SOR jaarverslag 2010
description
Transcript of SOR jaarverslag 2010
SOR25 jaar
comfortabel wonenjaarverslag 2010
1986
2010Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam | Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam
T (010) 444 55 55 F (010) 404 80 26 E [email protected]
www.sor.nl
SOR
25 jaar comfortabel w
onen jaarverslag 2010
1986
2010
SOR25 jaar
comfortabel wonenjaarverslag 2010
2
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
A Bestuursverslag
D Verslag van de raad van commissarissen
Voorwoord en
Bestuursverklaring
B Ondernemingsverslag
C Jaarrekening
E Bijlagen
Inhoudsopgave
Voorwoord en Bestuursverklaring 5
A Bestuursverslag 14
B Ondernemingsverslag 26
C Jaarrekening 58
D Verslag van de raad van commissarissen 74
E Bijlagen 90
4
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
5
Voor
woo
rd e
n be
stuu
rsve
rkla
ring
Voorwoord
Bestuursverklaring
Alle middelen die de SOR ter beschikking heeft
zijn in het verslagjaar uitsluitend besteed in het
belang van de volkshuisvesting.
H. Rietveld MBA
Directeur-bestuurder SOR
Geachte lezer,
Het jaar 2010 ligt achter ons, mogelijk het meest
be wogen jaar van de SOR in haar bestaans
geschiedenis. We begonnen het jaar met een goed
gevulde projectenportefeuille met twee opleveringen
in aantocht. In de eerste helft van het jaar werd echter
al snel duidelijk dat die projectenportefeuille opnieuw
beoordeeld moest worden, doordat het financiële
perspectief voor de SOR in hoog tempo veranderde.
Oorzaak hiervoor was de combinatie van de invoering
van de EUregeling omtrent de staatssteun aan
woning corporaties en de aanstaande heffing van
vennoot schapsbelasting. Deze laatste bleek tegen het
einde van het jaar toch nog een jaar langer uitgesteld
te worden, maar vanaf dat moment werden de
effecten van de stilvallende woningmarkt in onze
verhuurprestaties steeds duidelijker zichtbaar.
Het zijn lastige ontwikkelingen, maar tegelijkertijd
vormen zij een uitdaging voor de hele organisatie.
We zullen scherper aan de wind gaan zeilen waar
het gaat om ons investeringsbeleid. En voor de
verhuur be tekent het dat we meer en vooral andere
activi teiten zullen ontplooien om klanten voor ons
te winnen.
Het leukst om te vertellen is dat 2010 het 25ste levens
jaar was van de SOR. Dat vieren we in 2011, met
be woners, relaties en medewerkers. En met u, door
u in dit jaarverslag niet alleen de feitelijkheden van
af gelopen jaar voor te schotelen, maar u ook te laten
zien wat wij in die tijd hebben opgebouwd. Wij
hebben in die 25 jaar veel gebouwd. Niet om het
bouwen, maar om de senioren van nu en de toekomst
gewilde woningen te kunnen bieden.
De diversiteit aan woningen, verzorgings en verpleeg
huizen, bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend
goed is voor ons de basis van waaruit wij onze klanten
een comfortabele woning in een passende woon
omgeving willen bieden. Dat is onze drijfveer en dat
maakt dat wij ook de komende jaren veel zullen
in vesteren in bestaand en nieuw bezit, om onze
producten en diensten te laten aansluiten bij de
wensen van de klant.
Ik wens u veel kijk en leesplezier. Mocht u naar aan
leiding van het jaarverslag met ons in gesprek willen
komen, schroom dan niet om contact met ons te
zoeken.
Harry Rietveld
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
6
Abestuursverslag
1 Missie en visie 7
2 Terugblik op 2010 11
3 Governance en bestuurlijke organisatie 15
3.1 Governance 15
3.1.1 Bestuursbesluiten 16
3.1.2 Ondernemingsraad 16
3.1.3 Klachtencommissie 17
3.1.4 Integriteitsbeleid 17
3.1.5 Risicobeheersing binnen de SOR 18
3.2 Bestuurlijke organisatie 19
3.2.1 Organisatiestructuur 19
3.2.2 Verbindingen 19
3.2.3 Sectorale samenwerkingsverbanden 19
7
A b
estu
ursv
ersl
ag
De SOR vervult deze missie door woningen te
ex ploiteren, waarin senioren zich thuis voelen en waar
men tot op hoge leeftijd kan blijven wonen, ook als
beperkingen zich voordoen. De SOR brengt dit in de
praktijk door de productie van woningen in diverse
marktsegmenten en daarnaast door technisch en
sociaal beheer. Het resultaat daarvan is een goed uit
geruste en onderhouden woning en tegelijk een thuis
in een goed functionerende woongemeenschap, ook
voor kwetsbare groepen, die een beschutte woon
omgeving nodig hebben.
De SOR heeft deze missie in 2006 gedefinieerd, relatief
kort geleden. Toch zijn de omstandigheden waaronder
de SOR haar missie heeft geformuleerd bij lange na
niet meer de omstandigheden van vandaag. De con
juncturele situatie op de financiële markten en de
woningmarkt sinds 2009 is van grote invloed op ons
directe handelen, het dwingt de SOR tot het naar
voren halen van keuzes en tot het versneld herover
“De SOR wil het welzijn van ouderen in en
om Rotterdam bevorderen door hen de
mogelijkheden te geven om te kiezen voor
een woonvorm die bij hun manier van
leven past. De combinaties van wonen,
zorg en dienstverlening die wij bieden, zijn
betaalbaar en grotendeels bestemd voor
ouderen die niet of moeilijk voor hun huis-
vesting kunnen zorgen. Onze werkwijze is
klantgericht, flexibel en maatschappelijk
betrokken.”
1missie en visie
8
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
wegen van strategische keuzes. Daarbij komt dat de
structurele wijzigingen, die zich voordoen in het speel
veld van zowel de corporaties als die van de AWBZ
instellingen, op middellange termijn van grote invloed
zijn.
Deze bewustwording heeft in 2010 geleid tot een
brede discussie tussen directie, bestuur en raad van
commissarissen over de relevantie van de missie en
daarmee ook de relevantie van de SOR. Deze discussie
zal in 2011 leiden tot een vernieuwd ondernemings
plan, waarbij de bewustwording uit de in 2010
ge houden visitatie mede richting zal geven aan zowel
het proces als de inhoud.
9
a-li
jstp
roje
ct
2010 Binnenhoftoren, RotterdamOmmoord
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
10
Abestuursverslag
11
A b
estu
ursv
ersl
ag
vertraging in de doorvoering van bij het kwaliteits
en comfortniveau van de woning passende huurprijs.
In de eerste helft van 2011 is uiteindelijk de wets
wijziging doorgevoerd, zodat we vanaf 2011 ons
huur en harmonisatiebeleid kunnen richten op een
betere prijskwaliteitverhouding.
Het omzetten van de EUregeling in nationale wet
geving zal niet eerder dan in 2011 haar beslag vinden.
Dit heeft deels te maken met de wisseling van de
wacht in het landsbestuur, maar ook met de weer
barstige materie. De schijnbare eenvoud van de rege
ling zelf heeft veel verwachte en onverwachte effec
ten op de bedrijfsvoering van de corporaties, van het
verhuurproces tot de financieringsstructuur. Hiernaast
heeft de belastingdienst, bestaande fiscale wetgeving
en afspraken met de belastingdienst ten spijt, de voor
vijf jaar met de SOR overeengekomen vrijstelling van
Vpb ingetrokken.
Het jaar 2010 is gekenmerkt door ontwikkelingen in
de buitenwereld met grote impact voor de koers van
de onderneming en voor de interne organisatie.
De aanhoudende kredietcrisis blijft van forse invloed
op de woningmarkt. Als gevolg van de teruglopende
bouwproductie is het mogelijk om tegen aan
trekkelijke bedragen te investeren in sociale huur
woningen. Tegelijkertijd houdt de stagnatie op de
koopmarkt aan. Doordat een deel van toekomstige
huurders hun huidige woning niet weten te verkopen,
blijft de afzet van met name de middeldure huur
woningen achter bij de verwachting.
Mede door de val van het kabinet was het op wet
gevingsgebied een lastig jaar, in de zin dat diverse ver
wachtingen niet waargemaakt werden. Het woning
waarderingsstelsel bleef ongewijzigd, waar een
aanpassing was verwacht op het punt van de energie
prestatienormering. Voor de SOR betekent het een
2terugblik op 2010
12
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
ondernemingsplan fundamenteel herzien moet
worden. Deze opgave staat voor 2011 op de rol.
We zullen kiezen voor meer nadruk op beheer en
exploitatiemaatregelen, naast de bestaande groei
strategie. Ook zullen we actief alternatieve, innova
tieve manieren onderzoeken om onze financierings
ruimte te vergroten.
Onze volkshuisvestelijke prestaties hebben wij weten
voort te zetten. Maar we zien ook een snel ver
anderende markt, met meer diversiteit, een nieuwe
generatie senioren, nieuwe verwachtingen ten aan
zien van onze producten en onze rol. Het in 2009
in gezette lokaal maatwerk, onze opleveringen van
nieuwe woningen en de bijbehorende samen
werkingsrelaties leveren de nodige ervaringen op voor
het ondernemingsplan dat we in 2011 opstellen.
Daarnaast hebben we in 2010 een imagoonderzoek
gehouden, waaruit we lering hebben getrokken over
onze zichtbaarheid en herkenbaarheid. Het heeft in
ieder geval geresulteerd in een bevestiging van de
naam SOR, waarmee we de volle naam (Stichting
Ouderenhuisvesting Rotterdam) achter ons laten.
Verdere uitkomsten van het onderzoek worden
verwerkt in onze communicatiestrategie.
Op de interne organisatie hebben deze ontwikkelingen
ook hun weerslag gehad. De elkaar in hoog tempo
opvolgende gebeurtenissen vergden veel van de
ad ministratieve en beleidskracht. De komende jaren
zullen de gevolgen concreet merkbaar worden in de
operationele sfeer.
De organisatie heeft zich in 2010 verder ontwikkeld.
Hulpmiddelen daarbij waren de interim rapportage
van de accountant en het medewerkerstevredenheids
onderzoek. De interim rapportage was aanleiding
voor de aanscherping van diverse administratieve
procedures. Daarnaast is een separaat softwarepakket
voor de projectenadministratie geïmplementeerd. Hier
mee is de aansluiting van de projectenadministratie,
waar veel kapitaal in omgaat, aan de bedrijfs
administratie continu geborgd. Tot dit jaar werd
De gevolgen voor de investeringsmogelijkheden van
de SOR zijn groot. Wij bouwen veelal gemengde com
plexen: sociale en vrije sectorhuur, maatschappelijke
en commerciële bedrijfsruimten, verpleegunits. De
nieuwe regelgeving vereist gescheiden administratie
en verhindert geborgde financiering op de nietsociale
en nietmaatschappelijke onderdelen. Het is echter
juist deze combinatie van producten die succesvol zijn
en van groot nut zijn voor onze doelgroep, maar die
door de eis van commerciële financiering niet zonder
meer verantwoord te ontwikkelen zijn. De intrekking
van de vrijstelling van Vpb komt daar bovenop, waar
door wij de ontwikkeling van een aantal projecten stil
hebben moeten zetten.
Tot slot is nieuwe wetgeving omtrent de financiering
en bekostiging van zorgvastgoed opnieuw uitgesteld.
Dit bezwaart de dialoog die wij met de zorg
instellingen hebben, omdat enerzijds er een wens
is om het zorgvastgoed te moderniseren, maar er
anderzijds grote twijfel bestaat over de financier
baarheid en exploiteerbaarheid. Voor de SOR leidt het
tot onzekerheid in zowel de exploitatievooruitzichten
als de investeringsstrategie van het zorgvastgoed,
waarin ongeveer 30% van de omzet gerealiseerd
wordt.
Om onze ervaringe en inzicht kenbaar te maken aan
de politiek hebben wij contact gezocht met kamer
leden van zowel de Eerste als de Tweede Kamer, zodat
zij deze kennis in de beoordeling van wetsvoorstellen
kunnen laten meewegen. Ook hebben wij ons samen
met enkele collegacorporaties specifiek tegen de Vpb
heffing verweerd. Dit laatste is succesvol geweest:
mede dankzij de opstelling van de senatoren in de
Eerste Kamer op dit punt is de belastingwet aan
gepast. De vrijstelling is nu verleend tot eind 2011.
Op al deze onderwerpen toont de overheid zich
onvoorspelbaar en maakt zij onverwachte be wegingen.
Omdat de overheid bij uitstek de bepaler van ons
speelveld is, zijn de gevolgen groot voor onze investe
ringsstrategie, een belangrijke pijler onder onze groei
strategie. Het maakte echter ook in zichtelijk dat het
13
A b
estu
ursv
ersl
ag
de aansluiting geborgd door een proces van periodieke
aansluiting. En hoewel dit nooit tot problemen heeft
geleid, past de nieuwe situatie beter bij de gegroeide
onderneming.
Het medewerkerstevredenheidsonderzoek heeft een
aantal punten opgeleverd om trots op te zijn, niet in
de laatste plaats de algemene tevredenheid, maar ook
een aantal kernpunten waar we op willen verbeteren.
Het onderzoek is het laatste hoofdstuk in de cultuur
en structuurverandering die de SOR in 2008 heeft
ingezet.
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
14
Abestuursverslag
15
A b
estu
ursv
ersl
ag3Governance en bestuurlijke organisatie
3.1 Governance
De governancestructuur van de SOR bestaat uit zes
organen en wordt ondersteund door een set
in strumenten en documenten, die op alle werknemers
van de SOR van toepassing zijn. Bewoners en andere
belanghebbenden kunnen altijd via de website of
via het kantoor van de SOR over de documenten
beschikken. De leden van ieder van de organen
worden genoemd in Bijlage 1.
■■ Raad van commissarissen: Deze heeft drie rollen:
toezicht op de onderneming en haar bestuur,
ad viseur van bestuur en directie en werkgever van
de directeurbestuurder. De raad van commissarissen
bestond per einde 2010 uit 5 personen. Het verslag
van de raad van commissarissen staat in deel D.
■■ Bestuur: De SOR heeft als rechtspersoon de
stichtings vorm en wordt bestuurd door één
bestuurder. Deze positie is geïncorporeerd in de
functie directeurbestuurder. De directeur
bestuurder wordt bijgestaan door twee directeuren
en een adjunctdirecteur, die aan het hoofd staan
van de respectievelijke afdelingen Wonen, Vastgoed
ontwikkeling en Financiën. Hiernaast heeft de SOR
twee stafafdelingen: HRM en Beleid en Bestuurs
ondersteuning, waar bestuurssecretariaat, beleids
coördinatie en communicatie zijn ondergebracht.
■■ Extern accountant: In 2010 heeft Pricewaterhouse
Coopers voor het laatst de jaarrekening en het jaar
verslag gekeurd. In de zomer van 2010 is, na een
selectieprocedure met vier kandidaten, BDO als
nieuwe accountant gecontracteerd. BDO heeft in
het najaar de interim controle uitgevoerd. De raad
van commissarissen gaat als opdrachtgever van
de accountant in zijn verslag verder in op de beoor
deling van de accountant.
■■ Huurdersplatform (HPF): Dit is de huurdersvertegen
woordiging in de zin van de Overlegwet. In para
graaf 5.8.1 worden de samenstelling en werkzaam
heid van het HPF behandeld. Daarnaast worden ook
16
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
(i.p.v. renovatie) de Hoeksteen.
■■ Instemming met onderzoek verkoop bedrijfsruimten
in nieuwbouwcomplex Berlagehof.
■■ Start bouwvoorbereiding Theeschenkerij Vroesenpark.
■■ Start uitvoering nieuwbouw de Gravin.
■■ Instemming bijdrage in aanloopverliezen Dorpsplein
in nieuwbouw Het Facet.
■■ Instemming renovatie Sonneburgh.
■■ Instemming afboeken kosten van vervallen
projecten.
■■ Instemming renovatie keuken Catharina Gasthuis
met een onrendabele top.
De besluiten waarvoor instemming van de raad
van commissarissen nodig was, staan vermeld in
paragraaf 9.5.
3.1.2
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad is in maart 2002 ingesteld als
personeelsvertegenwoordiging bij de SOR. Gespreks
onderwerpen zijn het personeelsbeleid in brede zin,
de organisatieontwikkeling en de jaarrekening en
begroting.
In 2010 zijn met de werving van een nieuw lid uit het
beheerteam Te Hoogerbrugge de vijf beschikbare
zetels alle bezet. De OR heeft twaalf keer onderling
beraad gehouden, vijf keer is de ARBOcommissie
bijeen gekomen. Met de directeurbestuurder is acht
keer regulier overleg gevoerd en er is één informeel
overleg geweest met de raad van commissarissen.
Voor het personeelsbeleid zijn de volgende onder
werpen behandeld:
■■ Implementatie competentiemanagement en
tussentijdse evaluatie.
■■ Medewerkerstevredenheidsonderzoek.
■■ Gratificatiebeleid.
■■ Bedrijfseigen kilometervergoedingsregeling.
de rol en positie van de bewonerscommissies
toe gelicht.
■■ Ondernemingsraad: De ondernemingsraad is in
maart 2002 ingesteld als personeelsvertegen
woordiging bij de SOR. Het verslag van de OR is
in paragraaf 3.1.2 opgenomen.
■■ Klachtencommissie: deze behandelt klachten van
bewoners, woningzoekenden en bewoners
commissies en bemiddelt tussen SOR en HPF of
bewonerscommissie. Het verslag is opgenomen
in paragraaf 3.1.3.
3.1.1
Bestuursbesluiten
Iedere twee weken vergadert het directieteam, waar
van de verslagen na vaststelling via het intranet
beschikbaar zijn voor de medewerkers van de SOR.
Bestuursbesluiten worden periodiek aan de raad van
commissarissen gerapporteerd. Onderstaande
op somming bevat de bestuursbesluiten waarvoor geen
besluitvorming door de raad van commissarissen
vereist is:
■■ Vaststelling indexeringsgrondslag huurcontracten
verpleeg en verzorgingshuizen.
■■ Vaststellen huurprijzen Binnenhoftoren en Geuzen
hof (initiële huren), Ariane (harmonisatie), Kristal
(reparatie a.g.v. WWSherberekening), Hoeksteen
n.a.v. instandhoudingsbeurt.
■■ Huurbeleid en harmonisatiebeleid woningen,
bedrijfsruimten en verpleeg en verzorgingshuizen.
■■ Vaststelling actiepuntenlijst n.a.v. de interim
rapportage.
■■ Vaststellen indexering verhuiskostenvergoeding.
■■ Instemmen actieve uitverhuizing laatste vier
bewoners Alver.
■■ Instemming met ondertekening intentieovereen
komsten met Humanitas/Alerimus resp. Gemeente
OudBeijerland inzake project Bijlschool/TPG.
■■ Instemming uitzondering op beleid groen
financiering bij project Hof van Telders.
■■ Afrekening van de projecten palliatief centrum de
Regenboog, Botersloot fase 2 en Botersloot fase 3.
■■ Instemming met instandhoudingsbeurt
17
A b
estu
ursv
ersl
ag
zich niet bereid toont om het betreffende besluit te
herzien. Zij adviseert het bestuur over afhandeling
van de klacht.
■■ Zij beslecht geschillen tussen de SOR en het HPF of
een bewonerscommissie buiten een bevoegde
rechterlijke instantie om, door voor beide partijen
bindende uitspraken te doen.
De commissie rapporteert aan de directeurbestuurder.
Gedurende 2010 zijn vier klachten aan de klachten
commissie voorgelegd. Eén klacht is niet behandeling
genomen, omdat het een zaak tussen een bewoner
en bewonerscommissie betrof. De overige klachten
betroffen twee bouwtechnische zaken en een
pro cedurele zaak, inzake een door de SOR voor
gelegde kwestie over aan de huurders doorbelaste
kosten ten behoeve van besparingen bij de inkoop van
de servicekosten. In deze laatste heeft de SOR geen
gelijk gekregen. De oplossing van de bouwtechnische
zaken wordt in het eerste half jaar van 2011 verwacht.
3.1.4
Integriteitsbeleid
Het integriteitsbeleid van de SOR is vastgelegd in de
integriteitscode, de egedragscode en de klokken
luidersregeling. Bespreking van het gewenste gedrag
en toezicht op de getoonde integriteit behoren tot
de taken van alle leidinggevenden.
De integriteitscode is in 2006 vastgesteld en wordt
door alle werknemers onderschreven. In deze code
staan aanwijzingen en voorschriften voor houding en
gedrag naar de medewerkers onderling, naar huurders
en naar derden.
In 2008 is de klokkenluidersregeling vastgesteld. Deze
regeling biedt de mogelijkheid om bij geconstateerde
onregelmatigheden, die niet binnen de werking van
de integriteitscode opgelost kunnen worden, bij een
onafhankelijk persoon deze onregelmatigheden te
melden. De regeling voorziet in een onafhankelijk
onderzoek en indien daar aanleiding toe is een
be oordeling door de raad van commissarissen. In 2010
zijn geen meldingen gedaan.
Voor de organisatieontwikkeling zijn besproken:
■■ Aanpassing van de organisatiestructuur in het team
Te Hoogerbrugge, in verband met het vertrek van
de zittende manager.
