successisnotalwayswhatyousee.files.wordpress.com.…  · Web viewArthur Schopenhauer, Duitse...

36
Bundel S Schrijven Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic “Weinigen schrijven zoals een architect bouwt. Verreweg de meesten schrijven zoals men domino speelt.” Arthur Schopenhauer, Duitse filosoof ‘ 1788-1866) In dit deel leren we… dat schrijven een proces is. elkaar constructieve feedback geven ons oriënteren op een schrijfopdracht tips om snel informatie te vinden op het internet dat niet alles op het internet waar is. waarom kopiëren van het internet geen goed idee is. dat we moeten nadenken voordat we iets op het internet posten

Transcript of successisnotalwayswhatyousee.files.wordpress.com.…  · Web viewArthur Schopenhauer, Duitse...

Bundel SSchrijven

DEEL 1 Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

“Weinigen schrijven zoals een architect bouwt.

Verreweg de meesten schrijven zoals men domino speelt.”

Arthur Schopenhauer, Duitse filosoof ‘ 1788-1866)

In dit deel leren we…

dat schrijven een proces is. elkaar constructieve feedback geven ons oriënteren op een schrijfopdracht tips om snel informatie te vinden op het

internet dat niet alles op het internet waar is. waarom kopiëren van het internet geen goed

idee is. dat we moeten nadenken voordat we iets op

het internet posten

1

Inhoud

1. Waarom is schrijven eigenlijk zo moeilijk?...................................................................................................................2

1.1 D-toets.......................................................................................................................................................................2

1.2 Inleiding.....................................................................................................................................................................3

2. Doelen stellen..............................................................................................................................................................5

3. De aanpak.......................................................................................................................................................................7

3.1 De kast en de kapstokken..........................................................................................................................................7

3.2 Afspraken...................................................................................................................................................................7

3.3 Maar, we hebben dat al zo vaak in de les gezien.......................................................................................................8

3.4 Nog steeds niet overtuigd?......................................................................................................................................10

4. Schrijven is een proces...................................................................................................................................................12

5. Oriënteren.....................................................................................................................................................................13

5.1 Onderwerp..............................................................................................................................................................13

5.1.1 Wat als je deze stap overslaat?.........................................................................................................................14

5.2 Doel......................................................................................................................................................................... 14

5.2.1 Wat als je deze stap overslaat?.........................................................................................................................15

5.3 Publiek.....................................................................................................................................................................15

5.3.1 Wat als je deze stap overslaat?........................................................................................................................16

6. Inventariseren en selecteren.....................................................................................................................................17

7. Expeditie Google...................................................................................................................................................18

7.1 D-toets.....................................................................................................................................................................18

7.2 Wat is het probleem?..............................................................................................................................................18

7.3 Zoekwoorden. Tips: 7 + 8.........................................................................................................................................19

7.4 De ene bron is de andere niet..................................................................................................................................25

7.4.1 Wat is de bron?.................................................................................................................................................25

7.4.2 Hoe kijk ik kritisch naar bronnen?.....................................................................................................................26

7.4.3 Checklist: Betrouwbaarheid van bronnen.........................................................................................................29

8. Wat heb ik geleerd?...................................................................................................................................................30

9. Bronnen.....................................................................................................................................................................30

10. Leerplandoelen.....................................................................................................................................................31

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

2

1. Waarom is schrijven eigenlijk zo moeilijk?

Waarom is schrijven moeilijk? Wat zijn de meest voorkomende fouten? Kan je schrijven leren?

1.1 D-toets

Schrijf minimum 15 zinnen over je vakantie. In jouw taak zitten er positieve en negatieve aspecten.

Lees de taak van je buur. Schrijf feedback. Geef alle taken af.

Feedback schrijven doe je aan de hand van deze structuur.

Werkpunt (en): minimum 2 Compliment(en): minimum 2

Feedback schrijven is niet gemakkelijk. Het moeilijkste is om iets concreet te benoemen. Jouw klasgenoot is niet veel met ‘ Goed zo’.

Klaar met schrijven en nakijken?

FEEDBACK

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Goed zo!Er zijn geen punten.

Hoofdletter. Te kort.

Trekt op niks. Prima

Jouw zinnen zijn goed geformuleerd.Zet een punt na een zin.

Je bent de hoofdletter in zin....vergeten.De tekst is te kort OF de zinnen zijn te kort?

...... kan beter. De taak is volledig. De beschrijvingen zijn

goed. Het vehaal leest vlot., Je schrijft bijna geen fouten ...

Let volgende keer op....

1.Krijg je op school veel feedback? 2.Wat is het nut van feedback? 3.Wat is je mening over feedback? Lees je het? 4.Wat zijn de voorwaarden voor goede feedback?

3

1.2 Inleiding

Wij schrijven iedere dag ongelooflijk veel. Vaak staan we hier niet bij stil. Denk aan de (ongetwijfeld vele ) berichten dat je iedere dag via sociale media stuurt, posts op Facebook , commentaren op Snapchat,..

Op school moet je ook iedere dag schrijven. Dat is toch wel heel anders schrijven: zonder afkortingen en smileys. Chattaal vinden leerkrachten doorgaans ook niet leuk. Meestal schrijf je over op school. Dat vind je misschien niet zo leuk, maar dat valt wel mee. Overschrijven is niet zo moeilijk. Maar wat als je open vragen moet beantwoorden op toetsen en examens? Je kent ze wel: ingewikkelde vragen waar je heel veel moet schrijven. Of erger nog: wat als je zelf een hele tekst moet schrijven?

1. Tijd voor een inventaris. We beantwoorden de vragen uiteraard eerlijk.

Hoeveel leerlingen zitten in deze klas? ………………… Hoeveel leerlingen hebben een hekel aan open schrijfopdrachten? ……….. Hoeveel leerlingen vinden schrijven eigenlijk niet zo erg? ………… Hoeveel leerlingen houden van schrijven? ………… Hoeveel leerlingen weten niet zo goed hoe ze aan een schrijfopdracht moeten

beginnen?...... Hoeveel leerlingen hebben al van het internet gekopieerd? ………… Hoeveel leerlingen lezen hun werk na? ………….

