Rosbeek complot rond een vierkant

8
april 2010 Perfectionisme in een relaxte sfeer | Limburgse ontwerpers in de voorhoede | Geobsedeerd door het vierkant | Een tijd lang was the sky the limit | Vanuit de veste aan de Weteringschans complot rond een vierkant de goodwill uitgaven van drukkerij rosbeek (1969-2006) van 25/3 - 21/5 gouvernement maastricht.

description

Rosbeek complot rond een vierkant

Transcript of Rosbeek complot rond een vierkant

Page 1: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu1 april 2010

april 2010

Perfectionisme in een

relaxte sfeer | Limburgse

ontwerpers in de voorhoede

| Geobsedeerd door het

vierkant | Een tijd lang was

the sky the limit | Vanuit de

veste aan de Weteringschans

complot rond een vierkant

de goodwill uitgaven van drukkerij rosbeek (1969-2006) van 25/3 - 21/5 gouvernement maastricht.

Page 2: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu2 april 2010

Cor (l) en Jean Rosbeek foto boek: Cor Rosbeek/een leven in druk

kilometer verderop. Daar viel het

door Herman Zeekaf vormgegeven

bedrijfsgebouw flink uit de toon. Zeekaf,

wars van elke retro-mode en pseudo-

romantische versierkunst maar met

een des te scherper oog voor details,

ontwierp een strak en helder kubusachtig

gebouw, dat volgens alle betrokkenen

een inspirerende invloed had op de

kwaliteit van het werk dat in het gebouw

werd geleverd.

Rosbeek ontketende in het aan

experimenten niet erg verslingerde

Zuiden een revolutie op het gebied

van de vormgeving. Het gebouw

werd een centrum van avontuurlijke,

modernistische drukkerskunst, waar

ontwerpers uit het hele land en

opdrachtgevers uit de hele wereld

spoedig kind aan huis waren. Niets was

Rosbeek te dol, hij enthousiasmeerde

ontwerpers en klanten, en stelde de

hoogste eisen aan zijn personeel. Maar

dat alles gebeurde in een ‘Limburgse’,

relaxte en vriendschappelijke sfeer.

Misschien was Rosbeeks gulle,

democratische bedrijfscultuur wel zijn

eigenlijke bedrijfsgeheim.

De ondergang van het bedrijf moet

mede een gevolg zijn geweest van

de onweerstaanbare opkomst van de

computer. Rosbeek behoorde tot de

eerste drukkerijen in ons land waar de

computer zijn intrede deed, al in 1972.

Aanvankelijk waren vooral de voordelen

evident, later de nadelen. De computer

maakte van iedereen in een handomdraai

een ontwerper of kunstenaar, voor

kwaliteitsverschillen had men geen oog

of men had er geen geld voor over. Zo

kon het gebeuren dat de drukkerij naast

prestigieuze staaltjes van meesterschap

ook steeds vaker spullen onder haar

niveau afleverde.

Cor maakte zich kort voor zijn afscheid

zorgen over de toekomst. Zijn opvolger

zou in elk geval in kwalitatieve zin de

continuïteit van het bedrijf moeten

waarborgen. Dat heeft, weten wij nu,

niet zo mogen zijn. Wat ons rest zijn

de herinneringen aan het stelletje

enthousiastelingen daar in Nuth. En

meer nog: de gedrukte vruchten van hun

arbeid. Die zullen zich met des te meer

gezag als hoge kwaliteitsnorm opdringen

naarmate we vollediger door de lawines

ongevraagde trash worden overspoeld.

perfectionisme in een relaxte sfeer

Het succesverhaal van drukkerij

Rosbeek beslaat precies één generatie. Of

liever: één werkzaam leven. Het begint

in de vroege jaren zestig in Hoensbroek.

Noodgedwongen nemen de broers

Cor en Jean, respectievelijk achttien en

zeventien jaar jong, het bedrijf van hun

vroeg gestorven vader over. Het verhaal

eindigt, abrupt en dramatisch,

45 jaar later, als in oktober 2008 het

faillissement van de drukkerij wordt

uitgesproken. Kort daarvoor waren de ge-

plande feestelijkheden voor het afscheid

van Cor al halsoverkop geannuleerd. De

medewerkers aan het liber amicorum kre-

gen het fraaie boekwerk, dat nog in niets

het naderende einde verraadt, zonder

trompetgeschal per post in huis.

Aanvankelijk was het enthousiasme

van de beide broers voor het beroep

van hun vader gering. Als kind hadden

ze weliswaar af en toe hand-en-

spandiensten verricht in de drukkerij,

maar Cor, die zich later tot het artistieke

en commerciële brein van de drukkerij

ontwikkelde, had meer interesse in

dure Italiaanse sportauto’s dan in de

obligate geboortekaartjes, enveloppen

en trouwaankondigingen die het grootste

deel van de portefeuille van zijn vader

uitmaakte. Voorlopig moest de drukkerij

het immers hebben van de plaatselijke

clientèle met haar plaatselijke smaak,

niets wees erop dat het bedrijf zich

spoedig tot een van de belangrijkste

drukkerijen van het land zou ontwikkelen.

