Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I....

19
Successieplanning: hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking

Transcript of Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I....

Page 1: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Successieplanning: hoe pakt u het aan?ing.be/privatebanking

Page 2: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Inhoudstafel

I. De spelregels van ons erfrecht 4

1. De wettelijke erfgenamen 42. Wie erft wat volgens de wet? 73. Zelf uw erfgenamen kiezen binnen de grenzen van de reserve en het beschikbaar deel 94. De erfkeuze of hoe een nalatenschap (al dan niet) te aanvaarden 11

II. Planningstechnieken 12

1. Het huwelijkscontract 132. Het testament 143. De schenking 154. De burgerlijke maatschap 17

2

Page 3: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Uw vermogen overdragen, hoe begint u eraan? Wat zijn de rechten van uw partner en uw kinderen? Hoe kunt u hen het best beschermen? Hoe kunt u nog even de touwtjes in handen houden?

Vele vragen die op een gestructureerde manier beantwoord moeten worden, en daar proberen wij u bij te helpen.

In het eerste deel van deze brochure loodsen we u op een overzichtelijke wijze doorheen de basisregels van het erfrecht: wie erf wat volgens de wet en wat kunt u zelf beslissen?

Daarna gaan we wat dieper in op enkele gangbare planningstechnieken waarbij we - naast het fiscale aspect - ook oog hebben voor o.a. de bescherming van de langstlevende partner, het behoud van controle na de overdracht van uw vermogen, filantropie, enz.

Zoals u zult zien, zijn er meerdere mogelijkheden om uw vermogen te plannen en is een combinatie van meerdere technieken mogelijk. Elk concreet geval vergt een gepersonaliseerde aanpak en een analyse van uw familiale situatie, de fiscale en burgerrechtelijke gevolgen van een gekozen structuur én uw specifieke wensen.

Indien u geïnteresseerd bent in een analyse van uw persoonlijke situatie en advies wenst over vermogensplanning, kunt u beroep doen op een van onze Legal & Tax-specialisten bij ING Private Banking.

Uw Private Banker helpt u graag aan een afspraak.

3

Page 4: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

1. De wettelijke erfgenamen

Indien u op het ogenblik van uw overlijden geen planning van uw nalatenschap op touw hebt gezet, bijvoorbeeld via testament of schenking, dan bepaalt de wet wie uw erfgenamen zijn en het aandeel dat zij zullen erven in uw nalatenschap.

We gaan hieronder kort in op enkele algemene principes van het wettelijk erfrecht.

4

I. De spelregels van ons erfrecht

Page 5: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

De erfgenamen worden onderverdeeld in vier ‘orden’ volgens hun graad van bloedverwantschap met de overledene. Een hogere orde sluit de lagere orde(n) daarbij steeds uit:

De eerste orde Alle afstammelingen van de erflater (kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, …).

Een geadopteerd kind wordt ook tot de eerste orde gerekend. Ons recht kent twee vormen van adoptie, namelijk:• de volle adoptie: het geadopteerde kind wordt volledig gelijkgesteld met een natuurlijk kind van de adoptant

en verliest zijn erfaanspraken in zijn oorspronkelijke familie.• de gewone adoptie: de erfrechten van het geadopteerde kind zijn beperkt tot de relatie met de adoptant en

het zal dus niet erven van de familie van de adoptant. Het gewoon geadopteerde kind behoudt daarentegen wel zijn erfaanspraken in zijn oorspronkelijke familie.

De tweede orde Als de erflater geen afstammelingen nalaat: de ouders van de erflater voor zover zij samen opkomen met de broers en zussen en/of hun afstammelingen.

De derde orde Als de overledene noch afstammelingen, noch broers of zussen en/of hun afstammelingen nalaat: alle bloedverwanten in opgaande lijn (ouders, grootouders, overgrootouders, …).

De vierde orde Als de overledene geen erfgenamen van de eerste, tweede of derde orde nalaat: ooms, tantes en/of hun afstammelingen (neven en nichten), grootooms en groottantes. Men spreekt ook over de zijverwanten tot de vierde graad.

5

Page 6: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Binnen de orde geldt de prioriteit van de graad: enkel de erfgenamen die het dichtst in graad staan tot de overledene, zullen van hem erven.

In rechte lijn (opgaand en neergaand):zijn er zoveel graden als er generaties zijn: een kind staat dus in de eerste graad tot zijn ouder, een kleinkind tot de tweede graad tot zijn grootouder, enz.

In de zijlijn (tussen zijverwanten):wordt de graad bepaald door de gemeenschappelijke stamouder mee te tellen. Broers en zussen staan tot elkaar in de tweede graad omdat men de gemeenschappelijke ouder meetelt. Neven en nichten staan tot elkaar in de vierde graad omdat men de ouders en de gemeenschappelijke grootouder meetelt.

Voorbeeld:

In de zijlijn kunnen de zijverwanten slechts erven tot de vierde graad, tenzij er sprake is van plaatsvervulling. Dit komt voor als een bloedverwant die zelf zou geërfd hebben al overleden is, de nalatenschap verworpen heeft of door de rechter onwaardig verklaard is om te erven. De directe afstammelingen van deze persoon nemen dan zijn plaats in en verkrijgen samen het deel dat toegevallen zou zijn aan de betrokken persoon.