Conclusie?

Of je nu graag schrijft of niet, een goede tekst schrijven is niet zo gemakkelijk. Je moet met veel dingen rekening houden. Je vindt de juiste woorden niet. Je weet niet hoe je moet beginnen. Je denkt dat je het goed hebt uitgelegd, maar dan blijkt dat jouw leerkracht toch niet zo tevreden is. Hoe komt dit toch? Het goede nieuws is : schrijven kan je leren. We beginnen vandaag. Wist je trouwens dat veel volwassenen ook moeite hebben met schrijven? Op het internet hoef je zelfs niet zo lang te zoeken. Daar wemelt het vaak van vreemde posts en reacties.

Je denkt nu misschien meteen aan spelling, maar daar gaat het meestal zelfs niet om. Wat vind je bijvoorbeeld van deze teksten?

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

4

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

5

2. Doelen stellen

1. Welke 2 fouten maken de eerste twee schrijfsters allebei?

- ……………………………………………………………………………………………………………………..

- ……………………………………………………………………………………………………………………..

2. Maak jij die fouten zelf? Bespreek kort met je buur.

3. Indien je ongeveer dezelfde fouten maakt : Hoe komt dat? Vink een antwoord aan of omschrijf zelf. ( ‘ Gewoon’ en ‘ Ik weet dat niet’ is geen antwoord)

Het gaat hier om schrijven op school: schrijfopdrachten, antwoorden op toetsen/taken, ...

Ik denk er niet bij na, het gaat vanzelf. Ik vind niet dat daar iets mis mee is. Iedereen begrijpt het toch? Ik lees mijn werk zelden na. Daardoor blijven er fouten staan. Ik zoek zelden /nooit iets op. Ik weet soms niet hoe het wel moet. Ik vind het gewoon heel moeilijk om iets te schrijven.

……………………………………………………………………………………………………………………………………

We inventariseren even op het bord. Wat valt op?

4. Wat maakt schrijven van ‘open’ teksten zo moeilijk? Waar moet je bij het schrijven van een tekst op letten? Bedenk samen een 5-tal argumenten.

Noteer de kernwoorden in de mindmap.

5. Vul aan na de klassikale nabespreking.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

6

6. Markeer de aspecten waar jij nog aan moet werken. Wat hoop je te leren?

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Schrijven. Ik moet letten op…

7

3. De aanpak

3.1 De kast en de kapstokken

Om het overzicht van deze bundel te bewaren vergelijken we het schrijven met een KAST.

Deze kast heeft 3 deuren. In deze kast vind je verschillende KAPSTOKKEN.

1. 2. 3.

Wat? Hoe? Stijl?

3.2 Afspraken In dit deel concentreren we ons op kapstokken WAT?

Als we dat allemaal onder de knie hebben, beginnen we pas aan de kapstok HOE? en STIJL.

Je krijgt soms diagnostische toetsen. Je zal iets kort moeten schrijven. Het is natuurlijk de bedoeling dat je het de tweede keer beter doet. D- toetsen staan nooit op punten.

Je zal soms GEEN PUNTEN krijgen op het schrijven. Je krijgt wel telkens een punt op / 5. Dit is een procespunt. Het is heel simpel : je leest de FEEDBACK en je past die volgende keer toe = 5/5. Je doet niets met de feedback : je komt naar de I-klas om iets met de feedback te doen. Je begint niet aan de volgende opdracht voordat je iets met de feedback hebt gedaan. Schrijven kan je niet vanbuiten leren. Dit is de enige manier om hierin te groeien.

Je zal regelmatig het werk van je klasgenoten moeten nakijken. Dit doe je aan de hand van een evaluatieschema. Je bent kritisch, ook als je het werk van je beste vriend (in) verbetert. Je breekt het werk van iemand anders NIET af. Iedereen maakt fouten, jij ook. Je bent hier om te leren en om je vaardigheden te verbeteren.

Je roept niet door de klas. Je weet dat ik daar niet goed tegen kan. We zijn beschaafde mensen. Beschaafde mensen denken eerst na en steken hun hand op. Daarom zullen we ook hier veel met de whiteboards werken. Als je per twee/in groep werkt fluister je.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

1. Wat? - Oriënteren- Inventariseren- Selecteren2. Hoe? - Structureren: alinea’s+ schrijfplannen- Schrappen en herschrijven3. Stijl- Spelling- Zinsbouw- Is dit duidelijk? - Is dit wel gepast?

8

3.3 Maar, we hebben dat al zo vaak in de les gezien..

…en toch heeft de overgrote meerderheid moeite om een gestructureerde, duidelijke tekst te schrijven. Je zal steeds meer en steeds langere teksten moeten schrijven, ongeacht welke opleiding je volgt. Schrijfvaardigheid bepaalt voor een groot deel je slaagkansen in het (hoger) onderwijs. Voor anderstaligen is schrijven extra moeilijk, maar het is zeker niet onmogelijk om het te leren.

Laten we bij wijze van voorbeeld een tekst bekijken. De leerlingen van 5T schreven in november een klachtenbrief. En herinner je de mails naar de directeur nog?

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

KLACHT 1

Beste Hilton Hotel

Ik ben teleurgesteld over dat mijn kamer niet in orde was. Ik wou u even informeren dat mijn verblijf erg gebrekkig was. Ik veronderstel dat een klant niet zijn eigen bedovertrek moet doen, badkamer moet kuisen en schimmels moet tegen komen. Ik eis terug betaling van mijn geld! Indien dit niet gebeurd dien ik een klacht in bij u directeur. Hoop dat dit zonder problemen wordt opgelost en zo u geen klanten meer verliest. Nog een prettige dag.

