Schoolgids De kleine Wereld...wordt vorm gegeven door middel van taakwerk. Dit is een wegwijzer voor...

S c h o o l g i d s D e k l e i n e We r e l d

U bent op zoek naar een school die past bij uw kind en bij uw opvattingen. Via onze schoolgids geven wij u informatie over de gang van zaken op onze school.

U vindt in deze gids een samenvatting van onze visie, onze doelstellingen en onze manier van werken. Ons streven is om de kinderen een goede en fijne schoolperiode te bieden.

Voorwoord Ouders kiezen met zorg een passende school voor hun kind(eren). Dat is terecht, want uw kind brengt er een groot deel van hun tijd door. Een belangrijke beslissing, die niet over één nacht ijs gaat. U vertrouwt de zorg van uw kind een aantal jaren toe aan verschillende juffen en meesters, u hoopt op een veilig speel- en leerklimaat voor uw kind en u wilt daarom zo zorgvuldig mogelijk tot een keuze komen.

Ouders die voor het eerst met onze school kennismaken zullen, na het lezen van deze gids, een idee hebben over het functioneren van onze school. Om ons en de school beter te leren kennen, kunt u een afspraak met ons maken. U kunt dan in de school rondkijken en mondeling meer informatie krijgen. U bent van harte welkom.

Deze schoolgids is bestemd voor de schooljaren 2016- 2017. Ouders van nieuwe leerlingen ontvangen de schoolgids wanneer hun kind naar school gaat.

Aan de ouders van de leerlingen van De Kleine Wereld vragen wij om deze schoolgids goed te bewaren. Aanvullingen of veranderingen krijgt u aangereikt aan het begin van ieder schooljaar, zodat u toch een actueel document in uw bezit houdt.Voor een aantal praktische zaken zoals: vakantieregeling, samenstelling van de groepen, samenstelling van het team en activiteitenagenda ontvangt u jaarlijks aan het begin van het schooljaar een aparte informatiegids: het “Jaarboek”.

De actuele schoolgids, met aanvullingen en eventuele wijzigingen, kunt u altijd inzien via onze website: www.de-kleine-wereld.nlWat staat er in deze schoolgids?

U zult er informatie vinden over :• De zorg voor de kinderen.• De opzet van het onderwijs.• De praktijk van de school.• Doelen die worden nagestreefd.• De activiteiten die daartoe worden ondernomen.• Het verwachtingspatroon van de ouders / verzorgers

t.a.v. de school.• Mogelijkheden om met de school in gesprek te komen

over schoolzaken.

voor woord

3

4.1 Aannamebeleid en toelatingsprocedure 4.1.2 Passend Onderwijs4.2 Volgen van de ontwikkel ing van de kinderen in de school 4.2.1 Algemeen 4.2.2 Signalering 4.2.3 Na de signalering 4.3 Begeleiding van de overgang van kinderen naar het VO

2.1 Visie op leren2.2 Uitgangspunten van ons Daltononderwijs2.3 Identiteit2.4 Schoolkl imaat2.5 Uitgangspunten2.6 Sfeer in de school

1.1 Naam van de school1.2 Directie en team1.3 Situering van de school

SCHE TS VAN ONZE SCHOOL

VOOR WOORDINHOUDSOPGAVE

4ZORG VOOR KINDEREN

3.1 Organisatie van de school3.2 Groepering, groepsgrootte en lesorganisatie3.3 Onderwijsprogramma 3.3.1 Groep 1 en 2 3.3.2 Basisvaardigheden gr 3 t/m 8 3.3.3 Oriëntatie op mens en maatschappij 3.3.4 Muziek en expressie, dansante vorming en l ichameli jke opvoeding 3.3.5 Coöperatief Leren: leerl ingen leren van en met elkaar 3.3.6 Computer- en internetgebruik3.4 Huiswerk3.5 Pesten

3ONS ONDER WIJS

WAAR STAAN WE VOOR?

inhoudsopgave


3 4

7 7 7 7

9 91011111313

14

1414161616171717171719

20

20202323232324

6.1 Belang van betrokkenheid van ouders6.2 Informatievoorziening aan ouders 6.3 Ouderactiviteiten en Klassenouders6.4 Klachtenregeling6.5 Inspraak 6.5.1 De Medezeggenschapsraad

5.1 Personeelsbeleid5.2 Scholing van leerkrachten

LEERKRACHTEN

8.1. Schoolt i jden/ Continurooster 8.2 Regels voor aanvang en einde schoolt i jd8.3 Regels voor verlof en verzuim8.4 Protocol voor schorsing en verwijdering8.5 Vakantierooster 8.6 Opvang8.7 Schoolgeld/ouderbi jdrage8.8 Schoolverzekering voor leerl ingen8.9 Vei l igheid

8

9

PRAK TISCH

NAMEN EN ADRESSEN

7.1 Zorg voor relatie school en omgeving.7.2 Inspectie en Visitatie7.3 Uitstroomgegevens

65

K WALITEITSZORG

OUDERS

inhoudsopgave


7

25

2525

27

272728282828

30

303232

33

333333333636363636

38


De Kleine Wereld is een basisschool in Almere Poort. Wij vinden het erg belangrijk dat uw kind met veel plezier naar school gaat, omdat wij geloven dat alleen dan uw kind optimaal kan presteren.

Hoofdstuk 1. Een schets van de school.

Een school met een eigen gezicht en een goede sfeer is vooreen kind erg belangrijk. Die sfeer, de manier van omgaanmet elkaar, de uitstraling van de school, de omgeving enhet gebouw zijn de factoren die tezamen het klimaat van deschool bepalen.

De Kleine Wereld hecht veel waarde aan het bijbrengen vanrespect, discipline en goede omgangsvormen, omdat deschool ernaar streeft haar leerlingen op te leiden tot zelf-standige, verantwoordelijke mensen die zich sociaal-maat-schappelijk optimaal kunnen ontplooien.

1.1 Naam van de schoolOecumenische basisschool voor Daltononderwijs“De Kleine Wereld”. De naam van onze school staat voor dewereld van het jonge kind. Deze wereld is nog helemaalniet zo groot. Voor een kleuter bestaat die uit thuis, school,familie en de supermarkt. Naarmate de kinderen ouder wor-den, groeit deze wereld met hun mee. Onze school is eenveilige en nog een kleine wereld.

telefoon: 036-7670240e-mailadres: [email protected]: www.de-kleine-wereld.nl

1.2 De Stichting PrismaDe Kleine Wereld is één van de scholen van de Stichting Prisma Almere. Wilt u uitvoerige informatie over de

Stichting Prisma Almere en al onze scholen? Bezoek dan www.prisma-almere.nl

Missie:De Stichting Prisma Almere verzorgt veelkleurig en christe-lijk primair onderwijs van kwalitatief hoogwaardig niveau.Kinderen wordt een basis meegegeven, van waaruit ze voldoende toegerust hun weg kunnen vervolgen in de maatschappij.Ons onderwijs is geïnspireerd vanuit de christelijketraditie. Ieder kind is bij ons welkom. In ons onderwijs staanbegrippen als verantwoordelijkheid, solidariteit en gerechtigheid centraal”.

College van Bestuur: Dhr. M.J. Eijgenstein Secretariaat : Randstad 20 - 31 Postadres: Postbus 10183 1301 AD Almeretelefoon: 036 – 5346300E-Mail: [email protected]

1.3 Situering van de schoolDe school ligt in Almere Poort, in de wijk Europakwartier Adres: Nederlandhof 5 1363 DC Almere

hoofdstuk 1

7


De Kleine Wereld wil een plek zijn waar veiligheid geboden wordt. Het is essentieel dat een kind zich prettig voelt, geborgenheid vindt en de weg in school weet.

Wij stellen passende eisen aan het kind. Veel tijd zal er besteed worden aan de basis-vaardigheden rekenen, taal en lezen.

Hoofdstuk 2. Waar we voor staan.

2.1 Visie op leren De basis van een goede leercarrière zetten wij vanaf de onderbouw sterk in. De zintuiglijke en motorische ontwik-keling van het kind zijn voor ons een essentiële voorwaarde om tot goed leren te komen. Schrijven is hier een voorbeeld van. Schrijven is bewegen en daar moet je niet te vroeg mee starten. Eerst de vormen oefenen, letters insteken, etc. Als dit goed beheerst wordt is het kind aan schrijven toe.

Leren is leuk, zin in leren krijgen is essentieel voor de latere loopbaan. Dit betekent niet dat er geen moeilijke dingen gedaan worden of dat er geen saaie of niet zo leuke dingen gedaan worden. Oefenen, fouten maken, succes ervaren horen er allemaal bij.

Leren doe je niet alleen, het kan ook met iemand of in een groepje samen. Kinderen leren van elkaar, leren samenwer-ken, maar leren ook alleen te werken. Leren is een sociaal gebeuren. Het verwerken van de leerstof gebeurt bij ons op verschillende manieren: in een werkboekje, maar ook een presentatie voor de groep met gebruik van een digitaal schoolbord of een muurkrant maken.

Kinderen werken verschillend. Voor ons betekent dat we daar rekening mee houden. Vanaf de eerste schooldag geeft ons leerlingvolgsysteem een goed overzicht van de behaal-de resultaten. Door goed te observeren zijn wij vroegtijdig

in staat om de mogelijkheden van ieder kind te herkennen.Met onze methodes werken wij op verschillende niveaus, dus groep doorbroken werken is hierbij mogelijk. De instructie krijg je in de groep die aansluit op jouw niveau.

We willen de kinderen ook op andere gebieden laten ont-wikkelen, naast de motorische en zintuiglijke ontwikkeling vinden wij de creatieve en muzikale vorming belangrijk. Die zijn voorwaarde voor de cognitieve ontwikkeling. Een voorbeeld hiervan is muziek. Taal is muziek en het ritme van muziek is van belang voor de taalontwikkeling.

