Studiegids BACHELOR FARMACIE - Universiteit Utrecht · Het doel van de bacheloropleiding Farmacie...

44
   Studiegids  BACHELOR FARMACIE Studiejaar 20142015             Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht  

Transcript of Studiegids BACHELOR FARMACIE - Universiteit Utrecht · Het doel van de bacheloropleiding Farmacie...

 

 

 

Studiegids  

BACHELOR FARMACIE 

Studiejaar 2014‐2015 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht  

 

                                       Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht  Versie: 20140704 © Onderwijsinstituut departement Farmaceutische Wetenschappen, 2014 

 

 

Studiegids  

BACHELOR FARMACIE 

Studiejaar 2014‐2015 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht    

 

   

 

Inhoudsopgave 1  INLEIDING  7 

1.1  Doelstelling van de bacheloropleiding  7 

1.2  Gebruik van de studiegids  7 

2  ALGEMENE INFORMATIE  8 

2.1  Studiepunt Farmacie  8 

2.2  Studiebegeleiding  8 

2.2.1  Tutor en studentmentor  8 

2.2.2   Studieadviseur  8 

2.2.3   Studentenservice; UU for U  9 

2.2.4   Centrum Studiekeuze  9 

2.3  Praktische informatie  10 

2.3.1   Solis‐id  10 

2.3.2   UU‐Gmail  10 

2.3.3   Osiris‐student  11 

2.3.4   Inschrijven voor cursussen  12 

2.3.5   Blackboard  13 

2.3.6   Herinschrijven voor de opleiding  13 

2.3.7   Automatisch afstuderen  14 

2.4  Bibliotheek en boeken  14 

2.4.1   Bibliotheek  14 

2.4.2   Studielandschap  15 

2.4.3   Boeken  15 

2.5  Studeren in het buitenland  16 

2.6  Studieverenigingen  16 

2.6.1  Unitas Pharmaceuticorum  16 

2.6.2  Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging  17 

3  HET BACHELORPROGRAMMA  19 

3.1   Leerdoelen en eindtermen  19 

3.2  Curriculum en timeslots  20 

3.3  Het bachelorprogramma  22 

3.3.1   Studiepaden en keuzemogelijkheden  22 

3.3.2   Bachelorwerkstuk  24 

3.3.3   Vaardigheden en portfolio  25 

3.3.4     Honoursprogramma Farmaceutische Wetenschappen  27 

3.4   Studievertraging, langstudeerders  28 

4  ROLLEN EN VERWACHTINGEN  29 

4.1  Curriculumontwerp  29 

4.2  Student  29 

4.3  Tutor  30 

4.4  Docent  31 

 

4.5  Coördinator en voorzitter  31 

4.6  Examinator(en)  32 

4.7  Examencommissie  33 

4.8  College van Beroep voor de Examens  33 

4.9  Inspraak  34 

4.10  Klachten  35 

5  REGELS EN RICHTLIJNEN  37 

5.1  Richtlijn onderwijs en OER  37 

5.2  Plaatsing in cursussen  37 

5.3  Aanwezigheidsverplichting  38 

5.4  Fraude en plagiaat  39 

5.5  Bindend studieadvies (BSA)  39 

5.6  Final grade point average  40 

5.7  Cum laude en honourscertificaat  40 

 

 

1  INLEIDING                            

1.1  Doelstelling van de bacheloropleiding   

Het doel van de bacheloropleiding Farmacie is om je toe te rusten met kennis, inzicht en 

vaardigheden die je in staat stelt om de master Farmacie of een andere master op 

biomedisch terrein te volgen. De leerstof is geordend in voor de Farmacie zinvolle 

thematische, multidisciplinaire blokken. In jaar 1 van de bachelor worden veel onderwerpen 

behandeld die je een overzicht geven van de verschillende aspecten van de farmaceutische 

wetenschappen. In jaar 2 en 3 wordt verder ingegaan op deze aspecten, maar op een 

verdiepend en verbredend niveau. 

Tijdens de bachelor krijg je een beeld van de aard en de complexiteit van vraagstukken die 

zich voor doen in de latere beroeps‐ c.q. onderzoekspraktijk. De bachelor Farmacie richt zich 

op de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om deze vraagstukken op te kunnen lossen. 

De bacheloropleiding bereidt je voor op een vervolgstudie in een beroepsgericht 

masterprogramma (Farmacie) of in een onderzoeksgericht masterprogramma (Drug 

Innovation en andere biomedische masters). Je kunt in de bachelor het studiepad Farmacie 

(beroepsgericht) of het studiepad geneesmiddelonderzoek (onderzoeksgericht) volgen (zie § 

3.3.1). 

 

1.2  Gebruik van de studiegids 

Deze studiegids bevat belangrijke en nuttige informatie over allerlei onderwerpen waarmee 

je tijdens je studie te maken kunt krijgen.  

De meeste informatie in deze studiegids kan ook gevonden worden via de website van het 

studiepunt Bètawetenschappen. Kijk daar regelmatig voor nieuws, recente veranderingen 

en voor informatie over de inschrijfperiodes voor cursussen: 

http://www.uu.nl/beta/studenten  

Je kunt ook de website van het studiepunt Farmacie, Blackboard of OSIRIS raadplegen: 

http://www.uu.nl/studenten/Farmacie 

Vanaf januari 2015 zal er een nieuwe website voor studenten zijn. Volg de berichtgeving 

hierover.   

 

2  ALGEMENE INFORMATIE 

2.1  Studiepunt Farmacie 

Je kunt bij het studiepunt terecht met alle vragen over het onderwijsprogramma van de 

bachelor Farmacie, zoals registratie, cursussen, examens, opmerkingen en klachten. Het 

studiepunt Farmacie bevindt zich in het David de Wiedgebouw, Universiteitsweg 99, kamer 

1.09. 

Openingstijden 

Maandag‐donderdag: 10:00‐12:00 en 12:30‐14:00 uur 

Vrijdag:     10:00‐12:00 uur 

Contactgegevens 

Telefoon:      030‐253 7310 

E‐mail:             [email protected] 

 

2.2  Studiebegeleiding 

2.2.1  Tutor en studentmentor 

Bij het plannen en de voortgang van je studie kun je gesteund worden door je tutor en je 

studentmentor. De tutor is een farmaciedocent die je leert kennen bij het vak ‘apotheker en 

geneesmiddel’.  Iedere student krijgt aan het begin van de studie een tutor en een 

studentmentor toegewezen, waarbij je altijd terecht kunt met vragen over je voortgang en 

de planning van je studie; de tutor is ook het eerste aanspreekpunt voor meer persoonlijke 

vragen. Het blijkt dat je bij regelmatig contact met de tutor beter studeert. 

 

2.2.2   Studieadviseur 

De Farmacie studieadviseur kan advies en informatie geven over jouw opleiding en alle 

aspecten, die daaraan gerelateerd zijn. Je kunt bij de studieadviseur terecht om advies te 

vragen over je studie, de keuze van je cursussen in jaar twee en drie, hoe je het volgen van 

cursussen buiten je eigen opleiding, al of niet in het buitenland, moet aanpakken en voor 

klachten en/of problemen. 

Wanneer er bijzondere omstandigheden zijn (bijvoorbeeld ziekte of overlijden van een 

familielid) moet je die zo spoedig mogelijk melden bij de studieadviseur. Dit is van belang 

indien je later een beroep wilt doen op persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld in 

verband met het bindend studieadvies (BSA). Ook voor een aantal andere diensten van de 

Universiteit Utrecht is het tijdig melden bij de studieadviseur verplicht. 

 

De studieadviseurs voor de bacheloropleiding Farmacie zijn Carmen Jansen (eerste en 

tweedejaars en alle CPS studenten) en Joke van Dijk (derdejaars en ouder en 

masterstudenten), David de Wiedgebouw, Universiteitsweg 99, kamer 1.11.  

 

Afspraak 

Voor het maken van een afspraak kun je gebruik maken van de on‐line agenda. 

Contactgegevens 

Telefoon:   030‐253 7918 

E‐mail:   [email protected] 

Kamer:   David de Wiedgebouw 1.11 

 

2.2.3   Studentenservice; UU for U 

Bij UU for U kun je terecht voor informatie over allerlei zaken die met studeren en met het 

studentenleven te maken hebben. Denk hierbij aan aanvullende informatie over 

bijvoorbeeld: toelating en inschrijving, collegegeld, bestuursbeurzen, studie en 

topsport, handicap of chronische ziekte. 

UU for U vind je in het Bestuursgebouw, Heidelberglaan 6 (De Uithof). In www.uu.nl/qdesk 

vind je antwoorden op veel gestelde vragen 

Openingstijden 

Maandag‐vrijdag:   10:00‐16:00 uur 

Contactgegevens 

Telefoon:       030‐253 7000 (maandag‐vrijdag 10:00‐12:00 en 13:00‐15:00 uur) 

E‐mail:            [email protected] 

Postadres 

Studentenservice 

Postbus 80125, 3508 TC Utrecht 

 

2.2.4   Centrum Studiekeuze 

Twijfel je over de opleiding die je hebt gekozen? Of wil je je oriënteren op een andere 

bacheloropleiding? Dan kan het Centrum Studiekeuze je adviseren en begeleiden. Je kunt 

bijvoorbeeld een studiekeuzetest doen en deze bespreken met een adviseur of de workshop 

Masterkeuze volgen. Je kunt bij het centrum ook terecht voor documentatie over bachelor‐ 

en masteropleidingen en over beroepen. 

Kijk op de website voor meer informatie en voor het maken van een afspraak: 

http://www.centrumstudiekeuze.nl 

10 

 

 

2.3  Praktische informatie 

2.3.1   Solis‐id 

Met je Solis‐id en Solis‐wachtwoord heb je toegang tot verscheidene universitaire ICT‐

diensten zoals Osiris, Blackboard, Surfspot en UU‐Gmail. Het is belangrijk dat je wekelijks je 

studentmail leest, omdat daar de mededelingen van de opleiding gegeven worden. Vlak 

nadat je bent ingeschreven bij de universiteit heb je een Solis‐id en een Solis‐wachtwoord 

ontvangen (in twee aparte e‐mails). Deze e‐mails worden voor alle studenten aangemaakt 

door een automatische koppeling met het studievolg‐ en inschrijfsysteem Osiris. 

Tegelijkertijd wordt er ook een e‐mailadres aangemaakt en worden je gegevens 

automatisch opgenomen in de Solis‐ugids. Heb je de brief of e‐mails niet ontvangen, ga dan 

met je collegekaart (of bewijs van inschrijving) naar Studentenservice. 

Bij sommige diensten wordt er gevraagd om een langere versie van je Solis‐id. Dit is de Solis‐

id die je hebt ontvangen, gevolgd door “@soliscom.uu.nl”. 

