Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of...

40
SUCCESVOL HERBESTEMMEN Het kerkgebouw in transitie Tamar Herfs – Master Kunstbeleid en –management Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2015

Transcript of Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of...

Page 1: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

SUCCESVOL HERBESTEMMEN Het kerkgebouw in transitie

Tamar Herfs – Master Kunstbeleid en –management Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2015

Page 2: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3

Overzicht cases ........................................................................................................................................ 4

‘t Heilig Hart van Jezuskerk, Hengelo ...................................................................................................... 5

Theresiakerk, Den Haag ......................................................................................................................... 11

St. Bonifatiuskerk, Dordrecht ................................................................................................................ 16

St. Gertrudis van Nijvelkerk, Heerle ...................................................................................................... 21

Clemenskerk, Hilversum ........................................................................................................................ 26

Conclusie ............................................................................................................................................... 35

Page 3: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Inleiding ‘We kunnen geen 1000 keer ruzie met elkaar maken.’ – Frank Strolenberg1

In de afgelopen jaren zijn er een flink aantal kerkgebouwen gesloten voor religieus gebruik. De

zoektocht naar een nieuwe functie voor het gebouw of de aanvraag tot sloop heeft bijna altijd

behoorlijk wat voeten in de aarde. Hoewel precieze aantallen ontbreken, staat voorop dat er in de

aankomende 25 jaar nog veel meer kerkgebouwen te maken zullen krijgen met deze problematiek.

In dit onderzoek worden daarom bij een vijftal rooms-katholieke kerken het proces in kaart gebracht

vanaf het moment dat een kerkgebouw niet meer in religieus gebruik tot de huidige situatie. Dit kan

verschillende resultaten behelzen: sloop, herbestemming of voortgezet religieus gebruik met

nevenactiviteiten.

Door middel van gesprekken met verschillende actoren die een rol hebben gespeeld bij de

herbestemde kerkgebouwen is gezocht naar gezamenlijke factoren en overeenkomsten. Hierbij is

opvallend dat succesvolle herbestemming vaak gepaard lijkt te gaan met daadkrachtige mensen die

zich in willen zetten voor behoud van het kerkgebouw. De verschillende procesbeschrijvingen bieden

mogelijk een houvast voor kerkgebouwen die in een soortgelijke situatie verkeren.

1 Uitspraak Frank Strolenberg, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Page 4: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Overzicht cases

Kerk Actoren Persoon

De Heilige Hart van Jezuskerk, Hengelo

Gemeente Hengelo Marieke Hidders

Architectenbureau LKSVDD Ronald Olthof

Dr. Schaepmanstichting Rob Malag

Morssinkhof Bouwontwikkeling Dennis Morssinkhof

Kerk Actoren Persoon

Theresiakerk, Den Haag

Gemeente Den Haag Gert Jan Gielen

Bisdom Rotterdam Peer Houben

Werkgroep Herbestemming Theresiakerk

Kees Hulsman & Dick van der Steen

Agnes Parochie Jean-Marie Bosch van Drakestein

Kerk Actoren Persoon

St. Bonifatiuskerk, Dordrecht

Gemeente Dordrecht Christine Weijs & Linda Beekhof

Stichting Vuur & Vlam Erwin Wietses

Kerk Actoren Persoon

St. Gertrudis van Nijvelkerk, Heerle

Gemeente Roosendaal Corné Gelijns & Chantal van den Heuvel

AlleeWonen Gijs van Buitenen

Oomen Architecten Sander van Sambeek

Leefbaarheidsgroep Heerle André Jansen

Kerk Actoren Persoon

Clemenskerk, Hilversum

Gemeente Hilversum Arie den Dikken & Annette Koenders

Provincie Noord-Holland Ernst van der Kleij

Stichting vrienden van de Clemenskerk Door Jelsma

Bisdom Haarlem-Amsterdam Peer Houben

BOEi Klaas Telgenhof

Page 5: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

‘t Heilig Hart van Jezuskerk, Hengelo Inleiding Nadat de Heilige Hart van Jezuskerk in Hengelo in 2003 aan de eredienst onttrokken werd, besloot bisdom Utrecht het perceeloppervlakte en pand te verkopen aan het bedrijf Morssinkhof Bouwontwikkeling. Hoewel het in eerste instantie de bedoeling was om woningbouw te realiseren op de plaats waar nu de school (of het kerkgebouw stond) staat, werd al snel gesproken over de mogelijkheid om het kerkgebouw te gebruiken voor de huisvesting van de Basisschool St Plechelmusschool. Sinds 2010 fungeert het voormalig kerkgebouw als basisschool. De herbestemming van de Heilig Hart van Jezuskerk tot schoolgebouw heeft diverse prijzen gewonnen zoals de Gouden Piramide voor inspirerend opdrachtgeverschap. Kerngetallen

Architect/ bouwjaar Johannes Sluijmer / 1955

Monumentenstatus Gemeentelijk monument (benoeming na herbestemming)

Aan eredienst onttrokken

2003

Ligging De St. Plechelmusschool ligt buiten het centrum van Hengelo in de wijk Hengelose Es.

Nieuwe functie School

Huidige eigenaar Gemeente Hengelo (Dr. Schaepmanstichting is economisch eigenaar)

Betrokken partijen Gemeente Hengelo (Marieke Hidders), Architectenbureau LKSVDD (Ronald Olthof), Dr. Schaepmanstichting (Rob Malag) en Morssinkhof Bouwontwikkeling (Dennis Morssinkhof)

Doelstellingen Gemeente Hengelo: verantwoordelijk voor huisvesting van onderwijsinstellingen. Zij zorgt ervoor dat alle scholen geschikte huisvesting hebben. De gemeente was verantwoordelijk voor de bouw, maar de Dr. Schaepmanstichting had in dit project een leidende rol. De gemeente Hengelo wilde tegemoet komen aan de wensen van de Dr. Schaepmanstichting. Inmiddels is de gemeente eigenaar van het voormalig kerkgebouw.2 Dr. Schaepmanstichting: zet zich in voor de instandhouding van het katholiek primair onderwijs waaronder de Dalton Plechelmusschool valt. De Dr. Schaepmanstichting wilde de leerlingen voorzien van adequate en moderne huisvesting om Dalton onderwijs te kunnen geven daarnaast was er de visie van directrice Anneke Kuipers om de school te huisvesten in de voormalige Heilige Hart van Jezuskerk.3 Morssinkhof Bouwontwikkeling: heeft perceeloppervlakte van de Heilige Hart van Jezuskerk gekocht van Bisdom Utrecht. Heeft tevens gefungeerd als aannemer tijdens de bouw van de nieuwe St. Plechelmusschool in het kerkgebouw.4

2 Marieke Hidders, Beleidsmedewerkers onderwijshuisvesting Gemeente Hengelo, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 3 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 4 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo.

Page 6: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Architectenbureau LKSVDD: werd benaderd door de Dr. Schaepmanstichting om een uitbreiding te ontwerpen voor de St. Plechelmusschool. Architectenbureau LKSVDD heeft de transformatie van kerkgebouw tot schoolgebouw ontworpen. Tevens waren zij aanjager van het project.5 Bisdom Utrecht: Doordat Bisdom Utrecht het kerkgebouw voor de herbestemming al had verkocht aan Morssinkhof Bouwontwikkeling heeft het geen aanzienlijke rol gespeeld in de plannen van herbestemming, maar enkel goedkeuring gegeven aan de herbestemming van het gebouw.6 Tijdslijn

De Dalton Plechelmusschool breidt uit Nadat Anneke Kuipers directrice werd van de Dalton Plechelmusschool nam het leerlingenaantal in rap tempo toe. Aangezien het toenmalige gebouw niet meer aan de eisen voldeed, moest gezocht worden naar een nieuwe locatie of er zou moeten worden verbouwd. Anneke Kuipers droeg bij de Dr. Schaepmanstichting het idee aan om de nieuwe school in het kerkgebouw verderop in de straat te huisvesten.7 Al vrij snel in het proces besloot de Dr. Schaepmanstichting om Ronald Olthof hiervoor te vragen. Anneke Kuipers gaf haar ideeën / visie over de inrichting van het gebouw in diverse gesprekken weer. De inrichting was specifiek voor Dalton onderwijs. De Dr. Schaepmanstichting vroeg hem om te onderzoeken of het technisch gezien mogelijk was om de school in het voormalige kerkgebouw te huisvesten. Naar aanleiding van zijn eerste onderzoek bleek dat het plan realiseerbaar was. Nadat zowel Anneke Kuipers als de Dr. Schaepmanstichting positief reageerden werd ook de gemeente Hengelo betrokken bij de plannen.8 Omdat het College van Bestuur van de Dr. Schaepmanstichting tegemoet wilde komen aan de visie van de directrice Anneke Kuipers werd deze mogelijkheid serieus overwogen. Hierbij speelde mee dat de Dr. Schaepmanstichting de unieke situatie van een school in een kerkgebouw een interessant project vond met veel uitstraling voor de school, de stichting en de gemeente Hengelo.9 Naast de noodzakelijke uitbreiding op grond van het leerlingenaantal, was het oude schoolgebouw al behoorlijk verouderd en aan renovatie toe. Het was dus een goed moment om naar nieuwe mogelijkheden te kijken. Op deze manier zouden de leerlingen niet tijdelijk naar een ander gebouw hoeven. Nadat de keuze viel op verhuizing ging de gemeente er dus vanuit dat het een snel proces zou worden.10 Eigendom van de Heilig Hart van Jezuskerk Toen het plan om de Plechelmusschool te herhuisvesten steeds meer vorm begon te krijgen, werd gekeken naar het eigenaarschap van het kerkgebouw. Morssinkhof Bouwontwikkeling had een aantal jaren ervoor het kerkgebouw aangekocht van bisdom Utrecht. Zij was van plan om het gebouw te slopen en om nieuwbouw te realiseren op de grond van het kerkgebouw.11 De gemeente Hengelo, Morssinkhof Bouwontwikkeling en de Dr. Schaepmanstichting zijn toen aan tafel gaan zitten om te spreken over de verkoop van het gebouw. Ronald Olthof beschrijft dit als de meest frustrerende

5 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 6 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 7 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 8 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 9 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 10 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 11 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 23 juni te Hengelo.

Page 7: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

periode van het project omdat over onderlinge besprekingen tussen de gemeente Hengelo en Morssinkhof Bouwontwikkeling weinig naar buiten werd gebracht en het project daardoor stilstond.12 Aangezien Dennis Morssinkhof niet enkel projectontwikkelaar was, maar ook aannemer, wilde hij niet enkel een rol spelen in de verkoop maar ook als aannemer een rol in het project spelen. Omdat de gemeente Hengelo normaal werkt met een aanbesteding moest hier over onderhandeld worden.13 Motivatie voor de herbestemming De gemeente Hengelo is verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen in Hengelo. Er was in principe budget om de school te renoveren, maar dit budget volstond niet voor een volledige herbestemming. Nadat de Dr. Schaepmanstichting had aangegeven dat zij voor dit plan wilde gaan is door de gemeente Hengelo besloten om een bedrag, dat hoger was dan de gebruikelijke normering, voor nieuwbouw beschikbaar te stellen. Er was ook een bijdrage van de Dr. Schaepmanstichting.14 De beslissing om het project te realiseren werd door iedere partij individueel gemaakt. De Dr. Schaepmanstichting wilde een uniek schoolgebouw realiseren en ook de gemeente Hengelo en Morssinkhof Bouwontwikkeling hadden ieder hun eigen motivatie.15 Voor Anneke Kuipers speelde behoud van het gebouw een belangrijke rol. Volgens Marieke Hidders, van de gemeente Hengelo, speelde dit mee in de positieve manier waarop haar wens werd ontvangen. Daarnaast speelde mee dat niet enkel de Dr. Schaepmanstichting positief was over dit project, maar dat juist het schoolbestuur met deze wens kwam.16 Voor Morssinkhof Bouwontwikkeling was er een duidelijk financieel voordeel dat zij uit dit project kon halen: het voormalig kerkgebouw ruilde zij in een ruilovereenkomst met de gemeente Hengelo voor het oude gebouw en zij hield er een aannemersopdracht aan over.17 De realisatie van het project Nadat werd besloten dat het project gerealiseerd zou worden konden de verschillende partijen aan de slag. Doordat het gebouw geen monumentenstatus had, moest er voldaan worden aan de reguliere eisen van nieuwbouw. Mede hierdoor liepen ze tijdens de herbestemming tegen een aantal problemen aan: daglicht, energieprestatie (EPC) en isolatie-eisen.18 Bij een herbestemming komt veel meer kijken dan een bedrag beschikbaar stellen. Zo werd tijdens de verbouwing asbest geconstateerd die door de kleine ingang van het gebouw moeilijk verwijderbaar was. Uiteindelijk liepen de kosten van het project door diverse onvoorziene omstandigheden behoorlijk op. Normaal gesproken werkt de gemeente Hengelo bij een opdracht met inschrijving waardoor het mogelijk is om de prijs zo laag mogelijk te houden. Bij de verbouwing van het voormalige kerkgebouw was de afspraak dat Morssinkhof Bouwontwikkeling de verbouwing zou doen waarbij werd gewerkt met een open begroting. Daardoor werd de gemeente zelf verantwoordelijk voor de hoger uitgevallen kosten.19 Dennis Morssinkhof geeft hierbij aan dat het wellicht had geholpen als de architect en aannemer in

12 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 13 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 23 juni te Hengelo. 14 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 15 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 16 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 17 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 23 juni te Hengelo. 18 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 19 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo.

