Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je...

13
Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met verschillen en zorgverbreding Boeken: - Didactiek in het onderwijs. - Opvoeden en begeleiden van kinderen. - Leerlingen met een specifieke hulpvraag. . Inleiding en verantwoording: Een school schakelt de onderwijsassistent vaak in bij de begeleiding van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Het gaat daarbij om leerlingen met leer - en gedragsproblemen en om leerlingen met een beperking. Bij de ontwikkeling van kinderen / jongeren speelt het gezin een belangrijke rol. In sommige gezinsomstandigheden lopen kinderen / jongeren extra risico’s. Bij de begeleiding van leerlingen let je op opvallend en afwijkend gedrag. De oorzaak van dat gedrag kan in het gezin liggen, maar ook bij het kind, de schoolomgeving, de groep of de begeleiding van het kind. Deze leerlingen hebben jouw speciale aandacht nodig. Want een kind kan pas echt openstaan voor nieuwe leerervaringen als het emotioneel vrij is, zelfvertrouwen heeft en nieuwsgierig is. Dit zijn de basisvoorwaarden waar je in de klas aan werkt. Dit doe je door gebruik te maken van verschillende opvoedingsmiddelen, zoals gewenning en gewoontevorming ( ritme en structuur), het voeren van gesprekken, belonen en straffen. Met een positieve en stimulerende houding verstrek je het zelfbeeld van de leerlingen die je begeleidt. Bij het oefenen van vaardigheden en het overbrengen van kennis zorg je mede voor een positief en ontspannen pedagogisch klimaat door leerlingen te stimuleren en te bevestigen in de dingen die ze goed doen. Je houdt als onderwijsassistent daarbij rekening met de verschillen tussen leerlingen. Als onderwijsassistent kun je ingezet worden bij het uitvoeren van delen van handelingsplannen. In al die gevallen heb je kennis en inzicht nodig over de samenhang van schoolplan, groepsplan en handelingsplan. Om te bepalen of er een handelingsplan nodig is moet je het niveau van leerlingen kunnen bepalen. Dit kan met een leerlingvolgsysteem. In de praktijk ga je onderzoeken hoe de school hier mee werkt. Verder kun je worden ingezet bij de aanpak van pesten. Je hebt kennis en inzicht nodig over de achtergronden van pesten en over een concrete aanpak die je kunt hanteren en hoe je met een pestprotocol kan werken. Als onderwijsassistent kun je in aanraking komen met kindermishandeling of verwaarlozing. Over een dergelijk zwaar onderwerp is een goede achtergrondkennis belangrijk.

Transcript of Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je...

Page 1: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met verschillen en zorgverbreding

Boeken: - Didactiek in het onderwijs. - Opvoeden en begeleiden van kinderen. - Leerlingen met een specifieke hulpvraag.

. Inleiding en verantwoording: Een school schakelt de onderwijsassistent vaak in bij de begeleiding van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Het gaat daarbij om leerlingen met leer - en gedragsproblemen en om leerlingen met een beperking. Bij de ontwikkeling van kinderen / jongeren speelt het gezin een belangrijke rol. In sommige gezinsomstandigheden lopen kinderen / jongeren extra risico’s. Bij de begeleiding van leerlingen let je op opvallend en afwijkend gedrag. De oorzaak van dat gedrag kan in het gezin liggen, maar ook bij het kind, de schoolomgeving, de groep of de begeleiding van het kind. Deze leerlingen hebben jouw speciale aandacht nodig. Want een kind kan pas echt openstaan voor nieuwe leerervaringen als het emotioneel vrij is, zelfvertrouwen heeft en nieuwsgierig is. Dit zijn de basisvoorwaarden waar je in de klas aan werkt. Dit doe je door gebruik te maken van verschillende opvoedingsmiddelen, zoals gewenning en gewoontevorming ( ritme en structuur), het voeren van gesprekken, belonen en straffen. Met een positieve en stimulerende houding verstrek je het zelfbeeld van de leerlingen die je begeleidt. Bij het oefenen van vaardigheden en het overbrengen van kennis zorg je mede voor een positief en ontspannen pedagogisch klimaat door leerlingen te stimuleren en te bevestigen in de dingen die ze goed doen. Je houdt als onderwijsassistent daarbij rekening met de verschillen tussen leerlingen. Als onderwijsassistent kun je ingezet worden bij het uitvoeren van delen van handelingsplannen. In al die gevallen heb je kennis en inzicht nodig over de samenhang van schoolplan, groepsplan en handelingsplan. Om te bepalen of er een handelingsplan nodig is moet je het niveau van leerlingen kunnen bepalen. Dit kan met een leerlingvolgsysteem. In de praktijk ga je onderzoeken hoe de school hier mee werkt. Verder kun je worden ingezet bij de aanpak van pesten. Je hebt kennis en inzicht nodig over de achtergronden van pesten en over een concrete aanpak die je kunt hanteren en hoe je met een pestprotocol kan werken. Als onderwijsassistent kun je in aanraking komen met kindermishandeling of verwaarlozing. Over een dergelijk zwaar onderwerp is een goede achtergrondkennis belangrijk.

