Stagecahier

32
Stagecahier – Informatie en tips die stages doen werken Suggesties en ervaringen van uw collega’s gebundeld

description

Meer informatie voor een succesvolle stage.

Transcript of Stagecahier

Page 1: Stagecahier

Stagecahier – Informatie en tips die stages doen werkenSuggesties en ervaringen van uw collega’s gebundeld

Page 2: Stagecahier

2

Stages zijn een cruciaal onderdeel van een elektrotechnische opleiding. Daarover is iedereen het

wel eens. Tegelijk ervaren veel scholen praktische moeilijkheden bij de organisatie van stages en

krijgen ze regelmatig te maken met grote en kleine obstakels die een succesvolle en efficiënte

stage in de weg staan. Mirakelformules voor de perfecte stage bestaan er niet. Maar door erva-

ringen en tips samen te leggen kunnen scholen elkaar alvast inspireren en ondersteunen. En dat

is precies wat dit cahier op het oog heeft.

Het cahier, verzameling van ervaringen en informatie

Op 14 mei vond in de marge van ,een workshop over stages plaats. Leerkrach-

ten, technisch adviseurs en CLB-medewerkers wisselden er van gedachten en vertelden over hun

positieve en negatieve ervaringen. Hiermee was de basis voor dit cahier gelegd. Daarnaast heeft

Stroom-Opwaarts nog gesprekken gevoerd met afzonderlijke scholen over hun stageaanpak en

hebben we heel wat publicaties en artikels doorgenomen. Al dit materiaal is overzichtelijk ge-

bundeld in dit stagecahier. Af en toe zult u het merken: sommige tips spreken elkaar een tikkeltje

tegen. Onlogisch? Toch niet, want er zijn evenveel tips als er meningen zijn.

Veel plezier met dit cahier!

1 Allecitatenzijngenoteerdopdeworkshopoverstagesop14mei(finale ,)en

tijdensverschillendetelefoongesprekkendieStroom-Opwaartsheeftgevoerdtervoorbereidingvanditcahier.

De beste manier om jongeren te laten kennismaken

met de bedrijfsrealiteit, is nog altijd de stage.1

Een slechte stage-

ervaring is vaak

veel nefaster

voor de jongere

dan helemaal

geen stage-

ervaring.

Page 3: Stagecahier

2

c a H I e r | S T a G e S

3

Genoteerd! Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken

Sommige scholen zweren bij blokstages, andere vinden dat alternerende stages

meer vruchten afwerpen. Stroom-Opwaarts heeft zijn oor te luisteren gelegd bij

leerkrachten en technisch adviseurs en heeft hun argumenten pro het ene of het

andere systeem voor u genoteerd. ➔ pagina 25.

Wie zoekt de stageplaats: de jongere of de leerkracht?De jongere die zelf zijn stageplaats zoekt, krijgt al een goede sollicitatietraining.

Toch zijn er ook goede redenen waarom leerkrachten de stageplek zoeken en toewij-

zen. ➔ pagina 26.

Werkplekleren in het voltijds onderwijsIn het deeltijds onderwijs is werkplekleren heel gewoon. Maar ook in het voltijds on-

derwijs is deze efficiënte leerstrategie mogelijk. Op pagina 27 leest u er meer over.

Tot slot: een lijst met de interessantste informatiebronnen Dit cahier sluit af met een lijst van de interessantste en bruikbaarste informatie die

op internet te vinden is. Het gaat onder meer over inlichtingen over het wettelijke

kader, modeldocumenten ter ondersteuning van de stageadministratie en tips om de

arbeidsattitudes bij de leerlingen te stimuleren. Voor uw gemak hebben we de url’s uit

de lijst ook op de Stroom-Opwaartswebsite geplaatst.

Ook bedrijfsstages voor leerkrachtenVanaf het schooljaar 2008-2009 wordt het leerkrachten gemakkelijker gemaakt om een

bedrijfsstage te volgen. Meer hierover op pagina 29.

Page 4: Stagecahier

4 5

Dit is het derde cahier van Stroom-Opwaarts. Het wordt opgestuurd naar scholen

met elektrotechnische richtingen. Het kan ook in pdf-formaat worden gedownload

van de Stroom-Opwaartswebsite (www.stroomopwaarts.be – via het menu voor

scholen en opleidingscentra). Op de website vindt u ook de twee andere cahiers, die

respectievelijk gaan over de promotie van elektrotechnisch onderwijs en over praktijk

op school.

Dit cahier past in het onderwijsbeleid van VormelekVormelek wil efficiënt kunnen inspelen op de noden en behoeftes van het elektro-

technisch onderwijs. Daarom hebben we op 14 mei van dit jaar een convenant on-

dertekend, waarin Syntra, de onderwijsnetten en Vormelek zich engageren tot meer

en betere samenwerking. Zo komt Vormelek met u praten, tijdens een workshop

bijvoorbeeld. Maar wij staan ook open voor individuele gesprekken en afspraken.

Hoe kunnen we ùw school specifiek ondersteunen? Op het vlak van stages, maar

evengoed op andere domeinen, zoals didactisch materiaal en bedrijfscontacten.

Contacteer onze opleidingsadviseur Veerle Van Antenhove (veerle.van.antenhove@

vormelek-formelec.be – 02 476 16 76) voor meer uitleg over geprivilegieerde samen-

werking met Vormelek.

WatvindtuvandecampagneStroom-Opwaartsenwatdenktuover

desamenwerkingtussenVormelekenhetonderwijs?Vormelekwilhet

weten.Omdesamenwerkingmethetonderwijstekunnenbijsturenen

verbeteren.Laatuwstemhorenopforum.stroomopwaarts.be.

Focus op voltijds onderwijs Dit cahier is in eerste instantie bestemd voor de 3e en 4e graad van het voltijds onder-

wijs. Daarbinnen gaat de aandacht naar de afdelingen die voorbereiden op directe

tewerkstelling. Het gaat met andere woorden over de richtingen

- elektrische installatietechnieken (3e graad TSO)

- elektrische installaties (3e graad BSO)

- industriële elektriciteit (7e jaar BSO)

Én interessant voor deeltijds lerenMet onder meer topics over krachtige leeromgevingen en attitudesturing bij jongeren

is dit cahier ook interessant voor lesgevers uit het deeltijds leren.

