Snel aan de slag met Compositie 4 - Digifotocursus · 2015-11-11 · Maak eens een close-up portret...

39
8 © digifotocursus | robert van den eijk Compositie 4 Snel aan de slag met Cursus Compleet ver 2.1

Transcript of Snel aan de slag met Compositie 4 - Digifotocursus · 2015-11-11 · Maak eens een close-up portret...

8

© digifotocursus | robert van den eijk

Compositie 4Snel aan de slag met

Cursus Compleet ver 2.1

Inhoud

1 - Bekende fotografen - Joel Sternfeld 3

2 - De kunst van het weglaten 9

3 - Vertekend perspectief 13

4 - Beweging 20

5 - Scherptediepte 25

Oefeningen 27

Begrippenlijst 30

2

“Een ontwerper weet wanneer hij perfec-

tie heeft bereikt. Niet wanneer hij niets

meer toe kan voegen aan het ontwerp,

maar wanneer hij niets meer weg kan

laten.”

Antoine de Saint Exupéry, Ontwerper

1 - Bekende fotografen - Joel Sternfeld (geb. 1944)

Joel Sternfeld is één van de pioniers

in kleurenfotografie en werkt al

meer dan veertig jaar aan de top.

Toch weten we maar weinig over

hem. Hij leeft graag in anonimiteit,

er is niet veel bekend over hem en er

zijn weinig foto’s van hemzelf.

Sternfeld werd geboren in New York en studeerde aan het Dartmouth College in Hanover, New Hampshire. Hij heeft twee keer een Guggenheim Award gekregen, in 1978 en in 1982, en maakt sinds 1970 kleurenfoto’s.

Hij is vooral bekend vanwege American Prospects, een boek dat in 1987 verscheen in samenhang met een tentoonstelling in het Museum of Fine Arts in Houston. Die foto’s waren eerder te zien in 1984 op een tentoonstelling getiteld ‘Three Americans ‘, in het Museum of Modern Art, New York. In de late jaren ‘70 reisde hij door de Verenigde Staten in een Volkswagenkampeerbusje en maakte hij foto’s van het natuurlijke en het maatschappelijke

1 - Bekende fotografen - Joel Sternfeld (geb. 1944)

4Joel Sternfeld, met zijn 8 x 10-inch technische camera

landschap met een 8 x 10-inch technische camera, een houten Wista. American Prospects is één van de mooiste fotoboeken , gedrukt door Amilcare Pizzi, een Italiaanse drukkerij die bekend staat om haar kwaliteit. Vóór 1978 maakte Sternfeld straatfoto’s met een kleinbeeldcamera en een 4 x 5- inch technische perscamera.

Op zijn reizen door de Verenigde Staten kwam Sternfeld vanaf 1978 bijna overal, ook in Alaska in 1984. Als New Yorker had hij misschien geloofd in het Amerika van de mythen en legenden, maar hij werd snel uit de droom geholpen. Hij liet alle stereotypen achter zich en accepteerde de mensen zoals ze waren. Rond 1983 begon hij steeds meer portretten

te maken. Aan het begin van dat jaar stuitte hij op een nederzetting van werkloze en berooide mensen aan de rand van Houston in Texas.

In die tijd waren er in de Verenigde Staten zo’n elf miljoen werklozen, wat herinneringen opriep aan de crisis van de jaren 1930. Onder dergelijke omstandigheden leek portretfotografie de juiste vorm. Sternfeld bleef ook later portretten maken van een brede dwarsdoorsnede van de Amerikaanse bevolking: zie Stranger Passing, een bundel van zestig kleurenfoto’s ter gelegenheid van een grote tentoonstelling in het San Francisco Museum of

Modern Art in 2001. In 1998 maakte hij samen met Melinda Hunt een boek over Hart Island, een kerkhofeiland en voormalige gevangenis in de Long Island Sound. Ook maakte hij de foto’s voor Walking the High Line, een boek uit 2001 over een niet meer gebruikte spoorlijn ten westen van New York.