Page 8: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

een eerder stadium aan tafel hadden gezeten. Op die manier hadden sommige problemen, zoals de ontoereikende klimaatinstallatie voorkomen kunnen worden.20 Oplevering van de Plechelmusschool In 2010 opende de Dalton Plechelmusschool voor het eerst haar deuren in het nieuwe schoolgebouw. In het begin was er echter nog sprake van een aantal kinderfoutjes. Er waren problemen met de klimaatregulering van het gebouw, de galm van het geluid en de groenvoorziening op het speelterrein. Het oplossen van deze problemen heeft circa 3 jaar geduurd. Dit was een risico waarmee het schoolbestuur niet uit de voeten kon. Daarom is er voor een constructie gekozen waarbij de gemeente bouwverantwoordelijke was totdat het gebouw volledig kon worden afgestaan aan de Dr. Schaepmanstichting.21 Inmiddels is het voormalig kerkgebouw overgedragen aan de Dr. Schaepmanstichting en is Morssinkhof Bouwontwikkeling eigenaar van het voormalig schoolgebouw. Rob Malag geeft echter aan dat er nog steeds zaken zijn die aangepast moeten worden.22 Nieuwe directrice Twee jaar na de opening van de nieuwe Plechelmusschool is Anneke Kuipers met pensioen gegaan en kwam er een nieuwe directrice. Ronald Olthof is van mening dat door deze verandering de Dr. Schaepmanstichting minder tevreden is met de werking van het gebouw. Het gebouw was ontworpen met een bepaalde onderwijsvisie (onder andere gedeelde tafels in een klaslokaal), maar sinds de komst van de nieuwe directrice is het beleid veel klassieker. Hierdoor past de opzet van het gebouw minder goed bij het huidige gebruik van het gebouw. Ronald Olthof denkt dat mede hierdoor achteraf met minder tevredenheid naar het project wordt gekeken door verschillende partijen.23 Rob Malag is echter van mening dat de ontevredenheid over het functioneren van het schoolgebouw bij de Dr. Schaepmanstichting een andere oorsprong heeft. De aanpassingen aan het voormalig kerkgebouw zijn het gevolg van het gebruik als school van het gebouw. De praktijk wees uit dat er onwerkbare dan wel storende elementen waren zoals het geluid in de school. Nadat kinderen en personeel dit aangaven, is besloten dat dit aangepast moest worden om negatieve invloed op de leerprestaties te voorkomen.24 Onderlinge verhoudingen Bij analyse van de onderlinge verhoudingen is een belangrijk element dat er goed overleg mogelijk was tussen de gemeente Hengelo, de Dr. Schaepmanstichting, Morssinkhof Bouwontwikkeling en architectenbureau LKSVDD. De Dr. Schaepmanstichting, de gemeente Hengelo en architectenbureau LKSVDD hebben in het verleden vaker samengewerkt. Hoewel Morssinkhof Bouwontwikkeling reeds contact had over andere kwesties met de gemeente Hengelo, was dit niet van toepassing op de afdeling Onderwijshuisvesting om een scheve machtsverhouding te voorkomen. Gelijktijdig aan de herbestemming van de Heilige Hart van Jezuskerk vond ook de verbouwing van de St. Jan plaats waarbij de gemeente Hengelo, de Dr. Schaepmanstichting en architectenbureau LKSVDD

20 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 23 juni te Hengelo. 21 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 22 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 23 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 24 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo.

Page 9: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

met elkaar samenwerkten. Deze partijen zaten geregeld met elkaar aan tafel in het kader van diverse ontwikkelingen. Dit had effect op de onderlinge verhoudingen tussen de actoren. Omdat zij in verschillende projecten met elkaar samenwerkten was het mogelijk om onderling compromissen te sluiten. Duidelijk is dat Anneke Kuipers degene was die dit project heeft geïnitieerd. Het was vanaf het eerste stadium haar idee: haar overtuigingskracht heeft er vervolgens voor gezorgd dat zowel de Dr. Schaepmanstichting als de gemeente Hengelo achter het plan stonden. 25 Rob Malag van de Dr. Schaepmanstichting, geeft aan dat alle partijen vanuit verschillende belangen dit project wilden realiseren. Terwijl de belangen niet altijd met elkaar overeen kwamen maar ook niet strijdig met elkaar waren, werkten de Gemeente Hengelo, de Dr. Schaepmanstichting, Architectenbureau LKSVDD en Morssinkhof Bouwontwikkeling constructief samen om zo tot een financieel haalbaar plan te komen.26 Als voorbeeld van een verschillende insteek, noemde Rob Malag de verschillende wijze waarop architect en schoolbestuur het project benaderden. De architect zette ideeën en wensen van de gebruiker om in uitvoerbare plannen. Voor de Dr. Schaepmanstichting speelde vooral het sociaal-maatschappelijk belang een sterke rol.27 Tijdens deze herbestemming speelden er eigenlijk twee processen: de behoefte aan een nieuw schoolgebouw en de leegstand van het kerkgebouw dat Morssinkhof Bouwontwikkeling had gekocht. Dit waren twee afzonderlijke processen die gekoppeld moesten worden. Marieke Hidders stelde dat deze verbinding lastig was om vorm te geven. Mocht een vergelijkbare situatie zich nogmaals voordoen, zou Marieke Hidders de voorkeur geven aan het kopen van het gebouw van bisdom Utrecht en niet via een tussenpersoon. Voor haar gevoel zijn de kosten hierdoor onnodig opgelopen. 28 Waardenmatrix Tijdens de herbestemming van de Heilig Hart van Jezuskerk speelden er bij de verschillende partijen uiteenlopende belangen. Desondanks liep de samenwerking volgens alle partijen goed. De driehoeksverhouding tussen gemeente Hengelo, de Dr. Schaepmanstichting en Morssinkhof Bouwontwikkeling met de ondersteuning van architectenbureau LKSVDD was heel belangrijk voor de totstandkoming. De vertragingen die in het proces hebben plaatsgevonden hadden vooral te maken met de onderhandelingen die er tussen de onderlinge partijen plaatsvonden, waarbij het zwaartepunt lag tijdens de voorbereidende fase.29 De Dr. Schaepmanstichting had als voornaamste motivatie goede huisvesting voor de leerlingen waarbij het een uitdaging was om de visie van Anneke Kuipers te realiseren. Zij wilde haar hierin tegemoet komen. De sociaal-maatschappelijke waarde van het project stond voor deze stichting centraal, maar ook het financiële plaatje was doorslaggevend.30 Voor Dennis Morssinkhof stond met name de economische waarde centraal, maar dat de cultuurhistorische waarde behouden bleef, diende als pluspunt.31 Voor de gemeente Hengelo speelde de sociaal-maatschappelijke waarde de voornaamste rol, maar ook de economische waarde was belangrijk. Na afloop van het project heeft het gebouw een gemeentelijke monumentenstatus verkregen waardoor de gemeente heeft laten zien dat de waardering voor het gebouw op cultuurhistorisch niveau hoog is.32 Ronald Olthof heeft tijdens het proces veel rekening gehouden van de duurzaamheid van het gebouw. Het gebouw kan voorlopig een schoolgebouw zijn, maar de verbouwing is zo gerealiseerd dat het gebouw indien nodig weer een nieuwe functie kan krijgen. Zodoende speelde bij architectenbureau LKSVDD de sociaal-maatschappelijke waarde de grootste rol.33

25 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 26 Rob Malag, College van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 27 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 28 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 29 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 30 Rob Malag, college van bestuur van Dr. Schaepmanstichting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 31 Dennis Morssinkhof, eigenaar Morssinkhof Bouwontwikkeling, geïnterviewd door T. Herfs op 23 juni te Hengelo. 32 Marieke Hidders, beleidsmedewerker Onderwijshuisvesting, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo. 33 Ronald Olthof, architect bij Architectenbureau LKSVDD, geïnterviewd door T. Herfs op 19 mei 2015 te Hengelo.

Page 10: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Reflectie Bij zowel de dr. Schaepmanstichting als de gemeente Hengelo speelden de overtuigingskracht van directrice Anneke Kuipers een doorslaggevende rol. Haar enthousiasme voor dit project, in samenwerking met architect Ronald Olthof heeft ervoor gezorgd dat zij niet alleen mee wilden denken in het project, maar dat ook een aanzienlijk groter budget beschikbaar gesteld kon worden. Het enthousiasme van zowel de Dr. Schaepmanstichting, directrice Anneke Kuipers als het architectenbureau LKSVDD was de reden waarom de gemeente ervoor koos om in dit project te stappen. Daarnaast speelde bij alle partijen een belangrijke rol dat door middel van de herbestemming het gebouw behouden zou blijven. Dit bijzondere project heeft zijn succesfactor hieraan te danken. Het is relatief veel makkelijker om een voormalig kerkgebouw te verbouwen tot kantoorruimte dan tot een schoolgebouw omdat men hier te maken heeft met veel meer eisen en regelgeving. Het is belangrijk om mee te nemen dat toen dit project gerealiseerd is de financiële situatie in Nederland en specifiek bij de gemeente anders was dan nu. Destijds was het makkelijker om een groter budget te krijgen voor een goed plan. Het risico dat bij een herbestemming komt kijken en de extra kosten die daardoor ontstonden, maken dat een dergelijk project in de toekomst minder aantrekkelijk is voor de partijen om nogmaals in een vergelijkbaar project te stappen. Over het algemeen zijn alle partijen enthousiast en positief over zowel de uitkomst als over het proces. Er zijn altijd punten voor verbetering, maar uiteindelijk is er een eindresultaat waar alle partijen trots op zijn. De meest moeizame periode tijdens dit proces was de financiële onderhandeling tussen de gemeente en Morssinkhof Bouwontwikkeling. De financiële discussie blijft lastig, maar in dit geval zijn ze samen tot een goede oplossing gekomen.

Page 11: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Theresiakerk, Den Haag Inleiding Nadat de parochie van de Theresiakerk in 2007 fuseerde met de St. Agnesparochie werd de Theresiakerk gesloten voor kerkgebruik. Het kerkgebouw werd echter tot 2011 nog wel gebruikt voor wijk gerelateerde activiteiten. Daarnaast werd de Theresiakerk nog bewoond door enkele priesters. Vanaf 2011 werd door het Bisdom Rotterdam de kerk officieel op slot gedraaid. Hoewel er momenteel nog geen duidelijkheid is over de toekomst van het kerkgebouw, heeft het bisdom Rotterdam aangegeven een voorkeur te hebben voor sloop van het gebouw. Kerngetallen

Architect/ bouwjaar

Nicolaas Molenaar jr. /

1931

Monumentenstatus Geen

Aan eredienst onttrokken

2007

Ligging Het gebouw staat op een prominente plaats op een driesprong in de wijk Rustenburg-Oostbroek, Den Haag.

Nieuwe functie Geen

Huidige eigenaar Bisdom Rotterdam / St. Agnes Parochie

Betrokken partijen Gemeente Den Haag (Gertjan Giele), Bisdom Rotterdam (Peer Houben), Werkgroep Herbestemming Theresiakerk (Kees Hulsman & Dick van der Steen) en St. Agnes Parochie (Jean-Marie Bosch van Drakestein)

Doelstellingen Gemeente Den Haag: werkt al lange tijd samen met Bisdom Rotterdam om een oplossing te zoeken voor de leegstaande rooms-katholieke kerken. Zij hebben een afwegingskader ontwikkeld dat leidend is bij de besluitvorming rond herbestemming dan wel beëindiging van het gebruik van deze gebouwen.34 Bisdom Rotterdam: werkt al lange tijd samen met Gemeente Den Haag om een oplossing te zoeken voor de leegstaande rooms-katholieke kerken. Het bisdom is groot voorstander van het ontwikkelen van gemeentelijke of provinciale kerkenvisies.35 St. Agnes Parochie: Nadat een fusie plaatsvond tussen verschillende kerken kwam de Theresiakerk in 2007 leeg te staan. De kerkgemeenschap werd naar een nieuwe locatie verplaatst. Vanaf dat moment is gezocht naar een alternatieve functie voor het gebouw, maar tot op heden is er geen concrete oplossing gevonden.36 Werkgroep Herbestemming Theresiakerk: is ontstaan in 2010 nadat het plan ontstond om de Theresiakerk voor sociaal-culturele doeleinden te gebruiken. Sindsdien probeert de werkgroep draagvlak te creëren voor haar ideeën in de wijk en een partner te vinden die het project financieel kan bedruipen.37

34 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 35 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 36 Jean-Marie Bosch van Drakestein, vicevoorzitter bestuur St. Agnes Parochie, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 37 Kees Hulsman & Dick van der Steen, vrijwilligers Werkgroep Herbestemming Theresiakerk, geïnterviewd door T. Herfs op 7 mei 2015 te Den Haag.

Page 12: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Kavel Vastgoed: heeft interesse getoond in de grond waarop het kerkgebouw is gebouwd. Zij willen de grond enkel kopen als het kerkgebouw gesloopt mag worden.38 Tijdslijn

Fusie tussen kerkgemeenschappen In 2007 vond een fusie plaats tussen de parochies Heilige Theresia, Heilige Agnes en Oscar Romero in Den Haag. Sindsdien dragen zij samen de naam Stella Maris, Maria Sterre der Zee. Na deze fusie kwam de Theresiakerk aan de Dierenselaan leeg te staan en werd zij aan de eredienst onttrokken. Vanaf dat moment is gekeken naar mogelijk alternatief gebruik van het kerkgebouw. Omdat het leegstaande gebouw voor de Stella Maris-gemeenschap een te grote last is om te dragen is besloten dat het Bisdom financiële verantwoordelijkheid zou blijven dragen over het gebouw.39 Hoewel het kerkgebouw in 2007 aan de eredienst was onttrokken, werden er tot 2011 nog activiteiten georganiseerd in de kerk, zoals wijkgerelateerde bijeenkomsten en bijeenkomsten van hobbyclubs. Daarnaast werd tot 2011 de pastorie nog bewoond. Omdat Bisdom Rotterdam hoopte het gebouw te verkopen zocht zij naar een verhuurmethode waarbij snelle ontruiming mogelijk zou zijn. In 2012 werden de activiteiten stilgelegd en kwam er via AdHoc een kringloopwinkel in het kerkgebouw en werd de pastorie verhuurd aan studenten.40 Herbestemming van de Theresiakerk In 2010 ontstaat als een reactie op de leegstand van het kerkgebouw de Werkgroep Herbestemming Theresiakerk: een kleine groep buurtbewoners die zich inzet voor een sociaal-culturele herbestemming van het gebouw. Het plan van de werkgroep was een nieuwe bestemming te ontwikkelen met een mix van sociale, maatschappelijke en culturele activiteiten voor de wijkbewoners van Rustenburg-Oostbroek. Daarnaast wilde zij 32 woonruimtes realiseren in een toren die in het middenschip van de kerk zou komen om zodoende het plan financieel haalbaar te maken. Op deze wijze hoopte zij de Theresiakerk tot een nieuwe centrale plek voor de wijk te ontwikkelen. De Werkgroep heeft contact gezocht met woningcorporatie Vestia om te onderzoeken of zij interesse zouden hebben in de plannen. Op dat moment zaten er de juiste mensen aan tafel en Vestia leek een geschikte partij. In datzelfde jaar ging Vestia echter wegens financiële problemen over de kop en ging het plan van tafel. Hierna heeft de Werkgroep getracht om opnieuw een geschikte partij te vinden, maar dit is tot op heden niet meer gelukt. Volgens Kees Hulsman en Dick van der Steen heeft er een te

38 Jean-Marie Bosch van Drakestein, vicevoorzitter bestuur St. Agnes Parochie, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 39 Jean-Marie Bosch van Drakestein, vicevoorzitter bestuur St. Agnes Parochie, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 40 Kees Hulsman & Dick van der Steen, vrijwilligers Werkgroep Herbestemming Theresiakerk, geïnterviewd door T. Herfs op 7 mei 2015 te Den Haag.