Enthousiasme voor het drukkersvak

ontstond er door toedoen van de

verffabrikant Jo Eyck, wiens vader, Jac

Eyck, ook al tot de klantenkring van

vader Rosbeek had behoord. Als er

één datum in de geschiedenis van de

drukkerij van beslissende betekenis is

geweest, is het de dag waarop Eyck de

Rosbeeks in contact bracht met de uit

Venlo afkomstige grafisch ontwerper

Marcel Pijpers, die in opdracht van Eyck

een integrale huisstijl voor de verffabriek

ontwikkelde. Ineens werd duidelijk dat

drukken meer kon zijn dan een met liefde

en vlijt beoefend ambacht. Cor kwam

in contact met de onbekende, horizon

verruimende wereld van modernistische

ontwerpers, die hem de ogen openden

voor de esthetische traditie van het

minimalisme en het constructivisme.

Zonder Jo Eyck – de broers hebben daar

nooit een geheim van gemaakt – was

Rosbeek met aan zekerheid grenzende

waarschijnlijk altijd de provinciale, op

traditionele leest geschoeide drukkerij

gebleven die ze ook voor vader Rosbeek

al was.

Maar dat veranderde nu snel. Eyck

was een liefhebber en verzamelaar van

abstracte, vooral minimalistische kunst.

In zijn bedrijfsruimten organiseerde hij

exposities van belangwekkende, aan

de weg timmerende kunstenaars als

Peter Struycken (van wie hij maar liefst

vijfendertig werken bezit), Ad Dekkers,

Ger van Elk, Carel Visser en William

Graatsma. De catalogi, meestal ingeleid

door kopstukken uit de Nederlandse

kunstwereld, liet hij drukken door

Rosbeek. Zo ontstonden er, vooral na de

start van de zogenaamde Goodwill-reeks

in 1969 (zie elders in deze bijlage), vaste

contacten met Limburgse ontwerpers,

van wie allereerst Baer Cornet en Piet

Gerards genoemd moeten worden, en

later ook Amsterdamse. Cor sprak zelfs

trots van ‘een aparte Limburgse school’,

die volgens hem een eigen, consistente

lijn volgde, los van de meer trendy

ontwikkelingen in de Randstad.

Een tweede cruciale datum in

de geschiedenis van de drukkerij

is de verhuizing in 1978 naar het

industrieterrein in Nuth, zo’n vijf

Misschien was Rosbeeks

gulle, democratische

bedrijfscultuur wel zijn

eigenlijke bedrijfsgeheim.

Twee momenten waren cruciaal voor de faam van drukkerij Rosbeek. De introductie door verzamelaar Jo Eyck van de Venlose ontwerper Marcel Pijpers, en de verhuizing in 1978 naar het door Herman Zeekaf ontworpen nieuwe bedrijfspand in Nuth. door Cyrille Offermans

Page 3: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu3 april 2010

Complot rond een vierkant geeft

een visueel beeld van de goodwill-

reeks en een inkijk in de achterlig-

gende ideeën van de vormgevers.

De goodwillreeks van Drukkerij Rosbeek geldt als collectors items: er zijn er maar weinigen in Nederland die ze compleet hebben. Behalve een boek over de reeks is er nu ook een expositie, in het Gouvernement in Maastricht. Ben van Melick beschrijft hoe een en ander tot stand kwam. door Ben van Melick

erover eens dat kwaliteit en belang van

de goodwillreeks, waar toen al een einde

aan was gekomen, opnieuw aandacht

verdienden. Lenoir en Steijn boden aan

de productie van een boek ter hand te

willen nemen dat door Piet Gerards vorm

moest worden gegeven. Het drietal vond

vervolgens zes kwaliteitsdrukkers, twee

binders en een papierleverancier bereid

om belangeloos mee te werken – als

hommage aan Rosbeek. De Grafische

Cultuurstichting financierde de inleiding

en Huis voor de Kunsten Limburg deed

de ontbrekende duit in de zak. Het boek

kon gerealiseerd worden. Een actueel

voorbeeld van wat Huygen noemt: unieke grafische cultuur. Het Huis voor de Kunsten kwam op het

idee van de presentatie een expositie

te maken in het Gouvernement in

Maastricht. De expositie, een samenspel

tussen Piet Gerards, provinciaal

conservator beeldende kunst Ad

Himmelreich en Kim Roufs van het

Huis voor de Kunsten toont behalve

de complete goodwillreeks ook zeven

kabinetten die zijn gewijd aan de architect

Herman Zeekaf, de schrijver Frans Erens,

het ontwerpersduo Jan Slothouber en

William Graatsma, typograaf Charles

Nypels, componist Matty Niël, fotograaf

Werner Mantz en beeldend kunstenaar

Aad de Haas, allen vertegenwoordigd in

de reeks. De expositie toont zo een keur

van drukwerk van het hoogste niveau en

maakt inzichtelijk hoe drukkerij Rosbeek

verankerd was in de Limburgs cultuur en

welke stimulerende rol ze daarin heeft

gespeeld.

