Subsidies en de balkenendenorm

12
Wat kan de gemeente nog doen? 6 TOPSALARISSEN 4 Let op bij kandidaatstelling VRIENDJESPOLITIEK Els Blaak- Schuitevoerder 12 OUDE GLORIE 3 Ruim baan voor investeren Burgerinitiatief geeft energie 10 COÖPERATIES 8 Belgisch model kan helpen WAAR BLIJVEN DE VROUWEN? WET HOF LOKAAL BESTUUR Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA Jaargang 37 nummer 6 Juni 2013

description

Het Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur (van de PvdA) schreef in juni 2013 een artikel wat gemeenten nog kunnen doen nu ze niet meer via subsidieafspraken instellingen kunnen houden aan de Balkenendenorm. Ik mocht als één van de experts op subsidies mijn zegje hierin doen. Het artikel staat op pag. 6 en 7.

Transcript of Subsidies en de balkenendenorm

Page 1: Subsidies en de balkenendenorm

Wat kan de gemeente nog doen?

6TOPSALARISSEN

4

Let op bij kandidaatstelling

VRIENDJESPOLITIEK

Els Blaak-Schuitevoerder

12OUDE GLORIE

3

Ruim baan voor investeren

Burgerinitiatief geeft energie

10COÖPERATIES

8Belgisch model kan helpen

WAAR BLIJVENDE VROUWEN?

WET HOF

LOKAAL BESTUUR Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA

Jaargang 37 nummer 6Juni 2013

Page 2: Subsidies en de balkenendenorm

2

Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.

UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980

37e jaargang no. 6

Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming.

REDACTIE Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Aukelien Jellema, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Martijn Smit, Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.

EINDREDACTIEJan de Roos

SECRETARIAAT Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 0900-9553 e-mail: [email protected]

BASISLAYOUT Stan Wagter / Ronald Koopmans

VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan Chris de Boer, Roy Bouten (In de keuken), Ed Groot, Jacqueline Kalk, Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer), Timothy Schelhaas (cartoon), Esther-Mirjam Sent (Afgevaardigde), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel

PRODUCTIE EN DRUKOpmeer Drukkerij, Den Haag

ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553.

INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raad- plegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl

twitter.com/lokaalbestuur

KOPIJ Reacties en bijdragen naar: [email protected]

LOKAAL BESTUUR

colofon

Wat kan de gemeente nog doen?

6TOPSALARISSEN

4

Let op bij kandidaatstelling

VRIENDJESPOLITIEK

Els Blaak-Schuitevoerder

12OUDE GLORIE

3

Ruim baan voor investeren

Burgerinitiatief geeft energie

10COÖPERATIES

8Belgisch model kan helpen

WAAR BLIJVENDE VROUWEN?

WET HOF

LOKAAL BESTUUR Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA

Jaargang 37 nummer 6Juni 2013

Omslagfoto

De mannen verdringen de vrouwen in de gemeenteraden.

Bovendien vergrijst de raad.

Foto Nationale Beeldbank

Foto Bert Beelen

JACqUELINE KALK secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur

Kalk

OPZIJ, OPZIJ, OPZIJ…Cartoon Timothy Schelhaas

De gemiddelde leeftijd van het PvdA-raadslid is 53 jaar, wethouders zijn gemiddeld 55 en onze burgemeesters 59 jaar, zo is elders in dit nummer te lezen. Henk Krol, partijleider van 50+, zou er jaloers op zijn als al deze lokale helden van zijn partij zouden zijn. Maar wat zeggen deze cijfers? Het ligt er aan hoe je dit bekijkt. Leeftijd zegt niets over de kwaliteiten die je hebt om je taak als raadslid, wethouder of burgemeester te vervullen. Sterker nog, een bepaalde mate van levenswijsheid en ervaring is handig om een goede volksvertegenwoordiger of bestuurder te zijn. Leeftijd zegt wél iets over de uitstraling die je als partij hebt. Bij ons stokt de doorstroming. En dat is zeer zorgelijk. We hebben maar één vrouwelijk raadslid onder de 25 en geen vrouwelijke wethouders onder de 35. Bij de mannen ligt dat niet veel anders. Dat betekent ook dat het voor onze partij een reëel gevaar is dat onze kweekvijver opdroogt. Daar is niet één specifieke oorzaak voor. Er is minder interesse in politiek, mensen zijn niet meer bereid om veel vrije tijd te besteden aan een taak waar geen einde aan komt, mensen hebben het druk, enzovoorts. Maar dat is niet het enige. Het heeft er ook mee te maken of er lokaal plaats wordt gemaakt voor een nieuwe generatie politici. Veel van onze raadsleden en wethouders zitten in een tweede, derde, vierde of vijfde termijn. Een enkeling zelfs nog veel langer. Zij vinden de politiek nog steeds geweldig. En dat is het ook. Wat is er nu leuker dan dat het hele dorp je kent en over alles wat jij in de politiek doet een mening heeft. Je bent bijna een bekende Nederlander en het vult je vrije tijd ook nog op een zinvolle manier.

Maar dat is niet het enige wat telt. Nadat je twee of drie termijnen raadslid of wethouder bent geweest, zijn er ook andere dingen waar je aan moet denken. Bijvoorbeeld: is elke dag een uitdaging voor je, of denk je ‘we moeten maar weer’? Denk je bij de zoveelste nota: ‘dit heb ik wel gezien’ of blijf je nieuwsgierig? Als dezelfde burger voor de tiende keer bij je voor de deur staat, vind je dat dan nog leuk? Kijk ook eens om je heen. Hoeveel kandidaten voor een politieke functie heb je in de loop van de jaren zien afhaken? Zijn er echt geen waardige opvolgers voor je? Natuurlijk kan niemand dit zo goed doen als jij, en natuurlijk moet een fractielid met ambitie nog heel veel leren. Dus toch nog maar een periode doorgaan? Als je dit herkent moet je alert zijn. Dit is het verslavende effect van de politiek. Tegenwoordig hebben we een maximum van drie termijnen voor politieke functies, tenzij de Algemene Ledenvergadering anders vindt. Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen in je afweging of je je voor een volgende termijn weer beschikbaar stelt. Zeker voor wethouders. Hoe zijn je perspectieven op de arbeidsmarkt? Blijf jezelf voorhouden dat een politieke functie per definitie tijdelijk is. Het is niet iedereen gegeven om na twintig jaar actieve politiek nog steeds een inspiratiebron voor je omgeving te zijn. Het risico dat je narrig en zuur bent geworden is groter. Vraag je in deze periode af of jij bijdraagt aan het toekomstbestendig houden van de PvdA in je eigen gemeente. Staat er een nieuwe generatie klaar? Maak dan plaats. Het klinkt misschien niet zo aardig, maar als we niets doen aan verjonging en doorstroming, dan is de gemiddelde leeftijd in 2017 nog vier jaar ouder. Nog meer jongeren zijn dan afgehaakt en wij zijn dan met stip gestegen op de lijst van 50+.

Page 3: Subsidies en de balkenendenorm

3lokaal bestuur / juni 2013

flink kan variëren. In tijden dat er wordt geïnvesteerd zijn er op kasbasis grote tekorten en in jaren waarin wordt afgeschreven zie je overschotten. De Jager zag al in dat die zogenoemde ‘micro-normering’ onwerkbaar was. Er kwam een macronorm, zodat tekorten van de ene gemeente of provincie kunnen worden weggestreept tegen de overschotten van andere. Dat scheelde al. Maar ook de macro-norm bleef knellen, want het totale tekort moest nog steeds naar nul op straffe van boetes van de landelijke overheid.

ConstructiefGelukkig heeft het nieuwe kabinet voor constructief bestuurlijk overleg gekozen. Een groot aantal versoepelingen zijn aangebracht. De macronorm is aanzienlijk opgerekt. Wordt de norm toch overschreden, dan volgen tot 2017 geen sancties of boetes. Er blijft te allen tijde ruimte voor bestuurlijk overleg, op basis van gelijkwaardigheid. De wet HOF is zo ingrijpend op de schop gegaan dat sommigen zelfs menen dat het een tandeloze tijger is geworden.Toch zijn er lagere overheden die nog steeds vrezen dat de wet HOF gaat knellen. Het gaat hier om provincies met behoorlijke financiële reserves die ze graag de komende jaren willen uitgeven aan economische structuurversterking. Ik juich die ambities van harte toe, want het getuigt van een gezonde investeringslust die we meer dan ooit nodig hebben. Maar ik meen ook dat de vrees ongegrond is dat die investeringslust wordt gesmoord door de wet HOF.

Ik ben diep in de cijfers gedoken. Uit de ramingen van het Centraal Planbureau blijkt dat de totale investeringen van de lagere overheden in 2017 vanzelf al onder het niveau van de afschrijvingen komen. Met andere woorden, de middelen die vrijkomen uit de afschrijvingen zijn al voldoende om de totale investeringen in de komende jaren te financieren. Een tekortnorm van nul zou dus in 2017 al voldoende zijn.

Extra ruimteDie lagere investeringsbehoefte heeft deels met demografie en deels met de crisis te maken. Er zijn de komende tijd nu eenmaal minder scholen nodig en door de crisis worden minder nieuwbouwlocaties ontwikkeld dan in de voorbije jaren van economische voorspoed.

De werkelijke investeringsruimte is echter veel groter dan de afschrijvingen. Volgens het bestuursakkoord dat Dijsselbloem heeft afgesloten met VNG, IPO en de Unie van Waterschappen mogen de lagere overheden een tekort hebben van 0,5 procent in de jaren 2013, 2014 en 2015, 0,4 procent in 2016 en 0,3 procent in 2017. Bij elkaar gaat het om zo’n 12 miljard aan extra investeringsruimte. Het moet wel erg gek gaan wil die extra ruimte worden overschreden. In theorie is

ED GROOTLID TWEEDE KAMER VOOR DE PVDA

WET HOF: RUIM BAAN VOOR INVESTEREN

dat alleen mogelijk als alle investeringsplannen, rijp en groen, zonder meer worden uitgevoerd en provincies al hun financiële reserves daadwerkelijk tot nul terugbrengen. Maar de ervaring wijst uit dat dit nooit gebeurt. Lagere overheden zijn wat dat betreft niet anders dan pakweg woningcorporaties of particuliere bedrijven. Van woningcorporaties is bekend dat de daadwerkelijk gerealiseerde woningen steevast ongeveer een derde lager liggen dan men van plan was. Iets soortgelijks zien we bij de jaarlijkse CBS-investeringsenquêtes onder het bedrijfsleven. En dat is begrijpelijk. In de praktijk gaat de spade vaker later dan eerder dan gehoopt de grond in. Maar wat als ons straks toch het goede nieuws bereikt dat de lagere overheden alle verwachtingen overtreffen met hun investeringen? Dan ligt er nog altijd een Kamerbreed gesteunde motie waarin klip en klaar staat dat het kabinet moet voorkomen dat de wet HOF leidt tot uitstel of afstel van investeringen en daarmee tot verlies van werkgelegenheid. Daar kunnen lagere overheden ons en het kabinet aan houden.

Foto Nationale Beeldbank

Onlangs heeft de Tweede Kamer de wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF) goedgekeurd. Over de wet is veel te doen geweest bij provincies, gemeenten en waterschappen. Gevreesd werd dat deze wet de investeringen van de lagere overheden op slot zou zetten. Dat zou in deze barre economische tijden een ramp zijn. Gelukkig heeft minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën goed geluisterd naar onze kritiek en die van de lagere overheden. De wet is ingrijpend aangepast. De kou is uit de lucht. Dus zeg ik tegen gemeenten, provincies en waterschappen: als u scholen, wegen of dijken wilt bouwen, moet u dat vooral doen. De wet HOF houdt u niet tegen!