Page 5: Stagecahier

4 5

c a H I e r | S T a G e S

InhoudstafelSlimme tips en beproefde strategieën om stageperikelen aan te pakken

1. Stagekwaliteit garanderen 06

2. Organisatie en administratie onder controle houden 12

3. De gepaste attitude bevorderen 15

4. Omgaan met verwachtingen en evaluaties 17

5. Werkgevers sensibiliseren 21

Genoteerd 25

Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken

Wie zoekt de stageplaats, de jongere of de leerkracht?

Werkplekleren in het voltijds onderwijs

en dan nog dit:

ook bedrijfsstages voor leerkrachten 29

Informatiebronnen 30

Page 6: Stagecahier

6 7

1 STaGekWalITeIT GaranDeren

Slimme tips en beproefde strategieën om stageperikelen aan te pakken

➔ De stage focussen op observatieopdrachten

➔ De stage aanvullen door een bezoek aan een VDaB- of ander opleidingscentrum

Op die manier kan de leerling toch nog kennismaken met het

arbeidsleven. Tegelijk wordt frustratie bij jongeren en stagebie-

der vermeden. De jongere komt niet zozeer praktijkervaring op-

doen, hij komt vooral zijn ogen de kost geven.

De workshops en telefonische interviews met leerkrachten en technisch adviseurs hebben enkele

knelpunten en obstakels aan het licht gebracht. U leest ze hier, samen met slimme tips en beproefde

strategieën om al deze stageperikelen aan te pakken.

Uw RTC-centrum kan u vertellen welke opleidingscentra in de

regio praktijklessen elektriciteit inrichten. De contactgegevens

van uw RTC-centrum vindt u via www.ond.vlaanderen.be/rtc/.

Goed om te weten: vanaf dit schooljaar 2008-2009 hebben leerlin-

gen uit de 3e graad TSO-BSO recht op 72 uur gratis praktijkoplei-

ding in een VDAB-centrum. Meer info op www.ond.vlaanderen.

be/nieuws/2008p/0701-competentiecentra.htm

een stage voor jongeren uit het TecHnIScH OnDerWIJS is niet evident: de stage is nogal kort en de jongere heeft door het beperkt aantal praktijkuren vaak onvoldoende ervaring om goed te kunnen meedraaien.

Page 7: Stagecahier

6 7

c a H I e r | S T a G e S

Daardoor kan de stageperiode langer duren.

Bij een alternerende stage krijgen leerlingen gedurende een langere peri-

ode de kans om zich in te werken.

Jongeren kunnen, als ze dat willen, hun stage laten doorlopen in de vakan-

tie. Verplichten kan – om evidente redenen – niet.

➔ Deelexamens vervangen door stages

➔ kiezen voor een alternerend stagesysteem

➔ Stages in de schoolvakanties laten doorlopen

Stages zijn te kort. Zodra de leerling ingewerkt is, is de stage alweer voorbij.

➔ Focussen op observatieopdrachten

➔ extra investeren in de voorbereiding van de stage

De ‘cultuurshock’ is minder groot als de jongere vooraf goed

weet wat hij kan verwachten: dat er ook vuile klusjes zijn bij-

voorbeeld, of dat je als beginneling nog niet zelfstandig kunt

werken, ... Bedrijfsbezoeken vooraf of observatiestages zijn pri-

ma als introductie.

Stages in een VIJFDe Jaar, zeker bij het BeGIn van het ScHOOlJaar, zijn niet zo succesvol: de leerlingen staan technisch nog niet ver genoeg. Voor zowel de stagebieder als de jongere niet altijd een positieve ervaring.

➔ De stage in de mate van het mogelijke inrichten op het einde van het schooljaar

Page 8: Stagecahier

8 9

➔ kiezen voor een alternerende stage

➔ De jongere van nabij opvolgen zodat kan worden bijgestuurd

➔ Op voorhand inschatten of de stagebieder een krachtige leeromgeving kan bieden

Als de stage tegenvalt, is het nog altijd mogelijk om op zoek te gaan naar

een alternatief.

Dankzij internet kan de jongere elke dag een kort verslag aan de stagebege-

leider bezorgen. Als blijkt dat de stage niet verloopt zoals verhoopt, kan de

begeleider ingrijpen.

Is het stagebedrijf een krachtige leeromgeving? Met de onder-

staande 20 vragen kunt u hiernaar peilen. Het spreekt voor zich

dat u deze informatie ook kunt inwinnen tijdens een eenvoudig

kennismakingsgesprek.

Onze BSO-leerlingen lopen 4 weken stage. Dat is lang genoeg

om een hele werf te doen en dus geconfronteerd te worden met

alle problemen die erbij komen kijken. Daar leren de jongeren

niet alleen veel van, ze halen er ook veel voldoening uit.

Drie weken vinden we een minimum. Dan is het takenpakket

van de jongere voldoende gevarieerd én kan hij kennismaken

met de opeenvolgende stappen op de werf.

een stage waarbij het klikt tussen de jongere en de werkgever is een goede stage. Is die klik er niet, dan is de stage een GeMISTe kanS. een beetje alles of niks dus.

De kWalITeIT van de STaGe HanGT sterk aF van de kWalITeIT van de STaGePlaaTS. en daar hebben wij als school niet altijd vat op.

Zodra ik merk dat de jongere op zijn stageplek niet alle

doelstellingen zal bereiken, neem ik contact op met de

werkgever. Misschien is het mogelijk het stageprogramma

nog wat bij te sturen. Als dat niet het geval is, ga ik op zoek

naar een andere stage.

Page 9: Stagecahier

8 9

c a H I e r | S T a G e S

Vragenlijst krachtige leeromgeving

1. Heeft het bedrijf al ervaring met stagiairs?

2. Doen ook andere scholen een beroep op het bedrijf voor stage?

3. Zijn jongeren overwegend tevreden over hun stage in het bedrijf?

(als het bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad)

4. Is het bedrijf overwegend tevreden over eerdere stages? (als het

bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad)

5. Is de mentor (als die er is) overwegend tevreden over eerdere

stages? (als het bedrijf al eerder stagiairs heeft gehad)

6. Krijgt de jongere een mentor?

7. Wordt de jongere voorgesteld aan zijn mentor en krijgt hij uitleg

over de functie en rol van de mentor?

