Structuurschetsen Planning en Ontwerp

download Structuurschetsen Planning en Ontwerp

of 68

Transcript of Structuurschetsen Planning en Ontwerp

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    1/68

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    2/68

    / \.,'...IStructuPLANNI

    AC 'De 'ins' en 'outs' van l1e ... ....-

    "

    ' ~ ~ ......J . . .

    Afdel ing Urbanism I Facul tei t Bouwkunde I Technische Univers i te i t Del f t

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    3/68

    Colofon

    Uitgave Publikatieburo BouwkundeBerlageweg 1 I 2628 Cr DelftTelefoon (015) 27 84737 I Fax (015) 27 83030Email [email protected] opdracht vanAfdeling Urbanism I Faculteit Bouwkunde I Technische Universiteit DelftLay-out Henk Berkman I Publikatieburo BouwkundeIllustraties George Hotze I Remon RooijDruk Sieca Repro Delft

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    4/68

    Summary

    This book hand les about methods andinstrumentation of plans which cangUide the spatial transformation of theurban and rural environment. Specialprofessional disciplines are bearingresponsibilities in designing and planning the different sectors and layerscohering the urban and rural realityjfuture . Recent changes in the Dutchlaw and the growing need for vocational training are reasons to describeonce and again the approaches ofthese disciplines. The urban designthings in future plansjsketches concernlarge scale urban extensions andlandscaping, lower scale spatial patterns in towns public and traffic spaceneighborhood areas. The planningprocesses are cyclicjiterative fromprogramming goal setting until implementation and evaluating and oftenstructured in an analytical phaseelaborating the problems of today anda strategie phase affecting futuredemands of the society. Finding solutions for facilitating the desired developments is either technical and governmental as weil.Technical fields contributing to development plans are urban planning anddesign, transportation planning anddesign and landscape planning anddesign. For transportation planningand landscape planning theory,methods of analysis and useful strategies are mentioned. Most recent findings in relation to integration of thesedisciplines with the overall integratedplanning are shown. In the strategiefield special attention is paid to investment and economics to get grip on thedifficult issue of feasibility. When theimplementation trajectory consists ofweil formulated projects feasibility offuture plans turns out to be the costbenefit of these projects responsibleactors can decide on. Control on thematters of public and private financein built environment and infrastructureis of growing importanee. The designpart of the book focuses intensivelyonmaps and drawings to be used in [i]problem elaborating and [i i] describingexisting spatial and functional structures. Further conceptual frameworksand functional drawings of sectoralprograms pass in review and the waythese concepts and functions can besituated on the floor plan. A lot ofexamples of residential areas, business parks, transportation- and waternetworks recreation areas give a clearview of existing practice.

    Voor""oord

    In het stedebouwkundig onderwijs aan de faculteit Bouwkunde wordenstudenten geregeld gevraagd om een ruimtelijk-functionele (toekomst)visie te ontwikkelen voor een bestaand enjof nieuw te ontwerpen stedelijk gebied, zijnde een buurt, wijk, stadsdeel, stad, stadsgewest of regio.Een structuurplan, structuurvisie, of structuurschets is een goedebenaming voor het product dat veelal gevraagd wordt. Dit soort werkbehoort trouwens ook tot de dagelijkse praktijk van stedebouwkundigeadviesbureaus.Wanneer je bestaande structuurplannenj-schetsenj-visies naast elkaarlegt, valt op dat alle plannen van elkaar verschillen (qua inhoud, opbouw,en totstandkomingsproces); niet vreemd aangezien elke plek op aardeuniek is en derhalve zijn eigen sterktes en zwaktes kent, en zijn eigen kansen en bedreigingen, en dus ook om een eigen visie vraagt. Toch zijn er

    ook vele overeenkomsten te vinden tussen die verschillende plannen (quainhoud, opbouw, en totstandkomingsproces). Over die overeenkomstengaat dit schrijven. Er is gezocht naar de rode draad die het vervaardigenvan de structuurschets kenmerkt.Deze 'handleiding' is daarmee een product dat met name bedoeld isvoor mensen die staan voor de opgave om een structuurschets te maken,of dat moeten leren. We hopen dat met dit schrijven duidelijk wordt, hoehet spel van de structuurschets gespeeld wordt, waar de kracht, maar ookde beperkingen van structuurvisies liggen, en wat de positie van de structuurschets is in de totale ruimtelijke planvorming in Nederland.

    De auteursDelft, voorjaar 2003

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    5/68

    Inhoud

    VOORWOORD 31 INLEIDING 71.1 AANLEIDING / ACHTERGRONDKatern 1: Evolutie van streekplannen 81.2 PROBLEEM- EN DOELSTELLING 91.3 WERKWDZE 101.4 OPBOUW EN LEESWDZER2 DOEL EN VERVAARDIGINGPROCES VAN STRUCTUUR-

    SCHETSEN 112.1 STRUCTUURSCHETS: WAT IS DAT DAN?Katern 2: Stedebouwkundig ontwerpen2.2 WELKE STEDEBOUWKUNDIGE ZAKEN REGELT HETSTRUCTUURPLAN 132.3. STRUCTUURSCHETS: HOE KOM JE DAAR? 14Katern 3: Ruimtelijke planning 162.4. STRUCTUURSCHETS: ACTOREN EN STRATEGIE 182.5. STRUCTUU RSCH ETS: SCENARIO'S, PERSPECTIEVEN ENPROJECTEN 19

    3 KAARTFIGUREN IN STRUCTUURSCHETSEN 233.1 ANALYSEFASE 243.1.1 Reductie- en SWOT-kaarten 253.1.2 Doelstellingskaarten 283.2 ONTWERPFASE 303.2.1 Structu u kaa rten 313.2.2 Integrale Plankaarten 343.3 STRATEGIEFASE 373.3.1 Ruimte 383.3.2 Tijd 413.3.3 Geld 423.4 EVALUATIEFASE3.4.1 planvarianten 423.4.2 plan3.4.3 conclusies

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    6/68

    4 NETWERK EN VERKEER 454.1 DE BIJDRAGE VAN VERKEERKatern 4 verkeerskunde 464.2 KOSTEN EN OPBRENGSTEN 485 PLANOLOGIE EN RUIMTELIJKE ORDENING 495.1 DE BIJDRAGE VAN PLANOLOGIEKatern 5 planologie 505.2 DE RO SECTOREN, DE NIEUWE WET, INTEGRATIEIN DE TOEKOMST 526 LANDSCHAP EN MILIEU 536.1 DE BIJDRAGE VAN LANDSCHAP IN LANDELIJK GEBIED

    6.2 DE BIJDRAGE VAN LANDSCHAP IN STEDELIJK GEBIED 55Katern 6 landschap, landinrichting en ecologie. 566.3 WATERSYSTEEM EN PEILBEHEER6.4 HABITAT EN VOGELRICHTLIJN GEBIEDEN (EUROPESERICHTLIJN)6.5 MILIEUBEHEER 57

    7 ECONOMIE EN INVESTERING 597.1 DE BIJDRAGE VAN ECONOMIE 60Katern 7 investeringen en vestiging. 61VervoersknopenCentra 17.2 DICHTHEID INVESTERING EN RUIMTEBESLAG 628 CONCLUSIES 638.1 PRAKTIJK8.2 NIEUWE STIJL

    BRONNEN 65

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    7/68

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    8/68

    Figuur 1De lagenopbouw in een structuurschets,elke laag kan afzonderlijk geanalyseerd worden. De ontwikkelingsmogelij kheden vanalle lagen samen + eisen die daaraangesteld worden leiden tot een integralevisie . (bron, intergem. StructuurschetsEnschede Hengelo)

    1 Inleiding

    1.1 Aanleiding! achtergrondEen stad ontwikkelt zich voortdurend in periodes, met wisselende politiek commercile aanleidingen, er wordt stukje bij beetjeaan gebouwd en ontworpen, van lieverlee getransformeerd, aangepast aan ander gebruik. De plattegrond van de stad, als resultaat van sociale orde, geografische omstandigheden en alle'maak' - activiteiten, is als zodanig een leesbare en beleefbarecompositie van die ontstaansgeschiedenis. De kern van het vakgebied stedenbouwkunde heeft naast de stadsplattegrond, hetontwerp van de openbare ruimte en de regels voor het bouwenook nog een vierde dimensie: het stadsplan. Het stadsplan regeltde transformatie en ontwikkeling van de stad en hoe het wonen,werken, recreatie en voorzieningen ruimtelijk! functioneel in detoekomst georganiseerd zullen zijn. De stedenbouwkundigesamen met de planner organiseert de veranderingen in de positionering en maatvoering van ruimtelijke typologien van diefunctionele programma's, van netwerken, van landschap en vande sociaal economische orde en geeft daarmee nieuwe vorm aande culturele identiteit. Plannen en ontwerpen aan de stad vergtkundigheid, begrip van alle aspecten, de culturele traditie, de verdeling van het grondgebruik, van het beslissingsgedrag van actoren, van de ruimtelijke sociale patronen in woongebieden, gebouwen en openbare infrastructuur.Bouwende en plannende vakgebieden die de ruimtelijke en functionele structuur willen beheersen, maken gebruik van kennis,analyses en trends en concretiseren het beleid van de samenleving op het gebied van huisvesting, veiligheid, gezondheid eneconomie. Het belangrijkste product om plannend met bestaandeen nieuwe stadsvormen om te gaan, om sturing aan transformaties te geven, is het structuurplan. In een structuurplan zetten dedesbetreffende vakgebieden de gecombineerde onderzoeks- enaspectkennis in om een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen instandhouding van de 'ruimtelijk! functionele organisatie'van de stad. In ons land is het structuurplan, samen met het'streekplan' (voor de regio) en het 'bestemmingsplan' (voor dewoongebieden) in de wet vastgelegd.Een structuurplan is een plan-'kaart' die de toekomstige ruimtelijke enfunctionele organisatie en vormgeving van het stedelijk gebied en het buitengebied aangeeft, zodat de ligging, verschijningsvorm van bebouwing enlandschap, het grondgebruik, de infrastructurele netwerken (wegen, openbaar vervoer lijnen, waterlopen, etc.) voor de toekomst vastgesteld kunnen worden (bron WRO 1962, art 11 Besluit). 'Vastgesteld' betekent datalle betrokken partijen het rechtsgeldig eens zijn geworden en zich committeren het plan ook in een bepaalde periode uit te voeren. De fundamenteel herziene Wet Ruimtelijke Ordening (Voorontwerp 2001) noemthet 'plan' voortaan 'schets', zowel voor het gemeentelijke stadsplan, alsvoor het intergemeentelijke plan en het provinciale plan. De nieuwe wetstelt ook voor ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor de langere termijn te maken.Vraagstukken die zich voordoen bij de ruimtelijke en functionele organisatie en vormgeving van stedel ijk gebied spelen zich altijd af op de stads- ofgebiedsplattegrond en hebben vooral betrekking op [i ] het oplossen vanruimtelijke knelpunten/conflicten daarin (b .v. groei van de ene functie tenkoste van de ander), [ii ] het ruimtelijk accommoderen van programmavoor de functies wonen, werkgelegenheid, voorzieningen en recreatie ( inuitleg- of reconstructiegebieden), en [iii] het integreren (rangschikken,relateren, organiseren) van de aanspraken die die functies op de ruimte

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    9/68

    hebben. De aanleiding tot dergelijke programmatische veranderingen in deruimtelijke functionele organisatie kunnen van 'buitenaf' (exogeen) ontstaan of van 'binnenuit' (endogeen). Een voorbeeld van het eerste is deaanwijzing van een stad tot 'stedelijk knooppunt' (4e Nota RO, VROM,1991), of groeikern met extra ruimtelijke en functionele groei. Een voorbeeld van het tweede is de door toegenomen welvaart ontstane behoefteaan grotere woningen, meer arbeidsplaatsen, intensiever gebruik van denetwerken.De plattegrond waarop de vormgeving en het ontwerp van de fysieke verschijningsvorm van die ruimtelijke aanspraken, zich afspeelt kan uit meerdere lagen opgebouwd gedacht worden (bodem, occupatie, netwerkenvoor water en wegen). Structuurschetsen beelden dan de veranderingsprocessen uit die zich op die lagen voltrekken. Door het zo te zien kunnenook de ruimtelijke processen per laag worden beschouwd en aanwezigetekortkomingen per laag aan de orde gesteld en deel uitmaken van deoplossingsstrategien van het plan. (zie figuur 1). We hebben hier eigenlijk al de eerste 'ontwerp'-stap van het stedenbouwkundig ontwerpprocesaan de orde gesteld: de analyse van de opbouw (in lagen) van de ondergrond. Dit is de eerste benadering van de stedenbouwkundig ontwerperdie samen met de ruimtelijk planner een structuurschets gaat maken.Structuurschetsen zijn er voor een regio of een stad en hebben onder dediverse wetten de nodige veranderingen ondergaan al naar gelang deervaringen die er mee werden opgedaan. Planprocedures, planinhoud engrootte pasten zich aan net als de kunde van het procesplannen. Een overzicht.

