Strijdperk DSM V

1
‘Hij mag geen snoep meer! Ik zweer het!’ Vol ontzetting vervolgt mijn zoontje zijn relaas. ‘Echt waar! Anders gaat hij heel hard rondjes rennen en iedereen slaan.’ Aan de rand van een schoolplein in Amsterdam analyseert hij als groep zesser verder, gestimuleerd door het gewillige oor van zijn vriendje, Arifi. ‘Echt, hij mag h-e-l-e-m-a-a-l geen snoep meer. Dat komt doordat hij de aspergerziekte heeſt.’ Arifi kijkt hem met grote ogen aan vol van verbazing en ongeloof. ‘De asperger wat?’ ‘De aspergerziekte man! Van snoep ga je dan slaan en heel hard rondjes rennen. Je kunt er niets aan doen. En’, zo voegt hij er onheilspellend aan toe, ‘iedereen kan het krijgen.’ ‘Woh jo!! Vaag man, hoe krijg je dat dan?’ vraagt Arifi, inmiddels toch een tikkeltje ongerust. Het antwoord is bloedserieus:‘Ik weet niet, mis- schien als je te veel asperges eet?’ ‘Nee man, doe normaal man! Echt niet!’ schreeuwt Arifi verontwaardigd. ‘Je liegt! Je liegt! Dat krijg je helemaal niet van asperges eten! Dat bestaat helemaal niet, die ziekte!’ ‘Echt wel! Echt wel! Die ziekte bestaat wel! Dat is bewezen! Dat heeſt de opvangjuf gezegd! Dat staat in een boek! En van pinda’s eten kun je toch ook in het ziekenhuis belanden, zoals Aron!’ Even is het stil, totdat Arifi met een zucht het dispuut besluit: ‘Okee, als die ziekte echt bestaat, dan komt het vast door het eten van die groene asperges, want die zijn extreem smerig.’ Iedereen met kinderen weet het: op het school- plein wordt wat afgekletst over psychische aandoeningen. Niet alleen door kinderen, maar vooral door ouders. Susan Bögels, hoogleraar ontwikkelings-psychopathologie, zegt het zo: ‘Op mijn schoolplein hoor ik ouders voortdurend over ADHD en autisme. Steeds meer kinderen krijgen antidepressiva, terwijl pillen niet behandelen, maar enkel symptomen bestrijden. Dat zijn maatschappelijke problemen, waar we discus- sie over moeten voeren. Dat is niet de schuld van DSM’ (NRC, 11 mei 2013). Bögels reageert hiermee op de hevige kritiek die ontstaan is op de recent herziene Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, beter bekend als de DSM V. Kern daarvan is dat het handboek een ratjetoe aan menselijk ongemak medicaliseert: van vergeetachtigheid bij ouderen tot driſtbuien bij kinderen en rusteloze benen. Zo wordt een zieke, aan pillen verslaafde samenleving gecreëerd. Die kritiek is niet nieuw, maar opvallend wijdverspreid en komt ook van binnenuit. Zo voert psychiater Allen Frances, voorzitter van de commissie van de vorige DSM IV, met zijn boek Terug naar normaal fel oppositie tegen de nieuwe editie. Hij vreest dat mensen met serieuze psychische stoornissen onbehandeld blijven en normale mensen worden volgepropt met pillen. Ook in Nederland is er harde kritiek. Hoogleraar psychiatrische epidemi- ologie Jim van Os trad tot de commissie van de nieuwe DSM toe om bij te dragen aan een andere indeling ervan: niet meer in absolute categorieën (je bent schizofreen of niet) maar in dimensies (je kunt ook een beetje schizofreen zijn). Dat streven is gesneuveld. Hij wil nu zelf een Europees alterna- tief ontwikkelen voor de DSM die volgens hem te veel gedomineerd wordt door Amerikanen die erg in de biologische psychiatrie geloven. Ondertussen worstelt de overheid met de ggz-kos- ten. Minister Schippers van VWS maande onlangs ggz-professionals om zorgvuldigere diagnoses te stellen. Zij vergat daarbij echter te vertellen dat het de overheid zelf is geweest – haar eigen partij voorop – die de ggz heeſt willen hervormen naar het evenbeeld van de markt met een afrekensy- steem waarin verzekeraars een DSM-diagnose eisen voor ze uitbetalen. Bovendien vermijdt dit het maken van een kritische analyse van de hedendaagse samenleving waarin meedoen het motto is, maar niet voor iedereen even gemak- kelijk en vanzelfsprekend is. Dus laat maar komen die discussie. Graag zelfs. En hoe zit het nu met die aspergerziekte? Wel, die stond inderdaad in de vorige DSM, maar niet meer in de nieuwe editie. Wat normaal en ziek is, blijſt ook een kwestie van strijd. Niet alleen op het schoolplein. < STRIJDPERK DSM V MARC HOIJTINK STUDEERDE SOCIOLOGIE EN MAATSCHAP- PELIJK WERK. HIJ WERKT ALS ONDERZOEKER BIJ HET KEN- NISCENTRUM MAATSCHAPPIJ EN RECHT EN IS ALS DOCENT VERBONDEN AAN DE MASTER SOCIAL WORK VAN DE HOGE- SCHOOL AMSTERDAM. wisselcolumn FOTO’S WIM OSKAM EN NIRANYANA JAYAMARY NUMMER 4, AUGUSTUS 2013 7

