sessie 54 - ppt IVA/EVA: verzelfstandiging van afweging tot uitvoering
Slaapverwekkende informatie - Arbeidsdeskundigen.nl · Meer weten? Neem contact op met IVA...
Transcript of Slaapverwekkende informatie - Arbeidsdeskundigen.nl · Meer weten? Neem contact op met IVA...
36e jaargang | februari 2014 | nummer 1
Vakblad oVer mens, werk en inkomen
Visie op innovatie Pagina 14
Slaapverwekkende informatie
Coverstory
Kringloopbedrijf:
Passend werk voor iedereen
kennis over slapen leidt tot betere nachtrust
> Supervisie bij UWV
> Validatie loonwaardebepalingsmethoden
Wilt u uw kennis up-to-date houden en verdiepen én uw certificering behouden? Sluit dan een opleidings-
abonnement af bij IVA Opleiding & Training. Naast het abonnement kunt u bij ons terecht voor bijscholingen,
zoals een masterclass Fysieke belasting.
Over IvA OpleIdIng & TrAInIng
IVA Opleiding en Training wil het bedrijfsleven ondersteunen bij het optimaal inzetbaar houden en krijgen van
mensen. Daartoe leidt IVA O&T professionals op die creatief en oplossingsgericht naar mensen en naar het werk
kijken. IVA O&T is een opleider met stevige arbeidsdeskundige wortels. Wij hebben ruim dertien jaar ervaring
in het opleiden van arbeidsdeskundigen. Onze kennis en ervaring heeft geleid tot praktische en realistische
arbeidsdeskundig specialisten en arbeidsdeskundig (case)managers binnen het bedrijfsleven. Ons aanbod omvat
naast de opleiding tot arbeidsdeskundige ook diverse na- en bijscholingen. Onze Hobéon-SKO certificering staat
garant voor praktische, hoogwaardige, actuele en doelgerichte opleidingen. Meer weten? Neem contact op met IVA
Opleiding & Training, tel. 0541 53 87 75 of ga naar www.ivao-t.nl
iva opleiding & training 0541 53 87 75 www.ivao-t.nl
Sluit een opleidingsabonnement afVoor € 595 per jaar sluit u een opleidingsabonne-
ment af bij IVA O&T. Dit abonnement omvat deel-
name aan drie opleidingsbijeenkomsten per jaar,
waarvoor u uiteraard certificeringspunten behaalt.
IVA Opleiding & Training besteedt tijdens elke
bijeenkomst aandacht aan een van de vier thema’s
van de opleiding tot arbeidsdeskundige (CADO+):
• Arbeid en Gezondheid
• Arbeid en Organisatie
• Wettelijk kader
• Communicatie
Locatie: bij voldoende belangstelling in de regio’s
Amsterdam, Roermond, Utrecht, Zwolle en Assen.
Tijdstip: drie data in 2014, van 16.00 tot 20.30 uur.
Laat u bijscholen in fysieke belastingDe masterclass Fysieke belasting van IVA Opleiding
& Training biedt inzicht in fysieke belasting, duur-
zaamheid en vitaliteit. De tweedaagse training in
Surhuisterveen wordt geleid door onze docenten
Joost de Vaan, gezondheidswetenschapper, en Douwe
Jan Boersma, productergonoom. Na deze training
heeft u kennis en inzicht in de fysieke belasting:
• bij tillen en kortcyclische arbeid;
• bij Het Nieuwe Werken;
• bij het werken in de industrie, zorg en bouw.
Daarnaast kunt u energetische belasting duiden,
meten en beïnvloeden en kunt u adviseren over
duurzame inzetbaarheid.
Kosten: € 795, inclusief overnachting, ontbijt, lunch
(2x) en diner.
Tijdstip: 9 en 10 april, 13 en 14 mei of 12 en 13 juni.
IVA Opleiding & TrainingWerken aan uw eigen professionalisering
De driehoek mens, werk en inkomen is een dynamisch
werkveld. Om betrokken te blijven, is ontwikkeling essentieel.
Het zien van uitdagingen en groeimogelijkheden op zowel
kennis als kwaliteiten vindt IVA Opleiding & Training
(IVA O&T) belangrijk. IVA O&T heeft haar opleidingen dan ook
zo ingericht dat de professional zich kan blijven ontwikkelen.
Colofon 36e jaargang nummer 1Februari 2013
AD Visie is een uitgave van BladenMakkers. AD Visie is het tijdschrift van de beroepsver-eniging NVvA en verschijnt zes maal per jaar.
Hoofdredacteur: > Charlotte BoersmaRedactie > Geert Beckers, Rekha van Dis, Ted Ineke, Agnes Kroes, Peter Passenier (Schrijven met Beloftes), Anjo van Soest, Diederik Wieman (Oblomov Media)Aan dit nummer werkten mee > Diede Wieman, Hans van der Holst (SMZ UWV)Eindredactie > Lies Meiboom (Sweeping Maytree)Fotografie > Charlotte Boersma, Diederik Wieman, ShutterstockVormgeving > Onnink Grafische Communicatie, HoevenDrukwerk > Twigt GrafimediaUitgever > Diederik Wieman
Redactieadres:BladenMakkers Kerkpad Zuidzijde 22-c3764 AR Soest Telefoon: 035-5426093E-mail: [email protected]
AdvertentiesMOS, Postbus 1058, 3860 RH NijkerkAdvertentieacquisitie: Jan van de VisTelefoon: 033-247 34 00E-mail: [email protected]
AbonnementenLeden en donateurs van de NVvA ontvangen AD Visie gratis. Wijzigingen s.v.p. doorgeven aan het NVvA-secretariaat, Postbus 1058, 3860 BB Nijkerk.Telefoon: 033-2473456, Fax: 033-2470470E-mail: [email protected]: www.arbeidsdeskundigen.nl Jaarabonnement (incl. verzend- en admini-stratiekosten): € 88,-. Prijswijzigingen voorbe-houden. Voor buitenlandse abonnees geldt een toeslag. Het abonnement wordt automa-tisch verlengd, tenzij twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk is opgezegd.Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van de uitge-ver.
ISSN 1382-7162
Kringloopwinkels steeds populairder
Coverstory
In Nederland zijn er inmiddels zo’n 700. Deze winkels hebben niet alleen een milieudoelstel-ling, maar doen ook aan armoedebestrijding. Bijzonder is bovendien dat ze leuk én passend werk bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. AD Visie sprak met de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) en bezocht een goed voorbeeld van sociaal onderne-men: Opnieuw & Co in Dordrecht.
Wat neemt Robert Ariëns (42), Arbeidsdeskundige bij eigen bedrijf ADvieSZ, mee naar een onbewoond eiland? Kijk op pagina 28
vragen
Slaapverwekkende kennis
En verder... Visie: Arbeidsdeskundigen moeten meer vernieuwen 14Wetenschappelijk: Validatie loonwaardebepalingsmethoden 18Verenigingsnieuws 22Actueel: Supervisie bij UWV 24AKC nieuws 26Uitgewerkt 28Juridisch: Maatman en maatmanloon 30
16
6
Zo’n 10% van de Nederlanders lijdt aan langdurige slapeloosheid. Dit betekent dat zij ’s nachts niet goed in slaap kunnen komen, of problemen hebben met doorslapen. Daardoor kam-pen zij overdag met klach-ten. Kennis vergaren draagt bij aan de oplossing. kennis van slaapprocessen in het algemeen, en die van jezelf in het bijzonder. 11
De nieuwe rubriek Plezier in Werk besteedt in woord, maar vooral in beeld, aandacht aan mensen voor wie werk hun passie is. Aflevering 1: De Bio Specialist
Wilt u uw kennis up-to-date houden en verdiepen én uw certificering behouden? Sluit dan een opleidings-
abonnement af bij IVA Opleiding & Training. Naast het abonnement kunt u bij ons terecht voor bijscholingen,
zoals een masterclass Fysieke belasting.
Over IvA OpleIdIng & TrAInIng
IVA Opleiding en Training wil het bedrijfsleven ondersteunen bij het optimaal inzetbaar houden en krijgen van
mensen. Daartoe leidt IVA O&T professionals op die creatief en oplossingsgericht naar mensen en naar het werk
kijken. IVA O&T is een opleider met stevige arbeidsdeskundige wortels. Wij hebben ruim dertien jaar ervaring
in het opleiden van arbeidsdeskundigen. Onze kennis en ervaring heeft geleid tot praktische en realistische
arbeidsdeskundig specialisten en arbeidsdeskundig (case)managers binnen het bedrijfsleven. Ons aanbod omvat
naast de opleiding tot arbeidsdeskundige ook diverse na- en bijscholingen. Onze Hobéon-SKO certificering staat
garant voor praktische, hoogwaardige, actuele en doelgerichte opleidingen. Meer weten? Neem contact op met IVA
Opleiding & Training, tel. 0541 53 87 75 of ga naar www.ivao-t.nl
iva opleiding & training 0541 53 87 75 www.ivao-t.nl
Sluit een opleidingsabonnement afVoor € 595 per jaar sluit u een opleidingsabonne-
ment af bij IVA O&T. Dit abonnement omvat deel-
name aan drie opleidingsbijeenkomsten per jaar,
waarvoor u uiteraard certificeringspunten behaalt.
IVA Opleiding & Training besteedt tijdens elke
bijeenkomst aandacht aan een van de vier thema’s
van de opleiding tot arbeidsdeskundige (CADO+):
• Arbeid en Gezondheid
• Arbeid en Organisatie
• Wettelijk kader
• Communicatie
Locatie: bij voldoende belangstelling in de regio’s
Amsterdam, Roermond, Utrecht, Zwolle en Assen.
Tijdstip: drie data in 2014, van 16.00 tot 20.30 uur.
Laat u bijscholen in fysieke belastingDe masterclass Fysieke belasting van IVA Opleiding
& Training biedt inzicht in fysieke belasting, duur-
zaamheid en vitaliteit. De tweedaagse training in
Surhuisterveen wordt geleid door onze docenten
Joost de Vaan, gezondheidswetenschapper, en Douwe
Jan Boersma, productergonoom. Na deze training
heeft u kennis en inzicht in de fysieke belasting:
• bij tillen en kortcyclische arbeid;
• bij Het Nieuwe Werken;
• bij het werken in de industrie, zorg en bouw.
Daarnaast kunt u energetische belasting duiden,
meten en beïnvloeden en kunt u adviseren over
duurzame inzetbaarheid.
Kosten: € 795, inclusief overnachting, ontbijt, lunch
(2x) en diner.
Tijdstip: 9 en 10 april, 13 en 14 mei of 12 en 13 juni.
IVA Opleiding & TrainingWerken aan uw eigen professionalisering
De driehoek mens, werk en inkomen is een dynamisch
werkveld. Om betrokken te blijven, is ontwikkeling essentieel.
Het zien van uitdagingen en groeimogelijkheden op zowel
kennis als kwaliteiten vindt IVA Opleiding & Training
(IVA O&T) belangrijk. IVA O&T heeft haar opleidingen dan ook
zo ingericht dat de professional zich kan blijven ontwikkelen.
advisie | oktober 2010 3
inhoud
Charlotte Boersma
Nieuwe jas of hergebruikDit eerste nummer van 2014 heeft een behoorlijk nieuwe jas. Met
behoud van het goede.
Er is hard gewerkt aan een frisse uitstraling anno 2014, een meer
uitgesproken vormgeving, nieuwe rubrieken, een nieuwe fotoserie:
werken met passie. Er komt een themanummer in april. En een aantal
rubrieken blijft. De ‘Vijf vragen aan’ (zijn er zes geworden). De boekre-
censie, omdat er altijd goede boeken op de plank liggen. De juridische
rubriek van Hans van der Holst. Hij schrijft al jaren voor de AD-visie,
weldoordacht en bescheiden. En er wordt altijd iets duidelijk. Omdat dit
gedegen werk maar hoogst zelden wordt geprezen, doe ik dat hier. Ik
weet namelijk dat heel veel arbeidsdeskundigen zijn uitleg opslurpen.
In november vorig jaar brainstormden we ter redactie over de ontwik-
kelingen van ons vak in 2014 en daarna. Wat zou het jaar 2014 kenmer-
ken, zo vroegen we ons af? De huidige politieke en maatschappelijke
verandering? De arbeidsmarkt die flexibeler wordt, sommige voorspel-
lingen gaan over 70% ZZP’ers in 2020. De terugtrekkende overheid,
participatiewet en het einde van de verzorgingsmaatschappij? Duur-
zaamheid, hergebruik van spullen (lees het artikel over de Kringloop-
winkels!) maar ook van talent en kwaliteit van mensen. Eerlijke
producten, biologisch eten, echte aandacht.
En hoe gaat dat er dan uitzien als arbeidsdeskundige? Er wordt bij het
AKC hard gewerkt aan validatie van loonwaardemethodieken. Wellicht
dat we in de toekomst ook (loon)waarde toekennen aan sociale
verbeteringen ten gevolge van werk. Geluk, sociale contacten, erbij
horen en een prettige collega zijn. En de maatman? Zou het kunnen zijn
dat mijn gecombineerde maatgevende arbeid in 2020 de ‘zelfstandig
ondernemer werkzaam als arbeidsdeskundige, thuisrestaurant
uitbater, mantelzorger, kookboekknutselaar, fotograaf, uitvinder en
uithuilschouder’ is? En dat ik dan overal punten voor krijg. En best een
aardige loonwaarde bij elkaar scharrel? Zou kunnen.
Dan nu nog uitzoeken hoe dat met het pensioen moet, tegen die tijd.
Tevreden werknemersNederlanders zijn van alle Europeanen het meest tevre-den met de sfeer op het werk: een derde van de Nederlan-ders is ronduit tevreden met de omgeving waarin hij werkt en wordt hierdoor gemoti-veerd. In Europa ligt dit per-centage gemiddeld op slechts een vijfde. In Denenmarken en het Verenigd Koninkrijk zijn werknemers het minst tevre-den: slechts 15% ervaart een goede sfeer waar hij motivatie uit haalt. Wel daalt in Europa het aantal mensen dat de sfeer als onplezierig ervaart. Twee jaar geleden vond 42% de sfeer op het werk niet pret-tig, nu is dit nog maar 36%. (Bron: vacaturesite StepStone.)
Onvoorbereid beoordelingsgesprekEen goede voorbereiding op het jaarlijkse beoordelings-
gesprek vraagt om voldoende inzicht in de competenties
en doelstellingen van de werknemer. 34% van de
werknemers geeft echter aan dat zijn leidinggevende
onvoldoende is voorbereid. Dit staat haaks op de
inschatting van leidinggevenden zelf, 86% zegt goed
inzicht te hebben in de competenties en doelen van de
werknemer. Over de kwaliteit van beoordelingsgesprek-
ken valt dus nog te twisten.