De wet HOF regelt in essentie twee zaken die voortvloeien uit Europese verplichtingen. De eerste is dat het nationale systeem van begrotingsvoorbereiding en de toepassing van vaste uitgavenkaders wettelijk worden vastgelegd. Ten tweede worden lagere overheden gebonden aan een maximaal begrotingstekort op kasbasis. Vooral dit laatste lag de lagere overheden en ook de PvdA zwaar op de maag. En terecht. Want het oorspronkelijke wetsvoorstel, zoals dat nog door CDA-minister Jan Kees de Jager was ingediend, was veel te streng.

De Jager wilde elke individuele gemeente of provincie dwingen om het tekort op kasbasis te beperken en op termijn naar nul terug te brengen. Maar lagere overheden werken helemaal niet met begrotingen op kasbasis. Lagere overheden hanteren de ‘gulden financieringsregel’, die zegt dat lopende uitgaven moeten worden gedekt door lopende inkomsten, maar waarbij voor investeringen mag worden geleend. Op die investeringen wordt vervolgens geleidelijk afgeschreven. Dit op zichzelf prima systeem heeft tot gevolg dat de begroting op kasbasis van jaar tot jaar

Het kabinet heeft gelukkig een groot aantal versoepelingen aangebracht

Page 4: Subsidies en de balkenendenorm

4

VRIENDJESPOLITIEK NOG GEEN MONSTER VAN WELEER

JACqUELINE KALKSECRETARIS CLB

Vriendjespolitiek is van alle tijden. Vroeger, en dat is nog niet zo heel lang geleden, was dit de normaalste zaak van de wereld. In de verzuilde samenleving werd er binnen de zuil voor je gezorgd. De minister zorgde dat zijn dochter of neef die leuke functie op het ministerie kreeg, het wethouderschap werd onder bepaalde families verdeeld en zoonlief ging mee naar de fabriek van pa. Dit zorgen voor elkaar kwam in alle lagen van de bevolking voor: binnen je eigen zuil, voor je eigen familie of sociaal netwerk en in je eigen stad of dorp.

plaats vindt naar vermeende belangenverstrengeling in Rotterdam Feijenoord. Daarmee kunnen speculaties worden weerlegd of wordt duidelijk dat maatregelen noodzakelijk zijn. En denk ook eens aan de schade die je als persoon oploopt als (onterecht) je integriteit ter discussie wordt gesteld. Door de sociale media ontstaat er een beeld dat nooit meer verdwijnt.

voorkeursbehandelingVriendjespolitiek draait om het verlenen van diensten aan (potentiële) kiezers door een politicus in zijn of haar functie. Het gaat dan om een voorkeursbehandeling van een persoon, die bijvoorbeeld een

opdracht of baan krijgt of andere kansen die andere burgers niet krijgen. Het kan ook gaan om het persoonlijk, door de politicus, regelen van subsidie of een voorkeursbehandeling voor een organisatie, omdat dat gevraagd wordt door bekenden, familie of vrienden die betrokken zijn bij die organisatie of omdat de politicus zelf altijd actief is (geweest) in die organisatie.

Hoe kunnen we binnen de PvdA vriendjespolitiek voorkomen? Laten we eens kijken naar de relatie van raadsleden en wethouders met hun kiezers, hun eigen achterban. De PvdA hecht aan raadsleden en wethouders die midden in de samenleving

Dit soort patronen is gelukkig doorbroken. De zuilen zijn grotendeels verdwenen, het opleidingsniveau van de Nederlanders is enorm gestegen en mensen worden meer op hun individuele kwaliteiten beoordeeld dan vroeger en niet meer op wie je kent. De samenleving is opener en toegankelijker geworden en tegelijkertijd veel gedifferentieerder met veel verschillende gemeenschappen en nieuwe scheidslijnen. Toch komt vriendjespolitiek nog steeds op alle niveaus en in alle lagen van de maatschappij voor. Maar anders dan in het verleden wordt vriendjespolitiek meer aan de kaak gesteld. ‘Het publiek kijkt veel meer naar binnen’, aldus hoogleraar staatsrecht Wim Voermans. Met andere woorden: politici leven in een glazen huis. Dat is misschien even wennen maar wel heel erg toe te juichen.Vriendjespolitiek is schadelijk. Integere politici zijn onontbeerlijk om als partij het vertrouwen van kiezer en publiek te krijgen. Het bevoordelen van mensen of organisaties alleen omdat je ze kent of omdat je er ‘verplichtingen’ mee koopt, veroorzaakt schade aan een politieke partij en aan de persoon. Denk maar aan de kwestie rond de benoeming van de burgemeester van Roermond, waar wethouder Van Rey informatie doorspeelde naar de kandidaat van zijn eigen partij. Maar ook binnen onze partij kennen we er voorbeelden van. Denk aan de negatieve berichtgeving over de PvdA in Amsterdam Zuid-Oost of het onderzoek dat nu

staan. De PvdA wil betrokken politici, die aanspreekbaar en aanklampbaar zijn, die weten wat er speelt en in direct contact staan met de kiezer. Daarop selecteren we onze kandidaten ook. We hechten waarde aan politici die de beschikking hebben over een breed netwerk en een achterban. Politici en achterban kennen elkaar, informeren elkaar en vormen een groep. Juist dan is het belangrijk dat de kandidaat en achterban weten dat hiermee geen rechten kunnen worden opgebouwd. Ook niet als die achterban de PvdA en de kandidaat steunt in de verkiezingscampagne.

kandidaatstellingKandidaatstellingscommissies gaan straks in gesprek met (potentiële) kandidaat-raadsleden of -wethouders voor de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014. En dat biedt kansen. Naast alle vragen die aan de kandidaten worden gesteld over hun motivatie, ervaring, maatschappelijke betrokkenheid en de mate waarin de kandidaat in het profi el past, is het belangrijk om te onderzoeken hoe potentiële kandidaten zich zullen opstellen in situaties waarin er een beroep op hen wordt gedaan vanuit de eigen achterban. Met andere woorden: is de kandidaat zich bewust van het potentiële gevaar van vriendjespolitiek? Doorslaggevend in de beoordeling of het gaat om vriendjespolitiek of om goed raadslidschap is het criterium of de politicus het algemeen (partij)belang dient of dat inruilt voor zijn of haar persoonlijke belang.

Foto Hollandse Hoogte

de rotterdamse deelgemeente feijenoord laat een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar mogelijke belangenverstrengeling bij het toekennen van subsidies vanaf 2010. politici zouden vriendjespolitiek bedrijven bij het toekennen van subsidies. daarnaast zou de verwevenheid tussen Turkse politici en maatschappelijke organisaties groot zijn.

TEgEn Elkaar aansCHUrkEn

‘Nederland hangt aan elkaar van vriendjespolitiek’, aldus de Leidse hoogleraar staatsrecht Wim voermans. Hij doelt daarbij op de wethouder die te dikke maatjes is geworden met de projectontwikkelaar. Je kunt ook denken aan de hoge ambtenaar die in opspraak kwam omdat nu net die ene TBS-kliniek waar zijn vrouw een hoge functie had, open blijft. ‘Dat kan

ook niet anders’, stelt hij. ‘Je schurkt hier tegen elkaar aan en je hebt elkaar steeds weer nodig om iets te bereiken’. Dat bevordert niet een cultuur waarin je elkaar aanspreekt.Zie ook www.pm.nl

Er hoeft niet altijd sprake te zijn van fi nancieel gewin

Dilemma's1. je zwager is een kleine zorgaanbieder.

in de aanbestedingsprocedures van de gemeente komen de kleine bedrijven nauwelijks aan bod. Hij vraagt je om als je raadslid bent, je er voor in te spannen deze aanbestedingsregels aan te passen. als je dat toezegt zal hij je actief in je campagne steunen. Wat doe je?

2. in je buurtcafé nemen ze het niet zo nauw met de leeftijdsgrenzen voor alcohol. als vaste bezoeker heb je dit ook altijd geweten. stel je bent raadslid geworden. verandert er dan wat?

3. in de raad wordt een subsidieverzoek besproken voor sportactiviteiten. Het college stelt voor het verzoek te honoreren. de stemming in de raad is half om half. jouw stemt kan de doorslag geven. je man werkt ook bij de organisatie waar het omgaat. Wat doe je?

Page 5: Subsidies en de balkenendenorm

5lokaal bestuur / juni 2013

VRIENDJESPOLITIEK NOG GEEN MONSTER VAN WELEER

En daarbij dus het belang van de samenleving en of partij schaadt. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat er per definitie sprake moet zijn van financieel gewin. De dienst kan ook worden geleverd om de lieve vrede in de familie of in de vriendenkring te bewaren. Zo kan een politicus door bekenden zó onder druk worden gezet dat hij of zij geen andere keuze meer lijkt te hebben dan de betreffende groep van dienst te zijn. Het hoeft ook niet te gaan om het hier en nu. De politicus kan verleid worden om een verplichting aan te gaan op termijn, bijvoorbeeld als hij toezegt om zaken te regelen als wederdienst voor stemmen. Daarom is het buitengewoon belangrijk dat kandidaatstellings-commissies vragen stellen aan de kandidaat-raadsleden over dit risico. Maar ook in de zittende fracties hoort dit onderwerp van gesprek te zijn, om jezelf en elkaar scherp te houden. Het bespreekbaar maken is daarbij de eerste hobbel. Vermoedens van vriendjespolitiek bij de andere raadsleden - hoe lastig ook - moeten binnen de fractie besproken kunnen worden. Maar ook het raadslid dat vreest zelf verstrikt te raken in vriendjespolitiek moet de situatie aan de orde kunnen stellen. Openheid en elkaar vertrouwen om dit gesprek aan te gaan is het sterkste wapen tegen vriendjespolitiek.

Tips voor

afdElingEn

> Maak het onderwerp vriendjespolitiek bespreekbaar in je fractie, ook als het volgens jou niet speelt

> Bespreek met elkaar waar volgens jullie de grenzen liggen van wat wel en wat niet kan

> Gebruik het dilemmaspel van het CLB/SGS, zie https://www.lokaalbestuur.nl/mijn_clb/discussies/discussies_item/t/integriteit_3

> Bespreek de gedragscode van de PvdA en de betekenis daarvan voor je eigen handelen

Tips voor kandidaaT-

sTEllingsCommissiEs

> Ga naar de trainingen voor de kandidaatstellingscommissies van de PvdA

> Voor kandidaat-raadsleden is er een e-learning programma. Breng dat onder de aandacht van de kandidaten en vraag naar hun ervaringen hiermee.