Ben van Melick is neerlandicus en leidt, samen met oprichter en ontwerper Piet Gerards en Jo Linssen, uitgeverij Huis Clos.

tableau de la troupe met limburgse roots

Parallel aan de gelijknamige expo-

sitie in het Gouvernement in Maastricht

heeft uitgeverij Huis Clos het boek Com-plot om een vierkant. De goodwilluitgaven van Drukkerij Rosbeek 1968-2008 uitgege-

ven. Het boek toont het omslag van elk

deeltje samen met een typische spread,

verschaft bibliografische informatie, heeft

een kort commentaar van de desbetref-

fende ontwerper. Waar nodig is dat aan-

gevuld met uitweidingen van ontwerper/

architect William Graatsma die, naast

ontwerper Baer Cornet, als redacteur het

gezicht van de reeks bepaalde. Complot rond een vierkant geeft een visueel beeld

van de goodwillreeks en een inkijk in de

achterliggende ideeën van de vormgevers.

Dat levert niet enkel technische verhalen

op. De vele anekdotes zijn inkijkjes in de

ontwerperskeuken, fascinerend, soms

ontluisterend.

In het boek plaatst Frederike Huygen,

kunsthistorica en auteur van het

tweedelige standaardwerk Visies op vormgeving, de serie in een geografische

en historische context en geeft een

afgewogen oordeel over aard, kwaliteit

en belang. Zij schetst daarmee de

typische grafische cultuur in Nederland,

gekenmerkt door trots, beroepseer,

engagement en experiment tegen een

achtergrond van grote liefde voor het vak

en belangeloze inzet.

Huygen inventariseert de grote

variëteit aan onderwerpen op het

gebied van vormgeving, typografie,

fotografie, architectuur, beeldende

kunst, literatuur en muziek. Soms zijn

de boekjes een podium voor een dichter,

fotograaf, illustrator of kunstenaar, of

voor een project. Andere keren hebben

ze het karakter van een monografie.

Onderwerpen uit de regio zijn talrijk: de

St. Servaaskerk, drukker en typograaf

Charles Nypels, dichter en letterkundige

Wiel Kusters, literator Frans Erens,

fotograaf Werner Mantz, het Centrum

Cubische Constructies, Dom Hans van der

Laan, de Jan van Eyckacademie, Herman

Zeekaf, de kerkschilderingen van Aad de

Haas, fotograaf Kim Zwarts, de toren van

Robert Garcet, componist Matty Niël,

kasteel Wijlre van Jo en Marlies Eyck, het

vrijheidsbeeld van Charles Eyck en het

San Claessenshuis in Maastricht.

Andere boekjes zijn gewijd aan de

winnaars van Limburgse prijzen als

de Charles Nypelsprijs (vanaf 1986),

de Frans Erens literatuurprijs (vanaf

1985) en de Werner Mantzprijs voor

fotografie (vanaf 1990). Onder hen:

Dieter Roth met kunstenaarsboeken,

de grafisch ontwerpers Walter Nikkels,

Harry Sierman, Pierre di Sciullo (onlangs

ontslagen als huisontwerper van het

‘nieuw’ Stedelijk Musuem in Amsterdam,

red), literator Harry Prick en fotograaf

Kim Zwarts. Het Limburgse accent in de

opsomming komt door de betrokkenheid

van William Graatsma bij de

Rosbeekuitgaven; zo werden de boekjes

ook een ambassadeur van de cultuur uit

deze zuidelijke provincie.

Met zo’n tableau de la troupe markeert

de drukker zijn positie in de commerciële

en culturele context, die in die jaren

steeds meer in elkaar schoven. In

omstandigheden waarin alles voor de

wind gaat, kan zo het visitekaartje van

een drukkerij uitgroeien tot opvallend

drukwerk dat alleen al om zichzelf de

aandacht vraagt en direct verwijst naar

de drukker. Dat betekent bij Rosbeek

technisch perfecte uitvoering, creatieve

oplossingen, betrokkenheid en culturele

relevantie. Daarmee is de positie

afgebakend die Rosbeek op de markt wil

innemen. Met succes. Rosbeek behoorde

jarenlang tot de top drie van Nederlandse

drukkerijen.

Maar niet voor altijd. In de voor de

drukkerij en de gebroeders Rosbeek

benarde zomer van 2008 ontstond

tijdens een gesprek tussen grafisch

ontwerper Piet Gerards, drukker

Arie Lenoir en Alwin Steijn, directeur

Grafische Cultuurstichting het idee van

een publicatie. In het gesprek viel de

term ‘grafisch erfgoed’ en men was het

Foto’s met de klok mee: Jo en Marlies Eyck, Herman Zeekaf, Jan Slothouber en William Graatsma, Baer Cornet. foto’s: Kim Zwarts, Archief William Graatsma, Zuiderlucht.

Page 4: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu4 april 2010

Cubische Constructies en tot producten

als een modulaire bank, stoeptegels en

ruimtelijke objecten. In 1966 ontving het

duo Graatsma/Slothouber de Sikkensprijs

en enkele jaren later zat Graatsma in de

jury van deze prijs.