Page 13: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

lange periode gezeten tussen het leeg komen te staan van het pand en het vinden van een nieuwe bestemming. Daarnaast heeft de verdeeldheid in de wijk een belangrijke rol gespeeld. Voor de plannen van de Werkgroep is in de buurt te weinig draagvlak voor de herbestemming van de Theresiakerk. De verdeeldheid is te groot, waardoor de wijk zich niet als een front kan inzetten voor de herbestemming.41 Afwegingskader van gemeente Den Haag De gemeente Den Haag werkt al lange tijd samen met het bisdom Rotterdam om zodoende een oplossing te zoeken voor de leegstand van rooms-katholieke kerkgebouwen. De gemeente Den Haag voert bepaald beleid ten aanzien van het beëindigen van het gebruik van kerken. Dit gebeurt volgens een systeem van procesafspraken. Dit afwegingskader is leidend bij de besluitvorming rond de herbestemming dan wel beëindiging van het gebruik van deze gebouwen.42 Voor de gemeente Den Haag zijn de volgende criteria leidend:

Handhaven Rijks- en gemeentelijke monumenten.

Is het gebouw benodigd voor het ruimtelijke ordeningsbeleid?

Handhaven gebouw voor een andere geloofsgemeenschap.

Hergebruik van het gebouw door andere functies dan kerkdiensten.

Herontwikkelen door sloop of nieuwbouw.43

Door middel van deze vijf afwegingen probeert de gemeente Den Haag de problematiek vanuit een helicopterview te benaderen. In het verleden was het voor de gemeente Den Haag mogelijk om een leegstaand gebouw in eigen beheer te herbestemmen als maatschappelijke bestemming, maar in het huidige tijdsbestek is dit niet langer mogelijk.44 Ook bisdom Rotterdam is een groot voorstander van deze manier van werken. Aan de hand van een vlekkenplan kan een inventarisatie gedaan worden welke objecten behouden moeten worden en welke niet.45 De Theresiakerk is een van de gebouwen die als gevolg van krimp overbodig is geworden, waarbij het proces van afweging zich heeft voltrokken en uiteindelijk het doek is gevallen. De kerkdichtheid in dat gedeelte van Den Haag is enorm. In de wijk Rustenburg-Oostbroek waren minimaal vier rooms-katholieke kerkgebouwen. Aspecten die het moeilijk maakten om voor de Theresiakerk een geschikte nieuwe bestemming te vinden waren: locatie, volume, relevantie van het gebouw en financiële exploitatie.46 Het bisdom Rotterdam heeft gedurende een periode van vier jaar getracht om een geschikte koper voor het gebouw te vinden. Doordat zich echter geen geschikte partij aandiende die het gebouw zou kunnen exploiteren heeft dit geen resultaat opgeleverd.47 Daarbij speelde een belangrijke rol dat het gebouw geen Rijks- of gemeentelijk monument was. Bij de gemeente Den Haag kwam er vervolgens bereidheid om het doek te laten vallen en het gebouw te herbestemmen voor sloop/nieuwbouw. Het exploitatiemodel dat gold voor de Theresiakerk was simpelweg niet rendabel, dus was er geen partij die daarin stapte.48

41 Kees Hulsman & Dick van der Steen, vrijwilligers Werkgroep Herbestemming Theresiakerk, geïnterviewd door T. Herfs op 7 mei 2015 te Den Haag. 42 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 43 Gemeente Den Haag. ‘Toekomst kerken PGG en Bisdom’, Gemeente Den Haag (2015). Geraadpleegd 5 oktober 2015. Beschikbaar via http://www.denhaag.nl/home/bewoners/gemeente/document/Toekomst-kerken-PGG-en-Bisdom..htm. 44 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 45 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 46 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 47 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 48 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag.

Page 14: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Laatste oordeel betrokkenen Jean-Marie Bosch van Drakestein ziet voor de Theresiakerk wel degelijk mogelijkheden voor herbestemming. Het is inmiddels echter bijna onvermijdelijk dat het gebouw gesloopt zal worden. Wat hem betreft is het nu raadzamer om het contact met Kavel Vastgoed te verbeteren en om als Werkgroep Herbestemming Theresiakerk aan tafel te komen bij de besprekingen voor het nieuwe gebouw.49 Onderlinge verhoudingen Tijdens de zoektocht naar een nieuwe functie voor de Theresiakerk is er tussen de verschillende partijen relatief veel contact geweest. Voornamelijk bisdom Rotterdam en gemeente Den Haag hebben intensief contact gehad over de procedure met betrekking tot leegstaande kerken. Daarnaast heeft de Werkgroep Herbestemming Theresiakerk meerdere malen contact gehad met zowel de St. Agnesparochie als Gertjan Giele van de Gemeente Den Haag. Opvallend is dat de St. Agnes Parochie en de Werkgroep Herbestemming Theresiakerk met een andere blik naar de situatie kijken. Gemeente Den Haag en bisdom Rotterdam hebben een meer zakelijke insteek met betrekking tot de leegstaande kerkenproblematiek. Met het ontwikkelde afwegingskader bieden zij duidelijkheid over de vastgestelde criteria. De Werkgroep Herbestemming Theresiakerk functioneert daarnaast op wijkniveau terwijl gemeente Den Haag en bisdom Rotterdam een overkoepelende functie hebben. Waardenmatrix50

Voor de gemeente Den Haag is de economische waarde uiteindelijk doorslaggevend. Als een kerk in zijn huidige vorm in stand moet worden gehouden, dan moet er een organisatie zijn die deze last financieel kan dragen. De cultuurhistorische waarde blijft gewaarborgd door de monumentenwet en de hoewel de sociaal maatschappelijke waarde belangrijk is, kan deze alleen gerealiseerd worden indien het financieel rendabel is.51 Voor bisdom Rotterdam speelt de economische waarde de belangrijkste rol. Daarbij speelt niet alleen opbrengst voor de parochie uit verkoop een rol, maar is het tevens wenselijk dat het bisdom niet meer de zorg voor het gebouw hoeft te dragen. De opbrengst is voor het bisdom noodzakelijk om andere monumentale parochiekerken te onderhouden. Bij de verkoop is het sociaal maatschappelijke aspect een randvoorwaarde.52

49 Jean-Marie Bosch van Drakestein, vicevoorzitter bestuur St. Agnes Parochie, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 50 De Gemeente Den Haag en Bisdom Rotterdam hebben de waardenmatrix niet zelf ingevuld. Hierbij is de invulling van de waardenmatrix een vrije interpretatie geweest n.a.v. het afgenomen interview. 51 Gertjan Giele, aanjager woningbouwproductie bij DSO Gemeente Den Haag, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 52 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem.

Page 15: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Voor de St. Agnes Parochie speelt de cultuurhistorische waarde en de sociaal maatschappelijke waarde de voornaamste rol. Het gebouw is het uitgangspunt, maar hierin heeft verschuiving plaatsgevonden naar de sociaal maatschappelijke waardering.53 De Werkgroep Herbestemming Theresiakerk werd in eerste instantie gemotiveerd om zich in te zetten voor een geschikte herbestemming door een cultuurhistorische motivatie. Daarnaast speelden ook de sociaal-maatschappelijke en economische waarden een rol. Dit laatste was voornamelijk om het herbestemmingspotentieel te vergroten.54 Anno najaar 2015 is het onduidelijk wat de toekomst van het kerkgebouw zal zijn. Hoewel gesproken wordt nu over het aanvragen van een sloopvergunning en Kavel Vastgoed als partij die interesse heeft in de locatie, zijn momenteel geen officiële documenten hierover beschikbaar. Reflectie De Theresiakerk is een kerk gebleken waarbij het lastig was om een nieuwe geschikte en financieel rendabele functie te vinden. Dit heeft te maken met de volgende eigenschappen van het gebouw: de locatie, het volume, de relevantie van het gebouw en de financiële exploitatie. Daarnaast heeft het draagvlak in de buurt een belangrijke rol gespeeld. Door de grote verdeeldheid in de wijk was het lastig om aan te geven bij de gemeente en het bisdom dat het gebouw wel degelijk belangrijk was. De noodzaak vanuit de wijk kon hierdoor niet goed overgebracht worden. Daarnaast speelde de locatie een belangrijke rol. Hoewel het kerkgebouw op een prominente plek in de wijk Rustenburg-Oostbroek staat, is dit niet een kapitaalkrachtige wijk. Hierdoor is het lastig om in deze wijk een exploitabel plan te realiseren zoals het bouwen van appartementen. Hierin speelt ook de kerkdichtheid van deze wijk een belangrijke rol. Doordat de gemeente Den Haag in samenwerking met bisdom Rotterdam een afgebakend afwegingskader heeft ontwikkeld is duidelijk dat de Theresiakerk weinig kans maakt op een (maatschappelijke) herbestemming. Doordat de prioriteit bij zowel de samenleving als de wethouder laag was, is de kans dat de Theresiakerk uiteindelijk exploitatie zal vinden erg klein. De kans dat het terrein gebruikt zal worden voor herontwikkeling door middel van sloop of nieuwbouw is groot. In dit geval is het wenselijk voor de St. Agnesparochie en de Werkgroep Herbestemming Theresiakerk om hun wensen duidelijk te maken aan de nieuwe partij die zal aansluiten om zodoende mogelijkerwijs zeggenschap te hebben in de volgende stappen van het proces.

53 Jean-Marie Bosch van Drakestein, vicevoorzitter bestuur St. Agnes Parochie, geïnterviewd door T. Herfs op 1 juni 2015 te Den Haag. 54 Kees Hulsman & Dick van der Steen, vrijwilligers Werkgroep Herbestemming Theresiakerk, geïnterviewd door T. Herfs op 7 mei 2015 te Den Haag.

Page 16: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

St. Bonifatiuskerk, Dordrecht Inleiding Nadat de St. Bonifatiuskerk in 1974 aan de eredienst is onttrokken, werd de gemeente Dordrecht eigenaar van het pand. Vervolgens werd het gebouw van 1979 tot 2013 gebruikt als poppodium. Toen poppodium Bibelot in 2012 verhuisde naar het Energiegebouw, kwam de St. Bonifatiuskerk weer leeg te staan. Momenteel huurt de interkerkelijke organisatie Stichting Vuur & Vlam het gebouw van de gemeente voor een periode van drie à vijf jaar. Na afloop van het huurcontract wil Gemeente Dordrecht het gebouw op de vrije markt verkopen aangezien zij momenteel haar vastgoed wil verminderen. Kerngetallen

Architect/ bouwjaar P. Plukhooy / 1826

Monumentenstatus Rijksmonument

Aan eredienst onttrokken

1974

Ligging De St. Bonifatiuskerk ligt in het historisch centrum van Dordrecht

Nieuwe functie Tijdelijke functie (een interkerkelijk centrum) voor een huurperiode van drie jaar

Huidige eigenaar Gemeente Dordrecht

Betrokken partijen Gemeente Dordrecht (Christine Weijs & Linda Beekhof) en Stichting Vuur & Vlam (Erwin Wietses)

Doelstellingen Gemeente Dordrecht: eigenaar van het kerkgebouw. Formeel staat in de planning dat het gebouw te koop gezet zal worden na beëindiging van het huurcontract. De gemeente Dordrecht hoopt het gebouw voor een zo hoog mogelijke prijs te verkopen. Stichting Vuur & Vlam: de stichting heeft momenteel een tijdelijk huurcontract van drie jaar. Zij hebben echter aangegeven dat de huurprijs eigenlijk te hoog is voor de organisatie. De stichting hoopt bij de beëindiging van het huurcontract het gebouw te kunnen kopen. Tijdslijn

Page 17: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Verkoop aan gemeente Dordrecht In 1974 sloot de St. Bonifatiuskerk haar deuren. Nadat het gebouw twee jaar leeg stond, besloot de gemeente de St. Bonifatiuskerk over te nemen van het Bisdom Rotterdam en te onderzoeken welke mogelijkheden het gebouw had met betrekking tot herbestemming. Vanaf 1979 tot eind 2012 werd poppodium Bibelot (het Paradiso van Dordrecht) in de St. Bonifatiuskerk gehuisvest. Doordat de St. Bonifatiuskerk midden in een woonstraat gelegen is, ondervond de buurt geluidsoverlast en hinder wanneer het publiek ’s avonds of ’s nachts Bibelot verliet. Mede hierdoor is ervoor gekozen om Bibelot te verhuizen naar het Energiegebouw.55 Op zoek naar een huurder Nadat poppodium Bibelot de St. Bonifatiuskerk verliet, kwam het gebouw weer leeg te staan. Erwin Wietses, voorzitter van Stichting Vuur & Vlam had voorheen al interesse getoond in het gebouw. De tweede keer dat Erwin Wietses contact opnam met de gemeente was bekend dat Bibelot zou verhuizen en dat de St. Bonifatiuskerk leeg zou komen te staan. Hoewel er meerdere plannen op tafel lagen, sloot het tijdelijke karakter van het plan van Stichting Vuur & Vlam het beste aan bij de wensen van de gemeente. Door het tijdelijke karakter van het huurcontract, kreeg Gemeente Dordrecht meer tijd om na te denken over een permanente bestemming voor het gebouw. Volgens Erwin Wietses waren er vanuit de gemeente twee motieven: de stichting kwam dicht in de buurt van de originele bestemming, de omwonenden waren enthousiast over het initiatief van Stichting Vuur & Vlam en daarnaast was de stichting bereid om huur te betalen voor het gebruik van het pand.56 Bovendien was een bepalende factor vanuit Gemeente Dordrecht het draagvlak vanuit de buurt. Het was voor de gemeente belangrijk dat ook de omwonenden achter de plannen stonden57. Stichting Vuur & Vlam Stichting Vuur & Vlam in de St. Bonifatiuskerk dient als laagdrempelig ontmoetingscentrum voor jongeren. Naast een ontmoetingsplek dient het centrum als ruimte voor gebed, een creatieve werkplaats en bevindt zich in het gebouw een tweedehandswinkel. De stichting is inmiddels twee jaar gehuisvest in de St. Bonifatiuskerk. De huurprijs die de stichting nu betaalt is eigenlijk te hoog voor de stichting, aldus Erwin Wietses. Omdat de stichting nadrukkelijk een maatschappelijke functie heeft, vindt zij de verhouding tussen de financiële inspanning en maatschappelijke grondslag niet passend. Hierbij speelt het religieuze aspect van de organisatie ook een rol. De formele scheiding tussen kerk en staat in Nederland heeft als effect dat het voor een stichting met een religieuze grondslag zoals Stichting Vuur & Vlam niet mogelijk is om een aanvraag te doen voor bepaalde subsidiegelden.58 Het pand kost de gemeente momenteel echter nog steeds geld, omdat de huurprijs niet voldoende is om de vaste lasten van het gebouw te dekken. Qua invulling is het gebouw succesvol, maar op financieel vlak is het wat betreft de gemeente dan ook niet de meest optimale invulling.59

55 C. Weijs. Bouwhistorische opname van de Bonifatiuskerk aan de Wijnstraat 117 te Dordrecht. Dordrecht: Gemeente Dordrecht, 2012. 56 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht. 57 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 58 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht. 59 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht.

