schoolplein-pad.weebly.com · Web viewDoor interviews te houden met experts binnen de school,...

51
Vooronderzoek “ Kom buiten spelen!” En blijf bewegen! Naam: Manon Bonnink Studentnummer: 1110015 Toets nummer: 130302-1B Begeleiders: Ester Alake, Maurice Pampiermolen Klas: VR3C Datum: 4-11-2013 1

Transcript of schoolplein-pad.weebly.com · Web viewDoor interviews te houden met experts binnen de school,...

Samenvatting:

De leerkrachten obs Bargerpaske in Winterswijk willen graag dat hun schoolplein veranderd wordt. Op het schoolplein zijn vaak conflicten. Deze conflicten willen de leerkrachten graag voorkomen. Het schoolplein is op dit moment in verschillende kleurzones ingedeeld. Deze kleurzones wilt de school graag behouden. De school wil er wel een andere invulling aangeven. Het theoretisch kader helpt om tot een goed werkplan te komen. Door een literatuuronderzoek krijgen de studenten meer inzicht in schoolontwikkeling. Verder wordt er ook gekeken naar theorie over het schoolplein, beweegwijs en de motorische ontwikkeling van kinderen. Uit de theorie blijkt dat wanneer leerlingen hun motoriek niet optimaal ontwikkeld hebben, deze leerlingen vaker worden buiten gesloten. Hierdoor ontstaan er conflicten op het schoolplein.

Door interviews te houden met experts binnen de school, krijgen de studenten een beter beeld van schoolplein. De experts kunnen aangeven waar ze knelpunten zien en welke punten er al goed gaan. Uit iedere bouw wordt er een leerkracht geïnterviewd. Zo kan er rekening gehouden worden met alle leerlingen op het schoolplein. Naast de interviews zijn er ook vragenlijsten ingevuld. Dit is gedaan door de leerkrachten maar ook door de leerlingen. Hieruit kunnen de studenten informatie halen over wat alle leerkrachten en leerlingen willen met het schoolplein.

Met de leerkrachten en de leerlingen is na voren gekomen dat er minder conflicten op het schoolplein moeten zijn. Maar ook dat de leerlingen tijdens het buitenspel weinig tot activiteiten komen. Door middel van dit onderzoek wordt hier aan gewerkt. Het is de bedoeling dat de leerlingen meer tot spel komen en hierdoor hun motoriek verbeteren.

2

Inhoudsopgave:

Samenvatting:........................................................................................................................................2

Inhoudsopgave:......................................................................................................................................3

Theoretisch onderzoek:..........................................................................................................................5

Schoolontwikkeling:...........................................................................................................................5

Schoolcultuur.................................................................................................................................5

Gedeeld eigenaarschap..................................................................................................................5

De beginsituatie.............................................................................................................................5

Planning en structuur.....................................................................................................................6

Pedagogische opdracht..................................................................................................................6

Teamleren......................................................................................................................................6

Schoolontwikkelthema:..........................................................................................................................7

Motorische ontwikkeling:.......................................................................................................................7

Ontwikkeling van bewegen:...............................................................................................................7

Beweegwijs.........................................................................................................................................7

Effect beweegwijs:..............................................................................................................................8

Methode:...............................................................................................................................................8

Onderzoeksgroep:..............................................................................................................................8

Onderzoeksinstrumenten:......................................................................................................................9

Literatuurstudie:.................................................................................................................................9

Documentanalyse...........................................................................................................................9

Expertinterviews.............................................................................................................................9

Vragenlijsten..................................................................................................................................9

Observaties...................................................................................................................................10

Praktisch kader:....................................................................................................................................10

De situatie:.......................................................................................................................................10

Documentanalyse:........................................................................................................................10

Enquête:...........................................................................................................................................11

Spellen op het plein:.....................................................................................................................11

3

Spellen tijdens de gym:.................................................................................................................11

Motoriek:......................................................................................................................................11

Beginsituatie:....................................................................................................................................12

Resultaten:...........................................................................................................................................12

Enquête:...........................................................................................................................................12

Conclusies:...........................................................................................................................................12

Literatuur.............................................................................................................................................13

Bijlagen:................................................................................................................................................14

Werkplan:.............................................................................................................................................15

Bijlagen:................................................................................................................................................25

Bijlage 1: Voorbereidingsformulier voor het interview........................................................................26

Bijlage 2: Voorbereidingsformulier voor de enquête...........................................................................31

4

Theoretisch onderzoek:

Schoolontwikkeling:Volgens Van Gils (2004) is schoolontwikkeling het voortdurende proces van het toevallig en/of bewust veranderen van het organisatorisch en onderwijskundig functioneren van de school. Tegenwoordig wordt er geleefd in een constant veranderende maatschappij. Onderwijs is onderdeel van deze maatschappij en moet dus mee veranderen en ontwikkelen. Schoolontwikkeling hangt samen met de interne en externe krachten en invloeden (Van Gils, 2004).Bij schoolontwikkeling is het van belang dat de school gedetailleerde doelen opstelt en planmatig werkt. Wanneer de resultaten tegenvallen, moet het onderwijsleerproces worden geanalyseerd. Het team kan dan gezamenlijke verbeterpunten afspreken. Volgens Van Dijk (2012) realiseert een goede school veel mogelijkheden voor de leerkracht om met elkaar en van elkaar te leren.Schoolontwikkeling komt tot stand door met de mensen van het schoolteam in gesprek te gaan en samen te komen tot visie en doelstelling om tot nieuwe ideeën te komen. Respect voor de ervaringen en geschiedenis zijn belangrijk om de draagkracht van het schoolontwikkelthema te bevorderen (Van Gils, 2004).

SchoolcultuurDe schoolcultuur is bij schoolontwikkeling erg belangrijk. Voorwaarde om te komen tot schoolontwikkeling is, werken aan een aangepaste schoolcultuur. Het is erg van belang hoe de sfeer is op school, praten de mensen met elkaar, zijn de leerkrachten bereid tot veranderingen te komen, wordt er samengewerkt of is iedereen baas in eigen lokaal? Ook is het belangrijk te weten hoe iedereen denkt over de kinderen. Welke verwachtingen zijn er voor de kinderen, is er aandacht voor het welbevinden van de kinderen (Van Gils, 2001)?Volgens Van Roekel-Kolkhuis Tanke (2010) hebben leerkrachten de behoefte om zich te ontwikkelen in hun werk. Leraren zetten hun eigen informele leernetwerk op met gelijkgestemde of bevriende leerkrachten.Leerkrachten ontvangen graag oprechte en goede feedback van collega’s, leerlingen, ouders en andere externen (Roekel-Kolkhuis Tanke, 2010). Feedback moet wel positief en betrokken zijn, het moet vertrouwen geven en neemt vaak een belangrijke plaats in bij professionaliseren (Dresen & Kluijtmans, 2008).Volgens Van Gils (2001) is het belangrijk dat iedereen voor zijn mening uitkomt, dat iedereen open kaart speelt, anders bestaat het gevaar dat er mooie plannen worden gemaakt die niet voldoende gegroeid zijn. Soms is het beter om een werkgroep aan te stellen die de personeelsleden regelmatig op de hoogte stelt van de stand van zake en ze de kans geven om opmerkingen en suggesties te geven.Volgens Van Gils (2001) is het ook belangrijk en een uitdaging om de kinderen te betrekken bij het schoolontwikkelthema en eventueel mee te laten denken en beslissen. Ouders zijn tevens belangrijk bij schoolontwikkeling, het is enerzijds een kans om de ouders meer informatie te geven over de schoolvisie en anderzijds werken hun suggesties en opmerkingen vaak inspirerend en zorgen ze voor nuttige aanvullingen (Van Gils, 2001).

Gedeeld eigenaarschapIn het onderwijs kan zich iemand eigenaar voelen van het lokaal, maar ook van de les of zelfs van de school als geheel. Als iemand zich ergens eigenaar van voelt, doet diegene er meer zijn best voor omdat het van diegene is. Een nadeel van eigenaarschap is dat iemand bezitterig gedrag gaat vertonen en geen voorstander is van veranderingen.Volgens Webber (1999) wordt gedeeld eigenaarschap geremd omdat er soms wordt gekeken naar een school als een machine, als er iets niet goed werkt, komt er een monteur bij en alles doet het weer. Dit remt eigen initiatief en eigenaarschap en daarmee het leerproces.Een goed voorbeeld is de docent en zijn lokaal. Het lokaal is opgeruimd en versiert met bijvoorbeeld posters. Er hangt ook een briefje met instructies voor andere gebruikers. Een andere gebruiker die bijvoorbeeld een poster ophangt zal weerstand ondervinden van de eigen benoemde “eigenaar” (Loeffen & Springer, 2010).

De beginsituatieBij het werken aan schoolontwikkeling is het belangrijk te werken vanuit de beginsituatie. Dit is voor de meeste leerkrachten minder bedreigend en een grote stap naar samenwerking. Vaak is elke leerkracht verantwoordelijk voor zijn eigen klas en het is niet altijd eenvoudig om alles wat in de school leeft samen te brengen. Het product is niet het belangrijkste bij schoolontwikkeling, maar het samenwerken, samen werken en de punten bepalen is het belangrijkste (Van Gils, 2004).

5

Een aantal leerkrachten kunnen een belangrijke rol spelen bij schoolontwikkeling. Deze leerkrachten beginnen vanuit eigen motivatie om bij te blijven bij huidige onderwijsontwikkelingen en gaan hierover in gesprek met collega’s. Werkgroepleden raken daardoor breder georiënteerd dan de eigen klas. De leerkracht heeft een voortrekkersrol en draagt hierdoor actief bij aan schoolontwikkeling (Hessing, Loeffen, Uytendaal & Willems, 2013).