1 - Bekende fotografen - Joel Sternfeld (geb. 1944)

8

Op de website van Youtube is een interview van hem te vinden (via google):

New York Voices: Joel Sternfeld

Foto’s uit zijn New York Voices serie!

2 - De kunst van het weglaten

Maak eens een close-up portret

van een mens, dier, bloem of

voorwerp en experimenteer met de

kadering. Vaak is het mooier om het

onderwerp niet in zijn geheel op de

foto te zetten!

Fotografie is vaak de kunst van het weglaten, hoe minder afleidende elementen in het beeld hoe beter de foto vaak wordt gevonden. Het is dus belangrijk om goed aandacht te besteden aan de elementen die gewenst of ongewenst in het beeld komen en te zorgen dat er zo min mogelijk afleidende elementen in beeld komen

2 - De kunst van het weglaten

10

Ondanks dat het gezicht is weggelaten en er een zacht bokeh op de achtergrond bevind is het toch een aantrekkelike foto.

zodat de compositie zo krachtig mogelijk kan worden.

Een bekende valkuil is dat mensen teveel op de foto willen zetten waardoor de foto’s te druk worden en de aandacht van het hoofdonderwerp afgeleid wordt. Soms ligt de oorzaak van een te rommelige

foto niet in het teveel op de foto willen zetten, maar in een te drukke achtergrond.

Een goed middel om afleidingen tegen te gaan is om gebruik te maken van de kracht van het diafragma van de lens. Door een wijd open diafragma te kiezen wordt de achtergrond onscherp weergegeven, maar daarnaast lijkt het onderwerp ook scherper. Het springt het beeld uit.

‘Minder is dus meer’! Vaak wint een foto dus aan kracht als er weinig of geen storende beeldelementen op een foto staan: elementen die niets toevoegen aan het onderwerp dat je

2 - De kunst van het weglaten

14

Wees niet bang om onderwerpen ‘grof’ aan te snijden. Soms ontstaan er juist ‘spannende’ beelden.

2 - De kunst van het weglaten

Ook bij macrofotografie kunnen we goed deze techniek inzetten.

wilt fotograferen. Vraag je steeds af: heb ik dit nodig? Door te kiezen voor bijvoorbeeld weinig scherptediepte (zie ook les 3), wordt de achtergrond minder nadrukkelijk in beeld gebracht en krijgt de foto een zekere rust over zich.

Een andere mogelijkheid is om een beeld tijdens het fotograferen zo klein mogelijk te houden of achteraf in een fotobewerkingsprogramma ‘bij te snijden’.

15

3 - Vertekend perspectief

Met een vertekend perspectief

kun je hele grappige dingen laten

zien die in werkelijkheid natuurlijk

niet zo zijn. Iedereen weet wel

dat een object verder weg kleiner

wordt weergegeven dan een object

wat dichtbij is. Het is een optisch

illusie, die vaak wordt gebruikt in

fotografie, film en architectuur.

Het is een manipulatie van het

menselijk brein door het gebruik van

verschillend geschaalde objecten

en de correlatie of verbinding

daartussen.

3 - Vertekend perspectief

4 - Beweging

Eén van de moeilijkste zaken om te

fotograferen is beweging. Je moet

vaak snel reageren, de techniek

bij langere sluitertijden onder de

knie hebben en wat geluk hebben.

Maar de beloning voor een goede

dynamische foto is des te groter.

Spiegelreflexcamera’s zijn hiervoor meestal wat beter geschikt dan compactcamera’s. Vooral door het grotere zoombereik met de verschillende lenzen, meer instelmogelijkheden en de vrijwel afwezige vertraging tussen het indrukken van de sluiterknop en het daadwerkelijk maken van de foto door de camera.

PannenIs het volgen van het onderwerp en vervolgens met een relatief langzame sluitertijd je opname maken. Hierbij vragen snellere onderwerpen natuurlijk een kortere sluitertijd dan langzamere. Door ‘trial and error’ leer je inschatten welke sluitertijd je nodig hebt om je onderwerp (relatief ) scherp te krijgen en de suggesties van beweging op de achtergrond. Een raceauto vraagt daarbij om een snelle sluitertijd van bijvoorbeeld 1/125 sec terwijl dat bijvoorbeeld bij kinderen misschien 1/30 sec is. Dit is natuurlijk ook

4 - Beweging

Stilhouden van de camera, met een langzame sluitertijd, bij een dynamisch onderwerp.

afhankelijk van de afstand tot aan je onderwerp. Bij ver weg heb je een minder snelle sluitertijd nodig dan bij dichtbij.

