille? Luister, schat, als je overmorgenavond in Marseille bent zou ik willen ... wel, dan zou ik het fijn vinden ... ik zou, wel ja ik zou het fijn vinden, als je niet in het hotel verblijft waar wij gewoonlijk verblijven. Ben je niet kwaad?-Omdat de dingen die je je niet voor kunt stellen ook niet bestaan, of wel, ze bestaan wel, maar op een vage plek waar ze minder pijn doen ... begrijp je?-Dankje ... Dankjewel. Je bent lief. Ik hou van je. Nu, daar gaat hij dan. Ik wou automatisch zeggen: tot zo meteen. Ik twijfel. Oh! Dat is beter. Veel beter. Lieveling ... Mijn mooie lieveling. Ik ben sterk. Haast je. Ga er vandoor. Hang op! Hang snel op! Ik hou van je, ik hou van je, ik hou van je, ik hou van je ... hou van je.

doek ∏

Page 24: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

22. Extra concert.

Visioen van een verschrikkelijke oorlog.Symfonieorkest Vlaanderen herdenkt WO I met de Negende Symfonie van Beethoven.

Naar aanleiding van 100 jaar WO I brengt het Symfonieorkest Vlaanderen de Negende Symfonie van Beethoven. Dit concert past in een reeks cultuur-toeristische activiteiten die georganiseerd worden ter nagedachtenis van de Groote Oorlog die precies 100 jaar geleden begon. Met een extra Beethovenconcert benadrukt het Symfonieorkest Vlaanderen de vredesinitiatieven van pacifisten zoals de Frans-man Jean Jaurès en de expressionistische schilder Ludwig Meidner.De verwoestende kracht van de nakende oorlog zette de Franse pacifist Jean Jaurès er in 1912 toe aan een grootschalig congres te organiseren in het Zwitserse Basel. Hij was er zich, zoals vele pacifisten, van bewust dat de onophoudelijke twisten in de Balkanregio tussen de Slavische volkeren en Oos-tenrijk-Hongarije zouden leiden tot een vernietigende oorlog. Maar liefst 500 gedelegeerden uit 23 landen probeerden te zoeken hoe de nakende oorlog kon vermeden worden. Het resultaat bleef echter uit ... Het congres werd afgesloten in de kathedraal van Basel met een vredesoproep van Jaurès en de uitvoering van de Negende Symfonie van Beethoven.

Beleef de Negende van Beethoven!Het Symfonieorkest Vlaanderen brengt onder leiding van chef-dirigent Jan Latham-Koenig en in samenwerking met het gerenommeerde Octopus Symfonisch Koor deze aangrijpende symfonie in de vier kunststeden Antwerpen, Brugge, Brussel en Gent als uniek startpunt voor de culturele herdenking van Wereldoorlog I.Solisten zijn Jessica Muirhead (sopraan), Eva Vogel (mezzosopraan), Peter Svensson (tenor) en Roland Wood (bas).

Met medewerking van acteur Stefaan Degand. Stefaan Degand studeerde in 2003 af aan de toneelschool Studio Herman Teirlinck. Hij speelde mee bij talloze Vlaamse en Nederlandse gezelschappen onder andere het Zuidpooltheater, Toneelhuis, KVS, de Koe, Lod, Transparant, theater Antigone, Orkater, Mexicaanse Hond, Theatercompagnie, Het Paleis, Het Gevolg e.a. Stefaan Degand speelde tevens mee in verschillende series en films waaronder Rundskop, Red Sonja, De Ronde, Clan, Ober, Quiz me Quick, Albert II, Connie en Clyde en Eigen Kweek.

Tickets. Voor alle ticketprijzen en up-to-date info over dit unieke concert, zie www.symfonieorkest.be.

Page 25: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

23.

Dirigent. Jan Latham-Koenig

Koor.Octopus Symfonisch Koor.voorbereid door Bart Van Reyn

solisten. Jessica Muirhead. sopraanEva Vogel. altPeter Svensson. tenorRoland Wood. bas

Stefaan Degand. acteur

do. 19.06.2014 20:00 Concertgebouw. Bruggeinfo & tickets. +32 50 84 05 87

vr. 20.06.2014 20:00Paleis voor Schone Kunsten. Brusselinfo & tickets. +32 50 84 05 87

za. 21.06.2014 20:00 Muziekcentrum de Bijloke. Gentinfo & tickets. +32 9 269 92 92

zo. 22.06.2014 15:00 deSingel. Antwerpeninfo & tickets. +32 50 84 05 87

Stefaan Degand

Page 26: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

24.

© Tim Heirman

Page 27: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

25.Overzicht

Concert.agenda

Extra concert.Beethoven 9.

dirigent. Jan Latham-Koenigkoor. Octopus Symfonisch Koor

donderdag 19 juni 2014. 20uConcertgebouw. Brugge

vrijdag 20 juni 2014. 20uPaleis voor Schone Kunsten. Brussel

zaterdag 21 juni 2014. 20uMuziekcentrum de Bijloke. Gent

zondag 22 juni 2014. 15udeSingel. Antwerpen

Tickets & info.www.symfonieorkest.be050 84 05 87

Start ticketverkoop. seizoen 2014 . 2015

Voor abonnees met behoud van zitplaats: 28.04 t.e.m. 23.05.2014.

Voor abonnees met andere zitplaats én nieuwe abonnees: vanaf 26.05.2014.

Losse tickets: vanaf 09.06.2014.

Het volledig programma van seizoen 2014.2015 is vanaf nu online consulteerbaar!

Leuven Brandt.Concert rond de herdenking van de verwoesting van Leuven.W.A. Mozart. RequiemP. Swerts. The Sack of Louvain. creatie

dirigent. David Anguskoor. Octopus Symfonisch Koorsolisten. Ilse Eerens. sopraanVivica Genaux. altIan Bostridge. tenorDietrich Henschel. bas

Ladeuzeplein. Leuvenzondag 24 augustus 2014. 21umaandag 25 augustus 2014. 21u

Tickets & info.https://leuven.iticketsro.com

Ontdek de volledige kalender op www.symfonieorkest.be!

Page 28: Symfonieorkest Vlaanderen - Gymnopédie

verantwoordelijke.uitgever. Dirk Coutigny

Westmeers 74 . B 8000 BruggeT +32 50 84 05 87F +32 50 84 06 87

[email protected] ons op Facebook!

Het Symfonieorkest Vlaanderen geniet de steun van