SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR...

8
Ressortsparket ‘s-F{rtgenhosch Parketnummer 2() - 0 1 1554-05 SCÏIRIFTUUR Inhoudende de stand van zaken ‘dan de ontnerningsprocedure inzake bi. BAYBASIN aÏsrneck een reactie op de briefvan de erdediging dcl. 1 april 2014. 1. Verloop van de procedure In de strafzaak is Baybasin (hierna te noemen: veroordeelde) bij arrest van het hof s Hertogenbosch van 30juli 2002 veroordeeld als in het arrest nader omschreven. liet door veroordee1d hiertegen ingestelde cassatieberoep is door de Hoge Raad bij alTest VIfl 2 1 oktober 2003 verworpen. De rechtbank te Breda (thans rechtbank Zeeland-West Brabant) heeft bij vonnis van 20 mei 2005 Baybasin veroordeeld tot betaling aan de Staat van 948990,48. Tegen dit vonnis is op 25 mei 2005 door de officier vanjustitie en op 27 mei 2005 door de veroordeelde hoger beroep ingesteld. De zaak is aangebracht ter terechtzitting van liet Hof—’s-Hertogenbosch d.d. 2 1 junj 2007. Dit betrof eei rcgiczitting. De verdediging heeft een schrifluur overgelegd dat aan het proces-verbaal van de zitting is gehecht. In die schrifluur erzoekt zij om 1 8 getuigen te horen. Op die zitting heeft het hoEde zaak aangehouden tot 5 juli 2007. Ter terechtzitting van 5 juli 2007 heb ik een schriftelijke reactie op de schriftuur van de verdediging overgelegd. In mijn reactie heb ik —kort gezegd- enige algemene opmerkingen gemaakt omtrent de overschrijding van de redelijke termijn, het recht op tegenbewijs. de toegang tot de originele tapgegevens en onderzoek van telefoongesprekken op stemherkenning. Met betrekking tot de gevraagde getuigen heb ik die afgewezen, ‘met uitzondering van de getuige Atinaca. Ik heb voorgesteld om alvorens te beslissen omtrent de te horen getuigen, eerst de schriftelijke voorbereiding als bedoeld in art. 51 Id Sv, in ieder geval de conclusies van eis en antwoord, teneinde het geschil duidelijker af te palen zodat ook een beter zicht kan ontstaan op de relevantie van de te horen getuigen. Het hofheeft bepaald dat op de onderzoekswensen van de verdediging en mijn reactie daarop, een beslissing zou worden gegeven ter terechtzitting van 4 september 2007. Ter terechtzitting van 4 september 2007 heeft het hof overwogen —kort gezegd en zakelijk weergegeven- dat het SF0 wel aanwijzingen heeft opgeleverd dat veroordeelde daadwerkelijk enig voordeel wedeffechtelijk heeft verkregen. Die aanwijzingen heeft het hof geformuleerd op blz. 3 onder vi van het proces-verbaal ter terechtzitting dd. 4 september 2007. In geen van die aanwijzingen heeft (volgens het hot) het onderzoek een daadwerkelijke vermogens-toevloeiing naar veroordeelde aangetoond. Het hof heeft 1

Transcript of SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR...

Page 1: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

Ressortsparket ‘s-F{rtgenhoschParketnummer 2() - 0 1 1554-05

SCÏIRIFTUUR

Inhoudende de stand van zaken ‘dan de ontnerningsprocedure inzake bi. BAYBASINaÏsrneck een reactie op de briefvan de erdediging dcl. 1 april 2014.

1. Verloop van de procedure

In de strafzaak is Baybasin (hierna te noemen: veroordeelde) bij arrest van het hof sHertogenbosch van 30juli 2002 veroordeeld als in het arrest nader omschreven. liet doorveroordee1d hiertegen ingestelde cassatieberoep is door de Hoge Raad bij alTest VIfl 2 1oktober 2003 verworpen.