Bij pannen is het bovendien verstandig om zowel je scherpstelling als opnamemodus op continue te zetten.

StilhoudenBij ‘pannen’ volg je je onderwerp en ontstaat de dynamiek door de achtergrond. Met het tegenovergestelde kan je die beweging/dynamiek ook laten zien. In dat geval houd je de camera zo stil mogelijk, eventueel met statief, en leg je de beweging vast met een langzame sluitertijd. De dynamiek die dan ontstaat zit hem in het onderwerp zelf dat onscherp en vaak ‘streperig’ door het beeld gaat.

21

ZoemenEen andere techniek waarmee we mooi beweging kunnen suggereren is door middel van zoemen tijdens het afdrukken. We nemen een niet te snelle sluitertijd, bijvoorbeeld 1/6 sec, en fotograferen hierbij vanaf statief. Tijdens het afdrukken zoemen we langzaam in of uit. Door middel van ‘trial and error’ bepalen, mede aan de hand van de hoeveelheid licht, wat het mooiste dynamische effect geeft.

Horizontaal / verticaal en andere soort bewegingenHier doen we bijna hetzelfde als bij zoemen. Alleen in dit geval, weer bij een langzamere sluitertijd, bewegen we de camera horizontaal of in een andere richting.

Je zou zelfs, voor degenen die dat met hun apparatuur durven te doen (op eigen risico natuurlijk), de camera ‘openzetten’ en in de lucht gooien.

Nog een andere techniek is om tijdens het afdrukken jezelf rond te draaien. Je kan hierbij bijvoorbeeld jezelf in beeld nemen, waarop jij ‘relatief’ scherp zult staan en de beweging mooi in de achtergrond zit.

BevriezenMet bevriezen haal je alle dynamiek /beweging uit de foto. Dat doe je natuurlijk door een hele snelle sluitertijd te gebruiken.

4 - Beweging

24

Inzoemen tijdens het afdrukken geeft bijzondere beelden.

5 - Scherptediepte

Heel les drie besteedden we al aan

scherptediepte. In deze les kijken

we hier nog een keer naar aan

de hand van voorbeelden omdat

scherptediepte eigenlijk altijd een

essentieel onderdeel uitmaakt van

de compositie van de foto!

Bij elke foto die we maken moeten we ons afvragen waar we de scherpte willen hebben en hoe de scherptediepte moet zijn om ons onderwerp zo goed mogelijk naar voren te laten komen. Deze beslissing nemen we altijd, welke compositietechniek we ook toepassen!

Met een juist toegepaste scherptediepte kunnen we nog meer het accent leggen op het onderwerp.

5 - Scherptediepte

Als je scherptediepte nog niet helemaal onder de knie hebt kijk hier dan nog een keer naar (les drie) en blijf dit oefenen!

26

Op de volgenden bladzijden nog wat voorbeelden hoe we scherptediepte kunnen inzetten bij het vormen van een compositie.

5 - Scherptediepte

Door beperkte scherptediepte in te zetten, kunnen we overal een aantrekkelijke foto van maken.

Oefeningen

Daag jezelf in deze fase ook uit

dat je opnames gaat maken

met technieken en ‘regeltjes’ die

behandelt zijn in de eerdere lessen!

Oefening 1

De kunst van het weglaten!.

Leef je uit en ga eens ‘exteem’ aan het bijsnijden tijdens het fotograferen van allerlei zaken, dieren en/of personen.

Kijk goed naar de voorbeelden in hoofdstuk 2 en onthoudt dat ‘less is more’ (zie ook het citaat op bladzijde twee).

Zie ook vanaf blz 9!

Oefening 2

Vertekend perspectief!