In de reeks goodwillpublicaties van

Rosbeek zijn drie boekjes gewijd aan het

werk van deze kubusadepten. Graatsma

gaf les aan verschillende opleidingen

waaronder de academie in Den Bosch

waar ook Cornet doceerde. Later werd

hij docent aan de Eindhovense TH en

directeur van de Maastrichtse Jan van

Eyckacademie. Zijn netwerk was enorm

en hij stelde onder andere in Eindhoven

een reeks tentoonstellingen samen

waaronder een over Cornet in 1977.

Graatsma was ook betrokken bij het

Bonnefantenmuseum in Maastricht en

bij tal van jury’s, besturen en commissies,

als hij al niet zelf de initiator was van

Limburgse prijzen. Vanaf 1982 ging hij

vele Rosbeekboekjes begeleiden en

was hij betrokken bij de keuze van de

onderwerpen die er in aan bod kwamen.

Het Limburgse netwerk rond het

vierkant was hecht, maar ook open en

breidde zich gestaag uit. Tussen 1969 en

2006 verschenen 57 boekjes, aanvankelijk

publicaties die ‘het creatieve drukken’

van Rosbeek illustreerden, later heetten

ze goodwilluitgaven. De drukkerij begon

zich in de jaren zestig te onderscheiden

met haar hoge kwaliteit en legde zich toe

op het samenwerken met ontwerpers.

Toen het eerste deeltje het licht zag,

was het proces van de mijnsluiting al

in volle gang en Rosbeek wilde ook

opdrachtgevers en ontwerpers buiten

Limburg aan zich binden. Doordat de

contacten met ontwerpers, bedrijven en

musea intensiveerden werden de jaren

zeventig en tachtig een bloeiperiode voor

de firma Rosbeek, geleid door de broers

Cor en Jean, bijgestaan door Herman en

Michel Kölker.

Zoals gezegd was het vierkante

formaat en het idee afgeleid van de

Kwadraatbladen, maar die keuze hing

ook samen met het feit dat zowel

staande als liggende afbeeldingen in een

vierkante maat tot hun recht komen. Het

achterliggende motief was natuurlijk

ook om de kunde en de kennis van de

drukkerij te demonstreren en naar buiten

te brengen.

complot rond een vierkant

In het Limburg van de jaren zestig

van de twintigste eeuw bekeerde een

aantal mensen zich tot het vierkant. Hun

geloof bleek standvastig en wist zich

ook aanhang in het westen van het land

te verwerven. Het waren: Baer Cornet

(1937), Jo Eyck (1930), Herman Zeekaf

(1938-2009), Jan Slothouber (1918-2007),

William Graatsma (1925) en Cor Rosbeek

(1944).

De Venlose grafisch ontwerper Baer

Cornet werkte voor drukkerij Lecturis

in Eindhoven, maar kwam in 1970 in

dienst bij het Limburgse Océ-van der

Grinten. Hij verzorgde publicaties

voor bedrijven als ’t Spectrum (deels

gedrukt bij Rosbeek), voor Slothouber

en Graatsma en voor Zeekaf, en maakte

tentoonstellingscatalogi en kalenders

voor verffabrikant en kunstverzamelaar

Jo Eyck. Het was Baer Cornet (die in 2007

het eerste ontwerp van Zuiderlucht zou

vervaardigen, red) die drukkerij Rosbeek

in 1969 het idee aan de hand deed om

een letterproef uit te geven, de eerste

van een reeks van boekjes gewijd aan

aspecten van het drukken en later ook

aan andere onderwerpen die aan relaties

werden gestuurd. Het vierkante formaat

werd Cornets handelsmerk.

Jo Eyck nam, net als Cor Rosbeek,

de zaak van zijn vader over en bracht

die tot grote bloei. Hij liet al heel

vroeg een huisstijl ontwerpen door

Marcel Pijpers die als beeldmerk een

gekantelde, open kubus had. “Dat was

zoiets als een esthetische revolutie in

Zuid-Limburg”, aldus Rosbeek die het

drukwerk uitvoerde. Op zijn kantoor

organiseerde Eyck tentoonstellingen

van constructivistische en geometrisch-

abstracte kunstenaars zoals Peter

Struycken, Richard Paul Lohse, Ad

Dekkers, Slothouber en Graatsma,

François Morellet en anderen.

Zij exploreerden het fenomeen

kleur en waren geïnteresseerd in

maatverhoudingen en systemen.

De catalogi stuurde Eyck aan al zijn

relaties. Rosbeek was onder de indruk

van de manier waarop Eyck public

relations bedreef en in alles een hoog

kwaliteitsniveau nastreefde.

Herman Zeekaf had een winkel in

Heerlen waar hij moderne vormgeving

toonde en verkocht, en was tevens

interieurarchitect. Hij begeleidde voor

Eyck verbouwingen en inrichtingen en

was de architect van de nieuwe drukkerij

Rosbeek in Nuth (1978). Ook Zeekaf

was een modernist die met uitgekiende

verhoudingen werkte.