(Bron: ISBW Opleiding & Training.)
advisie | februari 20144
voorwoord
De werkende vrouw vindt zichzelf vooral sterk
in het nemen van verantwoordelijkheid, plan-
nen en organiseren, nauwkeurigheid en klant-
gerichtheid. De werkende man vindt zichzelf goed in het ontwikkelen van visie,
innovatief zijn, leiderschap en delegeren. Daarnaast vinden mannen de bekend-
heid van het bedrijf zeer belangrijk, net als een auto van de zaak, opties/aande-
len en winstdelingsregeling. Bij vrouwen daarentegen zijn deze aspecten
minder van belang. Zij vinden de mogelijkheid om parttime te werken
belangrijk, bijdrage van kinderopvang en betaald ouderschapsverlof.
(Bron: NOA 2013).
Venus versus Mars op de arbeids- markt
Een groot deel van de Nederlandse werknemers heeft problemen op het werk door gebrekkige digitale
vaardigheden. Leidinggevenden zijn zich hier nog steeds onvoldoende van bewust met productiviteits-
verlies tot gevolg, blijkt uit het onderzoek ‘Zicht op ICT-competenties 2013’ van de Universiteit Twente.
In maart 2012 presenteerden dezelfde onderzoekers al een rapport waaruit bleek dat de Nederlandse
werknemer dagelijks 8% van zijn werktijd kwijt is door ICT-problemen en gebrekkige digitale vaardighe-
den. Laagopgeleiden verliezen tot wel 10%. Een derde van de leidinggevenden weet niet welke ICT-compe-
tenties nodig zijn in bepaalde functies. Ze nemen onterecht aan dat werknemers over deze vaardigheden
beschikken. Voor een kwart van de Nederlandse werknemers is geen hulp beschikbaar bij ICT-problemen.
Drie kwart roept bij ICT-problemen de hulp van een collega of de helpdesk in. Hulp vragen aan een collega is vaak sneller maar hiermee wordt
ook de collega van zijn eigen werk gehouden en hierdoor gaat extra productiviteit verloren.
Productiviteitsverlies door ICT-problemen
advisie | februari 2014 5
nieuws
680.000 voor BuzinezzclubABN AMRO en maatschappelijk investeerder Start Foundation investeren 680.000
euro in het Rotterdamse bedrijf de Buzinezzclub. Dit bedrijf helpt jaarlijks tachtig
Rotterdamse werkloze jongeren tussen de 17 en 27 jaar zonder startkwalificatie aan
het werk of terug naar school, waardoor de jongeren minder lang dan gemiddeld
aanspraak doen op een uitkering. Ze bereiden zich zes maanden lang grondig voor
op de start van hun bedrijf en schrijven daarvoor een
ondernemingsplan. Door hun dromen en ambities serieus
te nemen, groeit hun zelfvertrouwen en zijn ze gemotiveer-
der. De gemeente Rotterdam betaalt de investeerders terug
op basis van het aantal uitkeringen dat hierdoor bespaard
wordt.
Campagne UWVVeel werkende Nederlanders zijn onvoldoende
op de hoogte van de financiële gevolgen van
werkloosheid of ziekte, blijkt uit een onderzoek
in opdracht van UWV onder Nederlanders in
loondienst. Om die reden is het volgens UWV
belangrijk dat mensen een realistisch beeld
hebben van de gevolgen voor hun situatie op
het moment dat zij een beroep moeten doen op
een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheids-
uitkering. UWV is een campagne gestart om
mensen te informeren over wat te doen als zij
werkloos of ziek worden en welke dienstverle-
ning zij van UWV kunnen verwachten.
Tweedehands of hergebruikte
spullen. Je vindt ze in Neder-
land op duizenden plekken.
Van tweedehandskleding- of
boekenwinkels tot autobedrij-
ven of via Marktplaats. Te
midden van dit reusachtige
aanbod nemen kringloopwin-
kels een aparte plek in omdat
ze ook passend werk bieden
aan mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt.
TEKST | diederik wieman
Passend werk voor iedereen
kringloopbedrijven:
advisie | februari 20146
BKN
Hergebruik is de meest hoogwaardige manier van
afvalverwerking. Op basis van dit inzicht ontston-
den in de jaren tachtig van de vorige eeuw de
eerste kringloopwinkels in Nederland. Kringloop-
winkels zamelen spullen in die nog bruikbaar zijn
en/of die na reparatie weer verkocht kunnen
worden. Hun aantal nam snel toe, mede gestimu-
leerd door gemeenten, die bij wet werden verplicht
een norm te halen voor wat betreft het inzamelen
van oud papier, textiel, wit- en bruingoed. Inmid-
dels zijn er naar schatting een kleine zevenhonderd
kringloopwinkels in Nederland. Iedere plaats van
betekenis heeft er één of meer. De Branchevereni-
ging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) verenigt
er zo’n 180. Directeur Leonie Reinders: “Bij ons
zijn met name de grotere, professionele kringloop-
bedrijven aangesloten. We hebben een goede
dekking als het gaat om bedrijven die aan sociale
werkgelegenheid doen, want dat is een van de
voorwaarden om lid te worden van de BKN.” Een
andere voorwaarde is dat ongeveer 80% van de
goederen die in de winkels worden aangeboden
‘om niet’ verkregen zijn. Kringloopwinkels die
goederen inkopen om ze weer met winst te verko-
pen kunnen geen lid worden. “In onze optiek is een
kringlooporganisatie een rechtspersoon zonder
winstoogmerk. De meeste van onze leden zijn dus
stichtingen, sommigen zijn bv omdat ze bijvoor-
beeld een afvalbedrijf of zorginstelling als aandeel-
houder hebben.”
Sociaal isolement
Kringloopwinkels die bij de BKN zijn aangesloten,
bieden werk aan ongeveer 8000 mensen. Leonie
Reinders: “1200 daarvan zijn in vaste dienst en
vallen daarom onder de CAO. Dat kunnen overigens
ook mensen zijn die ooit gere-integreerd zijn of
met een SW-indicatie aan de slag zijn gegaan. De
overige mensen zijn op verschillende manieren
verbonden: het zijn vrijwilligers, zoals pensioenge-
rechtigden die niet achter de geraniums willen
zitten, mensen in between jobs, of mensen met een
SW-indicatie, die vaak vanuit de sociale werkplaat-
sen worden gedetacheerd. Maar ook Wajong’ers,
taakstraffers, WW- of bijstandsgerechtigden
komen bij kringloopwinkels terecht. Wij bieden ze
een werkplek, zorgen dat ze begeleiding krijgen en
halen ze daardoor ook vaak uit hun sociale isole-
ment. Soms kunnen ze na verloop van tijd door-
stromen naar een reguliere baan buiten de kring-
loop.”
“We hebben op ieder niveau werk”, stelt Leonie
Reinders. “Van eenvoudig werk zoals sjouwen en
sorteren tot hoger niveau in de winkel zelf: prijzen
van artikelen, etaleren, verkopen. Begeleiding van
onze medewerkers is onze corebusiness. De
leidinggevenden en het middelmanagement van bij
ons aangesloten kringloopwinkels zijn daar speci-
aal voor opgeleid en in staat om meerdere mensen
te begeleiden. Die goede begeleiding moet zorgen
dat de medewerkers productief worden en blijven
en met plezier naar hun werk gaan. Er zijn niet veel
potjes meer. Er is nog maar zelden subsidie
mogelijk. Hoe productiever de medewerkers zijn,
hoe hoger de omzet van de winkel, en zo kan je de
kosten terug verdienen.”
extra werkplekken
Brancheorganisatie BKN
heeft een leer-doe-
traject voor haar leden
dat binnen twee jaar
moet leiden tot 750 extra
werkplekken voor
mensen met afstand tot
de arbeidsmarkt. Het
project wordt mede
mogelijk gemaakt door
Accenture dat master-
classes geeft aan de
kringloopondernemers.
Leonie Reinders: “In feite
leren ze hoe ze hun
winkel kunnen optimali-
seren door een betere
uitstraling, inrichting,
routing en de juiste
prijsstelling. Er zijn wat
dat betreft best wat
slagen te maken die
leiden tot een hogere
omzet per vierkante
meter en daardoor tot
meer werkgelegenheid.”
Branchevereniging Kringloopbedrijven Neder-
land, opgericht in 1994, stimuleert hergebruik
van grof huishoudelijk afval en biedt werkgele-
genheid aan mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt. De brancheorganisatie werkt
daarnaast samen met vuilnisophaaldiensten,
sociale werkplaatsen, opleidingsinstituten (ROC’s
e.d.) en GGZ. Zie www.kringloopwinkels.nl. >
750LEONIE REINDERS
advisie | februari 2014 7
Coverstory
voorbeeld duurzame werkgelegenheid
Een Wajong’er ontwikkelde zich tot hoofd van de
textielafdeling en geeft nu leiding aan 25 collega’s.
Verslaafden repareren fietsen, werken in de meubel-
werkplaats of de technische dienst. En een vrouw die
slecht ter been is? Die krijgt een kar aan haar
rollator gekoppeld zodat ze in haar eigen tempo de
winkel kan bijvullen. “Bij Opnieuw & Co is er werk
voor iedereen”, zegt directeur Marcel van Goch van
het gelijknamige kringloopbedrijf. “Tegen het SW-
bedrijf zeg ik altijd: ‘Kom ook maar op met de
mensen van wie je denkt dat die niet gedetacheerd
kunnen worden.’ Meestal lukt dat bij ons wel. Ja,
soms is iemand dermate fysiek beperkt dat hij echt
niet kan werken. Maar vaak weten we er door
variatie in werkzaamheden of aanpassing van de
werkplek toch een mouw aan te passen. Het enige
“Niemand krijgt hier een stempel opgedrukt”
kringloopbedrijf opnieuw & Co
De gemeenten Ridderkerk en Barendrecht gunnen sinds twee jaar de inzame-
ling van textiel en huisraad aan Opnieuw & Co. De gemeenten sparen inzame-
lings-, verwerkings- en afvoerkosten uit. Bovendien garandeert Opnieuw & Co
vijf werkplekken voor bijstandsgerechtigden. Daarnaast krijgen WWB’ers die
langer werkloos zijn, een traject van drie of maximaal zes maanden aangebo-
den om arbeidsritme en -vaardigheden op te bouwen. Zij verkleinen daarmee
hun afstand tot de arbeidsmarkt. Het project is dankzij de verkoop van kleding
en textiel vrijwel budgetneutraal.
waar we eigenlijk echt moeite mee hebben is onaan-
gepast gedrag, mensen die niet in een team kunnen
werken.”
GemêleerdVan Goch benadrukt dat Opnieuw & Co meer is dan
een kringloopwinkel. Het is een kringloopbedrijf. Een
onderneming met zes vestigingen in de Drechtste-
den (Dordrecht, Barendrecht, Zwijndrecht Papend-
recht en Ridderkerk), een webwinkel en jaarlijks
circa 300.000 betalende klanten die samen meer dan
een miljoen artikelen kopen. De kringloopwinkels
zijn het hart van de onderneming maar zorgen
daaromheen voor een grote waaier aan activiteiten
en arbeidsplaatsen: het inzamelen en sorteren van
goederen, schoonmaken en repareren, prijzen,
winkelinterieurbouw, etaleren en presenteren en
kassawerk. Maar er is ook werk in de administratie,
marketing en de horeca, want in de Dordtse vesti-
ging is ook een koffiecorner waar drankjes en
snacks worden verkocht. Gevarieerd en divers werk
dus, op ieder niveau. En dat komt goed uit, want ook
de twee aandeelhouders van Opnieuw & Co komen
niet uitdezelfde hoek een ROC (Da Vinci College) en
een kliniek voor verslavingszorg (Bouman GGZ). Er
stromen dus zowel retailstudenten en AKA’s
(Arbeidsmarkt geKwalificeerde Assistenten) in, als
mensen met verslavingsproblematiek. Daarnaast
zijn Drechtwerk (SW), sociale diensten en Reclas-
sering Nederland ‘kernleveranciers’ van medewer-
kers. Marcel van Goch over zijn gemêleerde werkne-
mersbestand: “We hebben hier leuk en passend
werk voor zowel reguliere medewerkers en stagiai-
res als mensen met een afstand tot de arbeids-
Opnieuw & Co is een van de grotere kringloopbedrijven in Nederland. De kern
van de organisatie, met zes vestigingen in de Drechtsteden en een webwinkel,
bestaat uit circa 150 medewerkers. Daarnaast stromen ieder jaar nog eens
400 re-integreerders, trajectvolgers, taakstraffers en leerlingen in en uit.
advisie | februari 20148
Kringloopbedrijf
Opnieuw & Co ontstond
in 2007 omdat een
kringloopwinkel niet
langer tot de corebusi-
ness van afval- en
reinigingsdienst HVC
(toen nog Netwerk)
behoorde. ROC Da Vinci
College en Bouman GGZ
namen de winkels over.
Het ROC om de afstand
tussen opleiding en
praktijk te verkleinen,
Bouman GGZ voor de
re-integratie van cliën-
ten. Ook andere instan-
ties weten de weg naar
Opnieuw & Co te vinden,
dat ook reguliere
arbeidsplaatsen biedt en
werkplekken voor
vrijwilligers.
markt. En het leuke is dat niemand een stempel
krijgt opgedrukt. Iedereen komt hier om te werken
en is onderdeel van het proces.”
BetrokkenOpnieuw & Co probeert de organisatie zo plat
mogelijk te houden en werkt per productgroep
(o.a. textiel, meubelen, speelgoed, elektronica)
met zelfsturende teams. Elk team is verantwoor-
delijk voor het hele traject: van sorteren, schoon-
maken en prijzen van de producten tot het presen-
teren in de winkel. En daardoor krijg je een grote
betrokkenheid, zo blijkt. “Aan het eind van de week
wil iedereen graag weten hoe ‘zijn productgroep’
heeft gedraaid. De mensen zijn enorm betrokken
bij hun werk en loyaal. Dat uit zich ook in een lager
ziekteverzuimpercentage vergeleken met bijvoor-
beeld SW-bedrijven.”
Natuurlijk gaat dit niet vanzelf en heeft een groot
deel van de werknemers begeleiding nodig. “We
hebben een sociale werkgelegenheidsdoelstel-
ling”, vertelt Van Goch, “en dan moet je ook
accepteren dat driehonderd mensen het werk
doen dat normaal gesproken misschien door
honderdtwintig mensen gedaan zou kunnen
worden.”
