Studiegids BACHELOR FARMACIE - Universiteit Utrecht · Het doel van de bacheloropleiding Farmacie...
Transcript of Studiegids BACHELOR FARMACIE - Universiteit Utrecht · Het doel van de bacheloropleiding Farmacie...
Studiegids
BACHELOR FARMACIE
Studiejaar 2014‐2015
Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht
2
Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht Versie: 20140704 © Onderwijsinstituut departement Farmaceutische Wetenschappen, 2014
3
Studiegids
BACHELOR FARMACIE
Studiejaar 2014‐2015
Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht
5
Inhoudsopgave 1 INLEIDING 7
1.1 Doelstelling van de bacheloropleiding 7
1.2 Gebruik van de studiegids 7
2 ALGEMENE INFORMATIE 8
2.1 Studiepunt Farmacie 8
2.2 Studiebegeleiding 8
2.2.1 Tutor en studentmentor 8
2.2.2 Studieadviseur 8
2.2.3 Studentenservice; UU for U 9
2.2.4 Centrum Studiekeuze 9
2.3 Praktische informatie 10
2.3.1 Solis‐id 10
2.3.2 UU‐Gmail 10
2.3.3 Osiris‐student 11
2.3.4 Inschrijven voor cursussen 12
2.3.5 Blackboard 13
2.3.6 Herinschrijven voor de opleiding 13
2.3.7 Automatisch afstuderen 14
2.4 Bibliotheek en boeken 14
2.4.1 Bibliotheek 14
2.4.2 Studielandschap 15
2.4.3 Boeken 15
2.5 Studeren in het buitenland 16
2.6 Studieverenigingen 16
2.6.1 Unitas Pharmaceuticorum 16
2.6.2 Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging 17
3 HET BACHELORPROGRAMMA 19
3.1 Leerdoelen en eindtermen 19
3.2 Curriculum en timeslots 20
3.3 Het bachelorprogramma 22
3.3.1 Studiepaden en keuzemogelijkheden 22
3.3.2 Bachelorwerkstuk 24
3.3.3 Vaardigheden en portfolio 25
3.3.4 Honoursprogramma Farmaceutische Wetenschappen 27
3.4 Studievertraging, langstudeerders 28
4 ROLLEN EN VERWACHTINGEN 29
4.1 Curriculumontwerp 29
4.2 Student 29
4.3 Tutor 30
4.4 Docent 31
6
4.5 Coördinator en voorzitter 31
4.6 Examinator(en) 32
4.7 Examencommissie 33
4.8 College van Beroep voor de Examens 33
4.9 Inspraak 34
4.10 Klachten 35
5 REGELS EN RICHTLIJNEN 37
5.1 Richtlijn onderwijs en OER 37
5.2 Plaatsing in cursussen 37
5.3 Aanwezigheidsverplichting 38
5.4 Fraude en plagiaat 39
5.5 Bindend studieadvies (BSA) 39
5.6 Final grade point average 40
5.7 Cum laude en honourscertificaat 40
7
1 INLEIDING
1.1 Doelstelling van de bacheloropleiding
Het doel van de bacheloropleiding Farmacie is om je toe te rusten met kennis, inzicht en
vaardigheden die je in staat stelt om de master Farmacie of een andere master op
biomedisch terrein te volgen. De leerstof is geordend in voor de Farmacie zinvolle
thematische, multidisciplinaire blokken. In jaar 1 van de bachelor worden veel onderwerpen
behandeld die je een overzicht geven van de verschillende aspecten van de farmaceutische
wetenschappen. In jaar 2 en 3 wordt verder ingegaan op deze aspecten, maar op een
verdiepend en verbredend niveau.
Tijdens de bachelor krijg je een beeld van de aard en de complexiteit van vraagstukken die
zich voor doen in de latere beroeps‐ c.q. onderzoekspraktijk. De bachelor Farmacie richt zich
op de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om deze vraagstukken op te kunnen lossen.
De bacheloropleiding bereidt je voor op een vervolgstudie in een beroepsgericht
masterprogramma (Farmacie) of in een onderzoeksgericht masterprogramma (Drug
Innovation en andere biomedische masters). Je kunt in de bachelor het studiepad Farmacie
(beroepsgericht) of het studiepad geneesmiddelonderzoek (onderzoeksgericht) volgen (zie §
3.3.1).
1.2 Gebruik van de studiegids
Deze studiegids bevat belangrijke en nuttige informatie over allerlei onderwerpen waarmee
je tijdens je studie te maken kunt krijgen.
De meeste informatie in deze studiegids kan ook gevonden worden via de website van het
studiepunt Bètawetenschappen. Kijk daar regelmatig voor nieuws, recente veranderingen
en voor informatie over de inschrijfperiodes voor cursussen:
http://www.uu.nl/beta/studenten
Je kunt ook de website van het studiepunt Farmacie, Blackboard of OSIRIS raadplegen:
http://www.uu.nl/studenten/Farmacie
Vanaf januari 2015 zal er een nieuwe website voor studenten zijn. Volg de berichtgeving
hierover.
8
2 ALGEMENE INFORMATIE
2.1 Studiepunt Farmacie
Je kunt bij het studiepunt terecht met alle vragen over het onderwijsprogramma van de
bachelor Farmacie, zoals registratie, cursussen, examens, opmerkingen en klachten. Het
studiepunt Farmacie bevindt zich in het David de Wiedgebouw, Universiteitsweg 99, kamer
1.09.
Openingstijden
Maandag‐donderdag: 10:00‐12:00 en 12:30‐14:00 uur
Vrijdag: 10:00‐12:00 uur
Contactgegevens
Telefoon: 030‐253 7310
E‐mail: [email protected]
2.2 Studiebegeleiding
2.2.1 Tutor en studentmentor
Bij het plannen en de voortgang van je studie kun je gesteund worden door je tutor en je
studentmentor. De tutor is een farmaciedocent die je leert kennen bij het vak ‘apotheker en
geneesmiddel’. Iedere student krijgt aan het begin van de studie een tutor en een
studentmentor toegewezen, waarbij je altijd terecht kunt met vragen over je voortgang en
de planning van je studie; de tutor is ook het eerste aanspreekpunt voor meer persoonlijke
vragen. Het blijkt dat je bij regelmatig contact met de tutor beter studeert.
2.2.2 Studieadviseur
De Farmacie studieadviseur kan advies en informatie geven over jouw opleiding en alle
aspecten, die daaraan gerelateerd zijn. Je kunt bij de studieadviseur terecht om advies te
vragen over je studie, de keuze van je cursussen in jaar twee en drie, hoe je het volgen van
cursussen buiten je eigen opleiding, al of niet in het buitenland, moet aanpakken en voor
klachten en/of problemen.
Wanneer er bijzondere omstandigheden zijn (bijvoorbeeld ziekte of overlijden van een
familielid) moet je die zo spoedig mogelijk melden bij de studieadviseur. Dit is van belang
indien je later een beroep wilt doen op persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld in
verband met het bindend studieadvies (BSA). Ook voor een aantal andere diensten van de
Universiteit Utrecht is het tijdig melden bij de studieadviseur verplicht.
9
De studieadviseurs voor de bacheloropleiding Farmacie zijn Carmen Jansen (eerste en
tweedejaars en alle CPS studenten) en Joke van Dijk (derdejaars en ouder en
masterstudenten), David de Wiedgebouw, Universiteitsweg 99, kamer 1.11.
Afspraak
Voor het maken van een afspraak kun je gebruik maken van de on‐line agenda.
Contactgegevens
Telefoon: 030‐253 7918
E‐mail: [email protected]
Kamer: David de Wiedgebouw 1.11
2.2.3 Studentenservice; UU for U
Bij UU for U kun je terecht voor informatie over allerlei zaken die met studeren en met het
studentenleven te maken hebben. Denk hierbij aan aanvullende informatie over
bijvoorbeeld: toelating en inschrijving, collegegeld, bestuursbeurzen, studie en
topsport, handicap of chronische ziekte.
UU for U vind je in het Bestuursgebouw, Heidelberglaan 6 (De Uithof). In www.uu.nl/qdesk
vind je antwoorden op veel gestelde vragen
Openingstijden
Maandag‐vrijdag: 10:00‐16:00 uur
Contactgegevens
Telefoon: 030‐253 7000 (maandag‐vrijdag 10:00‐12:00 en 13:00‐15:00 uur)
E‐mail: [email protected]
Postadres
Studentenservice
Postbus 80125, 3508 TC Utrecht
2.2.4 Centrum Studiekeuze
Twijfel je over de opleiding die je hebt gekozen? Of wil je je oriënteren op een andere
bacheloropleiding? Dan kan het Centrum Studiekeuze je adviseren en begeleiden. Je kunt
bijvoorbeeld een studiekeuzetest doen en deze bespreken met een adviseur of de workshop
Masterkeuze volgen. Je kunt bij het centrum ook terecht voor documentatie over bachelor‐
en masteropleidingen en over beroepen.
Kijk op de website voor meer informatie en voor het maken van een afspraak:
http://www.centrumstudiekeuze.nl
10
2.3 Praktische informatie
2.3.1 Solis‐id
Met je Solis‐id en Solis‐wachtwoord heb je toegang tot verscheidene universitaire ICT‐
diensten zoals Osiris, Blackboard, Surfspot en UU‐Gmail. Het is belangrijk dat je wekelijks je
studentmail leest, omdat daar de mededelingen van de opleiding gegeven worden. Vlak
nadat je bent ingeschreven bij de universiteit heb je een Solis‐id en een Solis‐wachtwoord
ontvangen (in twee aparte e‐mails). Deze e‐mails worden voor alle studenten aangemaakt
door een automatische koppeling met het studievolg‐ en inschrijfsysteem Osiris.
Tegelijkertijd wordt er ook een e‐mailadres aangemaakt en worden je gegevens
automatisch opgenomen in de Solis‐ugids. Heb je de brief of e‐mails niet ontvangen, ga dan
met je collegekaart (of bewijs van inschrijving) naar Studentenservice.
Bij sommige diensten wordt er gevraagd om een langere versie van je Solis‐id. Dit is de Solis‐
id die je hebt ontvangen, gevolgd door “@soliscom.uu.nl”.
Meer informatie en vragen
www.uu.nl/studenten
2.3.2 UU‐Gmail
De Universiteit Utrecht biedt alle studenten een Gmailaccount aan. Als nieuwe student
ontvang je een e‐mail op je privémailadres met je gegevens.