Jan Slothouber en William Graatsma

werkten sinds 1955 samen bij de De

Staatsmijnen/DSM waarvoor zij

tentoonstellingen en presentaties

samenstelden en vormgaven. Het duo

ontwikkelde cubische dragers voor

de informatie en begon van daaruit

geometrische wetmatigheden te

onderzoeken. Zij kwamen in contact met

Pieter Brattinga van Steendrukkerij De

Jong & Co in Hilversum die daar sinds

1955 de befaamde Kwadraatbladen uitgaf,

een reeks gedrukte relatiegeschenken

op vierkante maat. Deze drukkerij met

haar op ontwerpers gerichte beleid

en haar Kwadraatbladen werd voor

Rosbeek het voorbeeld dat hij wilde

evenaren. Brattinga, die als ontwerper

ook veelvuldig het vierkant hanteerde,

leidde de huisstijloperatie van DSM en

door zijn bemiddeling kregen Slothouber

en Graatsma in 1965 een expositie in het

Amsterdamse Stedelijk Museum getiteld:

Vier kanten.

Daarna volgde een hele reeks van

exposities over hun werk, onder andere

bij Jo Eyck en in de toonzaal van Zeekaf,

met als hoogtepunt een presentatie

op de Biënnale van Venetië in 1970.

Het onderzoek naar de kubus leidde

tot de formatie van het Centrum voor

De bloeiperiode van drukkerij Rosbeek werd geschraagd door de opkomst van een groep jonge ontwerpers rondom verffabrikant en kunst-verzamelaar Jo Eyck. Heren met uiteenlopende karakters en één gemeenschappelijke eigenschap: een fascinatie voor het vierkant. door Frederike Huygen

De gekantelde, open kubus als

beeldmerk was zoiets als een

esthetische revolutie in Zuid

Limburg.

Omslag van de catalogus bij Complot rondom een vierkant.

Page 5: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu5 april 2010

De door Zeekaf ontworpen drukkerij Rosbeek in Nuth. foto: Kim Zwarts

werden synoniem. Functionele

schoonheid in zakelijke objecten, dus

met een belangrijke rol voor de grafisch

ontwerper, creatieve schoonheid in de

vrijere opdrachten, met een nog grotere

invloed voor de ontwerper. Waar

mogelijk werd het grafisch ontwerp

even belangrijk als het drukproces.

Vooral in dit opzicht speelden de

contacten van Cor een belangrijke rol.

Diens zelfvertrouwen groeide en hij liet

zich steeds meer gelden als inleider,

spreker en jurylid.

Het was dus niet verwonderlijk dat

de Rosbeeks zich inmiddels hadden

gewaagd aan drukkersdrukwerk, het

‘kaartje’ van de drukkerij dat per

definitie moest beantwoorden aan de

hoogste technische en artistieke eisen.

Eind jaren zestig was de goodwillreeks

gestart die niet alleen de staalkaart

werd waarmee de drukker zijn positie

in de commerciële en culturele context

markeerde, maar hem ook poneerde als

initiator, ‘medeschepper van cultuur’.

Dat er prestigieuze opdrachten

uit de wereld van kunst en cultuur

kwamen, bewees dat ze op de goede

weg zaten en gaf hun vleugels. De tijd

was gunstig. Geld rolde, communicatie,

creativiteit en kwaliteit lagen in ieders

mond bestorven, vormgeving was een

cult. The sky was the limit.

Mogelijk ging hun vlucht te hoog,

en verloren de broers het zicht op de

verhoudingen. Ze gingen er prat op dat

de drukkerij zich in de onmogelijkste

omstandigheden kon bewijzen.

Kwaliteit is duur, soms te duur.

Hoge taakopvatting, beroepseer en

verbeeldingskracht zijn sleutelwoorden

voor succes. Maar de literatuur leert

dat dan de hoogmoed dreigt. Zo gezien

bloedde de goodwillreeks dood in

esthetische tolerantie en verstikte het

bedrijf in twijfelachtige innovatie.

“Er zullen altijd mensen blijven, al is

het een kleine culturele elite, die om

kwaliteit zullen blijven geven”, zegt Cor.

Maar er is geen drukkerij Rosbeek meer

om die kwaliteit te leveren.

een tijdlang was the sky the limit

We schrijven 2008.

Inktzwarte wolken pakken zich samen

boven Drukkerij Rosbeek te Nuth,

jarenlang een van de beste, meest

gelauwerde drukkerijen van Nederland.

De chemie tussen de broers Rosbeek

is uitgewerkt: de plaats van Jean als

technisch en zakelijk leider is al enige

tijd ingenomen door verschillende

opvolgers. Het bedrijf kan zijn reputatie

niet meer waarmaken. In 2009 valt het

doek. Niet alleen inconsistente bed-

rijfsvoering – de achilleshiel van vele

familiebedrijven - en gezondheidsprob-

lemen, ook concurrentie uit het buiten-

land, kwaliteitsverlies door digitale

automatisering en snel verslechter-

ende economische omstandigheden

betekenen het einde van Drukkerij

Rosbeek, het bedrijf dat boekdrukkunst

personifieerde en cultuur schiep, het

bedrijf waarin de broers hun ziel en

zaligheid hadden gelegd.