Begeleiding komt van diverse kanten. Het ROC
neemt zijn docenten mee, Bouman GGZ zijn
gespecialiseerde begeleiders en vanuit SW Drecht-
werk staan jobcoaches paraat. “Daarnaast hebben
we onze eigen meewerkende leidinggevenden die
mensen begeleiden en trainen.” De praktijk leert
echter dat medewerkers snel en zonder veel
problemen hun draai weten te vinden. “We werken
met een kern en een schil”, vertelt Van Goch. “De
kern bestaat uit circa honderdvijftig mensen die
hier al langer in dienst of vrijwilliger zijn of vanuit
Drechtwerk structureel gedetacheerd zijn. De schil
wordt gevormd door mensen die bij ons een stage
of traject volgen, bijvoorbeeld vanuit het ROC, de
sociale dienst, Bouman GGZ of de reclassering. De
kern begeleidt de schil.”
Over Opnieuw & Co marcel van goch: “iedere euro die we verdienen
investeren we in werkgelegenheid, milieurendement of armoedebestrijding.
Werk is belangrijk voor mensen. En vooral: plezier
in het werk. “Daar draait het om”, vindt Van Goch.
“Dat plezier moeten wij als directie en leidingge-
venden faciliteren. Alles wat wij doen of bedenken
moet ten dienste staan van de werkvloer.”
De aanpak van kringloopbedrijven als Opnieuw &
Co is veelbelovend, vindt ook Van Goch. Zeker met
de nieuwe participatiewet in het vooruitzicht. “De
gemeenten krijgen vanuit het rijk steeds meer
taken op hun bord waarvan ze nog lang niet
allemaal weten hoe die uitgevoerd moeten wor-
den.” Volgens Van Goch zijn re-integratiebedrijven
een achterhaald fenomeen en onder invloed van de
nieuwe Participatiewet hebben ook de SW-voorzie-
ningen hun langste tijd gehad. “Kringloopbedrijven
kunnen het gat goeddeels opvullen. Het kost
gemeenten vrijwel geen geld en de effectiviteit is
veel groter. Iedere euro die we verdienen investe-
ren we in werkgelegenheid, milieurendement of
armoedebestrijding. Het kringloopbedrijf is
gewoon een mooi instrument en dat willen we als
branche dan ook graag laten zien aan wethouders
en politieke partijen.”
300.000 betalende klanten kopen meer dan 1 miljoen artikelen
advisie | februari 2014 9
Coverstory
BESTEL NU:
EEN LEVEN LANG INZETBAAR? WWW.VAKMEDIANETSHOP.NL/
EENLEVENLANGINZETBAAR
EEN LEVEN LANG INZETBAAR?Auteurs Dr. Annet de Lange / Prof. dr. Beatrice van der Heij denISBN 9789462150973Prij s € 46,95 (exclusief btw)
Vakmedianet komt met een nieuwe titel:Een leven lang inzetbaar? Over Duurzameinzetbaarheid op het werk: interventies,best practices en integrale benaderingen’Het boek is de vertaling van wetenschap-pelij k onderzoek naar de praktij k.
WORKSHOPOMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN
Inhoud:• Beter inzicht krijgen in de denkwereld van allochtone cliënten• Een andere communicatiestijl leren kennen die werkt• Bespreking van moeilijke cases uit de praktijk
Meer informatie: [email protected]
Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k
OUD IS NIET OUT!
OVERSPOELD DOOR SCHAARSTE
Prij s € 43,95 excl. btw
Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld
Stadhouderskade 1331074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676www.arbeidspsychologie.nl [email protected]
Arbeidspsychologisch onderzoekBelastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoekLoopbaanassessment
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG) en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
BESTEL NU:
EEN LEVEN LANG INZETBAAR? WWW.VAKMEDIANETSHOP.NL/
EENLEVENLANGINZETBAAR
EEN LEVEN LANG INZETBAAR?Auteurs Dr. Annet de Lange / Prof. dr. Beatrice van der Heij denISBN 9789462150973Prij s € 46,95 (exclusief btw)
Vakmedianet komt met een nieuwe titel:Een leven lang inzetbaar? Over Duurzameinzetbaarheid op het werk: interventies,best practices en integrale benaderingen’Het boek is de vertaling van wetenschap-pelij k onderzoek naar de praktij k.
WORKSHOPOMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN
Inhoud:• Beter inzicht krijgen in de denkwereld van allochtone cliënten• Een andere communicatiestijl leren kennen die werkt• Bespreking van moeilijke cases uit de praktijk
Meer informatie: [email protected]
Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k
OUD IS NIET OUT!
OVERSPOELD DOOR SCHAARSTE
Prij s € 43,95 excl. btw
Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld
Stadhouderskade 1331074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676www.arbeidspsychologie.nl [email protected]
Arbeidspsychologisch onderzoekBelastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoekLoopbaanassessment
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG) en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
BESTEL NU:
EEN LEVEN LANG INZETBAAR? WWW.VAKMEDIANETSHOP.NL/
EENLEVENLANGINZETBAAR
EEN LEVEN LANG INZETBAAR?Auteurs Dr. Annet de Lange / Prof. dr. Beatrice van der Heij denISBN 9789462150973Prij s € 46,95 (exclusief btw)
Vakmedianet komt met een nieuwe titel:Een leven lang inzetbaar? Over Duurzameinzetbaarheid op het werk: interventies,best practices en integrale benaderingen’Het boek is de vertaling van wetenschap-pelij k onderzoek naar de praktij k.
WORKSHOPOMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN
Inhoud:• Beter inzicht krijgen in de denkwereld van allochtone cliënten• Een andere communicatiestijl leren kennen die werkt• Bespreking van moeilijke cases uit de praktijk
Meer informatie: [email protected]
Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k
OUD IS NIET OUT!
OVERSPOELD DOOR SCHAARSTE
Prij s € 43,95 excl. btw
Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld
Stadhouderskade 1331074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676www.arbeidspsychologie.nl [email protected]
Arbeidspsychologisch onderzoekBelastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoekLoopbaanassessment
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG) en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
BESTEL NU:
EEN LEVEN LANG INZETBAAR? WWW.VAKMEDIANETSHOP.NL/
EENLEVENLANGINZETBAAR
EEN LEVEN LANG INZETBAAR?Auteurs Dr. Annet de Lange / Prof. dr. Beatrice van der Heij denISBN 9789462150973Prij s € 46,95 (exclusief btw)
Vakmedianet komt met een nieuwe titel:Een leven lang inzetbaar? Over Duurzameinzetbaarheid op het werk: interventies,best practices en integrale benaderingen’Het boek is de vertaling van wetenschap-pelij k onderzoek naar de praktij k.
WORKSHOPOMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN
Inhoud:• Beter inzicht krijgen in de denkwereld van allochtone cliënten• Een andere communicatiestijl leren kennen die werkt• Bespreking van moeilijke cases uit de praktijk
Meer informatie: [email protected]
Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k
OUD IS NIET OUT!
OVERSPOELD DOOR SCHAARSTE
Prij s € 43,95 excl. btw
Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld
Stadhouderskade 1331074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676www.arbeidspsychologie.nl [email protected]
Arbeidspsychologisch onderzoekBelastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoekLoopbaanassessment
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG) en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
BESTEL NU:
EEN LEVEN LANG INZETBAAR? WWW.VAKMEDIANETSHOP.NL/
EENLEVENLANGINZETBAAR
EEN LEVEN LANG INZETBAAR?Auteurs Dr. Annet de Lange / Prof. dr. Beatrice van der Heij denISBN 9789462150973Prij s € 46,95 (exclusief btw)
Vakmedianet komt met een nieuwe titel:Een leven lang inzetbaar? Over Duurzameinzetbaarheid op het werk: interventies,best practices en integrale benaderingen’Het boek is de vertaling van wetenschap-pelij k onderzoek naar de praktij k.
WORKSHOPOMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN
Inhoud:• Beter inzicht krijgen in de denkwereld van allochtone cliënten• Een andere communicatiestijl leren kennen die werkt• Bespreking van moeilijke cases uit de praktijk
Meer informatie: [email protected]
Tekort aan menskracht maakt leeftij d onbelangrij k
OUD IS NIET OUT!
OVERSPOELD DOOR SCHAARSTE
Prij s € 43,95 excl. btw
Bestellen: www.vakmedianetshop.nl/overspoeld
Stadhouderskade 1331074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676www.arbeidspsychologie.nl [email protected]
Arbeidspsychologisch onderzoekBelastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoekLoopbaanassessment
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG) en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
advertentie AD outlines.pdf 1 30-1-2014 14:13:55
Arbeidspsychologisch onderzoek
Belastbaarheidsonderzoek
Neuropsychologisch onderzoek
Loopbaanassessment
Stadhouderskade 133 • 1074 AW Amsterdam
tel 020 - 676 0 676
www.arbeidspsychologie.nl • [email protected]
Uitgevoerd door klinisch- en GZ (BIG)
en Arbeid en Gezondheid psychologen NIP
Slaap-verwekkende informatie
Als iemand tegen dr. Ingrid Verbeek klaagt over een
slechte nachtrust, zal zij eerst een beter beeld willen
krijgen van het exacte probleem. “Soms gaat het name-
lijk om een slaapstoornis”, zegt ze. “Je kunt bijvoorbeeld
denken aan slaapapneu, waarbij iemand meerdere
malen per nacht wakker wordt omdat de luchtweg wordt
geblokkeerd. Maar in de meerderheid van de gevallen is
er van een slaapstoornis geen sprake, maar van slape-
loosheid. Dan hebben mensen minstens drie keer per
week moeite met in- of doorslapen, en daardoor voelen
ze zich overdag vaak moe.”
Slapeloosheid is Verbeeks vakgebied. Ze is slaapdeskun-
dige bij Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempen-
haeghe en bovendien auteur van boeken als Slapeloos-
heid en Verbeter je slaap. Daarin leert ze mensen hun
slaapproblemen zelf aan te pakken. Zo raadt ze aan een
zogenoemd slaapdagboek bij te houden, waarmee ze
slaapgedrag van uur tot uur optekenen. Ook geeft ze een
aantal algemene adviezen (zie kader).
LeeftijdMaar in een een-op-een gesprek zal Verbeek zich niet
tot algemene tips beperken. Want bij slaapproblemen
bestaan er grote individuele verschillen. Zo is het belang-
rijk om te letten op leeftijd. “Als ik iemand tegenover mij
heb van boven de 45, leg ik altijd uit dat slaap ook een
Zo’n tien procent van de Nederlanders lijdt aan langdurige slapeloosheid. Dit betekent dat zij ’s nachts niet goed in slaap kunnen komen, of problemen hebben met doorslapen. Daardoor kampen zij overdag met klachten. Een mogelijke oplossing: meer kennis vergaren.
TEKST Peter Passenier
is een expertise-
centrum voor
epilepsie, slaap-
problemen en
neurologische
leer- en ontwik-
kelingsstoornis-
sen.
Kempen-haeghe
>
advisie | februari 2014 11
aChtergrond
SLAAPSTOORNISSEN
dagje ouder wordt. Je hebt meer tijd nodig om in te
slapen, en je wordt ’s ochtends vroeger wakker. Aan de
andere kant: bij mensen tussen de 20 en de 30 spelen er
vaak weer andere problemen. Die zitten in een levensfase
dat ze aan alles tegelijkertijd moeten denken en ook van
alles tegelijk willen, en dus gaan hun dagen vaak gepaard
met veel stress.”
Vooral deze laatste categorie mensen belandt volgens
Verbeek steeds vaker in een vicieuze cirkel. “Door die
stress gaan ze slecht slapen, daar maken ze zich zorgen
over, dat leidt tot lichamelijke en emotionele onrust, en
dat gaat weer ten koste van de nachtrust. Je ziet dan ook
dat ze ’s nachts liggen te woelen: ze moeten nú inslapen,
want morgen is het een belangrijke dag.”
KennisHoe is die vicieuze cirkel te doorbreken? De eerste stap is
kennis vergaren van slaapprocessen in het algemeen, en
die van jezelf in het bijzonder. Zo slapen veel mensen
volgens Verbeek beter dan ze zelf beseffen. “Ze maken
zich bijvoorbeeld zorgen over het feit dat ze per nacht
in totaal zijn er een stuk of tachtig slaapstoornissen. Ze lopen uiteen van
onschuldig snurken of tandenknarsen tot nachtangsten, nachtmerries,
slaapwandelen, slaapapneu (wakker worden door een afgesloten luchtweg),
narcolepsie (onbedwingbare slaapaanvallen) en natuurlijk slapeloosheid,
zoals in dit artikel besproken.
slaapdeskundige ingrid Verbeek (l) en arbeidsconsulent leonie diepman
minder slapen dan acht uur, maar die zorgen zijn geba-
seerd op een misverstand. De gemiddelde Nederlander
slaapt geen acht uur, eerder iets meer dan zeven.
Bovendien zie je ook op dit punt veel individuele verschil-
len: sommige mensen hebben nu eenmaal meer slaap
nodig dan anderen.”
Bovendien: als je je gemiddelde aantal uren slaap niet
haalt, is dat geen ramp. Want volgens Verbeek valt het
belangrijkste gedeelte van de slaapperiode in de eerste
helft van de nacht. Om dat te begrijpen, moeten we
onderscheid maken tussen drie soorten slaap:
• de lichte slaap, van waaruit we gemakkelijk ontwaken,
en die ongeveer de helft uitmaakt van onze totale
slaaptijd;
• de diepe slaap, die belangrijk is voor lichamelijk en
geestelijk herstel (ongeveer een kwart van onze slaap-
tijd);
• de droomslaap, een actieve slaapfase waarin informatie
en emoties worden verwerkt (het resterende kwart van
de slaaptijd).
“In de eerste helft van de nacht, tijdens de eerste drie
slaapcycli van vier à vijf uur ligt het accent op de droom-
slaap en de diepe slaap. Als we na die periode wakker
worden en niet meer verder kunnen slapen, missen we
alleen het tweede gedeelte, de restslaap. Die is minder
belangrijk omdat hij bestaat uit lichte slaap en droom-
slaap. Sterker nog, een te lange droomslaap leidt ertoe
dat je niet uitgerust opstaat.”
PiekerenEn die tweede helft van de nacht herbergt nog een ander
risico. “Vaak denken mensen dat ze wakker zijn. Maar in
werkelijkheid zitten ze in de lichte slaap. En juist in die
toestand sla je vaak aan het piekeren. Want je hebt dan
wel een beeld van je problemen, maar je bent niet in
staat om analytisch na te denken over oplossingen. Veel
beter is het in zo’n geval op te staan en die problemen op
papier te zetten, met de mogelijke oplossingen ernaast.”