MAIL 1

Beste

Binnekort zijn er examens, en ben het niet eens met de rooster dat wij recent hebben ontvangen. Er staan heel wat vakken met moeilijke vakken samen en dat is wat moeilijk om op een weekdag te studeren, ik zou heel graag de moeilijke vakken direct na het weekend willen maken, dan hebben wij meer tijd omdat moeilijke vakken deftig te studeren, mijn voorkeur is om wiskunde, nederlands en geschiedenis voor het weekend te zetten.Zou u dit graag willen bekijken.Alvast bedankt om hierover na te denken.

Met vriendelijk groeten

9

Een andere vorm van communicatie die we regelmatig tegenkomen:

3.4 Nog steeds niet overtuigd?

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkpunt 1

Je stuurt NOOIT alleen een bijlage. Dat is onbeleefd. Zou jij dit graag ontvangen?

Werkpunt 2

Je structureert je boodschap.

Je STOPT EINDELIJK met die ellenlange zinnen te schrijven.

Werkwijze

Noteer kernwoorden op de bordjes.

beste bloggers

vrijdag avond gingen we met trj op uitstap.

na school zijn we met de bus naar ekeren gereden toen we aankwamen hebben we koude schotel van basta gereden en derna een beetje gelachen.toen vertrokken we naar het bos en kwamen op een groot veld waarop we zatten en keken naar de zonsondergang en luisterden we naar een mooi lied, en na het beluisteren van het lied kregen we een verhaal te horen.

10

Schrijfvaardigheid universiteitsstudenten teleurstellend

Studenten hebben vooral moeite met tekstopbouw. Ze slagen er niet in hun werk te structureren en te presenteren als een mooi geheel.

"Studenten kunnen niet meer spellen." "18-jarige schrijft meer dt-fouten dan 12-jarige." Het zijn maar enkele krantenkoppen die al jaren opduiken in de media. In haar masterproef ging Karen Taho, studente Taal- en Letterkunde aan de KU Leuven, na hoe het nu echt staat met de schrijfvaardigheid van de beginnende universiteitsstudent. Haar onderzoek naar de meest voorkomende types taalfouten in papers van eerstejaarsstudenten bevestigt de problematiek, maar nuanceert de klachten over spelling. 

Structuur, stijl en leestekens

Tahon analyseerde honderd papers uit tien verschillende opleidingen aan de KU Leuven. Daaruit blijkt dat studenten vooral moeite hebben met tekstopbouw. Ze slagen er niet in hun werk te structureren en te presenteren als een mooi geheel. Hun papers bevatten onlogische gedachtesprongen, onnodige herhalingen of onsamenhangende alinea's. Studenten sukkelen ook met de schrijfstijl en het academische taalgebruik: sommigen schrijven te persoonlijk, anderen te archaïsch.

"Dat is niet geheel onverwacht" stelt Tahon "want dit vereist vaardigheden die moeilijk aan te leren zijn." Ook leestekens zorgen voor problemen. Veel studenten springen er te spaarzaam mee om, met erg lange zinnen tot gevolg. Opmerkelijk is wel dat het aantal fouten op het gebied van spelling en woordenschat eerder klein blijkt. 

Lagere cijfers

Het onderzoek toont aan dat een lage schrijfvaardigheid vaak leidt tot een lager cijfer voor de student. Docenten kijken in eerste instantie naar de inhoud van een tekst, maar houden in hun beoordeling (al dan niet bewust) rekening met de manier waarop de student die tekst formuleert. Zowel het aantal als het type taalfouten speelt een rol bij de beoordeling van de opdracht.

Vooral slordigheidsfoutjes (zoals tikfouten), structurele fouten (zoals onlogische zinnen) en fouten die de leesbaarheid bemoeilijken (zoals vaag taalgebruik), beïnvloeden de score. Ook spelfouten blijven een grote bron van ergernis voor heel wat docenten. "Hun frustratie is te begrijpen als je weet dat studenten dergelijke fouten kunnen vermijden door aandachtig te werken en meer zelfcontrole in te bouwen." adus Tahon. 

Dubbele oorzaak

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

Noteer kernwoorden op de bordjes.

11

Onderzoekers en docenten zien twee belangrijke verklaringen voor het lage taalvaardigheidsniveau. Zo kampt de huidige generatie studenten met een 'attitudeprobleem'. Velen lezen hun teksten niet (goed) na en gebruiken de spellingscontrole op hun pc niet.

Studenten schatten ook hun eigen taalvaardigheid vaak hoger in dan hun omgeving en beseffen onvoldoende dat ook de vorm van hun tekst belangrijk is. Ook de aansluitingsproblemen bij de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs worden genoemd. Studenten voelen zich onzeker en onvoldoende voorbereid, terwijl vele docenten een te grote kloof zien tussen de lessen Nederlands in het secundair onderwijs en de academische taal en vaardigheden die verwacht worden van een universiteitsstudent. 

http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/schrijfvaardigheid-universiteitsstudenten-teleurstellend/article-normal-100314.html

Laten we structureren

Probleem Oorzaken Gevolgen

Heb jij dit gedaan toen je je D-toets maakte?

4. Schrijven is een proces

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Dit is het skelet van de tekst. Dit zullen we nog nodig hebben bij het schrijven.

12

Het schrijven van langere teksten vraagt veel tijd. Als je een goede tekst wil afleveren moet je enkele stappen doorlopen. In het begin gaan we dit consequent doen. Na verloop van tijd zou dit een automatisme moeten worden. Dat betekent niet dat je het niet meer moet doen. Dat betekent dat je dit ZELF doet.

5. Oriënteren

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Oriënterenonderwerp

doelpubliek

Inventaristeren en selecteren

Waar vind je bronnen?Wat laat je weg?

Wat is zeker belangrijk?

StructurerenWat hoort bij elkaar?