Begin jaren zestig waren Cor

(1944) en Jean (1945) Rosbeek

de piepjonge eigenaars van een

kleine handelsdrukkerij aan de

Hommerterweg in Hoensbroek

onder de rook van Staatsmijn Emma.

Zij groeiden op in een bedrijvig en

artistiek gezin waar zelfwerkzaamheid,

creativiteit, betrokkenheid en kwaliteit

groot geschreven werden. Vader

was behalve meesterdrukker een in

de regio bekend musicus, moeder

dreef een winkel in kantoor- en

tekenbenodigdheden. Thuis werd

geplakt, getekend, gekleurd, gegutst,

geknutseld. De kinderen kwamen veel

in de drukkerij en waren zo al vroeg

vertrouwd met de wereld van pers, inkt

en papier. Jean: “Je raakt geïnteresseerd

en voordat je het weet sta je met een

zethaak in de hand en mag je voor het

eerst een regel zetten. Op een kleine

pers, een degeltje, drukte ik voor het

eerst mijn naam. Wat jaren later stond

ik in de vakanties mee te helpen.”

Ook Cor was gegrepen, maar anders.

Fantasierijk en nieuwsgierig was hij, de

blik naar buiten gericht: de wereld van

blue suede shoes en scherp gesneden

kostuums. Gedistingeerd halbstark,

perfect gesoigneerd op jonge leeftijd al.

Verkoop en acquisitie werden zijn fort.

Beiden wilden vooruit.

De jongens zaten midden in de

puberteit toen hun vader plotseling

stierf en zij de zaak, aanvankelijk met

hulp van collega-drukkers, overnamen.

De mijnen floreerden nog en het bedrijf

groeide. De Rosbeeks legden de lat

hoog. Hun voorbeelden vonden ze in de

kwaliteitsdrukkerijen buiten Limburg,

waar ontwerpers een belangrijke rol

speelden en gedurfde staaltjes drukwerk afgeleverd werden.Tegelijkertijd

kwamen ze in contact met klanten

en relaties die op zakelijk en artistiek

niveau de hoogste eisen stelden en

zo rolden ze in de moderne scene van

kunstenaars en vormgevers in Limburg,

waar vooral de cultuurbegerige Cor zich

als een vis in het water voelde.

De sluiting van de mijnen was voor

de gebroeders geen neergang maar

een impuls. De noodzaak van nieuwe

opdrachtgevers bracht het bedrijf in

een stroomversnelling: Jean innoveerde

de techniek en Cor wierf klanten en

verkocht. Kan niet bestaat niet. Kwaliteit voor alles. Kwaliteit en schoonheid

“ Voordat je het weet sta je met een zethaak in de hand en mag je voor het eerst een regel zetten”, zei Jean Rosbeek ooit over het opgroeien in de drukkerij van zijn vader. Samen met zijn boer Cor bouwde hij een unieke drukkerij op die lange tijd maatgevend was in de grafische industrie. door Ben van Melick

Cor Rosbeek: “Er zullen

altijd mensen blijven, al is het een

kleine culturele elite, die om

kwaliteit zullen blijven geven.”

Page 6: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu6 april 2010

“Eigenlijk is vriendschap

het Leitmotiv bij alles

wat we doen.”

Auteurs en kunstenaars die geen knieval maken voor publiek of commercie. Dwarsliggers die een bestaan in de marge voor lief nemen. Ze vormen een blijvende fascinatie voor ontwerper Piet Gerards. Uitgeverij Huis Clos geeft ze een podium. door Fons Elbersen

de veste die af en toe iets moois baart

Piet Gerards: “Je kunt op school leren om illustrator te worden; je kunt niet leren Kamagurka te worden.” foto Jasper Groen

Page 7: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu7 april 2010

‘Ik heb in mijn leven misschien twee boeken gekocht omdat ik ze móói vond.’

de veste die af en toe iets moois baart

Cover art kunnen we nu ook in alle rust

naar jazz kijken”, prees de Volkskrant.

“De geest is hetzelfde.” “Eigenlijk is

vriendschap het Leitmotiv bij alles wat

we doen”, zegt Piet Gerards in zijn

studio. “Iemand heeft iets gelezen,

iets gezien, en zegt: ‘Daar moeten

we wat mee doen!’ Dan gaan we

erover denken, praten, verder denken,

discussiëren, en zo ontstaat een nieuw

boek.” Over één ding heerst absolute

consensus: als er een boek komt, moet

het mooi zijn, en goed verzorgd. Van

ontwerp tot druk.

Gerards: “Drukkerij Rosbeek was

in sommige opzichten de allerbeste,

vanwege de kwaliteit van de mensen

die ze in huis hadden. Het was nooit:

‘Dat kan niet, maar altijd: Wacht eens,

even kijken hoe we dat kunnen doen…’

De materiaalkeuze, de verwerking

van materiaal, het mooi uitgekiende

letteraanbod, het drukken – daarin

liepen ze voorop. Zoals ze ook voorop

liepen in het besef dat ontwerpers

ook voor hun bedrijf belangrijk

waren. Verschillende van mijn Best

Verzorgde Boeken hebben hun

erkenning gekregen omdat Rosbeek ze

instuurde.”

