“To DSM or not to DSM?”: naar een nieuwe diagnostiek door de huisarts binnen de geestelijke...
-
Upload
laurens-strobbe -
Category
Education
-
view
255 -
download
2
Transcript of “To DSM or not to DSM?”: naar een nieuwe diagnostiek door de huisarts binnen de geestelijke...
“To DSM or not to DSM?”
Naar een nieuwe diagnostiek door de huisarts binnen de geestelijke gezondheidszorg?
Allegaert E, Deneffe A, Meirschaert N, Strobbe L
Promotor: dr. Van NulandCo-promotor: prof. De Lepeleire
Link Slideshare
2
Een overzicht
• Inleiding
• Onderzoeksvraag
• Materialen en methoden
• Resultaten
• Discussie
• Conclusie
• Referenties
• Vragen?
Inleiding- “Te gek”- Categoriale diagnostiek- Persoonsgerichte diagnostiek
4
“Te gek”
• Jaarlijkse prevalentie van psychische klachten = 10%
• Is vaak een aanmeldingsklacht bij de huisarts
5
Categoriale diagnostiek
• Nieuwe DSM(-5) criteria sinds 2013o = Gouden standaard?o Symptoomlijsten Diagnosestellingo Psychiaters > huisartsen
• Andere voorbeelden in de huisartsgeneeskundeo ICPC-2-R, PCV of ICD-10,
PROS, PRIME-MD
• Etiket? Patiënt?
6
Persoonsgerichte diagnostiek
• Alternatieve diagnostische benadering door J. Van Oso ‘De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een
nieuwe ggz.’
7
Alternatieve diagnostischebenadering door J. Van Os
1. “Wat is er met je
gebeurd?”
2. “Wat is je kwetsbaarheid
en je weerbaarheid?”
3. “Waar wil je naartoe?”
4. “Wat heb je nodig?”
Syndroomdiagnosen of dimensies1. “Wat is er met je gebeurd?” 2. “Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?” 3. “Waar wil je naartoe?” 4. “Wat heb je nodig?”
Onderzoeksvraag
9
Onderzoeksvraag
1. Is dit model hanteerbaar binnen de huisartsenpraktijk?
2. Zijn hier aanpassingen voor nodig?
3. Ervaren huisartsen en patiënten dit als een meerwaarde?
Materialen en methoden- Action research principe- Stap 1- Stap 2- Stap 3
11
Action research principe
Plannen
Uitvoeren
Observeren
Herplannen
12
Stap 1
P: Model J. Van Os en literatuur
U: Individueel model
ontwikkelen
O: Groeps-overleg H: Model 1
13
Stap 2
P: Scripts, patiënten, model 1 testen
U: Rollenspel
O: Evalueren rollenspellen
door studenten +
promotor
H: Model 2
Casussen: depressie, angststoornis, verslaving, burn-out
14
Stap 3
P: Simulatie-patiënten
(SP), Scripts, Model 2
U: Opnames simulatie-
gesprekken
O: Korte feedback met SP, Debriefing
met SP, evaluatie door de studenten, evaluatie door
promotoren
H: Model 3
Casussen: depressie, angststoornis, OCS, somatiforme klachten
Resultaten- Overzicht- Stap 1- Stap 2- Stap 3- Mindmap aangepast
viervragenmodel
16
Overzicht
Model 1• De 4 door ons
uitgewerkte vragen van J. Van Os
Model 2• Vraag 1 meer aan
bod• Minder letterlijk• Sterktes en zwaktes
anders verwoorden• Minder suggestieve
vragen
Model 3• Niet teveel
verantwoordelijkheid• Tempo van de patiënt• Vierde vraag niet
altijd nuttig• Voldoende
geruststeling
17
Stap 1
• 4 vrageno Alternatieve bewoordingeno Subvragen
• Aandachtspunteno Psychische klachteno Dagelijks functionereno Lichamelijke klachten
• Dit resulteerde in ‘Model 1’
18
Stap 2
1. “Wat is er met je gebeurd?”
2. “Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?” 3. “Waar wil je naartoe?” 4. “Wat heb je nodig?”
19
Stap 3
1. Korte mondelinge evaluatie met SP na consulatie
2. De debriefing
3. De feedback van de medestudenten
4. De feedback van de promotoren
• Verfrissend
• Oplossingsgericht: “samen”
• Meerwaarde
20
Stap 3 (2)• Tempo
• Stap 0: oriëntatie
1. Meestal voldoendeo SP: ook werksituatie, sociaal, steunfiguren…o Inpikken, empathie
2. Onvoldoende: copingstrategieën
3. Korte + Lange termijn
4. Soms weerstand Niet te veel verantwoordelijkheid
1. “Wat is er met je gebeurd?”
2. “Wat is je kwetsbaarheid en je weerbaarheid?” 3. “Waar wil je naartoe?” 4. “Wat heb je nodig?”