In veel gevallen van slapeloosheid is dat opstaan sowieso
een goed idee. Want volgens Verbeek kost woelen in bed
veel meer energie dan even ontspannen daarbuiten.
“Zorg er dus de avond van tevoren voor dat je alleen je
cd-speler hoeft aan te zetten voor je favoriete muziek.
Leg al een paar tijdschriften klaar, en een kleed om je
warm te houden. Als je even tijd neemt om je buiten het
bed te ontspannen, kom je niet alleen tot rust, je zorgt er
ook voor dat je je bed weer associeert met slaap – in
plaats van met woelen.”
advisie | februari 201412
Kennis van slaapproblemen kan dus helpen tegen
slapeloosheid. En het helpt volgens Verbeek ook om die
slapeloosheid niet te dramatiseren. “Wat je heel vaak
ziet, is dat mensen overdag zo gestrest zijn dat ze geen
tijd nemen om zich te ontspannen. Vervolgens liggen ze
’s nachts te piekeren en kunnen ze niet in slaap komen.
En overdag voelen ze zich moe. In hun ogen vloeit die
vermoeidheid dan voort uit die slapeloosheid, maar dat
hoeft helemaal niet zo te zijn. Vaak is er sprake van één
andere oorzaak met twee gevolgen: de stress die én voor
die slapeloosheid én voor vermoeidheid zorgt.”
SlaapstoornissenZoals gezegd: bij slaapproblemen moeten we niet alleen
denken aan slapeloosheid, maar ook aan slaapstoornis-
sen. Bijvoorbeeld aan slaapapneu of narcolepsie (zie
kader). Deze zijn niet op te lossen met een aantal tips, en
daarom werkt men op het Centrum voor Slaapgenees-
kunde Kempenhaeghe in een multidisciplinair behandel-
team. Daarin zitten altijd een arts en een psycholoog/
slaaptherapeut en soms ook een maatschappelijk
werker en een arbeidsconsulent.
Leonie Diepman is zo’n arbeidsconsulent. Zij probeert
mensen met slaapstoornissen zo goed mogelijk hun
werk te laten doen – en dat valt niet altijd mee. “Je moet
je voorstellen dat je als medewerker tijdens een vergade-
ring iedere keer indommelt, of nog erger: dat je als
manager in slaap valt tijdens je eigen presentatie. De ene
werkgever kan daar meer begrip voor opbrengen dan de
ander. Vaak hoor je reacties als: ‘Joh, ga jij eens wat
eerder naar bed en zet het in het weekeinde niet zo op
een feesten.’ Soms komt dat doordat de werknemer die
werkgever niet van zijn slaapproblemen op de hoogte
heeft gesteld.”
Diepmans advies verschilt per cliënt. “Ik kan het niet
genoeg benadrukken: iedere slaapstoornis is weer
anders, en de aanpak komt vaak neer op uitproberen.
Soms testen we bijvoorbeeld of het beter gaat als de
werknemer een uur later begint, soms ook moet de hele
baan worden geherstructureerd: job crafting of job
carving. Maar zoiets is voor medewerkers niet altijd
gemakkelijk. Die moeten vanuit een ander perspectief
naar hun eigen functie of loopbaan gaan kijken.”
ArbeidsdeskundigeDe vraag is wat dit betekent voor arbeidsdeskundigen.
Frank Ladeur, arbeidsdeskundige Sociaal Medische
Zaken bij het UWV, ziet voor hemzelf geen grote rol
weggelegd. “Als een cliënt aangeeft aan slapeloosheid te
lijden, zal ik teruggaan naar de verzekeringsarts, en
vragen of die dat misschien ook heeft geconstateerd.
Maar dat zou ik alleen doen bij heel concrete aanwijzin-
gen: bijvoorbeeld als iemand erover klaagt dat hij voort-
durend in slaap valt. Verder zou ik eventuele slaapproble-
men natuurlijk niet in mijn rapportage zetten. Wij hebben
namelijk te maken met richtlijnen: we moeten die slaap-
problemen formuleren als ‘fysieke klachten’.”
Toch betekent dit volgens Ladeur niet dat het onderwerp
voor arbeidsdeskundigen onbelangrijk is. Vandaar ook dat
hij een van de initiatiefnemers was van de workshop voor
de NVvA-zuid over slaapstoornissen en epilepsie, die op
10 september 2013 bij Kempenhaeghe werd georgani-
seerd. Hij ziet namelijk een duidelijke relatie tussen het
toenemend aantal gevallen van slapeloosheid en werkbe-
lasting. “Ik las bijvoorbeeld in een regionaal dagblad een
artikel over een supermarkt in de buurt die nu 365 dagen
per jaar open gaat. En dan vraag ik me af: wat betekent
dat voor die werknemers? Die 24 uurseconomie zorgt
ervoor dat stress beroepsziekte nummer één is en zou
mede kunnen leiden tot een forse toename van het aantal
cliënten met slaapstoornissen.”
‘slapeloosheid’ door ingrid Verbeek (isbn: 9789085061526), uitgeverij boom, € 28,70. www.uitgeverijboom.nl
Probeer zo veel mogelijk op dezelfde tijd op te staan (in het weekend maximaal anderhalf uur later).
blijf per nacht niet langer dan acht uur in bed.
ga pas naar bed wanneer je je slaperig voelt.
Vermijd ongeveer een uur voor het slapengaan inspannende geestelijke en lichamelijke activiteiten.
lichamelijke activiteit overdag is wel goed.
doe ’s avonds geen dutje; overdag mag dat wel, maar wel voor 17:00 uur.
drink hoogstens 1-2 glazen alcohol per avond; gebruik het niet als slaapmiddel.
Vermijd cafeïne na 18:00 uur ’s avonds.
Zorgt bij het inslapen voor warme voeten.
neem één tot twee uur voor het slapengaan een warm bad.
neem voor je naar bed gaat een glas warme melk.
Tips tegen slapeloosheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
advisie | februari 2014 13
aChtergrond
Het aantal zelfstandige arbeidsdeskundigen is de
afgelopen jaren snel toegenomen. Bestond de beroeps-
groep enkele decennia geleden nog voornamelijk uit
arbeidsdeskundigen die bij UWV (of zijn rechtsvoorgan-
gers) werkten, tegenwoordig is ongeveer de helft van de
arbeidsdeskundigen in ons land vrij gevestigd of werk-
zaam in het bedrijfsleven en bij verzekeraars. Nu het
aandeel zelfstandige arbeidsdeskundigen snel toe-
neemt, lijkt het logisch te verwachten dat innovaties ook
meer uit die hoek zullen komen. Een ander soort inno-
vatie ook, die prachtig complementair is aan de vernieu-
wing die door wet- en regelgeving of de claimkant van
ons vak wordt ingegeven.
OndernemerschapWat zelfstandige eerstelijnsarbeidsdeskundigen vooral
kunnen toevoegen is hun ondernemerschap, hun vermo-
gen om zich makkelijker en beter te verplaatsen in de
creativiteit en de commercialiteit van het bedrijfsleven.
De kerncompetenties die zijn vastgesteld vanuit de
beroepsgroep sluiten daar ook mooi op aan. Want waar
zijn wij goed in? Denken in oplossingen, kijken naar wat
mogelijk is. Ook het matchen van belasting en de
belastbaarheid is iets waar arbeidsdeskundigen in
gespecialiseerd zijn. Maar wat zo belangrijk is bij de
inzet van deze kerncompetenties is dat arbeidsdeskun-
digen verder kijken. Natuurlijk zijn wij goed in het
bepalen van de loonwaarde. En natuurlijk kun je het bij
die opdracht laten. Maar is het niet veel waardevoller én
leuker om inventieve oplossingen te vinden waardoor de
loonwaarde van 50 naar 70% stijgt?
En hoe vaak trekken arbeidsdeskundigen de conclusie
dat een werknemer niet arbeidsongeschikt is, maar een
functioneringsprobleem heeft? En hoeveel arbeidsdes-
kundigen zeggen dan uit principe: ‘Het is een functione-
ringsprobleem, dus dat moeten de werkgever en de
werknemer samen oplossen.’
Beter productVeel zelfstandigen opereren alleen of in een collectief
met andere arbeidsdeskundigen en blijven daardoor ook
keurig binnen hun vakgebied. Terwijl mijn ervaring leert
dat je tot een heel ander en beter adviesproduct komt
wanneer je invloed van anderen toelaat in jouw ziens-
wijze. Een voor de hand liggende samenwerking is die
met de bedrijfsarts of een arbeidspsycholoog. Maar dat
kan ook veel breder. Zo heeft mijn compagnon vanuit zijn
ondernemende, bedrijfsmatige kijk op zaken een
belangrijke bijdrage geleverd aan het verbeteren van
mijn arbeidsdeskundige adviezen. Soms simpel door te
vragen: maar wat is de vraag van de klant? Binnen onze
samenwerking bestond daardoor de noodzaak om een
product te leveren dat van hoge kwaliteit is, de vraag van
de klant beantwoordt, het onderliggende probleem
oplost én de onafhankelijke positie van de arbeidsdes-
kundige borgt.
Werkgever en werknemer weten dat er sprake is van
Innovatie leidt tot bredere inzet arbeidsdeskundigen
Met het toenemend aantal zelfstandige arbeidsdeskundigen zal ook een groot deel van de vernieuwing van het arbeidsdeskun-dig vak uit die hoek moeten komen. Charlotte Boersma is van mening dat dit een deels nog onontgonnen terrein is. Ze pleit daarom voor creativiteit, innovatie en netwerksamenwerking met aanpalende disciplines. Dit leidt tot betere oplossingen en verdere ontwikkeling van het arbeidsdeskundig vak.
TEKST | Charlotte boersma *
“Arbeidsdeskundigen kunnen in de advies-fase in belangrijke mate bijdragen aan een duurzame oplossing”
advisie | februari 201414
tenties en leerbaarheid met geschikt werk. De arbeids-
deskundige heeft contact met een werkgever en dus
meer zicht op de context van het functioneringspro-
bleem binnen de organisatie.
MeedenkenKortom: innoveer door coalities aan te gaan met andere
beroepsgroepen waardoor je je eigen expertise kunt
uitbreiden. Beide partijen hebben daar trouwens baat bij.
Een ander voorbeeld van samenwerking is die tussen
advocaten en arbeidsdeskundigen: er zijn steeds meer
advocaten die hun pleitstuk aan arbeidsdeskundigen
voorleggen om te zien of ze alles goed in beeld hebben.
Als arbeidsdeskundige moet je wel een aantal stappen
maken zodat je de complexiteit kunt overzien. Dat je niet
alleen je eigen deel ziet, maar ook daadwerkelijk kunt
meedenken in het vak van iemand anders. Daar hoef je
uiteraard geen specialist in te zijn, maar je moet jezelf
wel scholen om die samenwerking waar te maken. Praat
met collega’s uit aanpalende vakgebieden en kijk waar
de raakvlakken zitten. Kijk wat andere disciplines voor je
kunnen betekenen in een traject en omgekeerd. Zoals
het voorbeeld van de advocatuur. Maar ook richting
bedrijfsartsen. Als een eerstelijnsarbeidsdeskundige
ook veel weet van wet- en regelgeving, kan hij daarin
ook een bedrijfsarts sturen.
Gebruik de mogelijkhedenMaak tijd vrij om na te denken over innovatie. Creëer,
ondanks de waan van de dag, ruimte voor brainstorm,
deelname aan OT-groepen en Kleine Slimme Groepjes
(KSG, geïnitieerd door de NVVA bij nieuwe ontwikkelin-
gen). Gebruik al die mogelijkheden om tot nieuwe ideeën
te komen en mee te helpen aan de verdere ontwikkeling
van het vak. Vernieuwing resulteert ook in een bredere
en completere dienstverlening. Arbeidsdeskundigen
kunnen veel meer voor opdrachtgevers en werknemers
betekenen, mits we dat op de juist manier aanpakken.
Met het oog op de Participatiewet gaat nu heel veel
aandacht uit naar het begeleiden van mensen met een
afstand tot de arbeidsmarkt. Waarom niet een pro-
gramma aanbieden om samen met een bedrijf te
brainstormen over het creëren van werplekken die
budgetneutraal of zelfs winstgevend zijn? Want innovatie
is nog leuker als het ook commercieel te dragen is.
* Charlotte boersma is directeur en kwaliteitsmanager bij lytton. Tevens is ze hoofdredacteur van ad Visie.
minder functioneren. Of dat nu komt door verminderde
belastbaarheid of omdat de werknemer bepaalde
competenties ontbeert is voor hen van ondergeschikt
belang. Ze willen vooral weten wat de oplossing is. En
voor die oplossing moet je soms buiten je eigen vakge-
bied kijken. Je kunt zeggen: ‘Daar brand ik mij niet aan,
ik ga tot hier en niet verder.’ Of je denkt: Wat is hier het
probleem, wat is nu eigenlijk de vraag? Met welke
samenwerking kunnen we hier wél tot een oplossing
komen?
Vanuit deze vraag ontwikkelden wij de Persoonlijke
Functiescan. Deze helpt een niet goed functionerende
werknemer door middel van een arbeidspsychologisch
onderzoek om competenties, sterkten en zwakten in
beeld te krijgen. Arbeidsdeskundigen kunnen in de
adviesfase in belangrijke mate bijdragen aan een
duurzame oplossing. In dit geval niet de matching van
belasting en belastbaarheid, maar matching van compe-
“Mijn ervaring
leert dat je tot een
heel ander en beter advies- product
komt wanneer je invloed van
anderen toelaat in
jouw ziens-wijze.”
advisie | februari 2014 15
opinie
xxxx IN BEELD
Plezier in werk Zowie werkt bij de bio specialist in de amsterdamse rijn-
straat en doet dat met plezier en passie. niet zo gek, want
de bio winkel van oprichters dennis en andré Theunissen
is een prachtige zaak met een bijzondere formule. er
worden biologische producten verkocht die zoveel mogelijk
op de dag zelf zijn geproduceerd en dat voor een schap-
pelijke prijs. Chef kok leo wiebenga kookt er bovendien
heerlijke meeneem-maaltijden van. en alles gepresen-
teerd in een opvallend decor van steigerhouten schappen
en kroonluchters. daar wil je je als winkelmedewerker wel
thuis voelen. Zowie vertelt met passie over de producten
die hij verkoopt, alhoewel hij ook vindt dat voedsel geen
gebruiksaanwijzing heeft. “je moet het aanvoelen.” dat
doet de hippe, bio bewuste hoofdstedelijk clientèle niet
altijd. Ze laten Zowie daarom graag vertellen hoelang de
kip (met een goed leven achter de rug) in de oven moet of
hoe je schorseneren of pastinaak bereidt.