In welke volgorde zet ik alles?

SchrijvenHerschrijven

Kritisch nakijken op alle aspecten

Werkpunt 3

Je begint niet zomaar te schrijven. Zelfs de beste schrijvers moeten veel schrappen en herschrijven.DIT GELDT NIET ALLEEN VOOR SCHRIJFTAKEN DIE JE VOOR NEDERLANDS MAAKT.

Denk aan: open vragen in vakken zoals geschiedenis en opvoedkunde, mails naar leerkrachten en directie, bepaalde werkstukken, … Kortom alle teksten. Dit doe je ook op sociale media wanneer je iets openbaar schrijft.

13

5.1 Onderwerp

Je hebt waarschijnlijk een idee over het onderwerp waarover je gaat schrijven. Je hebt een thema gekregen of je reageert bijvoorbeeld op een artikel. Om het thema af te bakenen, kan je best een centrale vraag of een stelling formuleren. Daarna schrijf je alles wat in je opkomt op. Dit heet brainstormen.

Voorbeeld stelling : Energiedranken zijn ongezond

Voorbeeld centrale vraag: Waarom zijn energiedranken ongezond?

5.1.1 Wat als je deze stap overslaat? Er is geen koppeling naar je voorkennis en de informatie in de tekst. Je hebt letterlijk je gedachten

niet geordend. Er wordt sneller en meer gekopieerd van het internet. Structuur ontbreekt vaak. De teksten zijn niet logisch opgebouwd. De tekst mist een persoonlijke invalshoek.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Onderwerp Doel Publiek

Werkwijze

Brainstorm eerst zelf. Vergelijk met je buur en vul aan.

ENERGIEDRANKEN

14

5.2 Doel

Wat wil je met jouw tekst bereiken?

Is dit een taak waarvoor je informatie moet opzoeken en ordenen? Of schrijf je een artikel waarin je energiedrankjes afraadt? Is het misschien een reclamecampagne om mensen te overtuigen dat energiedrankjes best gezond zijn?

Wat is jouw DOEL?

Afhankelijk van je doel zal je tekst er helemaal anders uitzien.

Laten we stellen dat je hierover een grote taak moet maken van ong. 6 blz.

Wat is je doel/ wat zijn je doelen?

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Hieronder volgen 3 situaties die aanleiding zijn voor het schrijven van een tekst. Formuleer in 1 of 2 zinnen het doel van elke tekst.

Je bent de communicatieverantwoordelijke van de mini-onderneming. Jullie verkopen soep tussen de middag.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Je schrijft een reactie op een racistische uitspraak op hln.be.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Je bent te laat met een taak. Je mailt de leerkracht.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Je gsm-rekening klopt niet. Je mailt je provider.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

5.2.1 Wat als je deze stap overslaat? Je past je taalgebruik of de toon niet aan. Je beantwoordt de centrale vraag niet. Je schrijft niet doelgericht.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

15

Deze stap wordt soms ‘vergeten’. In e-mails en brieven is dit vaak het geval. Je vergeet bijvoorbeeld om concreet te vragen wat je eigenlijk wil vragen. In plaats daarvan geef je alleen feiten. De lezer moet de rest maar raden?

Voorbeeld: Beste mevrouw, mijn punten kloppen niet. Misschien was ik toen ziek!

- Welke punten? - Wat moet mevrouw daarmee doen? Wat wil je eigenlijk vragen?- Is dit de gepaste toon om zoiets te melden?

5.3 Publiek

Stel: Je krijgt voor de 3e keer strafstudie. Het is steeds dezelfde leerkracht die je je strafstudie geeft.

Je bent heel boos en vindt dit niet eerlijk. Je hebt alleen tijdens de les gebabbeld.

Je stuurt:

1) Een bericht via Whatsapp naar je beste vriend(in)2) Een e-mail naar de directeur om dit aan te klagen.

Wat voor invloed hebben de lezers op de tekst dat je schrijft?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

16

Bij het schrijven van je tekst hou je altijd rekening met het publiek. Zal je tekst door een leerkracht gelezen worden? Pas je stijl en taalgebruik aan. Schrijf je een verhaal voor kinderen om tijdens de stage voor te lezen? Pas je stijl en taalgebruik aan.

Overdrijf niet. Het is niet nodig om ingewikkelde , ouderwetse zinnen te schrijven omdat je een ‘officiële’ mail of brief stuurt. We noemen dit archaïsch taalgebruik. Archaïsch of ouderwets taalgebruik bemoeilijkt het lezen. Bijkomend probleem is dat vaste uitdrukkingen soms door elkaar gehaald worden.

5.3.1 Wat als je deze stap overslaat? Je past je taalgebruik of de toon niet aan. Jouw tekst is bijvoorbeeld te moeilijk of te kinderachtig.

6. Inventariseren en selecteren

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

17

We weten nu wat het onderwerp is en hoe we best rekening houden met ons doel en het publiek. Nu begint het echte werk. Het is tijd voor stap 2. In dit deel focussen we ons op de bronnen omdat ik merk dat hier veel misloopt. In het volgende deel gaan we concreet aan de slag met stap 2.

Waar zoek je in de eerste plaats informatie? Juist, op het internet. Lang leve het internet! Nog niet zo lang geleden moesten leerlingen en studenten in de bibliotheek veel boeken verslinden om een taak te schrijven. Maar nu hebben we ook het internet. Je typt iets, er verschijnt iets. Simpel, toch?

Probleem?

7. Expeditie Google

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Oriënterenonderwerp

doelpubliek

Inventaristeren en selecteren

Waar vind je bronnen?Wat laat je weg?

Wat is zeker belangrijk?

StructurerenWat hoort bij elkaar?

In welke volgorde zet ik alles?