    Katern 1: Evolutie van streekplannenStreekplannen hebben een ontwikkeling doorgemaakt die in dejaren '40 begon en nog steeds niet afgelopen is. In die periodeworden incidenteel streekplannen als bovengemeentelijk plangemaakt. Met een sterke gerichtheid op een afgebakend gebied enmet een enkele duidelijke functie (plassengebied, tuinbouwgebied).Daarmee wordt ervaring opgedaan in 'regional en civic survey'. Inde wederopbouwperiode worden kleine thematische gebiedsplannen als streekplan vastgesteld en verschijnen dikwijls sectoralenota's ('ontwikkeling westen des lands') en worden de provinciesopgedeeld in relatief kleine streekplaneenheden.Beginnend met de Ie en 2e nota over de Ruimtelijke Ordening, dewet Ruimtelijke Ordening verschijnt in 1962, worden streekplannentoetsingskader voor bestemmingsplannen, hoewel ze programmatisch niet bindend zijn. Eind jaren '60 gaan de streekplannen er globaler uitzien en wordt het interdisciplinaire karakter van de planologie (ruimtel ijke planning) belangrijker. Streekplannen worden ookvoorbereid met structuurschetsen waarin de ruimtelijk mogelijkheden worden 'voor'ontworpen en 'voor'beslist. Ook de jaren'70 plannen worden met voorbereidingsnota's met alternatieven en varianten (alle bouwlocaties) voorbereid . De streekplannen zelf wordendaardoor meer ontwikkelingsplannen om het proces naar degewenste eindsituatie te sturen . In de jaren '70 worden de veelalkleinere gebieds-streekplannen samengevoegd tot een beperktaantal grote streekplannen. Deze schaalvergroting loopt parallelaan het verschijnen van 3e Nota RO, een gecombineerdeOrinteringsnota, Verstedelijkingsnota en nota LandelijkeGebieden. De rol van het openbaar vervoer wordt in die periode ergversterkt. Er geld dan een restrictief beleid voor de groene openruimte in het Streekplan Zuid Holland West en Oost. De streekplannen worden bovendien steeds uitvoeriger. En kennen een steedsgroter aantal planstadia. In Rijnmond wordt stadsvernieuwing alsthema geintroduceerd waarbij ook het inspraakbelang een gestructureerde plaats krijgt. Op landelijk nivo vindt tussen de 3e en de 4eNota RO een omslag in het ruimtelijk denken plaats, waarbij de uitstraling naar grotere afstanden terug werd geschroefd en de compacte stad naar voren kwam. Regel was dat op de kaarten de ontwikkelingen met grote nauwkeurigheid als het moet getekend englobaal werd ingetekend als het kan. Er verschijnt naast streekplannen een tussenvariant: regionale structuurschetsen die de ver-

    Figuur 2Streekplan Gooi en Vechtstree k (provincieNoord-Holland, 1998); een recent streekplan, met contouren ro od en groe n, opgegaan in streekplan Noordholland Zuid 2002.

    IntroductionCore of urbanism are the city map, thedesigning of public space and urbanregulations. Urban planning ha sresponsibility for the way t he urbanfunctions, housing, employment, facilities are organised on the city map.Future developments in Holland arelayed down in regional plans, structureplans for cities and local land us eplans and have a sta tu ory basis (Lawon Spatial Ordering 1962) and must bedecided on with all parties involvedbefore being definitely established . Inthe sixties of the past century, on thenational level Frameworks 1 and 2were established with a vision ofdecentralisation . Fram ework 3, the'new towns' an Framework 4, ' the compact city', showaaltering of visiontowards concentrating and diminishing the pressure on the landscape.Regional plans have evolved frommono-functional (housing, agriculture)on lower scalej small areas into multifunctional large scale, of en schematicplans. Recent plans are illustrated infigure 3 and 4.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    10/68

    Figuur 3 en 4Schematische aanduidingen westelijk vanUtrecht in het Streekplan van Utrecht 1994en hetzelfde gebied als VINEX locatie in hetregionaal structuurplan van het BestuurRegio Utrecht.

    stedelijkingsprocessen met agglomeratiekarakter zoals inEindhoven, Twente en de Drechtsteden aansturen vanuit intergemeentelijke samenwerkingsvormen. Waar streekplannen mankgaan aan indicatief blijvende aanduidingen van uitbreidingen,schematische vormen van netwerken, zijn regionale structuurschetsen dikwijls gedetailleerder (figuren 3 en 4).Bij recente streekplannen staan uitvoeringsgerichtheid en kwaliteitsuitgangspunten meer op de voorgrond. Dat doet de plannen aanzeggingskracht winnen. Abstracte politieke (sectora le) doelen alsvermindering ongelijkheid en achterstand raken op de achtergrond,doelen gericht op ruimtebeslag, tijdbudget en bereikbaarheidkomen sterk op de voorgrond.Ruimtelijke inpassingsproblemen worden door de globaliteit min ofmeer vermeden, men hoeft de laatste tijd niet zo vreselijk in detailruimtelijke typeringen en waarderingen van het landschap vast testellen en de vormen die functies kunnen aannemen (hoog, laag,dicht, ondicht, geconcentreerd, gespreid) in landelijk en stedelijkgebied. Ruimteschema's volstaan dikwijls. Bij de kleinere gebiedsplannen van de jaren '60 was dit nog we l mogelijk. In de uitwerkingen (ze lfs deel pannen van het Rijk) worden gelukkig sleutelprojecten en VINEX plannen de laatste tijd ook voorzien van ruimtelijke vorm-en dichtheidskwalificaties en stedelijke kwaliteits-vereisten.

    1.2 Probleem- en doelstellingEen structuurschets voor stad of regio is een betrekkelijk moeilijk te makenproduct en dit product ziet er, als men de diverse structuurplankaarten en-nota's bekijkt, ook gecompliceerd uit. De nota's bevatten dikwijls eenbeschrijving van het vervaardigingproces, veelal meerdere themagedeelten over de ruimtelijke sectoren, wetgeving van waterhuishouding enmilieu, financieel-economische paragrafen, en wat dies meer zij. Sommigekaarten hebben ingewikkelde legenda's en zeer uitgebreide toelichtingen.Soms wordt de visie vergezeld van concrete voorstellen voor strategischeprojecten, zowel in tabelvorm, als ook in de vorm van ontwerpvoorstellen.Het doel van deze handleiding is om enerzijds te demonstreren hoe zo'nstructuurschets to t stand komt / kan komen en om anderzijds te tonen uitwat voor onderdelen en kaarten zo'n structuurschets feitelijk bestaat / kanbestaan. Er wordt uitgebreid ingegaan op de achtergronden van de structuurschets, en met name op welke vakgebieden en theorien een rol bijspelen bij de totstandkoming.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    11/68

    1.3 WerkwijzeZoals al blijkt in het streekplannen katern, wordt in deze handleidinggewerkt met veel bestaande plannen op allerlei schaalnivo's en uit allerleiperiodes. Deze plannen zijn gedocumenteerd en geanalyseerd ( analysevan proces en inhoud). Uit de evolutie die deze plannen hebben doorge-maakt kan namelijk veel lering worden getrokken voor toekomstige plan-processen. Vanwege de aard van de technische planvorming wordt veelplaats ingeruimd voor het typische product van de technische opleiding:kaarten met een ontwerptechnisch kartografisch karakter.

    1.4 Opbouwen leeswijzerWe volgen hoofdstuksgewijs letterlijk de stappen om een structuurplan temaken. De vakgebieden worden in aparte thematische katernen behandeldwaarbij op de theoretische grondslagen wordt ingegaan en op de belang-rijkste producten van die vakgebieden. Omdat deze handleiding niet vooral die vakgebieden tot de bodem kan gaan wordt soms naar uitgebreiderehandboeken van die vakgebieden doorverwezen. De meest recente studiesover verstedelijkingsprocessen zijn in de hoofdtekst vermeld. De illustratiesin het ontwerp hoofdstuk 3 zijn dusdanig geordend (naar kaartsoort) datdie tesamen met de toelichting een apart verhaal over de diverse kaart-soorten leveren.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    12/68

    Why a structure planA structure plan is a plan for de development of the city and its reg ion. Theplan coordina tes the urban policies ofhousing, em ployment, faci lities andrecreational with the spatia l impactsof water/hydrology, transportation,ag ricul ture on different sca les. Thiscoord i nation is not on Iy nee ded on theloca l scale (horizonta lly), but alsobetween loca l, regional and countryinstitutions (vertically) . On the localscale the stru cture plan works out intoreg ulations and use of spatial patternsof buildings and blocks, on regionalscale into the structure of the landscape and urban ization pattern withthe larger infrast ru ctu res . Recentstructure plans in large cities haveaccents on soci al and economie development in the reha bilitation areas aswei l. The process of (guiding) urbandevelopment and transformations contains four steps: goal formulating,drafting, implementation and monitoring. A structu re plan concentrates ongoa ls/problems and gives spatialdes igning solutions and prepares andimplements the dec ision making part.To do the designing part properly onehas to cover all disciplines involved asthere are urba n designing, landscapedesigning, transportation systems,hydrology, investments in respect tothe programs of housing, employment,recreation and facilities.Towards all involved parties clearexpressions of the intentions should begiven in the plan with maps, fotos,drawings and key projects whichsho uld be es ta blished.