Planning en structuurHet bepalen van de prioriteiten bij schoolontwikkeling is essentieel, omdat er zeer veel op een school afkomt. Structuur en een realistische planning zorgen er voor dat de doelen haalbaar zijn en dat er vooruitgang zichtbaar is. Er moet tijd worden ingepland om samen te overleggen en tot besluiten te komen over keuzes die gemaakt moeten worden. Hierdoor kan het werk worden geëvalueerd en bijgestuurd. Het is voor iedereen die betrokken is bij het project fijn dat er een duidelijke planning en organisatie, dit stimuleert doelgericht werken, een grotere flexibiliteit en een toenemend wederzijds vertrouwen (Van Gils, 2001).Wanneer er een taakgroep is ingesteld met als doel het organiseren van collectief leren, dan kan de verantwoordelijkheid over de planning en uitvoering van de werkzaamheden een stimulerende factor zijn voor de leerkrachten om bezig te zijn met schoolontwikkeling. Ook verbreding van de werkzaamheden van de leerkracht kan een stimulerende factor zijn, niet alleen lesgeven, maar ook het begeleiden van leerlingen en collega’s (Creemers, Giesbers, Krüger & Van Volsteren, 2003).

Pedagogische opdrachtHet onderwijs wordt geacht mee te groeien in de ontwikkelingen in de maatschappij. De school werkt hieraan door de opdrachten te stellen in een pedagogisch project. Een pedagogisch project is een verklaring vanuit het personeel naar de ouders waarin zij beschrijven hoe zij hen dagelijks handelen invullen. Het is een kompas voor afspraken, bij het evalueren en het profileren (Van Gils, 2004). Het is als school een hele opgave om te voldoen aan alle verwachtingen die de overheid, de plaatselijke gemeenschap, de ouders, het schoolbestuur, de kinderen en het schoolteam hebben. Dit moet gedragen worden door de hele school. Planmatig werken helpt het realiseren van deze doelstellingen en vergroot de deskundigheid van het team. Planmatig werken structureert de ideeën, bevordert de onderlinge samenwerking. Een duidelijke visie is hiervoor wel nodig; of het wordt een inhoudsloos boekwerk. Door planmatig werken weet het team waar ze naartoe willen en het vergroot de gezamenlijke doelgerichtheid; het geeft houvast (Van Gils, 2004).

TeamlerenZoals al eerder besproken is het belangrijk dat het team als één man achter schoolontwikkeling staat. Alle teamleden en eventueel ouders en kinderen moet betrokken worden bij schoolontwikkeling. Teamleren is een manier om als organisatie fris en bij de tijd te blijven. Door samen te leren van de goede voorbeelden ontstaat een dynamiek waarbij leraren elkaar inspireren en stimuleren met de goede dingen bezig te zijn. Teamleren wordt altijd gecombineerd met andere programma's (Kalkman, 2012).Het is niet altijd gemakkelijk een team te formeren. Een willekeurig aantal mensen bij elkaar zetten creëert misschien een groep, deze mensen hebben misschien samen een doel, maar zijn ze wel echt een team? Mensen hebben een hogere verwachting van een team, dan van een groep. In een goed team is er ook een gemeenschappelijk doel, maar zien we ook solidariteit, respect en verbondenheid, dat is teamgeest. Teamleden zijn bereid om eigen belangen samen te laten smelten met het groepsbelang en zo tot een gemeenschappelijk resultaat te komen (Remmerswaal, 2006).Een heldere visie die in de praktijk duidelijk wordt is een kenmerk van sterke scholen. Door een heldere visie kunnen scholen zich op een positieve manier onderscheiden. Het uitgangspunt is dat leraren leren op professionele wijze pedagogische kennis en ervaring met elkaar te delen en om te zetten in concreet gedrag. Dat betekent leren op alle niveaus. Vanuit de inhoud van het vak, lesgeven, leren leraren hoe ze goede praktijken met elkaar kunnen delen en verdiepen. Om vervolgens vanuit de praktijk te werken aan de pedagogische visie en identiteit van de school (Kalkman, 2012).Schoolontwikkeling en teamleren is een dynamisch proces waarbij de pedagogische en professionele opdracht van de school centraal staan. De basisgedachte is dat er een doorgaande lijn bestaat tussen de praktijk en het leren van de leraren en de organisatie zelf (Kalkman, 2012).

6

Schoolontwikkelthema:

Motorische ontwikkeling: De motorische ontwikkeling wordt onderverdeeld in de fijne en de grove motoriek (Lems, 2012). Bewegingen zoals: lopen, zwemmen en een bal schieten vallen onder de grove motoriek. Bewegingen waar meer aandacht of concentratie voor nodig zijn, is de fijne motoriek. Hierbij kan gedacht worden aan: knippen, schrijven of een speld oppakken. Toch zijn de grove en de fijne motoriek nauw met elkaar verbonden. Kinderen moeten namelijk eerst bepaalde grove motoriek beheersen voordat de kinderen verder kunnen met de fijne motoriek. Bijvoorbeeld: een beheersing van het evenwicht is een voorwaarde om netjes te kunnen schrijven (Lems, 2012).

Bij kleuters speelt de motoriek een belangrijke rol in de ontwikkeling. Op veel gebieden van de ontwikkeling heeft een kleuter motorische vaardigheden nodig. Kleuters zijn nieuwsgierig en willen graag van alles onderzoeken. Hierbij maken kleuters gebruik van hun lichaam (Lems, 2012).

In de overgang van kleuter naar het basisschoolkind ondergaat een kind meerdere ontwikkelingen (Struyven, Beaten & Sierens, 2010). Zo komen de ledenmaten in verhouding te staan tot het hoofd. Het ‘babyvet’ wordt vervangen door spierweefsel. Ook worden de armen en benen langer. Hierdoor kunnen de kinderen zich beter in evenwicht houden. Ook worden de kinderen motorisch sterker. De prestaties bij kinderen worden ook beter.

Jongens en meisjes groeien ongeveer even snel. Rond de leeftijd van tien jaar ontwikkelt het kind een perfecte beheersing van het eigen lichaam. Men spreekt dan van het “volmaakte kind”. Een kind ervaart zijn lichaam als een probleemloos en soepel instrument in zijn actieve gerichtheid op de buitenwereld. Rond de 12 jaar zijn de jongens iets meer in het voordeel dan de meisjes. De lichaamsbeheersing ( buigen, klimmen enz) en het hand- en oogcoördinatie (vangen, mikken enz.) neemt sterk toe in deze periode. Maar dit is niet het enige wat sterk toe neemt. Ook neem de sociaal-emotionele ontwikkeling toe. Het beheersen van een motorische vaardigheid is bepalend voor het geaccepteerd worden door leeftijdsgenootjes. De plaats in de groep is sterk gekoppeld aan de behendigheid van een kind en het mee kunnen doen aan spelletjes (Struyven, Beaten & Sierens, 2010).

Ontwikkeling van bewegen: De ontwikkeling van bewegen bestaat uit drie componenten namelijk: neurologische ontwikkeling, sensorische ontwikkeling en motorische ontwikkeling (Lodeweges & Geerte, 2007). Neurologische ontwikkeling is de rijping van het zenuwstelsel. De sensorische ontwikkeling zijn de ontwikkelingen die via je zintuigen binnen komen. De motorische ontwikkeling is het vermogen tot bewegen. Deze drie componenten staan in verbinding met elkaar. Belangrijk is de sensomotoriek. Wanneer je iets waarneemt met de sensomotoriek komt er een motorische reactie hierop. De reactie komt vanuit je neurologische ontwikkeling. Ook speelt de omgeving waarin een kind zich bevindt een belangrijke rol. Een reactie van een kind kan dan verschillende zijn.

BeweegwijsBeweegwijs is een compleet interventieprogramma om het spelen en bewegen op scholen te stimuleren. Beweegwijs wil de drang van bewegen verminderen wanneer leerlingen in de klas zitten (Broeke, 2011). Dit wordt gedaan door leerlingen voldoende te laten bewegen tijdens de daarvoor bestemde momenten. De beweegmomenten kunnen voor, tijdens en na schooltijd plaats vinden.

Het speelgedrag van de leerlingen kunnen veranderingen door maken wanneer een school bezig gaat met beweegwijs. De leerlingen uit de hogere groepen krijgen een “belangrijke” functie. Zo kunnen de leerlingen uit de bovenbouw aan andere leerlingen extra speelinstructie geven. Maar ook kunnen de leerlingen uit de bovenbouw het goede voorbeeld geven. Daarnaast hebben de leerlingen uit groep 8 een extra taak. De leerlingen uit groep 8 begeleiden de anderen leerlingen van de school tijdens bepaalde activiteiten. Beweegwijs probeert voor de leerlingen een veilige en bewegingsvriendelijke omgeving te creëren. Iedere leerling heeft

7

namelijk behoefte aan vrije speelmomenten. Maar ook hebben de leerlingen behoefte aan om samen met andere leerlingen te spelen (Broeke, 2011). Bij beweegwijs zijn veel verschillende beweegmogelijkheden. Leerlingen gaan pas spelen wanneer ze zich veilig voelen. Dit veilig voelen kan op verschillende manieren. Bv. Fysiek veilig, Motorisch veilig, sociaalveilig. Wanneer leerlingen zich veilig voelen hebben de leerlingen veel keus in wat de leerlingen willen gaan doen. De leerlingen kunnen er voor kiezen om op zoek te gaan na een activiteit waar niet te veel kinderen tegelijk zijn. Wanneer leerlingen geen zin hebben om een bepaalde activiteit te doen kunnen de leerlingen er ook voor kiezen om gewoon iets voor zichzelf te gaan doen (Broeke, 2011).Bij beweegwijs wordt er gebruik gemaakt van verschillende kleuren(zones). Iedere kleur heeft zijn eigen activiteiten. De leerlingen kunnen zelf bepalen bij welke kleur de leerlingen willen spelen. Daarnaast werkt beweegwijs met verschillende thema’s. Dit zorgt voor afwisseling in de activiteiten. Zo blijven de leerlingen enthousiast en blijven ze actief op het schoolplein. Hierdoor gaan de leerlingen zelf minder andere activiteiten verzinnen die niet toegestaan zijn op het schoolplein. Er wordt dus voorkomen dat de leerlingen conflicten met elkaar krijgen. Rood: de activiteiten worden tegen elkaar gespeeld. Bij deze activiteiten staat sportiviteit voorop. Er wordt gespeeld in teams. Bijv. Voetbal, pleinbasket, lijnbal en uni-hockey. Groen: bij deze activiteiten moeten de leerlingen samenwerken. Er wordt ook rekening gehouden met een ander. Er wordt samengewerkt om een bepaald doel te behalen. Bijv. Parachute en knoppelbrug. Oranje: bij deze activiteiten moeten de leerlingen samen delen en eerlijk spelen. Het gaat hier vooral om duidelijke afspraken en regels met elkaar maken. Hierdoor krijgen de leerlingen meer plezier in het spelen met elkaar. Bijv. Tikspelen, pleintennis, badminton en afgooispel. Geel: bij deze activiteiten spelen de leerlingen om de beurt. Hiervoor hebben leerlingen geduld nodig. Daarbij raken de leerlingen betrokken bij elkaar. Bijv. Hinkelen, hordelopen, duikelen en éénwieleren. Blauw: bij deze activiteiten spelen de leerlingen naast elkaar. De leerlingen kunnen hier zichzelf zijn. Er kan gespeeld worden met iets wat een leerlingen zelf leuk vind. Ook wordt er geprobeerd om deze activiteit steeds beter te kunnen. Bijv. touwtje springen, balanceren, bal mikken en ring werpen. Wit: dit is een ruimte waarbij de leerlingen kunnen chillen. De leerlingen kunnen hier met elkaar kletsen. De leerlingen kunnen ook naar de andere leerlingen kijken die en spel aan het spelen zijn (Broeke, 2011).

Effect beweegwijs: Over het algemeen wordt beweegwijs goed gewaardeerd. De leerlingen komen meer tot spel en er zijn minder conflicten op het schoolplein. Ook zijn de leerlingen sociaal-emotioneel beter. Dit komt doordat de leerlingen zelf kunnen kiezen wat en met wie de leerlingen gaan spelen (Tetteroo, Beltman & Vlasblom, 2013). Op de scholen waar gebruikt gemaakt wordt van beweegwijs gebruikt meer dan 80 % van de leerlingen beweegwijs in de pauzes. Na schooltijd maakt 30 % gebruik van beweegwijs. Scholen ervaren beweegwijs over het algemeen als een succes. Dit komt omdat de methode eenvoudig en overzichtelijk is. Daarnaast zijn er veel leuke en afwisselende spellen. De grote van de diversiteit aan vaste toestellen en de voldoende losse speelattributen voor alle kinderen zorgen ervoor dat de leerlingen goed tot spel komen. Hierdoor wordt het actieve bewegen bevorderd. Ook de junior coaches zijn een succes bij beweegwijs. Een sterk punt van beweegwijs zijn de kleurzones op het plein. Over het algemeen weet iedere leerling wat hij kan doen in een bepaalde kleurzone. Een verbeterpunt voor beweegwijs zijn de filmpjes. Er zijn heel veel filmpjes over het speciaal basisonderwijs en weinig filmpjes over het gewone onderwijs. Ook zou er in de filmpjes verschillende spellen na voren moeten komen. Zo kunnen de leerlingen verschillende spellen zien en kunnen de leerlingen deze spellen later zelf toepassen (Tetteroo, Beltman & Vlasblom, 2013).

8

Methode:

Onderzoeksgroep: De school wil het pleingedrag van de leerlingen uit groep 3 tot en met 8 op het schoolplein verbeteren. Het team is het afgelopen jaar al bezig geweest met het verbeteren van het pedagogisch klimaat. Daarbij gaat de school het PAD leerplan als basis gebruiken. Vanuit de school en het PAD leerplan wordt er gekeken hoe het pleingedrag verbeterd kan worden. Dit heeft vooral betrekking op het grote plein waar de groepen 3 tot en met 8 spelen. Het team wil minder onenigheid op het plein en meer spel creëren op het schoolplein, zodat er minder onenigheid kan ontstaan.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van OBS Bargerpaske te Winterswijk. Op deze school zitten ongeveer 400 leerlingen en er zijn 28 leerkrachten werkzaam. Het onderzoek heeft betrekking op de school zelf. De enquête wordt ingevuld door de groepen vier tot en met acht. Dit zijn in totaal 245 leerlingen. De leerkrachten die werkzaam zijn in de groep, de ib-er en de directeur vullen ook de enquête in.

Het onderzoek wordt geleid door Maurice Pampiermole, de ib-er van groep 5 tot en met 8. Via de ib-er gaan alle voorstellen en aanbevelingen, voordat deze door gaan naar het team en de leerlingen. Daarnaast wordt er gewerkt met een klein team van studenten, namelijk Manon Bonnink, Gert-Jan ter Vrugt en Nienke Dekker.

Onderzoeksinstrumenten:

Literatuurstudie: Bij de literatuurstudie staan verschillende hoofdonderwerpen die centraal staan. Namelijk schoolontwikkeling, de motorische ontwikkeling, beweegwijs en het schoolplein. Voor elk hoofdonderwerp zijn verschillende brede en smalle begrippen opgesteld, om meer te weten te komen over de hoofdonderwerpen

Bij schoolontwikkeling zijn de begrippen, ontwikkeling in de school, schoolcultuur en teamleren aan de orde gekomen. Bij de sociaal emotionele ontwikkeling zijn weer andere begrippen gebruikt. Hierbij kan gedacht worden aan omgangsvormen, pleingedrag, ontwikkeling en samen spelen.

Deze termen zijn gezocht in verschillende zoekmachines. Er is gebruik gemaakt van Scholar Google, dit is een wetenschappelijke zoekmachine. Ook is de onderwijsdatabank van Iselinge hogeschool gebruikt voor het opzoeken van artikelen en boeken. De bronnen die gebruikt worden mogen niet ouder zijn dan het jaar 2005. Daarnaast moeten de auteurs en de uitgeverij bekend zijn.

DocumentanalyseOm de documentanalyse te maken wordt er gebruik gemaakt van verschillende documenten. De volgende documenten zijn gebruikt: de schoolgids, notulen van de afgelopen drie jaar van de leerkrachtvergaderingen, pleinrooster en het schoolplan.

Bijvoorbeeld de schoolgids. Hierin staat precies beschreven hoe de zones verdeeld zijn op het plein en wat er in welke zone gedaan mag worden. Ook het schoolplan wordt bekeken. Hier staan de uitgangspunten in van de school en welke regels er zijn afgesproken over het spelen op het schoolplein.

ExpertinterviewsDoor middel van interviewen kan er doorgevraagd worden op onderwerpen die tijdens het gesprek belangrijk zijn. De onderwerpen zijn: schoolontwikkelthema, schoolplein, en motoriek. Er wordt vooral open vragen gesteld. Wanneer er een gesloten vraag is wordt er in de volgende vraag erop doorgevraagd. Er is hiervoor gekozen omdat er dan meer informatie komt over de onderwerpen. Voor dit onderzoek worden drie leerkrachten geïnterviewd. De leerkrachten komen allemaal uit een andere bouw, namelijk de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Daarnaast worden ook de ib-er van de onderbouw en de bovenbouw geïnterviewd.

9

VragenlijstenOm er achter te komen hoe de leerlingen en de leerkrachten het buiten spelen op het plein vinden, zijn er vragenlijsten opgesteld. Deze vragenlijsten zijn digitaal gemaakt, zodat de leerlingen en leerkrachten deze op de computer kunnen maken. Wanneer deze vragenlijsten zijn ingevuld, kan er gekeken worden hoe de leerlingen en leerkrachten deze lijsten hebben ingevuld. Dit geeft een duidelijk beeld van de beginsituatie.

ObservatiesOm in beeld te brengen wat er nu precies gebeurt op het plein, wordt er geobserveerd. Hiermee kan er specifiek gedrag beschreven worden. Ook kunnen verschillende omgangsvormen aan de orde komen die de leerkrachten niet eens zien. Daarnaast kan er zo specifiek gekeken worden naar verschillende onderdelen op het plein. Er wordt gebruik gemaakt van timesampling. Hierbij worden alle leerlingen geobserveerd. Om de 20 sec. wordt er gekeken naar de leerlingen. Het gedrag wat er op dat moment het meeste opvalt wordt omcirkeld.

Praktisch kader:

De situatie: De leraren hebben aangeven om minder conflicten te willen hebben op het schoolplein. Daarnaast wilt de school gebruik gaan maken van PAD. Voor PAD hebben ze al verschillende studiemiddagen voor gehad. Voor ons is het doel om PAD te koppelen aan het buitenspelen. Maar ook om meer ruimte te geven aan leerlingen zodat ze zich beter kunnen bewegen.

Documentanalyse: Schoolgids Schoolplan Website Notulen

Bewegen Kinderen hebben een grote bewegingsdrang.De leerlingen bewegen tijdens de muzieklessen.Bij gym staat plezier in het bewegen voorop.De school neemt deel aan verschillende sport evenementen.

Er is de methode BIOS aangeschaft voor de gymlessen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de basislessen bewegingsonderwijs.

Motoriek De leerlingen moeten leren bewegen zodat de motoriek zich kan ontwikkelen.

Schoolplein De schoolgids geeft aan dat leerlingen zich veilig en prettig moeten kunnen voelen op het schoolplein. Ook is het van belang dat het schoolplein in goede staat blijft. Daarom worden de speeltoestellen goed

Het schoolplan geeft aan dat er verschillende pleinregels zijn. De regels gelden voor iedere groep.

Het schoolplein is verdeeld in verschillende kleurzones. Dit is gedaan omdat de leerlingen dan minder last van elkaar hebben.

In de notulen van 13 september 2011, wordt er aangeven door een leerkracht dat er leerlingen uit groep 3 geplaagd worden door hogere groepen.In de notulen van 20 november 2008 staat dat de leerkrachten op moeten letten of de

10

in de gaten gehouden. Wanneer er pauzes zijn is er ook een pleinwacht aanwezig.

poorten van het schoolplein dicht zijn. In de notulen van 20 augustus 2009 staat dat er een pleinrooster wordt gemaakt.

Schoolontwikkeling In de schoolgids staat dat de leerkrachten verschillende cursussen krijgen. Dit is voor op het sociaal-emotionele gebied.

In het schoolplan staat dat er verschillende schoolontwikkelings-Plannen er zijn. Dit gebeurd in de periode van 2011 tot 2015.

In de notulen van 10 september 2013 staat dat de werkplekstudenten bezig zijn met hun SOT.

Enquête:

Spellen op het plein: Er is veel verschil te zien in het aantal spellen dat de leerlingen kennen. Zo kennen de leerlingen in groep 5 veel spellen om te spelen. De kinderen uit groep 6 juist niet. Ook zie je dat het aantal spellen dat de leerlingen kennen afnemen. Bij de resultaten van de leerkracht zijn er 2 leerkrachten die tijdens het buiten spelen spellen aanbieden.

Spellen tijdens de gym: Uit de resultaten blijkt dat iedere groep wel spellen tijdens de gym spelen die later ook op het schoolplein gespeeld kan worden. Wel zie je hierin veel verschillen. In groep 4 wordt er veel aandacht besteed aan verschillende spellen tijdens de gymles. Dit neemt af wanneer de leerlingen in een hogere groep zitten. Bij de resultaten van de leerkracht enquête is er maar 1 leerkracht die veel spellen aanbiedt tijdens de gymles.

Motoriek: Zowel de leerlingen als de leerkrachten vinden dat er voldoende ruimte is op het schoolplein. De leerlingen hebben genoeg ruimte om hun motoriek te ontwikkelen. Ook maken de leerlingen genoeg gebruik van de verschillende speeltoestellen. De leerkrachten zien dat de leerlingen gebruik maken van de speeltoestellen. De speeltoestellen zijn vooral goed om de grove motoriek te ontwikkelen. Alleen maken de leerlingen weinig gebruik van de spelmaterialen.

Werkblad 1.5bSchrijf alles op wat u aan een bezoekende leraar zou zeggen over effectieve onderwijspraktijken die zij in groepen kunnen waarnemen.

Wat zou u tegen een collega zeggen over uw zorgen over de kwaliteit van onderwijsverbeteringen op uw school

Sterke punten Zorgpunten.Effectieve onderwijspraktijken:

- er is te weinig bewegingsruimte op schoolplein om de motoriek van de leerlingen optimaal te laten ontwikkelen

- het schoolplein is in verschillende kleurzones ingedeeld.

- Op het schoolplein in een spelcontainer aanwezig, hier wordt echter weinig gebruik van gemaakt.

- Tijdens de pauze zijn er 3 pleinwachten

- er zijn conflicten op het schoolplein die door de leerkrachten opgelost moet worden.

- er wordt niet duidelijk 1 methode gehanteerd.

- de pleinwachten reageren verschillende op de leerlingen.

- er staan genoeg speeltoestellen om de motoriek te bevorderen van leerlingen.

- er is weinig ruimte op het speelplein om

11

aanwezig. de motoriek te bevorderen bij leerlingen.

Deel b.Onderwijs in de groep verbeteren: hoofdstuk 6,7,8,9, 10

Beginsituatie: Op dit moment is het schoolplein ingedeeld in verschillende kleurzones. In deze kleurzones kunnen leerlingen verschillende activiteiten doen. Ook zijn er verschillende speeltoestellen en speelmaterialen aanwezig. Van deze materialen mogen de leerlingen op afgesproken tijden gebruik van maken. Het team ziet wel dat er op het schoolplein verschillende dingen ( conflicten) gebeuren. Hieraan willen de leerkrachten aandacht schenken. Wel is de rol van de pleinwacht onduidelijk. Uit de theorie blijkt dat leerlingen veel moeten kunnen bewegen wanneer de leerlingen hun motoriek beter willen ontwikkelen. In de praktijk zie je dat er in een pauze veel leerlingen tegelijk op het schoolplein zijn. Door middel van een vragenlijst zijn we er achter gekomen dat de leerlingen hier geen last van hebben. Dit komt omdat er duidelijke afspraken zijn gemaakt wie wanneer waar mag spelen. Wat er eventueel veranderd zou kunnen worden aan het schoolplein is het gebruik maken van speelkaarten. Zo leren de leerlingen meer activiteiten kennen en kunnen ze hier gebruik van maken. Wanneer leerlingen verschillende activiteiten kennen, kunnen ze hierbij de motorische ontwikkeling verbeteren. Ook kan er gekeken worden naar de rol van de leerkracht. Hoe zou je de leerkracht kunnen inzetten om de motorische ontwikkelingen van leerlingen te verbeteren.

Resultaten:

Enquête:

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 80

0.51

1.52

2.5

Helpt de pleinwacht jou bij het spelen van een spel?

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 82.8

33.23.43.6

Ken je veel spelletjes die je op het plein kunt spelen?

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 80

1

2

3

4

Vind je dat er genoeg ruimte op het schoolplein is?

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 82.22.42.62.8

33.2

Doe je met de gym wel eens spelletjes die je op het plein kunt

spelen?

Conclusies: Theorie praktijkkoppeling: Uit de theorie blijkt dat leerlingen voldoende ruimte nodig hebben om de motorische ontwikkeling te ontwikkelen. Op de Bargerpaske vinden de leerlingen dat ze genoeg ruimte hebben op het plein. Dit blijkt uit de vragenlijst die we gehouden hebben. De theorie geeft aan dat materialen de motoriek stimuleert. Op de Bargerpaske kan hier nog veel winst mee behaald worden. De leerlingen weten wel dat er materialen zijn, maar maken hier weinig gebruik van. Daarnaast is er op de Bargerpaske een rooster gemaakt, dit blijkt uit de documentenanalyse. Hierin staat beschreven wanneer welke groep met welke materialen of welke speeltoestellen de leerlingen mogen spelen.

12

Uit de theorie blijkt dat wanneer er gebruik gemaakt wordt van methodes, de leerlingen beter tot spel komen. Op de Bargerpaske wordt er geen gebruik gemaakt van een bepaalde methode. Wel is het schoolplein ingedeeld in verschillende kleurzones. Ieder kleur staat voor andere activiteiten. Uit de praktijk blijkt dat dit goed is voor de leerlingen. Iedere leerling weet dan weer die aan toe is. Dit kan alleen nog duidelijker gemaakt worden op de Bargerpaske.

LiteratuurArntz, K. & Jong, L. de. (2012, 20 februari). Project groene schoolpleinen met

succes afgerond.Rotterdam world port world city, p. 3.

Beek, J., Buijs, G., Goosens, F., Hoekstra, F., Klein Velderman, M., & Wiefferink, K. (2009). De adoptiefase van schoolgerichte preventieprogramma’s. Tsg, 87, 27-28.

Broeke, R. ten. (2011). Beweegwijs. Verkregen op 9 september, 2013, van http://www.basislessen.nl/sites/default/files/ppp%20Ron%20ten%20Broeke%20%20Beweeg%20Wijs.pdf

Creemers, B., Giesbers, J., Krüger, M., & van Vilsteren, C. (2003). Handboek schoolorganisatie en onderwijsmanagement, Leiding geven in bestel, school en klas. Deventer: Kluwer.

Dijk, B. van. (2012) Schoolontwikkeling. Verkregen op 10 oktober, 2012, van http://www.wij- leren.nl/auteurs.php

Dresen, M., & Kluijtmans, F. (2008). Samen op weg naar beter. In: M. Dresen, W. Wijnen, & J. Zuylen (Eds.), Schoolcultuur voor professionalisering. Onderwijsvernieuwing, 6, 7-13.

Fisser, P.H.G. & Gervedink-Nijhuis, G.J. (2008). Digitale schoolborden in het PO. Zoetermeer: Kennisnet

Gils, M. Van. (2004). Systematiek in schoolontwikkeling. Brugge, B: BuBaOGils, M. Van. (2001). Planmatig werken in de school. Antwerpen, B: GarantGreenberg, M.T. (2005). Het PAD leerplan. Verkregen op 9 september, 2013, van

http://sociaalemotioneel.slo.nl/leermiddelen/abc/00012/Graauw, C. de., Loo, M. van., Putten, M. van., & Roobol, M. Verandering van

speelgedrag op een groen schoolplein. Rotterdam: Gemeente Rotterdam.Hessing, R., Loeffen, E., Uytendaal, E. & Willems, W., De leraar aan het roer!,

Handreiking voor het bevorderen van eigenaarschap van professionele ontwikkeling, 2013. ‘s-Hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW

Kalkman, B. (2012). Schoolontwikkeling en teamleren. Sliedrecht: Edu-SignLems, M. (2012). Kijk op ontwikkeling. Verkregen op 30 september, 2013, van

http://www.kijkopontwikkeling.nl/problemen/motorische-ontwikkeling/definitie.html

Lodeweges, M. & Geerte, S. (2007). Spelenderwijs bewegen. In de klas, 07, 3-5. Loeffen, E. & Springer, M. (2010). Gedeeld eigenaarschap: Samen vorm geven aan ónze schoolontwikkeling. Meso-magazine, 172, 8-13.

Remmerswaal. J. (2006) Begeleiden van groepen; groepsdynamica in praktijk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Roekel – Kolkhuis Tanke, I.R. van (2010). Leren loont het langst. Duurzaam inzetbaar door leren en groeien in het voortgezet onderwijs. Den Haag: SBO

13

Struyven, K., Baeten, M., & Sierens, E. (2010). Groot worden. Tielt: De auteurs & Uitgeverij Lannoo

Tetteroo, S., Beltman, M., & Vlasblom, E. (2013). Lichamelijke opvoeding. Evaluatie van Beweeg Wijs, de speelpleinmethode, 07, 45-47.

Webber, A. M. (1999). Learning for a Change. Gevonden op 20 september, 2013, van http://www.fastcompany.com/magazine/24/senge.html.

14

Bijlagen:

15

Werkplan:

Werkplan SOT2013-2014 algemene gegevens

Naam: Manon Bonnink

Klas: VR3C

Met wie maak je het

eerste deel van het

vooronderzoek?

Nienke Dekker en Gert-Jan ter Vrugt

gekozen onderwerp

Korte beschrijving van het gekozen onderwerp:

Het schoolontwikkelthema gaat over het

schoolplein verbeteren. Mijn onderdeel hierbij is

het spel motorisch uitdagender maken.

Probleemstelling: Mijn onderwerp gaat over de motorische ontwikkeling en beweegwijs. Wanneer er meer informatie is over de motorische ontwikkeling van de leerlingen in de bassischool leeftijd kan er gekeken worden of leerlingen zich op het schoolplein voldoende kunnen bewegen. Er wordt ook gekeken naar beweegwijs. Hier wordt naar gekeken omdat, in deze methode verschillende dingen staan die op het schoolplein toegepast kunnen worden.

Motoriek:De motorische ontwikkeling wordt onderverdeeld in de fijne en de grove motoriek. De grove en de fijne motoriek zijn nauw met elkaar verbonden. Kinderen moeten namelijk eerst bepaalde grove motoriek beheersen voordat zij verder kunnen met de fijne motoriek (Lems, 2012).In de overgang van kleuter naar het basisschoolkind ondergaat een kind meerdere ontwikkelingen (Struyven, Beaten & Sierens, 2010). Zo komen de ledenmaten in verhouding te staan tot het hoofd. De prestaties bij kinderen worden ook beter. Rond de leeftijd van tien jaar ontwikkelt het kind een perfecte beheersing van het eigen lichaam. Men spreekt dan van het “volmaakte kind”. Rond de 12 jaar neemt de lichaamsbeheersing en het hand- en oogcoördinatie neemt sterk toe. Ook neemt de

16

sociaal-emotionele ontwikkeling toe. Het beheersen van een motorische vaardigheid is bepalend voor het geaccepteerd worden door leeftijdsgenootjes. De plaats in de groep is sterk gekoppeld aan de behendigheid van een kind en het mee kunnen doen aan spelletjes (Struyven, Beaten & Sierens, 2010).

Beweegwijs:Beweegwijs is een compleet interventieprogramma om het spelen en bewegen op scholen te stimuleren. Beweegwijs wil de drang van bewegen verminderen wanneer leerlingen in de klas zitten (Broeke, 2011). Dit wordt gedaan door leerlingen voldoende te laten bewegen tijdens de daarvoor bestemde momenten. Beweegwijs probeert voor de leerlingen een veilige en bewegingsvriendelijke omgeving te creëren. Iedere leerling heeft namelijk behoefte aan vrije speelmomenten. Maar ook hebben de leerlingen behoefte aan om samen met andere leerlingen te spelen. Bij beweegwijs wordt er gebruik gemaakt van verschillende kleuren(zones). Iedere kleur heeft zijn eigen activiteiten. De leerlingen kunnen zelf bepalen bij welke kleur de leerlingen willen spelen (Broeke, 2011).

Doel:Het doel van het onderzoeksverslag is te weten komen hoe leerlingen zich motorisch ontwikkelen en hoe beweegwijs eventueel toegepast kan worden op het schoolplein.

Rollen Kennismakelaar:Ik zoek verschillende informatie op over het schoolplein en de motorische ontwikkeling. Daarnaast ga ik ook na het praktijk gedeelte kijken. Deze informatie samen vertel ik aan de leerkrachten in een vergadering. Om te kijken wat de leraren nog meer willen met het schoolplein ga ik samen met de andere studenten een spel doen. De leerkrachtenkunnen een kaart kiezen over hoe hun het schoolplein zien. Aan de hand van de kaart gaan ze de studenten nog meer informatie geven.

Educatief ontwerpen:Wanneer er voldoende informatie is over het schoolplein in de theorie en in de praktijk, gaan we bekijken welke ideeën er zijn. Deze ideeën worden dan uitgewerkt in ontwerpprincipes, begeleidingsadviezen en mogelijke materialen en middelen. Later wordt dit dan ook toegepast op het schoolplein met als doel een schoolplein waarbij de leerlingen hun motorische ontwikkelingen kunnen bevorderen.

Onderwijsonderzoeker:Ik heb al verschillende informatie opgezocht over het schoolplein en de motorische ontwikkeling. Dit heb ik geplaatst in het vooronderzoek. Met deze informatie ga ik

17

kijken wat de mogelijkheden zijn om het schoolplein te veranderen. Ook ga ik gebruik maken van verschillende onderzoeksmethoden zoals: documentenanalyse, vragenlijst bij de leerlingen en leerkrachten, interview, observaties en interventie onderzoek.

Praktische relevantie: Voor de school obs bargerpaske is het belangrijk dat er minder conflicten zijn op het schoolplein. De leerkrachten kunnen dan na de pauze sneller beginnen met de les i.p.v. het oplossen van conflicten. Voor de leerlingen is het ook beter. De leerlingen zullen namelijk sneller tot spel komen en kunnen zo meer bewegen.

Voorbereiding literatuurstudieWerkwijze Zoektermen:

SchoolontwikkelingSchoolontwikkelingSchoolcultuurGedeeld eigenaarschapPlanningStructuurTeam leren

MotoriekMotorische ontwikkelingMotoriek en schoolpleinOntwikkelingen

Beweegwijs:Beweeg WijsBeweegwijs

Zoekmachines:OnderwijsdatabankGoogle scholar

Beslisregels:Gebruik van bronnen na 2000.De auteur moet vermeld zijn.

Onderzoeksvragena. Literatuurstudie

Theorie:Hoe kan een leerkracht door de instructie, begeleiding en evaluatie van spel op het schoolplein, de motorische ontwikkeling van leerlingen in de basisschoolleeftijd stimuleren?

18

- Hoe kan een leerkracht de motorische ontwikkeling van leerlingen stimuleren?- Hoe kan de leerkracht spel op het schoolplein simuleren?- Kan er begeleiding plaats vinden wat betreft spel op het schoolplein?- Hoe kan de motorische ontwikkeling van leerlingen gestimuleerd worden?

Praktijk:Op welke wijze kan de motoriek bevorderd worden op het schoolplein van de Bargerpaske, zo dat het aansluit bij de onderwijskundige en pedagogische visie van de school. ?

- Wat zegt de literatuur over motorische ontwikkeling van leerlingen in de basisschool leeftijd?

- Wat zegt de literatuur over het schoolplein en het bevorderen van de motorische ontwikkeling?

- Wat is er al op de Bargerpaske gebeurd om het schoolplein te verbeteren wat betreft de motorische ontwikkeling?

- Hoe kun je de motorische ontwikkeling bij kinderen bevorderen?- Hoe kan er gebruik gemaakt worden van materialen of andere middelen om de

motorische ontwikkeling van leerlingen te verbeteren?- Hoe kunnen de leerkrachtinterventies verbeterd worden om leerlingen te

stimuleren tot motorische ontwikkeling?- Wat kunnen we de school aanbevelen n.a.v. Praktijk en theoretisch onderzoek?

b. Onderzoeksmethode

Bij de theorievraag maak ik gebruik van literatuurstudie. Dit gebruik ik om verschillende aanbevelingen te kunnen doen.Ik ga een theoriestudie, interview, vragenlijst en een documentenanalyse toepassen bij de praktijkvraag. Dit doe ik omdat ik dan meer te weten kom over het schoolplein en over de motorische ontwikkeling. Maar ook wil ik weten hoe de leerlingen zich op dit moment op het plein voelen. Dit doe ik door een vragenlijst. Daarnaast maak ik gebruik van de IB’er. Deze persoon weet het meeste over het schoolplein.

Bronnen1 Broeke, R. ten. (2011). Beweegwijs. Verkregen op 9 september, 2013, van

http://www.basislessen.nl/sites/default/files/ppp%20Ron%20ten%20Broeke%20%20Beweeg%20Wijs.pdf

2 Dijk, B. van. (2012) Schoolontwikkeling. Verkregen op 10 oktober, 2012, van http://www.wij- leren.nl/auteurs.php

3 Gelder, W. van. & Goedhart, B. (2007). Mogelijkheden op schoolpleinen. Verkregen op 9 september, 2013, van http://www.bewegingsonderwijsonline.nl/files/docs/Artikel_Spelen_op_het_ schoolplein.pdf

19

4 Hessing, R., Loeffen, E., Uytendaal, E. & Willems, W., De leraar aan het roer!, Handreiking voor het bevorderen van eigenaarschap van professionele ontwikkeling, 2013. ‘s-Hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW

5 Lems, M. (2012). Kijk op ontwikkeling. Verkregen op 30 september, 2013, van http://www.kijkopontwikkeling.nl/problemen/motorische-ontwikkeling/definitie.html

6 Lodeweges, M. & Geerte, S. (2007). Spelenderwijs bewegen. In de klas, 07, 3-5.

7 Struyven, K., Baeten, M., & Sierens, E. (2010). Groot worden. Tielt: De auteurs & Uitgeverij Lannoo

20

Planning van het onderzoek25 oktober 2013 Werkplan inleveren.

6-11 2013 Inleveren vooronderzoek en werkplanWeek 46 Afnemen van de interviews

Week 47 Vooronderzoek verbeteren

Week 48 Vooronderzoek inleveren voor de tweede keerWeek 49 Literatuurstudie vervolg onderzoek.

Week 50 Literatuurstudie vervolg onderzoek

Week 2 Ideeen voor het plein bespreken met het team

Week 3-6 In elkaar zetten van pleinwachtkaartenWeek 7 tot 10 In elkaar zetten van speelkaartenWeek 11 Voorbeelden aan het team laten zienWeek 12 Invoeren van de pleinkaartenWeek 13 Observatie pleinwachtWeek 14 Ervaringen delen met de pleinwachtWeek 15 Nieuwe interventieWeek 16 Observatie pleinwachtWeek 17 Ervaringen delen.

21

Uitwerking van de hoofd- en deelvragenHoofdvraag 2 Theorie:

Hoe kan een leerkracht door de instructie, begeleiding en evaluatie van spel op het schoolplein, de motorische ontwikkeling van leerlingen in de basisschoolleeftijd stimuleren?

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit?

Deelvragen 1 Hoe kan een leerkracht de motorische ontwikkeling van leerlingen stimuleren?

Literatuurstudie Weten hoe een leerkracht de motorische ontwikkeling kan stimuleren.

2 Hoe kan de leerkracht spel op het schoolplein simuleren?

Literatuurstudie Weten wat een pleinwacht op het schoolplein kan doen.

3 Kan er begeleiding plaats vinden wat betreft spel op het schoolplein?

Literatuurstudie Weten

4 Op welke manier kan een leerkracht gebruik maken van methodes?

literatuurstudie Weten welke verschillende methodes er zijn en hoe er gebruik van gemaakt kan worden.

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

Deze vragen zijn relevant omdat ik zo te weten kom of er gebruik gemaakt wordt van methodes. Maar ook of methodes helpen om leerlingen zich veiliger te laten voelen op het schoolplein.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

22

Ik denk dat er in iedere methode goede dingen staan om toe te kunnen passen op het schoolplein. Wanneer leerlingen meer tot spel komen voelen ze zich ook veiliger op het schoolplein.

Hoofdvraag 1Op welke wijze kan de motoriek bevorderd worden op het schoolplein van de Bargerpaske, zo dat het aansluit bij de onderwijskundige en pedagogische visie van de school. ?

Welke onderzoeksactiviteiten ga je ondernemen voor iedere deelvraag?

Hoe ziet de praktijkcomponent eruit ?

Deelvragen 1 Wat zegt de literatuur over motorische ontwikkeling van leerlingen in de basisschoolleeftijd?

Literatuurstudie meer activiteiten toepassen om de motoriek te bevorderen.

2Wat zegt de literatuur over het schoolplein en het bevorderen van de motorische ontwikkeling?

Literatuurstudie Meer ideeën over hoe een schoolplein ingericht kan worden.

3 Wat is er al op de Bargerpaske gebeurd om het schoolplein te verbeteren wat betreft de motorische ontwikkeling?

Documentenanalyse Weten wat er al gebeurd is op de Bargerpaske wat betreft het schoolplein.

4 Van welke materialen op de Bargerpaske kan er gebruik gemaakt worden om de motorische ontwikkeling van leerlingen te verbeteren?

Documentenanalyse.Observatie.

Weten wat er aanwezig is aan materialen op de Bargerpaske.

23

5 Hoe kunnen de leerkrachtinterventies verbeterd worden om leerlingen te stimuleren tot motorische ontwikkeling

Interventie observatie.Weten hoe de leerkrachten eerst op het schoolplein staan. Na een interventie bekijken of het geholpen heeft.

Waarom zijn deze vragen interessant en relevant?

Deze vragen zijn interessant omdat ik zo te weten kom, in welke mate leerlingen de motoriek ontwikkelen tijdens het buiten spelen.

Wat zijn de beoogde uitkomsten en opbrengsten van jouw onderzoek?

Ik denk dat er uit de theorie komt dat de leerlingen op het schoolplein zeker gebruik maken van motoriek. Maar ook dat deze verder ontwikkelt op het schoolplein.

24

Interactie met het schoolteam

Hoe plan je de interactie met het schoolteam?

Wanneer er informatie is wordt dit verteld in een vergadering. Ook is er een vragenlijst in de school rond gegaan. In een vergadering gaan we gebruik maken van foto kaarten. Die vraag die hierbij gesteld word is hoe zie je het schoolplein nu? Daarna vragen we aan de leerkrachten wat zou je graag anders willen zien? Hoe kunnen wij dit toepassen zodat de leerkrachten het volgend jaar gaan gebruiken. Hieruit halen we wat leerkrachten graag veranderd willen zien. Daarnaast geven we aan het einde van het jaar een presentatie over de vorderingen van het afgelopen jaar.

Overleg met de begeleidende docent

Hoe plan je het overleg met jouw begeleidend docent?

Ik ga naar iedere SOT-les heen. Wanneer ik meer

informatie nodig heb dan mail ik mijn begeleidende

docent.

Overige opmerkingen

Vastgesteld op: 23-10-2013

Handtekening student Handtekening docent

25

Bijlagen:

26

Bijlage 1: Voorbereidingsformulier voor het interview De voorbereiding van het interview bestaat uit tien stappen. Naam van de geïnterviewdeNaam van de interviewerDatum, tijdstip en locatie

Formuleer het doel van het interview.Doormiddel van dit interview willen de studenten van Iselinge erachter komen hoe de leerkrachten van obs Bargerpaske denken over schoolontwikkeling en het samen spelen, van de leerlingen, op het schoolplein.Doelen die hiermee behaald kunnen worden zijn:- is er genoeg ruimte op het schoolplein- zijn er voldoende speelmaterialen- is de begeleiding van leerkracht voldoende- zijn er voldoende speeltoestellen- indeling van de zones- samen spel- zijn er regels- zijn de regels voor iedereen duidelijkDe leerkrachten van obs. Bargerpaske zijn op de hoogte van het schoolontwikkeling thema (SOT) van de studenten: Nienke Dekker, Gert-Jan Ter Vrugt en Manon Bonnink.

………………….. is leerkracht. Hij/zij staat met enige regelmaat op het schoolplein. Ook heeft ze verschillende schoolontwikkelingen doorgemaakt sinds zij werkt op de Bargerpaske.

Tijdens het onderzoeken van de literatuur hebben wij inzicht gekregen hoe belangrijk het is dat een school zich blijft ontwikkelen. Ook bleek uit de literatuurstudie dat samen spelen op het schoolplein een moeilijke opgave is voor leerlingen. Omdat er weinig informatie is over welke schoolontwikkelingen er plaats hebben gevonden en hoe de leerkrachten denken over het schoolplein, worden er verschillende leerkrachten geïnterviewd. Hierdoor komt er voldoende informatie waarmee de studenten verder kunnen werken.

Doormiddel van het interview krijgen we meer inzicht in de afgelopen jaren van obs. Bargerpaske. Met deze nieuwe informatie kunnen de studenten verder met hun eigen SOT.

Maak een lijst met onderwerpen die tijdens het interview zeker aan bod moeten komen.SOT:Bent u bekend met schoolontwikkeling?Wat weet u er al van?Weet u met welke thema de studenten bezig zijn?Weet u of welke thema’s er al zijn geweest?

Schoolplein:Wat betekent voor u het schoolplein?Welk doel heeft u voor ogen als het om het schoolplein gaat?Wat vindt u van het schoolplein?Vindt u dat er genoeg speelmaterialen zijn?Is er voldoende variatie in de spelmaterialen?Vindt u dat er genoeg speeltoestellen zijn?Is er voldoende variatie in de speeltoestellen?Vindt u dat er genoeg ruimte is voor de leerlingen?Vindt u dat er voldoende variatie in ondergrond(zand, cementen tegels, gras) is?Is er voldoende beplanting op het schoolplein?Bent u bekend met andere schoolpleinen zoals: een groenschoolplein of met beweegwijs?

27

Pleinwacht:Wordt er voor het buiten spelen instructie gegeven?Wordt er na het buiten spelen geëvalueerd?Als u pleinwacht bent probeert u dan conflicten te voorkomen?Kennen alle groepen de regels?Komen de leerlingen naar u toe wanneer ze een probleem hebben?Helpt u een leerling die niet tot spel komt?Hoe doet u dat?Ziet u dat de pleinwacht leerlingen helpt die niet tot spel komen?

Spelontwikkeling:Ziet u spel op het schoolplein?Zijn er veel verschillen te zien in spel op het schoolplein?In hoeverre wordt spelontwikkeling gestimuleerd op het schoolplein?

Sociaal emotioneel:Spelen alle leerlingen samen?Spelen leerlingen uit één groep meer met elkaar?

Afsluiting:Wat ziet u als mogelijke verbeterpunten?Verzamel informatie over elk onderwerp.Onderwerp Informatie naar aanleiding van literatuuronderzoekSOT Volgens Van Gils (2004) is schoolontwikkeling het

voortdurende proces van het toevallig en/of bewust veranderen van het organisatorisch en onderwijskundig functioneren van de school.De schoolcultuur is bij schoolontwikkeling erg belangrijk. Voorwaarde om te komen tot schoolontwikkeling is dat men bereid is om te werken aan een aangepaste schoolcultuur. Het is erg van belang hoe de sfeer is op school, praten de mensen met elkaar, is men bereid tot veranderingen te komen, wordt er samengewerkt of is iedereen baas in eigen lokaal?

Schoolplein In Nederland zijn de schoolpleinen ingericht zoals de school dat zelf wilt. Iedere school heeft dan ook zijn eigen plein. Op ieder plein zijn er speeltoestellen en speelmaterialen aanwezig. Alleen welke speeltoestellen en speelmaterialen dat zijn is op iedere school verschillend. Sommige scholen maken ook gebruik van een groenschoolplein ( Arntz & Jong, 2012). Het schoolplein wordt zo ingericht dat de leerlingen spelen in de natuur. Een school bereikt hiermee dat de leerlingen meer waardering hebben voor de natuur en het milieu.Weer andere scholen maken gebruik van speelpleinkisten ( Arntz & Jong, 2012). Iedere groep krijgt zijn eigen speelpleinkist. Hierin zitten spellen waarmee de leerlingen kunnen spelen tijdens de pauzes. Hierdoor komen de leerlingen meer tot spel en ontstaan er minder conflicten op het schoolplein.Weer andere scholen maken gebruik van beweegwijs (Broeke, 2011). Dit is een methode waarbij de oudsten van een school begeleiders zijn bij verschillende spellen. Het

28

schoolplein is ingedeeld in verschillende kleuren. Iedere kleur heeft zijn eigen betekenis. De leerlingen mogen zelf kiezen wat ze gaan doen. Hierdoor komen de leerlingen meer tot spel en hierdoor ontstaan er minder conflicten op het schoolplein.

Pleinwacht Voor de pleinwacht is het belangrijk dat de taken helder zijn (CSV, 2011). Veel leerkrachten weten tijdens de pauze niet goed waar ze op moeten letten. Wanneer er duidelijke afspraken zijn gemaakt wordt het voor de leerkrachten makkelijker om gerichter te kijken. Daarnaast weten de leerlingen vaak ook niet wat de leerlingen van de pleinwacht kunnen verwachten.Een van de taken voor een pleinwacht kan zijn: het begeleiden van de leerlingen die moeilijk tot spel kunnen komen. De taak voor de pleinwacht is om een leerling bij een spel te betrekken. Ook kan een leerkracht een spel begeleiden. Hierdoor kan de pleinwacht positief reageren op het spel. Zo is de pleinwacht niet alleen bezig met surveilleren maar ook met het stimuleren van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen.Wanneer er duidelijke regels zijn in de hele school over het buitenspelen, wordt het voor de leerlingen duidelijker wat ze mogen en wat niet. Hierdoor hoeft de pleinwacht minder vaak in te grijpen. Zo blijft de sfeer op het schoolplein beter(CSV, 2011).

Sociaal emotioneel Groep 3 & 4: De leerlingen in deze groepen krijgen steeds meer het ik-besef (SLO, 2013). Hierdoor krijgen de kinderen door dat ze bij een bepaalde groep horen. De kinderen gaan zichzelf steeds vaker vergelijken met anderen. Dit wordt vooral gedaan op uiterlijke kenmerken. De kinderen in deze leeftijdsgroep identificeren zichzelf nog steeds met ouders of verzorgers. Maar in deze fase gaan de kinderen ook steeds meer kijken naar oudere kinderen. De kinderen leren vooral om te gaan met conflicten, afspraken en regels. Ook leren de leerlingen om zich meer in een ander te verplaatsen.Groep 5 & 6:De kinderen in deze fase krijgen steeds meer zelfvertrouwen. De kinderen weten waar ze bij horen en wat ze willen en kunnen. Het omgaan met eigen leeftijdsgenootjes wordt steeds sterker. De kinderen kijken minder naar ouderen om zich heen. In deze fase worden de kinderen onafhankelijker. Daarnaast geven de kinderen ook vaker hun eigen mening en kunnen de kinderen hun eigen verantwoordelijkheid (SLO,2013).Groep 7 & 8:De kinderen in deze fase krijgen steeds meer behoefte aan zelfstandigheid, privacy, een eigen mening en eigen verantwoordelijkheid. Doordat de kinderen alles nog meer zelf willen doen, worden ze kritischer tegen over volwassenen. De kinderen gaan nu vooral om met eigen

29

leeftijdsgenootjes. Langzamerhand beginnen de kinderen te puberen. Omdat het ene kind sneller begint met puberen dan een ander kind ontstaan er tussen kinderen grote verschillen (SLO,2013).

Formuleer bij ieder onderwerp een startvraag en twee ‘doorvraag’-vragen.Onderwerp Startvraag en ‘doorvraag’-vragenSOT Tijdens het literatuur onderzoek hebben wij veel gevonden

over schoolontwikkeling. Omdat wij willen weten wat er op deze school al gebeurd is aan schoolontwikkeling willen wij u wat vragen stellen hierover.

- Wat vindt u van schoolontwikkeling?- Wat is er al gebeurd op deze school m.b.t.

schoolontwikkeling?- Vindt u dat schoolontwikkeling belangrijk

is voor een school?- Wat zou u graag veranderd willen zien

m.b.t. schoolontwikkeling?- Zijn uw collega’s bereid tot veranderingen

te komen?- Is er gezamenlijke verantwoordelijkheid?

Schoolplein Tijdens het literatuur onderzoek hebben wij weinig kunnen vinden hoe de leerling en spelen op dit schoolplein.2.1 Wat vindt u van het schoolplein?2.2 wat zou u graag anders willen zien op het schoolplein?2.3 Wat denkt u dat de leerlingen van het schoolplein vinden?2.4 wat denkt u dat de leerlingen graag anders zouden willen zien op het schoolplein?

Pleinwacht 3.1 Weet u wat uw taak als pleinwacht? Wat zijn uw taken dan?3.2 Weten de leerlingen wat uw taak is? Zo ja, waaraan kunt u dat merken?3.3 Helpt u leerlingen wanneer u ziet dat leerlingen niet tot spel komen?3.4 wat doet u als er een leerlingen bij u komt met een probleem?

Sociaal emotioneel Tijdens het literatuur onderzoek hebben wij veel gevonden over de ontwikkeling van de leerlingen.4.1 Merkt u als u op het schoolplein bent verschil tussen het spel van de bovenbouw leerlingen en de onderbouw leerlingen? Waaraan ziet u dat?4.2 Ziet u dat alle leerlingen met elkaar samen spelen? Hoe ziet u dat?4.3 Ziet u verschillen op het schoolplein m.b.t. leeftijd? Zo ja, welke verschillen?4.4 Zouden de leerlingen elkaar moeten helpen op het schoolplein, bv met samen spelen of conflicten oplossen?

30

Zet de onderwerpen in een logische volgorde.Formuleer een aantal beginzinnen: de inleiding van je interview.Fijn dat u tijd vrij wilde maken om dit interview te houden. Dit interview zal gaan over SOT en het schoolplein. Doormiddel van dit interview willen wij er achter komen wat er allemaal al gebeurd is op deze school. Het doel van dit interview is dat wij meer informatie krijgen over SOT en over het schoolplein. Zodat wij in beeld krijgen wat we kunnen veranderen. Heeft u zelf voorafgaand van dit interview nog vragen?Startvraag 1.1

Formuleer in ieder geval een goede startvraag, ga na of dit het geval is.

Houd een aantal proefinterviews.

Stel de volgorde van de onderwerpen, de vragen en de inleiding eventueel bij.

Voer de interviews uit. Bedenk vooraf hoe je notities maakt.

31

31

Bijlage 2: Voorbereidingsformulier voor de enquêteVoorbereidingsformulier voor de enquête

Naam Nienke Dekker, Manon Bonnink en Gert Jan van der Vrught.

Onderwerp Pleingedrag

1. Formuleer het doel van de enquête

Het doel van deze enquête is het pleingedrag van de leerlingen in kaart brengen. Zowel vanuit de leerlingen als vanuit de leerkrachten.

2. Maak een lijst met onderwerpen/begrippen die zeker aan bod moeten komen.

SfeerSchoolpleinPleinwachtSpeelmateriaalSpeeltoestellenVakken/zones op het schoolpleinConflictenOmgang met andere kinderenSamenspelSpelBuitenspel

3. Verzamel informatie over het onderwerp/begrip

Onderwerp/begrip Informatie naar aanleiding van literatuuronderzoek

PleinwachtAls pleinwacht is het belangrijk dat de taken helder zijn. De leerkrachten die pleinwacht hebben moeten weten waar ze op moeten letten. Het duidelijke formuleren van de taken, zorgt ervoor dat deze taken op dezelfde manier uitgevoerd worden door verschillende leerkrachten. De pleinwacht kan bijvoorbeeld het spelen van de kinderen begeleiden. Hiermee kunnen conflicten voorkomen worden. De leerkracht kan individuele kinderen die alleen staan, betrekken bij een spel. Op deze manier is de leerkracht positief met de kinderen bezig. (Centrum school en veiligheid, 2013)

Sociaal emotionele ontwikkelingDe sociaal emotionele ontwikkeling staat voor het samenleven met anderen en het om kunnen gaan met eigen en andermans gevoelens. Men ontwikkelt zich sterk op sociaal emotioneel gebied van het 1e tot het 20e levensjaar (Leraar24, 2012). De kinderen op de basisschool ontwikkelen zich tot een sociaal wezen. Deze ontwikkeling is

32

te verdelen in drie leerlijnen. Deze leerlijnen zijn: Zelfvertrouwen en weerbaarheidGevoelens van jezelf en anderenSociale vaardigheden(SLO, 2013)

Regels op het schoolpleinVoor de kinderen moet het duidelijk zijn welke regels er gelden op het schoolplein. Het kan een aanvulling zijn op de gedragsregels die gelden in de school en in de klas. De regels moeten concreet en eenduidig geformuleerd zijn. Daarnaast moet de consequentie die er aan vast zit helder zijn. De sancties moeten dan ook consequent worden toegepast. Zo reageert de pleinwacht op dezelfde manier en weten de kinderen wat er wordt verwacht.(Centrum school en veiligheid, 2013)

BuitenspelenBuiten spel kan gestimuleerd worden vanuit drie factoren. Namelijk speelmateriaal, speelbagage en speelruimte (Dekeyser, 1998). Bij speelmateriaal moet gedacht worden aan het losse materiaal dat aanwezig is. Maar ook het vaste materiaal. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan een rekstok, een glijbaan of een klimwand. Ook kosteloos materiaal valt onder speelmateriaal. Onder speelbagage wordt het sociaal emotionele gebied verstaan. Hierbij moet gedacht worden aan het spelrepertoire vergroten, sociale competenties van kinderen verbeteren, rol van de pleinwacht verduidelijken en de speelplaatsregels.De laatste factor is de speelruimte. Hierbij moet men denken aan de aanwezigheid van speelzones, mogelijkheid tot alle spelsoorten, balans tussen veiligheid/uitdaging, intimiteit/avontuur, structuur/vrijheid, leerkracht/beschutte plekjes en is het schoolplein toegankelijk voor alle kinderen (Dekeyser, 1998).

33

4. Formuleer bij ieder onderwerp/begrip dimensies, indicatoren en enquêtevragen

Onderwerp dimensie indicator enquêtevragen

Buiten spelen Speelmateriaal- De leerling maakt gebruik van

losse materialen.- De leerling maakt gebruik van

vaste materialen.- De leerlingen maakt gebruik

van kosteloos materiaal.(Dekeyser, 1998)

Leerlingen Speel je wel eens met speelmateriaal?

Bijvoorbeeld een springtouw, stelten of skeelers.

Speel je wel eens op de speeltoestellen? Bijvoorbeeld het klimrek, de rekstok of de klimwand.

Welk speeltoestel is het leukst om op te spelen?

Speel je wel eens met takjes of andere spullen die op het plein liggen?

Leerkrachten Spelen de leerlingen met het speelmateriaal

dat in de container ligt? Maken de leerlingen gebruik van de

speeltoestellen op het plein? Spelen de leerlingen met kosteloos materiaal

op het plein?

Speelbagage- De leerkracht vergroot het

spelrepertoire van de leerlingen.

- De leerlingen verbeteren de sociale competenties.

- De leerkracht verduidelijkt de rol van de pleinwacht.

- De speelpleinregels zijn duidelijk voor de leerlingen en de leerkrachten.

(Dekeyser, 1998)

Leerlingen Ken je veel spelletjes die je op het plein kunt

spelen? Doe je met de gym wel eens spelletjes die je op

het plein kunt spelen? Ken je de regels van het schoolplein?

Leerkrachten Biedt u spelletjes aan op het schoolplein om te

spelen? Biedt u tijdens de gymles spellen aan die op het

schoolplein gedaan kunnen worden? Is de rol van de pleinwacht duidelijk?

34

Zijn de regels op het plein duidelijk?

35

Speelruimte- Op het plein zijn zones

aanwezig.- Op het plein is het mogelijk om

alle spelsoorten te beoefenen.- Op het plein is er balans tussen

veiligheid en uitdaging.- Op het plein is er balans tussen

intimiteit en avontuur.- Op het plein is er balans tussen

structuur en vrijheid.- Op het plein is er balans tussen

leerkracht en beschutte plekjes.

- Het plein is toegankelijk voor alle kinderen.

(Dekeyser, 1998)

Leerlingen Ken je alle zones op het plein? Speel je in alle zones op het plein? Welke zone vind je het leukst om in te spelen? Waarom vind je het leuk om hier te spelen? Kan je overal spelen waar je wil?

Leerkracht Zijn de zones duidelijk voor de leerlingen? Kunnen de leerlingen alles doen in de zones die

zijn gemaakt? Is er veiligheid op het plein? Hebben de leerlingen genoeg uitdaging op het

plein? Zijn er beschutte plekjes op het plein? Moeten de beschutte plekjes blijven op het

plein? Waarom wel en waarom niet? Kunnen alle kinderen op het plein spelen?

Pleinwacht Taken- De taken van de pleinwacht

zijn helder voor de leerkracht.- De taken van de pleinwacht

zijn helder voor de leerlingen.- De taken van de pleinwacht

zijn duidelijk geformuleerd.- De taken van de pleinwacht

worden op dezelfde manier uitgevoerd.

(Centrum school en veiligheid, 2013)

Leerlingen Weet je wat de pleinwacht doet op het plein?

Leerkracht Zijn de taken van de pleinwacht duidelijk voor

u? Zijn de taken van de pleinwacht helder voor de

leerlingen? Worden de taken van de pleinwacht op

dezelfde manier uitgevoerd door alle collega’s? Waar let u op als pleinwacht?

Begeleiding- De leerlingen worden door de

pleinwacht begeleid in het spel.- De leerlingen worden door de

pleinwacht begeleid bij het oplossen van conflicten.

(Centrum school en veiligheid, 2013)

Leerlingen Helpt de pleinwacht jou bij het spelen van een

spel? Helpt de pleinwacht jou bij een probleem? Ga je wel eens naar de pleinwacht? Waarom ga je naar de pleinwacht? Helpt de pleinwacht jou bij het oplossen van

36

een ruzie? Lost de pleinwacht de ruzie op of doe je dit

zelf?Leerkrachten

Begeleidt u als pleinwacht een spel? Helpt u als pleinwacht bij ruzies? Hoe helpt u de leerlingen bij het oplossen van

conflicten? Komen de leerlingen vaak naar u toe voor het

oplossen van conflicten?

Regels op het plein

Duidelijk- De regels op het plein zijn

duidelijk voor de leerlingen.- De regels op het plein zijn

duidelijk voor de leerkrachten.- De gedragsregels op het plein

zijn een aanvulling van de regels in de klas en in de school.

- De regels zijn concreet een eenduidig geformuleerd.

(Centrum school en veiligheid, 2013)

Leerlingen Zijn de regels op het plein duidelijk voor jou?

Zijn er ook regels die hetzelfde zijn op het plein als in de klas?

Snap je wat de juffen en meesters bedoelen met de regels?

Houd je je aan de regels op het plein? Leerkrachten Zijn de regels op het plein duidelijk voor u? Zijn de regels op het plein duidelijk voor de

leerlingen? Zijn de regels op het plein een aanvulling op de

regels in de klas? Zijn de regels concreet en eenduidig

geformuleerd?

Sancties- De leerkrachten hebben een

sancties afgesproken op het overtreden van de regels.

- De sancties zijn duidelijk voor de leerlingen.

- De sancties zijn duidelijk voor de leerkrachten.

(Centrum school en veiligheid, 2013)

Leerlingen Wat gebeurt er als je een regel op het plein

overtreedt?Leerkrachten

Hebben jullie als team sancties afgesproken over het overtreden van de regels?

Zijn deze sancties duidelijk voor de leerlingen? Zijn de sancties duidelijk voor alle

leerkrachten?

- De leerkracht reageert Leerlingen

37

Consequent consequent bij het overtreden van de regels.

- De leerkracht voert de sanctie uit bij het overtreden van de regel.

- De leerkrachten reageren allemaal hetzelfde, omdat ze even consequent zijn.

(Centrum school en veiligheid, 2013)

Zegt de pleinwacht er wat van als je de regels overtreed?

Krijg je straf als je een regel overtreed? Zeggen alle pleinwachten hetzelfde als je een

regel overtreed?Leerkrachten

Reageert u als pleinwacht consequent als een leerling de regel overtreed?

Voert u de sanctie uit die de leerling moet doen als ze de regels overtreden?

Reageert elke leerkracht even consequent op het overtreden van de regels?

Sociaal emotionele ontwikkeling

Zelfvertrouwen en weerbaarheid

- De leerlingen hebben zelfvertrouwen.

- De leerlingen zijn zich bewust van het eigen gedrag.

(SLO, 2013)

Leerlingen Kun je zelf een ruzie oplossen? Kan je aan de leerkracht terug vertellen hoe de

ruzie is gelopen?Leerkracht

Kunnen de leerlingen zelf een ruzie oplossen? Kunnen de leerlingen terug vertellen hoe de

ruzie is gelopen? Kunnen de leerlingen benoemen wat ze goed of

fout gedaan hebben?

Gevoelens van jezelf en anderen

- De leerlingen kunnen omgaan met gevoelens.

- De leerlingen kunnen positieve en negatieve gevoelens herkennen.

- De leerlingen nemen rolgedrag over.

- De leerlingen weten wat discriminatie is.

(SLO, 2013)

Leerlingen Kun je je boosheid onder controle houden? Kun je zien als een andere kind boos of blij is? Kun je met iedereen spelen?

Leerkrachten Kunnen de leerlingen zich inleven in een ander? Kunnen de leerlingen het eigen gedrag onder

controle houden? Discrimineren leerlingen op het schoolplein?

38

Sociale vaardigheden- De leerlingen werken samen.- De leerlingen spelen samen.- De leerlingen kunnen omgaan

met conflicten.- De leerlingen hebben

vriendschappen.(SLO, 2013)

Leerlingen Werk je wel eens samen met andere kinderen? Speel je wel eens samen met andere kinderen? Los je zelf wel eens een ruzie op? Heb je vriendjes of vriendinnetjes?

Leerkrachten Werken de leerlingen samen? Spelen de leerlingen samen? Kunnen de leerlingen zelf conflicten oplossen? Hebben de leerlingen al voorkeur voor

bepaalde kinderen?

39

5. Groepeer de vragen op onderwerp (module) in een logische volgorde.AlgemeenSchoolpleinSpelletjes en speeltoestellenVakkenSfeerRegelsPleinwachtSociaal emotioneel

6. Leid iedere module kort in met één of twee zinnen.

Zie enquête

7. Bedenk een duidelijke instructie

Beste leerkrachten,

Zoals jullie weten zijn wij, Nienke, Manon en Gert-Jan begonnen met het schoolontwikkelthema. Hierbij staat het plein en buitenspelen met elkaar centraal. Als start van dit project willen wij graag weten wat de kinderen vinden van het plein en hoe hier wordt buiten gespeeld.

Hiervoor hebben wij een enquête opgesteld die de kinderen op de computer kunnen invullen. Op het bureaublad van de kinderen bevindt zich een link naar de volgende webpagina: http://enquetemaken.nu/r/pm69. De snelkoppeling op het bureaublad van de leerlingen heet: Enquête schoolplein.

Wij willen u vragen de enquête te laten invullen tijdens de computertijd van uw groep. Met de resultaten die er uit komen, krijgen wij inzicht in de behoeftes van de kinderen met betrekking tot het buitenspelen. Graag ontvangen wij deze enquête voor 1 oktober 2013.

Daarnaast hebben wij ook een enquête opgesteld voor u als leerkracht. Graag willen we ook jullie mening horen over het schoolplein. Om deze enquête in te vullen, gaat u naar de volgende link:http://enquetemaken.nu/r/py82

Alvast bedankt voor het invullen!

Manon, Gert-Jan en Nienke.

40