De rechtbank te Breda (thans rechtbank Zeeland-West Brabant) heeft bij vonnis van 20mei 2005 Baybasin veroordeeld tot betaling aan de Staat van € 948990,48. Tegen ditvonnis is op 25 mei 2005 door de officier vanjustitie en op 27 mei 2005 door deveroordeelde hoger beroep ingesteld.

De zaak is aangebracht ter terechtzitting van liet Hof—’s-Hertogenbosch d.d. 2 1 junj2007. Dit betrof eei rcgiczitting. De verdediging heeft een schrifluur overgelegd dat aanhet proces-verbaal van de zitting is gehecht. In die schrifluur ‘ erzoekt zij om 1 8 getuigente horen. Op die zitting heeft het hoEde zaak aangehouden tot 5 juli 2007.

Ter terechtzitting van 5 juli 2007 heb ik een schriftelijke reactie op de schriftuur van deverdediging overgelegd. In mijn reactie heb ik —kort gezegd- enige algemeneopmerkingen gemaakt omtrent de overschrijding van de redelijke termijn, het recht optegenbewijs. de toegang tot de originele tapgegevens en onderzoek vantelefoongesprekken op stemherkenning. Met betrekking tot de gevraagde getuigen heb ikdie afgewezen, ‘met uitzondering van de getuige Atinaca.Ik heb voorgesteld om alvorens te beslissen omtrent de te horen getuigen, eerst deschriftelijke voorbereiding als bedoeld in art. 51 Id Sv, in ieder geval de conclusies vaneis en antwoord, teneinde het geschil duidelijker af te palen zodat ook een beter zicht kanontstaan op de relevantie van de te horen getuigen.Het hofheeft bepaald dat op de onderzoekswensen van de verdediging en mijn reactiedaarop, een beslissing zou worden gegeven ter terechtzitting van 4 september 2007.

Ter terechtzitting van 4 september 2007 heeft het hof overwogen —kort gezegd enzakelijk weergegeven- dat het SF0 wel aanwijzingen heeft opgeleverd dat veroordeeldedaadwerkelijk enig voordeel wedeffechtelijk heeft verkregen. Die aanwijzingen heeft hethof geformuleerd op blz. 3 onder vi van het proces-verbaal ter terechtzitting dd. 4september 2007. In geen van die aanwijzingen heeft (volgens het hot) het onderzoek eendaadwerkelijke vermogens-toevloeiing naar veroordeelde aangetoond. Het hof heeft

1

Page 2: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

besloten om tr \Ikrijging van dit uitsluitsel iedere beslissing op de naniens deveroürdeelde ingediende verzoeken (en dLIS Ook nijn verzoek tot een schdftelijkevoorherëiding ER) aan te houden. \‘oorts heeft het hot’d stukken aan mij ter handgesteld ter tine ‘ an een nader S F0 naar d vïtag ()Ïk’ ieroorÏcetd’ ii de’ pcriod’ an 1kt)h J()97 t)1 1 U3tÏl 1998 atIllt)OIlbClctl enig t’cki’îecJtt1i/k VC1*rcgCft Vt)Oflk-Ll hee/t

gCt!Ot)Ï (‘F1 -LlL’/U- tot ‘e1k bi1op. Dus ()Of alle duid1ijkheid —gezien de schriftuur vande verdediging ter terechtzitting van 24januari 2t)OX- dit is dus op bevel van het hof enniet op mijn initiatiefgeheurd. Dat dit nader SR) in deze toch al omvangrijke engecompliceerde zaak met internationale aspecten een aanzienlijke vertraging zou gaanopleveren doet aan het vorenstaande niet af.Voorts is dc zaak aangehouden tot 24januari 200$.

Bij briefvan 15januari 20t)8 heb ik het hofen de verdediging de stand van zaken van hetnader SF0 geschetst, te weten dat cle uitvoering van het nader SF0 geruime tijd zou gaanduren. Daarom heb ik het hof in overweging gegeven om de zaak daartoe aan te houdenvoor onbepaalde tijd.