> Maak gebruik van de vragen- lijst voor de kandidaatstel-lings commissies (te vinden op mijn pvda.nl onder de knop ‘proces naar 2014’)

stellingBESTUURLIJKE DRUKTE

mogens domela nieuwenhuis, fractievoorziter in Zuidplas

In onze gemeente, die in 2010 is ontstaan door een ‘vrijwillige’ fusie, kan ik deze stelling alleen maar met ‘ja’ beantwoorden. En dan heb ik het niet over bestuurlijke drukte maar gekte. De eerste twee jaar stonden volledig in het teken van de ‘harmonisatie’. Alle verordeningen, regelingen en dergelijke moesten opnieuw worden vastgesteld. De begrotingen van drie voormalige gemeenten moesten in elkaar worden geschoven tot één valide begroting. Drie voormalige ambtenarenapparaten moesten opgaan in één nieuw ambtenarenapparaat. Drie culturen moesten worden samengevoegd tot één. Twee gemeentehuizen werden gesloten en één gemeentehuis moest opnieuw worden ingericht, zodat daar alle ambtenaren en diensten konden worden ondergebracht. En dan heb ik het nog niet over de samenstelling van de gemeenteraad en het college, over de druk die op hen ligt om de eigenheid van de voormalige kernen te bewaken en te borgen in één nieuwe gemeente. Zie het maar als een ‘drukke’ uitdaging…

sam de groot, raadslid in lansingerland

Vanuit het perspectief van de burger en de bedrijven wordt de ‘bestuurlijke drukte’ bij gemeentelijke herindelingen helemaal niet minder. Er gaat tenslotte geen enkel loket dicht. Echt iets doen aan de bestuurlijke drukte kan alleen maar als er loketten verdwijnen, door het afschaffen van complete bestuurslagen. De bestuurlijke drukte is ook niet de belangrijkste kwestie. Wij moeten als gemeenschap de komende jaren een aantal belangrijke resultaten behalen om met minder financiële middelen een

nieuw sociaal en economisch perspectief te geven. Hierbij past geen overheid die met zichzelf strijd voert over deelbelangen, maar ook geen overheid die de gemeenschap, bedrijven en burgers niet goed kan ondersteunen in het dragen van een grotere verantwoordelijkheid. Er moet dus iets anders gebeuren. We moeten de uitvoering van maatschappelijke functies zowel centraliseren als decentraliseren, professionaliseren en vermaatschappelijken. Voor iedere gemeenschap, per onderwerp verschillend en afhankelijk van de omgeving, zal hierbij een andere schaal en manier van organiseren (buurt, wijk, gemeenschap, regio) nodig zijn.

margriet regeling, raadslid in súdwest fryslân

Bij een gemeentelijke herindeling komt de eerste jaren veel extra werk los. Het is aan de burgers moeilijk uit te leggen wat de voordelen van een fusie zijn. Daarom zal de nieuwe gemeente in eerste instantie veel energie steken in het zo soepel mogelijk laten verlopen van de gemeentelijke taken. Ambtenaren krijgen immers een andere functie en andere collega’s en de huisvesting is vaak over diverse locaties verspreid. Dat kost ook extra tijd. Naast de harmonisatie hiervan heb je ook de bezuinigingen, de economische crisis en de decentralisaties die verwerkt moeten worden. Een nieuwe gemeente is ambitieus en wil nieuw beleid. Een gemeente moet ook in beweging blijven. Ze krijgt een andere rol in de veranderende samenleving en daar moet ook aan gewerkt worden. Voor raadsleden levert dit alles dikke rapporten op, want in het digitale tijdperk is het zo simpel om extra informatie en stukken mee te zenden. Terwijl communicatie met de burgers misschien wel de belangrijkste taak van het raadslid is. Kortom, het is voor iedereen druk!

volgende maand dit dilemma:

de maand daarop deze stelling

mail je reactie (max 150 woorden) en foto naar [email protected]

Je bent de eigenaar van een mooie boekenzaak in de binnenstad. Vier jaar geleden ben je gevraagd raadslid voor de PvdA te worden. ‘We vinden het belangrijk dat er ook een ondernemer in onze fractie zit’. De gemeenteraad beslist deze maand over het autovrij maken van de binnenstad. Je fractie is uit milieuoverwegingen voor. De ondernemers zijn in meerderheid tegen en ook jij maakt je zorgen over je omzet. Wat doe je?

Nederland moet net als België wettelijk voorschrijven dat kandidatenlijsten voor de helft uit vrouwen bestaan.

de stelling van de maand luidde:

We kregen de volgende reacties:

Gemeentelijke herindeling leidt tot méér in plaats van minder bestuurlijke drukte.

oensdag 23 april heb ik op verzoek van de redactie van Lokaal Bestuur een bezoek gebracht aan de gemeenteraadsvergadering van buurgemeente Venlo. Naar je eigen raadsvergadering ga je met doelen

en scenario's in je achterhoofd. Daarom leek het me wel eens lekker om onbevangen en puur vanuit interesse op de publieke tribune bij onze buren plaats te nemen. Ik had mezelf daarbij wel voorgenomen om op drie zaken te letten: wat is de vergadersystematiek in Venlo, hoe betrekken ze burgers bij wat ze doen en hoe klinkt de regio door? Eerst wat feiten. Venlo is een gemeente met 100.000 inwoners in het mooie noord-Limburg. De gemeenteraad van Venlo bestaat uit 39 leden, verdeeld over 9 fracties. De PvdA heeft zes zetels (Vera Tax, Hay Janssen, Wilma de Bruin, Wouter Schenk, Bep Holla-Crienen en Houssein Mallouka) en maakt samen met de VVD (12 zetels) en het CDA (8 zetels) deel uit van het college. Ramon Testroote is de PvdA-wethouder. Hij neem het sociale domein voor zijn rekening, aangevuld met sport. Ik kende de Venlose politici tot 23 april niet vanuit de raad, maar vooral vanuit de regionale contacten en bijeenkomsten die we gezamenlijk organiseren.

vergadercyclusDe vergadercyclus zoals die in Venlo wordt gebruikt, is interessant. Waar we in Horst aan de Maas, net als veel andere gemeenten, werken met een commissiestructuur, wordt er in Venlo gewerkt met de zogeheten BOB-systematiek. Dossiers doorlopen drie stadia: Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming. Bij alle drie worden de raadsleden betrokken en alleen bij de beeldvorming zijn steunfractieleden welkom. De betrokkenheid van raadsleden bij de punten en dossiers is optimaal maar biedt minder mogelijkheden om er commissieleden bij te betrekken. Een opvallend detail in de raadsvergadering is de volgorde van spreken. Die is namelijk niet op basis van loting maar op basis van wie zich per termijn als eerste meldt. Het lijkt vanaf de tribune het debat in de raad te bevorderen, iets wat ik zeer aanmoedig.

BetrokkenheidWat het betrekken van burgers betreft, scoort de PvdA Venlo een dikke voldoende. De voor de PvdA belangrijkste punten, zoals in deze vergadering het drugsbeleid, zijn uitgebreid voorgesproken met de achterban en de inwoners van Venlo. Die inwoners weten de fractie te vinden door brieven, mails en telefoontjes. Dat alles zorgt voor een gedegen inbreng. Ook weet men de buurt en belanghebbenden te betrekken bij de uitvoering van de genomen besluiten, zonder populistisch te worden.

regioHet derde punt is de regio. Als Horst aan de Maas werken we, net als vele gemeenten, op veel gebieden samen met onze buurgemeenten, al is dat niet altijd in dezelfde samenstelling. We willen dat de inwoners, ondernemers en bezoekers van onze regio erop vooruit gaan. De regionale aanpak kan nog veel effectiever, zonder dat we naar een nieuwe 100.000 plus herindeling toewerken. Luisterend naar de discussie lijkt het me een mooie uitdaging om samen met andere gemeenteraden besluitvormende vergaderingen te organiseren. Als PvdA noord-Limburg trekken we steeds vaker op in bepaalde (regionale) dossiers. Ik hoop dat dit voor de raden ook gaat gelden, zonder verlies van eigen identiteit. Misschien een leuk punt voor minister Plasterk om mee aan de slag te gaan?

ConclusieMijn belangrijkste conclusie is dat de PvdA Venlo zich in de raad niet alleen als een politieke groepering manifesteert, maar als een afdeling die voor en door haar leden en inwoners politiek bedrijft met als doel een beter Venlo. Complimenten daarvoor en hopelijk tot snel in een gezamenlijke besluitvormende vergadering.

ROY BOUTENRAADSLID IN HORST AAN DE MAAS

Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie, [email protected]

VENLOW

in de keuken van

Page 6: Subsidies en de balkenendenorm

6

TIJD VOOR MOREEL APPEL OP GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN

JURJEN SIETSEMAFREELANCE JOURNALIST

Mogen gemeenten en provincies gesubsidieerde instellingen korten omdat ze vinden dat het geen subsidiedoel is om met publiek geld topsalarissen te financieren? Nee, bepaalde de rechter in Den Bosch onlangs. De lokale en provinciale overheden zijn daar niet blij mee. Ze zien het als een aantasting van hun beleidsvrijheid. Hoe moet het nu verder, vroeg Lokaal Bestuur aan de Eindhovense wethouder Staf Depla, de Drentse gedeputeerde Ard van der Tuuk, politicologe Geeske Wildeman en aan PvdA-Kamerlid Pierre Heijnen.

Of dat zo is, zal de tijd leren. De rechtbank in Den Bosch opende met de uitspraak in bovenstaande zaak de deur naar meer successen voor gesubsidieerde instellingen die hun korting aanvechten. Je macht als subsidieverstrekker

inzetten om zo salarissen van zittende bestuurders omlaag te krijgen is dus vooralsnog niet toegestaan. Een hard gelag voor veel gemeenten die voorlopig met lede ogen moeten toezien hoe er met verstrekt subsidiegeld riante salarissen worden betaald.

Volgens PvdA-Kamerlid pierre Heijnen is het ook onder de nieuwe Wet Normering Topinkomens (WNT) nog niet eenvoudig om

instellingen nu al te dwingen om terug te gaan in salaris. ‘Er zit, naar Europese normen, een overgangstermijn in die wet van vier jaar waarna het salaris in drie jaar in stappen terug gaat naar de Balkenende-norm (130 procent van een ministerssalaris). Een rechter zal daarom zeggen dat zo’n salaris vanuit een private overeenkomst wordt betaald en dat een

een goede kans maken om de korting staande te houden. Wij kunnen, denk ik, hard maken dat het betalen van topsalarissen wel degelijk te maken heeft met het doelmatig inzetten van subsidiemiddelen. ‘In de subsidieverordening hebben wij de bepaling opgenomen dat in het kader van die doelmatigheid het geld niet aan topinkomens moet worden besteed, maar aan zorg. Blijkbaar hebben we dat er niet duidelijk genoeg in gezet.’

meer gemeentenDepla is niet de enige wethouder die met deze problematiek te maken heeft. Er zijn meer gemeenten die met het zelfde bijltje hakken, zoals Den Haag, Amsterdam, Nijmegen en Zoetermeer . Depla: ‘Op dit moment heb ik veel contact met een wethouder in Den Haag die binnenkort ook om een zelfde geval gaat procederen. We wisselen ervaringen uit en hopen dat steeds meer gemeenten gaan meedoen zodat het op een gegeven moment niet interessant meer is voor een instelling om zich niet aan de regels te houden. Wat je je wel moet afvragen is hoe lang je hiermee door moet gaan. Ik ben met Novadic-Kentron eind 2010 begonnen en ga dus niet stoppen. Natuurlijk moet je instellingen beschermen tegen de willekeur van de overheid, maar ik ben ervan overtuigd dat de rechter in hoger beroep een andere afweging maakt dan in eerste aanleg.’

gemeente zich daar niet mee moet bemoeien, en daar lopen verschillende gemeenten dus tegenaan.’ Depla vindt echter dat er geen sprake is van een inbreuk in een private overeenkomst. ‘We verbieden het niet, we korten alleen de subsidie met het bedrag dat boven de WOPT-norm wordt betaald.’

provinciesNiet alleen gemeenten maar ook diverse provincies hebben te maken met rechtszaken over kortingen op subsidies. Zo liggen Brabant en Noord-Holland met de regionale omroepen in de clinch. Noord Holland heeft de Balkenende-norm verankerd in zijn subsidieverordening, evenals Gelderland, Groningen en Zeeland. Provinciale Staten van Brabant kozen vorig jaar voor de ‘Brabantnorm’, een salarisnorm die 50.000 euro onder de Balkenende-norm ligt. In Drenthe kent de provincie

geen problemen op dit vlak, zegt gedeputeerde ard van der Tuuk. ‘Helderheid vooraf helpt. Je vraagt je, als je dit allemaal leest, af of iedereen

dezelfde omschrijving gebruikt in zijn subsidie verordening. In Drenthe subsidiëren wij, en volgens mij zijn wij niet de enige, tot het norminkomen. Wij zeggen niet: ‘u mag niet boven dat inkomen zitten’, maar wij verstrekken subsidie tot dat

Eindhoven vindt dat topsalarissen ten koste gaan van de beoogde doelmatigheid

Foto Hollandse Hoogte

de Eindhovense instelling voor verslaafdenzorg novadic-kentron. deze kliniek vocht de korting van de gemeente op de subsidie aan bij de rechter, met succes. overigens verblijven de mensen op deze foto in werkelijkheid niet in de kliniek.