■■ Rol van het managementteamoverleg.
■■ Werkdruk bij de afdeling Wonen.
■■ Evaluatie van het cultuurtraject 20082009.
■■ Concepten van de strategienota en het onder
nemingsplan.
■■ Financiële scenario’s met betrekking tot financier
baarheid van activiteiten en de vermogens
ontwikkeling van de SOR.
■■ Voorgenomen aankoop Stadsplein in Spijkenisse.
■■ Bereikbaarheid buiten kantoortijden.
■■ Voorstel voor invoeren van dienstkleding.
Alle besproken onderwerpen zijn naar tevredenheid
van beide partijen afgerond.
Communicatie met de achterban vindt plaats via
nieuwsbrieven en door raadpleging tijdens personeels
bijeenkomsten. De nieuwsbrieven, de verslagen van de
bijeenkomsten en de adviezen van de ondernemings
raad zijn voor de medewerkers toegankelijk via het
intranet. Uit het medewerkerstevredenheids onderzoek
kwam naar voren dat communicatie met de achterban
beter kan. Dit vormt een speerpunt voor 2011.
In november 2010 is het nieuwe werkplan opgesteld,
dat zal worden afgestemd met het HRMwerkplan.
Bovendien is een separate ORbegroting opgesteld, als
onderdeel van de bedrijfskostenbegroting van de SOR.
De samenwerking binnen de OR krijgt extra aandacht
door het vastleggen van procedureafspraken en een
meer planmatige aanpak.
3.1.3
Klachtencommissie
De commissie heeft conform het eigen reglement een
tweeledig doel:
■■ Zij stelt huurders, woningzoekenden en bewoners
commissies in de gelegenheid klachten in te dienen
over zaken waarin zij belanghebbende zijn voor
zover het de uitvoering van beleid betreft en de SOR
18
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
de SOR zijn in het kader van de Wet Ketenaanspra
kelijkheid enkele instrumenten voor handen om het
risico op naheffing door de fiscus bij faillissement te
minimaliseren, bijvoorbeeld door bij projecten de
BTW rechtstreeks aan de belastingdienst te betalen.
■■ Projectontwikkeling. Dit proces doorloopt vijf fases,
die ieder met een directiebesluit worden vastgesteld:
initiatief, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp,
uitvoering, afrekening. Deze fasering werkt als
trechter waarmee zowel de projectbegroting als de
exploitatieopzet steeds preciezer en zekerder
worden. Door de gefaseerde besluitvorming bestaan
er drie momenten waarop besloten wordt of een
project al dan niet door kan gaan. Over de voort
gang van de projecten wordt ieder kwartaal gerap
porteerd. De aankoop van grond en gebouwen is
onderhevig aan besluitvorming in de raad van
commissarissen. Bij aanbestedingen wordt over
wegend meervoudig aanbesteed, waarbij de con
trole op de levensvatbaarheid van de meedingende
bouwbedrijven onderdeel is van de procedure.
■■ Onderhoud van gebouwen. Het onderhoud is gericht
op het in stand houden van de kwaliteit van het
pand op het functionele niveau van oplevering van
de nieuwbouw. Om de onderhoudslasten te beper
ken wordt tijdens de nieuwbouw zoveel mogelijk
gekozen voor hoogwaardige en onderhoudsarme
materialen. Hiermee wordt tevens het risico op
waardevermindering beperkt.
De planning van onderhoudsbeurten en renovaties
gebeurt door middel van de beoordeling door de
onderhoudsopzichters van nut en noodzaak van de
ingrepen, gebaseerd op het meerjarenplan met
onderhoudscycli. Bewoners c.q. gebruikerswensen
worden meegewogen. De meerjaren onderhouds
begroting wordt jaarlijks geactualiseerd, waarmee
de totale onderhoudskosten worden beheerst. De
aanbesteding van onderhoudswerken verloopt via
een meervoudige offerteaanvraag voor bedragen
vanaf € 1.000,, uitgezonderd spoedeisende of
specialistische werken.
■■ Exploitatie. De risico’s betreffen hier met name
huurderving en leegstand. Huurderving door
wanbetaling wordt door de incassoprocedure
In 2009 is met de egedragscode een aanvulling
ge komen op de integriteitscode, gericht op het
gebruik van digitale communicatiemiddelen, met
name ten aanzien van correct gedrag bij het gebruik
van email en van internet.
De SOR heeft tot slot een vertrouwenspersoon, waar
bij in overleg met de OR gekozen is voor een persoon
buiten de werkorganisatie. De omvang van de
organisatie wordt als te beperkt gezien om een naaste
collega op een dergelijke positie te benoemen. De rol
van de vertrouwenspersoon is het bespreken van
ongewenste situaties in de werksfeer, met name waar
het gaat om intimidatie of intimiteiten.
Gedurende 2010 zijn geen meldingen gedaan in het
kader van integriteitschendingen, overige onregel
matigheden of ongewenste situaties in de werksfeer.
3.1.5
Risicobeheersing binnen de SOR
De SOR werkt op basis van bevoegdheden, gekoppeld
aan het organisatieschema en begrensd door de jaar
begroting. De statuten bevatten de bepalingen ten
aanzien van de bevoegdheden van de bestuurder.
Directieleden zijn bevoegd binnen hun begroting en
tot € 50.000, per opdracht een verplichting aan te
gaan, daarboven is de bestuurder bevoegd, voor zover
de statuten daar ruimte toe bieden.
Ten aanzien van risicobeheersing onderkent de SOR
op hoofdlijnen een aantal risicogebieden:
■■ Financiering en fiscaliteit. Risico’s die hierbinnen
vallen zijn met name de renterisico’s en rente
derivaten. Het proces rondom het aangaan hiervan
wordt gevoerd binnen het maandelijks liquiditeiten
overleg, dat zich houdt aan de criteria zoals gesteld
in het treasurystatuut. In het liquiditeitenoverleg
worden de liquiditeitenplanning, het liquiditeiten
beheer en de meerjaren exploitatieprognoses
behandeld. Deze instrumenten dragen eraan bij dat
risico’s hanteerbaar blijven.
Ten aanzien van opdrachtnemers en aannemers van
19
A b
estu
ursv
ersl
ag
De onderlinge verhouding tussen moeder en dochters
is dusdanig belegd, dat het bestuur van de toegelaten
instelling de volledige zeggenschap heeft over de
dochters. De productie binnen de bv’s vindt uitsluitend
plaats met als doel te leveren aan de toegelaten
in stelling. Bovendien is ervoor gekozen om de
vereisten ten aanzien van verantwoord maat
schappelijk ondernemerschap en daarmee ook de
vereisten aan het toezicht die van toepassing zijn op
de toegelaten instelling op de dochters van toepassing
te laten zijn. In geen van de bv’s is personeel onder
gebracht.
3.2.3
Sectorale samenwerkingsverbanden
De SOR is lid van Aedes, Maaskoepel en Woonnet
Rijnmond. Maaskoepel geeft door sectorale samen
werking inhoud aan de beleidsterreinen woning
marktbeleid en woonruimtebemiddeling in de Stads
regio Rotterdam. Beleidsvorming op deze terreinen
heeft invloed op de beleidskeuzes die de SOR maakt.
Voor woonruimteverdeling is dat op directe wijze,
doordat de regionale huisvestingsverordening hierop
toeziet. De woonruimteverdeling wordt samen met
de collegacorporaties in het grootste gedeelte van
de stadsregio Rotterdam georganiseerd via Woonnet
Rijnmond. Binnen de SOR leidt dit tot richtlijnen en
voorschriften bij de verhuur van woningen (zie para
graaf 5.7).
Voor de beleidsvorming op het vlak van voorraad
beheer is de invloed op het beleid van de SOR indirect,
bijvoorbeeld middels de deelname aan en daarmee
het putten van kennis uit gezamenlijk woningmarkt
onderzoek. De kennis wordt binnen de SOR voor
namelijk aangewend voor het strategisch voorraad
beleid (zie paragraaf 5.3).
De SOR was medeoprichter van en deelnemer aan
CityCorp in 2000, een samenwerkingsverband van
vijf corporaties met woningbezit in het centrum van
Rotterdam en de directe ring daar omheen. CityCorp
richtte zich op het bevorderen van de woonfunctie
ondervangen, die start bij de eerste uitblijvende
betaling en reeds voor de eerstvolgende uitblijvende
betaling is geëscaleerd tot het niveau van aan
maning. Daarnaast zijn verantwoordelijkheden ten
aanzien van het vaststellen en implementeren van
huren gescheiden over twee directies.
■■ ICT. Op dit gebied spelen risico’s ten aanzien van
de gegevensintegriteit, fysieke beveiliging van
ap paratuur en het technisch beheer. De gegevens
integriteit is gewaarborgd door achtervang
procedures gecombineerd met de toegangs
beveiliging. Deze laatste wordt ondersteund door
een aan en afmeldprotocol van nieuwe en
vertrekkende medewerkers. De beveiliging van de
apparatuur en het beheer liggen deels bij de SOR
zelf en deels bij de aanbieders van gehoste diensten.
Voor de ondersteuning en de beleidsvorming op dit
vlak wordt expertise bij externe bureaus ingehuurd.
3.2 Bestuurlijke organisatie
3.2.1
Organisatiestructuur
De huidige organisatiestructuur is in 2008 ingericht,
zodat de groeistrategie van de SOR beheerst uit
gevoerd kan worden. Met het aanstellen van
(adjunct)directeuren is inhoud gegeven aan delegatie
van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In
Figuur 1 is de topstructuur weergegeven. De nadere
organisatorische invulling staat in paragraaf 4.4.
3.2.2
Verbindingen
Onder de toegelaten instelling SOR is in 2008 een
holding structuur geformeerd. Hiermee is invulling
gegeven aan fiscale vereisten om voor vrijstelling van
Vpb in aanmerking te komen. Tevens is hiermee
tegemoet gekomen aan de wens om de toegelaten
instelling in juridische zin zoveel mogelijk te vrijwaren
van grote risico’s in de projectontwikkeling. In Figuur 1
is de juridische structuur weergegeven.
20
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
van de binnenstad van Rotterdam en concentreerde
zich zo op het versterken van de (onderhandelings)
positie van de corporatiesector in dat gebied. Dit doel
blijft relevant, maar de vorm waarin we het doel
nastreefden werd niet meer actueel gevonden. Omdat
de samenwerking in CityCorp niet meer als aanvulling
werd gezien op de vele andere manieren waarop
corporaties elkaar treffen en samenwerken, is in 2010
besloten CityCorp te beëindigen.
Figuur 1: Structuur van de SOR
Senior Village Numansdorp b.v. SOR Vastgoedontwikkeling b.v.
SOR Holding b.v.
Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam
Juridische structuur
Organisatiestructuur
Financiën VastgoedontwikkelingWonen
HRM Beleid en bestuurs-ondersteuning
Directeur-bestuurder
Raad van commissarissen
21
1998 De Boog, RotterdamOud Mathenesse
2010 Ommeloop, Brielle
arc
hite
ctuu
r
architectuur
De verschijningsvorm van een gebouw is mede
bepalend voor het woongenot ervan. Daarom
proberen we, naast de specifieke eisen die we aan
onze woningen stellen, altijd rekening te houden
met de aantrekkelijkheid van het gebouw.
Van oudsher hebben we een portefeuille met veel
grootschalige gebouwen. De laatste jaren realiseren
we vaker onze nieuwe woningen in kleinere een
heden. In het beheer behouden we de schaalgrootte
van tussen de 100 en 200 woningen. In de uiterlijke
kenmerken van het nieuwe vastgoed is dat minder
zichtbaar. We sluiten daarmee beter aan bij de wensen
en verwachtingen van onze klanten.
Op de komende 4 pagina’s is het verschil goed te zien.
Maar ook in de nieuwbouw in Krimpen aan den IJssel
en OudBeijerland (pagina 85) hebben we gevarieerd
in de schaalgrootte van de gebouwen.
1998De boog
2010ommeloop
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
26
Bondernemingsverslag
4 Ondernemingsplan 27
4.1 Investeringsstrategie 28
4.2 Financieel-economische strategie 28
4.3 Maatschappelijk ondernemerschap 29
4.4 Organisatieontwikkeling 29
5 Beleid en resultaten 33
5.1 Financiën 33
5.1.1 Ontwikkelingen 2010 33
5.1.2 Resultatenrekening 34
5.1.3 Balans 35
5.1.4 Bedrijfswaarde 35
5.1.5 Meerjaren exploitatieprognose 36
5.1.6 Treasury 37
5.1.7 Beoordeling CFV 38
5.1.8 Beoordeling WSW 38
5.1.9 Financiële ondersteuning buitenlandse instellingen 38
5.1.10 Grondposities 39
5.1.11 Sponsoractiviteiten 39
5.2 HRM 39
5.2.1 Formatie 39
5.2.2 Ziekteverzuim 39
5.2.3 Medewerkerstevredenheid 40
5.2.4 Competentiemanagement 40
5.3 Strategisch voorraadbeleid 40
5.4 Vastgoedontwikkeling 42
5.4.1 Projectenplanning 42
5.4.2 Projecten in uitvoering 42
5.4.3 Aan- en verkoop 44
5.5 Behoud van woningkwaliteit 44
5.5.1 Klachten- en mutatieonderhoud 44
5.5.2 Planmatig onderhoud 44
5.5.3 Onderhoud van de directe woonomgeving 44
5.5.4 Realisatie van de onderhoudsbegroting 45
5.6 Huurprijsbeleid 45
5.7 Verhuurbeleid 46
5.8 Maatschappelijk beleid en leefbaarheid 48
5.8.1 Bewoners 48
5.8.2 Relaties zorg- en welzijnssector 49
5.8.3 Relaties gemeente, regio, rijksoverheid 51
27
B o
nder
nem
ings
vers
lag
Voortgang is met name geboekt op de voorraad
ontwikkeling (zie paragraaf 5.3), waardoor de SOR
een snelle groei doormaakt. Die groei vereist de
nodige energie om de organisatie dusdanig in te
richten dat de groei ook gefaciliteerd kan worden.
Op dat punt liggen nog uitdagingen en behoeftes.
Het ondernemingsplan van de SOR dateert van begin
2007. In 2009 heeft een herijking plaatsgevonden,
waarmee is teruggekeken naar het begin van de
planperiode, de stand van zaken is vastgesteld en de
nabije toekomst is bekeken.
4ondernemingsplan
De hoofddoelstellingen van de SOR tot en met 2016
Onderwerp Doel
Marktaandeel10% van het aantal 75+huishoudens in het werkgebied van de SOR
Aandeel sociale huur Ten minste 65% van de totale woningportefeuille
Aandeel driekamerwoningen (en groter) 70% van de totale woningportefeuille
Toegankelijkheid Nieuwbouw: 4 sterrenBestaande bouw: 3 of 4 sterren na renovatie
Verzorgingshuizen Halveren capaciteit
Milieubeleid Voldoen aan criteria groenfinanciering
28
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
louter gericht op het behoud ervan. Het strategisch
voorraadbeleid geeft de kaders aan waarbinnen
geopereerd wordt.
■■ De locatie voldoet aan kwaliteits en nabijheidseisen
ten aanzien van voorzieningen, winkels en openbaar
vervoer.
■■ De woningen voldoen aan het standaard pro
gramma van eisen van de SOR, dat voor het eerst is
opgesteld in 1995 en sindsdien voortdurend is door
ontwikkeld.
Het werkgebied en tevens het gebied waar de toe
lating voor is afgegeven, is Stadsregio Rotterdam en
drie gemeenten in de Hoeksche Waard. Inmiddels is
de SOR actief (zowel in het beheer en eigendom van
bestaande woningen als in projectontwikkeling) in
zeven van de twintig gemeenten die binnen het werk
gebied vallen. Binnen de gemeente Rotterdam is de
SOR actief in twaalf van de veertien deelgemeenten.
4.2 Financieel-economische strategie
De financiële prognose is het tweede kaderstellende
element in de uitvoering van de strategie. Besluit
vorming over investeringen in de sociale sector draagt
altijd de last met zich mee, dat door de beperking in
de prijsstelling die gerealiseerd kan en mag worden,
de investering niet terugverdiend kan worden. Daar
tegenover staan investeringen in bedrijfsmatig
on roerend goed en in verpleeg en verzorgingshuizen,
die vaker een positief resultaat laten zien.
Het financiële beoordelingskader:
■■ Solvabiliteit boven de 10% (op basis van historische
kostprijs).
■■ Rentedekkingsgraad boven de 1,3.
■■ Investeringsbeslissingen worden op basis van bedrijfs
waarde genomen. De gehanteerde parameter set
wordt jaarlijks geactualiseerd. Het totaal van de
boekwaarde in relatie tot de bedrijfswaarde van de
gehele vastgoedportefeuille is de achtergrond waar
tegen investeringen worden beschouwd.
De SOR onderscheidt drie producten in haar woning
portefeuille:
■■ Wonen met basisservice, bestaand uit dienst
verlening van een huismeester, schoonmaak van
algemene ruimten, onderhoud van de gemeen
schappelijke tuin en de aanwezigheid van een
ontmoetingsruimte.
■■ Wonen met extra service, met naast de basisservice
een receptie, alarmering en meer aanwezigheid van
personeel. De service is vraaggestuurd en volledig
door de huurders gefinancierd.
■■ Woonzorgcomplex, zelfstandig wonen in combinatie
met maatschappelijke functies en de mogelijkheid van
24 uur per dag zorg op afroep. De zorg en maatschap
pelijke functies worden op basis van een samenwer
kingsovereenkomst met een zorginstelling geborgd.
Het tweede portefeuilledeel bestaat uit eenheden
voor verzorging en verpleging:
■■ Kleinschalige units voor de verpleging van demen
terende senioren, met de nadruk op zinvolle dag
besteding. Meestal maken deze units deel uit van
een woonzorgcomplex.
■■ Verzorgingshuizen. Deze woonvorm verandert van
aard en omvang, gezien de lijn die de overheid volgt
in de AWBZfinanciering. De verandering zal leiden
tot gemiddeld zwaardere zorg in de bestaande
verzorgingshuizen en tegelijk een vermindering
van de intramurale capaciteit voor lichtere zorg.
Het derde portefeuilledeel van de SOR bestaat uit
bedrijfsonroerend goed en maatschappelijk vastgoed.
Investeringen in bedrijfsonroerend goed vinden alleen
plaats als zij deel uitmaken van een woon of zorg
complex en als zij de bedrijfswaarde ervan versterken.
Nieuwe wetgeving als gevolg van de EUregels zullen
in 2011 leiden tot herijking van dit beleid.
4.1 Investeringsstrategie
Investeringen in vastgoed worden langs een meetlat
gehouden, die bestaat uit de volgende elementen:
■■ De investering versterkt de portefeuille en is niet
29
B o
nder
nem
ings
vers
lag
zelf wordt hier invulling aan gegeven. De woon
consulenten hebben een actieve ondersteunende rol,
de huismeesters en onderhoudsopzichters hebben een
signalerende rol.
Vanuit deze visie worden niet alleen de eigen com
plexen ontwikkeld, maar wordt ook de bijdrage aan
buurt en wijkontwikkeling rondom onze complexen
beoordeeld. De beheerteams hebben een integrale
rol in de leefbaarheid in en om onze complexen,
waar voorheen een vakgerichte indeling bestond.
De samenwerking tussen woonconsulenten, huis
meesters en onderhoudsopzichters is geïntensiveerd
wat ruimte biedt tot het ontstaan van diversiteit in
de dienst verlening.
In Rotterdam is in 2009 door de gemeente de regie
genomen in de ontwikkeling van woonservice
gebieden, door deelgemeentes en partijen uit de
sectoren wonen, welzijn en zorg en uiteraard de
bewoners te betrekken. Voor de SOR biedt dit ener
zijds de gelegenheid om de eigen gebouwen een
duidelijkere positie te geven in de buurt en anderzijds
de mogelijkheid om de buurt ook in de gebouwen uit
te nodigen. De beoogde uitkomst is dat vrijwilligers
werk en mantelzorg zo een stimulans krijgen. Aan
sluitend is er de verwachting bij de SOR dat de
verhuur baarheid hierdoor verbetert.
De SOR heeft bezit in vier van de Rotterdamse
Vogelaar wijken. De omvang van het bezit geeft recht
op vrijstelling van de bijbehorende heffing, op voor
waarde dat in de wijken geïnvesteerd wordt. De SOR
kiest ervoor om reeds geplande investeringen en uit
gaven te intensiveren. Een deel van de extra
in vesteringen die de SOR realiseert komt terug via de
bij de Vogelaarwijken behorende bijzondere project
steun. In paragraaf 5.8.3 worden de activiteiten in de
Vogelaarwijken in 2010 nader toegelicht.
4.4 Organisatieontwikkeling
Sinds eind 2007 is actief gewerkt aan de organisatie
ontwikkeling. Begonnen is met een cultuur
De financiële resultaten staan in de jaarrekening.
Een nadere beschouwing staat in paragraaf 5.1.
4.3 Maatschappelijk ondernemerschap
Het maatschappelijk ondernemerschap is gestoeld op
drie peilers:
■■ Bevordering van het leefklimaat van de bewoners.
Hiermee wordt inhoud gegeven aan de BBSH
prestatie velden wonen en zorg, toewijzen, verhuren
en vervreemden en betrekken van huurders bij
beleid en beheer.
