standaardbestek 260 van versie 1.0 naar 2 · 2018. 6. 5. · 4 • Indeling gebaseerd op SB 250...

43
1 Infosessie SB 260 2.0 standaardbestek 260 van versie 1.0 naar 2.0

Transcript of standaardbestek 260 van versie 1.0 naar 2 · 2018. 6. 5. · 4 • Indeling gebaseerd op SB 250...

  • 1 Infosessie SB 260 2.0

    standaardbestek 260

    van versie 1.0 naar 2.0

  • 2

    Hoofdstuk 32 Uitrustingen en

    aanhorigheden

  • 3

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken • Vroeger :

    – ST 260 in Hoofdstuk 9 – SB 250-9-8

    • OCW handleiding A83/12 voor het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van bedekkingen op betonnen brugdekken.

    • Nu : in SB260 Hoofdstuk 32-21 • In plaats van aparte teksten voor iedere

    toegelaten combinatie (afdichting + beschermlaag) in de vorige versie werd nu één omvattende tekst gemaakt

  • 4

    • Indeling gebaseerd op SB 250 9-8. • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 5

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 6

    • Aanbrengen waterdichte bedekking: – Afdichtingssysteem – Beschermlaag – Voorbereidende en aanverwante werken

    • OCW handleiding A83/12 van toepassing, wijzigingen en aanvullingen worden expliciet in bestektekst vermeld.

    • Materialen:

    – Afdichting: gietasfalt, bitumineuze membranen en harsen – Beschermlaag: gietasfalt, asfaltbeton, bitumineuze membranen

    en harsen

    H32-21.1 Algemene bepalingen

  • 7

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de

    afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 8

    • Uitvoeringdocumenten 30 dagen voor aanvang van de werken. • De detailstudie omvat o.a. typedoorsnedes, aansluitingen en

    positionering van brugdekvoegen, leuningen, waterslikkers, opstanden, ontluchtingsbuisjes, spuiers, drainage-inrichting

    H32-21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten

  • 9

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 10

    • Het afdichtingscomplex: – De ondergrond – Het afdichtingssysteem – De beschermlaag – De drainage-inrichting

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

  • 11

    De ondergrond: Nieuw of bestaand? Beton of staal? • Nieuwe betonnen ondergrond:

    – Verzorgde uitvoering betonwerken – Vlak afwerken (oppervlakkig vlinderen toegestaan maar tijdig

    nabehandelen en kogelstralen verplicht) – Tabel met eisen naar vlakheid en textuur per afdichtingstype

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

    Bitumineuze

    membranen Harsen Gietasfalt

    Waterplasdiepte ≤ 7 mm ≤ 7 mm ≤ 7 mm

    Onvlakheden (1) ≤ 3 mm

    n.v.t. met hechting: n.v.t zonder hechting: ≤ 4 mm

    Inzinkingen (2) ≤ 3 mm ≤ 4 mm ≤ 4 mm Uitsteeksels en trapjes (2) ≤ d (4) ≤ 2 mm ≤ 4 mm Oppervlaktextuur (3)

    0,25 ≤ GTD ≤ 0,25×d (4)

    0,25 ≤ GTD ≤ 1

    met hechting: 0,25 ≤ GTD ≤ 2 losliggend: geen eis

  • 12

    • Stalen ondergrond: – Zuiver zijn, vrij van alle niet

    hechtende deeltjes en materialen die de hechting afdichting negatief beïnvloeden.

    – Stralen of decaperen

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

    • Bestaande betonnen ondergrond: – Zelfde eisen als nieuw – Herstellen of uitvlakken indien nodig – Oppervlaktetreksterkte ≥ 1,5 MPa

  • 13

    Het afdichtingssysteem: Gietasfalt, bitumineus membraan of hars

    • Gietasfalt: – Kleefvernis (basis van bitumen of lichte oliën) – Glasvlies en ontluchtingsbuisjes (losliggend

    geplaatst op betonnen ondergrond) – Gietasfalt GAA-E

    • COPRO-gecertificeerd • Samenstelling voldoet aan SB 250-6-2.2.1.5.A. • Bij bouwklassen B1 en B2 verplicht om

    polymeerbitumen als bindmiddel te gebruiken.

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

  • 14

    • Bitumineus membraan – Geëigende kleefvernis of primer (of dampdicht

    impregneermiddel om blaasvorming te vermijden compatibel met membraan)

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

    – Membraan In geval van betonnen ondergrond

    ATG-gecertificeerd of voldoen aan de eisen van G0001.

    In geval van stalen ondergrond geschiktheid aantonen.

  • 15

    • Hars – Geëigende kleefvernis of primer – Hars is ATG-gecertificeerd of

    voldoen aan de eisen van G0003 – Een kleeflaag of

    oppervlaktebehandeling voor hechting beschermlaag

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

    Ter info: Hars als waterdichte toplaag aparte teksten in SB260.

