Spelling

groep 6

Inhoud

Jaarplanning spellingblokken

Oefensites en oefentips

Oefenwoorden gerangschikt per spellingblok

Jaarplanning spelling Blok 1 Categorie Voorbeeldwoord

woorden met ng - nk tong - bank

woorden met ch - cht nacht - lach

woorden met ei - ij trein – ijs

Blok 2 Categorie Voorbeeldwoord

au/ou woorden pauw

hout

woorden met f-v of s-z duiven - huizen

woorden met i die klinkt

als ie

liter

Blok 3 Categorie Voorbeeldwoord

woorden c die klinkt als k

of s

cijfer - insect

woorden met –ig of -lijk jarig - vrolijk

verkleinwoorden met –je,

-nkje of etje

huisje – hondje – kettinkje

- brilletje

Blok 4 Categorie Voorbeeldwoord

woorden met eind –d of

midden –d die klinkt als t

hond

woorden met een open

lettergreep in het midden

jager

woorden met

verdubbeling van

medeklinker

bakker

Blok 5 Categorie Voorbeeldwoord

samenstellingen zonder

tussenletter

hijskraan

samenstellingen zonder

tussenletter met z die

klinkt als s

rugzak

woorden met ei-ij trein - ijs

woorden met au-ou pauw - hout

woorden ge die klinkt als zje

garage

Blok 6 Categorie Voorbeeldwoord

woorden met c die klinkt

als s of k

cijfer

insect

woorden met het

achtervoegsel -heid

snelheid

woorden die beginnen en

eindigen op ‘s

’s morgens

Piano’s

Blok 7 Categorie Voorbeeldwoord

woorden met open

lettergreep in het midden

jager

woorden met

verdubbeling van

medeklinker

bakker

open lettergreep waarbij

sprake is van een korte

klank

banaan

Blok 8 Categorie Voorbeeldwoord

woorden met

voorvoegsels be-, ge- en

ver-.

bezoek

gebak

verkeer

woorden met i die klinkt

als ie

liter

Woorden met –tie

uitgesproken als (t)sie

politie

Oefensites en oefentips

De woorden zelfstandig oefenen (alleen met pen en papier)

Maak een zin met het woord.

Maak met de letters van het woord zoveel mogelijk nieuwe woorden.

Maak een woordketting. Kies een woord. Wanneer de laatste letter een n is, moet de eerste letter van het volgende woord een n zijn.

Schrijf het alfabet op. Zet de woorden vanuit de oefenwoorden achter dezelfde letter van het alfabet. Bij een letter kunnen meer woorden staan.

Schrijf een verhaal met minstens 4 woorden uit de oefenwoorden.

Maak rijmwoorden met woorden uit de oefenwoorden.

De woorden samen oefenen (met je ouders of een vriendje/vriendinnetje en met pen en papier).

Laat de klinkers weg uit een woord, de ander mag raden welk woord het is.

Speel het spel galgje met een woord, de eerste letter wordt gegeven.

Kies een woord, hussel de letters door elkaar. Een ander probeert het woord te raden.

Zet 5 woorden uit de oefenwoorden achter elkaar zonder ruimte tussen de woorden. Laat iemand anders de streepjes tussen de woorden zetten.

Een woord met de letter….. Iemand kiest een letter. De ander schrijft zo snel mogelijk een woord op uit het woordpakket. Kijk dat woord na.

Woordenbingo. Kies 6 woorden uit de oefenwoorden en schrijf deze op. Iemand leest willekeurig de woorden voor. Wie heeft er het eerst bingo?

Websites geschikt om te oefenen: Geschikte app’s:

www.bloon.nl groep 3-4-5

Spelling app Taal actief van Malmberg www.spellingapp.nl

www.woordkasteel.com groep 4-5-6

www.wrts.nl groep 6-7-8

Ook beschikbaar als app

Oefenwoorden gerangschikt per categorie

Woorden met ng luisterwoord

Je hoort ng

Je schrijft ng

aansluiting

afbeelding

afsluiting

behandeling

bevolking

gering

poging

belasting

stichting

uitzondering

hengsel

onlangs

oplossing

lievelingskleur

samenhang

verrassing

voorstelling

zuivering

wandeling

stroming

rekening

verkiezing

vooruitgang

Woorden met nk luisterwoord

Je hoort ngk

Je hoort nk

bankstellen donkerrood drinkwater dronken inktvis

jonkvrouw

klinkers

loopplank

medeklinkers

ondankbaar

pinkjes

plankjes

rechtbank

sprinkhanen

vinkjes

vonk

winkeliers

Woorden met ch weetwoord

Je hoort g, je schrijft ch

echo

gejuich

glimlachje

achterover

jochie

kacheltje

kuchje

lachje

parochie,

pechvogel

techniek

uitlachen

goochelaar

goochelen

kachels

Woorden met cht weetwoord

Je hoort gt, je schrijft cht

aanrecht

achtergrond

achterna

achterover

echter

gerecht

geslacht

gevecht

inlichting

inrichting

lichtknopje

Maastricht

slechts

voordracht

vruchtbaar

zichtbaar

Utrecht

uitzicht

terecht

toevlucht

onverwacht

Woorden met ei weetwoord

Woorden met de ei moet je onthouden

aanleiding aardbei afscheid allerlei arbeider bereikbaar buurmeisje

eigenaar eigendom eindeloos Eindhoven fontein weinig leverpastei

zeilschip refrein gewei karwei terrein lakei keihard

Woorden met ij weetwoord

Woorden met de ij moet je onthouden

batterij belangrijk beschrijving bevrijding bijdrage bijeenkomst bijvoorbeeld

blijkbaar boerderij destijds dichterbij dikwijls nabij

onderwijs ongelijk Overijssel rijbewijs schilderij Nijmegen

Woorden met au weetwoord

Woorden met de au moet je onthouden

benauwd donkerblauw flauwe flauwekul kabeljauw kauwgom

nauwkeurig wenkbrauwen applaus astronaut auteur automobilist

frietsaus restaurant vrachtauto kauwen nauwelijks

Woorden met ou weetwoord

Woorden met de ou moet je onthouden

aanhouding boekhouder huishouden ijskoud onderhoud ouderwets schouder

tweevoud verhouding betrouwbaar bouwvakker brouwerij mouwen strijkbout

rouwkaart schouwburg springtouw trouwens tuinbouw vertrouwen vrouwelijk

Woorden met f/v regelwoord

In de lange vorm van het woord verandert f in v

bedrijven brave dove duiven gleuven graven halve

hoeven kloven kluiven korven lieve schaven

scheve schijven schuiven slaven verblijven scherven

Woorden met s/z regelwoord

In de lange vorm van het woord verander s in z

adviezen bazen beurzen bewijzen boze buizen dwazen fornuizen vieze vliezen

frambozen ganzen grijze hazen kazen keuze kluizen lenzen wijze

luizen matrozen paleizen pluizen poezen reuzen rozen smoezen talloze

Woorden met i weetwoord

Je moet weten dat: - Hoor je ie in een open klankgroep, dan schrijf je i

artikel familie figuur gitaar idee iglo juli kapitein kilo limonade kritiek lawine

liter minuut piloot piramide pistool prima riool rivier sigaar ski sinaasappel

televisie titel viool diamant diploma fabrikant februari file januari juni muzikaal

Woorden met c weetwoord

Woorden met de c die klinkt als s moet je onthouden

cel cement centimeter centraal

centrum cijfer cirkel citroen

lucifer oceaan precies proces

Woorden met c weetwoord

Woorden met de c die klinkt als k moet je onthouden

actief cactus cavia circus clown cola

conflict contact dictee direct directeur insect

product project reclame seconde viaduct

Woorden met -ig weetwoord

Soms weet je niet zeker of je –ug of –ig hoort Je schrijft -ig

aanwezig afkomstig driftig eenvoudig ernstig gevoelig geweldig

heftig jeugdig levendig merkwaardig nuttig ongeduldig ongelukkig

onrustig onschuldig overig prettig tegenwoordig gezellig

Woorden met -lijk weetwoord

Je hoort –luk Je schrijft -lijk

aantrekkelijk afzonderlijk begrijpelijk behoorlijk dagelijks gedeeltelijk gemakkelijk

huwelijk jaarlijks kwalijk letterlijk maandelijks mannelijk persoonlijk

redelijk schadelijk uiterlijk vreselijk wekelijks werkelijk

Verkleinwoorden met –je of –nkje

regelwoord

Is het woord met d zoals hond, dan is hondje ook met d

Is het woord met een t zoals kist, dan is kistje ook met t

ng word nk zoals ketting - kettinkje

armbandje beestje blaadje broodje haardje kistje kunstje kwastje

nestje potloodje stadje vriendje worstje buiginkje harinkje

hellinkje kettinkje koninkje leidinkje leuninkje palinkje puddinkje

Verkleinwoorden met -etje

regelwoord

Bij verkleinwoorden met –etje krijg je een dubbele medeklinker

balletje belletje brilletje halletje holletje kammetje

karretje krulletje lammetje mannetje spelletje spinnetje

spulletjes stemmetje sterretje velletje vriendinnetje zonnetje

Woorden met d regelwoord

Je hoort t Maak het woord langer, je hoort d

Je schrijft een d

aardbeving buitenland Duitsland handschrift Lelystad onbekend speurhond spiegelbeeld

uitgebreid uitstekend verbaasd verbod vervelend aardgas opstand naaldboom

platteland windmolen zandbank verliefd kladblok weerstand grondstof

Woorden met open lettergreep

regelwoord

Verdeel het woord in klankgroepen

Hoor je aan het eind van de klankgroep een lange klank, dan schrijf je één teken

afdeling bespreking betaling beweging bovendien ervaring generaal

gevel geweten industrie kanarie karate maatregel medemens

naaldbomen ontsteking openbaar overschot personeel probleem salaris

Woorden met een verdubbeling van medeklinker

regelwoord

Verdeel het woord in klankgroepen

Hoor je aan het eind van de klankgroep een korte klank, dat schrijf te twee tekens

aanpassing voorstellen ongelukken monnik middeleeuwen dakpannen gezinnen gevallen

bezetting beslissing koffer kudde pakket landschappen modellen

duikbrillen oppervlak sigaretten boomstammen getallen voetstappen klassiek

Samenstellingen zonder tussenletter

regelwoord

Twee woorden vormen samen een nieuw woord Deze woorden schrijf je dan aan elkaar

appelstroop brandstof dienstplicht hoofdstraat

herfstweer kerstboom kunststuk marktplaats

taakstraf tekstsoort uitspraak waterstraal

Samenstellingen zonder tussen letter met z die klinkt als s

regelwoord

Je hoort in het midden van het woord een s Je schrijft deze met een z

alleszins anderszins broekzak danszaal enigszins handzaam

hetzelfde hoofdzaak ijszak jaszak langszij langzaam

leeszaal noodzaak ontzettend opzet opzij spraakzaam

Woorden met ge die klinkt als zje

weetwoord

Je hoort zje Je schrijft ge

asperges bagage etage etalage garage genie horloge lekkage

manege massage rage rapportage slijtage stage montage page

passage percentage plantage ravage reportage spionage stellage

Woorden met -heid weetwoord

Je hoort heit Je schrijft heid

aardigheid boosheid eenheid eenzaamheid hoeveelheid juistheid

meerderheid mensheid minderheid oudheid overheid schoonheid

snelheid vrijheid waarheid wijsheid bezigheid dankbaarheid

Woorden met ‘s regelwoord

In het enkelvoud hoor je een lange klank aan het eind. Je schrijft één teken: a, e, i, o, u.

In het meervoud schrijf je dan één klinker met ‘s

auto’s diploma’s euro’s foto’s gorilla’s ijsco’s

kano’s kilo’s komma’s menu’s pagina’s paraplu’s

piano’s pinda’s radio’s ski’s zebra’s

Woorden met ‘s regelwoord

’s middags: je hoort s Je schrijft ‘s

Let op: na de ’s komt een spatie

’s avonds ’s maandags ’s middags ’s nachts

’s ochtends ’s winters ‘s woensdags

’s zaterdags ‘s zomers

Woorden met open lettergreep waarbij sprake is van een korte klank

regelwoord

Verdeel het woord in klankgroepen Is het niet duidelijk of je a of aa hoort

Dan schijf je een teken: banaan

agenda apart balans banaan baron barones

kanaal kanon kapel kapot manier paniek

papier plafond planeet raket tabak tabel talent

Woorden met voorvoegsel be-, ge-, ver-

weetwoord

Je hoort bu, gu, vur Je schrijft be, ge, ver

bedoeling behalve beheer behoefte

gebergte gedaante gedeelte geheugen

verandering verdeling verhoging verjaardag

bejaarde bepaalde

gemeente geschiedenis geschikt gevangenis

verleden verliefde vervolg

Woorden met -tie weetwoord

Je hoort tsie of sie, je schrijft tie

attentie, garantie, instantie, munitie, operatie,

politie, portie, positie, prestatie, relatie,

sensatie, situatie, statiegeld, traditie, vakantie