Voorbeeld: grootvader overlijdt en laat twee dochters na. Zijn zoon, die zelf drie kinderen heeft, is al eerder overleden. De erfenis zal verdeeld worden als volgt: de dochters ontvangen elk 1/3 en het resterende 1/3 wordt verdeeld onder de drie kinderen van de overleden zoon, die dus elk 1/9 ontvangen.

Bloedverwanten in de zijlijn, andere dan broers en zussen van de overledene of hun afstammelingen, erven niet wanneer de overledene een langstlevende echtgenoot nalaat.

Merk op: de echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner komen niet voor in de vier orden. De wet voorziet voor hen namelijk in een specifieke regeling die afhankelijk is van de orde van de erfgenamen waarmee zij tot de nalatenschap komen.

6

Grootmoeder

Tante A1 4

32

Tante B

NichtNeef

Page 7: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

2. Wie erft wat volgens de wet?

Zoals hoger vermeld sluit de hogere orde de lagere uit. Indien er bijvoorbeeld erfgenamen van de eerste orde zijn, komen de erfgenamen van de andere orden niet meer aan bod.

Binnen de eerste orde (de afstammelingen):• hier geldt de prioriteit van de graad: de kinderen (1e graad) zullen dus de kleinkinderen (2e graad) en de

achterkleinkinderen (3e graad) uitsluiten, behalve in geval er plaatsvervulling zou zijn. • alle kinderen erven een gelijk deel.

Binnen de tweede orde (de broers en zussen en de ouders): • de ouders hebben elk recht op ¼ van de nalatenschap en de broers en zussen op de rest (d.w.z. ½ als er twee

ouders zijn, ¾ als er één ouder is en 1/1 als er geen ouders meer zijn). • als er halfbroers en halfzussen zijn, kunnen er onderling verschillen zijn in de verdeling van de nalatenschap

omdat in dat geval de regel van de zogenaamde ‘kleine’ kloving geldt: de nalatenschap wordt verdeeld in twee gelijke delen, één voor de moederlijke lijn dat naar de halfbroers en halfzussen van moederszijde gaat en één voor de vaderlijke lijn dat naar de halfbroers en halfzussen van vaderszijde gaat. De (volle) broer(s) en zus(sen) komen in de twee lijnen.

Binnen de derde orde (de bloedverwanten in opgaande lijn: ouders, grootouders, …): • de nalatenschap wordt gesplitst in twee delen: één helft komt toe aan de moederlijke lijn en de andere helft

aan de vaderlijke lijn. Dit noemt men het principe van de ‘kloving’.

Binnen de vierde orde (de zijverwanten): • ook hier wordt de kloving toegepast: in elke lijn (moederlijk en vaderlijk) erft de dichtste zijverwant in graad

de helft van de nalatenschap. Als er in een van de lijnen geen enkele zijverwant in een geschikte graad is, dan erft de dichtste zijverwant in geschikte graad van de andere lijn alles.

Het kan voorkomen dat de overledene in één lijn ascendenten nalaat (derde orde) en in de andere lijn enkel zijverwanten (vierde orde). In dat geval zullen de erfgenamen van de derde orde de zijverwanten niet uitsluiten.

Voorbeeld:X overlijdt en laat aan vaderszijde een grootvader na (derde orde) en aan moederszijde een tante (vierde orde). Grootvader en tante hebben elk recht op de helft.

Als er geen enkele erfgenaam in de vierde graad is (of in een verdere graad, in geval van plaatsvervulling), erft de staat van de overledene.

7

TanteMoederVader

X

Grootvader Grootvader

Page 8: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

De rechten van de langstlevende echtgenoot

Er zijn drie hypothesen:

1. De langstlevende echtgenoot komt tot de nalatenschap met een of meer afstammelingen van de overledene: • als de overledene afstammelingen nalaat, zal de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik krijgen van

de hele nalatenschap (d.w.z. het recht om de goederen te gebruiken en om de inkomsten van die goederen te innen).

• de naaste afstammelingen in graad krijgen de blote eigendom van de goederen uit de nalatenschap (d.w.z. de eigendom van de goederen zonder het recht om ze te gebruiken of de inkomsten ervan te genieten).

2. De langstlevende echtgenoot komt tot de nalatenschap met ascendenten en/of broers en zussen van de overledene of hun afstammelingen:

• •de langstlevende echtgenoot ontvangt de volle eigendom van het aandeel van de overledene in het gemeenschappelijke vermogen of het onverdeeld vermogen (als dat er is) en het vruchtgebruik van het eigen vermogen van de overledene.

• de andere erfgenamen krijgen hun wettelijke deel van het eigen vermogen van de overledene in blote eigendom.

3. Vererving indien er geen andere erfgerechtigden zijn behalve de echtgenoot of indien de langstlevende in samenloop komt met de zijverwanten, andere dan broers en zussen van de overledene of hun afstammelingen • de echtgenoot erft de volle eigendom van de volledige nalatenschap.