Je vindt als gemeente dat je niet vanuit publieke middelen hoeft mee te betalen aan topsalarissen en past je subsidieverordening aan. Eén van de instellingen die je vervolgens om deze reden op haar subsidie kort, is het hier niet mee eens, stapt naar de rechter en trekt aan het langste eind. Dit overkwam onlangs de gemeente Eindhoven. De rechter in Den Bosch bepaalde dat het betalen van een topsalaris (in dit geval boven de norm zoals in 2006 al vastgesteld in de WOPT, de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde

Topinkomens) en het doelmatig inzetten van subsidiemiddelen niets met elkaar van doen hebben. Een inperking van de beleidsvrijheid van deze gemeente dus. Toch laat Eindhoven het er

niet bij zitten, zegt wethouder staf depla. ‘Ze (de instelling voor verslaafdenzorg Novadic-Kentron, red.) mogen dan in eerste aanleg

gelijk hebben gekregen, maar ik denk dat wij in hoger beroep

Page 7: Subsidies en de balkenendenorm

7lokaal bestuur / juni 2013

e toegenomen complexiteit als gevolg van de groei van de kenniseconomie kan leiden tot onbehagen, onbegrip en zelfs angst. Immers, mensen houden doorgaans niet van onzekerheden en ongrijpbaarheid en het idee dat ze zaken zelf

niet meer in de hand hebben. Daarbij is keuzestress een nieuwerwets fenomeen. Complexiteit is naast een kwaliteit dus ook een bron van negatieve emoties.Een verlammend wantrouwen houdt ons gegijzeld. En dat terwijl vertrouwen een buitengewoon belangrijke motor van economische groei is. Op korte termijn stimuleert consumentenvertrouwen consumptie en producentenvertrouwen investeringen. Op lange termijn vermindert vertrouwen transactiekosten en bevordert het de optimale verdeling van schaarse middelen. Dat vertrouwen bouwen we níét op met een hiërarchische piramide, maar met een platte pannenkoek. We moeten níét slecht gedrag bestraffen, maar goed gedrag stimuleren. We moeten van formele relaties en bureaucratische principes naar partnerschappen en gedeelde belangen. We moeten níét de regels aanscherpen, maar een beroep doen op de verantwoordelijkheid van ons allen. We maken de toekomst níét door de schuld bij anderen neer te leggen, maar door zelf te handelen. De burger is géén consument, maar eerst en vooral medeproducent van de waarden die in onze maatschappij actueel zijn.Dit vraagt om herbezinning op diverse fronten. De burger moet leren te acceptern dat complexiteit en onzekerheid de basis zijn onder onze samenleving en dat risico’s tot op zekere hoogte bij het leven horen. Het onderwijs draagt daarin bij door aandacht te schenken aan het ontwikkelen van waarden en het vermogen daarop te reflecteren. Zo kan de maatschappij, oftewel burgers onderling, een beroep doen op het zelfreflecterende vermogen van de burger.Ook vraagt het optimaal benutten van de kenniseconomie van beleidsmakers dat zij de hooggespannen verwachtingen over de maakbaarheid van de kenniseconomie kanaliseren. Het aanscherpen van regels, versterken van toezicht et cetera is gedoemd te falen en leidt ertoe dat mensen vervreemden van de maatschappij en zich niet meer zelf verantwoordelijk voelen.Er is een verschuiving van oriëntatie bij de overheid nodig. Zij zal zich meer moeten richten op haar verankering in delen van de samenleving. Via nieuwe vormen van inspraak zal ze doelbewust moeten werken aan de relatie met de achterban. De overheid zal moeten erkennen en stimuleren dat maatschappelijke organisaties zelf hun toezicht en verantwoording vormgeven.Enerzijds moeten we blijven investeren in het verder weerbaar maken van mensen in een onzekere wereld waarbij iedereen een bijdrage moet leveren, anderzijds moet duidelijk zijn dat ‘in the end’ niemand aan zijn lot wordt overgelaten.De groei van de kenniseconomie is van marginale betekenis als we ons niet weten te ontworstelen aan de angst die ons gegijzeld houdt. We hebben onszelf steeds verder ingekapseld in een net van regels en toezicht in onze uitzichtloze beheerszucht. Dit zelfgesponnen web ontneemt daarnaast ook nog het zicht op de weg naar een duurzame toekomst. Het is tijd dat we dit web afschudden.Kortom, we moeten onszelf radicaal ontorganiseren en ontregelen. Alleen dan kan de kenniseconomie floreren. Of in de woorden van mijn favoriete filosoof Loesje: ‘Geef de mens de ruimte om te groeien in plaats van de economie’. Dan volgt de kenniseconomie vanzelf.

afgevaardigde

Sinds ik lid ben van de Eerste Kamer arriveren alle Kamervragen van onze partij in mijn brievenbus. Het stellen van Kamervragen past binnen het uitzichtloze streven greep te krijgen op de risico’s die nu eenmaal bij het leven horen. Waar we maar niet aan willen wennen is dat de complexiteit van onze samenleving groter is dan ooit.

ONTREGELEN

D

ESTHER-MIRJAM SENTLID EERSTE KAMER

TIJD VOOR MOREEL APPEL OP GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN

norminkomen, en niet meer dan dat. Wij versleutelen die salarisnorm dus al in de subsidie. Tegelijkertijd hebben wij bij de instellingen die subsidie van ons krijgen al gevraagd of zij ook betaalden boven het norminkomen. Dat bleek niet het geval.’

irritatieWat als rechters, net als die in Den Bosch, ook in hoger beroep bij hun uitspraken blijven en gemeenten en provincies daarmee alle mogelijkheden uit handen worden geslagen om topsalarissen aan te pakken? Welke zin heeft het dan nog om welke norm dan ook op te

stellen? geeske Wildeman is politicoloog en was tot 1 april jl. directeur-eigenaar van onderzoeksbureau

Necker van Naem. Nu heeft ze een eigen bedrijf (Level5) en is van daaruit directeur van de rekenkamers van de gemeenten Diemen, Ouder Amstel en Aalsmeer. Haar eerste reactie op de uitspraak van de Bossche rechter is irritatie, zegt zij. ‘Nu wordt er eindelijk eens beleid gevoerd op het aanpakken van die topinkomens en dan steekt de rechter daar een stokje voor. Ik hoop dat het tij uiteindelijk keert, hoewel ik de redenering van de rechter wel begrijp. Die zit daar om de wet te volgen. De randvoorwaarden die de gemeente Eindhoven stelt, moeten gekoppeld zijn aan het doel van de subsidie. Dat is blijkbaar niet gebeurd. Het is goed dat Eindhoven in hoger beroep gaat. Dat geeft duidelijkheid. En als die er dan is, als de wet zo moet worden geïnterpreteerd zoals nu, dan moeten we iets anders gaan ondernemen. Maatschappelijk en politiek bestuurlijk is dit onacceptabel. Door krachtig verzet aan te tekenen kan er op termijn, hopelijk, via Tweede en Eerste Kamer een betere wet uitkomen. Maar dat is een lange weg. Bovendien kan ik me bijna niet voorstellen dat overheden niets over topinkomens bij gesubsidieerde instellingen mogen zeggen.’

andere houding‘Waardevoller is, vanuit het perspectief dat je een publiek orgaan bent, een moreel appel te doen op de bestuurders van deze instellingen’, vindt Wildeman. ‘De Balkenende-norm is niet zomaar een bedrag. Het is ooit ingevoerd als een acceptabel beloningsbeleid. Gesubsidieerde instellingen kun je zien als ‘verlengde overheid.’ Taken die bij gemeenten of bij de provincie horen, worden door een instelling uitgevoerd. Het algemene doel zou moeten zijn om met dat geld de samenleving op de een of andere manier beter te laten functioneren. Daar hoort, vind ik, een totaal andere houding bij dan in het bedrijfsleven, waarbij - plat gezegd - het algemene doel winst maken is.’Dat dit gesprek moet worden opgestart, vindt Wildeman

‘best treurig’. ‘Het is lastig te begrijpen dat een directeur van een instelling voor verslavingszorg meer mag verdienen dan de premier. Is zijn functie dan zoveel zwaarder dan de uitdagingen waar Mark Rutte elke dag voor staat? Dat maakt mij erg nieuwsgierig naar het functieprofiel. Dat gesprek zou trouwens ook niet alleen moeten worden gevoerd met de directeuren die dit inkomen verdienen, maar met diegenen die dit soort mensen in een positie brengen, zoals een dagelijks bestuur of een raad van toezicht. Zij hebben destijds het salaris geaccepteerd dat onderaan het functieprofiel stond.’

grotere druk‘Gemeenten kunnen meer dan ze soms zelf denken’, zegt Wildeman. ‘Ze zitten vaak in de raden van toezicht van gesubsidieerde instellingen en kunnen die positie gebruiken om actiever bij te sturen. Dan is het misschien zelfs nog iets meer dan een moreel appel. Vergeet ook niet dat het tij gunstig is als het gaat om publiciteit over dit onderwerp. We zitten in een economische crisis en er is al twee, drie jaar een discussie aan de gang over de beloningen bij banken. Bovendien wordt de druk om inkomens openbaar te maken steeds groter. Er is nu veel meer aandacht voor topinkomens. We me opvalt is dat er nog steeds mensen zijn die topinkomens zonder meer accepteren. Gelukkig zijn er ook mensen zoals Aleid Wolfsen, die aankondigde dat hij afziet van zijn wachtgeld nadat hij burgemeester af is. Ik denk dat sollicitatiecommissies strenger moet worden voorbereid en getoetst op dit onderwerp. Het moet duidelijk zijn wat je maximaal kunt verdienen als je voor een functie bij de overheid of ‘verlengde’ overheid kiest. Als het goed is, kies je ook bewust voor die functie. Het idealisme waarmee je voor een functie in het openbaar bestuur of bij een instelling voor verslavingszorg kiest, mag best weer wat sterker worden aangezet.’ Pierre Heijnen kan zich helemaal vinden in de oproep tot een moreel appel. ‘Er is in de laatste twintig jaar een volkomen wildgroei ontstaan in de semipublieke sector. Ik weet nog dat directeuren van zorginstellingen, in het onderwijs of van wooncorporaties vielen onder gemeentelijke of provinciale salarisschalen. Niets daarboven. Het is tijd om het moreel kompas weer te richten naar bestuurders in de semicollectieve sector. Ook zij hebben een verantwoordelijkheid.’