TEKST | diederik wieman
FOTO’S | Charlotte boersma
advisie | februari 201416
advisie | februari 2014 17
reportage
De timing van dit AKC-project kon nauwelijks beter zijn.
Niet alleen omdat loonwaardebepaling een van de
pijlers is onder de nieuwe Participatiewet, maar ook
omdat de overheid in het wetsvoorstel nadrukkelijk
stelt dat de loonwaarde objectief moet worden vastge-
steld en dat de 35 Werkbedrijven daartoe minimumei-
sen moeten opstellen. Gebeurt dit niet of onvoldoende,
dan zal de overheid zelf regelgeving vaststellen.
Zover hoeft het niet te komen als het AKC erin slaagt
om voor die tijd een validatie te ontwikkelen voor de
bestaande loonwaardebepalingsmethoden. En die kans
is groot, want het intensieve project is vrijwel afgerond
en de resultaten tot nu toe zijn meer dan bemoedigend.
“Het is een bijzonder project”, zegt Mark Schouten, die
Validering methoden loonwaardebepaling is grote stap vooruitEr zijn diverse methodieken om de loonwaarde van werknemers te bepalen. Tussen de uitkomsten van de systemen zitten echter verschillen die kunnen oplopen tot wel 40%. Het AKC-project Validering Loonwaarde levert een heldere set van afspraken op over de inhoud en kwaliteit van loonwaardebepaling.
TEKST | diederik wieman
Enorme winstHarm Rademaekers is vanuit de UWV-
methodiek betrokken bij het AKC-project.
“Het is een enorme winst dat we het begrip-
penkader goed in beeld hebben en dat we
hier met de verschillende methoden con-
sensus over hebben. Nu weet je dat als
Dariuz het over tempo heeft, dat dat het-
zelfde tempo is als wat UWV of VTA/Pantar
bedoelt. Pluspunt is ook dat het stappenplan
van de loonwaardebepaling geüniformeerd
is. Want als je al anders begint met het
loonwaardeonderzoek, kom je aan het eind
zeer waarschijnlijk ook anders uit met de
hoogte van de loonwaarde.” Ook stipt hij de
Participatiewet aan: “Daarin zullen de
meeste mensen met arbeidsbeperkingen
die willen werken onder de verantwoorde-
lijkheid vallen van de 408 verschillende
gemeenten in Nederland. Dan stijgt het
belang van een valide, eenduidige bepaling
van de loonwaarde. Gemeenten mogen zelf
bepalen welke methode ze gebruiken, maar
ik hoop wel dat ze goed nadenken en voor
een gevalideerde methode kiezen.”
Rademaekers signaleert bij UWV-collega’s
veel belangstelling voor het onderwerp. “Het
leeft echt en is ook bij uitstek een arbeids-
deskundig onderwerp. Buiten UWV merk ik
dat ik de context erbij moet vertellen om het
belang te onderstrepen. Pas als ik vertel dat
loonwaarde een van de pijlers van de nieuwe
Participatiewet is, krijgt ik vragen als ‘Hoe
gaat dat dan?’ en ‘Wie gaat het doen?’ en ‘Is
daar een landelijke methode voor?’. Als de
wet doorgaat verwacht ik in het voorjaar nog
meer belangstelling voor het onderwerp
loonwaardebepaling. Ook kan ik me voor-
stellen dat er meer methoden aangedragen
worden voor validatie.” Mocht de wet onver-
hoopt niet doorgaan, is dat vanuit het kader
van loonwaardebepaling geen probleem,
vindt Rademaekers: “Vanuit de arbeidsdes-
kundige beroepsgroep hebben we nu een
van onze kerninstrumenten op het gebied
van mens, werk en inkomen valide gemaakt.
En dat is sowieso winst.”
Harm Rademaekers,“Ik verwacht dat ge-meenten voor een gevali-deerde methode kiezen”
advisie | februari 201418
43
21
samen met AKC-directeur Tjeerd Hulsman het
project aanstuurt. “Drie aanbieders van methoden
om loonwaarde te bepalen hebben wij bereid gevon-
den mee te werken aan het project. Dariuz, UWV en
VTA/Pantar.” Volgens Schouten is het tijd dat er meer
eenduidigheid komt, want de verschillen zijn groot.
Onder meer uit het Panteia-rapport (2012) blijkt dat
de bandbreedte soms meer dan 40% is. “Het maakt
niet uit wie de loonwaarde bepaalt en met welk
systeem: de verschillen zijn altijd groot. Zelfs wan-
neer twee arbeidsdeskundigen met hetzelfde sys-
teem dezelfde casus beoordelen, komen er soms
heel verschillende loonwaarden uit. Dat biedt
natuurlijk geen rechtsgelijkheid.” Schouten vindt dat
de buitenwereld moet kunnen vertrouwen dat de
loonwaarde goed en objectief wordt bepaald. “Als de
methode gevalideerd is, krijg je altijd een uitkomst
die binnen een vastgestelde bandbreedte ligt.
Natuurlijk wordt het nooit een exacte wetenschap.
Als de experts bepalen dat € 768 de gouden stan-
daard is van een casus, zal niemand precies op dat
bedrag uitkomen. Maar je krijgt wel uitkomsten die
niet meer dan een vastgesteld percentage afwijken.”
Wetenschappelijke aanpakOm zover te komen is het AKC vorig jaar het loon-
waardevalideringsproject gestart. Daarin wordt de
Mark Schouten: “De buitenwereld moet kun-nen vertrouwen dat de loon-waarde goed en objectief wordt bepaald”
Stap 1: Inhoudsvaliditeit. Uniformeren en standaardiseren
van de arbeidsdeskundige werkwijze en begrippen, het
valideringsdesign en de trainingsopzet (gerealiseerd)
Dit levert een scherp en logisch beredeneerde inhoud van de
methodiek op. Zodanig beschreven dat de methodiek over-
draagbaar en trainbaar is en de basis kan zijn voor het
bereiken van ‘inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid’. Loon-
waardesystemen en -methoden kunnen de eigen methode
waar nodig aanpassen op basis van deze generieke modu-
laire begripsopzet van de ‘Arbeidsdeskundige (Loonwaarde)
Methodiek’ en daarmee de externe expertnorm hanteren als
borging van de eigen methodiek.
Stap 2: Opzet onderzoekdesign validering via een ‘efficacy
pilot’ 2013 (gerealiseerd)
De ‘efficacy pilot’ wordt vormgegeven door in een laboratori-
umsituatie de inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid en de
convergente validiteit te onderzoeken van de loonwaardeme-
thodiek. Er wordt door een selecte groep (loonwaarde)
experts twaalf casussen voor gebruik in de efficacy pilot
beschreven van ‘werknemers met arbeidsbeperkingen’.
Deze twaalf casussen worden beschreven op basis van de
loonwaarde-elementen die in stap 1 door de experts zijn
aangegeven. De deelstappen en (netto)loonwaarden van
deze twaalf casussen gelden als ‘gouden standaard’. Dit
levert een uitgeschreven onderzoekdesign en operationele
specificaties voor de validering op.
Stap 3: Het uitvoeren van de ‘efficacy pilot’ (gerealiseerd)
Het AKC had als inzet een Randomized Controlled Trial
(RCT) te houden met tien tot twintig arbeidsdeskundigen per
methodiek. Dat is alleen voor het UWV gelukt. De andere
systemen werken met een voor- en nameting. Random zijn
arbeidsdeskundigen van het UWV toegewezen aan de experi-
mentgroep en aan de controlegroep. De uitslagen van het
onderzoek zijn in het eerste kwartaal van 2014 bekend.
Stap 4: Het over een langere periode monitoren van de
inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid. (2014 en 2015).
Stappenplan
>
19 advisie | februari 2014
wetensChappelijk
expertise van arbeidsdeskundigen met loonwaarde-
vaststelling gecombineerd en de kennis van uitvoerders
van loonwaardemethoden gecombineerd met een
onafhankelijke, wetenschappelijke blik. De loonwaar-
demethodieken Dariuz, VTA Pantar en UWV werken alle
drie vanuit dezelfde basis: functieanalyse, werkplekon-
derzoek en de gerealiseerde arbeidsprestatie afzetten
tegen de arbeidsprestatie die gangbaar is in de (norm)
functie. Dat biedt een stevige basis voor het bereiken
van de gewenste consensus en validering van de
begripsinhoud. Het AKC heeft de externe validering van
de loonwaardevaststelling zo wetenschappelijk moge-
lijk vormgegeven. Daartoe wordt samengewerkt met
onderzoeker dr. A.J.M. Schellart, werkzaam bij het
Centraal Expertise Centrum.
TransparantIn de onderzoeksopzet volgt het AKC het Panteia-
advies om niet één (nieuw) systeem te ontwikkelen,
maar ervoor te zorgen dat de bestaande methoden
dezelfde taal spreken. Projectleider Mark Schouten:
“We zijn nu met elkaar eens wat we onder de begrippen
normfunctie, tempo, kwaliteit, inzetbaarheid en additi-
onele kosten verstaan. Je kunt zo alles uitsplitsen en
zuiver houden. Uitgangspunt is dat de loonwaarde niet
onderhandelbaar is. Wel kun je stoeien over de additio-
nele kosten die gemaakt moeten worden om de werk-
nemer in een bedrijf te laten functioneren. Als je zo te
werk gaat, wordt de loonwaardebepaling veel stabieler
en voorkom je ook dilemma’s wanneer arbeidsdeskun-
digen zowel voor de loonwaardebepaling als voor
plaatsing bij een werkgever verantwoordelijk zijn.”
Positief advies“Ondertussen hebben ook het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW), De Werkkamer,
werkgevers- en werknemersorganisaties en cliënten-
raden hun interesse getoond”, zegt Schouten niet
zonder trots. “Wij hopen natuurlijk dat zij hun achter-
ban adviseren om in zee te gaan met betrouwbare
partners als het om loonwaardebepaling gaat. Partners
die gebruik maken van loonwaardebepalingsmethoden
die door het onafhankelijke AKC zijn gevalideerd.” Als
die validatie er eenmaal is, zal zij zeker ook een aan-
zuigende werking hebben, verwacht Schouten. “Syste-
men kunnen als ze willen meegaan en hun methode
aanpassen. Verstandig, want je loopt anders al snel
achter de feiten aan.”
Eenduidig begrippenkaderRaymond Laenen verdiept zich al sinds 2003 in
loonwaardemeting. Zo stond hij samen met TNO aan
de wieg van Dariuz, de methodiek die tegenwoordig
door meer dan de helft van de WSW-bedrijven wordt
gehanteerd. Waarom neemt hij deel aan dit AKC-
project? “Als je opdrachtgevers niet wilt vastpinnen
op één bepaald systeem, dan zul je heel strak en
duidelijk moeten zijn in wat je meet en hoe je meet.
Nederland heeft grote behoefte aan een eenduidig
begrippenkader. Dat is wat we in dit project nu
hebben vastgelegd. Iedere methode volgt bij het
vaststellen van loonwaarde zijn eigen route. Dat heeft
onder meer te maken met het doel waarvoor de
methode ooit werd ontwikkeld. In het geval van
Dariuz was dat het beoordelen van Melkert- en
ID-banen. We hadden een ander referentiekader dan
de FML nodig om de loonwaarde te stellen, omdat de
arbeidsprestatie vaak weinig verband hield met
objectiveerbare klachten. De winst van dit project is
dat we het nu over de begrippen eens zijn. Ieder
methode kan daardoor zijn eigen route blijven volgen,
maar de uitkomsten zullen dichter bij elkaar liggen.”
arbeids-deskundi-gen
Hoe stel je een
normfunctie vast,
wat betekenen
kwaliteit, tempo
en inzetbaar-
heid? Hoe han-
teer je de reken-
formule?
wanneer een
loonwaardebepa-
lingsmethode is
gevalideerd,
zullen ook de
gebruikers ervan
in de nieuwe
systematiek
getraind moeten
worden. opleiden
van arbeidsdes-
kundigen en
loonwaardespe-
cialisten is zelfs
een van de eisen
die aan validatie
Training
Raymond Laenen,“Strak en duidelijk zijn in wat je meet en hoe je meet”
advisie | februari 201420
COLUMN
Nieuwe ronde, nieuwe kansen!
Hallo 2014! Nu het jaar op gang is gekomen zitten we zowel in onze ‘com-
fort zone’ als de hectiek van alledag. Vaarwel goede voornemens, tot
volgend jaar. Of toch niet?
Onlangs sprak ik een man die decennia lang niet meer had gewerkt nadat
hij ooit ziek uit dienst ging. Na jarenlang WAO volgde herkeuring en de
bijstand. Tot afgelopen najaar werd hij door de Sociale Dienst ‘met rust
gelaten’. Dan opeens een oproep bij de arbeidsdeskundige. Meneer had
nog wel wat last van zijn fysieke klachten, hielp zijn echtgenote met de
kinderen en in het huishouden. Kortom: geen tijd om te werken!
De cliënt zat duidelijk in zíjn ‘comfort zone’ van 24/7 huis en haard. Zijn
wereld was heel klein geworden. Bij mij in de spreekkamer moest hij
echter nadenken over zijn toekomst waarin mogelijkheden centraal staan.
Hij was gelukkig wel zo eerlijk om toe te geven dat hij al langere tijd inziet
dat zijn (gezins)leven er anders uit zou kunnen zien. De eerste horde was
genomen.
Onder het motto: nieuwe ronde, nieuwe kansen hebben we – aan de hand
van zijn goede voornemens – een stappenplan opgesteld. Want na jaren-
lange stilstand, kom je niet snel weer op gang. Inmiddels hebben we een
participatieplaats gevonden, is er een budgetcoach ingeschakeld en wordt
onderzocht of zijn huidige klachten medisch objectiveerbaar zijn en wat zijn
belastbaarheid is. Privé brengt hij meer tijd door met de kinderen en doen
ze leuke dingen die niet veel geld kosten.
Of hij ooit een betaalde baan zal vinden is onzeker, maar deze meneer lijkt
zich vooralsnog aan zijn goede voornemens te houden.
Ik ga voor mezelf ook maar zo’n stappenplan schrijven als ik weer eens
goede voornemens bedenk.