8. Is in het bedrijf bekend wie de rol van mentor op zich neemt?

9. Wordt de mentor geëvalueerd (over zijn taak als mentor)?

10. Is de werkgever zich ervan bewust dat een jongere onder zijn

hoede nemen tijd vergt?

11. Is de werkgever zich ervan bewust dat wie een jongere onder zijn

hoede neemt, over bepaalde eigenschappen moet beschikken

(bijvoorbeeld: goede communicatievaardigheden om kennis te

kunnen overbrengen, geduld, graag omgaan met jongeren)?

12. Bestaat in het bedrijf een onthaalprocedure voor de jongere?

13. Houdt het bedrijf rekening met de achtergrond van de jongere bij

het toewijzen van taken?

14. Houdt het bedrijf rekening met de leerstof die de jongere moet

verwerken?

15. Kan de jongere altijd terecht bij zijn mentor (ook na werktijd –

bijvoorbeeld via gsm)?

16. Gebeurt er een systematische, gestructureerde evaluatie van de

jongere?

17. Is de mentor/de bedrijfsleider voor de hele duur van de stage te

bereiken?

18. Zijn er werkinstructies en richtlijnen op de werkplek (omtrent

veiligheid, gezondheid, hygiëne, milieu, ...)?

19. Is er overleg met de school over stages in het algemeen en over

een individuele stage in het bijzonder?

20. Hoe verloopt dit overleg (gestructureerd, ad hoc)?

(Deze vragen zijn een selectie uit een langere vragenlijst, die terug te

vinden is via www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp – voorafgaande

registratie is nodig.)

Page 10: Stagecahier

10 11

➔ Op basis van de activiteitenlijst de stageplaats beoordelen

➔ actief op zoek gaan naar een netwerk met degelijke stageplaatsen

Vóór elke stage moet een lijst met de geplande activiteiten worden opgemaakt.

Hieruit kan ook al worden afgeleid of de stage interessant kan worden.

Behalve voor stages kan nog op andere domeinen worden samengewerkt.

Voorbeelden:

De werkgever kan zetelen in de jury die de geïntegreerde proeven beoordeelt. •

Een mooie kans om kandidaten te screenen.

Installaties die aan vervanging toe zijn, kunnen door de leerlingen worden •

ontmanteld.

Wij geven ook leerlingen de kans een stagebieder aan te brengen.

Da’s een prima manier om ons stagenetwerk te laten groeien.

Oud-leerlingen die een eigen zaak hebben, zijn doorgaans bereid

om stagiairs aan te nemen. Oud-leerlingen zijn hoe dan ook een

interessant kanaal om aan stageplekken te komen. Ze doen graag

een goed woordje bij hun baas om leerlingen van hun oude school

aan een stage te helpen.

In dat geval kunt u de werkgever de bovenstaande vragenlijst doorgeven, of

verwijzen naar de uitgebreide evaluatiemodule van de Dienst Beroepsopleiding

van de Vlaamse overheid (www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp). Vooral voor

iets grotere bedrijven is deze module interessant.

Daarnaast stelt VIVES-COMITO online een document ter beschikking dat peilt naar

het kwaliteitskader van de stage. Dit zelfbevragingsdocument is bestemd voor de

kandidaat-stagebieder en is te downloaden via

www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/

Toont het bedrijf interesse om zichzelf als krachtige leeromgeving te evalueren?

Page 11: Stagecahier

10 11

c a H I e r | S T a G e S

➔ Investeren in de relaties met de stagebieders

➔ Werken met een vertrouwde stagebieder

➔ Met de stagebieder afspreken dat de nadruk zal liggen op observatie

Een werkgever met wie u al vaker hebt samengewerkt, is doorgaans sneller bereid om een

zwakkere leerling te begeleiden. Door zijn ruime ervaring met stages weet hij bovendien beter

hoe hij met verschillende niveaus moet omgaan.

Ik sta erop dat de jongere na de

stage een bedankbrief schrijft. Van

werkgevers hoor ik keer op keer dat

ze dat gebaar erg op prijs stellen.

Bij de alternerende stage ga ik zeker

3 à 4 keer langs bij de werkgever. Lang

hoeft zo’n bezoek niet te duren. Maar

het is wel de ideale manier om de

contacten te onderhouden.

Vijf redenen die werkgevers kunnen overtuigen om met stagiairs te werken

1. ideale mond-tot-mondreclame

meerbekendheidleidttotmeerklantenentotmeersollicitanten

2. troef bij vacatures

wantdewerkgeverkrijgtmeerervaringbijhetinschattenvanjongeren

wanteengoedestagiairkanwordenaangeworvenzodrahijzijndiplomaheeft

gehaald

3. mogelijkheid om bij te leren en bij te blijven

wieweetleertdewerkgeverietsvandejongere,ofviadecontactenmetde

schoolzelf(ishetgeentechnischekennis,dantochkennisoverhoedemaat-

schappijevolueert)

4. mooie kans om het onderwijs de sector te laten kennen

hetonderwijskanzobeterleerplannenenprogrammaafstemmenopdewerk-

realiteit

5. beperkte tijdsinvestering

uitonderzoekblijktdatwerkgeversgeensignificantetijdverliezendoorde

stagebegeleiding.Andersgezegd:detijdsinvesteringloont

Deze en nog andere redenen vindt u in twee artikels van UNIZO:

- Een stagiair in uw zaak loont (Z.O.magazine, 22 juni 2007)

- KMO’s willen meer leerlingen-stagiairs (Z.O.magazine, 22 juni 2007)

De artikels kunt u downloaden op www.ondernemendeschool.be/viewobj jsp?id=285341

Ook ZWakkere leerlInGen moeten de kans krijgen op een degelijke stageplaats en daar goed begeleid worden.

Page 12: Stagecahier

12 13

Voor alGeMene Vakken zitten verschillende afdelingen samen. Doordat niet alle afdelingen tegelijk op stage gaan, lopen die vakken dus door. Wie terugkomt uit stage, heeft dus altijd een acHTerSTanD.

Het is niet haalbaar alle JOnGeren tijdens hun STaGe te BeZOeken. Doordat de lessen nog doorlopen, hebben we niet erg veel tijd.

