Stappenplan Rayon Zuid 2014 - NBB - Nederlandse Basketball ... · Uitleg van gebruikte tekens ......

35
Stappenplan voor de ontwikkeling, begeleiding en beoordeling van Basketbalscheidsrechters

Transcript of Stappenplan Rayon Zuid 2014 - NBB - Nederlandse Basketball ... · Uitleg van gebruikte tekens ......

   

 

 

Stappenplan

voor de ontwikkeling,

begeleiding en beoordeling van

Basketbalscheidsrechters

1

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Hoofdstukindeling

Omschrijving Blz.

Inleiding 2

Schema 3

Uitleg van gebruikte tekens 4

Stap 1: Voorbereiding en performance 5

Stap 2: Signalen 8

Stap 3: Arbitragetechniek startend 14

Stap 4: Spelregelkennis startend 20

Stap 5: Arbitragetechniek gevorderd 22

Stap 6: Spelregelkennis gevorderd 26

Stap 7: Controle over de wedstrijd 29

Stap 8: Wedstrijd dragen 31

Nawoord 34

2

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Inleiding

Een basketbalwedstrijd fluiten vraagt veel van een scheidsrechter. Met het volgen van een cursus ben je er nog niet. In de praktijk leer je het pas echt. Door veel te fluiten, feedback te krijgen en zelf aan je ontwikkeling te werken. Goede begeleiding helpt enorm. Dit Stappenplan helpt daarbij. Dit plan zal houvast moeten geven aan de begeleiders en verderop in het traject de beoordelaars, op welke punten zij zich moeten richten. Deze beginnende scheidsrechter wordt dan niet telkens overstelpt met geheel nieuwe informatie, maar komt gestructureerd steeds een stap verder. Dit stappenplan voorziet daar volgens ons in en bestaat uit de volgende acht stappen:

Stap 1: Voorbereiding en performance Stap 2: Signalen Stap 3: Arbitragetechniek startend Stap 4: Spelregelkennis startend Stap 5: Arbitragetechniek gevorderd Stap 6: Spelregelkennis gevorderd Stap 7: Controle over de wedstrijd Stap 8: Wedstrijd dragen

In hoofdlijnen is dit het plan, dat als houvast dient voor de beginnende scheidsrechter en voor de begeleider en beoordelaar. Schematisch staat dit stappenplan op de volgende pagina verder uitgewerkt. Daarna worden alle stappen uitgebreid beschreven. Een scheidsrechter die zich tussen stap één tot en met vier bevindt, wordt begeleid door een ervaren scheidsrechter. De stappen vijf tot en met acht worden gevolgd door een beoordelaar. De scheidsrechter zal zelf moeten aangeven in welke stap hij zich bevindt. Het maakt niet uit hoelang hij over een bepaalde stap doet. De ene scheidsrechter zal snel door stap 1 heen gaan en langer doen over stap 2. Bij een andere scheidsrechter is dat omgekeerd. Voor de begeleiding en de beoordeling zijn formulieren beschikbaar, die aansluiten bij de beschreven stappen. Dit document is voor het overgrote deel overgenomen van het Stappenplan Scheidsrechter dat R. Hunting in opdracht van de R.S.C. van Rayon Oost heeft ontwikkeld. We zijn hem erkentelijk voor het vele werk dat hij hierin heeft gestoken. Versie 1.0 Maart 2014

3

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Landelijk  arbiter  

  Ontwikkeling              Stap  8  Wedstrijd  dragen  

• Leading  man  • Game  flow  • Eigen  identiteit  

              Stap  7  Controle  over  de  wedstrijd  • Gezag  en  uitstraling  • Op  juiste  momenten  beslissingen  nemen  • Aanvoelen  wedstrijd  

  Beoordeling     Stap  6  Spelregelkennis  gevorderd  • Consequent  handelen  • Juiste  strafmaat  • Communicatie  met  spelers  en  coaches  

          Stap  5  Arbitragetechniek  gevorderd  • Mobiliteit  • Communicatie  met  jury  • Contact  met  je  collega  tijdens  de  wedstrijd  • Weakside  coverage  • Ballside  coverage  

        Stap  4  Spelregelkennis  startend  • Beoordeling  overtredingen  • Beoordeling  fouten  

      Stap  3  Arbitragetechniek  startend  Deel  1  

• Lichaamshouding  • Aangeven  waar  je  kijkt  • Vakverdeling  • Lijnenwerking  • Oogcontact  met  je  collega  

Deel  2  • Positie  wisselen  na  een  fout  • Positie  wisselen  na  een  overtreding  • Bewegen  als  lead  • Bewegen  als  trail  

    Stap  2  Signalen  • Aangeven  score  • Tijd  stop  signaal  • Aangeven  overtredingen  • Aangeven  fouten  • Wissel  signaal  en  procedure  • Time-­‐out  signaal  en  procedure  • Aandachtspunten  

  Begeleiding  

  Stap  1  Voorbereiding  en  performance  • Tijdstip  aanwezig  • Uitrusting  • Pre-­‐game  talk  • Captainsmeeting  • Warming-­‐up  • Controle  veld  en  materiaal  • Afspraken  Jury  

               

Tijd  

         

4

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Sp

eelrichtin

g

altijd

Bez

oeke

nd

Tafe

l Th

uiss

pele

nd

Uitleg van gebruikte tekens

Aanvaller Aanvaller

Aanvaller met bal

Verdediger

Lead-scheidsrechter

Trail-scheidsrechter

Bal

R Rebounding situatie

Pivoteren

Weg v/d speler / scheidsrechter

Weg v/d bal met pass

Dribbel

Schot (ook lay-up)

Screen

Balafgave door hand-off

Spelrichting is (bijna) altijd van boven naar beneden

5

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 1: Voorbereiding en performance De basis afspraken voor beginnende scheidsrechters bevatten de volgende onderwerpen:

• Tijdstip aanwezig • Uitrusting • Pre-game-talk • Captainsmeeting • Warming-up • Controle veld en materialen • Afspraken jury

Tijdstip aanwezig De NBB richtlijn is dat de scheidsrechters een uur van te voren aanwezig zijn. Dit heeft tot doel dat je eventueel oponthoud onderweg kunt opvangen, zodat je niet met een gestresst of opgejaagd gevoel de wedstrijd in gaat. Je hebt daarnaast voldoende tijd om kennis met je collega te maken en een warming-up af te werken. Vanaf hier begint ook al jullie teamvorming, drink dus samen een kop koffie/thee. Ga niet een babbeltje maken met Jan en alleman. Laat je collega niet alleen zitten. Uitrusting Je uitrusting bestaat uit:

• grijs scheidsrechtersshirt • zwarte broek (geen trainingsbroek) • zwarte schoenen voor in de zaal • zwarte sokken • zwart scheidsrechtersfluitje (B.v. Fox-40 of Dolphin) • zwart warming-up jack • scheidsrechtershandboek • arbitragetechniekbordje • en natuurlijk dit stappenplan!!

Pre-game-talk Bespreek met je collega zaken die van belang kunnen zijn in een wedstrijd. Met name die zaken die in voorgaande wedstrijden een probleem vormden in je samenwerking met de collega waar je toen mee hebt gefloten. Zaken die naar voren kunnen komen zijn o.a.:

• hoe geef jij of jouw collega aan dat hij niet weet wie balbezit moet krijgen bij een uitbal • hoe geef jij of jouw collega een advies bij wel/geen score als de ander het niet weet • benchcontrol • tegelijk fluiten • overgang vak 3/4 • centers in vak 6

Maak bij de pre-game-talk gebruik van het arbitragetechniekbordje. Captainsmeeting 20 minuten voor aanvang van de wedstrijd hebben beide scheidsrechters met de aanvoerders een –korte- captainsmeeting in de middencirkel. Stel je aan elkaar voor. Benadruk dat jullie daar staan om de wedstrijd in een sfeer van Fair Play te laten plaatsvinden. Geef aan hoe je met elkaar in de wedstrijd wilt communiceren.