■■ Het voorzien in maatschappelijk vastgoed ten
behoeve van professionele en vrijwilligersorgani
saties. Hiermee wordt inhoud gegeven aan de BBSH
prestatievelden wonen en zorg en leefbaarheid.
■■ Milieubewuste investeringen, ten behoeve van
beheersbare woonlasten gekoppeld aan com fortabele
woningen in toekomstvaste gebouwen. Hiermee
wordt inhoud gegeven aan het BBSHprestatie veld
kwaliteit en instandhouding woningbezit.
In paragraaf 5.8 worden onze keuzes en resultaten in
beeld gebracht.
De visie van de SOR is dat er behoefte is aan een aan
bieder van beschutte leefomgevingen voor senioren.
De ervaring leert dat naarmate de bewoners ouder
worden, er in toenemende mate behoefte is aan vrije
tijdsbesteding nabij de woning. Zolang mensen zich
gezond en goed voelen, zijn zij meestal actief in
verenigingen, door te sporten of anderszins. Maar
wanneer de gezondheid het laat afweten, of als er
sprake is van vereenzaming, dan is juist de nabijheid
van ontspanning een belangrijke voorwaarde voor
een prettige woonomgeving voor de bewoners.
De SOR voorziet niet alleen in een geschikte
gebouwde omgeving, maar ook in samenwerking
met partijen, die de stap van woonomgeving naar
passende leefomgeving kunnen maken. Het zijn vooral
zorgaanbieders en welzijnsorganisaties die hierin een
rol spelen, maar ook vanuit de organisatie van de SOR
30
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
in de personeelsontwikkeling. Het doel van het
competentie management is de resultaatgerichtheid
van de organisatie te verbeteren en tegelijkertijd de
ontwikkeling van de medewerkers te stimuleren.
In 2011 ligt nadruk op de inrichting van de
ad ministratieve organisatie: processen die in 2010
zijn beschreven zullen worden geanalyseerd en
be oordeeld op effectiviteit en efficiëntie. De doel
stelling is te komen tot een effectievere besturing van
de organisatie, door specifiekere terugkoppeling uit
de werkprocessen.
Figuur 2: Organigram van de SOR
verandering, gericht op samenwerking, klantgericht
heid en resultaatgerichtheid. In 2008 is de organisatie
anders ingericht, waarbij de topstructuur en de
in richting van de front office zijn aangepast. Hiermee
is de slag naar een meer klantgerichte organisatie
gemaakt. In 2010 is de functie van controller toe
gevoegd aan de afdeling Financiën.
In 2009 is de invoering van competentiemanagement
voorbereid, wat in 2010 als proefjaar is ingevoerd en
geëvalueerd. Bij positief oordeel van de evaluatie zal
vanaf 2011 het competentiemanagement leidend zijn
Financiën Vastgoedontwikkeling
Communicatie
Directiesecretariaat
Controller
Financiële administratie
Office management
Projectmanagement
Huuradministratie
Servicekostenadministratie
ICT
Office management
Receptie en Woonwinkel
Onderhoud
Vastgoedbeheer
Beheerteam Noord
Beheerteam Zuid
BeheerteamTe Hoogerbrugge
Facilitair
Wonen
HRM Beleid en bestuurs-ondersteuning
Directeur-bestuurder
Raad van commissarissen
Project controling
Klachten en geschillencommissie
Huurdersplatform
Ondernemingsraad
31
a-li
jstp
roje
cten
2010 2011 Ommeloop, Brielle
2011 Geuzenhof, Brielle
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
32
Bondernemingsverslag
33
B o
nder
nem
ings
vers
lag
In het afgelopen jaar is binnen, maar ook buiten de
sector stilgestaan bij de effecten van de EUregeling
inzake de staatsteun aan woningcorporaties. De meest
relevante elementen in de regeling zijn de huurprijs
grens van € 652,52 en de inkomensgrens van
€ 33.615,. Woningen met een huurprijs beneden huur
prijsgrens moeten met ingang van 1 januari 2011 voor
90% bij mutatie verhuurd worden aan huishoudens
onder de inkomensgrens. Maar het heeft ook effecten
op de borgstelling door het WSW van nieuw te
bouwen huurwoningen en daarmee op de financier
baarheid van die activiteit.
De SOR heeft in de afgelopen jaren met name
gemengde complexen gebouwd, met woningen onder
en boven de huurprijsgrens. De SOR kiest voor een
specifiek op senioren gericht programma van eisen en
heeft daardoor een hoog investeringsniveau. Dankzij
de gemengde complexen, waarin op de nietsociale
onderdelen positieve financiële resultaten worden
5.1 Financiën
De resultatenrekening en de balans zijn ontleend aan
de jaarrekening 2010, zoals deze door de accountant is
gecontroleerd. De cijfers in deze paragraaf betreffen
de geconsolideerde cijfers van de toegelaten instelling
en onderliggende bv’s.
5.1.1
Ontwikkelingen 2010
De kredietcrisis blijft een forse invloed houden op de
sociale volkshuisvesting. Als gevolg van de terug
lopende bouwproductie is het mogelijk gebleken om
tegen aantrekkelijke bedragen te investeren in sociale
huurwoningen. Door de stagnatie op de koopmarkt
blijft de afzet van de middeldure huurwoningen
achter bij de verwachting. Gevolg hiervan is een
hogere dan geprognosticeerde huurderving.
5beleid en resultaten
34
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
gekondigd. De behandeling van het belastingplan
voor 2011 in de Eerste Kamer heeft vervolgens geleid
tot de toezegging van de staatsecretaris dat de
in voering van de heffing met nog een jaar is uitgesteld
tot 2012.
5.1.2
Resultatenrekening
Het jaarresultaat van de SOR is in 2010 uitgekomen op
€ 5,3 miljoen. Dit is € 0,1 miljoen hoger dan begroot,
wat het resultaat is van een aantal verschillen met de
begroting. De belangrijkste verschillen zijn:
■■ Het vrijvallen van de voorziening inzake de BWS
(de exploitatieresultaten van de complexen waarop
nog een bijdrage werd verstrekt, waren alle positief)
(+ € 2,1 miljoen).
■■ Een herberekening in het kader van de pro rata
regeling (BTW) over de periode 20042010
(+ € 0,8 miljoen).
■■ Lagere onderhoudslasten (+ € 0,8 miljoen).
■■ Een herwaardering van de derivaten
(+ € 1,8 miljoen).
■■ Het niet realiseren van de voorgenomen verkoop van
Prinsenhof, Wartburg, Vlietburg en de Eilanden
(/ € 1 miljoen).
■■ Afboeking van de voorbereidingskosten van het
project Walenburghof (/ € 1 miljoen).
■■ Hogere belastingen (/ € 0,5 miljoen).
■■ Een herrekening van huren voor verzorgingstehuizen
over de periode 2008 2010 (/ € 0,5 miljoen).
■■ Hogere rentelasten mede als gevolg van de rente
lasten op de ongedekte derivaten (/ € 0,8 miljoen).
Tabel 1: Resultatenrekening 2010 bedragen × € 1.000,
2010 2009
Totaal bedrijfsopbrengsten 60.375 55.736
Totaal bedrijfslasten 33.514 29.349
Bedrijfsresultaat 26.861 26.387
Rente resultaat 21.598 24.544
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor Vpb 5.263 1.844
Vpb
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na Vpb 5.263 1.844
Het batig saldo wordt toegevoegd aan de algemene
reserve.
geboekt, blijft de onrendabele top beperkt.
Effect van de invoering van de regelgeving zal zijn
dat de SOR op termijn niet meer kan investeren in de
senioren woningen met een modern kwaliteitsniveau,
omdat de financieringslasten te hoog worden. De
andere optie om middelen te genereren, verkopen
aan bewoners, is voor de SOR geen logische, omdat
de doelgroep juist niet wil kopen.
In het najaar zijn gesprekken gevoerd met adviseurs
om te zien op welke wijze wij extra financierings
ruimte kunnen genereren. Een van de mogelijkheden
is het verkopen van (nieuwbouw)bezit in een sale en
lease backconstructie. Met een drietal adviseurs
worden de verschillende partijen in kaart gebracht
(pensioenfondsen, particuliere beleggers en (buiten
landse) financiers). In 2010 heeft dit nog niet tot
verkopen geleid.
Eind 2009 heeft de SOR van de belastingdienst bericht
ontvangen dat met ingang van 2010 de SOR Vpb
plichtig zal worden. Deze aankondiging was in strijd
met de in 2008 afgesloten vaststellingsovereenkomst
dat de SOR tot 2013 vrijgesteld zou zijn. Argument
voor de vrijstelling werd onder andere gevonden in
het feit dat de SOR “voor meer dan 90% werkzaam
heden verricht welke bestaan uit het verschaffen van
een onderkomen aan bejaarden en/of mensen die
zorg behoeven”. Medio 2010 heeft de belastingdienst
aangekondigd de ingang van de heffing te ver
schuiven naar 2011, wegens de te korte termijn
waarop de intrekking van de vrijstelling was aan
35
B o
nder
nem
ings
vers
lag
schuldpositie, (de som van kort en langlopende schul
den verminderd met de vlottende activa (liquide mid
delen), is opgelopen van € 570 miljoen naar € 611
miljoen. Het eigen vermogen is toegenomen met € 5,4
miljoen. De solvabiliteit steeg van 10,2% naar 10,4%,
de rentedekkingsgraad is 1,5.
5.1.3
Balans
Het balanstotaal is in 2010 gestegen met € 40 miljoen.
Oorzaken hiervan zijn de oplevering c.q. in aanbouw
nemen van projecten en het aantrekken van leningen
voor de financiering van lopende projecten. De netto
Tabel 2: Geconsolideerde balans per 31 december 2010
Activa 2010 2009 Passiva 2010 2009
Vaste activa Eigen vermogen 79.584.893 74.322.194
Materiële vaste activa 695.113.667 645.223.308 Egalisatierekening BWS 2.133.567
Financiële vaste activa 3.017.883 1.570.497 Voorzieningen 486.293 1.044.151
Vlottende activa 75.375.159 83.755.773 Langlopende schulden 670.606.861 635.654.126
Kortlopende schulden 22.828.661 17.395.540
Totaal 773.506.709 730.549.579 Totaal 773.506.709 730.549.579
P.M. Nog te ontvangen leningen
110.000.000
50.000.000
P.M. Met financiers overeengekomen leningen
110.000.000
50.000.000
Uitstaande opdrachten onroerende zaken in ontwikkeling
99.914.000 97.836.000 Aangegane verplich tingen onroerende zaken in ontwikkeling
99.914.000
97.836.000
5.1.4
Bedrijfswaarde
De voor de bedrijfswaardeberekening gehanteerde parameters zijn:
Huurverhogingen: Conform het huurbeleidsplan van de SOR, rekening houdend met overheidsbesluiten. In de jaren hierna wordt uitgegaan van de verwachte inflatie zoals die door het WSW wordt gehanteerd. Vanaf 2010 is voor het bezit een gemiddelde stijging van 1,2% gehanteerd.
Maximale economische levensduur per complex: 50 jaar
Stijging variabele lasten: 2011: 2012 2015: 2016 e.v.:
1,2%1,5%2,0% (conform WSW)
Leegstand: Verzorgingshuizen: Woningen: Bedrijfsruimten:
0%1,14%4,70%
Stijging kosten van onderhoud: 2011 2015: 2016:
2,5%3% conform WSW)
Verwerking van grond in de restwaarde op basis van de verwachte bestemming aan het einde van de levensduur, gecorrigeerd met kosten van sloop en bouwrijp maken.
Disconteringspercentage: 5,25%
Prijspeil: ultimo jaar 2010
Rente na renteconversie: 5,25%
36
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
5.1.5
Meerjaren exploitatieprognose
De financiële structuur van de SOR is erop gericht om
de groeistrategie te ondersteunen, die de SOR wil
uitvoeren met een solvabiliteit van minimaal 10%.
Bij investeringen wordt gerekend met de parameters
zoals het WSW deze aanreikt, ten behoeve van de
borgbaarheid van financiering. Voor de meerjaren
begroting gelden daarnaast als uitgangspunten:
■■ Een gemiddelde huurstijging van 1,5% in de jaren
20112015 en in de jaren daarna 2,0%.
■■ Een stijging van loon en onderhoudskosten van
1% hoger dan de inflatie.
■■ De herfinancieringrente is gebaseerd op de forward
rente per medio november, verhoogd met een opslag
van 0,5%.
■■ De lange rente vanaf 2016 wordt ingeschat op 5,25%.
In de zomer heeft een herijking van de meerjaren
begroting plaatsgevonden, in reactie op de aan
kondiging van de belastingdienst, dat de SOR met
ingang van 2011 Vpbplichtig is. Op grond van het
nieuwe inzicht zijn alle projecten opnieuw beoor
deeld. Dit heeft geresulteerd in een overzicht waarin
alle projecten geprioriteerd zijn (zie paragraaf 5.4).
In de meerjarenraming (Tabel 4) zijn alleen projecten
meegenomen, waarbij de SOR (externe) verplichtingen
heeft. Het betreft projecten die zich in één van de
fases uitvoering, bouwvoorbereiding of ontwerp
bevinden of daar waar de SOR een grondpositie heeft.
Tabel 3: Bedrijfswaarden per einde 2010 bedragen × € 1.000,
Bedrijfswaarde Bedrijfswaarde + rwc*
Boekwaarde WOZ-waarde
1-1-2010 31-12-2010 31-12-2010 ultimo 2010 2010
Verzorgingshuizen in exploitatie 212.418 237.537 249.708 108.904 101.661
Woningen in exploitatie 392.693 428.326 450.272 396.372 740.683
Overige verhuureenheden in exploitatie 78.673 93.649 98.447 77.763 55.287
Subtotaal 683.784 759.512 798.427 583.039 897.631
Bij: correctie rentabiliteitswaarde leningen 80.519 38.915
Totaal 764.303 798.427 798.427 583.039 897.631
*rwc = rentabiliteitswaardecorrectie
Het overzicht van de bedrijfswaarde per portefeuille
gedeelte staat in Tabel 3. Onrendabele investeringen
worden ineens afgeboekt als de bedrijfswaarde van
een bedrijfswaardecomplex door de betreffende
in vestering beneden de boekwaarde komt. Door het
grote investeringsvolume van de SOR zal de bedrijfs
waarde in de toekomst dichter bij de boekwaarde
volgens historische kostprijs en afschrijvingen komen
te liggen. Bij investeringsbeslissingen wordt deze
vergelijking steeds gemaakt.
De mutatie van de bedrijfswaarde in 2010 bedraagt (× € 1000,-):
Bedrijfswaarde per 112010Bedrijfswaarde per 31122010
764.303798.427
Mutatie in bedrijfswaarde 34.124
De mutatie in de bedrijfswaarde wordt verklaard door:
Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten
in de autonome ontwikkelingin de huurprijscomponent (invoer)in de onderhoudslastenin de overige lastenin de egalisatierekeningenin de vermogenskostenvoetin de disconteringsvoetin de levensduur
7610.19719.5446.939
2.31423.53156.05610.651
Gevolgen van mutaties in het bezit
Aangekocht/gebouwdAfname boekwaarde grondOverige weggevallen VHE’sGesloopt/onttrokken/verkochtGevolgen van de rentabiliteitswaarde correctie
25.9236.785
9 491
41.604
37
B o
nder
nem
ings
vers
lag
eind 2014 gegarandeerd zijn. Vanuit de operationele
kasstroom worden voldoende middelen gegenereerd,
om in de periode 20172020 voor € 35 miljoen te
in vesteren in de renovatie van bestaand bezit.
Tabel 4: Meerjarenprognose 2011 - 2016 bedragen × € 1.000,
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Balanstotaal 795.303 788.046 804.506 794.555 784.441 774.077
Eigen vermogen 81.806 82.975 84.560 86.664 89.292 92.031
Solvabiliteit 10,29% 10,53% 10,51% 10,91% 11,38% 11,89%
Aantal vhe’s 7.498 7.979 8.373 8.373 8.373 8.373
5.1.6
Treasury
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden hiervan
liggen vast in het Treasurystatuut. In het treasury
jaarplan zijn de mandaten in de organisatie en de
activiteiten voor het komend jaar beschreven.
Door het later starten van projecten, heeft de SOR het
afgelopen jaar een ruime liquiditeitspositie gehad.
Ondanks de slechte marktomstandigheden is er, door
optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden in
de markt, een verbetering gerealiseerd op het uit
zetten van de overtollige middelen.
Vooruitlopend op de invoering van de EUregelgeving
per 2011 is er in 2010 intensief overleg geweest met
het WSW. Het overleg had tot doel alle lopende
in vesteringen, die gecalculeerd waren op basis van
WSWborging, te kunnen uitvoeren. Dit overleg heeft
geresulteerd in een borgstellingsverklaring, waarmee
alle in uitvoering zijnde nieuwbouwprojecten
ge financierd kunnen worden.
Eind 2010 heeft de SOR voor € 110 miljoen aan finan
ciering aangetrokken, waarbij alle investeringen tot
Figuur 3: Ontwikkeling van de liquide middelen 2009 - 2020
De aankondiging van de belastingdienst dat de SOR
met ingang van 2012 belastingplichtig is geworden,
heeft een negatieve uitwerking op de liquiditeitsont
wikkeling en de voorgenomen investeringen. Op basis
van interne berekeningen wordt de gemiddelde Vpb
last voor de komende jaren geschat op € 3,5 miljoen
per jaar. Als gevolg hiervan daalt de investerings
capaciteit van de SOR met € 80 miljoen.
In het verleden zijn er door de SOR derivaten (caps en
floors) afgesloten om de renterisico’s van leningen
met een variabele rente te beperken. Om de kosten
van de cap te beperken is met de bank overeen
gekomen dat wanneer de driemaands euribor rente
onder een bepaalde ondergrens zou komen, er door
de SOR een vastgestelde hogere rente betaald dient
te worden, zolang de driemaands euribor rente onder
die ondergrens staat. Door de, niet voorziene, lage
rente in 2010 is de SOR verplicht de vastgestelde
hogere rente te betalen.
20090
20
40
60
70
50
30
10
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
38
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
5.1.8
Beoordeling WSW
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) heeft
de SOR als kredietwaardig beoordeeld. Uitgaande van
de huidige systematiek kunnen hiermee de leningen
bij het WSW geborgd blijven.
5.1.9
Financiële ondersteuning buitenlandse
instellingen
De SOR wordt vaak benaderd voor internationale
projecten. In het najaar heeft de SOR een beoordelings
kader vastgesteld voor de ondersteuning van buiten
landse instellingen om nieuwe verzoeken aan te
toetsen. De kernoverwegingen zijn dat de steun daar
plaatsvindt waar de effectiviteit hoog is voor de huis
vesting van mensen met lage inkomens en/of
be perkingen die het dagelijkse leven hinderen, dat de
steun gaat naar projecten waar het senioren betreft en
dat de steun plaatsvindt in een land of regio die aan
sluit bij de belevingswereld van de eigen be woners.
In 2001 is ervoor gekozen bij te dragen aan het
gezamen lijk initiatief van de gemeente Rotterdam en
dertien Rotterdamse corporaties waaronder de SOR in
Durban in ZuidAfrika. Daar is een woningcorporatie
opgericht, de First Metro Housing Company, waaraan
een onderhandse geldlening is verstrekt. Het aandeel
van de SOR bedraagt € 34.034,, waarvoor van het
Ministerie van VROM toestemming is ontvangen.
De SOR houdt rekening met een eventuele niet
vol ledige inbaarheid van hoofdsom en rente.
In het najaar is besloten tot de garantstelling voor
een lening aan Residencija 55+ in Slavonski Brod in
Kroatië. Met deze lening, waarvan de SOR voor een
gedeelte garant staat naast nog een andere corporatie,
kan een woningbouwproject gerealiseerd worden,
bestemd voor senioren en mensen met een beperking.
Het totale risico van de ondersteuning voor de SOR
bedraagt met ± € 85.000, minder dan de toegestane
0,3 ‰ van het balanstotaal per jaar.
Binnen het treasurybeleid van de SOR dient het
gebruik van financiële instrumenten ter beperking van
inherente (rente, looptijden en markt)risico’s. Op
grond van het geldende interne treasurystatuut is het
gebruik van financiële instrumenten slechts toe
gestaan voor zover er een materieel verband met het
belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd
en zolang de toepassing ervan tot een positie van de
totale leningen/beleggingenportefeuille leidt, die
een lager risicoprofiel heeft dan een positie zonder
gebruik te maken van deze instrumenten.
De SOR loopt geen valutarisico’s en slechts beperkte
markt en prijsrisico’s. De belangrijkste risico’s loopt
SOR over haar leningen o/g. Het treasurybeleid is er
op gericht om voor langere looptijden zekerheid te
hebben over de maximaal verschuldigde rente.
Krediet en liquiditeitsrisico’s worden beperkt door
gebruik te maken van meerdere banken. Derivaten
worden bij het aangaan gewaardeerd tegen actuele
waarde van dat moment. Dit zal veelal de kostprijs van
het betreffende derivaat zijn. Indien en voor zover
derivaten een aantoonbare sterke hedge vormen op
afgedekte (rente)risico’s van uitstaande leningen,
worden deze gewaardeerd volgens hedge accounting
tegen kostprijs. Jaarlijks wordt per derivaat een deel
van de kostprijs ten laste of ten gunste van het
resultaat verwerkt, evenredig aan de looptijd van de
lening waar het derivaat mee is gehedged.