Page 18: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Afspraken huurcontract Gemeente Dordrecht is op de hoogte van het feit dat Stichting Vuur & Vlam het huurcontract wil beëindigen en in plaats daarvan het gebouw wil kopen. Stichting Vuur & Vlam heeft er baat bij als Gemeente Dordrecht open kaart zou spelen, terwijl Gemeente Dordrecht haar onderhandelingspositie niet kwijt wil raken door alle informatie bloot te geven. Het vastgoedbedrijf van de gemeente heeft als missie om geld te verdienen aan de verkoop waarbij daarnaast wordt gekeken naar wat goed en wenselijk is voor Dordrecht als stad.60 Gemeente Dordrecht wil leegstaande gebouwen die geen beleidsfunctie meer vervullen afstoten.61 Verkoop St. Bonifatiuskerk Momenteel is het vastgoedbedrijf van de gemeente van plan om het gebouw formeel te koop te zetten. De markt moet formeel verkend worden om te onderzoeken of Stichting Vuur & Vlam de enige geïnteresseerde is of dat ook andere partijen interesse hebben. Bij het zoeken naar een geschikte partij voor het gebouw staat voorop dat een soortgelijke functie als Bibelot niet meer in het pand zal komen. Zakelijk gezien is de insteek van de gemeente als volgt: er moet een koper worden gevonden die het pand op een goede manier kan onderhouden en daarnaast moet de koper ook een geschikte prijs kunnen betalen voor het pand. De gemeente kan door middel van de verkoopvoorwaarden omschrijven wat het bestemmingsplan toelaat. In dit geval zal het voornamelijk dienen om ervoor te zorgen dat een nieuwe eigenaar weinig of geen schade toebrengt aan het gebouw.62 Erwin Wietses is van mening dat het gebouw voor een bedrag van €1.3 miljoen achterstallig onderhoud heeft waardoor het voor een andere partij een grote investering zal zijn om het gebouw te kopen.63 Anno zomer 2015 is slechts bekend dat het huurcontract eerder dan afgesproken beëindigd zal worden en dat Gemeente Dordrecht van plan is om het gebouw formeel te koop te zetten. Onderlinge verhoudingen Doordat de St. Bonifatiuskerk in de jaren 70 aan de eredienst onttrokken was, is de emotionele lading van het kerkgebouw grotendeels verdwenen. Hierdoor spelen er andere waarden een rol dan bij de eerste herbestemming van het gebouw. Daarnaast is het gebouw al sinds 1976 eigendom van de gemeente Dordrecht en heeft Bisdom Rotterdam in principe geen zeggenschap meer over het gebouw.64 In de huidige situatie bij de St. Bonifatiuskerk zijn onderlinge verhoudingen tussen Gemeente Dordrecht en Stichting Vuur & Vlam die van huurder en verhuurder. Daarnaast speelt ook de omgeving een belangrijke rol. Het is voor zowel Gemeente Dordrecht als Stichting Vuur & Vlam belangrijk dat de omgeving het eens is met de plannen voor de St. Bonifatiuskerk. Zoals reeds genoemd (zie. Afspraken huurcontract) is de ervaring van Erwin Wietses dat er vanuit Gemeente Dordrecht weinig transparantie is. De gemeente is wel enthousiast over de plannen van de stichting, maar wil haar onderhandelingspositie niet verliezen. Een voorbeeld van deze geslotenheid noemt Erwin Wietses het achterstallig onderheid van het gebouw. De stichting had hier in willen meehelpen, maar aangezien de gemeente dit niet wilde bespreken, is er weinig tot niks aan onderhoud gedaan in de afgelopen twee jaar. Erwin Wietses is Gemeente Dordrecht dankbaar dat zij het plan van de stichting in de beginfase serieus nam en dat zij de kans hebben gekregen om met de stichting het gebouw te huren.65 Het uitgangspunt van Gemeente Dordrecht is dat zij de invulling van het gebouw qua functie als heel succesvol ervaart, terwijl op financieel vlak dit niet meest optimale invulling is. De gemeente heeft sinds de economische crisis te maken gehad met financieel zwaar weer. Hierdoor is het tegenwoordig niet meer mogelijk om een gebouw een openbaar karakter te geven, in de vorm van een buurtcentrum

60 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht. 61 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 62 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 63 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht. 64 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 65 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht.

Page 19: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

of een bibliotheek. De gemeente wil graag helpen met het uitwerken en bespreken van plannen, maar op financieel vlak is momenteel weinig mogelijk. De gemeente moedigt initiatieven zoals Stichting Vuur & Vlam toe, maar is daarin zo realistisch dat het niet mogelijk is voor haar om financieel bij te springen door onkosten aan het gebouw voor haar rekening te nemen.66 Waarden In de bouwhistorische opname van de Bonifatiuskerk staat de waardering voor het gebouw beschreven aan de hand van de waarderingscriteria van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hierin is de hoge cultuurhistorische waarde van het gebouw beschreven waarbij de kerk een belangrijke uitdrukking van de religieuze ontwikkeling van Dordrecht weergeeft. 67 Christine Weijs, bouwhistoricus monumentenzorg en Linda Beekhof, medewerker vastgoedbedrijf kijken ieder vanuit een ander perspectief naar de situatie. Voor het vastgoedbedrijf van de gemeente speelt de economische waarde de belangrijkste rol waarbij de cultuurhistorische en sociaalmaatschappelijke waarde dienen als randvoorwaarden. Vanuit het perspectief van monumentenzorg is de cultuurhistorische waardering het belangrijkst.68 Voor Stichting Vuur & Vlam is de sociaal maatschappelijke waarde het meest zwaarwegend. Hoewel zij een religieuze grondslag heeft, ziet Erwin Wietses dit niet als kern van haar doelstelling. Daarnaast speelt de economische waarde een belangrijke rol die te vangen is in de missie van de stichting business as mission, oftewel zelfvoorzienendheid.69

Reflectie In de situatie van de St. Bonifatiuskerk hebben beide partijen een duidelijk standpunt. Deze standpunten stroken echter niet met elkaar. Stichting Vuur & Vlam wil het gebouw voor een zo laag mogelijke prijs overnemen van de gemeente, terwijl de gemeente de financiële opbrengst van het gebouw belangrijk acht. De afspraken over het tijdelijke huurcontract verliepen goed omdat er voldoende draagvlak was in de omgeving en de gemeente het belangrijk vond dat het gebouw niet leeg zou komen te staan, maar een permanente oplossing voor het gebouw vergt meer van beide partijen. Doordat het nog onduidelijk is of Stichting Vuur & Vlam uiteindelijk eigenaar zal worden van het gebouw, kan de huidige periode slechts omschreven worden als het onderhandelingsproces. Hierbij vallen een aantal elementen op: voor Stichting Vuur & Vlam is transparantie wenselijk, terwijl

66 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 67 C. Weijs. Bouwhistorische opname van de Bonifatiuskerk aan de Wijnstraat 117 te Dordrecht. Dordrecht: Gemeente Dordrecht, 2012. 68 Christine Weijs & Linda Beekhof, gemeente Dordrecht, geïnterviewd door T. Herfs op 11 mei 2015 te Dordrecht. 69 Erwin Wietses, voorzitter stichting Vuur & Vlam, geïnterviewd door T. Herfs op 20 mei 2015 te Dordrecht.

Page 20: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Gemeente Dordrecht zijn onderhandelingspositie wil behouden. De verbeeldingskracht om iets te realiseren is doorslaggevend, restauratieachterstanden spelen een rol en de scheiding tussen kerk & staat bemoeilijkt het proces. Uiteindelijk is er echter een element dat doorslaggevend zal zijn: het aantal geïnteresseerden dat het pand wil kopen en welk bedrag zij hiervoor over hebben.

Page 21: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

St. Gertrudis van Nijvelkerk, Heerle Inleiding Heerle is een kleine woonkern in het landelijk gebied van de gemeente Roosendaal. Leefbaarheid is in dit gebied al enige tijd een belangrijk thema om zo het voorzieningsniveau te verbeteren.70 Om de leefbaarheid van Heerle te verbeteren was er een IDOP-subsidie (Integraal Dorps Ontwikkeling Plan) beschikbaar gesteld. Randvoorwaarde hiervan was echter dat voor 1 januari 2013 het project afgerond moest zijn. Zodoende is in een periode van minder dan een jaar de St. Gertrudis van Nijvelkerk omgevormd tot dorpsontmoetingsplek, gezondheidscentrum waarbij de kerkgemeenschap het gebouw ook kon blijven gebruiken. Kerngetallen

Architect/ bouwjaar J. van Mansveld / 1864

Monumentenstatus Rijksmonument

Aan eredienst onttrokken

2012

Ligging De St. Gertrudis van Nijvelkerk fungeert als het centrum van Heerle

Nieuwe functie Multifunctioneel centrum met gezondheidscentrum, kapel en dorpsontmoetingsplek

Huidige eigenaar AlleeWonen

Betrokken partijen Gemeente Roosendaal (Corné Gelijns & Chantal van den Heuvel), AlleeWonen (Gijs van Buitenen), Oomen Architecten (Sander van Sambeek) en Leefbaarheidsgroep Heerle (André Jansen)

Doelstellingen Gemeente Roosendaal: heeft in beperkte mate een leidende rol gehad bij de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk. Zij heeft voornamelijk een faciliterende rol gespeeld. Heeft reeds in 2005 een signaal afgegeven over kerkproblematiek in dit krimpgebied met onderzoek naar de toekomst van dorpskerken.71 AlleeWonen: de core business van AlleeWonen is sociale woningbouw. Daarnaast heeft zij sociaal vastgoed complexen, waarvan de St. Gertrudis van Nijvelkerk er inmiddels een is. Zij hebben het kerkgebouw van Bisdom Breda aangekocht en een gepaste herbestemming gezocht voor het gebouw.72 Oomen Architecten: werken al lange tijd samen met de katholieke kerkorde. Vanuit deze rol zijn ze meegegroeid met herbestemming van religieus erfgoed. Bij de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk waren zij de architect.73 Leefbaarheidsgroep Heerle: was een bindende factor tussen de verschillende partijen die bij de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk betrokken waren. De groep kan vergeleken worden

70 Gemeente Roosendaal, Heerle in ontwikkeling – een handreiking voor gemeenten. Roosendaal, 2015. 71 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 72 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 73 Sander van Sambeek, architect Oomen Architecten BV, geïnterviewd door T. Herfs op 13 mei 2015 te Breda.

Page 22: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

met een dorpsplatform waarbij het platform gebruikt wordt als klankbord en een verlengstuk van de gemeente Roosendaal.74 Bisdom Breda: Bisdom Breda heeft ervoor gekozen om het gebouw voor een symbolisch bedrag van €1,00 te verkopen aan AlleeWonen. De lasten van het gebouw waren voor het Bisdom dusdanig hoog dat verkopen wenselijker was.75 Parochiebestuur: Aangezien zij de lasten van het gebouw niet meer kon dragen, wilde zij het gebouw omwille van duurzaamheid aan de Leefbaarheidsgroep schenken.76 Tijdslijn

Heerle in ontwikkeling De herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk was een onderdeel van de ontwikkelingen die in Heerle zijn doorgevoerd. Het project bestond uit verschillende deelprojecten: verbeteren sportaccommodatie, verbeteren dorpsontmoetingsplek, welzijn en zorg en de voorzieningen voor buitenschoolse opvang verbeteren. 77 Een belangrijke rol was hier weggelegd voor de Leefbaarheidsgroep Heerle. Zij diende als een klankbordgroep.78 Tijdens de gesprekken die gevoerd werden om de plannen concreet te maken, zaten er verschillende disciplines met elkaar aan tafel: de kerkgemeenschap, het sportbestuur, de leefbaarheidsgroep, etc. In dit dorpsoverleg werden alle plannen om de leefbaarheid van Heerle te vergroten besproken.79 Er was in Heerle een aantal voorzieningen zoekende naar een nieuwe locatie, namelijk het dorpshuis en de huisarts. Daarnaast was de kerkgemeenschap in het dorp niet meer groot genoeg om het onderhoud van het kerkgebouw te dragen. Er kwam vanuit verschillende hoeken geluid dat dit opgelost moest worden. In een vrij korte tijd is besloten om de kerk te verbouwen. Daarbij bleef een deel behouden voor de kerkgemeenschap, maar er werd ook ruimte gecreëerd voor andere partijen zoals de huisarts en het dorpshuis.80 De leefbaarheidsgroep Heerle De leefbaarheidsgroep heeft bij de totstandkoming van deze oplossing een doorslaggevende rol gespeeld. Nadat zij benaderd werd door het parochiebestuur over de eventuele overname van het kerkgebouw aan de Leefbaarheidsgroep, is zij vervolgens partijen naar zich toe gaan trekken om dit mogelijk te maken. De leefbaarheidsgroep heeft AlleeWonen benaderd met de vraag of zij in dit project wilde stappen. 81 Na interne overweging heeft AlleeWonen besloten om dit project te realiseren. In eerste instantie stond AlleeWonen niet te juichen om dit plan te realiseren, maar na overleg tussen AlleeWonen en gemeente Roosendaal heeft zij besloten om het kerkgebouw te kopen en te renoveren. Zij deed dit zowel vanuit haar sociaal maatschappelijke visie, maar ook omdat zij ervan uit ging dat op termijn het project ook geld zou opleveren.

74 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 75 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 76 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 77 Gemeente Roosendaal, Heerle in ontwikkeling – een handreiking voor gemeenten. Roosendaal, 2015. 78 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 79 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 80 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 81 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle.