Transcript of Strijdperk DSM V

Page 1: Strijdperk DSM V

‘Hij mag geen snoep meer! Ik zweer het!’ Vol ontzetting vervolgt mijn zoontje zijn relaas. ‘Echt waar! Anders gaat hij heel hard rondjes rennen en iedereen slaan.’ Aan de rand van een schoolplein in Amsterdam analyseert hij als groep zesser verder, gestimuleerd door het gewillige oor van zijn vriendje, Arifi. ‘Echt, hij mag h-e-l-e-m-a-a-l geen snoep meer. Dat komt doordat hij de aspergerziekte heeft.’ Arifi kijkt hem met grote ogen aan vol van verbazing en ongeloof. ‘De asperger wat?’‘De aspergerziekte man! Van snoep ga je dan slaan en heel hard rondjes rennen. Je kunt er niets aan doen. En’, zo voegt hij er onheilspellend aan toe, ‘iedereen kan het krijgen.’ ‘Woh jo!! Vaag man, hoe krijg je dat dan?’ vraagt Arifi, inmiddels toch een tikkeltje ongerust. Het antwoord is bloedserieus:‘Ik weet niet, mis-schien als je te veel asperges eet?’‘Nee man, doe normaal man! Echt niet!’ schreeuwt Arifi verontwaardigd. ‘Je liegt! Je liegt! Dat krijg je helemaal niet van asperges eten! Dat bestaat helemaal niet, die ziekte!’‘Echt wel! Echt wel! Die ziekte bestaat wel! Dat is bewezen! Dat heeft de opvangjuf gezegd! Dat staat in een boek! En van pinda’s eten kun je toch ook in het ziekenhuis belanden, zoals Aron!’ Even is het stil, totdat Arifi met een zucht het dispuut besluit: ‘Okee, als die ziekte echt bestaat, dan komt het vast door het eten van die groene asperges, want die zijn extreem smerig.’

Iedereen met kinderen weet het: op het school-plein wordt wat afgekletst over psychische aandoeningen. Niet alleen door kinderen, maar vooral door ouders. Susan Bögels, hoogleraar ontwikkelings-psychopathologie, zegt het zo: ‘Op mijn schoolplein hoor ik ouders voortdurend over ADHD en autisme. Steeds meer kinderen krijgen antidepressiva, terwijl pillen niet behandelen, maar enkel symptomen bestrijden. Dat zijn maatschappelijke problemen, waar we discus-sie over moeten voeren. Dat is niet de schuld van DSM’ (NRC, 11 mei 2013). Bögels reageert hiermee op de hevige kritiek die ontstaan is op

de recent herziene Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, beter bekend als de DSM V. Kern daarvan is dat het handboek een ratjetoe aan menselijk ongemak medicaliseert: van vergeetachtigheid bij ouderen tot driftbuien bij kinderen en rusteloze benen. Zo wordt een zieke, aan pillen verslaafde samenleving gecreëerd. Die kritiek is niet nieuw, maar opvallend wijdverspreid en komt ook van binnenuit. Zo voert psychiater Allen Frances, voorzitter van de commissie van de vorige DSM IV, met zijn boek Terug naar normaal fel oppositie tegen de nieuwe editie. Hij vreest dat mensen met serieuze psychische stoornissen onbehandeld blijven en normale mensen worden volgepropt met pillen. Ook in Nederland is er harde kritiek. Hoogleraar psychiatrische epidemi-ologie Jim van Os trad tot de commissie van de nieuwe DSM toe om bij te dragen aan een andere indeling ervan: niet meer in absolute categorieën (je bent schizofreen of niet) maar in dimensies (je kunt ook een beetje schizofreen zijn). Dat streven is gesneuveld. Hij wil nu zelf een Europees alterna-tief ontwikkelen voor de DSM die volgens hem te veel gedomineerd wordt door Amerikanen die erg in de biologische psychiatrie geloven.

Ondertussen worstelt de overheid met de ggz-kos-ten. Minister Schippers van VWS maande onlangs ggz-professionals om zorgvuldigere diagnoses te stellen. Zij vergat daarbij echter te vertellen dat het de overheid zelf is geweest – haar eigen partij voorop – die de ggz heeft willen hervormen naar het evenbeeld van de markt met een afrekensy-steem waarin verzekeraars een DSM-diagnose eisen voor ze uitbetalen. Bovendien vermijdt dit het maken van een kritische analyse van de hedendaagse samenleving waarin meedoen het motto is, maar niet voor iedereen even gemak-kelijk en vanzelfsprekend is. Dus laat maar komen die discussie. Graag zelfs. En hoe zit het nu met die aspergerziekte? Wel, die stond inderdaad in de vorige DSM, maar niet meer in de nieuwe editie. Wat normaal en ziek is, blijft ook een kwestie van strijd. Niet alleen op het schoolplein. <

STRIJDPERK DSM V

MARC HOIJTINK STUDEERDE SOCIOLOGIE EN MAATSCHAP-PELIJK WERK. HIJ WERKT ALS ONDERZOEKER BIJ HET KEN-NISCENTRUM MAATSCHAPPIJ EN RECHT EN IS ALS DOCENT VERBONDEN AAN DE MASTER SOCIAL WORK VAN DE HOGE-SCHOOL AMSTERDAM.

wisselco

lum

nFO

TO’S

WIM

OSK

AM

EN

NIR

AN

YAN

A J

AYA

MA

RY

NUMMER 4, AUGUSTUS 2013 7