6

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Warming-up Zorg ervoor dat je voldoende voorbereid de wedstrijd in gaat. Een warming-up helpt om je te concentreren/focussen op de wedstrijd en andere zaken te vergeten. Stretchen maakt ook onderdeel uit van een warming-up en voorkomt blessures. Neem ruim de tijd voor je warming-up en begin er ongeveer 13 minuten voor aanvangstijdstip mee. Laat de wedstrijd klok aftellen tot het aanvangstijdstip, zodat jullie je hierop kunnen oriënteren. Begin ook samen aan een warming-up, laat zien dat jij en je collega een team vormen. Jullie warming-up hoeft natuurlijk niet hetzelfde te zijn, iedereen heeft hierin andere behoeftes, maar wacht wel op elkaar; eindig dus tegelijk. Denk ook aan de warming-up in de pauze. Deze maakt je weer scherp voor de tweede helft. Controle veld en materialen Let voor aanvang op de volgende zaken:

• is het rondom het veld veilig, zorg dat spelersbanken / jurytafel / tassen / etc. op veilige afstand staan. Dit is niet enkel voor de spelers maar vooral voor jou en je collega. Kortom: maak gebruik van de ruimte die er is;

• controleer of de baskets op de goede plek staan, op de juiste hoogte en afgeschermd zijn;

• is er een zichtbare wedstrijd klok en 24-seconden apparatuur? Welke geluids- signalen worden gebruikt? Test deze apparatuur of laat dit doen;

• zijn er bordjes voor de persoonlijke fouten en vlaggen voor de (vier) team fouten; • een pijl; • laat je een wedstrijdbal aanreiken, twee is nog beter, en nee niet een bal waar ze mee

warmspelen (vraag op tijd om een bal); • hoe staat de 24-seconden apparatuur opgesteld? 2 meter vanaf de zijlijn en 2 meter vanaf de

baseline, diagonaal naar elkaar gericht, de 24-seconden weergave links van de jury dient in de linker hoek van het speelveld te staan;

Afspraken jury Maak afspraken over de volgende zaken:

• laat een gescoorde 3-punter “terug geven”; • test de kennis van de jury leden, laat bijvoorbeeld de 24-seconden regel uitleggen door

de betreffende operator; • maak afspraken met de timer over het signaal bij wissels en time-out, met name als er voor een

fout is gefloten. Dus eerst de communicatie tussen jullie en de juryleden afhandelen en pas dan een signaal. Wel duidelijk afspreken dat er ook een signaal komt (dit wordt nogal eens vergeten);

• spreek duidelijk af dat spelers een wissel moeten aanvragen en niet de coach en dat spelers ook gebruik maken van de wisselbank;

• check wie de pijl bedient. Laat de pijl pas draaien als de bal weer in het spel is; • maak afspraken over het doorgeven van spelersnummers boven de 15.

Let er op dat 20 minuten voor aanvang van de wedstrijd de spelersnamen etc. zijn ingevuld. Let er ook op dat een aanvoerder staat aangegeven. Uiterlijk 10 minuten voor aanvang hebben de coaches hun startende vijf aangegeven. Thuisspelende coach eerst. De coaches dienen een paraaf te zetten.

7

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Tijdschema vóór de wedstrijd 1 uur voor aanvang Scheidsrechters in de sporthal

45 minuten voor aanvang Omkleden

35 minuten voor aanvang Pre-game talk in de kleedkamer

20 minuten voor aanvang Scheidsrechters op het speelveld

Voorstellen aan beide coaches Wedstrijdklok laten lopen Captainsmeeting Controle sheet/spelerskaarten Controle veld en materialen Wedstrijdbal uitzoeken Afspraken maken met jury

Uiterlijk 13 minuten voor aanvang Warming up

10 minuten voor aanvang Startende vijftallen aangegeven, paraaf coach

Uiterlijk 8 minuten voor aanvang Beide scheidsrechters tegenover de jurytafel

6 minuten voor aanvang Fluiten: ploegen van het veld voor line-up

3 minuten voor aanvang Fluiten: voor 3 minuten

2 minuten voor aanvang Oversteken naar de jurytafel

1.30 voor aanvang Fluiten: ploegen van het veld

8

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 2: Signalen

Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: · Aangeven score (geen tijd stop) · Tijd stop signaal · Aangeven overtredingen · Aangeven fouten · Wissel signaal en procedure · Time-out signaal en procedure · Tijd in signaal · Aandachtspunten

Aangeven score Eén van de meest voorkomende taken van een scheidsrechter is het aangeven van een score. Hierbij is er onderscheid tussen een één- (fig. 2.1), een twee- (fig. 2.2) en een geslaagde driepunter (fig. 2.4). Bij de driepunter maken we daarnaast nog onderscheid tussen het aangeven van de poging (fig. 2.3) en de werkelijke score. Het is overigens de trailscheidsrechter die de scores dient aan te geven (de lead kan slechts in uitzonderlijke gevallen een advies geven, hierover later meer in stap 3).

Fig. 2.1

Fig. 2.2

Fig. 2.3 Fig. 2.4

Tijd stop signaal Er zijn twee signalen die de tijd stoppen en daarmee het spel doodleggen, dit zijn.:

- het fluitsignaal voor het aangeven van een Fig. 2.5

overtreding (fig. 2.5) - het fluitsignaal voor het aangeven van een

fout (fig. 2.6) - na een score in de laatste 2 minuten van de reguliere

speeltijd en van elke verlenging hoef je enkel het tijd stop signaal te geven (fig. 2.5), dus dan niet fluiten. Bij het wegrollen van de bal na een score fluit je wel en geef je ook het tijd stop signaal.

Fig. 2.6

9

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Aangeven overtredingen Na het tijdstop- en fluitsignaal (fig. 2.5) dien je aan te geven waar je voor gefloten hebt. Zorg ervoor dat je dit in stilstaande positie doet, met je ogen op het speelveld gericht. Wacht ongeveer twee tellen voordat je na het tijdstopsignaal aangeeft waar je voor gefloten hebt, zodat de ogen van spelers/coaches/publiek op je gericht zijn. Daarna heb je de keuze uit negen overtredingen:

Fig. 2.7

Fig. 2.8 Fig. 2.9 Fig. 2.10 Fig. 2.11

Fig. 2.12 Fig. 2.13 Fig. 2.14 Fig. 2.15 Fig. 2.16

Aangeven fouten Na het tijdstop- en fluitsignaal (fig. 2.16) zijn er bij het aangeven van een fout een aantal verschillende fases en opties te onderscheiden. Allereerst dien je aan te geven wie de fout krijgt, wijs daartoe duidelijk in de richting van de speler die de fout krijgt (fig. 2.16) ter hoogte van zijn middel. Loop desnoods enkele passen naar de speler toe. De tweede stap is enkel van toepassing als je een technische (fig. 2.17), onsportieve (fig. 2.18) of diskwalificerende fout (fig. 2.19) geeft. Dit doe je ook direct na het aanwijzen van de speler die de fout krijgt.

Fig. 2.17 Fig. 2.18 Fig. 2.19

10

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

De volgende stap behelst het doorgeven van de fout aan de jury. Daartoe dien je jezelf te verplaatsen naar een positie waar je duidelijk zichtbaar bent voor de jury. Dit kan vanaf elke positie binnen het rood gearceerde gebied in figuur 2.20. Zorg er voor dat er niemand tussen jou en de jury staat. Let erop dat op het moment dat je naar die positie toeloopt je dit altijd buiten om doet (loop niet tussen spelers door)! En maak onderweg oogcontact met je collega die een advies functie heeft of de bal door de basket is gegaan ja of nee. Jij bent echter degene die bepaalt of de basket wel of niet telt. Bespreek voor de wedstrijd met elkaar hoe je dit advies aangeeft.

Fig. 2.20

Het doorgeven van de fout aan de scorer dient te gebeuren in de volgende volgorde:

Wel of geen score

Wie krijgt

de fout (nummer)

Wat is de fout

Hoe gaan we verder

Time out of wissel

Geen score geef je aan door je handen kruiselings over elkaar heen te bewegen op buik hoogte. Het wel toekennen van de score doe je conform figuur 2.2. Let wel dit is enkel van belang als de bal door de basket is gegaan op moment of vlak na moment van fluiten. Wie de fout krijgt geef je aan door het doorgeven van het nummer. De nummers 4 tot en met 15 geef je aan (zie o.a. fig. 2.21-2.23) en hogere nummers benoem je.

Fig. 2.21 Fig. 2.22 Fig. 2.23

Je ziet dat in 1e instantie alles met de rechter hand aangegeven wordt. Met je rechterhand geef je tevens de vijf en tientallen (=gebalde vuist) aan.

11

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Daarna geef je aan wat de betreffende speler fout heeft gedaan. De volgende zes mogelijkheden heb je:

Fig. 2.24 Fig. 2.25 Fig. 2.26

Fig. 2.27

Fig. 2.28

Fig. 2.29

We gaan verder met of met vrije worpen (fig. 2.30-2.32) of met een balinname aan de zijkant of op één van de twee baselinen (fig. 2.33).

Fig. 2.30 Fig. 2.31 Fig. 2.32

Fig. 2.33 Fig. 2.34

Als het een fout was begaan door het team in balbezit, dien je in plaats van met de vinger te wijzen (fig. 2.33) een gebalde vuist uit te steken in de richting van de basket van de ploeg waarvan de speler is die de fout heeft begaan (fig. 2.34).

12

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Pas hierna komt een eventuele wissel of time-out. (zie verder op). Begeef je vervolgens naar je (nieuwe) positie.