Je universitaire e‐mailadres, tevens je Gmailaccount, is automatisch gegenereerd en heeft
als achtervoeging: “@students.uu.nl”. Hiermee heb je de beschikking over een
opslagcapaciteit van 25GB.
Inloggen kun je via gmail.students.uu.nl (let op: zonder www)
Voor het stellen van vragen en het melden van problemen over UU‐Gmail kun je contact
opnemen met de ICT Servicedesk via de Self Service Desk.
Let op: officiële informatie van het studiepunt Farmacie, de faculteit Bètawetenschappen
en de Universiteit Utrecht wordt altijd aan je universitaire e‐mailadres gestuurd. Ook
coördinatoren zullen dit adres gebruiken voor formele en organisatorische mededelingen.
We verwachten van je dat je dus regelmatig (minstens drie keer per week) je universitaire
e‐mailadres controleert.
11
Meer informatie en vragen
http://www.uu.nl/studenten
2.3.3 Osiris‐student
Osiris is het studievolg ‐ en inschrijfsysteem van de Universiteit Utrecht. Met Osiris‐student
kun je cursusinformatie inzien en je in‐ en uitschrijven voor cursussen en toetsen. Daarnaast
kun je resultaten opvragen en je adresgegevens wijzigen.
Je logt in op Osiris‐student met je Solis‐id via www.uu.nl/osirisstudent
Op het startscherm klik je op de knop inloggen, dan wordt om je gebruikersnaam en
wachtwoord gevraagd (je wachtwoord en gebruikersnaam staan vermeld in de brief die je
over OSIRIS hebt gekregen). Vervolgens klik je weer op de knop Inloggen; dan verschijnt je
naam en studentnummer. Via de buttons bovenin het scherm kun je andere schermen
oproepen waarmee je je adresgegevens kunt wijzigen, je cijfers kunt raadplegen en een
dossieroverzicht kunt uitdraaien.
Persoonlijke gegevens
Je kunt in dit scherm je adresgegevens opvragen en desgewenst wijzigen. Kies voor de
button ‘Wijzig adres’ onderaan het scherm om een wijziging te kunnen invoeren. Deze
wijzigingen worden automatisch doorgegeven aan de Centrale studentenadministratie.
Resultaten & Dossieroverzicht
Uitsluitend de laatste tien behaalde cursus‐ en toetsresultaten zijn zichtbaar. Voor een
compleet overzicht kun je jouw dossier in Osiris‐student opvragen. In Osiris‐student kies je
voor het tabblad voortgang. Je kiest voor de optie dossieroverzicht. Je kunt kiezen tussen
een gedetailleerd en een beknopt dossieroverzicht. In het gedetailleerde dossieroverzicht
worden alle cursus ‐, toets ‐, geldende resultaten en bijvakresultaten getoond.
N.B. Als je een officieel dossieroverzicht nodig hebt, kun je een gestempeld
dossieroverzicht krijgen bij het studiepunt.
Studievoortgangsoverzicht (SVO)
Op een studievoortgangsoverzicht staan alle resultaten die je behaald hebt, gekoppeld aan
het examenprogramma waarvoor je bent ingeschreven.
Als je wilt afwijken van het examenprogramma, moet je goedkeuring vragen aan de
examencommissie, [email protected] . Als je verzoek wordt goedgekeurd,
wordt dit ook opgenomen in Osiris, en verwerkt in jouw examenprogramma en SVO.
N.B. Als je onjuistheden constateert in je studievoortgangsoverzicht, neem dan contact op
met het studiepunt.
12
Cursusinformatie
Via dit scherm kun je een lijst van cursussen opvragen die binnen de faculteit, opleiding of
examenprogramma wordt aangeboden. Daarna kun je een virtueel winkelwagentje
gebruiken om een combinatie van cursussen te kiezen die je zou willen gaan doen. Overlap
in het rooster van de verzamelde cursussen wordt getoond.
Inschrijven voor cursussen en toetsen
Via Osiris schrijf je je in voor al het onderwijs dat je wilt volgen. Vooraf heeft de
studieadministratie de periode bepaald waarvoor een student zich via Osiris voor cursussen
van een onderwijsperiode kan inschrijven (zie Inschrijven en Uitschrijven). Typ de
cursuscode in van de cursus die je wilt volgen en klik op de knop Volgende. Kies het
aanvangsblok, maak daarna je keuze voor voltijd of deeltijd onderwijs. Daarna komt de
vraag: voor welke examenfase wil je deze cursus volgen (kies hierbij: bachelor of master).
Uitschrijven voor cursussen en toetsen
Onder deze knop kun je je uitschrijven voor cursussen. Ook hiervoor gelden bepaalde
periodes, je kunt de informatie hierover nalezen op de site van het studiepunt onder
Inschrijven en Uitschrijven.
2.3.4 Inschrijven voor cursussen
Alle eerstejaarsstudenten worden voor de cursussen van eerste jaar van het
bachelorprogramma Farmacie ingeschreven door het studiepunt.
Voor alle andere cursussen moet je jezelf aanmelden via Osiris‐student (zie hierboven). Dit
kan alleen gedurende de inschrijfperiodes die op internet en bij het studiepunt vermeld zijn.
Je kunt je steeds aanmelden voor drie cursussen, maar wordt voor twee cursussen geplaatst
in volgorde van aanmelding (in niet‐overlappende timeslots). Als de cursus vol is, kun je je
niet verder aanmelden. De regel is dat je in dezelfde onderwijsperiode niet méér dan twee
cursussen volgt en geen cursussen in overlappende timeslots. Wil je afwijken van deze regel,
dan kun je een goed beargumenteerd verzoek tot uitzondering indien bij het studiepunt,
vόόr aanvang van de inschrijfperiode. De opleidingsdirecteur van de bachelor Farmacie
beslist over uitzonderingsgevallen.
Een student, die van mening is dat een bijzondere (en bewijsbare) omstandigheid tot
voorrang bij de plaatsing zou moeten leiden, kan daarover vόόr aanvang van de
inschrijfperiode contact opnemen met het studiepunt.
Kort voor aanvang van ieder blok zijn er de zogenaamde na‐inschrijfdagen. Tijdens deze
dagen kun je je inschrijven voor cursussen waar nog plaats is; dit kan vanaf 00:00 uur op de
na‐inschrijfdag. Bij veel cursussen is er maar een beperkt aantal plaatsen, het kan dus zijn
dat op het moment dat je probeert in te schrijven via de na‐inschrijving de cursus al vol is.
13
Indien je je hebt ingeschreven voor een cursus die je bij nader inzien toch niet wilt volgen,
verzoeken wij je dringend je uit te schrijven vóór de na‐inschrijfdagen zodat er een plaats
vrijkomt voor een medestudent.
Zodra je inschrijving voor een cursus definitief is, krijg je automatisch toegang tot de
Blackboardsite van die cursus.
De inschrijfperiodes voor studiejaar 2014‐2015 zijn:
Inschrijving Na-inschrijving Start onderwijs
Periode 1 ma 2 juni t/m zo 29 juni 2014 ma 18 + di 19 aug 2014 ma 1 sept 2014
Periode 2 ma 1 sept t/m zo 28 sept 2014 ma 27 + di 28 okt. 2014 ma 10 nov 2014
Periode 3 ma 3 nov t/m zo 30 nov 2014 ma 19 + di 20 jan 2015 ma 2 feb 2015
Periode 4 ma 26 jan t/m zo 22 feb 2015 di 7 + woe 8 april 2015 ma 20 april 2015
Meer informatie
http://www.uu.nl/studenten/Farmacie
2.3.5 Blackboard
Blackboard is de elektronische leeromgeving van de Universiteit Utrecht. Je hebt
automatisch toegang tot alle cursussen waarvoor je bent ingeschreven (zie 2.3.4). Daarnaast
is er algemene informatie over het bachelorprogramma en informatie over het
bachelorwerkstuk te vinden.
Je logt in op Blackboard met je Solis‐id via uu.blackboard.com (let op: zonder www)
Ben je langer dan een dag ingeschreven voor een cursus maar verschijnt deze niet bij 'My
courses' in Blackboard, dan kan zijn dat de coördinator de cursus nog niet heeft opengesteld
voor studenten. Informeer dan bij coördinator wat er aan de hand is.
2.3.6 Herinschrijven voor de opleiding
Bij de Universiteit Utrecht is het noodzakelijk om je elk jaar opnieuw in te schrijven. Als je
het volgende studiejaar je opleiding wilt vervolgen (van eerste naar tweede jaar, van
tweede naar derde jaar, enzovoorts), kun je vanaf eind mei/begin juni in Studielink de knop
'Mogelijke herinschrijvingen' aanklikken en bij Farmacie de knop 'Herinschrijven' aanklikken.
In Studielink geef je ook aan hoe je het collegegeld betaalt.
Het herinschrijven moet vóór 1 september plaats vinden. Als dit niet op tijd is gebeurd, kun
je in september geen onderwijs volgen en niet aan toetsen deelnemen. In verband hiermee
wordt aangeraden om vóór 1 augustus het herinschrijvingsverzoek bij Studielink te doen.
14
Meer informatie
www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/inschrijven
2.3.7 Automatisch afstuderen
Heb je al je studieresultaten behaald, en is dus je examenprogramma in Osiris volledig
afgerond, dan krijg je automatisch bericht van het studiepunt dat je examendossier wordt
voorgelegd aan de examencommissie. Heb je aan alle voorwaarden voldaan, dan wordt je
examen goedgekeurd en je examendatum vastgesteld door de examencommissie.
Het studiepunt Farmacie controleert halverwege iedere maand je behaalde aantal
studiepunten. Controleer ook zelf of je Osiris‐dossieroverzicht correct is. Is dit niet het
geval, stuur dan een bericht naar het studiepunt met een korte toelichting o.v.v. je
studentnummer en opleiding.
Een examendossier dat niet compleet is, wordt niet in behandeling genomen door de
examencommissie en leidt tot uitstel van je examen. Dit leidt dus ook tot betaling van een
extra maand collegegeld.
Als je examen compleet akkoord is bevonden, krijg je per e‐mail bericht over je
examendatum. Vervolgens kan je een uitschrijfverzoek doen in Studielink met ingang van de
maand volgend op je examendatum. Op je examendatum moet je dus nog ingeschreven
staan, en op de eerste van de daaropvolgende maand moet je uitgeschreven zijn!