Ter terechtzitting ‘dan 24 januari 2008 heb ik te kennen gegeven dat het nader SF0 reedsin gang was gezet (op 4 september 2007). Voor meer bijzonderheden in deze verwijs iknaar het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 24januari 2008, blz. 3 e.v.

In het kader van het nader SF0 heb ik een rechtshulpverzoek uitgedaan naar Groot-Brittannië teneinde hankdocumenten in handen te krijgen. Dit heeft geen resultaatopgeleverd.Voorts een rechtshuÏpverzoek naar Turkije om een aantal getuigen aldaar te horen. Hetkunnen realiseren van deze getuigenverhoren heeft heel veel tijd gekost. Voor de gangvan zaken in deze verwijs ik naar de in het nader SFO-procës-verbaal gevoegderechtshulpverzoeken, meer in het bijzonder bÏz. 94. Uiteindelijk zijn de getuigen inTurkije gehoord in de zomer van 201 0. De uitvoeringsstukken heb ik ter beschikkinggekregen in 2011.Voorts is er ook een rcchtshulpverzoek uitgegaan naar Turkije betrekking hebbende opbankgegevens. Het antwoord op dit rechtshulpverzoek is binnengekomen in september2013.

Bij het doornemen van deze getuigenverklaringen constateerde ik dat (nog) niet aan deopdracht van het hof zoals hiervoor onder 5 gefonnuleerd was voldaan. Met name wasniet voldoende duidelijk geworden dat het wederrechtelijk verkregen voordeeldactdwerkeli/k hij veroordeelde terecht was gekomen.Daarom is in mijn opdracht aan de hand van het gehele dossier verder onderzoek verricht.In het nader SFO-dossier zijn alle (rechts)personen bij wie het wederrechtelijk verkregenvennogen terecht is gekomen, onderzocht in de (directe) relatie met veroordeelde. Ditom te bezien ofdeze relatie zodanig was dat veroordeelde het in zijn macht had om overdit vermogen te beschikken, anders gezegd het wederrechtelijk vermogen defacro in demacht van Baybasin is geraakt zodat het door hem daadwerkelijk is verkregen.

2

Page 3: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

Ter uitwering 4L1n het nader SF0 is een aanvullend proces-verbaal opgemaakt. Ditproces-verbaal bestaat uit één ordner inhoudende een relaas met bijlagen. En dit pmcesverbaal zijn 3 deeLondeaoeken beschreven die —in de visie van het OM wederrechteljkvoordeel hebben opgeleverd. Het geheel is zo opgezet dat het gehele wederrechteljkverkregen voordeel in deze ordner staat beschreven. Dc in het oorspmnkeljjkeontnemingsdossier reeds voorkomende bijlagen zijn ook in dit nader SFO-procesverbaalopgenomen met daarbij aangegeven de vindplaats in het oorspronkelijke dossier. Het

1 walerrechteljk verkregen voordeel is becijferd op € 3.5O3.228,.

11 het eerste deelondenoek is in het nader SFO-pmces-verbaal melding gemaakt van eensanvulLend (herhaald) rechtshulpvenoek as de Turkse autoriteiten strekkende tot naderondertuek bij een Turkse bank, zijnde TUrk Ticaret Bankasi AS. Bij het sluiten van hetnader SFO-pmces-verbaal was hier nog geen antwoord op ontvangen.op 1 1 september 2013 werd een antwoord van de Turkse autoriteiten ontvangen. Deresultaten zijn in de vorm van een aanvullend pmces.verbaal in het nader SFO-procesverbaal gevoegd waarna het nader SF0 is gesloten en daarvan kennisgeving is gedaanaan de rechter-commissaris te Breda.