Page 23: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

AlleeWonen heeft de St. Gertrudis van Nijvelkerk voor een symbolisch bedrag gekocht van €1,00. Bij de verkoop heeft ze weinig contact gehad met Bisdom Breda over de nieuwe bestemming van het gebouw. Dit had ermee te maken dat de wensen van de inwoners van Heerle, AlleeWonen en Bisdom Breda sterk overeen kwamen.82 Herbestemming in elf maanden Terwijl het plan voor de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk steeds concreter werd, werd bekend dat Heerle aanspraak kon maken op de IDOP-regeling (Integraal Dorps Ontwikkeling Plan). Hierdoor was er voor alle partijen opeens een grotere stimulans om de plannen te realiseren. Alle partijen waren ervan bewust dat het zonder deze subsidie niet mogelijk zou zijn om het project te realiseren. Aan de IDOP-regeling zaten echter wel consequenties verbonden: hij was namelijk nog maar een korte periode geldig.83 De haast die gemoeid was met dit project heeft volgens Gijs van Buitenen bijgedragen aan de vlotte manier waarop te werk is gegaan. Zonder deze subsidie was dit project niet realiseerbaar geweest en aangezien iedere partij zich dat realiseerde was het noodzaak om de schouders eronder te zetten. 84 In dit traject werkte de Leefbaarheidsgroep Heerle als smeerolie tussen alle raderen. Zij zorgde ervoor dat alle partijen met elkaar aan tafel zaten en speelden een belangrijke rol in het contact met Bisdom Breda.85 Uitvoering herbestemming Omdat de St. Gertrudis van Nijvelkerk een Rijksmonument betreft is gekozen voor een design and construct methode, waarbij de uitwerking van het plan in samenwerking van de opdrachtgever werd uitgevoerd om ook dat traject te verkorten. Mede hierdoor is het uiteindelijk gelukt om het traject te verkorten en voor het grootste deel binnen de geldende termijn het project af te ronden.86 Door de haast die niet alleen met de initiatieffase maar ook met de uitvoering gemoeid was, heeft in een extreem korte tijd een succesvolle herbestemming plaatsgevonden. Invulling Chantal van den Heuvel is van mening dat niet gedacht moet worden over herbestemming als doel maar als functie. Doordat de functies en de behoeftes van de omgeving geanalyseerd waren, was er voor dit plan veel draagvlak.87 Een belangrijk uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe functie was: leefbaarheid van het dorp. Het schip van de kerk is daarom nu een hal waar mensen elkaar tegen kunnen komen. Daarnaast zijn er verschillende ruimtes ingebouwd waar onder andere plaats is voor een huisarts. 88 Een belangrijke voorwaarde van de architect was de flexibiliteit van het gebouw. Door de losse onderdelen die in het gebouw zijn toegevoegd, is het in de toekomst mogelijk om het gebouw weer voor andere doeleinden te gebruiken.89

82 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 83 Sander van Sambeek, architect Oomen Architecten BV, geïnterviewd door T. Herfs op 13 mei 2015 te Breda. 84 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 85 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 86 Sander van Sambeek, architect Oomen Architecten BV, geïnterviewd door T. Herfs op 13 mei 2015 te Breda. 87 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 88 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 89 Sander van Sambeek, architect Oomen Architecten BV, geïnterviewd door T. Herfs op 13 mei 2015 te Breda.

Page 24: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Exploitatie van het nieuwe gebouw Toen AlleeWonen aan dit project begon was hun insteek dat het project zichzelf zou kunnen bedruipen. In het middelste gedeelte van het gebouw is ruimte met verhuurmogelijkheden, alleen worden deze nog relatief weinig gebruikt. Doordat het een kerkgebouw in een kleine woonkern betreft is dit lastiger dan wanneer een kerkgebouw midden in een stad staat. AlleeWonen is blij met de realisatie van de St. Gertrudis van Nijvelkerk, maar zij hoopt dat de gezamenlijke (midden) ruimten meer ingezet gaat worden. Het is zonde dat deze mooie multifunctionele ruimte nog zo vaak leeg staat. 90 Voor de dorpsbewoners wordt de herbestemming van het kerkgebouw als een succes ervaren. Zij mogen de aankomende 40 jaar gebruik maken van het gebouw als dorpshuis waardoor de mogelijkheid tot het verhogen van de leefbaarheid groeit.91 Onderlinge verhoudingen Bij de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk was de Leefbaarheidsgroep Heerle de spil in het geheel. Zij onderhielden zelf contact met zowel Bisdom Breda en Gemeente Roosendaal. Daarnaast hebben zij zelf AlleeWonen benaderd om de mogelijkheid te bespreken dat AlleeWonen eigenaar zou worden van het kerkgebouw. Dit droeg bij aan de algehele cohesie binnen het proces.92 Tijdens de voorbereidingen voor de realisatie van de herbestemming van de St. Gertrudis van Nijvelkerk hadden de besprekingen een open karakter waarbij getracht werd om zo veel mogelijk aan ieders wensen te voldoen. AlleeWonen had van de partijen de meest zakelijke insteek en probeerde naast de wensen van de inwoners van Heerle ook te zoeken naar een succesvol exploitatiemodel. Onderling hebben de gemeente Roosendaal en AlleeWonen naast de vergaderingen extra contact gehad over de zakelijke benadering van het project zoals subsidieregelingen. De inwoners van Heerle werden in deze besprekingen niet betrokken. Chantal van den Heuvel geeft aan dat dit de beste manier was om met de situatie om te gaan. 93 André Jansen benoemt dit als het zwaartepunt van de onderhandelingen. Omdat het project AlleeWonen financieel weinig zou opleveren, moest de gemeente Roosendaal AlleeWonen ervan overtuigen dat dit een belangrijk project was. Waardenmatrix

De gemeente Roosendaal legt de focus bij leefbaarheid, oftewel de sociaal-maatschappelijke waarde van het dorp. Daarnaast speelt voor de monumentencommissie de cultuurhistorische waarde een 90 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 91 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 92 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 93 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal.

Page 25: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

belangrijk rol. Het feit dat het gebouw een monument betrof diende als randvoorwaarde voor het project, maar de leefbaarheid van Heerle stond voorop. De IDOP-subsidie die beschikbaar werd gesteld kwam voort uit de wens om ontwikkeling in Heerle te bewerkstelligen en niet vanwege de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Voor de gemeente Roosendaal speelt het een belangrijke rol dat het gebouw een functie heeft. Doordat het gebouw daarnaast een behoefte vervult in de omgeving was het mogelijk om intern draagvlak te creëren.94 AlleeWonen vindt de sociaal-maatschappelijke context van het project heel belangrijk. Daarnaast is zij de partij die het financiële risico draagt, waardoor zij ook de economisch rendement meeneemt.95 Voor de Leefbaarheidsgroep Heerle speelde voornamelijk de sociaal maatschappelijke en de cultuurhistorische waarde een belangrijke rol. De economische waarde zag zij als een randvoorwaarde om het project te realiseren.96 Sander van Sambeek, architect bij Oomen Architecten, is van mening dat het kerkgebouw zijn maatschappelijke grondslag heeft weten te behouden. De religieuze waarde is verankerd in het gebouw, maar krijgt nu vorm door de cultuurhistorische en sociaal maatschappelijke waarde. Oomen Architecten heeft ervoor gekozen om een reversibel model te gebruiken, zodat het gebouw in de toekomst weer een andere functie zou kunnen hebben en zodoende flexibel en duurzaam blijft.97 Reflectie Heerle is een dorp met 1800 inwoners waarbij problemen als krimp en vergrijzing een grote rol spelen. Deze problematiek diende als drijfkracht achter de ontwikkeling van Heerle. Doordat alle partijen betrokken werden bij het proces verliep het prettig. Alle entiteiten werden aan elkaar geknoopt om gezamenlijk een doel te realiseren. Daarbinnen heerste er voldoende respect voor elkaars belangen en behoeftes. Behalve de druk die de gemeente heeft uitgeoefend op AlleeWonen om in het project te stappen, verliep het overleg vrijwel zonder moeilijkheden. De IDOP-regeling maakte het niet alleen mogelijk om het project te realiseren. De noodzaak van het project was daardoor ook bij alle partijen duidelijk. Alle partijen waren zich bewust dat dit project enkel mogelijk was dankzij de IDOP-regeling, waardoor iedereen zoveel mogelijk in oplossingen dacht. De korte tijdspanne waarin dit project gerealiseerd moest worden, droeg tevens bij aan het proces. Doordat knopen snel doorgehakt dienden te worden, ontstond weinig discussie omwille van de voortgang van het project. De herbestemming van een kerkgebouw in een krimpgebied is heel anders dan in een grote stad. Niet alleen zijn er meer mensen die, kerkelijk of niet, een band hebben met het kerkgebouw. Desondanks is het vaak ook moeilijker om functie of gebruikers voor het gebouw te vinden. In het geval van de St. Gertrudis van Nijvelkerk is dit geval. Hoewel er ruimte was voor verschillende ondernemers of andere organisaties om te verhuizen naar het kerkgebouw, toonden weinig partijen interesse. Dit maakt het toch moeilijk om voor een kerk in een krimpgebied een passende herbestemming te vinden.

94 Chantal van den Heuvel & Corné Gelijns, projectmanager binnenstad & beleidsuitwerking & realisatie Gemeente Roosendaal, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 95 Gijs van Buitenen, facilitair coördinator AlleeWonen, geïnterviewd door T. Herfs op 27 mei 2015 te Roosendaal. 96 André Jansen, voorzitter Leefbaarheidsgroep Heerle, geïnterviewd door T. Herfs op 24 juni 2015 te Heerle. 97 Sander van Sambeek, architect Oomen Architecten BV, geïnterviewd door T. Herfs op 13 mei 2015 te Breda.

Page 26: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Clemenskerk, Hilversum Inleiding Nadat de Clemenskerk in Hilversum in 1996 aan de eredienst onttrokken werd, is gezocht naar nieuwe mogelijkheden voor het perceel en voor het gebouw. Hoewel Bisdom Haarlem-Amsterdam voorkeur gaf aan sloop van het gebouw, zijn deze plannen niet gerealiseerd doordat verschillende partijen zich hebben ingezet voor het behoud van het gebouw. Dit gebeurde onder andere door middel van de aanvraag tot Rijksmonument die in 2001 is gehonoreerd. Nadat BOEi in 2010 eigenaar werd van het gebouw en het kerkgebouw gerestaureerd was dankzij Overheids-, Provinciale- en Gemeentesubsidie werd er gezocht naar een geschikte huurder voor het gebouw. Anno 2015 wordt er nog steeds gewerkt aan de nieuwe functie van het gebouw. Kerngetallen

Architect/ bouwjaar

J.W.A. van Gils / 1914

Monumentenstatus Rijksmonument

Uit eredienst onttrokken

1996

Ligging De Clemenskerk ligt in Hilversum-Zuid (een van Rijkswege beschermd stadsgezicht).

Nieuwe functie Onbekend

Huidige eigenaar BOEi (sinds 2010)

Betrokken partijen Gemeente Hilversum (Arie den Dikken & Annette Koenders), BOEi (Klaas Telgenhof), Stichting vrienden van de Clemenskerk (Door Jelsma), Bisdom Haarlem-Amsterdam (Peer Houben), Provincie Noord-Holland (Ernst van der Kleij)

Doelstellingen Bisdom Haarlem-Amsterdam: voor het Bisdom Haarlem-Amsterdam speelt de economische waarde een belangrijke rol omdat zij door middel van verkoop van (o.a.) de Clemenskerk, andere kerkgebouwen kan blijven beheren. Het Bisdom heeft moeite met de toewijzing tot Rijksmonument en subsidiegelden die naar de Clemenskerk gingen ondanks dat er nog geen passende herbestemming was gevonden.98 Hierbij speelt een belangrijke rol dat sloop een goede oplossing is om te voorkomen dat het gebouw met een andere bestemming activiteiten zou herbergen, die in strijd zijn met het kerkelijk gedachtengoed. Om het religieuze karakter van de Clemenskerk te waarborgen zijn er voorwaarden bij de verkoop aan BOEi verbonden.99 Stichting Vrienden van de Clemenskerk: wil dat het monument behouden wordt en daarnaast dat het gebouw een functie voor de wijk krijgt. Uitgangspunt van de Stichting is dat de Clemenskerk een belangrijk historisch ankerpunt in de wijk is. Het gebouw is volgens de Stichting bij uitstek een geschikte ruimte voor een gemeenschapsfunctie.100 BOEi: wil een geschikte herbestemmingsfunctie vinden voor het gebouw die past bij het bestemmingsplan met maatschappelijke doeleinden die tevens financieel rendabel zijn. BOEi heeft 10

98 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 99 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 100 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum.

Page 27: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

jaar na ondertekening de plicht toestemming aan het bisdom te vragen over de herbestemming van de Clemenskerk.101 Gemeente Hilversum: de Gemeente heeft randvoorwaarden gesteld voor de bestemming van het perceel en het kerkgebouw. De Gemeente heeft zich actief ingezet voor de Clemenskerk door middel van het tegengaan van sloop en door het lobbyen voor subsidies.102 Provincie Noord-Holland: is van mening dat de Clemenskerk van dermate hoge stedenbouwkundige kwaliteit was, dat de provincie zich ervoor wilde inzetten deze te behouden. De provincie Noord-Holland was mediator tussen Bisdom Haarlem-Amsterdam, de Gemeente Hilversum en subsidieverstrekkers.103 Tijdslijn

Aan eredienst onttrokken Toen de Clemenskerk in 1996 werd onttrokken aan de eredienst was het standpunt van het Bisdom volgens Ernst van der Kleij als volgt: het Bisdom geeft de voorkeur aan sloop van religieus erfgoed dat aan de eredienst is onttrokken boven de mogelijkheid dat deze gebouwen een ‘niet-eervolle’ bestemming krijgen.104 Peer Houben van Bisdom Haarlem-Amsterdam beaamt dit en geeft aan dat Bisdom Haarlem-Amsterdam van mening is dat herbestemming vaak risicovol is. Wanneer geen geschikte herbestemming te vinden is, zou sloop daarom soms de voorkeur hebben.105 Nadat het gebouw leeg kwam te staan zijn er verschillende partijen in de bres gesprongen voor behoud van het gebouw. Zowel de Gemeente Hilversum, de Stichting Vrienden van de Clemenskerk als het Cuypersgenootschap vonden de Clemenskerk van dusdanige waarde dat zij zich wilden inzetten voor behoud van het gebouw. De gemeente Hilversum heeft hiervoor contact gehad met de econoom van Bisdom Haarlem-Amsterdam, Emile Duijsens. Volgens Arie den Dikken had het Bisdom met de verkoop voornamelijk een financieel doel waarbij de verkoop van het perceel meer geld zou opleveren wanneer de Clemenskerk gesloopt was.106 Nadat het gebouw leeg kwam te staan heeft het Bisdom Haarlem-Amsterdam gezocht naar een geschikte herbestemming voor het gebouw, maar door de hoge restauratiekosten, het volume van het gebouw en inhoudelijke redenen was het moeilijk om een herbestemming te vinden met een passend exploitatiemodel die voldeed aan de eisen van het bisdom. Verschillende woningbouwcorporaties hebben zich aangediend, maar dit leidde door de hoge restauratiekosten nooit tot een concreet en realiseerbaar plan. Omdat de Clemenskerk, nadat het kerkgebouw niet meer als zodanig werd

101 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 102 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 103 Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 104 Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 105 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 106 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum.