    Katern urban designUrban desi gn is divided into analysis ofexisting spatial and socio-economiepatterns, va luation of these findingand translation into ambitions. On thelocal level the designing concentrateson city maps, composition of publicspaces, formation and zoning of functions green systems, faci lities, networks. On the regiona l level thedesign ing co ntains urbanization typesprogramming an d positioning of fun c-tions, landscaping and settiementsplanning. Designing in tentions/strategies are: fitt ing integ rating urban / -

    2 Doel en vervaardi-gingsproces vanstructuurschetsen2.1 Structuurschets: wat is dat dan?Een structuurschets 'illustreert' het beleid en de afspraken over degenoemde veranderingen in de functionele en ru imtelijke organisatie vaneen gebied en 'stuurt' de uitwerkingen aa n van specifieke transformatiesop lagere schaal. Een structuurschets geeft door zijn 'hogere' schaal enbeleidsmatige karakter soms alleen globale aanwijzingen voor de ruimtelijke transformatie van een bepaald gebied, zodat andere meer gedetailleerde plannen daar op lagere schaal op aan kunnen aansluiten. Het op elkaarafstemmen van de (beleids-) sectora le veranderingen en aanspraken op deru imte vereist echter desondanks de nodige omvattendheid en, medewegens de te maken vervolgplannen, de nodige nauwkeurigheid en eencompleet afwegings- en bes luitvormingsproces om het goed te doen.Sectorenbenadering Het wederkerige afstemmen van de sectorlijn

    (beleidssectoren wonen, werken, voorzieningen en recreatie) en de facetlij n (ruimtelijk facet van water en verkeer enbovendien door de schalen heen), wordt de tweesporigheid van de ruimtelijke ordening genoemd (bron, Van den Berg 1981). Het is dus zaak devakgebieden/ verantwoordelijken voor die afzonderlijke sectoren goed tebeschrijven, en in het werkproces op te nemen . Omdat een structuurschetsde ruimte op n bepaald plan- en/of schaalniveau regelt, moet bovendienrekening gehouden worden met de plannen op hogere schaalniveau's: hetstreekplan en de rijksplannen van de ruimtelijke ordening. 'Rekening houden' wil niet direct zeggen 'opvolgen '. Het kan zij n da t in de procedure eenstructuurplan 'voorligt' op een nieuw te maken streekplan en afwijkt vanhet vigerende streekplan.De koppel ing of terugkoppeling naar streekplan, nationaal beleidsplan enuitwerkingen op bestemmingsplanniveau wordt wel de 'scharnierfunctie'van de structuurschets genoemd . Een scharnierfunctie met twee richtingenwel te verstaan. Het ontwerpen van de structuurschets vindt dan als hetware 'verticaal gecordineerd' plaats. Dat geldt ook voor de uitvoering.De bestuurlijke actoren die het betreft moeten daarbij immers ookgecordineerd worden .Lagenbenadering Daarnaast wordt wegens de integratie vanbebouwing( -slaag), landschap( -slaag), waterhuishouding- en verkeer( -slaag) 'horizontaal gecordineerd'. Deze lagenhebben hun eigen planningsteiseis. Onder de waterhuishouding ressorteren de rijks- en provinciale wateren, waar desbetreffende instanties beslissen over peil, vergunningen, vormgeving en wetgeving. De cordinatiewordt door Ministerie van Waterstaat geregeld. Voo r het milieu wordt decordinatie geregeld door het Ministerie van VROM. I n de milieubeleidsplannen van de diverse bestuurlijke niveaus worden kwaliteitseisengesteld, acties gepland om verontreiniging tegen te gaan, gebieden aangewezen die beschermd moeten worden . De planperiode voor streekplannen- en structuurschetse n is meestal de middellange termijn (10 jaar).

    Katern 2: Stedebouwkundig ontwerpenWat de stedebouwkund ig ontwerper doet is, met een goede ke nn isvan ruimtelijke en technische condities en beeldkenmerken, analyseren en ontwerpen l van de ruimtelijke en functionele organisatievan programma's. De kennis heeft betrekking op ruimte-bes lag envorm die de programmatische volumes kunnen aannemen, kwa liteitvan de directe omgeving, bereikbaarheid en toegankeli j kheid. Hijdoet dit ontwerpen in de bovenste laag van het ge laagde stadsontwerp, de stadsp lattegrond en de openbare ruimte daarin;(ver)vormt de ruimte, waarbij ru imte als stelse l en co ntrama lvan de volumes - massa ' s , wordt beschouwdbedenkt thema's en ambities voor die (ver)vorming; enpositioneert objecten, opstanden en functies in een en sembleof compositie.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    13/68

    Ruimtelijk vormgeven betekent tekenen, meten en rekenen aan hetruimtelijk ontwerp met een bepaalde nauwkeurigheidsgraad inmaat en schaal. De ontwerper denkt na over vragen als:maakt het gebied onderdeel uit van een groter stedelijk gebied,is het daarin een enclave, een centrum of betreft het een uitbreiding dan wel intermediair gebied?welke elementen van het natuurlijk landschap vormen de basisvan de ondergrond 7welke structuren en patronen zitten in het cultuurlandschap,stelsels van ruimten, weefsel van straten pleinen parken verkavelingen?

    De ontwerper bedenkt oplossingen en bepaalt de mogelijkheden enbeperktheden van de andere lagen en schalen.Bij de analyse van de ruimtelijke karakteristiek van de stad kunnende zwakke en sterke punten van de plattegrond en de lagen naarboven worden gehaald. Het verbeteren van zwakke en benutten vansterke punten wordt dan tot strategie verheven. Thema's en ambities in dergelijke strategien kunnen zijn:betere benutting van de raamwerken;veel! weinig programma, gespreid of geconcentreerd positioneren;aanbrengen van meer ruimtelijke variatie;verbeteren van de bereikbaarheid;respectering van de cultuur historische bebouwing en lo f landschappelijke onderlegger;aanbieden van meer vervoersalternatieven in de vervoersknopen.Het ontwerp is de concretisering van een dergelijke strategie. Vooranalyse en selectie van bestaande vormen van bebouwd/onbebouwd worden demontage technieken gehanteerd (om vorm engeleding in verschillende lagen vast te stellen). Voor nieuwe ensembles worden zonering en compositie- technieken gehanteerd.Functies krijgen zo met hun vorm posities in de ruimtelijke opbouw.Land krijgt zijn plaats in de stad, combinaties met andere stelsels

    kunnen worden gemaakt. Een veel gebruikte woord hierbij is 'structuur' voor de (combinatie) van ruimtelijke stelsels, de ruimtelijkeopbouw van delen in het grotere geheel.Het oogmerk van ontwerpen is tweeledig:vormkwaliteit geven in de zin van beeld, beleving en identiteit(Lynch, Alexander), de picturale en scenische benadering vanhet ontwerp;effectief ruimtegebruik nastreven (oppervlakte- efficiency, randefficiency) efficinte configuraties ontwerpen;de locationering resp. positionering van functies laten passen,relaties binnen- buiten ontwerpen, looplijnen, verticaal en horizontaal stapelen;verkeersruimte en verkeersstructuren efficint weten aan tesluiten/gebrui ken;stelsels op elkaar laten passenbeheersing van kosten van materialisering en detailleringbewerkstelligen, integratie met de andere ontwerpende disciplines nastreven.Bij de relatie met architectuur concentreert de stedenbouw zich opde compositie van de openbare ruimte als samenhangend stelselterwijl de architect zich richt op de vormgeving van programma vanhet private domein daarin. Kennis van typologieen van stedelijkeruimten en typologieen van architectuur zijn noodzakelijk voor eengoede afstemming/confrontatie. Verder worden vanuit de stedebouw de regels en randvoorwaarden gesteld voor het gebouw,zoals ook landschapsarchitectuur en civiele techniek dat doen t.a.v.de ondergondse en bovengrondse stelsels die even zo goed door destedebouw moeten worden beheerst, van waterkerende constructies tot ongelijkvloerse kruisingen aan toe. Een veel toegepastewerkwijze bij het combineren van vakgebieden is dat alternatievecombinaties van vakgebieden en strategische projecten en indelingsmogelijkheden (in modellen) worden samengesteld en getestop efficiency, kwaliteit en beantwoording aan trends: onderzoekendontwerpen.

    landscape/infrastructure, solvingspatial conflicts, cost benefit effective-ness. Examples of designs for innercityareas, and city regions in differentperiods, demonstrating the detailedand global character of maps are illustrated in the figures 5 - 12.

    Figuur 5Analysekaart van de ondergrond van DenBosch, waarin de kenmerkende patronenvan stad en natuurlijk landschap met kleuren zijn opgewerkt om de betekenis ervante benadrukken.

    Figuur 6Ontwerpkaart Centrum Almere structuur enpositionering van bebouwing op de stadsplattegrond.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    14/68

    Figuur 7structuurplan binnenstad van Leiden 1978

    Figuur 9 en 10Hilversum 198 1 en Hilversum 1999

    2.2 Welke stedebouwkundige zaken regelt het structuurplanOp regio nivo regelt het structuurplan de samenhangende ruimteli jke, stedelijke en landschappelijke opzet met de grote infrastructurele voorzieningen. Het stedenbouwkundige is dan meer multi-disciplinair van karaktermet een grote programatischj sectorale invalshoek. De transformaties hebben dan meer betrekking op stadsuitbreiding en landschappelijke infrastructurele veranderingen. Op stadsnivo regelt het structuurplan meer deruimtelijke patronen van stad en deelgebieden, het weefsel van de stadsplattegrond, de opbouwen gebruik van openbare en verkeersruimten. Ophet nivo van deelgebieden (bijvoorbeeld historisch centrum) regelt hetstructuurplan veel meer de ruimtelijke indeling in bouwblokken, zaken diemet de regels van het bouwen te maken hebben, vormkwaliteit. Het karakter ligt dan meer op de architectuur van bebouwing en compositie envormkwaliteit van de openbare ruimte en betreft transformaties die meerherstructurering van het bestaande binnen bepaalde grenzen zijn . Erbestaan structuurplannen voor regio's die wat hun ruimtelijke configuratiebetreft uiterst globaal zijn en structuurplannen voor deelgebieden van destad met een lagere schaal die relatief gedetaileerd zijn. Dit kan gellustreerd worden met het deelplan voor de binnenstad van Leiden (meerweefsel, bouwblokken en patronen), en het stadsplan voor Leiden (meervlekken en orientatie op netwerken). Figuur 7 en 8.

    Figuur 8structuurplan Leiden 1993 (Heelmg Krop)

    Structuurvisies regelen soms ook nadrukkelijk de sociale en economischestructuur in stadsdelen, zoals Eindhoven 2010 en het stedelijke beheer vanstadsdelen of de gehele stad, zoals Tilburg 1989. Dat gebeurt dan voornamelijk in het kader van het Grote Steden Beleid waar veel nadruk op stadsherstel en wijkverbetering wordt gelegd. Het Rijk stelt de financiele middelen dan afhankelijk van het hebben van een structuurvisie, die meer opdat sociaal economische beheer is gericht. De kaarten hebben dan geringe stedenbouwkundige informatie.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    15/68

    Ongeacht de schaal of het karakter van de structuurvisie of plan zal inalle gevallen een stedenbouwkundige analyse moeten worden verricht enambities en strategieen geformuleerd. Desondanks onbreken analysessoms als structuurplannen vlak na een voorgaand versie gemaakt zijn eneen grote mate van continuteit hebben met die voorgaande versie(Hilversum 1999).Bij een echte breuk met het verleden, zoals Lelystad 1978 t.o.v. het 'vlak'daarvoor gemaakte lelystad 1964, is een goede ana lyse en strategie verantwoording natuurlijk zonder meer nodig .

    -centrumwonen_ pa rk2.3. Structuurschets: hoe kom je daar?Het werk van de (stede)bouwkundige kenmerkt zich door een cyclisch-iteratieve werkwijze (figuur 13); van programma, naar ontwerp, de uitvoering, het beheer. De essentie van cyclisch werken is tweeledig (Hulsbergenen Kriens, 2001). Ten eerste kan in iedere fase begonnen worden, weliswaar met de eis dat de cyclus in zijn geheel wordt doorlopen. De creativiteit van de ruimtelijke plannenmaker wordt hiermee niet belemmerd dooreen vereiste systematiek. Ten tweede dient de cyclus als hulp bij het leerdan wel verbeter(ings)proces. Zonder de wens tijdens de planvorming teleren en het geleerde te benutten, heeft de indeling in fasen van een cyclushooguit een rituele waarde.

    PROGRAMMA ONTWERP

    BEHEER EN EVALUATIE UITVOERING

    -cen t rumwonen_ parkFiguur 11 en 12structuurplan 1964 ( Van Eesteren, 100.000inw., g rid concept, CIAM, verantwoorde lijk -heid RIJP) structuurplan 1978 ( RIJP,100.000 inw., 1600 ha groen, 400 ha bedrij fsterrein, centrum noord zuid)

    Figuur 13Bouwcyclus

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    16/68

    Spatial planningTh e planning cyele consists of analyzing, drafting, implementation andmonitoring. Analysis is accompaniedby va luating with SWOT analysis (strong weakness, opportunities andthreat) . Esse ntial for urban planningare co mmunicating the involved parties, arguing proposals and review.Th e planning process can be seen asboth a technical and administrativeprocess. Techni cal means the composition of draft, proposed transformation,answering technical purposes.Administration means the preparationand implementation of the decisionma king process, whereby politicalgoals are at present. Th e final productof these combined processes is theplan accommodating the desired spatial functions.