De rechten van de wettelijk samenwonende partner

Wie ook de andere erfgenamen zijn, de langstlevende wettelijk samenwonende partner heeft recht op hetvruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens de samenwoning als gemeenschappelijke woning gediend heeft en de inboedel waarmee het ingericht is, tenzij hij zelf een afstammeling is van de overleden wettelijk samenwonende.

Ons Burgerlijk Wetboek voorziet geen erfrecht voor de feitelijk samenwonende partner.

Het wettelijk opvolgend vruchtgebruik in hoofde van de langstlevende echtgenote en de langstlevende samenwonende partner

Voor overlijdens vanaf 1 september 2018 wordt er een wettelijk opvolgend vruchtgebruik toegekend aan de langstlevende echtgenoot en de langstlevende wettelijke samenwonende partner op de goederen die door de overledene aan derden (bv de kinderen) werden geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:- de echtgenoot/langstlevende wettelijke samenwonende partner deze hoedanigheid had op datum van schenking- de echtgenoot/langstlevende wettelijke samenwonende partner van de schenker deze hoedanigheid had op

datum van zijn overlijden- de echtgenoot/langstlevende wettelijke samenwonende partner effectief tot de nalatenschap komt- de schenker eigenaar is gebleven van het vruchtgebruik dat hij zich heeft voorbehouden tot op de dag van zijn

overlijden.

Opgelet: het wettelijk opvolgend vruchtgebruik van de langstlevende wettelijk samenwonende partner kan enkel betrekking hebben op de gezinswoning (en/of huisraad) die met voorbehoud van vruchtgebruik werd geschonken door de andere partner. De reden hiervoor is dat het wettelijk erfrecht van de wettelijk samenwonende in de nalatenschap van zijn partner beperkt is tot het vruchtgebruik op de gezinswoning (en/of huisraad). Indien de langstlevende ten tijde van de schenking de hoedanigheid van wettelijk samenwonende had en later huwde met de schenker, dan zal het wettelijk opvolgend vruchtgebruik van de echtgenoot ook gelden voor de schenking die plaats had in de periode van wettelijke samenwoning.

8

Page 9: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

3. Zelf uw erfgenamen kiezen binnen de grenzen van de reserve en het beschikbaar deel

De wettelijke vererving zoals we die hoger besproken hebben, is enkel van toepassing voor zover de overledene geen andere schikkingen heeft getroffen. U kunt m.a.w. de wettelijke vererving wijzigen door schenkingen te doen tijdens uw leven of via een testament, en op die manier zelf bepalen wie wat krijgt.

Die vrijheid is echter niet absoluut. De wetgever heeft immers bepaalde erfgenamen willen beschermen en hen daarom de mogelijkheid gegeven om een minimaal deel van de nalatenschap van de erflater op te eisen. Dat recht is voorbehouden aan de zogenaamde ‘reservataire erfgenamen’:

• deze erfgenamen zijn de afstammelingen en de langstlevende echtgenoot van de overledene (maar niet de wettelijk samenwonende partner).

• de reserve is het minimale deel van de erfenis waarover de erflater niet zomaar mag beschikken ten nadele van de reservataire erfgenamen. Tegenover de reserve of het voorbehouden deel staat het beschikbaar deel. Over dat deel mag de erflater beschikken zoals hij dat wil en het nalaten of schenken aan wie hij wil: een verwant, zijn echtgenoot, een vriend, een vzw ...

• de reserve geldt niet automatisch. De reservataire erfgenaam moet een keuze maken: hij kan zijn reserve opeisen of er stilzwijgend of uitdrukkelijk van afzien.

• volgens het mechanisme van de plaatsvervulling bij de nalatenschap (zie hoger) zullen de afstammelingen van een vooroverleden reservataire erfgenaam bovendien diens voorbehouden erfdeel kunnen erven.

Wat is de omvang van de reserve en het beschikbaar deel?

a) er zijn afstammelingen

Het beschikbare deel is sinds 01/09/2018 vastgelegd op ½ ongeacht het aantal kinderen.

Als de erflater dus vijf kinderen heeft, dan mag hij 1/2 van zijn goederen schenken of nalaten aan wie hij wil enheeft elk kind recht op minstens 1/5 van 1/2, d.w.z. elk 1/10.

9

Reserve per kind Samen Beschikbaar deel

1 kind 1/2 1/2

2 kinderen 1/4 1/2 1/2

3 kinderen 1/6 1/2 1/2

4 kinderen of meer 1/2 1/2

Page 10: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Voorbeeld: Piet is een weduwnaar met drie kinderen. Zijn volledige nalatenschap bedraagt 4,8 miljoen euro.Van dit bedrag gaat 1/2, dus 2,4 miljoen euro, verplicht naar zijn drie kinderen, als zij dat eisen. Het resterende 1/2, of 2,4 miljoen euro, mag hij geven aan wie hij wil, via schenking of testament

b) er zijn geen afstammelingen, maar wel één of meer ascendenten

Voor 1 september 2018 konden de ascendenten ( ouders, grootouders) aanspraak maken op ¼ van de nalatenschap in de vaderlijke en ¼ in de moederlijke lijn.