Fig. 2.35

Wat nog niet is behandeld is het aangeven van een dubbelfout. Als je een goede samenwerking met je collega hebt, zal deze ook niet snel (lees niet veel) voorkomen. Zorg ervoor dat voordat je iemand aanwijst voor de fout, je met je collega hebt afgestemd of deze niet ook heeft gefloten. Bekijk bij gelijktijdig fluiten wie de beste positie heeft voor de call en laat deze beslissen. Mocht je toch voor een dubbelfout fluiten, geef dit dan met het signaal in fig. 2.35 aan, na het aanwijzen van beide spelers.

Wissel signaal en procedure De wisselprocedure begint met het signaal van de timer. De scheidsrechter die het dichtst bij de tafel staat op het moment dat het signaal klinkt handelt de wissel(s) af en begeleidt de

Fig. 2.36

Fig. 2.37 wissel(s). Daartoe begin je met een fluitsignaal en geef je het

wissel teken (fig. 2.36). Geef dit teken nog steeds aan terwijl je oogcontact zoekt met je collega, zodat hij ook weet dat er gewisseld wordt. Loop naar een positie ter hoogte van de jurytafel, je begeleidt hiermee de wissel en wenkt de speler(s) het veld in (fig. 2.37). Dit is het moment dat de wisselspeler een veldspeler wordt en de te wisselen speler een vervanger. Toon dat je de wissel onder controle hebt. Nadat de

speler(s) het veld heeft/hebben verlaten ga je terug naar je positie en geef je aan je collega een teken dat het spel door kan gaan (fig. 2.38).

Fig. 2.38

Time-out signaal en procedure Net als de wissel procedure begint de time-out procedure ook met het signaal van de timer. Deze zal dan het time-out teken geven. Ook hier is het de scheidsrechter die het dichtst bij de

tafel staat degene die een en ander in gang zet. Je fluit en neemt het time- Fig. 2.39 out signaal over (fig. 2.39). Ook nu weer contact met je collega zoeken zodat je

weet dat hij niet verder gaat met het spel. Vervolgens neem je een positie in rond de middencirkel. De andere scheidsrechter blijft op zijn positie staan. Beiden houden zicht op beide teams. Eventueel kan er even kort een praatje gemaakt worden onderling om e.e.a. af te stemmen. Na 50 seconden (en niet eerder) dient er een signaal af te gaan en zie je erop toe dat beide teams weer aan het spel gaan deelnemen. Vervolgens ga je naar je nieuwe positie en nadat alles ok is stem je met je collega af dat het spel hervat kan worden (fig. 2.38).

13

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Fig. 2.40 Tijd in signaal

Na alle dode spel situaties (m.u.v. vrije worpen) dient de scheidsrechter die de bal vrij geeft een tijd in signaal te geven (fig. 2.40) ten teken dat de timer en de 24-seconden operator de tijd moeten laten lopen. In de laatste twee minuten van het 4e kwart en eventuele verlenging(en) geeft de nieuwe trail scheidsrechter dit signaal na een score,

Aandachtspunten Wees duidelijk en volledig met je signalen. Neem ook even de tijd tussen de signalen (fluiten+tijdstop - 2 tellen - waar fluit je voor -1 tel - wat is de straf – 1 tel - hoe gaan we verder). Wees ook overtuigend, dit betekent dat als je fluit je ook weet waarvoor je fluit en hoe je het aangeeft. Zorg dat je de handelingen van deze stap kent, je hebt ze immers elke wedstrijd heel vaak nodig.

14

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Bez

oeke

nd

Taf

el

Thu

issp

elen

d Stap 3: Arbitragetechniek startend

Wat houdt arbitragetechniek startend in? · Lichaamshouding · Vakverdeling

· Lijnenwerking deel 1 · Oogcontact met collega · Positie wisselen na een fout · Positie wisselen na een overtreding deel 2 · Bewegen als lead · Bewegen als trail · Lead en trail

Lichaamshouding Het is de bedoeling dat je met je lichaam laat zien waar je kijkt. En dan met name met je heupen. Zoals een speler open moet pivoteren naar de basket, moet je als scheidsrechter jezelf opendraaien naar het spel. Je laat zo aan je collega zien waar jij naar kijkt en je kunt dit zo ook zien aan je collega. Probeer dus niet met je hoofd heen en weer te draaien, dit is te onrustig. Draai ook altijd zo open, dat je ogen steeds op het spel en/of de spelers gericht blijven.

Vakverdeling (stap 3-1) Zoals je weet begint de wedstrijd op het moment dat je aankomt bij de sporthal, dit is de pre- game fase. De wedstrijd begint natuurlijk pas echt met de sprongbal. Deze wordt uitgevoerd

Fig. 3.1 weg hfd.scheidsrechter

door de hoofdscheidsrechter. Na de uitvoering zal deze blijven staan totdat het spel zich van hem weg verplaatst. Het is de taak van de 2e scheidsrechter om zich naar de baseline te begeven daar waar de ploeg in balbezit gaat aanvallen en het liefst voor de bal uit (fig. 3.1). Tijdens het verdere spel dienen de scheidsrechters er naar te streven om steeds een zo gunstig mogelijke

weg 2e scheidsrechter

positie in te nemen vanwaar ze het spel kunnen beoordelen. Daartoe moeten ze met elkaar samenwerken om het veld en de

Fig. 3.2

3

Trail-scheidsrechter

2 1

spelers te overzien. Hierbij is als hulpmiddel het halve veld in zes (ongelijke) vakken verdeeld (fig. 3.2). Wie waar wanneer moet kijken komt verderop aan bod.

4 5 6

Lead-scheidsrechter

15

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Lijnenwerking (stap 3-1) Betreffende uitballen is de afspraak dat de lead verantwoordelijk is voor de baseline en de zijlijn aan zijn linkerzijde tot de vrije-worplijn (is het rode gebied in fig. 3.3). De trail is verantwoordelijk voor uitballen in het overige gebied (is het blauwe gebied in fig. 3.3). Fluit dus niet voor een uitbal op de baseline als je trail arbiter bent. Je mag/moet wel een advies geven als je collega het niet weet, hiervoor dien je dus samen oogcontact te maken (zie volgende item). Hou er rekening mee dat als je als lead de bal laat innemen (indien de bal in het rode gebied is uitgegaan) je altijd tussen de speler en de basket in staat. De trail bevindt zich, als hij de bal laat innemen, altijd achter het spel.

Fig. 3.3

J u r y

= Uitlijnen lead = Uitlijnen trail

In de figuur 3.4 zijn een aantal balinname voorbeelden weergegeven over de positie van de scheidsrechters bij de balafgave.

Fig. 3.4

Oogcontact met je collega (stap 3-1) Voor nu beperken we ons tot het oogcontact tussen jou en je collega bij begin van een dood spel moment, tijdens en vlak voor het einde van het dode spel moment. In stap 5 gaan we in op het contact tijdens het spel. Zoek bij elk fluit signaal oogcontact met je collega, of je nu degene bent die fluit of de andere. Kijk waar je collega staat en eventueel wat hij fluit, zodat je kunt anticiperen op wat jouw actie zal zijn. Een aantal situaties verdienen speciale aandacht:

- Aangeven wel of geen score; als de lead fluit voor een fout op een doelende speler, geeft de trail een advies of de bal door de basket is gegaan ja of nee. Maak voor de wedstrijd een afspraak hoe je dit aangeeft, bijvoorbeeld door

Let op!

Fluiten als de bal uit gaat

met twee vingers op heup hoogte naar beneden te wijzen of met een vlakke hand op dezelfde hoogte ten teken dat er geen score was. Echter degene die fluit bepaalt of de score wel of niet telt.

- Advies bij uit bal; op het moment dat een bal uit gaat en degene die verantwoordelijk is voor die lijn weet niet wie recht op balbezit krijgt, dient hij advies bij zijn collega te vragen. Zoek hiervoor dus oogcontact, de andere

16

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

dient dus goed zijn collega in de gaten te houden en op dat moment zijn advies aan te geven. Volg dit advies dan ook op.

- Bij doelpogingen vanuit vak 1, 2 of 3 en bij een lange pass aangeven, als de bal uit gaat, dat de bal aangeraakt is door een verdediger. De lead kan dan vaak niet weten of de bal aangeraakt is kort na het moment van verlaten van de hand. Je zult dan dus oogcontact moeten maken en aangeven dat de bal aangeraakt is zodat de lead weet dat dezelfde ploeg balbezit houdt. Vaak kun je dit oogcontact al hebben voordat de bal werkelijk uit is, let er dus beiden op.