Ik stel mij op het standpunt dat ik aan de opdracht van het hofheb voldaan zodat de zaakweer ter terechtzitting van heden is aangebracht.

Door uw hof is nog geen beslissing gegeven over de door mij venochte schriftelijkevoorbereiding alsmede de door de verdediging venochte getuigen en mijn reactie hierop.

II. De venoebn van de verdedIging

De verdediging heeft desgevraagd bij fax-briefvan 1 aprilji. aan uw hofbedcht omtrenthaar standpunt met betrekking tot de eerder gedane verzoeken tot het horen van getuigen.Voorts heeft de veuiediging naar aanleiding van het nader SF0 nieuwe (nader terterechtzitting te onderbouwen) verzoeken tot het horen van getuigen geformuleerd. Ik hebvan deze briefgeen afschrift mogen ontvangen. Uit navraag bij het Ressodsparket bleekdat er geen brief van de verdediging was binnengekomen. Uw voorzitter heeft mijafschrift van de bdefgisterenmiddag doen toekomen. En de briefheb ik niet mogen lezendat er een afschrift daarvan aan het OM zou worden gestuurd. Dit bevreemdt mij.

Ik zal nu —op voorhand en zonder aanspraak op volledigheid te maken- op de verzoekenen wagen als volgt reageren.

1. De termijnoverschrjdingMet betrekking tot de tennijnoverschdjding en daaraan te verbinden gevolgen kan ikmijn standpunt volledig uiteenzetten en doe dat dan ook bij deze. Gezien het tijdsverloopzal ik hier meer uitgebreid op ingaan.

3

Page 4: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

Bij de bespreking van de igeretide jurisprudeDtie verin1d ik hkr ook djurisprudeiitiLUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35Smet noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit standaarciarrest maar ook om aante geven dat ook t) grond van dicjurisprudëntie niet-ontankelijkheid niet aan dè ord is.Voorts woi’dt in diëjurisprudentie het belang van vervolging in een zaak als dezeaangee en.

Flet was tot 1 7 juni 2008 vaste jurisprudentie dat in geval van termijnoverschrijdingstrafverrnindering (in dit geval matiging van het te ontnemen bedrag) regel is enoerscbrijdin van de termijn alleën tot niet-ontvankelijkheid leidt indien sprake is vaneen ernstige termijnoverschrijding in een eenvoitdtge zaak. In dit verband merk ik op datik tot op heden geen arrest heb aangetroffen waarin cle tioge Raati wegënstërrnijnoverschrijdin het OM in de ontnerningsvordering niet-ontvankelijk heeftverklaardDe 1-IR heeft in het standaardarrest inzake ontnemingen bij arrest van 9 januari 2001 , NJ2001, 307 onder meer overwogen:“Oïntre;tt de wijze Wt1(tfl)p de opgelegde sciitctie ‘i’ordt vermindeidpleegt de hoge RuudOO1ViSflOg in beginsel een rermi;ulering van ten hoogste 1 O% te hanteren. [letverminderingsj?ercentuge zctl cicicirhij dalen naar mate het opgelegde ontnemingsbecïraghoger is

Voorts kan ik niet nalaten nog melding te maken van een in een strafzaak gewezen arrestIIR 25 maart 2008, NJ 2008, 197 waarin de Hoge Raad -kort gezegd- overweegt dat bijhet verbinden van rechtsgevolgen aan overschrijding van de redelijke termijn als regelstrafvermindering is aangewezen. Voor niet-ontvankelijkheid van het OM is slechts inuitzonderlijke gevallen plaats, terwijl voor die beslissing zvare motiveringseisen gelden

IJn deze zaak betrofhet tijdsverloop 6,5 maand in eerste aanleg en bijna 4jaar in hogerhberoep. Reeds dat tijdsverloop staat eraan in (Ie weg hier een uitzonderlijk geval aan tenemen. Het andersluidende oordeel van het hofgeeft dus blijk van een onjuistereehtsopvatting.

In dit verband vermeld ik enige opmerkingen bij dit arrest van A-G Wortel in ijnconclusie. Ook hij plaatst een en ander in een bredere context zodat ik het alleen al omdie reden relevant vind hier melding van te maken:

“7 ...«*‘. i\ititur1jk tflC)Ct worden vooropgesteld dat het oordeel betrflizdc liet aanovetcltrijc1ing i.’a;; de redelijke herech tingscliitir te verbinden recli tsgeroïg, verweven alsdat oordeel is met wuanleringen vanfiteltjke aard, in beginsel slechts op evetttueleonbegrijpelijkheid kun worden getoetst. De [loge Raad stelt echter zwaremotiveringseisen cian de keuze oor ‘en’aÏ van het vervolgingsrecht. Ik zou geen andererechterlijke beslissing kunnen noenien iarbtj cle hoge Ractd een z indringendecontrole op de motivering ttitoefënt.8. In het wettelijk systeem kun die ct)ntrule niet anders ivrden tiitgeoeJènd dcin in degedaante van motiveringveïsen. maar laten wij wel wezen: dit is mëér t/un een toetsing opvorniverzicirnen. In tezen is de hoge Raad al velejaren bezig een rechtsopvatting uit te

v1. ook [IR NJ 20f)O,721

4

Page 5: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

cÏïagtiï,’ )Ok bij rt’(11L’ 0 1 ccitiifc1tticit icin tie t1.’ii/k tLtiIn/n, /ut tlt a1n1LcItgCSpfl)/’fl bi! ecn OflhChOOIli/kC hc/cgcning iui de ‘crc1achtc nitg het rcïïi tsgo1g inhgbLveÏ flÏ’t 1L()ïL111 get)c ht ii nn/ inn liet ino1gingîecht.

JOUite;uLn-LÏ t’as dc’ stiittdocitittt, vrrukt van d gcciachtc dLitp!Vce’dItrclCbc?ioo•ljk)ieidseiscit in s1Ïiitg g’bictc/tt ktttitin tÏ)JCÏi’fl om CCtt StïttfVt’fl’Oigi!l ()1kL11in dc ÇTfï)lid tc i)Üt’t1, 111UUr dc bOt)LLVC/Ïap vcni de H()gL R(t(Ïcl is al vele jaren dcii lc;oiiniikke1ing ieel tc ier is gegctall.[Je strufcchter is geen tichticchtcr ‘oorpo1it:c ‘ît ()pii1aa Iinisterie. J)c wettelijke()pdlUCÏ1I aii de stra/eehter is bCOC)Fdeliflg van hetgeen een ercÏacÏitc wordt verweten.Vt9OJ’ dat oo;/cel moet tittititrljk aan pïocecÏii;ele eisen zijti l()lCktCtfl, niciar cie

1stîajechter ,;i oct hesef/c,i dat Ii ij niet ecn flïet—ont VLI/tkeÏijkheids verklaring van hett Openbaar Ministerie ck 5anïcnÏevin (en, als die er zijn. dc benadeeÏdez,) de beschermingof g iit :h)L

flL!I: 0 Ik t uitgtngpttiit rnc tNijTcTÏZfïZk7,eciïter :ic)i hij lOILÏ()eflCk aanivj:ingcn van strZ71tcte gedrag, en binnende grcnen von de cian het Openbaar Afinisteric voc)rhehottcien c)pportulliteitsbcslissing,niet mag onttrekken aami een nÏioitckhjke icitsprutk ()VCÏ cle etmntwoorc1ehjÏJïeicl van de

— verdachte oor diens eigen handelen. Voor dat oordeel kunnen de SafltLflleviflg, Cli in eenvt)orkonze;zd geval de slachto/ji?rs’, hij niemand andem dan de strafrechter terecht, en zijhebben er recht c:)p.

4. ()OJ• Wat betreft de totale) duicr van het ptvces hjÏct het niij nztttiger aanshtiting teZoeken hij de wettelijke regeling vctn de vervoÏgimzgsver/ciring. Uitentard tordt dieverolgïngsver/aring Clt)t)! sünirnige proceshcindelingen gctitit, ,)iaar dat verancleït destrekking eai•’i niet: tot cian het door de wetgever gefixeerde ntoment —gerekiteerd aan cleernst Vct)1 het feit- hljf het hancÏha’ingshe1cmg tot in lengte vanjueen een strqfiechtcljkeinterventie rechtvaardigen, ze1f al dttitrt het heel Ïcmme voordcttjztstitic in actie komt.Ductrbi/ wordt miict oricieicheiclcn naar cle oorzaak vctn het tijdscrloop.

De hiervoor genoemdejurisprudentie is nog eens samengevat en verfijnd in het hiervooral genoemde nieuwe standaardarrest HR 1 7 juni 2008, NJ 2008, 358 met noot vanvIevis2. En dit arrest acht dë Koge Raad het dienstig om de uitgangspunten zoalsneergelegd in de standaardarresten omtrent de gevolgen van overschrijding van deredelijke termijn in straf en ontnemingszaken van respectievelijk 2000 en 200 1 alsmedede daaropvoÏgendejurisprudente samen te vatten en aan te passen. Met betrekking tot derechtsgevolgen van ovefschrjding van de redelijke termijn overweegt de Hoge Raad(onder meer) het volgende:t’3 21. Overschrijding van de redelijke termijn, wcutronder dus in inzeïidter,nijn isbegrepen, leidt niet tot niet—ontvankeljkheici van het Openhcictr Afinisterie in destrqfi’ervolgïng onc1ercheiclenljk de ontnemïngsvorclering, ook niet in uitzonderlijkegevallen (aecentuering door mij, ER). Regel is dat overschrijding van cle redelijke termijnwordt gecompenseerd door vermindering von cle stra/’(onder9cheiclenhijk Ïz etotitnemingsbedrag) die zou zijn opgelegd indien cle redelijke terrni/n niet zou zijnoi,erschretlen.

2 N3r Strafrecht, af1eermg 8 nr. 245

5

Page 6: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

3. II. [)c ‘cî,ïiu,tJc, ing vLtrt h VtILiÏOflcLIc/tciL1CîtÏijI Ïtt ()!tt1tL’!1iItLhL’ciïLt i./hankctjk van dc FliLttc itcturïït ck ickÏfïkc ttrittiji is f)tcIcÏlIed?n. Algdnftitc 1

t)tit!’!plt k i if:c aarip dc scittoiiLïch’idiii/ifk ht t)!ltfli11IifrtkbLLhctg hij eun

winif/n’ivchri/dîn ia,i IJtccI; t/iti 12 niaanden dient t i t’icÏen i ,niimLrd :f/,ï tzit tc

gL’ctl.

3.21 [kt staat dc ,xhtci OtC1ÏgL’ItS Vrij 01fl -IÏct (ufegiïtg IUI2 CIÏIC Ckttitf)C til aa/tnte;kÏIlgtc nemen b’tatigcit en O!itstUFtJ1gIft’dIl, catn )lttlet dc flcttc’ VcItt U iI CÏirij1itig LIFt LL’tcÏc;’1ijke tctïliijn— te v1tcttii fllLt de enkele vcttvte11ing clctt inhrttk is e,itctCtk op ut. 6lid 1

Mevis merkt in zijn noot bij dit arrest op dat de voornaamste wijziging van principiëleaard is dat (in zowel straf- als ontncmingszaken, ER) de sanctie van nietontvankeÏijkheidop terrnijneverschrijding door de Hoge Raad gehcel urdt afgeschaft, Zt)Wël ‘ 00F tfl

overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase als in de fase daarvoor.

Ik constateer dat de in sancties bij termijnoverschrjding te constateren lijn, beginnend bijniet-ontvankelijkheid in 1980, gevolgd door strafvemiindcring als mogelijk alternatief in1987, vervolgens dat bij een niet-ontvankelijkheidverklaring zware motiveringseisengelden sedert begin 2008. sinds juni 2008 is doorgetrokken naar uitsluitendstrafvermindering, c.q. de constatering dât er een overschrijding van de tennijn heeftplaatsgevonden zonder dat daaraan enig gevolg hoeft te worden verbonden. Dit laatstevalt m.m. te vergelijken met dejurisprudentie inzake de art. 359a Sv.

OvergangsrechtIn het arrest HR 9 december 2008, NJ 2t)09, 95 blijkt een regel van rechterlijkovergangsrecht. De rechtspraak omtrent de gevolgen van termijnoverschrijding is vanprocesrechtelijke aard. Volgens de hoofdregel bij verandering van regels vanstrafproccsrechtclïjkë aard dient de rechter, als overgangsrecht ontbreekt1 het recht toe tepassen zoals dit luidt tea tijde ‘san zijn beslissing. In de rechtspraak wordt daarbij geenonderscheid gemaakt naar voor de verdachte gunstige en ongunstige bepalingen. Ditarrest bevestigt overigens de vaste j urispnidentie hieromtrent.

Als beginpunt van de redelijke termijn dient te gelden het moment waarop door de Staatjegens betrokkene een handeling is verricht op grond waarvan deze in fedelijkheid deverwachting kan ontlenen dat tegen hem een vordering tot voordeelsontnemingaanhangig zal worden gemaakt.Volgens de 1-IR in zijn standaardarrest inzake ontneming van 9januari 2001, NJ 2001,307 is het aan dc feitenrechter om dat moment aan te geven. Ik stel mij op grond an deterzake gevonnde jurisprudentie op het standpunt dat in deze relevant is het moment datde officier vanjustitie schriftelijk bij requisitoir in de strafzaak (Ld. 22 januari 2001melding heeft gemaakt van de aankondiging van de ontneming alsmede dat er terzake eenSF0 was ingesteld. Toen was het voor veroordeelde ondithhelzinnïg duidelijk dat er eenontnemingsprocedure zou volgen.

Wel speelt hier de omstandigheid dat reeds in 1998 terzake consenatoir beslag is gelegd.Volgens het hiervoor genoemde arrest van 9 januari 200 1 kan deze h4ideling “onder

, 6 .

1

Page 7: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

omstandigheden” gelden als beginpunt van de redeljkc termijn maar ik stel mij op hetstandpunt dat op dat moment -zijnde in een (zeer) vroeg stadium van het onderzoek-voor 4 ernordeelde die cmduhbc’lzinnige duidelijkheid nog niet bestond. Dat ‘.emordeeldetegen die beslagen van 1998 klaagschriften heeft ingediend doet an het vorenstaandeniet af.

Zoals reeds eerder in het hoofdstuk “De gevolgde procedure” reeds ter sprake is gekomenen meer in het bijzonder onder het kopje “Nader SFO” hteft de ontnemingspmeedureveel tijd in beslag genomen.En deze wijs ik er op dat een groot deel van de tijdsduur sinds 2007 is gelegen in hetfeitelijk kunnen realiseren van de getuigenverhorenin Turkije in 2010 en het ontvangenvan de officiële stukken in 2011 en 2013. Mijn invloed op dat deel van de totale periodewas beperkt tot het meermalen verzoeken tot inwililging van de rechtahulpverzoeken. Hetis aan de Turkse autoriteiten om daar in te bewilligen hetgeen uiteindelijk ook heeftplaatsgevonden.Voorts het hiervoor genoemde nader onderzoek in het totale dossier teneinde te bezien ofen zoja hoe aan de opdracht van uw hofzoals destijds geformuleerd kon wordenvoldaan. Gezien de aard en omvang van de zaak heeft dit veel tijd gekost.

Niet-ontvankeljkheid is dus niet aan de orde. Op grond van het hiervoor genoemdestandaardauest van 2008 alsmede het auest van 2001 met betrekking tot een geringerevermindering naar mate het bedrag hoger is, acht ik hier hoogstens een vermindering vanhet te ontnemen bedrag op zijn plaats. In dit verband kan niet ik niet nalaten te wijzen oprecente —weliswaar lagere-jurisprudentie, er —kort en zakelijk weergegeven- opneerkomende dat voor een korting op het te ontnemen bedrag geen plaats is gezien hetreparatoire karakter van de ontiemingsmaatregeL Ik kom hier later bij requisitoir nogmeer uitgebreid op terug.

De verdediging heeft bij voormelde briefaan uw hofgevntagd ofu voornemens bent mijal dan niet terstond niet-ontvankelijk te veridaren wegens de “meer dan uitzonderlijkeoverschrijding van de redelijke termijn”. Gezien de hiervoor genoemdejurispndentieacht ik het in deze vraag gelegen standpunt onbegrijpelijk en in elk geval onjuist

2. De te handhaven verzoeken zoaLs eerder gefbirnuleerdGezien het feit dat voomoemde brief pas gisteren bij het OM is ingekomen en deverdediging heeft aangekondigd een en ander nader te willen beargumenteren volsta ikvooralsnog met verwijzing naar mijn standpunt zoals verwoord en overgelegd t&terechtzitting van 5 juli 2007 en behoud mij het recht voor op een later tijdstip —zie ookhierna- hier meer inhoudelijk op te kunnen reageren.

3. Dc niet meer te handhaven vecoeken zoals bij bflefgefornndeerdnc heb hier kennis van genomen.

7

Page 8: SCÏIRIFTUUR - Het Haagse Complot · LUdÏS dï heeft gegolden v6r het nieuwe standaardalTest HR 17juni 2t)O8, NJ 2008, 35S met noot P. A.J. Mevis, niet alleen als opmaat voor dit

4. De nkinte verzoeken zoals hij bHcJgq/bl7nuleerdEerst een algemene opmerking. De verdediging stelt dat een en ander is gevraagd opgrond van het (door het OM, ER) %uiten de verdediging om” verzameld bewijsmateriaaL.op zichzeLfis datjuist. Dc aard en inrichting ‘van SF0 en nader SF0 brengt dat eo ipsomee.

In dit verband kan ik niet nalaten op te merken dat de verdediging dit aspect al eerder enweL ter tereehtzitüng van 24januari 2008 ter sprake heeft gebracht. Ik heb daaropbetoogd (pv ter terechtzitting blz. 3) dat het horen van getuigen en het voorafverstrekkenvan rechtshulpveaoeken daartoe niet past in het kader van het SF0 — zijnde een door deofficier vanjustitie gevoerd onderzoek- en dat pas na sluiting van het (nader) SF0de stukken aan het dossier worden toegevoegd en op dât moment de verdediging daarvankennis kan nemen.Met betrekking tot de gevraagde verstrekking van reehtshulpvenoebn heeft uw hof toenoverwogen dat het verstrekken van reehtshulpvenoeken zich met de aard en strekkingvan een SF0 slecht zou veMragen.

Nu de verdediging bij briefheeft aangekondigd haar verzoeken nader toe te lichten zal ikook hieromtrent op een later tijdstip reageren.

Bij uw te nemen beslissing tot het toewijzen van het verzoek tot het horen van getuigengeefik u in overweging het horen te laten plaatsvinden door de nadsheer-eommissaris inuwhof.

Tenslotte verzoek ik u deze schriftuur aan het proces-verbaal ter terechtzitting te hechtenen alzo bij de stukken te voegen.

‘s-Hertogenbosch, 11 april 2014,

De advocaat-generaal,

LAF. Roelofs

8