Met de hervorming van het erfrecht worden deze reservataire rechten afgeschaft.Indien een ascendent behoeftig is ten tijde van het overlijden of door het overlijden van het (klein)kind, kan deze een onderhoudsvordering instellen lasten de nalatenschap. Het bedrag van het toegekende levensonderhoud is beperkt tot maximum ¼ van de waarde van de nalatenschap per ouderlijke lijn en kan niet worden gevorderd indien de overledene zelf afstammelingen nalaat.

c) de reserve van de langstlevende echtgenoot

De langstlevende echtgenoot heeft minimaal recht op het vruchtgebruik van de helft van de goederen van de nalatenschap. Dat is de abstracte reserve. De langstlevende echtgenoot heeft ook minimaal recht op het vruchtgebruik van het onroerend goed dat op de dag waarop de nalatenschap openvalt, gebruikt wordt als gezinswoning en op de inboedel waarmee die woning is ingericht. Dat is de concrete reserve. De concrete reserve wordt in mindering gebracht van de abstracte reserve, zonder er evenwel toe beperkt te zijn. Als de concrete reserve dus minder is dan de helft van de nalatenschap, zal de langstlevende echtgenoot op zijn minst zijn abstracte reserve kunnen aanvullen met andere goederen. Als de concrete reserve echter hoger is dan de abstracte reserve, dan heeft de langstlevende echtgenoot recht op de hele concrete reserve.

d) de wettelijk samenwonende partner: geen reservataire erfgenaam!

Zoals gezegd erft de wettelijk samenwonende partner volgens de wet het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel. De erflater kan hem of haar dit erfrecht echter ontnemen via een testament, zonder dat de overlevende partner daar iets tegen kan doen.

10

Page 11: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

4. De erfkeuze of hoe een nalatenschap (al dan niet) te aanvaarden

Elke erfgenaam en/of legataris heeft de keuze de nalatenschap zuiver te aanvaarden, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving of te verwerpen.

Voor de zuivere aanvaarding zijn geen specifieke formaliteiten vereist. De aanvaarding kan bijvoorbeeld ook (stilzwijgend) blijken uit het feit dat u zich als eigenaar gedraagt, bijvoorbeeld door de opname van gelden of de verkoop van bepaalde goederen van de nalatenschap.Een erfgenaam die een nalatenschap zuiver aanvaardt, staat echter ook in voor de schulden van de overledene met al zijn goederen en zelfs boven het gedeelte dat hij uit de nalatenschap ontvangt.

Als de erfgenamen evenwel twijfels hebben over de samenstelling van de nalatenschap, met over name de verhouding tussen actief en passief, doen ze er goed aan de nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Aanvaardt een erfgenaam zijn erfenis onder voorrecht van boedelbeschrijving, dan moet hij de schulden van de nalatenschap maar betalen tot beloop van het gedeelte dat hij ontvangt. Hij zal dus niet met zijn eigen vermogen moeten instaan voor deze schulden.

Deze wijze van aanvaarding is wettelijk verplicht voor alle erfgenamen die zogenaamd ‘onbekwaam’ zijn, o.a. minderjarigen en meerderjarige beschermde personen, om hen te beschermen tegen de eventuele nadelige financiële gevolgen van een erfenis. De bewindvoerder kan m.a.w. enkel aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De vrederechter kan echter bijzondere machtiging verlenen om een kennelijk batige nalatenschap zuiver te aanvaarden (art. 499/7, §2, 5° BW). Hij houdt daarbij rekening met de aard en omvang van de erfgoederen.

Een derde optie is de verwerping van de nalatenschap. Door te verwerpen wordt men geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. De verwerpende erfgenaam krijgt niets uit de nalatenschap maar moet ook niet opdraaien voor de schulden van de nalatenschap en hij moet ook geen erfbelasting betalen.

11

Page 12: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

De erfgenamen moeten een aangifte nalatenschap opstellen waarin alle activa en passiva van de overledene opgenomen en gewaardeerd worden. Het is op basis van deze aangifte dat de fiscus de erfbelasting vaststelt. Erfbelasting is verschuldigd op alles wat uit de nalatenschap van een inwoner van België wordt verkregen, inclusief roerende en onroerende goederen in het buitenland. Roerende en onroerende goederen in het buitenland kunnen zowel in België als in het buitenland belastbaar zijn. Indien de nalatenschap goederen in het buitenland bevat of indien u erft van iemand die geen inwoner van België was, kunt u het best uw notaris of adviseur raadplegen. Het tarief van de erfbelasting stijgt naargelang men meer erft (progressief tarief) en het tarief verschilt ook naargelang de graad van verwantschap. De tarieven en regels verschillen voor het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om het juiste tarief te kennen moet dus nagegaan worden in welk gewest de erflater in de laatste vijf jaar voor zijn overlijden het langst zijn woonplaats heeft gehad. Hierna bespreken we kort een aantal planningstechnieken die (al dan niet gecombineerd) kunnen zorgen voor een vermindering van de belastingdruk op de erfgenamen. Ook niet-fiscale wensen, zoals bijvoorbeeld de bijzondere bescherming of verzorging van bepaalde personen of controlebehoud na de overdracht van het vermogen, kunnen gerealiseerd worden met behulp van deze technieken. In de praktijk gaat het meestal om een combinatie van fiscale en niet-fiscale motieven. Bij de uitwerking van een planning zult u altijd rekening moeten houden met de rechten van de reservataire erfgenamen (zie hoger). Bovendien moet u opletten voor wat de fiscus als ‘fiscaal misbruik’ beschouwt. Uw Legal & Tax-expert bij ING Private Banking kan u daarin bijstaan.

