Sander Klous: 'je data naar één plek brengen is vragen om ellende'

1
DRIE DENKERS 2014 was een interessant jaar voor big data. ‘Zeker, en niet alleen voor mij persoonlijk. Voor veel men- sen is concreter geworden wat het begrip inhoudt: een big- databedrijf als Uber maakt taxiritten efficiënter dan ooit, vakanties worden goedkoper door Airbnb. Op termijn zul- len we er zo aan gewend zijn dat de term verdwijnt: dan is Uber gewoon een taxibedrijf.’ Moeten we ons wapenen om bijvoorbeeld onze privacy te beschermen? ‘We zijn door nieuwe media in staat heel snel als groep te communiceren en meningen te vormen. Dat geeft macht, meer nog dan juridisch mogelijk zou zijn: we kunnen veel afdwingen. Op basis van emotie – “van onze data moet je afblijven!” – zijn initiatieven tegen- gehouden waar ik van dacht: waren die wel zo slecht? De slimme energiemeter, een verdomd handig ding, is uitge- steld van 2006 tot 2013. Omdat een tiende promille van de mensen zei: dan kunnen ze zien wanneer ik ga douchen. Toch is het mooi dat de burger ontdekt wat zijn publieke macht is. Je merkt dat er nuances ontstaan in het debat, en bedrijven leren hoe ze met big-data-analyse om moeten gaan.’ Profiteren we al, zonder het te weten? ‘Ja, de gezondheidszorg is daar het beste voorbeeld van. Geperso- naliseerde medicijnen zijn een puur datagedreven nieuwe mogelijkheid. Er zijn schattingen dat kanker over een jaar of twintig een prima behandelbare ziekte zal zijn, omdat de nieuwe generatie medicijnen ongeveer wordt afgestemd op je DNA. Het idee van de quantified self, alles aan je lichaam wat maar meetbaar is meten, is eng vanuit privacy- overwegingen. Aan de andere kant zie je daar de enorme mogelijkheden voor preventieve zorg – en iedereen wil toch liever gezond blijven dan behandeld worden?’ Wat moeten we als samenleving doen om datatechnologie optimaal te gebruiken? ‘Transpa- rantie wordt cruciaal. Daar moeten bedrijven nog veel over leren: wat Google met mijn data doet, merk ik alleen aan de gevolgen. Niemand wil schoenen die je online hebt gekocht nog maandenlang op elke website aangeboden krijgen. Ook de overheid moet leren wat haar nieuwe rol is, en meer stu- ren op kernpunten, in plaats van de symptoombestrijding die nu plaatsvindt: de berichten over cookiewetgeving die niemand meer leest zijn het ultieme voorbeeld van hoe het niet moet. We moeten vooral leren de verantwoordelijk- heden te verdelen over verschillende partijen. Ik ben opgegroeid op CERN, en daar is het me vijftien jaar met de paplepel ingegoten: je data naar één plek brengen is vragen om ellende. Het wordt moeilijker te financieren, voor analyse moeten naast die berg data massa’s computers staan en één persoon is ineens voor alles verantwoordelijk. Het eerste wat we deden als de data uit de versneller kwa- men, was deze naar veel verschillende plekken sturen.’ Dus het is goed dat de EU probeert Google op te splitsen? ‘Heel goed. Antitrustbewaking hebben we altijd gehad. Data vormen macht en dus moeten we beperkingen gaan stellen aan hoeveel data je bij een organisatie neer- legt. Wat is ons belang dat e-mail, YouTube en zoekmachine allemaal onder een dak zitten? Organisatorisch scheiden betekent niet dat je die data niet met elkaar kunt combine- ren, alleen wordt voor iedereen duidelijk dat partij x en par- tij y data met elkaar aan het uitwisselen zijn, en op welke manier. Dat werkt onmiddellijk transparantieverhogend.’ Wat stemt u positief? ‘De ontwikkeling van living labs vind ik machtig. MIT heeft in Trento in Italië een hele meetbare stad gebouwd. Heel fatsoenlijk, met een privacy- framework waarin iedereen kan kiezen waar hij wel en niet aan meedoet. Het maakt alles in de stad inzichtelijk: bewegingen van mensen, logistiek, afvalverwerking – waardoor die stad efficiënter en effectiever wordt, veel prettiger om in te wonen. Ik hoop dat we dat hier ook kunnen doen. Nederland is daar een geweldig land voor: technologisch vooruitstrevend, klein genoeg om te experi- menteren, maar zo groot dat het impact heeft als het lukt.’ Wat staat ons de komende jaren te wachten? ‘Ik ben benieuwd naar de volgende industrie die op z’n kop gezet wordt, na de reiswereld en de muziekindustrie – sinds iTunes en Spotify draaien hun verdienmodellen om streams. De Bitcoin is nu nog een semilegaal speeltje van de techies, maar banken zijn als de dood dat Google en Apple hun eigen financiële instellingen beginnen en zelf digitaal hun transacties gaan afhandelen. Hun onuitgesproken angst is dat data en informatie dan centraal komen te staan, in plaats van biljetjes van papier, waardoor je heel andere businessmodellen krijgt. Wat dat betekent voor de finan- ciële sector? Als ik dat wist, zou ik een bedrijfje beginnen en op een tropisch strand gaan liggen.’ ‘Je data naar één plek brengen is vragen om ellende’ Tekst: Bob van Toor Beeld: Damien Florebert Cuypers Sander Klous hoogleraar big data ecosystems for business and society DELTA LLOYD MAGAZINE, APRIL 2015 35

description

'Op basis van emotie – “van onze data moet je afblijven!” – zijn initiatieven tegen-gehouden waar ik van dacht: waren die wel zo slecht? De slimme energiemeter, een verdomd handig ding, is uitge-steld van 2006 tot 2013. Omdat een tiende promille van de mensen zei: dan kunnen ze zien wanneer ik ga douchen.'