Page 28: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

gebruikt, nog wel een kostenpost was, wilde Bisdom Haarlem-Amsterdam zo snel mogelijk overgaan tot verkoop.107 Monumentenstatus Als gevolg van de inzet van de Stichting Vrienden van de Clemenskerk, de Gemeente Hilversum en het Cuypersgenootschap kreeg de kerk in 2001 de Rijksmonumentenstatus toebedeeld. 108 Dit verliep echter niet zonder slag of stoot en ook nadat de Rijksmonumentenstatus aan de Clemenskerk was toebedeeld heeft het bisdom getracht om een sloopvergunning voor het gebouw te krijgen. Toen het architectonisch erfgoed van Hilversum in de tachtiger jaren in kaart werd gebracht, werd de Clemenskerk hier nog niet in meegenomen. Hoewel de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in eerste instantie tegen bescherming van het gebouw was, is zij uiteindelijk wel overgegaan tot toekenning. Hoewel de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in eerste instantie tegen bescherming van het gebouw was, is zij uiteindelijk wel overgegaan tot bescherming.109 Deze status werd door het Bisdom juridisch aangevochten, tot in 2004 de Raad van State deze definitief bevestigde. Bisdom Haarlem-Amsterdam ziet de monumentenstatus als een last omdat deze status de waarde van het perceeloppervlakte naar beneden haalt. Door de monumententoewijzing raakt het bisdom als het ware het eigenaarschap van het gebouw kwijt, aldus Peer Houben. Vanaf het moment dat de Clemenskerk de Rijksmonumentenstatus toebedeeld kreeg, heeft het bisdom aangegeven dat zij voor de Clemenskerk alsnog een sloopvergunning wilde aanvragen met het argument dat het niet mogelijk zou zijn om een financieel haalbaar plan op tafel te krijgen.110 De Stichting Vrienden van de Clemenskerk heeft in 2006 een globale verkenning voor de herbestemming tot cultuurcentrum ingediend bij gemeente Hilversum en het bisdom. Tevens had gemeente Hilversum contact met woningcorporatie Dudok Wonen om de mogelijkheid tot aankoop te bespreken. Het bisdom gaf echter al snel aan dat zij van mening waren dat woningbouwcorporatie Dudok Wonen geen waardige bestemming aan de Clemenskerk zou kunnen geven, mede door diens monumentenstatus.111 Subsidies voor de restauratie Doordat de Clemenskerk te kampen had met flinke onderhoudsachterstanden was het lastig om een partij te vinden die een geschikt exploitatiemodel voor de Clemenskerk kon ontwikkelen. Echter kwamen er uit verschillende hoeken (Gemeente, Provincie en Rijk) berichten dat er mogelijkheden waren voor subsidies indien zich een nieuwe eigenaar aandiende. Voor de gemeente Hilversum was het wél mogelijk om een aanvraag voor subsidie te doen. Die WWI-subsidie voor woningbouw of restauratieprojecten kon enkel worden aangevraagd door gemeenten. Het geld Een bedrag van bijna 3 miljoen euro werd door het rijk toegezegd aan het Bisdom voor de uitvoering van het project, maar bleef op de plank liggen in afwachting van de uitvoering.112 De gemeente Hilversum en de provincie hebben daar bovenop samen 1,3 miljoen euro ISV gelden voor restauratie en herbestemming van de Clemenskerk toegekend. Als er echter geen geïnteresseerde partij zou komen, zouden al deze subsidies terugvloeien naar de betreffende

107 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 108 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 109 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 110 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 111 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 112 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum.

Page 29: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

subsidiepotjes. Het Bisdom was destijds echter zeer ontevreden over de subsidiegelden die beschikbaar werden gesteld voor een gebouw zonder bestemming. Peer Houben had het gevoel dat de Gemeente Hilversum een sterke lobby had gevoerd om alle verschillende subsidiegelden naar zich toe te trekken. Wat hem betreft was dit buitenproportioneel en was de Gemeente Hilversum emotioneel teveel betrokken.113 Ernst van der Kleij beaamt dat er bij de Clemenskerk sprake is geweest van een lobby bij het Rijk en het Ministerie voor het behoud van de kerk. Hij geeft hierbij aan dat het lastig is een classificering te maken voor leegstaande kerkgebouwen, maar dat dit wel belangrijk is om keuzes te maken.114 Nieuwe eigenaar Al voordat BOEi besloot om de Clemenskerk aan te kopen, was dus duidelijk dat er een aanzienlijke subsidie beschikbaar zou zijn voor de restauratie van het gebouw. Toen de deadline voor de WWI subsidie (31-12-2010) naderde heeft de gemeente Hilversum als laatste strohalm BOEi benaderd.115 Nadat de Gemeente Hilversum had aangegeven dat er binnen één etmaal een serieuze koper moest opstaan, heeft Arie den Dikken toenadering gezocht tot Arno Boon van BOEi. Omdat de besluitvorming snel moest gebeuren, besloot BOEi binnen twee weken officieel dat ze de Clemenskerk en pastorie voor €1,1 miljoen van het Bisdom Haarlem-Amsterdam zou kopen.116 Het bisdom was van mening dat wanneer een kerkgebouw benoemd is tot monument en het zodoende dus maatschappelijk bezit wordt, het vervolgens ook een maatschappelijke functie moet krijgen. Daarnaast biedt een dergelijke bestemming bescherming tegen ongewenste bestemmingen.117 De Clemenskerk was voor BOEi het eerste religieuze object dat zij aankocht.118 Voor BOEi was de Clemenskerk om drie redenen interessant: er lag veel subsidiegeld op tafel, waarvan BOEi niet wilde dat het ongebruikt zou blijven, de Clemenskerk is een Rijksmonument en daarnaast wilde BOEi in het religieus erfgoed gaan werken, wat zij nu ook doen met Kerk en Klooster.119 Toen BOEi eenmaal officieel eigenaar was, werd de eerste en voornaamste taak van projectleider Klaas Telgenhof de restauratie van de Clemenskerk. Hij is gestart met de restauratie van het gebouw zonder dat het gebouw een bestemming had. Ernst van der Kleij geeft aan dat dit te maken had met de dreiging van een sloopvergunning voor het gebouw omdat het gebouw inmiddels al ruim tien jaar leegstond. Doordat alle partijen zich bewust waren van tijdsdruk werd vanuit verschillende hoeken een budget beschikbaar gesteld voor de Clemenskerk. Door het gevoel van noodzaak verliep de start van de restauratie, toen BOEi eenmaal formeel eigenaar was, veel sneller.120 Formeel moest BOEi voor 1 januari 2011 starten en moest het project uiterlijk 1 januari 2012 klaar zijn. Hoewel BOEi snel van start ging was al snel duidelijk dat deze deadline niet haalbaar was. Toen de restauratie goed vorderde heeft BOEi uitstel aangevraagd, zodat de oplevering tot juli 2013 zou mogen duren.121 BOEi: op zoek naar herbestemming Arie den Dikken beschrijft BOEi als een organisatie die met een heldere visie de religieuze sector is ingestapt. Door middel van het herbestemmen van kerkgebouwen, inclusief soms enigszins rigoureuze ingrepen, willen zij laten zien dat het kerkgebouw geen religieus erfgoed meer is en dat het gebouw verschillende functies kan dienen. Met deze insteek gingen zij vervolgens op zoek naar een geschikte herbestemming voor het kerkgebouw. BOEi heeft in overleg met de Gemeente Hilversum basisvoorwaarden opgesteld waarin de invulling van het gebouw moest voldoen aan het

113 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 114 Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 115 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 116 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 117Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 118 Met de Clemenskerk deed BOEi zijn eerste aankoop van religieus erfgoed. Hiervoor hield BOEi zich voornamelijk bezig met industrieel erfgoed, maar omstreeks 2010 waren zij op zoek naar een nieuwe tak van sport. 119 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 120Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 121 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden.

Page 30: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

bestemmingsplan, het monument openbaar toegankelijk zou zijn en het monument zo min mogelijk (structureel) zou worden aangetast. Daarnaast moest het plan financieel rendabel zijn.122 Door Jelsma, Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geeft aan dat ze heel blij waren met de redding door BOEi van zowel de kerk als de pastorie. Ze heeft aan Klaas Telgenhof, projectleider van BOEi, een overzicht gegeven van verschillende maatschappelijke partijen in de buurt die geschikt konden zijn als partner bij de herbestemming, maar dat leverde volgens Telgenhof niets op. De Stichting sprak een sterke voorkeur uit voor het behoud van een muziekpodium in een deel van de ruimte, vanwege de goede ervaringen daarmee in het verleden en de uitstekende akoestiek, en pleitte voor een combinatie van functies in het gebouw om dat haalbaar te maken. De gemeente vond die wens niet realistisch zolang er geen partij was die daarvoor kapitaal inbracht. Klaas Telgenhof gaf aan dat BOEi enkel in zee wilde gaan met één huurder en niet zelf de rol van beheerder wilde vervullen.123 Nadat de restauratie voltooid was, zijn er verschillende plannen de revue gepasseerd: een kinderdagverblijf, een tweedehandswinkel en een sociaal ondernemer die een muziekpodium en een theeschenkerij in het gebouw wilde starten. De Gemeente Hilversum en BOEi hebben in overleg en met bovenstaande criteria in gedachte besloten dat een Tweedehandswinkel het meest passend was voor het gebouw. De tweede keus, het kinderdagverblijf, paste wel in het bestemmingplan maar zou meer schade toebrengen aan het gebouw.124 Door Jelsma van Stichting vrienden van de Clemenskerk geeft aan dat de Gemeente Hilversum en BOEi de voorkeur hadden om het kerkgebouw op de openbare markt te verhuren voor een marktconforme prijs. Zodoende was het voor een maatschappelijke organisatie moeilijk om een serieus plan in te dienen. Vanaf het moment dat de Gemeente Hilversum de verschillende plannen ging toetsen op de mate waarin ze pasten in de Clemenskerk, werd de Stichting Vrienden van de Clemenskerk niet langer betrokken bij de besluitvorming en kreeg zij enkel nog achteraf te horen wat de uiteindelijke besluitvorming was.125 Klaas Telgenhof geeft aan dat BOEi op zoek was naar een partij die solvabel was en in staat was om de doelstelling van BOEi te halen. BOEi wilde alleen in zee gaan met een partij waarbij ze vertrouwen had dat een dergelijke partij dit zelf kon. Door alle subsidies was het mogelijk om het gebouw onder een marktconforme prijs te verhuren, maar het bedrijfsplan van de maatschappelijk ondernemer was te risicovol. Daarbij speelde mee dat er ook andere kandidaten waren die een goed plan hadden waarin BOEi meer vertrouwen had. Uiteindelijk is BOEi daarom de samenwerking aangegaan met de Vintageonderneming die ruimte bood aan de buurt om concerten te houden in de kerk. Het plan werd daarop aangepast.126 Plannen voor Vintageonderneming Toen eenmaal was besloten door de Gemeente Hilversum en BOEi dat de Clemenskerk verhuurd zou worden aan de Vintageonderneming, lieten ze dit aan de Stichting Vrienden van de Clemenskerk weten. Nadat Door Jelsma te horen kreeg over de plannen voor de Clemenskerk heeft zij dit onder de aandacht van de media en de Gemeenteraad gebracht waarbij ze haar ontevredenheid over de situatie benoemde. Dit leverde echter een flinke onderlinge spanning op waarbij BOEi en de wethouder niet blij waren met het handelen van de Stichting.127 Voor BOEi is het eigenaarschap van de Clemenskerk een risico waarbij het volgens Klaas Telgenhof makkelijk is voor de stuurman aan de wal, oftewel de Stichting Vrienden van de Clemenskerk, om kritiek te uiten. Klaas Telgenhof kan nog steeds niet plaatsen waarom de Stichting Vrienden van de Clemenskerk tegen de plannen van Vintageonderneming is. Het is een onderneming die open stond voor een maatschappelijke functie binnen de wijk, maar desondanks ging de stichting dwars liggen. Ook overleg met de directie en de wethouder leidde niet tot andere gedachten bij de stichting.128

122 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 123 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 124 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 125 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 126 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 127 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 128 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden.

Page 31: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

De Stichting geeft aan dat bij het voorstel van de ondernemers geen sprake was van structurele ruimte voor maatschappelijke activiteiten, het zou gaan om incidentele mogelijkheden in een hoek van de winkel. De komst van een winkel van ruim 1500 m2 zal naar haar mening veel overlast geven voor de smalle woonstraten en de naastgelegen school. De stichting vond dat daarvan geen realistisch beeld werd gegeven door de ondernemers en de gemeente.129 Sinds in oktober 2013 officieel bekend gemaakt werd dat er een akkoord was tussen BOEi en de Vintageonderneming, heeft de gemeente Hilversum een aanvraag ontvangen voor de bouw van een achteringang in de Clemenskerk van BOEi. Hoewel zij in eerste instantie moeite had met de toekenning hiervan, is besloten om deze aanvraag omwille van vooruitgang te honoreren. Hierbij speelde de openbaarheid van het gebouw, die door middel van de Vintageonderneming gewaarborgd werd, een doorslaggevende rol.130 De Stichting Vrienden van de Clemenskerk heeft hier echter bezwaar tegen ingediend omdat zij van mening is dat de nieuwe winkelentree de cultuurhistorische waarde van het gebouw zou aantasten. Vanuit de gedachte dat de Stichting Vrienden van de Clemenskerk ruim 20 jaar lang heeft gevochten voor het behoud van het gebouw voor een functie voor de wijk, is de keuze voor Vintagewinkel een grote teleurstelling. Door Jelsma geeft aan dat het proces hierbij een belangrijke rol heeft gespeeld. Als er tijdens de besluitvorming meer transparantie was geweest, was de komst van de Vintageonderneming in Hilversum-Zuid door omwonenden wellicht anders ervaren.131 BOEi geeft echter aan dat zij van mening waren dat de Vintageonderneming met haar open structuur juist goed zou passen bij de wensen van de Stichting. De Vintageonderneming maakte het mogelijk om makkelijk binnen te lopen, het gebouw bleef bijna volledig intact en het bedrijf stond open voor het organiseren van buurtgerichte evenementen. Daarnaast benoemt Klaas Telgenhof dat hij van mening is dat er juist wel transparantie is geweest. Toen er 3 partijen in beeld waren, wilde BOEi eerst intern kennis nemen van de drie mogelijkheden. Daarna is er met de gemeente gesproken of zij bezwaar tegen een van deze drie had en tenslotte is ook het bisdom benaderd met de vraag of zij enig bezwaar hadden tegen een van deze drie. Daarna is er weer contact met de vrienden gezocht. BOEi heeft er bewust voor gekozen om wel contact op te nemen met de stichting, maar is ook duidelijk dat uiteindelijk hun eigen voorkeur doorslaggevend is.132 Anno september 2015 is BOEi in gesprek met de Vintageonderneming over de randvoorwaarden van de huurovereenkomst . Zodra deze getekend zijn zal de volgende stap gezet worden. Onderlinge verhoudingen Zowel de Gemeente Hilversum, de Provincie Noord-Holland als de Stichting Vrienden van de Clemenskerk spreken in de huidige situatie rond de Clemenskerk over een belangenconflict. Hoewel er is getracht om met de verschillende partijen tot een passende oplossing te komen, lagen de ideeën over de herbestemming van de Clemenskerk te ver uit elkaar. Hoewel de Gemeente Hilversum in eerste instantie in goed overleg met Stichting Vrienden van de Clemenskerk samenwerkte om de Clemenskerk te behouden en het pand de Rijksmonumentenstatus te bezorgen, is dit contact door de jaren heen verslechterd. De Stichting Vrienden van de Clemenskerk is van mening dat de Gemeente haar houding en visie op het gebouw teveel heeft aangepast terwijl de Gemeente Hilversum van mening is dat de Stichting niet constructief genoeg gehandeld heeft. Voor de Gemeente Hilversum is vooruitgang een belangrijk aspect in de besluitvorming en dat leek voor de Vriendengroep minder het geval te zijn. Daarnaast speelde ook het behoud en de herbestemming van het gebouw een belangrijke rol om dit plan goed te keuren.133

129 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 130 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 131 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 132 Klaas Telgenhof, projectleider BOEi, aanvullingen toegevoegd op 4 augustus 2015 te Leusden. 133 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum.