Meer informatie
http://www.uu.nl/beta/studenten
2.4 Bibliotheek en boeken
2.4.1 Bibliotheek
Universiteitsbibliotheek, Heidelberglaan 3 (de Uithof)
Openingstijden
Maandag‐vrijdag: 08:00‐22:30 uur (balies open vanaf 9:00 uur)
Zaterdag: 10:00‐18:00 uur
Zondag: 10:00‐22:30 uur
Langere openingstijden in week 8, 9 en 10 van de onderwijsperiodes:
Maandag‐donderdag: verlengd open tot 01:00 uur
Zondag: verlengd open tot 01:00 uur (niet in week 10)
15
2.4.2 Studielandschap
In het David de Wiedgebouw, het Buys Ballotgebouw en het Minnaertgebouw zijn
studielandschappen ingericht voor alle studenten van de faculteit Bètawetenschappen. Er
staan pc's voor vrij gebruik en er zijn aparte studieruimtes waar in groepsverband kan
worden gewerkt. Aangezien de capaciteit in deze landschappen beperkt is wordt
aangeraden je eigen laptop mee te nemen (http://www.uu.nl/studenten zie
studentenlaptop). Uiteraard zijn er ook in andere gebouwen studieplekken.
Via http://studyspot.uu.nl/ is op ieder moment na te gaan waar vrije werkplekken voor
studenten te vinden zijn.
Openingstijden David de Wiedgebouw
Maandag‐donderdag: 08:00‐19:00 uur
Vrijdag: 08:00‐17:00 uur
2.4.3 Boeken
De boeken die gebruikt worden in het onderwijs, worden genoemd in de blokboeken van de
cursussen. Er wordt vanuit gegaan dat alle studenten zelf beschikken over een exemplaar
van de boeken op de kernboekenlijst (zie figuur); deze boeken zijn in het algemeen niet
voldoende exemplaren beschikbaar in het studielandschap en/of de bibliotheek.
Leden van de studievereniging Unitas Pharmaceuticorum (zie § 2.6) kunnen boeken
bestellen met korting (10% voor Nederlandstalige boeken; 15% voor Engelstalige boeken)
via de webshop van de vereniging. De boeken kunnen worden besteld voor elke
onderwijsperiode en worden daarna thuisgestuurd.
CURSUS
auteur titel 101 102 103 104 105 200 107 201 202 203 204 205 206 207 208 301 302 303 304 305 306 307
Bouwman-Boer e.a. Recepteerkunde, 5e druk
Harris Quantitative chemical analysis
Bolt e.a. Ethiek in praktijk
Aulton Pharmaceutics, 4th edition
Patrick Organic Chemistry
Berg e.a. Biochemistry
Becker e.a. The World of the Cell
P.J. Sinko Martin’s Physical Pharmacy and Pharmaceutical Sciences
Rang e.a. Rang's Pharmacology
Marieb Human Anatomy and Physiology
van Ree e.a. Algemene Farmacologie
Whitlock & Schluter The analysis of biological data
Hedaya Basic Pharmacokinetics
Offringa e.a. Inleiding evidence based medicine
Willey et al. Prescott's Microbiology, 9th edition
Benyon Crash Course Metabolism and Nutrition
Biesalski Pocket atlas of nutrition
Janeway Immunobiology
Stahl & Muntner Stahl's Essential Psychopharmacology, 4th edition
nader te bepalen biotechnologie
boek verplicht in dit blok aanschaffen
wordt gebruikt in dit blok (eerder aangeschaft)
KERNBOEKEN Bacheloropleiding Farmacie 2014-2015
16
Meer informatie
http://up1.science.uu.nl
2.5 Studeren in het buitenland
Tijdens de bacheloropleiding is het mogelijk een deel van je opleiding in het buitenland te
doen. Dit kan bijvoorbeeld via een uitwisselingsprogramma. Het International Office van de
faculteit Bètawetenschappen of het International Office van Studentenservice kan daarbij
behulpzaam zijn.
Contactgegevens
International Office Bètawetenschappen
Buys Ballotgebouw, kamer 1.19
Princetonplein 5, De Uithof
Tel.: 030‐253 7315
E‐mail: [email protected]
Inloopspreekuur: dinsdag en donderdag 11:00‐12:00 uur
Spreekuur op afspraak: per e‐mail
Studentenservice / International Office (universiteitsbreed)
Heidelberglaan 6
Meer informatie
http://www.uu.nl/studenten/exchange
2.6 Studieverenigingen
2.6.1 Unitas Pharmaceuticorum
Studenten die de bachelor Farmacie volgen, kunnen lid worden van de Utrechtse
Pharmaceutische Studie Vereniging ‘Unitas Pharmaceuticorum’, kortweg U.P. De vereniging
is opgericht in 1894 en daarmee de oudste studievereniging in Utrecht. Ongeveer 1500
studenten zijn lid van U.P.
Het is mogelijk om bij U.P. de boeken die je nodig hebt tijdens de studie met korting te
bestellen, maar dit is natuurlijk niet de enige reden om lid te worden van U.P. De vereniging
organiseert tal van studiegerelateerde en ontspannende activiteiten. Denk hierbij aan
symposia, bedrijfsexcursies, een buitenlandexcursie en actualiteiten‐lunches. Daarnaast zijn
er maandelijkse borrels, feestjes, vele andere activiteiten en jaarlijks een groot gala.
17
Een U.P.‐lid is automatisch lid van de K.N.P.S.V., de Koninklijke Nederlandse
Pharmaceutische Studenten Vereniging. Via de K.N.P.S.V. is men ook lid van de Europese en
internationale farmaceutische studentenverenigingen (zie § 2.6.2).
Het is mogelijk om lid te worden van U.P. door het lidmaatschapsformulier in te vullen. Dit
formulier is af te halen bij de bestuurskamer (zie onderstaand adres) en wordt ook
uitgedeeld tijdens de eerste dag van de introductie. Het lidmaatschap kost 11 euro per jaar.
Meer informatie
http://up1.science.uu.nl
Contactgegevens
Unitas Pharmaceuticorum
David de Wiedgebouw, kamer 0.37
Universiteitsweg 99,3584 CG Utrecht
2.6.2 Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten
Vereniging
De K.N.P.S.V. is het overkoepelend orgaan van de studieverenigingen Farmacie en
Biofarmaceutische Wetenschappen in Nederland, te weten: G.F.S.V. ‘Pharmaciae Sacrum’ in
Groningen, L.P.S.V. ‘Aesculapius’ in Leiden en U.P.S.V. ‘Unitas Pharmaceuticorum’ in
Utrecht. Het doel van de K.N.P.S.V. is om studenten Farmacie en Biofarmaceutische
Wetenschappen uit heel Nederland nader tot elkaar te brengen. Dit doen we door
verscheidene activiteiten te organiseren waarbij de studenten uit de drie steden elkaar
leren kennen. Verder staan we in nauw contact met de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP). Ook zijn we het aanspreekpunt
voor de andere beroepsverenigingen in de farmaceutische wereld en vertegenwoordigen
we de Nederlandse (bio‐)Farmaciestudent op internationaal gebied.
Activiteiten die de K.N.P.S.V. organiseert zijn ondere andere: het jaarlijkse K.N.P.S.V.‐
congres, de eerstejaarsactiviteit, de sportdag, het benefietfeest en de beroependag en de
dag van de farmaceutische industrie.
Meer informatie
http://www.knpsv.nl/
19
3 HET BACHELORPROGRAMMA
3.1 Leerdoelen en eindtermen
De afgestudeerde met een bachelor Farmacie dient kennis, inzicht, vaardigheden en
attitudes te hebben ontwikkeld, zoals hieronder worden gespecificeerd, op het niveau van
een academische bachelor.
Kennis en inzicht
De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in:
‐ de belangrijkste processen en mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van
ziektes;
‐ de verschillende organisatieniveaus (op het niveau van moleculen, cellen, weefsels en
organismen) en hun interacties, in mens en dier;
‐ de voornaamste klinisch farmacologische, epidemiologische en (bio‐)analytische
onderzoeksmethoden en ‐technieken van farmaceutisch wetenschappelijk onderzoek;
‐ methodologische aspecten en statistische methoden, die relevant zijn voor het
farmaceutisch onderzoek;
‐ de belangrijkste groepen geneesmiddelen, hun chemische en fysische eigenschappen en
hun werking op moleculair en receptor niveau;
‐ de processen en theorieën die een rol spelen bij het metabolisme, farmacokinetiek en
farmacodynamie van farmaca en andere xenobiotica;
‐ toedieningsvormen van geneesmiddelen en de invloed van chemische en fysische
eigenschappen van geneesmiddelen op bewaaromstandigheden en gebruikstermijnen;
‐ de maatschappelijke en ethische aspecten van farmaceutisch wetenschappelijk
onderzoek, zoals medische ethiek (medische ethische commissie, dier experimenten
commissie);
‐ de veiligheidsaspecten van farmaceutisch wetenschappelijk onderzoek, zoals wet‐ en
regelgeving, relevante kwaliteitsnormen en kwaliteitsmodellen en het zorgvuldig omgaan
met biologisch/chemisch materiaal.
Vaardigheden
De afgestudeerde is in staat om:
‐ een oordeel te vormen en standpunt te ontwikkelen t.a.v. farmaceutische vraagstellingen
dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke,
maatschappelijke of ethische aspecten;
‐ relevante gegevens (literatuur, onderzoeksdata) op farmaceutische en (bio)medische
vakgebied te verzamelen en te analyseren, deze kritisch te beoordelen en te gebruiken
bij theorievorming, onderzoek, bereiding en kwaliteitscontrole van geneesmiddelen;
20
‐ een klinisch of fundamenteel farmaceutisch probleem te vertalen in een vraagstelling en
vervolgens, onder begeleiding, een (eenvoudige) onderzoeksopzet of bereidingsprotocol
op te stellen, dit uit te voeren en daarover te rapporteren op een manier die voldoet aan
de daarvoor in de wetenschap gangbare criteria;
‐ farmaceutische laboratoriumtechnieken en –vaardigheden (inclusief
bereidingsvaardigheden) onder begeleiding toe te passen, inclusief farmaceutisch
rekenen, en het schrijven van een labjournaal;
‐ schriftelijk en mondeling te rapporteren, te presenteren aan, en te communiceren met
(in het Nederlands en in het Engels) een veelheid van doelgroepen (andere academici,
andere medewerkers in de gezondheidszorg en het grote publiek);
‐ te discussiëren, argumenteren en samen te werke, feedback te geven en te accepteren;
‐ te reflecteren op de eigen ontwikkeling en (studie)loopbaan, bewuste keuzes te maken
en een verdere (studie)loopbaan aan te gaan;
‐ zowel zelfstandig als in teamverband wetenschappelijk onderzoek te verrichten.