Meer informatie en vragen 

www.uu.nl/studenten 

 

2.3.2   UU‐Gmail 

De Universiteit Utrecht biedt alle studenten een Gmailaccount aan. Als nieuwe student 

ontvang je een e‐mail op je privémailadres met je gegevens. 

Je universitaire e‐mailadres, tevens je Gmailaccount, is automatisch gegenereerd en heeft 

als achtervoeging: “@students.uu.nl”. Hiermee heb je de beschikking over een 

opslagcapaciteit van 25GB. 

Inloggen kun je via gmail.students.uu.nl (let op: zonder www) 

Voor het stellen van vragen en het melden van problemen over UU‐Gmail kun je contact 

opnemen met de ICT Servicedesk via de Self Service Desk. 

 

Let op:  officiële informatie van het studiepunt Farmacie, de faculteit Bètawetenschappen 

en de Universiteit Utrecht wordt altijd aan je universitaire e‐mailadres gestuurd. Ook 

coördinatoren zullen dit adres gebruiken voor formele en organisatorische mededelingen. 

We verwachten van je dat je dus regelmatig (minstens drie keer per week) je universitaire 

e‐mailadres controleert. 

 

 

11 

 

Meer informatie en vragen 

http://www.uu.nl/studenten 

  

2.3.3   Osiris‐student 

Osiris is het studievolg ‐ en inschrijfsysteem van de Universiteit Utrecht. Met Osiris‐student 

kun je cursusinformatie inzien en je in‐ en uitschrijven voor cursussen en toetsen. Daarnaast 

kun je resultaten opvragen en je adresgegevens wijzigen.  

Je logt in op Osiris‐student met je Solis‐id via www.uu.nl/osirisstudent 

Op het startscherm klik je op de knop inloggen, dan wordt om je gebruikersnaam en 

wachtwoord gevraagd (je wachtwoord en gebruikersnaam staan vermeld in de brief die je 

over OSIRIS hebt gekregen). Vervolgens klik je weer op de knop Inloggen; dan verschijnt je 

naam en studentnummer. Via de buttons bovenin het scherm kun je andere schermen 

oproepen waarmee je je adresgegevens kunt wijzigen, je cijfers kunt raadplegen en een 

dossieroverzicht kunt uitdraaien. 

Persoonlijke gegevens 

Je kunt in dit scherm je adresgegevens opvragen en desgewenst wijzigen. Kies voor de 

button ‘Wijzig adres’ onderaan het scherm om een wijziging te kunnen invoeren. Deze 

wijzigingen worden automatisch doorgegeven aan de Centrale studentenadministratie. 

Resultaten & Dossieroverzicht 

Uitsluitend de laatste tien behaalde cursus‐ en toetsresultaten zijn zichtbaar. Voor een 

compleet overzicht kun je jouw dossier in Osiris‐student opvragen. In Osiris‐student kies je 

voor het tabblad voortgang. Je kiest voor de optie dossieroverzicht. Je kunt kiezen tussen 

een gedetailleerd en een beknopt dossieroverzicht. In het gedetailleerde dossieroverzicht 

worden alle cursus ‐, toets ‐, geldende resultaten en bijvakresultaten getoond. 

N.B. Als je een officieel dossieroverzicht nodig hebt, kun je een gestempeld 

dossieroverzicht krijgen bij het studiepunt.  

Studievoortgangsoverzicht (SVO) 

Op een studievoortgangsoverzicht staan alle resultaten die je behaald hebt, gekoppeld aan 

het examenprogramma waarvoor je bent ingeschreven. 

Als je wilt afwijken van het examenprogramma, moet je goedkeuring vragen aan de 

examencommissie, [email protected] . Als je verzoek wordt goedgekeurd, 

wordt dit ook opgenomen in Osiris, en verwerkt in jouw examenprogramma en SVO. 

N.B. Als je onjuistheden constateert in je studievoortgangsoverzicht, neem dan contact op 

met het studiepunt. 

 

 

12 

 

Cursusinformatie 

Via dit scherm kun je een lijst van cursussen opvragen die binnen de faculteit, opleiding of 

examenprogramma wordt aangeboden. Daarna kun je een virtueel winkelwagentje 

gebruiken om een combinatie van cursussen te kiezen die je zou willen gaan doen. Overlap 

in het rooster van de verzamelde cursussen wordt getoond. 

Inschrijven voor cursussen en toetsen 

Via Osiris schrijf je je in voor al het onderwijs dat je wilt volgen. Vooraf heeft de 

studieadministratie de periode bepaald waarvoor een student zich via Osiris voor cursussen 

van een onderwijsperiode kan inschrijven (zie Inschrijven en Uitschrijven). Typ de 

cursuscode in van de cursus die je wilt volgen en klik op de knop Volgende. Kies het 

aanvangsblok, maak daarna je keuze voor voltijd of deeltijd onderwijs. Daarna komt de 

vraag: voor welke examenfase wil je deze cursus volgen (kies hierbij: bachelor of master).  

Uitschrijven voor cursussen en toetsen 

Onder deze knop kun je je uitschrijven voor cursussen. Ook hiervoor gelden bepaalde 

periodes, je kunt de informatie hierover nalezen op de site van het studiepunt onder 

Inschrijven en Uitschrijven. 

 

2.3.4   Inschrijven voor cursussen 

Alle eerstejaarsstudenten worden voor de cursussen van eerste jaar van het 

bachelorprogramma Farmacie ingeschreven door het studiepunt.  

Voor alle andere cursussen moet je jezelf aanmelden via Osiris‐student (zie hierboven). Dit 

kan alleen gedurende de inschrijfperiodes die op internet en bij het studiepunt vermeld zijn. 

Je kunt je steeds aanmelden voor drie cursussen, maar wordt voor twee cursussen geplaatst 

in volgorde van aanmelding (in niet‐overlappende timeslots). Als de cursus vol is, kun je je 

niet verder aanmelden. De regel is dat je in dezelfde onderwijsperiode niet méér dan twee 

cursussen volgt en geen cursussen in overlappende timeslots. Wil je afwijken van deze regel, 

dan kun je een goed beargumenteerd verzoek tot uitzondering indien bij het studiepunt, 

vόόr aanvang van de inschrijfperiode. De opleidingsdirecteur van de bachelor Farmacie 

beslist over uitzonderingsgevallen. 

Een student, die van mening is dat een bijzondere (en bewijsbare) omstandigheid tot 

voorrang bij de plaatsing zou moeten leiden, kan daarover vόόr aanvang van de 

inschrijfperiode contact opnemen met het studiepunt. 

 

Kort voor aanvang van ieder blok zijn er de zogenaamde na‐inschrijfdagen. Tijdens deze 

dagen kun je je inschrijven voor cursussen waar nog plaats is; dit kan vanaf 00:00 uur op de 

na‐inschrijfdag. Bij veel cursussen is er maar een beperkt aantal plaatsen, het kan dus zijn 

dat op het moment dat je probeert in te schrijven via de na‐inschrijving de cursus al vol is. 

13 

 

Indien je je hebt ingeschreven voor een cursus die je bij nader inzien toch niet wilt volgen, 

verzoeken wij je dringend je uit te schrijven vóór de na‐inschrijfdagen zodat er een plaats 

vrijkomt voor een medestudent. 

Zodra je inschrijving voor een cursus definitief is, krijg je automatisch toegang tot de 

Blackboardsite van die cursus. 

De inschrijfperiodes voor studiejaar 2014‐2015 zijn: 

Inschrijving Na-inschrijving Start onderwijs

Periode 1 ma 2 juni t/m zo 29 juni 2014 ma 18 + di 19 aug 2014 ma 1 sept 2014

Periode 2 ma 1 sept t/m zo 28 sept 2014 ma 27 + di 28 okt. 2014 ma 10 nov 2014

Periode 3 ma 3 nov t/m zo 30 nov 2014 ma 19 + di 20 jan 2015 ma 2 feb 2015

Periode 4 ma 26 jan t/m zo 22 feb 2015 di 7 + woe 8 april 2015 ma 20 april 2015

 

 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/studenten/Farmacie 

 

2.3.5   Blackboard 

Blackboard is de elektronische leeromgeving van de Universiteit Utrecht. Je hebt 

automatisch toegang tot alle cursussen waarvoor je bent ingeschreven (zie 2.3.4). Daarnaast 

is er algemene informatie over het bachelorprogramma en informatie over het 

bachelorwerkstuk te vinden.  

Je logt in op Blackboard met je Solis‐id via uu.blackboard.com (let op: zonder www) 

Ben je langer dan een dag ingeschreven voor een cursus maar verschijnt deze niet bij 'My 

courses' in Blackboard, dan kan zijn dat de coördinator de cursus nog niet heeft opengesteld 

voor studenten. Informeer dan bij coördinator wat er aan de hand is.  

 

2.3.6   Herinschrijven voor de opleiding 

Bij de Universiteit Utrecht is het noodzakelijk om je elk jaar opnieuw in te schrijven. Als je 

het volgende studiejaar je opleiding wilt vervolgen (van eerste naar tweede jaar, van 

tweede naar derde jaar, enzovoorts), kun je vanaf eind mei/begin juni in Studielink de knop 

'Mogelijke herinschrijvingen' aanklikken en bij Farmacie de knop 'Herinschrijven' aanklikken. 

In Studielink geef je ook aan hoe je het collegegeld betaalt. 

Het herinschrijven moet vóór 1 september plaats vinden. Als dit niet op tijd is gebeurd, kun 

je in september geen onderwijs volgen en niet aan toetsen deelnemen. In verband hiermee 

wordt aangeraden om vóór 1 augustus het herinschrijvingsverzoek bij Studielink te doen. 

 

14 

 

Meer informatie 

www.uu.nl/NL/Informatie/studenten/inschrijven 

 

2.3.7   Automatisch afstuderen 

Heb je al je studieresultaten behaald, en is dus je examenprogramma in Osiris volledig 

afgerond, dan krijg je automatisch bericht van het studiepunt dat je examendossier wordt 

voorgelegd aan de examencommissie. Heb je aan alle voorwaarden voldaan, dan wordt je 

examen goedgekeurd en je examendatum vastgesteld door de examencommissie.  

Het studiepunt Farmacie controleert halverwege iedere maand je behaalde aantal 

studiepunten. Controleer ook zelf of je Osiris‐dossieroverzicht correct is. Is dit niet het 

geval, stuur dan een bericht naar het studiepunt met een korte toelichting o.v.v. je 

studentnummer en opleiding. 

Een examendossier dat niet compleet is, wordt niet in behandeling genomen door de 

examencommissie en leidt tot uitstel van je examen. Dit leidt dus ook tot betaling van een 

extra maand collegegeld. 