Heeft een directeur verslavingszorg soms een zwaardere functie dan premier Rutte?

dE lijsT-plasTErk

In januari stuurde minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk een lijst van inkomens boven de Balkenende-norm naar de Tweede Kamer. Op de lijst staan maar liefst 2.651 functionarissen in de (semi-) publieke sector die (in 2011) boven de Balkenende-norm verdienden. Gemiddeld gaat het om 218.783 euro. Op de lijst van grootverdieners staan niet alleen bestuurders van zorginstellingen, maar ook van woningcorporaties, burgemeesters en een hondengeleider van de Politie Gelderland. Op 1 januari 2013 trad de WNT (Wet Normering Topinkomens) in werking met een verbod op een salaris voor bestuurders boven de Balkenende-norm. Dit verbod geldt niet voor medewerkers (niet-bestuurders). Zij zijn wel verplicht om hun salaris openbaar te maken. De WNT kent een overgangsregeling voor zittende bestuurders: maximaal vier jaar het huidige salaris waarna in drie jaar stapsgewijs terug naar de nieuwe norm.

Als het aan de minister had gelegen had hij de top-inkomens het liefst van de ene dag op de andere naar beneden gebracht, zei hij tijdens de presentatie van de lijst. ‘Maar dat mag niet van de wet.’De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) komt nog deze maand met een model-subsidieregeling waarmee het voor gemeenten mogelijk moet zijn om te hoge topsalarissen bij gesubsidieerde instellingen wel tegen te gaan. Volgens de VNG is dat mogelijk door in de beschikking tot subsidieverlening op te nemen dat er maar een bepaald percentage aan personeelskosten mag worden besteed, of door in een subsidieverordening te bepalen welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. De salariskosten kunnen dan bij de berekening van het subsidiebedrag worden uitgesloten, of bij de berekening voor een bepaald maximum worden meegenomen.

Page 8: Subsidies en de balkenendenorm

8

WORDT HET TIJD OM TE GAAN RITSEN?

KIRSTEN VERDELFREELANCE JOURNALIST

Het is 2013. Maar nog steeds kost het veel politieke partijen moeite om voldoende vrouwen te vinden voor een vertegenwoordigende of besturende functie in gemeenten. Zo ook bij de PvdA. Gevolg daarvan is dat het aantal mannen in het lokale bestuur verder toeneemt. De mannelijke PvdA-raadsleden zijn gemiddeld ook nog eens drie jaar ouder dan hun vrouwelijke collega’s, zo blijkt uit cijfers van het CLB. Bovendien lijkt de gemiddelde leeftijd van onze raadsleden, wethouders en burgemeesters steeds hoger te worden. Moeten we misschien het in België wettelijk voorgeschreven fi fty-fi fty-model invoeren om de vermannelijking en veroudering van het openbaar bestuur te keren?

In België hebben jullie de man-vrouw verhouding gewoon wettelijk geregeld. Kun je uitleggen hoe dat zit?'De wet zegt dat de eerste twee kandidaten van elke lijst niet van hetzelfde geslacht mogen zijn. Daarna mag je wel afwijken van dat ritssysteem, zolang de totale verhouding man-vrouw maar 50-50 is. In de praktijk ritsen steeds meer partijen hun gehele lijst. Met name bij de progressieve partijen zie je dat ze dat al steeds meer doen.'

Werkt het?'Ja, het werkt zeker. We hebben bijvoorbeeld in de nationale parlementen meer vrouwen gekregen sinds het systeem is ingevoerd. We zitten nog niet aan een 50-50 verhouding, maar die balans komt steeds meer in zicht, we zitten nu op ongeveer 36 procent. We zijn er dus nog niet, maar we zitten op de goede weg. Bij de zogeheten uitvoerende mandaten zien we nog wel een probleem. Dan heb je het over ministers, gedeputeerden, schepenen (wethouders) en burgemeesters. Daar is de verhouding nog steeds zoek. Maar dat is dan ook niet wettelijk geregeld. Wat wel opvallend was bij de gemeenteraadsverkiezingen is dat hoe jonger de kandidaten zijn, hoe meer vrouwen je ziet. Tot de leeftijd van 50 jaar was het aandeel vrouwelijke kandidaten veel hoger dan het aantal mannelijke kandidaten.

In de leeftijdsgroep 18-25 jaar waren er zelfs 1972 vrouwen tegenover slechts 1630 mannen.'

Maar 36 procent is, als je een wat sombere bril opzet, toch maar een derde?'Ja, dat is waar. Het ritssysteem werkt niet altijd helemaal 100 procent zoals je het zou willen. In het verleden werd er net als in Nederland veelal op een partij gestemd, tegenwoordig wordt er steeds vaker op specifi eke personen op een partijlijst gestemd. Als het toevallig mannen zijn waar veel op wordt gestemd, dan gooit dat een

netjes geritste lijst helemaal overhoop. Soms kan dat ook goed uitpakken overigens. Ik ben bijvoorbeeld zelf mijn politieke carrière in een landelijke gemeente begonnen waar ik op een onverkiesbare dertiende plek stond. Ik ben toen met voorkeurstemmen toch gekozen. Dat geluk had ik toen wel. Maar bij parlementsverkiezingen is het natuurlijk veel moeilijker om van onderaan een lijst gekozen te worden.'

Moet de verhouding eigenlijk wel per se 50-50 zijn?

Foto provincie Antwerpen

inga verhaert, voorzitter van de progressieve vrouwenbeweging in België. anja Timmer, voorzitter van de vrouwenorganisatie van de pvda

Inga VerhaertVoorzitter Zij-kant en gedeputeerde provincie Antwerpen

Dat vrouwen afhaken heeft ook te maken met een gebrek aan begeleiding

Tien tips voor afdelingen om vrouwen te werven

1. Dwing jezelf om naar een 50-50 verdeling te gaan: leg dat offi cieel vast

2. Zorg voor een mix tussen mannen en vrouwen bij vrijwilligersfuncties

3. Wijs scouts aan binnen en buiten het bestuur

4. Vraag succesvolle, actieve vrouwen om op te treden als scout/

ambassadeur

5. Zorg ervoor dat ook in beeldcommunicatie vrouwen duidelijk in beeld zijn

6. Organiseer voorlichtingsbijeenkomsten voor kleine groepjes vrouwen

7. Benader lokale vrouwennetwerkorganisaties

8. Probeer bij vergadertijden rekening te houden met het gezinsleven

9. Investeer in talent: zorg voor goede begeleiding van nieuwkomers

10. Zet social media in als wervingskanaal

pvda-raadslid is gEmiddEld Bijna 53 jaar

PvdA-raadsleden zijn gemiddeld bijna 53 jaar oud, wethouders ruim 55 jaar en burgemeesters van onze partij zijn gemiddeld bijna 59 jaar oud. Dat blijkt uit het ledenbestand van het Centrum voor Lokaal Bestuur.

De PvdA had per 7 mei jl. 1326 raadsleden: 893 mannen en 433 vrouwen (=32,6 procent). Het aantal wethouders bedroeg 240: 189 mannen en 51 vrouwen (=21,2 procent). Van de 103 PvdA-burgemeesters zijn er 84 man en 19 vrouw (=18,4 procent).

Van de PvdA-raadsleden zijn de mannen gemiddeld 3 jaar ouder dan de vrouwen. Bij de wethouders zijn mannen en vrouwen gemiddeld even oud. Bij de burgemeesters zijn de mannen gemiddeld bijna een jaar ouder dan de vrouwen.

De PvdA heeft slechts één vrouwelijk raadslid onder de 25 jaar, 47 vrouwen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar, 79 in de categorie 35-44, 120 tussen de 45-54 jaar, 131 tussen de 55-64 jaar en 48 in de leeftijdscategorie 65+. Van 8 vrouwelijke raadsleden is de leeftijd onbekend. Voor de vrouwelijke wethouders zijn de cijfers als volgt: geen enkele wethouder is jonger dan 35 jaar, in de categorie 35-44 jaar telt de PvdA 6 wethouders, 17 wethouders behoren tot de categorie 45-54, 23 tot de categorie 55-64 en 2 vrouwelijke wethouders zijn 65+. Van 3 wethouders is de leeftijd onbekend.Bij de vrouwelijke burgemeesters is er niemand jonger dan 35 jaar. In de categorie 35-44 zijn er 2 burgemeesters, in de categorie 45-54 zijn er 3, de categorie 55-64 telt 11 burgemeesters en 3 burgemeesters zijn 65+.

‘ in België wordt de kandidatenlijst ongeldig verklaard als de verhouding man-vrouw niet fifty-fifty is.’

Page 9: Subsidies en de balkenendenorm

9lokaal bestuur / juni 2013

WORDT HET TIJD OM TE GAAN RITSEN?

'Ja, dat vind ik wel wenselijk. De politieke vertegenwoordiging moet ook de vertegenwoordiging van de samenleving zijn, en daar is de verhouding man-vrouw toch echt ongeveer 50-50. Ook wettelijk gezien moet het trouwens echt: als de lijst niet 50-50 is, wordt hij ongeldig verklaard.'

Hebben jullie er ook last van dat veelbelovende vrouwen vroegtijdig uit de politiek stappen?'Wat opvalt bij ons is dat mensen afhaken die pas kort voor de verkiezingen zijn gerekruteerd omdat je bepaalde evenwichten in je lijst wil. Dat doen ze omdat ze vaak onvoldoende begeleid worden. Daar heb ik ook alle begrip voor, want het is niet fraai als je mensen op een lijst vraagt, smeekt, en naderhand niet naar ze omkijkt. Dan is het logisch dat ze teleurgesteld raken. Ze geven als reden voor hun afhaken vaak op dat het niet te combineren is met hun reguliere werk, maar de

echte reden is vaak een gebrek aan begeleiding. Dat geldt dus niet alleen voor vrouwen.'

Worden vrouwen anders bejegend in de Belgische politiek?'Het gebeurt nog steeds dat vrouwen binnenkomen op een vergadering waar iedereen zat te wachten op meneer de gedeputeerde. Bij sommige mensen komt niet eens op dat een gedeputeerde ook een vrouw kan zijn. Ook heb je soms een kennismaking waarbij mensen er van uitgaan dat je als vrouw wel sociale zaken of een andere ‘zachte’ portefeuille zult hebben. Ze raden nooit dat je ICT of Ruimtelijke Ontwikkeling in je portefeuille hebt! In sommige vooroordelen zit wel een kern van waarheid: je merkt toch dat vrouwen snel meer naar het team kijken en naar consensus zoeken.'

Meer info over het Belgische ritssysteem op http://www.stemvrouw.be. Zie ook de website van zij-kant, de progressieve vrouwenbeweging van België: http://zij-kant.zijkant.ys.be

anja Timmer, voorzitter van de vrouwenorganisatie van de pvda

Raadsverkiezingen 2014

Klopt het dat jullie problemen hebben om een lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 op te stellen?'Inderdaad. We zijn een kleine afdeling. We hebben al jaren tussen de 22 en 25 leden. Dat is wel redelijk stabiel door de jaren heen. Van die ruim twintig leden is maar een heel beperkt deel actief. En van die actieven willen er maar twee in de raad. Dat is eigenlijk te weinig om met vertrouwen aan de verkiezingen deel te nemen. Dus we overwegen nu serieus om volgend jaar niet deel te nemen aan de verkiezingen.'

Jullie probleem gaat dus wel een stukje verder dan een gebrek aan vrouwen?'Naar verhouding hebben we in ieder geval geen probleem met de man-vrouw verhouding. In het bestuur zitten twee vrouwen, in de steunfractie ook. De verdeling tussen de geslachten is het probleem niet. Wij merken vooral dat het hier überhaupt moeilijk is mensen actief te krijgen.'