Leuk om eens mee te experimenteren. Het vergt een beetje creativiteit maar kijk eens of je een leuke compositie kan samenstellen.

Zie ook vanaf bladzijde 16

Oefeningen

32

Oefening 3

Beweging!

Pas de beschreven technieken eens toe.

Zie ook vanaf bladzijde 20

Voor vragen, advies en ter beoordeling van de foto’s/oefeningen kunt u deze het eenvoudigst opsturen naar:

Bij voorkeur per Wetransfer:

http://www.wetransfer.com

Of naar het volgende e-mailadres (max10 mb):

[email protected]

Vermeld hierbij uw naam, les en bij welke opdrachten de foto’s horen!

Oefeningen

33

Oefening 4

Scherptediepte!

Dit kunnen we niet genoeg oefenen. We hebben nu genoeg bagage om dit toe te passen.

Kies zelf een onderwerp en pas zelf diverse compositie technieken toe en zorg ervoor dat je weinig scherptediepte hebt. Probeer tot een resultaat te komen waarvan jij zegt dat je hem aan de ‘muur’ zou hangen.

Zie ook vanaf bladzijde 25 en natuurlijk les drie!

Begrippenlijst

Begrippenlijst

Accu Stroomvoorziening camera / flitsers / etc.

Acculader Lader om accu's op te laden

AdobeRGB Kleurruimte met een groter bereik dan sRGB.

AF AutoFocus (Automatisch scherpstellen van de lens).

Algoritme Een wiskundige routine om een probleem of vergelijking op te lossen. In de beeldvorming, wordt de term meestal gebruikt om de set routines te beschrijven die zorgen voor een com-pressie- of die van het kleur management programma.

Autofocus (AF) Automatisch scherpstellen van de lens.

Batterijgrip Een batterijgrip is een camera-accessoire met extra accu's of batterijen. Bovendien wordt de grip op de camera steviger.

Beeldsensor Het onderdeel in de digitale camera dat het licht dat door de lens naar binnenvalt, registreert het beeld via miljoenen lichtgevoelige elementen. De meest gebruikte beeldsensoren zijn de CCD en de CMOS. Een minder gebruikte is de Foveon-sensor.

Beeld-stabilistie (IS)

Bewegingscorrectie tot maximaal 4 stops. Meestal door de lens, maar ook sommige camera body's hebben een dergelijke optie.

Beeldstijlen Voorgeprogrammeerde aanpassingen/correcties die in de camerabody worden toegepast bij het fotograferen in JPEG

Belichtings-meter

Lichtmeter. Kan zowel extern zijn als intern plaatsvinden in de body.

Belichtings-programma

Bij digitale camera's kun je fotograferen in de automatische stand en bij meer geavanceerde camera's ook volledig hand-matig. Daartussenin hebben fabrikanten de mogelijkheid gecreëerd om zonder fotografische kennis zelf instellingen te doen die passen bij de situatie waarin gefotografeerd wordt.

Body Behuizing van de spiegelreflexcamera.

Bokeh Drukt de kwaliteit van de onscherpte in een foto uit. Het gaat om de onscherpte die ontstaat doordat het voorwerp buiten het scherptevlak ligt.

Bracketing Is een methode om automatisch meerdere foto's achter elkaar nemen met verschillende belichtingswaarden.

Brandpunt-afstand

De brandpuntsafstand van een objectief is de afstand in mil-limeters tussen het midden van de lens en de plaats waar de invallende lichtstralen samenkomen.

CCD Type beeldsensor. In een CCD wordt de hoeveelheid licht geregistreerd om het vervolgens om te zettten in een digitaal signaal (apart onderdeel).

Centrum meting

Bij centrum meting wordt alleen licht gemeten in het cen-trale punt. In de meeste camera's kent de lichtmeter drie voorkeursstanden namelijk integraal meting, centrum meting en spot meting.

Chromatische aberratie

Chromatische aberratie/afwijking is een optische lensfout waarbij scherpe (kleur) overgangen een purperen franje gaan vertonen.