Als je examen compleet akkoord is bevonden, krijg je per e‐mail bericht over je 

examendatum. Vervolgens kan je een uitschrijfverzoek doen in Studielink met ingang van de 

maand volgend op je examendatum. Op je examendatum moet je dus nog ingeschreven 

staan, en op de eerste van de daaropvolgende maand moet je uitgeschreven zijn! 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/beta/studenten  

 

2.4  Bibliotheek en boeken 

2.4.1   Bibliotheek 

Universiteitsbibliotheek, Heidelberglaan 3 (de Uithof) 

Openingstijden 

Maandag‐vrijdag:   08:00‐22:30 uur (balies open vanaf 9:00 uur) 

Zaterdag:     10:00‐18:00 uur 

Zondag:     10:00‐22:30 uur 

Langere openingstijden in week 8, 9 en 10 van de onderwijsperiodes: 

Maandag‐donderdag: verlengd open tot 01:00 uur 

Zondag:     verlengd open tot 01:00 uur (niet in week 10) 

 

 

 

15 

 

2.4.2   Studielandschap 

In het David de Wiedgebouw, het Buys Ballotgebouw en het Minnaertgebouw zijn 

studielandschappen ingericht voor alle studenten van de faculteit Bètawetenschappen. Er 

staan pc's voor vrij gebruik en er zijn aparte studieruimtes waar in groepsverband kan 

worden gewerkt. Aangezien de capaciteit in deze landschappen beperkt is wordt 

aangeraden je eigen laptop mee te nemen (http://www.uu.nl/studenten zie 

studentenlaptop). Uiteraard zijn er ook in andere gebouwen studieplekken. 

Via  http://studyspot.uu.nl/ is op ieder moment na te gaan waar vrije werkplekken voor 

studenten te vinden zijn. 

Openingstijden David de Wiedgebouw 

Maandag‐donderdag: 08:00‐19:00 uur 

Vrijdag:     08:00‐17:00 uur 

 

2.4.3   Boeken 

De boeken die gebruikt worden in het onderwijs, worden genoemd in de blokboeken van de 

cursussen. Er wordt vanuit gegaan dat alle studenten zelf beschikken over een exemplaar 

van de boeken op de kernboekenlijst (zie figuur); deze boeken zijn in het algemeen niet 

voldoende exemplaren beschikbaar in het studielandschap en/of de bibliotheek. 

 

Leden van de studievereniging Unitas Pharmaceuticorum (zie § 2.6) kunnen boeken 

bestellen met korting (10% voor Nederlandstalige boeken; 15% voor Engelstalige boeken) 

via de webshop van de vereniging. De boeken kunnen worden besteld voor elke 

onderwijsperiode en worden daarna thuisgestuurd.  

CURSUS

auteur titel 101 102 103 104 105 200 107 201 202 203 204 205 206 207 208 301 302 303 304 305 306 307

Bouwman-Boer e.a. Recepteerkunde, 5e druk

Harris Quantitative chemical analysis

Bolt e.a. Ethiek in praktijk

Aulton Pharmaceutics, 4th edition

Patrick Organic Chemistry

Berg e.a. Biochemistry

Becker e.a. The World of the Cell

P.J. Sinko Martin’s Physical Pharmacy and Pharmaceutical Sciences

Rang e.a. Rang's Pharmacology

Marieb Human Anatomy and Physiology

van Ree e.a. Algemene Farmacologie

Whitlock & Schluter The analysis of biological data

Hedaya Basic Pharmacokinetics

Offringa e.a. Inleiding evidence based medicine

Willey et al. Prescott's Microbiology, 9th edition

Benyon Crash Course Metabolism and Nutrition

Biesalski Pocket atlas of nutrition

Janeway Immunobiology

Stahl & Muntner Stahl's Essential Psychopharmacology, 4th edition

nader te bepalen biotechnologie

boek verplicht in dit blok aanschaffen

wordt gebruikt in dit blok (eerder aangeschaft)

KERNBOEKEN Bacheloropleiding Farmacie 2014-2015

16 

 

Meer informatie 

http://up1.science.uu.nl 

 

2.5  Studeren in het buitenland 

Tijdens de bacheloropleiding is het mogelijk een deel van je opleiding in het buitenland te 

doen. Dit kan bijvoorbeeld via een uitwisselingsprogramma. Het International Office van de 

faculteit Bètawetenschappen of het International Office van Studentenservice kan daarbij 

behulpzaam zijn. 

Contactgegevens 

International Office Bètawetenschappen 

Buys Ballotgebouw, kamer 1.19 

Princetonplein 5, De Uithof 

Tel.:   030‐253 7315 

E‐mail:  [email protected] 

Inloopspreekuur: dinsdag en donderdag 11:00‐12:00 uur 

Spreekuur op afspraak: per e‐mail 

 

Studentenservice / International Office (universiteitsbreed) 

Heidelberglaan 6 

 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/studenten/exchange 

 

2.6  Studieverenigingen 

2.6.1  Unitas Pharmaceuticorum 

Studenten die de bachelor Farmacie volgen, kunnen lid worden van de Utrechtse 

Pharmaceutische Studie Vereniging ‘Unitas Pharmaceuticorum’, kortweg U.P. De vereniging 

is opgericht in 1894 en daarmee de oudste studievereniging in Utrecht. Ongeveer 1500 

studenten zijn lid van U.P. 

Het is mogelijk om bij U.P. de boeken die je nodig hebt tijdens de studie met korting te 

bestellen, maar dit is natuurlijk niet de enige reden om lid te worden van U.P. De vereniging 

organiseert tal van studiegerelateerde en ontspannende activiteiten. Denk hierbij aan 

symposia, bedrijfsexcursies, een buitenlandexcursie en actualiteiten‐lunches. Daarnaast zijn 

er maandelijkse borrels, feestjes, vele andere activiteiten en jaarlijks een groot gala. 

17 

 

Een U.P.‐lid is automatisch lid van de K.N.P.S.V., de Koninklijke Nederlandse 

Pharmaceutische Studenten Vereniging. Via de K.N.P.S.V. is men ook lid van de Europese en 

internationale farmaceutische studentenverenigingen (zie § 2.6.2). 

Het is mogelijk om lid te worden van U.P. door het lidmaatschapsformulier in te vullen. Dit 

formulier is af te halen bij de bestuurskamer (zie onderstaand adres) en wordt ook 

uitgedeeld tijdens de eerste dag van de introductie. Het lidmaatschap kost 11 euro per jaar.  

Meer informatie 

http://up1.science.uu.nl 

 

Contactgegevens 

Unitas Pharmaceuticorum 

David de Wiedgebouw, kamer 0.37 

Universiteitsweg 99,3584 CG Utrecht 

 

2.6.2  Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten

  Vereniging 

De K.N.P.S.V. is het overkoepelend orgaan van de studieverenigingen Farmacie en 

Biofarmaceutische Wetenschappen in Nederland, te weten: G.F.S.V. ‘Pharmaciae Sacrum’ in 

Groningen, L.P.S.V. ‘Aesculapius’ in Leiden en U.P.S.V. ‘Unitas Pharmaceuticorum’ in 

Utrecht. Het doel van de K.N.P.S.V. is om studenten Farmacie en Biofarmaceutische 

Wetenschappen uit heel Nederland nader tot elkaar te brengen. Dit doen we door 

verscheidene activiteiten te organiseren waarbij de studenten uit de drie steden elkaar 

leren kennen. Verder staan we in nauw contact met de Koninklijke Nederlandse 

Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP). Ook zijn we het aanspreekpunt 

voor de andere beroepsverenigingen in de farmaceutische wereld en vertegenwoordigen 

we de Nederlandse (bio‐)Farmaciestudent op internationaal gebied. 

Activiteiten die de K.N.P.S.V. organiseert zijn ondere andere: het jaarlijkse K.N.P.S.V.‐

congres, de eerstejaarsactiviteit, de sportdag, het benefietfeest en de beroependag en de 

dag van de farmaceutische industrie.  

Meer informatie 

http://www.knpsv.nl/ 

   

18 

 

   

19 

 

3  HET BACHELORPROGRAMMA 

3.1   Leerdoelen en eindtermen 

De afgestudeerde met een bachelor Farmacie dient kennis, inzicht, vaardigheden en 

attitudes te hebben ontwikkeld, zoals hieronder worden gespecificeerd, op het niveau van 

een academische bachelor. 

 

Kennis en inzicht 

De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 

‐  de belangrijkste processen en mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van 

ziektes; 

‐  de verschillende organisatieniveaus (op het niveau van moleculen, cellen, weefsels en 

organismen) en hun interacties, in mens en dier; 

‐  de voornaamste klinisch farmacologische, epidemiologische en (bio‐)analytische 

onderzoeksmethoden en ‐technieken van farmaceutisch wetenschappelijk onderzoek; 

‐  methodologische aspecten en statistische methoden, die relevant zijn voor het 

farmaceutisch onderzoek; 

‐  de belangrijkste groepen geneesmiddelen, hun chemische en fysische eigenschappen en 

hun werking op moleculair en receptor niveau; 

‐  de processen en theorieën die een rol spelen bij het metabolisme, farmacokinetiek en 

farmacodynamie van farmaca en andere xenobiotica;  

‐  toedieningsvormen van geneesmiddelen en de invloed van chemische en fysische 

eigenschappen van geneesmiddelen op bewaaromstandigheden en gebruikstermijnen;  

‐  de maatschappelijke en ethische aspecten van farmaceutisch wetenschappelijk 

onderzoek, zoals medische ethiek (medische ethische commissie, dier experimenten 

commissie); 

‐  de veiligheidsaspecten van farmaceutisch wetenschappelijk onderzoek, zoals wet‐ en 

regelgeving, relevante kwaliteitsnormen en kwaliteitsmodellen en het zorgvuldig omgaan 

met biologisch/chemisch materiaal. 

 

Vaardigheden 

De afgestudeerde is in staat om: 

‐  een oordeel te vormen en standpunt te ontwikkelen t.a.v. farmaceutische vraagstellingen 

dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante wetenschappelijke, 

maatschappelijke of ethische aspecten; 

‐  relevante gegevens (literatuur, onderzoeksdata) op farmaceutische en (bio)medische 

vakgebied te verzamelen en te analyseren, deze kritisch te beoordelen en te gebruiken 

bij theorievorming, onderzoek, bereiding en kwaliteitscontrole van geneesmiddelen; 

20 

 

‐  een klinisch of fundamenteel farmaceutisch probleem te vertalen in een vraagstelling en 

vervolgens, onder begeleiding, een (eenvoudige) onderzoeksopzet of bereidingsprotocol 

op te stellen, dit uit te voeren en daarover te rapporteren op een manier die voldoet aan 

de daarvoor in de wetenschap gangbare criteria; 

‐  farmaceutische laboratoriumtechnieken en –vaardigheden (inclusief 

bereidingsvaardigheden) onder begeleiding toe te passen, inclusief farmaceutisch 

rekenen, en het schrijven van een labjournaal; 

‐  schriftelijk en mondeling te rapporteren, te presenteren aan, en te communiceren met 

(in het Nederlands en in het Engels) een veelheid van doelgroepen (andere academici, 

andere medewerkers in de gezondheidszorg en het grote publiek); 

‐  te discussiëren, argumenteren en samen te werke, feedback te geven en te accepteren; 

‐  te reflecteren op de eigen ontwikkeling en (studie)loopbaan, bewuste keuzes te maken 

en een verdere (studie)loopbaan aan te gaan; 

‐  zowel zelfstandig als in teamverband wetenschappelijk onderzoek te verrichten.  

 

Attitudes 

De afgestudeerde geeft blijk van: 

‐  een integere en constructief‐kritische houding met betrekking tot eigen en andermans 

plannen, kwaliteitszorgsystemen en visies en resultaten van onderzoek; 

‐  een maatschappelijke en ethische houding op het terrein van wetenschap, samenleving 

en maatschappelijke problemen die het functioneren als onderzoeker of als apotheker 

raken; 

‐  een respectvolle en verantwoordelijke houding tegenover medestudenten en tegenover 

anderen met wie men als gevolg van de werkzaamheden in contact staat; 

‐  de vaardigheid om zelfstandig relevante kennis en vaardigheden te verwerven en 

levenslang te onderhouden. 

 

3.2  Curriculum en timeslots  

Bij de Universiteit Utrecht is het studiejaar verdeeld in vier onderwijsperiodes van tien 

weken en meestal volgt een student in elke onderwijsperiode twee cursussen van ieder 7,5 

studiepunten met een geschatte studiebelasting van 200 uur elk, waarbij de contacturen 

van een cursus steeds in zogenaamde timeslots vallen. Vrijwel alle cursussen van het 

bachelorprogramma Farmacie volgen dit schema. 

In het onderstaande schema is het timeslotmodel weergegeven. De timeslots A t/m E 

worden daarbij aangeduid met verschillende kleuren. Bij de faculteit Bètawetenschappen is 

het gebruikelijk dat alle contacturen van een standaardcursus van 7,5 studiepunten 

geprogrammeerd worden in een combinatie van twee timeslots, te weten AD óf BC; dit is in 

de beschrijving van het cursusaanbod (verderop) terug te vinden. Er zijn enkele 

21 

 

standaardcursussen, waarvan de contacturen maar in één timeslot (A of C) gepland zijn. Eén 

cursus uit het Farmacieprogramma omvat 400 studiebelastingsuren (FA‐202); de 

contacturen van deze cursus zijn in alle vier timeslots gepland (ABCD). Timeslot E wordt bij 

de opleiding Farmacie niet gebruikt. 

  maandag  dinsdag woensdag donderdag vrijdag 

9:00 – 12:45  A  B A C D 

13:15 – 17:00  C  C D B D 

17:15 – 19:00  C  A D B  

19:00 – 21:45  E E  

 

Het timeslotmodel maakt het mogelijk dat je voor een belangrijk deel je studie zelf kunt 

plannen, ook wanneer cursussen afkomstig zijn uit verschillende opleidingen of faculteiten. 

Het Farmacieprogramma omvat in totaal 180 studiepunten, waarvan 75 in het zogenaamde 

verplichte deel van de major vallen. Dit deel is verplicht voor alle studenten die een 

bachelordiploma Farmacie willen verwerven. Daarnaast bestaat een deel uit zogenaamde 

majorgebonden keuzecursussen en een volledig vrij deel, de zogenaamde 

profileringsruimte. 

Indien je het studiepad Farmacie wil volgen, ligt de invulling van de majorgebonden 

keuzeruimte grotendeels vast. Voor diegenen die het studiepad geneesmiddelonderzoek 

volgen, is de keuzevrijheid groter (zie hieronder). Je kunt – onafhankelijk van het gekozen 

studiepad – ten minste 30 studiepunten invullen met cursussen uit het totale universitaire 

aanbod, de Onderwijscatalogus. Soms is het mogelijk een vaste combinatie van cursussen 

op niveau‐1, ‐2 en ‐3 te volgen, die een zogenaamde minor vormen. De bètaplanner is een 

tool om je te helpen bij het samenstellen van je vakkenpakket, 

https://betaplanner.science.uu.nl. Je kunt in de bètaplanner zoeken naar vakken in andere 

bètaopleidingen. 

Meer informatie  

http://www.uu.nl/university/minors/nl/Pages/default.aspx 

Alle cursussen van de universiteit worden ingedeeld in niveau‐1 (inleidend), niveau‐2 

(verdiepend) en niveau‐3 (gevorderd) cursussen. Voor een niveau‐1 cursus worden geen 

ingangseisen gesteld anders dan het diploma dat toegang geeft tot de studie; voor niveau‐2 

en niveau‐3 cursussen in het algemeen wel. De specifieke ingangseisen voor afzonderlijke 

cursussen zijn in detail beschreven in de Onderwijs‐ en Examenregeling (OER; zie verderop) 

en/of in de onderwijscatalogus.  

Het niveau van de cursus is herkenbaar aan het eerste cijfer van de cursuscode 

(bijvoorbeeld FA‐101 is een niveau‐1 cursus, FA‐200 is een niveau‐2 cursus). De cursuscode 

zegt dus niet zoveel over het studiejaar, waarin een bepaalde cursus gevolgd wordt. Het kan 

zijn dat een tweedejaars student zowel een cursus van niveau‐1 volgt (bijvoorbeeld omdat 

22 

 

een vak overgedaan moet worden) als, later in het jaar, vakken op niveau‐2 of zelfs op 

niveau‐3. Veel hangt af van de planning, die je als student zelf maakt. Bij de planning kunnen 

je tutor en de studieadviseur behulpzaam zijn.  

 

3.3  Het bachelorprogramma 

3.3.1   Studiepaden en keuzemogelijkheden 

De bachelor Farmacie bestaat uit een verplicht deel van de major (voor alle studenten), een 

majorgebonden keuzeruimte en een profileringsruimte. In het schema (op de volgende 

pagina) staan de verplichte onderdelen van de major als eerste genoemd.  

Als je je wilt voorbereiden op de master Farmacie, moet je – naast het verplichte deel van 

de major – ten minste de cursussen volgen, die staan aangeven bij de majorgebonden 

keuzeruimte. Je volgt dan studiepad Farmacie; deze cursussen vormen het zogenaamde 

verplichte deel van de majorgebonden keuzeruimte. Naast deze cursussen kan ook een deel 

van de overige cursussen gevolgd worden, maar dat is niet verplicht. Het is ook mogelijk om 

andere cursussen uit het universitaire aanbod te volgen of om cursussen in het buitenland 

te doen (profileringsruimte). 

Als je niet van plan bent door te gaan met de master Farmacie, kun je eventueel ook het 

studiepad geneesmiddelonderzoek volgen. Je kunt je zo goed mogelijk voorbereiden op het 

masterprogramma van je keuze door cursussen te kiezen uit het aanbod van het 

departement Farmaceutische Wetenschappen en het aanbod van verwante opleidingen 

binnen de faculteit Bètawetenschappen of daarbuiten (bijv. bij Scheikunde, Biologie, 

Biomedische Wetenschappen). 

Alle bachelorstudenten moeten uiteindelijk wel voldoen aan de minimumeisen die de 

universitaire Richtlijn Onderwijs stelt. Er moeten ten minste 45 studiepunten behaald 

worden met cursussen op niveau‐2 en eveneens 45 studiepunten met cursussen op niveau‐

3. Ten slotte moeten, voor beide studiepaden, ten minste 90 studiepunten afkomstig zijn uit 

cursussen, die aangeboden worden door het departement Farmaceutische Wetenschappen.  

 

 

 

 

 

 

   

23 

 

 

Ro

os

ter

ba

ch

elo

r fa

rma

cie

20

14

-20

15

01-09-14

08-09-14

15-09-14

22-09-14

29-09-14

06-10-14

13-10-14

20-10-14

27-10-14

03-11-14

10-11-14

17-11-14

24-11-14

01-12-14

08-12-14

15-12-14

22-12-14

29-12-14

05-01-15

12-01-15

19-01-15

26-01-15

02-02-15

09-02-15

16-02-15

23-02-15

02-03-15

09-03-15

16-03-15

23-03-15

30-03-15

06-04-15

13-04-15

20-04-15

27-04-15

04-05-15

11-05-15

18-05-15

25-05-15

01-06-15

08-06-15

15-06-15

22-06-15

29-06-15

06-07-15

13-07-15

20-07-15

27-07-15

AD

FA

-103

AD

AD

AD

BC

celb

iolo

gie

BC

inte

rcellu

laire c

om

munic

atie

BC

geneesm

iddel en p

atient

BC

AD

FA

-104

AD

AD

AD

mole

cula

ire e

igenschappen

BC

fysis

che e

n a

naly

t.fa

rmacie

BC

geneesm

iddelb

indin

g e

n -

werk

ing

BC

geneesm

iddelo

nderz

oek

BC

AD

geneesm

iddelb

indin

g e

n -

werk

ing

FA

-208

AD

AD

bere

idin

g e

n a

naly

se

form

ule

ren e

n b

io-

equiv

ale

ntie

bere

idin

g e

n a

naly

se

form

ule

ren e

n b

io-e

quiv

ale

ntie

FA

-204

AD

AD

circula

tie

circula

tie

CPro

file

ringsru

imte

Cin

form

atiebro

nnen

info

rmatiebro

nnen

infe

cties

infe

cties

BC

FA

-305

AD

BC

AD

onts

tekin

gen

bio

technolo

gie

onts

tekin

gen

bio

technolo

gie

AD

FA

-304

BC

AD

BC

geneesm

iddelo

pnam

ehuid

en d

erm

atica

geneesm

iddelo

pnam

ehuid

en d

erm

atica

BC

Pro

file

ringsru

imte

BC

hers

enen e

n g

edra

ghers

enen e

n g

edra

g

verp

lichte

onderd

ele

n m

ajo

r fa

rmacie

majo

rgebonden k

euzeru

imte

farm

acie

(stu

die

pad f

arm

acie

)

FA

-1xx n

iveau 1

FA

-2xx n

iveau 2

FA

-3xx n

iveau 3

(m

.u.v

.FA

-331)

Pro

file

rin

gs

va

kk

en

ve

rzorg

d d

oor

depart

em

ent

Farm

aceutische W

ete

nschappen

AFA

-205

BC

DB

C

fyto

thera

pie

hom

eosta

se

geschie

denis

van v

ers

lavin

ghom

eosta

se

FA

-207

BC

BC

BC

meta

bolis

me e

n v

oedin

gfa

rmaceutisch N

ederlands

meta

bolis

me e

n v

oedin

g

FA

-306

BC

AD

BC

kw

alit

eitsle

er

Pharm

a &

Nutr

itio

nkw

alit

eitsle

er

FA

-307

BC

BC

ontw

ikkele

n v

an n

wgeneesm

iddele

nbio

analy

se

AD

pijn

A

natu

ral pro

duct re

searc

h

jaar 1 jaar 2

FA

-102

FA

-101

AD

FA

-301

FA

-206

FA

-302

FA

-203

FA

-202

FA

-303

FA

-200R

pe

rio

de

IV

aanvullende toetsing periode 4

aanvullende toetsing periode 2

Pro

file

ringsru

imte

FA

-304

FA

-201

FA

-204

Pro

file

ringsru

imte

FA

-208

FA

-305

FA

-107

aanvullende toetsing periode 3

pe

rio

de

Ip

erio

de

III

AB

CD

apoth

eker

en g

eneesm

iddel

FA

-105

pe

rio

de

II

FA

-332

FA

-200

FA

-203

FA

-206

AD

FA

-202

AB

CD

bachelo

rwerk

stu

k

FA

-302

FA

-303

FA

-301

FA

-329

FA

-328

jaar 3

aanvullende toetsing periode 1

FA

-331

FA

-CPS

-333

FA

-205

FA

-207

FA

-306

FA

-319

pe

rio

de

Ip

erio

de

II

pe

rio

de

III

pe

rio

de

IV

FA

-323

24 

 

 

Door de grote keuzevrijheid enerzijds en de randvoorwaarden anderzijds, is het zorgvuldig 

plannen van de studie erg belangrijk. Het is daarom verstandig om tegen het eind van het 

eerste studiejaar en tegen het eind van het tweede studiejaar een zorgvuldige planning te 

maken. Bij twijfel of vragen is het verstandig om de planning te bespreken met de tutor. 