Attitudes
De afgestudeerde geeft blijk van:
‐ een integere en constructief‐kritische houding met betrekking tot eigen en andermans
plannen, kwaliteitszorgsystemen en visies en resultaten van onderzoek;
‐ een maatschappelijke en ethische houding op het terrein van wetenschap, samenleving
en maatschappelijke problemen die het functioneren als onderzoeker of als apotheker
raken;
‐ een respectvolle en verantwoordelijke houding tegenover medestudenten en tegenover
anderen met wie men als gevolg van de werkzaamheden in contact staat;
‐ de vaardigheid om zelfstandig relevante kennis en vaardigheden te verwerven en
levenslang te onderhouden.
3.2 Curriculum en timeslots
Bij de Universiteit Utrecht is het studiejaar verdeeld in vier onderwijsperiodes van tien
weken en meestal volgt een student in elke onderwijsperiode twee cursussen van ieder 7,5
studiepunten met een geschatte studiebelasting van 200 uur elk, waarbij de contacturen
van een cursus steeds in zogenaamde timeslots vallen. Vrijwel alle cursussen van het
bachelorprogramma Farmacie volgen dit schema.
In het onderstaande schema is het timeslotmodel weergegeven. De timeslots A t/m E
worden daarbij aangeduid met verschillende kleuren. Bij de faculteit Bètawetenschappen is
het gebruikelijk dat alle contacturen van een standaardcursus van 7,5 studiepunten
geprogrammeerd worden in een combinatie van twee timeslots, te weten AD óf BC; dit is in
de beschrijving van het cursusaanbod (verderop) terug te vinden. Er zijn enkele
21
standaardcursussen, waarvan de contacturen maar in één timeslot (A of C) gepland zijn. Eén
cursus uit het Farmacieprogramma omvat 400 studiebelastingsuren (FA‐202); de
contacturen van deze cursus zijn in alle vier timeslots gepland (ABCD). Timeslot E wordt bij
de opleiding Farmacie niet gebruikt.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
9:00 – 12:45 A B A C D
13:15 – 17:00 C C D B D
17:15 – 19:00 C A D B
19:00 – 21:45 E E
Het timeslotmodel maakt het mogelijk dat je voor een belangrijk deel je studie zelf kunt
plannen, ook wanneer cursussen afkomstig zijn uit verschillende opleidingen of faculteiten.
Het Farmacieprogramma omvat in totaal 180 studiepunten, waarvan 75 in het zogenaamde
verplichte deel van de major vallen. Dit deel is verplicht voor alle studenten die een
bachelordiploma Farmacie willen verwerven. Daarnaast bestaat een deel uit zogenaamde
majorgebonden keuzecursussen en een volledig vrij deel, de zogenaamde
profileringsruimte.
Indien je het studiepad Farmacie wil volgen, ligt de invulling van de majorgebonden
keuzeruimte grotendeels vast. Voor diegenen die het studiepad geneesmiddelonderzoek
volgen, is de keuzevrijheid groter (zie hieronder). Je kunt – onafhankelijk van het gekozen
studiepad – ten minste 30 studiepunten invullen met cursussen uit het totale universitaire
aanbod, de Onderwijscatalogus. Soms is het mogelijk een vaste combinatie van cursussen
op niveau‐1, ‐2 en ‐3 te volgen, die een zogenaamde minor vormen. De bètaplanner is een
tool om je te helpen bij het samenstellen van je vakkenpakket,
https://betaplanner.science.uu.nl. Je kunt in de bètaplanner zoeken naar vakken in andere
bètaopleidingen.
Meer informatie
http://www.uu.nl/university/minors/nl/Pages/default.aspx
Alle cursussen van de universiteit worden ingedeeld in niveau‐1 (inleidend), niveau‐2
(verdiepend) en niveau‐3 (gevorderd) cursussen. Voor een niveau‐1 cursus worden geen
ingangseisen gesteld anders dan het diploma dat toegang geeft tot de studie; voor niveau‐2
en niveau‐3 cursussen in het algemeen wel. De specifieke ingangseisen voor afzonderlijke
cursussen zijn in detail beschreven in de Onderwijs‐ en Examenregeling (OER; zie verderop)
en/of in de onderwijscatalogus.
Het niveau van de cursus is herkenbaar aan het eerste cijfer van de cursuscode
(bijvoorbeeld FA‐101 is een niveau‐1 cursus, FA‐200 is een niveau‐2 cursus). De cursuscode
zegt dus niet zoveel over het studiejaar, waarin een bepaalde cursus gevolgd wordt. Het kan
zijn dat een tweedejaars student zowel een cursus van niveau‐1 volgt (bijvoorbeeld omdat
22
een vak overgedaan moet worden) als, later in het jaar, vakken op niveau‐2 of zelfs op
niveau‐3. Veel hangt af van de planning, die je als student zelf maakt. Bij de planning kunnen
je tutor en de studieadviseur behulpzaam zijn.
3.3 Het bachelorprogramma
3.3.1 Studiepaden en keuzemogelijkheden
De bachelor Farmacie bestaat uit een verplicht deel van de major (voor alle studenten), een
majorgebonden keuzeruimte en een profileringsruimte. In het schema (op de volgende
pagina) staan de verplichte onderdelen van de major als eerste genoemd.
Als je je wilt voorbereiden op de master Farmacie, moet je – naast het verplichte deel van
de major – ten minste de cursussen volgen, die staan aangeven bij de majorgebonden
keuzeruimte. Je volgt dan studiepad Farmacie; deze cursussen vormen het zogenaamde
verplichte deel van de majorgebonden keuzeruimte. Naast deze cursussen kan ook een deel
van de overige cursussen gevolgd worden, maar dat is niet verplicht. Het is ook mogelijk om
andere cursussen uit het universitaire aanbod te volgen of om cursussen in het buitenland
te doen (profileringsruimte).
Als je niet van plan bent door te gaan met de master Farmacie, kun je eventueel ook het
studiepad geneesmiddelonderzoek volgen. Je kunt je zo goed mogelijk voorbereiden op het
masterprogramma van je keuze door cursussen te kiezen uit het aanbod van het
departement Farmaceutische Wetenschappen en het aanbod van verwante opleidingen
binnen de faculteit Bètawetenschappen of daarbuiten (bijv. bij Scheikunde, Biologie,
Biomedische Wetenschappen).
Alle bachelorstudenten moeten uiteindelijk wel voldoen aan de minimumeisen die de
universitaire Richtlijn Onderwijs stelt. Er moeten ten minste 45 studiepunten behaald
worden met cursussen op niveau‐2 en eveneens 45 studiepunten met cursussen op niveau‐
3. Ten slotte moeten, voor beide studiepaden, ten minste 90 studiepunten afkomstig zijn uit
cursussen, die aangeboden worden door het departement Farmaceutische Wetenschappen.
23
Ro
os
ter
ba
ch
elo
r fa
rma
cie
20
14
-20
15
01-09-14
08-09-14
15-09-14
22-09-14
29-09-14
06-10-14
13-10-14
20-10-14
27-10-14
03-11-14
10-11-14
17-11-14
24-11-14
01-12-14
08-12-14
15-12-14
22-12-14
29-12-14
05-01-15
12-01-15
19-01-15
26-01-15
02-02-15
09-02-15
16-02-15
23-02-15
02-03-15
09-03-15
16-03-15
23-03-15
30-03-15
06-04-15
13-04-15
20-04-15
27-04-15
04-05-15
11-05-15
18-05-15
25-05-15
01-06-15
08-06-15
15-06-15
22-06-15
29-06-15
06-07-15
13-07-15
20-07-15
27-07-15
AD
FA
-103
AD
AD
AD
BC
celb
iolo
gie
BC
inte
rcellu
laire c
om
munic
atie
BC
geneesm
iddel en p
atient
BC
AD
FA
-104
AD
AD
AD
mole
cula
ire e
igenschappen
BC
fysis
che e
n a
naly
t.fa
rmacie
BC
geneesm
iddelb
indin
g e
n -
werk
ing
BC
geneesm
iddelo
nderz
oek
BC
AD
geneesm
iddelb
indin
g e
n -
werk
ing
FA
-208
AD
AD
bere
idin
g e
n a
naly
se
form
ule
ren e
n b
io-
equiv
ale
ntie
bere
idin
g e
n a
naly
se
form
ule
ren e
n b
io-e
quiv
ale
ntie
FA
-204
AD
AD
circula
tie
circula
tie
CPro
file
ringsru
imte
Cin
form
atiebro
nnen
info
rmatiebro
nnen
infe
cties
infe
cties
BC
FA
-305
AD
BC
AD
onts
tekin
gen
bio
technolo
gie
onts
tekin
gen
bio
technolo
gie
AD
FA
-304
BC
AD
BC
geneesm
iddelo
pnam
ehuid
en d
erm
atica
geneesm
iddelo
pnam
ehuid
en d
erm
atica
BC
Pro
file
ringsru
imte
BC
hers
enen e
n g
edra
ghers
enen e
n g
edra
g
verp
lichte
onderd
ele
n m
ajo
r fa
rmacie
majo
rgebonden k
euzeru
imte
farm
acie
(stu
die
pad f
arm
acie
)
FA
-1xx n
iveau 1
FA
-2xx n
iveau 2
FA
-3xx n
iveau 3
(m
.u.v
.FA
-331)
Pro
file
rin
gs
va
kk
en
ve
rzorg
d d
oor
depart
em
ent
Farm
aceutische W
ete
nschappen
AFA
-205
BC
DB
C
fyto
thera
pie
hom
eosta
se
geschie
denis
van v
ers
lavin
ghom
eosta
se
FA
-207
BC
BC
BC
meta
bolis
me e
n v
oedin
gfa
rmaceutisch N
ederlands
meta
bolis
me e
n v
oedin
g
FA
-306
BC
AD
BC
kw
alit
eitsle
er
Pharm
a &
Nutr
itio
nkw
alit
eitsle
er
FA
-307
BC
BC
ontw
ikkele
n v
an n
wgeneesm
iddele
nbio
analy
se
AD
pijn
A
natu
ral pro
duct re
searc
h
jaar 1 jaar 2
FA
-102
FA
-101
AD
FA
-301
FA
-206
FA
-302
FA
-203
FA
-202
FA
-303
FA
-200R
pe
rio
de
IV
aanvullende toetsing periode 4
aanvullende toetsing periode 2
Pro
file
ringsru
imte
FA
-304
FA
-201
FA
-204
Pro
file
ringsru
imte
FA
-208
FA
-305
FA
-107
aanvullende toetsing periode 3
pe
rio
de
Ip
erio
de
III
AB
CD
apoth
eker
en g
eneesm
iddel
FA
-105
pe
rio
de
II
FA
-332
FA
-200
FA
-203
FA
-206
AD
FA
-202
AB
CD
bachelo
rwerk
stu
k
FA
-302
FA
-303
FA
-301
FA
-329
FA
-328
jaar 3
aanvullende toetsing periode 1
FA
-331
FA
-CPS
-333
FA
-205
FA
-207
FA
-306
FA
-319
pe
rio
de
Ip
erio
de
II
pe
rio
de
III
pe
rio
de
IV
FA
-323
24
Door de grote keuzevrijheid enerzijds en de randvoorwaarden anderzijds, is het zorgvuldig
plannen van de studie erg belangrijk. Het is daarom verstandig om tegen het eind van het
eerste studiejaar en tegen het eind van het tweede studiejaar een zorgvuldige planning te
maken. Bij twijfel of vragen is het verstandig om de planning te bespreken met de tutor.