OrGanISaTIe en aDMInISTraTIe2 OnDer cOnTrOle HOUDen

➔ Bij het begin van het schooljaar inhaallessen plannen

➔ een projectopdracht geven aan de achterblijvers

➔ alle leerlingen bij dezelfde praktijkleerkracht samen op stage sturen

Deze opdracht kan door de jongeren die op stage gaan, worden

ingehaald wanneer een andere groep op stage vertrekt.

Deze aanpak werkt natuurlijk maar als de praktijkleerkracht

geen theorievakken heeft in andere jaren of afdelingen.

Ik vind het mijn

plicht elke stage-

bieder persoonlijk

te gaan bezoeken.

Je merkt trouwens

dat de werkgever

dat erg op prijs

stelt. En natuurlijk

werkt zo’n bezoek-

je motiverend voor

de jongere.

Page 13: Stagecahier

12 13

c a H I e r | S T a G e S

WerkGeVerS vullen de STaGeDOcUMenTen niet altijd TIJDIG en cOrrecT in

aDMInISTraTIe legt een zware DrUk op leerkracHTen en TecHnIScH aDVISeUrS

➔ De documenten samen met de werkgever invullen

➔ Zoveel mogelijk werken met bestaande modeldocumenten

➔ Werkgevers modeldocumenten ter beschikking stellen én ze een ingevuld voorbeeldexemplaar bezorgen

Spreek een moment af waarop u samen de documenten invult.

Het project van de Vlaamse overheid VIVES-COMITO stelt heel

wat modeldocumenten ter beschikking. Op www.ond.vlaande-

ren.be/dbo/projecten/vives/vivessite/ vindt u onder meer het

stage-doeboek voor leerlingen die een stage residentiële elek-

triciteit doen. Het doeboek bevat enkele modeldocumenten,

waaronder

stageovereenkomst•

stagereglement•

dagverslag voor de leerling•

bedankbrief•

Op de website van RTC Limburg kan een Excelbestand worden

gedownload. Daarin de belangrijkste documenten uit een stage-

dossier, zoals

Inlichtingenformulier•

afsprakenblad•

stageovereenkomst•

stageschrift•

stagedraaiboek•

(www.rtclimburg.be en in het

linkermenu Stagedossier Tech-

nische nijverheidsinrichtingen

aanklikken)

Ik doe zelf altijd alle

administratie die bij

stages komt kijken.

Ik ben daar ondertus-

sen snel en ervaren

in geworden. Dit is

de meest efficiënte

aanpak gebleken om

op onze school met

de administratieve

last om te gaan.

Page 14: Stagecahier

14 15

Alle onkosten die het gevolg zijn van stagebegeleiding, vallen ten laste van

de school (inrichtende macht). Zo staat het duidelijk in de omzendbrief

SO/2002/09, die het wettelijk kader van de stage in 5e, 6e en 7e jaar TSO en

BSO beschrijft.

U kunt de volledige omzendbrief lezen op internet (www.ond.vlaanderen.

be/edulex/database/document/document.asp?docid=13301).

Op het secretariaat kunnen ze altijd vertellen op welke werf de stagiair zit.

Het is ook mogelijk het gsm-nummer van de stagementor te vragen om met

hem afspraken te maken.

➔ Onkosten aangeven op school

➔ contact opnemen met het secretariaat van het bedrijf

De kOSTen die een leerkracht maakt bij zijn STaGeBeZOeken, lopen vaak hoog op. en hij moet ze ZelF BeTalen.

De jongeren werken meestal op WerVen. Dat maakt STaGeBeZOeken niet zo evident.

Page 15: Stagecahier

14 15

c a H I e r | S T a G e S

zodat er achteraf alleen nog een afsluitende lesdag •

is en dan de vakantie begint

zodat er achteraf alleen nog lessen zijn in het kader •

van de geïntegreerde proef

Die GIP-lessen zijn zeer praktisch georiënteerd en zich

concentreren lukt de jongeren dan nog wel net.

De jongere heeft dan lang geen contact meer met het schoolse le-

ven en daardoor zijn de aanpassingsmoeilijkheden des te groter.

➔ De stage organiseren op het einde van het schooljaar

➔ De stage niet organiseren vóór een tussentijdse vakantie (bijvoorbeeld paasvakantie)

De GePaSTe 3 aTTITUDe BeVOrDeren

De jongere maakt na De STaGe De SWITcH niet meer naar het schoolse leven

Door het systeem van permanente evalu-

atie hebben de leerlingen uit het beroeps

geen examens. Wanneer de andere klas-

sen examens hebben, gaan deze leerlin-

gen op stage. Dat heeft als voordeel dat de

jongeren achteraf niet meer opnieuw naar

school moeten, met alle aanpassingspro-

blemen van dien. Bovendien is tijdens de

examenperiode de sfeer op school niet zo

aangenaam, alleen al doordat de school in

de namiddag verlaten is.

Page 16: Stagecahier

16 17

In het stage-doeboek dat VIVES-COMITO ter beschikking stelt, wordt heel

wat aandacht besteed aan attitudes die belangrijk zijn op de werkvloer.

Het boek bevat verschillende documenten die jongeren willen sensibilise-

ren over

een goede (beroeps)houding •

het (veilige) gebruik van elektrische gereedschappen en over de gereed-•

schapskoffer

opruimen en omgang met afval•

klantencommunicatie•

Nog op de website van VIVES-COMITO is er aandacht voor zogenoemde

sleutelcompetenties, waaronder verantwoordelijkheidszin en nauwkeu-

righeid. Via een cd-rom en ander didactisch materiaal kunnen leerlingen

worden gesensibiliseerd over de juiste arbeidsattitudes.

Alle info op www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/

Will’s Kracht, een Limburgs initiatief, heeft een website met tips over ar-

beidsattitudes. Zowel voor leerkrachten als jongeren is er materiaal te vin-

den. Meer info op www.willskracht.be

➔ De jongere op voorhand bewust maken van wat een goede arbeidsattitude is

➔ Jongeren een fiche meegeven met daarop de belangrijkste attituderichtlijnen

De jongere heeft niet de juiste arBeIDSaTTITUDeS.

Wij geven de jongeren een stagedocument mee met daarop

de belangrijkste richtlijnen voor de stage: welke stappen

ze moeten ondernemen als ze ziek zijn bijvoorbeeld en wat

hun administratieve taken zijn. In het document worden

ook de belangrijkste do’s and don’ts op vlak van gedrag op

een rijtje gezet.