Om het bachelordiploma te verkrijgen moet voldaan worden aan alle onderdelen van het 

programma. Naast cursussen gaat het hier ook om producten/opdrachten in het kader van 

het tutoraat en om een aantal vaardigheden. Welke vaardigheden vereist zijn, is afhankelijk 

van het gevolgde studiepad en het aanvangsjaar van de studie (zie ook § 2.3.7. automatisch 

afstuderen). 

Voor toelating tot een masterprogramma is de zogenaamde ‘harde knip’ van toepassing. Dit 

betekent dat aan alle eisen voor het bachelordiploma voldaan moet zijn, vóórdat je kunt 

beginnen met een masterprogramma. Het is dus niet mogelijk om aan de master te 

beginnen, wanneer er nog een studieonderdeel uit de bachelor (cursus, vaardigheid, 

bachelorwerkstuk, etc.) open staat. 

Voor de regels en tips voor het kiezen van cursussen zie hoofdstuk 5. Het volgen van niveau‐

3 cursussen is alleen mogelijk indien alle niveau‐1 cursussen met goed gevolg zijn afgerond. 

Deze regel betekent, dat aanmelding voor een niveau‐3 cursus via Osiris‐student niet 

mogelijk is als FA‐101, FA‐102, FA‐103, FA‐104, FA‐105 en FA‐107 niet met een voldoende 

zijn afgerond. Indien het studiepad geneesmiddelonderzoek gevolgd wordt, is FA‐101 niet 

verplicht. 

 

3.3.2   Bachelorwerkstuk 

Alle studenten (onafhankelijk van hun studiepad) moeten een bachelorwerkstuk op 

biomedisch of farmaceutisch gebied uitvoeren. De omvang van het bachelorwerkstuk is 

minimaal 7,5 studiepunten en kan maximaal 30 studiepunten bedragen (de omvang wordt 

bij de aanmelding vastgelegd). Je bent zelf verantwoordelijk voor het plannen en het 

uitvoeren van je bachelorwerkstuk. Het is mogelijk om het bachelorwerkstuk in te vullen als 

scriptie of als onderzoeksproject. In alle gevallen zal een medewerker van het departement 

Farmaceutische Wetenschappen moeten optreden als examinator. Zie voor meer 

informatie:  Blackboard. 

 

   

25 

 

3.3.3   Vaardigheden en portfolio 

Om het bachelordiploma te verkrijgen moet voldaan worden aan alle onderdelen. Naast 

cursussen gaat het hier ook om producten/beoordelingen in het kader van het tutoraat en 

om een aantal vaardigheden. Welke vaardigheden vereist zijn, is afhankelijk van het 

gevolgde studiepad en het aanvangsjaar van de studie. Vrijwel alle vaardigheden komen aan 

de orde en kunnen worden beoordeeld tijdens de cursussen, die onderdeel uitmaken van 

het verplichte deel van de major. Als je tijdens een cursus voor een vaardigheid geen 

voldoende hebt gehaald, kun je via de Blackboardsite van het skillslab nadere informatie 

vinden over extra oefenmateriaal of extra oefenmogelijkheden (afhankelijk van de 

vaardigheid); via de site van het skillslab kun je ook aanmelden voor aanvullende toetsing 

van de vaardigheden, die van tijd tot tijd georganiseerd worden. De resultaten van alle 

afgelegde vaardigheden worden vastgelegd in Osiris. 

In de figuur op de volgende pagina is te zien welke vaardigheden met een voldoende 

moeten zijn afgerond, voordat je aan de eisen van de bachelor Farmacie voldoet. Omdat alle 

vaardigheden worden vastgelegd in Osiris, kun je zelf zien wat de stand van zaken is. 

N.B. De lijst van vereiste vaardigheden in de figuur geldt voor studenten, die begonnen zijn 

in september 2010 of daarna. Voor studenten, die eerder begonnen zijn aan de 

bacheloropleiding kan het lijstje iets verschillen! Informeer bij twijfel over de vereiste 

vaardigheden bij de coördinator van het skillslab of bij het studiepunt. 

Meer informatie 

Blackboard:   http://www.uu.nl/Blackboard 

Vaardigheden:  Farmacie – Algemeen – Skills (onder My Communities in Blackboard) 

E‐mail:  [email protected] 

 

 

Vaardigheden bachelor farmacie, vanaf cohort 2010 

studiepad 

cursus  code  Leerlijn en vaardigheden  FAR  GNM 

     

      Farmaceutisch rekenen       

Fa101  R‐101  Diagnostische rekentoets  X  ‐‐‐ 

Fa104  R‐104  Schriftelijke rekentoets  X  X 

Fa200  R‐200  Schriftelijke rekentoets  X  X 

Fa202  R‐202  Farmaceutische rekentoets  X  ‐‐‐ 

Fa208  R‐208  Farmaceutische rekentoets  X  X 

Fa301  R‐301  Farmacokinetische rekentoets  X  ‐‐‐ 

     

      Informatieverwerking       

Fa202  I‐202  Beoordeling labjournaal  X  ‐‐‐ 

26 

 

Fa208  I‐208  Beoordeling labjournaal  X  X 

     

      Mondelinge communicatie       

*)  M‐100  Presentatie, niveau‐1  X  X 

**)  M‐200  Presentatie, niveau‐2  X  ‐‐‐ 

Fa201  M‐201  Interview met patiënt (niveau‐1)  X  X 

Fa203  M‐203  Samenwerkingsgesprek  X  ‐‐‐ 

Fa204  M‐204  Informerend gesprek  X  ‐‐‐ 

Fa301  M‐301  Interview met patiënt (niveau‐2)  X  ‐‐‐ 

   *) Fa103, Fa104, Fa105 of Fa200   **) diverse blokken in jaar 2 en 3    

Schriftelijke communicatie 

Fa103  S‐103a  Taaltoets  X  X 

Fa103  S‐103b  Wetenschappelijk taalgebruik  X  X 

Fa203  S‐203  Wetenschappelijk abstract  X  ‐‐‐ 

Fa301  S‐301  Wetenschappelijke samenvatting  X  ‐‐‐ 

   S‐306  Advies kwaliteitsprocedure  X  ‐‐‐ 

        

      Laboratorium‐vaardigheden       

Fa202  L‐202  Analyse standaard  X  ‐‐‐ 

     

      Bereidings‐vaardigheden       

Fa101  B‐101  Bereiden, niveau‐1  X  ‐‐‐ 

Fa304  B‐304  Bereiden, niveau‐2  X  ‐‐‐ 

     

      Methodologie       

Fa107  Ms‐107  Individuele toets methodologie  X  X 

     

      Management       

Fa105  Ma‐105  Beoordeling PGO, niveau‐1  X  X 

Fa107  Ma‐107  Beoordeling PO, niveau‐1  X  X 

Fa206  Ma‐206  Beoordeling PGO, niveau‐2  X  ‐‐‐ 

     

      Metacognitie (alleen voor cohort 2011 en eerder)    

tutoraat  Mc‐100  Eindopdracht jaar 1  X  X 

tutoraat  Mc‐200  Eindopdracht jaar 2  X  X 

tutoraat  Mc‐300  Eindopdracht jaar 3  X  X 

Toelichting: Met uitzondering van S‐306 zijn alle vaardigheden ondergebracht in cursussen, die verplicht zijn voor de desbetreffende studiepaden. Studenten moeten deze communicatie vaardigheid S‐306 regelen via het skillslab.   

   

27 

 

 

3.3.4     Honoursprogramma Farmaceutische Wetenschappen 

Als onderdeel van de bacheloropleiding kun je geselecteerd worden om een 

honoursprogramma (HP) te volgen. Dit honoursprogramma biedt de mogelijkheid om 

samen met een groep andere gemotiveerde en getalenteerde studenten uit de bachelor 

Farmacie of van het college of Pharmaceutical Sciences (CPS) extra uitdagingen aan te gaan. 

Verdieping, verbreding en academisch of professioneel leiderschap zijn de doelen voor het 

honoursonderwijs. 

Studenten kunnen in periode 2 van het eerste jaar voor dit honoursprogramma solliciteren, 

waarna een selectie plaatsvindt op basis van cijfers en motivatie. Het honoursprogramma 

bestaat uit 45 ECTS bovenop het normale curriculum, waarvan 15 ECTS is gereserveerd voor 

de honours thesis, 7,5‐15 ECTS voor het volgen van (interdisciplinaire) honours‐level 

cursussen en 5 ECTS voor activiteiten binnen de honours academy van de faculteit 

bètawetenschappen. De rest kan vrij ingevuld worden al naar gelang de specifieke interesse 

van de honoursstudent. Na het succesvol afronden van het honoursprogramma krijg je bij 

de uitreiking van het bachelordiploma tevens een honourscertificaat. Omdat 

honoursprogramma’s internationaal erkend zijn, is dit certificaat een belangrijke bijdrage 

aan het CV. 

 

Meer informatie 

http://www.projects.science.uu.nl/betahonoursuu/ 

http://testweb.science.uu.nl/hpps/ 

e‐mail  HP‐coördinator:                [email protected] 

 

   

28 

 

3.4   Studievertraging, langstudeerders 

Het studieprogramma is zo ingericht dat je de studie kunt afronden binnen drie (maximaal 

vier) studiejaren. Daarvoor is uiteraard voldoende kennis, inzet en een goede planning 

noodzakelijk. De mogelijkheden tot aanvullende toetsing en het feit, dat de meeste tweede‐ 

en derdejaars vakken twee maal per jaar gegeven worden, zorgt ervoor dat er niet meteen 

grote studievertraging optreedt wanneer een eerstejaar vak moeilijkheden oplevert of 

wanneer een vak overgedaan moet worden. Uiteraard is het wel belangrijk om in een 

dergelijk geval zorgvuldig te plannen en te overleggen met de tutor en/of de studieadviseur. 