Page 32: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Peer Houben, Bisdom Haarlem-Amsterdam geeft aan dat hij de wensen van de Stichting Vrienden van de Clemenskerk als niet-realistisch ervoer. Met hun wensen voor de nieuwe bestemming van de Clemenskerk was het niet mogelijk om het gebouw te exploiteren. 134 Ernst van der Kleij van de Provincie Noord-Holland beaamde dit en voegde hieraan toe dat hij het gevoel had dat de Vriendengroep alles aanpakt om bezwaar te maken tegen de nieuwe bestemming van de Clemenskerk toen deze niet overeen kwam met hun eigen wensen. Hij beschrijft BOEi als een partij die zijn nek uitsteekt voor het behoud van de Clemenskerk. Vervolgens werd BOEi echter tegengewerkt in haar plannen door een kleine groep buurtbewoners. Hij benoemt dit als de reden waarom het belangrijk is om alle partijen zo veel mogelijk te betrekken in het proces.135 De Gemeente Hilversum voegde hieraan toe dat er tijdens de gesprekken tussen BOEi en de Tweedehandswinkel naar voren kwam dat zij een mogelijkheid zagen om de winkel regelmatig beschikbaar te stellen voor de buurt, echter zal dit uiteindelijk niet meer gerealiseerd worden.136 Ernst van der Kleij, Provincie Noord-Holland, geeft aan dat de plannen voor de herbestemming telkens niet van de grond kwamen doordat veel verschillende partijen een mening hadden over de herbestemming. Hoewel hij het van belang acht om alle betrokken partijen bij het proces te betrekken, heeft dit in het geval van de Clemenskerk geleid tot een langdurig proces waarbij realisatie van plannen niet van de grond kwam.137 Door Jelsma, Stichting Vrienden van de Clemenskerk, ziet de actieve jarenlange tegenwerking van het Bisdom als voornaamste struikelblok. Daarbij kwam de financiële opgave door de verwaarlozing van het gebouw. De toekenning van de monumentenstatus en de subsidies en de aankoop door BOEi waren cruciaal om het behoud te verzekeren en herbestemming mogelijk te maken. Terwijl jarenlang was gesteld dat de Clemenskerk een maatschappelijke bestemming zou krijgen werd daar plotseling vanaf geweken. Het besluit werd ook genomen zonder de Stichting Vrienden van de Clemenskerk erin te betrekken, dat was na alle inzet voor het monument onverteerbaar. Door de handelwijze van de gemeente en BOEi en het gebrek aan een open discussie is er naar haar mening geen nieuwe bestemming ontstaan met draagvlak.138 Waardenmatrix Voor Bisdom Haarlem-Amsterdam speelde de economische waarde de belangrijkste rol. Daarbij speelde niet alleen de winst uit verkoop een rol, maar is het tevens wenselijk dat het bisdom niet meer de zorg voor het gebouw hoeft te dragen. Bij de verkoop is het sociaal maatschappelijke aspect een randvoorwaarde.139 De Stichting Vrienden van de Clemenskerk ging uit van de sociaal maatschappelijke waardering en de cultuurhistorische waardering voor het gebouw. Daarin zat de religieuze waardering van het gebouw al besloten. Zij zag kerkgebouwen als typische gemeenschapsgebouwen met bijzondere kwaliteiten op een centraal punt in de wijk. Zodoende passen niet alle functies in een kerkgebouw.140 Voor de Provincie Noord-Holland stond het behoud van het gebouw voorop, oftewel de cultuurhistorische waarde. Daarnaast had de Clemenskerk in de omgeving ook een sociaal maatschappelijke waarde. Ernst van der Kleij stelde dat door middel van een tweedehandswinkel het gebouw openbaar toegankelijk was en zodoende het sociaal maatschappelijke gewaarborgd zou blijven. Daarnaast was de Provincie van mening dat gebruik van het gebouw een hoge prioriteit heeft.141 De Gemeente Hilversum hechtte aan alle vier de waarden belang. De vier waarden waren volgens Annette Koenders met elkaar verbonden en oefenden invloed uit op elkaar. De waarden waren niet voorwaardenscheppend, maar bieden een kader. Hier voegt zij aan toe dat wanneer alle partijen op

134 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 135Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 136 Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum. 137 Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem. 138 Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 139 Peer Houben, coördinator bouwzaken van Bisdom Haarlem-Amsterdam, geïnterviewd door T. Herfs op 4 juni 2015 te Haarlem. 140Door Jelsma, voorzitter Stichting Vrienden van de Clemenskerk, geïnterviewd door T. Herfs op 2 juni 2015 te Hilversum. 141Ernst van der Kleij, beleidsadviseur cultureel erfgoed Provincie NH, geïnterviewd door T. Herfs op 10 juni 2015 te Haarlem.

Page 33: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

deze manier naar de problematiek hadden gekeken, het probleem wellicht makkelijker op te lossen was geweest.142

Reflectie Bij de herbestemming van de Clemenskerk zijn een aantal wezenlijke factoren in het proces bepalend geweest voor de toekomst van het gebouw: de omstreden Rijksmonumentenstatus, de aanvraag tot sloop, de werkgelegenheidsbijdrage en andere subsidiemogelijkheden, de aankoop door BOEi en de komst van de Vintagewinkel. Doordat de komst van de Vintagewinkel momenteel nog speelt, is dit voor de verschillende partijen het onderwerp waar de meeste aandacht naar uit gaat. Over één jaar is het 20 jaar geleden dat de Clemenskerk aan de eredienst werd onttrokken. Door de verschillende belangen is het tot dusver nog niet gelukt om een nieuwe functie aan het gebouw te geven. En dit terwijl het voor verschillende partijen gunstig zou zijn geweest als het gebouw zo snel mogelijk een nieuwe gebruiker had gehad. De waardering voor het gebouw en de sociaal maatschappelijk context zijn belangrijk, maar uiteindelijk draait het bij de realisatie van een nieuwe bestemming van de Clemenskerk om het exploitatiemodel. Voor de Gemeente Hilversum speelde mee in hoeverre plannen een aantasting zouden zijn voor het gebouw, maar een geschikt exploitatiemodel zou uiteindelijk leidend zijn. Een belangrijk struikelblok met de herbestemming van het gebouw was de restauratie-achterstand waar de Clemenskerk mee te kampen had. Door de hoge kosten die er zouden zijn voor een nieuwe gebruiker, was het bijna onmogelijk om een partij te vinden die hierin durfde te stappen. Uiteindelijk maakte de werkgelegenheidsbijdrage van het Rijk het mogelijk voor BOEi om het gebouw te kopen van het Bisdom en het door restauratie te redden van de ondergang. Bij de inzet voor het behoud van de Clemenskerk is de Stichting Vrienden voor de Clemenskerk een belangrijke speler geweest. Mede dankzij hun inzet heeft het gebouw inmiddels een Rijksmonumentenstatus. Doordat BOEi heeft besloten het monument aan te kopen en te restaureren is de Clemenskerk verzekerd van een toekomst, hoewel momenteel nog onduidelijkheid heerst over de nieuwe functie van het gebouw. Een belangrijk onderwerp bij deze herbestemming waren de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende actoren. Hierbij speelde de discussie rond eigenaarschap van kerkgebouwen een belangrijke rol. Doordat een kerkgebouw een centrale plek inneemt in een stad of dorp, zijn er verschillende mensen/partijen die zich eigenaar van het gebouw voelen. Deze binding met het gebouw is positief, maar dit maakt een zakelijke benadering lastig. Zowel de Provincie Noord-Holland, de Gemeente Hilversum en Bisdom Haarlem-Amsterdam hebben aangegeven dat zij het gevoel hebben dat de Stichting Vrienden van de Clemenskerk niet op een reële manier keek naar een oplossing voor het gebouw. De Stichting pleitte voor maatschappelijke mogelijkheden van het gebouw. Ondanks dat

142Arie den Dikken & Annette Koenders, gemeente Hilversum, geïnterviewd door T. Herfs op 25 juni 2015 te Hilversum.

Page 34: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

alle partijen aangaven de sociaal maatschappelijke waarde hoog in het vaandel te geven, lukt het de actoren niet om gezamenlijk tot een compromis te komen. Dit zorgt voor een negatieve nasmaak van het proces.

Page 35: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Conclusie Naar aanleiding van een vijftal procesbeschrijvingen van herbestemde kerkgebouwen is het niet

mogelijk om een pasklare oplossing aan te bieden voor vergelijkbare situaties. Doordat elke situatie

een ander karakter heeft, een andere locatie betreft en andere actoren een rol spelen is geen situatie

hetzelfde. Echter is het wel degelijk mogelijk om te leren van reeds voorgedane situaties.

Individuele processen

’t Heilige Hart van Jezuskerk, Hengelo

Bij de herbestemming van de voormalig Heilige Hart van Jezuskerk in Hengelo heeft het enthousiasme

van de directrice een doorslaggevende rol gehad voor de realisering van het project. Haar

overtuigingskracht heeft ervoor gezorgd dat zowel de Dr. Schaepmanstichting, de architect en de

gemeente haar wens wilden realiseren en daarnaast ook een groter budget beschikbaar konden stellen

voor dit project. Succesfactoren die een belangrijke rol speelden bij dit project waren het beschikbare

geldbedrag en het feit dat de juiste mensen blijkbaar bij elkaar aan tafel zaten. Daarnaast kwam de

aanvraag voor uitbreiding op een goed moment omdat het kerkgebouw net leeg stond en de school

meer ruimte nodig had. Hoewel alle partijen een eigen motivatie had bij dit project, kwamen deze

allemaal samen in de plannen voor de herbestemming van het kerkgebouw. Voor alle betrokken

partijen was behoud van het gebouw daarnaast een belangrijke motivatie.

Desondanks waren bij dit project ook enige valkuilen zoals het onderling overleg dat voor het meest

frustrerende onderdeel behelsde van het project waarbij geld een belangrijke rol heeft gespeeld.

Daarnaast waren de vele eisen voor het nieuwe gebouw een belemmering. Doordat het

herbestemmen van kerkgebouwen nog in kinderschoenen staat blijft het lastig om voorafgaand een

inschatting te maken van de kosten van de herbestemming, hierdoor komen de kosten uiteindelijk

vaak hoger uit dan gehoopt.

Theresiakerk, Den Haag

De toekomst van de Theresiakerk is voorlopig nog onduidelijk. Hoewel het gebouw sinds 2007 aan de

eredienst is onttrokken en een tijdelijke functie heeft, is er nog geen permanente oplossing gevonden

voor de Theresiakerk. Door een aantal knelpunten lijkt het moeilijk om voor de Theresiakerk een

geschikte functie te vinden: de locatie, het volume, de relevantie van het gebouw en de financiële

exploitatie. Een succesfactor die heeft meegespeeld in het proces is dat de gemeente Den Haag en

bisdom Rotterdam al lange tijd samenwerken om gezamenlijke afspraken te maken over de toekomst

van leegstaande kerkgebouwen. Hierdoor wordt er op grotere schaal naar een oplossing gezocht.

Desondanks is het tot dusver niet gelukt om een geschikte herbestemming te vinden voor de

Theresiakerk.

De kans dat het terrein van de Theresiakerk gebruikt zal worden voor herontwikkeling door middel van

sloop of nieuwbouw is groot. Doordat de prioriteit bij zowel de samenleving als de gemeente laag was,

is de kans dat de Theresiakerk uiteindelijk exploitatie zal vinden erg klein.

St. Bonifatiuskerk, Dordrecht

De herbestemming van de St. Bonifatiuskerk is een tijdelijke oplossing. Hierdoor was het makkelijker

om de herbestemming voor elkaar te krijgen. Daarnaast was onderling minder overleg nodig omdat

gemeente Dordrecht eigenaar was waardoor maar twee actoren aan tafel zaten bij de herbestemming.

Doordat het gebouw reeds herbestemd was en hiervoor als poppodium fungeerde was de huidige

Page 36: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

invulling een prettig alternatief. Voor gemeente Dordrecht was het belangrijk dat omwonenden achter

de plannen stonden en door het maatschappelijke karakter van de stichting Vuur & Vlam was dit goed

realiseerbaar. Bijzonder aan deze herbestemming is ook dat de nieuwe functie van het gebouw dichtbij

de originele functie zit.

De standpunten van de actoren stroken niet met elkaar, echter is dit voornamelijk een financiële

kwestie. De gemeente Dordrecht wil haar onderhandelingspositie niet kwijtraken terwijl de stichting

liever open kaart zou willen spelen. Valkuilen bij de herbestemming is de discussie over het onderhoud

van het gebouw. Daarnaast is de huidige oplossing voor zowel de gemeente als de stichting geen

perfecte oplossing. Het gebouw kost de gemeente momenteel nog steeds geld terwijl de stichting van

mening is dat de huurprijs eigenlijk te hoog is voor hun maatschappelijke functie. De invulling van het

gebouw word door beide partijen ervaren als succesvol, echter niet op financieel vlak.

St. Gertrudis van Nijvelkerk, Heerle

Bij de St. Gertrudis van Nijvelkerk was het relatief makkelijk om een invulling van het gebouw te vinden,

maar moest er wel actief gezocht worden naar een partij die het project wilde realiseren.