Page 17: Stagecahier

16 17

c a H I e r | S T a G e S

Jongeren willen graag hun verhaal ook op een informele

manier kwijt. Daarom ga ik altijd nog eens met ze praten. In

de praktijklessen is het vrij eenvoudig om ze even apart te

nemen. Als dat nodig blijkt, kan een langer gesprek achteraf

natuurlijk altijd.

Stages op het einde van het schooljaar hebben dan natuurlijk weer als

voordeel dat jongeren na de stage geen aanpassingsmoeilijkheden hebben

doordat ze weer naar school moeten.

Voor mentoren heeft VIVES-COMITO de Bege-Leidraad ontwikkeld, een bro-

chure die onder meer ingaat op de volgende vragen: wanneer wordt geëva-

lueerd, wat is de beste aanpak en welke aspecten moeten worden geëvalu-

eerd? (www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/)

Stel evaluatiedocumenten ter beschikking die speciaal voor werkgevers

ontwikkeld zijn. U vindt zulke documenten

in het stage-doeboek van VIVES-COMITO (www.ond.vlaanderen.be/dbo/•

projecten/vives/vivessite/)

in het stagedossier van RTC Limburg (www.rtclimburg.be)•

➔ De stage niet op het einde van het schooljaar organiseren

➔ evaluatietools ter beschikking stellen en toelichten

➔ De jongere informeel aanspreken tijdens de praktijklessen

OMGaan MeT VerWacHTInGen4 en eValUaTIeS

Het is belangrijk een naBeSPrekInG achteraf op school te houden. Dat komt er om de een of andere reden niet altijd van.

WerkGeVerS WeTen nIeT hoe ze moeten eValUeren.

Page 18: Stagecahier

18 19

Vaak weet de stagebieder niet zo goed wat hij van de jongere mag verwach-

ten en evalueert hij vanuit de gedachte dat de jongere het nu eenmaal nog

allemaal moet leren. Gevolg: de jongere krijgt een te gunstige evaluatie.

Daardoor denkt de jongere dat hij al alles kan en weet.

Stagebieders zijn verplicht één mentor aan te stellen. Deze zal ook de eva-

luatiedocumenten invullen. Als een stagiair bij een of andere taak gesuper-

viseerd wordt door iemand anders dan zijn mentor, blijft het de mentor die

de evaluatie opstelt. Hij doet dit natuurlijk op basis van de informatie die

hij van de begeleider van dienst heeft ontvangen.

Veel werkgevers denken nog in termen van A2 en A3. Daarom is het goed

uit te leggen dat de benamingen veranderd zijn. Het is aanbevolen ook wat

toelichting te geven over de verhouding tussen theorie en praktijk in de

diverse afdelingen.

Voor technische competenties kunnen waardeneutrale schalen worden

gebruikt. Sommige schaalsystemen kunnen nogal hard overkomen. Een

schaal met gezichtjes ( ) spreekt bijna letterlijk van een bedroevend

niveau. Een indeling die werkt met benamingen zoals beginneling – in ont-

wikkeling – competent – stielman is beschrijvender en dus neutraler.

➔ De werkgever erop wijzen dat de evaluatie een instrument is om de jongere te laten groeien

➔ De stagebieders erop wijzen dat ook bij verschillende begeleiders er slechts één mentor mag zijn

➔ Werkgevers informeren over de huidige onderwijsstructuur

➔ Stageplaatsen zoeken die aansluiten bij het profiel van de jongere

➔ Werken met waardeneutrale schalen

WerkGeVerS eValUeren nIeT GrOnDIG genoeg.

Stagiairs hebben nIeT alTIJD ÉÉn VaSTe BeGeleIDer tijdens de stage. Dat maakt evalueren moeilijk.

De WerkGeVerS weten niet altijd wat ze van de JOnGere mogen VerWacHTen.

Voor de vijfdejaars

werk ik eerder

met kleine instal-

lateurs. Die doen

minder gesofisti-

keerde opdrachten.

De zesde- en ze-

vendejaars komen

beter aan hun trek-

ken bij wat grotere

ondernemingen.

Page 19: Stagecahier

18 19

c a H I e r | S T a G e S

Sommige stagebieders vinden het delicaat om de jongere

negatief te evalueren. Maar de keerzijde van een te

positieve evaluatie is dat de jongere een verkeerd beeld

krijgt van zijn sterktes en zwaktes. Als ik dat aan de

stagebieder vertel, is hij sneller geneigd een evaluatie te

geven die correspondeert met de feiten.

Modeldocumenten voor een zelfevaluatie zijn te vinden op de website van

VIVES-COMITO.

Als de documenten voor zelfevaluatie de evaluatiedocumenten van de

werkgever weerspiegelen, kunnen beide evaluaties achteraf worden ver-

geleken.

➔ Bij de stagebieder aandringen op een correcte evaluatie

➔ De jongere een zelfevaluatie laten maken die achteraf besproken wordt

De JOnGere vindt dat hij een PrIMa STaGe achter de rug heeft, de STaGeBIeDer vindt van nIeT.

Page 20: Stagecahier

20 21

Jongeren denken (hopen?) algauw dat ze later

dag in dag uit te maken zullen krijgen met do-

motica en plc-sturingen. De realiteit is natuurlijk

anders. Het is aan ons, leerkrachten, om die

misverstanden uit de wereld te helpen.

In het begin neemt de jongere de zelfevaluatie

niet altijd ernstig. Maar na verloop van tijd

draait hij bij en begint hij het nut ervan in te

zien. Om inzicht te krijgen in sterke en zwakke

punten is zo’n zelfevaluatie dus zeker een sterk

instrument.

Verkeerde verwachtingen of onjuiste inzichten komen het ge-

makkelijkst tot uiting in een meer ongedwongen gesprek over

de stage.

➔ na afloop van de stage een (klassikale of individuele) nabespreking houden

Soms is het moeilijk tot

de jongere door te drin-

gen en hem duidelijk te

maken dat zijn presta-

ties niet zo geweldig

waren.

Toch is zo’n zelfevalu-

atie ook dan waardevol:

hij wordt geconfron-

teerd met de vaststel-

ling dat zijn mening niet

per se door iedereen

gedeeld wordt. Ook

dat is een belangrijk

leerpunt.