    Figuur 15Vervaardig ingsproces van de structuurschets: synchroniciteit procesfasen metheen-en-wee r feedback

    Het vervaardigingproces van een structuurschets bevindt zich (met name)in de analyse- en ontwerpfase van de bouwcyclus; de (huidige) ruimtelijke en functionele karakteristieken worden vastgelegd en de richting van detoekomstige ontwikkelingen, zowel ruimtelijk als functioneel, wordenbepaald (analyse), en de ruimtelijke consequenties worden weergegeven(ontwerp). Ook het vervaardigingproces van de structuurschets kancyclisch worden beschouwd (figuur 14 : vanuit een analysefase (Wat is eraan de hand? Wat moet er gebeuren? Wat stellen we ons ten doel?),naar het ontwerp van de structuurschets (Hoe ziet het er uit?) en de stra-tegiebepaling (Hoe kunnen we er komen?) to t en met de evaluatie (Iser gerealiseerd wat we ons ten doel gesteld hadden?), en indien noodzakelijk een bijstelling van de gestelde opgaven, waarna de cyclus opnieuwingegaan kan worden .

    ANALYSE oNT\lVERP

    "EVALUATIE STRATEGIEFiguur 14Vervaard igingsproces van de structuurschets als cyclus

    Niet zelden zal bij het daadwerkelijk vervaardigen van een structuurschetsde hierboven cyclisch voorgestelde procesfasen van analyse, ontwerp,strategie en evaluatie, synchroon ten opzichte van elkaar plaatsvinden. Erwordt dan vanaf moment nul zowel geanalyseerd, als ook al in ontwerpvarianten gedacht, verschillende strategien bepaald, en de verschillendevoorstellen gevalueerd (figuur 15). Eenieder zal begrijpen dat het los vanelkaar ontwikkelen van een stedebouwkundige analyse, het ontwerp vande structuurschets, een strategie en het apart evalueren van de processtappen weinig zinvol is als deze fasen niet met elkaar in verband wordengebracht; als nieuw geleerde zaken uit de ene procesfase niet ingebrachtworden (als randvoorwaarde of uitgangspunt) voor de andere procesfasenontstaat er een onsamenhangend pakket aan producten. Ook hier is dusde cyclisch-iteratieve werkwijze gentegreerd in de synchrone aanpak.

    ANALYSE ONTWERP STRATEGIE EVALUATIE..STRUCTUURSCHETS

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    17/68

    Katern 3: Ruimtelijke planningMenselijke nederzettingen -van dorpen tot megasteden, van buurten, wijken, tot EU-regio's- zijn complexe, dynamische en intra- eninteracterende systemen. Steden zijn bolwerken van economie encu ltuur, van lange termijn investeringen en het dagelijks leven.Stedelijke gebieden zijn plekken waar mensen naar toegaan omeen bestaan op te bouwen.Stedelijke gebieden zijn dus (relatief) hoog dynamische gebieden,met enerzijds allerlei belangen die moeten worden afgewogen, enmet anderzijds een verscheidenheid aan actoren die gezamenlijk destad maken, in stand houden en transformeren. De 'statische' stadmoet worden onderhouden ten behoeve van de continuteit van hetdagelijks leven; de 'dynamische' stad moet ruimte krijgen tenbehoeve van het voortbestaan op langere termijn. De opgave vancommunicatie en coordinatie is, zeker in de stedelijke agg lomeraties, groot en de onzekerheid over de effecten van ingrepen navenant.Ruimtelijke planning heeft alles te maken met de benoeming vandie complexiteit en onzekerheid, en van daaruit het identificerenvan ruimtelijke ontwerpopgaven, ter onderscheid van en in combinatie met niet-ruimtelijke opgaven. Communicatie en onderbouwing zijn sleutelwoorden. De kern van de ruimtelijke planning isdan ook: cyclisch werken, de communicatie met de relevante actoren, de onderbouwing van voorgestelde ingrepen en de reflectie open organisatie van de feitelijke ingrepen in de stedelijke transformatie (Hulsbergen en Kriens, 2001).Ruimtelijke planning is (net als het ruimtelijke ontwerpen) nietbeperkt tot n be leidsterrein, immers allerlei be leidsgebieden hebben een ruimtelijk aspect: volkshuisvesting, milieu, economie,recreatie, water, landbouw, verkeer. De Commissie De Wo lff (1970)heeft het 'ruimtelijke' van die sectoren facetbeleid genoemd.Zie verder Hoofdstuk 6 PlanologiePlanvo rming is onder te verde len in technische planvorming enbestuurlijke plan vorming of -ontwikkeling. Met de technische planvorming geven we de wijze aan waarmee technisch gezien het plangemaakt wordt (ruimtelijke afmetingen, plaatsing van gebouwen,ligging van infrastructuur, weergegeven op tekeningen, e.d.). Watdit betreft vo lgt de werkwijze van ruimtelijke planning geheel dewerkwijze van stedebouwkundig ontwerpen. Het 'product' planomvat het resultaat van de wisselwerking tussen plaatsgebondenkenmerken en het bestaande grondgebruik en de tijdgebondenkenmerken van het daar te accommoderen programma van activiteiten.De bestuurlijke planvorming bevat meer de sturende beslissingen,niet alleen die welke tijdens de ontwikkeling van het planvoorstelgenomen worden, maar ook die tijdens de besluitvorming en hetuitvoeren van het planvoorstel aan bod zijn .De technisch planvorming bevat vele soorten stappen die cyclischachter elkaar aan lopen. De verantwoording ervan (varianten +afweging) loopt in het bestuurlijke planproces door, zie onderstegedeelte van het schema op bladzijde 20. In de praktijk zullen portefeuillehouders hun bestuurlijke doelen natuurlijk van te vorenmeegegeven aan het technische proces. Doeltreffendheid, effectsorterend vermogen in de planvorming komt dus neer op de(be)sturingsmogelijk-heid van de technische planfiguren in de richting van de daadwerkelijk te transformeren ruimtelijk-functioneleorganisatie/opzet van het stedelijke of landelijke gebied.Als de daadwerkelijke realisatie overeenkomstig de bedoeling vanhet plan is, is de effectiviteit bewezen. Elk plan moet beoordeeldkunnen worden op de bedoelingen en de realisatie (kansen). Debetrokken partijen moeten immers hun goedkeuring of instemmingkunnen hechten aan de veranderingen in hun gebouwde omgeving.Die partijen zijn: betrokken bewoners, gebruikers, investeerders,maatschappelijke groeperingen, hogere overheden.De positie van die belangen kan een plaats krijgen in de te objectiveren keuzes, over functies, plaatsing, relaties en moeten dien-

    strengthsETsweaknesses W

    Figuur 16Mixed scanning

    opportunities&threats

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    18/68

    Socio-economie goals and strategiesneed a careful formulation and transparent presentation in order to getgrip on the spatial and physical consequences. The process of deliberating,judging, deciding of involved partiestakes advantage by alternatives forgoals and spatial working outs.Alternatives (varianten) can be ca liedscenarios or perspectives. The qualityof the perspective is the way externaland internal prog ramming has takenplace and the rationali ty of fitting tothe underground as weil as the coherence of its components. Good perspectives contain the different projectsof the implementation stage to makefull judgment possibl e.

    overeenkomstig toetsbaar zijn in het effect van planfiguren. Dit isechter ingewikkeld en politiek terrein. Het is dus zaak om te verantwoorden wie ns belang za l worden getroffen en van wiens belangen een plan allemaal uitgaat. Zo ook of een plan uitgaat van eenruimtelijke drager of van een van te voren opgeste ld programma,of er een top down benadering vanuit hogere belangen/schalenwe rd gehanteerd of een bottom up planning kent en er dus geredenee rd wordt vanuit gebruikers en inwonend en op het lagereschaalnivo. Hoe het echter ook zij, de planvorming in zijn geheelmo et zo helder mog elijk zijn en dient over de gemaakte afwegingenvera ntwoording af te leggen.

    Bij het vervaardigen van een structuurschets zijn de ruimtelijke vakgebieden betrokken van de stedebouwkunde, de planologie, de verkeers- envervoerkunde, landschaps- en milieukunde, en de ruimtelijke economie.Kort gezegd: de stedenbouwkunde/planologie voor de occupatielaag, deverkeerskunde voor de netwerken en de landschapskunde voor de ondergrond. In het onderstaande figuur is de totstandkoming van een structuurschets in de vorm van een werkschema weergegeven. De vijf onderscheiden vakgebebieden zijn als zodanig te herkennen: de stedebouw,planning, verkeer en vervoer, en landschap en milieu met hun directeimpact op de technische planvorming aan de ene kant, en de ruimtelijkeeconomie met haar directe impact op de bestuurlijke planvorming aan deandere kant. De stedebouwkunde is qua methodiek duidelijk herkenbaaraan de cyclus en heeft zowel ruimtelijke als maatschappelijke ontwikkelingen (en hun implicaties) aan de basis van haar bestaan; in hoofdstuk 3gaan we hier verder op in. De andere vakgebieden zijn toeleverend enkaderstellend voor de structuurschets; de hoofdstukken 4 (netwerk en verkeer), 5 (planologie), 6 (landschap en milieu) en 7 (economie en investering) gaan hier verder op in .Een belangrijk moment in de vervaardiging van structuurschetsen bevindtzich in de overgangsfase van technische planvorming naar bestuurlijkplanvorming. De technische doelstellingen en ambities moeten duidelijkzijn en de daarbij behorende structuurvarianten moeten van een investerings- en exploitatiekaartje worden voorzien. Duidelijk moge zijn dat deverschillende structuurvarianten een verschillende impact hebben op debevolking, cultuur, economie en technologie en dus verschillende (maatschappelijke) prijskaartjes kennen.

    verkeer en vervoer landschap en milieuontwe1p & planning ontwe1p & planning

    structuurschets

    planologieontwetp & planning

    - - "fehnlh-plan onnlng

    - - t e . h n i s d " , - d o e l o ~ , ,~ ! l ! ! ~ l } b i ~ _______ _

    be5P-'url{ikepl(mvoYnllYlg

    I conomie en investeringFiguur 17Werkschema de vakgebieden stedebouwkunde, verkeer en vervoer, en landschap en milieu methun afzonderlijke planvorming leiden to t integrale plannen

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    19/68

    2.4. Structuurschets: actoren en strategieHet omschrijven van de uitgangspunten voor de stad, het ontwikkelen vande toekomstvisie, de oplossingen voor ruimteclaims vinden, de anatomievan lagen onderkennen en de ontwikkelingsstrategie laagsgewijs ontwerpen, is natuurlijk een ingewikkeld proces. Niet alleen van deontwerper/plannenmaker, maar ook van diverse betrokkenen is inbrengonontbeerlijk, of het nu gaat om thema's als richting van ve rstedelijking,interne structuur van de stad, of om projecten als ontwikkeling van hetcentrumgebied . Kenmerk van het proces waarmee een structuurschetsgemaakt wordt, is [i ] de interactieve be leidsvorming tussen makers enactoren: bewonersorganisaties, corporaties, bedrijven en instellingen,investeerders en ontwikkelaars, en de overheid, en [ii] het gezamenlijkvaststellen van het plan en eventueel later weer aanpassen en herijken.De methodiek die bij het proces van structuurschets maken wordt gehanteerd, berust op 'logisch deductieve' werking zoals destijds door deWerkgroep Ruimtelijke Ordening Nederland reeds is gepropageerd(WERON schema RPD planevaluatie (84) . Hierbij wordt het mogelijk geachtvan abstracte doelstellingen op sociaal politiek terrein naar concreet ruimtelijk beleid te komen. Beleid dat dan alle sectoren zou omvatten en zelfsin scenario's of perspectieven zou kunnen worden weergegeven. Het isdaarbij moeilijk om vanuit de ruimtelijke invalshoek de veela l achterliggende economische, politieke en ideologische belangen van al die sectorenop waarde te schatten en daar beleidsalternatieven voor op te stellen.Toch zijn het juist die strategische belangen en verschuivingen daarin diede ruimtelijk- functionele organisatie van de gebouwde omgeving veranderen en waar het planmatig ingrijpen betrekking op heeft. De strategiekan daarmee gedefinieerd worden als de manier waarop gekozen (ruimtelijke en maatschappelijke) doelen bereikt kunnen worden . Zo toont figuur17 dat alle structuurvarianten die resulteren uit het technische pIanvormingsproces (verschillende) impact hebben op de sociaal-maatschappelijksectoren van bevolking, cultuur, economie en technologie. Tevens horenbij de verschillende ruimtelijke varianten verschillende investeringsplaatjesmet hun impact op fasering, uitvoering en haalbaarhe id. De ruimtelijkevarianten met hun sociaal-maatschappelijke en financile afwegingskader/ beoordelingscriteria leiden tot de uiteindelijke keuze van de in te slagenweg.