35

Begrippenlijst

Compact flash geheugen (CF)

Opslag, type geheugenkaartje

Compactflitser Een compactflitser type flitser dat bovenop uw camera wordt bevestigd en bevat vaak een zwenkkop om onder een ander hoek te kunnen flitsen.

Crop-factor De crop-factor is de verhouding tussen de diagonalen van twee opnameformaten, namelijk die van de digitale sensor en die van kleinbeeld (meestal het referentie formaat). De crop-factor duidt aan in welke mate de beeldsensor van een fototoestel groter of kleiner is dan bijvoorbeeld een 35mm negatief.

Diafragma Het diafragma, iris, is het onderdeel van de objectief dat be-paalt hoeveel licht de film of digitale sensor bereikt. De hoeveelheid licht die op de sensor valt bepaalt hoeveel scherptediepte er in de foto zit.

Diffusiefilter Een diffusiefilter is een transparant lichtdoorlatend optisch filter. Het wordt gebruikt in de verlichtingstechniek om het licht van lichtbronnen over een groot oppervlak te verspreiden, zodat een egaal licht ontstaat.

DNG Digitaal negatief. Een open archiveringsindeling voor Raw-bestanden die door digitale camera's worden gegenereerd.

F Met f wordt het diafragmagetal of -waarde bedoelt. Hoe groter de waarde hoe kleiner het diafragma is en de scherptediepte groter wordt.

Fisheye-objectief

Objectief met extreem grote beeldhoek.

Fps Frames Per Second. Aantal opnames per seconde.

Frames per second (fps)

Aantal opnames per seconde.

Full Frame Full frame sensoren zijn 36 x 24 mm (kleinbeeldformaat) en worden gebruikt in de duurdere spiegelreflexcamera’s. De beelddiagonaal is ongeveer 43 mm. Ter vergelijking: Sensoren in compact camera’s hebben een diagonaal van ongeveer 6 tot 11 mm. Bij instapmodellen voor spiegelreflexcamera’s is dat ongeveertot 28 mm.

Gordijn Bij fotografie wordt hier de belichtingslamellen in de camera bedoelt.

GPS Het global positioning system (gps) is de commerciële naam voor een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem.

Groothoek-objectief

Een lens met een (zoom)bereik van 24 tot 35 mm, waarbij er meer op de foto komt dan bij een standaard lens (50 mm).

High key Verlichtingstechniek, waarbij de foto's hoofdzakelijk in tedere en lichte tinten zijn gehouden.

Hoekzoeker Wordt bevestigd op het oculair waardoor men onder een hoek door het objectief kan kijken.

36

Begrippenlijst

37

Hyperfocale afstand

De hyperfocale afstand is de afstand vanaf waar alle onderw-erpen aanvaardbaar scherp zijn wanneer de lens op oneindig is ingesteld.

Image Stabili-sator (IS)

Zie beeldstabilisatie!

ISO Norm voor lichtgevoeligheid van de film analoog) en de sensor (digitaal). Hoe hoger hoe lichtgevoeliger.

JPEG Een bestandsindeling aangeduid voor het opslaan van raster-afbeeldingen in digitale vorm (gecomprimeerd).

Kitlens Is een 'starterszoomlens' die vaak standaard bij een body wordt meegeleverd (vaak 18 - 55 mm)

Kleinbeeld-formaat

Kleinbeeldformaat - 36 x 24 mm. De afmetingen van een kleinbeeldnegatief (analoge fotografie). Zie ook Full frame sensor!

Kleurruimte De hoeveelheid kleuren binnen een bepaald bereik.

Lcd scherm Het 'beeldschermpje' dat op de meeste camera's tegen-woordig aanwezig is. Zit op de achterkant en is soms ook beweegbaar. Behalve dat er via dit schermpje instellingen en foto's kunnen worden bekeken/aangepast heeft het vaak ook een live view functie voor het maken van de foto's.

Lensopening Diameter van het gaatje achter de lens van een camera waar-mee de hoeveelheid invallend licht wordt bepaald fotografie (diafragma).

Lichtsterkte De lichtsterkte van een lens, objectief of optisch instrument is een maat voor de hoeveelheid licht die het opvangt en nuttig gebruikt om een beeld te vormen.