Het is belangrijk om je tijdig aan te melden voor cursussen, en daarbij een flexibele planning 

te maken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om je tijdelijk uit te schrijven. Indien je langer 

dan vier jaar over de bachelor doet wordt je niet zondermeer toegelaten tot de master 

Farmacie. 

De studieadviseur en het studiepunt Farmacie doen er alles aan om studenten zo weinig 

mogelijk studievertraging te laten oplopen, maar dat kan alleen indien je tijdig contact 

opneemt met het studiepunt of de studieadviseur, vooral indien er sprake is van bijzondere 

omstandigheden. Het plannen van de eigen studie blijft een belangrijke 

verantwoordelijkheid van de student zelf.  

   

29 

 

4  ROLLEN EN VERWACHTINGEN 

4.1  Curriculumontwerp 

De kwaliteit van de onderwijsleeromgeving is afhankelijk van een groot aantal factoren, die 

nauwkeurig op elkaar afgestemd moeten zijn. Het curriculum van de Farmacieopleiding is 

ingericht volgens de principes van de ‘constructive alignment’ (Biggs1). Het begrip 

‘constructive’ heeft betrekking op het idee dat studenten alleen betekenisvol leren door het 

ondernemen van relevante leeractiviteiten; het begrip ‘alignment’ (consistentie, 

congruentie, afstemming) heeft betrekking op het inzicht, dat alle componenten van een 

curriculum en een cursus zo op elkaar zijn afgestemd, dat zij resulteren in de gewenste 

leeractiviteiten van de studenten (‘learning outcomes’). Dit betekent dat alle 

onderwijsactiviteiten met elkaar samenhangen en dat de combinatie van onderwijsvormen, 

feedback, beoordeling en toetsing er voor zorgt dat de studenten aan het eind van de 

opleiding – als alle onderdelen (cursussen, vaardigheden) met een voldoende zijn afgesloten 

– voldoen aan de eindtermen van de opleiding (§ 3.1). 

In het curriculum staat het leren door de student centraal. Onderwijsactiviteiten (PGO‐

taken, projecten, opdrachten, werkcolleges, practica, discussies, etc.) zijn ontworpen om 

een zo groot mogelijk leereffect te hebben. In elke individuele cursus zijn vaak verschillende 

onderwijsactiviteiten en meerdere toetsen ondergebracht omdat de combinatie moet 

leiden tot het gewenste leereffect. De kleinste eenheid van het curriculum is daarom een 

cursus.  

Het curriculumontwerp brengt ook met zich mee dat elke deelnemer in het 

onderwijsleerproces zijn/haar eigen rol heeft. De student leert zo goed mogelijk, terwijl de 

docent daarbij vooral assisteert. Leren bestaat vooral uit het zelf construeren van kennis en 

het leren toepassen van die kennis in nieuwe situaties; het aanleren van vaardigheden is 

daarbij een belangrijk aspect. Van de student wordt een actieve rol bij het construeren van 

kennis en bij het aanleren van vaardigheden verwacht; van de docent wordt vooral een 

actieve rol in het verhelderen van moeilijke aspecten en bij het begeleiden van het aanleren 

van vaardigheden verwacht. Examinatoren zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de 

kwaliteit van de toetsen en voor het vaststellen van cijfers.  

 

4.2  Student 

Zoals al gezegd is, staat het leren van de student centraal in het onderwijs. Dat betekent dat 

van jou een actieve inzet verwacht wordt en dat je zelf in belangrijke mate verantwoordelijk 

bent voor de voortgang van de eigen studie. Binnen een cursus maak je zelf – al dan niet in 

                                                       

1  Biggs JB & Tang C: Teaching for quality learning at university, 4th ed., Open University Press, Buckingham 

(2011).  

30 

 

overleg met medestudenten en/of docenten – je eigen dagindeling. Er zijn veel opdrachten 

in cursussen met deadlines om het leerproces op gang te houden, maar meestal wordt niet 

van dag tot dag voorgeschreven wanneer een opdracht precies gedaan moet worden; 

daarin zit soms wat meer, soms wat minder speelruimte. 

Alle cursussen zijn zo georganiseerd, dat door regelmatig te werken vrijwel altijd aan de 

eisen voldaan kan worden, maar voor sommige studenten zal een bepaalde cursus meer tijd 

vergen dan voor andere studenten. Wel is het belangrijk dat aan alle cursusonderdelen 

wordt deelgenomen en dat goede afspraken worden gemaakt met medestudenten als je 

samen aan een opdracht of project werkt.  

Alle onderwijsactiviteiten (‘contacturen’) van een cursus zijn bij aanvang van een cursus 

bekend en vinden altijd plaats binnen de timeslots van de cursus (zie §3.2). Er wordt vanuit 

gegaan dat je aanwezig bent bij de contacturen, die voor jouw onderwijsgroep gepland zijn. 

Als dat – om welke reden dan ook – een keer niet lukt, laat dat dan aan medestudenten en 

docenten weten. Vaak worden in cursussen presentielijsten bijgehouden om zicht te 

houden op de aanwezigheid van studenten. Als je te vaak afwezig bent zonder dat daar een 

goede verklaring voor is, kan een consequentie zijn dat je niet in aanmerking komt voor 

aanvullende toetsingen. 

Van je wordt verwacht dat je jezelf informeert over inschrijving, deelname aan cursussen, 

aanmeldingen voor examens, etc. via het studiepunt. Deze studiegids is daarbij een 

belangrijk hulpmiddel. Voor informatie over de details van een cursus of ander 

studieonderdeel, waarvoor je bent ingeschreven, zijn het blokboek en de Blackboardsite van 

de cursus de belangrijkste informatiebron. Val de medewerkers van het studiepunt, 

coördinatoren of docenten niet onnodig lastig met vragen, waarop het antwoord te vinden 

is in één van de genoemde bronnen, zoals blokboek of websites! 

 

4.3  Tutor 

Je krijgt aan het begin van de opleiding een tutor. Je tutor is meestal ook docent in één of 

meerdere cursussen, maar als tutor zal hij/zij je begeleiden bij de voortgang van je studie. 

De tutor kan je helpen bij het plannen van de studie, bij het bespreken van de dingen die 

goed (en minder goed) gaan en bij het oplossen van problemen van persoonlijke aard. De 

tutor is een vertrouwenspersoon en vooral bedoeld om de student te helpen en ervoor te 

zorgen dat de studie soepel en volgens planning verloopt, zonder onnodige 

studievertraging. Als je keuzes moet maken tussen verschillende studiepaden (Farmacie, 

geneesmiddelonderzoek), als je moet kiezen tussen cursussen of als je jezelf optimaal wilt 

voorbereiden op een masterprogramma, is je tutor de eerstaangewezen persoon om je 

daarbij te helpen. Bij ingewikkelder problemen ga je naar de studieadviseur. 

Van je tutor kun je verwachten dat hij/zij op redelijke termijn (i.e. binnen 3 werkdagen) 

reageert op vragen of verzoeken om een afspraak te maken. Anderzijds gaat je tutor er van 

31 

 

uit dat je hem/haar op de hoogte houdt van de voortgang van je studie en dat je eventuele 

problemen tijdig ter sprake brengt. 

 

4.4  Docent 

Tijdens de meeste onderwijsactiviteiten word je begeleid door een docent. Soms begeleidt 

één‐en‐dezelfde docent alle contacturen in een cursus, soms zijn er verschillende docenten 

voor verschillende onderwerpen (afhankelijk van hun vakinhoudelijke specialisatie) of voor 

verschillende onderwijsvormen (begeleiding probleemgestuurd onderwijs, communicatie‐ 

trainingen, practica, etc.). De docent heeft als belangrijkste rol het begeleiden van het 

leerproces van de student en is daarnaast in veel gevallen betrokken bij het beoordelen van 

presentaties of werkstukken en het nakijken van tentamens. 

Alle docenten zijn druk bezet; vaak geven ze onderwijs in meerdere cursussen of zijn ze ook 

betrokken bij het onderzoek van de faculteit. Desondanks kun je vaak tijdens of na afloop 

van een onderwijsactiviteit de dingen bespreken, waar je meer informatie of meer 

begeleiding bij nodig denkt te hebben. Vaak is het ook mogelijk om op redelijk korte termijn 

aparte afspraken te maken. Wij gaan er van uit dat een docent e‐mails binnen drie 

werkdagen beantwoordt.  

 

4.5  Coördinator en voorzitter 

Alle praktische details van een cursus, zoals roostering, groepsindelingen, de Blackboardsite 

en blokboeken, worden geregeld door de coördinator. De coördinator zorgt meestal ook 

voor de administratie van deelcijfers, die tijdens de cursus verkregen worden en voor het 

berekenen van de eindcijfers voor de cursus. De coördinator houdt ook contact met het 

studiepunt over de inschrijving van studenten en over de eindcijfers van de cursus. Indien er 

praktische problemen zijn met de organisatie van de cursus is de coördinator de 

eerstaangewezen persoon om mee te spreken.  

Studenten die een cursus moeten overdoen (‘recidivisten’), kunnen soms vrijstellingen 

krijgen van bepaalde onderdelen die de eerste keer al met goed gevolg zijn afgelegd. Indien 

dat het geval is, kun je daarover alleen met de coördinator afspraken maken (dus niet met 

afzonderlijke docenten of het studiepunt).  

Van een coördinator van een cursus kun je verwachten dat hij/zij je via Blackboard op de 

hoogte houdt van de ontwikkelingen in een cursus (o.a. roosterwijzigingen) en dat hij op 

redelijke termijn (i.e. binnen drie werkdagen) reageert op verzoeken om aanvullende 

informatie. In het algemeen zal een coördinator niet reageren op vragen waarvan het 

antwoord terug te vinden is in het blokboek of op de Blackboardsite van de cursus. 

De voorzitter en de coördinator van een cursus zijn samen verantwoordelijk voor de 

organisatie en de inhoud van een cursus. Minimaal één maal per jaar wordt elke cursus door 

32 

 

studenten en docenten geëvalueerd en met de opleidingsdirecteur besproken. Daarbij 

wordt vooral gekeken naar de onderlinge samenhang van de cursusonderdelen en naar de 

feedback, de beoordelingen en de resultaten van de cursus. De kwaliteit van de toetsing 

wordt, onafhankelijk van deze evaluatie, beoordeeld en gecontroleerd door de 

examencommissie. Bij de cursusevaluaties wordt in ieder geval gebruik gemaakt van de 

online enquêtes onder studenten; soms wordt ook aan studenten gevraagd om deel te 

nemen aan focusgroepen, die meer gedetailleerd feedback kunnen geven op de inhoud en 

de organisatie van een cursus. 