Het stimuleren en volgen van de sociaal-emotionele ont-wikkeling geven wij vorm door het inzetten van coöperatief leren. Als verstand en gevoel goed op elkaar zijn afgestemd is het kind in balans en kan het zich volledig ontplooien.

De Kleine Wereld: Dagelijks DaltonOp onze school willen we de kinderen iedere dag laten spelen en werken volgens de drie pijlers van het Dalton-onderwijs:

Vrijheid - Zelfstandigheid - Samenwerking

Iedere Daltonschool werkt de drie principes vrijheid, zelf-werkzaamheid en samenwerking uit op een manier, die in de eigen situatie het beste past.Dit betekent dat elke Daltonschool er anders uitziet: een ander gebouw, andere mensen, een andere wijk, een andere

hoofdstuk 2

9

indeling van groepen, andere methodekeuzen.Daltononderwijs is een manier van omgaan met elkaar.Werken volgens de Dalton principes betekent ruimte scheppen en kinderen de gelegenheid en het vertrouwen geven om zelfstandig of samen te werken aan een afgesproken taak. De drie uitgangspunten geven het onderwijs een zodanige vorm, dat elk kind zich prettig voelt in de school en daar ook wil leren.

2.2 Uitgangspunten van ons Daltononderwijs Vrijheid (in gebondenheid) Dit uitgangspunt is een belangrijke voorwaarde voor de ontplooiing van ieder kind. In die vrijheid ligt het beroep besloten dat wij doen op het verantwoordelijkheidsgevoel van kinderen ten opzichte van zichzelf en de mensen om hen heen. Daarom is een kind niet volledig vrij om te doen en te laten wat het wil. Er is een duidelijk van te voren vastgestelde grens waarbinnen een kind zich kan bewegen.Vrijheid moet je leren hanteren. Wij stellen dus aan de jongste kinderen andere eisen dan aan kinderen uit de hoogste groepen.

Toch hebben alle kinderen in school ruimte nodig om zich te kunnen ontplooien. De volgende afspraken gelden uiteindelijk voor ieder kind in onze school:

• Kinderen kiezen binnen taakwerk zelf de volgorde van hun werkzaamheden.

• Kinderen kunnen zichzelf een werktempo opleggen, binnen bepaalde grenzen.

• Kinderen zijn vrij in het inroepen van hulp; van de leerkracht of een medeleerling.

De leerkracht zal bij het stellen van regels en eisen steeds allert zijn op individuele verschillen tussen kinderen. Zelfstandigheid.Het uitgangspunt zelfwerkzaamheid (en zelfstandigheid) wordt vorm gegeven door middel van taakwerk. Dit is een wegwijzer voor de kinderen om zelf ontdekkend aan het werk te gaan. Oplossingen voor problemen moeten zoveel mogelijk zelf gevonden worden. Het leren omgaan met ‘uitgestelde aandacht’ is belangrijk.

De leerkracht stimuleert en wijst de weg als een kind dreigt vast te lopen.Bij kinderen ontstaat in de loop van hun schooltijd op deze manier een grote mate van zelfstandigheid. Door kinderen een groter aandeel te geven in hun eigen ontwikkeling, groeit ook het verantwoordelijkheidsgevoel. Dit geldt net zozeer voor kinderen van 11 jaar, als voor kleuters van 5 jaar.

Onderlinge samenwerking en hulp. Wanneer wij het zelfstandig en individueel werken stimuleren, is het mogelijk dat een kind zo in het eigen werk opgaat, dat een kind het totaal, de groep en de school uit het oog verliest. Vandaar dat wij de onderlinge hulp en samenwerking tussen kinderen voortdurend stimuleren. Wij vinden dit een belangrijk uitgangspunt, omdat het aansluit bij de eisen die de maatschappij stelt: samenwerken in team-verband. Hierin past goed de werkvorm Coöperatief Leren die zeer regelmatig wordt toegepast op school.Daarnaast vinden er regelmatig samenwerkingsvormen tussen de groepen plaats, zoals uitwisselingen, podiumpresentaties en het handenarbeidcircuit. De drie Dalton beginselen moeten in samenhang met elkaar toegepast worden. Daarom kunnen we ook zeggen, dat samenwerken iets geheel anders is dan afkijken. Kinderen wordt geleerd verantwoordelijk te zijn voor hun werk. De periode dat kinderen bezig zijn iets te oefenen, te proberen of onder de knie te krijgen, is een andere dan het maken van een toets. Kinderen moeten fouten kunnen maken om ervan te leren. In toetsen laten ze zien hoe ver ze met de leerstof zijn.

hoofdstuk 2

S c h o o l g i d s D e k l e i n e We r e l d 10


2.3 Identiteit Oecumenisch betekent voor ons:De Kleine Wereld is een oecumenische school. Voor ons betekent dit, dat de school ruimte biedt aan kinderen met een protestants-christelijke, katholieke of andere geloofs-overtuiging.

Uitgangspunt is dat we een door het christendom geïnspi-reerde school zijn, passend in een multireligieuze samenle-ving. Daarom is het vanzelfsprekend dat er leerlingen van diverse religies of zonder een levensbeschouwelijke achter-grond onze school bezoeken.

Het oecumenische karakter van de school wordt nadrukke-lijk tijdens de aanmeldingsgesprekken met de ouders van nieuwe kinderen besproken. Immers, het is met name dit karakter, die doelstelling, die onze school onderscheidt van de openbare basisscholen.

Heel concreet uit het “oecumenische” zich in de dagopening. Voor elke groep begint de dag met een samen zijn in de kring. Enkele malen per week wordt er een verhaal uit de Bijbel verteld.Als school dragen wij bij tot de persoonlijkheidsvorming van de kinderen in christelijke zin. Christen zijn is een bepaalde houding in het leven. Deze wordt met name geaccentueerd door het streven naar een godsdienstige opvoeding waarin de volgende aspecten naar voren komen:• samen leven, samen vieren.• samen komen tot een leerzame ontmoeting met de

wereld door verhalen, waaronder bijbelverhalen.• elkaar duidelijk maken op welke normen en waarden

het aankomt.

Op deze wijze hopen we dat bij de kinderen een vorm van vertrouwen wordt gewekt, in zichzelf, in de ander en daar-door in God.Bij de dagopeningen, vieringen en in het levensbeschouwe-lijk onderwijs maken wij gebruik van de methode “Tref-woord” waarin aandacht is voor ieders overtuiging en die inspeelt op de diverse geloofsinhoudingen. Wij schenken natuurlijk ieder jaar ruim aandacht aan de diverse kerkelijke feesten. Hoofdzakelijk zullen dit de joods-christelijke feesten zijn, maar ook kijken we naar feesten uit de andere wereldreligies. De vieringen hiervan vinden plaats op school.

2.4 SchoolklimaatDe samenwerking tussen college van bestuur, directie, team, ouders en kinderen vormt de basis voor een goed school-klimaat.

• Op onze school staat samenwerken in het teken van

hoofdstuk 2

respect voor elkaar en rekening houden met elkaar. We zijn alert op pesten.

• Wij laten in ons dagelijks handelen steeds weer zien dat normen en waarden hoog in ons vaandel staan.

• Ook worden deze regels op ouderavonden aan ouders kenbaar gemaakt om samen sterk te staan bij de bege-leiding van de kinderen op weg naar volwassenheid.

• Er is ruimte om jezelf te zijn en we vinden het belangrijk dat alle betrokkenen het gevoel hebben optimaal te kunnen functioneren. Orde en regelmaat zorgen ervoor dat er ruimte en aandacht is voor elk individueel kind.

• Wij streven er ieder jaar weer naar om de juiste persoon op de juiste plek te zetten. De leerkrachten krijgen alle gelegenheid om zich te professionaliseren. Iedere werknemer binnen onze school krijgt de kans om zich te ontwikkelen. De opbrengst hiervan stroomt (in)direct weer terug naar de leerling.

Ouders en kinderen Als schoolteam zien we ons in de eerste plaats als leerkrachten en in de tweede plaats als medeopvoeders naast de ouders. Wij realiseren ons dan ook, dat wij in de opvoeding van de kinderen een belangrijke plaats innemen. Die gedeelde verantwoordelijkheid nemen wij serieus door goed contact met de ouders te onderhouden.

Dat willen we bereiken door:• Er van uit te gaan dat ouders de visie, missie en regelin-

gen van de school onderschrijven.• De informatievoorziening van de school naar de ouders

te zien als een belangrijke pijler in het onderlinge con-tact.

• Ouders vooral te benaderen in hun eigen verantwoor-delijkheid naar het kind.

• Open te staan voor opbouwende kritiek van ouders.

Samenleving De Kleine Wereld vindt het belangrijk om als school midden in de maatschappij te staan.Dit streeft de school na door:• Gebruik te maken van de verschillende mogelijkheden

die onze nabije omgeving ons biedt op gebied van natuur- en cultuureducatie.

• Maatschappelijke en actuele gebeurtenissen in de regio als uitgangspunt te nemen bij diverse lessen.

• De dagelijkse actualiteit regelmatig te verwerken in het dagprogramma.

• Kinderen vertrouwd te maken met de cultuur en omgeving. Regelmatig wordt er gebruikt gemaakt van extra aanbod om de aandacht van de leerlingen op een speelse wijze hiermee kennis te laten maken.

11


2.5 UitgangspuntenIn de paragrafen “Onderwijs” en “Identiteit” is al veel ge-schreven over hoe we met kinderen om willen gaan. Die mentaliteit is voor alle teamleden de bron om elke dag weer met kinderen aan de slag te gaan. Vanuit een goede pedagogische situatie is het werken met kinderen het meest effectief.

Op onze school onderschrijven wij het uitgangspunt, dat mannen en vrouwen, meisjes en jongens gelijkwaardig zijn. Uitgaande van deze gelijkwaardigheid vinden wij de volgen-de aspecten van belang:• De school schept een klimaat, waarin kinderen zich

veilig voelen.• De school creëert ruimte om verschillend te zijn. Deze

verschillen kunnen betrekking hebben op persoonsge-bonden of cultuurgebonden verschillen.

• De school hanteert een niet-stereotype benadering.• De school schept voor kinderen voorwaarden om een

positief zelfbeeld te ontwikkelen. Er wordt actief aan-dacht besteed aan zelfredzaam en weerbaar gedrag.

• Op school hebben we respect voor elkaar.

Respectvol omgaan met elkaar, respect tonen voor elkaar, elkaar niet hinderen, pijn doen of schade berokkenen. Die regel geldt voor iedereen die op school aanwezig is. Bij klein en groot is de kern dezelfde: de persoon en de grenzen die hij/zij stelt worden door een ander gerespecteerd.

Je voelt nee, je zegt nee. De ander respecteert dat.

Van alle geledingen binnen de school (directie/leerkrachten/kinderen/niet-onderwijzend personeel/ouders/bezoekers) wordt verwacht, dat zij zich houden aan het bovenstaande.

2.6 Sfeer in de schoolWij geven de kinderen op De Kleine Wereld graag een goede schoolbasis mee. Deze basis dient verantwoord, breed en degelijk te zijn. Iets waarop je kunt steunen en bouwen, vanuit waar je zelfverzekerd en gesterkt kunt en durft vertrekken en waarop je steeds weer terug kunt vallen. Dit beseffend, weten we dat het leggen van zo’n basis heel wat inhoudt. Met enkel en alleen kennisoverdracht zijn we er niet.

Uiteraard houdt een goede schoolbasis in, dat kinderen bekend gemaakt worden met alle facetten van taal, rekenen, wereldverkenning e.d.

Naar ons idee betekent dit ook:• Werken aan zelfstandigheid, zelfvertrouwen, een

willen-weten-houding.

• Werken aan een oog en hart voor anderen, een willen- delen-houding.• Leren de talenten van jezelf en anderen te kennen en te

ontwikkelen.• Het ontwikkelen van je zintuigen en motoriek.• Het voorhouden en doorgeven van waarden, normen, je

levensbeschouwing.• Het genieten van samen op school zijn, samen vreugde

en verdriet te delen.

hoofdstuk 2

13


De Kleine Wereld geeft de haar toevertrouwde kinderen onderwijs volgens eigentijdse pedagogische en didactische inzichten.

Het onderwijs aan De Kleine Wereld is gegrondvest op drie belangrijke pijlers: optimale ontplooiing, persoonlijk welbevinden en respect voor anderen en de wereld om ons heen.

Hoofdstuk 3. Ons onderwijs

3.1 Organisatie van onze schoolOp onze school is het onderwijs in twee ‘bouwen’ georga-niseerd. De groepen 1, 2, 3 en 4 vormen de onderbouw, de groepen 5 t/m 8 de bovenbouw.

3.2 Groepering, en lesorganisatieGroep 1 en 2In de groepen 1 en 2 werken we met een combinatiegroep. Dit betekent dat kinderen uit zowel groep 1 als groep 2 bij elkaar zitten. Dit heeft als voordeel dat kinderen in aanraking komen met andere kinderen die al verder, of juist minder ver in hun ontwikkeling zijn. Zo kunnen ze elkaar stimuleren en ondersteunen. Groep 3 t/m 8Veel activiteiten vinden plaats in de eigen groep. De kin-deren blijven met die groep bij elkaar onder de hoede van hun eigen groepsleerkracht. Dit houdt overigens beslist niet in, dat alle kinderen tegelijkertijd dezelfde stof op dezelfde manier aangeboden krijgen en verwerken. Binnen de groep is er ruim aandacht voor individuele verschillen.

In iedere klas is een instructietafel die gebruikt wordt voor verlengde instructie, pre-teaching, extra hulp en uitleg. In de klas werken de kinderen vaak zelfstandig of in kleine groepjes. Een veelheid aan werkvormen, via de aanpak van coöperatief leren, maakt dat leerlingen gewend zijn aan vormen van samenwerken. Op die manier stimuleren we het

zelfvertrouwen, de zelfstandigheid en de samenwerking van de kinderen. De materialen die we gebruiken worden flexibel ingezet, zodat recht gedaan wordt aan de verschillen tussen kinderen.

De uitgangspunten van ons Daltononderwijs worden verwezenlijkt in de taakuren. In deze taakuren krijgt ieder kind de kans te werken aan het opgegeven taakwerk: samen werken met anderen, vrijheid in keuze van volgorde en zelfstandigheid. Fijnere nuances daarbinnen zijn er ook. We denken aan het nog meer op individuele kinderen toe -gemeten systeem van extra hulp binnen of buiten de klas en een aparte benadering van kinderen op het gebied van tempo, motivatie en gedrag. Binnen de taakuren hebben we ook het keuzewerk ontwikkeld. Keuze werk heeft als hoofddoel: het bevorderen van motivatie tot leren. De opdrachten daarbinnen zijn interessant voor kinderen, gevarieerd en uitdagend. Vakken als muziek, schrijven, gymnastiek en wereld-verkenning worden binnen de eigen groep gegeven. Ook hier houden we rekening met het feit dat kinderen verschillende capaciteiten hebben. We proberen eruit te halen wat erin zit (op een kindvriendelijke manier).Kinderen die een half jaartje langer nodig hebben, bieden we de mogelijkheid om in januari door te stromen. Deze beslissing wordt in overleg met de leerkracht, ib-er, teamleider en ouders genomen. Deze mogelijkheid is er tot en met groep 3. In de groepen 4 tot en met 8 ondervangen we dit door het aanbod te vergroten.

hoofdstuk 3

14


3.3 OnderwijsprogrammaDe Kleine Wereld werkt met moderne, eigentijdse methodes. De methodes op het gebied van taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie voldoen aan de kerndoelen. De leerlijnen in de groepen 1 en 2 zijn uitgezet op basis van “ Onderbouwd” en zelf opgestelde leerlijnen, o.a. gebaseerd op de zintuigen en de motoriek.

3.3.1 Groepen 1 en 2 De Kleine Wereld heeft heterogene kleutergroepen met 4-5-6 jarigen. Het klaslokaal is ingedeeld in meerdere hoeken en werkplekken.Het idee achter het hoekensysteem is, dat de kinderen het spel kunnen spelen dat op dat moment het meest aansluit bij hun individuele belangstelling en ontwikkeling. Door het gevarieerde aanbod komen kinderen in aanraking met veelzijdige materialen en spelmogelijkheden en kunnen ze zich zo breed mogelijk ontwikkelen op cognitief, motorisch en sociaal-emotioneel gebied. Binnen onze school staat de ontwikkeling via de zintuigen centraal. Meestal wordt er gewerkt volgens het onderwijsconcept ontwikkelingsgericht onderwijs. Doelstelling is het bereiken van een zo breed mogelijke ontwikkeling. Dit doen we door de keuze van de vele beschikbare leermiddelen aan te passen aan de verschillende ontwikkelingsstadia van kinderen. De keuze proberen we zo dicht mogelijk bij de belangstellingssfeer van kinderen te houden. Hierbij gaan we uit van thema’s, waarbij gedurende enkele weken een bepaald onderwerp wordt uitgediept. Enkele voorbeelden van die onderwerpen zijn: Dit ben ik, Beroepen, Jaargetijden, Dieren. Daarnaast komen alle feesten uitgebreid aan bod. Alle activiteiten in de klas zijn zo veel mogelijk gericht op het thema van dat moment.

Als de kinderen ’s ochtends de klas inkomen, hangen er op een goed zichtbare plaats dagritmekaarten. Aan de hand van deze kaarten wordt het verloop van de dag aangegeven. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld zien wanneer er buiten gespeeld, gegeten of gewerkt gaat worden. Dit maakt de dag heel overzichtelijk en geeft de kinderen houvast.De deur gaat om 8.15 uur open en om 8.30 uur start de dag. Tijdens de muzikale vorming worden er liedjes en muzikale spelletjes aangeleerd, die bij het thema horen. Daarnaast worden er instrumenten gebruikt om maat, ritme en bete-kenis van de tekst nog meer tot zijn recht te laten komen. Belangrijk daarbij is natuurlijk het plezier dat de kinderen hebben in hun muzikaal bezig zijn.Omdat we van het kind uit gaan wordt er tijdens het werken individueel of in groepjes gewerkt. Hierbij kan een keuzegemaakt worden uit expressief, cognitief of constructie materiaal. Deze keuze maken de kinderen zelf door hun

symbooltje bij het planbord op te hangen bij die activiteit die ze graag willen doen. Dit planbord maakt heel visueel wat er gekozen kan worden en of er in een hoek of bij een werkje nog plek is. Gedurende de werkles kunnen de kin-deren zelf wat anders kiezen als ze klaar zijn met hun werk/spel. Ook komt het vaak voor dat de leerkracht een groepje kinderen apart instructie geeft en begeleidt. Dit kan een vervolgopdracht zijn n.a.v. de reken- of taalactiviteit uit de kring, het kan ook een specifieke motorische opdracht zijn (kralenplank/borduren). Het ligt aan de aard van de opdracht of het groepje bestaat uit kinderen van gelijke of verschillen-de leeftijden. De voortgang van de kinderen wordt door de leerkracht bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Kinderen hebben ook beweging nodig. Daarom wordt er per dag zeker anderhalf uur besteed aan spel en beweging. Dat kan betekenen dat we buiten spelen in de zandbak of met de karren en de klim- en klautermaterialen gebruiken. Tevens wordt er binnen speelgelegenheid geboden in de vorm van gym, spel of dansante vorming.

3.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, rekenen en schrijven) voor groep 3 t/m 8Eenmaal aangekomen in groep 3 worden de kinderen langzaamaan vertrouwd gemaakt met een nieuwe leerfase. De in de kleuterafdeling opgebouwde lijn van kennis en vaardigheden, wordt verder doorgetrokken: het accent in de verhouding tussen spelen en leren verandert. Leren komt in een andere vorm naar voren, zonder het spelen overigens af te schaffen. Wij vinden dat spelen én leren gedurende de gehele basisschoolperiode hand in hand dienen te gaan. We werken daarbij stapsgewijs toe naar een duidelijke accentverschuiving. Eén en ander houdt voor groep 3 in, dat met name in het eerste deel van het jaar werkwijze en materialen, van tijd tot tijd en per kind verschillend, afge-stemd worden op die van de voorliggende periode. De in de kleutergroepen aangeleerde vaardigheden (regels, normen en waarden, omgang met materiaal) blijven de basis.

In de onderbouw wordt spelenderwijs een begin gemaakt met taal en rekenen. Er wordt gestart met voorbereidend lezen en schrijven. Als kinderen laten zien dat ze er be-langstelling voor hebben, reageert een leerkracht daarop. Kinderen worden dan in dat proces op weg geholpen en krijgen materiaal aangereikt waarmee ze zelf verder kunnen. Afstemming met groep 3 is dan belangrijk. Lettervormen die daar gebruikt worden, passen we toe. In de midden- en bo-venbouw ontwikkelen de kinderen zich verder aan de hand van bestaande leermethoden. Het leesonderwijs neemt in de groepen 3 t/m 5 een zeer essentiële plaats in. Het is een gegeven dat de leerlingen zich hierbij in een verschillend tempo ontwikkelen. We gebruiken voor het aanvankelijk lezen ‘Veilig Leren Lezen’.

hoofdstuk 3

16


Voor het voortgezet lezen gebruiken we de methode ‘Lekker Lezen’ en voor begrijpend lezen ‘Goed Gelezen’ en ‘Nieuws-begrip’.

Het taalonderwijs bestond vroeger vooral uit het maken van veel invuloefeningen en dictees. Het ging vooral om foutloos leren schrijven. Dat leren de kinderen nog steeds, maar daarnaast besteden we nu veel meer aandacht aanspreken en luisteren. Ons taalonderwijs is daarom interactief. Dat wil zeggen dat in de groepen situaties gecreëerd worden waarin de kinderen zo veel mogelijk samen in reactie op elkaar met taal bezig kunnen zijn. Zo leren de kinderen bijvoorbeeld goed hun eigen mening onder woorden te brengen. De kinderen leren kortom veel van en met elkaar. Wij maken gebruik van de methode Taal in Beeld.

Bij het rekenen werd vroeger veruit de meeste tijd besteed aan het maken van sommetjes. Het kwam vooral neer op hetaanleren van trucjes voor het maken van staartdelingen, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen enzovoorts. Nu leren de kinderen rekenen door het oplossen van praktische probleempjes die ze in het dagelijkse leven tegenkomen. Kinderen die deze manier van rekenen niet aankunnen krijgen een andere manier van aanbieden.Vanaf groep 3 werken we met de methode Rekenrijk.

Ons doel van leren schrijven is het bereiken van een goed en vlot handschrift. Onze aandacht gaat daarom uit naar motorische vaardigheden om vloeiende bewegingen op papier te kunnen krijgen. Dat is de reden dat we vanaf januari i.p.v. in het begin van het schooljaar starten met schrijven in groep 3. Op een bepaald moment wordt er overgestapt van het werken met potlood naar het schrijven met een vulpen. We gebruiken de methode Novoskript.

3.3.3 Oriëntatie op mens en maatschappijHet betreft hier de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur- en milieueducatie en verkeer. In de groepen 1 en 2 zijn deze vakken verwerkt in allerlei thema’s. Vanaf groep 3 werken wij met de methode ‘Top ondernemers’ voor aard-rijkskunde en geschiedenis. Voor verkeer maken we gebruik van het materiaal van VVN, ’Stap Vooruit’ en de ‘Jeugdverkeerskrant’. In groep 7 nemen de kinderen deel aan het schriftelijke verkeersexamen.

Verder volgen we School TV programma’s. Gedurende het schooljaar worden in diverse groepen ook projecten ge-bruikt om bepaalde thema’s verder uit te diepen. De methode voor godsdienst/levensbeschouwing die in alle groepen wordt gebruikt, heet ” Trefwoord”.

3.3.4 Muziek en expressie, dansante vorming en lichamelijke opvoeding.Alle leerlingen hebben minstens één keer per week muziek/ kunst/ cultuur en beeldende vorming. Deze activiteiten worden verzorgd door de groepsleerkrachten.Hier gebruiken we de methode “Moet je doen” voor.Wij vinden al deze activiteiten erg belangrijk, niet alleen vanwege de afwisseling, maar ook om ieder kind op alle terreinen maximale mogelijkheid tot ontplooiing te laten komen. Alle groepen hebben 2 keer in de week gymles.Daarnaast bezoeken we regelmatig Stad & Natuur en maken we gebruik van Collage.

3.3.5 Coöperatief Leren: leerlingen leren van en met elkaarCoöperatief Leren doet een beroep op de basisbehoefte van alle kinderen: praten en doen (handelen). De interactie tussen kinderen is zeer belangrijk voor de ontwikkeling. Bij coöperatief leren werken de kinderen in groepjes en leren ze op een gestructureerde manier samen te werken aan een gezamenlijk doel, waarbij ieder zijn eigen en een gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft.

Voorheen lag het accent op de communicatie tussen de leerkracht en de leerling, waarbij de instructie bijna altijd vanuit de leerkracht kwam.Interactie tussen leerlingen is inmiddels een bekend begrip in het onderwijs om leren te bevorderen. Als leerkracht doen we bij het interactief onderwijs bewust een stapje terug. Door het coöperatief leren krijgen kinderen een actievere rol in het leerproces.

3.3.6 Computer- en internetgebruikIn alle groepen wordt wel met computers en tabletsgewerkt. Hoe ouder de kinderen worden hoe zelfstandiger zij in school gebruik maken van computerprogramma’s en het zoeken van informatie op internet.Op school geldt een aantal regels voor het gebruik van internet. Kinderen moeten altijd toestemming aan de leer-kracht vragen als zij gebruik willen maken van internet. De leerkrachten houden hier ook toezicht op

3.4 HuiswerkHuiswerk wordt alleen gegeven als het noodzakelijk is.Mogelijke functies van huiswerk zijn:• Inslijpen van kennis. Bijvoorbeeld automatiseren van

tafels, leren van verkeersregels, leren van een toets wereldoriëntatie etc.

• Toepassen van geleerde kennis en vaardigheden in nieuwe opdrachten. Afmaken van een werkstuk, maken van opdrachten wereldoriëntatie etc.

• Voorbereiden van nieuwe opdrachten. Verzamelen van materiaal voor een werkstuk of boekbespreking,

bijhouden van de actualiteit etc.

hoofdstuk 3

17


hoofdstuk 3

3.5 PestenPesten is in voorkomend geval een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag is schadelijk tot zeer schadelijk voor kinderen, zowel voor slachtoffers als voor de pester. Dit ernstig probleem moet aangepakt worden. In de groepen werken we met ‘Taakspel’. Bij deze methode wordt een actieve bijdrage van de leerlingen verwacht. Samen met de leerkracht worden de regels die zijn afgesproken vastgelegd en opgehangen in de klas. De regels worden regelmatig besproken en geëvalueerd. Als het nodig is worden regels aangescherpt. De regels kunnen per klas verschillen.

Daarnaast hanteren wij als school een aantal algemene maatregelen ter voorkoming en bestrijding van pestgedrag. De basis hiervan is: het instellen van de ‘Gouden Leefregels’ van de school.

De ‘Gouden Leefregels’ van de school zijn:

a. Op onze school laten we iedereen in zijn waarde.b. Op onze school luisteren we naar elkaar.c. Op onze school kun je, als anderen zich niet aan de regels houden, altijd bij de juf of de meester terecht.

Een keertje plagen of geplaagd worden is niet zo erg, maar als je het gevoel hebt dat je echt gepest wordt, dus dat er kinderen zijn die steeds de regels hierboven staan aan hun laars lappen, dan moet je dat echt melden. Dan kunnen er, in overleg met jou, maatregelen genomen worden. Dat geldt ook als pesterijen meestal buiten schooltijd plaats vinden, want de regels gelden in de klas en op het schoolplein en ook op de weg van school naar huis.

19


Voor alle kinderen streven we naareen passend onderwijsaanbod. Vanaf het moment dat uw kind bij ons op school komt willen we zorg dragen voor een goede begeleiding.

De samenwerking met de ouders is daarom van groot belang.

Hoofdstuk 4. Zorg voor kinderen

4.1 Aannamebeleid en toelatingsprocedureNieuwe kinderen worden in eerste instantie meestal mondeling aangemeld. De directeur van de school nodigt vervolgens de ouders en het kind uit voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding door de school. Na afloop krijgen ouders een inschrijfformulier mee. Zo-dra wij het ingevulde inschrijfformulier retour ontvangen hebben, wordt het kind officieel ingeschreven. De ouders/ verzorgers krijgen een bevestiging van inschrijving.

Als kinderen 4 jaar geworden zijn, gaan ze naar school. Enkele weken voordat uw kind naar school gaat, heeft u een informatief gesprek met de leerkracht. Daarin komt een aantal regelzaken aan de orde. Gedurende enkele weken voorafgaande aan zijn vierde verjaardag, mag uw kind een aantal dagdelen komen wennen. Hiervoor ontvangt u een uitnodiging.

Voor kinderen die voorafgaand aan de zomervakantie vier jaar worden én de kinderen die gedurende de vakantie vier jaar worden, is er een andere procedure. Zij hebben geen wenochtenden, maar mogen na de zomervakantie direct instromen in de nieuwe groep. Zij worden wel uitgenodigd voor het zogenaamde “wisseluur” vlak voor de zomervakan-tie, waarin de kinderen alvast een kijkje gaan nemen in hun nieuwe groep en kennismaken met hun nieuwe leerkrachtLeerlingen die aangemeld worden en van een andere school komen, worden door ons op hoofdlijnen getoetst.

Ook wordt contact opgenomen met de vorige school. Wij hanteren dit beleid om er zo zeker van te zijn dat het kind thuishoort in de groep waarvoor het is aangemeld én dat wij het kind de zorg kunnen bieden die het nodig heeft. Het kan zo zijn dat alleen de groep, waar het kind voor aangemeld is, nog plaats heeft en dat b.v. een doublure/versnelling van de aangemelde leerling een te grote belasting zou worden voor een andere groep. Graag weten wij ook vooraf óf en zo ja, welke problemen er in de toekomst eventueel te ver-wachten zijn op het gebied van leerstof en/of gedrag. Een groep kan al zoveel kinderen met extra zorg hebben dat een extra zorgleerling erbij een te grote belasting zou kunnen zijn voor zowel groep als leerkracht. Onze verantwoordelijk-heid naar eigen kinderen en personeel willen wij zo goed mogelijk waar maken.

Als een kind op school geplaatst wordt, zal een moment gekozen worden waarop kennis gemaakt kan worden met de groep waar zij/hij in komt.

4.1.2 Passend Onderwijs

Uw kind aanmelden op school Als ouder kiest u zelf een school voor uw kind, ook als uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Hierbij valt te denken aan (extra) didactische ondersteuning bij (sommige) vakken, een bepaalde pedagogische aanpak of een aanpassing van de onderwijsomgeving. Ouders kunnen kiezen voor een bepaalde school omdat zij van mening zijn dat deze school voor hun kind de juiste is.

hoofdstuk 4

20


Na aanmelding beoordeelt de school of zij aan de onder-steuningsvraag van uw kind tegemoet kan komen. Past de ondersteuningsbehoefte van het kind bij het aanbod van de school, dan kan uw kind op deze school geplaatst worden. Past dat niet, dan zoekt de school, in overleg met u, een passende plek. Zo komt uw kind terecht op de school die het best bij hem of haar past. Ouders wordt verzocht om de rap-portage van alle relevante (zorg) informatie te overhandigen bij hun aanmelding.

Een school kiezen U bepaalt zelf waar u uw kind aanmeldt. Dat kan bijvoor-beeld een school zijn die dicht bij uw huis ligt, die past bij uw geloofsovertuiging of die een bepaald pedagogisch concept volgt. Of misschien kiest u voor een school, omdat u denkt dat die school uw kind goede extra ondersteuning kan bieden. Dit kan een reguliere of een speciale school zijn. Informatie over de ondersteuning die een school biedt, kunt u vinden in het ondersteuningsprofiel van de school. U vindt dit op de website van de school of u kunt het bij de directie opvragen.

Vanaf wanneer aanmelden bij primair en voortgezet onderwijs? Heeft u een school gevonden die voldoet aan uw wensen? Dan meldt u uw kind – indien mogelijk – minimaal 10 weken voor de aanvang van het nieuwe schooljaar schriftelijk aan. U kunt uw kind aanmelden voor de basisschool vanaf de dag waarop uw kind 3 jaar wordt. Voor het aanmelden bij het voortgezet onderwijs moet u wachten totdat de basisschool een schooladvies voor uw kind heeft gegeven. De scholen in het voortgezet onderwijs moeten dat advies namelijk mee-wegen in hun besluit over toelating van leerlingen.

Uw kind aanmelden bij de school van uw keuze.Bij voorkeur 10 weken voordat u wilt dat uw kind op school begint, bijvoorbeeld bij een verhuizing. Als u uw kind later aanmeldt, kan het zijn dat uw kind niet op tijd kan worden ge-plaatst. De school brengt u daar schriftelijk van op de hoogte. Meestal kunt u uw kind aanmelden door een inschrijf-formulier in te vullen. Als u denkt dat uw kind extra onder-steuning nodig heeft, geeft u dat bij de aanmelding aan de school door. De school waar u uw kind aanmeldt zal (met uw toestemming) informatie opvragen bij andere scholen / crèches / peuterspeelzalen / etc. Op basis daarvan kunnen zij de afweging maken of zij uw kind passend onderwijs kunnen bieden. Ouders worden verzocht om de rapportage van alle relevante (zorg) informatie te overhandigen bij de aanmel-ding.

Toelating op het speciaal onderwijs (een speciale voor-ziening).Wanneer de school denkt dat uw kind een plek nodig heeft op een van de speciale (basis)scholen van Almere zal zij

samen met u een Toelaatbaarheidsverklaring bij Passend Onderwijs Almere aanvragen.De school organiseert een Toelaatbaarheidsoverleg waar-in de extra ondersteuningsbehoefte van uw kind wordt besproken. U wordt daarvoor uitgenodigd. Bij dit overleg zijn vertegenwoordigers van de school en externe, onafhan-kelijke deskundigen aanwezig. Na het overleg is duidelijk of er een aanvraag voor een Toelaatbaarheidsverklaring bij de afdeling Toeleiding van Passend Onderwijs Almere wordt gedaan. Van het verslag, dat wordt gemaakt, ontvangt u van school een kopie.

De afdeling Toeleiding van Passend Onderwijs Almere bepaalt of uw kind toelaatbaar is tot een speciale voorziening. Daar-bij bekijkt de afdeling Toeleiding of de ondersteuningsvraag van uw kind voldoet aan de vastgestelde procedure en richt-lijnen die vastgelegd zijn in het ondersteuningsplan. Ook wordt om advies van onafhankelijke deskundigen gevraagd. Als de afdeling Toeleiding beoordeelt dat uw kind het beste op zijn of haar plek is in het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs, dan geeft de afdeling een ‘toelaatbaarheidsver-klaring’ voor uw kind af. Op de Toelaatbaarheidsverklaring wordt afhankelijk van de zwaarte van de ondersteuning: SBO, categorie I, II of III aangegeven. Daarnaast wordt er een termijn vastgesteld hoe lang de toelaatbaarheidsverklaring geldig is: minimaal het lopende jaar + één schooljaar. Ouders en school krijgen de Toelaatbaarheidsverklaring thuis gestuurd. Met de Toelaatbaarheidsverklaring kunt u uw kind aanmelden bij een speciale onderwijsvoorziening die pas-send is bij de zwaarte. Soms wordt ook aangegeven welke school een passend aanbod heeft. Als de afdeling Toeleiding deze verklaring niet afgeeft, kan uw kind op de (basis)school waar hij/ zij staat ingeschreven blijven of zoekt u met de school een andere school die kan voldoen aan de (extra) ondersteuningsbehoefte van uw kind.

Verhuizingen van buiten Almere De school van herkomst moet de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart hebben voor de verhuizing. Als er een Toelaatbaarheidsverklaring nodig is, moet de school van herkomst deze aanvragen bij hun samenwerkingsverband. Ouders kunnen hun kind aanmelden bij de school van hun keuze, waarbij zij aangeven wat de ondersteuningsbehoef-te is van hun kind. De nieuwe school bekijkt of zij daaraan kan voldoen. Lukt dat niet dan is deze school verplicht om ouders te helpen zoeken naar een andere school die wel aan de ondersteuningsbehoefte kan voldoen. Wanneer uw kind nog niet in Almere naar school gaat en u denkt dat uw kind extra ondersteuning op een van de speci-ale scholen in Almere (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs nodig heeft dan regelt u dit in overleg met de “oude” schoolin de woonplaats voor de verhuizing. Denkt u meer aan on-dersteuning op een reguliere basisschool. Wellicht kan dat op de school van uw keuze binnen de wijk in Almere.

hoofdstuk 4

21


Zo niet dan gaat deze school met u op zoek naar een moge-lijk passender aanbod. De afdeling Toeleiding Passend onderwijs Almere kan altijd om advies gevraagd worden: [email protected]

4.2 Volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school

4.2.1 AlgemeenDe school is er verantwoordelijk voor dat iedere kind die zorg krijgt die nodig is. Primair zorgt de leerkracht voor haar/zijn groep en is verantwoordelijk voor het leerproces binnen de groep en het nauwkeurig volgen en stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. De leerkracht staat hierin niet alleen: zij/hij kan een beroep doen op de kennis en vaardigheden van collega’s, zowel van andere leer-krachten, remedial teachers, intern begeleider als ook van de directie. Gezamenlijk draagt het hele team bij aan het systeem van zorg voor alle kinderen van de school. Voor alle duidelijkheid: onze zorg betreft alle kinderen van de school en niet alleen de kinderen die extra zorg nodig hebben.

Verantwoordelijkheid voor zorg voor ieder kind leidt er soms toe dat voor een kind een oplossing gezocht wordt buiten onze school. De mogelijkheden die een school kan bieden aan kinderen zijn niet oneindig. De school ziet het dan ook als haar verantwoordelijkheid om naar ouders toe aan te geven dat de grenzen bereikt zijn en dat verdere ontwikke-ling van het leerproces op een andere plek een betere optie is. Een kind tegen beter weten in op onze school houden, is soms onverantwoordelijk, soms alleen naar het betreffende kind zelf, soms ook naar de andere kinderen uit de groep. Het proces voorafgaand aan het nemen van die beslissing wordt samen met de ouders doorlopen.

4.2.2 SignaleringWij streven er naar dat kinderen de kans krijgen zich naar eigen tempo en mogelijkheden te ontwikkelen en zullen een kind zoveel mogelijk benaderen vanuit haar/zijn eigen ont-wikkeling. Wij doen hiervoor ons uiterste best, maar hierin liggen zeker ook beperkingen vanuit onze begeleidings-mogelijkheden binnen en buiten de groep.

Gedurende de periode dat een kind bij ons op school zit, wordt de ontwikkeling gevolgd, zowel op het gebied van de leervakken als op het gebied van sociale en emotionele ontwikkeling. In elke groep houdt de leerkracht regelmatig de vorderingen bij van de leerlingen bij door middel van observaties en in de hogere groepen ook door de zogenaam-de methodegebonden toetsen: toetsen uit de gebruikte me-thodes die met een regelmaat van een aantal weken worden afgenomen na de de behandeling van een stuk(je) leerstof.

De leerkracht kan hier snel op inspelen door herhalings- of verdiepingsstof aan te bieden.

Daarnaast worden twee keer per jaar over de hele school toetsen afgenomen die in de vergadering uitgebreid besproken worden onder leiding van de intern begeleider: o.a. lijsten m.b.t. de motorische en sociaal emotionele ontwikkeling én de landelijk genormeerde Cito toetsen (methode onafhankelijk) vanaf eind groep 2. Deze toetsen geven inzicht in de ontwikkeling van het kind, maar kunnen ook inzicht geven in het functioneren van de school: is het van belang andere accenten te leggen in ons onderwijs, komen alle aspecten wel aan bod in onze methodes? Wij kijken naar de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook naar de ontwikkeling van de school om de begeleiding van de leerlingen in hun ontwikkeling te optimaliseren.

4.2.3 Na de signaleringIn het proces van het volgen van het kind is het vanzelfspre-kend van belang dat de ouders op de hoogte zijn en blijven van de ontwikkeling van hun kind. Bij de kleuters wordt gesproken aan de hand van de zogenaamde “Kijklijsten”.

• De kleuters krijgen 2 maal per jaar, hun plakboek mee. Zo kunnen kinderen,ouders, opa’s en oma’s laten zien waar ze de afgelopen tijd aan gewerkt hebben in de klas en welke liedjes/versjes er zijn geleerd. Aan het ein-de van het schooljaar mogen de kinderen hun plakboek houden.

• De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen hun portfolio mee. Vorderingen van de kinderen worden 2 keer per jaar vermeld op de rapporten en met de ouders be-sproken. Zijn er tussentijds belangrijke ontwikkelingen m.b.t. een leerling, dan is overleg altijd mogelijk. Het initiatief hiervoor kan zowel uitgaan van de leerkracht als van de ouders.

• Remediëring: als er problemen gesignaleerd zijn op het gebied van de leervakken, biedt de leerkracht in de groep extra hulp aan het kind, door bijvoorbeeld extra instructie te geven, het werk samen stap voor stap te maken in kleine groepjes en/of waar nodig het kind extra oefenmateriaal mee te geven voor thuis. In het algemeen biedt deze remediërende hulp van de leerkracht in de groep voldoende uitkomst. (Deze hulp kan ook een preventief karakter hebben). Bij blijvend onvoldoende resultaat kan de leerkracht de intern be-geleider inschakelen. In gezamenlijk overleg wordt het probleem besproken en wordt gekeken welke mogelijk-heden er in de klas nog zijn voor de begeleiding van de leerling. De intern begeleider kan waar nodig de remedial teacher inschakelen. In gezamenlijk overleg wordt daarna

hoofdstuk 4

23


hoofdstuk 4

gekeken wat de leerkracht in de klas kan doen en wat de ouders kunnen doen. De leerkracht onderhoudt hierover de contacten met de ouders, de intern begeleider houdt de vinger aan de pols. Wij verwachten van de ouders een positieve houding t.a.v. het werk dat hun kind mee krijgt van de leerkracht.

• Extra begeleiding op school heeft (helaas) niet altijd het gewenste effect. Soms is aanpassing van het program-ma op één of meerdere deelgebieden nodig, soms extern onderzoek naar de leerproblemen, soms externe begeleiding voor de problemen. Wij verwachten in overleg met de ouders te kunnen komen tot de meest wenselijke optie.

• Bij herhaaldelijke signalering van gedragsproblemen en/of emotionele problemen kan de leerkracht samen met de ouders een plan van aanpak maken en kijken op welke (kleine) deelgebieden de begeleiding zich in eerste instantie richt. Waar nodig kan de leerkracht de intern begeleider inschakelen. Biedt de geboden begeleiding geen oplossing, dan kan in overleg met de ouders bekeken worden of externe hulp wenselijk is, b.v. in de vorm van training, therapie of onderzoek. Wij verwachten van de ouders dat zij meedenken bij het zoeken naar oplossingen, ook al ervaren ouders thuis soms geen problemen. Als een leerkracht de medewer-king van ouders vraagt vormt het gedrag van het kind een probleem voor de leerkracht en/of de groep.

Begeleiding in onderling overleg is dan noodzaak.

Als blijkt dat de leer- en/of gedragsproblemen in onvoldoende mate door de school zijn te begeleiden, dan zou dit uiteinde-lijk kunnen leiden tot plaatsing op een andere vorm van onderwijs. De te volgen procedures en de voor- en nadelen van de verschillende opties worden dan uitgebreid met ou-ders en alle betrokkenen in- en extern doorgesproken.Voor kinderen met specifieke problemen op b.v. het gebied van zicht, taal/spraak, lichamelijke beperkingen en psychiatrie is het soms mogelijk om een extra begeleiding aan te vragen, of te vragen om overplaatsing naar een school die gespecia-liseerd is in de problemen waar het kind mee te maken heeft. Een diagnose door bijvoorbeeld een orthopedagoog is hier-voor noodzakelijk. Ook de school moet problemen ervaren in de begeleiding van deze kinderen wil het mogelijk zijn dergelijke verzoeken in te dienen. De te volgen procedures en de voor- en nadelen van de verschillende opties worden dan uitgebreid met ouders en alle betrokkenen in- en extern doorgesproken.

De volledige zorgprocedure, taken en verantwoordelijkheden van directie, leerkrachten, remedial teachers, bouwcoördina-toren en intern begeleider worden beschreven in het zorg-plan. Deze kunt u nalezen op onze website.

4.3 Begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijsTot en met groep 8 worden de kinderen zo goed mogelijk begeleid. Bij de overgang naar groep 8 beschikt de leerkracht al over veel informatie van de kinderen die meegenomen wordt bij het bepalen van ons advies voor het voortgezet onderwijs (VO). Als de kinderen enkele maanden in groep 8 zitten, geeft de leerkracht in een oudergesprek het school-keuzeadvies voor het voortgezet onderwijs. Vanaf november organiseren de scholen voor het voortgezet onderwijs “open dagen “.In de gids voor het voortgezet onderwijs van de scholen in Almere geeft iedere school informatie over de school. In deze gids vindt u de kalender met de data van de open dagen. De procedure voor aanmelding voor de scholen van voortgezet onderwijs wordt in de gids beschreven.De gids wordt ieder jaar uitgegeven door de gemeente Almere en is bestemd voor de leerlingen van groep 8.

24


Is De Kleine Wereld een goede school?Wij vinden van wel, maar hoe kan je dat weten?

Kinderen gaan naar school om te leren,zich te ontwikkelen en elkaar te ontmoeten.Het is onze taak ze daarin te helpen en te sturen.Wij leveren hier een belangrijke bijdrage aan.

Hoofdstuk 5. Personeel

5.1 PersoneelsbeleidVoor het bekwamen van leerkrachten heeft Stichting Prisma beleid ontwikkeld. Dit betekent voor de kinderen dat er goed gemotiveerde en opgeleide mensen op onze school werk-zaam zijn.De leerlingen hebben hier op ieder moment voordeel van.Zo is er voor elk personeelslid een budget beschikbaar voor scholing en verdere ontwikkeling.Zie Prisma IPB beleidsplan op www.prisma-almere.nl.

5.2 Scholing van leerkrachtenHiermee bedoelen we alles wat door teamleden wordt gedaan om kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshouding, direct verband houdende met de uitoefening van het beroep, te verdiepen en uit te bouwen.Het is primair gericht op het bevorderen van de professio-naliteit en het op peil brengen én houden van de kennis en vaardigheden van de leerkracht. Deze onderdelen vragen van de leerkracht telkens weer aanpassingen:• Het veranderende kind.• De voortdurend aan te passen leerstof.• De nieuwe inzichten in methodiek en didactiek.

hoofdstuk 5

25


Van ouders én leerkrachten wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind. Wij voelen ons samen met u verantwoordelijk voor het onderwijs én de opvoeding van uw kinderen.

Daarom vinden wij een goede samenwerking erg belangrijk.

Hoofdstuk 6. Ouders

6.1 Belang van betrokkenheid van oudersVan ouders én leerkrachten wordt verwacht dat zij hande-len in het belang van het kind. Wij voelen ons samen met u verantwoordelijk voor het onderwijs én de opvoeding van uw kinderen. Daarom vinden wij een goede samenwerking erg belangrijk. Om daarvoor te zorgen, maken we de school voor u zo toegankelijk mogelijk en doen we ons best u goed te informeren. Heeft u als ouder vragen aan de school, dan kunt u daarmee altijd terecht bij de groepsleerkracht of de directie. Voor een goede communicatie tussen u en ons is het van belang dat we elkaar vertrouwen en begrip en respect voor elkaar hebben. Op school zijn de leerkrachten de eerst-verantwoordelijken voor de kinderen; de directeur heeft de eindverantwoordelijkheid.Er zijn diverse mogelijkheden voor ouders om hun betrok-kenheid met de school in daden om te zetten. Ouders kunnen meehelpen bij het organiseren van festivitei-ten, zij kunnen in de Medezeggenschapsraad (MR) meeden-ken en meebeslissen over verschillende beleidszaken en gedurende het schooljaar zijn er diverse activiteiten waarbij ouders hand- en spandiensten kunnen verlenen. 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de schoolBij de kleuters is er nagenoeg elke dag mogelijkheid om contact te hebben met leerkrachten bij het afhalen van de kinderen. Bij het brengen is het contact tot een minimum beperkt i.v.m. de aandacht die de kinderen nodig hebben.

U kunt uw kind binnen brengen vanaf 8.15 uur, om 8.30 uur start de schooldag.

Voor alle groepen geldt dat u altijd een afspraak kunt maken met de leerkracht van de betreffende groep.

InformatieavondenIn het begin van het nieuwe schooljaar organiseren we alge-mene informatieavonden in iedere groep. Deze worden ver-zorgd door de groepsleerkracht. Het doel van deze avonden is om kennis te maken met de leerkracht(en) van uw kind en inzicht te krijgen in het werken binnen de groep.Tevens heeft u de gelegenheid om vragen te stellen over de manier van werken in de groep.Voor het bespreken van de vorderingen van uw kind kunt u altijd een afspraak maken.

OudergesprekkenNa het eerste rapport worden de ouders uitgenodigd voor een kort gesprek,waarbij de leerkracht een toelichting geeft op het rapport. U ontvangt voor deze gesprekken een schriftelijke uitnodiging. Na het tweede rapport zijn er alleen gesprekken als er behoefte aan is.

NieuwsbriefU ontvangt elke maand de “Maandinfo” met daarin een toelichting op de actuele gebeurtenissen. Deze wordt via Digiduif verspreid. Bovendien vindt u ze ook, naast de nodige andere informatie uit de school en de klassen, op de website van onze school.

hoofdstuk 6

27


We maken gebruik van Digiduif. Via dit netwerk wordt u op de hoogte gehouden door de leerkracht en directie. U kunt ook via dit netwerk uw vragen en opmerkingen aan de leerkracht doorgeven.

6.3 Ouderactiviteiten en Klassenouders.

Voor een goed verloop van veel activiteiten op school is de hulp van ouders niet te missen. De kinderen vinden dit ook erg leuk. Bij enkele jaarlijkse activiteiten vragen we u om uw hulp. Dit gebeurt via onze “klassenouders”.

De klassenouderEen klassenouder is een ouder die mee helpt te organiseren en te coördineren.De activiteiten zijn o.a.:• Vervoer naar en begeleiding bij excursies.• Het schoolreisje of schoolfeest.• Het sinterklaasfeest.• De kerstviering.• Carnavalsfeest.• De Paasviering.• Het ‘thematisch decoreren’ van de school.• Het controleren van de kinderen op hoofdluis.• Sportdagen.

6.4 KlachtenregelingNatuurlijk is het nooit leuk, maar het kan voorkomen dat u een klacht heeft over iets wat met school te maken heeft. Het is goed om zo’n klacht of vraag voor te leggen. De wet verplicht het bestuur te beschikken over een klachtenregeling. Het bestuur heeft zo’n regeling opgesteld. De klachtenregeling is alleen van toepassing wanneer men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. We vinden dat de klachten in eerste instantie in goed overleg met elkaar moeten worden opgelost. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt kunt u via de vertrouwenspersoon van het bestuur naar de klachtencommissie.

Bij ons op De Kleine Wereld hechten we aan de volgende procedure:• Heeft u een klacht betreffende de gang van zaken in

de groep of over een leerling, dan neemt u contact op met de betrokken leerkracht. Vanzelfsprekend gaan we er hierbij vanuit dat deze gesprekken op een reële en respectvolle wijze gevoerd worden.

• Heeft u een klacht over een groepsleerkracht, dan neemt u contact op met de betrokken leerkracht.

• Mocht u daar niet tevreden over zijn of kunt u dit om be-paalde reden niet, neem dan contact op met de directie.

• Heeft u een klacht over de directie, bespreek die dan eerst met het betrokken directielid. Mocht dit niet helpen,

dan kunt u contact opnemen met het bestuur.Het is van groot belang dat ouders en de school een goed

contact met elkaar onderhouden.Tenslotte is voorkomen beter dan genezen.

Adressen

Vertrouwenspersoon Coördinator ongewenste omgangsvormenGGD FlevolandNoorderwagenstraat 2 8223AM LelystadPostbus 1120, 8200 BC LelystadTel: 0320-276211

Klachten-, beroeps-, bezwaren- en geschillencommissies (GCBO protestants-christelijk onderwijs)Postbus 82324 2508 EH Den HaagTel: [email protected] www.GCBO.nl

Personeelsfunctionaris Jodi LiefhebberSecretaresse Heleen SchuijlRandstad 20-311314 BC AlmereTel 036 5346300Fax 036 [email protected]

Bevoegd gezag College van Bestuur Stichting PrismaPostbus 10149 1301 AC [email protected]

6.5 Inspraak6.5.1 De MedezeggenschapsraadIedere basisschool in Nederland heeft een MR, dat is wettelijk verplicht (op grond van de WMS, Wet Medezeggenschap Scholen). De MR heeft tot doel om het overleg tussen ouders, teamleden en de directie te bevorderen. Dit overleg betreft alle aangelegenheden die de school en de betrokkenen daarbij aangaan.Daarnaast heeft de directie voor bepaalde besluiten vooraf advies of instemming nodig van de MR. Ook mag en kan de MR zelf zaken ter discussie stellen of voorstellen doen aan de directie. Enkele voorbeelden:• Afstemming van het jaarplan, schoolvakanties voor

zover niet verplicht.• Veiligheidsvraagstukken.• Communicatie.De MR kent voorts een eigen reglement.

hoofdstuk 6

28


De kwaliteit van het onderwijs heeft onze continue aandacht en beïnvloeden we door te werken vanuit onze visie.

Hoofdstuk 7. Kwaliteitszorg

7.1 Zorg voor de relatie school en omgevingCulturele vormingIn Almere kennen we Collage. Zij verzorgen voor scholen voorstellingen, leskisten,etc. Onze school maakt gebruik van deze diensten. Per jaar wordt er gekeken waarin wordt geparticipeerd en met welke groepen.

Milieu educatieStad&Natuur is een begrip in Almere. Zij verzorgen lessen over de natuur en milieu. Zij geven jaarlijks een boekje uit met daarin de projecten. Als school schrijven we in voor een aantal projecten.

VerkeersexamenIn groep 7 doet iedereen mee aan het landelijk theoretisch verkeersexamen.

Jeugdgezondheidszorg GGDAlle leerlingen en hun ouders kunnen gebruik maken van de GGD in Almere. De jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en assistentes van de GGD hebben tot taak de gezondheid van de jeugd te bevorderen. De leerlingen worden in dit kader regelmatig onderzocht om eventuele afwijkingen op te sporen. Het gaat daarbij om de groei, houding en rug, moto-riek, het gehoor en het gezichtsvermogen. Tijdens de basis-school periode wordt door de GGD het volgende gedaan:• Groep 2: Leerlingen worden opgeroepen voor een

lichamelijk onderzoek door de schoolarts. De ouders zijn

hierbij aanwezig. Na het onderzoek vindt een gesprek plaats tussen schoolarts, leerkracht en interne begelei-der, zodat de voor de school belangrijke gegevens wor-den uitgewisseld. Wanneer ouders de behoefte hebben aan een gesprek met de schoolarts, kan dit via school aangevraagd worden.

• Groep 7: Leerlingen worden uitgenodigd om op school mee te doen aan een lichamelijk onderzoek dat gedaan wordt door de wijkverpleegkundige. Hierbij zijn de ouders aanwezig.

LogopedieMet de basisscholen uit Poort zijn we in onderzoek hoe we de screening van kleuters gestalte kunnen geven. Logope-die zit niet meer in het standaard pakket van basisscholen. In Poort hebben we besloten om samen met de andere basisscholen te onderzoeken hoe we logopedie op scholen kunnen voortzetten.

PABO/ROCVoor het goed opleiden van nieuwe leerkrachten en onder-wijsassistenten zijn stageplekken nodig. Wij bieden stu-denten graag de ruimte om bij ons stage te lopen. Er vindt overleg plaats tussen de PABO en de basisscholen over hun werkwijze en dat wat men van studenten verwacht.

hoofdstuk 7

30


7.2 Inspectie en VisitatieDe inspectie van het onderwijs beoordeelt jaarlijks de kwa-liteit van het onderwijs dat op De kleine Wereld gegeven wordt. Deze beoordelingen, kwaliteitskaarten, zijn openbaar. Voor actuele gegevens hierover kunt u kijken op de website van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl Daarnaast worden wij elke vier jaar bezocht door een com-missie van de Nederlandse Dalton Vereniging. Deze commis-sie beoordeelt de ontwikkelingen in ons Daltononderwijs. Bij een goede beoordeling wordt het Daltonpredikaat verlengd. Regelmatig ook houden wij tevredenheidonderzoeken onder alle medewerkers, ouders en leerlingen van de groepen 6 t/m 8. De resultaten hiervan worden verwerkt in een plan van aanpak, dat wordt besproken met team en MR. De belang-rijkste aandachtspunten worden vermeld in de nieuwsbrief.

7.3 Uitstroomgegevens Dit is een overzicht waarin u kunt lezen welke type voort-gezet onderwijs onze kinderen na groep 8 gaan volgen. De actuele uitstroomgegevens vindt u in het “Jaarboek”.

hoofdstuk 7

32


Hoofdstuk 8. Praktische zaken

8.1 SchooltijdenAlle dagen (ma t/m vr) 8.30 tot 14.00 uur

De kinderen hebben twee pauze momenten, waarin wordt gegeten en buiten gespeeld.

8.2 ContinuroosterOp De Kleine Wereld werken wij met het continurooster. Dat betekent dat alle kinderen gezamenlijk lunchen samen met hun eigen groepsleerkracht.

8.2.1 Regels voor aanvang en einde schooltijdOm 8.15 uur gaat de schooldeur open en kunnen de ouders de kinderen naar de klas brengen. Om 8.30 uur worden de ouders verwacht het lokaal te verlaten, zodat de leerkrachten kunnen beginnen.Om 14.00 uur gaat de school uit. De ouders wachten hun kind(eren) buiten op.

8.3. Regels voor verlof en verzuimVoor onze school geldt de leerplichtwet. Dat betekent dat leerlingen vanaf vijf jaar volledig leerplichtig zijn, en de school niet meer mogen verzuimen.In geval van ziekte van uw kind dient u voor 08.30 uur con-tact op te nemen met de school.In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om verlof aan te vragen. U dient dit schriftelijk en enkele dagen van tevoren te

doen. Formulieren zijn verkrijgbaar op school.Verlof kan worden toegestaan:• wanneer een gezin door het werk van (één van) de

ouders alleen op vakantie kan buiten de vastgestelde schoolvakantie;

• bij een huwelijk, jubileum of begrafenis van naaste familie;• voor dokters- of tandartsbezoek;• in geval van een medische of sociale indicatie.

Voor een uitgebreide toelichting voor extra verlof verwijzewij u naar de website van de school.

8.4 Protocol voor schorsing en verwijdering 1. Inleiding Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en/of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht.Er worden 3 vormen van maatregelen genomen:- time-out- schorsing- verwijdering

2. Time-outEen ernstige incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a. in geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd.b. tenzij redelijke gronden zich daartegen verzettenworden de ouders/verzorgers onmiddellijk van het

hoofdstuk 8

33


incident en de time-out gemotiveerd op de hoogte gebracht. Als veiligheid voorop staat, en dat zal regelmatig het geval zijn, moet de time-out niet afhankelijk gesteld worden van het contact met de ouders. De vraag blijft dan staan wat er moet gebeuren als de ouders niet te bereiken zijn. Eventueel is het verwijderen uit de klas en opvang elders een oplossing.

c. Na de time-out maatregel kan de leerling worden ge-schorst voor maximaal 1 week. In dat geval dient de school vooraf of (indien dat niet mogelijk is) zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders.

d. De ouders/verzorgers worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij zijn de groepsleerkracht en de directie aanwezig.

e. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor ge-zien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.De time-out is geen officieel instrument, maar kan niettemin bruikbaar zijn bij onveilige situaties of bij het herstellen van de rust binnen de school: het is principieel geen strafmaatregel maar een ordemaatregel in het belang van de school; daarom geen aantekening van de time-out maar van het incident in het dossier van de leerling.

f. De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na directe melding aan het college van bestuur en wordt na toepassing tevens schriftelijk gemeld aan het college van bestuur.

3. SchorsingPas bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a. Het college van bestuur van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd.

b. De directie van de school stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis via een formulier in het internet schooldossier. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mo-gelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Deze voor ouders belangrijke informatie dient opgenomen te zijn in de schoolgids.

c. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt.

d. Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatre-gelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. Schorsing mag niet betekenen dat het doen van toetsen (denk aan cito-entree of eindtoetsen) wordt belemmerd. Dit vraagt passende maatre-gelen, bijv. het wel tot de school toelaten voor het doen van deze toets. Daarnaast kan het beschikbaar stellen van (thuis)studiemateriaal tot de mogelijkheden behoren.

e. De schorsing kan voor 1 of enkele dagen, maar mag ten hoogste één week bedragen.Wezenlijk is dat de schorsing aan een maximum termijn van één week gebonden is; zij mag geen verkapte verwijdering worden; de termijn is zo gekozen dat in het ernstigste geval de school voldoende tijd ter beschikking heeft om een eventuele verwijderingsbeslissing op zorgvuldige wijze voor te bereiden.

f. De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmoge-lijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen.

g. Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen.

h. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan:• het college van bestuur• de ambtenaar leerplichtzaken• de inspectie onderwijs

i. Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bestuur van de school. Het college van bestuur beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep.

8.4. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regeling voor het openbaar onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a. Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het college van bestuur.

hoofdstuk 8

35


b. Voordat men een beslissing neemt, dient het college van bestuur de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis wordt gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend.

c. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar:• de ambtenaar leerplichtzaken• de inspectie onderwijs

d. Het college van bestuur informeert de ouders schrif-telijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift.

e. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes we-ken een bezwaarschrift in te dienen.

f. Het college van bestuur is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift.

g. Het college van bestuur neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaar-schrift.

h. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het college van bestuur, gedurende acht weken, er alles aan gedaan heeft om de leerling elders ge-plaatst te krijgen.

8.5 VakantieroosterIn het “Jaarboek“ vindt u alle actuele gegevens van het ko-mende schooljaar.

8.6 Opvang De opvang, voor- en naschoolse wordt geregeld door Kiki Nous, evenals de vroegschoolse opvang. Wij willen graag een zelfde pedagogische lijn volgen.

8.7 Schoolgeld/ouderbijdrageDe MR vraagt aan alle ouders een bijdrage in de kosten voor allerlei bijzondere activiteiten zoals: organiseren van of deel-name aan culturele activiteiten, het organiseren van allerlei festiviteiten, uitstapjes en sportactiviteiten.De ouderbijdrage geschiedt op basis van vrijwilligheid. De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks tijdens de algemene ledenvergadering vastgesteld.Voor de goede orde vermelden wij hier dat het een vrijwilli-ge bijdrage betreft. Uit de hoogte van het bedrag en uit de toelichting op de besteding hiervan begrijpt u dat we de

gevraagde bijdrage erg laag houden en dat deze bijdrage geheel ten goede komt aan extra activiteiten voor onze kinderen. In de jaarvergadering van de MR wordt de hoogte vastgesteld. De ouderbijdrage is voor schooljaar 2015- 2016 vastgesteld op € 67,50.

8.8 Schoolverzekering voor leerlingen De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, die bestaat uit een ongevallen-verzekering en een aansprakelijk-heidsverzekering.

OngevallenverzekeringOp grond van de ongevallen verzekering zijn alle betrokke-nen bij schoolactiviteiten: leerlingen, personeel en vrijwilli-gers, verzekerd. Deze verzekering geeft recht op een (beperk-te) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten ge-deeltelijk meeverzekerd. De verzekering is een zogenaamde achtergestelde verzekering. Dat wil zeggen dat alleen wordt uitgekeerd als de eigen verzekering geen dekking geeft.De verzekering biedt geen dekking voor materiële schade (ka-potte bril, fiets e.d.)

AansprakelijkheidsverzekeringDe aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. We attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand.Ten eerste is de school of het bestuur niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buiten-schoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Dit is echter niet het geval. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid.

8.9 VeiligheidAls school moeten we voldoen aan een aantal (wettelijke) bepalingen in verband met de veiligheid. Deze gaan on-der andere over het aantal bedrijfhulpverleners (BHVers) in de school, veilige speeltoestellen en het volgen van een gedragsprotocol.Voor Prisma scholen is een veiligheidsplan vastgesteld, waarin alle onderwerpen zijn benoemd en uit-gewerkt. Zie www.prisma-almere.nl

hoofdstuk 8

36


Hoofdstuk 9. Namen en adressen

9.1 Van de school Oecumenische Basisschool voor Daltononderwijs De Kleine Wereld Adres: Nederlandhof 5, 1363 DC AlmereTelefoon: 036-7670240Mail: [email protected]: www.de-kleine-wereld.nl Teamleider Dhr. Jo Koot ( groep 3 en 4 op ma en di.) Leerkracht Mw. Monique Luca, groep 1 t/m 2 ma t/m di.Leerkracht Mw. Tonny Hofstee, groep 1 t/m 2 wo t/m vrijdagLeerkracht Mw. Janine Hegyi, groep 3 t/m 4 wo t/m vrijdag.Leerkracht Mw. Annemiek Haarman, groep 5 t/m 6 ma t/m vrijdag Leerkracht Mw. Marjolein Plender, groep 7 t/m 8 ma t/m vrijdag IB’er Mw. Petra van de Wijngaard, maandag

9.2 BestuurCollege van Bestuur Dhr. M.J. EijgensteinPostadres Postbus 10183 1301 AD AlmereBezoekadres Randstad 20-31Telefoon 036-5346300E-mail [email protected] www.prisma-almere.nl

9.3 Van buiten de schoolInspectie van onderwijs website: www.onderwijsinspectie.nlE-mail: [email protected]: 0800-8051 Meldpunt vertrouwensinspecteur 0900-111 3 111 (lokaal tarief ) GGD Flevoland Boomgaardweg 4 |1326 AC AlmereTel. 088-0029920 tussen 08.30 – 12.30 uur

Schoolarts Mw. Gerda SchillemansSchoolverpleegkundige Mw. Kirsten OosterwijkSchoolmaatschappelijkwerk Mw. Irma Kreike

hoofdstuk 9

38

De Kleine WereldOecumenische Basisschool voor Daltononderwijs Nederlandhof 5 | 1363 DC Almere

Schoolgids De kleine Wereld...wordt vorm gegeven door middel van taakwerk. Dit is een wegwijzer voor...

Documents

Transcript of Schoolgids De kleine Wereld...wordt vorm gegeven door middel van taakwerk. Dit is een wegwijzer voor...