Transcript of Sander Klous: 'je data naar één plek brengen is vragen om ellende'

D R I E D E N K E R S

2014 was een interessant jaar voor big data. ‘Zeker, en niet alleen voor mij persoonlijk. Voor veel men­sen is concreter geworden wat het begrip inhoudt: een big­databedrijf als Uber maakt taxiritten efficiënter dan ooit, vakanties worden goedkoper door Airbnb. Op termijn zul­len we er zo aan gewend zijn dat de term verdwijnt: dan is Uber gewoon een taxibedrijf.’

Moeten we ons wapenen om bijvoorbeeld onze privacy te beschermen? ‘We zijn door nieuwe media in staat heel snel als groep te communiceren en meningen te vormen. Dat geeft macht, meer nog dan juridisch mogelijk zou zijn: we kunnen veel afdwingen. Op basis van emotie – “van onze data moet je afblijven!” – zijn initiatieven tegen­gehouden waar ik van dacht: waren die wel zo slecht? De slimme energiemeter, een verdomd handig ding, is uitge­steld van 2006 tot 2013. Omdat een tiende promille van de mensen zei: dan kunnen ze zien wanneer ik ga douchen. Toch is het mooi dat de burger ontdekt wat zijn publieke macht is. Je merkt dat er nuances ontstaan in het debat, en bedrijven leren hoe ze met big­data­analyse om moeten gaan.’

Profiteren we al, zonder het te weten? ‘Ja, de gezondheidszorg is daar het beste voorbeeld van. Geperso­naliseerde medicijnen zijn een puur datagedreven nieuwe mogelijkheid. Er zijn schattingen dat kanker over een jaar of twintig een prima behandelbare ziekte zal zijn, omdat de nieuwe generatie medicijnen ongeveer wordt afgestemd op je DNA. Het idee van de quantified self, alles aan je lichaam wat maar meetbaar is meten, is eng vanuit privacy­overwegingen. Aan de andere kant zie je daar de enorme mogelijkheden voor preventieve zorg – en iedereen wil toch liever gezond blijven dan behandeld worden?’

Wat moeten we als samenleving doen om datatechno logie optimaal te gebruiken? ‘Transpa­rantie wordt cruciaal. Daar moeten bedrijven nog veel over leren: wat Google met mijn data doet, merk ik alleen aan de gevolgen. Niemand wil schoenen die je online hebt gekocht nog maandenlang op elke website aangeboden krijgen. Ook de overheid moet leren wat haar nieuwe rol is, en meer stu­ren op kernpunten, in plaats van de symptoombestrijding die nu plaatsvindt: de berichten over cookiewetgeving die niemand meer leest zijn het ultieme voorbeeld van hoe het niet moet. We moeten vooral leren de verantwoordelijk­

heden te verdelen over verschillende partijen. Ik ben op gegroeid op CERN, en daar is het me vijftien jaar met de paplepel ingegoten: je data naar één plek brengen is vragen om ellende. Het wordt moeilijker te financieren, voor analyse moeten naast die berg data massa’s computers staan en één persoon is ineens voor alles verantwoordelijk. Het eerste wat we deden als de data uit de versneller kwa­men, was deze naar veel verschillende plekken sturen.’

Dus het is goed dat de EU probeert Google op te splitsen? ‘Heel goed. Antitrustbewaking hebben we altijd gehad. Data vormen macht en dus moeten we beperkingen gaan stellen aan hoeveel data je bij een organisatie neer­legt. Wat is ons belang dat e­mail, YouTube en zoekmachine allemaal onder een dak zitten? Organisatorisch scheiden betekent niet dat je die data niet met elkaar kunt combine­ren, alleen wordt voor iedereen duidelijk dat partij x en par­tij y data met elkaar aan het uitwisselen zijn, en op welke manier. Dat werkt onmiddellijk transparantieverhogend.’

Wat stemt u positief? ‘De ontwikkeling van living labs vind ik machtig. MIT heeft in Trento in Italië een hele meetbare stad gebouwd. Heel fatsoenlijk, met een privacy­framework waarin iedereen kan kiezen waar hij wel en niet aan meedoet. Het maakt alles in de stad inzichtelijk: bewegingen van mensen, logistiek, afvalverwerking – waardoor die stad efficiënter en effectiever wordt, veel prettiger om in te wonen. Ik hoop dat we dat hier ook kunnen doen. Nederland is daar een geweldig land voor: technologisch vooruitstrevend, klein genoeg om te experi­menteren, maar zo groot dat het impact heeft als het lukt.’

Wat staat ons de komende jaren te wachten? ‘Ik ben benieuwd naar de volgende industrie die op z’n kop gezet wordt, na de reiswereld en de muziekindustrie – sinds iTunes en Spotify draaien hun verdienmodellen om streams. De Bitcoin is nu nog een semilegaal speeltje van de techies, maar banken zijn als de dood dat Google en Apple hun eigen financiële instellingen beginnen en zelf digitaal hun transacties gaan afhandelen. Hun onuitgesproken angst is dat data en informatie dan centraal komen te staan, in plaats van biljetjes van papier, waardoor je heel andere businessmodellen krijgt. Wat dat betekent voor de finan­ciële sector? Als ik dat wist, zou ik een bedrijfje beginnen en op een tropisch strand gaan liggen.’

‘Je data naar één plek brengen is vragen om ellende’

Teks t: B ob van Toor — B ee ld: Damien F loreb er t Cuyp er s

Sander Klous

hoogleraar big data

eco systems for business and society

DELTA LLOY D M AGAZINE, A PR IL 2015 35