5.1.7
Beoordeling CFV
Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV)
heeft, op grond van het BBSH, de jaarstukken en de
ingezonden verantwoordingsstukken over 2009
be oordeeld en geconstateerd dat het vermogen op
balansdatum groter is dan het voor de SOR vast
gestelde risicobedrag plus vermogensbeklemming.
Het door het CFV bepaalde volkshuisvestelijk ver
mogen bedraagt 26,3%. Het door het CFV bepaalde
risico bedraagt 7,9%. Op grond hiervan heeft het CFV
het oordeel “voldoende solvabiliteit” afgegeven
39
B o
nder
nem
ings
vers
lag
bewust personeelsbeleid om de consequenties van
deze scheefheid in de organisatie te kunnen
op vangen.
Figuur 4: Ontwikkeling personeelsformatie
Tabel 5: Personen in dienst per einde 2010
t/m 25 jaar
25 - 35 jaar
35 - 45 jaar
45 - 55 jaar
v.a. 55 jaar
Mannen 2 1 13 18 11
Vrouwen 2 8 17 19 15
5.2.2
Ziekteverzuim
Het totaal van het ziekteverzuim percentage bedroeg
3,4%, het kort ziekteverzuim 1,5%. In 2010 heeft de
SOR te maken gehad met zeven medewerkers met
langdurig ziekteverzuim. Op twee medewerkers na
zijn zij weer gereintegreerd. Ten opzichte van het
landelijk gemiddelde bij woningcorporaties (6% totaal
verzuim in 2009) is het verzuim beperkt.
5.1.10
Grondposities
In de afgelopen jaren heeft de SOR diverse grond
posities verworven. Hiermee wil zij haar positie met
betrekking tot mogelijke nieuwbouwontwikkeling
veiligstellen. In 2010 heeft de SOR één perceel in
OudBeijerland aangekocht. Het totaal van de grond
posities van de SOR komt daarmee op:
Gemeente, locatie: Jaar van verwerving:
Westvoorne, Fazantlaan 2007
Cromstrijen, Numansdorp, Molenpolder 2008
OudBeijerland, Bijlschoollocatie 2010
5.1.11
Sponsoractiviteiten
Door de SOR zijn in 2010 geen sponsoractiviteiten
ontplooid, zoals bedoeld in de MG 200604.
5.2 HRM
5.2.1
Formatie
In 2010 is de organisatie met acht medewerkers
gegroeid tot 103 werknemers. Met het vertrek van
acht medewerkers was het totaal aantal mutaties zes
tien. De uitbreiding heeft in zowel de operationele als
de ondersteunende afdelingen plaatsgevonden. In
2010 is het beleid uitgevoerd om het aantal externe
krachten zoveel mogelijk te beperken. De afbouw is
met een reductie tot twee externe krachten succesvol
geweest. Naast deze externe krachten zijn er in 2010
achttien medewerkers op tijdelijke basis werkzaam
geweest en hebben vier stagiairs een stageopdracht
afgerond bij de SOR. Het beleid om ruimte te maken
voor meer stagiairs wordt in 2011 voortgezet.
In de leeftijdsverdeling valt op dat slechts 12% van
de medewerkers jonger dan 35 jaar is en 60% van de
medewerkers ouder dan 45 jaar. In 2011 wordt beleid
voorbereid voor het eventueel invoeren van leeftijds
2006
Aandeel mannen Aandeel vrouwen
Aantal medewerkers Totaal fte
2007 2008 2009 2010
100%
80%
60%
40%
20%
125
110
95
80
65
0% 50
40
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
tevredenheid werkt. Naar aanleiding van de opmer
kingen die gemaakt zijn zal in 2011 op enkele punten,
met name gericht op de formulieren die de leidraad
van de cyclus zijn, de systematiek worden aangepast.
5.3 Strategisch voorraadbeleid
Specifieke besluiten ten aanzien van de voorraad
ontwikkeling, hetzij investeringen, hetzij onderhoud,
volgen uit het strategisch voorraadbeleid. In 2010 is de
structurering van het proces voltooid. Mede door de
ontwikkelingen in de financieringsmogelijkheden van
de SOR is vooral geïnvesteerd in de beoordeling van
de projectenportefeuille (zie 2.2.4).
Met het strategisch voorraadbeleid wordt inhoud
gegeven aan de beoogde kwantitatieve en kwalita
tieve ontwikkeling van de vastgoedportefeuille. De
beoogde groei van de SOR wordt gerealiseerd door
zowel eigen projectontwikkeling als door de aankoop
van bezit. Voor de kwalitatieve beoordeling van iedere
investering is het standaard programma van eisen van
de SOR de leidraad.
Het programma van eisen bevat onder meer eisen ten
aanzien van:
■■ De locatie, die moet voldoen aan eisen van bereik
baarheid per openbaar vervoer en de nabijheid van
voorzieningen, met name winkels.
■■ De woningplattegrond, waarin ruime entrees en
ruime sanitaire ruimten van belang zijn.
■■ Toe en doorgankelijkheid voor rolstoelgebruikers
van zowel de woning als de buitenruimte.
■■ Veiligheid, wat bij de realisatie moet leiden tot het
Politiekeurmerk Veilig Wonen op complexniveau.
■■ Duurzaamheid, wat bij de realisatie moet leiden tot
het aan kunnen vragen van groenfinanciering.
■■ Kostenbewustzijn, wat zich uit in onderhoudsarme
materialen en installaties.
Dit alles levert een comfortabele woning, waarin als
het erop aan komt intensieve zorg thuis geleverd kan
worden.
Figuur 5: Ontwikkeling ziekteverzuim
5.2.3
Medewerkerstevredenheid
De afdeling HRM en de OR hebben, in samenwerking
met een onderzoeksbureau, in het najaar een onder
zoek naar de medewerkerstevredenheid georgani
seerd. Hieruit bleek dat de algemene tevredenheid
van de medewerkers bij de SOR met een 8,2 hoog is
(het sectorgemiddelde bij het door ons ingeschakelde
bureau is 7,6), maar dat er een aantal knelpunten in
de organisatie herkenbaar zijn. Naar aanleiding hier
van zal op organisatieniveau in 2011 een actieplan
geformuleerd worden op de onderdelen:
■■ Interne communicatie.
■■ Samenwerking tussen de afdelingen.
■■ Afronding van het cultuurtraject.
Naast het organisatiebrede actieplan zullen ook de
afzonderlijke afdelingen een actieplan maken.
5.2.4
Competentiemanagement
Na de voorbereiding in 2009 van het competentie
management, is in 2010 voor het eerst een volledige
planning en beoordelingscyclus doorlopen. Dit eerste
jaar is bedoeld als proefjaar, met als doel de vergelij
king met de oude systematiek te kunnen maken. Deze
vergelijking, georganiseerd in samenspraak met de
OR heeft opgeleverd dat het nieuwe systeem naar
2006
Totaal Ziekteverzuim
Ziekteverzuim korter dan 6 weken
2007 2008 2009 2010
5%
4%
7%
6%
3%
2%
1%
0%
41
B o
nder
nem
ings
vers
lag
Ten aanzien van verkopen en aankopen heeft de SOR
in 2010 het beleid gehandhaafd dat woningen niet
individueel verkocht worden, hoogstens complex
gewijs, rekening houdend met de wettelijke vereisten
die daarvoor bestaan. Bij nieuwbouw wordt rekening
gehouden met eventuele toekomstige verkoop door
waar mogelijk afzonderbare bouwdelen te ont werpen
en voor de appartementencomplexen een splitsings
akte op te stellen. Bij aankopen wordt dezelfde
be oordeling gedaan als bij de eigen ontwikkeling van
nieuwe projecten. In 2010 is de inzet op de verkoop
Tabel 6: Ontwikkeling vastgoedportefeuille
Realisatie Doel
Realisatie 2006 Realisatie 2010 2016
Woningen
Tot twee kamers 2.307 57% 2.190 47% 1.811 30%
Vanaf drie kamers 1.757 43% 2.458 53% 4.225 70%
Sociale huur 3.546 87% 3.738 80% 3.923 65%
Vrije sector 523 13% 910 20% 2.112 35%
Rotterdam 3.649 90% 4.380 94% 5.130 85%
Randgemeente 420 10% 268 6% 905 15%
Totaal woningen 4.069 4.648 6 03
Verpleging en verzorging 2.094 1.960 1.353
Bedrijfsonroerend goed 274 651 612
Totaal vastgoedportefeuille 6.437 7.259 8.000
van complexen sterk vergroot (zie 2.2.4) om zo de
financieringsmogelijkheden te verruimen.
De vastgoedportefeuille van de SOR is ingedeeld in de
segmenten woningen, bedrijfsonroerend goed en ver
pleeg en verzorgingshuizen. De woningenportefeuille
kent daarbij de productmarktcombinaties basisservice,
extra service en woonzorgcomplex, zoals beschreven
in hoofdstuk 4. In Tabel 6 staat de bereikte ontwikke
ling in 2010, geprojecteerd tegen het uitgangspunt in
2006 en tegen de horizon van 2016, zoals in 2006 als
doelstelling geformuleerd.
Figuur 6: Vastgoed in ontwikkeling
Vrije sector
Sociale huur
Randgemeente
Pijplijn woningproductie
Pijplijn vastgoedproductie
Rotterdam
Vanaf drie kamers
Tot twee kamers
0 1.000 3.000 4.000 5.000 6.0002.000
0 1.000
Bezit per einde 2010 In productie tot 2014
3.000 4.000 5.000 6.0002.000
Bedrijfsruimten
Verpleging en verzorging
Woningen
42
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
5.4 Vastgoedontwikkeling
5.4.1
Projectenplanning
De planning van nieuwbouw en renovatieprojecten is
in 2010 ernstig gehinderd door de elkaar snel afwisse
lende financiële perspectieven. Medio 2010 is de totale
portefeuille aan projecten gecategoriseerd naar mate
van haalbaar en uitvoerbaarheid. Overwegingen
daarbij waren financiële, bouwprocedurele en project
inhoudelijke omstandigheden. Drie categorieën zijn
onderkend:
A Projecten die doorgezet kunnen of moesten
worden en waarvoor financiering beschikbaar is.
De noodzaak van doorzetten hangt met name
samen met de reeds aangegane zakelijke verplich
tingen in de projecten.
B Projecten die wenselijk zijn om uit te voeren. De
wenselijkheid hangt samen met marktomstandig
heden en financieringsmogelijkheden.
C Projecten die nog teveel onzekerheden herbergen
om in dit stadium te kunnen besluiten of ze voort
gezet kunnen worden.
Nadere inhoudelijke discussie rondom de projecten
op de B en Clijst kan leiden tot onderlinge ver
schuivingen tussen de lijsten. Daarnaast dienen zich
ook geregeld kansen aan in de markt. Ook die zullen
beoordeeld worden op hun merites en hun toe
gevoegde waarde voor de vastgoedportefeuille.
5.4.2
Projecten in uitvoering
Al het werk aan de projecten in voorbereiding en
ontwikkeling vindt plaats binnen SOR Vastgoed
ontwikkeling BV. Projecten worden na oplevering
overgedragen aan de toegelaten instelling aan de
afdeling Wonen. Per einde 2010 waren er 20 projecten
onder handen van SOR Vastgoedontwikkeling BV.
In bovenstaande Tabel 7 is weergegeven waaruit de
projectenportefeuille is opgebouwd. De in de over
zichten genoemde aantallen zijn de aantallen van de
De verschuiving naar meer driekamerappartementen
en meer vrije sectorappartementen ligt op koers, maar
een groter accent op de randgemeenten wordt nog
niet bereikt. Met de huidige productie, wordt echter
een grote sprong gemaakt (zie Figuur 6). De ontwik
keling van de portefeuille Verpleging en Verzorging
blijft achter bij de ontwikkelingen. Dit wordt veroor
zaakt door een minder snelle reductie van verzorgings
plaatsen dan beoogd, doordat de voorziene stelsel
wijziging van het scheiden van wonen en zorg niet ten
volle wordt doorgevoerd. Daarnaast heeft de SOR de
afgelopen jaren de verpleeghuiscapaciteit, waar wel
toenemende vraag naar is, vergroot, wat ook de
komende jaren nog het geval zal zijn. In Figuur 6 is
nog geen rekening gehouden met de verkoop van
bestaand bezit.
Een belangrijke kwaliteit van voor senioren geschikte
woningen is de toegankelijkheid. Deze wordt in de
Stadsregio Rotterdam weergegeven aan de hand
van een sterrenwaardering, waarbij vier sterren een
maximale toe en doorgankelijkheid voor rolstoelen
betekent. Alle woningen die de SOR bouwt worden op
het niveau van vier sterren gerealiseerd. De verdeling
in de woningvoorraad per einde 2010 staat in Figuur 7.
Figuur 7: Toegankelijkheid woningen
geen ster
★
★ ★
★ ★ ★
★ ★ ★ ★
1.110 - 24%
234 - 5%87 - 2%
1.247 - 27%
1.970 - 42%
43
B O
nder
nem
ings
vers
lag
Tabel 8: Geraamde investeringen in de A-lijst
Woningen 203,5
Verpleging en verzorging 15,0
Bedrijfsruimten 28,5
Parkeerplaatsen 3,5
Van de geraamde investeringen is € 193 miljoen in
2010 in uitvoering genomen, met een gezamenlijke
bedrijfswaarde van € 201,5 miljoen. Daarnaast zijn
ook twee projecten opgeleverd:
■■ Ommeloop (Fase 2), Brielle: bouw in uitvoering van
32 sociale en 54 vrije sector huurwoningen. Totaal
met fase 1 komt op 79 sociale en 122 vrije sector
huurwoningen. Daarnaast 200m² bedrijfsruimte voor
buurtvoorzieningen.
■■ Geuzenhof, Brielle: bouw in uitvoering van
30 sociale en 61 vrije sector huurwoningen.
■■ Facet (Fase 1), Krimpen aan den IJssel: bouw in
uitvoering van 8 sociale huurwoningen en 54
verpleeg huisplaatsen. Daarnaast 395 m² bedrijfs-
ruimte en 365 m² maatschappelijk vastgoed.
In fase 2, in aanbouw vanaf voorjaar 2011, worden
149 huurwoningen gerealiseerd.
■■ Gravin, Oud-Beijerland: bouw in uitvoering van
A-lijst. Projecten op de B- en C-lijst zijn nog niet toe-
gevoegd, wegens de onzekerheid waarmee deze
omgeven zijn. Het betreft zowel projectinhoudelijke
onzekerheid als onzekerheid over het al dan niet
voortgaan van de betrokken projecten.
De geraamde investeringen (× € 1 miljoen) in de
nieuwbouwproductie van de A-lijst staan in Tabel 8.
Tabel 7: Productie in de A-lijst, vanaf fase Voorlopig Ontwerp
nieuwbouw renovatie opgeleverd
DAEB Tweekamerwoningen 12 176 168
Drie- en vierkamerwoningen 317 20 30
Bedrijfsruimten 39 6 19
Verpleging en verzorging 96
Parkeerplaatsen 16
Niet-DAEB Drie- en vierkamerwoningen 821 101
Bedrijfsruimten 1.200 37
Parkeerplaatsen 42
66 sociale en 137 vrije sector huurwoningen,
42 verpleeghuisplaatsen, 2.800m² bedrijfsruimte
en 1.000m² maatschappelijk vastgoed.
■■ Stadsplein, Spijkenisse: aangekocht in 2010. Bouw in
uitvoering van 60 sociale en 11 vrije sector huur-
woningen en 90 m² bedrijfsruimte.
■■ Berlagehof, Rotterdam (Prins Alexander): bouw in
uitvoering van 22 sociale en 87 vrije sector huur-
woningen. Daarnaast 1.200 m² bedrijfsruimte.
■■ BuitenBan, Rotterdam (Hoogvliet): bouw in uit-
voering van 6 sociale en 105 vrije sectorhuur-
woningen. Daarnaast 4.200 m² bedrijfsruimte en
1.200 m² maatschappelijk vastgoed. Hierin komen
o.a. het deelgemeentekantoor, een vestiging van
de bibliotheek, winkels en een theater.
■■ Hoeksteen, Rotterdam (Prins Alexander): renovatie
in uitvoering van 196 sociale huurwoningen.
■■ Binnenhoftoren, Rotterdam (Prins Alexander):
101 in 2010 opgeleverde vrije sector huurwoningen
en 1.570 m² bedrijfsruimte.
■■ Rubroek, Rotterdam (Kralingen-Crooswijk): in 2010
opgeleverde renovatie van 168 tweekamerwoningen
en samenvoeging van 47 tweekamerwoningen naar
30 driekamerwoningen (allen sociale huur). In het
complex bevinden zich ook 1.350 m² bedrijfsruimte
en 1.480 m² maatschappelijk vastgoed, die deels zijn
gerenoveerd.
De nadruk in de onderhanden projecten ligt op de
bouw van niet-DAEB-woningen en op de rand-
gemeenten rond Rotterdam. Dit is overeenkomstig de
strategische doelen uit 2006. De toevoegingen aan de
portefeuille Verpleging en Verzorging bestaat geheel
44
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
be oordeeld, zoals de rol in de lokale woningmarkt en
de positie in de gehele portefeuille van de SOR. Ook
bij deze keuzes bepaalt het beleid zoals omschreven
in paragraaf 5.3 de kaders.
5.5.1
Klachten- en mutatieonderhoud
Het onderhoud van de woningvoorraad heeft
kwaliteits behoud tot doel. Het klachten en mutatie
onderhoud is gericht op herstel in goede staat. Met
name bij het mutatieonderhoud heeft dat een functie
in de verhuurbaarheid van de woning. Het klachten
onderhoud omvat nadrukkelijk niet het onderhoud
dat voor rekening van de huurder is. Dergelijk onder
houd kan door de SOR georganiseerd worden, maar
dan wel voor rekening van de huurder.
5.5.2
Planmatig onderhoud
Het planmatig onderhoud is gericht op het onder
houden en waar nodig vervangen van bouwdelen en
installaties. Dankzij de keuze voor onderhoudsarme
materialen is het onderhoud, in sectoraal opzicht,
beperkt. Een kenmerk echter van recente nieuwbouw
is dat er in toenemende mate met installaties wordt
gewerkt om de energieprestatie te verbeteren en om
het gebruiksgemak te verhogen. Het gevolg hiervan
is dat de lasten (onderhoudskosten en lasten)
ge durende de exploitatie op dit onderwerp hoger
worden. Het gebruik van deze installaties of de
vervanging van installaties door nieuwe verbeterde
varianten, leidt vaak tot hogere efficiëntie. Dit leidt
echter niet tot een andere woningwaardering. De
hierop gerichte wetgeving laat in ieder geval nog tot
de zomer van 2010 op zich wachten.
5.5.3
Onderhoud van de directe woonomgeving
De SOR beschikt bij veel complexen over binnentuinen
of daktuinen. Dit onderhoud wordt uitgevoerd binnen
de servicekosten en drukt daarmee niet op de begro
uit verpleegplaatsen in Krimpen aan den IJssel en in
OudBeijerland. In beide gemeenten zijn bestaande
verzorgingshuizen gesloopt en worden nieuwe
verpleeg huizen gerealiseerd.
De locaties waar gebouwd wordt voldoen alle aan de
vereisten die de SOR stelt ten aanzien van de aan
wezigheid van openbaar vervoer en winkelvoor
zieningen. Afhankelijk van de locatie en het product
worden voorbereidingen getroffen voor samen werking
met zorginstellingen tijdens de exploitatie. Gezien
deze toekomstige samenwerking worden keuzes in het
project altijd met instemming van de beoogde samen
werkingspartner gemaakt. De begeleiding van en con
trole op deze keuzes worden gedaan door de interne
projectteams, waarin alle betrokken afdelingen tijdens
en na de projectfase vertegenwoordigd zijn.
5.4.3
Aan- en verkoop
Naast nieuwbouw en renovatie zijn aankoop en
verkoop de twee andere middelen voor de voorraad
ontwikkeling. In 2010 is de verkoop voorbereid van
vier bestaande complexen en een complex in aan
bouw. Aan het einde van het jaar was nog geen van
de verkopen gerealiseerd. In 2010 is één complex in
aanbouw aangekocht. In dit complex in Spijkenisse
bevinden zich 60 sociale huurwoningen en 11 vrije
sectorwoningen. Het complex is inbegrepen in de
bovengenoemde investeringen.
5.5 Behoud van woningkwaliteit
In het onderhoud van de woningen is het programma
van eisen richtinggevend. Bij renovaties wordt het als
uitgangspunt genomen, maar wordt tevens een
bedrijfsmatige afweging gemaakt als bepaalde ver
eisten een dusdanig hoge investering vergen, dat de
investering in een te slechte verhouding komt te staan
tot de bedrijfswaarde. Hiervoor zijn geen absolute
kengetallen geformuleerd, omdat iedere investering
in een complex ook op andere merites wordt
45
B o
nder
nem
ings
vers
lag
drinkwaterinstallaties om legionellabesmetting te
voorkomen of op te lossen. Na enkele jaren waarin
veel besmettingen zijn geweest, laat 2010 zien dat de
installaties technisch op orde zijn en het beheer bijna
onder controle is. Er is één grote besmetting geweest
en enkele kleine besmettingen. De kwalificatie nage
noeg wordt gemaakt, omdat de overdracht van het
beheer van gereinigde installaties aan de betrokken
gebouwbeheerders nog altijd een knelpunt is. Hoewel
de wet duidelijk lijkt, blijken er in de praktijk vaak
aangrijpingspunten om de afspraken te betwisten.
5.6 Huurprijsbeleid
Het huurbeleid van de SOR volgt het wettelijk kader
zoals dat voor de sociale huurwoningen geldt. Voor de
woningen boven de huurprijsgrens bestaat in principe
de vrijheid om afwijkend beleid vast te stellen, maar
de SOR kiest daar niet voor. Overwegingen die daarbij
een rol spelen zijn de balans in de voorraad en de
positie van het bezit in de markt. Wanneer de vrije
sector meer zou stijgen, zou het resultaat zijn dat er
een groeiend verschil ontstaat tussen beide segmenten
en daarmee dat het hoge segment de concurrentie
aangaat met commerciële verhuurders. Juist in dat
tussen segment is grote vraag en daar wil de SOR
een rol spelen.
Het is echter ook in dat segment waar, gezien de
naderende regelgeving als gevolg van de uitspraak
van de Europese Commissie, na 2010 die huishoudens
terecht zullen moeten komen die gezien hun inkomen
niet in de sociale sector gehuisvest mogen worden.
Maar de financiering van woningen in dat segment
wordt ook aanzienlijk duurder. Tevens wordt in 2011
de EPA (Energie Prestatie Advies) onderdeel van de
woningwaardering. Voor de SOR is dit alles aanleiding
om in 2011 het huur en harmonisatiebeleid te
herzien, gericht op optimalisatie van de huurop
brengsten. Randvoorwaarde hierbij is dat harmoni
satie geen ingrijpende gevolgen heeft voor de huidige
verhouding tussen sociale huur en geliberaliseerde
huur. Wel zal het tot gevolg hebben dat, indien markt
ting. Bij dit onderdeel rekent de SOR ook de centrale
hallen en recreatieruimtes in de complexen. Ook hier
voor geldt dat het (schoonmaak)onderhoud en de
glasbewassing uit de servicekosten worden betaald.
De directe omgeving van de complexen valt buiten
het vizier van de SOR, omdat er meestal sprake is van
direct aangrenzend openbaar gebied dat door de
gemeente wordt onderhouden. De huismeesters
houden toezicht op het ontstaan van eventuele
ob stakels in de directe omgeving van de complexen
en zorgen zo voor een ongestoorde en onbelemmerde
toegang tot de complexen. Toch worden bij enkele
recente grote projecten de tuinen en de directe
om geving meegenomen in het ontwerp en deels in
het onderhoud. Dit gebeurt in ieder geval bij de
projecten Ommeloop, Gravin en Berlagehof.
5.5.4
Realisatie van de onderhoudsbegroting
Bij de uitvoering van het onderhoud is de SOR binnen
de begroting gebleven. Op klachten en mutatie
onderhoud is een overschrijding gemaakt van 30%.
Deze is gecompenseerd door een combinatie van aan
bestedingsresultaten, resultaat uit de BTWregeling
(wat in totaal ruim € 52.000, heeft opgeleverd sinds
het ingaan van de regeling op 1 oktober 2010) en
beperking van de activiteiten planmatig onderhoud.
In 2010 is voortgegaan met de aanpassing van de
brandveiligheid van gebouwen, met name in de intra
murale portefeuille. Na controle door de brandweer en
de gemeente Rotterdam is gebleken dat op enkele
complexen acute actie nodig was om aan de nieuwste
brandveiligheidvereisten te kunnen voldoen. Deze
punten zijn direct opgepakt en afgerond. De opleve
ring laat op zich wachten, doordat de gemeente geen
capaciteit levert om de oplevering te laten plaats
vinden. Voor de komende drie jaar worden jaarlijks
twee tot drie complexen aangepakt, waarna de hele
portefeuille op het nieuwe vereiste niveau is.
Een tweede hoge kostenpost is de aanpassing van de
46
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
technisch mogelijk, de geliberaliseerde huurwoningen
een hogere huurstijging door gaan maken.
In 2010 is de huurverhoging conform het bestaande
beleid verwerkt. Daarnaast vindt in een beperkt aantal
complexen harmonisatie bij mutatie plaats. Dit heeft
met name te maken met een prijscorrectie naar aan
leiding van verbetering of renovatie in het verleden,
waarbij de zittende huurder geen huurverhoging
berekend kreeg.
In Tabel 9 staat de verdeling van de woningvoorraad
over de verschillende prijssegmenten per gemeente.
Gezien de markt van de SOR, de seniorenmarkt waarop
zich haast zonder uitzondering één en tweepersoons
huishoudens begeven, is voor de SOR de tweede aftop
pingsgrens niet relevant in beleidsmatige zin. In 2010
bestonden alle huishoudens die een woning van de
SOR hebben gehuurd uit één of twee personen.
Het huurbeleid voor woningen in 2010 gaf de ruimte
voor een inflatievolgende verhoging van 1,2%.
Deze verhoging is op alle woningen toegepast, uit
gezonderd de woningen in te slopen complexen. In de
huur contracten voor het bedrijfsonroerend goed is het
CPI over het voorgaande kalenderjaar de gehanteerde
index, in 2010 bedroeg deze 1,2%. Voor de huur
contracten verpleging en verzorging is in 2010 ervoor
gekozen ook over te gaan op het CPI als te hanteren
index.
5.7 Verhuurbeleid
De SOR richt zich op de 55plusser. Dit houdt in de
praktijk in dat woningen verhuurd worden aan huis
houdens zonder kinderen waarvan de leden tenminste
55 zijn. Door deze keuze heeft de SOR zich kunnen
specialiseren wat betreft de vastgoedportefeuille, wat
betreft het dienstenpakket en vooral wat betreft de
expertise van haar medewerkers op die markt.
In de Stadsregio Rotterdam geldt de regionale huis
vestingsverordening. Door de regionale spreiding van
het bezit ondervindt de SOR hinder van het bestaan
van een tweetal uitvoeringsorganisaties. Dit vereist
van de SOR dat, afhankelijk van de gemeente, op
andere wijze de administratieve processen worden
doorlopen. In 2010 is Krimpen aan den IJssel over
gegaan op Woonnet Rijnmond als woonruimte
verdeler, waarmee alleen nog het bezit van de SOR op
Voorne Putten via een separate route wordt aan
geboden. In 2010 was aanvankelijk aangekondigd dat
de corporaties op Voorne Putten met ingang van 1 juli
2011 hun woningen via Woonnet Rijnmond zouden
aanbieden. Inmiddels is duidelijk geworden dat deze
overstap is uitgesteld tot 1 januari 2012.
De regionale huisvestingsverordening is gestoeld op
het aanbodmodel en heeft als uitgangspunt dat waar
mogelijk geen beperkingen worden gesteld aan de
woningzoekenden die in aanmerking willen komen
voor de vrijkomende sociale huurwoningen (voor
waardevrij aanbieden). Omwille van leefbaarheid
bestaat de mogelijkheid om voor een deel van het vrij
komend bezit hiervan af te wijken (Volkshuisvestelijk
Labelen of Lokaal Maatwerk). Een laatste mogelijk
heid is directe bemiddeling, waarbij de woning niet
geadverteerd wordt, maar rechtstreeks aan een kan
didaat wordt verhuurd. Deze methode wordt vooral
gebruikt voor de huisvesting van bijzondere groepen,
bij de SOR met name kandidaten met een zorgindica
tie of een urgentie.
Tabel 9: Voorraad per 31-12-2010
Gemeente Tot € 357,37 Tot € 511,50 Tot € 647,53 Vanaf € 647,53 Totaal
Brielle 0 73 13 29 115
OudBeijerland 1 0 0 0 1
Rotterdam 476 2.638 619 647 4.380
Westvoorne 0 50 22 80 152
Totaal 477 2.761 654 756 4.648
47
B o
nder
nem
ings
vers
lag
ordening zouden vallen. In de komende jaren worden
hier enkele honderden woningen gebouwd, waarvan
ongeveer een derde in de sociale sector.
In Tabel 11 zijn de verhuurresultaten weergegeven,
conform bijlage E van de BBSHverantwoording aan
het ministerie van VROM, waarbij inkomen, leeftijd en
omvang van het huishouden relevant zijn voor de
beoordeling van de passendheid van de huisvesting.
De hoeveelheid verhuringen is groter dan het hier
boven genoemde aantal aanbiedingen. Het verschil is
te verklaren door verhuringen buiten het werkings
gebied van Woonnet Rijnmond en de verhuur van vrije
sectorwoningen.
Omdat de SOR zich richt op de huisvesting van uit
sluitend 55plussers, kiest de SOR ervoor om bij de vrij
komende woningen altijd 55 jaar als minimum leeftijd
te adverteren. Reden hiervoor is dat het beheermodel
van de SOR, de investeringen in de woningen en de
samenwerking met zorginstellingen alle gericht zijn
op het beschikbaar hebben van woningen waarin zorg
geleverd kan worden aan klanten die dat nodig
hebben, hetzij direct bij verhuring hetzij op termijn.
Via Woonnet Rijnmond zijn 339 advertenties geplaatst
c.q. directe bemiddelingen aangemeld. De verdeling
over de categorieën staat in Tabel 10. In sommige
gevallen is een herhaalde actie nodig om tot verhuring
te komen. Naast de in deze tabel opgenomen cijfers
zijn ook nog vele verhuringen gedaan in de vrije sector.
Het totaal van alle verhuringen staat in Tabel 11.
Tabel 10: Verdeling aanbiedingscategorieën
Aantal aanbiedingen
Voorwaardevrij: 0 (0%)
Volkshuisvestelijk Labelen: 245 (72%)
Lokaal Maatwerk: 14 (4%)
Directe Bemiddeling: 80 (24%)
Behalve in de Stadsregio Rotterdam heeft de SOR ook
bezit in de Hoeksche Waard, die geen deel uitmaakt
van de Stadsregio Rotterdam. Ten aanzien van de
regelgeving vindt overleg plaats hoe daar de woon
ruimteverdeling te gaan regelen. In 2010 had de SOR
nog geen zelfstandige sociale huurwoningen in de
Hoeksche Waard die onder een huisvestingsver
Tabel 11: Passendheid van de verhuringen (BBSH Bijlage E)
Aantal personen Leeftijd Jaarinkomen Tot € 357,37 Tot € 511,50 v.a. € 511,50 Totaal
Eenpersoons tot 65 jaar ≤ € 20.975 10 60 9 79
> € 20.975 8 14 13 35
vanaf 65 jaar ≤ € 19.800 5 70 55 130
> € 19.800 2 21 59 82
Tweepersoons tot 65 jaar ≤ € 28.475 3 7 3 13
> € 28.475 3 6 19 28
vanaf 65 jaar ≤ € 27.075 1 34 21 56
> € 27.075 0 12 65 77
32 224 244 500
Uit de bereikte verdeling van voornamelijk lagere
inkomens in de goedkopere woningen blijkt dat het
beroep op de huurtoeslag beperkt is. In 18% van de
verhuringen is desondanks sprake van zogenaamde
dure scheefheid. De toets of een huishouden bij de
SOR een woning werkelijk kan betalen, wordt niet
alleen op het inkomen, maar ook op het beschikbare
vermogen uitgevoerd. Met name de verhuur van
woningen in de vrije sector gebeurt aan huishoudens
die een eigen woning hebben verlaten en daarmee
vermogen beschikbaar hebben gemaakt. Daarmee is
dure scheefheid niet per definitie niet passende huis
vesting.
48
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
name die bewoners te ondersteunen voor wie het in
contact blijven met de buren, de wijk, moeilijker
wordt. De inzet is drieledig:
■■ Activering van de bewoners.
■■ Bevordering van het leefklimaat in het complex.
■■ Aansluiting behouden bij de woonomgeving.
Het risico op vereenzaming wordt met het ouder
worden groter en met deze inzet verwacht de SOR dit
te voorkomen. Een belangrijke drager voor deze inzet
is de recreatiezaal die in de meeste wooncomplexen
aanwezig is, waarin door de bewoners activiteiten
georganiseerd worden. De SOR kiest de positie van
het ondersteunen van zelfwerkzaamheid, door de
oprichting van bewoners of activiteitencommissies te
stimuleren. Het verschil tussen beide bestaat eruit dat
de bewonerscommissie een formele positie heeft in
het kader van de Overlegwet.
Waar de zelfwerkzaamheid niet voldoende is, de leef
baarheid te veel achteruit gaat en de behoefte aan
activiteit groot is, wordt gekozen voor de inschakeling
van welzijns of zorgpartners, om de activiteit een
impuls te geven. Uiteindelijk is voor de gezondheid en
het welzijn van met name de bewoners die hun vitali
teit achteruit zien gaan, een aanbod van contact,
vertier en beweging de beste remedie voor het
behoud van levenskracht. Het bevorderen van de
onderlinge contacten bevordert ook de leefbaarheid
in het complex.
Voor situaties waarin gerenoveerd of gesloopt wordt,
heeft de SOR een verhuiskostenvergoeding in over
eenstemming met de daartoe geldende wettelijke
Tabel 12: Specificatie verhuringen
Tot € 357,37 Tot € 511,50 v.a. € 511,50 Totaal Scheefheid
Lage inkomens 19 171 88 278 56% 18% “duur scheef”
Hoge inkomens 13 53 156 222 44% 3% “goedkoop scheef”
Eenpersoons 25 165 136 326 65% 20%
Tweepersoons 7 59 108 174 35%
Tot 65 jaar 24 87 44 155 31%
Vanaf 65 jaar 8 137 200 345 69%
Totaal 32 224 244 500
5.8 Maatschappelijk beleid en leefbaarheid
De SOR onderscheidt in haar maatschappelijke opgave
drie partijen die van direct belang zijn voor het
uit voeren van haar strategie: bewoners, zorg en
welzijnsinstellingen, overheden.
5.8.1
Bewoners
Bewoners van de SOR worden op beleidsmatige
onderwerpen betrokken via het HPF. Het HPF is een
zelfstandige vereniging van de aangesloten bewoners
commissies van complexen en bestaat uit door de
leden gekozen bestuursleden. Het HPF is voor de SOR
de overkoepelende gesprekspartner in de zin van de
Overlegwet, waarmee beleidsmatige onderwerpen
worden besproken. Bijvoorbeeld de jaarverslaglegging
en de ontwikkeling van de SOR, besluiten in de sfeer
van renovatie, sloop/nieuwbouw of verkoop met
ingrijpende gevolgen voor de totale portefeuille van
de SOR. Dit biedt de mogelijkheid voor het HPF om
adviezen over belangrijke ingrepen in wooncom
plexen af te stemmen met de betreffende bewoners
commissie, die eveneens een zelfstandige adviesrol
heeft. Voor het overige kan het HPF als klankbord en
adviseur fungeren voor de bewonerscommissies in de
complexen, zonder inhoudelijk belanghebbende te
worden.
In de leefomgeving van de bewoners kiest de SOR
voor een beheermodel dat erop gericht is om met
49
B o
nder
nem
ings
vers
lag
In vijf complexen is in het najaar van 2009 gestart met
een pilot in het kader van lokaal maatwerk, waarbij de
bewonerscommissie betrokken is bij de voordracht van
kandidaten bij mutaties. In drie andere complexen
worden woningen aangeboden met voorrang voor
wijkbewoners. Het doel is het sociale netwerk van
nieuwe bewoners in de directe omgeving te behouden
en dit netwerk te betrekken bij het complex. Dit wordt
bereikt door gerichte werving van kandidaten die
actief willen bijdragen aan de sociale omgeving in en
om het complex. In september 2010 is een tussen
evaluatie gehouden. Door het beperkte aantal
mu taties in de betreffende gebouwen zijn hieruit nog
geen duidelijke resultaten te rapporteren. De betrok
ken commissies zijn echter voldoende enthousiast om
door te gaan. De pilot loopt door tot eind 2011.
5.8.2
Relaties zorg- en welzijnssector
De SOR heeft met elf instellingen huur en samen
werkingsovereenkomsten. Deze overeenkomsten
hebben betrekking op verzorgings en verpleeg
huizen, op de levering van extramurale zorg in zelf
standige woningen en op welzijnsondersteuning in de
complexen. Zie Tabel 13 op de volgende pagina.
regeling. Met ingang van 1 maart 2010 bedroeg de
maximale vergoeding bij verhuizing als gevolg van
renovatie of sloop € 5.327,. Bij verhuizen naar een
wisselwoning kent de SOR een toeslag toe ter hoogte
van 10% van de verhuiskostenvergoeding. Bij renova
tie van een complex waarbij niet verhuisd wordt, keert
de SOR een ongeriefsvergoeding uit.
De SOR heeft zes vergaderingen gehad met het HPF. In
2010 stond met name de voorbereidende discussie
over het nieuwe ondernemingsplan op de agenda. In
het kader daarvan heeft het HPF een voorlopig en
voorwaardelijk positief advies afgegeven over de ver
koop van complexen en van afzonderlijke nieuwbouw
woningen. Met het HPF is daarnaast overlegd over:
■■ Jaarverslag SOR 2009.
■■ Gezamenlijke samenwerkingsafspraken van
corporaties met de gemeente Rotterdam.
■■ Servicekosten: onder meer verdeling van huis
meesterkosten, kwaliteit schoonmaak en de discussie
over het doorberekenen van begeleidingskosten
voor het inkoopbeleid.
■■ Huur en harmonisatiebeleid.
■■ Evaluatie van lokaal maatwerk.
■■ Faciliteren door de SOR van de communicatie met de
achterban van het HPF.
Het HPF bestaat per einde 2010 uit zeven leden (zie
Bijlage 1) en heeft een eigen begroting en jaarplan.
De SOR bekostigt het HPF en de hierna genoemde
bewonerscommissies.
De SOR heeft per einde 2010 49 wooncomplexen in
beheer, waarvan er in 28 een bewonerscommissie en
in zes een activiteitencommissie actief is. Zowel de
bewonerscommissies als de activiteitencommissies
ont vangen een vergoeding. In de overige complexen
slaagt de SOR er niet in om een commissie op te
richten, wat meestal samenhangt met de reeds hoge
gemiddelde leeftijd van de bewoners. In de gebouwen
waar geen bewonerscommissie actief is, wordt in de
vereiste participatie voorzien door een jaarlijkse
be wonersvergadering. Samen met het HPF wordt
onderzocht hoe (op te richten) bewonerscommissies
verder ondersteund kunnen worden.
Met twee instellingen wordt regulier op directieniveau
overlegd, waarbij de samenwerkingsstrategie
be sproken wordt. In 2010 gebeurde dit voortdurend
onder het lastige gesternte van nog altijd “aanstaande
regelgeving” vanuit het ministerie van VWS voor de
zorginstellingen, die maar niet omgezet wordt in
definitieve regelgeving. Tegelijkertijd vindt verdere
aanscherping plaats van de indicering van AWBZ
zorg aan cliënten, wat voor de zorginstellingen de
exploitatie lastiger haalbaar maakt. In de praktijk leidt
dit tot zichtbare twijfel in besluitvorming en keuzes
die samenwerkingspartijen maken.
Door de SOR ingeschakelde welzijnsondersteuning
vindt in een aantal complexen plaats, om redenen
zoals in de vorige paragraaf zijn genoemd. De SOR
gaat over tot het inschakelen (en daarmee sub sidiëren)
50
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Tabel 13: Overzicht samenwerking in wonen, welzijn en zorg
Samenwerkingsovereen-komsten t.b.v. (AWBZ)zorg
Samenwerking in welzijnsondersteuning Verzorgings- en verpleeg-
huizen4Zorg- en/of Welzijnsinstelling
Complexen Zelfstandige woningen
Complexen Zelfstandige woningen
Bijdrage SOR2 Bijdrage per woning3
Aafje 7 539 3 271 € € 3
Argos 1 65 1 65 € €
Careyn1 1 201 € €
Catharinastichting 1 152 2 353 € 12.000 € 78,95 2
Humanitas 3 412 3 412 € 24.000 € 72,29
Laurens 6 669 3 165 € 36.000 € 276,92 4
MOB 1 43 € 2.550 € 59,30
Pameijer 1 142 € 60.000 € 422,54
Sonneburgh 2 189 2 189 € € 3
Thermiek 5 566 € 37.280 € 88,13
Zorggroep Rijnmond
11 762 10 620 € 65.500
€ 199,70
7
32 2.989 31 2.826 € 237.330,00 € 153,12 19
1 Het betreft hier een voorgenomen samenwerking in een complex in ontwikkeling.2 De bijdrage wordt niet op alle complexen gegeven. 3 De bijdrage per woning is de totaalbijdrage gedeeld door de ontvangende complexen.4 Naast de hier genoemde aantallen heeft de stichting Steinmetz/De Compaan servicecentrum Rubroek in beheer.
In dit centrum bevinden zich 195 zelfstandige woningen en 140 verzorgingsplaatsen.
van welzijnsondersteuning in complexen waar het niet
meer met de eigen medewerkers te organiseren is. Het
doel is uiteindelijk ervoor te zorgen dat het leef
klimaat binnen de complexen dusdanig is dat mensen
er graag willen wonen. In enkele situaties sluiten de
leefstijlen van de bewoners niet goed bij elkaar aan,
wat zijn oorsprong heeft in sterk uiteen lopende
culturele of maatschappelijke achtergronden.
In één complex werkt de SOR samen met stichting
Pameijer. In twintig woningen worden cliënten onder
begeleiding van Pameijer gehuisvest. Dit project is
gericht op het weer zelfstandig gaan wonen van
mensen vanuit een institutionele omgeving. Pameijer
ondersteunt daarbij het woon en leefklimaat in het
complex, omdat de sociale samenhang daar ontbrak.
De resultaten zijn goed: er zijn minder conflicten, veel
vuldiger contacten tussen bewoners en er is weer een
bewonerscommissie actief.
In 2010 zijn er de volgende ontwikkelingen geweest:
■■ De financiering en organisatie van individuele
persoonsalarmering blijken met zorgpartners
moeilijk rond te krijgen. De inzet van door de SOR
gerealiseerde domotica in vier complexen (met
beeld verbinding via een alarmcentrale) loopt
hierdoor vertraging op en blijft achter bij de
doel stellingen. Het leidt tot beperkte kwaliteit in
relatie tot het beoogde aanbod.
■■ Bezuinigingen op de AWBZ en WMO hebben geleid
tot een verminderd aanbod van welzijnsonder
steunende activiteiten. De verwachting is dat de
zorgvraag hierdoor zal toenemen. Een aanvraag
voor een startsubsidie op dit vlak in Brielle, in
samen werking met de Catharinastichting, is uit
eindelijk afgewezen. In twee deelgemeenten heeft
het geleid tot de aangekondigde sluiting van het
diensten centrum. De SOR heeft door een sub
stantiële huurverlaging in één deelgemeente de
definitieve sluiting van een voor ouderen belangrijk
dienstencentrum voor komen.
51
B o
nder
nem
ings
vers
lag
Een doorsnede uit de resultaten die de SOR heeft
geboekt in 2010:
■■ Met zorginstelling Aafje is overleg gaande om de
dienstverlening in De Nieuwe Plantage beter bij de
bewoners onder de aandacht te brengen en wordt
de mogelijke wisselwerking onderzocht met het
nabijgelegen zorgcentrum van Aafje.
■■ Met Thermiek, die een groot activiteitenaanbod
levert voor senioren in Abtshove en de omliggende
wijk (Overschie), zijn afspraken voorbereid die de
wederzijdse prestaties helder maken. Ondertekening
wordt verwacht in het eerste kwartaal 2011.
■■ In Delfshaven loopt het project “Van binnen naar
buiten en van buiten naar binnen”, waarmee vrij
willigers worden gezocht om specifieke activiteiten
voor Javaanse, Turkse en Marokkaanse ouderen te
organiseren. De SOR ondersteunt dit project vanuit
haar aanwezigheid in De Schans, in samenwerking
met Laurens.
■■ De samenwerking met Zorggroep Rijnmond in de
Lombarde verloopt naar grote tevredenheid van alle
betrokkenen. Tussen Zorggroep Rijnmond en de SOR
is er overeenstemming om meer te gaan bouwen op
de zelfwerkzaamheid van de bewoners.
5.8.3
Relaties gemeente, regio, rijksoverheid
De SOR beheert en ontwikkelt vastgoed in zes
gemeenten. Vijf daarvan (Rotterdam, Krimpen aan
den IJssel, Brielle, Westvoorne en Spijkenisse) liggen in
de WGR+regio Stadsregio Rotterdam. De zesde
gemeente, OudBeijerland, ligt in de Hoeksche Waard,
waar in nog twee gemeenten initiatieven lopen:
Cromstrijen (kern Numansdorp) en Korendijk (kern
ZuidBeijerland).
De SOR onderhoudt geen reguliere contacten met de
Stadsregio Rotterdam. Het beleid van de regio met
name voor de nieuwbouw van sociale huurwoningen
is desondanks van invloed op de activiteiten van de
SOR. De Stadsregio had tot en met 2009 een subsidie
regime, waarmee een aantal rijks en provinciale geld
stromen is samengevoegd ter bevordering van de
realisatie van sociale woningbouw en functiewijziging
van locaties. Mede als gevolg van twijfels over de
effectiviteit zoekt de Stadsregio voor een toekomstig
subsidieregime naar een andere wijze van sub
sidiëring. De discussie met de Stadsregio wordt
gevoerd door Maaskoepel. Beide partijen zijn in 2010
in onderhandeling geweest over woningmarkt
afspraken die in 2011 tot een nieuw beleidskader
moeten leiden, waarbinnen gemeenten en corporaties
gaan opereren.
Met de gemeente Rotterdam vindt regulier overleg
plaats op het niveau van de directies van de dS+V en
OBR, wat periodiek wordt opgeschaald tot bestuurlijk
overleg, in aanwezigheid van de wethouder belast met
de portefeuille Wonen. Daarnaast vindt in het kader
van de Vogelaarwijken periodiek een overleg plaats
tussen de wethouder en de bestuurders van de Rotter
damse corporaties. Het overleg met de gemeente Rot
terdam, zowel op directie als op bestuurlijk niveau
heeft tot doel uitvoering te geven aan de gemeente
lijke woonvisie. De gemeente Rotterdam werkt dit uit
in een uitvoeringsprogramma en leunt daarbij nadruk
kelijk op de woningcorporaties. De bijdrage van de
SOR aan de woonvisie vertaalt zich met name op de
realisatie van voor senioren geschikte woonvormen.
De nadruk lag tot en met 2009 sterk op de productie
cijfers. Op het gebied van de sociale en maatschappe
lijke prestaties had de gemeente Rotterdam een aan
merkelijk minder concreet programma. De in 2010
voorbereide samenwerkingsafspraken tussen de
corporaties en de gemeente zullen meer invulling
geven aan de maatschappelijke doelen. Omdat de
afspraken pas zeer laat overeengekomen zijn, hebben
zij nog geen invloed gehad op de plannen van de SOR
voor 2011.
In 2010 is voortgang geboekt in de aanwezigheid van
de SOR in de woonservicegebieden, een traject dat
vanuit de dienst SoZaWe wordt gecoördineerd. De
SOR kiest ervoor om binnen dit traject haar bijdrage
aan de ontwikkeling van de woonservicegebieden te
concentreren. De SOR neemt per einde 2010 deel aan
52
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
is, een prettig verblijf in een druk gebruikt park, waar
tot op heden geen horeca of andere ruimte is. Als
grootste verhuurder in Blijdorp vindt de SOR het van
belang dat het verblijf in het park ook voor de eigen
bewoners aangenaam moet zijn. De ontwikkeling is
in 2010 vertraagd, doordat verschil van inzicht is
ontstaan tussen de SOR en de deelgemeente over de
invulling van het project, tijdens de exploitatiefase.
In 2010 zijn in het kader van de Vogelaarwijken kosten
gemaakt op het gebied van sociale uitgaven, gericht
op de ondersteuning van bewoners en de aansluiting
bij de omliggende buurt. Hieraan is behoefte gezien
de verminderde vitaliteit en mobiliteit van de
be woners van de complexen. Met de ondersteuning
wordt effect beoogd ten aanzien van de activering
van senioren en de bevordering van mantelzorg.
vier van de zestien door de gemeente benoemde
woonservicegebieden, waarbij de aard en inhoud in
ieder van de gebieden een ander karakter heeft.
Enerzijds doet dit recht aan de specifieke lokale
situatie, anderzijds blijft de vraag onbeantwoord op
welk niveau resultaten en effecten dusdanig gemeten
worden dat de bijdrage aan het gemeentelijk beleid
inzichtelijk wordt. Voor de SOR is de veelheid aan
initiatieven aanleiding geweest om voor 2011 de
beleidskracht op deze portefeuille uit te breiden.
Ook in de randgemeenten rond Rotterdam vinden
vergelijkbare initiatieven plaats. In Brielle en in
OudBeijerland zijn stuurgroepen actief, die de verant
woordelijkheid hebben inhoud te geven aan woon
zorgzonering. Voor de SOR betekent het dat de
nieuwbouwprojecten Ommeloop en Geuzenhof het
hart kunnen gaan vormen van een woonzorgzone in
Brielle. Voor OudBeijerland liggen het project de
Gravin en de ontwikkeling ter plaatse van de oude
Bijlschool ieder in het hart van een woonzorgzone.
Voor beide gemeenten geldt dat het te bieden
programma en de te dragen kosten nog verdere uit
werking behoeven. De SOR beschouwt de initiatieven
als allianties, waarbij de rol van de SOR bestaat uit
vastgoedeigenaar en deskundige op het gebied van
woonzorgcomplexen met jarenlange ervaring in het
samenwerken met zorginstellingen. Het nut van de
woonzorgzones bestaat uit het ontstaan van een net
werk van organisaties en activiteiten waar ook onze
huurders baat bij hebben. Een evaluatie van de aan
wezigheid en effectiviteit van de SOR in de woonzorg
zones zal in 2011 plaatsvinden.
De SOR heeft bezit in vier van de zeven Rotterdamse
Vogelaarwijken: Rotterdam West, Rotterdam Noord,
Vreewijk en Overschie. In tegenstelling tot de eerste
twee jaren heeft de SOR in 2010 geen fysieke
in vesteringen meer gedaan, omdat de benodigde
investeringen in de betrokken complexen reeds
gedaan zijn. In Blijdorp, aangrenzend aan Vogelaar
wijk Rotterdam Noord, bereidt de SOR de Thee
schenkerij Vroesenpark voor. Deze voorziening biedt,
in een omgeving waar de vergrijzing fors te noemen
53
De SOR heeft ongeveer 20 verzorgings en verpleeg
huizen in haar portefeuille. Dit type vastgoed, meestal
gebouwen met een capaciteit van 100 tot 150 plaatsen,
wordt als geheel verhuurd aan een zorginstelling, die
er haar cliënten in huisvest. Met de veranderingen in
de AWBZwetgeving en de veranderende klant wensen,
is deze grootschalige vorm van huisvesting van AWBZ
cliënten steeds minder in trek.
In onze nieuwe woonzorggebouwen realiseren we
kleinschalige zorg of verpleeghuizen. Dit sluit beter
aan bij de verwachtingen van de cliënten en hun
familie en mantelzorgers. En het geeft invulling aan
de ontwikkelingen die zich voltrekken in de zorg en
verpleegsector.
Op deze pagina’s wordt het verschil in schaalgrootte
treffend in beeld gebracht tussen de Burcht en de
Oranjehof. De Burcht als ouder, grootschalig gebouw,
de Oranjehof als onderdeel van het woonzorgcomplex
de Lombarde.
1964 De Burcht, Rotterdam Alexander
2008 Oranjehof, RotterdamLombardijen
Zorg
Zorg
1964
De burcht
2008
oranjehof
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
58
Cfinancieel verslag
6 Jaarrekening 59
6.1 Geconsolideerde jaarrekening 60
Geconsolideerde balans per 31 december 2010 60
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2010 62
Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2010 63
6.2 Algemene toelichting 64
6.2.1 Regelgeving 64
6.2.2 Grondslagen voor consolidatie 64
6.2.3 Grondslagen voor waardering activa en passiva 64
6.2.4 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 65
6.2.5 Toelichting op de bedrijfswaarde 66
6.3 Kengetallen Groepsrekening SOR 2006-2010 67
C f
inan
ciee
l ver
slag
59
6jaarrekening
60
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
6.1 Geconsolideerde jaarrekening
Geconsolideerde balans per 31 december 2010
Activa 2010 2009
Vaste activa
Materiële vaste activa
Onroerende zaken in exploitatie 583.038.535 549.527.334
Onroerende zaken in ontwikkeling 108.746.226 92.587.583
Roerende zaken in exploitatie 2.144.151 2.034.112
Roerende zaken ten dienste van de exploitatie 1.184.755 1.074.279
Subtotaal materiële vaste activa 695.113.667 645.223.308
Financiële vaste activa
Geactiveerde derivaatkosten 2.468.953 1.412.094
Deelnemingen
Hypothecaire lening u/g Vechtstroom IV 548.930 155.000
Overige financiële vaste activa 3.403
Subtotaal financiële vaste activa 3.017.883 1.570.497
Subtotaal vaste activa 698.131.550 646.793.806
Vlottende activa
Kortlopende vorderingen
Te ontvangen belastingen 7.899
Huurdebiteuren 187.519 182.971
Overige vorderingen 1.429.905 1.162.297
Overlopende activa 1.987.357 936.767
Subtotaal kortlopende vorderingen 3.604.781 2.289.934
Liquide middelen 71.770.379 81.465.839
Subtotaal vlottende activa 75.375.159 83.755.773
Totaal activa 773.506.709 730.549.579
P.M. Nog te ontvangen leningen 110.000.000 50.000.000
Uitstaande opdrachten onroerende zaken in ontwikkeling 99.914.000 97.836.000
Geconsolideerde balans per 31 december 2010
Passiva 2010 2009
Groepsvermogen
Kapitaal 45 45
Overige reserve 79.584.847 74.322.149
Subtotaal groepsvermogen 79.584.893 74.322.194
Egalisatierekeningen
BWS 2.133.567
Voorzieningen
Voorzieningen negatieve waarde derivaten 486.293 1.044.151
Langlopende schulden
Leningen overheid 11.911.763 15.590.004
Leningen kredietinstellingen 638.736.268 561.912.994
Overige langlopende leningen 36.990.000
Afkoop renteconversie leningen 19.521.952 20.916.952
Waarborgsommen 48.615 37.695
Overige langlopende schulden 388.264 206.481
Subtotaal langlopende schulden 670.606.861 635.654.126
Kortlopende schulden
Vooruit ontvangen huren 236.869 276.249
Schulden aan leveranciers 9.250.843 5.498.739
Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.832.670 1.480.951
Overige schulden 1.110.108 996.503
Overlopende passiva 10.398.171 9.143.098
Subtotaal kortlopende schulden 22.828.661 17.395.540
Totaal passiva 773.506.709 730.549.579
P.M. Met financiers overeengekomen leningen 110.000.000 50.000.000
Aangegane verplichtingen onroerende zaken in ontwikkeling 99.914.000 97.836.000
61
C f
inan
ciee
l ver
slag
62
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2010
2010 2009
Bedrijfsopbrengsten
Huren 48.370.286 46.416.820
Vergoedingen 6.860.967 6.929.093
Overheidsbijdragen 2.328.369 405.443
Verkopen onroerende zaken
Geactiveerde productie t.b.v. het eigen bedrijf 1.318.155 1.277.050
Overige bedrijfsopbrengsten 1.497.061 707.626
Subtotaal bedrijfsopbrengsten 60.374.838 55.736.032
Bedrijfslasten
Afschrijvingen 8.733.602 7.948.886
Overige waardeveranderingen (im)materiële activa 1.115.679
Salarissen, sociale lasten en pensioenen 5.809.977 5.367.244
Lasten onderhoud 5.095.341 5.335.041
Overige bedrijfslasten 12.759.072 10.697.444
Subtotaal bedrijfslasten 33.513.671 29.348.615
Bedrijfsresultaat 26.861.167 26.387.418
Financiële baten en lasten
Rentebaten 7.073.266 4.683.270
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 1.614.717 2.759.550
Rentelasten 30.286.452 26.467.491
Renteresultaat -21.598.469 -24.543.771
Groepsresultaat 5.262.698 1.843.647
C f
inan
ciee
l ver
slag
63
Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2010 (indirecte methode) bedragen × € 1.000,
2010 2009
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 26.861 26.387
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen 8.734 7.944
Vrijval/dotatie egalisatierekeningen en voorzieningen 2.134 271
Veranderingen in werkkapitaal:
Vorderingen 1.315 463
Kortlopende schulden 5.433 696
Overige 905 21
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 36.674 33.806
Ontvangen interest 7.073 4.683
Betaalde interest 30.113 27.862
Kasstroom uit operationele activiteiten 13.634 10.627
Investeringen in materiële vaste activa 59.090 61.555
Desinvesteringen in materiële vaste activa
-59.090 -61.555
Investeringen in financiële vaste activa 394
Desinvesteringen in financiële vaste activa 892
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -59.484 -60.663
Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) 59.750 150.002
Aflossing langlopende schulden 23.595 22.099
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 36.155 127.904
Toename/afname geldmiddelen -9.695 77.867
64
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
6.2 Algemene toelichting
6.2.1
Regelgeving
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in over
eenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9
Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen
voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad
voor de Jaarverslaggeving.
6.2.2
Grondslagen voor consolidatie
De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en
vennootschappen zijn:
■■ SOR Holding B.V. (100%)
■■ SOR Vastgoedontwikkeling B.V. (100%)
■■ SOR Senior Village Numansdorp B.V. (100%)
6.2.3
Grondslagen voor waardering activa en passiva
De gehanteerde grondslagen van waardering en
resultaats bepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van
voorgaand jaar.
Materiële vaste activa
Onroerende Zaken in Exploitatie
De investeringen in complexen worden gewaardeerd
tegen verkrijgings of vervaardigingsprijs onder aftrek
van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting
duurzame) bijzondere waardeverminderingen.
Onroerende zaken in ontwikkeling
Dit betreffen complexen in aanbouw of renovatie die
worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toe
gerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde
van voorbereiding, toezicht en directievoering onder
aftrek van een bijzondere waardevermindering uit
hoofde van te dekken stichtingskosten. Bij de bepaling
van de bijzondere waardevermindering worden de
boekwaarde en de reële waarde van de kasstroom
genererende eenheid waartoe de onroerende zaken
gaan behoren betrokken.
Er wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De
geacti veerde rente wordt berekend tegen de gemid
delde rentevoet over het totale vermogen. Af schrijving
vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in
exploitatie zijn genomen.
Roerende zaken in exploitatie
De onroerende en roerende zaken ten dienste van de
exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschaf
waarde onder aftrek van annuïtaire afschrijvingen.
De roerende zaken in exploitatie betreffen activa waar
van de rente en afschrijving ten laste van de service
kosten worden gebracht.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de
exploitatie
Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde
verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen
volgens het lineaire systeem.
Financiële vaste activa
Geactiveerde Derivaatkosten
Om in de komende jaren in onze financieringsbehoefte
te voorzien en daarbij nu al de risico’s voor de SOR te
beperken is een aantal rentederivaten afgesloten. De
betaalde premies van deze “Average Rate Caps” zijn
geactiveerd en worden gedurende de looptijd ten laste
van het renteresultaat afgeschreven te beginnen bij de
startdatum van de looptijd.
Overige financiële vaste activa
Deze post omvat verstrekte leningen en overige vorde
ringen. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd
tegen reële waarde. Bijzondere waardeverminderingen
worden in mindering gebracht op de reële waarde en
direct verantwoord in de winstenverliesrekening.
Kortlopende activa en vorderingen
Waardering van alle kortlopende vorderingen
geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend
met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid
voor zover van toepassing.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en
deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maan
den. Eventuele rekeningcourantschulden bij banken
worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Groepsvermogen
Het groepsvermogen bestaat uit het kapitaal en
overige reserves
Egalisatierekening BWS
Dit is een egalisatierekening waarop de totale subsidie
in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies
is gepassiveerd. De jaarlijkse vrijval van de subsidie
baten, ten gunste van de exploitatie, wordt ten laste
van deze reserve gebracht.
Voorziening negatieve waarde derivaten
Deze voorziening is getroffen voor de negatieve
marktwaarde van het ineffectieve deel van onder
kostprijshedgeaccounting gewaardeerde derivaten.
Langlopende schulden
Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen
reële waarde.
Afkoop renteconversie
In december 2007 heeft voor een deel van de
leningen portefeuille ad € 259.000.000, renteconversie
plaats gevonden. Als onderdeel van deze transactie
heeft de SOR een bedrag van € 23.706.952, ont
vangen. Dit bedrag wordt naar rato van de gemid
delde resterende looptijd van de leningen (=17 jaar) in
de komende jaren verwerkt in het resultaat.
Kortlopende Schulden
Kortlopende schulden en passiva worden gewaardeerd
op nominale waarde.
6.2.4
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de
opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de
kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op
transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij
zijn gerealiseerd; verliezen zodra zij voorzienbaar zijn.
Opbrengsten
Huren
De exploitatie van verzorgingshuizen en verpleeg
huizen, alsmede een klein gedeelte van de complexen
met servicewoningen gebeurt door andere stich tingen,
die de gebouwen huren van de SOR. Met deze
stichtingen is een beheervergoeding overeen gekomen.
Vergoedingen
Vergoedingen zijn de bedragen die huurders boven
de (netto) huurprijs betalen voor bijvoorbeeld boilers,
schoonmaak, huismeester enzovoort.
Overheidsbijdragen
Onder deze post zijn de vrijval uit de egalisatie
rekening rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen
opgenomen.
Bedrijfslasten
Afschrijvingen op materiële vaste activa
De afschrijvingen op materiële vaste activa en goodwill
worden gebaseerd op basis van de verkrijgings of
vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats
volgens de lineaire methode danwel de annuïtaire
methode op basis van de geschatte economische
levensduur. Met een mogelijke restwaarde wordt
geen rekening gehouden.