- Oogcontact voor bal afgave; kijk of je collega bezig is met het spel of (nog) bezig is met een wissel of time-out of met andere zaken. Geef dus niet de bal vrij. Zoek ook oogcontact met je collega als je nog niet wilt dat hij de bal vrij geeft. Geef dit bijvoorbeeld aan door met je handpalm een stop teken naar voren te maken.

Je bent dus allebei verantwoordelijk voor het zoeken naar/maken van oogcontact.

Positie wisselen na een fout (stap 3-2) Wanneer wissel je nu van positie als een van jullie beide voor een fout heeft gefloten? Als leidraad kun je stellen dat op het moment dat je elkaar kruist je ook moet wisselen. Wat bedoelen we met “elkaar kruisen”? Als degene die fluit voor de fout richting de tafel moet lopen om de fout aan te geven dit doet vanuit een positie waarbij hij voorbij zijn collega komt, een paar voorbeelden in figuur 3.5 en 3.6:

Fig. 3.5

De lead fluit voor een ver- De lead fluit voor een aanval- De trail fluit voor een ver- dedigende fout. Hij geeft e.e.a. lende fout. Hij geeft e.e.a. door dedigende fout. Hij geeft e.e.a. door aan de jury en loopt terug aan de jury en loopt terug naar door aan de jury gaat terug naar naar de baseline om de bal in de baseline om de bal in te zijn oude positie. De lead laat te laten nemen. te laten nemen. de bal innemen.

17

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Vervolg voorbeelden:

Fig. 3.6

De trail fluit voor een aanval-

De trail fluit voor een ver-

De trail fluit voor een aanval-

lende fout. Hij geeft e.e.a. dedigende fout. Hij geeft e.e.a. lende fout. Hij geeft e.e.a. door aan de jury en loopt naar door aan de jury en loopt terug door aan de jury en gaat naar de baseline aan de andere kant zijn oude positie om de bal in te de baseline. De “oude” lead laat ”oude” lead laat de bal innemen. te laten nemen aan de zijlijn. de bal innemen aan de zijlijn.

Let er op dat de scheidsrechter die niet fluit net zo lang blijft stil staan (freeze) totdat zijn collega begint met het aangeven van de fout. Pas dan gaat hij in de richting van zijn nieuwe positie. Wel altijd de spelers blijven zien.

Positie wisselen na een overtreding (stap 3-2)

Voor het wisselen van positie na een overtreding is de stelregel: als de niet aanvallende partij balbezit krijgt aan de zijlijn links van de trail, kan er gewisseld worden door de twee scheidsrechters. Waarbij aanvullend geldt dat de bal ingenomen gaat worden in het gebied tussen de twee vrije worplijnen. De lead wordt dan ook weer lead aan de andere kant en de trail stapt uit en geeft de bal weer vrij (zie fig. 3.7 voor het gebied en de positie wisseling).

Fig. 3.7

18

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Bewegen als lead (stap 3-2) Het is de bedoeling dat je als lead de gehele baseline gebruikt als je werk-/loopgebied. Dit betekent dat als de mogelijkheid er is (en zich aandient) je ook onder de basket door loopt naar vak 6. Je begint een aanval “breed” en overziet de bucket, dus zo ongeveer vak 4, 5 en 6 (fig. 3.8). De afbeeldingen in figuur 3.9 laten zien waar je als lead hoort te staan als de bal niet in een van “jouw” vakken is.

Let op hoe de scheidsrechter gedraaid staat t.o.v het spel.

Fig. 3.8

Fig. 3.9

De afbeeldingen in figuur 3.10 laten zien waar je als lead hoort te staan als de bal in een van “jouw” vakken is. Let speciaal op hoe de scheidsrechter staat opengedraaid naar het spel toe. Bedenk dat je opstelling t.o.v. de bal dusdanig is dat je tussen spelers door kunt kijken en dat je altijd van buiten naar binnen kijkt (is in dit geval vanaf de baseline het veld in).

Fig. 3.10

19

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Bewegen als trail (stap 3-2)

Fig. 3.11 Voor de trail is vak 1 het werkgebied om continue te zoeken/bewegen naar de juiste positie om het spel te beoordelen (fig. 3.11). Ook hier moet je opstelling t.o.v. de bal dusdanig zijn dat je tussen spelers door kunt kijken en dat je altijd van buiten naar binnen kijkt (is in dit geval vanaf de rechter zijlijn kant het veld in). De afbeeldingen in figuur 3.12 laten zien waar je als trail hoort te staan als de bal in een van “jouw” vakken is.

Fig. 3.12

De afbeeldingen in figuur 3.13 laten zien waar je als trail hoort te staan als de bal niet in een van “jouw” vakken is.

Fig. 3.13

Lead en trail (stap 3-2) Met name de overgang van de bal vanuit vak 3 naar vak 4 en de overgang van de bal vanuit vak 1 naar vak 6 verdient speciale aandacht. Wanneer pak je als lead over van de trail. Maak hier goede afspraken over in je pre-game-talk. En met name hier is het van belang dat je duidelijk open draait als lead en duidelijk van de bal af draait als trail. Maak dit duidelijk met je heupen, zie het onderwerp lichaamshouding aan het begin van stap 3-1.

20

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 4: Spelregelkennis startend

Bij deze stap beperken we ons tot: · Beoordeling overtredingen · Beoordeling fouten

Om zowel een overtreding als een fout juist te kunnen beoordelen is het belangrijkste je positie ten opzichte van de spelsituatie. Zorg dat je tussen spelers door kunt kijken en dat je op het moment van contact (bij fouten) stilstaat. Denk dus ook aan de in stap 3 behandelde blikvelden voor de lead en trail.

Beoordeling overtredingen - Voetbal: Bedenk dat het aanraken van de bal met enig deel van het been pas dan

een overtreding is als dit opzettelijk gebeurt. Een pass tegen de voet van de verdediger is dus geen overtreding.

- Lopen: Het beoordelen van loopovertredingen is vaak ingewikkeld en vrij lastig. Probeer jezelf aan te leren om je ogen laag te richten. Zorg ervoor dat het middelpunt van je aandacht niet de handen van de speler zijn, maar meer zijn middel/knieën (fouten op de handen pik je dan ook wel mee). Doordat je bewust je ogen richt op de voeten zie je een loopovertreding vaak sneller. Probeer altijd te beoordelen wat de pivotvoet is en wanneer deze wordt losgelaten. Ga soms ook bewust een stap achteruit, met name als je als lead de bewegingen van een center in de bucket dient te beoordelen. Fluit van achter de speler, niet naast hem.

- Second dribbel: Hierbij is het van belang dat je ziet wat een speler met de bal doet, je moet dus een goede positie innemen om de dribbel van de speler te beoordelen. Gelijk oplopen dus met een speler en “openstaan” richting de dribbelende speler.

- Dragen van de bal: Met name de guards hebben tegenwoordig de neiging om de bal te dragen. Bedenk dat het pas een overtreding is als de bal ook echt tot een (zeer) kort rustmoment komt, de hand is dan duidelijk onder de bal. Probeer te kijken wat de gewoonte dribbel van een speler is en welke dribbel afwijkt.

- Terugspelen: Ook hier is het zeer van belang dat je een goede positie inneemt om deze overtreding te kunnen beoordelen. Je kunt moeilijk vanaf de baseline fluiten voor terugspelen naar eigen helft. Fluit ook pas als de bal daadwerkelijk aangeraakt wordt, pas dan is de overtreding een feit. Het kan dus zijn dat dit in de buurt van de baseline is en dat de bal inname dus is vanaf de baseline.

- Secondenregels: Probeer alles zichtbaar te tellen met uitzondering van de 24-seconden natuurlijk. Wen jezelf dit aan, hierdoor houd je ook meer zicht en aandacht op het spel. Oefen ook, zodat een seconde ook echt een seconde is. Bekijk voor de 3-seconden regel of een speler actief bij het spel is betrokken of dat er voordeel uit behaald wordt.

21

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Beoordeling fouten Voor het juist kunnen beoordelen van persoonlijke fouten zijn een aantal uitgangspunten belangrijk: - Wie is er verantwoordelijk voor het contact; b.v. beweegt de

verdediger zich in een lijn recht achteruit en loopt de aanvaller op hem in, dan is de aanvaller verantwoordelijk voor het contact.

- Heeft de verdediger op het moment van contact een legale verdedigingspositie; bevindt de verdediger zichzelf binnen zijn “cilinder”, heeft hij zijn ogen gericht naar zijn tegenstander en staat hij met beide voeten op de speelvloer dan wel houdt hij zich eventueel aan zijn verticaliteit (de verdediger mag immers wel recht omhoog springen, hij heeft het recht op de ruimte boven hem). Zie ook figuur 4.1.

Fig. 4.1

Geef altijd duidelijk aan voor welke persoonlijke fout je fluit en of het een aanvallende fout is (zie ook stap 2 onderdeel aangeven fouten).

Voor het beoordelen of een fout een onsportieve fout is zijn er twee richtlijnen: - Een speler veroorzaakt contact en doet daarbij geen poging om de bal te spelen. - Een speler doet een poging om de bal te spelen maar hij veroorzaakt daarbij uitzonderlijk hard

contact. Let erop dat je gedurende de gehele wedstrijd de onsportieve fouten gelijk interpreteert. Dit komt erop neer dat als je in de eerste minuut iets als een onsportieve fout beoordeelt, dan dien je dit in de laatste minuut ook als zodanig te beoordelen.

Bedenk dat het beoordelen van fouten en overtredingen een continu proces is tijdens de wedstrijd. Niet iedereen zal het eens zijn met je beslissingen, maar sta achter je beslissing. De beschrijving van deze stap mag dan kort zijn, het juist toepassen van deze regels zal veel praktijk ervaring vragen.

! Zorg dat je ter hoogte van het spel bent. Beter een foute fout van dichtbij dan een goede fout van veraf gefloten !

22

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 5: Arbitragetechniek gevorderd

Aan bod komen de volgende items: · Mobiliteit · Communicatie met de jury · Contact met je collega tijdens de wedstrijd · Weakside coverage · Ballside coverage

Mobiliteit Ik durf hierbij te stellen dat de scheidrechter tijdens de wedstrijd meer beweegt dan een gemiddelde speler (niet persé sneller). De speler kan immers wisselen en zichzelf “verstoppen” in de aanval of de verdediging. De scheidsrechter dient zichzelf te verplaatsen bij ongeveer elke balverplaatsing. En zelfs als het spel dood ligt, verplaatst de scheidsrechter zich (natuurlijk niet als hij degene is die de overtreding of fout moet aangeven, dit doe je vanuit stilstand). Al met al is de mobiliteit dus belangrijk. Hierbij een aantal aandachtpunten m.b.t. mobiliteit: - Zoek altijd de beste positie om de situatie te kunnen beoordelen, zorg dat je daarbij tussen spelers

door kunt kijken (fig. 5.1).

Fig. 5.1

- Stap in bij een doelpoging als trail en draai open, ook als lead (fig. 5.2). Sta stil op het moment van mogelijk contact tussen spelers. Denk daarbij aan het vorige punt.

Fig. 5.2

23

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Fig. 5.3

- Verplaats je voor het spel uit. Zorg dat je als je van de trail naar de lead positie gaat (na de rebound situaties uit fig. 5.2) voor het spel uit naar je positie op de baseline gaat en het spel op je af laat komen (fig. 5.3).

- Blijf niet kleven aan de zijlijn als je de trail bent, volg het spel vanaf een gepaste afstand, zeker als er meer dan 2 spelers bij de situatie betrokken zijn (fig. 5.4 en 5.5). Denk er wel aan om als het spel zich verplaatst je weer snel terug gaat naar je positie langs de zijlijn.

Fig. 5.4

Fig. 5.5

Communicatie met de jury Het is een feit dat hoe beter je afspraken vooraf met de jury gemaakt hebt (zie stap 1, item 6) en hoe beter je de signalen beheerst (zie geheel stap 2) des te soepeler loopt de communicatie met de jury. Des te vlotter kun je het spel ook hervatten. Kies dus ook goed je positie van waaruit je gaat communiceren met de tafel (zie fig. 2.20). Denk ar aan dat je de tijd neemt voor het doorgeven van de signalen en werk ze in de juiste volgorde af. Beperk je mondelinge communicatie tot een minimum, soms werkt het wel verduidelijkend als je naast het met de handen aangeven van het spelersnummer deze ook noemt. Ga ook niet in discussie met de jury, vertrouw op ze. Het is echter wel noodzakelijk om ze te controleren: klopt het sheet, starten en stoppen ze op tijd de wedstrijdklok en de 24-secondenklok, geven ze de afgesproken signalen. Maak de jury ook attent op het feit dat zij correct blijven richting coaches en spelers. Mochten ze problemen hebben laat ze dan, bij voorkeur in een dood spel moment, jou of je collega bij zich roepen. Los hetgeen wat er is dan samen met de jury op. Zorg dus (met name voor het behouden/creëren van de rust) dat coaches en spelers weg zijn bij de jurytafel.

24

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Wat doen coaches daar overigens, zij moeten toch in hun coach box blijven! Vertel wel eventueel tegen de aanvoerder en desnoods tegen een coach wat het probleem was en hoe je e.e.a. oplost. Bedenk dat de jury een verlengstuk is van jou en je collega. Mocht het echter zo zijn dat een jurylid continu in de fout gaat, schroom dan niet om deze weg te sturen. Het bevordert zeer zeker het spel (minder onderbrekingen) en jouw aandacht voor het spel.

Contact met je collega tijdens de wedstrijd Het is een misvatting om te stellen dat de communicatie met je collega begint en eindigt bij de dode spel momenten (zie stap 3). Het contact begint daar pas. Bedenk dat jij alleen al met je lichaam heel veel aan kunt geven, je laat daarmee immers heel duidelijk zien waar je naar kijkt. Zeker als je dat met je hele lichaam doet en niet alleen met je hoofd (1e item stap 3). Om te kunnen zien waar je collega naar kijkt zul je hem dus ook moeten zien, net als je spelers ziet. Ook als het spel levend is kun je wat kleine zaken aan elkaar doorgeven en ook tijdens een time-out kun je snel en kort mondeling contact met elkaar hebben. Bijvoorbeeld over het feit dat je een speler/coach hebt gewaarschuwd of om een afspraak van voor de wedstrijd aan te scherpen. Een goed onderling contact maakt dat je als een team opereert en het veraangenaamt een wedstrijd enorm.

Een leuke anekdote is het volgende: bij een meisjes junioren wedstrijd was een speelster al zo’n 4 keer afgefloten voor een illegale pick & roll, zij wilde het maar niet leren. We hadden het hier ook over bij een time-out en waren beiden verbaasd over de hardleersheid van de dame in kwestie. Bij een volgende aanvalsopzet waarbij wij al aan zagen komen dat zij weer zo’n screen ging zetten keken wij elkaar al aan van “zo daar gaan we weer”. Wat schetst onze verbazing: ze voerde hem uitermate correct uit, kreeg de bal dankzij de afrol en scoorde. We keken elkaar aan en konden ons lachen bijna niet in houden, humor onderling waarvan buiten ons tweeën niemand iets mee kreeg.

Weakside coverage Op het moment dat de bal in het vakgebied van je collega is, ben jij verantwoordelijk voor het gebied van de bal af. Dit noemen we de weakside coverage (zie fig. 5.6 gearceerde gebied). Op dat moment volg je dus ook niet de bal, maar de spelers van de bal af. Je beoordeelt de screen van de bal (af), low-post screens en de eventuele 3 seconden overtredingen. Zorg dat je dit gebied onder controle hebt op het moment dat je hiervoor verantwoordelijk bent.

Fig. 5.6

25

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Ballside coverage

Fig. 5.7 Een logisch vervolg op de weakside coverage is natuurlijk de ballside coverage. Dit is het geval als de bal in jouw vakgebied is en je blik hierop gevestigd moet zijn. Speciale aandacht is er dan voor de screening op de “bal”, de 1-tegen-1 situatie en overtredingen als lopen en second dribble. Waarbij het ook jouw taak is om eventuele schutter en verdediger te volgen na een doelpoging, de zogenaamde “fouten na het schot”. Denk hierbij aan de boxing-out en de landingsrechten.

26

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

                     Minuut van de wedstrijd

       Minuut van de wedstrijd

   

Stap 6: Spelregelkennis gevorderd

De aanvulling op de basis spelregelkennis bestaat uit: · Consequent handelen · Juiste strafmaat · Communicatie met spelers en coaches

Consequent handelen Om twee vergelijkbare situaties gedurende de gehele wedstrijd hetzelfde te beoordelen en te bestraffen, daar komt het bij deze stap ondermeer op neer. Als eenzelfde fout in de laatste minuut als onsportief wordt beoordeeld, zou je die in de 1e minuut ook zo moeten beoordelen. Probeer dus een ingeslagen weg/lijn de gehele wedstrijd vast te houden. Dit is in die zin zo moeilijk omdat een wedstrijd in het begin om een strakke lijn vraagt zodat je verderop de teugels wellicht iets kunt laten vieren. Maar nog gaat het erom dat je bij beide partijen voor hetzelfde fluit of juist hetzelfde laat doorgaan. Daarnaast gaat het er om dat je met zijn tweeën dezelfde lijn moet volgen. Het gaat er dus om dat je een “vlakke” wedstrijd fluit zonder pieken en dalen (zonder mindere periodes).