21
Mindmap aangepast viervragenmodel
Coalitie – Vertrouwensrelatie – Shared decision making – Functionele arts-patiëntrelatie
2
1
23
22
Vraag 1: “Wat is er met je gebeurd?” (1)
23
Vraag 1: “Wat is er met je gebeurd?” (2)
24
Vraag 2: “Wat zijn je sterktes en zwaktes?” (1)
25
Vraag 2: “Wat zijn je sterktes en zwaktes?” (2)
26
Vraag 3: “Waar wil je naar toe?” (1)
27
Vraag 3: “Waar wil je naar toe?” (2)
28
Vraag 4: “Hoe kan ik je daarbij helpen?” (1)
29
Vraag 4: “Hoe kan ik je daarbij helpen?” (2)
30
Mindmap aangepast viervragenmodel
Coalitie – Vertrouwensrelatie – Shared decision making – Functionele arts-patiëntrelatie
2
1
23
Discussie- Terugblik op de onderzoeksvragen- Vergelijking met categoriale
diagnostiek- Uitvoering aangepast
viervragenmodel- Vaardigheden- Beperkingen van het onderzoek- The future?
32
Terugblik op de onderzoeksvragen
1. Is dit model hanteerbaar binnen de huisartsenpraktijk?o Ja, op basis van dit onderzoek wel
2. Zijn hier aanpassingen voor nodig?o Cfr supra
3. Ervaren artsen en patiënten dit als een meerwaarde?o Ja, door beiden ervaren als positief alternatief
• Patiëntgericht en samenwerkingsmodel • Ruimte voor het individuele verhaal
33
Vergelijking met categoriale diagnostiek
• DSM-5, ICD-10, ICPC-2-R, PROS
Categoriale methodes Viervragenmodel- Pathologiespecifieke
anamnesevragen
- Bepaalde diagnostische categorie
- Elke categorie heeft reeds behandelinsplan- Gebaseerd op
wetenschappelijk onderzoek
- Persoonlijk verhaal op basis van vraag 1
- Dimensie
- Persoonsgerichte behandeling
34
Uitvoering aangepast viervragenmodel
• Leidraado Flexibel mee omgaano Meer gebruikservaring
• Tempo: De patiënt lijdt en leidt.o Niet te hoogo Niet steeds alle vragen in 1 consultatieo Huiswerk ter voorbereiding
35
Vaardigheden
• Stap 0o Zoals communicatietrainingo Bij psychosociale problemen
overgang naar viervragenmodel
• Achtergrondkennis:o DSM-5 criteriao Andere tools
• Motivationele gesprekstechnieken
36
The future?
• Onderzoek met …o Casussen met mengbeeldeno Patiënten met psychosociale klachteno Huisartsen met voldoende ervaring
Conclusie
38
Conclusie
• Model gebaseerd op vier vragen
• Persoonsgerichte dimensionele diagnostiek
• Ervaren als een meerwaarde
• Verder onderzoek is noodzakelijk
Referenties
40
Referenties (1)1. Bruffaerts R, Bonnewyn A, Van Oyen H, Demarest S, Demyttenaere
K. Prevalentie van mentale stoornissen in de Belgische bevolking. Tijdschrift voor Geneeskunde 2004, 60(2): 75-85.
2. American Psychiatric Association. Diagnostic and statistical manual of mental disorders. 5th ed. Arlington: American Psychiatric Publishing, 2013.
3. WHO. Diagnostic and management guidelines for mental disorders in primary care: ICD-10 Chapter V Primary Care Version. Germany (Göttingen): Hogrefe & Huber Publishers, 1996.
4. WONCA International Classification Commitee. International Classification of Primary Care ICPC-2-R. Revised second edition. Oxford: Oxford University Press, 2005.
5. Daniel J, Carlat MD. The psychiatric review of symptoms: a screening tool for family physicians. Am Fam Physician 1998, 58(7): 1617-1624.
41
Referenties (2)6. Tamburrino MB, Lynch DJ, Nagel RW, Smith MK. Primary care
evaluation of mental disorders (PRIME-MD) Screening for minor depressive disorder in primary care.
7. Searight HR. Realistic approaches to counseling in the office setting. Am Fam Physician 2009, 79(4): 277-284.
8. Van Os J. De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe ggz. Leusden: Diagnosis Uitgevers, 2014.
9. Meyer J. Qualitative research in health care. Using qualitative methods in health related action research. BMJ 2000, 320(7228): 178-181
10. Brems M, Van Nuland M, De Lepeleire J. Het Leuvens Consultatiemodel: Peilen naar de ideeën, beleving en verwachtingen van de patiënt. Huisarts Nu 2012, 41:14-1.
Zijn er nog vragen?
Bedankt voor uw aandacht!