  • 16

    De beschermlaag: Klassieke beschermlaag: • Gietasfalt type GAB-D of asfaltbeton APO-C (APO-D) • Op horizontale vlakken • In het rijbaangedeelte

    Speciale beschermlaag: • Bitumineus membraan of hars • Op verticale vlakken en sterk hellende wanden • Opstanden • Voorzien van UV-bescherming (leischilfers, instrooien)

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

  • 17

    De drainage-inrichting: Evacueren infiltratie water Drains: • Open micro-epoxybeton • Ingewerkt in dikte van klassieke

    beschermlaag • In situ, prefab niet toegelaten.

    H32-21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex

    Spuiers: • Water in de drain afvoeren • In laagste punten drainage-inrichtingen • Flens voor aansluiten afdichting

  • 18

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 19

    • Voorbereiden ondergrond • Aanbrengen afdichting • Aanbrengen beschermlaag • Uitvoeren drainage

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 20

    Voorbereiding ondergrond: Beton: • Controleren of aan de eisen wordt voldaan • Stralen verplicht bij hechtende afdichting • Boucharderen, vlamstralen en afbijten niet toegelaten • Bij bestaande brugbedekking uitbraak met enige omzichtigheid • Eventuele herstellingen uit te voeren met een PCC/CC-mortel of

    (micro)beton • Overlagingen enkel bij renovatie met bitumineuze egaliseermassa

    of epoxyschraaplaag • Scheuren vanaf 0,3mm moeten worden geïnjecteerd

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 21

    Voorbereiding ondergrond: Staal: • Alle oppervlakken stralen tot graad Sa 2½ of decaperen graad ST2 • Onmiddellijk behandeld met corrosiebeschermingsproduct dat

    verenigbaar is met de afdichting • Oppervlak zuiver (geen slijk, stof,…) • Geen water (oppervlak op het oog en de tast droog) • Bij regenval werken stopzetten

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 22

    Aanbrengen afdichting: Gietasfalt op beton • Losliggend geplaatst • Kleefvernis in stroken van 20 cm • Ontluchtingsbuisjes aanwezig • Glasvlies plaatsen met overlapping 5cm • Gietasfalt verplicht in 2 lagen tot totale dikte van 15mm • Temperatuur gietasfalt belangrijk parameter Gietasfalt op staal • Volledig hechtend geplaatst • Kleefvernis volledig oppervlak • Noch ontluchtingsbuisjes noch glasvlies

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 23

    Aanbrengen afdichting: Membraan • Volledig hechtend geplaatst (primer) • Eénlaags (4 à 5mm) • Volgens ATG of goedgekeurd technisch

    dossier Hars • Volledig hechtend geplaatst (primer) • Minimaal in 2 lagen (nom. 2,5mm) • Extra kleeflaag voor hechting

    beschermlaag • Volgens ATG of goedgekeurd technisch

    dossier

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 24

    Aanbrengen afdichting: Aansluiting tussen verschillende afdichtingsystemen • Gietasfalt en bitumineus membraan

    – Membraan tussen lagen gietasfalt • Bitumineus membraan en hars

    – Compatibiliteit aantonen – Stroomopwaartse naden verboden

    • Gietasfalt en hars – Gietasfalt moet aan de ondergrond hechten

    Alle overlappen zijn 20 cm

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 25

    Aanbrengen beschermlaag: Spoedig aanbrengen, minstens binnen 10 werkdagen en na gunstige uitslagen controles afdichting

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

    Gietasfalt beschermlaag: GAB • Op afdichting van bitumineus

    membraan, hars of gietasfalt • Nominale dikte van 30mm • Temperatuur belangrijke parameter • Aandacht voor overlangse stortnaden • Wordt gegoten, niet verdicht • Helling ≤ 12 %

  • 26

    Aanbrengen beschermlaag: Asfaltbeton beschermlaag: APO-C (of -D) • Op afdichting van bitumineus membraan of gietasfalt • Verboden op een harsafdichting • Nominale dikte van 40mm (30mm) • Moet worden verdicht • Verwerking gebeurt volgens SB250-6.2.3.2.2 • Helling ≤ 12 %

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 27

    Aanbrengen beschermlaag: Op verticale en sterk hellende oppervlakken Membraan • Meestal op afdichting van bitumineus membraan • Indien blijvend blootgesteld UV-licht bestand (leischilfers) • Verwerking gelijkaardig aan membraanafdichting

    Hars • Meestal op een harsafdichting • Indien blijvend blootgesteld UV-licht bestand (instrooien) • Verwerking gelijkaardig aan harsafdichting

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 28

    Uitvoeren drainage: • Micro-epoxybeton aangebracht bovenop afdichting • In situ in voorziene uitsparingen in beschermlaag • Dezelfde dikte als klassieke beschermlaag • Aan kolken, brugdekvoegen en andere singuliere punten • Verbinden drainage-inrichtingen onderling niet nodig

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 29

    Uitvoeren drainage: • Op laagste punt van iedere drainage-inrichting voorziening voor

    afvoer ingesijpelde water (kolk met dubbele inlaat, spuier …)

    H32-21.4 Wijze van uitvoering

  • 30

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 31

    • Herstelling van de ondergrond – Constructief: zie SB260-H34 herstelmortels – Niet constructief: beton, micro-beton, overlagingen, enz.

    verrekend per m² in aparte posten • Afdichting en beschermlaag

    – m² af te dichten oppervlak – Openingen worden niet afgetrokken – Aansluitingen en overlappen inbegrepen in de post

    • Drainage-inrichtingen – Aparte posten voor drainage, spuiers en kolken

    H32-21.5 Meetmethode voor hoeveelheden

  • 32

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 33

    Controle van de ondergrond Controle uitvoering afdichting Controle uitvoering beschermlaag Kosten voor controles zijn ten laste van opdrachtgever Kosten voor herstellen beschadigingen ingevolge uitgevoerde proeven ten laste van opdrachtnemer

    H32-21.6 Controles

  • 34

    Controle van de ondergrond Alle proeven in situ vóór aanvang van aanbrenging afdichting en op vraag van opdrachtgever: • Oppervlaktesterkte: trekproeven ≥ 1,5 Mpa • Vlakheid en textuur: visueel, indien niet bevredigend proeven

    uitvoeren (manuele puntmetingen, zandvlekproef,…) • Vochtigheid: visueel (condens onder folie, verkleuring,…), indien

    niet bevredigend proeven uitvoeren (elektrische vochtmeter)

    H32-21.6 Controles

  • 35

    Controle uitvoering afdichtingslaag Gietasfalt • Bepaling korrelverdeling, bindmiddelgehalte en indeuking

    volgens SB250-6.2.5 • De dikte aan de hand van hoeveelheid verbruikte materiaal Membraan of hars • Visuele controle op beschadiging of gebrekkige hechting • Bij twijfel aanhechtingstrekproeven uitvoeren

    H32-21.6 Controles

  • 36

    Controle uitvoering beschermlaag • Visuele controle op beschadiging, ontmenging, blazen. • Producten in overeenstemming met goedgekeurde documenten. • Dikte uit berekening verbruikte hoeveelheid, niet door boringen. • Bij gietasfalt registraties nakijken (temperatuur, mengtijd) • Bij asfaltbeton holle ruimte gehalte adhv niet-destructieve meting • Kernboringen enkel in uitzonderlijke gevallen, kans op

    beschadiging afdichting beperken

    H32-21.6 Controles

  • 37

    • Opdeling in volgende paragrafen:

    – 21.1 Algemene bepalingen – 21.2 Detailstudie en uitvoeringsdocumenten van de afdichting – 21.3 Kenmerken van het afdichtingscomplex – 21.4 Wijze van uitvoering – 21.5 Meetmethode voor hoeveelheden – 21.6 Controles – 21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken

  • 38

    In dit laatste deel worden de maatregelen aangehaald welke kunnen worden toegepast wanneer uit de controles blijkt dat: • de betonnen drager • de materialen • de uitvoering van de afdichting • de uitvoering van de beschermlaag • de uitvoering langs of aan singuliere punten niet voldoen aan de criteria. Voor herstellingen wordt verwezen naar de betreffende paragrafen in de OCW handleiding.

    H32-21.7 Maatregelen indien niet aan de criteria wordt voldaan

  • 39

    • Voorzieningen waterafvoer: • Voorbereiding en herstelling betonnen drager:

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken Catalogus

  • 40

    • Voorzieningen voor afvoer dampdruk niet hechtend gietasfalt:

    • Uit te voeren behandelingen voor aanbrengen afdichting bij betonnen brugdek:

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken Catalogus

  • 41

    • Uit te voeren behandelingen voor aanbrengen afdichting bij

    stalen brugdek:

    • Voorzieningen tegen ongunstige klimatologische omstandigheden (regen, vorst):

    • Bijhorende handelingen:

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken Catalogus

  • 42

    • Keuze uit 5 toegelaten combinaties afdichting + beschermlaag:

    – GAA + GAB – GAA + APO-C – Membraan + GAB – Membraan + APO-C – Hars + GAB

    Vb. Waterdichte bedekking met een afdichting in gietasfalt en een beschermlaag in asfaltbeton op een betonnen brugdek

    Waterdichte bedekkingen voor brugdekken Catalogus

  • 43

    BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT

    �standaardbestek 260 �van versie 1.0 naar 2.0Hoofdstuk 32�Uitrustingen en aanhorighedenWaterdichte bedekkingen voor brugdekkenDianummer 4Dianummer 5Dianummer 6Dianummer 7Dianummer 8Dianummer 9Dianummer 10Dianummer 11Dianummer 12Dianummer 13Dianummer 14Dianummer 15Dianummer 16Dianummer 17Dianummer 18Dianummer 19Dianummer 20Dianummer 21Dianummer 22Dianummer 23Dianummer 24Dianummer 25Dianummer 26Dianummer 27Dianummer 28Dianummer 29Dianummer 30Dianummer 31Dianummer 32Dianummer 33Dianummer 34Dianummer 35Dianummer 36Dianummer 37Dianummer 38Dianummer 39Dianummer 40Dianummer 41Dianummer 42BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT