Sessie 32 - ppt hoe blijf je gemotiveerd in je job?
-
Upload
vereniging-vlaamse-jeugddiensten -
Category
Documents
-
view
316 -
download
1
description
Transcript of Sessie 32 - ppt hoe blijf je gemotiveerd in je job?
Hoe blijf je gemotiveerd voor je job?
VVJ Vormingsdriedaagse 20128 maart 2012
Prof. Dr. Anja Van den Broeck◦ Human Relations Research Group
HUBrusselWarmoesberg 261000 [email protected]
◦ Onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie-, en personeelspsychologieKULeuvenTiensestraat 1023000 Leuven [email protected]
En u? ◦ Wie bent u? ◦ Wat motiveert u voor deze sessie?
1.1. Voorstelling
1.3. Zelf-Determinatie Theorie in een notendop (Deci & Ryan. 2000; Gagné & Deci. 2005)
Motivatie- Autonome vs. gecontroleerde regulatie
- Intrinsieke vs. extrinsie doelen- Basisbehoeften
Welzijn Attitudes Gedrag
Persoon Ontwikkelingsgeschiedenis
OmgevingStructurele aspectenSociale aspecten
Regulaties (motivaties)
Doelen (waarden, aspiraties)
Basisbehoeften
1.3. Overzicht van de concepten
Controlled Autonomous
Extrinsic Values
Intrinsic Values
CA B
2. Basisassumpties
2.1 Basisassumpties: Mensbeeld
Positief mensbeeld (Theory Y. McGregor. 1960)
Negatief mensbeeld (Theory X, McGregor)
Passief Lui, weinig ambitieus, wil geen
verantwoordelijkheid nemen, voorkeur voor geleid worden
Reactief
ActiefGroeigerichtInteractie
omgeving
3. Autonome vs. gecontroleerde motivatie
3.1 Types extrinsieke motivatie
IntrinsiekeIntegratieIdentificatieIntrojectieExterneGeen regulatie
- Geen activiteit- hulpeloos
Anderen - beloningen- Straf
Zelf- trots- Schuld & schaamte
- Belangrijk - Opnemen in zijn
- leuk- interessant
“MOET”Gecontrolleerd
“WIL”Autonoom
Intrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatieA-motivatie
3.2 Onderzoek bij kinderen
XX motivatie
“Vooraleer je begint wil ik je een aantal dingen vertellen die je zult
moeten doen. Er bestaan hier regels over de manier waarop je
schildert. Je moet het schildermateriaal proper houden. Je kan
enkel op deze kleinere tekening schilderen; het is verboden om
te morsen op de grotere tekening. Je moet je borstel uitspoelen
en uitdrogen vooraleer je een nieuwe kleur gebruikt, zodat de
verschillende kleuren niet gemengd geraken. In het algemeen wil
ik dat je gedraagt als een flinke jongen/meisje (schuldinductie)
en maak geen rotzooi van de schildertekeningen.”
3.2 Onderzoek bij kinderen
XX motivatie
“Vooraleer je begint wil ik je even vertellen hoe we hier in de klas schilderen. Ik weet
dat het soms plezant is om gewoon de schilderborstels en verf te laten
rondslingeren, (empathie) maar hier wordt het schildermateriaal en de klas proper
gehouden voor de andere die het willen gebruiken (verantwoording). Je kan
schilderen op het kleinere blad, maar niet op het grote blad er rond. Dat dient om
de tafel netjes te houden. Het schildermateriaal proberen we proper te houden; de
borstels dienen dus uitgewassen te worden en afgedroogd te worden vooraleer je
een ander kleur gebruikt. Ik besef dat sommige kinderen het niet leuk vinden om de
ganse tijd proper te moeten werken (empathie), maar nu is het de tijd om netjes te
zijn.”
3.2 Onderzoek bij kinderen
persistentie plezier creativiteit techniek kleurgebruik0
1
2
3
4
5
6
7
8
geen limietautonoomgecontroleerd
3.3 Onderzoek bij werknemers (Gagné, Forest, Gilbert, Aubé, Morin, & Malorni, 2010; verschillende samples)
Series1
-0.6
-0.4
-0.2
0
0.2
0.4
0.6
0.8
externe regulatieintrojectieidentificatieintrinsieke motivatie
jobtevredenheid
verloopintentie
Betrokkenheid bij de organisatie
welzijn
Fysieke gezondheid
stress
3.3 overzicht werkgerelateerde studies(zie bv. Milette & Gagné. 2008; Otis & Pelletier. 2005; Richer. Blanchard & Vallerand. 2002)
Sociale aspecten
• Positieve Feedback• Empathie• Overtuiging
Structurele Jobkenmerken• Uitdagende taken• participatie in beslissingen
Sociale aspecten
• MOET• schuld/schaamte inductie
Structurele jobkenmerken• Pay for performance• Deadlines• Competitie
Performantie
....