De jongere ziet tijdens de stage werknemers OPDracHTen uitvoeren waarvan hij denkt die later zelf ook te mogen/moeten uitvoeren. Het blijkt te gaan over opdrachten voor HOGerGeScHOOlDen.

Page 21: Stagecahier

20 21

c a H I e r | S T a G e S

Vormelek organiseert peter- en meterschapsopleidingen voor zaakvoerders

en werknemers. Meer informatie over dit aanbod bij Veerle Van Antenhove,

opleidingsadviseur van Vormelek

([email protected] – 02 476 16 76).

UNIZO richt seminaries in om leerkrachten op te leiden tot stagecoaches.

Al heel wat scholen hebben inmiddels zo’n coach in huis. Meer informatie

over dit aanbod op www.ondernemendeschool.be (klik op ‘stage’ in het lin-

ker menu).

De Bege-Leidraad van VIVES-COMITO bevat een hele handleiding over men-

toren. In de leidraad onder meer aandacht voor

coaching•

basisinzichten communicatie•

kennismakingsgesprek•

het opstellen van een stageplan•

onthaal•

de manieren waarop een leerproces verloopt•

feedback geven•

demonstreren•

instructies geven•

taken delegeren aan de stagiair•

functioneringsgesprek •

evaluatiegesprek•

Daarnaast heeft UNIZO op www.unizo.be/lerenopdewerkvloer een pak in-

formatie voor stagebieders gepubliceerd.

➔ De werkgever laten opleiden tot een goede peter of meter

➔ De werkgever professioneel laten begeleiden door een leerkracht die opgeleid is tot stagecoach

➔ De werkgever begeleiden

5 WerkGeVerS SenSIBIlISeren

Werkgevers hebben weinig of geen PeDaGOGIScHe kennIS.

Page 22: Stagecahier

22 23

Het loont de moeite ook te vertellen waarom de school de meeste leerlin-

gen aanmoedigt nog een 7e jaar te volgen. Op die manier is de werkgever

zich bewust van de voordelen om verder te studeren én beseft hij dat aan-

dringen bij de jongere niet zoveel zal uithalen.

De wet is formeel: stages mogen in geen geval vergoed worden. Ook vergoe-

dingen in natura (zoals een gereedschapskoffer) zijn verboden. Uiteraard

mag de werkgever de onkosten van de stagiair terugbetalen.

Vooral voor het argument dat een 7e jaar een diploma

secundair onderwijs oplevert, waardoor ze dus meer

waard zijn op de arbeidsmarkt (en dus meer kunnen

verdienen), zijn jongeren uit het beroepsonderwijs ge-

voelig.

De mogelijkheid om een getuig-

schrift bedrijfsbeheer te behalen,

overtuigt jongeren vaak om toch

voor een 7e jaar te kiezen.

➔ De werkgever op voorhand vertellen dat de school hoe dan ook een 7e jaar aanmoedigt

➔ Stagebieders mogen de stagiairs in geen geval betalen!

➔ De leerlingen bewust maken van de voordelen van een 7e jaar

➔ De jongeren in het 7e jaar het getuigschrift bedrijfsbeheer laten halen

De stagebieder biedt goede stagiairs soms Te Snel een cOnTracT aan, terwijl het vaak in het voordeel van de jongere is om nog een 7e jaar te volgen.

De tendens bestaat om STaGIaIrS te gaan BeTalen. Daardoor ontstaat het gevaar dat jongeren om verkeerde redenen een stageplek kiezen.

Page 23: Stagecahier

22 23

c a H I e r | S T a G e S

Het is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor de rISIcOanalYSe: werkgever of school

nadelen voor de jongere (en zijn ouders)De jongere is verplicht de inkomsten aan te geven en de ouders lopen daardoor •

het gevaar de kinderbijslag te verliezen.

De jongere die op andere momenten studentenarbeid verricht, overschrijdt zo •

gemakkelijker de 23 dagen die hij kan werken tegen verminderde RSZ-bijdragen;

hij houdt met andere woorden minder over aan zijn studentenbaan of hij wordt te

duur voor een werkgever.

nadelen voor de werkgeverDe werkgever loopt het risico dat zijn stagiair beschouwd wordt als een ‘gewone’

werknemer. En een groter werknemersbestand heeft belangrijke gevolgen: bepaalde

wettelijke verplichtingen, zoals de publicatie van de sociale balans en het in dienst

nemen van startbaanjongeren, hangen af van het aantal personeelsleden.

Stagiairs aantrekken en appreciatie tonen voor zijn stagiair, kan ook zo:

De jongere een vakantie- of weekendbaan aanbieden.•

Zijn zaak openstellen voor observatiestages en bedrijfsbezoeken.•

Meestappen in een project voor werkplekleren.•

Werkgevers moeten in elk geval een risicoanalyse maken om de veiligheid van de

werknemers te garanderen. In principe heeft dus elke zelfstandige met werknemers

een risicoanalyse gemaakt. Als het nodig is om de informatie van de risicoanalyse

over te brengen op een specifiek modeldocument, is het nog altijd de werkgever die

daarvoor verantwoordelijk is.

Bij een stage in een eenmanszaak liggen de zaken anders: daar is geen risicoanalyse

voorhanden en moeten school en bedrijfsleider samen de analyse opmaken. In elk

geval is de werkgever verantwoordelijk voor de correctheid van de informatie.

Een risicoanalyse kunt u opmaken met het handige formulier op de website van RTC

Limburg (www.rtclimburg.be).

Meer uitleg op www.stageforum.be/go/faqs.aspx?r=1

en op www.meta.fgov.be/detailA_Z.aspx?id=792

➔ Werkgevers zijn eindverantwoordelijk voor de risicoanalyse

Voor zowel de leerling als de werkgever kan een vergoeding nadelig zijn.

Page 24: Stagecahier

24 25

In de stageovereenkomst staat duidelijk dat zowel de werkgever als

de school een persoon moeten aanduiden die de jongere begeleidt.

Deze twee begeleiders moeten in het kader van hun begeleidings-

opdracht onderling overleg kunnen plegen.