SchrijvenHerschrijven

Kritisch nakijken op alle aspecten

18

7.1 D-toetsD-toets : Zoek het antwoord op deze vragen

https://docs.google.com/a/kamerksem.be/document/d/1bNwojP3u3JwmtXGcco2DHl4SF-O77m3Y97k-CLsbVwY/edit?usp=sharing

Hoe ging de zoekopdracht? Bespreek met je buur aan de hand van deze piramide.

7.2 Wat is het probleem?

Ik merk steeds vaker dat gericht zoeken op het internet toch niet zo eenvoudig is. De meest voorkomende problemen zijn dat je…

niet goed weet hoe je juist moet zoeken in google. Het zoeken beperkt zich tot één woord of een verkeerde woordencombinatie.

de trucjes om gericht en snel te zoeken niet kent weinig of helemaal niet kritisch omgaat met bronnen. Je klikt maar wat aan. Je kijkt niet wie dat

heeft geschreven. Je vraagt je niet af hoe betrouwbaar een bron is. Daardoor lees ik soms vreemde beweringen in taken. Dingen die ronduit niet kloppen. NIET ALLES WAT OP HET INTERNET STAAT IS WAAR.

Veel te veel kopieert, soms zelfs van verschillende sites door elkaar. Kopiëren is nooit een goed idee. Bovendien is kopiëren PLAGIAAT. Daarover later meer.

7.3 Zoekwoorden. Tips: 7 + 8

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Dit was moeilijk

Dit vond ik moeilijk aan de vragen.

Dit ging best vlot

Dit pak ik volgende keer zo

aan.

19

TIP 1: Met gerichte zoektermen krijg je meer informatie. Beperk je tot die zoekwoorden die de hits oproepen die je echt nodig hebt.

Vb: Welke film won de Oscar voor de beste niet-Engelstalige film in het jaar 2012?

Zoektermen: Oscar niet Engelstalige film 2012

Vb: Wat zijn de oorzaken van ADHD?

Zoektermen: ADHD oorzaken

Vb: Hoe kwam de Japanse schrijver Yukio Mishima aan zijn einde?

Zoektermen: ………………………………………………………………………………

Opgelet! De volgorde van de zoektermen speelt een rol. Het eerste zoekwoord is belangrijker dan het volgende.

TIP 2: Als je zoektermen tussen dubbele aanhalingstekens plaatst, dan vind je sites waar die reeks woorden exact op voorkomt.

Vb: Je zoekt één zin in de tekst van een gedicht of een lied

Zoektermen: “ domweg gelukkig in de Dapperstraat”

Wat gebeurt er wanneer je dit niet tussen aanhalingstekens plaatst?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Wist je dat…

Leerkrachten en docenten in het hoger onderwijs dit ook weten? Misschien is het toch de moeite om hieraan te denken als je nog eens in verleiding komt om iets te kopiëren.

Gebruik dit trucje dan ook om slimmer te zoeken.

Lees de tekst. Markeer de essentie.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

20

Slim zoeken op Internet

Je kunt met Google zoeken, maar je kunt met Google ook slim zoeken. Door je zoekopdracht goed te formuleren, kun je de informatie die je zoekt beter en sneller vinden. Stel dat je wilt weten tot welke diersoort de regenworm behoort. Dan kun je natuurlijk het zoekwoord 'regenworm' intypen. Dit levert bijna 50.000 hits op. Ongetwijfeld zal het antwoord op je vraag daar tussen zitten. De truc is echter niet om zoveel mogelijk hits te scoren, maar juist om zo weinig mogelijk hits te scoren. Maar dan wel die met het goede antwoord! 

Beter is het om in gedachten net te doen alsof je het document dat je zoekt, zelf hebt geschreven. Hoe zou je het antwoord op de vraag over de regenworm dan geformuleerd hebben? Waarschijnlijk zoiets als: “De regenworm is familie van” of “De regenworm behoort tot”. Tik je deze zin, tussen aanhalingstekens, in het zoekvenster van Google, dan krijg je slechts 4 hits (!), die alle antwoord geven op de vraag tot welke diersoort de regenworm behoort (n.l. tot de gelede wormen). Wees dus geen vragensteller, maar verplaats jezelf in de auteur van de website.  

https://sites.google.com/site/zoektips/nl

TIP 3: Beperk je zoekbereik.

Vergelijk deze zoekopdrachten. Hoeveel hits krijg je?

Pelckmans ………………………….

Pelckmans -tuincentrum ……………………………

Pelckmans -uitgeverij ……………………………

Een minteken net voor een woord ( zonder spatie) sluit de zoekterm erachter uit. Zo vind je sneller wat je zoekt.

Vb : Je wil informatie over Java. Het eiland Java. Het probleem: Java is ook een koffiemerk en een programeertaal.

Je typt: …………………………………………………………………………………………………….

TIP 4: Als je Engelse zoektermen opgeeft, krijg je veel meer hits. Blijf dus opletten tijdens de lessen Engels, want Engels is zeer belangrijk.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

21

Vb. ontwerp – ……………………

TIP 5 : Vind je niet meteen wat je zoekt? Gebruik synoniemen van je zoekterm.

Vb: tijdschrift - ………………………………………., zuivel - ……………………………………., school -……………………………..

TIP 6: Let op met homoniemen ( woorden met dezelfde spelling maar verschillende betekenis). Combineer het woord dan met een specifiek woord.

Vb: bank – geld

bank – meubel

TIP 7: Zoek bij vreemde eigennamen telkens naar spellingvarianten.

Vb: Poetin – Putin

Tokio – Tokyo

Oefening

Starttijd:………………………………………………….

Je gaat volgende week op reis naar Moskou. Je vraagt je af hoe koud het daar is. …………………………..

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

Welke tip heb je nog nooit toegepast/ ken je niet? Overleg kort met je buur.

Maak onderstaande oefening individueel. Je steekt je hand in de lucht als je klaar bent.

Noteer zeker bovenaan om hoe laat je gestart bent.

22

Tot welke leeftijd moet je in Zimbabwe verplicht naar school? …………………………………………

Waarom is lezen en schrijven niet zo belangrijk in de cultuur van de Roma ( het volk)?

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Van wie is deze bekende uitspraak: Een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt.

……………………………………………………………………………………………………………….

We luisteren naar de aanpak van de snelste zoeker van de klas. We noteren eventueel zijn/haar tips.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

Je krijgt 15 minuten om de tips op de volgende pagina zelf uit te testen. Na de oefening kan je vertellen welke tips je in welke situatie zou

kunnen gebruiken.

23

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

24

7.4 De ene bron is de andere niet

7.4.1 Wat is de bron?

Gehandicapten moeten meer respect tonen voor valide, werkende mensenRolstoelgebruikers die niet beseffen dat hun karren vrij breed zijn, zorgen vaak voor krassen op geparkeerde wagens.Een nieuwe campagne van de stad Antwerpen focust op gehandicapten. Volgens het stadsbestuur zorgen ook zij voor steeds meer frustraties.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Google Scholar is een zoekmachine waar je wetenschappelijke artikels vindt. Dit is erg handig voor je verdere studies/ GIP,..

25

Volgens Antwerps burgemeester Bart De Wever (NVA) is het tijd dat ook gehandicapten hun verantwoordelijkheid opnemen. ‘Dat rolstoelgebruikers of blinden vaker het openbaar terrein op durven is een goede zaak, maar het betekent ook meer conflicten en ergernissen. Rolstoelen worden bijvoorbeeld steeds breder, te breed voor onze voetpaden, en dus rijden ze vaak in de weg van mensen die snel naar hun werk moeten, of beschadigen ze geparkeerde wagens. Ook blinden houden het verkeer op, bijvoorbeeld door er meerdere minuten over te doen om een zebrapad over te steken.’Daarom vraagt het stadsbestuur meer respect van de gehandicapten. ‘Uiteindelijk leven de meeste van hen op de kosten van onze gezondheidszorg, die tot nader order nog steeds gefinancierd wordt door werkende mensen.’Vanaf 1 november gaat de campagne “Hoekje af? Toch respectvol!” van start. Aanvankelijk worden gehandicapten door posters aangemoedigd om zich socialer op te stellen, later komen er ook gerichte controles van de politie tegen asociaal gedrag van gehandicapten.

Bron: ……………………………………………………………………………

Besluit: ………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Let alstublieft op met het internet. Vooral via sociale media wordt heel wat onzin de wereld

ingestuurd. Sommige mensen geloven alles op het internet en stellen zich geen vragen. Word niet

één van hen. Wees altijd kritisch.

We letten altijd op met ALLE bronnen: artikels op het internet, posts op sociale media,

tijdschriften, reclamefolders en jawel…ook met kranten.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

Noteer hierboven de bron ( je weet nu hoe je moet zoeken) Bekijk de andere artikels op die site. Kies één artikel. Lees dat artikel

aandachtig. Vertel het artikel na tegen je buur. Ga samen op zoek naar informatie over deze bron. Welke informatie vind

je over de schrijvers? Formuleer samen een besluit.

26

7.4.2 Hoe kijk ik kritisch naar bronnen?

Artikel 1

Zweeds experiment met zesurige werkdag geflopt

ZWEDEN Een experiment voor een zesurige werkdag in Zweden is op een teleurstelling uitgelopen. Het experiment begon twee jaar geleden in Göteborg, maar de voordelen voor de werknemers blijken niet op te wegen tegen de extra kosten, blijkt uit voorlopige resultaten. Het gemeentebestuur besluit dat het systeem te duur is om in te voeren.

Zo moesten er 17 extra personeelsleden worden aangenomen om de 68 verzorgers van één bejaardentehuis

van de normale achturige werkdag naar een zesurige werkdag te laten gaan. 

Goedkoop wad het niet. Dat kostte 12 miljoen kronen (1,25 miljoen euro) extra. Het project werd gesponsord

door de stad, dat oorspronkelijk 8 miljoen kronen (840.000 euro) daarvoor uittrok. Het project moest eind

2016 sowieso stoppen.

Wel toonde het experiment aan dat de medewerkers zich gezonder voelden, dat er minder ziekteverzuim was

en dat ook de patiënten beter verzorgd werden door de bejaardenverzorgers. Het Göteborg-experiment is

slechts een van de vele proeven die het Scandinavische land doet om de zo geroemde Zweedse

verzorgingsstaat nóg beter te maken.

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Werkwijze

Deel 1

Surf naar de sites van Het Laatste Nieuws en van De Morgen Noteer op je bordje wat je zoal opvalt. Bespreek de verschillen/gelijkenissen met je buur. Wat is jullie conclusie?

Deel 2

Lees de artikels aandachtig. Onderstreep kernwoorden, markeer moeilijke woorden,.. Noteer de grootse verschillen ( site/ krantenartikel) in de tabel. Vul de checklist ‘ Betrouwbaarheid van Bronnen in’ Vergelijk met je buur.

27

Het experiment werd door de hele wereld gevolgd, omdat Zweden als rolmodel wordt gezien als het gaat om

arbeidsvoorwaarden.

http://www.hln.be/hln/nl/922/Nieuws/article/detail/3046356/2017/01/04/Zweeds-experiment-met-zesurige-werkdag-

geflopt.dhtml

Door: redactie 

ARTIKEL 2

Het kostenplaatje van het Zweedse experiment met minder arbeidstijd noopt tot meer realisme en geleidelijkheidZelden is een maatschappelijk dilemma meer op scherp gesteld dan bij het sociaal experiment met de zesurige werkdag in een zorginstelling in de Zweedse stad Göteborg. Het lijkt wel of de hele beschaafde wereld zat uit te kijken naar het antwoord op de vraag of het wat zou worden met dat (fors) minder werken met behoud van loon.

Het eindresultaat geeft zowel de optimisten als de sceptici argumenten. Positief is dat het welzijn van de werknemers toeneemt. De motivatie stijgt, het ziekteverzuim daalt wat. Crucialer nog is dat ook de 'klanten', de bejaarden in de instelling, er beter van geworden zijn. Ze werden beter verzorgd door het sterker gemotiveerd personeel. Dat is niet niks.

Daartegenover staat, helaas, één verpletterend nadeel. Werktijdverkorting met behoud van loon is amper te betalen. De vraag hoeveel investering in arbeidstijdverkorting een gezonde economie kan en wil dragen, is pertinent op een moment van cruciale sociale uitdagingen. Is dit mooie maar erg dure concept werkelijk een prioriteit van sociale zekerheid in tijden van stijgende gezondheidskosten, pensioenontwaarding, hoge kinderarmoede en tekort aan arbeidsplaatsen voor lager geschoolden?

Verminderde afwezigheden en het terugverdieneffect door extra tewerkstelling temperen de kosten enigszins, maar dan nog blijken de financiële inspanningen te hoog om ze vol te houden. De bejaardenverzorgers van tehuis Svartedalen zijn dus sinds deze week weer voltijds aan de slag. Bummer.

Het probleem met arbeidstijdverkorting is dat ze weinig compromissen toelaat. Voer je ze vrijwillig in, dan riskeer je dat vooral vrouwen/moeders toehappen

Natuurlijk is één lokaal experiment te beperkt om de droom van collectieve arbeidsvermindering te begraven. Maar de resultaten zijn wel een reality check voor de voorstanders. Net zoals bij het basisinkomen, dat andere nogal utopische wondermiddel om werk en leven in balans te krijgen, is de financiering een ernstige handicap. Die onder het tapijt schuiven, helpt de zaak niet vooruit.

Het probleem met arbeidstijdverkorting is dat ze weinig compromissen toelaat. Voer je ze vrijwillig in, dan riskeer je dat vooral vrouwen/moeders toehappen, met juist grotere ongelijkheid tot gevolg. Laat je het loonbehoud los, dan veroordeel je de lagere lonen tot zwaar inkomstenverlies.

Dan maar geleidelijk de arbeidstijd verkorten, op het ritme van de groei van economie en productiviteit? Wellicht is dat de enige manier om de droom levend te houden. Het Zweedse experiment laat zien dat welzijn en arbeidstijd sterk gekoppeld zijn. Maar het kostenplaatje noopt tot meer realisme en geleidelijkheid.

Bart Eeckhout.   ©Wouter Van Vooren

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

28

http://www.demorgen.be/opinie/het-kostenplaatje-van-het-zweedse-experiment-met-minder-arbeidstijd-noopt-tot-meer-realisme-en-geleidelijkheid-b225d7ed/

Tabel: Wat valt op?

Artikel 1 Artikel 2Website

Krantenkop

Inhoud

Auteur

Taalgebruik

Toon

Uitbreiding : https://djonsjon.wordpress.com/2013/04/09/betrouwbaarheid-kranten-in-het-geding/

7.4.3 Checklist: Betrouwbaarheid van bronnenArtikel 1 Artikel 2

Is de informatie betrouwbaar?

Wordt de auteur duidelijk vermeld?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Heeft de auteur voldoende gezag? Is hij lid van een instituut, organisatie of educatieve instelling?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

29

Verwijst de auteur duidelijk naar geraadpleegde bronnen?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Is de auteur deskundig over het onderwerp?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

B. Is de tekst voldoende informatief ?

Is de informatie recent? Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Is de tekst voornamelijk informatief en objectief?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Worden er vooral feiten ( geen meningen) beschreven?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Is de toon voldoende nuchter en zakelijk( en dus niet persoonlijk, emotioneel of ironisch)?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Zijn taal , formulering, spelling en grammatica verzorgd?

Ja Nee Weet niet

Ja Nee Weet niet

Aantal keren ‘ Ja’

8. Wat heb ik geleerd?

Wat heb jij geleerd in dit deel? Overloop de bundel even rustig.

Som minstens 3 besproken onderdelen op die je nog niet kende of waar je vanaf nu meer aandacht aan zal besteden.

1. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

Betrouwbaarheid van bronnen

De Bron zelf ( krant, site,..) ? Auteur: vermelding, gezag,

deskundigheid ? Verwijzing naar geraadpleegde

bronnen ? Tekst: objectiviteit, toon, taal?

30

2. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

3. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Vul het feedbackformulier voor de leerkracht in.

9. Bronnen

Nota bene! · Cursus schrijfvaardigheid hoogopgeleide anderstaligen José Bakx - L idy Zi j lmans - Marij Bernards - Annemiek de Vries

Frappant 5T , Vandekerckhove J., Pelcmans.

Frappant 4T , Vandekerckhove J., Pelcmans.

Netwerk Taal Centraal 3, 4 en 5, Van In

Competentiegids Netwerk Taal Centraal, Van In.

10. Leerplandoelen

2e graad TSO 3e graad TSO

5. KIJKEN EN LUISTEREN: strategische vaardigheden toepassen7. ATTITUDE: Bereid om te luisteren, anderen laten uitspreken, reflecteren8. LEZEN: Structurerend niveau, teksten voor onbekende

3. LUISTEREN EN KIJKEN: Strategieën gebruiken om aan onbekende woorden een betekenis toe te kennen.4. LUISTEREN EN KIJKEN: strategische vaardigheden toepassen bij planning, uitvoering en reflectie: tekstdoelen, voorkennis, informatie selecteren en ordenen, inhoudelijke en functionele relaties vaststellen,