Hebben jullie wel zetels in de gemeenteraad?'De afgelopen 15 jaar hadden we eigenlijk altijd wel een zetel in de raad. Voordat het duale stelsel begon zat die ene persoon dan ook nog vaak in het college, dus was er geen zetel in de raad. Nu is dat natuurlijk anders. De huidige situatie is dat we één wethouder en één raadslid hebben. Eigenlijk zouden

dat twee raadsleden moeten zijn, maar D66, waar we een samenwerkingsverband mee hadden, heeft die samenwerking ineens opgezegd en de zetel waar zij op zaten hebben ze ingepikt.'

Als je altijd maar één zetel haalt, heb je toch ook maar weinig mensen op de lijst nodig?'We kunnen wel een lijst van zo'n tien mensen samenstellen, maar het merendeel staat er dan op om wat stemmen te trekken, maar ze willen echt niet in de raad. Als we weer een wethouder leveren, heb je dus weer een extra persoon nodig. Eigenlijk nóg een zelfs, omdat onze lijsttrekker, Hub Assems, gedurende de komende periode wil opstappen. Dan moet er wel een opvolger zijn.'

Is nieuwe leden werven geen optie?'Daar zijn we constant mee bezig. Als we een advertentie in de media hebben, staat er altijd een oproep bij om mee te doen. Dat zet helaas weinig zoden aan de dijk. En de mensen in onze afdeling willen echt niet langs de deuren gaan. De gemiddelde leeftijd van onze leden is vijftig, en zij zien dat simpelweg niet zitten. Het is niet de cultuur van deze club en dat zal het nooit worden ook.'

Maar wat is dan de oplossing?'We proberen nu opnieuw via een advertentie in contact te komen met belangstellenden. Als het

niet lukt, staan wij voor de vraag; doen we wel of niet mee? Dat hebben we overigens wel eens eerder gedaan, een periode niet meedoen aan de verkiezingen. Kijk, in de raad komen is het probleem niet. Maar ondanks de waardering krijgen we nooit meer stemmen bij de vierjaarlijkse verkiezingen. De PvdA scoort hier landelijk vrij aardig, maar lokaal altijd erg laag en matig. Lokale partijen zijn hier heel sterk. Ons grootste probleem is dat de meeste mensen van onze afdeling al heel lang lid zijn en vaak al heel lang actief zijn geweest. Op een gegeven moment is het op.

Dat geldt bijvoorbeeld ook voor mij. Ik ben nu voor de tweede keer voorzitter, simpelweg omdat er niemand anders te vinden was. Ik gun ons een actievere voorzitter. Ik kan het gewoon niet meer opbrengen.'

Wat doet VIP om het vrouwenprobleem op te lossen? 'We zijn net gestart met een nieuw bestuur. Er zijn vier vrouwen die zich met scouting, talentontwikkeling en werving bezig gaan houden. Met name scouting heeft een nieuwe boost nodig. In Overijssel bijvoorbeeld waren er nog maar drie scouts, nu zijn dat er weer meer.'

Is het lastig om goede vrouwen te vinden voor de gemeenteraadsverkiezingen?'Het aantrekken van jonge vrouwen is echt wel een probleem. Dat komt voor een deel doordat jonge mensen in het algemeen niet goed weten wat het raadswerk inhoudt. In die zin zouden zittende leden meer als ambassadeur kunnen en wellicht moeten optreden. Ook denken veel vrouwen dat ze het niet kunnen, of dat ze het politieke ambt niet kunnen combineren met werk of gezin. De drempel is kennelijk toch hoog.'

Wat willen jullie gaan doen om de participatie van vrouwen te vergroten?'We doen al heel veel. We organiseren bijvoorbeeld debatavonden en er is elk jaar een groot festival, in november dit jaar bijvoorbeeld in Twente. Daar komen toch iedere keer 100 tot 150 vrouwen én mannen. We willen investeren in social media en ook op andere vlakken meer naar buiten treden. Ik heb zelf ooit op lokaal niveau

een trainingsklasje gehad voor vrouwen die belangstelling voor de politiek hadden, het zou goed zijn als dat weer terug zou komen. Met lokale wethouders, Kamerleden of bijvoorbeeld zittende raadsleden kun je dan groepjes van pakweg tien vrouwen enthousiasmeren en ze heel veel praktische informatie meegeven. Handige zaken, zoals: hoe schrijf je een motie, hoe vraag je een debat aan? Juist dat soort praktische dingen kunnen een grote drempel zijn voor mensen die het systeem niet kennen.'

Wat vind je van het Belgische ritssysteem?'Op landelijk niveau hadden we dat binnen de PvdA al, maar sinds kort is het veranderd. De kandidatenlijst voor de Tweede Kamer bestaat voortaan uit ‘cohorten’ van zes, waarvan de helft man en de helft vrouw moet zijn. Daarmee zijn we van het strikte om-en-om systeem af, maar blijft de verhouding wel 50-50. Op lokaal en provinciaal niveau hebben we dat systeem niet. Daar gelden andere regels voor, die de gewesten en lokale afdelingen zelf moeten opstellen. Het zou natuurlijk wel goed zijn als die afdelingen daar naar streven, al is het naast de wenselijkheid van een evenredige man-vrouw vertegenwoordiging alleen maar omdat uit onderzoek blijkt dat diversiteit -en dat gaat over meer dan alleen de man-vrouw verdeling- in teams zorgt voor betere prestaties!'

Merk je zelf in Almelo ook dat het lastig is om vrouwen actief te krijgen?'Ja. Raadsvergaderingen beginnen bij ons om 19.00 uur. Veel jonge vrouwen zien dat niet zitten. Het gezin is voor veel vrouwen toch echt een probleem. Misschien zou het schelen als het principe van raadsvergoedingen, ooit bedoeld om minder te gaan werken en meer tijd te hebben voor de politiek, wordt gewijzigd zodat er meer overdag vergaderd kan worden. Maar dat blijft een lastig dilemma.'

Zijn er andere redenen waarom mannen actiever zijn?'Vele. Eén van de dingen die je soms ziet is dat vrouwen al snel denken dat ze iets níet kunnen. Mannen kunnen altijd negen punten noemen waarom ze ergens geschikt voor zijn, terwijl vrouwen soms de neiging hebben om éérst twee redenen te noemen waarom ze denken dat ze iets niet kunnen. Daar staat tegenover dat vrouwen die wel actief worden vaak meer sensitiviteit hebben voor onderbuik en emoties. Ze prikken eerder door verhalen heen die rationeel lijken te kloppen, maar waar eigenlijk een bepaalde emotie achter zit waar het echt om gaat. Dat zien zij sneller dan mannen.'

Anja TimmerVoorzitter Vrouwen in de PvdA (VIP) en wethouder Almelo

Tjaart ImbosAfdelingsvoorzitter Valkenburg aan de Geul

Het is hier überhaupt moeilijk om mensen actief te krijgen

‘ Zittende raadsleden zouden meer als ambassadeurs moeten optreden.’

Page 10: Subsidies en de balkenendenorm

10

ENERGIECOÖPERATIES VEROVEREN NEDERLAND

JAN CHRIS DE BOERFREELANCE JOURNALIST

Er is een revolutie gaande in Nederland. Een kleine, weliswaar, maar toch. Kleine coöperaties schieten als paddestoelen uit de grond. Energiecoöperaties, zorgcoöperaties, moestuincoöperaties, noem maar op. Veel mensen willen niet langer afhankelijk zijn van steeds uitdijende multinationals, maar het heft zelf in handen nemen. Bijvoorbeeld samen een windmolen aanschaffen om te voorzien in het eigen energieverbruik. Lokaal Bestuur signaleert mooie initiatieven in het Gelderse Lochem, waar GroenLinks en PvdA elkaar hebben gevonden, en in Groningen, waar zonnepanelen een gouden toekomst tegemoet gaan. Zeker als de overheid de energiebelasting schrapt.

ontstaan. Het is alleen jammer dat je soms tegen barrières op loopt die alleen landelijk geslecht kunnen worden. De energiebelasting op zonnestroom is daar één van.’

plan weggegooidDat duurzaamheid ook behoedzaamheid vergt, merkte wethouder De la Court al snel na zijn aantreden in 2005. ‘Ik heb

geleerd dat je moet weten wat mensen motiveert en beweegt. En dan nog maak je continu fouten. Zo kwam ik met het plan om een oude stortplaats vol te leggen met zonnepanelen

Lochem wordt wel de meest duurzame gemeente van Nederland genoemd. ‘Ja, dat schijnt zo te zijn. Lochem is qua cultuur geen pretentieuze gemeente. Om ons de meest duurzame gemeente te noemen, vind ik nogal pretentieus. We zijn wel koploper in het betrekken van burgers en burgerorganisaties bij innovatie en vooral op het gebied van

duurzaamheid,’ zegt GroenLinks-wethouder Thijs de la Court. Hij beheert slechts één portefeuille: duurzaamheid. ‘Die kerntaak van

Lochem wordt uitgevoerd door onze samenleving. De gemeente beperkt zich tot het faciliteren van activiteiten.’

PvdA-fractievoorzitter marian Beuke vindt dat De la Court zichzelf tekort doet: ‘Het komt grotendeels door de bevlogenheid

van Thijs dat duurzaamheid in onze gemeente zo’n enorme boost heeft gekregen. Thijs komt uit de milieubeweging en heeft het activistische in zich. Maar hij moet wel voorzichtig manoeuvreren, want we hebben ook met conservatieve krachten te maken’, zegt Beuke. ‘Duurzaamheid staat ook bij de PvdA in Lochem hoog in het vaandel. GroenLinks en PvdA vonden elkaar op dit gebied en de beide andere coalitiepartijen, CDA en VVD, gingen mee. Er zijn inmiddels van onderop ontzettend veel initiatieven

en er een algenkwekerij te starten. Biovergisting maakte ook deel uit van dat plan. Maar de buurt heeft dat plan meteen weggegooid. De mensen vonden het niks. Ik heb natuurlijk nog wel even gesputterd, maar heb me er uiteindelijk bij neergelegd. Het gevolg was dat de buurt zelf initiatieven gingen ontwikkelen en nu liggen er zo’n veertig ideeën. Ideeën voor onder meer klimaatneutrale renovatie, afvalwaterhergebruik, minder gebruik van kunstmest, aanleg van houtwallen voor houtproductie en biomassa, een vrijwillige ruilverkaveling om zo het dieselverbruik te verminderen en ecologisch bermbeheer. Algenkweek bleek helemaal niet te kunnen en de zonne-energie was nauwelijks rendabel door de energiebelasting. Het is maar goed dat die mensen niet naar een eigenwijze wethouder hebben geluisterd, maar hun gezonde boerenverstand hebben

Foto Peter Wassing

grunneger power laat onder toeziend oog van frans stokman zonnepanelen op daken aanbrengen.

Tips voor raadslEdEn

PvdA-fractievoorzitter Marian Beuke uit Lochem heeft de volgende tips voor collega-raadsleden die werk willen maken van duurzaamheid:

> Zoek aansluiting bij de initiatieven die er zijn> Zorg ervoor dat de juiste mensen elkaar vinden > Bedenk wie van de inwoners de kar kan trekken. Wie heeft een

belangrijk netwerk of wie kan een netwerk opbouwen? Bij welke inwoners zit de kennis?

> Schakel ook de enkeling in die zich fanatiek met duurzaamheid bezighoudt

> Let goed op initiatieven die van onderop worden genomen > De belangrijkste taak van de gemeente is geld vinden. In Europa,

Den Haag of bij de provincie

In Lochem gingen de mensen zelf initiatieven ontwikkelen. Nu liggen er 40 ideeën

Page 11: Subsidies en de balkenendenorm

11LOKAAL BESTUUR / JUNI 2013

ENERGIECOÖPERATIES VEROVEREN NEDERLAND

gebruikt. Ik vind het niet erg dat mijn plan werd afgewezen. Integendeel, je kunt het niet mooier krijgen dan zoals het nu is gegaan. Al is het natuurlijk wel zo dat als ik niet een plan had gemaakt, de buurt hoogstwaarschijnlijk ook niet in beweging was gekomen.’