    --------------bestuurlijkeplanvorrning

    bevolltin g ..-----+--+-+--+--+-+--+--+-f----------, nvestering 1 .cultuur , , investering 2 fase nngeconomie , , investering3 mtvoenng.teclmolo gie investering 4 haalb aarhe id

    - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ~ - - - ~ ~ ~ ~ ~ - ~ structuurschetsCJ I conomie en investering

    Figuur 18in het onderste deel van het basisschema worden maatschappelijke on twikkelingen in verbandgebracht met de gekozen ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven. Daaruit kan de investering ende bestuurlijke strategie worden bepaald.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    20/68

    Scenarios don't predict the future somuch as they iIIuminate it , preparingus for the unexpected. Scenarios aremultiple approaches to the future, sto-ries of the inevitable and neeessary( ... reeombined with the unpredictabIe and matters of choice. The bestscenarios aren't neeessarily those thatcome true; they're the ones that subvert expeetations, providing deepinsights into the changes happening allaround us. The better scenarios are,the more they penetrate to the deepest possible understanding of thepresent.P. Mc Corduck and N. Ramsey, 1996

    VIER PERSPECTIEVEN IN KAART

    Een grote claim ligt daarbij op informatieoverdracht enerzijds, en hetgehanteerde organisatiemodel waarmee de betrokken partijen bij het proces betrokken worden anderzijds. Erg belangrijk bij de informatieoverdracht is de wijze van voorstelbaar maken van de ru imtelijk-functionele enplan-economisch organisatie in afbeeldingen en schetsen. De relaties tussen de ruimtelijke functies en de economische planning, en de sociaal-culturele planning dienen voor een heldere discussie expliciet blootgelegd teworden. Eenzelfde organisationele transparantie wordt wenselijk geachtom vanaf het begin van het vervaard iging proces van de structuurschetsduidelijk te zijn over de rol van de diverse actoren .2.5. Structuurschets: scenario's, perspectieven en projectenDe toekomstvisie die in de structuurschets wordt gegeven kan op meerdere manieren in concrete vormen tot uitdrukking komen . Scenario's, perspectieven en projecten zijn belangrijke middelen om de toekomst ruimtelijk te verkennen.

    (Ruimtelijke) Scenario 's zijn, in woord en beeld,(ruimtelijke) verkenningen van mogelijke toekomsten, gebaseerd op een aantal relevante maatschappelijke ontwikkelingen (bevolking, cultuur, economie,technolog ie, politiek).Tevens zijn scenario's interpretaties van het heden, zij zijn immers gebaseerd opwat mensen (de stedebouwkundige(n)) vandaag dedag als belangrijke drijvende krachten zien.

    PC - product iel8 lndschapcontrast stad - land PS - productielandschap. el"l.'p. ..!ng st3d - land

    Bij scenarioplanning is het veelal niet de bedoelinghet 'meest waarschijnlijke ' scenario te identificeren.Scenario's voorspellen de toekomst niet. Zij zijnbedoeld om de complexe realiteit behapbaar temaken zonder deze te veel te vereenvoudigen.Scenario's maken het mogel ijk om op een structurele manier over onzekerheden na te denken en aan dehand daarvan een strategische conversatie te voeren .

    Re recreatielandschapcontrast stad land RS - recreatielandschap\lerwevi'1g stad - !a'ld

    In het strategietraject worden scenario's voorgelegdaan een team van beslissers die de strategie bepalendoor zich af te vragen wat de opties en uitdagingenzijn wanneer de scenario's werkelijkheid zouden worden en welke beslissingen er in dat geval nu al genomen zouden moeten worden . De relevantie vanonzekere toekomstige externe factoren voor het huidige handelen wordt hierdoor zichtbaar. Soms blijktdat een aantal beslissingen bruikbaar is in alle sce-nario's. Het risico dat de betreffende beslissing slechtuitpakt is dan klein . Daarnaast worden van de beslissingen die niet toekomstvast blijken, de risico's zichtbaar.

    Figuur 19Vier ru imtelijke perspectieven voor deRijnland regio (bron : Rijn land debat, ABFStrategie, 2002)

    De scenario-oefening is allereerst bedoeld als leerproces: welke externefactoren kunnen het ruimtelijk beleid sterk benvloeden en welke mogelijkheden staan er dan ter beschikking? De scenario-oefening levert geenpasklare keuzen op. Wel kan ze het vermogen vergroten om kundig te kiezen. Ze kan helpen gevoeliger te worden voor keuzemogelijkheden en tehelpen een breder scala van opties voor het ruimtelijk beleid te ontwikkelen.Ruimtelijke (ontwikkelings)perspectieven zijn strategische documentenvoor ruimtelijke ontwikkelingen in de vorm van kwantitatieve programmatische uitspraken, indicatieve kaartbeelden en een overzicht van projectendie de transformatie van de huidige in de ontworpen toekomstige situatiebewerkstelligen. De strategische betekenis van een ruimtelijke (ontwikkelings)perspectief is van maatschappelijk-politieke aard; het zijn verbeeldingen van door de opstellers en hun aanhang wenselijk geachte toekomsten.De ruimtelijke planning brengt de kwantitatieve en kwalitatieve vooruit-

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    21/68

    blikken in de vorm van programma's voor ruimtebeslag in in de pIanvor-ming. De ruimtelijke vertalingen van die programma's hebben dan betrek-king op de bestaande of nieuwe urbane en rurale systemen in de regio, degroene, blauwe en transport (grijze) stelsels, soms uitgebreid met energie,afvalstoffen en/of een cultuurhistorisch perspectief. De programma's kun-nen endogeen zijn, dat wil zeggen: betrokken op de autonome behoeftevan het desbetreffende gebied. Dikwijls is er ook een exogeen program-ma, afgeleid van beleid van hogere orde (zoals bijvoorbeeld van nationaalniveau).Dergelijke exogene programma's zijn soms met marges van hoge en lageramingen gegeven. Als dan ook nog bij de ruimtelijke vertaling variatie inspreidingstoestand en variatie in bebouwingsdichtheid wordt gentrodu-ceerd, zijn er al snel vele ruimtelijke combinaties mogelijk; mogelijke alter-natieve ruimtelijke modellen voor de verschillende perspectieven.

    Impress;e W;/IemspielTl

    Alle mogelijke perspectieven (en modellen) moeten op hun ruimtelijkemerites worden bestudeerd, een vorm van ontwerpend onderzoek. Aan deorde is de inpassing van het perspectief op de ruimtelijke topografischeondergrond, de eigen (interne) samenhang van het perspectief en de afge-stemdheid van het perspectief. Deze afgestemdheid komt ook tot uiting inde projecten die tot elk perspectief horen, zoals bijvoorbeeld ingrepen enuitbreidingen van infrastructuur, stedelijke reconstructie of stedelijke ver-dichtingen.Het gaat tot de ruimtelijke strategie horen hoe een perspectief is samen-gesteld, welke ruimtelijke doelen worden nagestreefd (spreiding, concen-tratie, bundeling met infra?), en hoe ingespeeld wordt op de kwalitatieve

    Figuur 20impressietekening van strategisch projectWillemsplein (bron Structuurvisie centrumzo-ne Zwolle, 2000)

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    22/68

    uitgangspunten (vervlechting of scheiding stad land, bundeling rond vervoersknopen?).De beelden van een bij een bepaalde strategie denkbare toekomst leidentot een debat over de voor- en nadelen van de onderscheiden strategien.Uiteindelijk schept de gekozen strategie, met andere woorden het stu-ringsconcept, duidelijkheid over de rol van de actoren, de benaderingswijze (top down, bottom up), over de middelen (publieke of private financiering, of een combinatie daarvan) en het maatschappelijk wensbeeld,samenhangend met politieke voorkeuren en daaraan ten grondslag liggende maatschappelijke waarden.Projecten zijn ru imtelijke, locatiegerichte interventies in een bestaandesituatie in de vorm van als samenhangend geheel te realiseren transformaties van die bestaande situatie. De strategische betekenis van projectenzijn maatschappelijk-economisch van aard; het zijn risicodragende voorstellen om nieuwe feiten te scheppen, die een bepaald perspectief of sce-nario naderbij brengen, waarbij zowel publieke als private partijen dienente investeren. De strategische projecten (van een perspectief of wensscenario) zijn derhalve de initiatoren, generatoren, en/of katalysatoren van degeambieerde ruimtelijke en maatschappelijke toekomstvisie.

    De ru imtelijke organisatie ontwerpen, m.a.w. 'morfologisch ' ontwerpen, is het inleidenvan veranderingen in de ruimtelijke patronen (ruimte/massa) op basis van analyse vanhun vorm en ge leding teneinde variatie binnen een planontwikkeling te kunnen noteren,analyseren en selecteren. (Zwick, morfologisch ontwerpen, Bouwcentrum, 1975.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    23/68

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    24/68

    Map s of structure plan show a vari etyof topics, layers and can be se parate-Iy/ integrated in housing, employment,networks etc. In each paragrap h ofthis chapter the figure ex planatio n issummarized in Engli sh.

    .. wonen0 werkentcu recreatieUIvoorzieningen

    al ondergrondla netwerken.! occupatiecu tekstcu>laal..cucu tekening:I

    Figuur 21Soorten kaa rten in relatie tot de fase vanhet o ntwerpproces en de inhoud van de laagof de sector.