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic

31

leeftijdsgenoten9. LEZEN: Structurerend niveau, voor een onbekend publiek ( schema's, tabellen, grafieken, onderschriften, verslagen, instructies, gebruiksaanwijzingen,..)10. LEZEN: Beoordelend, teksten voor onbekende leeftijdsgenoten ( informatieve teksten, zakelijke brieven/e-mails, advertenties, fictie)11. LEZEN: Beoordelend niveau, voor onbekend publiek ( informatieve teksten, websites beoordelen, concertagenda's, uitstap plannen,..)12. LEZEN: : Strategische vaardigheden ( Ovur, leesdoel, tekstdoel, voorkennis, opmaak, hoofdgedachte, structuur, relaties tussen tekstonderdelen,..)13. LEZEN: Leesstrategie kiezen en toepassen ( voorspellen, oriënterend, zoekend, globaal, intensief)14. LEZEN: Woordenschatstrategieën onbekende woorden ( context, woordvorming, woordenboek,..)15. ATTITUDE: Bereidheid tot lezen ( info verzamelen, vergelijken, persoonlijk oordeel formuleren, doorlezen,..)17. SPREKEN: Structurerend niveau, voor bekende volwassenen ( vragen stellen, info presenteren, gevoelens/ervaringen uitdrukken)19. SPREKEN: Beoordelend niveau, voor bekende leeftijdgenoten: standpunten, debat, stellingenspel, oplossingen bedenken,..)22. ATTITUDE: ( AN) spreken, kritische houding tegenover eigen spreekgedrag, anderen laten uitspreken,..24. SCHRIJVEN: Structurerend niveau, voor een bekende volwassene : agenda, planning, verslagen, notities, samenvattingen, schema's)26. SCHRIJVEN: Beoordelend niveau, voor onbekende leeftijdsgenoten: lezersbrieven, recensies, reacties27. SCHRIJVEN: Strategieën : Oriënteren op schrijftaak/publiek, strategie kiezen, info zoeken, selecteren/ordenen/verwerken, tekstopbouw, inhouds-en vormconventies verzorgen, ict gebruiken, resultaat beoordelen en bijstellen28. ATTITUDE: Bereidheid om te schrijven, reflecteren op proces/product, taal/vorm/spelling/lay-out verzorgen50. ATTITUDE: Bereidheid om bewust te reflecteren over taalgebruik en taalsysteem en dit toe te passen.59. TS: Woordsemaniek: woordbetekenis, gevoelswaarde. Betekenisrelaties: homoniem, antoniem, synoniem. Letterlijke/figuurlijke betekenis. Beeldspraak. Modaliteit.60. TS: Reflecteren op kijk-, luister-, spreek- , interactie- en schrijfstrategieën.

VOET: ICT, 21st century skills, omgaan met sociale media

functie van visuele informatie, taalgebruik van spreker inschatten,..6. ATTITUDE: Bereid om te luisteren en kijken, anderen laten uitspreken, reflecteren, wat beluisterd en bekeken is toetsen aan eigen kennis en inzichten.9. LEZEN: Beoordelend, voor een onbekend publiek ( schema's, tabellen, verslagen, hyperteksten, opiniestuk, betoog, instructies, reclameteksten, fictie)10. LEZEN: Strategieën om onbekende woorden betekenis toe te kennen ( context, woordvorming, voorkennis, woordenboek)11. LEZEN: Bij planning/ uitvoering /reflectie strategische vaardigheden toepassen ( leesdoel, tekstdoel, opmaak, beeld, structuur, tekstverbanden, samenvatten, argumenten, feit/mening, informatie selecteren)13. ATTITUDE: Bereidheid om te lezen, info verzamelen, vergelijken, reflecteren, persoonlijk oordeel17. SPREKEN: Strategische vaardigheden bij planning/uitvoering en reflectie toepassen : spreekdoel , voorkennis, info selecteren, taalgebruik aanpassen, gespreksconventies hanteren, argumenten herkennen en aanbrengen, adequaat reageren,..)18. ATTITUDE: Bereidheid om te spreken ( AN, kritische houding aannemen tov eigen spreekgedrag)19. SCHRIJVEN: Structurerend niveau, voor onbekend publiek ( instructies, schema's en samenvattingen)20. SCHRIJVEN: Beoordelend niveau, voor een onbekend publiek : zakelijke brieven, sollicitatiebrieven, cv, verslagen, argumenten,21. SCHRIJVEN: Strategieën kiezen en toepassen bij planning/ uitvoering en reflectie : Schrijfdoel bepalen, tekstsoort, voorkennis, gericht info zoeken, ordenen, verwerken, tekstopbouw en -structuur, inhouds- en vormconventies, lay-out, correct citeren, gebruik van ict)22. ATTITUDE: Bereidheid om te schrijven, reflecteren op vorm en inhoud, taal, lay-out, spelling,..verzorgen. Werken met woordenboeken, hulpschema's , websites met taaladvies28. ATTITUDE: Reflecteren op taalgebruik en taalsysteem ( vb. gevoelswaarde van teksten vergelijken)29. ATTITUDE: Bij reflecteren op verbale en non-verbale communicatie interesse en respect tonen voor persoon/cultuur30. TG: Bewust reflecteren op een aantal aspecten van taalgebruik. Verschijnselen herkennen en onderzoeken in het tekstuele domein: vaste tekststructuren, structuuraanduiders, betekenisrelaties, feit/mening32. TG: Pragmatische domein: communictiesituatie, normen/conventies/vooroordelen,..via taal, voor hen relevante taalhandelingen, argumentatie, non-verbale communicatie, talige en cultuurgebonden aspecten van cultuuruitingen in onze samenleving,36. TS : Semantische domein: Woordsemantiek: woordbetekenis ( connotatie, denotatie) , betekenisverandering, stijlfiguren: eufemisme, dysfemisme, pleonasme, tautologie Zinssemantiek: modaliteit37. TS: Bewust reflecteren op kijk-, luister-, spreek-, kijk-, lees- en schrijfstrategieen

VOET: ICT, 21st century skills, omgaan met sociale media

Bundel S Atheneum Merksem ©Tamara Stojakovic