Buurt in bewegingHet plan van de wethouder om zonnepanelen op de vuilstortplaats te plaatsen had niet alleen als effect dat de buurt in beweging kwam, maar leidde ook tot de oprichting van de coöperatieve vereniging LochemEnergie. Immers, de zonnestroom van de stortplaats moest een weg

vinden naar de inwoners van de gemeente. LochemEnergie, een club die voornamelijk door vrijwilligers wordt gerund, houdt zich bezig met de inkoop van groene stroom voor haar inmiddels honderden leden. Daarnaast geeft de organisatie duurzaamheidadviezen. ‘We gaan weer terug naar een coöperatieve gemeenschap’, zegt fractievoorzitter Marian Beuke. ‘Het gaat mensen niet altijd om de prijs van een product. Wij hebben onze Nuon-aandelen verkocht en Nuon is nu onderdeel van het Zweedse Vattenfall. Dat is ver weg en de mensen vragen zich af: heb ik morgen nog wel stroom? Die mensen willen zelf de regie hebben en leggen dus panelen op hun dak. In mijn eigen omgeving zie ik steeds meer daken met panelen.’

rollen omgedraaid‘Wij hadden als gemeente ook een organisatie als LochemEnergie kunnen opzetten’, zegt De la Court, ‘maar we hebben de rollen bewust omgedraaid. We hebben het aan de inwoners gelaten. Het is wel een riskante zoektocht geweest, hoor! Ik heb een jaar getobd. Want hoe begin je zoiets? Uiteindelijk is het een gouden greep geweest. Daar geniet ik nog elke dag van. De vrijwilligers doen al het werk en ik krijg als wethouder allerlei duurzaamheidprijzen.’De wethouder vindt zichzelf ‘geen missionair’. ‘Als de gemeenteraad mij zou vragen wat mijn ambities zijn op het gebied van windenergie, dan zeg ik: mijn ambities zijn totaal niet relevant. De sámenleving bepaalt of er windmolens komen in onze gemeente. De provincie vroeg mij naar het standpunt van de gemeente over windmolens. Ik heb een kwaaie mail teruggestuurd. Zulke zaken moet je niet top down regelen. Ik vind dat de dorpen op een eerlijke wijze geïnformeerd moeten worden over de voor- en nadelen en dat de dorpen dan zelf beslissen of ze wel of geen molens willen.’

grunneger powerVergelijkbaar met Lochem-Energie is Grunneger Power, dat actief is in de stad Groningen en in de gemeenten Haren en Ten Boer. De in 2011 opgerichte coöperatieve energievereniging heeft inmiddels 850 particulieren als lid. Zij betalen daarvoor jaarlijks een tientje. Bedrijven kunnen lid worden voor 100 euro plus één euro per werknemer per jaar. Op die manier zijn nog

eens 2.700 leden geworven. ‘Wij zijn nu in eerste instantie

facilitair’, zegt oprichter frans stokman. ‘Leden worden gratis geïnformeerd en ze krijgen een korting op de aanschaf van zonnepanelen.

Daarnaast doen we uitgebreid onderzoek naar de kwaliteit van de panelen en de manier waarop ze worden geproduceerd. Want we willen geen panelen waar kinderarbeid aan te pas is gekomen. Sinds april 2012 levert Grunneger Power groene energie aan inmiddels zo'n vierhonderd klanten.’Grunneger Power, voortgekomen uit een burgerinitiatief, heeft geen riant kantoorgebouw met een aantal dure leaseauto’s voor de deur. ‘Nee, we zitten in het souterrain van een makelaar en we hebben een Piaggio, een Italiaanse driewieler, waarmee we op markten staan. We hebben een fulltimer en een parttimer in dienst en verder kunnen we een beroep doen op zo’n 25 vrijwilligers. De bestuursleden worden ook niet betaald. In de afgelopen twee jaar hebben we veel goodwill gekweekt. Mensen van de Gasunie en de universiteit melden zich aan als vrijwilliger.’ Grunneger Power wil op termijn de gehele provincie gaan bedienen en ook groene energie gaan leveren. Stokman: ‘Ons doel is dat minimaal 15 procent van de huishoudens in de provincie lid wordt. Want als je zelf je energie produceert, ga je er ook bewuster mee om. Dan is energiebesparing niet meer vervelend, maar een uitdaging.’

iedereen is tevreden‘Ik besloot zelf een bijdrage te leveren aan de energietransitie,’

zegt het Groningse PvdA-Statenlid sjak rijploeg. Hij heeft inmiddels gebruikgemaakt van de diensten van Grunneger Power.‘De buren heb

ik benaderd met de vraag of ze zonnepanelen op hun dak wilden hebben. De reacties waren positief. Maar het gaat om huurwoningen en dus moest er overlegd worden met woningcorporatie Nijestee. Ik heb eerst zelf een gesprek gehad met de baas van Nijestee. Hij vond het prima, die zonnepanelen, maar het mocht de corporatie geen cent kosten. Had hij 100 procent gelijk in. Grunneger Power heeft vervolgens namens ons de onderhandelingen met Nijestee gevoerd en daar is uitgekomen dat wij 27 euro meer huur gaan betalen. Mijn acht panelen leveren maandelijks 30 tot 35 euro op. Nijestee heeft de panelen betaald en laten installeren. Al met al, van initiatief tot aan plaatsing van de panelen, heeft het een jaar gekost. En iedereen is tevreden; de opbrengst is hoger dan verwacht. Ik heb geen gemor gehoord.’ Stokman: ‘Nijestee is meteen lid geworden.’Stokman voorspelt zonne-energie een grote toekomst. Hij maakt een vergelijking met de

ontwikkeling van de personal computer: ‘In 1985 kwam de eerste pc op de markt en niemand kon toen voorzien dat je nu overal ter wereld je informatie vandaan kunt halen en met mensen waar ook ter wereld kunt praten. Zo zal het ook gaan met zonne-energie. We gaan straks dingen doen die nu nog niet kunnen, zoals het opslaan van je zonnestroom. Zoals de computer de wereld dichter bij elkaar heeft gebracht, brengen initiatieven zoals van Sjak de buurt dichter bij elkaar. Met z’n allen in de straat panelen op het dak laten aanbrengen, vergroot de sociale cohesie.’ Rijploeg: ‘Dat klopt. Vooral toen de panelen er nog maar net lagen, praatten de mensen er over met elkaar. Dan hoorde je in de tuin een buurvrouw tegen een ander zeggen: de zon schijnt, ik ga een wasje draaien.’

overheid kan meer doenStokman juicht de initiatieven van onderop natuurlijk toe, maar vindt dat de overheden ook meer kunnen doen. ‘We gaan nog eens dood aan het sectorale denken in dit land. Noord-Groningen heeft te maken met bodemdaling en aardbevingen ten gevolge van de gaswinning. Oost-Groningen heeft een hoge werkloosheid. Waarom niet in die beide gebieden een ambitieus zonne-energieprogramma uitvoeren? Dan heb je een compensatie voor de gaswinning en je creëert op die manier veel werk.’Maar wil de revolutie, nu nog klein, een échte revolutie worden, dan moet de energiebelasting vervallen. Die belasting moet nu nog worden betaald over de zonnestroom die niet door de producent zelf wordt gebruikt. Stokman: ‘Nu al is het voordeliger wel zonnepanelen op je eigen dak aan te schaffen dan niet. Want op die panelen heb je een hoger rendement dan op je spaargeld. Maar als die belasting verdwijnt, dan zal er een explosie van zonnedaken plaatsvinden.’ Wethouder De La Court is lobbyist namens verscheidene organisaties die ervoor pleiten om per 1 januari volgend jaar deze energiebelasting af te schaffen. ‘Ik zit daarvoor

gemiddeld een dag per week in Den Haag. Ik denk dat we die doorbraak gaan realiseren. Het kabinet kan die belasting ook afschaffen. De derving aan belastingopbrengsten is niet zo groot. En kijk eens wat de doorbraak van zonnestroom betekent: een impuls voor de economie, meer btw-opbrengsten, meer banen en meer duurzame energie.’

Bij Grunneger Power geen duurbetaalde bestuurders maar 25 vrijwilligers

Mensen willen graag zelf de regie hebben en panelen op hun dak leggen

Fot

o G

run

neg

er P

ower

REACTIES WELKOM

Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 10 juni in ons bezit is, dan kunnen wij het in het gecombineerde juli-augustusnummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 3 juni in ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email: [email protected]. De sluitingsdatum voor het septembernummer is maandag 5 augustus.

GASTVRIJHEIDSECONOMIEn Nederland werken ruim 400.000 mensen in de toerisme- en recreatiesector, tegenwoordig de ‘gastvrijheidseconomie’ genoemd. Voor een groot deel is die werkgelegenheid te vinden in regio’s van het land waar andere bedrijvigheid vaak schaars is.

Minister Kamp van Economische Zaken en de fracties in de Tweede Kamer bleken het er dan ook snel over eens te zijn dat deze sector van groot belang is voor de hele Nederlandse economie. Selçuk Öztürk, die namens de PvdA-fractie het woord voerde, benadrukte het belang van de sector voor een algeheel goed vestigingsklimaat voor bedrijven. (Internationale) bedrijven die werknemers willen aantrekken, kijken immers ook naar mogelijkheden voor ontspanning en recreatie voor hun (toekomstige) werknemers. Minister Kamp stelde tijdens het algemeen overleg gastvrijheidseconomie dat ‘een goed functionerende sector bedrijven aantrekt’. Öztürk vond dat de minister het niet alleen bij woorden kon laten en spoorde hem aan om concrete maatregelen te nemen waarmee de gastvrijheidseconomie daadwerkelijk wordt gestimuleerd. Öztürk noemde zelf als voorbeeld dat Nederland als wandelland een impuls moest krijgen. Op dat punt was hij niet zo tevreden met het kabinetsbeleid. Van de eerdere afspraak om de aanleg van bijna 900 km boerenlandpad in 2013 te realiseren, is maar 200 km nagekomen. Samen met Lutz Jacobi diende Öztürk daarom een motie in waarin hij de minister opriep om samen met provincies, waterschappen, landschapsbeheer en anderen in overleg te treden en er voor te zorgen dat eind 2015 alsnog die beloofde wandelpaden zijn gerealiseerd. De motie is aangenomen.

HOMO’S OP SCHOOLamen met Kamerleden van D66, VVD, SP en GroenLinks heeft Keklik Yücel een initiatiefwet ingediend die een einde moet maken aan de zogenoemde ‘enkele feit’-constructie die nu in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) staat. Deze

constructie wordt door sommige - vaak christelijke - schoolbesturen gebruikt om homoseksuele leraren of leerlingen te ontslaan of te weren. De AWGB staat nu niet toe dat homoseksuele leraren of leerlingen worden weggestuurd om ‘het enkele feit’ dat zij homo zijn. Maar dat wordt zo uitgelegd dat de school, als er naast dat enkele feit nog andere feiten zijn, wel homo’s mag weren. In de praktijk wordt door die scholen het ‘homo-zijn’ als het enkele feit gezien op grond waarvan iemand niet mag worden geweerd, maar is het op een of andere manier uiten van je homoseksualiteit een bijkomend ander feit op grond waarvan ontslag weer wel mogelijk zou moeten zijn. Om aan deze discriminerende en hypocriete praktijk een einde te maken stelt de initiatiefwet onder andere voor om de ‘enkele feit’-constructie te schrappen.