Redactielid van AD Visie en arbeidsdeskundige bij WerkRoute (Tomingroep)
TransparantieLeo Kooyman was jarenlang actief in de SW, eerst
vanuit het ministerie SZW, later bij koepelorganisatie
NOSW-Cedris. In zijn hoedanigheid als voorzitter
INOVAT (vereniging voor arbeidskundige technieken)
was hij betrokken bij de opzet van de VTA (Vaststelling
Tegemoetkoming Arbeidsinpassing) die het Amster-
damse SW-bedrijf Pantar en DWI sindsdien gebruiken
om loonwaarde te bepalen. Over de deelname aan het
AKC-project zegt hij: “We hebben een open vizier, we
doen mee om te kijken of er iets goeds uit komt. Het is
puur onze vakmatige nieuwsgierigheid waarom we
meedoen. We hebben met VTA geen commercieel
systeem op de markt gezet. Er speelt geen concurren-
tie. Iedereen mag zien hoe we het opgezet hebben en
hoe we het doen. En als het beter kan, gaan we het
systeem bijstellen.” Het is volgens Kooyman een
intensief project. “We hebben fundamentele discussies
gevoerd over normfuncties en over welke begrippen de
arbeidsprestaties bepalen. Er zijn definities gemaakt
voor tempo, kwaliteit en inzetbaarheid. En we hebben
gesproken over de bijkomende kosten die gemaakt
moeten worden om mensen te laten functioneren in een
baan. Het waren soms stevige discussies, maar ze
zorgen wel voor transparantie. Zo hou je het zuiver en
eerlijk naar de persoon en kun je ook beter met de
werkgever praten.”
Leo Kooyman“Als het beter kan, stel-len we het systeem bij”
Rekha van Dis
advisie | februari 2014 21
Column
Nu de ALV akkoord is met de eindtermen voor de basisopleiding AD, kan het bestuur – in samenspraak met de leden – de volgende stappen zetten met als doel verdere professionalisering van het vak en nadere invulling van de certificering. “Niet iedereen is zich misschien bewust van het heugelijke feit, maar we hebben nu een belang-rijk ijkpunt”, zegt stafarbeidsdeskundige en NVvA-bestuurslid Loes Bernaert.
Ze vindt dat er een prachtig resultaat is
geboekt. “Het is toch mooi wanneer de
beroepsvereniging en alle erkende opleidin-
gen met elkaar, in opdracht van de NVvA,
onder leiding van het AKC tot een eendui-
dige kwalitatieve opleiding zijn gekomen?
Nu weten we dat alle toekomstige arbeids-
deskundigen volgens dezelfde eindtermen
worden opgeleid.”
Nu deze mijlpaal is bereikt, is het tijd voor
de volgende stap: verbeterde invulling van
de certificering. Tijdens de ALV is via
workshops een eerste inventarisatie
gemaakt. De aanwezige leden hebben
elkaar geïnterviewd over de waarde van
certificatie en hoe je als AD getoetst wil
worden. De antwoorden bewogen zich zoals
verwacht tussen de uitersten. Loes Ber-
naert snapt de sentimenten, maar bena-
drukt: “Je moet als arbeidsdeskundige niet
alleen kijken naar wat je zelf wilt, maar ook
naar wat klanten en opdrachtgevers van je
vragen en verwachten. Sterker nog: eigen-
lijk moet je kijken wat de markt vraagt, en
daar als vereniging op aansluiten.” Ze
verwacht dat klanten en opdrachtgevers in
toenemende mate zekerheid zullen vragen
omtrent de kwaliteit van arbeidsdeskundi-
gen. Kwaliteit die je dus ook moet kunnen
aantonen.”
TrendGert de Gruijter is het daar als onafhanke-
lijk specialist in keurmerken voor profes-
sionals helemaal mee eens. Hij is door de
NVvA ingeschakeld om strategisch advies te
geven over het certificeringstraject. “Certi-
ficering is een algemene trend. In steeds
meer beroepsgroepen volstaat alleen een
diploma niet meer en vraagt de samenle-
ving ook om waarborgen voor juist handelen
en kwaliteit. Er wordt transparantie
gevraagd en je moet kunnen bewijzen dat je
resultaten boekt.”
Arbeidsdeskundigen moeten zich daarom
niet afvragen wat zij persoonlijk willen of
goed vinden, maar wat nodig is om de
beroepsgroep verantwoord en juist te laten
functioneren. “Kijk niet vanuit je eigen zelf,
maar naar jezelf”, raadt De Gruijter aan.
“Kijk vanuit maatschappelijk perspectief
wat nodig is.”
Toegevoegde waardeDeze bredere blik ligt ook besloten in de
officiële persoonscertificering (ISO 17024-
norm). Daarin staat onder meer dat alle
belanghebbende partijen bij de inhoud van
de certificering betrokken moeten worden.
“Een belangrijk punt”, aldus De Gruijter,
“want dat betekent dus dat je niet alleen als
beroepsgroep bepaalt hoe de certificering
eruit moet zien. Maar dat je daar bijvoor-
beeld ook cliënten, verzekeraars, vakbon-
den en andere belanghebbende partijen bij
moet betrekken.”
Certificering biedt een toegevoegde waarde
voor de klant en de opdrachtgever en dus
ook voor het niet-beschermde beroep van
arbeidsdeskundige. “Het houdt je scherp,
het is goed voor de persoonlijke professio-
nele ontwikkeling en levert tevreden klan-
ten op.”
MeedenkenHet bestuur vraagt de leden de komende
tijd mee te denken over toetsing en certifi-
cering. Loes Bernaert: “We weten dat het
anders moet, minder gecompliceerd en met
minder rompslomp dan nu. Daar zetten we
als bestuur op in. Maar uiteindelijk moeten
we het samen met de leden doen!”
Eli van den Heuvel, beleidsmedewerker bij
UWV en NVvA-bestuurslid, waakt over dit
laatste: “We benaderen de leden via de
OT-groepen, de klantbordgroep en enquê-
tes. Belangrijk is dat iedereen zijn of haar
mening geeft. Of die nu positief of negatief
is. In dat laatste geval gaan we op zoek naar
een oplossing.” Tijdens de eerste komende
ALV, in juni van dit jaar, zal op basis van de
inventarisatie een eerste concept van de
norm en de toets gepresenteerd worden. In
november zal de definitieve versie aan de
leden worden voorgelegd.
Eindtermen AD-opleiding startpunt voor verdere professionalisering
“Toegevoegde waar-de voor klant, op-
drachtgever en het niet-beschermde
arbeidsdeskundige beroep”
advisie | februari 201422
Nederland participeert in 2014!
> behoud bestaande kennis, expertise en
netwerken rond de wajong.
> geef wajong’ers met verdienvermogen
een stevig arbeidsdeskundig advies
mee, gericht op werk en werkgevers,
als ze overgaan naar gemeenten.
> Zorg voor maatwerk, maar ook voor
objectieve en toetsbare beoordeling van
werk- en verdienvermogen en loon-
waarde.
> Toets methodieken voor loonwaardeme-
ting aan onze ‘gouden standaard’.
> faciliteer werkgevers.
> laat professionals dezelfde taal spre-
ken.
> Versterk de arbeidsdeskundige kennis
bij gemeenten door de inzet van
arbeidsdeskundigen en de door akC
vastgelegde deskundigheid, die we
graag beschikbaar stellen aan klantma-
nagers.
onze aanbevelingen:Met de Participatiewet krijgen gemeenten grote verantwoordelijkheden voor het aan het werk helpen van mensen met arbeidsbeperkingen. De NVvA wil u graag meegeven hoe dat tot optimaal resultaat kan leiden.
Benut arbeidsdeskundigheid
Gemeenten staan dicht bij hun burgers,
waaronder ook werkzoekenden met een
beperking. De veronderstelling is dat
gemeenten maatwerk kunnen organiseren.
Zeker als daarvoor de juiste voorwaarden
worden gecreëerd en er tegelijk objectief
toetsbare beslissingen worden genomen.
Door inschakeling van arbeidsdeskundigen
wordt een onafhankelijke blik op de moge-
lijkheden van mensen met beperkingen
gewaarborgd. Dat gebeurt evenzeer door
gemeenten de juiste tools en interventies
aan te bieden. De arbeidsdeskundige legt
verbinding tussen mens, werk en inkomen:
de werkende met beperkingen, de werkge-
ver en de uitkeringsinstantie. Maatwerk en
passend werk zijn de basis onder het
arbeidsdeskundige vak. De NVvA verenigt
vrijwel alle arbeidsdeskundigen. Het
Arbeidsdeskundig Kenniscentrum AKC legt
kennis en expertise vast in gevalideerde
instrumenten, aanpakken en werkwijzers.
Die aanpakken zijn ook voor gemeenten
toepasbaar. In de volgende uitgave van AD
Visie, die geheel in het teken staat van de
Participatiewet, komen we uitgebreid op dit
onderwerp terug.
OPROEP
gezocht: arbeidsdeskundige voor multidisciplinaire richtlijn ‘Chronisch Zieken en arbeidsparticipatie’
Nederlandse Verenigingvan Arbeidsdeskundigen
Nederlandse Verenigingvan Arbeidsdeskundigen
Nederlandse Verenigingvan Arbeidsdeskundigen
Nederlandse Verenigingvan Arbeidsdeskundigen
Eindtermen AD-opleiding startpunt voor verdere professionalisering
Het Coronel instituut van het AMC
Amsterdam is gestart met de ontwikkeling
van een richtlijn voor bedrijfs- en verzeke-
ringsartsen, gericht op behoud en terug-
keer naar werk van chronisch zieken.
Deze richtlijn ‘Chronisch zieken en
arbeidsparticipatie’ beoogt de bestaande
kennis op dit gebied op een wetenschap-
pelijk verantwoorde wijze te verzamelen
en om te zetten in bruikbare aanbevelin-
gen. Deze aanbevelingen zijn niet alleen
gericht op bedrijfs- en verzekeringsart-
sen, maar hebben ook betrekking op de
rol die huisartsen, specialisten en patiën-
ten zelf daarbij hebben. In dat kader is de
NVvA benaderd. Er is behoefte aan speci-
fieke arbeidsdeskundige kennis op het
gebied van chronisch zieken en werk.
Heb je affiniteit met het onderwerp
chronisch zieken en werk en denk je een
zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan
de ontwikkeling van deze multidiscipli-
naire richtlijn? neem dan contact op met
Yvette van woerkom via 06-51073018 of
advisie | februari 2014 23
Geef eens een voorbeeld van wat je hebt geleerd?“Vasthouden aan mijn standpunt en de cliënt daarmee
confronteren. Van nature ben ik empathisch – vandaar ook
dat men mij heeft benaderd om supervisie te geven. Maar
ik vond het wel eens moeilijk om na al die empathie nog
een ferm standpunt in te nemen. Tijdens het supervisie-
traject heb ik me gerealiseerd dat iemand aanhoren niet
hetzelfde is als het met iemand eens zijn. Nu kan ik iets
zeggen als: ‘Ik begrijp wat je zegt, maar ik heb een ander
standpunt.’”
Is supervisie dan een vorm van training?“Nee, dat is het niet. Neem het voorbeeld van slecht-
nieuwsgesprekken. Bij een training zul je zulke gesprek-
ken oefenen. Je leert dan bijvoorbeeld dat je altijd met de
deur in huis moet vallen, en dat je in sommige situaties
iets kunt zeggen als ‘Ik vind het moeilijk om je dit te
vertellen. Op zich prima – als je het tenminste echt meent.
Maar wat als er een heel ander probleem onder ligt? Wat
als je het helemaal niet moeilijk vindt om te zeggen, maar
als je ervan baalt dat je geen hulp kunt geven? Dan klinkt
zo’n tekst heel onecht. Je hebt je eigen gevoelens niet
doorleefd, en dat doe je met supervisie wel.”
Dus komt het meer in de buurt van therapie?“Ja, maar het is echt iets anders. Stel, jij zit bij mij in een
supervisietraject, en je klaagt over al die keren dat je je
werk niet op tijd af krijgt. En stel dat we bij onze gesprek-
ken uitkomen op je jeugd, op het feit dat je vader altijd
veeleisend was en jij daartegen inging. Dan is die vader
nog steeds van invloed op je werk, want door hem heb je
jezelf uitstelgedrag aangeleerd. En dus kunnen we het er
best even over hebben.”
Maar waar zit dan het verschil met therapie?“Dat zit hem in het woordje ‘even’. Tijdens een supervisie-
gesprek zullen we zeker op die relatie met je vader
ingaan, maar hoogstens een deel van een sessie. Als die
vader in alle gesprekken terugkomt, als blijkt dat je daar
last van blijft houden, dan zal ik je doorsturen naar een
therapeut.”
Met welke doelen komen de mensen naar je toe?“Dat is heel verschillend. Sommigen hebben moeite met
de tijdsdruk, het spanningsveld tussen kwaliteit en kwan-
titeit. Sommigen worstelen met emoties, bijvoorbeeld als
ze tegen iemand van 63 moeten zeggen dat hij geen
uitkering krijgt. Anderen vragen zich af wat precies hun rol
UWV zet supervisie op de kaart
Vanaf 2007 volgden verschillende arbeidsdeskundigen bij UWV een supervisietraject, en bij de evaluatie in 2012 bleken de ervaringen positief. Zo positief dat UWV heeft besloten om supervi-sie aan te bieden als nascholingstraject. Supervisor Frans Schutter is niet verbaasd. “Ik heb zelf ook een traject gevolgd, en heb daar veel van geleerd.”
TEKST | Peter Passenier
frans schutter werkt sinds 1998 als
arbeidsdeskundige. in 2010 is hij begonnen
met de opleiding tot supervisor die hij dit
jaar afrondt. Hij geeft sinds 2010 supervisie
binnen uwV aan onder meer arbeidsdes-
kundigen. in 2009-2010 heeft hij zelf super-
visie gehad van een verzekeringsarts-
supervisor.
FRANS SCHUTTER
advisie | februari 201424
is in de organisatie, weer anderen ergeren zich aan artsen of
cliënten.”
Wat adviseer je hun in dat laatste geval?“Om zich niet te laten leiden door hun eigen normen en
waarden. Laatst sprak ik een collega arbeidsdeskundige die
zich tijdens een spreekuur flink had opgewonden. Volgens
hem vond zijn cliënt het allemaal wel best, en zat hij niet op
het re-integratietraject te wachten. Dat botste enorm met zijn
eigen arbeidsethos. Ik kan me dat heel goed voorstellen.
Laatst had ik een cliënt die aan zijn knie moest worden geope-
reerd, en vóór die tijd alleen maar passief wilde afwachten. En
ik raakte flink geïrriteerd door zijn verhalen dat er toch geen
werkgever op hem zat te wachten. Maar de bedoeling is om
zulke mensen in beweging te krijgen. En dus moet je je eigen
normen en waarden even opzij kunnen zetten.”
Hoe doe je dat?“Als ik zo iemand heb aangehoord, zeg ik gewoon eerlijk: ‘Ik
voel nu irritatie.’ Daarmee krijgt het gesprek vaak een totaal
andere wending. Dat komt omdat mensen zien dat je je zelf
kwetsbaar durft op te stellen, dat je emoties wilt tonen. En dat
is ook iets dat je leert bij supervisie.”