+
-
Org. Betrokkenheid
Welzijn
“MOET”Gecontrolleerd
““WIL”Autonoom
3.4 Voorbeeld Leiderschap (Bono & Judge,
2003
Autonome vs. gecontroleerde
motivatie
jobtevredenheid
Organisatie-betrokkenheid
.21**
.12**
Transformationeel leidershap
.11**
Waarden
Intellectueel stimuleren
Inspireren
Individueel waarderen
243 leidinggevenden uit verschillende sectoren en hun ondergeschikten
Vragen: ◦ wat met verschillende vormen van motivatie? ◦ wat met de kwaliteit versus kwantiteit van
motivatie
Combinaties van motivaties zijn mogelijk (Gagné et
al., 2010)
3.5 Verschillende combinaties van motivaties
Wie: ◦ representatieve Belgische sample ◦ (ook Nederlandse call-center medewerkers en medewerkers van een
Belgische stad)
OV : Vanuit welke motivatie doe je moeite voor je job? ◦ Gecontroleerde motivatie: extrinsie beloningen of introjectie ◦ Autonome motivatie: waardevol, leuk, interessant
AV : ◦ Tevredenheid◦ Enthousiasme/bevlogenheid◦ Stress / Uitputting
Methode: Clusteranalyse
3.5 Verschillende combinaties van motivaties (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Lens, & Van Coillie, in preparation)
autonoom
gecontrolleerd
Verschillende combinaties van motivaties (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Lens, & Van Coillie, in preparation)
LLControlled
AutonomousHH
Z-scores
1.5000
1.0000
0.5000
0.0000
-0.5000
-1.0000
-1.5000
Controlled MotivationAutonomous Motivation
37% 31% 19% 13%
3.5 Verschillende combinaties van motivaties (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Lens, & Van Coillie, in preparation)
HH autonomous controlled LL0
1
2
3
4
5
6
job satisfaction enthousiasmburnout
4. Intrinsieke en extrinsieke doelen
4.1 InleidingWelke waarden streven deze mensen na?
4.3 Definitie
• Bijdrage aan de gemeenschap• Persoonlijke groei• Sociale relaties
• Postieve groeitendens • Sociaal • Persoonlijk
Intrinsieke Waarden
• Rijkdom• Bekendheid/beroemdheid• Populariteit
• Frustratie groei, fragiel zelfbeeld
Extrinsieke Waarden
4.3 Definitie
Minder welzijn (bv. Positief/negatief affect, gezondheid, ...) Minder positieve attitudes (racisme, helpgedrag, ...)
Minder goede prestaties (werken aan een taak, diepgang van het werk, persistentie)
Intrinsieke Waarden
Extrinsieke Waarden
Relatieve waarde
Onderzoeksvraag: relatie werkwaarden – welzijn/attitudes/gedrag
Wie: 119 gemeenteabmtenaren Wat: vragenlijst onderzoek OV : Welke doelen vooropgesteld?
◦ In welke mate dienen deze waarden:◦ Intrinsieke jobwaarden: bv. mogelijkheden tot initiatief◦ Extrinsieke jobwaarden: bv. goed betaalde job
AV : ◦ bevlogenheid (vitaliteit & toewijding), uitputting,
arbeidstevredenheid, korte termijn satisfactie, verloopintentie en WHI
Methode: Hiërarchische regressie-analyse◦ stap 1: algemene werkwaarden◦ stap 2: extrinsieke waarden
4.4. Onderzoek bij werknemersa) directe relaties (Vansteenkiste, et al., 2007, Study 2)
4.4. Onderzoek bij werknemersa) directe relaties (Vansteenkiste, et al., 2007, Study 2)
Job-satisfaction
Engagement
Burnout
Turnover-intentions
Short lived satisfaction
Work home interference
PersoonlijkeE vs I waarden
4.4. Onderzoek bij werknemersb) indirecte relaties (Van den Broeck, Van Ruysseveldt, Smulders, & De Witte, 2011)
Learning opp.
Extrinsic Values
Intrinsic Values
exhaustion
vigor
Representatief staal van Nederlandse werknemers
4.4. Onderzoek bij werknemersc) waarden uit de omgeving (unpublished data)
werkdruk
Vitaliteit
Uitputting
OrganisatieBetrokken-
heid
prestaties
Daders van
pesten
Organisatorische Intrinsieke waarden
Slachtoffers van pesten
Organisatorische extrinsieke waarden
Wie: 19 - 20 jarige kleuterleid(st)ers in opleiding
Wat: leren recycleren OV :
◦ intrinsiek doel : ecologische overwegingen◦ intrinsiek + extrinsiek doel : ecologie + geld◦ extrinsiek doel : geld besparen
AV : Stress, Taakgerichtheid, Performantie
4.5 Nuancering a) Dubbele doelen (Vansteenkiste, Simons, Lens, Matos, & Lacante, 2004)
Resultaten
4.5 Nuancering a) Dubbele doelen (Vansteenkiste, Simons, Lens, Matos, & Lacante, 2004)
Niet hoe meer, hoe beter
IV IV + EV EV
stress 2.66 3.40 4.04
taskorientation 3.20 2.70 2.26
performance 6.58 6.07 5.57
Wie: 12-jarige vormelingen Wat: meedoen met de damiaanactie OV :
◦ Omgeving: Extrinsieke (soc. Erkenning) Intrinsieke waarden (bijdrage samenleving)
◦ Persoon: Extrinsieke (soc. Erkenning) Intrinsieke waarden (bijdrage samenleving)
AV :◦ Motivatie, leren en volhouden
4.5 Nuancering b) match (Vansteenkiste, Timmermans, Lens, Soenens, & Van den Broeck, 2008)
4.5 Nuancering b) match? (Vansteenkiste, Timmermans, Lens, Soenens, & Van den Broeck, 2008)
Autonome
motivatie (b =)
Diepgaand leren(b =)
Oppervlakkig leren
(b =)
Persistentie (OR = )
I vs. E manipulatie .43*** .31*** .13 .17***
I vs. E taakperceptie .17* .01 -.05 1.22
Manipulatie x taakperceptie -.08 -.01 -.06 .94
1. Belang van de context2. (beperkter) belang van eigen waarden 3. Geen overeenkomst nodig /wenselijk
5. Behoeften binnen ZDT
5.1 Inleiding
Denk aan een situatie waarin u zich echt goed voelde.
Wat kenmerkte deze situatie?
5.2 Definitie
"Those nutriments that must be procured by a living entity to maintain its growth. integrity and health"
(Ryan & Deci. 2000. p. 326)
• eigenaarschap gedrag• bereidheid• keuze
• een impact hebben• deel zijn van een team• lief hebben en geliefd zijn
BelongingnessAutonomy Competence
5.2 Definitie
• eigenaarschap gedrag• bereidheid• keuze
Autonomy
Beslissingsvrijheid Onafhankelijkheid
…
5.4 Gevolgen (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, Soenens, & Lens,
2010)
Need forAutonomy
Need for Competence
Need for Relatedness
Sample 1
Sample 2
Sample 1
Sample 2
Sample 1
Sample 2
Job Satisfaction .66** .54** .18* .15* .41** .40** Vigor .54** .49** .41** .31** .38** .40** Exhaustion -.52** -.28** -.27** -.26** -.32** -.23** Life Satisfaction .30** .22** .24** .16** .41** .32** Organizational Commitment
.51** .58** .18* .18** .36** .42**
Performance .31** .21** .44** .35** .19* .18**
• Sample 1• 170 HR medewerkers• 67% vrouwen• gem leeftijd 36.70• 15% master
• Sample 2• 261 call center agents• 54% vrouw• gem leeftijd 28.23• 5% masters
Correlaties tussen de behoeften en verschillende aspecten van optimaal functioneren
5.5 Relaties met regulaties en doelen
Hoe zouden de behoeften gerelateerd zijn aan de regulaties en de doelen?
5.6 Voldoen aan de basisbehoeften
Hoe ziet uw werksituatie er uit?
• Welke vervelende dingen zijn er? • Welke uitdagingen zijn er ?
• Wat is er leuk?
5.6 Voldoen aan de basisbehoeftena) werkkenmerken (Van den Broeck, Vansteenkiste, De Witte, & Lens, 2010)
Resources
Challenges
burnout
engagement
Hindrances
ABC
-.23***
-.13***
.69***
.30***
.16***
.13***
-.55***
.57***
Heterogene groep van Vlaamse werknemers
5.6 Voldoen aan de basisbehoeften b) Organisatie (Greguras & Diefendorf, 2009)
Organisatie-betrokkenheid
Performantie
Fit persoon-groep
FitEisen job – capaciteiten
persoon
Fit persoon-organisatie
Verbondenheid
Competentie
Autonomie
Relaties tussen omgeving, basisbehoeften en performantie betrokkenheid
163 werknemers van Singapore
5.6 Voldoen aan de basisbehoeften c) uzelf en de leidinggevende (Baard, Deci, &Ryan,
2004)
Basic needs
Performance
Adjustment High vitality low anxiety
low somatisation
.24**
.46**
Supportive Climate
.57**
Relaties tussen omgeving en persoonlijkheid, basisbehoeften en performantie en welzijn
Wie: 698 werknemers van een investeringsbank
Autonomous causality
orientation
.14**
Autonomie
•Initiatief aanmoedigen (individueel/in groep)
•Keuzes aanbieden waar mogelijk
•Redenen geven voor opgelegde doelen
Verbondenheid
•Empathie: Perspectief aannemen
•Emotie-regulatie
Comptentie
•Positieve feedback
•Opbouwende negatieve feedback
•Structuur bieden
5.6 Voldoen aan de basisbehoeftenc) uzelf en de leidinggevende (Deci, Connell, & Ryan,
1989)
Drive (Daniel Pink)
http://www.youtube.com/watch?v=u6XAPnuFjJc&feature=youtu.be