➔ resoluut kiezen voor veiligheid

➔ De werkgevers wijzen op de voordelen als stagiairs goed begeleid worden

➔ Met de stagebieder praten over doel en verwachtingen van de stage

➔ Op zoek gaan naar andere stagebieders

➔ In een kennismakingsgesprek de werkgever duidelijk maken wat het niveau is van jongeren in het algemeen en de stagiair in het bijzonder

➔ De stagebieder uitnodigen om naar de opendeurdag te komen of om een bezoekje te brengen aan de praktijklessen

➔ erop wijzen dat rechtstreeks contact met de mentor wettelijk verplicht is

Soms stellen we vast dat de VeIlIGHeID Te WenSen overlaat. Toch komen we niet graag tussenbeide want we willen de stageplek zeker niet verliezen.

WerkGeVerS denken in termen van renDeMenT: een stagiair moet opbrengen. Daarom InVeSTeren ze weinig in de stagiairs.

Werkgevers denken al te vaak dat de JOnGeren al alleS kUnnen. Gevolg: frustratie bij beide partijen.

Bij grotere bedrijven verlopen de cOnTacTen meestal VIa De PerSOneelSDIenST en niet rechtstreeks met de begeleider op de werkvloer.

We hebben een dub-

bele verantwoordelijk-

heid. Op korte termijn:

de jongere mag tijdens

zijn stage geen enkel

risico lopen. En onze

verantwoordelijkheid

op langere termijn

bestaat erin dat we

jongeren zeker niet

het verkeerde signaal

mogen geven: als

we ze nu stage laten

lopen in een onveilige

werkomgeving, vinden

ze later veiligheid op

de werkvloer zelf geen

prioriteit. En zo is de

cirkel rond.

Page 25: Stagecahier

24 25

c a H I e r | S T a G e S

GenOTeerD

Blokstages versus alternerende stages: uw collega’s vergelijken

Leerlingen komen in aanraking •

met ongeveer alle aspecten van

de job.

De stage staat niet geïsoleerd •

van de studies.

De jongere wordt niet helemaal •

ondergedompeld in een stagebad.

De band met het schoolse leven blijft

nog intact.

Bij een beperkt aantal stage-uren is •

een alternerende stage onmogelijk.

Anders gezegd, in de TSO-afdeling

Elektrische installatietechnieken is

deze stage moeilijk te organiseren.

alternerende stage

Blokstage

De leerlingen worden ten volle •

geconfronteerd met het leven op

de werkvloer.

Het is mogelijk bepaalde taken en •

karweien van A tot Z toe te vertrou-

wen aan de stagiair. Dat scherpt

zijn verantwoordelijkheidsgevoel

aan en de jongere krijgt zicht op

het realistische verloop van zaken.

In richtingen met minder stage-•

uren (zoals Elektrische Installatie-

technieken TSO) is de blokstage de

beste optie.

De organisatie is gemakkelijker en •

rechtlijniger dan bij een alterne-

rende stage.

Het engagement van de werkgever •

is beperkt tot enkele weken. Het

gevaar bestaat dus dat hij niet zoveel

moeite doet om er een leerrijke stage

van te maken.

Om een representatief beeld te •

krijgen van wat het werk als elektri-

cien zoal inhoudt, moet een stage

minstens 3 weken duren.

Tegen de tijd dat de jongere zich •

wat heeft ingewerkt en de eerste

onwennigheid over is, zit de stage er

meestal al op.

+

+

Page 26: Stagecahier

26 27

Het is mogelijk beide vormen van stages te combineren, zeker in het

beroepsonderwijs waar voldoende uren beschikbaar zijn om bijvoorbeeld

2 weken blokstage te combineren met een periode alternerende stage.

➔ combinatie blok- en alternerende stage

J. Rijckebosch uit het Technisch Atheneum Geraardsbergen:

Onze leerlingen uit het 5e en 6e BSO Elektrische installaties laten

we voor de kerstvakantie en op het einde van het schooljaar 1

week blokstage volgen. In het 2e trimester gaan ze 1 dag per week

op stage. De zevendejaars hebben naast hun twee weken blok-

stage het hele schooljaar 1 stagedag per week.

Wie zoekt de stageplaats, de jongere of de leerkracht?

De voordelen

• als de jongere op zoek gaatAls de jongere straks zelf op zoek moet naar een job, is er geen leerkracht om •

hem daarbij te helpen. Een stageplaats zoeken is dus een goede sollicitatieoefe-

ning.

De jongere kan ervaring opdoen op zijn favoriete plaats, en dat is goed voor de •

motivatie.

De jongere voelt zich niet ‘geplaatst’.•

• als de leerkracht de voorzet geeftDe leerkracht laat zich bij zijn voorstel leiden door zijn kennis van de leerling én •

van de stagebieder. Dat houdt een belangrijke kwaliteitsgarantie in: de stage-

plek sluit aan bij het kennisniveau en de interesse van de jongere.

De lessen die de jongere voorbereiden op het beroepsleven (over de sollicitatie-•

brief of het kennismakingsgesprek bijvoorbeeld) kunnen later op het schooljaar

plaatsvinden en sluiten dus beter aan op de carrièrestart van de jongere.

Page 27: Stagecahier

26 27

c a H I e r | S T a G e S

Stap 1: Beroepsactiviteiten koppelen aan leerinhouden

Leerplandoelstellingen en -inhouden worden vertaald naar taken en

opdrachten op de werkvloer; ook de te verwerven beroepshoudin-

gen krijgen hierin een plaats.

Belangrijk hulpmiddel: de beroepsprofielen (deze zijn opgesteld

door Vormelek – u vindt ze op www.vormelek-formelec.be via ‘Publi-

caties’).

Stap 2: een netwerk van ondernemingen uitbouwen

Hierbij is het belangrijk na te gaan of de onderneming een krachtige

leeromgeving is (zie meer hierover op pagina 9)

De jongere gaat 1 à 2 dagen per week naar een werkplek.•

De werkplek varieert, enerzijds om ervoor te zorgen dat alle •

leerplandoelstellingen aan bod komen, anderzijds om de jon-

gere de kans te bieden met verschillende soorten ondernemin-

gen kennis te laten maken.

De werkgever kan te kennen geven dat hij een bepaalde jongere •

liever meer of minder tewerkstelt.

Een leervorm waarbij de jongere kennis en competenties verwerft

op de werkvloer, dat is de definitie van werkplekleren. Het onder-

scheidt zich van de ‘klassieke’ stage doordat leerplandoelstellingen

en -inhouden worden verworven op de werkvloer. In een ‘klassieke’

stage komen competenties en vaardigheden aan bod die al eerder

behandeld zijn in theorie- en praktijklessen.

Verschillende scholen zijn tussen november 2004 en april 2008 mee

gestapt in Janus, een proefproject rond werkplekleren. Hierbij ook

Don Bosco uit Sint-Pieters-Woluwe, met de afdeling Hout. Kurt Key-

molen, die als leerkracht algemene vakken sterk betrokken was, ver-

telt dat het project zeer veel knowhow heeft opgeleverd, die in de

verschillende technische vakgebieden – dus ook de elektrotechniek

– kan worden ingezet. Over het Janus-project leest u meer op

www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/janus/visietekst_janus.htm

➔ Twee stappen om te starten met werkplekleren

➔ kenmerken van een werkpleklerenproject

Werkplekleren in het voltijds onderwijs

Page 28: Stagecahier

28 29

Attitudeproblemen: sommige jongeren zijn niet altijd even gemoti-•

veerd.

De verplaatsingen: ook al zijn de bedrijven in de buurt van de school, •

voor jongeren is het niet altijd evident om op elke werkplek te raken.

➔ ervaren problemen

De wetgeving steekt soms stokken in de wielen

Om bepaalde technieken op de werkvloer te kunnen leren, moeten jongeren han-

delingen verrichten die volgens de arbeidswetgeving verboden zijn voor personen

jonger dan 18. De facto zullen bepaalde leerinhouden dus enkel aangeleerd kun-

nen worden in de schoolse omgeving.

rTc biedt ondersteuningAlleen een structurele aanpak kan van werkplekleren een succes maken. Uw lokale

RTC heeft de nodige expertise in huis om u hierbij te assisteren. Het RTC wijst u

ook graag de weg naar subsidies en andere ondersteunende maatregelen.

Page 29: Stagecahier

28 29

c a H I e r | S T a G e S

en Dan nOG DIT

OOk BeDrIJFSSTaGeS VOOr leerkracHTen

U wilt zelf een tijdje aan de slag in een on-

derneming om contact met het werkveld

te houden en om uw kennis van technie-

ken en materialen scherp te stellen? Dat

kan via een leerkrachtenstage.

➔ contacteer Vormelek om een bedrijf

te zoeken dat geïnteresseerd is

in leerkrachtenstages.

➔ contacteer uw lokale rTc, want rTc’s

hebben ook een aanbod voor

leerkrachtenstages.

Goed om te weten 1. Wie in de schoolvakantie op stage gaat, krijgt nu een vergoeding van 250 euro per

week.

2. Sinds het schooljaar 2008-2009 is het gemakkelijker om een vervanger aan te trek-

ken voor de leerkrachten die op bedrijfsstage gaan.

➔ lees meer over de maatregelen om bedrijfsstages voor leerkrachten te

bevorderen in de persmededeling van minister Frank Vandenbroucke op

1 juli 2008; te raadplegen op www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2008p/0701-

competentiecentra.htm.

Page 30: Stagecahier

30 31

InFOrMaTIeBrOnnen

• De omzendbrief SO/2002/09 die de bedrijfsstages in het secundair onderwijs regelt:

www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13301

• Andere wettelijke bepalingen omtrent stagiairs in de Vlaamse Gemeenschap:

www.ond.vlaanderen.be/wetwijs/themas.asp?id=s (Klik op ‘stage’ in de alfabetische lijst)

• De verplichtingen van werkgevers ten aanzien van stagiairs:

www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=639

• Het statuut van de leerling-stagiair:

www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=400

• Wettelijk kader risicoanalyse:

www.meta.fgov.be/detailA_Z.aspx?id=792 (risicoanalyse)

• Modeldocumenten, leidraden voor mentor en leerkrachten, checklists om krachtige leeromgevingen

te evalueren, bewustmaking van arbeidsattitudes, stage-doeboek voor residentiële elektriciteit, ...:

www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/vives/vivessite/

• Modeldocumenten, stagedossier:

www.rtclimburg.be

• Werken aan arbeidsattitudes bij stagiairs:

www.willskracht.be

• Voor werkgevers om uit te zoeken of ze een krachtige leeromgeving kunnen bieden:

www.dboprojecten.be/WELP/menu.asp

• Uitleg over stagecoaches, documenten voor ondernemers om stagiairs te begeleiden, argumenten

om stagiairs aan te nemen, ...:

www.ondernemendeschool.be

• Werkplekleren en het Janus-project:

www.ond.vlaanderen.be/dbo/projecten/janus/visietekst_janus.htm

• Competenties en profielen van de verschillende elektrotechnische beroepen:

www.serv.be

www.vormelek.be/content/view/13/29/lang,nl/

Page 31: Stagecahier

30 31

c a H I e r | S T a G e S

• Gratis opleiding voor jongeren in VDAB-centra:

www.ond.vlaanderen.be/nieuws/2008p/0701-competentiecentra.htm

• Om stageplaatsen te vinden en aan te bieden, een uitgebreide infotheek:

www.stageforum.be

• Onlinecoaching voor ondernemers met vragen over stages:

www.unizo.be/lerenopdewerkvloer

• Stagehelpdesk (modeldocumenten, wettelijk kader):

www.coprant.be/infostages/index.htm

Stroom-Opwaarts dankt alle leerkrachten en technisch adviseurs die dit

cahier mee mogelijk hebben gemaakt.

Page 32: Stagecahier

Stroom-Opwaarts is veel meer dan dit stagecahier.

Een cahier met inspirerende voorbeelden voor realistische

praktijklessen, een handige folder om het elektrotechnisch

onderwijs te promoten, een nieuwsbrief die u op de hoogte

houdt van de onderwijsacties van Vormelek en beroepenfilms

om uw leerlingen een getrouw beeld te geven van het vak.

Dit en nog veel meer vindt u op onze uitgebreide en

praktische website, www.stroomopwaarts.be.

Stroom-Opwaarts is een campagne die Vormelek voert op initiatief van zijn sociale partners, zijnde de werkne-mersorganisaties ACV-Metaal, ABVV-Metaal en MWB-FGTB en de werkgeversorganisaties FEDELEC, FEE, LVMEB en NELECTRA. De campagne heeft tot doel de instroom van arbeiders in de elektrotechnische sector te verhogen en richt zich behalve naar jongeren en hun ouders, ook naar werkgevers, scholen en opleidingscentra.

ESF investeert in jouw toekomst.