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa
De overige waardeveranderingen worden gebaseerd
op de waardering van de betreffende activaposten.
De onder deze post verantwoorde bedragen hebben
betrekking op afboekingen van projecten die niet
doorgaan.
Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig
verwerkt, rekening houdend met de effectieve rente
C f
inan
ciee
l ver
slag
65
66
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
ge durende de resterende levensduur van het actief.
De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2010 intern
geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een
periode van tien jaar, behoudens de verwachte kosten
van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten
met een werkingsduur van meer dan vijf jaar.
De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd
op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onder
kende cycli per component. Voor latere jaren wordt
uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten
voor inflatie, huurstijging en rente.
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening
gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de
bestaande leningenportefeuille en beleggingen. Dit
betreft het verschil tussen de contante waarde van de
verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en
beleggingen en de waardering van deze posten op
de balans.
De voor de bedrijfswaardeberekening gehanteerde
parameters zijn:
■■ Huurverhogingen conform het huurbeleidsplan van
de SOR rekening houdend met overheidsbesluiten. In
de jaren hierna wordt uitgegaan van de verwachte
inflatie zoals die door het WSW wordt gehanteerd.
Vanaf 2010 is voor het bezit een gemiddelde stijging
van 1,20% gehanteerd.
■■ Een maximale economische levensduur voor een
complex van 50 jaar.
■■ Een stijging van de variabele lasten jaar 2011 zijn
1,2%, vervolgens 1,5% en conform WSW 2%.
■■ Leegstand voor verzorgingshuizen 0%, voor
woningen 1,14% en voor bedrijfsruimten 4,70%.
■■ Een stijging van de kosten van onderhoud van 2,5%
en vanaf 2016 3% conform WSW.
■■ Verwerking van grond in de restwaarde op basis van
de verwachte bestemming aan het einde van de
levensduur, gecorrigeerd met kosten van sloop en
bouwrijp maken.
■■ Het disconteringspercentage bedraagt 5,25 %.
■■ Het prijspeil is ultimo jaar 2010.
■■ Na een renteconversie wordt uitgegaan van 5,25 %.
voet van de betreffende activa en passiva.
Financiële instrumenten
Binnen het treasurybeleid van SOR dient het gebruik
van financiële instrumenten ter beperking van
in herente (rente, looptijden en markt)risico’s. Op
grond van het geldende interne treasurystatuut is het
gebruik van financiële instrumenten slechts toe
gestaan voor zover er een materieel verband met het
belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd
en de toepassing er van tot een positie van de totale
leningen/beleggingenportefeuille leidt welke een
lager risicoprofiel heeft dan een positie zonder
gebruik te maken van deze instrumenten.
6.2.5
Toelichting op de bedrijfswaarde
Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en
reële waarde (bedrijfswaarde) op het niveau van
productmarktcombinaties. Indien er sprake is van een
lagere bedrijfswaarde ten opzichte van de boek
waarde vindt er een bijzondere waardevermindering
plaats. Productmarktcombinaties worden
ge definieerd op basis van drie groepen van gelijk
soortige activa:
A Verzorgingshuizen
B Woningen
C Overige Verhuureenheden niet zijnde woningen
(bedrijfsruimten, garages)
De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne
beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd.
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante
waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit
hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en
toekomstige exploitatielasten over de geschatte
resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt
rekening gehouden met de voorgenomen bestemming
en aard van het bezit.
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en
onderbouwde veronderstellingen die de beste schat
ting van de directie weergeven van de economische
omstandigheden die van toepassing zullen zijn
6.3 Kengetallen Groepsjaarrekening SOR 2006-2010
Aantal verhuureenheden (VHE)
Per 31 december boekjaar 2006 2007 2008 2009 2010
Woongelegenheden in exploitatie (eigendom)
Woongebouw (vooroorlogs) 61 61 61 61 61
Woningen en woongebouwen 4.008 4.117 4.531 4.644 4.587
Verpleeghuizen 26 26 26 26 26
Verzorgingshuizen 2.068 2.068 1.989 2.046 1.934
Subtotaal 6.163 6.272 6.607 6.777 6.608
Onroerende zaken, niet zijnde woongelegenheden
Garages 48,5 44,0 114,0 139,0 139,0
Dienstencentra 42,5 42,5 42,5 42,5 42,5
Bedrijfsruimten 141,5 281,5 404,5 406,5 406,5
Winkels 41,0 41,0 43,0 43,0 63,0
Subtotaal 273,5 409,0 604,0 631,0 651,0
Totaal 6.436,0 6.680,5 7.211,0 7.407,9 7.258,9
Mutaties in het boekjaar
Verkocht 0 0 123 0 0
Gekocht 1 356 41 0 0
In exploitatie genomen 258 0 589 172,4 107
Gesloopt/uit exploitatie 1 130 0 2 256
Overige wijzigingen 0 19 23 27 0
In aanbouw 211 760 387 792 1.193
Uitgangspunten verhuureenheden (VHE):1 woning = 1 verhuureenheid, 1 garage = ½ verhuureenheid.Het aantal vhe’s voor onroerende zaken niet zijnde woongelegenheden wordt bepaald door het aantal m² te delen door 80 m².
Totale personeelsbezetting (FTE)
Per 31 december boekjaar 2006 2007 2008 2009 2010
a Directie 2,37 2,21 2,27 6,85 7,85
b Woondiensten 10,98 10,84 11,03 16,61 18,06
c Financiën en Informatisering 6,05 6,89 7,81 9,33 11,33
d Bedrijfsbeheer 3,80 5,64 5,77 4,42 3,92
e Groep Onderhoud 7,60 8,18 8,25 4,00 5,00
f Vastgoed 5,67 5,51 4,35 7,67 9,22
Subtotaal t.l.v. bedrijfskosten 36,47 39,27 39,48 48,88 55,38
g Huismeesters 10,28 10,13 10,24 11,78 13,78
h Te Hoogerbrugge/De Klapwiek/Hoeksteen 6,31 6,41 6,00 5,37 6,17
i Te Hoogerbrugge restaurant 5,88 10,25 7,14 3,42 5,04
Subtotaal t.l.v. servicekosten 22,47 26,79 23,38 20,57 24,99
Totaal 58,94 66,06 62,86 69,45 80,37
Verhuur en incasso
Per 31 december boekjaar 2006 2007 2008 2009 2010
1 Verhuringen 537 337 707 487 500
2 Goedkope woningen 557 477 525 524 477
3 Huurachterstand in % 0,26 0,20 0,95 0,39 0,39
4 Huurderving in % 0,82 0,92 1,95 2,26 2,17
De grens van goedkope woningen per 17 € 339,08 € 343,49 € 348,99 € 357,37 € 357,37
De max. grens van betaalbare woningen per 17 € 485,33 € 491,64 € 499,51 € 511,50 € 511,50
67
C f
inan
ciee
l ver
slag
68
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Continuïteit
Per 31 december boekjaar 2006 2007 2008 2009 2010
1 Liquiditeit (current ratio) 2,5 0,04 0,45 0,13 0,16
2 Solvabiliteit 13,6 10,8 11,9 10,2 10,3
3 Rentabiliteit eigen vermogen (REV) 11,7 10,5 7,6 2,5 6,6
4 Rentabiliteit totaal vermogen (RTV) 5,6 4,1 4,5 3,6 3,5
Toelichting ad 1 Dit kengetal wordt berekend als het quotiënt van de vlottende activa en de kortlopende schulden (current ratio),
uitgedrukt in een getal.
ad 2 In formule: Liquiditeit=vlottende activa:kortlopende schulden Hier wordt het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen (=balanstotaal) berekend en uitgedrukt in een getal.
ad 3 In formule: Solvabiliteit=eigen vermogen:totaal vermogen × 100%. De rentabiliteit van het eigen vermogen wordt berekend als het quotiënt van het jaarresultaat en het eigen vermogen, uitgedrukt in een percentage.
ad 4 In formule: REV=jaarresultaat:eigen vermogen × 100%. De rentabiliteit van het totale vermogen is het jaarresultaat voor aftrek van betaalde en/of tage van het totale vermogen (= balanstotaal). In formule: RTV=jaarresultaat voor aftrek intrest op vreemd vermogen: totaal vermogen × 100%.
Balans en winst- en verliesrekening
Per 31 december boekjaar 2006 2007 2008 2009 2010
Per verhuureenheid (VHE)
1 Boekwaarde onroerende zaken in exploitatie 59.178 65.356 73.169 74.181 80.321
2 Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie 86.894 97.749 105.303 103.174 109.993
3 Eigen vermogen 9.332 10.049 10.051 10.033 10.964
4 Afschrijvingen 964 978 1.011 1.073 1.203
5 Salarissen en sociale lasten 584 670 734 725 800
6 Kosten onderhoud 642 648 688 720 702
7 Overige bedrijfslasten 1.165 1.241 1.450 1.444 1.758
8 Bedrijfsresultaat 3.296 3.272 3.256 3.562 3.700
9 Rentelasten minus rentebaten 2.205 2.213 2.508 3.313 2.975
10 Jaarresultaat 1.091 1.059 741 249 725
11 Buitengewone lasten n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
12 Buitengewone opbrengsten n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Overige: 2006 2007 2008 2009 2010
1 Gemiddeld rente % langlopende leningen 4,25 4,24 4,48 4,47 4,53
2 Reserve uitgedrukt in % van de nettohuren en overheidsbijdragen
163,8 173,3 168,2
158,7 157,0
Absoluut bedragen × € 1.000,
2006 2007 2008 2009 2010
1 Boekwaarde onroerende zaken in exploitatie 380.869 436.610 527.622 549.527 583.039
2 Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie 559.247 653.013 759.338 764.303 798.427
3 Eigen vermogen 60.062 67.134 72.478 74.322 79.585
4 Egalisatierekeningen* 2.701 26.227 2.326 2.134
5 Weerstandsvermogen 62.763 93.361 74.804 76.456 79.585
6 Langlopende schulden* 367.158 491.670 509.167 635.654 670.607
7 Bedrijfsresultaat 21.213 21.860 23.477 26.387 26.861
8 Rentelasten minus rentebaten 14.189 14.787 18.087 24.544 21.598
9 Jaarresultaat 7.024 7.072 5.344 1.844 5.263
*) Als gevolg van een nieuwe richtlijn voor de Jaarverslaggeving inzake financiële instrumenten, is m.i.v. 2008 de egalisatie van de renteconversie gerubriceerd onder langlopende schulden i.p.v. onder egalisatierekeningen.
69
2008 De Kristal, RotterdamNesselande
1976 Rubroek, RotterdamKralingen Crooswijk
Voor
zien
inge
n
Voorzieningen
Een deel van het succes van onze gebouwen wordt
bepaald door de ligging ten opzichte van openbaar
vervoer en voorzieningen. Onze gebouwen herbergen
meestal in de plint een deel van de voorzieningen en
bieden daarmee voor onze huurders en voor de
omwonenden van het gebouw een welkome aan
vulling voor de buurt.
In veel van onze gebouwen verhuren we de bedrijfs
ruimten aan partijen die voor onze bewoners aan
trekkelijke diensten aan te bieden hebben. Vaak zit
daar een element van zorg of medische dienst
verlening in, bijvoorbeeld de fysiotherapeut. Maar
ook commerciële partijen en maatschappelijke functies
vinden er een plek.
Op deze pagina’s staan twee voorbeelden. Het relatief
nieuwe Kristal in Nesselande, waar onder andere de
bibliotheek, een restaurant van Humanitas en een
vestiging van het IJsselland Ziekenhuis zijn gevestigd.
Daarnaast ziet u het al oudere Rubroek, dat in 2009 is
gerenoveerd. In Rubroek is naast een supermarkt ook
een dienstencentrum gehuisvest, waarmee het een
oude vertrouwde plek is voor buurtbewoners. In
Hoogvliet realiseren we de BuitenBan (pagina 89), met
als onderdeel het Cultuurhuis, waar de deelgemeente
kantoor zal gaan houden en waar ook een theater in
komt.
rubroek
1976
2008
De Kristal
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
74
DVerslag van de raad van commissarissen
7 Samenstelling van de raad van commissarissen 75
7.1 Leden van de raad van commissarissen 75
7.2 Benoemingen en herbenoemingen 76
7.3 Vergoedingen 76
8 Samenstelling en bezoldiging van het Bestuur 79
9 Organisatie van het toezicht 81
9.1 Governancecode 81
9.2 Toezichtskader 81
9.3 Taakverdeling en commissies 82
9.4 Risicobeheersing door de raad van commissarissen 82
9.5 Gespreksonderwerpen en besluiten 82
9.6 Visitatie 83
9.7 Relatie met en beoordeling van de accountant 84
10 Het functioneren van de raad in 2010 87
75
D V
ersl
ag v
an d
e ra
ad v
an c
omm
issa
risse
n
en is vicepresident van het Gerechtshof ’sGraven
hage. Mevrouw Dupain is benoemd in de raad op
voordracht van het HPF.
■■ Drs. Ing. B. de Graaf (Bert).
De heer De Graaf is geboren op 13 november 1948
en is directeur van Bedegra BV en associate partner
van Ecorys Vastgoed.
■■ Ir. A. de Ruiter (Fred).
De heer De Ruiter is geboren op 23 juli 1948 en is
voormalig directeur van de dienst Stedenbouw en
Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam.
7.1 Leden van de raad van commissarissen
De raad van commissarissen is de intern toezicht
houder, in termen van de governance code. In 2010
maakten de volgende personen deel uit van de raad
van commissarissen:
■■ Drs. G.J. Hagen (Gert Jan), voorzitter (vanaf 28 mei
2009).
De heer Hagen is geboren op 18 februari 1960 en is
managing partner van de Smart Agent Company.
■■ Drs. W. van Deventer (Wim).
De heer Van Deventer is geboren op 15 april 1951
en is directeur van het Centrum voor Rheuma en
Revalidatie Rotterdam. De heer Van Deventer is
benoemd in de raad op voordracht van het HPF.
■■ Mr. A. Dupain (Ancora).
Mevrouw Dupain is geboren op 15 februari 1953
7Samenstelling van de raad van
commissarissen
76
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
■■ Financiën.
■■ Management en bestuur.
■■ Bouwen, wonen en projectontwikkeling.
■■ Zorg en welzijn.
■■ Marketing en consumentenvoorkeuren.
Gegeven de kwaliteiten van de huidige commissarissen
beschikt de raad over voldoende kennis van boven
genoemde terreinen.
7.3 Vergoedingen
De vergoeding voor de commissarissen is in 2010 aan
gepast, naar aanleiding van het verhogingsregime
zoals dat in 2005 is vastgesteld. Het verhogingsregime
voorziet in een jaarlijkse verhoging van de vergoeding
op basis van de consumentenprijsindex. De ver
goedingen voor het jaar 2010 bedragen € 5.500, voor
leden van de raad en € 6.100,. voor de voorzitter van
de raad. In 2011 wordt de vergoeding van de raad in
overeenstemming gebracht met de Honoreringscode
commissarissen, die geldt sinds 1 juli 2010.
Leden van de raad van commissarissen
Naam Geboren Hoofdfunctie Nevenfuncties
Drs. G.J. Hagen(Gert Jan)
18021960 Managing partner Smart Agent Company Geen relevante nevenfuncties
Drs. W. van Deventer(Wim)
15041951 Directeur Centrum voor Rheuma en Revalidatie Rotterdam
Geen relevante nevenfuncties
Mr. A. Dupain(Ancora)
15021953 Vicepresident Gerechtshof ’sGravenhage Geen relevante nevenfuncties
Drs. Ing. B. de Graaf(Bert)
13111948 Directeur Bedegra BVAssociate Ecorys Vastgoed
Lid raad van commissarissen Triodos Vastgoedfonds, Lid raad van advies Rebel Groep, Vennoot Aquaplanning
Ir. A. de Ruiter(Fred)
23071948 Voormalig directeur dS+V, gemeente Rotterdam
Geen relevante nevenfuncties
7.2 Benoemingen en herbenoemingen
Commissarissen worden conform de huidige statuten
benoemd voor een periode van maximaal vier jaar,
met de mogelijkheid tot twee herbenoemingen. De
heer Hagen is in mei 2009 benoemd tot voorzitter en
heeft aangekondigd met ingang van september 2011
terug te treden als commissaris van de SOR.
Rooster van (her)benoemingen
benoemd einde huidige zittingsperiode
Drs. G.J. Hagen (voorzitter) 2000 2011
Drs. W. van Deventer 2002 2011*
Drs. Ing. B. De Graaf 2009 2013*
Mr. A. Dupain 2005 2013*
Ir. A. de Ruiter 2007 2011*
* herbenoembaar
Uitgangspunt voor de benoeming en herbenoeming
van leden van de raad van commissarissen is de pro
fielschets, die in december 2006 voor het laatst is vast
gesteld. Leden van de raad van commissarissen dienen
te voldoen aan algemene kwaliteitseisen, zoals strate
gisch inzicht, visie, bestuurskracht, maatschappelijke
betrokkenheid, integriteit, omgevingsbewustzijn en
uitdrukkingsvaardigheid. Op vijf terreinen dient de
raad over brede, generalistische kennis te beschikken:
77
a-li
jstp
roje
cten
2011 Berlagehof, RotterdamHet Lage Land
2011 Stadsplein, Spijkenisse
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
78
DVerslag van de raad van commissarissen
79
D V
ersl
ag v
an d
e ra
ad v
an c
omm
issa
risse
n
De bezoldiging van de directeurbestuurder in 2010 is
vastgesteld door de raad van commissarissen overeen
komstig de aanbevelingen van de commissie Izeboud.
Over de beoordeling van de bestuurder en de hoogte
van de bezoldiging, waarover in de jaarrekening
verantwoording wordt afgelegd, is met de voltallige
raad gesproken. Er is geen afzonderlijk remuneratie
rapport opgesteld.
Directeurbestuurder is de heer H. Rietveld MBA
(1953). Hij is sinds 1986 directeur van de SOR en
sinds 1997 benoemd als directeurbestuurder.
De benoeming is toentertijd voor onbepaalde tijd
geschied. Ten aanzien van benoemingen van bestuur
ders zal de raad opnieuw beoordelen of een in het
kader van de governancecode vereiste benoeming
voor bepaalde tijd wenselijk is, wanneer het onder
werp actueel of relevant is.
Enige relevante nevenfunctie is die van bestuurslid van
de Elisabeth Stichting anno 1455.
8Samenstelling en bezoldiging
van het bestuur
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
80
DVerslag van de raad van commissarissen
81
D V
ersl
ag v
an d
e ra
ad v
an c
omm
issa
risse
n
■■ De klokkenluidersregeling, vastgesteld in 2008, in
2010 ongewijzigd.
In 2010 is de SOR aan een visitatie onderworpen. Meer
daarover in paragraaf 8.6.
9.2 Toezichtskader
Onderstaande vastgestelde documenten vormden het
toezichtskader in 2010 voor de raad van commissarissen:
■■ De statuten van de SOR, laatst gewijzigd op
11 februari 2009.
■■ Het ondernemingsplan 20072011.
■■ Het treasurystatuut, vastgesteld op 8 mei 2008.
■■ De jaarbegroting 2010, zoals vastgesteld in
december 2009.
■■ De toezichtsbrieven en verklaringen vanuit het CFV,
het WSW en het ministerie van VROM.
9.1 Governancecode
De SOR onderschrijft de Governancecode Woning
corporaties. De code is uitgewerkt in een aantal
vastgestelde documenten:
■■ Statuten van de SOR, laatst gewijzigd op 11 februari
2009.
■■ Het huishoudelijke reglement van de raad, in 2010
ongewijzigd.
■■ De profielschets van de raad, vastgesteld in 2006,
in 2010 ongewijzigd.
■■ Het rooster van aftreden, in 2010 aangepast naar
aanleiding van twee herbenoemingen en de aan
kondiging van het terugtreden door een van de
commissarissen.
■■ De gedragscode (bestaand uit de integriteitscode en
de egedragscode van de SOR, vastgesteld in 2006
respectievelijk 2008), in 2010 ongewijzigd.
9organisatie van het toezicht
82
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Het renterisico heeft zowel betrekking op de bedrijfs
financiering in zijn algemeenheid als op de ontwikkel
activiteiten in het bijzonder. Het belangrijkste
in strument hierin voor de organisatie is het treasury
beleid. In paragraaf 5.1.6 wordt de werkwijze van de
organisatie hierin toegelicht. De raad houdt hierop
toezicht door de rapportage van het bestuur aan de
raad van de mate waarin financieringsbehoefte nog
moet worden afgedekt. Dit staat in directe relatie
met de meerjarenprognose, waarop de projecten
portefeuille een grote invloed heeft. Op basis van de
kwartaalrapportages en de jaarrekening is te zien
welk effect de financieringsactiviteiten hebben op de
werkelijke rentevoet.
9.5 Gespreksonderwerpen en besluiten
De raad is in 2010 zeven keer bijeen geweest. Eén van
de bijeenkomsten is gecombineerd met een excursie
langs enkele nieuwe en enkele bestaande complexen.
Meer hierover in Hoofdstuk 10.
Van de leden van de raad van commissarissen is, over
eenkomstig de vereisten uit de Governancecode
Woningcorporaties, de onafhankelijkheid vastgesteld.
Bij geen van de genomen of voorgelegde besluiten
was sprake van strijdigheid van belangen van één of
meer leden van de raad van commissarissen.
Naast de bestuursbesluiten zoals opgesomd in
paragraaf 3.1.1 zijn er besluiten die statutair tot de
bevoegdheid van de raad te rekenen zijn. Ten aanzien
van de voorraadontwikkeling heeft de raad ingestemd
met:
■■ De verkoop van vier complexen, met inachtneming
van de gebruikelijke passende aandacht voor de
zittende bewoners.
■■ De overschrijding van € 200.000, t.o.v. het oor
spronkelijk budget van het project Palliatief
Centrum de Regenboog.
■■ De verkoop van een deel van het perceel waarop
project de Gravin wordt gerealiseerd, alsmede de
9.3 Taakverdeling en commissies
De raad is voorstander van een sterk en professioneel
intern toezicht op een maatschappelijke onderneming
die op transparante wijze verantwoording aflegt over
haar prestaties. De raad kiest er nadrukkelijk voor om
geen gespecialiseerde commissies in te stellen. In de
governancecode wordt geadviseerd om een audit
commissie en een selectie en remuneratiecommissie
in te stellen. De raad stelt zich op het standpunt dat
alle leden in principe in het geval van de SOR over
de zelfde informatie moeten kunnen beschikken. Hier
mee wordt verzekerd dat zowel de afzonderlijke leden
van de raad als de raad als geheel te allen tijde hun
verantwoordelijkheid kennen.
9.4 Risicobeheersing door de raad van commissarissen
De belangrijkste risico’s voor de SOR zijn het financieel
risico bij projectontwikkeling en het renterisico.
De raad van commissarissen houdt op drie manieren
zicht op de projectrisico’s:
1 In de kwartaalrapportage wordt over de bestuurs
besluiten gerapporteerd, waaronder de in de
projecten genomen besluiten. Daarnaast wordt
over de mijlpalen in alle projecten gerapporteerd.
2 Van alle projecten wordt de faseovergang van
Definitief Ontwerp naar Uitvoering geagendeerd.
In geval van overschrijding van de bevoegdheid
van de bestuurder wordt het ter besluitvorming
aan de raad van commissarissen voorgelegd,
anders ter kennisneming.
3 Overige statutaire bepalingen, waarvoor
in stemming van de raad is vereist, met name op
het gebied van grond en onroerend goed trans
acties. Deze worden geagendeerd op het moment
dat zij actueel zijn in het project. Meestal is dat
gelijktijdig met de faseovergang Definitief
Ontwerp naar Uitvoering, soms gebeurt het
separaat.
83
D V
ersl
ag v
an d
e ra
ad v
an c
omm
issa
risse
n
In 2010 is de heer Hagen betrokken geweest bij een
onderzoek van de SEV naar de aanspreekbaarheid van
commissarissen.
9.6 Visitatie
In het najaar van 2010 is de SOR gevisiteerd door
Raeflex. De resultaten van de visitatie zijn in het
voorjaar van 2011 gepubliceerd en zijn te vinden op
de website van de SOR.
De visitatie is een goed hulpmiddel gebleken bij het
inzichtelijk krijgen van de externe beeldvorming over
en beoordeling van de SOR. Tegelijkertijd is in het
proces van visitatie ook gebleken dat het gehanteerde
format voor de beoordeling in mindere mate geschikt
is voor een categorale corporatie. Met name de
ge volgen van de forse portefeuille zorgvastgoed op de
inrichting, kosten en effectiviteit van de organisatie
kwamen niet goed uit de verf.
Belangrijk leerpunt dat de SOR meeneemt uit de
visitatie is het optillen van de dialoog met de stake
holders naar een niveau, dat minder op de tactiek en
meer op de strategie is gericht. Daarnaast zal in de
uitleg en verantwoording van de activiteiten meer
nadruk komen te liggen op de bijzonderheden die een
categorale corporatie aantreft.
Naar aanleiding van het rapport van aanbevelingen
wordt medio 2011 een plan van aanpak gemaakt.
Hierin zullen de hiervoor genoemde leerpunten van
acties worden voorzien. Daarnaast zullen de aan
bevelingen ten aanzien van beleidsmatige en
organisatorische onderwerpen, in samenhang met
onder andere de managementletter van de
accountant, in een actieplan worden opgenomen.
verkoop van maximaal 50 nieuw te bouwen
appartementen in dit project.
■■ De aankoop van 71 appartementen en twee
aan vullende ruimten in het project Stadsplein in
Spijkenisse met een onrendabele top.
■■ De afboeking van de ontwikkelkosten in het
be ëindigde project Walenburghof.
■■ De vestiging van het recht van opstal ter plaatse van
een deel van het parkeerterrein bij de Geuzenhof
in Brielle, ten behoeve van de bouw van een
transformator huis en bijbehorend leidingtracé van
Eneco Beheer NV.
■■ De aankoop van twee parkeerplaatsen in de VVE
Laurenshof, Rotterdam.
■■ De strategische aankoop van een woonhuis aan de
Karel Doormanstraat in OudBeijerland aangrenzend
aan de projectlocatie Bijlschool/TPG.
■■ De aankoop van een aan de projectlocatie Het Facet
aangrenzend perceel.
Ten aanzien van de eigen rol en het eigen functio
neren heeft de raad besloten:
■■ Met een indexering van de vergoeding van de leden
van de raad van commissarissen in te stemmen.
■■ Met de herbenoeming van mevrouw Dupain en de
heer Hagen in te stemmen.
■■ De toetsing van de honoraria aan de Honorerings
code Commissarissen begin 2011 te agenderen.
Ten aanzien van het besturen en de ontwikkeling van
de organisatie heeft de raad besloten tot:
■■ Het vaststellen van de jaarrekening 2009.
■■ Het vaststellen van het jaarverslag 2009.
■■ Het verkiezen van BDO als extern accountant.
■■ De vaststelling van het beoordelingskader voor
buiten landse leningen en garanties.
■■ De garantstelling door de SOR van een lening door
DIGH aan een woonzorgproject in Kroatië.
■■ Het vaststellen van de begrotingen ten behoeve van
het boekjaar 2011.
■■ Het vaststellen van het treasury jaarplan 2011.
■■ De instemming met het voorgestelde huurbeleid
voor 2010.
84
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
9.7 Relatie met en beoordeling van de accountant
In 2010 heeft de raad besloten een selectie voor een
nieuwe extern accountant te organiseren. Over
wegingen daarbij waren de termijn dat we met de
toenmalig accountant werkten, de bepalingen daar
omtrent in de Governancecode en de scherpte van het
externe toezicht, waarin na ruim 4 jaar een nieuwe
impuls welkom is. De selectie is gedaan door twee
commissarissen, die daarbij ondersteund zijn door
twee directieleden. Eind augustus heeft de raad
be sloten om BDO aan te wijzen als extern accountant.
De raad van commissarissen is door de extern des
kundige voorzien van een goedkeurende accountants
verklaring voor de jaarstukken. Tijdens de vergadering
van 17 mei 2011 heeft de raad de jaar rekening van
de SOR, alsmede het volkshuisvestelijk jaarverslag
besproken en, indachtig het positieve oordeel van de
accountant, vastgesteld.
Ten aanzien van de governance heeft de raad
ge constateerd dat het beeld dat ontstaat uit de jaar
stukken een goede basis vormt voor de verdere
ontwikkeling van de organisatie. De inrichting van de
bvstructuur draagt bij aan de beheersing van risico’s
die in de projectontwikkeling aan de orde zijn en die
om vangrijk te noemen zijn in financiële zin.
a-li
jstp
roje
cten
85
2011 Het Facet, Krimpen aan den IJssel
2012 De Gravin, OudBeijerland
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
86
DVerslag van de raad van commissarissen
87
D V
ersl
ag v
an d
e ra
ad v
an c
omm
issa
risse
n
sluiting van de producten en diensten van de SOR op
de markt en de herordening die plaats heeft in de
vorm van de uitwerking van de EUbeschikking en,
meer specifiek voor de SOR, de intrekking van de vrij
stelling van de Vpb. Wat de situatie lastig maakte, is
dat deze veranderingen aan de markt en de beleids
zijde zich gelijktijdig voordeden.
Ruim drie jaar na de vaststelling van het laatste onder
nemingsplan is het tijd om de balans op te maken en,
gezien de in en externe veranderingen, dit te ver
werken in een nieuw ondernemingsplan. Met name
het financiële kader, omdat dat aan de grootste
wijzigingen onderhevig is, heeft in de aandacht
gestaan. Daarnaast is geconcludeerd dat de markt in
hoog tempo verandert, wat een nieuwe visie van de
SOR behoeft.
De intrekking van vrijstelling van Vpb heeft ook op
korte termijn effect gehad. De herbezinning op de
De raad is van mening dat de beoordeling van het
eigen functioneren primair het functioneren van de
gehele raad betreft en niet het functioneren van de
leden afzonderlijk. Als er aanleiding zou zijn voor een
bespreking van het individuele functioneren, dan
wordt het gezien als een verantwoordelijkheid van
zowel de voorzitter als de afzonderlijke leden om
hierin actie te ondernemen.
Voor zijn informatievoorziening is de raad in belang
rijke mate aangewezen op de directie van de SOR.
Deze verschaft voldoende informatie aan de raad om
zich, ook wanneer de raad daarom vraagt, op boven
genoemde punten een oordeel te vormen en tot de
juiste beslissingen te komen.
In 2010 heeft de raad uitgebreid stilgestaan bij de
toekomstige ontwikkeling van de organisatie. Belang
rijke onderwerpen die daar aanleiding toe zijn, zijn de
snel veranderende vraagzijde van de markt, de aan
10Het functioneren van de raad in 2010
88
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
nemen. Met de ondernemingsraad van de SOR heeft
de raad jaarlijks een overleg.
In 2010 hebben de raad en de directie een bezoek
gebracht aan diverse complexen van de SOR uit zowel
de beheerde voorraad als uit de projectenportefeuille.
Hiermee heeft de raad zich een concreet beeld kunnen
vormen over de kwaliteit van de gebouwen en voor
zieningen in het bezit van de SOR. Deze loopt op
onderdelen sterk uiteen, waarmee fysiek zichtbaar
is hoe het kwaliteitsbegrip zich in de loop der jaren
heeft ontwikkeld. De excursie heeft zo bijgedragen
aan de discussie over de toekomstige koers die de SOR
wil gaan varen.
Naast deze wijze van bevordering van de kennis
van de raad, zijn de leden aangesloten bij de VTW
(Vereniging van Toezichthouders bij Woning
corporaties). Deze vereniging biedt de mogelijkheid
voor collegiale afstemming tussen commissarissen en
organiseert daarnaast ook cursussen voor haar leden.
Diverse leden van de raad hebben één of meer bij
eenkomsten bijgewoond.
projectenportefeuille is besproken in de raad, waarbij
niet alleen de projecten zelf, maar ook mogelijke
keuzes in de beheerde voorraad en in de beheer
organisatie ter discussie zijn gebracht. De besluit
vorming ten aanzien van de ontwikkelportefeuille is
niet stil komen te vallen, door de adequate reactie van
de organisatie op de gewijzigde randvoorwaarden.
Ten aanzien van de risico’s, die op het vlak van
financiering groot zijn, maar op het gebied van de
operationele processen en het integriteitbesef niet
minder ingrijpend, is uitgebreid stilgestaan bij de
wijze waarop het bestuur deze zaken beheerst en
beheert. De risicobeheersing, zoals in dit hoofdstuk
is behandeld en ook elders in het bestuursverslag
wordt behandeld, biedt een gedegen basis voor de
organisatie om uitvoering te kunnen bieden aan de
strategie. Ten aanzien van de financiële risico’s heeft
de raad zich een goed beeld en oordeel kunnen
vormen, op basis van kwartaalrapportages en prog
noses, van de financiële soliditeit en reikwijdte van de
onderneming. De raad heeft het vertrouwen dat het
bestuur deze materie goed beheerst, ook gezien de
groei en ontwikkeling van de organisatie in recente
jaren. De raad ziet in de positieve beoordeling van het
integriteitbeleid en de financiële continuïteit door het
CFV een bevestiging van dit vertrouwen. De raad is
niettemin van mening dat integriteit blijvend de aan
dacht verdient.
De raad is zich welbewust van de positie van de SOR in
bredere context. Medewerkers, bewoners, gemeenten
en andere overheden staan in de voortdurende aan
dacht van de raad. Zowel de algemene positie van
de woningcorporaties, als de speciale positie van
ouderen huisvesting daarbij, vormt een punt van
bespreking en overleg. De relatie met bewoners vormt
een continu aandachtspunt voor de raad in zijn
gesprek met het bestuur. Eén van de leden van de raad
neemt actief deel aan dat overleg met de bewoners,
maar ook door werkbezoeken en aanwezigheid bij
openingen is er veel gelegenheid voor de leden van de
raad om met de bewoners te praten en als het ware
de temperatuur van de stemming en gevoelens op te
89
a-li
jstp
roje
cten
2012 BuitenBan, RotterdamHoogvliet
2012 BuitenBan, RotterdamHoogvliet
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
90
Ebijlagen
1 Bedrijfsgegevens en samenstelling stichtingsorganen SOR 91
2 Bedrijfsgegevens van de verbindingen 93
3 Projectenoverzicht 95
D b
ijlag
en
91
Bedrijfsgegevens
Bedrijfsnaam SOR
Vestigingsplaats Rotterdam
Datum van oprichting 9 september 1968
Koninklijk Toelatingsbesluit Nr. 89.005111, d.d. 3 maart 1989
Inschrijving Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam
Handelsregister dossiernummer: 24185744, d.d. 13 november 1990
Datum laatste vaststelling van de statuten bij akte 11 februari 2009, verleden bij Fokkema Linssen notarissen
Kantooradres Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam
Postadres Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam
Website www.sor.nl
Contactgegevens Email: [email protected]: (010) 444 55 55Fax: (010) 404 80 26
1 bedrijfsgegevens en samenstelling stichtingsorganen Sor
92
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Samenstelling stichtingsorganen op 31 december 2010
Raad van commissarissen
drs. W. van Deventer
mw. mr. A. Dupain
drs. ing. B. de Graaf
drs. G.J. Hagen voorzitter
ir. A. de Ruiter
Bestuurder:
H. Rietveld MBA
Directieteam
G. de Heide RC Financiën
ir. M.R. Luten Vastgoedontwikkeling
D. van der Meyden MBA Wonen
ir. ir. S.C.E.M. Pollen Beleid en Bestuursondersteuning
H. Rietveld MBA directeurbestuurder
Ondernemingsraad
W. van den Bedem secretaris, vicevoorzitter
S. Cafferata lid
G.J. Jonker lid
W. Mulder voorzitter, Arbocommissie
A. Oosterheerd Arbocommissie
Bestuur Huurdersplatform SOR (zelfstandig rechtspersoon)
L.P. Bol penningmeester
G.J. Brandt
T. Dekker
A. van Luijk
G.P.J. Mens secretaris
L. van Reeuwijk voorzitter
mw. A.J. Sparnaaij
Klachtencommissie
ing. H.J.B. Nap
mr. M. van Seventer
mr. drs. C.J.M. Stubenrouch
93
D b
ijlag
en
2 bedrijfsgegevens van de verbindingen
Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR HOLDING B.V.
Algemene gegevens
Naam van de verbinding SOR HOLDING B.V.
Rechtsvorm B.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Statutaire doelstelling Het functioneren als Holding B.V. voor de overige B.V.’s van de T.I.
Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar Het functioneren als Holding B.V. voor de overige B.V.’s van de T.I.
Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden? Ja
Financiële gegevens 2010
Vennootschap SOR HOLDING B.V.
Eigen vermogen € 7.302.695,
Jaaromzet € 0,
Belang in % 100%
Nominale waarde belang € 18.000, gewone aandelen
Intrinsieke waarde € 7.302.695,
Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap De T.I. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.
Geldstromen 2010
Van T.I. naar verbinding N.v.t.
Van verbinding naar T.I. Terugstorting Agio € 9.232.097,
Doorberekende kosten aan de verbinding N.v.t.
Risicobeheersing Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risicobeheersing gelijk aan die in de T.I.
Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Vastgoedontwikkeling B.V.
Algemene gegevens
Naam van de verbinding SOR Vastgoedontwikkeling B.V.
Rechtsvorm B.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Statutaire doelstelling Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I.
Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I.
Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden? Ja
Financiële gegevens 2010
Vennootschap SOR Vastgoedontwikkeling B.V.
Eigen vermogen € 7.356.570,
Jaaromzet € 51.416.657,
Belang in % 100%
Intrinsieke waarde € 7.356.570,
94
SOR
jaa
rver
slag
201
02
5 j
aa
r c
om
for
tab
el w
on
en
Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Vastgoedontwikkeling B.V. (vervolg)
Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap De Holding B.V. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.
Geldstromen 2010
Van T.I. naar verbinding Betaalde termijnen incl. verrekening via r/c € 45.420.963,
Van verbinding naar T.I. Terugstorting Agio (via SOR Holding BV) € 9.232.097,.
Productie en ontwikkeling van vastgoed in de verbinding Productie ten behoeve van de T.I. € 51.416.657,Opgeleverd tegen kostprijs aan de T.I. € 7.035.512,
Doorberekende kosten aan de verbinding Voor een bedrag van € 1.318.155, aan doorberekende ontwikkelkosten. Het betreft personele en overige kosten welke door de T.I. zijn gemaakt voor de projectontwikkeling in de B.V.
Risicobeheersing Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risicobeheersing gelijk aan die in de T.I.
Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Senior-Village Numansdorp B.V.
Algemene gegevens
Naam van de verbinding SOR SeniorVillage Numansdorp B.V.
Rechtsvorm B.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Statutaire doelstelling Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I. Het betreft hier een bv die speciaal voor een specifiek project is opgericht.
Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I. Het betreft hier een bv die speciaal voor een specifiek project is opgericht.
Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden? Ja
Financiële gegevens 2010
Vennootschap SOR SeniorVillage Numansdorp B.V.
Eigen vermogen € 15.531,
Jaaromzet € 0,
Belang in % 100%
Nominale waarde belang € 18.000, gewone aandelen
Intrinsieke waarde € 15.531,
Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap De Holding B.V. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.
Geldstromen 2010
Van T.I. naar verbinding N.v.t.
Doorberekende kosten aan de verbinding N.v.t.
Risicobeheersing Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risicobeheersing gelijk aan die in de T.I.
D b
ijlag
en
95
3 Projectenoverzicht
Projectenoverzicht
A-lijst Gemeente (kern c.q. deelgemeente) Ontwikkelfase
Ommeloop (Fase 2) Brielle In uitvoering
Geuzenhof Brielle In uitvoering
Facet (Fase 1) Krimpen aan den IJssel In uitvoering
Gravin OudBeijerland In uitvoering
Stadsplein Spijkenisse In uitvoering
Berlagehof Rotterdam (Prins Alexander) In uitvoering
BuitenBan Rotterdam (Hoogvliet) In uitvoering
Hoeksteen Rotterdam (Prins Alexander) In uitvoering
Binnenhoftoren Rotterdam (Prins Alexander) Opgeleverd in 2010
Rubroek Rotterdam (KralingenCrooswijk) Opgeleverd in 2010
Facet (Fase 2) Krimpen aan den IJssel Definitief ontwerp
Haven Numansdorp Cromstrijen (Numansdorp) Definitief ontwerp
Theeschenkerij Rotterdam (Noord) Definitief ontwerp
Bijlschool OudBeijerland Voorlopig ontwerp
Fazantenlaan Westvoorne (Oostvoorne) Voorlopig ontwerp
B-lijst
Hof van Telders Rotterdam (HillegersbergSchiebroek) Definitief ontwerp
Sonneburgh Rotterdam (Charlois) Definitief ontwerp
Dijkzicht OudBeijerland Initiatief
KPNBinnenrotte Rotterdam (Centrum)
Havenlicht Rotterdam (Pernis)
5Havens Verzorging Rotterdam (Prins Alexander)
C-lijst
Meerval Rotterdam (Hoogvliet) Bouwvoorbereiding
Baankwartier Rotterdam (Centrum) Initiatief
Boekholt Rotterdam (Prins Alexander) Onderzoek
ZuidBeijerland Korendijk (ZuidBeijerland)
Borghave Rotterdam (HillegersbergSchiebroek)
Atrium Rotterdam (Centrum)
Rietplaat Rotterdam (Hoogvliet)
Borgsate Rotterdam (HillegersbergSchiebroek)
Koningshof Rotterdam (IJsselmonde)
Jan van Loon Rotterdam (KralingenCrooswijk)
Statenhove Rotterdam (Noord)
Nieuwe Plantage Rotterdam (KralingenCrooswijk)
Colofon
Tekst en cijfers: SOR
Vormgeving en opmaak: Identity Design, Rotterdam
Fotografie: Arnoud Verhey, Rotterdam
Artist Impressions: Yucon, Amsterdam; Zofa, Groningen; Studio i2, Delft; Pand&Plattegrond, Den Haag
Productie: ControlMedia
SOR25 jaar
comfortabel wonenjaarverslag 2010
1986
2010
Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam | Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam
T (010) 444 55 55 F (010) 404 80 26 E [email protected]
www.sor.nl
SOR
25 jaar comfortabel w
onen jaarverslag 2010