12

II. Planningstechnieken

Page 13: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

1. Het huwelijkscontract

Bij het overlijden van een gehuwde persoon moet eerst zijn huwelijksstelsel vereffend worden.

Pas daarna zal de omvang van de nalatenschap van de overledene bekend zijn:• wanneer de echtgenoten met zuivere scheiding van goederen getrouwd waren, omvat de nalatenschap enkel

het eigen vermogen van de overleden echtgenoot. • waren de echtgenoten gehuwd onder een stelsel met een gemeenschappelijk vermogen, dan wordt dat eerst

vereffend en, tenzij anders in de huwelijksovereenkomst bepaald, gelijk verdeeld onder de echtgenoten. Alleen het deel van het gemeenschappelijke vermogen dat aan de overleden echtgenoot toekomt, behoort tot de nalatenschap.

De nalatenschap bestaat dus uit:• alle eigen goederen van de overleden echtgenoot;• het aandeel van de overleden echtgenoot in de gemeenschappelijke goederen.

Echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel kunnen ervoor kiezen om af te wijken van een gelijke verdeling en de langstlevende echtgenoot het recht geven om bepaalde goederen vooraf te nemen uit de huwgemeenschap (beding van voorafname) of de gemeenschap geheel of gedeeltelijk op te nemen (beding van ongelijke verdeling). Oudere huwelijkscontracten voorzien nogal eens dat de ganse huwgemeenschap in volle eigendom automatisch zal toevallen aan de langstlevende echtgenoot. Dit biedt een zeer ruime bescherming aan de langstlevende echtgenoot, maar het fiscaal prijskaartje kan hoog oplopen:

• in eerste instantie wordt de echtgenoot belast op wat hij verkrijgt boven de helft van de gemeenschap,• bij het overlijden van de langstlevende, wordt dit deel van het vermogen nog een keer belast omdat het in

volle eigendom deel uitmaakt van de nalatenschap van de langstlevende.

Een dergelijke clausule kan dan ook het best vervangen worden door een keuzebeding, dat de langstlevende echtgenoot een ruim aantal opties biedt over de verdeling van de huwgemeenschap, zoals bijvoorbeeld:

• ofwel de helft in volle eigendom en de andere helft in vruchtgebruik (het wettelijk systeem);• ofwel de ganse huwgemeenschap in volle eigendom;• ofwel alle of bepaalde onroerende goederen in volle eigendom of vruchtgebruik;• ofwel alle of bepaalde roerende goederen in volle eigendom of vruchtgebruik;• in meerdere mogelijke combinaties.

Het grote voordeel is dat de langstlevende de keuze pas moet maken bij het overlijden van de echtgenoot en dus rekening kan houden met de omvang van het vermogen, zijn financiële noden, de verstandhouding met de kinderen, het fiscale kostenplaatje, enz. Het is ook mogelijk dat een echtgenoot via (een wijziging van) een huwelijkscontract eigen goederen inbrengt in de huwgemeenschap. Bij de registratie van deze akte is enkel het algemeen vast recht van 50 euro verschuldigd, zelfs wanneer onroerende goederen ingebracht worden. De andere echtgenoot zal bij de verdeling van de huwgemeenschap de helft van de ingebrachte goederen in volle eigendom krijgen, zonder een vergoeding verschuldigd te zijn aan de andere echtgenoot (tenzij anders bepaald in de huwelijkse voorwaarden) en zonder daarop belast te worden.

13

Page 14: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

2. Het testament

U kunt de wettelijke vererving zoals die hierboven beschreven werd, wijzigen via een testament, bijvoorbeeld door andere erfgenamen te kiezen of door een wettelijke erfgenaam een kleiner of helemaal geen erfdeel te geven. Met behulp van een testament kunt u ook bepalen hoe een welbepaald goed wordt toegewezen, persoonlijke schikkingen treffen (begrafenis ...) of bepaalde verplichtingen opleggen aan de erfgenamen.

Het testament mag eigenhandig geschreven zijn (dus met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend door de erflater zelf), het mag notarieel zijn (d.w.z. gedicteerd voor een notaris en twee getuigen of voor twee notarissen) of een internationale vorm hebben (schriftelijk – maar niet noodzakelijk met de hand geschreven –, gedagtekend, ondertekend en voorgelegd aan een notaris en twee getuigen). In welke vorm ook kan een testament altijd herroepen worden door de erflater, en wel door middel van een ander testament in eender welke vorm (een eigenhandig geschreven testament kan dus een notarieel testament herroepen en omgekeerd). De herroepbaarheid is een grote troef van het testament omdat u, anders dan bij een schenking, tijdens uw leven nog geen afstand doet van uw vermogen. Het nadeel is wel dat er erfbelasting verschuldigd zal zijn op wat verkregen wordt via testament. In sommige gevallen kan er ook via een testament een besparing gerealiseerd worden, onder meer in volgende gevallen:

• de kleinkinderen betrekken in de planning De erfbelasting voor de erfgenamen in rechte lijn wordt berekend per erfgenaam. Door een spreiding over zoveel mogelijk erfgenamen in rechte lijn, is het mogelijk om (langer) binnen de lager belaste schijven te blijven.

• een legaat van de gezinswoning aan de langstlevende echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner In het Vlaamse, Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de vererving van de gezinswoning door de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner vrijgesteld van erfbelasting, ongeacht de waarde van de woning. In het Vlaamse Gewest is deze vrijstelling daarenboven ook van toepassing op de vererving van de gezinswoning door de feitelijk samenwonende partner voor zover hij of zij minimum drie jaar samengewoond heeft met de erflater op het ogenblik van diens overlijden en zij een gemeenschappelijke huishouding voerden. De langstlevende partner zal op zijn beurt het best voorzien in een verdere planning met betrekking tot de gezinswoning om te vermijden dat de fiscale druk bij zijn later overlijden te hoog zou worden.

• een goed doel betrekken in de planning via de techniek van het duolegaat Deze techniek kan aangewezen zijn indien u geen erfgenamen in rechte lijn hebt. Het tarief van de erfbelasting bij vererving tussen broers en zussen, neven en nichten en derden kan immers enorm oplopen, met maximumtarieven tussen 55% en 80%, afhankelijk van het Gewest. De techniek van het duolegaat bestaat erin dat de familieleden of de derden die u wilt begunstigen, een gelijkaardige of een grotere nettosom kunnen ontvangen omdat u tegelijkertijd ook een stuk van uw vermogen aan een goed doel geeft. Dit duolegaat wordt opgenomen in een testament en krijgt pas uitwerking bij het overlijden. Het vermogen (of een deel ervan) wordt bij testament aan een bepaalde liefdadigheidsorganisatie nagelaten, maar die is wel verplicht om een bepaald bedrag vrij van erfbelasting aan een familielid of een derde uit te betalen. Het is dus de liefdadigheidsorganisatie die de erfbelasting op het geheel zal dragen. Ze betaalt enerzijds de hoge erfbelasting voor het familielid of voor de derde die u wilt begunstigen en anderzijds de lage erfbelasting op het deel dat voor haarzelf is bestemd. De besparing op de erfbelasting is mogelijk omdat de liefdadigheidsorganisatie zelf tegen een veel lager tarief belast wordt dan andere ‘verre’ erfgenamen zoals bijvoorbeeld een neef of nicht.

14

Page 15: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

3. De schenking

Door tijdens uw leven goederen te schenken aan uw erfgenamen vermindert u de waarde van het vermogen dat u hen op het ogenblik van uw overlijden nalaat, en dus automatisch ook de erfbelasting die zij op uw erfenis zullen moeten betalen. De schenking kan aan de begunstigde een groot fiscaal voordeel opleveren, vooral wanneer het gaat om roerende schenkingen van aanzienlijke bedragen of aan een verre verwant.

Een schenking is een overeenkomst, waarbij minstens twee personen betrokken zijn: degene die de schenking doet, de schenker, en degene die de schenking aanvaardt, de begiftigde. Opdat er sprake zou zijn van een schenking moet er een vrijgevigheidsmotief zijn: de schenker moet de begiftigde willen begunstigen of anders gezegd, hem een kosteloos voordeel willen verschaffen. Zonder dat motief is er geen schenking.

Een schenking is in principe onherroepelijk. Als de schenker een gift doet, mag hij daar achteraf niet op terugkomen. Hij kan de schenking dus nooit eenzijdig herroepen of er clausules aan toevoegen op basis waarvan hij later onrechtstreeks van zijn schenking kan afzien. Een schenking waarin de schenker een clausule opneemt die hem toelaat om het gegeven goed eenzijdig terug te nemen of erover te beschikken, is dus geen geldige schenking.

Op de voorwaarde van onherroepelijkheid bestaat één opmerkelijke uitzondering, namelijk schenkingen tussen echtgenoten, buiten het huwelijkscontract. De herroeping kan dan gebeuren door de schenker, tijdens zijn leven en zelfs na de dood van de begiftigde echtgenoot, of na de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding.

Vormen van de schenking

Indien u de schenking van roerende goederen overweegt, hebt u verschillende mogelijkheden: de handgift (voor goederen die ‘van hand tot hand’ kunnen worden overgedragen, zoals bijvoorbeeld een schilderij, cash, antiek, …), de onrechtstreekse schenking door overschrijving (de zogenaamde bankgift) of de notariële schenking.

De notariële schenking voor een Belgische notaris is verplicht registreerbaar en geeft onmiddellijk aanleiding tot het betalen van de schenkbelasting.