Is iedereen tijdens het supervisietraject daartoe bereid?“Ja, praktisch iedereen. Je moet niet vergeten: de aanmelding
is vrijwillig. Bovendien creëren we altijd een veilige omgeving.
Vooraf wordt er een contract opgesteld waarin staat waar we
het over gaan hebben, en dat er niets wordt gerapporteerd.”
Hoe gaat het verder met supervisie?“Inmiddels is het supervisietraject geaccrediteerd door
Hobeon/SKO. Sinds augustus 2013 wordt het aangeboden als
officieel nascholingstraject binnen UWV.”
En de rest van de arbeidsdeskundigen?“Ook buiten UWV zijn er voldoende mogelijkheden om supervi-
sietrajecten te volgen. De supervisor is dan geen arbeidsdes-
kundige, maar dat is niet per se een nadeel. Natuurlijk, een
AD’er als supervisor is beter bekend met je werkveld, maar
aan de andere kant… die heeft meer moeite om zich los te
maken van zijn eigen referentiekader.”
aCtueel
“Met behulp van supervisie doorleef je je eigen gevoelens”
advisie | februari 2014 25
Maar eerst een korte terugblik op een succesvol jaar. Want ook in
2013 zijn de samenwerkingsvormen en verbanden met arbeidsdes-
kundigen op de werkvloer zeer intensief en hecht geweest. Vanuit
het Centraal Expertise Centrum (CEC) en de UWV-kantoren waren
veel arbeidsdeskundigen betrokken. Maar ook vele private arbeids-
deskundigen hebben zich actief ingezet. Het adagium ‘kennisont-
wikkeling van, voor en door arbeidsdeskundigen’, is in 2013 dan ook
dubbel en dwars waargemaakt. Dit positieve gevoel werd onder-
steund door de ledenenquête van de NVvA in het najaar van 2013.
Daaruit blijkt dat de leden kennisontwikkeling door het AKC zeer
waarderen.
Inspelen op wensenHet AKC heeft met onderwerpen als ‘Validering loonwaarde’,
‘Arbeidsdeskundige Voorbeeld Casuïstiek’ en de ‘Leidraad werk-
voorzieningen’ actief ingespeeld op expliciete wensen vanuit UWV.
De unieke kracht van het AKC als smeltkroes van arbeidsdeskundi-
gen (privaat en publiek, preventie en re-integratie, UWV en gemeen-
ten, loondienst en zzp, verzekeraar en arbo) heeft de kennisver-
rijking in deze projecten geoptimaliseerd.
AKC en het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde (KCVG)
hebben in 2013 in meerdere UWV-regio’s gezamenlijk academise-
AKC: terugblik en speerpunten voor 2014In 2014 bestaat het AKC vijf jaar. We gaan van dit lustrumjaar samen weer een mooi jaar maken. Dat doen we in 2014 onder meer door de onderwerpen Arbeidsdeskundige Voorbeeld Casuïstiek, Validering loonwaarde, de leidraden Participatie en Werkvoorzieningen en Chronisch zieken centraal te stellen.
Schatkamer AKC verder gevuldin 2013 is de kennisschatkamer verrijkt met vijf onderzoeken die konden worden afgerond:
AKC Cahier 11: Hoe het werkt met de WerkScan? Tussenevaluatie na een jaar WerkScan.
AKC Cahier 12: Autisme werkt (UMCG/UWV, publicatie februari 2014)
AKC Cahier 14: Methodisch vaststellen secundaire factoren bij re-integratie (publicatie februari 2014)
AKC Cahier 15: Implementatie en evaluatie van de bruikbaarheid van het Handboek arbeidsanalyse en herontwerp van werkpro-
cessen (publicatie maart 2014)
AKC Cahier 16: Professionalisering arbeidsdeskundig handelen. Ontwikkeling van een training re-integratiekeuzes voor
arbeidsdeskundigen (publicatie maart 2014)
Er zullen in 2014 weer meerdere AD-colleges over deze onderwerpen volgen. Kijk in de E-zine wanneer die zijn en geef je tijdig op!
advisie | februari 201426
Arbeidsdeskundig Kennis Centrum
ringsbijeenkomsten verzorgd voor arbeidsdeskundigen en verzeke-
ringsgeneeskundigen. Daarnaast werden sessies verzorgd op de
Innovatie en Kennisbeurs van het UWV. Ook dit jaar stond het AKC
weer prominent op de Kennisbeurs van UWV SMZ die op 24 januari
in de Brabanthallen in Den Bosch werd gehouden.
Validering loonwaardeHet AKC heeft veel aandacht besteed aan loonwaardebepaling, een
van de pijlers onder het arbeidsdeskundig vak. Zo verzorgde AKC
het hoofdstuk over loonwaardemethodieken in de bundel van het
ministerie SZW Investeren in participeren en trok het eerste rapport
over loonwaardevalidering veel belangstelling. In februari worden
de resultaten van het loonwaarde valideringsonderzoek gepubli-
ceerd. Dat is de eerste keer in honderd jaar dat een van de kernde-
len van het vaktechnisch handelen, de bepaling van de werkelijke
loonwaarde, op deze manier breed is onderzocht. Ook hieruit blijkt
weer dat de beroepsgroep steeds meer ‘evidence’ onder het vak
legt.
WerkScan succesvolOok op het terrein van implementatie waren er successen in 2013.
De WerkScan is positief geëvalueerd (Cahier 11) en er werden ruim
honderd arbeidsdeskundigen opgeleid.
De overeenkomst met Blik Op Werk om de WerkScan vanaf 2014 te
gaan beheren bewijst dat professionals behoefte hebben aan de
WerkScan.
AKC krijgt plek in kenniswereldSteeds vaker krijgt het AKC vragen naar en over de kennisproduc-
ten. De Scan Werkvermogen Werkzoekenden werd opgenomen in
de Werkwijzer Diagnose-instrumenten van Divosa. AKC verzorgt
daarnaast een onderdeel in de Divosa-leergang Investeren in
Participeren. Verder meldde de eerste hbo-opleiding zich om in het
curriculum informatie over de WerkScan op te nemen.
Om de professionalisering van het arbeidsdeskundig vak nog meer
en breder ten dienste te stellen van de participatie van mensen met
een arbeidsbeperking, is in 2013 samen met UWV en hbo-instellin-
gen, de mogelijkheid verkend van een lectoraat Arbeidsdeskunde.
Verder bouwenOok dit jaar zal wat het AKC betreft weer in het teken staan van
explicitering van arbeidsdeskundig handelen. NVvA en UWV maken
in 2014 AD-Voorbeeld Casuïstiek (AD-VC) tot speerpunt van het
professionaliseren van de kennisdeling. De implementatie en het
gebruik van AD-VC wordt gefaciliteerd door leden en voorzitters van
OT-groepen te trainen in de methodiek. Deze Train de Trainer-
cursus is bedoeld om te leren omgaan met dit professionaliserings-
instrument. Je kunt er best practices mee vastleggen, moeilijkere
gevalsbehandeling casuïstiek mee systematiseren en voorzien van
expertadviezen en commentaren uit het veld en de wetenschap.
Het beschrijven van een casus met de AD-VC-methodiek blijkt in de
praktijk een uitdagende klus, waar wij in vier sessies van vier uur
met elkaar aan werken. Aan het eind van de cyclus is de casus af en
publicabel in de AD-VC-bibliotheek van de Arbeidsdeskundige
Kennisbank.
Het blijkt ook effectief als je samen vanuit een OT-groep of kantoor
komt. Dat borgt het geleerde beter. Samen kun je dan de methodiek
verder overbrengen aan collega’s.
In februari/maart starten wij weer zo’n cursus. Collega’s die je
voorgingen zijn positief over de training en de systematiek.
Casuïstiek op www.adkennisbank.nlreeds bestaande ad Voorbeeld Casuïstiek gaat over:
jobcoachvoorziening
re-integratie-inspanningen werkgever spoor 1
inspanningen werkgever spoor 1
witteravenbaan
Verzuimhistorie en duurzame plaatsing oudere werknemer
Verplichtingen werkgever bij aanpassen functie aan mogelijk-
heden werknemer
re-integratie-inspanningen werkgever na (onterecht) volgen
van advies bedrijfsarts
adequaatheid re-integratie-inspanningen spoor 2
bekijk deze casussen op www.adkennisbank.nl
en doe er je voordeel mee!
AKC maakt het adagium ‘kennis-
ontwikkelingvan, voor en door
arbeidsdeskundgen’, dubbel en dwars
waar
advisie | februari 2014 27
robert ariëns (42), arbeidsdeskundige bij eigen bedrijf adviesz.
Wat neem je altijd mee naar je werk?
“Mijn lunchpakketje omdat ik veel onderweg ben, de dossiers en
een schrijfblok. Ook heb ik altijd mijn agenda en telefoon bij me, ik
ben graag bereikbaar. Verder een dosis nieuwsgierigheid gecombi-
neerd met interesse en een ‘open mind’.”
Wie of wat zou je meenemen naar een onbewoond eiland?
“Mijn vriendin, dochter en zoon om samen van het eiland te
genieten. Verder een survivalboekje voor tips en een schep en een
bijl, dan komen we een heel eind.”
Waar krijg je energie van?
“Ik voetbal graag, een goede manier om mijn hoofd leeg te
maken. Ik ga ook graag kijken naar mijn dochter en zoon, zij doen
allebei aan topsport. Verder kan ik genieten van een avond met
vrienden en lekker eten. In het werk krijg ik energie als ik samen
met werkgever en werknemer tot een oplossing kan komen. Daar-
naast kan ik me volledig storten op complexe dossiers waarbij het
overzicht verloren is en ik de zaken weer in de goede richting kan
krijgen.”
Welke tips heb je voor collega-arbeidsdeskundigen?
“Ga voorbereid maar wel met een ‘open mind’ gesprekken aan,
zodat je de zaken daarna goed op een rij kunt zetten en de juiste
conclusies kunt trekken. Probeer belangen steeds zo goed mogelijk
af te wegen zonder jezelf daarbij uit het oog te verliezen. Rappor-
teer helder.”
Wat koop je voor je laatste 100 euro?
“Eten en drinken en als ik nog wat geld over heb muziek om
daar met familie en vrienden van te genieten.”
Aan wie zou je de volgende 6 vragen willen stellen?
“Aan John Peijs, een arbeidsdeskundige bij UWV met veel
ervaring. Hij is heel goed benaderbaar voor overleg en vragen en
neemt daar de tijd voor.”
Naam App:
PreventieCoach Arbo
Prijs: gratis
Voor: iPhone, iPod,
iPad, Android
Vol energie aan de slag met gezond, veilig en plezie-
rig werken. De PreventieCoach Arbo is dé app voor
het uitwisselen van kennis en vaardigheden. Het is
een praktische tool om samen de arbeidsomstandig-
heden te verbeteren; ieders inbreng wordt gewaar-
deerd. De applicatie brengt onder andere het laatste
nieuws van ministerie SZW, SZW-inspectie en
arbocatalogi. Daarnaast draagt het bij aan oplos-
singsgerichte aandacht voor preventie en het voor-
komen van verzuim en beroepsrisico’s.
28 advisie | oktober 2013
1Wat neem je altijd mee naar je werk?
“Altijd een iPad om informatie op te zoeken. Maar ook een
schrijfblok en pen, want ik ben nog steeds van het tijdperk ‘wie
schrijft, die blijft’. Verder neem ik altijd mijn inbreng, mijn kennis,
een goed humeur en een open mind mee.”t
2Wie of wat zou je meenemen naar een onbewoond eiland?
“’Wat’ is simpel: een volle e-reader en een iPad voor de muziek
of om een berichtje te sturen: ‘kom me maar halen, want ik ben uit-
gelezen’. Als het om ‘wie’ gaat, dan neem ik mijn familie mee, want
dan hoef ik me gegarandeerd niet te vervelen.”
3Waar krijg je energie van?
“Van mijn kinderen en kleinkinderen. Ik heb twee dochters en
vier kleinkinderen. Het is prachtig om te zien en mee te maken hoe
zij zich ontwikkelen. Naast mijn familie haal ik nog steeds energie
uit het oplossen van problemen. Als je weg kunt gaan bij een bedrijf
en weet dat je het goed voor elkaar hebt en iedereen tevreden is.
Dat is kicken”
4Welke tips heb je voor collega arbeidsdeskundigen?
“Houd balans in je leven en werk. Niet alleen weten wat je hebt
en wat je kan, maar ook weten dat je dat niet alleen hoeft te doen.
Mijn tweede tip is dat je niet moet afwachten tot dingen komen,
maar altijd zelf actief op zoek moet gaan. Ook naar jezelf.”
5Wat koop je voor je laatste 100 euro?
“Mijn laatste 100 euro zou ik uitgeven aan kaartjes voor het
aanstaande concert van Anouk. Ik vind haar een geweldige zange-
res.”
6Aan wie zou je de volgende 5 vragen willen stellen?
“Aan Sytse de Boer, ook van ArboVitale. Hij heeft mij destijds
ingewerkt en ik kan nog steeds altijd bij hem aankloppen als ik er-
gens mee zit. Hij staat bij mij erg hoog aangeschreven.”
Marthy van Haperen (61 jaar), arbeidsdes-kundige bij ArboVitale/Margolin, Breda.
Evernote is de moeder aller productiviteit apps. Het is
een app waarin je naast het plaatsen van To Do-lijs-
ten ook nog al je hersenspinsels kunt noteren, van
afbeeldingen tot tekstflarden, tekeningetjes, url’s en-
zovoort. Ook kun je bestanden delen en bewaren en
audioberichten opnemen. De app synchroniseert met
de site, waardoor je zowel mobiel als op je desktop
altijd al je notities bij de hand hebt. Kortom: alles in
één ten behoeve van de arbeidsproductiviteit.
Naam App: Evernote
Prijs: Gratis
Voor: iPhone, iPod,
iPad, Android.
Trending TopicsDiscussie gemist? Doe ook mee aan meningsuitwisseling en het
delen van kennis. De afgelopen weken waren op LinkedIn/AD-
netwerk o.a. de volgende onderwerpen aan de orde:
Arbeidsdeskundige Yvette van Woerkom (UWV) vraagt naar
de mening van collega’s over de inzetbaarheidslijst. Deze lijst
beschrijft de belastbaarheid en volgt daarbij de indeling van de
FML. Zeven collega deskundigen gaan in discussie over wat zij
goed vinden, wat zij missen en wat zij van de lijst gebruiken.