Succesfactoren die hebben bijgedragen aan het proces waren onder andere dat de Leefbaarheidsgroep

een belangrijke rol heeft gespeeld in het proces. Hierdoor was het mogelijk om de behoeften van de

bewoners van Heerle mee te nemen bij de zoektocht naar een geschikte herbestemming. Zodoende

is er niet gedacht vanuit herbestemming als doel maar als functie. Het was bij het proces belangrijk dat

alle neuzen dezelfde kant op stonden en door de haast die gemoeid was bij de herbestemming

vanwege een subsidieregeling vanuit de provincie, verliep dit voorspoedig. Doordat in de provincie

Noord-Brabant aandacht was voor dorpsontwikkeling was de herbestemming van de St. Gertrudis van

Nijvelkerk niet een los project, maar was het een onderdeel van een algemene ontwikkelingsslag. Alle

entiteiten werden aan elkaar geknoopt om een gezamenlijk doel te realiseren.

Desondanks waren ook een aantal knelpunten aanwezig. Tot op heden is het wordt de gezamenlijke

(midden) ruimte weinig ingezet. Voor het exploitatiemodel van AlleeWonen zou het wenselijk zijn als

deze ruimte meer gebruikt wordt. De korte tijd die beschikbaar was om het project te realiseren had

kunnen zorgen voor een moeizame voortgang, maar dit heeft juist als geleid tot een effectieve

samenwerking.

Clemenskerk, Hilversum

Hoewel BOEi inmiddels eigenaar is van de Clemenskerk, is het onbekend wie de voorlopige huurder

van het gebouw zal worden. Succesfactoren van de herbestemming van de Clemenskerk zijn het riante

bedrag aan subsidiegelden die beschikbaar werden gesteld voor de Clemenskerk waardoor het

interessant werd voor BOEi om de Clemenskerk te kopen ondanks de grote onderhoudsachterstanden.

BOEi heeft hierdoor in een korte tijd het gebouw kunnen restaureren en kon daarna op zoek gaan naar

een geschikte huurder. Daarnaast hebben verschillende partijen zich ingezet voor behoud van het

gebouw.

Echter waren er ook knelpunten waardoor de Clemenskerk langdurig heeft leeggestaan. Door de

locatie en het volume van het gebouw was het moeilijk om een geschikte functie en koper te vinden.

Daarnaast gaf het bisdom in eerste instantie de voorkeur aan sloop, maar werd dit tegengewerkt door

andere actoren zoals de Stichting Vrienden van de Clemenskerk. De benoeming van de Clemenskerk

tot Rijksmonument heeft flink wat voeten in de aarde gehad. Hierna bleef het lastig om een geschikte

koper te vinden. De juiste personen moesten hiervoor benaderd worden. Nadat BOEi eigenaar was

bleek het ook lastig om een geschikte huurder te vinden. In overleg met de gemeente heeft BOEi

verschillende initiatieven bekeken. Hoewel BOEi en de gemeente de mening deelde dat een

Page 37: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Vintagewinkel een geschikte huurder zou zijn voor het gebouw, was de Stichting Vrienden van de

Clemenskerk het hier niet mee eens. Zij waren van mening dat een maatschappelijke huurder beter

zou aansluiten bij de wensen uit de buurt en daarnaast goed realiseerbaar zou zijn. Dit meningsverschil

heeft ertoe geleid dat de banden tussen de verschillende actoren onderling verslechterd zijn.

Waardenmatrix

Bijna alle geïnterviewden hebben aangegeven de sociaal maatschappelijke waarde prioriteit te geven

bij herbestemming. De sociaal maatschappelijke waarde speelt de boventoon in alle processen. Dit

hangt samen met het sociale functie die het kerkgebouw van oorsprong heeft. De economische waarde

speelt bij elk proces een belangrijke rol doordat in elke procesbeschrijving gezocht moest worden naar

een exploitatiemodel dat uiteindelijk rendement zou opleveren. Gemiddeld is er evenveel aandacht

voor de cultuurhistorische waardering voor het gebouw. Ongeacht of een gebouw een

monumentenstatus heeft speelt de waardering voor het gebouw op zichzelf een belangrijke rol.

De religieuze waarde speelt bij de meeste geïnterviewden de kleinste rol. Wellicht waren hier echter

andere cijfers uit gekomen als de religieuze waarde uiteen was gezet in de emotionele waarde en de

religieuze waarde. Veel geïnterviewden erkennen de emotionele waarde die een kerkgebouw heeft,

maar vinden niet dat dit ondervangen wordt in de term religieuze waarde.

Uiteindelijk blijkt in de praktijk dat onderlinge verschillen bij de waardering voor het gebouw geen

doorslaggevende functie heeft bij het slagen of falen van een herbestemming. Veel belangrijker blijkt

het onderlinge contact tussen de verschillende actoren. De waardenmatrix kan echter wel gezien

worden als een goed middel om de motivatie tot herbestemming bespreekbaar te maken.

Economische waarde Cultuurhistorischewaarde

Sociaalmaatschappelijke

waarde

Religieuze waarde

Waardenmatrix

Heilige Hart van Jezuskerk

Theresiakerk

St. Bonifatiuskerk

St. Gertrudis van Nijvelkerk

Clemenskerk

Page 38: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Conclusie

Voor de ene herbestemming is het moeilijker om een gepaste nieuwe functie te vinden dan voor de

andere. Dit heeft te maken met verschillende factoren waarbij onder andere de behoeftes in de buurt

een belangrijke rol spelen. Een overzicht van beïnvloedingsfactoren die van toepassing waren op de

vijf casussen: de locatie en volume van het gebouw, de actoren die betrokken zijn bij het proces, de

onderlinge verhoudingen tussen actoren, tijdsduur van het proces, de relevantie van het gebouw

(cultuurhistorisch aspect), onderhoudsachterstanden, mogelijkheid tot subsidieregelingen voor

herbestemming kerkgebouw en de uiteindelijke financiële exploitatie.

Opvallend is dat een succesvolle herbestemmingen vaak gepaard gaat met een persoon of groep die

zich enthousiast en vol energie inzet voor een nieuwe functie van het kerkgebouw. Hoewel het

belangrijk lijkt om goed voorbereid en ingelezen van start te gaan, blijkt in de praktijk dat de

persoonlijke inbreng van iemand of van een groep met veel overtuigings- en verbeeldingskracht en

grote inzet vaak van beslissend belang is. Er zijn bij een herbestemming vaak veel redenen te bedenken

om het niet te doen, maar doorslaggevend in positieve zin is vaak één persoon of groep die tot actie

overgaat en het herbestemmingsproces handen en voeten geeft.

Actoren. De actoren die betrokken zijn bij het herbestemmingsproces spelen een belangrijke rol. In

hoeverre staat het bisdom open voor herbestemming? Welke rol wil de gemeente spelen? Is er een

partij die het plan kan financieren? Hoe actief is de buurt of wordt het oude parochiebestuur betrokken

bij het proces? Actoren kunnen zorgen voor een gestroomlijnd proces, maar kunnen ook zorgen voor

veel weerstand en tegenwerking. Samenwerken is een belangrijk onderdeel van herbestemming.

Daarnaast kan één persoon of één groep met een frisse blik en verbeeldingskracht een groot verschil

maken. Bij elke herbestemming is het wenselijk dat iemand de visie en invulling van het kerkgebouw

kan uitdragen en overbrengen zodat het draagvlak voor het project groeit.

Onderlinge verhoudingen. Bij elke situatie zijn de onderlinge verhoudingen en transparantie een

discussiepunt. De ene partij wil zijn onderhandelingspositie niet kwijtraken, terwijl de andere actor

voordeel zou hebben bij meer informatie. Dit blijft in elke situatie een wisselwerking waarbij gestreefd

moet worden naar transparantie waar mogelijk.

Locatie van het gebouw. Een geschikte herbestemming zoeken voor een kerkgebouw in een stad of in

een krimpgebied vergt een andere aanpak. Hierbij speelt de kerkdichtheid van een gebied een grote

rol. Dit hangt voornamelijk samen met vraag en aanbod in de omgeving. Door de behoeftes van de

omgeving in kaart te brengen kan in sommige gevallen een zeer geschikte herbestemmings-

mogelijkheid naar boven komen.

Volume van het gebouw. Sommige gebouwen lenen zich qua vorm en inhoud meer voor een

herbestemming dan andere. Een gebouw met verschillende ruimtes maakt het makkelijker om een

geschikte herbestemming te vinden. Invulling geven aan kleine ruimtes blijkt meer tot de verbeelding

te spreken dan één grote ruimte. Ook wanneer een gebouw verbouwd wordt bij de herbestemming

wordt vaak gekozen voor het toevoegen van kleine ruimtes in het gebouw. Het is niet alleen lastig om

een invulling te vinden voor één grote ruimte, het blijkt ook lastiger om dan een oplossing te vinden

voor handhaving van de temperatuur en het voorkomen van echo.

Tijdsduur van het proces. Veelal wordt gezegd dat tijd alle wonden heelt. Herbestemming van

kerkgebouwen heeft vaak een emotionele lading. Deze wordt naarmate de tijd verstrijkt minder.

Desondanks is ook gebleken dat een project met urgentie ervoor zorgt dat partijen openstaan voor

onderling overleg en daardoor prettig verloopt. Daarnaast geven geinterviewden aan dat door een

lange tijdsduur ook de noodzaak verdwijnt.

Page 39: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

Cultuurhistorisch aspect. De cultuurhistorische waarde van een gebouw kan bij het zoeken naar een

gepaste herbestemming een groot verschil maken. Doordat een gebouw een rijksmonumentenstatus

draagt is de waarde van het kerkgebouw hoger en is aannemelijker dat meer aandacht wordt besteed

aan het vinden van het geschikte herbestemming. Daarnaast maakt deze titel het gebouw ook

aantrekkelijker om in te vestigen vanwege het unieke karakter van het gebouw.

Onderhoudsachterstanden. Rooms-katholieke kerkgebouwen zijn doorgaans oude grote gebouwen.

Effect hiervan is dat onderhoud van zo’n gebouw veel werk is. In de praktijk blijkt deze last vaak zwaar

voor een kerkbestuur om te dragen waardoor kerkgebouwen die aan de eredienst onttrokken zijn vaak

te maken hebben met onderhoudsachterstanden.

Subsidieregelingen. Een succesvolle religieuze herbestemming gaat in veel gevallen gepaard met een

subsidieregeling voor cultureel erfgoed of werkgelegenheid. Doordat een substantieel deel van de

verbouwingskosten hierdoor opgevangen wordt, is het voor een ondernemende partij zowel

aantrekkelijker als makkelijker om in een dergelijk project te stappen.

Financiële exploitatie gebouw. De grootste drempel bij religieuze herbestemming is het vinden van een

partij die in financieel opzicht in het project wil stappen. Het vinden van een goede invulling van het

gebouw lijkt het probleem niet, maar een goede invulling die zichzelf kan bedruipen blijkt een grotere

uitdaging. De voorkeur gaat bij de meeste herbestemmingen uit naar een constructie waarbij

verschillende partijen gebruik maken van het gebouw, waardoor het risico als iemand wegvalt zo klein

mogelijk is.

Kortom, het blijft dus pas en meetwerk. Een stappenplan dat voor de ene herbestemming werkt, pakt

voor een andere herbestemming slecht uit. Desondanks kan er geleerd worden van vorige ervaringen.

Hieronder een overzicht met aanbevelingen voor de herbestemming van religieus erfgoed.

Aanbevelingen

Voor de eeuwigheid

De vijf herbestemde kerkgebouwen die voor in deze analyse onderzocht zijn, laten pas een tipje van

de sluier van de algehele kerkenproblematiek zien. In de aankomende jaren zullen nog veel meer

kerkgebouwen op zoek moeten naar een nieuwe bestemming. Het is daarom belangrijk om te leren

van de fouten die in het verleden zijn gemaakt, maar voornamelijk ook naar de succesfactoren te kijken

bij reeds herbestemde kerkgebouwen. Op die manier kan steeds beter gezocht worden naar duurzame

oplossingen met betrekking tot leegstaande gebouwen.

1. Behoeftes in de omgeving. Het is belangrijk om te kijken naar de behoeftes die in de omgeving aanwezig zijn. Herbestemming moet als een zoektocht naar een vitale en passende functie benaderd worden in plaats van een zoektocht naar wat allemaal wel niet zou kunnen in een gebouw. Doordat de invulling van het gebouw een behoefte vervult in de omgeving is het mogelijk om draagvlak te creëren.

2. Waardeer het gebouw. Behoud van het gebouw is vaak een belangrijke motivatie om een nieuwe functie te zoeken voor een voormalig kerkgebouw. De cultuurhistorische waardering van het gebouw is belangrijk om mee te nemen. Zorg dus voor gedegen kennis over het gebouw. Zowel ter motivatie als om rekening mee te houden bij het zoeken naar een nieuwe functie.

3. Ga op zoek naar lokale partners. Het hebben van partners bij een herbestemming is essentieel. Daarnaast zullen lokale partners sneller geneigd om de noodzaak en het nut van de herbestemming te zien.

Page 40: Succesvol herbestemmen - Toekomst religieus erfgoed · Theresiakerk, Den Haag ... herbestemming of voortgezet religieus gebruik met nevenactiviteiten. Door middel van gesprekken met

4. Wees bewust van de onderlinge verhoudingen. Het herbestemmen van een kerkgebouw kan niet alleen, hier zijn partners voor nodig. Bij samenwerking is altijd sprake van een bepaalde machtsverhouding. Wees hiervan bewust en maak dit bespreekbaar.

5. Zorg voor onderlinge transparantie. Voor veel partijen is het niet wenselijk om volledig transparant te opereren omdat zij bang zijn hun onderhandelingspositie kwijt te raken. Het is wijs én wenselijk om hier respectvol mee om te gaan maar daarnaast zoveel mogelijk transparantie na te streven. Probeer onderlinge discussie op abstract niveau te voorkomen en leg de nadruk op praktische zaken.

6. Kijk verder dan een zak geld. Het is een valkuil om direct naar de financiële waarde van een kerkgebouw te kijken. De financiële waarde van het gebouw vertegenwoordigt niet de uiteindelijke lading. Daarnaast is dit ook een manier waarop de mogelijkheid van een open discussie en zoektocht naar mogelijkheden kan worden doodgeslagen.

7. Voor de eeuwigheid? Denk na over een duurzame oplossing. Het gebouw heeft hiervoor een

periode als kerk gefungeerd maar is nu toe aan een nieuwe functie. Probeer een oplossing te

zoeken die het gebouw zo veel mogelijk intact houdt.