De schenking via een hand- of bankgift en de schenking voor een buitenlandse notaris (bijvoorbeeld voor een Nederlandse notaris of in bepaalde Zwitserse kantons) zijn niet verplicht registreerbaar en geven geen aanleiding tot het heffen van de schenkbelasting. Bij deze vormen van schenkingen moet u wel rekening houden met de mogelijkheid dat uw erfgenamen alsnog erfbelasting zullen moeten betalen op de geschonken goederen indien u binnen de drie jaar na de schenking zou overlijden. Zolang de schenker nog in leven is, is het wel steeds mogelijk om de buitenlandse schenkingsakte of de schenkingsdocumenten achteraf nog te registreren in België en de schenkbelasting te betalen indien zou blijken dat de schenker na de schenking geen drie jaar meer zal blijven leven (bijvoorbeeld wanneer hij plots ongeneeslijk ziek wordt). Uiteraard biedt een dergelijke registratie na de schenking geen soelaas bij een onverwacht overlijden. U kunt eventueel wel overwegen om een successierechtenverzekering af te sluiten om het risico van een overlijden binnen de termijn van drie jaar af te dekken.

De schenking van een in België gelegen onroerend goed gebeurt per definitie voor een Belgische notaris en maakt de schenkbelasting onmiddellijk opeisbaar.

15

Page 16: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Modaliteiten

De schenker kan bepaalde voorwaarden aan de schenking koppelen, ingegeven door motieven van diverse aard. De meest voorkomende zijn:

• het behoud van inkomsten en controle. Dit kan men realiseren door te schenken met voorbehoud van vruchtgebruik. Opgelet: een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik moet via een (Belgische of buitenlandse) notariële akte gebeuren. Het behoud van inkomsten (maar niet de controle!) kan ook bekomen worden door de volle eigendom te schenken onder last om een levenslange rente uit te keren aan de schenker.

• de vrees voor verspilling door de begiftigde kan men opvangen door een vervreemdingsverbod aan de schenking te koppelen. Dat vervreemdingsverbod moet wel beperkt zijn in de tijd, bijvoorbeeld 20 jaar of gedurende het leven van de schenker.

• de wens om de geschonken goederen in de eigen familie te houden. Daartoe volstaat het om in de schenkingsakte een clausule op te nemen dat de begiftigde de geschonken goederen niet mag inbrengen in een huwgemeenschap of onverdeeldheid met zijn echtgenoot of partner.

• het opvangen van het vooroverlijden van de begiftigde. Door het inlassen van een conventioneel beding van terugkeer in de schenkingsakte, kunnen de geschonken goederen vrij van erfbelasting terugkeren naar de schenker indien de begiftigde vóór de schenker overlijdt.

De tarieven van de schenkbelasting

De schenking van roerende goederen kan tegen een gunsttarief: voor het Vlaamse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt immers een vlak tarief van 3% (in rechte lijn en tussen echtgenoten, wettelijk samenwonenden en - enkel voor het Vlaamse Gewest – feitelijk samenwonenden die minstens één jaar samenwoonden op het ogenblik van de schenking en een gezamenlijke huishouding voeren) en 7% tussen alle anderen. Dat tarief geldt ongeacht het bedrag dat geschonken wordt. Voor het Waalse Gewest bedragen de tarieven 3,3% (in rechte lijn en tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden), 5,5% tussen broers en zussen, ooms en tantes en neven of nichten en 7,7% tussen alle anderen. Werd er op de roerende schenking schenkbelasting betaald, dan is er later, bij het overlijden van de schenker, geen erfbelasting meer verschuldigd.

De schenking van de activa van een familiale onderneming of van de aandelen van een familiale vennootschap is onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld in alle Gewesten ongeacht er al of niet een verwantschapsband bestaat tussen de schenker en de begiftigde. Voor meer informatie over de bedrijfsoverdracht via schenking of erfenis, kunt u steeds terecht bij één van onze Legal & Tax-experten bij ING Private Banking.

De doorgeefschenking: in het Vlaams Gewest bestaat sinds 1 september 2018 de mogelijkheid om een ‘gedeeltelijke fiscale erfenissprong’ te realiseren mits aan enkele voorwaarden is voldaan. Daarbij erven in eerste instantie de kinderen, waarna ze zelf bepaalde bestanddelen uit de erfenis gratis aan hun kinderen kunnen doorschenken (de kleinkinderen dus), waardoor een generatie geen successierechten op die goederen hoeft te betalen.

De progressieve tarieven van de onroerende schenkbelasting zijn recent aanzienlijk verlaagd in de drie gewesten. Bovendien kan een onroerend patrimonium ook ‘in schijven’ geschonken worden, met tussenpozen van minimum drie jaar tussen de schenkingen. Deze spreiding in de tijd heeft te maken met de regel van het progressievoorbehoud in de schenkbelasting. De onroerende schenkingsrechten zijn progressief, dus met een stijgend tarief naargelang de waarde van de schenking stijgt. Om te vermijden dat men telkens kleine schijfjes zou schenken om in de lagere tarieven te blijven, heeft de wetgever voorzien dat de waarde van de vorige schenking bij die van de volgende gevoegd wordt om het toepasselijke tarief te bepalen. De vorige schenking wordt daarbij niet opnieuw belast, maar duwt wel het toepasselijke tarief op de volgende schenking naar omhoog. Deze regel geldt enkel voor schenkingen tussen dezelfde partijen binnen een periode van drie jaar.