Welke dilemma’s kom je tegen in je uitvoeringspraktijk? Spe-
cifieker vraagt zij: wat zijn lastige wegingsvraagstukken waar
het gaat om arbeidsparticipatie? Hoe balanceer jij tussen de di-
verse belangen? Welk dilemma zou je verder uitgediept willen
zien? Interessante vragen wederom van Yvette, waar collega’s
graag op willen reageren.
Bert Flokstra (BrinQer) legt zijn collega’s een interessante
casus voor over een werknemer die bezig is met re-integreren,
maar hierbij voor inlener ongewenst gedrag vertoont. Daardoor
zal hem waarschijnlijk geen arbeidscontract worden aangebo-
den. Bert stelt hier vier vragen over, waar zeven collega’s uitge-
breid op antwoorden.
vragen aan
28 advisie | oktober 2013
1Wat neem je altijd mee naar je werk?
“Altijd een iPad om informatie op te zoeken. Maar ook een
schrijfblok en pen, want ik ben nog steeds van het tijdperk ‘wie
schrijft, die blijft’. Verder neem ik altijd mijn inbreng, mijn kennis,
een goed humeur en een open mind mee.”t
2Wie of wat zou je meenemen naar een onbewoond eiland?
“’Wat’ is simpel: een volle e-reader en een iPad voor de muziek
of om een berichtje te sturen: ‘kom me maar halen, want ik ben uit-
gelezen’. Als het om ‘wie’ gaat, dan neem ik mijn familie mee, want
dan hoef ik me gegarandeerd niet te vervelen.”
3Waar krijg je energie van?
“Van mijn kinderen en kleinkinderen. Ik heb twee dochters en
vier kleinkinderen. Het is prachtig om te zien en mee te maken hoe
zij zich ontwikkelen. Naast mijn familie haal ik nog steeds energie
uit het oplossen van problemen. Als je weg kunt gaan bij een bedrijf
en weet dat je het goed voor elkaar hebt en iedereen tevreden is.
Dat is kicken”
4Welke tips heb je voor collega arbeidsdeskundigen?
“Houd balans in je leven en werk. Niet alleen weten wat je hebt
en wat je kan, maar ook weten dat je dat niet alleen hoeft te doen.
Mijn tweede tip is dat je niet moet afwachten tot dingen komen,
maar altijd zelf actief op zoek moet gaan. Ook naar jezelf.”
5Wat koop je voor je laatste 100 euro?
“Mijn laatste 100 euro zou ik uitgeven aan kaartjes voor het
aanstaande concert van Anouk. Ik vind haar een geweldige zange-
res.”
6Aan wie zou je de volgende 5 vragen willen stellen?
“Aan Sytse de Boer, ook van ArboVitale. Hij heeft mij destijds
ingewerkt en ik kan nog steeds altijd bij hem aankloppen als ik er-
gens mee zit. Hij staat bij mij erg hoog aangeschreven.”
Marthy van Haperen (61 jaar), arbeidsdes-kundige bij ArboVitale/Margolin, Breda.
Evernote is de moeder aller productiviteit apps. Het is
een app waarin je naast het plaatsen van To Do-lijs-
ten ook nog al je hersenspinsels kunt noteren, van
afbeeldingen tot tekstflarden, tekeningetjes, url’s en-
zovoort. Ook kun je bestanden delen en bewaren en
audioberichten opnemen. De app synchroniseert met
de site, waardoor je zowel mobiel als op je desktop
altijd al je notities bij de hand hebt. Kortom: alles in
één ten behoeve van de arbeidsproductiviteit.
Naam App: Evernote
Prijs: Gratis
Voor: iPhone, iPod,
iPad, Android.
Trending TopicsDiscussie gemist? Doe ook mee aan meningsuitwisseling en het
delen van kennis. De afgelopen weken waren op LinkedIn/AD-
netwerk o.a. de volgende onderwerpen aan de orde:
Arbeidsdeskundige Yvette van Woerkom (UWV) vraagt naar
de mening van collega’s over de inzetbaarheidslijst. Deze lijst
beschrijft de belastbaarheid en volgt daarbij de indeling van de
FML. Zeven collega deskundigen gaan in discussie over wat zij
goed vinden, wat zij missen en wat zij van de lijst gebruiken.
Welke dilemma’s kom je tegen in je uitvoeringspraktijk? Spe-
cifieker vraagt zij: wat zijn lastige wegingsvraagstukken waar
het gaat om arbeidsparticipatie? Hoe balanceer jij tussen de di-
verse belangen? Welk dilemma zou je verder uitgediept willen
zien? Interessante vragen wederom van Yvette, waar collega’s
graag op willen reageren.
Bert Flokstra (BrinQer) legt zijn collega’s een interessante
casus voor over een werknemer die bezig is met re-integreren,
maar hierbij voor inlener ongewenst gedrag vertoont. Daardoor
zal hem waarschijnlijk geen arbeidscontract worden aangebo-
den. Bert stelt hier vier vragen over, waar zeven collega’s uitge-
breid op antwoorden.
vragen aan
1
2
3
4
5
6
vragen aan
6 Discussie gemist? Doe ook mee aan het uitwisselen van menin-
gen en kennis. In december en januari werden op LinkedIn/
ADnetwerk onder andere de volgende onderwerpen besproken:
• Brigitte Gerringa (o.a. Intermit B.V.) beschrijft een casus van
een werknemer die van de neuroloog de diagnose dystonie krijgt
met als gevolg loonsanctie, ontslag en dan geen WIA-keuring. Ze
vraagt om tips om het dossier de goede kant op te krijgen. Vijf
collega’s geven uitgebreid hun visie op de casus.
• Fred Scholte (UWV, Erasmusuniversiteit) start een discussie
omtrent psychosociale arbeidsbelasting. Volgens cijfers van de
overheid is dit de grootste reden van verzuim op de werkvloer.
Krijgt deze beroepsziekte eigenlijk de aandacht die zij verdient?
• Wouter Karsten (De Goudse, ADPerspectief) waarschuwt dat
arbeidsdeskundigen hun werk niet kunnen doen zonder kennis
van wetenschappelijk inzichten. “Niet alleen voor het vergroten
van het vakmanschap, maar ook voor het verder profileren van de
beroepsgroep naar buiten toe. Wetenschappelijke onderbouwing
van ons handelen is dan ook essentieel.”
Trending Topics
AppSoluut
advisie | februari 201428
In het boek beschrijft Willem van der Does,
hoogleraar klinische psychologie aan de Universi-
teit Leiden, de soms tragische, soms hilarische
aspecten van de menselijke persoonlijkheid. Dit
alles aan de hand van de tien persoonlijkheids-
stoornissen uit de DSM-5: van afhankelijke
persoonlijkheid tot vermijdende persoonlijkheid.
Het boek helpt persoonlijkheidstypen leren
herkennen, en laat ook zien wat er gebeurt als het
helemaal uit de klauwen loopt. Doorspekt met
voorbeelden en praktische adviezen over omgaan
met lastige types leest het boek gemakkelijk weg.
Wat daarbij helpt zijn de rake tekeningen van Peter
van Straaten; herkenbaar en uit het leven gegrepen.
Van der Does gaat weliswaar met grote stappen
door de persoonlijkheidsstoornissen heen en slaat
weinig open deuren over. Toch geeft het boek op
prettige wijze prima houvast voor professionals
zoals arbeidsdeskundigen, om signalen bij mensen
te herkennen en gedragingen in een psychologische
context te plaatsen. De auteur legt niet alleen uit
wat de persoonlijkheidsstoornissen inhouden, maar
ook hoe de afgeleiden daarvan zich in het dagelijks
leven bij ‘gewone’ mensen manifesteren en hoe je
daarmee om kunt gaan.
De hernieuwde druk (origineel is uit 2004) bevat
50% meer tekst, vooral doordat meer voorbeelden
en praktische adviezen zijn opgenomen. Nieuw is
ook een hoofdstuk van psycholoog Ineke Booij over
‘Begrijpen en sturen’. De geactualiseerde editie
bevat 90 nieuw geselecteerde tekeningen van Peter
van Straaten, die veelal andere aspecten van de
tekst belichten dan in de vorige editie. Van Straaten
tekende drie daarvan speciaal voor deze editie.
Hij werd al eerder ontwikkeld, maar is nu ook op de
markt: de O2Amps. Dit is een bril die subtiele veran-
deringen in het zuurstofniveau bij een ander zichtbaar
maakt, waardoor je kunt zien welke emoties iemand
op dat moment ervaart of hoe gezond iemand precies
is. De bril kan op de werkvloer bijvoorbeeld gebruikt
worden door mensen met een stoornis in het autis-
tisch spectrum, die hierdoor beter emoties van col-
lega’s kunnen inschatten. Ook medische professionals
kunnen door het lezen van emoties beter met hun
cliënten omgaan. Daarnaast kan de bril ervoor zorgen
dat artsen aders beter kunnen waarnemen.
www.o2amp.com
uitgewerkt
Zo ben ik nu eenmaal!Sommige mensen raken door hun persoonlijkheid voortdurend in de knoei, of bezor-gen hun omgeving enorme overlast. Natuurlijk heeft niet iedereen een persoonlijk-heidsstoornis, maar velen hebben daar wel trekjes van. Die zijn goed herkenbaar, als je weet waar je om moet letten tenminste. Zo ben ik nu eenmaal! helpt daarbij.
Zo ben ik nu eenmaal!
★ ★ ★
auteurs: Willem van der
Does
uitgever: Scriptum Psy-
chologie
isbn: 9789055943463
170 pagina’s, € 16,95
Baanbrekendbijzondere bril onthult emoties en gezondheid
advisie | februari 2014 29
Maatman en maatmanloon na ingang van de uitkering
Een eenmaal vastgestelde maatman en het daaraan gekoppelde maatmanloon is bij een hernieuwde vaststelling, heropening, herleving of herziening van de uitkering ‘star’. Er wordt geen rekening gehouden met na die eerste beoordeling opgetreden wijzigingen in het maatmanloon. Natuurlijk zijn hierop een aantal uitzonderingen.
Het zou niet reëel zijn om een eenmaal
vastgesteld maatmanloon niet aan te
passen aan de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt. Het maatmanloon wordt
daarom wel geïndexeerd met het eerst
gepubliceerde CBS-indexcijfer.
Dit cijfer heeft altijd een voorlopig karakter
en wordt in de loop der tijd verder aange-
past. Deze aanpassingen worden niet
gevolgd. Het eerst gepubliceerde cijfer
wordt door UWV gehanteerd. Deze wijze van
indexeren is opgenomen in het Schattings-
besluit. Het gestelde geldt voor alle vast-
stellingen.
JeugdlonenEen bijzondere regeling geldt voor jeugdigen
van wie het maatmanloon is vastgesteld op
een jeugdloon. Voor jeugdigen tot 23 jaar
wordt het jeugdloon bij elke leeftijdsverho-
ging gesteld op het voor die hogere leeftijd
geldende jeugdloon totdat de leeftijd van 23
jaar is bereikt. Vanaf 23 jaar wordt het
maatmanloon geïndexeerd. Voor het actuali-
seren van het loon worden voor werknemers
nadere gegevens opgevraagd bij de werkge-
ver.
Verkregen nieuwe bekwaamheden
Nadat iemand arbeidsongeschikt is gewor-
den, kan hij in een functie terechtkomen
waarin hij meer verdient dan in het oude
beroep van vóór de arbeidsongeschiktheid.
De maatman wijzigt alleen als aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
De nieuwe bekwaamheden moeten zijn
verworven door het met succes volgen van
een opleiding van enige duur en zwaarte.
Het op niveau en actueel houden van kennis
is niet voldoende, bijvoorbeeld door het
volgen van cursussen. Ook het doorgroeien
in het bedrijf zonder scholing, bijvoorbeeld
via praktijkervaring, is niet voldoende.
Het loon in de nieuwe functie moet ten
minste gelijk zijn aan het loon in de oude
functie.
Is betrokkene (nog) niet werkzaam in de
functie waarvoor de bekwaamheden zijn
verworven, dan moet met een redelijke
mate van zekerheid te verwachten zijn dat
hij een bepaalde functie had kunnen vervul-
len.
Niet geschiktHet kan zijn dat maatgevende arbeid na een
bepaalde leeftijd niet meer uitgeoefend
wordt.
Dit is aan de orde wanneer iemand voor de
oude maatgevende arbeid niet meer
geschikt zou zijn, omdat hij, ook als hij
verder gezond gebleven was, op een gege-
ven moment niet meer had kunnen voldoen
aan de fysieke en psychische eisen van die
functie. Hij zou dan aangewezen zijn op
andere, in de regel lager betaalde, arbeid.
Voorbeelden zijn: beroepsvoetballer, bal-
letdanser en nachtclubdanseres. Soms gaat
de beroepswisseling gepaard met een
functioneel leeftijdsontslag, al dan niet met
een pensioenvoorziening.
Welke arbeid in zo’n geval gekozen kan
worden als de nieuwe maatgevende arbeid,
hangt af van de specifieke omstandigheden
van de betrokkene zelf op het moment van
de wisseling. Daarbij spelen het arbeidsver-
leden, de opleiding en de bekwaamheden in
relatie tot de dan op de arbeidsmarkt
aanwezige functies een belangrijke rol.
Het feit dat iemand op een gegeven leeftijd
in aanmerking komt voor een VUT-regeling,
prepensioen, of iets dergelijks, betekent op
zichzelf niet dat er sprake is van een maat-
manwijziging. Dat is alleen het geval als het
bereiken van deze leeftijd ook betekent dat
iemand gemiddeld genomen niet meer kan
voldoen aan de fysieke en psychische eisen
van het desbetreffende beroep.
TEKST Hans van der Holst | ag Claim uwV
advisie | februari 201430
juridisCh
sportvoor bramepke
Voor wie sport jij?Voor wie sport jij?
kom in actie!>> www.spierenvoorspieren.nldoneer op: 33322
0121101.SVS_Doneerposter_Epke.indd 1 06-11-12 12:35
Ga naar: www.mmm-mensenmetmogelijkheden.nl En schrijf je in!
“Hoe kunnen wij de ambitie van mensen met een psychische aandoening om te werken naar vermogen
met onze professionele kennis en kwaliteiten het beste ondersteunen?”
“Hoe ontstaat er bij alle professionals een houding en een aanpak gericht op oplossingen die de mensen
met een psychische aandoening en zijn/haar potentiële mogelijkheden centraal stelt.”
OOK JETTA
KLIJNSMA STAAT
ACHTER MENSEN MET
MOGELIJKHEDEN
OOK JETTA
KLIJNSMA STAAT
ACHTER MENSEN MET
MOGELIJKHEDEN