    3 Kaartfiguren instructuurschetsenIn de structuurschets worden de strategische ambities, per ontwikkelingsthema, naar ruimtelijke vorm en opbouw verantwoord. Structuurschetsen/-plannen bevatten dan ook tekeningen en kaarten omdat dat hetmedium is waarmee de ruimtelijke configuratie van de strategien perthema en per functie-ingreep in de stads- resp. gebiedsplattegrond kunnen worden weergegeven. Veel recente structuurplannen bevatten delaatste tijd echter ook tabellarische overzichten van projecten, passendheidbij doelstellingen/actoren en investeringsbedragen .Er zijn kaarten waarop de afzonderlijke lagen, zoals landschaps(ondergrond)laag, bebouwingslaag en netwerkenlaag zijn aangegeven, facetkaarten voor stedelijke dichtheid/wonen, werkgelegenheid, recreatie envoorzieningen (de echte functiekaarten) en een hele variatie van kaartschema's (van andere stelsels, andere schaalniveaus) waarmee knelpunten, perspectieven en concepten worden weergegeven.En natuurlijk het eigenlijke plandocument, de integrale structuurschets,een perspectiefkaart met legenda waarop alles is samengebracht ensamengevat.

    analyse opgave en ontwerp strategie evaluatiewaardering keuze concept transform atie eco nomie

    De kaarten kunnen een analyserend en inventariserend karakter hebbenzie het schema links eerste kolom. Analysekaarten kunnen om een goedeanalyse mogelijk te maken een reductie van de werkelijkheid bevatten ofdemontage van diverse ruimtelijke stelsels zijn . Met de analyse kan tegelijk de waardering voor sterke en zwakke punten worden uitgedrukt. Deanalyse kan betrekking hebben op de sectoren wonen, werken, recreatie,voorzieningen en betrekking op de lagen ondergrond, netwerken en occupatie. De kaarten kunnen ook 'opgave'kaarten zijn die dan de opgave uitbeelden. De opgave kan eveneens te maken hebben met een of alle sec-toren of lagen. Ontwerpkaarten kunnen de ontwerpvoorstellen bevattenwaarmee de ruimtelijke conflicten tussen lagen en tussen stelsels wordenopgelost waarmee ambities worden uitgedrukt en strategien ruimtelijk zijnvertaald. Bij het ontwerpen en het voorstelbaar maken zal met tekeningenen tekstuele toelichting de ruimtelijke karakteristiek van het betreffendeontwerpstuk moeten worden uitgebeeld, dus van bebouwd onbebouwd,plaatsing, ligging, hoogte breedte van bebouwing, openbare ruimte, parti-

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    25/68

    culiere ruimte. In de uiteindelijke 'ontwerp'-plankaart zal met nog meerrekening moeten worden gehouden to t en met planeconomie en vooralmet de veranderingen die hierin plaats hebben.Wanneer ambities, investeringen, scenario's en afwegingskader metbeoordelingscriteria van te voren helder zijn geformuleerd, kan er zelfs eenex-ante evaluatie op de kaarten worden losgelaten; ook dit is in beeldenen kaarten te vatten.De verschillende planfasen met verschillende activiteiten van het pIanproces (figuur 21) lopen min of meer parallel met de verschillende kaartdocumenten die opgenomen kunnen worden in de uiteindelijke structuurschets.Soms hebben kaarten uit structuurschetsen trouwens hun wortels in meerder planfasen. Een ambitiekaart zegt iets over de doelstellingen (analysefase), maar kan bijvoorbeeld ook uitspraken doen over hoe die ambitie iste realiseren (strategie). In de navolgende paragrafen worden de meestvoorkomende kaarten besproken aan de hand van de planfasen, analyse,ontwerp, opgave strategie en evaluatie en met een aanduiding van de sectorale orientatie en/of lagen orientatie. Hiervoor worden praktijkvoorbeelden gebruikt en wordt toegelicht welke waardering en ontwerpkeuzes bijde diverse kaarttypen hebben gegolden.

    Analyse- reductie

    stedebouwkundeontwe & 1.anning

    -swof ----- -- d o e l / ~ p g a v e

    Evaluati.eI-ex-ante :-criteria

    3.1 Analysefase

    Ontwerp- sectorale structuren--- fn1gr1 slfff - - - - -

    Strategie- ruimte- tijd- geld

    --_ . - - - - - - - - - - ------. I1l!ll1ell.ih plmrll! .

    Twm3.nl:h V:rrUl.J' ... ' I - ~

    De belangrijkste activiteiten die in de analysefase plaastsvinden zijn [i ] hetgrip krijgen op de dynamische werkelijkheid en [ii] van daaruit de ruimtelijk-functionele doelen, ambities en opgaven voor de toekomst formuleren.Belangrijke vormen van 'dynamiek' die hier (ad [i]) een plaatsje kunnenkrijgen zijn:

    Figuur 22Planfasen, activiteiten, kaarten

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    26/68

    Analyz in g maps. Figure 23, 24 showreduction maps of the building patternred and green structure on Arnhemunderground of city contour.Emphasis/sign ificance is given toedges in black. Identity of the city canbe strengthened in clearing up edges,forming greater contrast between cityedge and landscape. Analyzing mapfigure 25 shows the development intime of Den Bosch. Ana lyzing mapfigure 26 shows Zwolle, parts of thecity-body fitt ing/originating from soiland wet/dry areas structure .Readabi lity of the fo rmer relation isdiminished, 50 meas ures sho uld betaken to improve these characteristics.

    de dynamiek van de morfologie; de dynamiek van gebruik; en de dynamiek van de planvorming.De dynamiek van de morfologie behelst met name stedebouwkundigevorm- en structuuranalyses. De historische ontwikkeling van de stedelijke morfologie wordt in kaart gebracht, toegespitst op de vraag welke betekenis het plangebied in de verschillende historische periode heeft gehad inde grotere ruimtelijke context (het hogere schaalniveau) . Per historischeperiode kan aandacht geschonken worden aan de structurerende elementen van de (stads)plattegrond, de ru imtelijke kenmerken van die structurerende elementen, de ruimtelijk samenhangende systemen en overgangszones in en rondom het plangebied, en de meest betekenisvolle elementen binnen het plangebied .Bij de dynamiek van het gebruik gaat het met name om functionele analyses. De ontwikkeling van het gebruik van de bebouwing (functies) envan het openbaar gebied (groen, water, verkeer, recreatie) wordt hier inkaart gebracht, en gerelateerd aan de functionele ontwikkelen in de grotere ruimtelijke context (het hoger schaalniveau).Een belangrijk aspect van de dynamiek van de planvorming is de culthuurhistorische waardenanalyse. ( Zie de Nota Belvedere in Hoofdstuk 8 ).Hier passeren vragen de revue als 'Welke stedebouwkundige plannen zijnin de loop der tijd voor het gebied ontworpen en uitgevoerd?" In welkemate hebben die plannen bijgedragen tot ee n heldere ruimtelijke structuurvan het plangebied in samenhang met de ruimtelijke structuren op hethogere schaalniveau?' 'Welke elementen uit dit erfgoed van stedebouwkundige bewerkingen kunnen als cultuur-historisch waardevolle elementenworden aangemerkt?'Een belangrijke stap in de analysefase is het identificeren van de (ruimtelijk-functionele) sterktes en zwaktes van het plangebied, en de (sociaalmaatschappelijke) kansen en bedreigingen voor het plangebied. Een dergelijke SWOT-analyse is een analysetechniek die verantwoord en 'stapvoor-stap' leidt tot een set van de hoofdaandachtspunten voor het ruimtelijk beleid, en kan daarmee een essentile rol vervullen in het proces vande opgavenformulering.Het einde van de analysefase wordt gekenmerkt door de expliciete formulering van de doelen, opgaven en ambities, die in het ontwerp gerealiseerddienen te (gaan) worden. Om spraakverwarring tussen de actoren in latere procesfasen te voorkomen is het van groot belang om het met elkaareens te zijn tot waar de ambities reiken. Doelen dienen daarbij zowel ruimtelijk als functioneel, kwalitatief als kwantitatief geformuleerd en onderbouwd te zijn.Paragrafen 3.1.1 en 3.1.2 presenteren (kaart)voorbeelden uit structuurplannen uit de praktijk van de hierboven genoemde analysestappen.Paragraaf 3.1. 1 gaat in op de werkelijkheidsreductie (constateringen,inventarisatie sterktes, zwakte, kansen , bedreigingen ). Paragraaf 3.1.2gaat in op de doelen, opgaveformuleringen en ambities.

    3.1.1 Reductie- en SWOT-kaarten reductiekaarten sterktes, zwaktes, kansen, bedreigingen probleem kaarten

    Figuren 23 en 24 tonen voorbeelden van reductiekaarten 'bebouwing engroen' van het structuurplan Arnhem. Arnhem ligt op 2 landelijke corridors: Randstad - Ruhrgebied en Brabant - Noorden en tussen de ecologische structuren van Veluwe en Rijn / Betuwe. Arnhem vormt samen metNijmegen een stedelijk knooppunt. In twee afzonderlijke tekeningen zijnhet bebouwingspatroon en de ' randen ' opgewerkt, van de ondergrond isop de figuren alleen de opgewerkte stadscontour te zien , met rood, paarsen groen zijn de functies wonen, werken en groen aangegeven.De linker kaart toont de oude stad en Groot Arnhem over de rivier, eenkenmerkend deel van de bebouwingsstructuur met daa rin het patroon vanopenbare ruimten, randen en parkzones. De drie landschapstypen zijn herkenbaar. Een hoge waardering wordt toegekend aan de contrastenstad/land die in deze randen en openbare ruimten benadrukt moeten wor-

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    27/68

    den. De rechter kaart toont het patroon van oost-west gerichte assenwaarlangs van oudsher de belangrijkste stedelijke functies zijn gegroepeerd.Figuur 25 toont met een reeks van 4 de ruimtelijke ontwikkeling in de tijdzoals die voorkomt in de analyse van het structuurplan van Den Bosch. Hetstedelijk gebied is met zwart op de gereduceerde topografische ondergrond ingetekend en laat de vorm en ontwikkeling van de diverse stadsdelen zien. Uit de tekenwijze zijn de structurerende elementen af te lezen(historische stadsdriehoek bekenstelsel Dieze en routes) en blijkt hoebepalend die zijn geweest voor de vorm van de stadsdelen. De explosievegroei van het stedelijk gebied in de 20e eeuw blijkt duidelijk uit de reeksvormige weergave.

    ....... .............. 1960 '--_--' 1980

    Figuur 26 toont reductiekaarten van het stadslichaam en de bodemstructuur van Zwolle. Hier is met de kleurschakering van donkerrood naarsteeds lichtere tinten rood in n tekening (in tegenstelling tot de reeksvan figuur 25) onderscheid in bebouwingsperiodes gemaakt en de belangrijkste infrastructuur aangegeven. De legenda van de ondergrond maaktonderscheid in bodemsoorten en rivierarmen. Uit de kaartbladen blijkt datde vestiging van de stad op de dekzandruggen van IJssel en Vecht doorrecente uitbreidingen niet meer afleesbaar is, terwijl dat wel gewaardeerdwordt. Om de herkenbaarheid te vergroten wordt in het plan voorgesteldde markering van de oevers met specifieke bebouwingskenmerken te versterken en wordt de ecologische verbindingszone door de binnenstad hersteld.

    Figuur 23 en 24Ana lysetekening van Arnhem, noord- zuidstructuu r en oost - west structuur van kenmerkende eenheden van bebouwing enruimtes

    Figuur 25Ana lyse reeks van 1900 to t 1997 van deruimtelijke ontwikkeling van Den Bosch

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    28/68

    Figuur 26Aa nlysekaart ondergrond en occupatie vanZwolle, opbouw in kenmerkende onderdelenvan het stadslichaam (links) en de verklaringvoor de grootte en ligg ing va n die onderdelen uit de bodemopbouw van dekzandruggen en kreken (rechts),

    Figuur 28Schets reducties van Den Bosch weergevendde bestaande ruimte lijke problemen decentrale ligging onherkenbare vorm en fragmentatie va n stadsdelen

    decentrale ligging stadshart

    eenvormigheid,monofunctionaliteitstadsuitbreidingen

    ecologische verstopping delta

    - C ~ __ ""'-/ ' f : - ~ ' ......'.: ..... " 0 ' ",'. - ,r : . ~ < ..L: .. -'"~ ~ . : : ~ ':. : .J . -..

    amorf stads ichaam doordichtslibben tussengebieden

    HUID IGE SITUA TEDe vestlff/llQ "clll de stad op e d e ~ l E l l 1 d , u g ~ l e l l 15( } o o r g ~ l > t tol ddll d twC't!de ~ \ { ' r r > f c l o l ) r l ~ , J . Md d,!'.'1coC'''opbouw IS dJt pflnClpe '!c!laren v,'1m'.f'gc de'IJ/PUil/V I ) O u ~ ' \ i r l e t / J o ( / e . ; ; De J e t ? s / ) < ; J l I ~ ~ 1 O v,'H' ce Q,1d

    L 0 8 ~ . [ ~ ' S ' C OP oe, q j ) ' U'Et IJK[ O N ~ W " < I I : [ , - , N G

    i''..- ':' --.:',l

    Figuur 27

    Compacte historische binnenstad... L:\I\C:1 h

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    29/68

    3.1.2 Doelstellingskaarten ambitiekaarten. - opgaveformuleringen ruimteli jk-functioneel concept

    Doelstellingen zijn meestal verbaal geformuleerd en worden pas later in deplancyclus ruimtelijk vertaald. De tekst in figuur 28 geeft de doelstellingvan het omgevingsplan Flevoland. Flevoland ziet voor zichzelf een voortgaande verstedelijkingstaak, benadrukt integrale ontwikkeling en hecht ergaan kwaliteit van milieu, water, natuur en landschap. Verstedelijkingsmogelijkheden vormen overigens nog onderwerp van onderzoek in deplanperiode.Figuren 30 en 31 tonen de ambities (de 'inzet') van Arnhem voor 2030 voorde thema's 'stadsstructuur en mobiliteit', en 'landschap, ecologie en water'.Arnhem zet in op accentuering van de knooppunten, randen en de wijzewaarop deze randen geaccentueerd kunnen worden, toont daarnaast destedelijke aders en geeft indicaties van bebouwingsaccenten op de groenblauwe lijnen.Voor landschap en ecologie wordt aangegeven waar landelijk wonen ingroen casco kan plaatsvinden, nieuwe ecologische verbindingen en watersystemen gerealiseerd moeten worden, en continuteit van het groen-blauwe systeem gewaarborgd moeten worden.Denkbeelden en ideeen t.a.v. de ruimtelijke toekomst en de verbeeldingvan die ideeen op kaart of tekening worden dikwijls 'concept' genoemd.Het ruimtelijke idee kan ontleend zijn aan analogieen uit natuur en cultuure.d. Bij een ruimtelijk toekomstbeeld -'perspectief' - zal het concept uiteindelijk de functies ruimtelijk vorm moeten geven, esthetisch moeten zijnen - dat komt bij integratie aan de orde - samenhangend met de transformaties van de stelsels moeten zijn. Het concept betrekt zich dus op:ruimtelijke opbouw in deelgebieden, vorm/maatvoering/compositie vanruimtebeslag van programma's ruimten en ensembles (randen assen richtingen), menging/scheiding van functies, dichtheidsverdeling (kern van destedebouw), typologie van bebouwing bouwhoogten en uiteindelijk: inresp. aanpassing van stadsvorm aan landschapstype (groen blauwe stelsels). Motto's voor doelen en behoeften of ruimtelijke motto's kunnen aanzulke concepten worden meegegeven. Omdat spreidings- en dichtheidsvarianten kunnen worden toegepast kan alleen met tekingen/kaarten in eencompositorisch plaatje worden weergegeven.Figuur 32 toont in schematische (conceptuele) vorm de stedelijke hoofdstructuur van Zaandam in 1993 in de ontwikkelingsrichting voor tot 2015.De stedelijk gebied wordt opgevat als een driehoek waarvan de binnenzijde landschappelijk is. De stedelijke ontwikkeling heeft zich langs assen voltrokken. Het concept voor de verdere ontwikkeling is dat de westelijke drager in zuidelijke richting wordt uitgebouwd, de hoofddrager Zaandam verder in westelijke richting ontwikkeld wordt en ook langs hetNoordzeekanaal stedelijke uitbreiding kan plaatsvinden.Figuur 33 toont het ruimtelijke concept van het Maastrichtse structuurplan2005 met een doorkijk naar 2025. Het beeld van het stadslichaam wordtgekarakteriseerd door de dominante doorsnijding van de stad door derivier de Maas. De huidige stadssnelweg A2 kent ter plaatse van de binnenstad een ondertunneling en de vrij gekomen ruimte wordt opgevuldmet nieuw stedebouwkundig programma waarmee de barrire die de A2was op te heffen. Daar waar de binnenstad aanknoopt op verbindendeinfrastructuur wordt intensivering van het bestaande stedebouwkundigeprogramma voorgesteld.

    Prob lem stating maps. Figures 28 showdifferent spatial problems of DenBosch, i.e. non centra I city hart, monofunctional extensions, bottle neck riverdelta, kitting together of parts of cityloosing identity and fragmentation byheavy infrastructure. The assignmentof Arnhem, figures 30 and 31, showchanges in mo bility and landscape as aconsequence of the chosen strategy(figure 23, 24) of strengtheningedges/identity. Figu res 32 and 33 showassignment maps for the city as awhoIe of Zaanstad and Maastricht andcity form/extension to landscape .Figure 34 shows the important spatia lelements on the regional scale affecting the body of Amsterdam.

    Centrale doelstellingDe provincie streeft naar een voortgaande groei in Flevoland, z odanig dat intal, verbindingen, voorzieningen niveau,werkgelegenheid en inkomensvorminop elkaar zijn afgestemd. Centraal in het beleid staat een goede kwaliteitsamenleving. Behoud van een goede kwaliteit van milieu, water, natuur enschap is hierbij voorwaarde . Voor de inwoners van Flevoland is beschermingoverstromingen van cruciaal belang .Vanaf 2010 leidt de natuurlijke aanwas to t een jaarlijkse toename van de wJvoorraad met 2.000 2.500 woningen.In het algemeen zal bij verdere verstedelijking van Flevoland het accent Iig81Almere en Lelystad te r ondersteuning van de centrale functie van deze stedede gehele provincie. Daarnaast wordt de (entrale positie van Emmeloord alsgingskern voor de Noordoostpolder en directe omgeving ondersteund.Naar verwachting zal ook na 2010 een blijvende vraag naar woningen en beruimte van bui ten de provincie blijven bestaan . Oe provincie is bereid hiervoordeze periode ruimte te bieden, mits deze ontwikkeling gelijk op gaat met dhele sociale en ruimtelijke kwaliteit van Flevoland, zoals in d it plan als algemegangspunt voor het provinciaal beleid is verwoord. Deze verde re verstedelbetreft een integrale ontwikkeling van wonen , werken, voorzieningen, infratuur, groenstructuur en recreatie .Om reeds in het begin van de planperiode hierop goed voorbereid te zijn, zintegrale inrichtingsstudie worden verricht, waarin verstedelijkingsmogelijkvan het gebied in Zuidelijk en Midden Flevoland word en onderzocht, aansluitde daar aanwezige stedelijke bebouwingsconcentraties .

    Figuur 29Flevo land formuleert zijn ruimtelijke doelstellingen in tekst.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    30/68

    Figuur 33

    IlIndv.happelijk wonM in groen casco

    ~ " O ' O ' i " h ' va"Hndi .. ,.. "" .nI: ', o ntinu',," . ,o.n. wig w,, ,bo' .. .con t inuteit van de groen-blauwe lijnen

    plltk Stads blokken ; Gelderse Poort enMeinel"5wijk verbindenfint!dijkstructlJur verste rken

    Centrale P.rklone Ovclbetuwc leal;wen

    nieuw water$ysteem realiseren

    - Herten aan de Rijn ecologisch e vNbindlngszones tussen de Veluwe en dl' uiterwaardenook te n luiden v&n de A17- Wildviaducten over de Al 2. tUl ASO en hetspoor van de hogesnelheidstrein- Functies in het noordelIjke buitengebiedworden dichtfH bij elkaar gebracht. lodat 2egeen barrieres me!'r vormenDoor intensivering zijn de ka7erneterreinencompacter geworden, zodat er binnen die afte stoton locaties rumte is voor lichte vo rmenvan verstedelijking en recreatieve functie!>- Oe groene wig KlarenbeekPre,"lkhd af isvers'terkt, deels geherstructureerd lo t eell

    herkenbare landschappelijke eenheid enmiddels groene en blauwe lijnen ver hondenmetdeWssel

    Opgave en ontwerpkaart van Maastricht,sta dsvorm en net werken.

    .'

    Figuur 30 en 31

    2

    accentu ering knooppunt d m v hoogbouw(nieuw en be$181 nd )bestaande randen aan de groene ruimte- -,0 . indica t ie eccent fil aan d l) 9, 0.1Ie ruimteI __ '-_______&redelijke ader'#. 'incticatie-.cce nt an aln gro-;;'blauweHjlUm

    : . . . . . . . . . - 1 . . . _ . _ ~ __

    I Meercontraste"tu$ser stad., lamhdJep:- Ruimtelijk ., eccentenlIers!Mken daar waar richmogelijkheden voordoen dEranden VIHI de stad IrArnhem-Zuid en Pre$lkhalifI"ierd oo r Arn hem Zuidbeter zichtbaar gernnkt- Het centrum isgentensivoerd an hemt unde Rijn een stedelijk Irontgekregen da t contraUeertmet de 0P*'II ruimltt van dft

    Arnhem, ambitiekaarten die de gestelde opgave uitbeelden t.a.v. mobiliteiten landschap. De legenda herhaalt de onderdelen van de kaart en voegtbenaming en nummer van het project toe.

    Figuur 32Opgavekaart en ontwerpconcept ondergrond en occupatie vanZaanstad

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    31/68

    .....

    Amsterdam formuleert in de structuurschets 2030 geen expliciet stedebouwkundig/architectonisch concept, maar formuleert als doelstelling'dimensies' van stedelijkheid en geeft met een ordening naar mileutypen (grootstedelijk, stedelijk wonen en werken) sturing aan samenhangendezaken als functiemenging, bereikbaarheid en dichtheid. De verhoudingstad - om me and wordt ook conceptueel benaderd: inklemming tussenmilieu- en bufferzones, lobbenstad, groene scheggen . Amsterdam loopthiermee geheel in de pas met het streekplan Noordholland Zuid. Figuur 33.Over ensemble en structuren op stedebouwkundig nivo wordt overigensnog nagedacht met de bedoeling tot spelregels te komen.In Nijmegen is met het (deel) structuurplan voor de Sprong over de Waaleen schematisch ruimtelijk concept bedacht dat als omgekeerde diabolofiguur past in de kromming van de Waal en opgebouwd is uit een centraaloost west lopende landschapszone en een noord zuid lopende stadsas . Hetbrede deel ten noorden van de landschapszone wordt een dorpenzone, hetzuidelijke deel in de bocht van de Waal wordt stadseiland. Dit concept sluitbovendien aan bij de strategische opgaven die de stad zich had gesteldnamelijk samenhang blijven houden met de oude stad (via het zuidelijke'stadseiland'), tegelijk opgaan in de regio van het land tussen Maas enWaal (met de dorpenzone),alsmede een wervend woonmilieu zijn en enaanpasbaar zijn in de tijd. Figuur 35 .3.2 OntwerpfaseDe ontwerpfase binnen het vervaardigingproces van een structuurschetswordt gekenmerkt door het ruimtelijk vormgeven van de geformuleerdeambities en/of doelstellingen. De nieuwe structuur, al dan niet aanhakendbij of voortbordurend op bestaande structuren, moet bedacht en dus ontworpen worden. Dit is een complexe activiteit aangezien er van alle kanten ruimtelijke claims en randvoorwaarden in het ontwerp gentegreerddienen te worden. De complexe taak van de stedebouwkundige wordt duidelijk wanneer we de vakgebieden op een rijtje zetten die die ruimtelijke

    claims en voorwaarden aan zouden kunnen dragen: Verkeers- en vervoerkunde; Landschapskunde ; Milieukunde; Bodemkunde; Economie;

    Figuur 34Ontwerpkaart ruimteschema Streekplannoordholland zuid. Ecologi sche structuur enlandschappelijke scheggen waaraan hetstructuurplan van Amsterdam zich confir-meert.

    Figuur 35Concept van Sprong over de Waal. Zie ookfiguur 41 voor he t ruimtelijke ontwerp

    Designing maps. Fig ures 35 and 42show designs and schemes of the nort-hern part of Nijmegen. Figures 36, 37and 38 show Amsterdam, changes innetwork, gree n/water structure andbusiness areas. Figure 39 showsRotterdam scheme of all relationsbetween recreation, blue, mobility,enterprise and living city comparedwith the ambitions layed down in writ-ten text statements, reduction mapsand im ages. Figure 40 shows the exis-ting and future functional organizationof Den Bosch.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    32/68

    Figuur 36 en 37Veranderingenkaart op de stadsondergrondnetwerken (links) en groenstructuur waterstructuur Amsterdam (rechts). Op de stadsondergrond zijn nieuwe hoofdtransporta s-sen, uitbreidingen van het hoofdnet spooren auto aangegeven. Structuur van wateren groen worden met groene en blauwelegenda aangegeven. De uitbreid ingen indonker groe n, de heroverwogen gedeeltenin rood.