IDENTITEITSVERWISSELING nlangs liet het Vara tv-programma RamBam beelden zien waaruit kon worden opgemaakt dat het bijna kinderlijk eenvoudig zou zijn om met het paspoort van een ander op een vliegtuig te stappen of een bankrekening met het

identiteitsbewijs van een ander te openen. Dit was genoeg reden voor Ahmed Marcouch en Astrid Oosenbrug om hierover vragen te stellen. Zij wilden onder andere weten of het passeren van de marechaussee op Schiphol met een paspoort van iemand anders veiligheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Het antwoord was in ieder geval redelijk openhartig: ‘het [kan] helaas gebeuren dat een reiziger met een paspoort van iemand anders de grenscontrole kan passeren’. Maar of dit veiligheidsrisico’s met zich meebrengt, wordt uit de antwoorden niet duidelijk. Wel wordt voortaan in de opleiding en training van de grenswachters van de marechaussee ‘extra aandacht besteed aan de feitelijke controle van reisdocumenten en de verificatie of reisdocument en de houder ook daadwerkelijk bij elkaar horen’. Marcouch en Oosenbrug vroegen in dit kader ook naar het nut van de biometrische kenmerken die in paspoorten zijn opgenomen. Daarmee zou zogenaamde lookalike-fraude grotendeels uitgesloten moeten worden. Maar - zo bleek uit het antwoord – ‘het gebruik van biometrie in het grensproces is in ontwikkeling en wordt nog niet volledig toegepast’. Bij twijfel over de identiteit van de passagier wordt ‘doorverwezen naar de tweede lijn grenscontrole van de Koninklijke Marechaussee’. Maar wat als die twijfel niet ontstaat? Om voortaan te voorkomen dat iemand met een pasfoto van een ander bij het gemeenteloket een ID-kaart kan krijgen, is in 2012 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken ‘een project opgezet voor verdere verbetering van het opleidingsstelsel voor ambtenaren burgerzaken’. De pogingen van de programmamakers om lookalike-fraude te plegen lukten overigens niet altijd. Zo wist de gemeente Amsterdam te voorkomen dat iemand met de papieren en onder de naam van een ander in ondertrouw ging.

uit de kamer

TON LANGENHUYZENBELEIDSMEDEWERKER TWEEDE KAMERFRACTIE

O

I

S

Foto Jan de Roos

Page 12: Subsidies en de balkenendenorm

12

de achterkant

Toen ze in 1993 op het gemeentehuis van Epe hoorden dat hun wethouder Els Blaak-Schuitevoerder was benoemd tot burgemeester van Diepenheim, werden de wenkbrauwen gefronst. ‘Mm, ze gaat naar vier kastelen en één telefooncel’. Die telefooncel heb ik niet kunnen ontdekken in het kleinste stadje van Overijssel (nog geen 3.000 inwoners, sinds 2001 behorend tot de gemeente Hof van Twente), wel één pinautomaat, bij de buurtsuper. Els Blaak heeft van haar overstap naar Diepenheim nooit spijt gehad. Ze woont in een ruim huis aan de rand van het stadje, met fraai uitzicht op een waterplas. ‘Ik hou erg van wandelen. Als ik mijn huis uit stap, zit ik zó midden in het groen.’ Wat haar destijds ook trok, was de reputatie van Diepenheim als centrum voor beeldende kunst. ‘Ik heb veel belangstelling voor kunst. En dan zijn er natuurlijk die prachtige kastelen, niet vier maar zes, met de bijbehorende tuinen. Nee, ik ben niet van plan hier nog weg te gaan.’

rood-blauw nestEls Blaak groeide op in Amsterdam, als oudste in een gezin dat vijf kinderen telde. ‘Mijn ouders waren echte SDAP’ers. Ze waren geheelonthouders en lid van AJC, de socialistische jeugdbeweging. Mijn vader was typograaf bij Het Volk. Na de oorlog werkte hij op de afdeling Propaganda van dezelfde krant en was hij ook actief als partijpropagandist in Amsterdam. Er werd bij ons thuis veel gediscussieerd. Ik zei altijd: “Als jullie maar niet denken dat ik lid van de partij word omdat jullie dat ook zijn.” Mijn ouders wilden wel dat ik ging studeren, maar eigenlijk was daar geen geld voor. Daarom besloot ik te gaan werken. Mijn eerste baan was bij het GAK in Amsterdam. Daarna heb ik op diverse plekken gewerkt als secretaresse, onder andere bij de VNG. Ik woonde toentertijd nog in Voorburg, samen met mijn man Hans, die maatschappijleer en Nederlands gaf in het lager beroepsonderwijs, en onze dochter Astrid.’ Mijn veronderstelling dat bij de VNG wel haar belangstelling voor de gemeentepolitiek zal zijn ontstaan, wijst ze lachend van de hand. ‘Nee hoor. Ik was in 1957 lid geworden van de PvdA maar in de afdeling Voorburg was ik niet actief. Dat waren allemaal doctorandussen en daar had ik geen zin in. In 1968 zijn we naar het Gelderse Epe verhuisd. Op een gegeven moment kwamen ze bij me met de vraag of ik me kandidaat wilde stellen voor de gemeenteraad. Hoe ze bij mij terecht kwamen, weet ik niet, ik was nog nooit op een vergadering geweest. Waarschijnlijk wilden ze graag vrouwen op een verkiesbare plaats. Ik heb ja gezegd en ben toen meteen naar het gemeentehuis gegaan om vanaf de publieke tribune te zien hoe het er in zo’n raadsvergadering aan toeging. In 1970 ben ik in de raad gekomen. Ik herinner me dat ik als lid van de commissie bezwaarschriften een keer aan de directeur van de Sociale Dienst vroeg of ik een dossier mocht inzien. Hij was stomverbaasd, dat een raadslid zoiets durfde te vragen! Je had in die tijd ook nog het systeem van woningtoewijzing. De wethouder noteerde in een zakboekje namen

van mensen die volgens hem voor een woning in aanmerking kwamen. Allemaal nogal primitief dus, dat hebben we toen wat beter gestructureerd.’

voortrekker Als in 1977 één van de wethouders ziek wordt, neemt Els Blaak een jaar zijn plaats in. Ze is daarmee de eerste vrouwelijke wethouder in Epe. Daarna is ze zes jaar fractievoorzitter. In 1984 wordt ze opnieuw wethouder. Bijna tien jaar lang zal ze de portefeuille onderwijs, sociale zaken, welzijn, emancipatie en werkgelegenheid beheren. ‘In het vergadercircuit was ik vaak de enige vrouw in het gezelschap. Je merkt dat je een voorbeeld bent voor andere vrouwen. Op die manier draag je bij aan de emancipatie. Ik was voortrekker van de moedermavo en heb vrouwen ook gestimuleerd bij het opzetten van kinderopvang, wat toen helemaal op basis van vrijwilligheid gebeurde. Als iets me niet beviel, liet ik dat wel merken. Zo vergaderde de Sportfederatie van 17.00 uur tot 19.00 uur. Ik heb toen gezegd: “Dan is het spitsuur thuis, jullie onttrekken je daaraan!”’

Op haar tijd als wethouder kijkt Els Blaak met plezier terug. ‘Het waren zware jaren, maar gelukkig kreeg ik steun van mijn man, die eind 2009 is overleden, én van mijn fractie. Je wist hoe de fractie over dingen dacht en wat je van ze verwachten kon. Er was echt vertrouwen. Ik heb het idee dat dat tegenwoordig met het dualisme gewoon weg is.’

nieuwe stapBegin jaren negentig vindt ze de tijd gekomen om wat anders te gaan doen. ‘Je krijgt dan toch het gevoel: wéér een begroting, wéér lijsttrekker worden, enzovoorts. Tijdens de zomervakantie in 1992 heb ik vanuit de caravan in Frankrijk een sollicitatiebrief geschreven voor Diepenheim. Toen we met een groep wethouders een bezoek brachten aan de Floriade kwam het bericht dat ik de volgende dag bij Jan Hendriks, de commissaris van de koningin in Overijssel, moest verschijnen. Op 16 december 1992 werd mijn benoeming bekend gemaakt. We hadden die

dag een personeelsbijeenkomst in Epe. Op een gegeven moment kwam burgemeester De Loor, die net aan het verhuizen was, in een stofjas binnen. “Kom eens even mee”, zei hij, “je bent benoemd in Diepenheim”. Hij is toen op de trap gaan staan om het aan de ambtenaren mee te delen.’In een kleine gemeenschap als Diepenheim sta je als bestuurder dicht bij de inwoners. ‘Je wordt aangesproken als je de tuin aan het wieden bent, of als je boodschappen doet bij de supermarkt. Het voelt goed als je met een opmerking of klacht direct op het gemeentehuis aan de slag kunt. Ik heb hier echt alles meegemaakt. Hoogtepunten waren onder meer het vijfjaarlijkse Internationaal Folkloristisch Festival en de week van herdenken en vieren van vijftig jaar bevrijding in 1995.’

volksdansenPer 1 januari 2001 gaat Diepenheim samen met Goor, Markelo en Ambt en Stad Delden op in de nieuwe gemeente Hof van Twente. Daarmee komt een einde aan haar burgemeesterschap. Maar ze blijft wel bestuurlijk actief, onder meer als voorzitter van een welstandscommissie (‘helaas is daar door de crisis de klad in gekomen, dieptriest’) en als districtsvoorzitter van de Federatie van Folkloristische Groepen. In gedachte zie ik haar deelnemen aan volksdansen in Diepenheim. ‘Nee hoor’, zegt ze lachend, ‘het is voor mij alleen bestuurswerk. Er zijn in ons district 40 groepen actief. Zij houden de belangstelling voor dans, kleding en zang uit vroeger tijden levend.’De landelijke politiek volgt Els Blaak met veel interesse. Over het PvdA-VVD-kabinet oordeelt ze kritisch. ‘Ik ben het helemaal niet eens met wat er nu gebeurt, vooral op sociaal gebied. Veel van wat er in mijn tijd is opgebouwd, wordt nu weer afgebroken. Dat je moet hervormen snap ik, maar de verslechteringen op het gebied van zorg en welzijn doen me echt pijn. Ik zou zeggen: doe het eens wat kalmer aan allemaal, en ga ook eens investeren. Helaas ontbreekt op dit ogenblik in de politiek iedere schwung.’

Els Blaak-schuitevoerderGeboren op 26 januari 1937 in Amsterdamopleiding: Montessori-mulo in Amsterdam, gevolgd door zelfstudieWerk: Secretarieel werk, o.a. bij het GAK, de Bestuurdersbond van het NVV, de VNG en bij diverse bedrijven politiek: raadslid (vanaf 1970), fractievoorzitter (1978-1984), wethouder (1977-78 en 1984-1993, tevens locoburgemeester) in Epe. Burgemeester van Diepenheim (1993-2001), waarnemend burgemeester van Goor (1999-2001) overige functies: o.a. voorzitter Federatie van Folkloristische Groepen, district Oost, voorzitter Welstandscommissie Dalfsen, Olst-Wijhe, Ommen en Raalte, voorzitter Stichting Cultureel centrum De Pol in Diepenheim, Lid Ethische Commissie bij een zorginstelling te Hengelo (O.)

onttrekken je daaraan!”’

ELS BLAAK-SCHUITEVOERDER (76)

Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst.

TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS

< Oude Glorie Jong Talent >

Op de dag van haar installatie als burgemeester moeten Els Blaak en haar man Hans tol betalen aan de gemeentegrens.