Stap voor stap het onderzoek door…judithweeteling.weebly.com/.../2/8/8/...onderzoek.docx  · Web...

6

Click here to load reader

Transcript of Stap voor stap het onderzoek door…judithweeteling.weebly.com/.../2/8/8/...onderzoek.docx  · Web...

Het onderzoeksverslag

In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe je een onderzoek doet, opzet en opschrijft.

Bewaar dit goed, want je zal nog wel meer onderzoeken in je schoolcarrire moeten maken.

START!

Om een onderzoek op te starten heb je eerst een verlegenheidsvraag nodig, een vraag waarin je je iets afvraagt. Misschien bedenk je die zelf of geeft je docent die op.

Om verder te komen is het eerst handig om te weten wat je precies allemaal moet doen. Dus welke hoofdstukken komen precies aanbod in een onderzoeksverslag?

1. Titelblad

2. Inhoudsopgave

3. Inleiding

a. Onderzoeksvraag; hoofd- en deelvragen

b. hypothese

4. Theoretisch kader

5. Methode

6. Resultaten

7. Conclusie

8. Discussie

9. Aanbeveling

Negen hoofdstukken in totaal. Maar om een goed onderzoek te doen beginnen we niet bij het titelblad, inleiding of inhoudsopgave. Dit zijn onderdelen die je beter aan het eind kan schrijven omdat die vaak laten zien waar het gehele onderzoek overgaat en dit kan je alleen weten wanneer je je laatste hoofdstuk, Aanbeveling, hebt geschreven.

Stap voor stap het onderzoek door

1 Stel je verlegenheidsvraag. Waar ben je benieuwd naar, wat vraag je je af? Of misschien heeft je docent of medeleerling wel een vraag waar je mee kan werken.

Wat kan helpen om op een onderwerp te komen is een woordspin maken. Stel dat jullie bezig zijn met gedrag bij dieren. Dan is het natuurlijk het leukst als je je lievelingsdier zou kunnen gaan onderzoeken: de wasbeer. In de woordspin zie je spelen en Artis staan. De wasbeer is eigenlijk een wild dier, maar nu zit hij in Artis. Misschien verveeld hij zich wel? Je verlegenheidsvraag is geboren: Vervelen de wasberen in Artis zich?

2 We zijn aangekomen bij het echte werk: het Theoretisch kader. Hier zet je simpelweg alle informatie over je onderwerp in, die van toepassing is op je verlegenheidsvraag. Dit doe je objectief (zonder mening). Alle informatie kan je uit boeken, internet, pdfs en andere onderzoeken halen. Geef wel aan wr je je informatie vandaan hebt. Schrijf dus de schrijver en titel van een boek/pdf/onderzoek op en de URL van de gebruikte website.

Voorbeeld: We hebben de wasberen in Artis gekozen, en of zij zich vervelen. Nu willen we dus iets weten over de wasberen van Artis en hun gedrag, maar ook het gedrag in het wild. En wat is vervelen eigenlijk voor een wasbeer? Goed zoeken is ook een kunst, dus zoek ook met meerdere woordcombinaties of misschien zelfs in het Engels als je daar goed in bent.

3 Onderzoeksvraag: Je verlegenheidsvraag is veel te breed om te onderzoeken. Daarom stel je een hoofdvraag, deze is opgedeeld in een aantal subvragen. Deze vragen zijn zo meetbaar en specifiek mogelijk. Dat wil zeggen dat je er maar n antwoord uit kan krijgen. Om goede vragen te kunnen stellen heb je achtergrond informatie nodig vandaar dat je de vragen pas opstelt na het theoretisch kader.

De subvragen zijn hulpvragen die helpen je het antwoord te vinden op de grotere vraag: de hoofdvraag. Tijdens je onderzoek beantwoord je je subvragen. Heb je de goede subvragen gesteld dan zal uit de antwoorden ook het antwoord op je hoofdvraag komen.

Voorbeeld: Vervelen de wasberen in Artis zich?, is eigenlijk een te brede vraag als hoofdvraag. Welk gedrag vertoont een wasbeer in Artis wel en een wasbeer in het wild niet?, is een veel specifiekere en meetbare vraag. Passende subvragen zouden dan kunnen zijn: Hoe gedraagt een wasbeer zich in het wild?, Hoe gedraagt een wasbeer zich in Artis? Wat zijn de verschillen in gedrag tussen een wilde en Artis wasbeer?

4 Hypothese: Je hebt nu een mooie specifieke hoofdvraag gemaakt die je in de conclusie pas correct kan beantwoorden. Maar als echte wetenschapper heb je natuurlijk wel je eigen ideen bij de uitkomst. Het doel van de hypothese is, is om jouw verwachting te verwoorden. Hier heb je wel enigszins voorkennis voor nodig dus kan pas na het theoretisch kader geschreven worden. Let op! Een hypothese is een antwoord: gn vraag, dus geen ? aan het eind van de zin.

Voorbeeld: Bij het vorige punt heb je de hoofdvraag Welk gedrag vertoont een wasbeer in Artis wel en een wasbeer in het wild niet? gesteld > antwoord: Ik verwacht dat de wasberen zich gelijk gedragen (noem soorten gedragingen), met uitzondering van bedelgedrag dat ze wel vertonen in de dierentuin maar niet in het wild.

5 Methode: Is eigenlijk het recept van het onderzoek. Om preciezere resultaten te krijgen kan je er voor kiezen om het onderzoek meer dan 1-2 keer te doen, en daar dan uiteindelijk een gemiddelde uit te halen.

Bestaat uit twee onderdelen:

a. Benodigdheden: Van aantekeningenboek tot hoeveelheid wasberen die je gaat gebruiken. Hoeveelheid telt! Dus je schrijft niet water op, maar 100ml water.

b. Stapsgewijze uitleg: Bij elke stap leg je uit wat je doet.

Voorbeeld. Bij een plantengroei onderzoek, stap 1: Maak een bodempje met 3 watjes in alle 3 de bekertjes.

6 Resultaten: Hier verzamel je alle antwoorden van je subvragen. Dit kunnen tabellen, observatieformulieren of theoretische antwoorden zijn die je hebt gevonden in een van je informatiebronnen. Het is de bedoeling dat de resultaten objectief worden geschreven (zonder mening), puur en alleen de feiten.

Voorbeeld:

Subvraag 1: Hoe gedraagt een wasbeer zich in het wild?

.antwoord..

Subvraag 2: Hoe gedraagt een wasbeer zich in Artis?

antwoord. Etc.

7 Conclusie: Hier geef je antwoord op je hoofdvraag aan de hand van de antwoorden op je subvragen die je bij resultaten hebt opgeschreven. Ook dit is objectief.

Voorbeeld: Ja/nee, want..

8 Discussie: In de discussie mag je wel je mening geven. Hierin geef je aan wat er eventueel mis kan zijn gegaan of wat het onderzoek heeft kunnen benvloeden waardoor de antwoorden nu zijn zoals ze zijn.

Voorbeeld: Misschien hebben de seizoenen wel invloed op je onderzoek, zijn er een aantal resultaten heel onduidelijk opgeschreven waardoor er incorrecte cijfers door zijn gekomen, ben je ziek geweest en kon je niet op de afgesproken momenten het onderzoek uitvoeren, etc.

9 Aanbeveling: Als dit een onderzoek is waar andere mensen misschien ook iets aan hebben kan je een aanbeveling schrijven. Wat zouden andere mensen anders kunnen doen zodat het onderzochte onderwerp verbeterd wordt?

Voorbeeld: Stel dat de wasberen in Artis ander gedrag vertonen dan die in het wild. Dan weet je nog niet of dat negatief gedrag is (verveelgedrag), je kan ook iemand aanbevelen om dat verder te onderzoeken.

10 Inleiding: Eindelijk weer bij het begin. Hier noem je in wat de lezer kan gaan verwachten als hij dit onderzoek gaat lezen (mini samenvatting) en hoe je op het onderzoek bent gekomen. Dus hier neemt jouw verlegenheidsvraag ook plaats.

11 Titelblad: Eerste pagina van je onderzoek en ook de eye-catcher, maar houdt het simpel. Noteer naam+achternaam, klas, vak, inleverdatum en titel van het onderzoek (eventueel zelfs een subtitel).

12 Inhoudsopgave: De uiteindelijke inhoudsopgave kan je met de hand doen, maar Word kan dit ook voor jouw doen. Hiervoor moet je wel eerst alle paginas nummeren (invoegen>paginanummer) en de titel en (sub)hoofdstukken hebben gemarkeerd als zodanig (start>stijlen). Vervolgens kies je welke soort inhoudsopgave je wilt (verwijzingen>inhoudsopgaven).

Verdere onderzoeksverslag eisen

Correct Nederlands.

Verdeel de tekst in alineas.

Neem de ruimte, maar ga niet voor 15 regels een heel A4 gebruiken.

Gebruik lettertype Calibri of Arial.

Lettertype grote 11 of 12.

Zorg ervoor dat de (sub)hoofdstukken te onderscheiden zijn van de normale tekst door te vergroten, vet te drukken of via stijlaanpassing.

Nummer alle bladzijden.

Lever het onderzoeksverslag in, in een mapje/snelbinder. Dus gn losse bladen.

Succes!

1