    Recht; (Stads)Sociologie; (Sociale) Geografie; Planologie; Stedelijk Management; en wellicht nog meer.Structuurschetsen zijn dan ook vaak voorzien van lagenkaarten en meerdere sectorale structuurkaarten, die aantonen hoe de desbetreffenderandvoorwaarden in het plan opgenomen zijn en/of hun stempel drukken,

    danwel laten zien hoe de sectorale ambities in het plan verwezenlijkt zijn.Het is niet op voorhand te zeggen welke sectorale structuren verplicht ofexpliciet onderdeel zouden moeten zijn van een structuurschets; iederplangebied kent zijn eigen kwaliteiten, problemen, kansen en bedreigingen. Een structuurschets doet er goed aan om juist daar waar de plussenen de minnen van het plangebied liggen, aandacht aan te schenken.Het integrerende karakter van het stedebouwkundig werk komt tot uitdrukking in wat in de structuurschetsen vaak wordt aangeduid met deplankaart, een integrale kaart die de belangrijkste beslissingen en structuren voor de toekomst van het plangebied verbeeldt. Deze kaart toont daarmee de samenhang tussen de lagen en de structuur in de sectorale deelstructuren.3.2.1 Structuurkaarten

    GroenstructuurWaterstructuurFunctionele structuurInfrastructuurRuimtelijke hoofdstructuurBebouwingsstructuurSociale structuurStructuurkaarten laten van het stedelijk of landelijk gebied de ruimtelijkeorde/organisatie zien, dwz. uit welke delen het gebied is samengesteldnaar de afzonderlijke ruimtelijke sectoren wonen, werken, recreatie, verkeer en voorzieningen. Soms in een oogopslag voor alle sectoren tegelijk,zoals hieronder voor Rotterdam, soms op afzonderlijk kaarten. Deze kaarten worden gemaakt door reducties van elke afzonderlijk sector uit debestaande topografische situatie te destilleren en er beschrijving en typering aan toe te voegen soms zelfs foto's. Dezelfde kaarten worden dikwijlsgebruikt om ook de gewenste transformatie van de afzonderlijke sectoraan te geven. De gewenste transformatie kan de status hebben van wenselijk idee of afgewogen zijn t.o.v. de transformaties van de andere sectoren. In het laatste geval zijn dan de sector-tekeningen reducties van deintegrale plankaart. In het Amsterdamse voorbeeld zijn de sector tekeningen groot en topografisch correct en op schaal weergegeven. In hetRotterdamse voorbeeld zijn ze relatief klein en iconografisch afgebeeld.(Figuur 36, 37, 38 en 39).

    "fIo !.JI4--,

    -r

    + .> /

    "", J .-.. ... ;

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    33/68

    Functiekaarten van programma's kunnen als kaarten van de bestaande en de nieuwe situatie worden weergegeven. In figuur 40 is dat voor's Hertogenbosch met kaarten gedaan. De legenda geeft dan de dichtheidsmilieus aan op de kaart is het letterlijke ruimtebeslag van de fuctie weergegeven. Meestal wordt in de toelichting op de structuurschets in tabelvorm het woonprogramma en het programma voor bedrijventerreinenkwantitatief aangegeven. Figuur 41 geeft een voorbeeld van het structuurplan van Rotterdam. In figuur 39 werden die prgogramma's 'beeldend'weergegeven en in beschrijvende tekst. De reductiekaarten van de structuur zijn voor elke sector in het schema opgenomen.

    Integratiesectorenwensbeeldrecreatieve stad

    wensbeeldblauwe stad- creEiren duurzaam wetarsy stcem- maket1 onderscheid In waterkwaMeit: : ~ g ~ ; = = [ ~ : ; : ' = I e i ' natuurlijke watttn:urvenng

    wensbeeldmobiele stad

    g : ~ : : : , ~ ~ r ~ ~ ~ : : ! d e : ! t w e < 1 t en selectiflluUbr8ldenbeter bttnutlan knooppunt8f1verminderen vel1c.eersoverlast

    wensbeeldondernemende stad

    ~ ~ : ~ ~ ~ ~ ~ e r < 1 ~ ~ l e odem vO(lf kantorenidem voor vo;orZlent"98flstimuleren wljkeconornie

    wensbeeldwoonstad- v er gr ol en AO"erd8m als ~ n l t 8 l < J ( e h j k woonmit;&u in algemene Zin: ~ ~ ~ w ~ f b 6 ~ , , ~ ! : m ' 1 ' : ~ ; ~ helwoonmilleus

    wensbeeldwoonstad

    bijzonder worwn in of aan hel waterloskoppelan schoon en grijl! waterInnovatie (bijV. ec;o-eulowasplaatsen)

    benutlen ov-haltes VOOfWQ(len in hogEl dichtheden inlall'9EInte opIoUlngen IIOOrwonen ililn/op de snelweg Inpassen IIllrsstrucluur

    wensbeeldondernemende stad

    werklandSChappenhoogwaardige b e d ~ j \ l e n l e r r e " ' l & n In het groen qualiryofll1e

    wensbeeldmobiele stad

    btMlutlan ov-h8!tes 1I0OI onl$luilinggroen +- intensievere \/'Om'\8fl vanrecteatie Inpanen Inf.astruduUf r9C1oatiol I'OUIOnetwerk

    benutten rivieroevers als hoOgwaardig - benutten watervesligi"'9SfT\lliell voor kantoren 0I1tsluiting. V'$f'V'04Jf over waterid9m toensme (zowel goederoo als pel&OOen)benuttoo rivier{oevtH$) VOO( walertlPOrtIdem havengcbol1den ~ r l f v l g h e l d

    Figuur 38Veranderingen werken BedrijventerreinenAmsterdam

    Figuur 39Rotterdam Alle sectoren bijeengebracht indambordschema met in de vakken de geformuleerde doelen per sector en de ruimtelijke beelden per sector.

    wensbeeldblauwe stad

    s.paarwater nzetten YOOt schoonrecreatIeI gebruik (bljV. zwemwater)gnja water benutt8l'l VOO! andefrecrvallef gebruij,;(bijv, vlswster . voIk6tu1nen)

    wensbeeldrecreatieve stad

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    34/68

    . , \

    -IFiguur 40Den Bosch functiekaart oud en nieuwwonen werken groen

    Figuur 41programma schema Rotterdam wonen werken voorzieningen kwantitatief enbeschrijving

    Figuur 42

    RonUDAtuilfnde!l",-nel'lllt

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    35/68

    Economie

    _ ' ~ " ! Y ' , , \ t .Ju , .; ' ~ , , , . * ;>""rn l :,"J. t > t ~ . . . .c:J . " - " ~ " ' J ' ~ t f ' ' ' e ' o

    Econom e

    -"","" """",,"."0::::::::J ,,",," ", '"c:::J ~ " , f " " " " ' . . . - , j " ~ ~ ~ Figu ren 43 en 44 tonen (op eenzelfde ondergrond waar de stadscontourenen het zo structuurbepalende water worden weergegeven) het voorstelvoor de economische structuur en de visie op verkeer en vervoer voorMaastricht in 2005 . In de economische structuurkaart wordt onderscheidgemaakt naar economische aandachtsgebieden, projecten, nieuwe bed rij venterreinen en verspreide werkgelegenheid. Qua verkeer en vervoer worden op meerdere fronten beleidsinspanningen weergegeven: openbaarvervoer, knooppunten, auto, parkeren, de binnenstad en daarbinnen hetwinkelgebied.Functiekaart, water/groenstructuurFiguur 45 toont de gecombineerde kaart van water en groenstructuur vanhet streekplan Gooi en Vechtstreek. Tegelijk zijn de stedelijk eenhedenschematisch aangegeven, die min of meer in een rode contour zullen worden vervat. In het hoofdstuk landschap zal worden ingegaan op de wijzewaarop de kwaliteiten van landschap en waterstelsel kunnen wordengeanalyseerd en de manier waarop dat in kaarten kan worden wergegeven. Bovendien zullen strategieeen van veranderingen de revue passeren.Figuur 46 toont het kaartbeeld van Almere waarop te zien is op welkeplaatsen de gewenste verscheidenheid in woningen en woonmilieus wordtgerealiseerd: 5 categorien woningd ichtheid verkaveling en stapelwijze.De bijbehorende bereikbaarheid en functieaanbod wordt per type woonmilieu eveneens aangegeven.3.2.2 Integrale PlankaartenIn de gentegreerde plankaart worden op elkaar afgestemd: programmaallocaties, de ruimtelijke weerslag van strategien en projecten die naarvoren zijn gekomen (landschap - bebouwingsstructuur, netwerk - stadsvorm) en de koppeling aan andere stelsels en aan plannen van het hogere en aan het lagere schaalniveau.De interactie van netwerk en stadsvorm, zoals in hoofdstuk 5 uiteengezet,uit zich in de ligging van functies t.o.v. het netwerk en de wijze waarop

    !) o

    Figuur 43 en 44Ont werpkaarten Maa stricht

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    36/68

    Figuur 45Goo i en Vec htstreek, water en groenstructuur.

    ...

    : ." ,: I , . ,' I ...;""\Aie . /t; '"0 ./ : .

    '--_/ . ...'~ . : " " " " : : : : ~ ; ... ..... ..:.:"

    Nw erhontd. n.... .: 8."

    IarH1t>cl, . '1fJah;ut !tI "tF'I:j'ld

    /

    ,I

    ..

    - - "

    ....

    .... ---",,

    ..

    " I- - _ . _ -J'JI 's ' J, t lnt ~ " " > ' ~ N J l = t 'r : ' ' '1 '1g

    stadsdelen op het netwerk zijn aangesloten (bereikbaar zijn), en de dichtheids concentraties in de stad . Aan de gentegreerde plankaart moet medeeen stedebouwkundig ontwerpconcept ten grondslag liggen. De volledigeintegratie komt pas to t stand door de ruimtelijke planning, het stedebouwkundige- en het landschapsontwerp van alle ruimtelijke functies inomvang/grootte met het bestaande gebieds(ondergrond)milieu en de aanwezige en te maken ruimtelijke patronen te confronteren en te integreren.In dit proces worden natuurlijk allerlei ontwerpbeslissingen genomen.Daarover bij strategie straks meer.Een gebruikelijke manier om de planning van die functieprogramma's ende ruimtelijke stedebouwkundige patronen te combineren is door dit alereerst te doen in schematische modellen van het ruimtebeslag van die functies en daarna deze modellen te vertalen naar een gentegreerde plankaartop de topografische ondergrond. Met schematische modellen kunnen verschillende ruimte/functie integraties en stelsel integraties worden uitgetest. Er zijn ook verschillende ingreep combinaties zoals er ook verschillende groeimodellen voor de bevolking en verschillende dichtheidsvarianten zijn. Deze modellen maken zichtbaar hoe de integratie van bodem,netwerk en stadsplattegrond (-verandering) op elkaar ingrijpen.Een voorbeeld van zo'n ruimtelijke tekening is het model van 'sHertogenbosch. Zie figuur 47. Het concept van hoofdkern met vleugels ishelder aangegeven alsmede de twee polen van stedelijke dynamiek. Deverbindingsassen daartussen zijn dusdanig aangegeven dat ze niet in strijdzijn met de vleugels van het stadslichaam. Dat is dus al in schema opelkaar afgestemd. Tevens is de ruimtelijke configuratie van de groen blauwe slingers zichtbaar.

  • 8/7/2019 Structuurschetsen Planning en Ontwerp

    37/68

    Vervolgens is deze variant op de onder