Lithium-Ion Zijn accu's die vaak in consumentenelektronica worden gebruikt, vooral vanwege hun hoge energiedichtheid.

Low key Verlichtingstechniek, waarbij slechts de voor het beeld belangrijke elementen helder worden verlicht en de rest donker wordt gehouden.

Macrofiltser Type flitser dat voorop het objectief wordt bevestigd en veel gerbuikt wordt voor macro- en portretfotografie.

Macro-fotografie

Officieel betekent ‘macro’ dat het onderwerp van de foto op ware grootte of groter op het oppervlak van de sensor terecht komt.

Matrixmeeting Bij matrix meting wordt licht gemeten in het grootste gedeelte. Zie ook centrum meeting.

Monopod Een monopod is een 'één-been-statief'!

ND Grijsverloopfilter wat het gebruik van langere belichtings-tijden mogelijk maakt.

Oculair Bij een spiegelreflexcamera kijk je door een opening, het oculair of zoeker, aan de achterkant door de lens heen.

Begrippenlijst

38

Polarisatiefilter Een filter dat licht (of andere elektromagnetische straling) alleen doorlaat als het in een bepaalde richtinggepolariseerd is. Geeft bij fotograferen een soort van zonnenbrileffect.

RAW RAW duidt op een methode om afbeeldingen, gemaakt met een digitale camera, op te slaan. Een RAW-bestand bevat de oorspronkelijke ruwe en onbewerkte gegevens zoals die van de beeldsensor zijn uitgelezen.

Reflectie-scherm

Een reflector is in de basis niet meer of minder dan een object wat gebruikt wordt om licht te weerkaatsen

Ruis Korrelstructuur die in het beeld onstaat bij te hoge ISO-waarden.

Scherptediepte Scherptediepte is de afstand waarbinnen het onderwerp op de foto scherp wordt weergegeven.

Sensor Zie Beeldsensor.

Sky filter Zelfde werking als een UV Filter. Bovendien filtert dit type filter overmatig blauw uit het kleurbereik.

Slaveflitser Losse flitser ter ondersteuning.

Sluitertijd Een foto heeft een bepaalde hoeveelheid licht nodig voor een goed resultaat. De sluitertijd bepaalt hoe lang het licht door de beeldsensor wordt vastgelegd.

sRGB Kleurruimte met een kleiner bereik dan AdobeRGB

Staafflitser Externe flitser die naast de camera is bevestigd.

Statief Is een standaard met drie poten die u onder een (video)cam-era bevestigd, zodat u een basis heeft om stabiele opnamen te kunnen maken. Vooral wanneer de camera foto's moet maken met langere sluitertijden, is een statief onontbeerlijk. Zonder een statief krijgt u bij dergelijke foto's snel bewegingsonscherpte.

Stop De sprong/stap van een sluitertijd naar een hogere of lagere tijd wordt een 'stop' genoemd. Dat geld ook voor het diafragma. De sprong van de ene diafragma-opening naar de volgende of de vorige is ook een stop. Een stop betekent altijd een verdubbeling of halvering.

UV - Filter Voorkomt hinderlijke kleurzweem en wordt veel gebruikt ter bescherming van het onbjectief.

Vignettering Vignettering of lichtafval is het afnemen van de helderheid in de hoeken van een afbeelding of foto, ten opzichte van het midden.

Wifi Draadloze verbinding met een netwerk.

Witbalans-insteling

Met de witbalans zorg u ervoor dat de invloed van de li-chtbronkleur op de kleurweergave van de foto wordt geneutraliseerd. Als u dit niet doet kunnen de foto's in min of meerdere mate een kleurafwijking vertonen (bijvoorbeeld te rood of te blauw).

Colofon

TekstRobert van den EijkLianne van den EijkNico Richie

VormgevingPetra MeerdinkWouter Steller

FotografieRobert van den Eijk E.a.

Copyright 2014 DigiFotoCursus

Internet www.dfcursus.nlTwitter @digifotocursusFacebook digifotocursusE-mail [email protected]

39