Vakmanschap, zoals van de

voormalige drukkerij in Nuth, is

belangrijk, oorspronkelijk talent echter

allesbepalend. Gerards: “Ik denk dat de

euforie over Nederlands ontwerp een

beetje over is. De oudere generatie,

onder wie ikzelf, heeft letterlijk school

gemaakt. Er wordt veel nagevolgd,

en er is heel veel van hetzelfde. Het

interessante van Dutch Design was een

zekere dwarsheid, een dubbele bodem.

Ik zie het minder nu. Je kunt op school

leren om illustrator te worden; je kunt

niet leren Kamagurka te worden.”

www.uitgeverijhuisclos.nl

De schatkamer bevindt zich

in het souterrain van het kantoor

van Piet Gerards Ontwerpers aan

de Weteringschans in Amsterdam.

Gerards wijst naar een wandvul-

lende boekenkast. “Deze boeken zijn

door ons ontworpen.” Het zijn er

zo’n vijfhonderd. Boeken die je qua

vormgeving, druk en afwerking niet

bij de reguliere boekhandel aantreft.

“Ongeveer een kwart daarvan heb ik

in eigen opdracht gemaakt. Da’s wel

veel, ja.”

Zeg nou niet dat je hier in hartje

Amsterdam voor een bibliofiel walhalla

staat. Ook al is Piet Gerards (Heerlen,

1950) een gelauwerd ontwerper met

een imponerende reeks bekroningen

als ‘Best Verzorgd Boek’ op zijn naam,

bij hem gaat inhoud vóór de vorm.

“Ik heb in mijn leven misschien twee

boeken gekocht omdat ik ze móói

vond. Opperlandse taal- & letterkunde

van Battus bijvoorbeeld, in die

ongelooflijke vormgeving van Harry

Sierman. Maar de inhoud is absoluut

het belangrijkste voor mij, als lezer en

als ontwerper. Er zijn te veel boeken

waarbij de vormgeving de inhoud

overschaduwt. Het gaat om mensen

die je spannend vindt. Multitalenten,

met een controversiële boodschap.

Interessant vind ik waar ‘de straat’

en ‘het verhevene’, het ‘hoge’ en

het ‘lage’ elkaar raken. Dan kán ik

gewoon niks lelijks maken.” Gerards’

drang naar schoonheid heeft zijn

oorsprong in het anarchisme. Drie jaar

studeerde hij aan de kunstacademie

in Maastricht. Kunstschilder wilde

hij worden. “Huilend ben ik van die

academie afgegaan, het klimaat daar

was helemaal niks voor mij.” In zijn

middelbare schooltijd was hij al in de

ban geraakt van literatuur; in het links-

anarchistische, activistische milieu van

de jaren zeventig ontdekt doener (‘ik

ben geen studiehoofd’) Gerards dat

hij veel lol beleeft aan het maken van

pamfletten, affiches, folders. “Typen,

koppen maken, vergroten, verkleinen,

je handen zwart van de inkt, ik genoot

ervan.”

Op 1 april 1979 hoort hij tijdens

een lezing van de door hem en zijn

vrienden georganiseerde Anarchisme sieklus in Maastricht de dichter/activist

Steef Davidson diens vertaling van

Europa van de Poolse dichter Anatol

Stern voordragen. Als hij vervolgens

de Europa-editie van in de originele

vormgeving van Mieczyslaw Szczuka

ontdekt, is hij verkocht. “Dat vond ik

echt geweldig. Dàt wilde ik maken!”

Hij maakt een ontwerp, dat heel

dicht bij dat van Szczuka blijft, en er

komt een nieuwe vertaling. Het boek

verschijnt in 1982 in een oplage van

100 bij uitgeverij AAP in Maastricht.

De ontwerper en uitgever Piet Gerards

is geboren. Fascinatie voor bijzonder

literair werk, liefde voor vormgeving,

voor goedverzorgde boeken zijn ook

de drijfveer van Gerards en Schreurs uitgevers, die Gerards twee jaar later

met zijn vriend Joep Schreurs opricht.

Zo’n 25 boeken geeft het tweetal

uit. De Laatste Brieven 1936-1938 van

de Rus Osip Mandelstam opent de

Fragmentenreeks van de uitgeverij.

In de reeks wordt verder onder meer

werk van Louis Paul Boon (naast Reve

een van de literaire helden van Piet

Gerards) en Wiel Kusters’ X kijkt in Y

over Pierre Kemp gepubliceerd.

Gerards woont in die tijd in Heerlen,

in een statig pand aan de Akerstraat.

Het huis is woon- en werkplek. Hij

koopt een proefpers en zet die in het

souterrain. Als de machine aanslaat,

trilt het pand op zijn fundamenten.