 

4.6  Examinator(en) 

De examinatoren zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van toetsing in de afzonderlijke 

onderdelen van het curriculum. Dit betekent dat alle toetsen (schriftelijk, mondeling, 

praktisch) moeten voldoen aan de kwaliteitseisen, die daar door de overheid en de 

universiteit aan gesteld worden. Ook qua inhoud moeten de toetsen voldoen aan de eisen 

die voortvloeien uit de eindtermen van de opleiding. Het geheel van beoordelingen en 

toetsen in de opleiding moet immers waarborgen dat alle afgestudeerden voldoen aan de 

eindtermen van de opleiding. 

Examinatoren worden aangewezen door de examencommissie; meestal zijn de voorzitter en 

de coördinator van een cursus als zodanig aangewezen. Voor elk bachelorwerkstuk wordt 

op basis van de vakinhoudelijke deskundigheid een docent aangewezen als examinator. 

Alleen docenten die aan aanstelling hebben bij het departement Farmaceutische 

Wetenschappen, kunnen als examinator optreden. 

Van de examinatoren van een cursus kun je verwachten dat zij toetsen zorgvuldig 

ontwerpen en dat zij goed kijken naar de resultaten voordat zij een uitslag vaststellen. 

Wanneer de uitslag is vastgesteld, worden studenten geïnformeerd over de uitslag en wordt 

vrijwel altijd een toelichting gegeven op de beantwoording van de vragen, op de eventuele 

bijstellingen die gedaan zijn na het beoordelen en op de gehanteerde normering. De vorm 

van die toelichting kan verschillend zijn (op Blackboard, in een werkcollege, werkgroep, 

inzage bij het secretariaat van een afdeling, individueel, etc.) afhankelijk van de cursus, de 

aard van de toets en/of het aantal deelnemers. 

Van een examinator kun je niet verwachten dat hij/zij bereid is een eenmaal vastgesteld 

cijfer bij te stellen (te verhogen of anders af te ronden). De regels voor het berekenen van 

eindcijfers van cursussen staan vermeld in de blokboeken en de afrondingsregels voor de 

eindcijfers van cursussen en die voor het berekenen van bijvoorbeeld GPA’s zijn vastgelegd 

in universitaire regels (Richtlijn Onderwijs en Onderwijs‐ en Examenregeling, OER). Indien je 

het niet eens bent met een eenmaal vastgesteld cijfer, gepubliceerd in Osiris, kun je in 

beroep bij het College van Beroep voor de Examens (zie § 4.8). 

33 

 

4.7  Examencommissie 

Het toezicht op de beoordelingen en de examens van de bacheloropleiding Farmacie wordt 

uitgeoefend door de examencommissie van de Undergraduate School van de faculteit 

Bètawetenschappen; een aantal medewerkers van het departement Farmaceutische 

Wetenschappen vormt een deelexamencommissie, die de inhoudelijke deskundigheid 

levert. De examencommissie ziet toe op het juist hanteren van de regels rondom toetsing en 

controleert steekproefsgewijs de kwaliteit van de afgenomen toetsen.  

De examencommissie benoemt examinatoren, beslist over de goedkeuring van ingediende 

voorstellen voor bachelorwerkstukken  en controleert of een student aan de exameneisen 

voldoet voordat een bachelordiploma wordt uitgereikt. Daarbij wordt steeds uitgegaan van 

de regels, die vastgelegd zijn in de OER en/of andere regelingen. De examencommissie kan 

besluiten af te wijken van de regels, wanneer het hanteren van de regels onevenredig in het 

nadeel is van een individuele student. Verzoeken aan de examencommissie dienen altijd 

schriftelijk aangeleverd te worden via het studiepunt (op papier) of via e‐mail 

([email protected]). Voor een aantal verzoeken zijn standaardformulieren 

beschikbaar op Blackboard: 

‐ aanvraagformulier bachelorwerkstuk 

Een verzoek aan de examencommissie dient altijd toegelicht en beargumenteerd te worden, 

ook indien geen standaardformulier beschikbaar is. Je kunt van de examencommissie 

verwachten dat binnen vier weken (maar niet eerder dan na twee weken) een besluit 

genomen wordt.  

 

4.8  College van Beroep voor de Examens  

De universiteit heeft een College van Beroep voor de Examens (CBE) waarbij studenten in 

beroep kunnen gaan tegen beslissingen van een examencommissie of examinator. In het 

College hebben leden van verschillende faculteiten en studenten zitting; de voorzitter en 

plaatsvervangend voorzitter zijn jurist. 

Iedereen die door een beslissing van een examencommissie of examinator rechtstreeks in 

zijn belang is getroffen, kan tegen die beslissing in beroep gaan bij het CBE. Dat betekent dat 

je alleen een beroep in kunt dienen als je zelf direct de gevolgen van een beslissing of het 

uitblijven van een beslissing ondervonden hebt.  

Je moet een beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop de beslissing, 

waartegen je beroep wilt aantekenen, bekend is gemaakt. Dien je een beroepschrift te laat 

in, dan kan het alleen in behandeling worden genomen als je een gegronde reden hebt voor 

het te laat indienen. Vakantie is in ieder geval geen gegronde reden. 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/beta/studenten  

34 

 

4.9  Inspraak 

Het onderwijs is voortdurend in beweging. Op basis van de ervaringen in het onderwijs of de 

toetsing kunnen studenten en docenten ideeën hebben over mogelijke verbeteringen, 

terwijl ook eisen of ontwikkelingen van buiten af (overheid, universiteit, etc.) aanleiding 

kunnen zijn tot voorstellen voor aanpassingen van onderwijsprogramma’s of regels. Denk 

bijvoorbeeld aan overheidsmaatregelen zoals het mogelijk maken van selectie‐aan‐de‐poort 

en universitaire maatregelen zoals het invoeren van matching voor alle aankomende 

studenten en het invoeren van de regel dat een student alleen in aanmerking komt voor een 

aanvullende toetsing indien het eindcijfer van de cursus ten minste een onafgeronde 4 (dus 

4,00) is. De inhoud van het programma van de bachelor Farmacie wordt in belangrijke mate 

bepaald door de eisen die aan afgestudeerden worden gesteld vanuit een vervolgopleiding 

of een beroep. Eens in de zeven jaar wordt elk onderwijsprogramma gedetailleerd bekeken 

door een visitatiecommissie; bij een voldoende beoordeling krijgt de opleiding dan ‘groen 

licht’ voor de volgende periode van zeven jaar (in 2012 heeft de meest recente beoordeling 

van Farmacie plaatsgevonden). 

Bijstellingen van cursussen verlopen via het interne systeem van kwaliteitszorg, waarbij de 

coördinator en de voorzitter jaarlijks de cursus nabespreken met de opleidingsdirecteur. 

Daarbij worden schriftelijke of mondelinge enquêtes onder studenten en docenten, 

toetsresultaten en adviezen van docenten als informatie gebruikt. Ingrijpende 

veranderingen worden vaak nog besproken met een aantal commissies en besturen en pas 

ingevoerd nadat toestemming van de opleidingsdirecteur is verkregen. 

Alle ingrijpende bijstellingen of veranderingen in het bachelorprogramma of in regels en 

richtlijnen worden eerst besproken in commissies en besturen, waar vrijwel altijd studenten 

in zijn vertegenwoordigd. De belangrijkste daarvan zijn binnen het departement 

Farmaceutische Wetenschappen: 

‐ de opleidingsadviescommissie (OAC):     zes studenten 

‐ de onderdeelscommissie (ODC):       vier studenten 

‐ het onderwijsprogrammaleidersoverleg (OPLO):  twee studenten 

‐ het bestuursteam van het departement:    één student 

Het studentbestuurslid en de voorzitter van de studiecommissie van U.P. hebben ook zitting 

in het onderwijsmanagementteam (OWMT) 

 

Het onderwijsprogramma van de bachelor Farmacie komt ook nog aan de orde in de Board 

of Studies (BoS) van de Undergraduate School van de faculteit Bètawetenschappen (USB), 

waarin ook een student participeert. 

Via de studentvertegenwoordigers in deze commissies en besturen worden studenten 

vroegtijdig geïnformeerd over op stapel staande veranderingen en kunnen zij invloed 

uitoefenen op de plannen. De studenten, die participeren in de commissies en besturen 

35 

 

overleggen regelmatig met elkaar in de studiecommissie van U.P. Neem contact op met de 

studiecommissie wanneer je een bijdrage wilt leveren aan de verbetering van ons onderwijs. 

Meer informatie 

http://up1.science.uu.nl 

 

4.10  Klachten 

In het algemeen geldt dat als je het niet eens bent met de manier waarop je behandeld bent 

door een medewerker van de universiteit, of met een beslissing die ten aanzien van jou 

genomen is, je daarover een klacht of een beroep kunt indienen. Een klacht heeft 

betrekking op een gedraging tegenover jou. Je kunt geen klacht indienen tegen een 

algemene regeling. Het indienen van een beroep is hierboven al besproken; overige 

bezwaren kun je via de gebruikelijke inspraakprocedures van de Universiteit Utrecht 

aankaarten.  

In eerste instantie meld je een klacht bij degene of de instantie die het betreft. Als je 

bijvoorbeeld een klacht hebt over het studiepunt meld je die bij het studiepunt. Als je niet 

tevreden bent over een cursus, stap je naar de coördinator. Mocht je daar geen gehoor 

vinden, dan ga je naar de studieadviseur; bij hem/haar kun je eveneens terecht met een 

klacht over de organisatie van de opleiding.  

Je kunt ook altijd bij U.P. terecht als je een vraag, klacht of opmerking hebt. Tevens kun je 

ook de studiecommissie of studenten in commissies aanspreken (zie § 4.9).  

http://up1.science.uu.nl 

Als je na het bezoek aan de studieadviseur nog steeds met een serieuze onopgeloste klacht 

zit, kun je hierover contact opnemen met de klachtencoördinator van het departement 

Farmaceutische Wetenschappen, prof. dr. Gert Folkerts. 

 

Meer informatie 

Voor bezwaren of klachten bij Farmacie:  

E‐mail:   [email protected], klachtencoördinator departement Farmaceutische 

  Wetenschappen 

Formeel 

Als je de klacht ernstig genoeg vindt, of je probleem niet naar tevredenheid wordt opgelost, kun je ook een formele klacht indienen. Dit doe je door middel van het digitale klachtenformulier.  Je klacht wordt behandeld door de facultaire klachtencoördinator.   De formele klachtenprocedure verloopt vervolgens als volgt: 

Een afschrift van de klacht wordt gezonden naar degene over wie de klacht gaat  

36 

 

Zowel jij als degene op wie de klacht betrekking heeft wordt door de klachtencoördinator bij jouw faculteit om een toelichting c.q. een reactie gevraagd (er wordt ‘gehoord’)  

De klachtencoördinator stelt vervolgens een advies op voor de decaan van de faculteit  

De decaan handelt de klacht formeel af. 

De periode waarin de klacht moet worden afgehandeld bedraagt maximaal 10 weken. Uiteraard is het mogelijk om tijdens de procedure tot een oplossing te komen. De procedure kan dan worden beëindigd. 

 

   

37 

 

5  REGELS EN RICHTLIJNEN 

5.1  Richtlijn onderwijs en OER 

De organisatie van het onderwijs is vastgelegd in een aantal richtlijnen, regels en afspraken. 

Op universitair niveau geeft de Richtlijn Onderwijs aanwijzingen over de inrichting van 

cursussen (vorm, timeslots, aantal contacturen) en curricula (major, minor, 

profileringsruimte, honourprogramma’s), over de toetsing (meerdere toetsmomenten, 

aanvullende toetsingen, nakijktermijnen), over de begeleiding van studenten (matching, 

tutoren, portfolio) en over de kwaliteitszorg (evaluaties, bijstellen van onderwijs, 

deskundigheid docenten).  

Op niveau van de faculteit Bètawetenschappen zijn de regels uitgewerkt in de Onderwijs‐ en 

examenregeling (OER) van de Undergraduate School. Daaronder vallen alle 

bacheloropleidingen van de faculteit (naast Farmacie zijn dat biologie, informatica, 

informatiekunde, natuur‐ en sterrenkunde, scheikunde, wiskunde en wiskunde en 

toepassingen). De aspecten die specifiek gelden voor de bacheloropleiding Farmacie zijn 

beschreven in bijlage B van de OER. 

De OER is een ingewikkeld document, dat jaarlijks wordt bijgesteld en na bespreking in o.a. 

de opleidingsadviescommissie en de examencommissie wordt vastgesteld door de decaan 

van de faculteit. De OER biedt een belangrijk houvast voor het studiepunt Farmacie, de 

examencommissie en de opleidingsdirecteur bij beslissingen over toelating tot de opleiding 

of plaatsing in cursussen. Daarnaast zijn de regels voor het vaststellen van uitslagen, voor 

het bindend studieadvies en voor de diplomaeisen in de OER vastgelegd. In de 

onderstaande hoofdstukken wordt een aantal belangrijke aspecten nader toegelicht. Voor 

details kun je zelf de OER raadplegen. 

Meer informatie 

Richtlijn onderwijs: 

www.uu.nl/university/education/NL/hetutrechtseonderwijs/Pages/Hetonderwijsmodel.aspx 

OER Undergraduate School:  

http://www.uu.nl/science/studenten  

 

5.2  Plaatsing in cursussen 

In de OER zijn relatief weinig regels vastgelegd over de volgorde waarin cursussen gevolgd 

kunnen worden. De belangrijkste regel is dat cursussen op gevorderd niveau (bijv. FA‐301) 

alleen gevolgd kunnen worden als alle cursussen op inleidend niveau (dat zijn FA‐101, FA‐

102, FA‐103, FA‐104, FA‐105 en FA‐107) met een voldoende zijn afgesloten. 

Het curriculum is zo ingericht, dat je twee cursussen parallel (in verschillende timeslots) 

kunt volgen. In de OER zijn hierover geen regels vastgelegd, maar in het algemeen wordt 

38 

 

niet toegestaan dat in één onderwijsperiode meer dan twee cursussen gevolgd worden of 

dat twee cursussen gevolgd worden, waarvan de contacturen in overlappende timeslots zijn 

gepland. Indien dat voor de voortgang of de planning van de studie gewenst is van deze 

regel af te wijken, kun je via het studiepunt een verzoek daartoe indienen; de 

opleidingsdirecteur neemt vóór aanvang van de cursus een beslissing over het verzoek. 

Als je een cursus moet overdoen, neem je in beginsel deel aan alle onderwijsactiviteiten en 

toetsen die in de cursus geprogrammeerd zijn. In een aantal gevallen kan op onderdelen 

vrijstelling worden verleend en kunnen deelcijfers of beoordelingen (bijv. het cijfer voor een 

projectverslag) uit een eerdere keer opnieuw worden gebruikt voor de berekening van het 

eindcijfer. Afspraken kun je hierover maken uitsluitend met de coördinator (dus niet met 

het studiepunt), liefst kort voor aanvang van de cursus.  

 

5.3  Aanwezigheidsverplichting 

Er wordt vanuit gegaan dat je aanwezig bent op alle geplande onderwijsactiviteiten en 

toetsen, die in een cursus gepland zijn. Ook wordt ervan uitgegaan dat je je hebt voorbereid 

op het onderwijs, zeker wanneer dat in het rooster van de cursus of door de docent expliciet 

gevraagd is. De verschillende onderwijsactiviteiten hangen namelijk op een complexe 

manier met elkaar samen, en afwezigheid tijdens meerdere onderwijsactiviteiten komt het 

leren niet ten goede.  

In de blokboeken wordt aangegeven voor welke onderwijsactiviteiten aanwezigheid vereist 

is en wat de consequenties zijn van (te) veel onverklaarde afwezigheid. Het kan zijn dat dan 

het recht op deelname aan aanvullende toetsingen vervalt. Bespreek eventuele bijzondere 

omstandigheden bij voorkeur met je docent en/of de cursuscoördinator! 

Om een eindcijfer van een cursus te kunnen vaststellen moet aan alle geprogrammeerde 

toetsen zijn deelgenomen; wanneer het eindcijfer van de cursus lager is dan een 

onafgeronde 4 (dus 4,00 of lager) vervalt het recht op een aanvullende toets. Deze regel 

vloeit voort uit de Richtlijn Onderwijs en is vastgelegd in de OER. Indien een student besluit 

aan één van de geplande toetsen niet deel te nemen, bestaat soms de mogelijkheid deze 

toets in te halen als aanvullende toets (meestal binnen 12 weken na afloop van de cursus). 

Indien je met het resultaat van die toets niet voldoet aan de gestelde eisen voor een 

voldoende eindcijfer van de cursus, ontstaat niet automatisch het recht op een extra 

aanvullende toets. Voor een extra aanvullende toets moet je een verzoek indienen bij de 

examencommissie, die een steekhoudende argumentatie voor het niet‐deelnemen aan de 

eerste toetsgelegenheid zal vragen.  

 

39 

 

5.4  Fraude en plagiaat 

Het plegen van fraude of plagiaat wordt bij de universiteit bestraft. In de OER zijn de 

procedures rondom de verdenking van fraude of plagiaat en de sancties bij bewezen fraude 

of plagiaat vastgelegd (in art. 5.14); sancties kunnen variëren van ongeldig verklaren van een 

ingeleverd werkstuk of een toets t/m het uitsluiten van deelname aan toetsingen gedurende 

een jaar. Bij zeer ernstige of herhaalde fraude kan uitschrijving bij de universiteit volgen. In 

de OER wordt onder fraude en plagiaat verstaan “het handelen of nalaten van een student 

waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk 

onmogelijk wordt.” 

Meer informatie 

www.uu.nl/nl/informatie/studenten/regelingen/onderwijsregelingen/plagiaat/Pages/defaul

t.aspx 

 

5.5  Bindend studieadvies (BSA) 

Aan het eind van het eerste studiejaar (vóór 1 september) krijgt elke student een bindend 

studieadvies (BSA) van de opleidingsdirecteur. Voor het studiejaar 2014‐2015 is het advies 

positief indien je in het eerste studiejaar ten minste 45 studiepunten behaalt. Vrijstellingen 

tellen niet mee bij het bepalen van het aantal behaalde studiepunten. Een positief BSA 

betekent dat wij verwachten dat je de studie in drie (maximaal vier) jaar kunt afronden. Een 

negatief BSA betekent dat je je niet opnieuw kunt inschrijven voor de studie Farmacie 

gedurende vier opeenvolgende jaren.  

Indien zich in het eerste studiejaar bijzondere omstandigheden van persoonlijke aard 

voordoen (ongeval, ziekte of familieomstandigheden), waardoor je niet naar behoren hebt 

kunnen studeren, kan besloten worden het BSA één jaar uit te stellen. Je krijgt dan nog één 

jaar de tijd om te laten zien dat je aan de eisen van het BSA kunt voldoen. In het jaar van 

uitstel moet je dan opnieuw ten minste 45 studiepunten behalen. Vrijstellingen tellen 

opnieuw niet mee voor de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten. Over het 

uitstellen van het BSA beslist de opleidingsdirecteur na raadplegen van de tutor, de 

studieadviseur en de examencommissie. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen 

is het essentieel om de studieadviseur daarover zo spoedig mogelijk te raadplegen. 

Zie je in april aankomen dat je een negatief bindend studieadvies gaat, bedenk dan dat je je 

voor 1 mei moet aanmelden voor een andere opleiding. 

De regeling rondom het vaststellen van het BSA of het verlenen van een uitgesteld BSA is in 

detail beschreven in art. 7.4 van de OER. 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/science/studenten 

40 

 

 

5.6  Final grade point average 

Het behaalde ‘final grade point average’ (final GPA) wordt berekend uit de eindcijfers van 

alle cursussen uit de bacheloropleiding met weglating van de resultaten uit het eerste 

inschrijvingsjaar. Het final GPA kan variëren van 2 (laagste) tot 4 (hoogste) en wordt vermeld 

op het Internationaal Diploma Supplement bij je bachelordiploma om de academische 

prestaties van een student weer te geven op een manier, die vergelijkbaar is met diploma’s 

uit andere landen. Voor toelating tot (buitenlandse) masteropleidingen kan het final GPA 

een belangrijke rol spelen. 

Meer informatie 

http://www.uu.nl/science/studenten 

 

5.7  Cum laude en honourscertificaat 

Studenten die uitzonderlijk presteren, ontvangen bij hun afstuderen het judicium (‘oordeel’) 

cum laude. De regels daarvoor zijn vastgelegd in art. 6.2. van de OER. Om dat judicium te 

krijgen moet worden voldaan aan elk van de vijf voorwaarden: 

‐ voor de onderdelen van de bacheloropleiding (major + profilering), met uitzondering 

van het bachelorwerkstuk is een gewogen gemiddeld cijfer van ten minste 8,0 

behaald en voor het bachelorwerkstuk een 8,0 of hoger; 

‐ in de loop van de studie is maximaal één onderdeel volledig overgedaan; 

‐ voor maximaal 60 studiepunten zijn niet‐meetellende vrijstellingen verkregen; 

‐ er is geen beslissing van de examencommissie vanwege vastgestelde 

fraude/plagiaat;  

‐ het bachelorexamen is binnen vier jaar behaald. 

Indien een student het honoursprogramma (zie §3.3.5) met goed gevolg heeft afgesloten, 

wordt een afzonderlijk certificaat uitgereikt waarop dit is vermeld. Cum laude en/of 

honourscertificaten kunnen net als GPA’s een belangrijke rol spelen bij de toelating tot 

selectieve masteropleidingen. 

   

41 

 

42 

 

   

43 

 

   

44