Fig. 6.1

Prestatie Prestatie

FOUT GOED

1e 10e 20e 30e 40e 1e 10e 20e 30e 40e

Juiste strafmaat Wat is de juiste strafmaat voor een overtreding, persoonlijke fout of erger een technische, onsportieve, of diskwalificerende fout. Het gaat er hierbij niet om wat de gevolgen zijn of hoe je e.e.a. aan moet geven. Dat zijn immers zaken die je inmiddels al moet beheersen (stap 2). Het gaat er om wanneer je nou wat geeft. Een overtreding is eenvoudig, deze staan duidelijk in het boekje en die ga ik hier ook niet toelichten. Het enige wat ik erover wil zeggen is dat je ze niet altijd hoeft te fluiten. Als er niet gepresst wordt is bijvoorbeeld een lijnovertreding bij een balinname na een tegenscore volgens het boekje wel een overtreding, in de praktijk zullen we deze overtreding in de regel niet fluiten. Een lijnovertreding bij een balinname op de baseline op de aanvalshelft zullen we daarentegen wel affluiten. Het grensvlak voor het bepalen van een persoonlijke fout of erger (T/O/D) is wat onduidelijker. Een persoonlijke fout is elke fout op de man met de bal, waarbij er de intentie is om de bal te spelen. Of bij screens waarbij de gemaakte fout in elk geval niet opzettelijk is. Dit geldt ook voor die gevallen waarbij de bal niet in de buurt is, het moet allemaal niet opzettelijk zijn. Een technische fout is zoals het woord al zegt een technische inbreuk op de regels (bv. klappen in de handen bij een schot, boe roepen etc.) daarnaast is de technische fout ook bedoeld voor de lichte verbale uitingen. De zwaardere verbale uitingen worden bestraft met een diskwalificerende fout. Zo is elk beledigend woord gericht aan jou en jouw collega duidelijk een aanleiding om iemand (direct) weg te sturen. De onsportieve fout is elke fout waarbij er geen sprake is om te proberen de bal te spelen of het proberen uit te voeren van basketbaltechnische vaardigheden op een correcte wijze. Het

27

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

kan ook zijn dat een speler een poging doet om de bal te spelen waarbij hij uitzonderlijk hard contact veroorzaakt. Met basketbaltechnische vaardigheden bedoel ik zaken als het rebounden (over de back) en het zetten van screens. Het onder- of voorlangs lopen bij een speler die bezig is met een “vrije” lay-up behoort tot de categorie opzettelijk inbreuk maken op de regels en behoort dus bestaft te worden met een onsportieve fout. Naast de verbale belediging is ook de non-verbale uiting (denk bv. aan “de vinger”) reden tot diskwalificatie. Verder behoort tot deze categorie elke vorm van fysieke bedreiging en lichamelijk geweld. Daarnaast zijn er natuurlijk de automatische zaken als 2e of 3e technische fout voor de coach en de 2e onsportieve fout van een speler, als het hierbij tenminste gaat om één en dezelfde speler. Veel zul je in de praktijk moeten leren ervaren, waarbij je dan ook leert hoe dun het grensvlak is. Het is echter wel de bedoeling dat we proberen om met het gezamenlijke scheidsrechters- korps op één lijn te zitten. Communicatie met spelers en coaches In stap 5 hebben we het al gehad over de communicatie tussen jou en je collega en daarnaast de communicatie met de jury. Daarnaast is in stap 2 al de basiscommunicatie behandeld middels de signalen voor overtredingen en fouten. Dit was in elk geval richting spelers en coaches non-verbaal. We gaan nu in op de verbale communicatie tussen jou en de spelers en coaches. De communicatie met spelers en coaches begint al op het moment dat je de sporthal binnenkomt. Meestal ontmoet je ze al in de kantine of op de tribune. Een (kort) gesprek hoef je niet uit de weg te gaan, maar wordt ook niet te familiair. De tegenstander kijkt en luistert immers mee en jij behoort onpartijdig te zijn, zorg dat je ook zo over komt. Als je de coach niet hebt gesproken op de tribune of in de kantine, begroet hem dan op het moment dat je het veld hebt betreden. Geef een hand en stel je voor, vraag eventueel kort hoe het seizoensverloop is of hoe de reis was. Doe dit bij beide coaches. Wacht dus ook niet tot zij op jou afkomen, maar neem zelf het initiatief. Geef ook kort een hand aan assistenten, zo betrek je hen ook bij het spel en erken je hun rol. Maak eventueel ook kort wat basis afspraken over bijvoorbeeld een coachbox (op een lager niveau zal deze lang niet altijd met belijning zijn aangegeven). Dit gebeurt allemaal nog voordat de wedstrijd is begonnen. Tijdens de wedstrijd vindt er natuurlijk ook communicatie met spelers en coaches plaats. Je kunt hiermee een hoop krediet opbouwen als je goed communiceert, maar ook een hoop verspelen als je te veel, fout of helemaal niet communiceert. Probeer ook tijdens het spel met spelers te praten. Waarschuw ze bijvoorbeeld voor een lijn-

Fig. 6.2 bla bla bla

fout bij balinname (zie juiste strafmaat) of voor het gebruik van hun handen. Dit kun je allemaal doen tijdens het spel en voorkomt dat je moet fluiten voor iets onzinnigs. Het is natuurlijk niet zo dat we aan het waarschuwen blijven. 1 á 2 keer waarschuwen, daarna affluiten is min of meer onze regel. Bedenk ook dat je niet altijd met spelers kunt praten tijdens het spel. De speler heeft immers ook een taak tijdens het spel en hiervan mag je hem natuurlijk niet afleiden. Ook jij moet je concentreren op jouw andere taken. Ideale communicatie momenten zijn de dode spel situaties. Zo kun je bij een vrije worp situatie heel

goed bepaalde spelers opzoeken voor een korte (op zachte toon) babbel. In de situatie van fig.

28

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

6.2 kan de lead bijvoorbeeld even in een kort onderhoud met de twee centers het hebben over het vechten voor positie in de low-post. Terwijl de trail een kort onderhoud kan hebben met de guards (fig. 6.3) en eventueel zelfs met een coach, dit laatste kan dan natuurlijk niet face-2- face. Een ideaal moment om kort met spelers te communiceren is natuurlijk ook tussen het moment van fluiten en voor de spelhervatting, zeker als jij niet degene bent die gefloten heeft. Je leert vanzelf aanvoelen wanneer je wel en niet tijdens de wedstrijd kunt communiceren. Hou daarbij wel een aantal richtlijnen aan: Hou het vriendelijk en zakelijk, dit betekent kort en duidelijk. Ga met name met coaches niet in discussie, maak je point, laat ze wel even kort reageren en ga daarna verder met het spel. Een vorm van communicatie kan ook zijn dat je een bereikte grens aangeeft. Dit is dan een geval van éénrichtingsverkeer. Zeg bijvoorbeeld: “Coach het is nu genoeg geweest” en loop dan weg, ga hierover dus niet in gesprek. Wie we niet in onze communicatie betrekken zijn eventuele assistent- coaches, verzorgers, wisselspelers en toeschouwers.

Fig. 6.3

bla bla bla

coach

Alle communicatie richting deze personen verlopen via een coach of aanvoerder. Betrek ook je collega bij de communicatie, vertel hem tijdens een pauze of time-out (of zelfs met gebaren tijdens het spel/dode spel situatie) dat je iemand gewaarschuwd hebt. Wees niet bang om te communiceren, zoek het contact op. Mijn ervaring is dat spelers en coaches het waarderen. Als iemand aangeeft niet te willen communiceren is het ook prima. Dit betekent wel dat in een eerst volgende situatie er wel gefloten wordt.

29

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 7: Controle over de wedstrijd

Hoe ga je om met een wedstrijd, de stap naar een dragende scheidsrechter is: · Gezag en uitstraling · Op juiste moment beslissingen nemen · Aanvoelen wedstrijd · Call / no-call

Gezag en uitstraling Fluiten is net als de politie. Je kunt veel bereiken door krachtig op te treden in moeilijke situaties en soepel/meegaand/begrijpend te zijn in andere situaties. Dit heeft alles te maken met je gezag en uitstraling. Zorg dat je niet de boeman bent, maar de spelbegeleider. Bedenk dat je met je mimiek een hoop goed kunt doen maar ook verpesten. Ook met je fluittoon kun je een hoop uitstralen. Een langdradig fuuuuuuuuuut maakt dat je onzeker overkomt. Terwijl een kordaat FUUT zekerheid uitstraalt. Daarnaast kun je met de toonhoogte ook aangeven hoe je denkt over een fout (hard en strak geeft aan dat het een rand gevalletje is). Zorg er ook voor dat je geen afstandelijke houding uitstraalt, maar dat je open staat en betrokken bent. Men zegt wel eens dat een scheidsrechter een goede wedstrijd heeft gefloten als hij onzichtbaar is geweest. Hier ben ik het niet mee eens. Je hebt eerder een goede wedstrijd gefloten als je op een positieve manier aanwezig bent geweest. Met de juiste uitstraling, beslissingen en je jouw gezag niet hebt misbruikt, maar juist gebruikt om de wedstrijd goed te leiden.

Op juiste moment beslissingen nemen Het gaat er hier om dat je op een bepaald moment een actie durft te ondernemen. We doen er alles aan om een wedstrijd in goede banen te leiden en soepel te laten verlopen. We kunnen soms helaas niet voorkomen dat er een technische/onsportieve/diskwalificerende fout moet worden gegeven. Maar wanneer moeten we nu overgaan tot deze strafmaat en durf je het dan ook aan. In stap 6 is al de juist strafmaat behandeld en zijn wat voorbeelden gebruikt. Nu komt het erop aan om de juiste instrumenten op het juiste moment te gebruiken. Algemeen kun je stellen dat we soepel zijn, we waarschuwen eerst voordat we tot actie over gaan. Het is echter een fabeltje dat we altijd eerst moeten waarschuwen. Als een speler of coach ons uitmaakt voor “oetlul” dan mag hij meteen vertrekken. Voordat hij ons zo benoemt zal ervoor al wel iets gebeurd zijn. Hoe hadden we deze uitspraak dus kunnen voorkomen? Had ik bij eerdere uitspraken al fermer moeten optreden of duidelijker moeten zijn. Ben ik wellicht teveel afwezig geweest en niet voldoende betrokken bij de wedstrijd? Op een actie volgt vaak een reactie. Fluit dus de actie en voorkom de reactie.

Voorbeeld: tijdens een wedstrijd wordt de guard van de thuisclub ruw weggeduwd door een speler van de tegenpartij. De guard reageert vervolgens door geagiteerd op te staan en pal voor de overtreder te gaan staan (borstkas aan borstkas). Waarop de overtreder de guard half met zijn elleboog stoot. De gehele actie is door de arbiters waargenomen en bestraft met een persoonlijke en diskwalificerende fout voor de overtreder. Als de trailarbiter op het moment van de duwovertreding strak, kort en luid gefloten had en daarbij ook drie stappen naar de situatie toe had gedaan (en dus min of meer tussen beide spelers had gestaan) had e.e.a. voorkomen kunnen worden en was de situatie gesust met enkel een onsportieve fout.

Alles komt dus aan op het aanvoelen van de wedstrijd en het gebruiken van je mogelijkheden op de bijpassende momenten.

30

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Aanvoelen wedstrijd Het nemen van de juiste beslissingen heeft alles te maken met het aanvoelen van een wedstrijd. Het eerste is een gevolg van het laatste. Het aanvoelen van een wedstrijd begint al met je voorbereiding. Wat voor wedstrijd kan ik verwachten. Een kampioenswedstrijd geeft een andere spanning dan een wedstrijd waarbij het om niets meer draait. De 1e zal over het algemeen veel meer spanning bij spelers en coaches geven dan de 2e. Je zult dan ook anders een wedstrijd in moeten gaan. Het ene vraagt vanaf het begin om een strakkere hand terwijl de andere situatie veel losser geleid kan worden. Nu wil ik hier niet beweren dat je de situaties anders fluit (1e wel alles fluiten en 2e niet), maar op de manier van fluiten kun je ook een hoop bepalen (beoordeel strak/luid signaal t.o.v. zachter), samen met de manier van communiceren. Je moet vervolgens aanvoelen hoe je deze lijn gedurende de wedstrijd aan moet houden. De kampioenswedstrijd kan zich als een zeer sportieve wedstrijd ontwikkelen waarbij je de touwtjes iets kunt laten vieren, terwijl de krentenbollenwedstrijd grimmig wordt en om een kordaat/krachtig optreden vraagt. Zorg dat je samen met je collega grip op de zaak houdt door aan te voelen hoe e.e.a. te leiden.

Call / no-call Wanneer kun je iets door laten gaan en wanneer fluit je juist af. Deze beslissingen neem je constant in de wedstrijd, maar hoe vaak pas je het verkeerd toe. Als we alles zouden moeten affluiten dan houden we ons aan artikel 32.1.2 “een fout is een inbreuk op de regels, betreffende ongeoorloofd persoonlijk contact met een tegenstander en/of onsportief gedrag” van het spelregelboekje. Echter betekent dit nou dat we elk lichamelijk contact af moeten fluiten? Dan blijft er niet veel meer over van het spel. Kortom we maken een selectie van wat we wel en niet af fluiten. Als stelregel gebruiken we dat zolang een speler of team geen wezenlijk voordeel haalt uit een fout of overtreding, we dit niet affluiten. Voorbeeld: bij de start van de dribbel maakt de guard een pasje teveel, dit gebeurt echter op de eigen verdedigingshelft zonder dat er druk is op de bal. Dit laten we over het algemeen door gaan. Als er echter wel druk is op de bal, dan wordt wellicht door die druk de fout geforceerd, in deze situatie zullen we wel affluiten. Je zult merken dat het moeilijk is om de beslissing te nemen om iets door te laten gaan of af te fluiten, voor een vloeiend en soepel verloop van de wedstrijd is het wel nodig om deze beslissingen te nemen. En ja, je mag er wel eens naast zitten. Soms fluit je wel eens iets af terwijl je het door had kunnen laten gaan, kan gebeuren. Probeer, met name bij persoonlijke fouten, ook aan te geven dat je de situatie gezien hebt en beoordeeld en dat je door laat spelen omdat er geen wezenlijk nadeel is voor degene op wie de fout is begaan. Geef dit aan door te zeggen “ga door” en wijs daarmee ook met je vingers de kant op in welke richting doorgespeeld kan worden (fig. 7.1). Soms is het niet mogelijk om in een situatie door te laten spelen, met name als de fout

Fig. 7.1

Ga

door

daarvoor te zwaar is (onsportieve fout). We kunnen, als we de beslissing nemen om door te laten spelen, later de fout niet meer bestraffen zoals bij het voetbal. Daarnaast zijn er bijzondere situaties waarbij het beter is om direct te fluiten en dan bedoel ik met name in de laatste minuut van een wedstrijd waarbij een ploeg gebruik wil maken van de teamfouten regeling. Het kan dan zinvol zijn om de 1e fout af te fluiten, omdat als je dit niet doet de fouten steeds zwaarder worden en je dan wel eens genoodzaakt bent om een onsportieve fout te geven. Hou in deze laatste minuut goed in de gaten dat als er een fout gemaakt wordt, er de intentie moet zijn om de bal te spelen.

31

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Stap 8: Wedstrijd dragen

De laatste stap voordat het landelijke traject van start gaat bestaat uit: · Leading man · Game flow · Eigen identiteit · Hints en tips

Leading man Goed, de beslissende stap om te zien of je potentie hebt om het hogerop te proberen. Het komt er nu op aan dat je kunt laten zien dat je een wedstrijd kunt dragen. Ben je onafhankelijk van met welke collega je fluit of moet je toch nog op hem leunen om een wedstrijd tot een goed einde te brengen. Toon dat je alles onder controle hebt, vanaf het begin dat je de sporthal betreedt tot het moment dat je het wedstrijdsheet hebt afgetekend. Het begint dus niet bij de sprongbal en eindigt met de zoemer van einde wedstrijd. Jij hoort degene te zijn die het initiatief neemt, dat begint met de begroeting van je collega en het maken van afspraken met hem. Ben jij degene die de afspraken maakt met de jury en neem je het voortouw in de wedstrijd. Ben je met een gelijkwaardige collega, dan pak je deze zaken natuurlijk automatisch samen op en lift je mee op succes van elkaar. Je bent zeker van de zaak en je staat dus je mannetje.

Game flow Hoe is het verloop van de wedstrijd, heb je het gevoel dat je op de momenten dat het nodig was hebt opgetreden en dan ook op de voor die situatie vereiste manier. Of heb je juist bewust niet opgetreden omdat daar geen noodzaak toe was. Is in jouw beleving de foutenverhouding in evenwicht met het vertoonde spel van de twee teams. En nee, ze hoeven dus niet gelijkelijk verdeeld te zijn over de beide teams. Het kan altijd voorkomen dat het ene team het meer moet hebben van de inzet en het fysieke aspect terwijl de ander meer terugvalt op de techniek. In dit geval zal er altijd wel een enigszins scheve verhouding zijn. Maar dit moet wel corresponderen met jouw beeld van de wedstrijd. Hoe kijk je dus zelf aan tegen het verloop van de wedstrijd en merk je dit ook aan de spelers, hebben zij lekker kunnen spelen voor hun gevoel. Als je bekend bent met de spelers dan weet je wie er tot de categorie “zeurders” behoort en wie een stille zwoeger is. Op het moment dat de stille zwoeger begint te klagen kun je eens gaan afvragen of jouw beeld van de wedstrijd wel helemaal klopt. Dit mag je gerust afstemmen aan de bar na de wedstrijd, leer ervan.

Eigen identiteit

In dit stadium heb je al redelijk wat wedstrijden gefloten, bekeken en wellicht ook al wel zelf gespeeld. Als dit allemaal zo is dan heb je ook veel scheidsrechters gezien en ervaren. Probeer deze scheidsrechters niet te kopiëren, maar pik er de goede dingen uit en probeer deze voor jezelf uit. Je kunt wel veel leren door naar anderen te kijken en te zien hoe zij bepaalde situaties oplossen. Daarnaast kun je veel leren van een goede scheidsrechter, waar staat hij op het moment van zijn call, hoe beweegt hij op de base-lijn en aan de zijlijn. Maar al met al blijft het advies om zelf een eigen persoonlijkheid te ontwikkelen en niet

32

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

te proberen om iemand anders te zijn. Hou daarbij wel in het achterhoofd dat je niet te afstandelijk bent, maar openstaat voor adviezen, op- en aanmerkingen en dus zelflerend.

Voorbeeld: zelf heb ik ook veel basketbal op televisie gezien, met name college en NBA. Bij het college basketbal, en dan praat ik over zo’n 12 jaar geleden, is het mij opgevallen dat de scheidsrechters de drie, vijf en achtseconden zichtbaar telden. Iets wat toen bij de FIBA niet echt in was. Ik ben dat voor mij zelf eens gaan uittesten en ik ben er zo achtergekomen dat als ik middels een halve arm zwaai de achtseconden telde, ik en in een juist ritme zat en veel meer aandacht bij de spelers had (met name bij een pressing) en veel minder bij het tellen zelf.

Hints en tips - Een goede conditie heeft voordelen. Je beweegt je gemakkelijker over het veld en je bent

beweeglijker. Je zult dan ook meer (andere) fouten zien en de wedstrijd beter onder controle hebben. Dit is zeker door mij zelf zo ondervonden.

- Zorg dat je op tijd bent en als je een drukke dag hebt gehad, probeer dan zelfs nog iets eerder te gaan. Ga niet gestresst de wedstrijd in, dat heeft een negatieve weerslag op jouw prestatie.

- Leer van situaties uit het verleden. Ga voor jezelf na hoe je een lastige situatie hebt opgelost en hoe zou je het een volgende keer anders doen.

Mij is het ooit overkomen dat ik een wedstrijd heb moeten staken vanwege het feit dat de basket scheef stond en de thuisploeg niet wilde helpen met het rechtzetten. Op zich heb ik geen spijt van het staken, dat kon nou eenmaal niet anders. Wel heb ik geleerd van een situatie uit de wedstrijd: halverwege de wedstrijd kwam er ter hoogte van de middenlijn een onderschepping van de thuisploeg. Op dat moment wilde een teamgenoot starten, zodat er een twee-tegen-één situatie zou ontstaan. Deze speler werd op dat moment aan zijn shirt getrokken, weg twee tegen één. Ik dacht, och de één tegen één worden ook twee punten. Fout gedacht en weg kans op een ander (lees eerlijk) wedstrijd verloop. Al met al had ik op dat moment af moeten fluiten voor een onsportieve fout, hetgeen ik me voor de toekomst ook voorgenomen heb om te fluiten.

- Ga onbevooroordeeld de wedstrijd in, neem geen negatieve ervaringen mee met een coach en of speler. Wij scheidsrechters mogen geen ervaringen tegen hen persoonlijk gebruiken, wel ervan leren (zie vorig punt).

In een wedstrijd heb ik een coach weg moeten sturen vanwege het feit dat deze een scheldwoordje aan mij richtte en dit was zijn 2e technische fout. Helaas was ik na afloop vergeten wat dit woord was. Op het moment, 7e minuut eerste kwart, had ik het echter wel goed verstaan. Gevolg was dat de betreffende coach vrij werd gesproken. In een daarop volgende wedstrijd was er weer een akkefietje en reageerde de coach o.a. met de opmerking: “Ach de vorige keer werd ik toch vrij gesproken!!!!” Wat doe je dan? Ik heb de negatieve ervaring van de vorige keer buiten beeld gelaten en we zijn vrolijk verder gegaan met de wedstrijd, zonder verdere incidenten overigens. Nou nog leren aan deze coach dat als wij onbevooroordeeld moeten zijn, zij dat ook wel eens mogen zijn.

- Kom later nog eens terug op een situatie bij een coach, speler of onpartijdige toeschouwer. En dan bedoel ik niet direct na een wedstrijd, maar een week later. Vraag hoe de ander deze situatie zag en waarom hij het er niet mee eens was. Probeer daar dan weer van te leren.

- Geef eens toe dat je fout zat. Op het moment van fluiten kun je nog zeggen: “Sorry, verkeerd gezien”. Als je echter de fout al staat aan te geven, kan het op dat moment al niet meer. Een week later kun je natuurlijk wel toegeven dat je op dat moment even verkeerd zat. Daarnaast mag je ook best toegeven dat je iets even niet gezien hebt, spelers waarderen dit zelfs. Natuurlijk mag dit slechts minimaal gebeuren, drie keer in een wedstrijd is al weer teveel.

33

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

- Wees niet al te vasthoudend t.o.v. je collega, drijf jouw wil niet door. Ik zat eens naar een wedstrijd te kijken waarin een dubbelfout gefloten werd. En nog wel voor twee totaal verschillende situaties. Als men contact met elkaar gehad zou hebben, zou men weten wie eerst gefloten had en dat de fout op de bal toch wel zwaarder/eerder was dan die andere. Kortom geen dubbelfout.

- Zorg dat je de regels kent en hoe je deze moet toe passen. En als je het op dat moment niet weet, probeer dan zeker over te komen en een beslissing te nemen. Zorg dat je niet onzeker overkomt en als de oplossing verkeerd was, kijk dan nog eens naar de 6e hint (2 items terug).

- Accepteer dat je een wedstrijd soms zakelijk moet fluiten. Helaas komt het wel eens voor dat spelers en coaches niet mee willen werken. Vanaf het eerste fluitsignaal zitten ze al op jouw huid, lijkt het alsof je niets goed doet en communiceren is niet mogelijk. Het zij zo. Fluit dan die dingen die je moet doen en zoek zelf ook de communicatie niet meer op. Natuurlijk blijven jij en je collega nog wel met elkaar communiceren.

- Haal voor jezelf bepaalde punten uit een beoordeling om in de volgende wedstrijd aan te werken. Je hoeft van jezelf niet te verlangen dat je alles vanaf het begin goed doet. Maar werk er naartoe stap voor stap, waar dit stappenplan voor bedoeld is.

- Wees zelf kritisch en zelf lerend. Leer van je fouten of van situaties die voorgekomen zijn in een wedstrijd. Evalueer deze voor jezelf, spreek er met anderen over en als deze situatie zich nog eens voor doet weet je hoe je moet handelen. Sta ook open voor opbouwende kritiek.

- Straal plezier uit en haal plezier uit het fluiten. Op het moment dat je gesloten overkomt wordt het al moeilijk om te communiceren met je collega en de spelers. Terwijl als je plezier uitstraalt alles veel soepeler verloopt. De bedoeling is dat je ook plezier uit het fluiten haalt. Dit doe je door goed met je collega samen te werken en door met spelers te communiceren. Samen maak je immers het spel.

34

Stappenplan Scheidsrechters

   

 

 

Nawoord

Basketbal is een spel dat continu in ontwikkeling is. Dit betekent dat de regels ook nog steeds in ontwikkeling zijn, net als de arbitragetechniek. In de heren en dames eredivisie is het fluiten met drie arbiters ingevoerd terwijl op lager niveau nog steeds met twee arbiters gefloten wordt. Op het moment dat ook in het rayon de drie-persoons-arbitrage doordringt zal e.e.a. aangepast gaan worden in de arbitragetechniek. Echter de grote lijnen zullen hetzelfde blijven. Het kijken naar en samenwerken met jouw collega(‘s) verandert niet, evenmin de beoordeling van fouten en overtredingen, de signalen of de wedstrijdvoorbereiding. Wat wel verandert is natuurlijk het positiespel tussen jou en jouw collega’s. Dit vraagt voor die onderdelen een andere invulling van dit stappenplan. Voor nu kunnen we dit overlaten aan de begeleiders van de eredivisiearbiters mocht je tot zover doordringen.

Veel plezier met het fluiten en hopelijk kan (heeft) dit stappenplan een bijdrage (kunnen) leveren in je ontwikkeling.

Vervolg na dit stappenplan?