Om het bachelordiploma te verkrijgen moet voldaan worden aan alle onderdelen van het
programma. Naast cursussen gaat het hier ook om producten/opdrachten in het kader van
het tutoraat en om een aantal vaardigheden. Welke vaardigheden vereist zijn, is afhankelijk
van het gevolgde studiepad en het aanvangsjaar van de studie (zie ook § 2.3.7. automatisch
afstuderen).
Voor toelating tot een masterprogramma is de zogenaamde ‘harde knip’ van toepassing. Dit
betekent dat aan alle eisen voor het bachelordiploma voldaan moet zijn, vóórdat je kunt
beginnen met een masterprogramma. Het is dus niet mogelijk om aan de master te
beginnen, wanneer er nog een studieonderdeel uit de bachelor (cursus, vaardigheid,
bachelorwerkstuk, etc.) open staat.
Voor de regels en tips voor het kiezen van cursussen zie hoofdstuk 5. Het volgen van niveau‐
3 cursussen is alleen mogelijk indien alle niveau‐1 cursussen met goed gevolg zijn afgerond.
Deze regel betekent, dat aanmelding voor een niveau‐3 cursus via Osiris‐student niet
mogelijk is als FA‐101, FA‐102, FA‐103, FA‐104, FA‐105 en FA‐107 niet met een voldoende
zijn afgerond. Indien het studiepad geneesmiddelonderzoek gevolgd wordt, is FA‐101 niet
verplicht.
3.3.2 Bachelorwerkstuk
Alle studenten (onafhankelijk van hun studiepad) moeten een bachelorwerkstuk op
biomedisch of farmaceutisch gebied uitvoeren. De omvang van het bachelorwerkstuk is
minimaal 7,5 studiepunten en kan maximaal 30 studiepunten bedragen (de omvang wordt
bij de aanmelding vastgelegd). Je bent zelf verantwoordelijk voor het plannen en het
uitvoeren van je bachelorwerkstuk. Het is mogelijk om het bachelorwerkstuk in te vullen als
scriptie of als onderzoeksproject. In alle gevallen zal een medewerker van het departement
Farmaceutische Wetenschappen moeten optreden als examinator. Zie voor meer
informatie: Blackboard.
25
3.3.3 Vaardigheden en portfolio
Om het bachelordiploma te verkrijgen moet voldaan worden aan alle onderdelen. Naast
cursussen gaat het hier ook om producten/beoordelingen in het kader van het tutoraat en
om een aantal vaardigheden. Welke vaardigheden vereist zijn, is afhankelijk van het
gevolgde studiepad en het aanvangsjaar van de studie. Vrijwel alle vaardigheden komen aan
de orde en kunnen worden beoordeeld tijdens de cursussen, die onderdeel uitmaken van
het verplichte deel van de major. Als je tijdens een cursus voor een vaardigheid geen
voldoende hebt gehaald, kun je via de Blackboardsite van het skillslab nadere informatie
vinden over extra oefenmateriaal of extra oefenmogelijkheden (afhankelijk van de
vaardigheid); via de site van het skillslab kun je ook aanmelden voor aanvullende toetsing
van de vaardigheden, die van tijd tot tijd georganiseerd worden. De resultaten van alle
afgelegde vaardigheden worden vastgelegd in Osiris.
In de figuur op de volgende pagina is te zien welke vaardigheden met een voldoende
moeten zijn afgerond, voordat je aan de eisen van de bachelor Farmacie voldoet. Omdat alle
vaardigheden worden vastgelegd in Osiris, kun je zelf zien wat de stand van zaken is.
N.B. De lijst van vereiste vaardigheden in de figuur geldt voor studenten, die begonnen zijn
in september 2010 of daarna. Voor studenten, die eerder begonnen zijn aan de
bacheloropleiding kan het lijstje iets verschillen! Informeer bij twijfel over de vereiste
vaardigheden bij de coördinator van het skillslab of bij het studiepunt.
Meer informatie
Blackboard: http://www.uu.nl/Blackboard
Vaardigheden: Farmacie – Algemeen – Skills (onder My Communities in Blackboard)
E‐mail: [email protected]
Vaardigheden bachelor farmacie, vanaf cohort 2010
studiepad
cursus code Leerlijn en vaardigheden FAR GNM
Farmaceutisch rekenen
Fa101 R‐101 Diagnostische rekentoets X ‐‐‐
Fa104 R‐104 Schriftelijke rekentoets X X
Fa200 R‐200 Schriftelijke rekentoets X X
Fa202 R‐202 Farmaceutische rekentoets X ‐‐‐
Fa208 R‐208 Farmaceutische rekentoets X X
Fa301 R‐301 Farmacokinetische rekentoets X ‐‐‐
Informatieverwerking
Fa202 I‐202 Beoordeling labjournaal X ‐‐‐
26
Fa208 I‐208 Beoordeling labjournaal X X
Mondelinge communicatie
*) M‐100 Presentatie, niveau‐1 X X
**) M‐200 Presentatie, niveau‐2 X ‐‐‐
Fa201 M‐201 Interview met patiënt (niveau‐1) X X
Fa203 M‐203 Samenwerkingsgesprek X ‐‐‐
Fa204 M‐204 Informerend gesprek X ‐‐‐
Fa301 M‐301 Interview met patiënt (niveau‐2) X ‐‐‐
*) Fa103, Fa104, Fa105 of Fa200 **) diverse blokken in jaar 2 en 3
Schriftelijke communicatie
Fa103 S‐103a Taaltoets X X
Fa103 S‐103b Wetenschappelijk taalgebruik X X
Fa203 S‐203 Wetenschappelijk abstract X ‐‐‐
Fa301 S‐301 Wetenschappelijke samenvatting X ‐‐‐
S‐306 Advies kwaliteitsprocedure X ‐‐‐
Laboratorium‐vaardigheden
Fa202 L‐202 Analyse standaard X ‐‐‐
Bereidings‐vaardigheden
Fa101 B‐101 Bereiden, niveau‐1 X ‐‐‐
Fa304 B‐304 Bereiden, niveau‐2 X ‐‐‐
Methodologie
Fa107 Ms‐107 Individuele toets methodologie X X
Management
Fa105 Ma‐105 Beoordeling PGO, niveau‐1 X X
Fa107 Ma‐107 Beoordeling PO, niveau‐1 X X
Fa206 Ma‐206 Beoordeling PGO, niveau‐2 X ‐‐‐
Metacognitie (alleen voor cohort 2011 en eerder)
tutoraat Mc‐100 Eindopdracht jaar 1 X X
tutoraat Mc‐200 Eindopdracht jaar 2 X X
tutoraat Mc‐300 Eindopdracht jaar 3 X X
Toelichting: Met uitzondering van S‐306 zijn alle vaardigheden ondergebracht in cursussen, die verplicht zijn voor de desbetreffende studiepaden. Studenten moeten deze communicatie vaardigheid S‐306 regelen via het skillslab.
27
3.3.4 Honoursprogramma Farmaceutische Wetenschappen
Als onderdeel van de bacheloropleiding kun je geselecteerd worden om een
honoursprogramma (HP) te volgen. Dit honoursprogramma biedt de mogelijkheid om
samen met een groep andere gemotiveerde en getalenteerde studenten uit de bachelor
Farmacie of van het college of Pharmaceutical Sciences (CPS) extra uitdagingen aan te gaan.
Verdieping, verbreding en academisch of professioneel leiderschap zijn de doelen voor het
honoursonderwijs.
Studenten kunnen in periode 2 van het eerste jaar voor dit honoursprogramma solliciteren,
waarna een selectie plaatsvindt op basis van cijfers en motivatie. Het honoursprogramma
bestaat uit 45 ECTS bovenop het normale curriculum, waarvan 15 ECTS is gereserveerd voor
de honours thesis, 7,5‐15 ECTS voor het volgen van (interdisciplinaire) honours‐level
cursussen en 5 ECTS voor activiteiten binnen de honours academy van de faculteit
bètawetenschappen. De rest kan vrij ingevuld worden al naar gelang de specifieke interesse
van de honoursstudent. Na het succesvol afronden van het honoursprogramma krijg je bij
de uitreiking van het bachelordiploma tevens een honourscertificaat. Omdat
honoursprogramma’s internationaal erkend zijn, is dit certificaat een belangrijke bijdrage
aan het CV.
Meer informatie
http://www.projects.science.uu.nl/betahonoursuu/
http://testweb.science.uu.nl/hpps/
e‐mail HP‐coördinator: [email protected]
28
3.4 Studievertraging, langstudeerders
Het studieprogramma is zo ingericht dat je de studie kunt afronden binnen drie (maximaal
vier) studiejaren. Daarvoor is uiteraard voldoende kennis, inzet en een goede planning
noodzakelijk. De mogelijkheden tot aanvullende toetsing en het feit, dat de meeste tweede‐
en derdejaars vakken twee maal per jaar gegeven worden, zorgt ervoor dat er niet meteen
grote studievertraging optreedt wanneer een eerstejaar vak moeilijkheden oplevert of
wanneer een vak overgedaan moet worden. Uiteraard is het wel belangrijk om in een
dergelijk geval zorgvuldig te plannen en te overleggen met de tutor en/of de studieadviseur.
Het is belangrijk om je tijdig aan te melden voor cursussen, en daarbij een flexibele planning
te maken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om je tijdelijk uit te schrijven. Indien je langer
dan vier jaar over de bachelor doet wordt je niet zondermeer toegelaten tot de master
Farmacie.
De studieadviseur en het studiepunt Farmacie doen er alles aan om studenten zo weinig
mogelijk studievertraging te laten oplopen, maar dat kan alleen indien je tijdig contact
opneemt met het studiepunt of de studieadviseur, vooral indien er sprake is van bijzondere
omstandigheden. Het plannen van de eigen studie blijft een belangrijke
verantwoordelijkheid van de student zelf.
29
4 ROLLEN EN VERWACHTINGEN
4.1 Curriculumontwerp
De kwaliteit van de onderwijsleeromgeving is afhankelijk van een groot aantal factoren, die
nauwkeurig op elkaar afgestemd moeten zijn. Het curriculum van de Farmacieopleiding is
ingericht volgens de principes van de ‘constructive alignment’ (Biggs1). Het begrip
‘constructive’ heeft betrekking op het idee dat studenten alleen betekenisvol leren door het
ondernemen van relevante leeractiviteiten; het begrip ‘alignment’ (consistentie,
congruentie, afstemming) heeft betrekking op het inzicht, dat alle componenten van een
curriculum en een cursus zo op elkaar zijn afgestemd, dat zij resulteren in de gewenste
leeractiviteiten van de studenten (‘learning outcomes’). Dit betekent dat alle
onderwijsactiviteiten met elkaar samenhangen en dat de combinatie van onderwijsvormen,
feedback, beoordeling en toetsing er voor zorgt dat de studenten aan het eind van de
opleiding – als alle onderdelen (cursussen, vaardigheden) met een voldoende zijn afgesloten
– voldoen aan de eindtermen van de opleiding (§ 3.1).
In het curriculum staat het leren door de student centraal. Onderwijsactiviteiten (PGO‐
taken, projecten, opdrachten, werkcolleges, practica, discussies, etc.) zijn ontworpen om
een zo groot mogelijk leereffect te hebben. In elke individuele cursus zijn vaak verschillende
onderwijsactiviteiten en meerdere toetsen ondergebracht omdat de combinatie moet
leiden tot het gewenste leereffect. De kleinste eenheid van het curriculum is daarom een
cursus.
Het curriculumontwerp brengt ook met zich mee dat elke deelnemer in het
onderwijsleerproces zijn/haar eigen rol heeft. De student leert zo goed mogelijk, terwijl de
docent daarbij vooral assisteert. Leren bestaat vooral uit het zelf construeren van kennis en
het leren toepassen van die kennis in nieuwe situaties; het aanleren van vaardigheden is
daarbij een belangrijk aspect. Van de student wordt een actieve rol bij het construeren van
kennis en bij het aanleren van vaardigheden verwacht; van de docent wordt vooral een
actieve rol in het verhelderen van moeilijke aspecten en bij het begeleiden van het aanleren
van vaardigheden verwacht. Examinatoren zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de
kwaliteit van de toetsen en voor het vaststellen van cijfers.
4.2 Student
Zoals al gezegd is, staat het leren van de student centraal in het onderwijs. Dat betekent dat
van jou een actieve inzet verwacht wordt en dat je zelf in belangrijke mate verantwoordelijk
bent voor de voortgang van de eigen studie. Binnen een cursus maak je zelf – al dan niet in
1 Biggs JB & Tang C: Teaching for quality learning at university, 4th ed., Open University Press, Buckingham
(2011).
30
overleg met medestudenten en/of docenten – je eigen dagindeling. Er zijn veel opdrachten
in cursussen met deadlines om het leerproces op gang te houden, maar meestal wordt niet
van dag tot dag voorgeschreven wanneer een opdracht precies gedaan moet worden;
daarin zit soms wat meer, soms wat minder speelruimte.
Alle cursussen zijn zo georganiseerd, dat door regelmatig te werken vrijwel altijd aan de
eisen voldaan kan worden, maar voor sommige studenten zal een bepaalde cursus meer tijd
vergen dan voor andere studenten. Wel is het belangrijk dat aan alle cursusonderdelen
wordt deelgenomen en dat goede afspraken worden gemaakt met medestudenten als je
samen aan een opdracht of project werkt.
Alle onderwijsactiviteiten (‘contacturen’) van een cursus zijn bij aanvang van een cursus
bekend en vinden altijd plaats binnen de timeslots van de cursus (zie §3.2). Er wordt vanuit
gegaan dat je aanwezig bent bij de contacturen, die voor jouw onderwijsgroep gepland zijn.
Als dat – om welke reden dan ook – een keer niet lukt, laat dat dan aan medestudenten en
docenten weten. Vaak worden in cursussen presentielijsten bijgehouden om zicht te
houden op de aanwezigheid van studenten. Als je te vaak afwezig bent zonder dat daar een
goede verklaring voor is, kan een consequentie zijn dat je niet in aanmerking komt voor
aanvullende toetsingen.
Van je wordt verwacht dat je jezelf informeert over inschrijving, deelname aan cursussen,
aanmeldingen voor examens, etc. via het studiepunt. Deze studiegids is daarbij een
belangrijk hulpmiddel. Voor informatie over de details van een cursus of ander
studieonderdeel, waarvoor je bent ingeschreven, zijn het blokboek en de Blackboardsite van
de cursus de belangrijkste informatiebron. Val de medewerkers van het studiepunt,
coördinatoren of docenten niet onnodig lastig met vragen, waarop het antwoord te vinden
is in één van de genoemde bronnen, zoals blokboek of websites!
4.3 Tutor
Je krijgt aan het begin van de opleiding een tutor. Je tutor is meestal ook docent in één of
meerdere cursussen, maar als tutor zal hij/zij je begeleiden bij de voortgang van je studie.
De tutor kan je helpen bij het plannen van de studie, bij het bespreken van de dingen die
goed (en minder goed) gaan en bij het oplossen van problemen van persoonlijke aard. De
tutor is een vertrouwenspersoon en vooral bedoeld om de student te helpen en ervoor te
zorgen dat de studie soepel en volgens planning verloopt, zonder onnodige
studievertraging. Als je keuzes moet maken tussen verschillende studiepaden (Farmacie,
geneesmiddelonderzoek), als je moet kiezen tussen cursussen of als je jezelf optimaal wilt
voorbereiden op een masterprogramma, is je tutor de eerstaangewezen persoon om je
daarbij te helpen. Bij ingewikkelder problemen ga je naar de studieadviseur.
Van je tutor kun je verwachten dat hij/zij op redelijke termijn (i.e. binnen 3 werkdagen)
reageert op vragen of verzoeken om een afspraak te maken. Anderzijds gaat je tutor er van
31
uit dat je hem/haar op de hoogte houdt van de voortgang van je studie en dat je eventuele
problemen tijdig ter sprake brengt.
4.4 Docent
Tijdens de meeste onderwijsactiviteiten word je begeleid door een docent. Soms begeleidt
één‐en‐dezelfde docent alle contacturen in een cursus, soms zijn er verschillende docenten
voor verschillende onderwerpen (afhankelijk van hun vakinhoudelijke specialisatie) of voor
verschillende onderwijsvormen (begeleiding probleemgestuurd onderwijs, communicatie‐
trainingen, practica, etc.). De docent heeft als belangrijkste rol het begeleiden van het
leerproces van de student en is daarnaast in veel gevallen betrokken bij het beoordelen van
presentaties of werkstukken en het nakijken van tentamens.
Alle docenten zijn druk bezet; vaak geven ze onderwijs in meerdere cursussen of zijn ze ook
betrokken bij het onderzoek van de faculteit. Desondanks kun je vaak tijdens of na afloop
van een onderwijsactiviteit de dingen bespreken, waar je meer informatie of meer
begeleiding bij nodig denkt te hebben. Vaak is het ook mogelijk om op redelijk korte termijn
aparte afspraken te maken. Wij gaan er van uit dat een docent e‐mails binnen drie
werkdagen beantwoordt.
4.5 Coördinator en voorzitter
Alle praktische details van een cursus, zoals roostering, groepsindelingen, de Blackboardsite
en blokboeken, worden geregeld door de coördinator. De coördinator zorgt meestal ook
voor de administratie van deelcijfers, die tijdens de cursus verkregen worden en voor het
berekenen van de eindcijfers voor de cursus. De coördinator houdt ook contact met het
studiepunt over de inschrijving van studenten en over de eindcijfers van de cursus. Indien er
praktische problemen zijn met de organisatie van de cursus is de coördinator de
eerstaangewezen persoon om mee te spreken.
Studenten die een cursus moeten overdoen (‘recidivisten’), kunnen soms vrijstellingen
krijgen van bepaalde onderdelen die de eerste keer al met goed gevolg zijn afgelegd. Indien
dat het geval is, kun je daarover alleen met de coördinator afspraken maken (dus niet met
afzonderlijke docenten of het studiepunt).
Van een coördinator van een cursus kun je verwachten dat hij/zij je via Blackboard op de
hoogte houdt van de ontwikkelingen in een cursus (o.a. roosterwijzigingen) en dat hij op
redelijke termijn (i.e. binnen drie werkdagen) reageert op verzoeken om aanvullende
informatie. In het algemeen zal een coördinator niet reageren op vragen waarvan het
antwoord terug te vinden is in het blokboek of op de Blackboardsite van de cursus.
De voorzitter en de coördinator van een cursus zijn samen verantwoordelijk voor de
organisatie en de inhoud van een cursus. Minimaal één maal per jaar wordt elke cursus door
32
studenten en docenten geëvalueerd en met de opleidingsdirecteur besproken. Daarbij
wordt vooral gekeken naar de onderlinge samenhang van de cursusonderdelen en naar de
feedback, de beoordelingen en de resultaten van de cursus. De kwaliteit van de toetsing
wordt, onafhankelijk van deze evaluatie, beoordeeld en gecontroleerd door de
examencommissie. Bij de cursusevaluaties wordt in ieder geval gebruik gemaakt van de
online enquêtes onder studenten; soms wordt ook aan studenten gevraagd om deel te
nemen aan focusgroepen, die meer gedetailleerd feedback kunnen geven op de inhoud en
de organisatie van een cursus.
4.6 Examinator(en)
De examinatoren zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van toetsing in de afzonderlijke
onderdelen van het curriculum. Dit betekent dat alle toetsen (schriftelijk, mondeling,
praktisch) moeten voldoen aan de kwaliteitseisen, die daar door de overheid en de
universiteit aan gesteld worden. Ook qua inhoud moeten de toetsen voldoen aan de eisen
die voortvloeien uit de eindtermen van de opleiding. Het geheel van beoordelingen en
toetsen in de opleiding moet immers waarborgen dat alle afgestudeerden voldoen aan de
eindtermen van de opleiding.
Examinatoren worden aangewezen door de examencommissie; meestal zijn de voorzitter en
de coördinator van een cursus als zodanig aangewezen. Voor elk bachelorwerkstuk wordt
op basis van de vakinhoudelijke deskundigheid een docent aangewezen als examinator.
Alleen docenten die aan aanstelling hebben bij het departement Farmaceutische
Wetenschappen, kunnen als examinator optreden.
Van de examinatoren van een cursus kun je verwachten dat zij toetsen zorgvuldig
ontwerpen en dat zij goed kijken naar de resultaten voordat zij een uitslag vaststellen.
Wanneer de uitslag is vastgesteld, worden studenten geïnformeerd over de uitslag en wordt
vrijwel altijd een toelichting gegeven op de beantwoording van de vragen, op de eventuele
bijstellingen die gedaan zijn na het beoordelen en op de gehanteerde normering. De vorm
van die toelichting kan verschillend zijn (op Blackboard, in een werkcollege, werkgroep,
inzage bij het secretariaat van een afdeling, individueel, etc.) afhankelijk van de cursus, de
aard van de toets en/of het aantal deelnemers.
Van een examinator kun je niet verwachten dat hij/zij bereid is een eenmaal vastgesteld
cijfer bij te stellen (te verhogen of anders af te ronden). De regels voor het berekenen van
eindcijfers van cursussen staan vermeld in de blokboeken en de afrondingsregels voor de
eindcijfers van cursussen en die voor het berekenen van bijvoorbeeld GPA’s zijn vastgelegd
in universitaire regels (Richtlijn Onderwijs en Onderwijs‐ en Examenregeling, OER). Indien je
het niet eens bent met een eenmaal vastgesteld cijfer, gepubliceerd in Osiris, kun je in
beroep bij het College van Beroep voor de Examens (zie § 4.8).
33
4.7 Examencommissie
Het toezicht op de beoordelingen en de examens van de bacheloropleiding Farmacie wordt
uitgeoefend door de examencommissie van de Undergraduate School van de faculteit
Bètawetenschappen; een aantal medewerkers van het departement Farmaceutische
Wetenschappen vormt een deelexamencommissie, die de inhoudelijke deskundigheid
levert. De examencommissie ziet toe op het juist hanteren van de regels rondom toetsing en
controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van de afgenomen toetsen.
De examencommissie benoemt examinatoren, beslist over de goedkeuring van ingediende
voorstellen voor bachelorwerkstukken en controleert of een student aan de exameneisen
voldoet voordat een bachelordiploma wordt uitgereikt. Daarbij wordt steeds uitgegaan van
de regels, die vastgelegd zijn in de OER en/of andere regelingen. De examencommissie kan
besluiten af te wijken van de regels, wanneer het hanteren van de regels onevenredig in het
nadeel is van een individuele student. Verzoeken aan de examencommissie dienen altijd
schriftelijk aangeleverd te worden via het studiepunt (op papier) of via e‐mail
([email protected]). Voor een aantal verzoeken zijn standaardformulieren
beschikbaar op Blackboard:
‐ aanvraagformulier bachelorwerkstuk
Een verzoek aan de examencommissie dient altijd toegelicht en beargumenteerd te worden,
ook indien geen standaardformulier beschikbaar is. Je kunt van de examencommissie
verwachten dat binnen vier weken (maar niet eerder dan na twee weken) een besluit
genomen wordt.
4.8 College van Beroep voor de Examens
De universiteit heeft een College van Beroep voor de Examens (CBE) waarbij studenten in
beroep kunnen gaan tegen beslissingen van een examencommissie of examinator. In het
College hebben leden van verschillende faculteiten en studenten zitting; de voorzitter en
plaatsvervangend voorzitter zijn jurist.
Iedereen die door een beslissing van een examencommissie of examinator rechtstreeks in
zijn belang is getroffen, kan tegen die beslissing in beroep gaan bij het CBE. Dat betekent dat
je alleen een beroep in kunt dienen als je zelf direct de gevolgen van een beslissing of het
uitblijven van een beslissing ondervonden hebt.
Je moet een beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop de beslissing,
waartegen je beroep wilt aantekenen, bekend is gemaakt. Dien je een beroepschrift te laat
in, dan kan het alleen in behandeling worden genomen als je een gegronde reden hebt voor
het te laat indienen. Vakantie is in ieder geval geen gegronde reden.
Meer informatie
http://www.uu.nl/beta/studenten
34
4.9 Inspraak
Het onderwijs is voortdurend in beweging. Op basis van de ervaringen in het onderwijs of de
toetsing kunnen studenten en docenten ideeën hebben over mogelijke verbeteringen,
terwijl ook eisen of ontwikkelingen van buiten af (overheid, universiteit, etc.) aanleiding
kunnen zijn tot voorstellen voor aanpassingen van onderwijsprogramma’s of regels. Denk
bijvoorbeeld aan overheidsmaatregelen zoals het mogelijk maken van selectie‐aan‐de‐poort
en universitaire maatregelen zoals het invoeren van matching voor alle aankomende
studenten en het invoeren van de regel dat een student alleen in aanmerking komt voor een
aanvullende toetsing indien het eindcijfer van de cursus ten minste een onafgeronde 4 (dus
4,00) is. De inhoud van het programma van de bachelor Farmacie wordt in belangrijke mate
bepaald door de eisen die aan afgestudeerden worden gesteld vanuit een vervolgopleiding
of een beroep. Eens in de zeven jaar wordt elk onderwijsprogramma gedetailleerd bekeken
door een visitatiecommissie; bij een voldoende beoordeling krijgt de opleiding dan ‘groen
licht’ voor de volgende periode van zeven jaar (in 2012 heeft de meest recente beoordeling
van Farmacie plaatsgevonden).
Bijstellingen van cursussen verlopen via het interne systeem van kwaliteitszorg, waarbij de
coördinator en de voorzitter jaarlijks de cursus nabespreken met de opleidingsdirecteur.
Daarbij worden schriftelijke of mondelinge enquêtes onder studenten en docenten,
toetsresultaten en adviezen van docenten als informatie gebruikt. Ingrijpende
veranderingen worden vaak nog besproken met een aantal commissies en besturen en pas
ingevoerd nadat toestemming van de opleidingsdirecteur is verkregen.
Alle ingrijpende bijstellingen of veranderingen in het bachelorprogramma of in regels en
richtlijnen worden eerst besproken in commissies en besturen, waar vrijwel altijd studenten
in zijn vertegenwoordigd. De belangrijkste daarvan zijn binnen het departement
Farmaceutische Wetenschappen:
‐ de opleidingsadviescommissie (OAC): zes studenten
‐ de onderdeelscommissie (ODC): vier studenten
‐ het onderwijsprogrammaleidersoverleg (OPLO): twee studenten
‐ het bestuursteam van het departement: één student
Het studentbestuurslid en de voorzitter van de studiecommissie van U.P. hebben ook zitting
in het onderwijsmanagementteam (OWMT)
Het onderwijsprogramma van de bachelor Farmacie komt ook nog aan de orde in de Board
of Studies (BoS) van de Undergraduate School van de faculteit Bètawetenschappen (USB),
waarin ook een student participeert.
Via de studentvertegenwoordigers in deze commissies en besturen worden studenten
vroegtijdig geïnformeerd over op stapel staande veranderingen en kunnen zij invloed
uitoefenen op de plannen. De studenten, die participeren in de commissies en besturen
35
overleggen regelmatig met elkaar in de studiecommissie van U.P. Neem contact op met de
studiecommissie wanneer je een bijdrage wilt leveren aan de verbetering van ons onderwijs.
Meer informatie
http://up1.science.uu.nl
4.10 Klachten
In het algemeen geldt dat als je het niet eens bent met de manier waarop je behandeld bent
door een medewerker van de universiteit, of met een beslissing die ten aanzien van jou
genomen is, je daarover een klacht of een beroep kunt indienen. Een klacht heeft
betrekking op een gedraging tegenover jou. Je kunt geen klacht indienen tegen een
algemene regeling. Het indienen van een beroep is hierboven al besproken; overige
bezwaren kun je via de gebruikelijke inspraakprocedures van de Universiteit Utrecht
aankaarten.
In eerste instantie meld je een klacht bij degene of de instantie die het betreft. Als je
bijvoorbeeld een klacht hebt over het studiepunt meld je die bij het studiepunt. Als je niet
tevreden bent over een cursus, stap je naar de coördinator. Mocht je daar geen gehoor
vinden, dan ga je naar de studieadviseur; bij hem/haar kun je eveneens terecht met een
klacht over de organisatie van de opleiding.
Je kunt ook altijd bij U.P. terecht als je een vraag, klacht of opmerking hebt. Tevens kun je
ook de studiecommissie of studenten in commissies aanspreken (zie § 4.9).
http://up1.science.uu.nl
Als je na het bezoek aan de studieadviseur nog steeds met een serieuze onopgeloste klacht
zit, kun je hierover contact opnemen met de klachtencoördinator van het departement
Farmaceutische Wetenschappen, prof. dr. Gert Folkerts.
Meer informatie
Voor bezwaren of klachten bij Farmacie:
E‐mail: [email protected], klachtencoördinator departement Farmaceutische
Wetenschappen
Formeel
Als je de klacht ernstig genoeg vindt, of je probleem niet naar tevredenheid wordt opgelost, kun je ook een formele klacht indienen. Dit doe je door middel van het digitale klachtenformulier. Je klacht wordt behandeld door de facultaire klachtencoördinator. De formele klachtenprocedure verloopt vervolgens als volgt:
Een afschrift van de klacht wordt gezonden naar degene over wie de klacht gaat
36
Zowel jij als degene op wie de klacht betrekking heeft wordt door de klachtencoördinator bij jouw faculteit om een toelichting c.q. een reactie gevraagd (er wordt ‘gehoord’)
De klachtencoördinator stelt vervolgens een advies op voor de decaan van de faculteit
De decaan handelt de klacht formeel af.
De periode waarin de klacht moet worden afgehandeld bedraagt maximaal 10 weken. Uiteraard is het mogelijk om tijdens de procedure tot een oplossing te komen. De procedure kan dan worden beëindigd.
37
5 REGELS EN RICHTLIJNEN
5.1 Richtlijn onderwijs en OER
De organisatie van het onderwijs is vastgelegd in een aantal richtlijnen, regels en afspraken.
Op universitair niveau geeft de Richtlijn Onderwijs aanwijzingen over de inrichting van
cursussen (vorm, timeslots, aantal contacturen) en curricula (major, minor,
profileringsruimte, honourprogramma’s), over de toetsing (meerdere toetsmomenten,
aanvullende toetsingen, nakijktermijnen), over de begeleiding van studenten (matching,
tutoren, portfolio) en over de kwaliteitszorg (evaluaties, bijstellen van onderwijs,
deskundigheid docenten).
Op niveau van de faculteit Bètawetenschappen zijn de regels uitgewerkt in de Onderwijs‐ en
examenregeling (OER) van de Undergraduate School. Daaronder vallen alle
bacheloropleidingen van de faculteit (naast Farmacie zijn dat biologie, informatica,
informatiekunde, natuur‐ en sterrenkunde, scheikunde, wiskunde en wiskunde en
toepassingen). De aspecten die specifiek gelden voor de bacheloropleiding Farmacie zijn
beschreven in bijlage B van de OER.
De OER is een ingewikkeld document, dat jaarlijks wordt bijgesteld en na bespreking in o.a.
de opleidingsadviescommissie en de examencommissie wordt vastgesteld door de decaan
van de faculteit. De OER biedt een belangrijk houvast voor het studiepunt Farmacie, de
examencommissie en de opleidingsdirecteur bij beslissingen over toelating tot de opleiding
of plaatsing in cursussen. Daarnaast zijn de regels voor het vaststellen van uitslagen, voor
het bindend studieadvies en voor de diplomaeisen in de OER vastgelegd. In de
onderstaande hoofdstukken wordt een aantal belangrijke aspecten nader toegelicht. Voor
details kun je zelf de OER raadplegen.
Meer informatie
Richtlijn onderwijs:
www.uu.nl/university/education/NL/hetutrechtseonderwijs/Pages/Hetonderwijsmodel.aspx
OER Undergraduate School:
http://www.uu.nl/science/studenten
5.2 Plaatsing in cursussen
In de OER zijn relatief weinig regels vastgelegd over de volgorde waarin cursussen gevolgd
kunnen worden. De belangrijkste regel is dat cursussen op gevorderd niveau (bijv. FA‐301)
alleen gevolgd kunnen worden als alle cursussen op inleidend niveau (dat zijn FA‐101, FA‐
102, FA‐103, FA‐104, FA‐105 en FA‐107) met een voldoende zijn afgesloten.
Het curriculum is zo ingericht, dat je twee cursussen parallel (in verschillende timeslots)
kunt volgen. In de OER zijn hierover geen regels vastgelegd, maar in het algemeen wordt
38
niet toegestaan dat in één onderwijsperiode meer dan twee cursussen gevolgd worden of
dat twee cursussen gevolgd worden, waarvan de contacturen in overlappende timeslots zijn
gepland. Indien dat voor de voortgang of de planning van de studie gewenst is van deze
regel af te wijken, kun je via het studiepunt een verzoek daartoe indienen; de
opleidingsdirecteur neemt vóór aanvang van de cursus een beslissing over het verzoek.
Als je een cursus moet overdoen, neem je in beginsel deel aan alle onderwijsactiviteiten en
toetsen die in de cursus geprogrammeerd zijn. In een aantal gevallen kan op onderdelen
vrijstelling worden verleend en kunnen deelcijfers of beoordelingen (bijv. het cijfer voor een
projectverslag) uit een eerdere keer opnieuw worden gebruikt voor de berekening van het
eindcijfer. Afspraken kun je hierover maken uitsluitend met de coördinator (dus niet met
het studiepunt), liefst kort voor aanvang van de cursus.
5.3 Aanwezigheidsverplichting
Er wordt vanuit gegaan dat je aanwezig bent op alle geplande onderwijsactiviteiten en
toetsen, die in een cursus gepland zijn. Ook wordt ervan uitgegaan dat je je hebt voorbereid
op het onderwijs, zeker wanneer dat in het rooster van de cursus of door de docent expliciet
gevraagd is. De verschillende onderwijsactiviteiten hangen namelijk op een complexe
manier met elkaar samen, en afwezigheid tijdens meerdere onderwijsactiviteiten komt het
leren niet ten goede.
In de blokboeken wordt aangegeven voor welke onderwijsactiviteiten aanwezigheid vereist
is en wat de consequenties zijn van (te) veel onverklaarde afwezigheid. Het kan zijn dat dan
het recht op deelname aan aanvullende toetsingen vervalt. Bespreek eventuele bijzondere
omstandigheden bij voorkeur met je docent en/of de cursuscoördinator!
Om een eindcijfer van een cursus te kunnen vaststellen moet aan alle geprogrammeerde
toetsen zijn deelgenomen; wanneer het eindcijfer van de cursus lager is dan een
onafgeronde 4 (dus 4,00 of lager) vervalt het recht op een aanvullende toets. Deze regel
vloeit voort uit de Richtlijn Onderwijs en is vastgelegd in de OER. Indien een student besluit
aan één van de geplande toetsen niet deel te nemen, bestaat soms de mogelijkheid deze
toets in te halen als aanvullende toets (meestal binnen 12 weken na afloop van de cursus).
Indien je met het resultaat van die toets niet voldoet aan de gestelde eisen voor een
voldoende eindcijfer van de cursus, ontstaat niet automatisch het recht op een extra
aanvullende toets. Voor een extra aanvullende toets moet je een verzoek indienen bij de
examencommissie, die een steekhoudende argumentatie voor het niet‐deelnemen aan de
eerste toetsgelegenheid zal vragen.
39
5.4 Fraude en plagiaat
Het plegen van fraude of plagiaat wordt bij de universiteit bestraft. In de OER zijn de
procedures rondom de verdenking van fraude of plagiaat en de sancties bij bewezen fraude
of plagiaat vastgelegd (in art. 5.14); sancties kunnen variëren van ongeldig verklaren van een
ingeleverd werkstuk of een toets t/m het uitsluiten van deelname aan toetsingen gedurende
een jaar. Bij zeer ernstige of herhaalde fraude kan uitschrijving bij de universiteit volgen. In
de OER wordt onder fraude en plagiaat verstaan “het handelen of nalaten van een student
waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk
onmogelijk wordt.”
Meer informatie
www.uu.nl/nl/informatie/studenten/regelingen/onderwijsregelingen/plagiaat/Pages/defaul
t.aspx
5.5 Bindend studieadvies (BSA)
Aan het eind van het eerste studiejaar (vóór 1 september) krijgt elke student een bindend
studieadvies (BSA) van de opleidingsdirecteur. Voor het studiejaar 2014‐2015 is het advies
positief indien je in het eerste studiejaar ten minste 45 studiepunten behaalt. Vrijstellingen
tellen niet mee bij het bepalen van het aantal behaalde studiepunten. Een positief BSA
betekent dat wij verwachten dat je de studie in drie (maximaal vier) jaar kunt afronden. Een
negatief BSA betekent dat je je niet opnieuw kunt inschrijven voor de studie Farmacie
gedurende vier opeenvolgende jaren.
Indien zich in het eerste studiejaar bijzondere omstandigheden van persoonlijke aard
voordoen (ongeval, ziekte of familieomstandigheden), waardoor je niet naar behoren hebt
kunnen studeren, kan besloten worden het BSA één jaar uit te stellen. Je krijgt dan nog één
jaar de tijd om te laten zien dat je aan de eisen van het BSA kunt voldoen. In het jaar van
uitstel moet je dan opnieuw ten minste 45 studiepunten behalen. Vrijstellingen tellen
opnieuw niet mee voor de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten. Over het
uitstellen van het BSA beslist de opleidingsdirecteur na raadplegen van de tutor, de
studieadviseur en de examencommissie. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen
is het essentieel om de studieadviseur daarover zo spoedig mogelijk te raadplegen.
Zie je in april aankomen dat je een negatief bindend studieadvies gaat, bedenk dan dat je je
voor 1 mei moet aanmelden voor een andere opleiding.
De regeling rondom het vaststellen van het BSA of het verlenen van een uitgesteld BSA is in
detail beschreven in art. 7.4 van de OER.
Meer informatie
http://www.uu.nl/science/studenten
40
5.6 Final grade point average
Het behaalde ‘final grade point average’ (final GPA) wordt berekend uit de eindcijfers van
alle cursussen uit de bacheloropleiding met weglating van de resultaten uit het eerste
inschrijvingsjaar. Het final GPA kan variëren van 2 (laagste) tot 4 (hoogste) en wordt vermeld
op het Internationaal Diploma Supplement bij je bachelordiploma om de academische
prestaties van een student weer te geven op een manier, die vergelijkbaar is met diploma’s
uit andere landen. Voor toelating tot (buitenlandse) masteropleidingen kan het final GPA
een belangrijke rol spelen.
Meer informatie
http://www.uu.nl/science/studenten
5.7 Cum laude en honourscertificaat
Studenten die uitzonderlijk presteren, ontvangen bij hun afstuderen het judicium (‘oordeel’)
cum laude. De regels daarvoor zijn vastgelegd in art. 6.2. van de OER. Om dat judicium te
krijgen moet worden voldaan aan elk van de vijf voorwaarden:
‐ voor de onderdelen van de bacheloropleiding (major + profilering), met uitzondering
van het bachelorwerkstuk is een gewogen gemiddeld cijfer van ten minste 8,0
behaald en voor het bachelorwerkstuk een 8,0 of hoger;
‐ in de loop van de studie is maximaal één onderdeel volledig overgedaan;
‐ voor maximaal 60 studiepunten zijn niet‐meetellende vrijstellingen verkregen;
‐ er is geen beslissing van de examencommissie vanwege vastgestelde
fraude/plagiaat;
‐ het bachelorexamen is binnen vier jaar behaald.
Indien een student het honoursprogramma (zie §3.3.5) met goed gevolg heeft afgesloten,
wordt een afzonderlijk certificaat uitgereikt waarop dit is vermeld. Cum laude en/of
honourscertificaten kunnen net als GPA’s een belangrijke rol spelen bij de toelating tot
selectieve masteropleidingen.