Page 2: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Thema’s Omgaan met verschillen: Boek: didactiek in het onderwijs. Thema 5 zorgleerlingen

Leerproblemen NLD: Non-verbaal leerprobleem Dyslexie Begeleiden van leerlingen met leer- en gedragsproblemen ADHD Hoogbegaafdheid

Boek: opvoeden en begeleiden van kinderen. Thema 4: Begeleiden in de groep

Pesten Thema 5: Opvoeden doe je samen

Kindermishandeling en verwaarlozing Faalangst

Leerlingen met een specifieke hulpvraag:

ADD en autisme. (Klassieke autisme, PDD-NOS & syndroom van asperger.) Depressies. Epilepsie Gedragsstoornissen. MCDD, ODD,CD,DCD

Thema’s zorgverbreding: Boek: Opvoeden en begeleiden van kinderen. Thema 1 kinderen opvoeden en begeleiden

Pedagogische ondersteuning. Gedrag leren of afleren. Een eigen stijl van opvoeden. Pedagogisch klimaat. Storend gedrag.

Boek: didactiek in het onderwijs. Thema 5 zorgleerlingen

Zwakke rekenaars. Zorgstructuur voor leerlingen Zorgleerlingen in het vervolg onderwijs.

Boek: opvoeden en begeleiden van kinderen. Thema 4: Begeleiden in de groep

Aangepaste les- en speelmateriaal Pesten

Thema 5: Opvoeden doe je samen

Omgaan met diversiteit Opvallend gedrag

Page 3: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Wat moet je doen om pedagogiek & psychologie af te ronden?

Toets pedagogiek & psychologie 2. (Zie vorige bladzijde voor toets stof.) Omgaan met verschillen tussen leerlingen: Verplicht

Begeleiden van leerlingen met probleemgedrag. Omgaan met verschillen tussen kinderen. Presentatie over leerlingen met een functiebeperking of over leerlingen met leer- en

gedragsproblemen. 1 beroepsproduct naar keuze uit:

Activiteiten die bijdragen aan een positief klimaat. Onrespectvol gedrag. Sociogram. Observeren van kinderen met storend / problematisch gedrag. Hoogbegaafdheid

In week 4 (periode 2 lesweek 10) moeten de opdrachten worden ingeleverd en zal de toets plaatsvinden. Zorgverbreding: Verplicht

Speel- en leermateriaal voor kinderen met leerproblemen.

Page 4: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Verplicht omgaan met verschillen

BEROEPSCOMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving voor leerlingen Pedagogische competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 4 Het vermogen een sfeer van samengaan samenwerken met leerlingen te realiseren Interpersoonlijke competentie

BEROEPSPRODUCT Begeleiden van leerlingen met probleemgedrag CONTEXT Samenwerken, gaat niet altijd zonder problemen. In elke groep doen zich wel eens problemen voor en in elke groep zitten kinderen bij wie de sociale – en emotionele ontwikkeling niet zonder problemen verloopt. Daar zul je als onderwijsassistent extra aandacht aan moeten geven. Van storend gedrag is sprake als het gedrag van een leerling jou, de leerkracht/docent/coach of andere leerlingen afleidt van hun werk. Storend gedrag herkennen is dus niet zo moeilijk. Analyseren en omgaan met storend gedrag vraagt veel meer van je pedagogische – en persoonlijke competenties. OPDRACHT Je gaat werken met een leerling die storend gedrag vertoont in de groep, met het doel dit storende gedrag om te buigen in acceptabel, coöperatief of doelgericht gedrag.

Kies in overleg met je stagementor/stagecoach een leerling uit de groep die volgens jou storend gedrag vertoont. Motiveer de keuze. Omschrijf zo concreet mogelijk in termen van gedrag hoe de leerling stoort, in welke situaties en wat het gevolg hiervan is en voor wie. Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling Maak een observatie en bespreek jouw observatie en beschrijving met je stagementor. Beschrijf je omgang met de leerling Reflectie:wat heb je er van geleerd

ONDERSTEUNING Tijdens kennisblokuren en coach uur Door je stagementor/ coach van je stageschool AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Beoordeling d.m.v. rapportageformulier Beoordelingsonderdelen: Motivatie keuze 1 punt Beschrijving storend gedrag 2 punten Beschrijving eigen gevoelens 1punt Correctheid observatie. 2 punten Verslag van de bespreking observatie. 1 punt Beschrijving omgang leerling. 1 punt Reflectie van jezelf. 2 punten

Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende Ondertekening stagementor . Ja / nee

Page 5: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Verplicht omgaan met verschillen

BEROEPSCOMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 2 Het vermogen te zorgen voor een krachtige leeromgeving voor leerlingen Didactische competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Presentatie over leerlingen met een functiebeperking of leerlingen met leer - en gedragsproblemen CONTEXT Een school schakelt onderwijsassistenten vaak in bij de begeleiding van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Het gaat daarbij om leerlingen met een beperking en leerlingen met leer – en gedragsproblemen. Kennis van deze problematiek heb je nodig om deze leerlingen te kunnen begeleiden . OPDRACHT Geef een presentatie van 20 tot 30 minuten over leerlingen met een beperking of over leerlingen met leer – en gedragsproblemen aan je medecursisten en mogelijk andere belangstellenden. Vorm hiervoor een groepje van 2 of 3 personen. Kies een onderwerp en zoek informatie op in vakbladen, boeken, tijdschriften, video’s maar vraag ook op je school naar informatie. Op Internet staat ook veel informatie. Maak hier een werkstuk van. Vermeld wel je bronnen en namen van de sites. Maak een presentatieplan en beschrijf de taken van elk groepslid. Let bij de opstelling van je plan op de beoordelingscriteria. Voer in overleg met de vakdocent het plan uit. Maak een verslag over de opdracht en de uitvoering ervan. Schrijf ook een kort verslag over de presentaties van de andere groepjes. ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok pedagogiek en psychologie 2 AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Dit verplicht beroepsproduct krijg je bij de start van het kennisblok Pedagogiek en psychologie 2. Het plan van aanpak bespreek je met je vakdocent en je maakt met de vakdocent een afspraak voor presentatie. Beoordeling d.m.v. Rapportageformulier Beoordelingscriteria opdracht Presentatieplan 1 punt

Gebruik didactische werkvormen tijdens de presentatie. 1 punt Informatiegehalte van de presentatie en het werkstuk. 3 punten. Verwerking eigen ervaringen en informatie vanuit BPV- adres. 1 punt. Eigen reflectie verslag ` 2 punten. Verslag andere presentaties. 2 punten.

Maximale score is 10 punten 8,9,10 punten: goed 6 en 7 punten : voldoende5 punten en minder is onvoldoende.

Page 6: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Verplicht omgaan met verschillen

COMPETENTIE 2 Het vermogen te zorgen voor een krachtige leeromgeving Didactische competentie

Competentie 5 Het vermogen om samen te werken in een team en schoolorganisatie, zowel pedagogisch, onderwijskundig, schoolorganisatorisch als communicatief. Samenwerken met collega’s

COMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Omgaan met verschillen tussen leerlingen CONTEXT Leerlingen verschillen op verschillende terreinen. In hun leertempo, hun manier van leren. De lesdoelen zijn voor de hele groep hetzelfde, de individuele eisen verschillen. Aansluiten bij het leertempo en leerstijl van elke leerling is noodzakelijk om de natuurlijke motivatie in stand te houden. OPDRACHT Onderzoek op je stage school op welke wijze er om wordt gegaan met verschillen tussen leerlingen met betrekking tot het leren. Is er sprake van verdieping- of verrijkingslessen voor leerlingen die heel goed presteren? Zijn er ondersteuningslessen voor leerlingen met leerachterstanden? Onderzoek op welke wijze remedial teaching is georganiseerd. Lever jij als onderwijsassistent ook een bijdrage aan verdieping- of verrijkingslessen of ondersteuningslessen aan leerlingen? Welk leerlingvolgsysteem wordt er op je stageschool gebruikt en hoe werkt het. Wat voor bijdrage lever jij bij het afnemen van toetsen. ONDERSTEUNING Door vakdocent en coach AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Beoordeling d.m.v. beoordelingsformulier Beschrijving werkwijze van de school m.b.t. leerverschillen tussen leerlingen 2 punten Beschrijving van de organisatie van remedial- en pre- teaching 2 punten binnen en buiten de groep Beschrijving eigen bijdrage. 2 punten Beschrijving leerlingvolgsysteem. 2 punten Reflectie 2 punten Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende

Page 7: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Keuze 1/5 omgaan met verschillen

BEROEPSCOMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 2 Het vermogen te zorgen voor een krachtige leeromgeving Didactische competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 4 Het vermogen een sfeer van samengaan samenwerken met leerlingen te realiseren Interpersoonlijke competentie

BEROEPSCOMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Activiteiten die bijdragen aan een positief klimaat CONTEXT Een positieve houding tegenover leerlingen is heel belangrijk. Wanneer kinderen waardering en complimenten krijgen leren ze dat ze de moeite waard zijn. Leerlingen begeleiden bij de vorming van hun zelfbeeld is één van de taken van de onderwijsassistent. OPDRACHT Bij deze opdracht sluit je aan bij je eigen onderwijspraktijk. Werk 3 opdrachten uit die bijdragen aan een positief klimaat. Ga op zoek naar verhalen, spellen en gesprekken, die de positieve omgang tussen leerlingen in de groep bevorderen of bijdragen aan het zelfvertrouwen van leerlingen. Maak bij elke activiteit een lesformulier. Let er bij de keuze van de activiteiten op dat je in ieder geval één activiteit kan uitvoeren op je school. Maak hiervan een verslag Voeg de opzet en uitwerking van de drie activiteiten toe aan je verslag Reflecteer op het proces en het product. ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Beoordeling door de vakdocent d.m.v. rapportageformulier Beoordelingsonderdelen: Keuze activiteiten 1 punt

Uitwerking lesformulieren 4 punten Verslag uitvoering activiteit 3 punten Reflectie 2 punten Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende Ondertekening stagementor . Ja / nee

Page 8: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Keuze 2/5omgaan met verschillen

COMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

COMPETENTIE 4 Het vermogen een sfeer van samengaan samenwerken met leerlingen te realiseren Interpersoonlijke competentie

COMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Onrespectvol gedrag. CONTEXT Bij deze situaties die zich dagelijks voor kunnen doen gaat het erom dat je weet om te gaan met onverwachte gebeurtenissen tussen leerlingen onderling tijdens het groepsproces binnen en buiten de les. Je kunt hierbij denken aan verbaal geweld, non-verbaal geweld, discriminerende opmerkingen, schelden, grof taalgebruik en pesten, chanteren, intimideren etc. OPDRACHT Observeer in je klas/groep of en op welke manier er sprake is van onrespectvol gedrag zoals schelden tegen elkaar of discriminatie etc. Beschrijf zo concreet mogelijk het waargenomen gedrag. Verdiep je, met behulp van je stagementor/stagecoach in de achtergronden van dit gedrag Observeer hoe je stagementor omgaat met onrespectvol gedrag tussen kinderen / leerlingen. Check bij je stagementor of je observaties stroken met zijn of haar belevingen van zulk gedrag. Let op of er tijdens jouw assisterende activiteiten ook sprake is van onrespectvol gedrag van kinderen en leerlingen. Bedenk hoe je in jouw assisterende taak onverwacht onrespectvol gedrag zou kunnen stoppen. Maak een globale opzet hoe je bijvoorbeeld van pesten of discriminatie een thema zou kunnen maken en hoe je dit aan de orde zou kunnen stellen. Voer in overleg met je stagementor/stagecoach je voornemen uit en reflecteer daarop. ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok. AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Beoordeling door vakdocent d.m.v. rapportageformulier. Beoordelingscriteria: Beschrijving onrespectvol gedrag. 2punten Correctheid van de groepsobservatie. 2punten Verdieping achtergronden onrespectvol gedrag. 2punten Beschrijving eigen bijdrage. 2punten Reflectie 2punten Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende Ondertekening stagementor . Ja / nee

Page 9: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Keuze 3/5keuze omgaan met verschillen

COMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

COMPETENTIE 4 Het vermogen een sfeer van samengaan samenwerken met leerlingen te realiseren Interpersoonlijke competentie

COMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Sociogram. CONTEXT Om de ontwikkelingen in de groep goed te kunnen volgen kun je een sociogram van de groep maken. Je krijgt dan een beeld van de positie van de kinderen in de groep. OPDRACHT Maak een sociogram van de groep waarmee je werkt. Werk het sociogram duidelijk en overzichtelijk uit. Beschrijf de groepsstructuur van de groep waarmee je werkt. Kies op basis van de gevonden gegevens een kind dat weinig of alleen negatieve contacten heeft met de andere kinderen. Is dat voor jou een verassing? Wat kun je over het kind vertellen? Observeer het kind om vast te stellen hoe het met de andere kinderen omgaat en waar het eventueel mis gaat. Bedenk samen met de leerkracht een plan om het kind meer bij de groep te betrekken en voer dit plan uit. Hoe wil je het kind beter laten functioneren, wat wil je verbeteren? Hoe vaak werk je aan het plan? Heb je jouw doel bereikt? Maak een verslag van je bevindingen. ONDERSTEUNING Tijdens kennisblok pedagogiek en psychologie 2. Tijdens competentie uren. Van de leerkracht op je BPV-adres. AFSPRAKEN, EVALUATIE en BEOORDELING Beoordeling d.m.v. beoordelingsformulier. Beoordelingscriteria: 1. Beschrijving groepsstructuur. 1 punt 2. Uitwerking sociogram. 2 punten 3. Beschrijving en observatie. 2 punten 4. Opstellen plan van aanpak 2 punten 5.Verslag en evaluatie van proces. 2 punten 6. Reflectie van jezelf 1 punt

Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende Ondertekening stagementor . Ja / nee

Page 10: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Keuze 4/5Omgaan met verschillen Beroepsproduct 48 : Hoogbegaafdheid

CONTEXT Leerlingen verschillen op verschillende terreinen. In hun leertempo, hun manier van leren. De lesdoelen zijn voor de hele groep hetzelfde, de individuele eisen verschillen. Aansluiten bij het leertempo en leerstijl van elke leerling is noodzakelijk om de natuurlijke motivatie in stand te houden. De ontwikkeling van kinderen ligt voor een deel genetisch vast. Een ander deel wordt bepaald door interactie met de omgeving. Ouders en professionals spelen hier een grote rol in. Ze voeden op en ze leiden de ontwikkeling en het leren in een bepaalde richting. Voor professionals is het van belang dat ze hun pedagogische en didactische visie, de richting waarin ze kinderen willen leren en ontwikkelen afstemmen met collega’s en dit met elkaar stimuleren en ondersteunen. Je leert een mening te vormen over ontwikkelingen in je beroep als onderwijsassistent, in dit geval het omgaan met hoogbegaafde kinderen. Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. OPDRACHT Onderzoek op je stage school op welke wijze er om wordt gegaan met leerlingen die meer aan kunnen. Is er sprake van verdieping- of verrijkingslessen voor leerlingen die heel goed presteren? Lever jij als onderwijsassistent ook een bijdrage aan verdieping- of verrijkingslessen? Zorg voor:

1. Achtergrondinformatie over hoogbegaafdheid. Lees de site: http://www.plusklasdenbosch.nl/ en andere sites over hoogbegaafdheid

2. Geef je mening over omgaan met hoogbegaafdheid: o Wat vind je van de manier waarop er, over het algemeen, in ons onderwijs omgegaan

wordt met kinderen die hoogbegaafd zijn? o Wat vind je van de ontwikkeling om hoogbegaafde kinderen uit hun eigen klas te

halen en ze met "ontwikkelingsgelijken" in aanraking te laten komen? o Vind je dat wenselijk? o Gebruik hier je eigen ervaringen bij. o Gebruik hierbij deze site en andere sites. o Beschrijf hoe je mening hierover gevormd is.

Competentie 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

Competentie 2 Het vermogen te zorgen voor een krachtige leeromgeving Didactische competentie

Competentie 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling.

Page 11: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

o Bedenk zelf ook een drietal vragen/stellingen,waar je met een groepje medestudenten over kan doorpraten.

3 Welke materialen,voorzieningen en mogelijkheden zijn er voor deze kinderen op je stageschool en wat is jou bijdrage/ervaring.

4. Bespreek het eindresultaat ook met je BPV-mentor en vraag hem/haar ook naar diens mening over het onderwerp.

5. De ervaringen in de praktijk. 6. Reflectie

Beoordeling: pt 1 t/m 4 max. 2 pnt. Pt 5 en 6 max 1 pnt.

Page 12: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Keuze 5/5omgaan met verschillen

COMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving. Pedagogische competentie Levert een bijdrage aan de observatie van leerlingen

COMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Observeren van kinderen met storend / problematisch gedrag CONTEXT Van storend gedrag is sprake als het gedrag van een kind/leerling jou, de leerkracht of andere kinderen / leerlingen afleidt van hun werk. Storend gedrag vraagt om een reactie, je wilt immers dat het ophoudt. Om te weten hoe je het beste kunt reageren, moet je eerst een goed beeld hebben van het storend gedrag. Daarom is het nodig dat je een kind observeert. OPDRACHT Observeer een kind met storend gedrag. Probeer antwoord te krijgen op de volgende vragen.

- Hoe ziet het storend gedrag eruit? Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk hoe een kind zich gedraagt zonder dit gedrag meteen te interpreteren.

- In welke situatie gedraagt het kind zich storend? - Voor wie is het gedrag storend en waarom? - Hoe wordt er door wie gereageerd op het storend gedrag? - Wat is uiteindelijk het effect van het storend gedrag voor het kind zelf?

Je kunt op verschillende manieren observeren door gebruik te maken van methodieken. Aan de observatie voeg je een korte beschrijving van het kind en de achtergrond van het kind toe. Laat de uitgewerkte opdracht lezen aan je stagementor en bespreek de observaties. Schrijf een korte reflectie n.a.v. je observatie ONDERSTEUNING Tijdens coach uur en tijdens kennisblok observeren BENODIGDHEDEN Naar eigen inzicht AFSPRAKEN / EVALUATIE / BEOORDELING Beoordeling door vakdocent Beoordelingscriteria: Objectiviteit van de observatie 2 punten Beschrijving van de observatie vragen 1 punt Beschrijving van het kind / leerling 2 punten Integriteit van de observaties / discreet omgaan met leerling gegevens 2 punt Correct formuleren 1 punt Reflectie 2 punten Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende

Page 13: Studiewijzer: Pedagogiek en Psychologie 2, Omgaan met ... · Maak een probleemanalyse Beschrijf je eigen gevoelens t.o.v. het storende gedrag van de leerling ... Bij deze opdracht

Verplicht zorgverbreding

COMPETENTIE 1 Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving Pedagogische competentie

Competentie 2 Het vermogen te zorgen voor een krachtige leeromgeving Didactische competentie

COMPETENTIE 7 Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen Competentie in reflectie en ontwikkeling

BEROEPSPRODUCT Speel- en leermaterialen voor kinderen met leerproblemen CONTEXT Om de kinderen te ondersteunen in hun leerproces gebruik je materialen die gemaakt zijn met het oog op concrete doelen b.v. kleurwaarneming, detailwaarneming, leren rekenen of lezen of schrijven,fijne motoriek, denkrelaties en concentratie. De meeste speel- en leermaterialen hebben dus een duidelijke ontwikkeling- of leerbedoeling. Andere materialen stimuleren het spelen op zich of stimuleren het samenspelen/samenwerken. Stem je materiaal af op kinderen met leerproblemen. Door het zelf ontwerpen, maken en presenteren van speel- en leermaterialen werk je aan je eigen creativiteit en laat je zien kennis te hebben van de ontwikkeling van kinderen. Tevens let je op de veiligheid van het materiaal. OPDRACHT Ontwerpen, maken van speel- en leermaterialen. ONDERSTEUNING Tijdens kennisblokuren. AFSPRAKEN, EVALUATIE en BEOORDELING Maak een afspraak met de vakdocent van het kennisblok pedagogiek en psychologie 2 en laat de docent de speel- en leermaterialen beoordelen. Beoordelingscriteria speel- en leermaterialen:

1 leer- en ontwikkelingsmogelijkheden/speelmogelijkheden/ samenwerkings- mogelijkheden 3 punten 2 verzorging, veiligheid en duurzaamheid 2 punten 3 creatief ontwerp en uitvoering 3punten 4 beschrijving speel- en leermateriaal met handleiding en doelstelling 2 punten

Maximale score is 10 punten 6 en 7 punten : voldoende 8,9,10 punten: goed 5 punten en minder is onvoldoende