spraak taal ontwikkeling

2

Click here to load reader

Transcript of spraak taal ontwikkeling

Page 1: spraak taal ontwikkeling

Hoe belangrijk is taal? Taal speelt een belangrijke rol in ons leven. We gebruiken taal in ons contact met anderen. We komen in aanraking met taal via radio en televisie, en door lezen. Taal maakt het ons mogelijk onze gedachten en wensen te uiten en die van anderen te begrijpen. Thuis, op school en later in het werk speelt taalvaardigheid een grote rol. Geen wonder dat er belang gehecht wordt aan een goede spraak- en taalontwikkeling van kinderen. Een achterstand kan een goede communicatie van het kind met zijn omgeving in de weg staan. Het kind ontwikkelt zich dan niet evenwichtig. Kinderen met taalmoeilijkheden hebben behoefte aan extra hulp en ondersteuning. Om hen op een goede manier te kunnen helpen is het noodzakelijk iets meer te weten van verschillende aspecten van de spraak- en taalontwikkeling.

Wat zijn de functies van taal? We gebruiken taal als communicatiemiddel. Taal speelt een belangrijke rol bij het leren

omgaan met anderen. Bijvoorbeeld door een mening kenbaar te maken of een vraag te stellen. Dit houdt bijvoorbeeld in: naar elkaar kunnen luisteren, met elkaar lachen om grapjes.

Taal speelt een belangrijke rol bij het denken. Denken is het vermogen om feiten en ervaringen

op te merken, te combineren, te ordenen en op te slaan in ons geheugen.

Door gedachten en gebeurtenissen in woorden en zinnen om te zetten kunnen we ons deze beter herinneren, en kunnen we plannen maken voor de toekomst.

Door middel van taal kunnen we onze gevoelens tot uitdrukking brengen.

Door onder woorden brengen van gevoelens van pijn, verdriet of blijdschap kunnen we deze beter hanteren.

Leert uw kind vanzelf praten? Uw kind gaat praten omdat er om hem heen gesproken wordt en vooral omdat u met uw kind praat. Ook al lijken het huilen en de eerste geluidjes helemaal niet op spraak, toch hebben ze betekenis als vorm van contact. U reageert er immers op door lachen en terugpraten. Zo versterkt u bij uw kind de behoefte aan contact en aandacht en er ontstaat een wisselwerking: communicatie. Vanuit die behoefte aan communicatie ontwikkelt de taal zich en uw kind gaat spreken. Een kind moet zich lichamelijk en emotioneel goed voelen om zin te hebben in praten. Wel zijn bepaalde basisvaardigheden nodig om tot spreken te kunnen komen.

Welke vaardigheden zijn nodig om te leren spreken? Geluidjes maken

Het kind moet veel verschillende geluidjes en klanken kunnen maken.

Luisteren Het kind moet kunnen luisteren naar geluiden en deze kunnen herkennen. Hij moet belangrijke en minder belangrijke geluiden van elkaar kunnen onderscheiden.

Imiteren Het kind moet bepaalde handelingen in het algemeen en geluidjes en klanken in het bijzonder kunnen nabootsen.

Herkennen van voorwerpen Het kind moet in staat zijn bekende voorwerpen ook in een vreemde omgeving te herkennen, voordat hij deze gaat benoemen.

Voorstellingsvermogen Het kind moet zich bepaalde voorwerpen kunnen voorstellen zonder dat deze aanwezig zijn. Een goed gehoor en een correct gebruik van lippen, tong, kaak, gehemelte en stembanden zijn eveneens van wezenlijk belang voor een goede ontwikkeling van spraak en taal.

Hoe verlopen de spraak- en taalontwikkeling?

De taalontwikkeling verloopt in een aantal stadia met een min of meer vaste volgorde. Hoewel de ontwikkeling niet voor alle kinderen in hetzelfde tempo gaat, is er toch wel een aantal richtlijnen aan te geven: eerste maand - huilen 1-5 maanden - hoofd naar de geluidsbron draaien; brabbelen: 'aah/ehh/ba/ka' tot 1 jaar - veel en gevarieerd brabbelen (klankpatroon en melodie) 1,5 jaar - behalve 'papa' en 'mama' minimaal vijf woorden gebruiken; onvolledig van vorm (taat=staart, boot=brood) 2 jaar - communiceren via tweewoordzinnen (jasje uit/oma toe/fieze buiten = ik wil buiten fietsen) 3 jaar - spreken in drie- tot vijfwoordzinnen; weinig grammaticale structuur (papa auto rijden/knie is au/boodje rooie jam ete nee) 4 jaar - spreken in eenvoudige, enkelvoudige zinnetjes; nog problemen met meervoudsvorming (schippen = schepen) en vervoeging van werkwoorden (ik heb het gekiest = gekozen); veel waarom vragen; alle klanken worden goed uitgesproken 5 jaar - spreken in redelijk goed gevormde, samengestelde zinnen; het taalgebruik is vaak nog concreet (ik wil een boterham, want ik heb honger) Het grootste deel van de spraak- en taalontwikkeling is nu voltooid. De woordenschat, de zinsbouw en het vermogen om gedachten in taal om te zetten, zullen zich verder uitbreiden. Als u de taalvaardigheid van uw kind onvoldoende vindt is het belangrijk dat u uw kind extra aandacht geeft om het praten te stimuleren.

Page 2: spraak taal ontwikkeling

SPRAAK- EN TAAL-

ONTWIKKELING

Hoe kunt u het spreken stimuleren? Voortalige periode (tot de eerste woorden) Uw kind leert brabbelen. Help hem door ook

klanken te maken. Kijk uw kind daarbij aan en lach tegen hem. Geef betekenis aan het klankgeven: 'wat zeg je nou, uhuhuh, ben je zo blij' of 'heb je zo lekker gegeten'.

Praat tegen uw kind terwijl u hem verzorgt: 'zo even de luier uitdoen, wat poeder op je billetjes, hier is een schone luier, en... klaar'. Als een baby kraait van plezier: 'vind je dat zo fijn, mama gaat je nu in bed doen, en dan ga je lekker slapen' etc. U zet de bedoelingen van de baby en van u zelf om in taal.

Volwassenen praten uit zichzelf tegen baby's op hogere toon, langzamer, in korte zinnen, met meer nadruk en met veel herhalingen. Ook gebruiken ze veel gebaren en vaak overdreven mimiek. Geneer u niet om voor uw gevoel overdreven bezig te zijn. Baby's reageren hier beter op dan op de gewone conversatietoon.

Spreek niet in kindertaal; een hond is geen woef woef. Zegt het kind 'woef woef', reageer daar dan op door te zeggen: 'ja, dat is een hond en die zegt woef woef'.

Vermijd overmatig achtergrondlawaai, zoals een radio die de hele dag aanstaat. Uw kind kan in een rustige omgeving de spraakklanken beter leren onderscheiden.

Uw kind gaat praten Uw kind krijgt meer plezier in praten als u ingaat

op wat hij wil zeggen, of als u aansluit bij wat hij wil doen. Voorlezen, zingen, samen spelen en samen televisie kijken zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Bedenk wel dat als de ouder wil voorlezen terwijl het kind liever buiten wil spelen, hij nauwelijks zal luisteren naar het verhaal en voorlezen weinig zin heeft.

Neem de tijd om naar uw kind te luisteren. Stel vragen om het denken en het praten te stimuleren. Neem niet te snel genoegen met

gebaren, vooral niet als u weet dat het kind het ook met woorden kan zeggen. Dwing uw kind echter niet om te praten.

Dit kan zijn plezier in het spreken bederven. Verbeter hem niet als hij woorden nog niet goed uitspreekt. Het is beter om de woorden en zinnen correct terug te geven. 'Isda boem?'... 'Ja, dat is een bloem.'

U kunt de moeilijke klank wat meer nadruk geven of verlengen: 'blloem'. Spreek niet te snel en maak geen al te ingewikkelde zinnen.

Praat ook tijdens alledaagse handelingen die u samen met uw kind doet, zoals boodschappen doen, tafel dekken. Het praten tijdens bezigheden wordt zo een vanzelfsprekend gebeuren.

Als u meer wil weten over de spraak- en taalontwikkeling van uw kind, vraag dan advies op uw consultatiebureau, aan uw huisarts, de jeugdarts van de GGD of een logopedist. U kunt bovendien contact opnemen met de afdeling Logopedie van de Gewestelijke Gezondheidsdienst Gooi en Vechtstreek of rechtstreeks met de logopedist die vanuit de GGD aan iedere school verbonden is.

Aanbevolen literatuur S. Goorhuis Brouwer

Kinderen en taal Kosmos, Utrecht/Antwerpen

Sj. van der Meulen Wenken voor het beter leren praten van uw kind Swets & Zeitlinger, Lisse

D. Feffree en R. McConkey Taalontwikkeling spelenderwijs Intro, Nijkerk

Red. M. Welle Donker Al uw vragen over spraak- en taalmoeilijkheden bij kinderen Het Spectrum, Utrecht

Uitgave: GGD Gooi & Vechtstreek, juli 2004 Postbus 251, 1400 AG Bussum

Afdeling Jeugdgezondheidszorg, sector Logopedie Tel. (035) 692 62 50 / E-mail: [email protected]