Daarnaast moet men in het Vlaamse en Waalse Gewest ook nog rekening houden met het progressievoorbehoud in de erfbelasting: onroerende schenkingen uitgevoerd in de drie jaar voor het overlijden van de schenker, worden fictief meegeteld bij het aandeel van de begiftigde in de nalatenschap en kunnen zo het toepasselijke tarief omhoogduwen.

16

Page 17: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

4. De burgerlijke maatschap

De burgerlijke maatschap, gecombineerd met een schenking, is een eenvoudige en discrete manier om uw vermogen over te dragen, zonder de controle erover te verliezen en met de mogelijkheid tot behoud van inkomsten.

De burgerlijke maatschap is een overeenkomst (de statuten) waarin bepaald wordt dat twee of meer personen (de vennoten) zich verenigen voor de oprichting van een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid en waarbij elk een inbreng levert. De inbreng door de vennoten wordt vergoed met deelbewijzen. Gezien de talrijke beperkingen die het inbrengen van onroerende goederen in een burgerlijke maatschap met zich meebrengt, kiest men er doorgaans voor de inbrengen te beperken tot roerende goederen (effectenportefeuille, contanten …). De oprichting van de maatschap kan bij gewone onderhandse akte of notariële akte. De maatschap op zich is geen middel tot vermogensplanning en heeft geen fiscaal doel, maar maakt het mogelijk om het beheer van een familiaal vermogen te organiseren. De fiscale optimalisatie kan gerealiseerd worden door de overdracht van de patrimoniale waarde van de maatschap aan de erfgenamen via een schenking van de deelbewijzen aan de voordelige roerende schenkingstarieven, al dan niet met voorbehoud van vruchtgebruik.

Vroeger bracht de oprichting van een maatschap geen enkele verplichting met zich mee, maar nu worden aan de maatschap toch een aantal verplichtingen opgelegd die ook voor gewone ondernemingen gelden (waaronder de aanvraag van een ondernemingsnummer). Het gevolg van deze nieuw opgelegde verplichtingen is dat de maatschap iets minder anoniem is, maar toch nog steeds een handig instrument voor successieplanning blijft. Aan de zaakvoerder (veelal de pater familias) kunnen verregaande bevoegdheden toegekend worden over het beheer van het vermogen. Er kan ook al statutair een ‘opvolgend zaakvoerder’ aangesteld worden die het beheer zal verderzetten na zijn overlijden. De burgerlijke maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid en is ‘fiscaal transparant’. De maatschap is dan ook geen afzonderlijke belastingplichtige, en dus niet onderworpen aan de vennootschaps- of rechtspersonenbelasting. Op fiscaal vlak worden de inkomsten van de burgerlijke maatschap beschouwd als inkomsten van de vennoten. De inkomsten behouden dan ook hun oorspronkelijke kwalificatie (bv. dividenden, intresten of meerwaarden) en worden dienovereenkomstig bij de vennoot zelf belast in de personenbelasting.

17

Page 18: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

Voorbeeld: Vader, moeder, en hun drie kinderen richten een maatschap op. De moeder is de enige zaakvoerder van de maatschap.

Na de schenking van de deelbewijzen bedragen de delen van de vennoten in de maatschap respectievelijk: • moeder: 5 deelbewijzen• vader: 5 deelbewijzen• drie kinderen: elk 30 deelbewijzen

De moeder overlijdt, en in de statuten wordt bepaald dat de maatschap bij het overlijden van een vennoot wordt voortgezet met de erfgenamen van die vennoot (voortzettingsbeding). De drie kinderen en hun vader, allen vennoot in de maatschap, zijn de enige erfgenamen van de overleden moeder. De moeder heeft geen testament opgesteld. De statuten van de maatschap bepalen ook dat, wanneer de zaakvoerder, de moeder dus, haar mandaat niet langer kan uitoefenen, de vader het beheer zal waarnemen als opvolgend statutair zaakvoerder. Door het voortzettingsbeding in de statuten wordt de maatschap niet ontbonden na het overlijden van de moeder. De maatschap wordt verdergezet door de drie kinderen en hun vader, die zaakvoerder wordt. De kinderen behouden elk de 30 deelbewijzen die hen al vóór het overlijden van hun moeder geschonken werden. De vader behoudt zijn vijf deelbewijzen. Daarop is geen erfbelasting verschuldigd. Het deel van de moeder in de maatschap (5 deelbewijzen) wordt geërfd door de drie kinderen en hun vader. Op dat deel moeten zij uiteraard wel erfbelasting betalen.

18

Page 19: Successieplanning: hoe pakt u het aan?...hoe pakt u het aan? ing.be/privatebanking Inhoudstafel I. De spelregels van ons erfrecht 4 1. De wettelijke erfgenamen 4 2. Wie erft wat volgens

19

ING België nv • Bank/Kredietgever • Marnixlaan 24, B-1000 Brussel • RPR Brussel • Btw: BE 0403.200.393 • BIC: BBRUBEBB • IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 12381A • www.ing.be • Verantwoordelijke uitgever: Philippe Wallez • Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel • Z712211N • 03/19