Huis Clos heet het huis, naar een boek

van Sartre, ‘Met gesloten deuren’. In

1986 wordt het de naam van de marge-

uitgeverij, waar Gerards mee verder

gaat, ook na het opheffen van Gerards

& Schreurs in 1990. “Het was een huis

dat alles behalve gesloten was”, zegt

hij. “De deur stond altijd open. Maar

ik vond dat beeld wel mooi: een veste,

die zich af en toe opent om iets moois

te baren.”

Huis Clos. In een melige bui

omschrijft Gerards het ook wel als

Huize De Klos. De ontwerper Gerards

verwerft de nodige faam (‘der Meister’

wordt hij door sommige collega’s

genoemd) en verhuist eind jaren

negentig naar Amsterdam. “Daar zat ik

sowieso al ieder weekend.” Maar voor

de uitgever Gerards is het bloed, zweet

en tranen. Ongedurig als hij is (“ik

ben te kortademig voor langdurende

projecten, ik wil altijd weer naar

iets nieuws”) is hij blij als Huis Clos

wordt versterkt met Ben van Melick

(redactie), Jo Linssen (productie/

distributie) en Lily Balmaekers

(administratie).De uitgeverij zetelt nu

in Rimburg. Het fonds telt 32 titels, in bescheiden oplagen; één titel is

uitverkocht. Per jaar komen er drie,

vier boeken bij. Tot nu toe financierde

de ene uitgave de volgende. Een

groep van 100 vaste afnemers moet

gaan zorgen voor wat meer financiële

armslag.

Zo werden boeken van onder

anderen John Hejduk, Gerard Reve,

Arthur Lehning, Leo Herberghs, Gerrit

Komrij, Wiel Kusters en Nic. Tummers

uitgegeven. Daarnaast verschenen er

titels óver Paul van Ostaijen, Louis

Paul Boon, Ine Schröder, Constant,

Herman Hertzberger, Kurt Schwitters

en Han Bennink. Hoewel Huis Clos zich

als vanouds beweegt tussen literatuur,

beeldende kunst, architectuur,

vormgeving en muziek, is met de

komst van literator Van Melick de

nadruk wat meer op literatuur komen

te liggen. De grondgedachte blijft

hetzelfde: “Auteurs en kunstenaars

die hun eigen weg blijven volgen,

geen knieval maken voor publiek of

commercie. Soms dwarsliggers die een

bestaan in de marge voor lief nemen”,

meldt de catalogus 2010. “Relevante

teksten van geëngageerde auteurs.

Boeken die mooi zijn, niet bibliofiel.

Functioneel maar niet geestloos.”

Gerards: “Ik begin altijd bij de tekst.

Wat vraagt die tekst? Bij een ontwerp

werk ik van binnen naar buiten. Naar

buitenissigheden ben ik niet op zoek.

Het is de sport om binnen de normale

kaders en binnen economische

begrenzingen iets moois te maken.”

Een ‘sport’ die wel uniek ontwerp kan

opleveren. Voor Cover art, waarin alle

hoesontwerpen van jazz-slagwerker

Han Bennink bijeen zijn gebracht, zijn

750 omslagen gemaakt waarvan er

geen twee hetzelfde zijn. De tweede

druk is bestempeld en gesigneerd

door multitalent Bennink zelf. “Dankzij

Page 8: Rosbeek complot  rond een vierkant

www.zuiderlucht.eu8 april 2010

Geeft met Kunst en Cultuur kleur aan het leven in Limburg.

De Passiespelen Tegelen“Het Tegelse Passiespel is uitgegroeid tot een vijfjaarlijkse theatergebeurtenis van internationale allure. Het is meer dan een theatervoorstelling, het is een gebeurtenis. Een verhaal dat spelers en toeschouwers moeten ondergaan en beleven. Een prachtproductie van regisseur Cees Rullens en muzikaal leider Nard Reijnders”

Houdt het cultureel erfgoed levend.

De Passiespelen Tegelen 2010 zijn te zien vanaf 16 mei t/m 12 september 2010www.passiespelen.nl

Stimuleert een rijk geschakeerdekunst- en cultuurbeoefening door amateurs en professionals.

Investeert in een goede culturele infrastructuur in Limburg.

Verbindt cultuur en economie.

Organiseert toonaangevende exposities en tentoonstellingen in het gouvernement.

Is een belangrijke trekker van de kandidatuur Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa 2018.

Neemt concrete initiatieven voor euregionale culturele samenwerking.

Expositie ‘Complot rond een vierkant’“De expositie ‘Complot rond een vierkant’, is de moeite van een bezoek aan het gouvernement meer dan waard! Centraal staan de 56 bijzondere Goodwill uitgaven van Drukkerij Rosbeek (1969-2006). Deze kwalitatief hoogstaande en artistieke uitgaven overstijgen door hun inhoud en vormgeving de betekenis van een relatiegeschenk.”

Complot rond een vierkantis te zien in het Gouvernement aan de Maas, Limburglaan 10, in Maastricht. Van 25 maart t/m 21 mei 2010 www.limburg.nl

Gedeputeerde Kunst en Cultuur, Odile Wolfs over:

Provincie Limburg: